KWALITEITSZORGMETHODE COBRA 2.0

Transcriptie

1 CEL OPVOLGING ONDERWIJSKWALITEIT ONDERWIJSBELEID KRAKENSTRAAT 3 BUS LEUVEN, BELGIË KWALITEITSZORGMETHODE COBRA Inleiding In het kader van de hervorming van het accreditatiestelsel benutten we het verkregen vertrouwen en de verantwoordelijkheid om in eigen regie een methode uit te bouwen voor de kwaliteitszorg van onze opleidingen. Sinds 26 mei 2015 hanteren we hiervoor de nieuwe interne kwaliteitszorgmethode COBRA (coöperatie, reflectie en actie - checks en balances). In de loop van academiejaar is een proefdoorloop van de methode uitgerold in een groot aantal opleidingen. De resultaten van de verschillende fases van de methode zijn terug te vinden op het online kwaliteitszorgportaal. Daarnaast is in nauwe samenwerking met de faculteiten, de COBRAmethode grondig geëvalueerd en zijn aanpassingen doorgevoerd. Hieronder gaan we dieper in op de getroffen voorbereidingen, de concrete uitrol van COBRA, de verschillende onderdelen waarop de evaluatie gebaseerd is en de aanpassingen die volgend academiejaar worden doorgevoerd. Figuur 1 geeft de tijdslijn van het hele verloop schematisch weer. 2 Universiteitsbrede uitrol van de COBRA-proefdoorloop De proefdoorloop had als doel alle cycli van COBRA naar concept en naar concrete uitwerking te testen en na te gaan of, en in welke mate, de componenten bijdragen aan de regie van de kwaliteitszorg van de opleidingen. Dit rapport toont aan dat we via COBRA de realisatie van de onderwijsvisie opvolgen en de zorg voor de onderwijskwaliteit opnemen in interactie met de primaire actoren, met de permanente onderwijscommissies (POC s) en met de facultaire en universitaire besturen. Dat doen we steeds met inbreng van een externe blik en met het oog op transparante communicatie ad intra en ad extra. 2.1 Voorbereiding Voorafgaand aan de opstart van de COBRA-proefdoorloop (16 oktober 2015) zijn een aantal voorbereidingen getroffen: De Cel Opvolging Onderwijskwaliteit (COOK) ontwikkelde een draaiboek voor de proefdoorloop en stelde sjablonen op voor de verschillende gesprekken in de eerste en tweede COBRA-cycli. Er werden twee websites aangemaakt: een COBRA-website met alle relevante informatie over de kwaliteitszorgmethode en het kwaliteitszorgportaal dat de resultaten van alle COBRA-cycli ontsluit aan de betrokken belanghebbenden. Het onderwijsdashboard 1 werd op punt gesteld. 1 Vanaf de start van het academiejaar is een onderwijsdashboard beschikbaar voor elke bacheloropleiding en initiële masteropleiding. Daarnaast is er een dashboard per faculteit dat de geaggregeerde gegevens voor alle bacheloropleidingen en alle initiële CONTACT: cobra@kuleuven.be

2 De SharePoint-structuur die faculteiten reeds konden gebruiken voor hun POC-werking werd uitgebreid met een COBRA-map om documenten intern te ontsluiten en op te schalen naar een volgende COBRA-cyclus. De faculteiten stelden met centrale middelen een (of meerdere) facultaire datamanager(s) aan. De facultaire datamanagers zijn verantwoordelijk voor de praktische organisatie van COBRA (de organisatie van de gesprekken met de primaire actoren, het beheren en opladen van COBRAdocumenten op SharePoint, etc.). In de periode augustus-september 2015 hield de vicerector Onderwijsbeleid per faculteit een opstartgesprek. Tijdens dit gesprek zijn het draaiboek, het onderwijsdashboard en de universiteitsbrede vragenset voorgesteld. De Studentenraad KU Leuven (STURA) duidde hoe zij de student-gespreksleiders voor de COBRA 1-gesprekken opleidt en inzet. Ten slotte is in overleg vastgelegd hoe elke faculteit de COBRA-cycli concreet gestalte zou geven in de proefdoorloop. In diezelfde periode organiseerde de Cel Datamanagement voor alle facultaire datamanagers een opleiding voor het beheer en opladen van COBRA-documenten op SharePoint. STURA leidde alle student-gespreksleiders op met ondersteuning van COOK en van de Dienst Onderwijsprofessionalisering en -ondersteuning (DOO). Vóór 16 oktober 2015 bepaalden de faculteiten welke opleidingen volgens welke clustering en volgens welke flow aan de proefdoorloop zouden deelnemen. 2.2 Concrete uitrol COBRA 1 In de proefdoorloop liep COBRA 1 van 16 oktober 2015 tot en met 18 december In die periode selecteerden de facultaire datamanagers aselect de deelnemers per groep primaire actoren en vonden de gesprekken met primaire actoren en op POC-niveau ook effectief plaats. De gesprekken over de kwaliteit van een opleiding gebeurden aan de hand van een set van vijf universiteitsbrede vragen. Die vragen polsten naar de onderwijsvisie (meer bepaald het disciplinaire future self), de leerresultaten en de opbouw van de opleiding, de manier van evalueren van studenten binnen de opleiding en de mate waarin er binnen de opleiding gewerkt wordt aan persoonsvorming. Daarnaast had elke faculteit of opleiding de kans om één of meerdere facultaire of opleidingsspecifieke vragen toe te voegen. Elke bespreking resulteerde in een verslag dat na afloop aan de facultaire datamanager bezorgd is. De facultaire datamanager postte vervolgens elk verslag in de COBRA-map van de opleiding op SharePoint. Op basis van de verslagen van de gesprekken met de primaire actoren, de kwantitatieve gegevens uit het onderwijsdashboard en eventueel ander aanvullend materiaal bereidde de programmadirecteur de COBRA-bespreking op POC-niveau voor. De facultaire datamanager postte het verslag van de POCbespreking samen met het onderwijsdashboard tegen 18 december 2015 in de COBRA-map op SharePoint. COOK monitorde het COBRA 1-proces en bood feedback aan de programmadirecteurs vóór masteropleidingen bevat. Elk dashboard bestaat uit meerdere tabbladen die volgende gegevens weergeven: instroom, studievoortgang, diplomering, drop-out en alumni. 2/10

3 de start van het tweede semester. Ter afsluiting van de COBRA 1-cyclus zijn de POC-verslagen, de vragenlijsten en de onderwijsdashboards op het online kwaliteitszorgportaal geplaatst. COBRA 2 De tweede COBRA-cyclus liep van 4 januari 2016 tot en met 26 februari In die periode bereidde de vicedecaan onderwijs op basis van de POC-verslagen, de kwantitatieve gegevens uit het facultaire dashboard en eventueel ander aanvullend materiaal, het COBRA-gesprek op facultair niveau voor. De facultaire datamanager postte het facultaire verslag samen met het facultaire dashboard tegen 26 februari 2016 in de COBRA-map op SharePoint en bezorgde het verslag tevens rechtstreeks aan de secretaris van de Onderwijsraad (OWR) met het oog op de doorloop van COBRA 3. COOK monitorde het COBRA 2-proces en bood feedback aan de vicedecanen onderwijs vóór de start van de facultaire gesprekken (cf. 2.3.). Ter afsluiting van de COBRA 2-cyclus zijn op 3 maart 2016 de facultaire verslagen en dashboards op het online kwaliteitszorgportaal geplaatst. Diezelfde dag is het kwaliteitszorgportaal gelanceerd voor de hele universitaire gemeenschap (cf. infra). Na COBRA 2 werd tevens een terugkoppeling naar de primaire actoren en de POC s georganiseerd. Door de POC- en facultaire verslagen samen met de dashboardgegevens op het kwaliteitszorgportaal beschikbaar te maken werd voor de deelnemers aan de gesprekken in het kader van COBRA 1 duidelijk op welke manier hun input heeft bijgedragen aan de kwaliteitszorg van de opleidingen. Met een universiteitsbrede mailing met gepersonaliseerde links naar de documenten op het kwaliteitszorgportaal zijn alle studenten, docenten en medewerkers die deelnamen aan de proefdoorloop ingelicht over de stand van zaken. Een bijzondere Nieuwsbrief Onderwijs verspreidde de link naar het kwaliteitszorgportaal aan de hele universitaire gemeenschap. COBRA 3 COBRA 3 liep in de proefdoorloop van 3 maart 2016 tot en met het einde van het academiejaar Eerst en vooral nodigde het Gemeenschappelijk Bureau (GeBu) op 7 maart 2016 drie internationale deskundigen uit om op grond van informatie op het kwaliteitszorgportaal advies uit te brengen inzake het functioneren van de COBRA-methode (cf. 2.3.). De internationale deskundigen maakten hierover een verslag. Vervolgens voerde de OWR op 24 maart 2015 een universiteitsbreed COBRA-gesprek op basis van de facultaire verslagen en de kwantitatieve gegevens uit het universiteitsbrede dashboard. Het verslag daarvan plaatste COOK samen met de universiteitsbrede dashboardgegevens op het online kwaliteitszorgportaal. De vicerector Onderwijsbeleid agendeerde het verslag van de internationale deskundigen en het verslag van de OWR op het GeBu van 24 mei Het GeBu ging na hoe de actiepunten in het verslag van de OWR konden samengaan met initiatieven die op andere beleidsdomeinen worden uitgerold. Aan die reflectie koppelde het GeBu concrete acties die op 28 juni 2016 zijn voorgelegd aan de Academische Raad (AR). De verslagen van het GeBu en de AR zullen eveneens door COOK op het online kwaliteitszorgportaal geplaatst worden. COOK monitorde het COBRA 3-proces en bood feedback aan de voorzitter van de OWR. 3/10

4 Figuur 1 Tijdslijn proefdoorloop COBRA 4/10

5 2.3 Evaluatie Om de proefdoorloop van COBRA grondig te evalueren zijn meerdere initiatieven opgezet: Websurveys: We organiseerden in totaal twee websurveys. Na de COBRA-gesprekken in de eerste cyclus bevroegen we alle primaire actoren die voor de COBRA 1-gesprekken uitgenodigd zijn. Primaire actoren die waren uitgenodigd maar niet hadden deelgenomen aan het gesprek, kregen een vrijblijvende vraag naar de reden waarom ze niet konden deelnemen. Primaire actoren die wel hadden deelgenomen zijn bevraagd over de organisatie en voorbereiding van het gesprek, het verloop van het gesprek, de vragenlijst en de ervaring als gespreksleider (indien relevant). Daarnaast bevroegen we alle betrokken programmadirecteurs, OC- en CC- voorzitters over het verloop van het COBRA-gesprek op de POC-vergadering en op het facultaire niveau. Focusgesprekken: In aanvulling op de websurveys zijn focusgesprekken met gespreksleiders en met alle facultaire datamanagers georganiseerd. In die gesprekken zijn opvallende resultaten uit de websurveys besproken en zijn potentiële aanpassingen aan COBRA voorgelegd. COBRA-verslagen: In alle COBRA-verslagen kregen de actoren op de verschillende niveaus de ruimte om het proces dat ze hadden doorlopen te evalueren. Daarnaast zijn de verslagen ook gescreend op opmerkingen over COBRA of het COBRA-gesprek die niet direct onder de evaluatievraag zijn aangebracht. De Cel Onderwijs maakte een kwalitatieve analyse van de verslagen van de primaire actoren en de POC-verslagen waarbij de belangrijkste thema s ook tegenover de resultaten van de websurvey voor de primaire actoren zijn geplaatst. Internationaal panel: In het kader van COBRA 3 zijn prof. em. dr. Jürgen Oelkers (universiteit van Zürich), prof. dr. Simone Buitendijk (universiteit van Leiden) en Marius Buiting (mede-ontwikkelaar van het gedachtegoed over Verdraaide organisaties) als externe, internationale deskundigen door het GeBu uitgenodigd. Zij gaven advies over het functioneren van COBRA vertrekkende vanuit de principes die de methode vooropstelt. Bovenstaande bronnen en analyses zijn binnen gebracht in de zestien facultaire gesprekken die de vicerector Onderwijsbeleid in maart 2016 organiseerde. Per gesprek zijn telkens de vicedecanen onderwijs, de programmadirecteurs en de studenten uitgenodigd. Tijdens deze gesprekken kregen de faculteiten de expliciete kans om hun opmerkingen, bezorgdheden en eventuele verbeterpunten over COBRA te uiten. Op dat moment zijn tevens de positieve punten, de verbeterpunten en de aanpassingen die voortkwamen uit de bevragingen en analyses voorgelegd. Deze resultaten zijn daarna besproken op het Beleidsconclaaf, het Decanenoverleg, de OWR, het GeBu en de AR. 2.4 Conclusie Positieve punten Uit de evaluatie blijkt dat er waardering is voor de volgende aspecten van COBRA: de klemtoon op het inhoudelijk gesprek over (de kwaliteit van) onderwijs; de input van alle actoren op het onderwijsgebeuren inclusief de (onafhankelijke) stem van studenten; het versterken van de betrokkenheid en de participatie van de primaire actoren; het principe van opschaling van actiepunten van opleiding naar faculteit naar universiteit; het principe van subsidiariteit; het principe van 5/10

6 terugkoppeling in de vorm van actieplannen; transparantie en kwaliteitszorg als permanente aspecten van het onderwijsgebeuren Verbeterpunten De opmerkingen, kritieken en suggesties ter verbetering hebben betrekking op volgende aspecten: de communicatie over het belang en de bedoeling van COBRA naar alle betrokkenen toe moet verder geoptimaliseerd worden; de frequentie en de cycliciteit van het COBRA-proces moeten zo aangepast worden dat dit meer zuurstof geeft aan de opleidingen en de faculteiten en er meer ruimte en tijd voorzien wordt voor actie en synthese; de universiteitsbrede vragenset kan duidelijker en korter waardoor er ook meer ruimte komt voor vragen en aandachtspunten op het niveau van de opleiding en de faculteit; er moeten instrumenten ontwikkeld worden om de selectie van de deelnemers aan de COBRA 1-gesprekken beter te laten verlopen en de representativiteit te vergroten; het gewicht, de betekenis en de implicaties van de COBRA 1-gesprekken in het geheel van COBRA moeten duidelijker gemaakt worden; er moet verder nagedacht worden over de inhoud van het externe kwaliteitszorgportaal en de opvolging van het COBRA-proces; de rol van de externe peers moet nog versterkt worden en kan de gelegenheid bieden om naast het documenteren van het kwaliteitszorgproces (film) ook op bepaalde tijdstippen een foto te maken van de kwaliteit van de opleiding; er moet meer aandacht besteed worden aan de verhouding van COBRA tot andere (meer deductieve) componenten van kwaliteitszorg, tot bestaande facultaire kwaliteitsmanagementpraktijken en eventuele, externe accreditatiekaders en er is nood aan een aangepast financieringsmodel voor COBRA Naar COBRA 2.0: aanpassingen Bovenstaande verbeterpunten werden ter harte genomen en aanpassingen aan de COBRA-methode werden doorgevoerd. We spreken over COBRA 2.0 als we deze aanpassingen in beschouwing nemen. Volgende aanpassingen werden doorgevoerd: Concrete plaats en betekenis van de COBRA 1-gesprekken Om de communicatie over het belang en de bedoeling van COBRA naar alle betrokkenen toe te verbeteren, worden eerst en vooral de concrete plaats en betekenis van de COBRA 1-gesprekken verduidelijkt. De POC (als centraal orgaan voor kwaliteitszorg) neemt het voortouw in COBRA 1: de gesprekken met de primaire actoren bieden kwalitatieve input aan de POC s, samen met informatie en data uit andere initiatieven die de onderwijskwaliteit in beeld brengen (thematische analyses, hearings, onderwijsdagen, etc.). Bijgevolg moeten de COBRA 1-gesprekken niet begrepen worden als opleidingsrapporten of -evaluaties waaraan een kwaliteitslabel wordt gehecht. De COBRA 1-gesprekken creëren eerder gelegenheden tot discussie en reflectie op de POC. Binnen die POC-bespreking zijn checks en balances aanwezig door de confrontatie met andere informatiebronnen en vertegenwoordigers van verschillende geledingen (studenten, ABAP, ZAP, medewerkers, etc.). In concreto worden over dit punt twee aanpassingen doorgevoerd. Ten eerste wordt de uitnodiging voor primaire actoren aangepast en wordt extra informatie ter beschikking gesteld waarmee faculteiten de primaire actoren kunnen informeren over het belang en de bedoeling van COBRA en de COBRA 1-6/10

7 gesprekken. Ten tweede worden de eindoordelen in de verslagsjablonen gebruikt binnen COBRA 1 weggelaten omdat ze de indruk wekken dat het om opleidingsevaluaties gaat. Er zal wel een opsomming gemaakt kunnen worden van punten die verdere opvolging vergen. Blauwdruk en opleidingsplannen Om opleidingen de gelegenheid te bieden om naast het documenteren van het kwaliteitszorgproces (film) ook op bepaalde tijdstippen een foto te maken van de kwaliteit van de opleiding, krijgen alle faculteiten voor het academiejaar O-middelen ter beschikking. Deze middelen moeten POC s toelaten een blauwdruk van de opleiding uit te schrijven en in een eigen format het actieplan van COBRA verder uit te werken tot een opleidingsplan waarin (opleidingsoverkoepelende en/of -specifieke) acties thematisch, logisch en chronologisch gestructureerd worden. Daarbij moeten de universiteitsbrede en facultaire visies verder vertaald worden op het niveau van de opleiding. Op die manier kan er verder structuur gebracht worden in de dynamiek van kwaliteitszorg. DOO ondersteunt dit proces voor POC s die dit wensen. De blauwdrukken vervangen op termijn ook de onderwijskundige referentiekaders (ORK). De vragenset Omdat de proefdoorloop heeft aangewezen dat de universiteitsbrede vragenset duidelijker en korter kan, wordt deze vanaf volgend academiejaar gewijzigd. De vijf richtvragen zoals gebruikt in de COBRA-proefdoorloop worden gereduceerd tot één verplichte universiteitsbrede vraag. Die vraag is een versmelting van de oorspronkelijke vragen 1 en 5 die peilden naar de onderwijsvisie (en meer bepaald naar het disciplinaire future self) en de mate waarin er binnen de opleiding gewerkt wordt aan persoonsvorming. De opleidingen kunnen er verder voor kiezen eigen vragen toe te voegen aan de vragenset, aansluitend bij het eigen opleidingsplan (waarbinnen de drie ESG s aangaande leerresultaten, opbouw en evaluatie van de opleiding aan bod komen), thema s uit de vorige COBRA-cycli en/of gegevens van het dashboard. Er kunnen ook thema s aangedragen worden vanuit het beleid van de faculteit of de universiteit. Organiseerbaarheid: clustering De proefdoorloop heeft duidelijk gemaakt dat de praktische organisatie arbeidsintensief was, mede doordat een strakke timing gehanteerd werd. Om de planlast te verminderen wordt dan ook de mogelijkheid voorzien om COBRA 1-gesprekken te clusteren indien mogelijk en zinvol: studenten uit een tweede en derde bacheloropleiding kunnen geclusterd worden met studenten uit een aansluitende masteropleiding, studenten uit een schakelprogramma kunnen geclusterd worden met studenten uit een daaropvolgende masteropleiding, studenten uit een masteropleiding kunnen geclusterd worden met studenten uit een aansluitende master-na-masteropleiding. Daarnaast kunnen ook docenten van Nederlandstalige en anderstalige programma s geclusterd worden, docenten kunnen samen met medewerkers bevraagd worden of docenten van bachelor- en masteropleidingen kunnen 7/10

8 samengevoegd worden. De logica achter de clustering wordt door elke opleiding kort omschreven op het kwaliteitszorgportaal. Organiseerbaarheid: cycliciteit Verder heeft de proefdoorloop aangetoond dat opleidingen meer ruimte willen om de actieplannen uit te voeren. Om de planlast te verminderen, de input van verschillende vormen van data mogelijk te maken en POC s de tijd te geven alles te verwerken, wordt de cycliciteit aangepast naar een 2x2- cyclus. Schematisch komt dit neer op het volgende: - Jaar 1: COBRA 1-gesprekken met studenten in het tweede semester en verwerking van deze informatie op de POC vóór de zomer (COBRA 1). - Verwerkingsjaar 2: opvolging van de POC-actiepunten en opschaling van aandachtspunten naar de faculteit of de universiteit in het tweede semester (COBRA 2 en COBRA 3). - Jaar 3: COBRA 1-gesprekken met docenten en medewerkers in het eerste semester, COBRA 1- gesprekken met studenten in het tweede semester en verwerking van deze informatie op de POC vóór de zomer (COBRA 1). - Verwerkingsjaar 4: opvolging van de POC-actiepunten, feedback van externe peers, leden van het werkveld en alumni en opschaling van aandachtspunten naar de faculteit of de universiteit in het tweede semester (COBRA 2 en COBRA 3). In academiejaar zal de hele universiteit instappen in verwerkingsjaar 2. Deze cycliciteit wil zeggen dat er binnen elke cyclus van twee jaar gesprekken met studenten plaatsvinden. Deze kunnen eventueel gespreid worden over twee jaar. Bovendien is het de bedoeling dat de POC s en de faculteiten in de verwerkingsjaren andere initiatieven nemen aansluitend bij de door hen uitgeschreven opleidingsplannen, zoals studentenbevragingen, thematische analyses, hearings, onderwijsdagen, etc. Ook studenten op de POC kunnen dergelijke initiatieven nemen. COOK volgt deze plannen op. Organiseerbaarheid: ondersteuningsaanbod Om tegemoet te komen aan de kritische bedenkingen met betrekking tot de planlast wordt volgende aanpassing doorgevoerd: de faculteiten krijgen de keuze om de tweejaarlijkse studentengesprekken en vierjaarlijkse gesprekken met docenten en medewerkers zelf te blijven organiseren of de organisatie (eventueel inclusief verslaggeving) over te laten aan de centrale diensten. Het is niet de bedoeling dat studenten(organisaties) zelf de eindverantwoordelijkheid krijgen voor de organisatie van deze gesprekken (samenwerking kan wel). De dienst die aan faculteiten die dat wensen aangeboden wordt, bestaat uit de organisatie van de COBRA 1-gesprekken en eventueel de samenvatting van de gesprekken waarmee de POC s vervolgens aan de slag gaan. Selectie en representativiteit van de deelnemers aan de COBRA 1-gesprekken In het kader van een meer optimale selectie en representativiteit van de deelnemers aan de COBRA-1 gesprekken zal de Cel Datamanagement samen met statistici van de universiteit een 8/10

9 eenvoudige methode ontwerpen waarmee de primaire actoren geselecteerd kunnen worden. De selectie en de motivatie van de primaire actoren gebeurt in nauw overleg met de programmadirecteur in kwestie. Kwaliteitszorgportaal Verder kwamen een aantal bezorgdheden naar boven over het publiek beschikbaar maken van COBRA-verslagen via het kwaliteitszorgportaal. Volgende aanpassing zal worden doorgevoerd: het interne kwaliteitszorgportaal blijft de verslaggeving van de COBRA-dynamiek bevatten; op het externe kwaliteitszorgportaal kunnen op termijn de volgende elementen komen: de blauwdruk van een opleiding, de basisgegevens uit het onderwijsdashboard, een gestandaardiseerd verslag van het vierjaarlijkse overleg over de opleiding met externe peers, alumni en leden van het werkveld. Engels De ondersteuning van COBRA zal ook in het Engels ter beschikking gesteld worden. Financiering In de nieuwe constructie wordt ook de financiële ondersteuning herbekeken (onder andere rekening houdend met campusvarianten). In worden in elk geval de OOF-middelen aan de faculteiten ter beschikking gesteld voor het doorvoeren van bovenstaande aanpassingen in overleg met de betrokken POC s (met uitzondering van de uitwerking van de blauwdruk en de opleidingsplannen die gefinancierd wordt door de O-middelen) Tot slot De evaluatie van deze proefdoorloop heeft aangetoond dat de methode de verantwoordelijkheid geeft aan de POC s en de faculteiten om de kwaliteitszorg van de opleidingen op te nemen. Naast heel wat positieve punten kwamen er een aantal verbeterpunten naar voren. Deze punten werden ter harte genomen en aanpassingen ter verbetering zijn intussen doorgevoerd: COBRA 2.0. COBRA 2.0 zal duidelijker communiceren over de bedoeling en het belang van de methode en de verschillende stappen daarin. De POC blijft in elk geval het voortouw nemen wat betreft de zorg voor onderwijskwaliteit: de gesprekken met onafhankelijke primaire actoren bieden kwalitatieve input aan de POC s en creëren gelegenheden tot discussie en reflectie binnen de POC. Bovendien zal de externe blik binnen COBRA 2.0 versterkt worden. Zo wordt momenteel voorgesteld meer middelen te voorzien om externe peers, alumni en mensen uit het werkveld in de tweede cyclus van het 2x2-model te laten reflecteren over de opleidingen en de opleidingsplannen. 9/10

10 Ten slotte tonen de proefdoorloop en evaluatie aan hoe de zorg voor onderwijskwaliteit vorm krijgt in samenwerking met alle betrokken actoren en universiteitsniveaus die met elkaar in kritische interactie staan in een geheel van checks en balances en met het oog op korte feedbackcycli van reflectie en actie. 10/10