Annet Nieuwhof (redactie)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Annet Nieuwhof (redactie)"

Transcriptie

1 JAARVERSLAGEN

2

3 En dan in hun geheel De vondsten uit de opgravingen in de wierde Ezinge Annet Nieuwhof (redactie) Met bijdragen van Wil van Bommel-van der Sluijs Harry Huisman Lykke Johansen Egge Knol Susanne Manuel Mirjam Post Wietske Prummel Dick Stapert Sophie Thasing Tineke B. Volkers Inger Woltinge JAARVERSLAGEN VAN DE VERENIGING VOOR TERPENONDERZOEK

4 Het onderzoek werd mogelijk gemaakt door: Deze publicatie werd mede mogelijk gemaakt door: COLOFON UITGEVER OPMAAK DRUK Vereniging voor Terpenonderzoek p/a Groninger Instituut voor Archeologie Poststraat ER Groningen A. Nieuwhof Drukkerij Tienkamp, Groningen ( ABONNEMENTEN Via lidmaatschap vereniging ( ISSN ISBN Copyright 2014 Individual authors Afbeelding omslag: Henk Helmantel 2014: Wierdevondsten uit Ezinge ( Art Revisited/Henk Helmantel).

5 Inhoud Vo o r w o o r d 7 1. De opgravingen in Ezinge en het onderzoek van het vondstmateriaal 11 Annet Nieuwhof 1.1 Voorgeschiedenis De opgraving Landschap en bewoningsgeschiedenis De Odyssee van de vondsten uit Ezinge Documentatie en betrouwbaarheid Onderzoeksvragen en doel van het materiaalonderzoek 27 Literatuur De geschiedenis van Ezinge in scherven. Handgevormd aardewerk van 500 v.c. tot 1500 n.c. 30 Annet Nieuwhof 2.1 Inleiding Werkwijze Grondstof en fabricage Resultaten Bewoningsgeschiedenis Aardewerk in rituelen Sociale aspecten van de aardewerkproductie Conclusie 125 Literatuur Importaardewerk in Ezinge. Uitwisseling en sociaal-politieke structuur in de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen 129 Sophie Thasing en Annet Nieuwhof 3.1 Inleiding Methode Resultaten Discussie Conclusie 143 Literatuur Ezinge - Het Romeins aardewerk 147 Tineke B. Volkers 4.1 Inleiding Beschrijving van de in Ezinge gevonden terra sigillata Overig Romeins aardewerk De terra sigillata vondsten van Ezinge in regionaal verband Freaks en verdwaalde schapen Samenvatting en conclusie 160 Literatuur 161

6 5. Ezinge - Kralen van glas, barnsteen en smaragd 163 Annet Nieuwhof en Wil van Bommel-van der Sluijs 5.1 Inleiding Kralen per periode Discussie en conclusie 166 Literatuur Van dichtbij en van ver. Het gebruik van natuursteen in Ezinge 169 Annet Nieuwhof, Harry Huisman, Lykke Johansen, Dick Stapert en Inger Woltinge 6.1 Inleiding Noord-Nederlandse zwerfstenen Geïmporteerde stenen Conclusie 180 Literatuur 182 Catalogus vuursteen Ezinge: metaal uit een opgraving zonder detector 187 Egge Knol 7.1 Inleiding De voorwerpen Betekenis van het metaal in Ezinge 195 Literatuur 196 Catalogus metaal De dieren uit de opgravingen van Van Giffen in Ezinge 207 Wietske Prummel, Susanne C.J. Manuel en Mirjam Post 8.1 Inleiding De dierlijke resten Discussie Conclusie 229 Literatuur 229 Bijlagen Graven en botten. Menselijke resten in Ezinge 238 Annet Nieuwhof 9.1 Inleiding Resten uit de vroege middeleeuwen en daarna IJzertijd en Romeinse tijd Graven uit de ijzertijd en de Romeinse tijd in Ezinge Losse menselijke botten Conclusie 249 Literatuur 250 Catalogus menselijke resten 252 6

7 Ik zal hierover slechts een enkel woord zeggen, het beter achtend ze in het volgend verslag, tegelijk met de resultaten van het voortgezette onderzoek, uitvoeriger en dan in hun geheel te behandelen. A.E. van Giffen, Jaarverslagen van de Vereniging voor Terpenonderzoek 9-10, 1926, 18. Voorwoord In 2011 financierde de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een onderzoeksproject met de naam De grondsporen van het Ezinge; datering en interpretatie. Het was een zogenaamd Odyssee-project, bedoeld voor het alsnog uitwerken van oud, ongepubliceerd archeologisch onderzoek. Het onderzoek richtte zich op het vondstmateriaal uit de opgravingen in Ezinge die door prof. A.E. van Giffen werden uitgevoerd tussen 1923 en Het bestuur van de Vereniging voor Terpenonderzoek is verheugd dat het u de resultaten van dit onderzoek nu, precies 80 jaar na het laatste opgravingsjaar, kan presenteren in dit 96ste Jaarverslag. Het materiaalonderzoek zelf kon in 2011 worden afgerond, maar de uitwerking van de vele gegevens die het onderzoek opleverde duurde aanzienlijk langer. Enkele deelstudies verschenen al in Engelstalige vakpublicaties. Dit Nederlandstalige overzicht van het volledige materiaalonderzoek bestaat uit hoofdstukken van verschillende lengte, die elk een materiaalcategorie behandelen. Omdat het materiaalonderzoek nog maar de eerste stap is op weg naar volledige uitwerking, worden de resultaten van de verschillende deelonderzoeken hier niet samengevat in een synthese. Eén voorzichtige conclusie kan hier alvast wel worden prijsgegeven: Ezinge was waarschijnlijk geen onbetekenend wierdedorpje, maar een regionaal, bestuurlijk centrum, in elk geval in de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen. De aanwijzingen daarvoor bestaan uit hoge percentages drinkbekers in de midden-romeinse tijd en Schalenurnen in de volksverhuizingstijd, doorgaande bewoning in de 4e eeuw n.c., een hoog percentage geïmporteerd, Merovingisch draaischijfaardewerk, en een aantal bijzondere goudvondsten: twee gouden munten (solidi) uit de 4e eeuw en een met almandijn ingelegde zwaardknop uit het begin van de 7e eeuw n.c. Het is, toegegeven, niet veel om zo n conclusie op te baseren. Er is dan ook nog veel meer onderzoek nodig. Het Odyssee-project was een noodzakelijke voorwaarde voor het volgende stadium: het onderzoek van de huisplattegronden, de nederzettingsstructuur en de bewoningsgeschiedenis van Ezinge. Voor dat vervolgonderzoek zijn nu dateringen beschikbaar en een overzicht van de vondsten uit grondsporen. Hopelijk zal het onderzoek in de nabije toekomst kunnen worden voortgezet. Dit boek is een mijlpaal in het bestaan van de Vereniging voor Terpenonderzoek en in het Ezingeonderzoek. Hiermee wordt eindelijk de belofte ingelost die impliciet werd gedaan toen Van Giffen met morele en financiële steun van de Vereniging zijn onderzoek in Ezinge begon. En dan in hun geheel, de titel van dit boek, verwijst naar het citaat van Van Giffen bovenaan dit voorwoord. Aanvankelijk, zoals blijkt uit dit citaat, was hij van plan om de resultaten als geheel te publiceren, maar naarmate de tijd voortschreed en de schaal van de opgravingen toenam, raakte dat voornemen op de achtergrond. Hij slaagde er niet in de resultaten van het onderzoek in Ezinge volledig te publiceren. Van Giffen had niet de beschikking over digitale databases die voor de verwerking van zoveel gegevens onontbeerlijk zijn, en hij miste bovendien de kennis over het vondstmateriaal, in het bijzonder het handgevormd aardewerk, waarover wij tegenwoordig beschikken. Het is alleen al daarom goed te begrijpen dat het indertijd niet tot volledige uitwerking en publicatie kwam. Dat heeft tot gevolg dat de kennis over het verleden die we aan de opgravingen in Ezinge hebben overgehouden in feite gering is. Alleen over de huizen uit de ijzertijd en de Romeinse tijd weten we sinds Ezinge heel wat meer. De betekenis die binnen de Nederlandse archeologie aan de opgravingen in Ezinge wordt gehecht, heeft echter vrijwel mythische proporties aangenomen. Door deze publicatie worden de opgravingen in de wierde Ezinge terug in de realiteit geplaatst. De schilder Henk Helmantel schilderde voor de expositie Helmantel: Oudheden en erfgoed als inspiratie in het museum Wierdenland te Ezinge in 2014 twee stillevens, waarvoor aardewerk uit Ezinge

8 Voorwoord model stond. Een van die schilderijen is afgebeeld op de omslag van dit boek. Het is niet zomaar een afbeelding van een paar oude potten, maar een groepsportret. In dit portret is de hele geschiedenis van het aardewerk zichtbaar: de vormen, de kleur en de vlekken die tijdens het bakken van de potten zijn ontstaan, vingertopindrukken op een rand, roetvlekken op kookpotten, het heel lichtroze van een door en door verbrande bakplaat, breuklijnen en zelfs geverfde gips van de restauratie die na de opgraving werd uitgevoerd. Dit aardewerk heeft persoonlijkheid en een huid. Het schilderij licht het aardewerk uit, waardoor je het beter ziet dan op een archeologische aardewerktekening of op een foto. Zelfs het aanraken van een pot maakt niet zo veel indruk. Het schilderij laat zien dat het verleden via deze potten weliswaar nog aangeraakt kan worden, maar tegelijk ook mysterieus en ongrijpbaar is. Dat is iets wat kunst kan doen. Dit boek probeert het verleden dichterbij te halen in een reeks van materiaalstudies. Daarbij hebben we geprobeerd om via het materiaal dichter bij de mensen te komen die de voorwerpen gemaakt en gebruikt hebben. Toch blijft de ongrijpbaarheid. De nieuwe inzichten in het leven van de bewoners van Ezinge, die deze studie heeft opgeleverd, kunnen nooit meer zijn dan hypotheses die we door nieuw onderzoek misschien ooit weer moeten laten varen of aanpassen. Dat is nu eenmaal hoe de wetenschap werkt. Ik bedank Henk en Babs Helmantel voor hun toestemming voor het gebruik van het schilderij voor de omslag van dit boek. Ik bedank ook NWO, het Groninger Instituut voor Archeologie van de Rijksuniversiteit Groningen, het Noordelijk Archeologisch Depot in Nuis en het Groninger Museum, die dit onderzoek financieel en praktisch mogelijk hebben gemaakt, het project Land van Ontdekkingen, waardoor ik ook in 2012 nog aan het project kon werken, en het museum Wierdenland te Ezinge dat in 2012 de tentoonstelling Ezinge in scherven en botten; de archeologische vondsten van Van Giffen onder de loupe mogelijk maakte. De rechten van de opgravingsfoto s en de veldtekeningen uit Ezinge die in deze uitgave zijn gebruikt, berusten bij het Groninger Instituut voor Archeologie van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG/GIA). Wij begonnen dit project met een klein groepje onderzoekers: behalve ikzelf waren dat Wietske Prummel, Egge Knol en Tineke Volkers. In de loop van 2011 hebben ook anderen belangeloos, maar gedreven door enthousiasme, deelstudies uitgevoerd: Wil van Bommel-van der Sluijs, Harry Huisman, Lykke Johansen, Dick Stapert en Inger Woltinge. Enkele studenten namen een deel van het onderzoek voor hun rekening in het kader van hun studie: Susanne Manuel, Mirjam Post en Sophie Thasing. Ernst Taayke en Michiel Rooke van het Noordelijk Archeologisch Depot in Nuis hebben vele uren gestoken in het tevoorschijn halen van vondsten en het lokaliseren van vermiste voowerpen. Zelfs een compleet paardengraf, waarvan de verbijfplaats lange tijd onbekend was, hebben zij nog vlak voor het verschijnen van dit boek weten terug te vinden. In de loop van het project hebben ook vele anderen op allerlei manieren een bijdrage geleverd: Marcella Blom, Siebe Boersma, Frans Geubel, Hella Hollander, Anko Immink, Mirjam Los-Weijns, Kirsten van der Ploeg, Gert van Oortmerssen, Daan Raemaekers, Bert Tuin, het bestuur en de medewerkers en de vrijwilligers van het Museum Wierdenland te Ezinge. De vele stimulerende discussies met de leden van het Terpencentrum van de Rijksuniversiteit Groningen waren belangrijk voor de inhoud van dit boek. Deze publicatie kon tot stand komen dankzij financiële ondersteuning door het Groninger Huis voor de Cultuur, de Stichting Nederlands Museum voor Anthropologie en Praehistorie (SNMAP) en de gemeente Winsum. Annet Nieuwhof 8

9 3 Importaardewerk in Ezinge. Uitwisseling en sociaal-politieke structuur in de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen Sophie Thasing en Annet Nieuwhof 1. I n l e i d i n g Tijdens de opgravingen in Ezinge is niet alleen veel handgevormd aardewerk gevonden, maar ook een beperkte hoeveelheid draaischijfaardewerk. Het is afkomstig uit grondsporen die dateren vanaf de midden-romeinse tijd. Aan terra sigillata en ander Romeins importaardewerk uit Ezinge is een afzonderlijk deelonderzoek gewijd. 1 Het overige draaischijfaardewerk uit Ezinge wordt hieronder besproken. Draaischijfaardewerk uit Noord-Nederlandse opgravingen is nog weinig onderzocht en gepubliceerd. De herkomst en datering van het zogenaamde terra nigraachtige aardewerk zijn nog altijd onzeker. Voor het Merovingische draaischijfaardewerk geldt dat er nauwelijks overzichten uit nederzettingen beschikbaar zijn. Om die reden moet voor determinaties gebruik worden gemaakt van typologieën die zijn gebaseerd op grafvondsten uit het Duitse Rijnland. Uit nog ongepubliceerd draaischijfaardewerk uit de terpopgraving Wijnaldum- Tjitsma ( ) blijkt dat de dateringen hiervan op grond van de context redelijk goed overeenkomen met de Rijnlandse dateringen. 2 Uit de contextdateringen op grond van het handgevormd aardewerk en de stratigrafie zal moeten blijken of dat ook geldt voor Ezinge. Het draaischijfaardewerk uit Ezinge is vrijwel zeker niet lokaal gemaakt en moet dus zijn geïmporteerd. Wanneer de herkomst bekend is, kunnen supraregionale netwerken en contactroutes worden gereconstrueerd. Draaischijfaardewerk vormt een veel kleinere vondstcategorie dan handgevormd aardewerk. Het vormde kennelijk maar een klein deel van het huisraad vanaf de Romeinse tijd. Men kan zich afvragen waarom het draaischijfaardewerk eigenlijk naar Ezinge is gehaald of gebracht; de inwoners van Ezinge produceerden immers tot in de late middeleeuwen zelf handgevormd aardewerk. Het doel van dit onderzoek is meer inzicht 1 Zie Volkers, hoofdstuk 4 deze bundel.. 2 Voor dit onderzoek stelden Jan de Koning en Danny Gerrets hun nog ongepubliceerde overzicht van het draaischijfaardewerk uit Wijnaldum beschikbaar (Gerrets & De Koning ongepubl.; De Koning in voorber.). te verkrijgen in de rol die draaischijfaardewerk speelde in het bestaan van de wierdebewoners. Bovendien maakt het duidelijk wat het belang is van draaischijfaardewerk bij het onderzoek naar samenlevingen. 2. M e t h o d e Naast het opgravingsvondstnummer (vnr.) kreeg elke afzonderlijke pot een eigen individunummer (id.), in volgorde van onderzoek. Een aardewerkindividu bestaat uit alle scherven die behoren tot dezelfde pot. Een volledig nummer van een aardewerkindividu is een combinatie van het vondstnummer en individunummer (bv ). Omdat de vondstnummers tot en met 108 in Ezinge meerdere keren zijn uitgegeven, worden bij die lage nummers ook het jaar en de maand van inschrijving vermeld. Enkele aardewerk individuen zonder vondstnummer hebben alleen een individunummer. De verschillende eigenschappen van het aardewerk, zoals de kleur, het baksel (de hardheid, het type en de mate van fijnheid van de magering), afmetingen, de afwerking van het oppervlak (ruw-glad/gepolijst) en de versiering, zijn vastgelegd per aardewerkindividu. Het materiaal is gedetermineerd en gedateerd op basis van verschillende publicaties. Een deel van het draaischijfaardewerk uit Ezinge behoort tot het zogenaamde terra nigra-achtige aardewerk. Het is voor Noord-Nederland voor het eerst beschreven door Van Es in zijn publicatie over Wijster, later door Galestin voor Wijnaldum en Midlaren-De Bloemert. 3 Belangrijke standaardwerken over de vroegste vormen van ruwwandig aardewerk zijn de publicaties van Unverzagt (1916) en Oelmann (1914). Deze beschrijven het aardewerk uit Romeinse castellae. De meeste andere publicaties behandelen alleen materiaal uit graven. Een voorbeeld hiervan is de publicatie van Pirling et al. (2003) over de grafvelden te Krefeld-Gellep (Duitsland), waarin de vormenvariatie uit deze vroegste periode in de 3 Van Es 1967; Galestin 1999 (Wijnaldum), 2008 (Midlaren-De Bloemert).

10 Thasing en Nieuwhof midden-romeinse tijd in beeld wordt gebracht. Het overzicht van aardewerkvondsten in het productiecentrum Mayen door Redknap (1999) draagt bij aan een beter begrip van zowel vroeg als later ruwwandig aardewerk. Böhner legde de basis voor de typologische indeling van laat-romeins en Merovingisch aardewerk aan de hand van grafvondsten uit het beneden Rijnland (Duitsland). 4 In de afgelopen decennia is deze indeling aangevuld, nauwkeuriger gedateerd en deels herzien. De meest actuele typologie is te vinden in de publicaties van Siegmund. 5 Voor het identificeren van Karolingisch aardewerk en laat- en post-middeleeuws aardewerk is gebruik gemaakt van verschillende publicaties. 6 De typologische indeling van laat-romeins en Merovingisch importaardewerk uit de terpopgraving Wijnaldum-Tjitsma is ook voor de determinatie van draaischijfaardewerk uit Ezinge geschikt gebleken. 7 Gerrets en De Koning hebben veelal bestaande aardewerktypen onderverdeeld en gedateerd op basis van de stratigrafie van Wijnaldum. Indien mogelijk zijn daarom de type-aanduidingen van Gerrets en De Koning gebruikt voor het aardewerk uit de Merovingische periode, in de hoop dat publicatie van hun typologie deze aanduidingen te zijner tijd voor iedereen toegankelijk zal maken. Tabel 1. Overzicht van het onderzochte draaischijfaardewerk uit Ezinge, per soort fragment. fragment aantal aardewerkindividuen % Rand 24 30,4 Steel 1 1,3 Wand 32 40,5 Bodem 16 20,3 Meer dan één soort fragment 6 7,6 Tabel 2. Het in Ezinge gevonden draaischijfaardewerk per periode. datering (n.c.) 4 Böhner Siegmund 1998; Nieveler & Siegmund Van Es & Verwers 1980, 2009; Verhoeven 1998; Bartels 1999; Gawronski et al Gerrets & De Koning, ongepubliceerd. 3. R e s u l t a t e n 3.1 Inleiding Totaal In het aardewerk zijn 79 individuen met een totaalgewicht van 7,9 kilo onderscheiden. Van de 79 verschillende aardewerkindividuen hebben er 16 een bodem, 24 een rand of fragmenten daarvan en 32 individuen bestaan uitsluitend uit wandfragmenten (tabel 1). Van zes individuen zijn verschillende rand-, wand- en bodemfragmenten aanwezig. In een enkel geval is alleen een steel overgebleven. Hieronder worden de verschillende aardewerksoorten en typen behandeld per tijdseenheid (tabel 2). Opvallend is het hoge percentage individuen met rand- of bodemfragmenten, terwijl bij compleet vaatwerk het overgrote deel van het oppervlak gewoonlijk bestaat uit wand. Deze oververtegenwoordiging van onderdelen waarvan de vorm is af te leiden, is ongetwijfeld niet veroorzaakt door de manier van afvalscheiding van de terpbewoners, maar het gevolg van bewuste selectie door de opgravers. Veel wandfragmenten die tijdens de opgraving niet aan een bodem of rand konden worden gepast, zijn kennelijk niet meegenomen. Een soortgelijk patroon is herkenbaar in het inheemse, handgevormde aardewerk en ook het botmateriaal is selectief verzameld, getuige het opmerkelijk hoge aantal Romeinse tijd, 100-ca Merovingische periode, ca Overgangsperiode Merovingisch-Karolingisch, ca Karolingische periode, ca Ottoonse periode en later, vanaf ca Totaal 79 aantal werktuigen van bot. 8 Niet alleen door de selectieve verzamelwijze is materiaal voor het onderzoek verloren gegaan, maar ook door de locatie van de opgraving ontbreekt informatie. De opgraving concen treerde zich in het centrum van de wierde, waar bewoningsresten uit de ijzertijd en de Romeinse tijd volop aanwezig waren. In de vroege middeleeuwen bevond de nederzetting zich niet langer in het centrum van de wierde, maar daarbuiten, op de flank, in het deel van de wierde dat commercieel werd afgegraven. 9 Nederzettingssporen die daarbij aan het licht kwamen, zijn veelal ongedocumenteerd vergraven. Een relatief groot aantal middeleeuwse vondsten moet hierdoor verloren zijn gegaan. Ook na de opgraving zijn nog gegevens verdwenen. Een deel van het aardewerk is na de opgraving gerestaureerd. Daarna was het jarenlang opgeslagen. Scherven met lijmresten tonen aan dat gerestaureerd aardewerk soms weer uit 8 Zie de betreffende bijdragen in deze bundel. 9 Van Giffen 1936; zie ook fig. 12 in hoofdstuk1 in deze bundel. 130

11 Importaardewerk in Ezinge Fig. 1 Terra nigra-achtig aardewerk in Ezinge : secundair doorboorde bodem. Schaal 1:3. Tek./foto s: auteurs. elkaar is gevallen; daarbij zijn fragmenten zoek geraakt. Hetzelfde gebeurde overigens ook met handgevormd aardewerk. 3.2 Romeinse tijd: terra nigra-achtig aardewerk Naast terra sigillata en ander importaardewerk uit het Romeinse Rijk werd in de Romeinse tijd terra nigraachtig aardewerk ingevoerd in Ezinge. Terra nigra-achtig aardewerk is een overkoepelende term voor blauwgrijs draaischijfaardewerk, waarin zowel invloeden van Romeinse aardewerk als van de inheemse, Germaanse aardewerktraditie herken baar zijn. De herkomst van dit aardewerk is onzeker en de naamgeving van dit reducerend gebakken aardewerk kan per publicatie verschillen. In eerste instantie werd het aangeduid als Belgische waar. 10 Later raakten andere benamingen in zwang, gebaseerd op de gepostuleerde herkomst van het aardewerk, zoals kustaardewerk, Waaslands aardewerk en meest recent Low Lands ware I en Batavian grey ware. 11 Omdat geen onbetwistbare bewijzen van productiecentra voor handen zijn, wordt hieronder de verzamelnaam terra nigra-achtig aangehouden. De verspreiding van het aardewerk concentreert zich rond de Romeinse limes, maar het komt ook veelvuldig 10 Holwerda Van Kerckhove 2009, 127; ollins Collins et al. 2009, voor in het vrije Germanië. Regionale verschillen in het terra nigra-achtig aardewerk doen vermoeden dat productiecentra hun eigen afzetgebied voorzagen van dit aardewerk. 12 Hermsen voert bijvoorbeeld aannemelijke argumenten aan voor productie in Salland. 13 Helaas ontbreken zowel daar als op andere veronderstelde productieplaatsen overtuigende aanwijzingen, zoals ovens die kunnen worden geassocieerd met misbaksels. 14 Ten noorden van de Rijn bestaan de terra nigraachtige vormen voornamelijk uit voetbekers. Met name in Noord-Nederland lijkt een groot deel van de voetbekers sterk op lokaal vervaardigde, handgevormde bekers (situlae). 15 Dat geldt ook voor het terra nigra-achtige aardewerk uit Ezinge. Of de terra nigra-achtige bekers lokale pottenbakkers inspireerden tot deze vormen of andersom, is onduidelijk. Het is onwaarschijnlijk dat dit draaischijfaardewerk in het terpen- en wierdengebied werd gepro duceerd; het aandeel in het gehele assemblage nederzettingsaardewerk is daarvoor te klein. Dat geldt overigens voor al het hier besproken draaischijfaardewerk. Alle gedetermineerde vormen uit Ezinge (tabel 3) zijn trechtervormige bekers, op één uitzondering na, (fig. 1). Dat is een fragment in een afwijkend 12 Galestin 2008, 332; Hermsen 2007, Sier 1999, Zie bv. fig. 26 (type K5b) in het hoofdstuk over handgevormd aardewerk, deze bundel. 131

12 Thasing en Nieuwhof Tabel 3. Terra nigra-achtig aardewerk in Ezinge. vnr.-id. fragment type datering (n.c.) datering context (n.c.) bodem beker 2e-begin 5e eeuw 2e-3eeuw bodem beker 2e-begin 5e eeuw 3e eeuw bodem beker 2e-begin 5e eeuw 3e eeuw bodem beker 2e-begin 5e eeuw 2e eeuw 4-9 rand/wand beker Chenet 342 eind 3e-5e eeuw 4e-5e eeuw rand beker Chenet 342 eind 3e-5e eeuw 3e-5e eeuw rand kom 4e eeuw 3e-4e eeuw rand indet 2e-begin 5e eeuw 4e-5e eeuw baksel, afkomstig van een kom van een type dat ook is aangetroffen in Wijnaldum, in een context uit het begin van de 4e eeuw. 16 Deze datering is in overeenstemming met de contextdatering van het fragment uit Ezinge. Van de vijf bekers kunnen er twee worden toegeschreven aan het type Chenet 342. De Chenet 342 wordt vaak beschouwd als een gidsartefact voor de 4e eeuw, maar het type komt waarschijnlijk al voor vanaf het begin van de 3e eeuw en is tot in de 5e eeuw in gebruik. 17 Van het overige terra nigra-achtige aardewerk is in slechts één geval een kleine randscherf aanwezig (829-63). De andere zijn alleen door bodem- en wandscherven vertegenwoordigd. Eén van de bodems, (fig. 1), heeft een secundaire doorboring, waarvan de functie onbekend is. Dergelijke voetbekers werden waarschijnlijk al in de 2e eeuw geproduceerd. 18 Deze vroege datering wordt ondersteund door de contextdatering van (fig. 1), die is gevonden met een aanzienlijke hoeveelheid aardewerk uit de 1e en begin 2e eeuw. 3.3 Merovingische periode (ca ) Typologie In het Merovingische draaischijfaardewerk uit Ezinge zijn typen gedetermineerd die zijn beschreven door Gerrets en De Koning, op basis van het materiaal en de fasering van de opgravingen in Wijnaldum-Tjitsma. 19 De verschillende typen die zij hebben onderscheiden, worden aangegeven met afkortingen. Alle typen van Gerrets en De Koning die in Ezinge zijn herkend, vallen in hun categorie M, die een laat-romeinse of Merovingische datering aangeeft. Draaischijf aardewerk wordt vervolgens aangeduid met een W (van wheelturned). De afkortingen bevatten per type ook informatie over de 16 Galestin 1999, 158, fig. 2 (w91/4615). 17 Hermsen 2007, 127; Lanting & Van der Plicht 2010, Nieuwhof 2008, 130; Lanting & Van der Plicht 2010, 99; 2012, Gerrets & De Koning, ongepublceerd. vermeende functie of vorm en de datering van het aardewerk. Typen daarbinnen zijn onderscheiden met een letter en subtypen met een cijfer. De keuze voor een indeling naar functie kan verwarrend zijn. Overwegend ruwwandige en betrekkelijk grote potten binnen hun typologie, waaronder de typen die zijn herkend in het materiaal van Ezinge, zijn aangeduid als kookpot (I). Deze categorie bestaat voor een groot deel uit verschillende zogeheten Wölbwand-potten. Gerrets en De Koning merken daarbij op dat de functie van kookpot niet per se verbonden hoeft te zijn geweest aan elke pot van dit type. De als kookpot aangemerkte typen verschillen onderling nogal in omvang. Sommige zijn qua grootte vergelijkbaar met biconische potten (knikwandpotten), die als aparte categorie worden onderscheiden en waaraan blijkbaar geen kookfunctie wordt toegeschreven Ruwwandig aardewerk Ruwwandige aardewerk voelt ruw aan, omdat de klei is gemagerd met veel zand. Vermoedelijk komt het vooral uit Mayen en omgeving, in het Duitse Rijngebied, maar ook op andere plaatsen kan dit aardewerk zijn geproduceerd. In Nederland zijn aanwijzingen voor de productie van ruwwandig aardewerk gevonden in de buurt van Nijmegen (Beek/Ubbergen), in Kessel/Hout en in Maastricht. 20 Hoewel in Mayen het zwaartepunt van ruwwandig aardewerk ligt bij de vroegmiddeleeuwse productie, is het niet onmogelijk dat een aantal individuen uit Ezinge uit de Romeinse tijd dateert. Ruwwandig aardewerk werd in Mayen geproduceerd vanaf het einde van de 3e eeuw, op andere plaatsen in het Duitse Rijngebied zelfs al in de 2e eeuw. 21 Romeins en Merovingisch ruwwandig aardewerk verschillen onderling vooral in de vorm en de wijdte van de rand ten opzichte van de rest van de pot. De buik van Romeins ruwwandig aardewerk is doorgaans boller dan van Merovingisch aardewerk, en de potten 20 Verhoeven 1993, Redknap 1999,

13 Importaardewerk in Ezinge Tabel 4. Ruwwandig draaischijfaardewerk uit de Merovingische periode in Ezinge. Alle onderstaande typen zijn Wölbwand-potten. GK: type uit de ongepubliceerde typologie van Wijnaldum door Gerrets en De Koning, met de dateringen op grond van de Wijnaldum-stratigrafie. vnr.-id. fragment type datering (n.c.) datering context (n.c.) rand GK MWIG1 6e-7e eeuw ca compleet profiel Pot met dekselgeul, GK MWIA2 tweede helft 5e-7e eeuw tweede helft 5e eeuw rand GK MWIF4 6e eeuw 5e eeuw rand GK MWIG1 6e-7e eeuw? rand/wand GK MWIG1 6e-7e eeuw? rand GKWIE4 6e eeuw 5e-6e eeuw bijna compleet GK MWIG1 6e-7e eeuw 5e-7e eeuw rand GK MWIF3 6e eeuw vroege middeleeuwen rand/wand GK MWIE2c 6e eeuw 5e-6e eeuw rand/wand GK MWIE2b 6e-begin 7e eeuw 5e-6e eeuw rand/wand GK MWIE2/3 6e-begin 7e eeuw 5e-6e eeuw rand GK MWIE2c 6e eeuw 4e eeuw rand GK MWIA ca rand GK MWIA e-7e eeuw rand GK MWIA e-7e eeuw zijn overwegend nauwmondig. Veel Merovingische potten zijn tonvormig. Ze zijn wijdmondiger en hebben in verhouding een minder bol lichaam met steilere wanden dan veel aardewerk in de voorgaande periode en de latere Karolingische periode. In tegenstelling tot Merovingische ruwwandige aardewerk, heeft ruwwandig aardewerk uit de laat-romeinse tijd vaak duidelijke draairingen aan de binnenzijde van de wand. 22 Laat-Romeins ruwwandig aardewerk wordt boven de grote rivieren nauwelijks aangetroffen. In de noordelijke helft van Nederland is slechts een klein aantal vindplaatsen bekend, waarvan de meest noordelijke in Overijssel. Dat maakt de import van ruwwandig aardewerk naar Ezinge in de laat-romeinse tijd minder waarschijnlijk. In de Merovingische periode komt ruwwandig aardewerk ook boven de rivieren voor, met name in de noordelijke kustprovincies. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat deze verspreidingsgebieden van ruwwandig laat-romeins en Merovingisch aardewerk zijn gekarteerd in de jaren 1990 en dus niet de actuele stand van het onderzoek vertegenwoordigen. 23 Op basis van de vorm past geen van de gedetermineerde ruwwandige vormen uit Ezinge in de vroege productieperiode van dit aardewerk. Eén ruwwandige scherf uit Ezinge, (fig. 2) is afkomstig uit een context die op grond van ruim 9 kg handgevormd aardewerk gedateerd wordt in de 4e eeuw. 24 De vorm van de rand is echter vrijwel zeker vroegmiddeleeuws. Tot hetzelfde vondsnummer 22 Redknap 1999, 59; Redknap 1999, 347 (Abb. 101); 350 (Abb. 102). 24 In tegenstelling tot andere terpen en wierden bleef Ezinge bewoond in de 4e eeuw; zie Nieuwhof behoort ook een scherf van een kan uit de 12e of 13e eeuw. Mogelijk zijn deze beide scherven afkomstig uit een latere ingraving in het grondspoor, die tijdens de opgraving niet is herkend. Al het gedetermineerde ruwwandige aardewerk van Ezinge uit de Merovingische periode bestaat uit Wölbwand-potten (tabel 4). Dit zijn wijdmondige potten met relatief steile wanden, soms iets gebold, en gekenmerkt door een kommavormige -rand. Daaronder bevindt zich een min of meer tonvormige pot met een dekselgeul, die afkomstig is uit een context uit de tweede helft van de 5e eeuw (194-35, fig. 2). De vorm is een voortzetting van een laat-romeins ontwerp, waarbij bolle potten werden voorzien van een dekselgeul. Potten met een dekselgeul werden in Mayen geproduceerd van de 5e tot de 7e eeuw. Wölbwand-potten komen nog voor tot in het begin van de 8e eeuw, zowel in de pottenbakkersnederzetting Mayen als elders in graven. 25 Dergelijke late typen zijn in Ezinge niet aangetroffen. De vroegste exemplaren daar (o.a , fig. 2) dateren op grond van geassocieerd aardewerk vermoedelijk uit het begin van de 6e eeuw. Binnen het ruwwandige draaischijfaardewerk van Ezinge zijn vormen onderscheiden uit de typologie van Gerrets en De Koning (zie boven). De pot met dekselgeul kan worden gedefinieerd als type MWIA2. 26 Drie randen die zijn herkend als type MWIA4 ( , 25 Redknap 1999, 28, 72, , 198; Nieveler & Siegmund 1999, Gerrets & De Koning, ongepubliceerd. Omdat type MWIA2 aantoonbaar niet is gebruikt als pot met dekselgeul, is deze hier onder de Wölbwand-potten geschaard (tabel 5). 133

14 Thasing en Nieuwhof Fig. 2 Ruwwandig aardewerk uit Ezinge. Schaal 1:3. Tek./foto s: auteurs. 134

15 Importaardewerk in Ezinge Fig. 3 Knikwandpotten uit Ezinge. Schaal 1:3. Tek./foto s: auteurs. Fig. 4. Draaischijfaardewerk uit de periode : 632/441-16, scherven van een Gittermuster-kan; , deel van een Gittermuster-pot. Bolpot uit de Karolingische periode (id. 28). Schaal ca. 1:3. Foto s: auteurs. 135

16 Thasing en Nieuwhof Tabel 5. Knikwandpotten uit de Merovingische periode in Ezinge. vnr.-id. fragment datering (n.c.) datering context (n.c.) rand/wand 5e-7e eeuw vroege middeleeuwen wand/bodem laat 6e-begin 7e eeuw vroege middeleeuwen wand laat 6e-begin 7e eeuw rand/wand tweede helft 5e-begin 7e eeuw? rand/wand tweede helft 5e-begin 6e eeuw 5e-6e eeuw wand laat 6e-begin 7e eeuw 5e-6e eeuw id 83 (E29) wand laat 6e-begin 7e eeuw - id 7 (2010-VI.450) wand laat 6e-begin 7e eeuw en , fig. 2) lijken op randen van potten met dekselgeul. Waar de vrij diepe geul in de rand van type MWIA2 lijkt te zijn ontworpen om een deksel in op te vangen, wordt dit bij de drie randen van MWIA4 echter verhinderd door weinig diepte van de slechts lichte kromming in de rand. De niet-functionele randen van MWIA4 kunnen waarschijnlijk als een typologisch rudiment van oudere, functionele dekselgeulen worden beschouwd. De MWIA2 die in Ezinge is aangetroffen, is overigens aan de bovenkant van de rand smaller dan de dekselgeul, waardoor ook deze niet functioneel zal zijn geweest. Sporen van gebruik van de geul ontbreken. Waarschijnlijk is dit een laat exemplaar van het type. Mogelijk is hij gelijktijdig met Wölbwand-potten uit de 6e eeuw Gladwandig aardewerk De zogenaamde knikwandpotten behoren tot het gladwandige aardewerk uit de Merovingische periode. Dit aardewerk is met minimaal acht individuen vertegenwoordigd (tabel 5); drie scherven ondetermineerbaar gladwandig aardewerk zijn waarschijnlijk ook van knikwandpotten. De acht individuen hebben een horizontale versiering op het bovenste gedeelte van de wand, zoals gebruikelijk bij knikwandpotten. Radstempelversiering met geometrische motieven komt op drie potten voor. Dit soort decoratie is waarschijnlijk overgenomen van laat terra sigillata-aardewerk met geometrische radstempelversiering, dat overigens eveneens in Ezinge is aangetroffen. 27 De reducerend gebakken knikwandpotten staan in de traditie van het terra nigra-achtige aardewerk 28 ; de vorm is ook verwant aan de handgevormde Schalenurnen uit de 4e en 5e eeuw. 29 De geknikte wand was een kenmerk van verschillende soorten handgevormd aardewerk die aan de knikwandpotten vooraf gingen. 27 Zie Volkers, deze bundel hoofdstuk Nieveler & Siegmund 1999, Lanting & Van der Plicht 2010, Er is onduidelijkheid over de herkomst van knikwandpotten. In ieder geval werden ze vervaardigd in Mayen, en waarschijnlijk ook elders in het Duitse Rijngebied. 30 De versieringselementen van knikwandpotten uit Mayen komen echter niet overeen met die van Ezinge. Bovendien zijn de meeste knikwandpotten in Noord-Nederland nauwmondig. 31 Dat zou kunnen wijzen op regionale productie buiten het Rijngebied. De mate van regionale variatie is voor veel regio s nog niet onderzocht. Knikwandpotten kunnen op basis van de typologische indeling door Nieveler en Siegmund worden gedateerd van de 5e tot ongeveer de eerste helft van de 7e eeuw. 32 De knikwandpotten met radstempelversiering behoren daarbinnen tot de laatste fase, de late 6e eeuw tot begin 7e eeuw (vanaf Rheinland fase 7 tot fase 8). Het is niet mogelijk deze dateringen aan te scherpen aan de hand van contextdateringen van de vondsten uit Ezinge. 3.4 Overgang Merovingsche-Karolingische periode (ca ) In de publicaties over Dorestad wordt een aantal typen beschreven dat zowel laat-merovingisch als vroeg-karolingisch kan zijn. 33 Ook in Ezinge zijn enkele van deze typen gevonden: WIII (kookpotten), WVIIA (een kan), WV (gesmoorde waar) en WVI (eveneens gesmoord, reducerend gebakken aardewerk, naar de versiering ook wel Gittermuster genoemd). Het is nog onduidelijk waar het gesmoorde aardewerk werd geproduceerd. Van Es en Verwers merken op dat dit aardewerk vooral voorkomt in Nederland, wat doet vermoeden dat het hier is geproduceerd; vondsten van ovens en misbaksels ondersteunen dit (nog) niet. 34 Verhoeven is specifieker en 30 Redknap 1999, Knol 1993, Nieveler & Siegmund 1999, Van Es & Verwers 1980; Van Es & Verwers 1980,

17 Importaardewerk in Ezinge Tabel 6. Draaischijfaardewerk uit Ezinge vanaf ca aardewerksoort vorm aantal datering Pingsdorf indet protosteengoed indet steengoed Langerwehe-kan indet Andenne bolvormige pot met manchetrand grijsbakkend kan roodbakkend dekselfragment steel van steelpan Totaal 8 vermoedt dat het ergens langs de Maas werd gemaakt. 35 In het pottenbakkers centrum Mayen werd ook gesmoord aardewerk vervaardigd, maar dit komt qua vorm niet overeen met het materiaal uit Ezinge. 36 Wat de datering betreft doet de vlakke bodem van WVI denken aan aardewerk uit de Merovingische periode, terwijl het betrekkelijk harde baksel aannemelijk maakt dat het werd geproduceerd in de 8e eeuw. Type WVI wordt daarom gedateerd in deze overgangsperiode, evenals WV. In Ezinge zijn vier fragmenten van type WVI gevonden en enkele scherven van een Gittermuster-kan (632/441-16, fig. 4). Deze laatste is gevonden met een grote hoeveelheid vroeg kogelpotaarde werk, dat dateert uit de Karolingische periode. Het randfragment WVIIA uit Ezinge (880-70, niet afgebeeld) behoort tot een gladwandige kan, waarschijnlijk geïmporteerd uit het Duitse Rijnland in dezelfde periode als de typen WV en WVI. 37 De context van deze vondst is onzeker. Ook de bolpot, type WIII, komt al in de Merovingische periode voor, al ligt het zwaartepunt van het gebruik in de Karolingische periode. De productie begon waarschijnlijk in oudere productiecentra, zoals Mayen, en werd vervolgens overgenomen door andere pottenbakkerscentra, waaronder Badorf. 3.5 Karolingische periode (ca ) Vanaf de Karolingische periode werden pottenbakkerscentra in de omgeving van Keulen (het Vorgebirge) toonaangevend in de exportproductie. Het betreft Badorf tijdens de Karolingische periode, en onder andere Pingsdorf, Langerwehe en Siegburg in de Ottoonse tijd en late middeleeuwen. Mayen bleef tot in de late middeleeuwen/begin nieuwe tijd aardewerk produceren, maar werd minder actief op het gebied van export. Zes wandscherven uit Ezinge zijn afkomstig uit Badorf. Ze zijn te klein om op type te worden gedetermineerd. Behalve 35 Verhoeven 1998, Redknap 1999, 79-90, Van Es & Verwers 1980, 94; 152. deze scherven zijn er verschillende ongenummerde scherven van een bolpot (type WIII), die hoogstwaarschijnlijk afkomstig is uit Badorf. De context van deze bolpot (id. 28, fig. 4) is niet bekend. 3.6 Ottoonse periode, late middeleeuwen en nieuwe tijd (vanaf ca. 900) Er is relatief weinig aardewerk uit de periode vanaf 900, als gevolg van selectief verzamelen of door de locatie van de bewoning in deze periode buiten het centrum van de wierde. Vanaf de Ottoonse periode zijn er voornamelijk kleine fragmenten van verschillende aardewerksoorten (tabel 6). Omdat het accent van deze bijdrage ligt op de Romeinse tijd en vroege middeleeuwen, zullen deze vondsten hier verder niet worden besproken. 4. D i s c u s s i e 4.1 Het aandeel draaischijfaardewerk In de discussie over het belang van draaischijfaardewerk binnen het totale aardewerkspectrum is het percentage draaischijfaardewerk van belang. Binnen de totale hoeveelheid aardewerk uit Ezinge vormt het draaischijfaardewerk slechts een klein percentage: 1,7% van in totaal fragmenten uit alle bewoningsperiodes. Wanneer we ons beperken tot bewonings periodes waarin draaischijfaardewerk daadwerkelijk een rol speelde, de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen, dan liggen de percentages echter aanzienlijk hoger. Tabel 7 geeft de aantallen aardewerkindividuen en de bijbehorende percentages draaischijfaardewerk weer. In de aantallen is niet alleen het hier behandelde draaischijfaardewerk opgenomen, maar ook het Romeinse importaardewerk. 38 De 182 fragmenten terra sigillata en ander importaardewerk behoren tot 159 aardewerkindividuen. Als deze mee worden gerekend, is het percentage 38 Zie Volkers, deze bundel. 137

18 Thasing en Nieuwhof Tabel 7. Het percentage draaischijfaardewerk per periode in Ezinge. H: handgevormd; D: draaischijfaardewerk. Aantallen hebben betrekking op aardewerkindividuen. Het aantal uit de Romeinse tijd is inclusief terra sigillata. periode (n.c.) aantal H aantal D totaal (100%) % D 2e-5e eeuw (Romeinse tijd en volksverhuizingstijd) % 6e-9e eeuw (vroege middeleeuwen) % waarvan Merovingische periode % Karolingische periode % draaischijfaardewerk in de periode van de 2e tot de 5e eeuw 17%. In de Merovingische periode is 30% van al het gebruikte aardewerk geïmporteerd draaischijfaardewerk en in de Karolingische periode 16%. Dat is gemiddeld 24% voor de periode van de 6e tot de 9e eeuw. Het meerekenen van alle, vaak bewerkte, terra sigillata-scherfjes is overigens misschien niet terecht. Het is mogelijk dat ze werden geïmporteerd als grondstof en niet als serviesgoed. 39 Zonder terra sigillata is het percentage draaischijfaardewerk van de 2e tot de 5e eeuw slechts 2,3%. Een tweede mogelijke vertekening wordt veroorzaakt door het selectief verzamelen. Misschien werd er naar verhouding meer draaischijfaardewerk verzameld dan handgevormd aardewerk en zijn de percentages daardoor te hoog. De berekening maakt in elk geval duidelijk dat draaischijfaarde werk, zeker in de vroege middeleeuwen, een niet onbelangrijke rol speelde in het totale aardewerkspectrum. Hoewel draaischijfaardewerk deel uitmaakte van het huisraad, bleef handgevormd aardewerk het meest gebruikt tot ver in de middeleeuwen. Draaischijfaardewerk werd slechts in beperkte mate geïmporteerd, wat alleen al vanwege de kosten die daaraan verbonden moeten zijn geweest begrijpelijk is. Lokale pottenbakkers gingen ook niet over op het gebruik van de draaischijf om aardewerk te maken. De technologie daarvan is tamelijk eenvoudig en lag zeker binnen de mogelijkheden van de lokale pottenbakkers. De op het eigen huishouden gerichte aardewerkproductie was echter waarschijnlijk zo klein dat het gebruik van een draaischijf weinig voordelen opleverde. 4.2 De import van draaischijfaardewerk De aanwezigheid van draaischijfaardewerk toont aan dat de wierdebewoners er een bepaalde waarde aan hechtten. De wijze waarop het aardewerk werd ingevoerd, is indicatief voor politieke en sociale verhoudingen en structuren. Draaischijfaardewerk kan op de volgende verschillende manieren in Ezinge terecht zijn gekomen: 39 Volkers, deze bundel; Nieuwhof & Volkers, in voorber. Bewoners van Ezinge kunnen het aardewerk hebben meegenomen van verre reizen. De uitwisseling van geschenken is onderdeel van het leggen of in stand houden van contacten met anderen. Draaischijfaardewerk behoort tot de mogelijke geschenken. Draaischijfaardewerk kan door handel in Ezinge terecht zijn gekomen. Verschillende vormen zijn denkbaar: -- het werd rechtstreeks door handelaren naar nederzettingen gebracht waar het werd verkocht of geruild, of het werd aangeschaft op periodieke markten; -- de handel liep via een distributiecentrum, van waaruit het gedoseerd in het achterland terechtkwam; -- draaischijfaardewerk werd verhandeld met een verhandelbare inhoud. Het transport werd naar verhouding minder kostbaar, aangezien de inhoud ook een waarde had. Daarbij kan gedacht worden aan het vervoer van goederen met een relatief lange verbruiksduur waarvan kleine hoeveelheden werden vervoerd, zoals honing. Sommige soorten aardewerk, zoals de wijnamforen uit de Romeinse tijd, werden niet vervoerd vanwege het aardewerk zelf, maar als container voor een product dat meer van belang was dan de container zelf. Het is denkbaar dat bepaalde soorten importaardewerk kenmerkend waren voor bepaalde soorten handelswaar die daarin doorgaans werden vervoerd. Het importaardewerk vormde hierbij de kwaliteitsgarantie van het product in de container. Het aardewerk kan daarbij als verpakkingsmateriaal van ondergeschikt belang zijn geweest, maar kan ook hebben bijgedragen aan een hogere waarde van het totaal. Draaischijfaardewerk kan zijn verkregen als betaling voor verrichte diensten. Door het overvallen van passerende schepen of vormen van strandjutterij zouden de bewoners van het kustgebied in het bezit van importgoederen zoals draaischijfaardewerk kunnen zijn gekomen. Deze manieren van verwerving sluiten elkaar niet uit. In de verschillende periodes zullen bepaalde 138

19 Importaardewerk in Ezinge manieren echter gangbaarder zijn geweest dan andere. Systematische piraterij kan niet volledig worden uitgesloten, maar lijkt onwaarschijnlijk gezien het kleine aantal importgoederen. Strandjutterij is mogelijk, maar is als verklaring te veel gebaseerd op toeval. Voor een verklaring van de aanwezigheid van importgoederen kijken we daarom liever naar de aard van de sociaalpolitieke netwerken waar de bewoners van Ezinge deel van uitmaakten. Het bezit van producten die afkomstig zijn uit verre streken en die een tastbaar bewijs vormen voor contacten met een ander gebied kan de sociale status van de eigenaar verhogen. De waarde die aan het product wordt toegeschreven, heeft daar uiteraard invloed op. Die waarde hangt samen met factoren als materiaal, maakwijze, herkomst en verkrijgbaarheid. De waarde van een product kan toenemen als het schaars is, bijvoorbeeld omdat het van een moeilijk verkrijgbaar materiaal wordt gemaakt, omdat het van ver komt en moeilijk transporteerbaar is, of vanwege kunstmatige beperkingen in de distributie. De manier waarop een product is verkregen, door handel, als geschenk of op een andere manier, kan bijdragen aan de waarde van het product en daarmee aan het aanzien van de eigenaar. 4.3 Romeinse tijd Handgevormd aardewerk werd vermoedelijk door de vrouwen van de nederzetting gemaakt voor hun eigen huishoudens. 40 Velen van hen waren uitstekend in staat om zowel grote kookpotten en voorraadvaten als mooi afgewerkte drinkbekers te maken. De handgevormde, trechtervormige bekers van de midden-romeinse tijd ontwikkelden zich uit inheemse vormen; ze hebben voorlopers in de kleine potten uit de late ijzertijd en de vroeg-romeinse tijd. 41 De vormontwikkeling van deze bekers in de midden-romeinse tijd is dus gebaseerd op een inheemse traditie, ook al zijn de vormen waarschijnlijk beïnvloed door Romeins draaischijfaardewerk. De handgevormde drinkbekers zijn vaak zo mooi afgewerkt dat ze nauwelijks van draaischijfaardewerk zijn te onderscheiden. Het lijkt alsof de lokale potten bakkers daarmee wilden aantonen dat ze geen draaischijf of geïmporteerd draaischijf aardewerk nodig hadden. Toch werd draaischijfaardewerk af en toe ingevoerd, vooral in de vorm van terra nigra-achtige bekers. De grootte van de scherven en het aantal scherven per aardewerkindividu doen vermoeden dat dit aardewerk 40 Zie hoofdstuk 2 over handgevormd aardewerk, deze bundel. 41 Typen K2 en K3, Taayke compleet werd ingevoerd en niet, zoals misschien terra sigillata, in de eerste plaats in de vorm van scherven. De vermoedelijke functie van de terra nigra-achtige bekers als drinkbekers bij met name ceremoniële gelegenheden met een sociaal-politiek karakter is mogelijk een belangrijke factor in de waardering van dit aardewerk. Misschien verkreeg men deze bekers via contacten met andere groepen ten noorden van de Rijn in het kader van sociaal-politieke geschenken uitwisseling. Handgevormde, inheemse, bekers en terra nigra-achtige bekers werden vermoedelijk gebruikt bij dezelfde gelegenheden. Het kan zijn dat deze laatste werden gewaardeerd boven handgevormde bekers, niet vanwege de kwaliteit van het materiaal, maar omdat ze als geschenk waren verkregen. 4.4 Vroege middeleeuwen In de vroege middeleeuwen veranderde het handgevormde aardewerk sterk van karakter. In plaats van mooi vormgegeven en afgewerkt, vaak versierd aardewerk deed het simpele, ruwe Hessens-Schortens aardewerk zijn intrede. In de 8e eeuw ontwikkelde de kogelpot zich uit de Hessens-Schortens vormen. Er is nauwelijks regionale variatie in dit aardewerk herkenbaar; dezelfde vormen zijn in een groot deel van Noordwest-Europa te vinden. Handgevormd aardewerk was kennelijk niet langer een medium waarin identiteit werd uitgedrukt; het kon waarschijnlijk zonder problemen vervangen worden door draaischijfaardewerk. Het ligt voor de hand dat de waardering van draaischijfaardewerk als gevolg hiervan veranderde. Ook in de vroege middeleeuwen gingen lokale pottenbakkers niet over op het gebruik van de draaischijf. Wel nam de hoeveelheid geïmporteerd gebruiksaardewerk in deze periode toe naar 24% van de totale hoeveelheid aardewerk. Het toch nog tamelijk geringe percentage draaischijfaardewerk heeft niet alleen te maken met de waardering van dit aardewerk, maar waarschijnlijk ook met de verkrijg baarheid. Een aanzienlijk deel van het vroegmiddeleeuwse draaischijfaardewerk werd gebruikt als kookpot. Dat blijkt uit roet en aankoeksel op maar liefst 24 van de in totaal 34 exemplaren ruwwandig aardewerk. Ruwwandig aardewerk werd kennelijk voor hetzelfde doel gebruikt als het handgevormde Hessens-Schortens aardewerk. Ook in vorm en grootte wijkt het daar niet sterk vanaf. Dat doet vermoeden dat dit geïmporteerde aardewerk op zichzelf geen statusverhogend luxeproduct was. Het is wel mogelijk dat het gewaardeerd werd boven handgevormd aardewerk vanwege het hardere en sterkere baksel, waardoor het een langere levensduur 139

20 Thasing en Nieuwhof Fig. 5 De verspreiding van Merovingisch ruwwandig aardewerk vanuit het productiecentrum Mayen (aangegeven met een ster). Naar: Redknap 1999, 350, afb Fig. 6 De verspreiding van Karolingisch draaischijfaardewerk (1) met daarbij weergegeven de handelsplaatsen van (supra)regionaal belang (2). Naar: Van Es 1990, 170, fig. 8. had. Misschien werd het verhandeld als verpakking van een exotische inhoud, zoals honing of verfstoffen. 42 Op geen van de fragmenten van de acht gladwandige knikwandpotten zijn roetvlekken of aankoeksel aangetroffen. Waarschijnlijk werden deze potten niet gebruikt als kookpot. Elders komen knikwandpotten vooral als crematie-urnen voor in graven. 43 De knikwandpotten uit Ezinge komen echter niet uit graven maar uit de nederzetting. Misschien werden ze gebruikt voor het opdienen van voedsel. De reducerend gebakken knikwandpotten staan in de traditie van het terra nigra-achtige aardewerk en de versierde, handgevormde Schalenurnen uit de 4e en 5e eeuw. Als statusverhogend luxeproduct komen knikwandpotten eerder in aanmerking dan ruwwandig aardewerk. Ze maakten mogelijk deel uit van sociale geschenkenuitwisseling, net als de terra nigra-achtige bekers in de Romeinse tijd Transport De wijze van vervoer en de herkomst zijn van invloed op de kosten en inspanningen die gepaard gingen met 42 Voor vroegmiddeleeuwse handelswaar, zie Hodges 1982, table 3, Nieveler & Siegmund 1999, 12; Waasdorp & Eimermann de import van draaischijfaardewerk, en daarmee op de materiële waarde van de goederen. Informatie over de wijze waarop dit soort aardewerk werd vervoerd, hebben we uit zowel archeologische als historische bronnen. Er zijn resten van schepen bekend met ladingen die afkomstig zijn uit het Duitse Rijnland. Deze wijzen op een gemengde vracht van maalstenen, aardewerk en mogelijk ook andere goederen, zoals wijn en hout. 44 Fragmenten van vroegmiddeleeuwse maalstenen van basaltlava zijn ook gevonden in Ezinge. De kans is groot dat ze uit een mijn in de omgeving van Mayen afkomstig zijn. 45 De aardewerkproductie in Mayen stond dus niet op zichzelf; het aanbieden van een gemengde vracht zal hebben bijgedragen aan het winstgevend maken van de verschillende producties. Schepen die deze ladingen vervoerden waren op weg naar handelsplaatsen als Dorestad, zoals de overblijfselen van een schip gevonden te Lüttingen (Duitsland), dicht bij de huidige Nederlandse grens, doen vermoeden. 46 Van daaruit werden draaischijfaardewerk en maalstenen waarschijnlijk via waterwegen verder vervoerd en naar 44 Redknap 1999, 130; Lebecq 1992, rawford Crawford et al. 1955, 68, 72-73, 75-76; Röder 1958, Het schip uit Lüttingen wordt op basis van aardewerk gedateerd in de periode van de 8e tot en met de eerste helft van de 9e eeuw (Hinz 1962, ). 140

21 Importaardewerk in Ezinge hun bestemming gebracht. Vervoer over water was eenvoudiger en sneller dan transport over land; veel nederzettingen, met name ook in het terpen- en wierdengebied, lagen aan bevaarbaar water Contactroutes, distributie en handel Uit de verspreiding van zowel Merovingisch als Karolingisch aardewerk blijkt dat de verbinding over water tussen de Rijn en het Fries-Groningse terpengebied vermoedelijk tot stand kwam via de Kromme Rijn en de voormalige Zuiderzee (fig. 5 en 6). De handel over de Rijn zal, zeker in de Karolingische periode, langs het belangrijke knooppunt Dorestad zijn gelopen. In de 8e eeuw werden de noordelijk kustgebieden geïncorporeerd in het Karolingische Rijk. Doordat niet alleen de inheemse elite, maar ook de koning en de kerk in deze periode betrokken waren bij de handel, ontstond er vermoedelijk meer ruimte voor individuele handelaren. De Friese handelaar is een bekend fenomeen uit deze periode. 47 Draaischijfaardewerk, al dan niet met inhoud, werd waarschijnlijk aangeboden op de periodieke markten van Dorestad, om van daaruit te worden verscheept naar Noord-Nederland en misschien nog verder, naar vroegmiddeleeuwse handelsplaatsen als Ribe aan de westkust van Denemarken. 48 Voor de overslag van goederen werd een tussenstop gemaakt in Medemblik. Een groot aantal geïmporteerde goederen geeft aan dat Medemblik een aanzienlijke handelsneder zetting moet zijn geweest in de Karolingische periode. 49 De opkomst van Medemblik als handelsplaats en distributiecentrum hangt mogelijk samen met het wegvallen van de macht in een regio die in de voorgaande periode een sleutelrol lijkt te hebben vervuld, namelijk noordelijk Westergo. Handel en uitwisseling hadden in de Merovingische periode een wezenlijk ander karakter dan in de Karolingische periode. In de Merovingische periode werden waarschijnlijk vooral luxe objecten uitgewisseld tussen leden van de regionale en supra-regionale elites. 50 In de omgeving van Wijnaldum was in deze periode een invloedrijke elite gevestigd, zoals blijkt uit de vele bijzondere goudvondsten in noordelijk Westergo en, in mindere mate, in aangrenzende gebieden. Aangenomen wordt dat gouden voorwerpen onder andere in Wijnaldum werden vervaardigd en van daaruit werden verspreid onder afhankelijke, regionale leiders. 51 De verspreiding van Merovingisch draaischijfaardewerk in Noord-Nederland lijkt sterk op die van de gouden voorwerpen (fig. 7). 52 De uitwisseling van minder luxe goederen, zoals draaischijfaardewerk, vond mogelijk dus ook onder toezicht van de elite plaats. Wijnaldum, of een plaats daar in de buurt, fungeerde daarbij waarschijnlijk als overslagplaats voor draaischijfaardewerk. Van daaruit werd het gedistribueerd naar het achterliggende terpengebied. Voor de periode bedraagt het percentage draaischijfaardewerk in Wijnaldum zelf 63,7%. 53 Het wegvallen van Wijnaldum als machtscentrum en overslagplaats ging gepaard met een zeer sterke daling in het aandeel draaischijfaardewerk. Voor de periode tussen 650 en 750 bedraagt dat niet meer dan 1,2%. Daarna stijgt het weer iets, tot ca. 13% in de tweede helft van de 8e eeuw. 54 Ook in Ezinge neemt het percentage draaischijfaarde werk in deze periode af, van 30% naar 16% (tabel 7), wat de afhankelijkheidsrelatie ten opzichte van Westergo onderstreept. Behalve verschuivende machtsverhoudingen is er nog een andere oorzaak voor de afname van het percentage draaischijfaarde werk. Een belangrijke verandering in deze periode is de introductie van de handgevormde kogelpot. 55 In Midden-Nederland nam de hoeveelheid draaischijfaardewerk in de Karolingische periode af, van % in de Merovingische periode naar 51-62% in de Karolingische periode. De afname daar wordt toegeschreven aan het succes van de kogelpot. 56 Ook in Wijnaldum doet de kogelpot zijn intrede. De zeer sterke afname van het percentage draaischijfaardewerk naar slechts 1,2% maakt echter duidelijk dat niet de introductie van de kogelpot, maar de veranderde positie van Wijnaldum daarbij van doorslaggevende betekenis moet zijn geweest. Verschillen tussen nederzettingen in de hoeveelheid draaischijfaardewerk zijn voor een groot deel terug te voeren op verschillen in afstand tot de productiecentra en op verschillen in de relatie met distributiecentra. Zo is de hoeveelheid Rijnlands importaardewerk in nederzettingen in Midden-Nederland veel groter dan in het noordelijke kustgebied. Het voor Noord-Nederland aanzienlijke aandeel Merovingisch draaischijfaardewerk in Wijnaldum (63,7%) is relatief laag in vergelijking met de % in nederzettingen in Zuid-Holland en Utrecht. 57 De afstand tot de productiecentra is daarbij ongetwijfeld van doorslaggevende betekenis. 47 Van Es 1990, Jöns et al Besteman 1990, Hodges 1988, Nicolay 2006; in voorber. 52 Knol 1993, ; Nicolay 2006, fig Gerrets & De Koning 1999, Gerrets & De Koning 1999, Verhoeven 1998, Dijkstra 2011, Dijkstra 2011,

22 Thasing en Nieuwhof Fig. 7 Paleogeografische kaart met, voor de omgeving rond Ezinge, de situatie rond 100 n.c., met daarop aangegeven de verspreiding van Merovingisch draaischijfaardewerk in het Noord-Nederlandse kustgebied. 1: water; 2: strand en duinen; 3 kwelders; 4 knikklei; 5: veen; 6: Pleistocene gebieden; 7: 1-9 scherven; 8: 10 of meer scherven; Ez: Ezinge; Wij: Wijnaldum. Bron: Knol 1993, fig. 55. Fig. 8 Als fig. 7, de verspreiding van Karolingisch draaischijfaardewerk in het Noord-Nederlandse kustgebied. Bron: Knol 1993, fig. 56. Uit de verspreiding van draaischijfaardewerk kan worden afgeleid dat de bewoners van Groninger wierden, aangrenzend Ostfriesland en Drenthe in de Merovingische periode afhankelijk waren van Westergo voor importen die via Midden-Nederland moesten komen (fig. 7). 58 De 30% draaischijfaardewerk uit de Merovingische periode in Ezinge is tamelijk hoog als we bedenken dat Ezinge vanwege de grote afstand in de periferie van het invloedsgebied van Wijnaldum moet hebben gelegen. Er zijn geen andere Groninger wierden waar een vergelijkbare hoeveelheid draaischijfaardewerk uit deze periode is gevonden. In dat verband is het interessant dat Ezinge ook de vindplaats is van een met almandijn ingelegde gouden zwaardknop uit deze periode. 59 Deze zwaardknop behoort tot een kleine groep exclusieve gouden voorwerpen, waarvan de meeste in noordelijk Westergo zijn gevonden. In stijl komt de knop overeen met de gouden sieraden die in Wijnaldum of directe omgeving werden vervaardigd. 60 Nicolay interpreteert deze vondst als een aanwijzing dat te Ezinge een regionale leider was gevestigd met dezelfde status als de eigenaren van vergelijkbare stukken in het Friese terpengebied. Mogelijk vormden deze regionale leiders een federatie met een centraal gezag dat gevestigd was in noordelijk Westergo. 61 De in Ezinge gevestigde leider kreeg de zwaardknop in dat 58 Knol 1993, Voor een recentere kaart met de situatie rond 800 n.c., zie Vos & Knol Mensonides 1958; zie Knol, deze bundel. 60 Nicolay 2006, Nicolay 2006,

En dan in hun geheel Nieuwhof, Antje

En dan in hun geheel Nieuwhof, Antje En dan in hun geheel Nieuwhof, Antje IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document

Nadere informatie

Annet Nieuwhof (redactie)

Annet Nieuwhof (redactie) JAARVERSLAGEN En dan in hun geheel De vondsten uit de opgravingen in de wierde Ezinge Annet Nieuwhof (redactie) Met bijdragen van Wil van Bommel-van der Sluijs Harry Huisman Lykke Johansen Egge Knol Susanne

Nadere informatie

Het in Halder gefabriceerde aardewerk

Het in Halder gefabriceerde aardewerk Het in Halder gefabriceerde aardewerk Joop van der Groen Nadat de pottenbakkersoven in Halder buiten gebruik was gesteld, is de ovenput gebruikt als afvalkuil. Bij het gevonden afval waren ook wat misbaksels,

Nadere informatie

Proefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin

Proefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin Proefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin Inleiding De toestemming van het bestuur van het Dienstencentrum maakte het

Nadere informatie

Uitpakken 3: Een merovingische pottenbakkersoven uit Kessel-Hout

Uitpakken 3: Een merovingische pottenbakkersoven uit Kessel-Hout Verschenen in: Archeologie in Limburg 79 (1999), 11-12. (1) Uitpakken 3: Een merovingische pottenbakkersoven uit Kessel-Hout Wim Hupperetz Inleiding Tijdens de inventarisatie van de collectie archeologie

Nadere informatie

Verslag onderzoek van door leden van de Amateur Tuindervereniging Arentsburgh verzamelde scherven

Verslag onderzoek van door leden van de Amateur Tuindervereniging Arentsburgh verzamelde scherven Verslag onderzoek van door leden van de Amateur Tuindervereniging Arentsburgh verzamelde scherven Vondsten uit de grond van de ATV Arentsburgh De grond van deze vereniging ligt in de directe omgeving van

Nadere informatie

Annet Nieuwhof (redactie)

Annet Nieuwhof (redactie) JAARVERSLAGEN En dan in hun geheel De vondsten uit de opgravingen in de wierde Ezinge Annet Nieuwhof (redactie) Met bijdragen van Wil van Bommel-van der Sluijs Harry Huisman Lykke Johansen Egge Knol Susanne

Nadere informatie

terra sigllata waarvoor wordt materiaalstudie gebruikt? 27/10/2015 Cursus Seniorenacademie najaar 2015 draaischijfaardewerk: niet handgevormd!

terra sigllata waarvoor wordt materiaalstudie gebruikt? 27/10/2015 Cursus Seniorenacademie najaar 2015 draaischijfaardewerk: niet handgevormd! Cursus Seniorenacademie najaar 2015 Wonen op terpen en wierden. De archeologie van het Noord-Nederlandse kustgebied 4. Materiaalstudie: aardewerk Annet Nieuwhof waarvoor wordt materiaalstudie gebruikt?

Nadere informatie

Conclusies van het bakselonderzoek en de betekenis daarvan voor Romeins Halder

Conclusies van het bakselonderzoek en de betekenis daarvan voor Romeins Halder Conclusies van het bakselonderzoek en de betekenis daarvan voor Romeins Halder Roos Wijnen-Jackson Inleiding In 1973 is op Halder een aardewerkoven uit de Romeinse tijd opgegraven. De opgraving is indertijd

Nadere informatie

Annet Nieuwhof (redactie)

Annet Nieuwhof (redactie) JAARVERSLAGEN En dan in hun geheel De vondsten uit de opgravingen in de wierde Ezinge Annet Nieuwhof (redactie) Met bijdragen van Wil van Bommel-van der Sluijs Harry Huisman Lykke Johansen Egge Knol Susanne

Nadere informatie

ADDENDUM 10. Werkput 5

ADDENDUM 10. Werkput 5 Asse-Kalkoven, / en /3 Rapporten Agilas vzw / ADDENDUM. Werkput.. Inleiding Enkele dagen na het indienen van het conceptrapport, deelden de nutsmaatschappijen mee dat de sleuven voor de aansluiting van

Nadere informatie

Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord. Archol. S. Baas

Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord. Archol. S. Baas Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord Archol S. Baas 435 Archol Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord Sven Baas Colofon Archol Rapport 435 Een oppervlaktekartering in

Nadere informatie

6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen Algemeen

6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen Algemeen 6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen 6.3.1. Algemeen In totaal werden er tijdens het vlakdekkend onderzoek 31 sporen geregistreerd in het vlak. Vijf ervan kwamen ook reeds tijdens het vooronderzoek

Nadere informatie

Publiekssamenvatting. Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden

Publiekssamenvatting. Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden Publiekssamenvatting Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden Catastrofale overstromingen kwamen vaak voor in de geschiedenis van Pannerden, wat met de ligging in de driehoek tussen de rivieren

Nadere informatie

62. Buidelbekers Het is misschien wel het mooiste Merovingische glas van Nederland: de slanke en onbeschadigde buidelbeker uit Bergeijk.

62. Buidelbekers Het is misschien wel het mooiste Merovingische glas van Nederland: de slanke en onbeschadigde buidelbeker uit Bergeijk. 62. Buidelbekers Het is misschien wel het mooiste Merovingische glas van Nederland: de slanke en onbeschadigde buidelbeker uit Bergeijk. Buidelbekers heten naar hun vorm, met iets uitgezakte buik, zoals

Nadere informatie

Fragmenten uit de rijke wereld van de archeologie

Fragmenten uit de rijke wereld van de archeologie Fragmenten uit de rijke wereld van de archeologie Opgedragen aan Ernst Taayke bij zijn afscheid als beheerder van het Noordelijk Archeologisch Depot in Nuis Annet Nieuwhof, Egge Knol en Jelle Schokker

Nadere informatie

4-Een vondst beschrijven

4-Een vondst beschrijven UITLEG VOOR DE LEERKRACHT Wanneer een archeoloog een vondst opgraaft, vindt hij/zij vaak alleen nog maar scherven terug. Daarom kan de archeoloog niet zomaar weten wat de vondst precies voorstelt en waarvoor

Nadere informatie

VAN RHEINLAND NAAR RIJNLAND

VAN RHEINLAND NAAR RIJNLAND VAN RHEINLAND NAAR RIJNLAND Bodemvondsten in Leiden H. Suurmond-van Leeuwen In 1976 werd op het terrein van de toekomstige nieuwbouw van het Hoogheemraadschap van Rijnland door het Instituut voor Prae-

Nadere informatie

Uitpakken 1: Romeinse amforen uit Venlo

Uitpakken 1: Romeinse amforen uit Venlo Verschenen in: Archeologie in Limburg 77 (1998), 48-51 Uitpakken 1: Romeinse amforen uit Venlo Wim Hupperetz Inleiding In de jaren 50 en 60 zijn in de binnenstad van Venlo grote hoeveelheden Romeins aardewerk

Nadere informatie

Archeologische Verzameling Eerdbeek

Archeologische Verzameling Eerdbeek Archeologische Verzameling Eerdbeek Inventaris van het Genootschap Oud Katwijk, D. Parlevliet, 1992 In juli 1904 kwam mevrouw Marie Louise Henriette Eerdbeek-Claassen (1879-1952) naar Katwijk, samen met

Nadere informatie

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55 Interne Rapportages Archeologie Deventer 55 Mei 2012 Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier COLOFON 2012, Gemeente Deventer, Deventer. Auteur:

Nadere informatie

terp/wierde Excursie Belangrijke begrippen 28-9-2015 Wonen op terpen en wierden - Annet Nieuwhof Cursus Seniorenacademie najaar 2015

terp/wierde Excursie Belangrijke begrippen 28-9-2015 Wonen op terpen en wierden - Annet Nieuwhof Cursus Seniorenacademie najaar 2015 Cursus Seniorenacademie najaar 2015 Wonen op terpen en wierden. De archeologie van het Noord-Nederlandse kustgebied 1. Inleiding en geschiedenis van het onderzoek Annet Excursie Hegebeintum Noarderleech

Nadere informatie

Een Romeinse pottenbakkersoven te Venlo

Een Romeinse pottenbakkersoven te Venlo Verschenen in A.A.J.J. van Pinxteren e.a. (red.), Pronkstukken Venlo 650 jaar stad, Venlo 1993, 28-31 (cat. nr. 8) Een Romeinse pottenbakkersoven te Venlo Aardewerk, waaronder misbaksels, in gedraaide

Nadere informatie

Collectie archeologie Laatst aangepast zondag 23 maart 2008 00:33. De Steentijd

Collectie archeologie Laatst aangepast zondag 23 maart 2008 00:33. De Steentijd De Steentijd Het HVR museum beschikt over een uitgebreide steentijdcollectie waarvan een representatief gedeelte permanent wordt tentoongesteld. De collecties zijn gevormd uit schenkingen en bruiklenen

Nadere informatie

Menameradiel, terpen en de Friese beschaving. Dr. Johan Nicolay Rijksuniversiteit Groningen Groninger Instituut voor Archeologie

Menameradiel, terpen en de Friese beschaving. Dr. Johan Nicolay Rijksuniversiteit Groningen Groninger Instituut voor Archeologie Menameradiel, terpen en de Friese beschaving Dr. Johan Nicolay Rijksuniversiteit Groningen Groninger Instituut voor Archeologie Vragen, voorgelegd door gemeenteraad - Wie is dhr. Nicolay. Is hij echt de

Nadere informatie

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND)

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND) AWP-VERSLAG-WAARNEMING (PURMEREND) Locatie 11 Nieuwstraat Purmerend ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP PURMEREND Neckerstraat 11 1441 KT Purmerend Project AWP Purmerend Locatie onderzoeksgebied Administratieve gegevens

Nadere informatie

MET KWAST EN VERGROOTGLAS

MET KWAST EN VERGROOTGLAS LES 3 Activiteit Doel Duur Lesmateriaal MET KWAST EN VERGROOTGLAS Determineren van archeologische vondsten De leerling kan met hulpmiddelen een eenvoudige historische bron dateren en het gebruik omschrijven

Nadere informatie

6. Materiaalonderzoek

6. Materiaalonderzoek MATERIAALONDERZOEK 57 6. Materiaalonderzoek 6.1 Het aardewerk (S. Arnoldussen) 6.1.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het aardewerk besproken dat gevonden is tijdens het archeologisch onderzoek te Rhenen

Nadere informatie

Archol bv. Ivo van Wijk. Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein

Archol bv. Ivo van Wijk. Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein 2012 Archol bv Ivo van Wijk Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat

Nadere informatie

Hessens-Schortens. Een typologische studie naar vroegmiddeleeuws, handgevormd aardewerk in Noord-Nederland

Hessens-Schortens. Een typologische studie naar vroegmiddeleeuws, handgevormd aardewerk in Noord-Nederland Hessens-Schortens Een typologische studie naar vroegmiddeleeuws, handgevormd aardewerk in Noord-Nederland Masterscriptie archeologie Hilde Boon augustus 2011 Hessens-Schortens. Een typologische studie

Nadere informatie

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding

Nadere informatie

Beschrijving schaal van Oegstgeest. Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen.

Beschrijving schaal van Oegstgeest. Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. Beschrijving schaal van Oegstgeest Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. Figure 2: Onderaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. De schaal heeft een diameter van 21 centimeter

Nadere informatie

Pottenbakkersovens in Landgraaf

Pottenbakkersovens in Landgraaf Pottenbakkersovens in Landgraaf Schaesberg, Steenfabriek Russel, Dr. Calsstraat In 1921 twee ovens uit verschillende tijdsperken met vondsten uit de vroege en volle middeleeuwen. Ook in 1926 werd nog aardewerk

Nadere informatie

Aardewerken pot Vraag: hoe weet de onderzoeker hoe oud het voorwerp is?... Munten Vraag: hoe weet de onderzoeker hoe oud het voorwerp is?...

Aardewerken pot Vraag: hoe weet de onderzoeker hoe oud het voorwerp is?... Munten Vraag: hoe weet de onderzoeker hoe oud het voorwerp is?... WERKBLAD 1 HET WERK VAN DE ARCHEOLOOG Kruis aan welk materiaal jij met je groepje onderzoekt. Bekijk de film en zoek het antwoord op de vraag. Aardewerken pot Vraag: hoe weet de onderzoeker hoe oud het

Nadere informatie

Tussen Rijn en Lek Dl Enkele foto's van het opgravingsterrein, met ledenvan de archeologische werkgroep.

Tussen Rijn en Lek Dl Enkele foto's van het opgravingsterrein, met ledenvan de archeologische werkgroep. Tussen Rijn en Lek 1983 2. - Dl.17 2 24 Resten van een inheems-romeinse bewoning bijkasteel Heemstede II Verslag van de Archeologische Werkgroep Inleiding Het is nu al bijna weer een jaar geleden dat de

Nadere informatie

Thema Op reis. De reis van de archeologische voorwerpen van Baduhenna

Thema Op reis. De reis van de archeologische voorwerpen van Baduhenna Thema Op reis De reis van de archeologische voorwerpen van Baduhenna 4 vuurstenen sikkels afkomstig uit Helgoland, Denemarken 1 bronzen sikkel uit Mikene, Griekenland Gevonden rond 1930 aan de Krommelaan

Nadere informatie

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) (28 en 29 oktober 2009) Oudenburg, 2009 Colofon Archeologisch Rapport Oudenburg 4 Waarderend archeologisch Onderzoek te

Nadere informatie

Houtskoolanalyse van een Romeins crematiegraf, Heule-Peperstraat (Kortrijk, België)

Houtskoolanalyse van een Romeins crematiegraf, Heule-Peperstraat (Kortrijk, België) Houtskoolanalyse van een Romeins crematiegraf, Heule-Peperstraat (Kortrijk, België) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 621 27 NOVEMBER 2012 D. LENTJES & S. LANGE Colofon Titel: BIAXiaal 621 Houtskoolanalyse van

Nadere informatie

Zuidnederlandse Archeologische Notities

Zuidnederlandse Archeologische Notities Verslag opgraving Elst Dorpsstraat 92 Miel Schurmans Zuidnederlandse Archeologische Notities 16 Amsterdam 2004 Archeologisch Centrum Vrije Universiteit - Hendrik Brunsting Stichting Opdrachtgever : Gemeente

Nadere informatie

VOORBEREIDING DOCENTENHANDLEIDING INFORMATIE

VOORBEREIDING DOCENTENHANDLEIDING INFORMATIE VOORBEREIDING DOCENTENHANDLEIDING INFORMATIE 1 Utrecht, 2013 Beste docent, Wij hopen u en uw groep binnenkort te mogen verwelkomen in het Centraal Museum, waar u met de groep deelneemt aan het programma

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/26480

Nadere informatie

evaluatierapport zaltbommel-ruiterstraat 8 archeologische begeleiding

evaluatierapport zaltbommel-ruiterstraat 8 archeologische begeleiding evaluatierapport zaltbommel-ruiterstraat 8 archeologische begeleiding 1 1 inleiding Van vrijdag 19 september tot en met dinsdag 23 september 2014 heeft VUhbs archeologie in opdracht van de familie van

Nadere informatie

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand 12 augustus 2010 Inleiding Het plangebied ligt in het noorden van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de

Nadere informatie

(bandeliersluiting) (verschillende zalfpotjes)

(bandeliersluiting) (verschillende zalfpotjes) In de stortgrond afkomstig uit deze put langs de Kanaalschans werden veel metalen voorwerpen aangetroffen met de metaaldetector. Onder andere is met de detector een ronde penning van lood gevonden. Op

Nadere informatie

Opwindende ontdekkingen in oud-oosterhout! Wo uter is

Opwindende ontdekkingen in oud-oosterhout! Wo uter is rcheobode Opwindende ontdekkingen in oud-oosterhout! Wo uter is archeoloog. Hij hoort bij de groep archeologen die nu aan het opgraven is in Oosterhout in het gebied Vrachelen. Daar wordt over een jaar

Nadere informatie

De resultaten van de publieksopgraving in Dalfsen

De resultaten van de publieksopgraving in Dalfsen De resultaten van de publieksopgraving in Dalfsen Henk van der Velde en Niels Bouma Inleiding In de zomermaanden van 2017 heeft er in Oosterdalfsen een publieksopgraving plaatsgevonden. Een archeoloog,

Nadere informatie

AWN veldverkenning 17-12-2011 Locatie: Laakse Slenk Hulkesteinsebos. Gemeente: Zeewolde Kavel:OZ35/36

AWN veldverkenning 17-12-2011 Locatie: Laakse Slenk Hulkesteinsebos. Gemeente: Zeewolde Kavel:OZ35/36 AWN veldverkenning 17-12-2011 Locatie: Laakse Slenk Hulkesteinsebos. Gemeente: Zeewolde Kavel:OZ35/36 Aanleiding voor de verkenning is de recent gegraven Laakse Slenk. De Slenk is aangelegd op een terrein

Nadere informatie

1 2 1 151 18 IJzer Werktuig/ gereedschap (onderdeel) - Nieuwe tijd C Recent uitgeselecteerd

1 2 1 151 18 IJzer Werktuig/ gereedschap (onderdeel) - Nieuwe tijd C Recent uitgeselecteerd 1 2 1 151 18 IJzer Werktuig/ gereedschap (onderdeel) - Nieuwe tijd C Recent uitgeselecteerd 2 2 1 151 18 IJzer Werktuig/ gereedschap (onderdeel) - Nieuwe tijd C Recent uitgeselecteerd 3 2 1 2001 16 IJzer

Nadere informatie

Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag

Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag Mirjam Brouwer Goedkeuring evaluatieverslag Jos van der Weerden Locatie.

Nadere informatie

Archeologen vinden bijzondere geldschat bij zuidelijke muur in Jeruzalem

Archeologen vinden bijzondere geldschat bij zuidelijke muur in Jeruzalem Archeologen vinden bijzondere geldschat bij zuidelijke muur in Jeruzalem Munten uit de Byzantijnse tijd. Een archeologisch team onder leiding van dr. Eilat Mazar heeft in de buurt van de Tempelberg een

Nadere informatie

De Leege Wier van Englum

De Leege Wier van Englum De Leege Wier van Englum Archeologisch onderzoek in het Reitdiepgebied Annet Nieuwhof (redactie) Met bijdragen van J. Nicolien Bottema-Mac Gillavry Steven Jongma Marcel J.L.T. Niekus Wietske Prummel Bert

Nadere informatie

Houtskool uit ijzertijdcrematiegraven en mogelijke middeleeuwse meilers uit Lomm-Hoogwatergeul

Houtskool uit ijzertijdcrematiegraven en mogelijke middeleeuwse meilers uit Lomm-Hoogwatergeul Houtskool uit ijzertijdcrematiegraven en mogelijke middeleeuwse meilers uit Lomm-Hoogwatergeul RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 684 FEBRUARI 2011 K. HÄNNINEN Colofon Titel: BIAXiaal 684 Houtskool uit ijzertijdcrematiegraven

Nadere informatie

Het object is stabiel en zal stabiel blijven in de huidige omgevingsomstandigheden. Het object vereist geen restauratie

Het object is stabiel en zal stabiel blijven in de huidige omgevingsomstandigheden. Het object vereist geen restauratie BEWARINGSTOESTAND goed redelijk matig slecht Het object is stabiel en zal stabiel blijven in de huidige omgevingsomstandigheden. Het object vereist geen restauratie Het object is stabiel en zal stabiel

Nadere informatie

Opgravingen in de St.-Servaaskerk te Maastricht ( ) Het aardewerk

Opgravingen in de St.-Servaaskerk te Maastricht ( ) Het aardewerk Opgravingen in de St.-Servaaskerk te Maastricht (1981-1989) Het aardewerk Tom Beck Studentnummer: 5700515 tsbeck@gmail.com Masterscriptie Archaeology of North-western Europe 1 e begeleider: dhr. dr. A.A.A.

Nadere informatie

Een Middeleeuwse vuurdover van kasteel Nijenrode

Een Middeleeuwse vuurdover van kasteel Nijenrode Een Middeleeuwse vuurdover van kasteel Nijenrode Gert Immerzeel Straatweg23,3621BB Breukelen 105 In jaargang 7, nr. 2 (juni 1992) van het Tijdschrift Historische Kring Breukelen schreef de heer A.H. Verroen

Nadere informatie

Opgravingen in Ruien - Rosalinde (gem. Kluisbergen) : van een prehistorisch kampement uit de ijstijd tot de Romeinse periode

Opgravingen in Ruien - Rosalinde (gem. Kluisbergen) : van een prehistorisch kampement uit de ijstijd tot de Romeinse periode Opgravingen in Ruien - Rosalinde (gem. Kluisbergen) : van een prehistorisch kampement uit de ijstijd tot de Romeinse periode Het onderzoeksgebied vanuit de lucht bekeken (Foto: Birger Stichelbaut). De

Nadere informatie

7. BESCHRIJVING VAN DE VONDSTEN

7. BESCHRIJVING VAN DE VONDSTEN 91 7. BESCHRIJVING VAN DE VONDSTEN Hieronder wordt een chronologisch overzicht gegeven van de aangetroffen ceramiek op de Borchtsite. Ceramiek is doorgaans het voornaamste dateringsmiddel bij archeologisch

Nadere informatie

University of Groningen. De lege vierde eeuw Nieuwhof, Annet. Published in: Van Wierhuizen tot Achlum

University of Groningen. De lege vierde eeuw Nieuwhof, Annet. Published in: Van Wierhuizen tot Achlum University of Groningen De lege vierde eeuw Nieuwhof, Annet Published in: Van Wierhuizen tot Achlum IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

D ENGELSCHE BOOMGAERT 6.123 HET AARDEWERK UIT EEN MIDDELEEUWSE KASTEELGRACHT A. KANEDA, R. VAN GENABEEK EN T. DE RIDDER (RED.)

D ENGELSCHE BOOMGAERT 6.123 HET AARDEWERK UIT EEN MIDDELEEUWSE KASTEELGRACHT A. KANEDA, R. VAN GENABEEK EN T. DE RIDDER (RED.) VLAK-VERSLAG 4.4 D ENGELSCHE BOOMGAERT 6.123 HET AARDEWERK UIT EEN MIDDELEEUWSE KASTEELGRACHT A. KANEDA, R. VAN GENABEEK EN T. DE RIDDER (RED.) DIENST WELZIJN, VLAK VLAARDINGEN, OKTOBER 2002 VLAK-verslag

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20033 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Broeke, Pieter Willem van den Title: Het handgevormde aardewerk uit de ijzertijd

Nadere informatie

Subsistence: Cursus Seniorenacademie najaar 2015

Subsistence: Cursus Seniorenacademie najaar 2015 Cursus Seniorenacademie najaar 2015 houtsnijwerk: late ijzertijd (2 e eeuw v.chr.), Ezinge Wonen op terpen en wierden. De archeologie van het Noord-Nederlandse kustgebied 5. Rituelen en religie Annet Nieuwhof

Nadere informatie

Bredase akkers eeuwenoud

Bredase akkers eeuwenoud Bredase akkers eeuwenoud Bredase akkers eeuwenoud 4000 jaar bewoningsgeschiedenis op de rand van zand en klei onder redactie van C.W. Koot en R. Berkvens met bijdragen van R. Berkvens C.R. Brandenburgh

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20033 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Broeke, Pieter Willem van den Title: Het handgevormde aardewerk uit de ijzertijd

Nadere informatie

University of Groningen. Noordlaren-Hoge Kamp en Midlaren-De Bloemert-West Tuin, B. P.; Cuijpers, A.G F M

University of Groningen. Noordlaren-Hoge Kamp en Midlaren-De Bloemert-West Tuin, B. P.; Cuijpers, A.G F M University of Groningen Noordlaren-Hoge Kamp en Midlaren-De Bloemert-West Tuin, B. P.; Cuijpers, A.G F M IMPORTA NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Archeologische begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Definitief ISSN 1573-5710

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20151 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20151 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20151 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Enckevort, Harry van Title: Gebundelde sporen : enkele kanttekeningen bij aardewerk

Nadere informatie

OPGRAVING BEST-AARLE AFGEROND

OPGRAVING BEST-AARLE AFGEROND OPGRAVING BEST-AARLE AFGEROND In het najaar van 2011 en de lente van 2012 deed een team archeologen van Archeologisch Onderzoek Leiden (Archol bv) en Diachron UvA bv opgravingen in Aarle in de gemeente

Nadere informatie

VERSLAGEN VAN WERKZAAMHEDEN

VERSLAGEN VAN WERKZAAMHEDEN VERSLAGEN VAN WERKZAAMHEDEN 1. ACTIVITEITEN VAN DE WERKGROEP APELDOORN (AWA) Door Chris Nieuwenhuize (veldwerkleider). Inventarisatie cultuurhistorie Bruggelen De Stichting Probos heeft samen met een aantal

Nadere informatie

Onder onze voeten Schoolbezoek Min40Celsius. Lesbrief

Onder onze voeten Schoolbezoek Min40Celsius. Lesbrief Onder onze voeten Schoolbezoek Min40Celsius Lesbrief Lesbrief Onder onze voeten U gaat met uw klas een bezoek brengen aan Min40Celsius, aan de hand van deze lesbrief kunt het bezoek (kort) voorbereiden.

Nadere informatie

Watou Oude Provenstraat. Archeologisch onderzoek

Watou Oude Provenstraat. Archeologisch onderzoek Watou Oude Provenstraat Archeologisch onderzoek 1. Inleiding Begin november 2014 werd een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd langs de Oude Provenstraat in Watou ter voorbereiding van de toekomstige

Nadere informatie

Ontdekking. Dorestad teruggevonden

Ontdekking. Dorestad teruggevonden Dorestad teruggevonden Ontdekking Het vroegmiddeleeuwse Dorestad verdween na de negende eeuw van de kaart. Pas rond 1840 werd de stad teruggevonden, bij toeval. Kort daarna deed het RMO opgravingen en

Nadere informatie

Jaarverslag BATO 2006

Jaarverslag BATO 2006 Jaarverslag BATO 2006 Afgelopen jaar was een bewogen en creatief jaar voor Bato. Ten eerste hebben zich twee nieuwe leden aangemeld: Christa van Diepen en Jan van Oostveen. Naast de gewoonlijke werkzaamheden

Nadere informatie

Activiteitenschema Archeologie

Activiteitenschema Archeologie Activiteitenschema Archeologie Soort activiteit: Spullen opgraven uit de zandbak. Tijdsindeling: 5 Minuten de plaatjes in de zandbak verstoppen. 5 Minuten vertellen over hoe de mensen vroeger wat zochten

Nadere informatie

t Overlaar in de buurtschap Zwiep

t Overlaar in de buurtschap Zwiep Onderzoek voormalige havesathe, 29 maart 2005 t Overlaar in de buurtschap Zwiep Ben de Graaf In deze bijdrage doet amateurarcheoloog Ben de Graaf verslag van een onderzoek, dat op 29 maart 2005 werd uitgevoerd

Nadere informatie

Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa

Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa Kessel-Lo, 2016 Studiebureau Archeologie bvba Archeologienota: Het archeologisch

Nadere informatie

Archeologieatelier - vondstenmateriaal onder de loep

Archeologieatelier - vondstenmateriaal onder de loep Archeologieatelier - vondstenmateriaal onder de loep fibula 102 In het depot nemen archeologen het opgegraven vondstenmateriaal onder de loep. Tijdens het bestuderen van het vondstenmateriaal maken ze

Nadere informatie

AWP-VERSLAG-WAARNEMING 2010-01-OCB (PURMEREND)

AWP-VERSLAG-WAARNEMING 2010-01-OCB (PURMEREND) AWP-VERSLAG-WAARNEMING 2010-01-OCB (PURMEREND) Locatie 15 Westerstraat Purmerend ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP PURMEREND Neckerstraat 11 1441 KT Purmerend Project AWP Purmerend 2010-01-OCB Locatie onderzoeksgebied

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/60743

Nadere informatie

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas QUICKSCAN ARCHEOLOGIE KLAVER 8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente 8 2017 Horst aan de Maas Gemeente Horst aan de Maas 20 APRIL 2017 20 APRIL 2017 Contactpersonen KOOS MOL Arcadis Nederland B.V.

Nadere informatie

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties Deel 1: Gemiddelde leeftijd en leeftijdsopbouw Mathieu Vliegen en Niek van Leeuwen De se bevolkingskernen vertonen niet alleen een ongelijkmatig ruimtelijk spreidingspatroon, maar ook regionale verschillen

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

De archeologie van Weert-Nederweert van de prehistorie tot de Middeleeuwen

De archeologie van Weert-Nederweert van de prehistorie tot de Middeleeuwen De archeologie van Weert-Nederweert van de prehistorie tot de Middeleeuwen dr. H.A. Hiddink senior-archeoloog VUhbs, Amsterdam cursus Weerterlogie, 17-02-2016 Geologie - hooggelegen rug in Roerdalslenk

Nadere informatie

BOERMARKEN IN DRENTHE

BOERMARKEN IN DRENTHE BOERMARKEN IN DRENTHE Historie Geschiedenis gaat ver terug. Het begrip Boermarke, ook wel Marke genoemd, gaat in feite terug tot de tijd van de Germanen die zich op vaste plaatsen gingen vestigen. MARKE,

Nadere informatie

Evaluatie- en selectierapport

Evaluatie- en selectierapport Evaluatie- en selectierapport Proefsleuvenonderzoek plangebied De Stenen Poort, gemeente Houten Datum: 16-07-2012 CIS-code: 51199 Projectcode: HOSE3 Rapporteur Drs. I.R.P.M. Briels Versie definitief 1.0

Nadere informatie

Boni pastoris est tondere pecus, non deglubere*

Boni pastoris est tondere pecus, non deglubere* Boni pastoris est tondere pecus, non deglubere* Bewoning uit de prehistorie, Romeinse tijd en middeleeuwen te Lieshout, Nieuwenhof-Noord J.F. van der Weerden M.C. Brouwer met bijdragen van: S. van Daalen,

Nadere informatie

IN HOLLAND STOND EEN HUIS

IN HOLLAND STOND EEN HUIS IN HOLLAND STOND EEN HUIS Bouwhistorisch onderzoek naar middeleeuwse woonhuizen in de Nederlanden J.W.H.(Jörg)Franken jorg@jorgfranken.com Symposium Waar zijn wij mee bezig?, middeleeuwse kunst in Oost

Nadere informatie

De steenhuizen in Noord- en Zuidbroek.

De steenhuizen in Noord- en Zuidbroek. De steenhuizen in Noord- en Zuidbroek. Een van de belangrijkste en tevens meest tijdrovende onderdelen van onze hobby (het zoeken met de metaaldetector) is het opsporen van oude bewoningsresten. Vele uren

Nadere informatie

6.1 Aardewerk drs. S. Arnoldussen

6.1 Aardewerk drs. S. Arnoldussen opgraving, leidschendam - prinsenhof 21 6.1 Aardewerk drs. S. Arnoldussen Inleiding In dit hoofdstuk wordt het aardewerk besproken dat gevonden is tijdens het archeologisch onderzoek, zowel de begeleiding,

Nadere informatie

Op zoek naar Dorestad

Op zoek naar Dorestad Dit speurboekje is van 1 2 Inhoudsopgave 2 Colofon Samenstelling: Marjolein den Ouden, Marieke Peters, in samenwerking met Bureau Nebti, Hilversum Redactie: Annemarieke Willemsen, Tanja van der Zon Illustraties:

Nadere informatie

Extra: Terpen hv123. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/79565

Extra: Terpen hv123. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/79565 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 03 oktober 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/79565 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Nieuwsbrief 1 maart 2012

Nieuwsbrief 1 maart 2012 Nieuwsbrief 1 maart 2012 De Heemshof Het gebied rond De Heemshof in Heemskerk wordt bedreigd door nieuwbouwplannen van de gemeente. Op verzoek van Lambert Koppers, eigenaar van De Heemshof en deelnemer

Nadere informatie

ARGEOLOGYSK WURKFERBAN

ARGEOLOGYSK WURKFERBAN ARGEOLOGYSK WURKFERBAN HASKERDIJKEN: klooster Hasker Convent. Inleiding: In 2015 vonden er kadeverhogingen- en verbredingen plaats aan de oostzijde van het vaarwater tussen Akkrum en Haskerdijken. Tevens

Nadere informatie

Advies Bouwlocatie Oranjestraat te Tubbergen, gem. Tubbergen

Advies Bouwlocatie Oranjestraat te Tubbergen, gem. Tubbergen Laagland Archeologie Rapport 38 Advies Bouwlocatie Oranjestraat 10-14 te Tubbergen, gem. Tubbergen December, 2016 Versie 1.0 (concept) In opdracht van: SOM= 7 Colofon Laagland Archeologie Rapport 38 Auteur:

Nadere informatie

The Leon Levy Dead Sea Scrolls Digital Library

The Leon Levy Dead Sea Scrolls Digital Library De conservering van de Dode Zee-rollen door: The Leon Levy Dead Sea Scrolls Digital Library De vondst van de Dode Zee-rollen wordt als een van de grootste archeologische ontdekkingen van de 20ste eeuw

Nadere informatie

Oerboeren in de Friese Wouden.

Oerboeren in de Friese Wouden. Stichting IJstijdenmuseum Buitenpost. www.ijstijdenmuseum.nl. Oerboeren in de Friese Wouden. Het grootste deel van de geschiedenis van ons mensen ligt in de prehistorie. Met prehistorie duiden we een tijd

Nadere informatie

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND)

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND) AWP-VERSLAG-WAARNEMING (PURMEREND) Locatie 9 Nieuwstraat Purmerend ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP PURMEREND Neckerstraat 11 1441 KT Purmerend Project AWP Purmerend Locatie onderzoeksgebied Administratieve gegevens

Nadere informatie

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 129 Markt 85, Delft Een archeologische begeleiding Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 129 Markt 85, Delft Een archeologische begeleiding Jorrit van Horssen

Nadere informatie

Beleef de prehistorie HUNEBEDQUIZ. Door: Nadine Lemmers 1 februari 2016

Beleef de prehistorie HUNEBEDQUIZ. Door: Nadine Lemmers 1 februari 2016 Beleef de prehistorie HUNEBEDQUIZ Door: Nadine Lemmers 1 februari 2016 RONDE 1: HUNEBEDDEN 1. Wat is een hunebed? A. Een graf B. Een huis C. Een opslag D. Weten we niet 2. Hoe oud zijn de Nederlandse hunebedden?

Nadere informatie

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie

Nadere informatie