HOOFDARTIKEL. VERZEKERINGS^EN AANSPRAKEHJKHEIDSRECHT IVlr. H. Lebbing, Houthoff Buruma, Rotterdam. Nummer december 2012.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HOOFDARTIKEL. VERZEKERINGS^EN AANSPRAKEHJKHEIDSRECHT IVlr. H. Lebbing, Houthoff Buruma, Rotterdam. Nummer december 2012."

Transcriptie

1 Pagina 22 Nummer december 2012 HOOFDARTIKEL VERZEKERINGS^EN AANSPRAKEHJKHEIDSRECHT IVlr. H. Lebbing, Houthoff Buruma, Rotterdam te de rechtspraak omtrent de zorgplicht van de werkgever ex artikel 7:658 BW uitontwikkeld? Gastauteur: mw. mr. N. de Boer, Houthoff Buruma, Rotterdam In december vorig jaar schreef ik in dit tijdschrift een artikel waarin ik inging op de werkgeversaansprakelijkheid en de verzekeringsplicht van werkgevers ingevolge artikel 7:611 BW.^ Ik besprak toen de twee arresten van de Hoge Raad van 11 november 2011 (LJN: BR5223 en LJN: BR5215) waarin de Hoge Raad een grens trok voor wat betreft de verzekeringsplicht van werkgevers. Ik ben toen begonnen met het bespreken van de stand van zaken ten aanzien van werkgeversaansprakelijkheid tot op dat moment. Ik zal dit hierna kort herhalen. Voor een uitgebreidere weergave verwijs ik graag naar mijn artikel uit december In beide toen besproken arresten zagen wij dat de Hoge Raad op de rem trapte waar het ging om het aannemen van een verzekeringsplicht voor werkgevers. In oktober van dit jaar verschenen er drie 81 RO-arresten met een zeer belangwekkende conclusie van A-G Spier die de cassatiebalie streng toespreekt en tot de conclusie komt dat een voorlopig eindpunt is bereikt voor de rechtsontwikkeling op het terrein van artikel 7:658 BW (Hoge Raad 19 oktober 2012, LJN: BX7591, BX7592 en BX7595). De rechtspraak heeft zijns inziens 'een stadium bereikt waarin - in elk gevai - op korte termijn en bij de huidige stand van de wetgeving geen wezenlijk nuttige bijdrage kan worden geieverd aan de rechtsontwikkeling'. Het feit dat de Hoge Raad in alle drie de zaken - in navolging van A-G Spier - een 81 RO-arrest heeft gewezen, zou kunnen doen vermoeden dat de Hoge Raad het eens is met A-G Spier. Op dezelfde datum als de drie hiervoor bedoelde conclusies, concludeerde Spier in een zaak die leidde tot een arrest van 7 december 2012 (LJN: BX7590). Spier voerde daar hetzelfde betoog. In dat geval moest hij echter wel tot vernietiging concluderen echter 'uitsluitend' omdat z.i. gezondigd is tegen de voorwaarden waaraan een rechterlijke uitspraak in dit soort zaken moet voldoen om in cassatie stand te kunnen houden, aldus Spier. Deze vier zaken zijn reden genoeg om de stand van zaken ten aanzien van de zorgplicht van werkgevers ex artikel 7:658 BW nog eens tegen het licht te houden. Wettelijk kader: artikel 7:658 en 7:611 BW Zoals gezegd zal ik eerst nog een korte schets van het wettelijk en jurisprudentieel kader geven. Deze tekst is gedeeltelijk een verkorte weergave van mijn artikel van eind Artikel 7:658 BW formuleert een zorgplicht voor de werkgever teneinde te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Indien de werkgever deze zorgplicht niet is nagekomen, dan is hij jegens de werknemer aansprakelijk voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt. De werkgever is niet aansprakelijk indien hij aantoont dat hij - kort gezegd - zijn zorgplicht is nagekomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Met artikel 7:658 BW wordt niet beoogd een absolute waarborg te scheppen voor de bescherming van de werknemer tegen het gevaar van ongevallen die hem kunnen overkomen door het gebruik van werktuigen en gereedschappen, waarmee de werkgever de arbeid doet verrichten. Aansprakelijkheid van de werkgever voor zogenaamde huis- tuin en keukenongevallen wordt in de rechtspraak niet aangenomen. In de arresten van 11 november 2011 heeft de Hoge Raad de gehele stand van zaken op dat moment willen samenvatten. In de eerste zaak (Hoge Raad 11 november 2011 (TNT Post / werknemer), LJN: BR5215) was een postbezorgster uitgegleden over een plak ijs of bevroren sneeuw. Ter zake de zorgplicht van een werkgever ex artikel 7:658 BW herhaalt de Hoge Raad in dit arrest de vaste rechtspraak: artikel 7:658 BW heeft een ruime strekking die correspondeert met een door de Hoge Raad aan-

2 Nummer december 2012 Pagina 23 genomen ruime zorgplicht en ruime toepassing van het criterium 'in de uitoefening van zijn werkzaamheden'. Deze zorgplicht geldt in de eerste plaats ten aanzien van werkzaamheden die worden verricht op de 'arbeidsplaats', dat wil zeggen iedere plaats die in verband met het verrichten van arbeid wordt of pleegt te worden gebruikt. De zorgplicht van de werkgever houdt immers nauw verband met zijn zeggenschap over de werkplek en zijn bevoegdheid de werknemer aanwijzingen te geven ter zake van de (wijze van) uitoefening van diens werkzaamheden, aldus de Hoge Raad. De Hoge Raad vervolgt: maar ook indien de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden op plaatsen komt die niet als 'arbeidsplaats' in de hiervoor genoemde zin kunnen worden aangemerkt, zoals de openbare weg in geval van deelneming aan het verkeer, kan de zorgplicht van artikel 7:658 BW meebrengen dat de werkgever ten aanzien van de uitoefening aldaar van de werkzaamheden maatregelen treft en aanwijzingen geeft om zoveel mogelijk te voorkomen dat de werknemer schade lijdt. Wanneer de werknemer in de uitoefening van de werkzaamheden deelneemt aan het wegverkeer, zal de omvang van de zorgplicht van de werkgever evenwel slechts beperkt kunnen zijn. De werkgever heeft immers in de regel geen zeggenschap over de inrichting en daarmee samenhangende verkeersveiligheid van de openbare weg, en daarnaast kan een groot aantal andere factoren bijdragen aan het ontstaan van verkeersongevallen, zonder dat de werkgever daarop door het treffen van maatregelen of het geven van aanwijzingen effectief invloed kan uitoefenen, afgezien van de veiligheid van het voertuig dat hij eventueel aan de werknemer ter beschikking heeft gesteld en het geven van onderricht, instructies en voorschriften die de veiligheid van de werknemer kunnen bevorderen, aldus nog steeds de Hoge Raad. Dat de zorgplicht van artikel 7:658 BW is beperkt tot 'de werkomgeving' is logisch. De werkgever kan immers pas een zorgplicht schenden als hij er ook daadwerkelijk voor kan zorgen dat de situatie veilig is; het moet als het ware in zijn macht liggen om veiligheidsmaatregelen te treffen. (Zie in dit verband Hoge Raad 22 januari 1999, LJN: AD2996.) De reikwijdte van artikel 7:658 BW is - ondanks de ruime strekking - dus begrensd en strekt zich niet uit tot de privésituatie van de werknemer. De rechtspraak leert ons dat een werkgever onder omstandigheden wel degelijk aansprakelijk kan zijn voor schade ten gevolge van een ongeval dat de werknemer in zijn privésituatie is overkomen. Dit wordt dan echter 'opgehangen' aan de algemene bepaling van artikel 7:611 BW terzake het goed werkgeverschap. Door de Hoge Raad is uitdrukkelijk ovena/ogen dat hiervoor slechts plaats is onder bijzondere omstandigheden. In een aantal bijzondere gevallen is deze aansprakelijkheid wel aangenomen. In het postbezorgers-arrest overwoog de Hoge Raad in dit verband - in het betreffende geval geheel ten overvloede, waaruit kan worden afgeleid dat de Hoge Raad de stand van zaken geheel wilde samenvatten - dat in gevallen waarin de werknemer een ongeval overkomt waarvan niet gezegd kan worden dat het zich 'in de uitoefening van zijn werkzaamheden' heeft voorgedaan (zodat artikel 7:658 niet van toepassing is), maar waarbij wel een samenhang bestaat tussen de arbeidsovereenkomst en de situatie waarin het ongeval heeft plaatsgevonden, de werkgever onder omstandigheden op grond van artikel 7:611 BW aansprakelijk kan zijn voor de schadelijke gevolgen van het ongeval. Dat zal met name het geval kunnen zijn indien de werkgever voor zijn personeel een activiteit organiseert of doet organiseren waaraan een bijzonder risico op schade voor de deelnemende werknemers verbonden is, in welk geval hij uit hoofde van de in artikel 7:611 BW bedoelde eisen van goed werkgeverschap gehouden is de ter voorkoming van die schade redelijkerwijs van hem te verlangen zorg te betrachten (de Hoge Raad verwijst hier naar het arrest van 17 april 2009, LJN: BH1996). Op dezelfde grond is onder bijzondere omstandigheden denkbaar dat de werkgever aansprakelijk is voor ongevallen die de werknemer, ofschoon samenhangend met zijn werkzaamheden, in zijn privésituatie zijn overkomen, indien met het oog op een de werkgever bekend, specifiek en ernstig gevaar voor de werknemer in diens privésituatie, gelet op de eisen van goed werkgeverschap preventieve maatregelen van de werkgever hadden mogen worden gevergd

3 Pagina 24 Nummer december 2012 (de Hoge Raad verwijst liier naar zijn arrest van 22 januari 1999, LJN: AD2996). De zorgplicht van de werkgever is vervolgens door de Hoge Raad in de zogenaamde februari-arresten (Kooiker / Taxicentrale Nijverdal (Hoge Raad 1 februari 2008, LJN: BB4767), Maasman / Akzo Nobel (Hoge Raad 1 februari 2008, LJN:BB6175) en in het arrest Van der Graaf / Stichting Maatzorg de Werven (HR 12 december 2008, LJN: BD3129) nog verder opgerekt door in bepaalde situaties een verzekeringsplicht van de werkgever op grond van artikel 7:611 BW aan te nemen. De Hoge Raad heeft deze uit goed werkgeverschap voortvloeiende verzekeringsverplichting van de werkgever aanvaard met betrekking tot schade die werknemers lijden in de uitoefening van hun werkzaamheden als deelnemer aan het wegverkeer, indien zij (a) als bestuurder van een motorvoertuig betrokken raken bij een verkeersongeval, dan wel indien zij (b) als fietser of voetganger schade lijden als gevolg van een ongeval waarbij een of meer voertuigen zijn betrokken, of (c) als fietser schade lijden als gevolg van een eenzijdig fietsongeval. Is de werkgever tekortgeschoten in de nakoming van deze verzekeringsverplichting, dan is hij voor de daardoor veroorzaakte schade (het missen van de uitkering die de werknemer op grond van een behoorlijke verzekering zou zijn toegekomen) jegens de werknemer aansprakelijk. Hierbij werd door de Hoge Raad in aanmerking genomen dat deze risico's goed verzekerbaar zijn tegen betaalbare premies. Deze rechtspraak geldt in beginsel niet voor woonwerkverkeer. De verzekeringsplicht is onder omstandigheden ook wel aangenomen in andere gevallen dan verkeersongevallen. Dit zijn echter uitzonderingen. In het arrest van 11 november 2011 beantwoordde de Hoge Raad de vraag of de zogenoemde februari-arresten op overeenkomstige wijze hebben te gelden voor gevallen waarin een werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden zich als voetganger op de openbare weg bevindt en daarbij als gevolg van een eenzijdig ongeval schade lijdt ontkennend. De uit goed werkgeverschap voortvloeiende verzekeringsverplichting geldt blijkens het arrest Maatzorg (Hoge Raad 12 december 2008, LJN: BD3129) met betrekking tot werknemers in de uitoefening van hun werkzaamheden overkomen verkeersongevallen in specifiek omschreven gevallen. Zij dient bij de huidige stand van de wetgeving ook tot die gevallen beperkt te blijven, aldus de Hoge Raad, omdat het hier gaat om een uitzondering op de in artikel 7:658 BW neergelegde regel dat de werkgever slechts voor arbeidsongevallen aansprakelijk is indien hij is tekortgeschoten in zijn zorgplicht ter voorkoming van ongevallen, welke uitzondering niet tot een te ver gaande aantasting van die regel mag leiden. De Hoge Raad ovena/oog dat op zichzelf goede argumenten bestaan om werknemers een verdergaande, algemene bescherming tegen het risico van ongevallen in verband met hun werkzaamheden te bieden dan artikel 7:658 BW thans biedt, maar dat het op de weg van de wetgever ligt om een regeling daarvoor te maken. Een dergelijke algemene regeling gaat de rechtsvormende taak van de rechter te buiten, aldus de Hoge Raad. In de tweede zaak van 11 november 2011 (Hoge Raad 11 november 2011 (De Rooyse Wissel / Y), LJN: BR5223) ging het om een werknemer (socio-therapeut) van een TBS-kliniek die letsel heeft opgelopen tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden. Ten aanzien van de zorgplicht van artikel 7:658 BW stelde de Hoge Raad voorop dat nu vaststond dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade heeft geleden, het aan de werkgever is te stellen en zonodig te bewijzen dat zij al die maatregelen heeft genomen en al die aanwijzingen heeft gegeven die redelijkerwijs nodig waren om de schade te voorkomen. Weliswaar is met de zorgplicht van de werkgever niet beoogd een absolute waarborg te scheppen voor de bescherming van de werknemer tegen het gevaar van arbeidsongevallen, ook niet ten aanzien van werknemers wier werkzaamheden bijzondere risico's van ongevallen meebrengen, maar gelet op de ruime strekking van de zorgplicht kan niet snel worden aangenomen dat de werkgever daaraan heeft voldaan en bijgevolg niet aansprakelijk is voor door de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden geleden schade (vgl. Hoge Raad 12 december 2008, LJN: BD3129). Artikel 7:658

4 Nummer december 2012 Pagina 25 BW vergt immers een hoog veiligheidsniveau van de betrokken werkruimte, werktuigen en gereedschappen alsmede van de organisatie van de werkzaamheden en vereist dat de werkgever het op de omstandigheden van het geval toegesneden toezicht houdt op behoorlijke naleving van de door hem gegeven instructies (vgl. Hoge Raad 11 april 2008, LJN: BC9225). Hoewel de werknemer in dit geval gelijk kreeg, benadrukte de Hoge Raad nogmaals dat met artikel 7:658 BW niet beoogd is een absolute waarborg te scheppen voor de bescherming van de werknemer tegen het gevaar van arbeidsongevallen, ook niet ten aanzien van werknemers wier werkzaamheden bijzondere risico's van ongevallen meebrengen. Ingevolge die bepaling is de werkgever slechts aansprakelijk indien hij is tekortgeschoten in zijn zorgplicht schade te voorkomen. De werknemer had bepleit om bij 'structureel gevaarlijk werk' een aansprakelijkheid uit hoofde van goed werkgeverschap (artikel 7:611 BW) voor de schadelijke gevolgen van een arbeidsongeval aan te nemen ook in een geval dat de werkgever heeft aangetoond dat hij zijn uit artikel 7:658 BW voortvloeiende verplichtingen is nagekomen. Hierin ging de Hoge Raad niet mee. De Hoge Raad overwoog dat daarmee een vorm van risicoaansprakelijkheid in het leven zou worden geroepen, die niet verenigbaar is met de wettelijke regeling. Ook de verzekeringsplicht ex artikel 7:611 BW wilde de Hoge Raad niet uitbreiden. De door Spier gekozen lijn in zijn conclusies d.d. 7 september 2012 In beide arresten van 11 november 2011 gaf de Hoge Raad in navolging van A-G Spier reeds het signaal af dat de grenzen van zijn rechtsvormende taak waren bereikt. Wellicht werd de Hoge Raad afgeschrikt door het beeld van het moeras waarin we diep zijn terecht gekomen, zoals door Spier werd geschetst in zijn conclusie voor het TBS-arrest (ov ). Het beeld van het moeras lijkt Spier niet los te laten. De Hoge Raad heeft in 2012 nog twee inhoudelijke arresten gewezen over artikel 7:658 BW: op 23 en 30 maart 2012 (LJN: BV0616 en BV1295). Beide zeer interessante zaken. Zij vallen echter niet geheel binnen het kader van dit artikel, zodat ik deze arresten hier onbesproken moet laten.^ Ik wil echter niet onvermeld laten dat Spier in zijn conclusie voor het arrest van 30 maart 2012 ook het beeld van het moeras opriep (ov. 5.2), hetgeen hij ook weer doet in een van zijn conclusies voor de arresten van 19 oktober 2012 (LJN: BX7591, ov. 3.12). Duidelijk is welke kant Spier op wil, namelijk terughoudendheid bij de Hoge Raad om het leerstuk van artikel 7:658 BW nog verder vorm te geven. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik niet helemaal begrijp op grond waarvan Spier concludeert dat de rust op het gebied van de werkgeversaansprakelijkheid van relatief korte duur is geweest, zoals hij stelt in zijn conclusie voor het arrest van 19 oktober 2012 (LJN: BX7591). Spier hangt dit kennelijk op (ov. 3.1) aan het aantal zaken waarin hij op 7 september 2012 concludeerde. Het feit dat dit er vier waren (althans voor zover tot nog toe gepubliceerd), komt mij eerder voor als een toevalligheid. Uit rechtspraak.nl leid ik af dat de Hoge Raad zich tot nog toe in 2012 pas over een tiental zaken met betrekking tot 7:658 BW heeft moeten buigen. Dit wijkt niet af van voorgaande jaren. Een en ander doet echter niet af aan het statement dat Spier kennelijk wil maken. In de weinig diplomatieke woorden van Gastermans: Spier lijkt het te hebben gehad met zaken over de aansprakelijkheid voor bedrijfsongevallen, hetgeen Castermans overigens opmerkelijk vindt aangezien Spier 'toch geen geringe bijdrage aan de ontwikkeling van het leerstuk heeft geleverd'.^ Maar Spier lijkt het inderdaad wel welletjes te vinden. Zo erg zelfs dat hij de Hoge Raad adviseert om de zaken die niet om één of meer van de door hem opgesomde redenen (ik kom daar hierna op terug) tot vernietiging leiden, af te doen op de voet van artikel 81 RO. Spier voegt hieraan toe: 'Wanneer dat signaal door de balie niet zou worden verstaan (een zeker niet theoretisch perspectief), zou op termijn afwikkeling op de voet van art. 80a RO wellicht kunnen worden overwogen om (m.i. alleszins klemmende) redenen die ik vooralsnog niet aan het papier toevertrouw.' Het is Spier dus klaarblijkelijk ernst. Kennelijk wil Spier koste wat het kost voorkomen dat we nog verder wegzinken in het door hem gevreesde moeras. Spier licht zijn standpunt als volgt toe:

5 Pagina 26 Nummer december 2012 '3.5 De in de bestaande rechtspraal< van Uw Raad geformuleerde regeis ienen zich op een enkel punt mogelijk nog voor enige verduidelijking. Wanneer het, naar redelijke ven/vachting, doenlijk zou zijn om nadere duidelijkheid te bieden zonder tegelijkertijd meer vragen op te roepen dan daarmee worden beantwoord, zou dat ongetwijfeld een verdere waardevolle - zij het dan ook beperkte - bijdrage kunnen zijn aan de rechtsontwikkeling. Uit eigen ervaring is mij evenwel maar al te goed bekend dat zich telkens nieuwe casus aandienen waaraan bij het formuleren van regels niet is gedacht en waaraan men ook moeilijk kón denken. Bij die stand van zaken valt er veel voor te zeggen om het in essentie te iaten bij de tot op heden geformuleerde regels. Perfect zijn deze wellicht niet. Ze zijn, binnen het bestaande stelsel, wel het best haalbare Het voorafgaande leidt tot de slotsom dat in mijn ogen een voorlopig eindpunt is bereikt voor de rechtsontwikkeling op het terrein van art. 7:658 BW. Dat brengt mee dat cassatieberoepen in de (nabije) toekomst doorgaans slechts kans van slagen zouden moeten hebben wanneer aan één of meer van de volgende voorwaarden is voldaan: a. de feitenrechter heeft onmiskenbaar een onjuiste juridische maatstaf gehanteerd. Daarbij moet niet alleen worden gelet op de maatstaf die hij eventueel verwoordt, maar ook op de toepassing daarvan; b. de bestreden uitspraak is werkelijk (dat wil zeggen: in de 'normale' betekenis van het woord) onbegrijpelijk en/of de daarin bereikte uitkomst is onaanvaardbaar (in de zin van art. 6:2 lid 2 en 6:248 lid 2 BW) Daarenboven zou een cassatieberoep uiteraard kunnen siagen wanneer de feitenrechter heeft gezondigd tegen één of meer regels op andere terreinen, zoals bijvoorbeeid het passeren van een relevant bewijsaanbod, het niet ingaan op werkelijk essentiële stellingen die in de klachten op voldoende duidelijke wijze worden genoemd onder verwijzing naar vindplaatsen en zo meer. Dat alles ligt evenwel buiten het kader van art. 7:658 BW De reacties naar aanleiding van de 'laatste' art. 7:611-arresten maken duidelijk dat velen begrip hebben voor een pas op de plaats. Dat illustreert dat velen onderkennen dat er grenzen zijn aan de rechtsontwikkeling en dat van een cassatierechter geen wonderen kunnen worden ven/vacht. De Hoge Raad is nu eenmaal geen juridisch Lourdes, nog daargelaten dat de wonderen waarop sommigen hopen afhankelijk zijn van de uiteenlopende eigen belangen.' Zoals in de inleiding aangegeven heeft de Hoge Raad dit advies in de drie arresten van 19 oktober 2012 opgevolgd. De zaken betroffen een geval van RSl, een schoonmaakster die van een huishoudtrapje is gevallen en een leerkracht die bij het surveilleren op het schoolplein geraakt werd door een voetbal. In alle drie de zaken werden de betrokken werkgevers door de betreffende gerechtshoven niet aansprakelijk geacht. Deze oordelen werden door de Hoge Raad niet vernietigd. Er lijkt dus een nieuwe lijn te zijn ingezet door de Hoge Raad. In het meest recente arrest in deze reeks - het arrest van 7 december 2012 (in een Arubaanse zaak) - kon deze lijn echter niet worden gevolgd. Dit had Spier zelf echter ook geconcludeerd. Het ging daar om een 'asbestos safety worker' die tijdens zijn werkzaamheden van een dak is gevallen. Door de werknemer was verklaard dat 'zijn superieuren hem hadden aangezegd om veiligheidsgordel(s) te gebruiken, maar hij wilde deze niet dragen.' De werknemer sprak zijn werkgever vervolgens aan op grond van de Arubaanse tegenhanger van artikel 7:658 BW en stelde dat zijn werkgever had moeten zorgen dat hij op een veilige manier werkte, maar dat heeft nagelaten en heeft toegestaan dat hij zonder veiligheidsgordel werkte. Het Gerecht in Eerste Aanleg achtte de werkgever aansprakelijk. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie vernietigde dit arrest. A-G Spier concludeerde tot vernietiging, maar uitsluitend omdat gezondigd was tegen de hiervoor aangehaalde onder genoemde voorwaarden waaraan een rechterlijke uitspraak in dit soort zaken moet doen om in cassatie stand te kunnen houden. Het arrest van de Hoge

6 Nummer december 2012 Pagina 27 Raad maa[<t niet duidelijl< of de Hoge Raad deze zienswijze inderdaad deelt. Daar kunnen mijns inziens vraagtekens bij worden gezet, temeer nu de Hoge Raad de zaak verwijst tena/ijl Spier had geconcludeerd dat de Hoge Raad de zaak zelf kon afdoen. De Hoge Raad ovena/oog: '3.5 Het middel bestrijdt onder het oordeel van het hof in rov Het hof is, aldus het middel, uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting omtrent de zorgplicht die op de werkgever rust, althans heeft het zijn beslissing terzake onvoldoende gemotiveerd. De rechtsklacht slaagt. De in art. 7A:1614x BWA geregelde zorgplicht van de werkgever houdt niet alieen in dat deze ervoor moet zorgen dat voldoende veiligheidsmateriaal op de werkplek beschikbaar is, maar-zoals de klachten terecht benadrukken - ook dat hij erop toeziet dat zijn werknemers dat materiaal op de juiste wijze gebruiken als de omstandigheden waaronder moet worden gewerkt daarom vragen. Al aangenomen dat het gebruik van de door Daltra ter beschikking gestelde veiligheidsgordels voor de onderhavige werkzaamheden (zes meter lange aluminiumgolfplaten op een winderige dag bevestigen op een dak op zes meter hoogte) een toereikende maatregel tegen het gevaar van vallen vormde, bracht de op Daltra als werkgever rustende zorgplicht dus niet alleen mee dat zij die veiligheidsgordels aan haar werknemers ter beschikking stelde, maar ook dat zij erop toezag dat die gordels daadwerkelijk en op de juiste wijze werden gebruikt. De door het hof vermelde omstandigheid dat [eiser] een 'ervaren werknemer' was maakt dat niet anders, nu een werkgever, naar het hof onvoldoende heeft onderkend, ook verantwoordelijk is voor de veiligheid van ervaren werknemers en steeds rekening dient te houden met het verschijnsel dat ook die werknemers wel eens nalaten de voorzichtigiieid in acht te nemen die ter voorkoming van ongelukken geraden is.' Hoge Raad in afwijking van de A-G (vgl. ov. 4.7 en van zijn conclusie) toch tot op zekere hoogte ingaat op aspecten als de opleiding van de werknemer (de Hoge Raad gaat in op het aspect van 'ervaring'; dat kan m.i. gelijk worden gesteld aan een aspect als 'opleiding'). Ik kom dus heel voorzichtig tot de conclusie dat de Hoge Raad toch nog wel enige ruimte ziet voor rechtsvorming en in ieder geval niet genegen lijkt te zijn om de door Spier uitgezette lijn zonder meer altijd te volgen. Dit is voor mij op dit moment echter ook slechts koffiedik kijken. Wellicht biedt 2013 ons weer een aantal arresten over artikel 7:658 die mij de gelegenheid bieden om in december van het volgend jaar te beschouwen welke weg de Hoge Raad is ingeslagen. Noten: 1. N. de Boer, 'Werkgeversaansprakelijkheid en de verzekeringsplicht van werkgevers ingevolge artikel 7:611 BW', JutD 2011, nr. 23 (p.19-24, ). 2. Het arrest van 23 maart 2012 is door mijn kantoorgenote IVIargot van Pelt besproken in Jutd 2012, nr. 8 (p.16-19, ) onder de titel: 'Werkgeversaansprakelijkheid en de zorgplicht in het kader van artikel 7:658 lid 4 BW voor (letsel) schade van een zzp-er'. Het arrest van 30 maart 2012 besprak ik samen met mijn kantoorgenoot Huib Lebbing uitgebreid in het Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade afl , onder de titel: 'Schending van verzekeringsplicht werkgever gedekt onder AVB-polis?'. 3. [ Vult de Hoge Raad hier de zorgplicht nu nader in of stelt hij slechts vast - in de lijn van Spier - dat 'de feitenrechter onmiskenbaar een onjuiste juridische maatstaf heeft gehanteerd'? Ik durf het op dit moment niet te zeggen. Ik stel slechts vast dat de

NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS

NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS De heeft in december 2008 wederom drie interessante arresten gewezen inzake werkgeversaansprakelijkheid voor verkeersletsel

Nadere informatie

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus

Nadere informatie

Amerikaanse toestanden? mr. Mirjam Snel-de Kroon Deventer, 25 april 2012

Amerikaanse toestanden? mr. Mirjam Snel-de Kroon Deventer, 25 april 2012 Amerikaanse toestanden? mr. Mirjam Snel-de Kroon Deventer, 25 april 2012 Amerikaanse toestanden? Claimcultuur, het maar raak claimen? Ook in Nederland toenemend claimbewustzijn bij burgers en bedrijven.

Nadere informatie

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Het effect van de Wnra op de schaderegeling 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Programma Schade van de ambtenaar Rechtspositionele voorschriften Werkgeversaansprakelijkheid Goed werkgeverschap

Nadere informatie

De verzekerings(on)mogelijkheden van werkgeversaansprakelijkheid

De verzekerings(on)mogelijkheden van werkgeversaansprakelijkheid De verzekerings(on)mogelijkheden van werkgeversaansprakelijkheid drs V.G.J. (Vincent) Zwijnenberg 8 april 2010 Onderwerpen 1. De behoorlijke verzekering volgens de Hoge Raad 2. De behoorlijke verzekering

Nadere informatie

Uitspraak week 23, auteur: A.J.J.S. Schutte 1

Uitspraak week 23, auteur: A.J.J.S. Schutte 1 Geen schending zorgplicht bij een val tijdens het volgen van een BHV-cursus (Gerechtshof Amsterdam, 24 mei 2017) Werknemer is op 6 augustus 1977 in dienst getreden bij zijn werkgever. Werknemer vervult

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

NIS-bijeenkomst 17 januari 2013. Herstelcoach Actualiteiten. Arlette Schijns

NIS-bijeenkomst 17 januari 2013. Herstelcoach Actualiteiten. Arlette Schijns NIS-bijeenkomst 17 januari 2013 Herstelcoach Actualiteiten Arlette Schijns Wat ga ik met jullie bespreken? Herstelcoach: de juridische inbedding Actualiteiten - Verkeersongevallenjurisprudentie: 7:611

Nadere informatie

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes Arbeidsomstandigheden Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes De afvalbranche Wijzigingen per 1 juli 2015 > 60 miljoen ton afval per jaar +/- 15.000 werknemers Relatief hoog aantal

Nadere informatie

De ZZP er in het verkeer. VNAB beursdag Dinsdag 20 maart 2018 Chris Banis

De ZZP er in het verkeer. VNAB beursdag Dinsdag 20 maart 2018 Chris Banis De ZZP er in het verkeer VNAB beursdag Dinsdag 20 maart 2018 Chris Banis en de (mogelijke) noodzaak van de SVI Stelling: Een ZZP er die als bestuurder van een voertuig van zijn opdrachtgever een eenzijdig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:6240

ECLI:NL:RBROT:2015:6240 ECLI:NL:RBROT:2015:6240 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 08-05-2015 Datum publicatie 28-08-2015 Zaaknummer 3260279 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

LWV Voorprogramma. Het nieuwe werken. Rob Brouwer, 8 mei 2012. Voor de inhoud van deze presentatie, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard

LWV Voorprogramma. Het nieuwe werken. Rob Brouwer, 8 mei 2012. Voor de inhoud van deze presentatie, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard LWV Voorprogramma Het nieuwe werken Rob Brouwer, 8 mei 2012 1 Het nieuwe werken Ontwikkelingen > Hoger opgeleid > Deeltijd > Thuiswerken > Work/life balance > Andere eisen aan het werk 2 Het nieuwe werken

Nadere informatie

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217 Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: 4498796 UE VERZ 15-500 MAR/1217 Beschikking van 23 december 2015 hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND inzake [VERZOEKSTER], wonende te Wijk

Nadere informatie

Aansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen

Aansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen Congres Veiligheid & Toezicht 10 november 2014 Aansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen Mr. E.H. de Joode Inleiding Veiligheid & Toezicht Op de werkvloer Ondergeschiktheid werknemer Zorgplicht werkgever

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642 ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46

Nadere informatie

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Symposium Omkering van bewijslast 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Wettelijk vermoeden en omkering van de bewijslast Daan Asser 1 1. Feiten en recht Rechtsfeit is het feit of het

Nadere informatie

www.avansplus.nl Welkom

www.avansplus.nl Welkom Welkom Tot 1 oktober 2006 kon werknemer niet instemmen met einde dienstverband zonder verlies WW-rechten. Heeft geleid tot pro-forma praktijk. Vanaf 1 oktober 2006 is deze mogelijkheid er wel. Voorwaarde

Nadere informatie

Hoge Raad, 12 januari 2001

Hoge Raad, 12 januari 2001 Hoge Raad, 12 januari 2001 Samenvatting Vier bouwvakkers rijden in een busje van de werkgever van Didam naar Amsterdam om werkzaamheden te verrichten aan de Amsterdam Arena. Het busje wordt bij toerbeurt

Nadere informatie

Zorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief

Zorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief Zorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief 1. Inleiding Steeds vaker breiden bedrijven uit naar nieuwe markten in alle delen van de wereld zelfs

Nadere informatie

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis)

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal, juli 2008 Aan de orde in onderhavige zaak is (mede)

Nadere informatie

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:25827, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:25827, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2013:573 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-07-2013 Datum publicatie 31-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201211994/1/A3 Eerste

Nadere informatie

De Bont sprak daarop zijn werkgever aan. De rechtbank wees de vordering af omdat het vervoer als woon-werkverkeer gezien werd.

De Bont sprak daarop zijn werkgever aan. De rechtbank wees de vordering af omdat het vervoer als woon-werkverkeer gezien werd. Hoge Raad, 9 augustus 2002 Samenvatting Een bouwvakker, De Bont, reed in zijn eigen auto van huis in Oosterhout, naar de werkplek in Deventer. Een paar collega s reden mee. Door een fout van De Bont sloeg

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN

IN NAAM DER KONINGIN 2 januari 1987 Eerste Kamer Nr. 12.932 RF/AT IN NAAM DER KONINGIN Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: "VASTELOAVESVEREINIGING DE ZAWPENSE", gevestigd te Grevenbricht, gemeente Born EISERES

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december

Nadere informatie

WERKGEVERS- AANSPRAKELIJKHEID

WERKGEVERS- AANSPRAKELIJKHEID WERKGEVERS- AANSPRAKELIJKHEID door Mariken Peters sectie aansprakelijkheid, verzekeringen en (letsel)schade STELLING 1 Als de werknemer een arbeidsongeval op de werkplek overkomt, is de werkgever altijd

Nadere informatie

Uitspraak 24 juni 2011 Eerste Kamer 10/00078 EV/MD. Hoge Raad der Nederlanden. Arrest. in de zaak van:

Uitspraak 24 juni 2011 Eerste Kamer 10/00078 EV/MD. Hoge Raad der Nederlanden. Arrest. in de zaak van: LJN: BP9897, Hoge Raad, 10/00078 Arbeidsrecht. Arbeidsongeval. Stelplicht en bewijslast onder art. 7:658 BW. Ook als de werknemer die heeft nagelaten een handeling te verrichten om een veiligheidsvoorziening

Nadere informatie

Wat staat er op de agenda? kwalitatieve aansprakelijkheden. werkgeversaansprakelijkheid ex art. 7:658

Wat staat er op de agenda? kwalitatieve aansprakelijkheden. werkgeversaansprakelijkheid ex art. 7:658 Wat staat er op de agenda? ongevallenrecht: hoe ver strekt de zorg? kwalitatieve aansprakelijkheden werkgeversaansprakelijkheid ex art. 7:658 werkgeversaansprakelijkheid ex art. 7:611: wat is de status

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 Instantie Datum uitspraak 05-04-2001 Datum publicatie 02-08-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 99/3213 AW Bestuursrecht

Nadere informatie

DE OPZEGGING VAN DUUROVEREENKOMSTEN VOOR ONBEPAALDE TIJD

DE OPZEGGING VAN DUUROVEREENKOMSTEN VOOR ONBEPAALDE TIJD DE OPZEGGING VAN DUUROVEREENKOMSTEN VOOR ONBEPAALDE TIJD Aruba, 8 februari 2018 1. INLEIDING Op 2 februari 2018 heeft de Hoge Raad der Nederlanden een belangrijk arrest gewezen over de vraag of, en zo

Nadere informatie

DE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR

DE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR DE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR Aruba, 10 oktober 2018 1. TER INGELEIDE Op 11 september 2018 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een interessant arrest gewezen waarbij de zorgplicht van de verzekeraar

Nadere informatie

Werkgeversaansprakelijkheid voor ongevallen en de functie van 7:611 BW

Werkgeversaansprakelijkheid voor ongevallen en de functie van 7:611 BW Werkgeversaansprakelijkheid voor ongevallen en de functie van 7:611 BW Foto: Gelrenieuws.nl Open Universiteit Master Rechtsgeleerdheid Simon van Well Studentnummer 839133805 Datum: 23 juni 2013 Hoofdstuk

Nadere informatie

Werkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:685 en 7:611 BW: een overzicht van de stand van zaken (deel 2) P.W.H.M. Willems en K.

Werkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:685 en 7:611 BW: een overzicht van de stand van zaken (deel 2) P.W.H.M. Willems en K. Werkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:685 en 7:611 BW: een overzicht van de stand van zaken (deel 2) P.W.H.M. Willems en K. Teuben 1 Inleiding In het eerste deel van deze bijdrage is ingegaan

Nadere informatie

JAR 2012/33 27-12-2011, 200.065.076/01, LJN BU9564

JAR 2012/33 27-12-2011, 200.065.076/01, LJN BU9564 Informatie 2012 afl. 2 Gerechtshof Amsterdam 27 december 2011 200.065.076/01 LJN BU9564 mr. Kingma mr. Smit mr. Van der Kwaak Appellant te (...), appellant, advocaat: mr. W.A. van Veen te Utrecht, tegen

Nadere informatie

WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN. Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg

WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN. Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg Artikel 7:658 en 7:611 BW risico of schuldaansprakelijkheid?; de wet laat de zorgplicht voor de veiligheid

Nadere informatie

Monuta Verzekeringen N.V, gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen: Aangeslotene,

Monuta Verzekeringen N.V, gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen: Aangeslotene, Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-267 d.d. 4 september 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7 Rechtspraak Instantie Hoge Raad Datum 8 oktober 2004 Vindplaats LJN AO9549 Naam Vixia / Gerrits Essentie uitspraak: De enkele schending van controlevoorschriften (de werknemer weigert bij de bedrijfsarts

Nadere informatie

Maandag 18 mei 2015 Supernova Jaarbeurs Utrecht. Herengracht 584 Telefoon: +31 (0)20 521 06 90

Maandag 18 mei 2015 Supernova Jaarbeurs Utrecht. Herengracht 584 Telefoon: +31 (0)20 521 06 90 Maandag 18 mei 2015 Supernova Jaarbeurs Utrecht 1 De nieuwe zorgplicht Flexibele arbeidskrachten en aansprakelijkheid opdrachtgever 2 Werkgeversaansprakelijkheid is een soep van rechtspraak. Ruim honderd

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

Werkgeversaansprakelijkheid FiDiZ

Werkgeversaansprakelijkheid FiDiZ 27 januari 2010 Werkgeversaansprakelijkheid FiDiZ Chris van Dijk Werkgeversaansprakelijkheid: algemeen Artikel 7:658 BW Art. 7:658 lid 1: inhoud zorgplicht werkgever: lokalen, werktuigen en gereedschappen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BM9357

ECLI:NL:RBUTR:2010:BM9357 ECLI:NL:RBUTR:2010:BM9357 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 16-06-2010 Datum publicatie 25-06-2010 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 637248 UC EXPL

Nadere informatie

Bewijslastverdeling bij gestelde uitputting

Bewijslastverdeling bij gestelde uitputting Cassatiemiddel Schending van het recht inz. artikel 2.23 lid 3 BVIE (art. 13A lid 9 BMW oud), zoals deze bepaling geïnterpreteerd en toegepast dient te worden in het licht van art 7 lid 1 van de Eerste

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:

Nadere informatie

11-11-11, de Hoge Raad en 7:611

11-11-11, de Hoge Raad en 7:611 11-11-11, de Hoge Raad en 7:611 Duidelijk, maar onvermijdelijk arbitrair M e v r o u w m r. A. K r i s p i j n * Het gebruik van artikel 7:611 Burgerlijk Wetboek (BW) als grondslag voor werkgeversaansprakelijkheid

Nadere informatie

Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013

Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013 Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013 Agenda Inleiding Bewijs Causaliteit Praktische aanpak Deskundigen Zorgplicht werkgever

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

INVULLING GOED WERKGEVERSCHAP EX ART. 7:611 BW

INVULLING GOED WERKGEVERSCHAP EX ART. 7:611 BW INVULLING GOED WERKGEVERSCHAP EX ART. 7:611 BW Op 1 februari 2008 heeft de Hoge Raad twee interessante arresten gewezen over goed werkgeverschap (art. 7:611 BW). Hoge Raad 1 februari 2008, LJN BB4767 Feiten

Nadere informatie

Expertises beroepsziekten en bedrijfsongevallen

Expertises beroepsziekten en bedrijfsongevallen Expertises beroepsziekten en bedrijfsongevallen prof dr mr A.J. Akkermans Beroepsziekten en bedrijfsongevallen vanuit juridisch perspectief Werkgeversaansprakelijkheid Bron: W.E. Eshuis e.a. (2011), Werkgeverskosten

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd ECLI:NL:HR:2013:37 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2013 Datum publicatie 04-07-2013 Zaaknummer 12/00171 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416,

Nadere informatie

Ondernemingsrecht. Nieuwsbrief

Ondernemingsrecht. Nieuwsbrief Nieuwsbrief Ondernemingsrecht Prospectusaansprakelijkheid Een prospectus dient een getrouw beeld te geven omtrent de toestand van de uitgevende instelling op de balansdatum van het laatste boekjaar waarover

Nadere informatie

Zorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief

Zorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief 570000899/8338 000899/8338484. Zorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief 1. Inleiding Steeds vaker breiden bedrijven uit naar nieuwe markten

Nadere informatie

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De Brandverzekering en Risicoverzwaring: over primaire dekkingsbepalingen, risicoverzwaringsmededelingsclausules en preventieve garantieclausules Prof. mr.

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank

Nadere informatie

1.2 Belanghebbende, vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder [naam 1], heeft een op 1 december 2016 gedateerd verweerschrift ingediend.

1.2 Belanghebbende, vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder [naam 1], heeft een op 1 december 2016 gedateerd verweerschrift ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2017-024 d.d. 3 juli 2017 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. H.C. Dobbelaar-ten Cate,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. 11 Oktober 2013 nr. 12/04012 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 10 juli 2012, nr. BK-11/00544,

Nadere informatie

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten Onder Professoren Aansprakelijkheid van bestuurders 14 april 2015 VAAN Utrecht prof. mr. Claartje Bulten Aansprakelijkheid van bestuurders Onderwerpen Interne aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3495

ECLI:NL:GHDHA:2016:3495 ECLI:NL:GHDHA:2016:3495 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 08-03-2017 Zaaknummer 200.179.055 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 41 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Natura-uitvaartverzekering.

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-057 d.d. 20 februari 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-057 d.d. 20 februari 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-057 d.d. 20 februari 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting Inboedelverzekering. Uitleg van verzekeringsvoorwaarden.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2016:24. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/03918

ECLI:NL:HR:2016:24. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/03918 ECLI:NL:HR:2016:24 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 15-01-2016 Datum publicatie 15-01-2016 Zaaknummer 14/03918 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:1701,

Nadere informatie

Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken?

Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken? Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken? K. Engel, LLM, BA ACIS Symposium 20 maart 2015 Inleiding (1/2) Inleiding verzwijging. Oud recht:

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 070.00 ingediend door: hierna te noemen klager`, tegen: hierna te noemen 'verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft

Nadere informatie

Safety Event 2015. Remko Roosjen en Didi Rinkel. Aansprakelijkheid na ingebruikname machine. www.vandiepen.com

Safety Event 2015. Remko Roosjen en Didi Rinkel. Aansprakelijkheid na ingebruikname machine. www.vandiepen.com Safety Event 2015 www.vandiepen.com Remko Roosjen en Didi Rinkel Aansprakelijkheid na ingebruikname machine Agenda Introductie Ce-uitspraken.eu Contractuele verplichtingen Europese product- en sociale

Nadere informatie

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. Annotatie bij HR 27-02-2009, C07/168HR, LJN BG6445 Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. [BW art. 6:162] Een gefailleerde natuurlijke persoon heeft de eigendom

Nadere informatie

Onvoldoende toezicht op een advocaat die het geld van zijn cliënten onzorgvuldig beheert

Onvoldoende toezicht op een advocaat die het geld van zijn cliënten onzorgvuldig beheert NOTENKRAKER Onvoldoende toezicht op een advocaat die het geld van zijn cliënten onzorgvuldig beheert Rb. Den Haag 16 september 2009, NJF 2010, 8, LJN BJ8974 1 Inleiding In toenemende mate worden ook vrije

Nadere informatie

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-339 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. E.L.A. van Emden, drs. L.B. Lauwaars, leden en mr. B.I. Bethlehem, secretaris) Klacht ontvangen op

Nadere informatie

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover.

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover. Programma 13.30 uur ontvangst 14.00 uur opening prof. mr. W. (Willem) Bouwens 14.05 uur prof. mr. E. (Evert) Verhulp 14.15 uur prof. mr. G. (Guus) Heerma van Voss 15.00 uur stellingen 15.30 uur pauze 16.00

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, in deze vertegenwoordigd door C te D vs E te F Zaak : Geneeskundige zorg, medisch specialistische zorg, MoM heupprothese, buitenland Zaaknummer : ANO07.202 Zittingsdatum

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392 ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

De brandverzekering en de keuzeclausule: over herbouwwaarde, verkoopwaarde en de beperkende werking van de redelijkheid en de billijkheid

De brandverzekering en de keuzeclausule: over herbouwwaarde, verkoopwaarde en de beperkende werking van de redelijkheid en de billijkheid ACIS symposium 23 november 2012 De brandverzekering en de keuzeclausule: over herbouwwaarde, verkoopwaarde en de beperkende werking van de redelijkheid en de billijkheid mr. M.H. Pluymen HR 9 juni 2006,

Nadere informatie

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000. C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

Casus 13 Kom op voor je recht

Casus 13 Kom op voor je recht Casus 13 Kom op voor je recht Een werkgever kan tegenwoordig niet meer alle beslissingen nemen die hij noodzakelijk acht in het kader van zijn bedrijfsvoering. Naar de factor arbeid moet in een aantal

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-294 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mr. S. Riemens en mr. drs. S.F. Van Merwijk, leden en mr. M. van Pelt, secretaris) Klacht ontvangen op

Nadere informatie

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van 4 september 2001, kenmerk 2269-95.F.049. Zaaknummer 2705-19/ Vebega I.

Nadere informatie

Samenvatting masterclass Arbeidsrecht

Samenvatting masterclass Arbeidsrecht Samenvatting masterclass Arbeidsrecht Samenvatting masterclass Arbeidsrecht Auteur: Jack Damen en Gerrit Jan Mulder Personeel & Organisatie Avans +, dé specialist in het ontwikkelen van mensen en organisaties.

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.

Nadere informatie

het door Consument digitaal ingediende klachtformulier; het verweerschrift van Adviseur; de repliek van Consument; de dupliek van Adviseur.

het door Consument digitaal ingediende klachtformulier; het verweerschrift van Adviseur; de repliek van Consument; de dupliek van Adviseur. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-706 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, mr. R.J. Verschoof, drs. W. Dullemond, leden en mr. P. van Haastrecht-van Kuilenburg, secretaris)

Nadere informatie

1.2 De Bank heeft bij brief van 25 september 2017 een beroepschrift met bijlage ingezonden.

1.2 De Bank heeft bij brief van 25 september 2017 een beroepschrift met bijlage ingezonden. Uitspraak Commissie van Beroep 2018-037 d.d. 22 mei 2018 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. S.B. van Baalen, mevr. mr. E.E. van Tuyll van Serooskerken- Röell, J.C.H. Kars AAG CERA en F.R. Valkenburg AAG

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:1820

ECLI:NL:CRVB:2017:1820 ECLI:NL:CRVB:2017:1820 Instantie Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8607 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 20 augustus 2002 heeft de d-g NMa meegedeeld dat de klacht geen aanleiding geeft voor een nader onderzoek.

BESLUIT. 2. Bij brief van 20 augustus 2002 heeft de d-g NMa meegedeeld dat de klacht geen aanleiding geeft voor een nader onderzoek. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3067/15 Betreft zaak: Lourdes bedevaart. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijk verklaring van

Nadere informatie

Extra informatie versie mei 2014

Extra informatie versie mei 2014 Extra informatie versie mei 2014 Hoofdstuk 1 Verzekeren 1 Jonge vrouw veiligst 2 Vrijdag de 13de blijkt geen brokkendag 3 Risico en onzekerheid 4 Schade- of sommenverzekering 5 Werkgever ontoereikend verzekerd

Nadere informatie

Bepaaldheidsvereiste. Over het bepaaldheidsvereiste is veel geprocedeerd. Hieronder citeren wij uit enkele van de belangrijkste uitspraken:

Bepaaldheidsvereiste. Over het bepaaldheidsvereiste is veel geprocedeerd. Hieronder citeren wij uit enkele van de belangrijkste uitspraken: Bepaaldheidsvereiste De gecedeerde vordering (of het gecedeerde recht) moet in voldoende mate door de cessieakte worden bepaald (art. 3:84 lid 2 BW). De akte van cessie moet daarom zodanige gegevens bevatten

Nadere informatie

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:5 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-01-2017 Datum publicatie 06-01-2017 Zaaknummer 15/03526 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:2209, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig.

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig. Uitspraak Commissie van Beroep 2013-15 d.d. 24 mei 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F. Peijster en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie