Waarderingsgrondslagen, advies van de werkgroep

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Waarderingsgrondslagen, advies van de werkgroep"

Transcriptie

1 Congres 17 april 2014 Waarderingsgrondslagen, advies van de werkgroep Het bestuur heeft een werkgroep ingesteld om de verschillende waarderingsgrondslagen te bekijken en het congres daarover verslag uit te brengen. Dit als reactie op de vraag van enkele leden tijdens het Aedescongres van 25 april 2013 om zich uit te spreken tegen het hanteren van marktwaarde in verhuurde staat als de juiste waarderingsgrondslag voor sociale huurwoningen. De werkgroep Waarderingsgrondslagen* heeft drie verschillende waarderingsgrondslagen bekeken: historische kostprijs, bedrijfswaarde en marktwaarde. In bijgaand rapport zijn de vooren nadelen van deze waarderingsgrondslagen behandeld. Er wordt aandacht besteed aan de aard, implicaties, werking (techniek), gevolgen voor de jaarrekening en het effect van kasstromen op ieder van de drie waarderingsgrondslagen. Tevens worden de voor- en nadelen van de drie grondslagen voor de verantwoording richting stakeholders (de overheid, WSW, het CFV en IVBN) belicht. Er is rekening gehouden met de uitgangspunten van de concept-novelle. Conclusie werkgroep De werkgroep kiest niet voor een bepaalde waardering. Dat was ook niet hun opdracht. Elke situatie vraagt uiteindelijk om een andere wijze van waarderen. Het ene systeem kan daarom het beste zijn voor een bepaald doel en volstrekt inferieur (ten opzichte van een ander systeem) voor een ander doel. Waardering in het kader van de maatschappelijke prestaties van een corporatie vraagt om een andere wijze van waarderen dan waardering in verband met het aantrekken van externe financiering, een investeringsselectie, beoordeling van een verkoopprijs, toezicht op staatsteun, etc. Ten aanzien van externe stakeholders is het wel van belang zo veel mogelijk te streven naar een eenduidige, transparante waarderingsgrondslag. Standpunt bestuur Aedes Het bestuur vindt dat de werkgroep met dit rapport de gegeven opdracht goed heeft uitgevoerd. Het bestuur dankt de werkgroep daarvoor. Het bestuur is van mening dat niet één van de beschreven grondslagen door ons moet worden gekozen als de beste. Wat passend is, dat is afhankelijk van de situatie waarin de corporatie zich bevindt en welke keuze de bestuurder wil maken. Het is uiteindelijk aan de toezichthouder om te bepalen welke grondslag wordt gehanteerd. Het bestuur vindt het daarbij met de werkgroep wel belangrijk dat er een eenduidige waardering plaats vindt. In het ledencongres zal het bestuur dit rapport bespreken. *In de werkgroep Waarderingsgrondslagen bestond de volgende leden: Aad Leek (WOONopMAAT), Ad Zopfi (Wassenaarsche Bouwstichting), Hans Al (Stek), Robert Kersjes (Weller), René Mascini (Woonpartners Midden-Holland), Dick Mol (Domesta), Eric de Ceuster (Woongoed), Marc Eggermont (Woonbedrijf), Arend Mol (Elan Wonen), Mieke van den Berg (Eigen Haard), Ton Streppel (Wonen Breburg), Maria Molenaar (Woonstad), Rein Hagenaars (Wonen Noordwest Friesland)

2 2 Rapport inzake de (technische ) werking van waarderingsgrondslagen voor vastgoed bij woningcorporaties

3 3 AANLEIDING Aedes heeft een werkgroep ingesteld die inventariseert welke voor- en nadelen de drie binnen de corporatiesector gehanteerde waarderingsgrondslagen hebben voor de materiële vaste activa in exploitatie. Het gaat om bedrijfswaarde, historische kostprijs en marktwaarde in verhuurde staat. De werkgroep is opgezet in opdracht van het Aedes-congres en verdiept zich in de uitgangspunten van de drie waarderingsgrondslagen. Ook wordt gekeken naar de wisselwerking van kasstromen en waarderingen en naar de effecten op de balanspositie en de resultaatbepaling. Uit de toelichting op het wijzigingsvoorstel voor de nieuwe Woningwet (consultatie-versie novelle) blijkt dat minister Blok wettelijk wil verankeren dat de corporaties een eenduidige waarderingsgrondslag hanteren, te weten de marktwaarde / commerciële waarde. Uit signalen op ambtelijk niveau wordt dit beeld bevestigd. Het ligt dan ook in de lijn van de verwachting dat dit in de definitieve voorstellen terug komt. De nadere invulling van de marktwaarde / commerciële waarde is echter nog niet verder uitgekristalliseerd 1. De nadere uitwerking van dit waarde-begrip zal een plek in de AMvB krijgen. Ook vanuit de sector is het duidelijk dat er een toenemende behoefte bestaat aan standaardisatie en vergelijkbaarheid. De ingestelde werkgroep rapporteert aan het Aedesbestuur. Doelstelling van dit rapport De doelstelling van het rapport is het voor corporaties verschaffen van inzicht op hoofdlijnen in de waarderingsgrondslagen vanuit verschillende perspectieven. Zo wordt er in dit rapport aandacht besteed aan de aard, implicaties, werking (techniek), gevolgen voor de jaarrekening en het effect van kasstromen op ieder van de drie waarderingsgrondslagen. Tevens worden de voor en nadelen van de drie grondslagen voor de verantwoording van buiten naar binnen richting stakeholders, zijnde de overheid, het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (hierna: WSW), het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (hierna: CFV) en de Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed Nederland (hierna: IVBN) belicht. Ook de interne verantwoording richting de RvC en de effecten op de werkorganisatie van de corporatie, worden toegelicht. Voor verdere verdieping in dit onderwerp wordt verwezen naar de website van het CFV waarop aanvullende informatie opgenomen is over de Raad voor de Jaarverslaggeving: Opzet van de rapportage Dit rapport is ingedeeld in 5 hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk plaatst de discussie rond waarderingsmethodieken in een breder perspectief en besteed aandacht aan de blik die van buiten naar binnen. Hierbij komen de politiek, het Rijk (BZK), de gemeenten, het WSW, het CFV en de IVBN aan bod. 1 Aedes neemt deel aan een klankbordgroep waarderingsgrondslagen, samengesteld uit: CFV, WSW, Accountants, leden en Aedes. Doel is de mogelijkheden te onderzoeken hoe en/of de marktwaarde in verhuurde staat op een eenduidige, transparante manier verder vorm kan worden gegeven, rekening houdend met het kostenaspect van implementatie. 3

4 4 Het tweede hoofdstuk bestaat uit de managementsamenvatting van de technische werking van de drie waarderingsmethodieken. Hierin worden de implicaties, voor- en nadelen en gevolgen van de verschillende waarderingsgrondslagen kort uiteengezet. Er wordt aandacht besteed aan het effect van kasstromen op de waardering en de mate waarin informatie gebruikt kan worden als sturingsen verantwoordingsinformatie. Daarnaast wordt er ingegaan op de gevolgen voor de bedrijfsvoering. Hierbij gaat het om de praktische kant van de verwerking, waaronder de belasting van de werkorganisatie die met de keuze en het actueel houden gepaard gaat. In de hoofdstukken 3, 4 en 5 worden achtereenvolgens de waardering tegen (historische) verkrijgingsprijs, bedrijfswaarde en marktwaarde in verhuurde staat behandeld. Hierbij wordt telkens ingegaan op de principes van de waardering en de gevolgen voor de jaarrekening, de stakeholders en de bedrijfsvoering. Ieder hoofdstuk wordt beëindigd met een conclusie. Samenvatting en conclusie Aedes heeft een werkgroep waarderingsgrondslagen ingesteld die inventariseert welke voor- en nadelen de drie binnen de corporatiesector gehanteerde waarderingsgrondslagen hebben voor de materiële vaste activa in exploitatie. Het gaat om bedrijfswaarde, historische kostprijs en marktwaarde in verhuurde staat. De werkgroep is een aantal keer bij elkaar geweest en dat heeft geresulteerd in een beschouwend rapport. De doelstelling van het rapport is het voor corporaties verschaffen van inzicht op hoofdlijnen in de waarderingsgrondslagen vanuit verschillende perspectieven. Tevens worden de voor en nadelen van de drie grondslagen voor de verantwoording van buiten naar binnen richting stakeholders en de interne verantwoording richting de RvC alsook de effecten op de werkorganisatie van de corporatie toegelicht. Conclusie De conclusie van de werkgroep is dat niet aan te geven is welke waarderingsgrondslag goed of fout is. De ene waarderingsgrondslag kan het beste zijn voor een bepaald doel en volstrekt inferieur (ten opzichte van een ander systeem) voor een ander doel. Waardering in het kader van de maatschappelijke prestaties van een corporatie vraagt om een andere wijze van waarderen dan waardering i.v.m. het aantrekken van externe financiering, een investeringsselectie, beoordeling van een verkoopprijs, toezicht op staatsteun, weglek van maatschappelijk gebonden vermogen etc. Elke situatie vraagt uiteindelijk om een andere wijze van waarderen. Geen waarderingsmethode kan dan ook gekwalificeerd worden als goed of fout. Van buiten naar binnen De toezichthouder maakt zijn eigen keuze 2. Wij achten één waarderingsgrondslag van belang vanuit het Rijk (MinBZK), het CFV en het WSW. 2 In de consultatie-novelle wordt aangegeven de scheiding / splitsing op basis van marktwaardering op een actuele waarde zal plaats vinden. 4

5 5 Vanuit intern perspectief van de corporatie zullen ook andere waarderingsgrondslagen worden gehanteerd. Hierdoor is het niet te bereiken dat één enkel waarderingsmethodiek volstaat voor een corporatie. Hoewel de drie methodieken afzonderlijk worden behandeld in dit rapport zullen corporaties veelal kiezen voor een combinatie van de waarderingsmethodieken om zo inzicht te krijgen in de verschillende aspecten van het vastgoed zoals marktwaarde, maatschappelijke waarde etc. 5

6 6 INHOUDSOPGAVE Aanleiding 3 1 Het werkdomein van de corporaties 7 2 Betrokken externe partijen De Politiek Het Rijk (MinBZK) De Gemeenten Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting Waarborgfonds Sociale Woningbouw Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed Nederland Externe financiers 13 3 Managementsamenvatting 13 4 (Historische) vervaardigings- of verkrijgingsprijs Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.1 Principes van de waardering Gevolgen voor de jaarrekening Gevolgen voor stakeholders Gevolgen voor de bedrijfsvoering Conclusie 19 5 Bedrijfswaarde Principes van de waardering Gevolgen voor de jaarrekening Gevolgen voor stakeholders Gevolgen voor de bedrijfsvoering Conclusie 27 6 Marktwaarde (in verhuurde staat) Principes van de waardering Gevolgen voor de jaarrekening Gevolgen voor stakeholders Gevolgen voor de bedrijfsvoering Conclusie 33 Bijlagen 34 Bijlage I Stroomschema waarderingskeuzes 35 Bijlage II Afschrijvingen onder bedrijfswaarde 36 Bijlage III Parameters en aannamen waardeberekening complex A 38 Bijlage IV Bedrijfs- en marktwaardeberekening complex A 41 6

7 7 1 WERKDOMEIN VAN DE CORPORATIES Allereerst is het van belang om de bijzondere positionering van corporaties weer te geven. Immers ieder systeem van waardering kent relatieve voor- en nadelen, relatief in relatie tot het doel van de waardering. Het ene systeem kan daarom het beste zijn voor een bepaald doel en volstrekt inferieur (ten opzichte van een ander systeem) voor een ander doel. Waardering in het kader van de maatschappelijke prestaties van een corporatie vraagt om een andere wijze van waarderen dan waardering i.v.m. het aantrekken van externe financiering, een investeringsselectie, beoordeling van een verkoopprijs, toezicht op staatsteun, weglek van maatschappelijk gebonden vermogen etc. Elke situatie vraagt uiteindelijk om een andere wijze van waarderen. Geen waarderingsmethode kan dan ook gekwalificeerd worden als goed of fout. Wel is het van belang om het bijzondere karakter van het werkdomein van corporaties te betrekken bij de waarderingsmethodieken, immers enerzijds zijn corporaties actief op het maatschappelijk georiënteerde en anderzijds op het marktgeoriënteerde vlak. Corporaties zijn uitsluitend actief op het gebied van de volkshuisvesting. Dit is reeds geformuleerd in het wetsvoorstel herziening woningwet (eerste kamer juli 2012). De primaire taak van corporaties is gelegen in de huisvesting van huishoudens die door hun inkomen of door andere omstandigheden moeilijkheden ondervinden bij het vinden van passende huisvesting. In de novelle wordt de nadere focus van corporaties op de dienst van algemeen economisch belang vormgegeven. Hiermee wordt invulling gegeven aan het regeerakkoord en de afspraken met Aedes. Corporaties mogen niet-daeb activiteiten uitsluitend onder strikte voorwaarden uitvoeren. De nietdaeb activiteiten moeten ten dienste staan van de daeb-activiteiten. Voorbeeld hiervan is het realiseren van herstructurering in achterstandswijken en stads- en dorpsvernieuwing. Tegelijkertijd dient in de praktijk recht te worden gedaan aan de vereiste dat focus op de kerntaak plaatsvindt, mede met het oog op beperking van financiële risico s bij niet-daeb. De gemeente krijgt een belangrijke stem in de bepaling van nut en noodzaak van deze activiteit door de toegelaten instelling. De gemeente moet namelijk verklaren dat de werkzaamheden noodzakelijk zijn en dat er geen andere, commerciële marktpartijen bereid zijn gevonden om deze nieuwe ontwikkelingen op te pakken. Deze voorwaarden gelden voor de ontwikkeling van nieuwe woongelegenheden. Met voornoemde voorwaarden wordt voorkomen dat corporaties een markt betreden die in beginsel zou moeten worden bediend door commerciële marktpartijen. Tegelijkertijd worden lokaal noodzakelijk geachte volkshuisvestelijke ontwikkelingen niet onmogelijk gemaakt voor het geval deze partijen het laten afweten. Tenslotte wordt met de novelle geregeld dat de werkzaamheden in het niet-daeb gebied zullen plaatsvinden onder marktconforme condities. 7

8 8 2 BETROKKEN EXTERNE PARTIJ EN In dit hoofdstuk wordt voor de belangrijkste externe partijen uiteengezet op welke manier zij naar de corporatiesector kijken en hoe zij omgaan met de verwerkingsmethoden die in de sector voor de waardering van materiële vaste activa worden gehanteerd. Hierbij komen de politiek, het WSW, het CFV, IVBN en externe financiers aan bod. 2.1 DE POLITIEK De corporatiesector staat om verschillende redenen in de schijnwerpers van de Tweede Kamer. Een van de actuele thema s in dit kader is waardering van activa, passiva en het resultaat in de jaarrekening. Blijkens signalen uit de politiek streeft de overheid naar een uniforme waardering van vastgoed na, die naar verwachting wordt bepaald door de actuele waarde. De reden om alleen nog de waardering tegen de actuele waarde mogelijk te maken, is gelegen in de vergelijkbaarheid van corporaties, het zichtbaar maken van stille reserves en de administratieve of juridische scheiding van commerciële en sociale activiteiten. Deze leidt tot het ontstaan van ondernemingen (de overgangsvennootschappen) die op commerciële basis werkzaam zijn. Waardering tegen de actuele waarde sluit daar volgens de minister logisch bij aan. Bovendien vindt de overheid het gewenst dat die afsplitsing voor alle corporaties volgens in de basis dezelfde (commerciële) uitgangspunten plaatsvindt. Een afsplitsing vindt naar verwachting plaats op basis van een reguliere jaarrekening. De huidige jaarrekeningen zijn bij het overgrote deel van de corporaties gebaseerd op een waardering van de onroerende zaken op basis van een bedrijfswaarde en historische kostprijs. Dit betekent in de zienswijze van de politiek, dat er in de balans van veel corporaties (omvangrijke) stille reserves aanwezig zijn ten opzichte van een waardering van de onroerende zaken op actuele waarde. 2.2 HET RIJ K (MINBZK) Voor het Rijk is de woningcorporatie een woningverhuurder met een specifieke opdracht (dienst van algemeen economisch belang), namelijk het huisvesten van de doelgroep van beleid. Voor het Rijk is het daarbij gewenst dat de woningcorporatie transparant opereert en dat de corporatie afrekenbaar is op zijn maatschappelijke taakuitvoering. Het woningbezit van de woningcorporatie is daarbij een bedrijfsmiddel, dat onder anderen ingezet wordt om deze maatschappelijke taakstelling te realiseren. Wanneer het woningbezit niet noodzakelijk is voor de huisvesting van doelgroepen van beleid, kan het woningbezit zonder staatsteun ingezet worden voor de huisvesting van niet-doelgroepen van beleid. Uitgangspunt is dan dat de woningen op commerciële grondslag verhuurd (danwel verkocht) worden. In het kader van de transparantie is vergelijkbaarheid, inzicht in de kosten van de maatschappelijke verhuur (welke rendementen maakt men en welke rendementen laat men liggen door de maatschappelijke verhuur) en ook de mogelijkheid om de sector te vergelijken met de commerciële 8

9 9 verhuurdersmarkt noodzakelijk. Ook op complexniveau/corporatieniveau is het gewenst dat er inzicht/transparantie komt ten aanzien van rendement dat de corporatie maakt en het rendement dat de corporatie laat liggen, en dat de marktwaarde inzichtelijk wordt. De huidige jaarstukken geven onvoldoende inzicht in dit soort zaken (mogelijk aanwezige potentie bij overgang naar marktconform beleid en relatie tussen rendement en waardering). De verschillen tussen de bedrijfswaarde en de marktwaarde (stille reserve) worden niet in balanstermen inzichtelijk gemaakt. Ook in de wegingsprocessen rond de inzet van het kapitaal (inclusief het vastgoed) van de corporatie en bij de vraag of delen van het kapitaal mogelijk niet anders ingezet zouden kunnen worden, om daarmee kapitaal vrij te spelen of extra inkomsten te genereren voor de maatschappelijke taak, is deze transparantie gewenst. Met name bij sanering is een dergelijk inzicht zeer wenselijk. Ook de Europese mededingingsregels vereisen een vergelijking met de commerciële markt van verhuurders, om te kunnen bepalen of er geen overmaat aan staatssteun verstrekt wordt aan de corporaties ten behoeve van de uitvoering van de DAEB-taak. Het Rijk wil dat de commerciële activiteiten binnen de corporatie in de nabije toekomst op commerciële basis ongeborgd gefinancierd gaan worden. Omdat straks een administratieve splitsing van de corporatie mogelijk blijft, zal een bank die de niet- DAEB tak gaat financieren zowel t.a.v. de DAEB-tak als de niet-daeb tak dit commerciële inzicht willen hebben om ook de risico s in het totaal van de corporatie te kunnen beoordelen. Het financieel toezicht vanuit het Rijk moet dit ondersteunen. De huidige waarderingsmethoden in de sector ten aanzien van het maatschappelijke deel van de corporatie maakt een dergelijke beoordeling door banken niet mogelijk. Daarnaast is een belangrijk oogmerk van het Rijk dat de administratieve lasten omlaag gebracht worden. Nu zijn er naast de reguliere jaarverslaglegging conform het BW separate verantwoordingseisen vanuit de financieel toezichthouder van het Rijk, die gebaseerd zijn op de sociale bedrijfswaarde. Met de eisen vanuit Europa zou daar nog een extra verantwoordingseis bijkomen, namelijk ook het hanteren van een verantwoording op commerciële grondslag. Het Rijk streeft ernaar dat de reguliere jaarverslaglegging van corporaties zoveel als mogelijk de basis kan zijn voor het financiële toezicht van het Rijk en dat hiermee ook het toezicht op de Europese Mededingingsregels uitgevoerd kan worden. Dit vergt een uniformering van de jaarverslaglegging op commerciële uitgangspunten. In het licht van het bovenstaande is het Rijk van mening dat de jaarrekening van de corporatiesector gestoeld zou moeten gaan worden op de actuele waarde in verhuurde staat op commerciële basis, en dat in de toelichtingen bij die jaarrekening inzicht gegeven wordt welke rendementen (en contant gemaakt waarden) de woningcorporatie realiseert en mogelijk ook laat liggen ten behoeve van de uitvoering van haar maatschappelijke taak. Op deze wijze kan ook inzicht verkregen worden in welke mate de woningcorporatie nog beleidsmaatregelen kan nemen indien zij in financieel zwaar weer zou 9

10 10 komen of er financiële middelen nodig zijn voor nieuwe maatschappelijk investeringen, waarbij zij delen van haar portefeuille alsnog meer op commerciële basis zou kunnen gaan verhuren of delen van haar portefeuille zou kunnen verkopen aan commerciële verhuurders om deze middelen vrij te maken. Daarmee geeft de actuele waarde in verhuurde staat op commerciële basis in combinatie met het rendement een beter inzicht in de financiële positie en de financiële potentie van de woningcorporatie (en de woningcorporaties onderling) dan de huidig gebruikte sociale bedrijfswaarde en ontstaat er ook meer transparantie in het financieel en maatschappelijk opereren van de woningcorporatie, aldus de zienswijze van het Rijk. 2.3 DE GEMEENTEN Al vanaf de verzelfstandiging van de corporaties met de invoering van het BBSH en vervolgens de brutering, is de gemeente een belangrijke stakeholder. Het uitgangspunt is steeds geweest dat gemeente en corporatie prestatieafspraken met elkaar maken. Voor de gemeenten zijn deze afspraken van belang om daarmee het volkshuisvestingsbeleid uit te kunnen voeren. Voor de corporaties zijn deze afspraken van belang om de maatschappelijke rol inhoud te geven. Er is echter voortdurend onvrede geweest over deze afspraken. Deels worden ze niet gemaakt, deels zijn ze te vrijblijvend, deels zijn ze onvolledig; deels worden ze niet nagekomen 3. In de Herzieningswet heeft dit geleid tot een aanscherping dat corporaties naar redelijkheid moeten bijdragen aan het gemeentelijke volkshuisvestingbeleid. In het regeerakkoord is de volgende passage opgenomen: Corporaties komen onder de directe aansturing van gemeenten. Gemeenten met meer dan honderdduizend inwoners krijgen extra bevoegdheden. Voor de totstandkoming van prestatieafspraken met corporaties is het van belang dat de gemeente een professionele gesprekspartner is met kennis van zaken. Dit vindt onder meer zijn weerslag in een gemeentelijke woonvisie. Omdat de woningmarkt zich op een regionale schaal afspeelt is het van belang dat de gemeentelijke woonvisie aansluit bij een regionale woonvisie, die als kader kan dienen voor een gemeentelijke woonvisie. In de Herzieningswet is geformuleerd dat de corporatie met haar werkzaamheden naar redelijkheid bijdraagt aan de uitvoering van het volkshuisvestingsbeleid dat geldt in de gemeente waar ze werkzaam is. De beschikbare middelen van de corporatie dienen hiervoor bij voorrang te worden aangewend. Als er een actuele gemeentelijke woonvisie is, is de corporatie gehouden een bod uit te brengen om binnen haar financiële mogelijkheden bij de te dragen aan de uitvoering van het gemeentelijke beleid. Goed inzicht in de investeringsmogelijkheden van de corporatie levert een belangrijke bijdrage aan goede prestatieafspraken. 3 Zie rapport commissie Dekker: Gemeenten en corporaties; de vrijblijvendheid voorbij, Wederkerig en verplichtend 10

11 11 De omvang van de investeringscapaciteit is mede afhankelijke van beleidskeuzes die de corporatie maakt, onder met bettrekking tot huur- en verkoopbeleid. Ook zijn de financiële grenzen die het CFV / financiële autoriteit en het WSW hanteren van belang. Voor zowel de corporatie als de gemeente is het dan ook van belang dat de waarderingsmethodiek gebaseerd is op de regionale / lokale omstandigheden en de beleidskeuzes die de individuele corporatie maakt. Tevens zou de waarderingsmethodiek inzicht moeten geven over de maatschappelijke bijdrage van de corporatie aan de woonvisie van de gemeente. 2.4 CENTRAAL FONDS VOOR DE VOLKSHUISVESTING Aan het CFV zijn de volgende specifieke taken op het gebied van financieel toezicht opgedragen. De rapportage over de financiële positie van individuele corporaties, mede ter signalering van mogelijke toekomstige saneringen. De rapportage over de sector als geheel. Bij deze rapportage gaat het om een landelijk beeld, dat naar gebiedsdelen kan worden gedifferentieerd. De financiële beoordeling van nevenactiviteiten. De advisering over de financiële aspecten van nieuwe toelatingen, fusies, statutenwijzigingen, investeringen in het buitenland door corporaties en meldingplichtige verkoop aan beleggers. De advisering met betrekking tot de financiële aspecten van een ministeriële aanwijzing. Het CFV houdt tevens toezicht of er geen sprake is van overmaat aan staatssteun ten behoeve van de uitvoering van de DAEB-taak Jaarlijks wordt de financiële positie van individuele corporaties beoordeeld en het CFV rapporteert over de sector als geheel. Jaarlijks beoordeelt het CFV de continuïteit van de corporatie, die hierover een oordeelsbrief ontvangt. Een belangrijke parameter in de oordeelsvorming is de bedrijfswaarde van de materiële vaste activa. Informatie over de bedrijfswaarde is in belangrijke mate afkomstig uit de jaarrekening. Middels de dvi wordt deze informatie uit de jaarrekening gecommuniceerd aan het CFV. Ook voor het CFV geldt dus, dat de in de jaarrekening gekozen waarderingsmethode voor materiële vaste activa thans weinig relevant is. Om de bedrijfswaarden en vermogens van corporaties onderling vergelijkbaar te maken schrijft het CFV sectorparameters voor. Mede op basis van deze bedrijfswaarde wordt de volkshuisvestelijke exploitatiewaarde bepaald. Het CFV is in deze discussie overigens meer volgend als financieel toezichthouder dan leidend. Daarbij volgt het CFV de wens van de wetgever (het Rijk) en ziet toe op een correctie uitvoering van de wet- en regelgeving. De verwachting is dan ook dat het CFV tevens over gaat op marktwaarde in verhuurde staat. De meest recente voorstellen (Herzieningswet, Aedes-Blok akkoord, consultatieversie van de novelle) wijzen op een verschuiving van het financiële toezicht naar het Ministerie en het WSW. In hoeverre dit ook gevolgen heeft voor de systematiek van beoordelen is vooralsnog niet duidelijk. 11

12 WAARBORGFONDS SOCIALE WONINGBOUW Het WSW bepaalt per corporatie het faciliteringsvolume dat jaarlijks wordt afgegeven voor een toekomstige periode. Eind 2012 heeft het WSW haar strategie tegen het licht gehouden en herijkt. In het challenge project (het nieuwe risico-management systeem) is vastgelegd dat het WSW per corporatie risico s identificeert en beoordeelt, individuele aanspraken op de borg beheerst, een transparant en objectief normenkader heeft, een gestructureerde risicobeoordelingsmethodologie gebruikt, verschillende beoordelingsregimes gebruikt en beheersmaatregelen treft. Bij de beoordeling van corporaties kijkt het WSW naar de Business Risk en de Financial Risk. Bij de Financial Risk wordt gekeken naar de korte en lange termijn kasstromen, de balans en het onderpand van een corporatie. Het WSW gaat hierbij in de kern uit van vijf financiële beoordelingsratio s. Bij de Business Risk kijkt het WSW naar elementen als de strategische keuzes omtrent vastgoed, het systeem van sturen en het beheersen van risico s door de corporatie, de samenstelling, beheer en transitie van de huidige vastgoedvoorraad, markt-, politieke en economische ontwikkelingen, de governance en specifiek de financiering. Afhankelijk van de risicoklasse van een corporatie wordt de duur (tussen 1 en 3 jaar vooruit) en het type van het faciliteringsvolume dat wordt toegekend bepaald. De informatie waarop het WSW haar oordeel baseert is in belangrijke mate afkomstig van de dpi (prognose) en dvi (verantwoording) en niet uit de jaarrekening. Wel kan gesteld worden dat de methode, waarbij toekomstige kasstromen een belangrijke rol spelen, veel verwantschap heeft met de wijze waarop corporaties hun bedrijfswaarde bepalen. Het WSW hanteert zowel de bedrijfswaarde (per kasstroom genererende eenheid), op basis van eigen beleid met een aantal door het WSW voorgeschreven parameters, alsook de marktwaarde op basis van de WOZ methodiek (onderpandsbepaling). 2.6 VERENIGING VAN INSTITUTIONELE BELEGGERS IN VASTGOED NEDERLAND De Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed, Nederland (IVBN) beschouwt transparantie als een heel belangrijk onderwerp voor een goed functionerende en professionele vastgoedsector. IVBN focust daarbij op de transparantie in de exploitatie en de (des)investeringen van de vastgoedportefeuille. In de rapportage Aanbevelingen voor de jaarverslaggeving uit april 2008 geeft de IVBN invulling aan haar definitie van transparantie. Op een aantal onderwerpen worden definities geformuleerd, waaronder vastgoedbeleggingen. 12

13 13 Volgens de IVBN dient de boekwaarde overeen te komen met de marktwaarde en wordt gedefinieerd als het bedrag dat het vastgoedobject bij onderhandse verkoop naar schatting zal opbrengen nadat de verkoper het object na de beste voorbereiding op de gebruikelijke wijze in de markt heeft aangeboden en waarbij de koper het object aanvaardt onder gestanddoening van de lopende huurovereenkomsten met alle daaraan verbonden rechten en plichten. Indien de boekwaarde niet overeenkomt met de marktwaarde, wordt aanbevolen om dan ook de marktwaarde te vermelden, ofwel uit te leggen waarom de marktwaarde niet wordt gebruikt. De invulling die de IVBN geeft aan het begrip transparantie, komt in hoge mate overeen met de invulling die minister Blok hieraan geeft. De IVBN heeft een nadrukkelijke voorkeur voor de waardering van vastgoed (al dan niet in verhuurde staat) tegen de marktwaarde. Over de inhoudelijke modellen die ten grondslag liggen aan marktwaardeberekeningen formuleert de vereniging geen definities. Echter, eerder in dit rapport is gebleken dat het niet altijd even eenvoudig is om de marktwaarde (in verhuurde staat) te bepalen. Indien er namelijk geen actieve markt bestaat waarbij de prijs bepaald wordt door vraag en aanbod, moet gebruik gemaakt worden van modellen als het DCF-model. 2.7 EXTERNE FINANCIERS Het Rijk wil dat de commerciële activiteiten binnen de corporatie in de nabije toekomst op commerciële basis ongeborgd gefinancierd gaan worden. Commerciële financiering betekent dat de jaarverslaglegging van de corporatie de banken die informatie biedt, die nodig is om het financieel opereren van de corporatie op commerciële basis te kunnen beoordelen. Maar ook investeringsprojecten moeten op commerciële grondslag door banken beoordeeld kunnen worden. Omdat straks een administratieve splitsing van de corporatie mogelijk blijft, zal een bank die de niet- DAEB tak gaat financieren zowel t.a.v. de DAEB-tak als de niet-daeb tak dit commerciële inzicht willen hebben om ook de risico s in het totaal van de corporatie te kunnen beoordelen. Het commercieel inzicht ontstaat door aan te sluiten bij de waarderingsmethodiek die de commerciële markt hanteert, zijnde de marktwaarde. Wel zullen door financiers specifieke eisen worden gesteld aan de waarderingsgrondslagen. Een gedeelte van deze eisen sluit aan bij de informatiebehoefte van het WSW en het Rijk. 3 MANAGEMENTSAMENVATTING 13

14 3 MANAGE MENT SAME NVAT T ING In dit rapport wordt ingegaan op de gevolgen van de waarderingsgrondslagen die toegestaan voor de waardering van het vastgoed van woningcorporaties. Dit zijn de historische kostprijs, bedrijfswaarde en de marktwaarde (in verhuurde staat). In onderstaande tabel worden de belangrijkste zaken uiteengezet. 14 Onderwerp Historische kostprijs Bedrijfswaarde Marktwaarde Principe van de waardering Gevolgen jaarrekening Gevolgen stakeholders De grondslag mag toegepast worden op alle activacategorieën, dus voor zowel het sociale vastgoed als bedrijfsmiddel en als vastgoedbelegging en het commercieel vastgoed. Na activering wordt er gedurende de levensduur lineair afgeschreven tot de restwaarde. Het aantal jaarrekeningposten is beperkt en de waarde mutaties zijn daardoor goed inzichtelijk. De volatiliteit van vermogen en resultaat is (behoudens uitzonderingsgevallen als impairments) beperkt bij deze grondslag. Het inzicht in de reële waarde is bij toepassing van historische kostprijs beperkt tot de toelichting. Er is namelijk sprake van onzichtbare stille reserves. De historische kostprijs is niet geschikt voor gebruik als sturingsinformatie. Voor stakeholders van de corporatie is de historische kostprijs een transparant en qua mutaties relatief goed te volgen waarderingsgrondslag. Doordat stille reserves in de waardering niet zichtbaar zijn, is het inzicht in de verdiencapaciteit van de corporatie niet aanwezig. Ook is het werkelijk rendement De bedrijfswaarde is gebaseerd op de in- en uitgaande kasstromen die op een kasstroom genererende eenheid betrekking hebben. De kasstroomprognoses die aan de berekening ten grondslag liggen, vloeien voort uit het door de corporatie gevoerde beleid. Aan de hand van onder andere parameters (combinatie van corporatieparameters en sectorparameters) wordt de huidige waarde van de toekomstige kasstromen bepaald. De bedrijfswaarde wordt ook wel de beleidswaarde genoemd door de invloed van het corporatiebeleid op de uiteindelijke waarde. De bedrijfswaarde, zijnde de netto contante waarde van de toekomstige kaststromen van de exploitatie, wordt over de door de corporatie gekozen exploitatieperiode verplicht toegelicht in de jaarrekening. Beleidswijzigingen en transformatieacties kunnen tot relatieve grote schommelingen in het resultaat leiden. De bedrijfswaarde is beter dan de historische kostprijs geschikt voor gebruik als sturingsinformatie. Doordat deze waardering is gebaseerd op aannames over toekomstige kasstromen, is de begrijpelijkheid van deze grondslag lager dan die van historische kostprijs. Het is relatief lastig zelfstandig mutaties te analyseren door de complexiteit van het achterliggende rekenmodel en het feit dat de ook de effecten van het corporatiebeleid Waardering geschiedt door marktgegevens en/of door gebruikmaking van rekenmodellen. Beoogd wordt de reële waarde van het bezit te laten zien en inzicht te verschaffen in het rendement. Waardering tegen marktwaarde heeft ingrijpende gevolgen voor de jaarrekening. Meerdere posten in balans en resultatenrekening worden geraakt. Het resultaat bevat hoge ongerealiseerde herwaarderings-resultaten. Het resultaat is relatief volatiel door jaarlijkse waarde mutaties. Deze mutatie volgt de algemene ontwikkelingen op de vastgoedmarkt en sluit daardoor goed aan bij het beeld en gevoel van betrokkenen. De marktwaarde is geschikt voor gebruik als sturingsinformatie. Stakeholders hebben goed inzicht in de reële waarde van het vastgoed en het rendement van de corporatie, maar ook hier is sprake van (door externe deskundigen gevalideerde) aannames. Een goede toelichting is noodzakelijk om de mutaties te verklaren. De marktwaarde is geschikt om de vastgoedwaarde tussen corporaties onderling 14

15 15 Gevolgen bedrijfsvoering dat de corporatie realiseert ten opzichte van een geobjectiveerde marktnorm afwezig. Hierdoor wordt niet duidelijk wat de inefficiëntie van de corporatie is. De historische kostprijs is niet geschikt om de vastgoedwaarde tussen corporaties onderling te vergelijken. Door de eenvoud van de grondslag worden geen hoge eisen aan het kennisniveau en de capaciteit van de corporatie gesteld. Vanuit kostenperspectief is het derhalve een voordelige optie. hierin hun weerslag hebben. Als gevolg van de invloed van het corporatiebeleid op de bedrijfswaarde, is deze waarderingsgrondslag in mindere mate geschikt om de vastgoedwaarde tussen corporaties onderling te vergelijken. De complexiteit van de waarderingsgrondslag is hoger. Dit stelt hogere eisen aan de (kwaliteit van de) organisatie. Het corporatiebeleid wordt vertaald in de waarde van het vastgoed. te vergelijken. Waardering tegen marktwaarde is complex en stelt hoge eisen aan (de kwaliteit van) de organisatie. Waardering op marktwaarde is een relatief kostbare variant doordat (externe) deskundigheid vereist is (bijvoorbeeld voor het uitvoeren van taxaties). Voordeel is dat het inzicht in waardeontwikkeling en sturing aanwezig is en het mogelijk is om de maatschappelijke prestatie van de corporatie te laten zien. Bijzondere stakeholders De overheid Minister Blok stuurt aan op het verankeren van de marktwaarde in de wet voor de gehele sector. Dit vormt het uitgangspunt herzieningswet op moment van scheiding/splitsing. WSW CFV IVBN Het WSW baseert zit zich voor de bepaling van de faciliteringsvolume voornamelijk op (meerjaren) kasstroomprognoses, niet op de waarde van vastgoed. In de nieuwe risicomanagementsystematiek hanteert het WSW de bedrijfswaarde voor de toetsing van de kasstromen per kasstroom genererende eenheid en de marktwaarde (WOZ-waarde) voor onderpandsbepaling. Het CFV baseert maakt gebruik van de bedrijfswaarde als waarderingsgrondslag en normaliseert deze per corporatie met sectorparameters en specifieke correcties op waardering en verkopen. Het is denkbaar dat het CFV op termijn overgaat op de definitie zoals gewenst door de politiek, namelijk marktwaardering. De IVBN spreekt zich uit voor toepassing van de marktwaarde voor de waardering van vastgoed. 15

16 16 4 (HISTORISCHE) VERVAARDIGINGS- OF VERKRIJ GINGSPRIJ S 4.1 PRINCIPES VAN DE WAARDERING In deze paragraaf wordt ingegaan op de principes, aard en werking (techniek) van de waardering tegen verkrijgingsprijs c.q. kostprijs. De principes achter waardering tegen (historische) verkrijgingsprijs In bijlage I is een schema opgenomen dat weergeeft in welke gevallen de Raad voor de Jaarverslaggeving (hierna: RJ) het toestaat om een bepaalde waarderingsgrondslag toe te passen. Hierbij wordt het vastgoed van de corporatie ingedeeld in drie categorieën: Commercieel vastgoed (niet-daeb); Sociaal vastgoed dat als vastgoed belegging wordt aangehouden (DAEB); Sociaal vastgoed dat als bedrijfsmiddel wordt aangehouden (DAEB). Het onderscheid tussen sociaal en commercieel vastgoed wordt enerzijds bepaald door de huurprijs op VHE-niveau (in 2013 is deze grens 681,02) en anderzijds door de lijst met borgbare (DAEB) activiteiten uit de Europese beschikking (maatschappelijk vastgoed). Uit het schema in bijlage I blijkt dat de corporatie bij iedere vastgoedcategorie de keuze heeft om te kiezen voor waardering tegen historische kostprijs of actuele waarde, waarbij de uitwerking van het actuele waarde begrip voor iedere categorie wel anders is. Hierover later meer. Het principe achter waardering tegen historische kostprijs is dat de verkrijgingsprijs, eventueel afgewaardeerd naar een lagere bedrijfswaarde, in de balans wordt gepresenteerd. Vanaf het moment dat het activa op de balans opgenomen wordt, ook wel de activering genoemd, wordt er jaarlijks een deel van de waarde afgeschreven. De afschrijving vindt in gelijke delen (lineair) plaats gedurende de economische levensduur van het actief (veelal 50 jaar), tot de restwaarde wordt bereikt (grond). Jaarlijks wordt per kasstroom genererende eenheid bepaald of een (aanvullende) afwaarderingen naar bedrijfswaarde of wijziging van de exploitatieduur (en daarmee de afschrijvingen) noodzakelijk is. Bij waardering van het sociaal vastgoed en/of het commercieel vastgoed tegen historische kostprijs is een aantal aspecten van belang; verwerking van de kosten/uitgaven voor een materieel vast actief geschiedt in de balans (activeren van uitgaven/kosten) dan wel in de winst-en-verliesrekening; bijzondere waardering van verkopen onder voorwaarden; bijzondere waardeverminderingen; de levensduur; 16

17 17 bepaling van afschrijvingen wordt afgestemd op de verwachte toekomstige economische gebruiksduur, rekening houdend met een restwaarde en toepassing van de componentenbenadering. Bijzondere waardeverminderingen dienen te worden toegepast in het geval een kasstroom genererende eenheid een lagere realiseerbare waarde heeft. Voor het sociaal vastgoed als bedrijfsmiddel wordt de realiseerbare waarde bepaald aan de hand van de bedrijfswaarde. Voor het sociaal vastgoed als vastgoedbelegging en voor het commercieel vastgoed wordt de realiseerbare waarde getoetst aan de actuele waarde (directe opbrengstwaarde). Hierover meer in de volgende hoofdstukken. Het principe achter waardering tegen historische kostprijs is dat de verkrijgingsprijs, eventueel afgewaardeerd naar bedrijfswaarde, in de balans wordt gepresenteerd. Vanaf het moment van dat het activa op de balans opgenomen (activering), wordt er jaarlijks een deel van de verkrijgingsprijs afgeschreven. De afschrijving vindt in gelijke delen (lineair) plaats gedurende de economische levensduur van het actief (veelal 50 jaar), tot de restwaarde wordt bereikt. Jaarlijks wordt per kasstroom genererende eenheid bepaald of een (aanvullende) afwaardering naar bedrijfswaarde noodzakelijk is. Afschrijvingen vinden plaats aan de hand van de componentenbenadering. Componenten zijn belangrijke bestanddelen van een materieel vast actief die naar gebruiksduur of verwacht gebruikspatroon worden ingedeeld. In de praktijk worden doorgaans de volgende componenten onderscheiden: Grond: wordt niet op afgeschreven Erfpacht: conform de lengte van de afkoop Casco/ opstallen: afschrijving in 50 jaar Installaties: afschrijving in jaar Inrichting: afschrijving in jaar Onder bepaalde voorwaarden kan worden afgezien van de afschrijving aan de hand van de componentenmethode. Dit is het geval indien de financiële omvang (van de afschrijving) van een component, minder is dat 10% van het totaal van (de afschrijving) van het actief. In dat geval wordt het betreffende component boekhoudkundig onderdeel van de component casco en ook als zodanig afgeschreven. Grond en casco vormen te allen tijde afzonderlijke componenten. 17

18 GEVOLGEN VOOR DE J AARREKENING Behandeld worden de implicaties op de materiële vaste activa, het vermogen (incl. de reserves) en het resultaat. De volgende posten in de balans en resultatenrekening van de jaarrekening zijn betrokken bij de toepassing van de historische kostprijs als waarderingsgrondslag van materiële vaste activa: Materiële vaste activa Afschrijvingslasten Bijzondere waardeverminderingen (afwaarderingen naar lagere bedrijfswaarde) Na de activering van een materieel vast actief vinden de afschrijvingen en eventuele afwaarderingen rechtstreeks ten laste van het resultaat plaats. Afgezien van eventuele investeringen (zoals groot onderhoud) en afwaarderingen gedurende de looptijd, wordt jaarlijks hetzelfde bedrag afgeschreven tot het moment dat de restwaarde bereikt is. Investeringen worden in principe geactiveerd op de betreffende component van een kasstroom genererende eenheid. Vervolgens wordt op basis van de nieuwe waarde de jaarlijkse afschrijving bepaald (deze wordt hoger). Ook na een afwaardering naar lagere bedrijfswaarde, wordt opnieuw de jaarlijkse afschrijving bepaald (deze wordt lager). 4.3 GEVOLGEN VOOR STAKEHOLDERS De stakeholders zijn belangrijke gebruikers van de jaarrekening. Zij dienen in staat gesteld te worden een goed beeld te vormen over financiële positie van de corporatie. Aan een aantal belangrijke stakeholders zoals de overheid, het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (hierna WSW) en het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (hierna CFV) en de Vereniging van institutionele beleggers in vastgoed (hierna IVBN), wordt een separaat hoofdstuk gewijd. Voor overige gebruikers van de jaarrekening geldt dat waardering tegen historische kostprijs een methode is die eenvoudig te doorgronden is. Mutaties door de balans en resultatenrekening worden overzichtelijk uiteengezet in het mutatieoverzicht in de toelichting op de jaarrekening. Gebruikers hoeven geen gedegen financiële achtergrond te hebben om de jaarrekening (op dit vlak) te begrijpen. In dit verband is de waardering tegen historische kostprijs een transparante waarderingsgrondslag. Dit geldt echter niet voor de stakeholders die geïnteresseerd zijn in de actuele waarde van de materiële activa of actuele waarde mutaties. Zij ontlenen deze informatie niet aan de balans en resultatenrekening. 18

19 GEVOLGEN VOOR DE BEDRIJ FSVOERING Voor de werkorganisatie van een corporatie is de waardering tegen historische kostprijs een relatief eenvoudige (boekhoudkundige) waarderingsmethode. Hij is begrijpelijk, goed te volgen, legt relatief weinig beslag op de personele capaciteit en is daardoor kostenefficiënt. De in de sector beschikbare automatiseringssystemen ondersteunen deze grondslag adequaat. De waardering tegen historische kostprijs is een boekhoudkundig begrip. Er wordt, tenzij er een afwaardering naar lagere bedrijfswaarde plaatsvindt, op geen enkele wijze rekening gehouden worden met de onderliggende toekomstige kasstromen. Echter, door verslaggevingsregels (de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving) is het een vereiste een bedrijfswaarde te bepalen ten behoeve van de toetsing of afwaardering noodzakelijk is en de vermelding in de toelichting op de jaarrekening. De bedrijfswaarde zal dus, ook bij toepassing van de historische kostprijs als waarderingsgrondslag, bepaald moeten worden om de toetsing mogelijk te maken. 4.5 CONCLUSIE Er gaat een aantal voor- en nadelen gepaard met de verwerking tegen historische kostprijs. Deze worden in de onderstaande tabel kort uiteengezet. Waardering tegen historische kostprijs Voordelen Jaarlijkse impact op resultaat en vermogen is voorspelbaar en over het algemeen weinig volatiel Het gepresenteerde eigen vermogen is geheel gerealiseerd én toont geen toekomstige (ongerealiseerde) resultaten. Mutaties in de jaarrekening zijn eenvoudig te volgen, mede door het beperkt aantal betrokken jaarrekeningposten. Het systeem wordt hierdoor als relatief transparant ervaren. Complexiteit van de (boekhoudkundige) verwerking is laag. Dit is een voordeel voor zowel de interne organisatie (lage kans op verwerkingsfouten) en begrijpelijk voor gebruikers van de jaarrekening. Eventuele waardeverminderingen naar lagere actuele (bedrijfs)waarde als gevolg van impairments, maken de verwerking complexer. De verantwoordingsinformatie (jaarrekening) komt overeen met de boekhoudkundige informatie Het is mogelijk alle vastgoedcategorieën (commercieel en sociaal vastgoed) tegen dezelfde grondslag te waarderen. Nadelen Wijziging eigen beleid kan (beperkt) invloed hebben op de waardering, bijvoorbeeld door het verlengen of verkorten van de resterende exploitatieduur Het eigen vermogen geeft geen inzicht in de verdiencapaciteit van het vastgoed door de aanwezigheid van verborgen stille reserves 19

20 20 Waardering tegen historische kostprijs Vervolg nadelen De bruikbaarheid van de informatie als sturingsinformatie is beperkt Geeft na het moment van verkrijging geen inzicht in de reële waarde (ontwikkeling) van het bezit (Toekomstige) kasstromen vormen geen onderdeel van de waardebepaling Een toelichting van de bedrijfswaarde blijft ook bij waardering tegen historische kostprijs verplicht Concluderend kan worden gesteld dat het grote voordeel van historische kostprijs is, dat de verantwoordingsinformatie aansluit op de interne administratie. Het is immers vooral een boekhoudkundige waardebepaling. Het nadeel dat hiermee gepaard gaat is dat de historische kostprijs minder geschikt is als sturingsinformatie voor het management c.q. verantwoording richting externen en geen inzicht geeft in de reële waarde van het vastgoed. De stille reserve wordt niet zichtbaar gemaakt. 20

21 21 5 BEDRIJ F SWAARDE 5.1 PRINCIPES VAN DE WAARDERING Voor sociaal vastgoed dat door de corporatie aangemerkt wordt als bedrijfsmiddel, mag (naast de historische kostprijs) ook voor toepassing van de bedrijfswaarde gekozen worden. Hiermee wordt invulling gegeven worden aan het actuele waarde begrip voor deze vastgoedcategorie. Het principe achter de bedrijfswaarde is deze de netto waarde vertegenwoordigt van alle uit de bedrijfsvoering afkomstige kosten en opbrengsten, die met een kasstroom genererende eenheid samenhangen. De bedrijfswaarde wordt bepaald aan de hand van toekomstige kasstromen die aan de hand van door het WSW voorgeschreven sectorparameters contant gemaakt worden. Met contant maken wordt bedoeld dat de huidige waarde van toekomstige kasstromen wordt berekend. De geprognotiseerde toekomstige inkomende en uitgaande kasstromen zijn in hoge mate afhankelijk van het corporatiebeleid en relevante (markt)parameters. De bedrijfswaarde wordt daarom ook wel de beleidswaarde genoemd vanwege de invloed van het beleid van een corporatie op de uitkomst van het waarderingsmodel. Zaken als de vastgoedstrategie, de meerjarenonderhouds-begroting en het huurprijsbeleid zijn beleidsuitingen die hun weerslag hebben in de bedrijfswaardeberekening. Dit betekent dat de corporatie invloed heeft op de mutatie van het vermogen en/of resultaat van een bepaald jaar. Dit kan voor zover de geldende richtlijnen dit toestaan. Zo wordt in de richtlijnen bepaald dat woningverkopen maximaal vijf jaar in de toekomstige kasstromen meegerekend mogen worden. De sectorparameters die voor het laatst op 1 juli 2012 door het WSW vastgesteld zijn en zo door corporaties in de bedrijfswaardeberekening van de jaarrekening 2012 werden doorgevoerd, zijn; Stijgingsindex jaarlijkse huurstijging 1 juli conform corporatiebeleid voor jaar 1-5: corporatiebeleid vanaf jaar 6: 2% Overige variabele lasten en onderhoud voor jaar 1-5: corporatiebeleid vanaf jaar 6: 3% Discontering disconteringspercentage: 5,25% Inflatie vanaf jaar 6: evenwichtsinflatie van 2% 21

22 22 Naast de sectorparameters zijn de volgende kasstromen en parameters relevant bij de berekening van de bedrijfswaarde: Huuropbrengsten; Verkoopopbrengsten; Onderhoudslasten; Overige exploitatielasten; Levensduur; Restwaarde grond; Disconteringspercentage; Indeling in kasstroom genererende eenheden Huuropbrengsten De ingerekende huuropbrengsten zijn gebaseerd op de lopende huurcontracten op balansdatum. Voor huurwoningen die muteren, wordt de streefhuur gehanteerd vanaf het moment van de nieuwe verhuring. Voor de huurstijging en huurharmonisatie wordt er onderscheid gemaakt tussen de eerste vijf jaar en de periode daarna. In de eerste vijf jaar worden huurstijging ingerekend vanuit het eigen (streefhuur)beleid van de corporatie en binnen het vigerende wettelijk kader. De huurstijging omvat inflatie, huurharmonisatie bij mutatie (gebaseerd op een realistische schatting van de mutatiegraad en de marktomstandigheden) en huurharmonisatie bij zittende huurders; In de periode vanaf jaar 6 gaat het om de huurstijging conform de sectorparameters (evenwichtsniveau inflatie). Verkoopopbrengsten Verkoopopbrengsten worden ingerekend op basis van een geformaliseerd verkoopplan en indien de verkoop van de geselecteerde objecten juridisch mogelijk is. De geschatte verkoopopbrengsten worden voor een periode van maximaal vijf jaar in de bedrijfswaardeberekening betrokken. Het geschatte moment van verkoop is mede gebaseerd op een realistische schatting van de mutatiegraad en de marktomstandigheden. De verwachte opbrengstwaarde is gebaseerd op een actuele biedprijs, dan wel de prijs van de meest recente transactie. Onderhoudslasten Onderhoudslasten dienen op basis van de onderhoudsbegroting (inclusief de contractuele onderhoudsverplichtingen) ingerekend te worden. Verbeteringen dienen niet als onderhoudslasten meegenomen te worden bij de bedrijfswaardeberekening. Verbeteringen worden in beginsel geactiveerd vanaf het moment dat de investering is gerealiseerd. De in te rekenen onderhoudskostenstijging is gelijk aan de inflatie voor bouwkostenontwikkeling zoals aangegeven in de door de sectorparameters. De in te rekenen onderhoudslasten zijn een onderdeel van de bedrijfswaardeberekening die de uitkomst van de bedrijfswaardeberekening significant kan beïnvloeden. 22

CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING

CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Onroerende zaken in exploitatie, bestemd voor verkoop Bij het bepalen van de bedrijfswaarde van voor verkoop bestemde huurwoningen verwijst de richtlijn voor woningcorporaties (RJ 645) naar de richtlijn

Nadere informatie

Lokaal woonbeleid. Woningwet en Huisvestingswet

Lokaal woonbeleid. Woningwet en Huisvestingswet Lokaal woonbeleid Woningwet en Huisvestingswet Wens van de Haagse politiek : meer grip op de corporaties Toezicht op corporaties: volkshuisvestelijk en financieel Minder commerciële activiteiten Versterking

Nadere informatie

De waarde van marktwaarde

De waarde van marktwaarde De waarde van marktwaarde Een nieuwe uitdaging voor de (meeste) corporaties 27 mei 2015 Maria Molenaar Voorzitter RvB Woonstad Rotterdam Bestuurslid Aedes Inhoud Aanleiding: de nieuwe woningwet De corporatiesector

Nadere informatie

Knelpuntenanalyse Novelle en BTIV 2015

Knelpuntenanalyse Novelle en BTIV 2015 Knelpuntenanalyse Novelle en BTIV 2015 Frank Vermeij Augustus 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Aanpak... 3 3 Juridische scheiding... 3 3.1 Aannames... 3 3.2 Resultaten... 4 4 Administratieve scheiding...

Nadere informatie

Bijlage 1: Beschrijving berekening beleidwaarde

Bijlage 1: Beschrijving berekening beleidwaarde Bijlage 1: Beschrijving berekening beleidwaarde De beleidswaarde wordt bepaald door op vier aspecten aanpassingen door te voeren in de uitgangspunten van de DCF berekening van de marktwaarde. De (lagere)

Nadere informatie

Activiteiten Beter Wonen in ALMELO

Activiteiten Beter Wonen in ALMELO Bijlage 3 Financiële paragraaf Beter Wonen Het bod in aantallen In onderstaande tabellen wordt de inhoud van het bod van Beter Wonen, zoals hiervoor is verwoord, concreet gemaakt in meetbare grootheden

Nadere informatie

MEMO HERZIENING WONINGWET

MEMO HERZIENING WONINGWET MEMO HERZIENING WONINGWET Nieuwe corporatiebestel van kracht op 1 juli 2015 Op 17 maart 2015 heeft de Eerste Kamer unaniem ingestemd met de gewijzigde Woningwet 1 die tot doel heeft het functioneren van

Nadere informatie

Bijlage 2: Financiële paragraaf. Het bod in aantallen

Bijlage 2: Financiële paragraaf. Het bod in aantallen Bijlage 2: Financiële paragraaf Het bod in aantallen In onderstaande tabellen wordt de inhoud van het bod van Beter Wonen, zoals hiervoor is verwoord, concreet gemaakt in meetbare grootheden zoals aantallen

Nadere informatie

Dit document maakt gebruik van bladwijzers.

Dit document maakt gebruik van bladwijzers. Dit document maakt gebruik van bladwijzers. NBA Alert 41 6 december 2016 Status NBA Alert Deze publicatie, die tot stand is gekomen onder verantwoordelijkheid van de NBA, beoogt registeraccountants en

Nadere informatie

VASTGOEDSTURING OP COMPLEXNIVEAU

VASTGOEDSTURING OP COMPLEXNIVEAU VASTGOEDSTURING OP COMPLEXNIVEAU INLEIDING In onze voorgaande blog hebben we verschillende gangbare waarderingsmethoden toegelicht: de historische kostprijs, de bedrijfswaarde en de marktwaarde. Dit deden

Nadere informatie

Hoofdlijnen van de concept-novelle

Hoofdlijnen van de concept-novelle Hoofdlijnen van de concept-novelle 21 februari 2014 De concept-novelle zit nu in een consultatieronde (tot 4 maart 2014). Een aantal partijen waaronder Aedes is in de gelegenheid gesteld om te reageren.

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen op het gebied van de volkshuisvesting. Raadscommisie Ruimte en Vastgoed 24 maart 2015 Gabrielle van Asseldonk

Recente ontwikkelingen op het gebied van de volkshuisvesting. Raadscommisie Ruimte en Vastgoed 24 maart 2015 Gabrielle van Asseldonk Recente ontwikkelingen op het gebied van de volkshuisvesting Raadscommisie Ruimte en Vastgoed 24 maart 2015 Gabrielle van Asseldonk Programma Recente ontwikkelingen op het gebied van de volkshuisvesting:

Nadere informatie

B&W Vergadering. B&W Vergadering 1 november 2016

B&W Vergadering. B&W Vergadering 1 november 2016 2.1.9 Zienswijzen splitsingsvoorstel DAEB niet-daeb Wonen Zuid WoonGoed enz 1 Dossier 949 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 949 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 1 november 2016 Agendapunt 2.1.9

Nadere informatie

Q&A Handboek Marktwaardering

Q&A Handboek Marktwaardering Q&A Handboek Marktwaardering Jaarrekening... 1 Oppervlakte... 1 Complex... 2 Splitsing daeb/niet daeb... 2 Model BOG/MOG... 2 Model parkeren... 2 Objectgegevens... 3 Mutatiekans... 3 Eindwaarde... 4 Contante

Nadere informatie

Titel Datum. Q&A beleidswaarde 18 september 2018 Pagina 1/7. Q&A Beleidswaarde

Titel Datum. Q&A beleidswaarde 18 september 2018 Pagina 1/7. Q&A Beleidswaarde Pagina 1/7 Q&A Beleidswaarde Pagina 2/7 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 2 ALGEMEEN BELEIDSWAARDE / MARKTWAARDE... 4 2.1 MOET DE MARKTWAARDE FULL OF BASISVERSIE ALS STARTPUNT WORDEN GEHANTEERD?... 4 2.2

Nadere informatie

Betreft: Commentaar RJ-Uiting 2010-3: Herziene ontwerp-richtlijn 645 Toegelaten instellingen volkshuisvesting

Betreft: Commentaar RJ-Uiting 2010-3: Herziene ontwerp-richtlijn 645 Toegelaten instellingen volkshuisvesting RJ-Comm. 1147 Raad voor de Jaarverslaggeving Per e-mail (rj@rjnet.nl) Raad voor de Jaarverslaggeving Antonio Vivaldistraat 2-8 1083 HP AMSTERDAM Rotterdam, 1 december 2010 Betreft: Commentaar RJ-Uiting

Nadere informatie

Domein en financiering

Domein en financiering Congres 19-04-2011 Domein en financiering 1. Keuzes voor de toekomst De komende periode worden besluiten genomen die cruciaal zijn voor de toekomst van corporaties. De Europese Beschikking en de daaruit

Nadere informatie

Notitie software Mei 2007

Notitie software Mei 2007 Notitie software Mei 2007 2 1 Inleiding 1.1 Algemeen De taak van de commissie Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (hierna: BBV) is om een eenduidige toepassing van het BBV te bevorderen.

Nadere informatie

TOELICHTING BESLISBOOM

TOELICHTING BESLISBOOM TOELICHTING BESLISBOOM De beslisboom is bedoeld als hulpmiddel bij het maken van de keuze tussen administratief of juridisch scheiden. Ook gaat de beslisboom in op de mogelijkheid van vrijstelling van

Nadere informatie

Zie Bijlage 1: Voorbeeld teksten en tabellen voor bestuursverslag 2018, onderdeel beleidswaarde ter illustratie.

Zie Bijlage 1: Voorbeeld teksten en tabellen voor bestuursverslag 2018, onderdeel beleidswaarde ter illustratie. HANDREIKING VERWERKING BELEIDSWAARDE IN HET JAARVERSLAG 2018 VAN WONINGCORPORATIES Inleiding In de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving heeft Richtlijn 645 betrekking op de jaarverslaggeving van Toegelaten

Nadere informatie

Wijziging waardering vastgoed in het MKB. Per boekjaar 2016

Wijziging waardering vastgoed in het MKB. Per boekjaar 2016 Wijziging waardering vastgoed in het MKB Per boekjaar 2016 2017 Koninklijke NBA Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in

Nadere informatie

Strategisch scheiden of splitsen DAEB / niet-daeb. Bram Klouwen en Bert van t Land Companen

Strategisch scheiden of splitsen DAEB / niet-daeb. Bram Klouwen en Bert van t Land Companen Strategisch scheiden of splitsen DAEB / niet-daeb Bram Klouwen en Bert van t Land Companen Agenda Inleiding Achtergrond scheiden / splitsen Juridische verankering Plan maken Strategische afweging portfolio

Nadere informatie

Woningwet Tekst en uitleg voor huurdersorganisaties. Tweede druk, februari 2016

Woningwet Tekst en uitleg voor huurdersorganisaties. Tweede druk, februari 2016 Woningwet 2015 Tekst en uitleg voor huurdersorganisaties Tweede druk, februari 2016 WONINGWET 2015 Tweede druk, februari 2016 2016 Nederlandse Woonbond Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

1. Vastgoedwaardering en de mkbaccountant

1. Vastgoedwaardering en de mkbaccountant 1. Vastgoedwaardering en de mkbaccountant Doelstelling onderzoek: aangeven van concrete handvatten voor de mkb-accountant die bij samenstelopdracht of advisering te maken krijgt met de waardering van vastgoed

Nadere informatie

Ver van huis? 26 maart 2015. Pieter Schut Notaris vastgoed

Ver van huis? 26 maart 2015. Pieter Schut Notaris vastgoed Ver van huis? 26 maart 2015 Pieter Schut Notaris vastgoed Ver van huis Parlementaire enquête Woningcorporaties Commissie van Vliet: "Het was een giftige cocktail van overambitieuze directeuren, falend

Nadere informatie

Kennisavond Woningwet. 28 April 2015

Kennisavond Woningwet. 28 April 2015 Kennisavond Woningwet 28 April 2015 Agenda 1 Actualiteit 2 Werkgebied en toezicht 3 Huurbeleid en prestatieafspraken 4 Scheiding DAEB en niet-daeb 5 Aandachtspunten implementatie 2 Hoofdpunten Woningmarktgebieden

Nadere informatie

Waardering vastgoed woningstichting Icarus

Waardering vastgoed woningstichting Icarus woningstichting Icarus Dit is een voorbeeld; één wijze van benadering van vastgoedwaardering. Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Waardering van onroerende zaken 3 3 AEDEX/IPD vastgoedindex 4 4 Investeringsseclectie

Nadere informatie

Advies commissie De commissie heeft mij geadviseerd om de gemeente Zoetermeer in het ongelijk te stellen.

Advies commissie De commissie heeft mij geadviseerd om de gemeente Zoetermeer in het ongelijk te stellen. www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Kenmerk Uw kenmerk Datum 9 maart 2017 Betreft Bindende uitspraak inzake geschil over de totstandkoming van prestatieafspraken Bij brief,

Nadere informatie

VOORBEELD. Woningwet 2015. Tekst en uitleg voor huurdersorganisaties. Eerste druk, mei 2015

VOORBEELD. Woningwet 2015. Tekst en uitleg voor huurdersorganisaties. Eerste druk, mei 2015 Woningwet 2015 Tekst en uitleg voor huurdersorganisaties Eerste druk, mei 2015 WONINGWET 2015 Eerste druk, mei 2015 2015 Nederlandse Woonbond Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Woningwet woningcorporaties en gemeenten. Informatie voor gemeenten. de piketpalen gaan nu de grond in

Woningwet woningcorporaties en gemeenten. Informatie voor gemeenten. de piketpalen gaan nu de grond in Woningwet 2015 woningcorporaties en gemeenten Informatie voor gemeenten de piketpalen gaan nu de grond in drs. ad hereijgers april 2016 drs. ton streppel 1 Inhoud informatie over gemeente en Woningwet

Nadere informatie

Overzicht Novelle Herzieningswet

Overzicht Novelle Herzieningswet Overzicht Novelle Herzieningswet Aanleiding De takendiscussie: welke bedrijfsfilosofie en welk takenpakket horen bij een corporatie? Richt men zich alleen op de woning of ook op de woonomgeving? Wat mag

Nadere informatie

VERDIEPING BUSINESS RISK - UITLEG 24 BUSINESS RISK VRAGEN

VERDIEPING BUSINESS RISK - UITLEG 24 BUSINESS RISK VRAGEN VERDIEPING BUSINESS RISK - UITLEG 24 BUSINESS RISK VRAGEN 1 Meer informatie over de Risks? Deze presentatie biedt een structuur ter ondersteuning van de leesbaarheid van de uitwerking van de business risk

Nadere informatie

Uit de beleidsvisie maakt de AFM op dat vier modellen voor de inrichting van de corporatie te onderscheiden zijn. Dit zijn:

Uit de beleidsvisie maakt de AFM op dat vier modellen voor de inrichting van de corporatie te onderscheiden zijn. Dit zijn: Ministerie van VROM t.a.v. dr. P. Winsemius Postbus 20951 2500 EZ DEN HAAG Datum 22 januari 2007 Uw kenmerk DB02006310723 Betreft Advies inzake (financieel) toezicht op activiteiten met en zonder staatssteun

Nadere informatie

Woningcorporaties en gemeenten. Samenwerking in het licht van de Borg April 2014

Woningcorporaties en gemeenten. Samenwerking in het licht van de Borg April 2014 Woningcorporaties en gemeenten Samenwerking in het licht van de Borg April 2014 WSW en het borgstelsel Statutair: Het doel van de stichting is te bevorderen dat toegelaten instellingen geld kunnen lenen

Nadere informatie

Beoordeling jaarrekening van een woningcorporatie versus WSW en CFV

Beoordeling jaarrekening van een woningcorporatie versus WSW en CFV Beoordeling jaarrekening van een woningcorporatie versus WSW en CFV FAMO, Den Haag Wim Pijffers, Senior Manager BDO Consultants B.V. 23 april 2015 Uw gesprekspartner Wim Pijffers Senior Manager Treasury

Nadere informatie

HOOFDPUNTEN IMPLEMENTATIE WONINGWET

HOOFDPUNTEN IMPLEMENTATIE WONINGWET HOOFDPUNTEN IMPLEMENTATIE WONINGWET DAEB portefeuille Niet-DAEB portefeuille DE GEHELE ORGANISATIE KRIJGT TE MAKEN MET DE WONINGWET RvT Bestuur Strategie en beleid Vastgoed Financiën en control Wonen -

Nadere informatie

Samenvatting Novelle 1. De versterking van de rol van de gemeente

Samenvatting Novelle 1. De versterking van de rol van de gemeente Samenvatting Novelle Op 5 juli 2012 is het wetsvoorstel Herzieningswet, een wijziging van de Woningwet, aangenomen door de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel ligt nu bij de Eerste Kamer. Nadien is het kabinet

Nadere informatie

Visie WSW op aflossingsplicht leningen Daeb aan niet-daeb

Visie WSW op aflossingsplicht leningen Daeb aan niet-daeb Visie WSW op aflossingsplicht leningen Daeb aan niet-daeb September 2014 Bij administratieve scheiding gaat het om interne boekhoudkundige leningen. Bij juridische scheiding betreft het leningen van de

Nadere informatie

Hoofdlijnen van de concept-novelle

Hoofdlijnen van de concept-novelle Hoofdlijnen van de concept-novelle De concept-novelle zit nu in een consultatieronde (tot 4 maart 2014). Een aantal partijen waaronder Aedes is in de gelegenheid gesteld om te reageren. Daarbij maken we

Nadere informatie

VERDIEPING FINANCIAL RISK - UITLEG EN BEREKENING FINANCIËLE RATIO S

VERDIEPING FINANCIAL RISK - UITLEG EN BEREKENING FINANCIËLE RATIO S VERDIEPING FINANCIAL RISK - UITLEG EN BEREKENING FINANCIËLE RATIO S 1 Risico Beoordelingsmodel WSW Risico Management Model WSW baseert zijn risicobeoordeling op het bedrijfsmodel van een corporatie WSW

Nadere informatie

De volkshuisvestelijke gevolgen van de DAEB-splitsing

De volkshuisvestelijke gevolgen van de DAEB-splitsing De volkshuisvestelijke gevolgen van de DAEB-splitsing Hanjo Lagas, directeur Atrivé Het middensegment in de huursector VOGON studiemiddag, 14 september 2011 Visie Europa In 2007 klacht IVBN in 2007 (belangenvereniging

Nadere informatie

Financiering van de corporatiesector na de novelle. René Goorden

Financiering van de corporatiesector na de novelle. René Goorden René Goorden Oktober 2014 Novelle? een prozaverhaal dat wat de omvang betreft tussen de roman en het korte verhaal geplaatst wordt. De lengte is typisch tussen de 50 en 100 pagina's, maar hierover bestaat

Nadere informatie

AEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN. Jaarverslag 2011 25 april 2012

AEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN. Jaarverslag 2011 25 april 2012 AEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN Jaarverslag 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina JAARVERSLAG 1 Opdracht 2 2 Algemeen 3 3 Resultaat 4 4 Financiële positie 5 5 Directieverslag 6 JAARREKENING 1 Balans per 31 december

Nadere informatie

Gevolgen van Woningwet en Regeerakkoord voor het lokale speelveld

Gevolgen van Woningwet en Regeerakkoord voor het lokale speelveld Gevolgen van Woningwet en Regeerakkoord voor het lokale speelveld Futuraplatform - vrijdag 16 november 2012 Leo Gerrichhauzen Gerrichhauzen en Partners 2012 Van verzelfstandiging naar publieke sturing

Nadere informatie

NBA Alert 30. Jaarrekeningcontrole woningcorporaties 2012

NBA Alert 30. Jaarrekeningcontrole woningcorporaties 2012 NBA Alert 30 Jaarrekeningcontrole woningcorporaties 2012 April 2013 Status NBA Alert Deze publicatie, die tot stand is gekomen onder verantwoordelijkheid van de NBA, beoogt registeraccountants en accountants-administratieconsulenten

Nadere informatie

INVESTERINGSSTATUUT WOONSTICHTING SSW

INVESTERINGSSTATUUT WOONSTICHTING SSW INVESTERINGSSTATUUT WOONSTICHTING SSW Vastgesteld: 23 november 2016 INVESTERINGSSTATUUT WOONSTICHTING SSW 1. Inleiding De Governancecode Woningcorporaties 2015 beveelt aan dat woningcorporaties beschikken

Nadere informatie

Samenvatting herziene Woningwet

Samenvatting herziene Woningwet Samenvatting herziene Woningwet 1. Algemeen De Tweede Kamer stemde op 5 juli unaniem in met de herziening van de Woningwet. In het najaar van 2012 wordt het wetsvoorstel door de Eerste Kamer besproken.

Nadere informatie

Risicobeheersing en achtervang September / oktober 2014. Erik Terheggen

Risicobeheersing en achtervang September / oktober 2014. Erik Terheggen Risicobeheersing en achtervang September / oktober 2014 Erik Terheggen 1. WSW in cijfers 1983 Borginstituut opgericht in 1983 De WSW-borging geldt voor nieuwbouw en renovatie van sociale woningen en maatschappelijk

Nadere informatie

Jaarrekening 2015 Stichting Oevernet

Jaarrekening 2015 Stichting Oevernet Jaarrekening 2015 Stichting Oevernet Inhoud 1 Bestuursverslag 3 1.1 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 4 2 Jaarrekening 2.1 Balans per 31 december 2015 6 2.2 Staat van baten en lasten over

Nadere informatie

RJ-Uiting 2010-1: 'Ontwerp-Richtlijn 645 Toegelaten instellingen volkshuisvesting

RJ-Uiting 2010-1: 'Ontwerp-Richtlijn 645 Toegelaten instellingen volkshuisvesting RJ-Uiting 2010-1: 'Ontwerp-Richtlijn 645 Toegelaten instellingen volkshuisvesting Inleiding RJ-Uiting 2010-1 bevat ontwerp-richtlijn 645 Toegelaten instellingen volkshuisvesting. De Raad voor de Jaarverslaggeving

Nadere informatie

2014 VERBINDINGENSTATUUT

2014 VERBINDINGENSTATUUT 2014 VERBINDINGENSTATUUT 1. Inleiding 1.1 Algemeen 1.1.1. In het verbindingenstatuut is het toetsingskader vastgelegd dat door Woningstichting St. Joseph (hierna: de woningstichting) wordt gehanteerd bij

Nadere informatie

De invulling van de actuele waarde bij woningcorporaties

De invulling van de actuele waarde bij woningcorporaties De invulling van de actuele waarde bij woningcorporaties Notitie ten behoeve van de Raad voor de Jaarverslaggeving namens de delegatie van gebruikers van de werkgroep Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting

Nadere informatie

RJ-Uiting : Actuele kostprijs

RJ-Uiting : Actuele kostprijs RJ-Uiting 2016-11: Actuele kostprijs Algemeen Op 9 oktober 2015 is de Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening (wetsvoorstel 34 176) in het Staatsblad gepubliceerd (Staatsblad 2015, nr. 349). Deze Uitvoeringswet

Nadere informatie

Notitie over het scheidings- en splitsingsvoorstel

Notitie over het scheidings- en splitsingsvoorstel Notitie over het scheidings- en splitsingsvoorstel Scheidings- en splitsingsvoorstel van woningcorporaties Stek (incl. Warmunda) en Vooruitgang In september 2016 is een scheidings- en splitsingsvoorstel

Nadere informatie

HOOFDPUNTEN ONTWERP BESLUIT TOEGELATEN INSTELLINGEN VOLKSHUISVESTING 2015 (BTIV) Ontwerp AMvB bij de herziene Woningwet

HOOFDPUNTEN ONTWERP BESLUIT TOEGELATEN INSTELLINGEN VOLKSHUISVESTING 2015 (BTIV) Ontwerp AMvB bij de herziene Woningwet HOOFDPUNTEN ONTWERP BESLUIT TOEGELATEN INSTELLINGEN VOLKSHUISVESTING 2015 (BTIV) Ontwerp AMvB bij de herziene Woningwet DAEB portefeuille Niet-DAEB portefeuille HOOFDPUNTEN BESLUIT TOEGELATEN INSTELLINGEN

Nadere informatie

1 De woningcorporatie in een nieuwe werkelijkheid; van regels tot uitvoering 1

1 De woningcorporatie in een nieuwe werkelijkheid; van regels tot uitvoering 1 Inhoud Voorwoord V 1 De woningcorporatie in een nieuwe werkelijkheid; van regels tot uitvoering 1 2 Bouwen of verwerven 11 2.1 Algemeen 11 2.2 DAEB 11 2.3 Niet-DAEB 13 2.4 Grondposities 14 3 Financieren

Nadere informatie

Samenvatting Novelle Blok

Samenvatting Novelle Blok Samenvatting Novelle Blok Woningbouwcorporaties moeten weer dienstbaar worden aan het publieke belang in hun werkgebied. Hun taak brengen we terug tot het bouwen, verhuren en beheren van sociale huurwoningen

Nadere informatie

Financieel verslag Stichting Waga Winschoten. Fin verslag Stichting Waga 2018.xlsx

Financieel verslag Stichting Waga Winschoten. Fin verslag Stichting Waga 2018.xlsx Financieel verslag 2018 Stichting Waga Winschoten Pagina 1 Inhoud Jaarrekening 2 Balans per 31 december 2017 3 Staat van baten en lasten 2017 4 Toelichting op de balans en de staat van baten en lasten

Nadere informatie

Investeringsstatuut Stichting Wonen Zuid. Werk in uitvoering

Investeringsstatuut Stichting Wonen Zuid. Werk in uitvoering Investeringsstatuut Stichting Wonen Zuid Werk in uitvoering Vastgesteld door de Bestuurder op 17-06-2014 Goedgekeurd door de Raad van Commissarissen op 26-03-2015 INHOUD INVESTERINGSSTATUUT INLEIDING...

Nadere informatie

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit Aan de slag met de Normatieve Huisvestingscomponent Interim-management en advies Op 1 januari 2012 is de normatieve huisvestingscomponent AWBZ (hierna: NHC) ingevoerd. Uw instelling moet mogelijk in de

Nadere informatie

IMPLEMENTATIEPLAN HERZIENE WONINGWET (NOVELLE)

IMPLEMENTATIEPLAN HERZIENE WONINGWET (NOVELLE) IMPLEMENTATIEPLAN HERZIENE WONINGWET (NOVELLE) DAEB portefeuille portefeuille HOOFDLIJNEN IMPLEMENTATIE HERZIENE WONINGWET Bepalen strategie 1. Richting kiezen Uitvoeren scheiding 2. Uitwerken administratieve/juridische

Nadere informatie

Waardering van vastgoedbeleggingen in de balans, ofwel: hoe goed wilt u zich voordoen? :25

Waardering van vastgoedbeleggingen in de balans, ofwel: hoe goed wilt u zich voordoen? :25 Waardering van vastgoedbeleggingen in de balans, ofwel: hoe goed wilt u zich voordoen? 11-09-2018 07:25 Een vennootschap die bij het waarderen van een vastgoedbelegging een keuze maakt uit drie waarderingsstelsels

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Samenvatting CFV 2009 Corporatie in Perspectief L2108 Eindhoven Samenvatting Corporatie in Perspectief Ter introductie In toenemende mate is er behoefte om met behulp van kengetallen inzicht te krijgen

Nadere informatie

Jaarrekening 2014. Stichting Oevernet

Jaarrekening 2014. Stichting Oevernet Jaarrekening 2014 Stichting Oevernet 1.0 Inhoud 1 Inhoud 2 2 Jaarrekening 2.1 Bestuursverslag 3 2.2 Grondslagen 4 2.3 Balans per 31 december 6 2.4 Staat van Baten en Lasten 7 2.5 Toelichting Financiële

Nadere informatie

RJ-Uiting : Actuele kostprijs

RJ-Uiting : Actuele kostprijs RJ-Uiting 2017-2: Actuele kostprijs Algemeen Met RJ-Uiting 2016-11 Actuele kostprijs heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) enige wijzigingen voorgesteld om nadere duiding te geven over het begrip

Nadere informatie

Woningwet op weg: Tussen droom en daad. - Alles wat u wilde weten - 30 september 2015 Simone Kramer BZK Han Dirks BZK

Woningwet op weg: Tussen droom en daad. - Alles wat u wilde weten - 30 september 2015 Simone Kramer BZK Han Dirks BZK Woningwet op weg: Tussen droom en daad - Alles wat u wilde weten - 30 september 2015 Simone Kramer BZK Han Dirks BZK Programma Betekenis van de wet Werkdomein en governance Prestatieafspraken, gemeenten

Nadere informatie

Herziening Woningwet:

Herziening Woningwet: Herziening Woningwet: Inleiding en de rol van de gemeente 28 mei 2015 Chantal van Mil Advocaat Programma 8:30-9:00 Inleiding, prestatieafspraken en rol gemeenten, mr. Chantal van Mil 9:00-9:30 Rol huurdersorganisaties,

Nadere informatie

Finquiddity Vermogensbeheer B.V., Hilversum Nummer kamer van koophandel: Gegenereerd op 10:40 25 mei 2016

Finquiddity Vermogensbeheer B.V., Hilversum Nummer kamer van koophandel: Gegenereerd op 10:40 25 mei 2016 31/12/2015 31/12/2014 Balans Balans voor of na resultaatbestemming Na Activa Vaste activa Materiële vaste activa 2.130 13.323 Vaste activa 2.130 13.323 Vlottende activa Vorderingen 781.596 683.707 Liquide

Nadere informatie

Financieel verslag Stichting De Nijensteen, Heerde

Financieel verslag Stichting De Nijensteen, Heerde Financieel verslag 2015 Stichting De Nijensteen, Heerde Inhoud Jaarrekening 3 Balans per 31 december 2015 (na voorgestelde resultaatbestemming) 4 Staat van baten en lasten over 2015 5 Grondslagen van waardering

Nadere informatie

FFEGBE0231 -- Jaarverslaggeving -- Hoofdstuk 6. Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Hoofdstuk 6. Financiële vaste activa Vaste activa

FFEGBE0231 -- Jaarverslaggeving -- Hoofdstuk 6. Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Hoofdstuk 6. Financiële vaste activa Vaste activa Inhoud hoofdstuk 6 Indeling en vorm van de balans Jaarverslaggeving Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Hoofdstuk 6 Financiële vaste activa Vaste activa 1 2 Indeling van de balans Mutatieoverzichten

Nadere informatie

Investerings- en financieel statuut

Investerings- en financieel statuut Investerings- en financieel statuut Inleiding Het belang van financiële sturing is in de afgelopen jaren toegenomen. Wijzigingen in de wettelijke regels, waaronder de scheiding van DAEB en niet-daeb activiteiten

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Bibliotheek Krimpenerwaard

Jaarrekening Stichting Bibliotheek Krimpenerwaard Jaarrekening 215 Schoonhoven, mei 216 Inhoudsopgave Bladzijde JAARREKENING Balans 31 december 215 Staat van baten en lasten 215 1 2 3 Opgesteld door ProBiblio Financiële Diensten Bibliotheken Kenmerk:

Nadere informatie

Stichting Healthcare Christian Fellowship International Centre, Voorthuizen

Stichting Healthcare Christian Fellowship International Centre, Voorthuizen Balans per 31 december 2017 Na resultaatbestemming ACTIVA VASTE ACTIVA Materiële vaste activa 31 december 2017 Onroerende zaken 261.849 271.523 Inventaris 359 571 Vervoermiddelen 8.925 - Financiële vaste

Nadere informatie

Stichting Futura Impact Europadossier t.b.v. toezichthouders

Stichting Futura Impact Europadossier t.b.v. toezichthouders Sectorgroep Woningcorporaties Stichting Futura Impact Europadossier t.b.v. toezichthouders PwC Agenda Waar gaat het om? Financiële gevolgen Onderwerpen voor nadere uitwerking Conclusies Slide 2 Waar gaat

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Beheer Onroerend Goed Seinpost Slinge. Verslagperiode 1 januari december 2016

Jaarrekening Stichting Beheer Onroerend Goed Seinpost Slinge. Verslagperiode 1 januari december 2016 Verslagperiode 1 januari 2016-31 december 2016 Gegenereerd op 28 jun 2017 Inhoudsopgave FINANCIEEL VERSLAG 3 Voorwoord 4 Resultaatanalyse 5 Financiële positie 7 Kengetallen 9 JAARREKENING 10 Balans 11

Nadere informatie

L0765 Stichting Wonen Delden t.a.v. het bestuur Postbus AC DELDEN. Datum 7 november 2016 Betreft Oordeelsbrief 2016.

L0765 Stichting Wonen Delden t.a.v. het bestuur Postbus AC DELDEN. Datum 7 november 2016 Betreft Oordeelsbrief 2016. > Retouradres Postbus 16191 2500 BD Den Haag L0765 Stichting Wonen Delden t.a.v. het bestuur Postbus 105 7490 AC DELDEN Inspectie Leefomgeving en Transport Autoriteit woningcorporaties Graadt van Roggenweg

Nadere informatie

B&W Vergadering. woningcorporaties Zaaknummer , , ) Commissie Commissiedatum Gemeenteraad

B&W Vergadering. woningcorporaties Zaaknummer , , ) Commissie Commissiedatum Gemeenteraad 2.2.8 Zienswijzen splitsingsvoorstel DAEB en niet-daeb woningcorporaties 1 Dossier 841 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 841 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 27 september 2016 Agendapunt 2.2.8

Nadere informatie

Verkoop woongelegenheden Art art Art Art Art. 11f In acht nemen gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid

Verkoop woongelegenheden Art art Art Art Art. 11f In acht nemen gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid BIJLAGE 1. NU VIGERENDE BESLUITEN, REGELINGEN, CIRCULAIRES EN DELEN VAN BELEIDSREGELS DIE GEREGELD WORDEN IN HET WETSVOORSTEL OF AMvB S OP BASIS VAN HET WETSVOORSTEL Hieronder wordt een overzicht gegeven

Nadere informatie

Deloitte. Brief. uitgebracht aan de voorzitter van de Raad voor de Jaarverslaggeving te Amsterdam

Deloitte. Brief. uitgebracht aan de voorzitter van de Raad voor de Jaarverslaggeving te Amsterdam RJ-Comm. 1148 Brief uitgebracht aan de voorzitter van de Raad voor de Jaarverslaggeving te Amsterdam Richtlijn 645 Raad voor de Jaarverslaggeving Woningcorporaties De10 tte. Deloitte Accountants B.V. Wilhelminakade

Nadere informatie

Inspectie Leefomgeving en Transport Domein Water, Bodem en Bouwen Bouwen en Wonen Postbus BD DEN HAAG. Gewijzigd postadres per

Inspectie Leefomgeving en Transport Domein Water, Bodem en Bouwen Bouwen en Wonen Postbus BD DEN HAAG. Gewijzigd postadres per Gewijzigd postadres per 1-1-2014 Indienen verzoeken toelating en goedkeuring statutenwijzigingen en fusies woningcorporaties Verzoeken om goedkeuring van woningcorporaties (toegelaten instellingen) inzake

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer Jaarrekening 2015 Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer Zoetermeer, juni 2016 Inhoudsopgave Bladzijde JAARREKENING Balans 31 december 2015 Staat van baten en lasten 2015 Toelichting grondslagen 1 2

Nadere informatie

Woningmarkt en corporatiesector. Johan Conijn

Woningmarkt en corporatiesector. Johan Conijn Woningmarkt en corporatiesector Johan Conijn Ruimteconferentie PBL 21 mei 2013 Inhoud Woningmarktdebat Positie woningcorporatie Regeer- en woonakkoord DrieKamerModel 2 Woningmarkt Overmatige subsidiering

Nadere informatie

Begroten en Verantwoorden

Begroten en Verantwoorden Begroten en Verantwoorden Vastgoed, waarde, begroting, duurzaamheid en BBV 4 December 2018 Parallelsessie Najaarsbijeenkomst Doel en opbouw Doel: Presenteren resultaten discussie rond BBV financiële experts

Nadere informatie

Overzicht en stemmingsuitslagen bij moties Novelle op Herzieningswet

Overzicht en stemmingsuitslagen bij moties Novelle op Herzieningswet Overzicht en stemmingsuitslagen bij moties Novelle op Herzieningswet Dertien moties ingediend bij debat op 9 december 2014. Drie moties verworpen en tien aangenomen. 1. De motie-karabulut over de sociale

Nadere informatie

Beslisdocument college van Peel en Maas

Beslisdocument college van Peel en Maas Beslisdocument college van Peel en Maas Document openbaar: Ja Zaaknummer: 1894/2016/822746 Documentnummer: 1894/2016/861537 Besluitnummer: 45 6.1 Onderwerp: Administratieve scheiding DAEB niet-daeb Antares

Nadere informatie

Rotterdams Vastgoedfonds VI CV. Halfjaarcijfers 2010

Rotterdams Vastgoedfonds VI CV. Halfjaarcijfers 2010 Halfjaarcijfers 2010 INHOUDSOPGAVE Blad Balans per 30 juni 2010 3 Winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010 4 Kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni

Nadere informatie

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009. Geacht bestuur,

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009. Geacht bestuur, L0705 Veenendaalse Woningstichting t.a.v. het bestuur Postbus 168 3900 AD VEENENDAAL Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009 Geacht bestuur,

Nadere informatie

Verhuurderheffing en effecten investeringsfaciliteit

Verhuurderheffing en effecten investeringsfaciliteit Verhuurderheffing en effecten investeringsfaciliteit Johan Conijn & Wolter Achterveld 30 mei 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Gevolgen verhuurderheffing... 3 3 Gevolgen nieuwe investeringsfaciliteit,

Nadere informatie

Januari 2015, Birgitte van Hoesel. In dialoog met u over wat ons bindt

Januari 2015, Birgitte van Hoesel. In dialoog met u over wat ons bindt Januari 2015, Birgitte van Hoesel In dialoog met u over wat ons bindt Onze omgeving in historisch perspectief 2 Challenge om verandering te realiseren 3 Missie en risicostrategie 4 WSW-missie WSW draagt

Nadere informatie

5Financiële prestaties

5Financiële prestaties 5Financiële prestaties 5. Financiële prestaties 5.1 Financiële resultaten Jaarresultaat 2012 Het jaarresultaat over 2012 bedraagt ruim 2,5 mln. negatief. Begroot was een jaarresultaat van ruim 0,2 mln.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 966 Wijziging van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting Nr. 10 NADER VERSLAG Vastgesteld 15 oktober 2014 De algemene commissie

Nadere informatie

Duurzame obligatie bindt meer beleggers aan de corporatiesector

Duurzame obligatie bindt meer beleggers aan de corporatiesector Duurzame obligatie bindt meer beleggers aan de corporatiesector Prof. dr. ir. Bastiaan Zoeteman en ir. René Goorden 1 Op 6 juli 2016 heeft BNG Bank haar eerste duurzame Social Bond ten behoeve van de financiering

Nadere informatie

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2010

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2010 Halfjaarcijfers 2010 INHOUD Blad Balans per 30 juni 2010 3 Winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010 4 Kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010

Nadere informatie

ONINGWET WAT BETEKENT DIT VOOR DE GEMEENTE?

ONINGWET WAT BETEKENT DIT VOOR DE GEMEENTE? ONINGWET WAT BETEKENT DIT VOOR DE GEMEENTE? WWW.AEDES.NL MAART 2015 DE NIEUWE ONINGWET Vanaf 1 juli 2015 gelden nieuwe regels voor woningcorporaties. De invoering van de nieuwe Woningwet betekent dat ook

Nadere informatie

Samen naar een passende voorraad hulpwijzer voor gemeenten bij scheiden en splitsen

Samen naar een passende voorraad hulpwijzer voor gemeenten bij scheiden en splitsen Samen naar een passende voorraad hulpwijzer voor gemeenten bij scheiden en splitsen Met behulp van de stappen in deze hulpwijzer kunnen gemeenten zich voorbereiden op het geven van een zienswijze bij het

Nadere informatie

Onderwerpen Woningwet, BTIV en Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting

Onderwerpen Woningwet, BTIV en Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting Onderwerpen, en toegelaten instellingen volkshuisvesting Definities... 1 Wooncoöperaties... 1 Algemene bepalingen... 1 Rechtsvorm en organisatie... 2 Werkzaamheden... 3 Diensten van algemeen economisch

Nadere informatie

Activiteiten STJA in ALMELO. Bod onderdelen c.f. woningwet Beschikbaarheid woningen en woonvoorzieningen in Almelo:

Activiteiten STJA in ALMELO. Bod onderdelen c.f. woningwet Beschikbaarheid woningen en woonvoorzieningen in Almelo: Bijlage 4 Financiële paragraaf Sint Joseph In onderstaande tabellen wordt de inhoud van het bod van Sint Joseph, zoals hiervoor is verwoord, concreet gemaakt in meetbare grootheden zoals aantallen en percentages.

Nadere informatie

Stichting Amivedi BALANS PER 31 DECEMBER 2017 ACTIVA VASTE ACTIVA. IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Website MATERIËLE VASTE ACTIVA 190

Stichting Amivedi BALANS PER 31 DECEMBER 2017 ACTIVA VASTE ACTIVA. IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Website MATERIËLE VASTE ACTIVA 190 BALANS PER 31 DECEMBER 2017 ACTIVA 2017 VASTE ACTIVA IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Website 27.72 MATERIËLE VASTE ACTIVA 190 FINANCIËLE VASTE ACTIVA Effecten - VLOTTENDE ACTIVA Overige vorderingen 1.621 Liquide

Nadere informatie

ANBI Publicatie Stichting De Nijensteen, Heerde

ANBI Publicatie Stichting De Nijensteen, Heerde ANBI Publicatie 2017 Stichting De Nijensteen, Heerde Inhoud Jaarrekening 3 Balans per 31 december 2017 (na voorgestelde resultaatbestemming) 4 Staat van baten en lasten over 2017 5 Grondslagen van waardering

Nadere informatie

Publicatierapport 2017

Publicatierapport 2017 Kruisweg 22-24 2011 LC HAARLEM Publicatierapport 2017 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Amsterdam, dossiernummer 34080682 Vastgesteld door de algemene vergadering d.d. 26 april 2018 Inhoudsopgave

Nadere informatie