D ENGELSCHE BOOMGAERT HET AARDEWERK UIT EEN MIDDELEEUWSE KASTEELGRACHT A. KANEDA, R. VAN GENABEEK EN T. DE RIDDER (RED.)
|
|
- Leo Vermeiren
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 VLAK-VERSLAG 4.4 D ENGELSCHE BOOMGAERT HET AARDEWERK UIT EEN MIDDELEEUWSE KASTEELGRACHT A. KANEDA, R. VAN GENABEEK EN T. DE RIDDER (RED.) DIENST WELZIJN, VLAK VLAARDINGEN, OKTOBER 2002
2
3 VLAK-verslag 4.4 d Engelsche Boomgaert Het aardewerk uit een middeleeuwse kasteelgracht A. Kaneda, R. van Genabeek en T. de Ridder (red.) oktober 2002 De reeks VLAK-verslagen is een uitgave van het Vlaardings Archeologisch Kantoor (VLAK), gemeente Vlaardingen
4
5 Aardewerkverslag Inhoudsopgave 1 Achtergrondinformatie Inleiding Archeologische en historische context Methoden Vraagstelling Werkwijze Determinatie Statistische verwerking Resultaten: beschrijving van de aanwezige baksels, vormen en typen Andenne aardewerk Ceramiek uit het Rijnland en Zuid-Limburg Proto-steengoed uit Siegburg Proto-steengoed uit overige productiecentra Bijna steengoed Steengoed uit Siegburg (blank steengoed) Steengoed uit overige productiecentra Witbakkend Langerwehe-aardewerk Blauwgrijs import aardewerk Blauwgrijs lokaal aardewerk (kogelpotaardewerk) Grijs- en roodbakkend aardewerk Grijsbakkend aardewerk Grapen Kannen Bolle potten Voorraadpotten Roodbakkend aardewerk Bakpannen Grapen Kannen Bolle potten Kommen en schalen Vlaams/hoogversierd aardewerk Analyse Algemeen Functionele indeling Oostelijke gracht (spoorgroep 79) Westelijke gracht (spoorgroep 40) Datering Oostelijke gracht (spoorgroep 79) Westelijke gracht (spoorgroep 40) Conclusie Eindnoten Literatuur Bijlagen Toelichting op de bijlagen Bijlage 1: overzicht op basis van aantal scherven Bijlage 1.1: totaaloverzicht Bijlage 1.2: westelijke gracht Bijlage 1.3: oostelijke gracht i
6 VLAK-verslag 4.4 Bijlage 2: overzicht op basis van gewicht Bijlage 2.1: totaaloverzicht Bijlage 2.2: westelijke gracht Bijlage 2.3: oostelijke gracht Bijlage 3: overzicht op basis van minimum aantal exemplaren Bijlage 3.1: totaaloverzicht Bijlage 3.2: westelijke gracht Bijlage 3.3: oostelijke gracht Bijlage 4: overzicht naar hoofdfunctie Bijlage 4.1: totaaloverzicht Bijlage 4.1.1: inclusief MAE extra Bijlage 4.1.2: exclusief MAE extra Bijlage 4.2: westelijke gracht Bijlage 4.2.1: inclusief MAE extra Bijlage 4.2.2: exclusief MAE extra Bijlage 4.3: oostelijke gracht Bijlage 4.3.1: inclusief MAE extra Bijlage 4.3.2: exclusief MAE extra Bijlage 4.4: totaaloverzicht roodbakkend aardewerk Bijlage 5: aantal exemplaren naar functie inclusief MAE extra Bijlage 5.1: totaaloverzicht Bijlage 5.2: overzicht westelijke gracht Bijlage 5.3: overzicht oostelijke gracht Bijlage 5.4: totaaloverzicht voor roodbakkend aardewerk Bijlage 6: overzicht naar gewicht per scherf per baksel Bijlage 6.1: totaaloverzicht Bijlage 6.2: overzicht westgracht Bijlage 6.3: overzicht oostgracht Bijlage 7: lijst van minimum aantal exemplaren Bijlage 7.1: Andenne aardewerk Bijlage 7.2: Rijnland en Zuid-Limburg Bijlage 7.3: blauwgrijs import aardewerk Bijlage 7.4: blauwgrijs lokaal aardewerk Bijlage 7.5: grijsbakkend aardewerk Bijlage 7.6: roodbakkend aardewerk Bijlage 7.7: Vlaams/hoogversierd aardewerk Colofon ii
7 Aardewerkverslag In de tekst gebruikte figuren en tabellen: Figuur 1: De ligging van het onderzoeksgebied Figuur 2: De ligging van de kasteelgracht en de spoorgroepen Figuur 3: Andenne aardewerk, kan, type I Figuur 4: Andenne aardewerk, kleine tuitkan, type II Figuur 5: Proto-steengoed Siegburg, kan, type I Figuur 6: Proto-steengoed Siegburg, kan, type II Figuur 7: Proto-steengoed Siegburg, drinkbeker, type III Figuur 8: Proto-steengoed, veldfles, type IV Figuur 9: Proto-steengoed overige productiecentra, kan, type I Figuur 10: Proto-steengoed overige productiecentra, kan, type II Figuur 11: Proto-steengoed overige productiecentra, kan, type II Figuur 12: Proto-steengoed overige productiecentra, drinkbeker, type III Figuur 13: Proto-steengoed overige productiecentra, drinkbeker, type III Figuur 14: Proto-steengoed overige productiecentra, drinkbeker, type III Figuur 15: Proto-steengoed overige productiecentra, kan of grape, type IV Figuur 16: Bijna steengoed (Siegburg), kan, type I Figuur 17: Steengoed uit Siegburg, kan, type I Figuur 18: Steengoed uit Siegburg, kan, type II Figuur 19: Steengoed uit Siegburg, kan, type III Figuur 20: Steengoed uit Siegburg, kan, type IV Figuur 21: Steengoed uit Siegburg, kan, type IV Figuur 22: Steengoed uit Siegburg, drinkbeker, type V Figuur 23: Steengoed uit overige productiecentra, kan, type I Figuur 24: Steengoed uit overige productiecentra, kan, type II Figuur 25: Steengoed uit overige productiecentra, drinkbeker, type III Figuur 26: Witbakkend Langerwehe-aardewerk, miniatuur kannetje, type I Figuur 27: Blauwgrijs aardewerk, kogelpot, type I Figuur 28: Blauwgrijs aardewerk, kogelpot, type II Figuur 29: Grijsbakkend aardewerk, grape, type I Figuur 30: Grijsbakkend aardewerk, grape, type II Figuur 31: Grijsbakkend aardewerk, kan, type I Figuur 32: Grijsbakkend aardewerk, kan, type II Figuur 33: Grijsbakkend aardewerk, kan, type II Figuur 34: Grijsbakkend aardewerk, kan, type II Figuur 35: Grijsbakkend aardewerk, kan, type III Figuur 36: Grijsbakkend aardewerk, bolle pot, type I Figuur 37: Grijsbakkend aardewerk, bolle pot, type I Figuur 38: Grijsbakkend aardewerk, bolle pot, type II Figuur 39: Grijsbakkend aardewerk, bolle pot, type II Figuur 40: Grijsbakkend aardewerk, bolle pot, type III Figuur 41: Grijsbakkend aardewerk, bolle pot, type IV Figuur 42: Grijsbakkend aardewerk, voorraadpot, type I Figuur 43: Grijsbakkend aardewerk, voorraadpot, type II Figuur 44: Grijsbakkend aardewerk, voorraadpot, type II Figuur 45: Roodbakkend aardewerk, fragment met kamversiering Figuur 46: Roodbakkend aardewerk, bakpan, type I Figuur 47: Roodbakkend aardewerk, bakpan, type I Figuur 48: Roodbakkend aardewerk, bakpan, type I Figuur 49: Roodbakkend aardewerk, bakpan, type II Figuur 50: Roodbakkend aardewerk, bakpan, type II Figuur 51: Roodbakkend aardewerk, bakpan, type III Figuur 52: Roodbakkend aardewerk, bakpan, type III Figuur 53: Roodbakkend aardewerk, grape, type I Figuur 54: Roodbakkend aardewerk, grape, type II iii
8 VLAK-verslag 4.4 Figuur 55: Roodbakkend aardewerk, grape, type II Figuur 56: Roodbakkend aardewerk, grape, type III Figuur 57: Roodbakkend aardewerk, kan, type I Figuur 58: Roodbakkend aardewerk, kan, type II Figuur 59: Roodbakkend aardewerk, kan, type III Figuur 60: Roodbakkend aardewerk, kan, type IV Figuur 61: Roodbakkend aardewerk, kan, type IV Figuur 62: Roodbakkend aardewerk, bolle pot, type I Figuur 63: Roodbakkend aardewerk, bolle pot, type II Figuur 64: Roodbakkend aardewerk, bolle pot, type III Figuur 65: Roodbakkend aardewerk, schaal, type I Figuur 66: Roodbakkend aardewerk, schaal, type II Figuur 67: Roodbakkend aardewerk, schaal, type II Figuur 68: Roodbakkend aardewerk, vetvanger Figuur 69: Roodbakkend aardewerk, vetvanger Figuur 70: Roodbakkend aardewerk, vetvanger Figuur 71: Roodbakkend aardewerk, vetvanger Figuur 72: Hoogversierd, versiering Figuur 73: Hoogversierd, versiering Figuur 74: Hoogversierd, versiering Figuur 75: Hoogversierd, versiering Figuur 76: Hoogversierd, versiering Figuur 77: Hoogversierd, versiering Figuur 78: Hoogversierd, versiering Figuur 79: Hoogversierd, versiering Figuur 80: Hoogversierd, versiering, applique vorm schelp Figuur 81: Overzicht gemiddelde gewicht per scherf iv
9 v Aardewerkverslag
10 VLAK-verslag 4.4 vi
11 Aardewerkverslag 1 Achtergrondinformatie 1.1 Inleiding In 1998 werden door het Vlaardings Archeologisch Kantoor (VLAK) van de gemeente Vlaardingen de restanten van een tot dan toe onbekend kasteel onderzocht die ontdekt zijn op het voormalige Kolpabadterrein. Uit de grachten werden 3485 scherven verzameld uit de gebruiksperiode van het kasteel. Dit aardewerk is in 2000 en 2001 onderzocht door A. Kaneda als materiaalpracticum voor haar studie Europese Archeologie aan de Universiteit van Amsterdam. De scriptie is begeleid door prof. drs. Janssen, bijzonder hoogleraar Kastelenkunde aan de Universiteit van Utrecht, tevens specialist in met name middeleeuwse steengoedbaksels. 1 Een woord van dank aan de heer Janssen is hier op zijn plaats. Naast het educatieve uitgangspunt om ervaring op te doen met het determineren en bewerken van middeleeuwse aardewerk had het onderzoek als voornaamste doel inzicht te verkrijgen in de datering van het aardewerkcomplex en de functionele indeling van het kasteelterrein. De resultaten van het materiaalpracticum zijn verwerkt in een materiaalscriptie. 2 Zowel de determinatie, de typologie, de typenummeringen en de exemplarentelling als de interpretatie is overgenomen van Kaneda. Deze scriptie vormt de basis voor het hier gepresenteerde VLAK-verslag. 1.2 Archeologische en historische context Het onderzochte aardewerk is afkomstig van een kasteelterrein dat gelegen is op het terrein van het voormalige Kolpabad te Vlaardingen. 3 Het archeologisch onderzoek is in 1998 uitgevoerd door het Vlaardings Archeologisch Kantoor (VLAK) van de gemeente Vlaardingen. Hierbij kwam een omgracht terrein aan het licht met vijf tot zevenhalve meter brede grachten, resten van een brug en baksteenpuin (steenformaten circa 30,0 x 15,0 x 7,5 cm), dakpanfragmenten en natuursteen. Deze restanten doen vermoeden dat het hier om een kasteel gaat, hoewel hierover historisch niets bekend is. Het vondstmateriaal is bovendien relatief rijk, hetgeen ook op een adellijke status kan wijzen. Zo kwamen uit de gracht een zwaard, een bronzen grape, een messing ketel en fragmenten van spitopleggers tevoorschijn. De grachten rond het terrein en de vondst van onder meer een zwaard wijzen op het verdedigbare karakter van het terrein. Vlaardingen Figuur 1: De ligging van het onderzoeksgebied (Tekening: Dienst Stadswerk; nabewerking: E. van der Linden, VLAK). 1
12 VLAK-verslag 4.4 Figuur 2: De ligging van de kasteelgracht en de spoorgroepen SG40 en SG79. (Tek.: Aarad; bewerking E. van der Linden, VLAK). 2
13 Aardewerkverslag Het gereconstrueerde omgrachte kasteelterrein had de vorm van een onregelmatige vierhoek met zijden van 38 meter (west), 26 meter (noord), 27 meter (oost) en 26 meter (zuid). De breedte van de grachten varieerde van 5 tot 7,5 meter. Aan de westzijde werd een houten constructie aangetroffen, die als ophaalbrug geïnterpreteerd kan worden. Op het kasteelterrein zelf zijn geen bakstenen funderingen gevonden. Het baksteenpuin in de grachten wijst echter op een bakstenen gebouw. Op basis van de steenformaten kan deze gedateerd worden in de 13e eeuw, waarschijnlijk tussen 1250 en Het kasteel is wat betreft datering en de gereconstrueerde plattegrond goed te vergelijken met het kasteel Steenhuizen. Het ontbreken van muurwerk kan verklaard worden door de grondige sloop van het kasteel en door verstoringen bij de aanleg van het maanvormige buitenbad in 1954 dat geheel over het voormalige kasteelterrein werd aangelegd. De voorlopige datering van het vondstmateriaal doet vermoeden dat het kasteel in het midden van de 14e eeuw is verwoest. Het is daarom aantrekkelijk te veronderstellen dat de verwoesting samenhangt met de Hoekse en Kabeljauwse twisten ten tijde van Willem V en Margaretha van Henegouwen ( ). Hierbij zijn veel kastelen in Holland verwoest, waarvan vele uit historische bronnen bekend zijn. Er zijn echter geen historische gegevens bekend, die met het opgegraven kasteel in verband te brengen zijn. Een verwoesting tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten blijft echter een voor de hand liggende mogelijkheid. Vermoedelijk zijn de grachten direct na de verwoesting gedempt. Het vondstmateriaal in de grachten is daarom in verband te brengen met de bewoningsperiode van het kasteel. In de 16e eeuw zijn enkele sloten gegraven over het terrein waarbij materiaal uit de westelijke gracht als opspit tussen later materiaal terecht kwam. Van de kasteelgracht zijn grote delen archeologisch onderzocht. Daarbij bleken twee grote concentraties met vondstmateriaal aanwezig te zijn: één in het midden van de oostelijke gracht (spoorgroep 79) en één in het midden van de westelijke gracht (spoorgroep 40). Het oostelijke vondstcomplex was onverstoord; het westelijke bleek verstoord te zijn door de aanleg van de sloten in de 16e eeuw. In de rest van de gracht bleken zich vrijwel geen vondsten te bevinden. Uit de westelijke gracht kwamen, naast een grote hoeveelheid aardewerk, een zwaard, een bronzen grape en een spitoplegger. Uit de oostelijke gracht kwamen onder andere een prikslee en een messing ketel. Op basis van de hoeveelheid materiaal werd tijdens de opgraving aangenomen dat de keuken van het kasteel zich nabij de oostelijke gracht heeft bevonden. Over het kasteel en de verwoesting daarvan zijn geen historische bronnen overgeleverd. Over activiteiten op het terrein in latere perioden is echter wel het één en ander bekend. 4 In 1446 lag op het terrein een boomgaard. Er is dan ook sprake van een jonge en een oude boomgaard, hetgeen erop wijst dat er al enige tijd op het terrein een boomgaard ligt. Mogelijk is direct na sloop van het kasteel het terrein ingericht als een boomgaard. In 1561 is er sprake van een huis in de boomgaard. Tussen 1628 en 1632 bouwt men direct langs de weg een boerderij genaamd d Engelsche Boomgaerd. Naar aanleiding van de naam van het terrein is er nogal wat gespeculeerd over de relatie tussen Vlaardingen en Engeland. Het is niet uit te sluiten dat de eigenaar van het opgegraven kasteel hier iets mee te maken had, maar hierover zijn op archeologische gronden geen uitspraken te doen. 3
14 VLAK-verslag Methoden 2.1 Vraagstelling Het onderzochte aardewerk is afkomstig uit twee delen van de kasteelgracht. Het onderzoek heeft een drieledig doel. In de eerste plaats is de datering van de aardewerkcomplexen van belang. Daarbij kan zowel een beeld worden gekregen van de periode waarin het kasteel in gebruik was, als de ruimtelijke ontwikkelingen op het kasteelterrein. In de tweede plaats zal geprobeerd worden een functionele indeling van het terrein te reconstrueren. Kan er iets gezegd worden over de functie van de verschillende delen van de kasteelgracht en is hierin een ontwikkeling te herkennen? Zo zou het mogelijk kunnen zijn de plaats van de keuken vast te stellen door een concentratie van aan het bereiden van voedsel gerelateerd aardewerk. Tenslotte zal gekeken worden naar de status van het kasteel. Is het onderzochte materiaal karakteristiek voor een kasteelterrein en wordt de status van de bewoners weerspiegeld in het aardewerk? De status kan onder andere tot uiting komen in de hoeveelheden importaardewerk of luxe tafelgerei. 2.2 Werkwijze Het aardewerkonderzoek betreft het aardewerk uit twee vondstcomplexen uit de kasteelgracht: spoorgroep 40 uit de westelijke gracht en spoorgroep 79 uit de oostelijke gracht. Het onderzoek is opgesplitst in een aantal stappen: 1) determinatie; 2) statistische verwerking; 3) interpretatie. 2.3 Determinatie De scherven zijn gesorteerd op baksel en per spoorgroep geteld en gewogen. Vervolgens zijn de scherven, voor zover mogelijk, uitgesplitst in hoofdvorm en eventueel in subvorm. Aan de indeling in hoofd- en subvormen zijn gebruiksfuncties gekoppeld, op basis waarvan later uitspraken gedaan kunnen worden over de functie van de verschillende delen van de gracht of het kasteel als geheel. Binnen de vormen is vervolgens een typologie opgesteld. Bij gebrek aan een algemeen geldende typologie voor middeleeuws aardewerk is voor het onderzochte complex een eigen typologie opgesteld. De criteria waarop typen zijn onderscheiden verschillen per baksel en vorm. Bij de meeste baksels is de type-indeling gebaseerd op de randvorm. De verschillende typen kunnen informatie geven over datering van de vondstcomplexen en mogelijk de functie ervan. Uiteindelijk is per type het minimaal aantal exemplaren bepaald. De telling van het minimum aantal exemplaren vormt een middel om complexen met elkaar te vergelijken wat betreft vorm, functie of type. In de eerste plaats is het minimum aantal exemplaren bepaald op grond van de randen per bakselsoort en vorm. Bij een aantal baksels is echter ook gekeken naar andere criteria, bijvoorbeeld versiering bij hoogversierd aardewerk. Dit geeft echter wel een vertekening van het minimum aantal exemplaren. Bij baksels met geringe diversiteit aan vormen en randen zal het immers moeilijker zijn verschillende exemplaren van elkaar te onderscheiden dan bij baksels met veel variatie in type of versiering. Daardoor zullen bijvoorbeeld bij hoogversierd aardewerk meer exemplaren worden onderscheiden dan bij roodbakkende kannen. Bij grote vormen, of vormen waarvan maar kleine fragmenten bewaard zijn, zal het ook moeilijker zijn verschillende exemplaren te onderscheiden en zal het minimum aantal exemplaren dus lager zijn. Het minimum aantal exemplaren is dan ook consequent gebaseerd op de randen, alleen bij het hoogversierd witbakkend Langerwehe en Andenne aardewerk is daarop een uitzondering gemaakt. Hiermee dient bij de statistische verwerking rekening gehouden te worden. In totaal zijn in beide onderzochte complexen 334 exemplaren onderscheiden waarvan er 315 gerekend kunnen worden tot de echte minimum aantal exemplaren. Deze zullen in hoofdstuk 3 beschreven worden. 2.4 Statistische verwerking De bij de determinatie verkregen gegevens zijn verwerkt in een database. Op grond hiervan kunnen vervolgens uitspraken worden gedaan met betrekking tot bijvoorbeeld dateringsverschillen, of gebruik van verschillende onderdelen van de kasteelgracht of beide complexen samen. 4
15 Aardewerkverslag 3 Resultaten: beschrijving van de aanwezige baksels, vormen en typen 3.1 Andenne aardewerk In de omgeving van het plaatsje Andenne, in de Belgische Maasvallei, werd tussen het einde van de 11e en het midden van de 14e eeuw op grote schaal aardewerk gemaakt. 5 Hiervoor werd gebruik gemaakt van tertiaire klei van goede kwaliteit. Kenmerkend is het fi jne baksel en het gebruik van loodglazuur. Het vormenspectrum bestaat onder meer uit kannen, tuitpotten, kogelpotten en schalen. In de 12e en begin van de 13e eeuw wordt het aardewerk vaak beschouwd als luxeproduct. De export vond voornamelijk plaats in de 12e en 13e eeuw. In de 14e eeuw komt Andenne-aardewerk in Nederland alleen nog incidenteel voor. 6 In het onderzochte vondstcomplex komen twee exemplaren voor van Andenne-aardewerk, verdeeld over twee typen. Het MAE is bepaald op basis van vorm. Type I: Kan met wijde, iets bol lopende hals; MAE= 1; Hiervan is een randfragment aangetroffen; Borremans en Warginaire 1966, periode IIIa, , fi g. 28 A47/4/j. Figuur 3: Andenne aardewerk, kan, type I. Inv. nr A-ka-I-01; tekening schaal 1:2. Type II: Kleine tuitkan; MAE=1; Geen rand aanwezig; Borremans en Warginaire 1966, periode IIIb, , fi g 26 A35b/c 1-2. Figuur 4: Andenne aardewerk, kleine tuitkan, type II. Inv. nr A-tka-II-01; tekening schaal 1: Ceramiek uit het Rijnland en Zuid-Limburg In de Late Middeleeuwen werd in het Duitse Rijnland en in Zuid-Limburg op grote schaal ceramiek geproduceerd en geëxporteerd naar een groot gebied in Noordwest-Europa. Tot het begin van de 13e eeuw bestond de productie uit witbakkend aardewerk, versierd met rode of roodbruine verfstrepen. Dit aardewerk, dat meestal wordt aangeduid met de term Pingsdorf, werd gebakken op een temperatuur van 900 tot 1000 graden. Als grondstof werd gebruik gemaakt van tertiaire klei. Vanaf het begin van de 13e eeuw experimenteerde men in verschillende productiecentra, waaronder Siegburg, Langerwehe, Brunssum en Schinveld met het verhogen van de baktemperatuur tot ongeveer 1000 á 1100 graden. Daarbij smelt een deel van het silicium in de klei, waardoor het product minder poreus wordt. Dit meer waterdichte product is beter geschikt voor drink- en schenkgerei. Ceramiek, waarbij een deel van het silicium is gesmolten, wordt aangeduid met de term proto-steengoed. Het verhogen van de baktemperatuur heeft tot gevolg dat het aardewerk donkerder van kleur wordt. De roodbruine verfstrepen zijn daardoor nauwelijks meer zichtbaar en verdwijnen dan ook in het begin van de 13e eeuw. In enkele productiecentra, onder andere in Langerwehe en Zuid-Limburg, wordt het proto-steengoed voorzien van een paarsbruine ijzerengobe. Naast een esthetische reden heeft dit wellicht ook een praktische: 5
16 VLAK-verslag 4.4 het oppervlak wordt iets minder ruw, waardoor het prettiger aanvoelt bij het drinken. Tegen het eind van de 13e eeuw wordt de baktemperatuur nog verder opgevoerd, waardoor de klei nog verder versintert en nog minder poreus wordt. Uiteindelijk komt vanaf het eind van de 13e eeuw geheel versinterde ceramiek voor, dat aangeduid wordt als steengoed. In Siegburg wordt hierin nog een tussenstadium onderscheiden, het zogenaamde bijna-steengoed. Hierbij is de klei vrijwel volledig versinterd maar is de magering nog wel enigszins voelbaar en zichtbaar. 7 Proto-steengoed en steengoed werden vervaardigd in een aantal productiecentra in het Rijnland en Zuid- Limburg. Daarnaast worden ook in andere gebieden vergelijkbare producten gemaakt, onder meer in Speyer en Duingen. In de 13e en 14e eeuw zijn Siegburg, Langerwehe, Brunssum en Schinveld voor onze streken de belangrijkste. De productie van Siegburg is op grond van baksel en oppervlaktebehandeling meestal goed te onderscheiden van de overige productiecentra. Op de breuk is het Siegburg protosteengoed vaak lichtgrijs tot beigegrijs van kleur in tegenstelling tot donkergrijs in Langerwehe en Zuid- Limburg. De magering van Siegburg proto-steengoed bestaat uit afgeronde zandkorrels, waardoor het oppervlak iets minder ruw is. Om die reden is het oppervlak van Siegburg proto-steengoed meestal niet voorzien van een oppervlaktebehandeling met bijvoorbeeld ijzerengobe en het steengoed uit de overige productiecentra wel. Naast het lichtgrijze proto-steengoed uit Siegburg en het donkergrijze uit Langerwehe of Zuid-Limburg komt nog een derde baksel voor. Dit is gelig van kleur. De magering bestaat uit fi jn zand en bevat soms rossige puntjes. Het is niet uitgesloten dat dit proto-steengoed uit Zuid-Limburg afkomstig is. 8 Na de opkomst van het steengoed in het laatste kwart van de 13e eeuw valt de export vanuit Zuid-Limburg grotendeels weg en zijn Siegburg en Langerwehe de belangrijkste centra. Het onderscheid tussen beide centra is eenvoudig: Siegburg is wit of lichtgrijs van kleur en heeft meestal geen oppervlaktebehandeling. Langerwehe is grijs of donkergrijs van kleur en heeft vaak een oppervlaktebehandeling van ijzerengobe, zoutglazuur of een combinatie van beide. Op basis van het baksel kunnen de volgende bakselgroepen worden onderscheiden: Proto-steengoed uit Siegburg (paragraaf 3.2.1) Proto-steengoed uit overige productiecentra (Langerwehe en Zuid-Limburg) (paragraaf 3.2.2) Bijna steengoed (uit Siegburg) (paragraaf 3.2.3) Steengoed uit Siegburg (paragraaf 3.2.4) Steengoed uit overige productiecentra (meestal Langerwehe) (paragraaf 3.2.5) Proto-steengoed uit Siegburg Het proto-steengoed uit Siegburg is lichtgrijs tot bruingrijs van kleur. De magering bestaat uit grof zand, meestal kwarts en diverse insluitsels en neemt 20-30% van het volume in beslag. De korrelgrootte varieert van 0,2-0,7 mm, met uitschieters tot 2,0 mm. 9 Bij het onderzochte materiaal uit Vlaardingen valt op dat af en toe zwarte puntjes op de breuk herkenbaar zijn. Op dit proto-steengoed is meestal geen ijzerengobe of zoutglazuur aangebracht. Type I: Kan met zware, geribbelde rand met vlakke bovenkant; MAE=2; Beckmann 1975, periode 1, tafel Figuur 5: Proto-steengoed Siegburg, kan, type I. Inv. nr Sp-ka-A-I-01; tekening schaal 1:2. 6
17 Aardewerkverslag Er zijn bij het onderzochte materiaal in totaal 23 exemplaren onderscheiden, verdeeld over twee typen kannen, één type drinkbeker en één type veldfl es. De typologie van de kannen is gebaseerd op de randvorm. Type II: Kan met verdikte manchetrand; MAE=18; Beckmann 1975, periode 3, tafel 21. Figuur 6: Proto-steengoed Siegburg, kan, type II. Inv. nr Sp-ka-A-II-01; tekening schaal 1:4. Type III: Drinkbeker met rechte, uitstaande rand; MAE=2; Beckmann 1975, periode 3, tafel 70. Figuur 7: Proto-steengoed Siegburg, drinkbeker, type III. Inv. nr Sp-db-B-III-01; tekening schaal 1:2. Type IV: Veldfl es; MAE=1; Beckmann 1975, periode 4, tafel 14. Figuur 8: Proto-steengoed, veldfl es, type IV. Inv. nr Sp-vf-A-IV-01; tekening schaal 1: Proto-steengoed uit overige productiecentra Het baksel van de andere productiecentra in het Rijnland en Zuid-Limburg lijkt erg op dat van Siegburg. Het is daarom niet altijd goed mogelijk de baksels van elkaar te onderscheiden. Het belangrijkste verschil is dat het proto-steengoed uit Siegburg over het algemeen wat lichter van kleur is en dat de zandkorrels van de magering meer zijn afgerond en beter zijn gesorteerd. Dit heeft tot gevolg dat het Siegburgse proto-steengoed vaak wat fi jner van karakter is. In Zuid-Limburg bestaat de magering uit grof, slecht 7
18 VLAK-verslag 4.4 gesorteerd zand met insluitsels van 0,3-1,0 mm en uitschieters van 2,0-6,0 mm. Veel steengoed uit deze productiecentra heeft een oppervlakteafwerking met ijzerengobe en soms zoutglazuur. In de beginperiode komt zoutglazuur incidenteel voor en is het meestal afkomstig van het as dat op de potten neerslaat. Later wordt zoutglazuur ook bewust aangebracht door in de oven keukenzout te strooien. Zoutglazuur is min of meer kleurloos of iets bruinig van kleur. IJzerengobe geeft de producten een paarse of paarsbruine kleur. Bij proto-steengoed uit Siegburg ontbreekt de oppervlakteafwerking meestal. Van het proto-steengoed uit de overige productiecentra zijn in Vlaardingen minimaal 23 exemplaren geteld, verdeeld over vier typen: drie typen kannen en één type drinkbeker. De typen komen overeen met de typen proto-steengoed uit Siegburg. Type I: Kan met zware, geribbelde rand met vlakke bovenkant; MAE=1; Beckmann 1975, periode 1, tafel 15-17, Bruin 1964, periode III, afb. 56. Figuur 9: Proto-steengoed overige productiecentra, kan, type I. Inv. nr Rp-ka-C-I-01; tekening schaal 1:2. Type II: Kan met soms verdikte, manchetachtige rand; MAE=18; Beckmann 1975, periode 3, tafel 19-20, Bruin1964, periode IV, afb 74. Figuur 10: Proto-steengoed overige productiecentra, kan, type II. Inv. nr Rp-ka-A-II-01; tekening schaal 1:2. 8
19 Aardewerkverslag Figuur 11: Proto-steengoed overige productiecentra, kan, type II. Inv. nr Rp-ka-C-II-16; tekening schaal 1:2. Type III: Drinkbeker met vlakke bodem; MAE=1. Figuur 12: Proto-steengoed overige productiecentra, drinkbeker, type III. Inv. nr Rp-db-B-III-01; tekening schaal 1:2. Type III: Drinkbeker met rechtopstaande rand, geribbelde wand en standvoet met vlakke bodem; MAE=2; Bruin 1964, periode III, afb en Figuur 13: Proto-steengoed overige productiecentra, drinkbeker, type III. Inv. nr Rp-db-C-III-02; tekening schaal 1:2 Figuur 14: Proto-steengoed overige productiecentra, drinkbeker, type III. Inv. nr Rp-db-C-III-03; tekening schaal 1:2 (Tekening: J. van den Berg, VLAK). 9
20 VLAK-verslag 4.4 Type IV: Kan of grape met pootjes; MAE=1; Bruin 1964, periode V, afb en 11. Figuur 15: Proto-steengoed overige productiecentra, kan of grape, type IV. Inv. nr Rp-ka-C-IV-01; tekening schaal 1: Bijna steengoed Bijna steengoed is een tussenfase in de ontwikkeling van proto-steengoed naar echt steengoed en wordt alleen bij de producten uit Siegburg onderscheiden. 10 Het heeft een dichtere structuur en is fi jner en minder poreus dan proto-steengoed. Het baksel is nog niet geheel versinterd, waardoor de magering nog voelbaar is. De korrelgrootte hiervan ligt rond de 0,4 mm. Het vormenspectrum van bijna steengoed komt vrijwel overeen met de vroegste vormen van het echte Siegburg steengoed. In Vlaardingen is slechts één exemplaar van dit baksel aangetroffen. Type I: Kan met verdikte rand en cilindrische hals; MAE=1; Beckmann 1975, periode 4, tafel 33. Figuur 16: Bijna steengoed (Siegburg), kan, type I. Inv. nr Sb-ka-A-I-01; tekening schaal 1: Steengoed uit Siegburg (blank steengoed) Bij het echte steengoed uit Siegburg is het baksel geheel verglaasd en klinkend hard. Er is geen magering meer herkenbaar. De kleur is lichtgrijs of wit en er is meestal geen oppervlaktebehandeling aanwezig. Deze ceramiek wordt vaak aangeduid met de term blank steengoed. Op het kasteelterrein zijn in totaal 41 exemplaren blank steengoed aangetroffen: 27 exemplaren zijn te verdelen in vijf typen: vier typen kannen en één type drinkbeker. De overigen zijn niet aan een type toe te schrijven. 10
21 Aardewerkverslag Type I: Kan met verdikte rechte rand en cilindrische hals zonder ribbel. Dit type komt overeen met type I in bijna steengoed; MAE=17; Janssen 1988, tabel 1, type III en Beckmann 1975, periode 4, tafel Figuur 17: Steengoed uit Siegburg, kan, type I. Inv. nr Se-ka-A-I-01; tekening schaal 1:2. Type II: Kan, lijkt op type I met verdikte rechte rand en cilindrische hals maar heeft een dikke ribbel halverwege de hals; MAE=1; Janssen 1988, tabel 1, type II-1 en Beckmann 1975, periode 4, tafel Figuur 18: Steengoed uit Siegburg, kan, type II. Inv. nr Se-ka-A-II-01; tekening schaal 1:2. Type III: Kan, lijkt op type I met verdikte rechte rand en cilindrische hals maar met een dubbele dikke ribbel ter hoogte van de onderkant van het oor; MAE=4; Janssen 1988, tabel 1, type IV(a) en Beckmann 1975, periode 4, tafel 35. Figuur 19: Steengoed uit Siegburg, kan, type III. Inv. nr Se-ka-A-III-01; tekening schaal 1:2. 11
22 VLAK-verslag 4.4 Type IV: Biconische kan met enkelvoudige rechte rand en cilindrische hals. Dit type kan wordt soms aangeduid als bierkan; MAE=3; Janssen 1988, tabel 1, type I en Beckmann 1975, periode 4, tafel 47. Figuur 20: Steengoed uit Siegburg, kan, type IV. Inv. nr Se-ka-A-IV-01; tekening schaal 1:2. Figuur 21: Steengoed uit Siegburg, kan, type IV. Inv. nr Se-ka-A-IV-03; tekening schaal 1:2. Type V: Drinkbeker met enkelvoudige rechte rand en cilindrische hals; MAE=2; Janssen 1988, tabel 1, type IX en Beckmann 1975, periode 3/4, tafel 75. Figuur 22: Steengoed uit Siegburg, drinkbeker, type V. Inv. nr Se-db-B-V-01; tekening schaal 1:2. 12
23 Aardewerkverslag Steengoed uit overige productiecentra Het meeste echte steengoed dat niet uit Siegburg afkomstig is, is in de eerste helft van de 14e eeuw waarschijnlijk gemaakt in Langerwehe. Zuid-Limburg lijkt in deze periode als exportcentrum in belang af te nemen. Het is echter op grond van het baksel (nog) niet mogelijk onderscheid te maken tussen Langerwehe en Zuid-Limburg. Het steengoed dat niet uit Siegburg komt, is meestal voorzien van ijzerengobe, zoutglazuur of een combinatie van beide. Het baksel is grijs. In Vlaardingen is maar weinig steengoed gevonden, dat niet uit Siegburg afkomstig is. Wat dat betreft wijkt het beeld af van bijvoorbeeld de situatie in Brabant, waar niet-siegburg steengoed in het begin van de 14e eeuw de overhand heeft. 11 De drie onderscheiden exemplaren zijn alle drie van een verschillend type. Type I: Kan met rechte rand, verticale hals en een ribbel ter hoogte van de bovenkant van het oor; MAE=1; Bruin 1964, Schinveld IV, periode V, afb Figuur 23: Steengoed uit overige productiecentra, kan, type I. Inv. nr Re-ka-C-I-01; tekening schaal 1:2. Type II: Kan met manchetrand; MAE=1; Bruin 1964, Schinveld IV, periode V, afb en Hurst 1977, type I. Figuur 24: Steengoed uit overige productiecentra, kan, type II. Inv. nr Re-ka-C-II-01; tekening schaal 1:2. Type III: Drinkbeker met iets naar buiten staande, afgeschuinde rand en bolle bodem; MAE=1; Bruin 1964, periode IV-V, afb Figuur 25: Steengoed uit overige productiecentra, drinkbeker, type III. Inv. nr Re-db-C-III-01; tekening schaal 1:2. 13
24 VLAK-verslag Witbakkend Langerwehe-aardewerk Naast steengoed werd in het productiecentrum Langerwehe in de 14e eeuw ook witbakkend aardewerk vervaardigd. Het betreft vaak kleine voorwerpen zoals zuigflesjes, kannetjes, spaarpotten en pelgrimshoorns, die zijn afgewerkt met loodglazuur of koperhoudend loodglazuur. Het baksel is iets grover dan dat uit Andenne. Op het kasteelterrein is één exemplaar gevonden dat op grond van het baksel en het gebruik van koperhoudend loodglazuur aan Langerwehe kan worden toegeschreven. Het betreft waarschijnlijk een miniatuur kannetje, wellicht speelgoed. Type I: Miniatuur kan (speelgoed); Geen randfragment aanwezig. Figuur 26: Witbakkend Langerwehe-aardewerk, miniatuur kannetje, type I. Inv. nr W-ka-I-01, tekening schaal 1: Blauwgrijs import aardewerk Tussen de 10e en 13e eeuw werd in een aantal productiecentra in het Rijnland en het Limburgse Maasgebied aardewerk gemaakt van tertiaire klei, gemagerd met grof zand. Dit aardewerk werd meestal reducerend gebakken en was blauwgrijs van kleur. Twee productiecentra zijn hier van belang. In de eerste plaats Paffrath. De productie in deze plaats bestond voor het grootste deel uit vrij kleine, dunwandige kogelpotten. Het oppervlak hiervan had een metaalachtige glans en scherf had op de breuk een karakteristieke bladerdeegstructuur. Een andere belangrijke productieplaats was Elmpt, waar naast kogelpotten ook grote voorraadvaten en teilen werden gemaakt. Op het kasteelterrein in Vlaardingen zijn maar twee scherven van blauwgrijs import aardewerk gevonden. Eén scherf Paffrath-aardewerk van een onbekende vorm en een fragment van een vijzel van grijs of blauwgrijs aardewerk uit een onbekend productiecentrum. Het is in dit laatste geval niet goed uit te maken of het grijs of blauwgrijs aardewerk betreft. Een vergelijkbare vijzel, uit de eerste helft van de 14e eeuw, is ook in s-hertogenbosch gevonden Blauwgrijs lokaal aardewerk (kogelpotaardewerk) Tot in de 13e eeuw werd op veel plaatsen in Nederland aardewerk geproduceerd voor de lokale markt. Het gaat hierbij meestal om handgemaakte kogelpotten, die in veldovens werden gebakken. Over het algemeen wordt dit soort aardewerk aangeduid met de term kogelpotaardewerk, hetgeen verwarrend is aangezien kogelpot dan zowel op de vorm als op het soort aardewerk slaat. Om die reden wordt het hier aangeduid als lokaal blauwgrijs aardewerk. Omdat het hier om lokale of regionale aardewerktradities gaat, is het moeilijk vondsten uit verschillende plaatsen met elkaar te vergelijken. Bij het onderzochte materiaal uit Vlaardingen zijn vier exemplaren van dit soort aardewerk aangetroffen, verdeeld over twee typen. Type I: Kogelpot met een uitstaande, naar binnen afgeschuinde rand met een afgeronde bovenkant; MAE=2. Figuur 27: Blauwgrijs aardewerk, kogelpot, type I. Inv. nr Gk-kp-I-02; tekening schaal 1:2. 14
25 Aardewerkverslag 3.6 Grijs- en roodbakkend aardewerk Type II: Kogelpot met iets uitstaande verdikte ronde rand; MAE=2. Figuur 28: Blauwgrijs aardewerk, kogelpot, type II. Inv. nr Gk-kp-II-02; tekening schaal 1:2. Vanaf de 13e eeuw wordt in de opkomende steden voor de lokale of regionale markt aardewerk vervaardigd. Het gaat hierbij meestal om eenvoudig gebruikgoed. De klei komt uit de directe omgeving van de productiecentra. Naar gelang de ovenatmosfeer (reducerend of oxiderend) wordt het product grijs of rood van kleur. Het grijze aardewerk is over het algemeen iets vroeger en wordt in de loop van de 14e en 15e eeuw verdrongen door rood aardewerk. De meeste producten zijn gemaakt op de draaischijf, waardoor ze meestal vrij goed te onderscheiden zijn van de lokale handgevormde kogelpotten. Rood aardewerk wordt vaak voorzien van loodglazuur, dat in de loop van de 14e en 15e eeuw steeds royaler wordt toegepast. Het vormenspectrum van het grijze aardewerk is wat beperkter dan van het rode. Naast het lokale of regionale rode aardewerk worden in de 13e en 14e eeuw ook producten van rood aardewerk geïmporteerd uit enkele productiecentra in Holland, Vlaanderen en Brabant. Het gaat hierbij vooral om rijk versierde kannen voorzien van plastische ornamenten in witte of rode klei, radstempels en transparant of groen glazuur Grijsbakkend aardewerk Grijs aardewerk heeft een wat beperkter vormenspectrum dan rood aardewerk. Het diende voornamelijk als kook- en opslaggerei. Loodglazuur is nooit toegepast en versieringen zijn zeldzaam. Eén scherf uit Vlaardingen is versierd met een kamversiering en is afkomstig van een grote kan of voorraadpot. Een scherf met vergelijkbare versiering komt ook voor bij rood aardewerk Grapen Bij het materiaal van het kasteel in Vlaardingen zijn fragmenten aangetroffen van ten minste elf grijze grapen. Op basis van de randen konden twee typen worden onderscheiden. Reconstrueerbare exemplaren ontbreken, maar vanwege het ontbreken van grijze pootjes kan worden aangenomen dat deze grapen standvinnen hadden. Op grond van de datering nemen we aan dat het om één-orige kleine grapen gaat. Type I: Grape met verdikte ronde rand; MAE=9. Figuur 29: Grijsbakkend aardewerk, grape, type I. Inv. nr G-gr-I-01; tekening schaal 1:2. Type II: Grape met uitstaande onverdikte rand; MAE=2. Figuur 30: Grijsbakkend aardewerk, grape, type II. Inv. nr G-gr-II-02; tekening schaal 1:2. 15
26 VLAK-verslag 4.4 Type I: Kan met bolle, geprofi leerde verdikte rand; MAE=9. Figuur 31: Grijsbakkend aardewerk, kan, type I. Inv. nr G-ka-I-03; tekening schaal 1:2. Type II: Kan met manchetachtige geprofi leerde rand. Variant met bolle bovenkant en variant met vlakke bovenkant. MAE=18; Schimmer 1979, afb. E28 (inv.nr. G-ka-II-01 en 05) en Schimmer 1979, afb. E30a (inv. nr. G-ka-II-17). Figuur 32: Grijsbakkend aardewerk, kan, type II. Inv. nr G-ka-II-01; tekening schaal 1:4. Figuur 33: Grijsbakkend aardewerk, kan, type II. Inv. nr G-ka-II-05; tekening schaal 1:2. 16
27 Aardewerkverslag Kannen In de grachten zijn fragmenten van 37 grijze kannen opgegraven. De meeste zijn dunwandig en hebben een hard en egaal baksel. Het gaat om grote kannen, waarschijnlijk waterkannen. Op grond van de randprofi elen zijn drie typen te onderscheiden. Type I heeft een bolle geprofi leerde rand. Type II heeft een manchetrand, waarin onderscheid kan worden gemaakt tussen een vlakke en een afgeronde bovenzijde. Type III heeft een naar binnen afgeschuind randprofi el, dat mogelijk geïnspireerd is op kannen uit Andenne. 13 Negen exemplaren konden niet aan een type worden toegeschreven. Figuur 34: Grijsbakkend aardewerk, kan, type II. Inv. nr G-ka-II-17; tekening schaal 1:2. Type III: Kan met verticale, naar binnen afgeschuinde rand en cilindrische hals; MAE=1. Figuur 35: Grijsbakkend aardewerk, kan, type III. Inv. nr G-ka-III-01; tekening schaal 1: Bolle potten In de kasteelgracht zijn 12 bolle potten zonder pootjes aangetroffen. De bodem is lensvormig zodat we niet over een kogelpot kunnen spreken. Vergelijkbare vormen zijn ook bekend uit pottenbakkersafval dat in Haarlem is opgegraven. 14 De functie van deze potten is niet altijd duidelijk. Er is een grote variatie in formaten aanwezig: de randdiameter varieert tussen de 9 en 20 cm met een gemiddelde van 14,5 cm. Roetaanslag op de onderzijde van de potten ontbreekt, waardoor we niet kunnen concluderen dat één van de potten zeker als kookpot gebruikt is. Toch is de functie als kookpot voor met name de kleinere exemplaren niet onwaarschijnlijk. De grotere potten dienden als voorraadpot. Op basis van de randvorm zijn vier typen onderscheiden Type I: Pot met verdikte, bol geprofi leerde rand; MAE=7; Schimmer 1979, afb. B6. Figuur 36: Grijsbakkend aardewerk, bolle pot, type I. Inv. nr G-kp/vp-I-02; tekening schaal 1:2. 17
28 VLAK-verslag 4.4 Figuur 37: Grijsbakkend aardewerk, bolle pot, type I. Inv. nr G-kp/vp-I-03; tekening schaal 1:2. Type II: Pot met manchetachtige, hol geprofi - leerde rand; MAE=3; Schimmer 1979, afb. B7. Figuur 38: Grijsbakkend aardewerk, bolle pot, type II. Inv. nr G-kp/vp-II-01; tekening schaal 1:2. Figuur 39: Grijsbakkend aardewerk, bolle pot, type II. Inv. nr G-kp/vp-II-02; tekening schaal 1:2. Type III: Pot met rechte opstaande rand, naar binnen toe afgeschuinde bovenkant, geen hals; MAE=1. Figuur 40: Grijsbakkend aardewerk, bolle pot, type III. Inv. nr G-kp/vp-III-01; tekening schaal 1:2. Type IV: Pot met blokrand; MAE=1; Hoek 1977, afb.13. Figuur 41: Grijsbakkend aardewerk, bolle pot, type IV. Inv. nr G-kp/vp-IV-01; tekening schaal 1:4. 18
29 Aardewerkverslag Voorraadpotten Het onderscheid tussen de hiervoor beschreven bolle potten en de voorraadpotten op standvinnen is op basis van de randen niet goed te maken. Bij een redelijk compleet exemplaar van type II kan de potvorm worden bepaald. Daaruit blijkt dat bij deze voorraadpotten de schouder vrij horizontaal loopt en de grootste diameter boven in de pot zit, dit in tegenstelling tot de hierboven beschreven bolle potten met de grootste diameter halverwege het potlichaam. Bij de determinatie zijn de potten met een randdiameter groter dan 14,5 cm tot de voorraadpotten gerekend. In totaal zijn 8 exemplaren geteld, verdeeld over twee typen. Type I: Voorraadpot met opstaande, verdikte bol geprofi leerde rand; MAE=3. Figuur 42: Grijsbakkend aardewerk, voorraadpot, type I. Inv. nr G-vp-I-01; tekening schaal 1:4. Type II: Voorraadpot met scherp geprofi - leerde uitstaande rand; MAE=5. Figuur 43: Grijsbakkend aardewerk, voorraadpot, type II. Inv. nr G-vp-II-03; tekening schaal 1:4. Figuur 44: Grijsbakkend aardewerk, voorraadpot, type II. Inv. nr G-vp-II-04; tekening schaal 1:2. 19
30 VLAK-verslag Roodbakkend aardewerk Van dezelfde klei als het grijze aardewerk werd in dezelfde productiecentra ook roodbakkend aardewerk vervaardigd. De rode kleur ontstaat door in de oven zuurstof toe te laten tijdens het bakproces. Roodbakkend aardewerk kan voorzien zijn van loodglazuur en is soms ook versierd met wit slib. Sommige producten waren zeer rijk versierd en worden behandeld onder het hoofdstuk hoogversierd aardewerk. Het vormenspectrum van het rode aardewerk komt deels overeen met het grijze maar is wel wat groter. Versiering komt voor in de vorm van vingerindrukken of appliques bij de vetvangers. Eén scherf uit Vlaardingen is versierd met een kamversiering en is afkomstig van een grote kan of voorraadpot. Een vergelijkbare versiering komt ook voor bij grijs aardewerk. Figuur 45: Roodbakkend aardewerk, fragment met kamversiering. Tekening schaal 1: Bakpannen In de kasteelgracht zijn fragmenten van minstens 84 bakpannen aangetroffen. De meeste hebben gebruikssporen in de vorm van roetaanslag aan de onderzijde. De binnenkant is geglazuurd om aanbakken te voorkomen. Er zijn zowel holle als massieve stelen aangetroffen, in totaal 27. Hoewel in noord Nederland holle stelen over het algemeen vroeger zijn dan de massieve, is deze ontwikkeling in Vlaanderen juist omgekeerd. 15 Bovendien blijken dezelfde randtypen zowel bij pannen met holle als bij exemplaren met massieve stelen voor te komen. Op basis van de randen zijn drie typen te onderscheiden, waarbinnen weer variaties voorkomen. Elf exemplaren konden niet aan een type worden toegeschreven. Type I: Bakpannen met omgeslagen rand; MAE=42. Type I-1: Bakpannen met geprofi leerde, vlak omgezette rand en iets holle bovenkant; Hoek 1975, blz. 517,6. Figuur 46: Roodbakkend aardewerk, bakpan, type I-1. Inv. nr R-bp-I_1-01; tekening schaal 1:4. 20
31 Aardewerkverslag Type I-2: Bakpannen met verdikte, vlak omgezette rand en vlakke bovenkant. Figuur 47: Roodbakkend aardewerk, bakpan, type I-2. Inv. nr R-bp-I_2-11; tekening schaal 1:2. Type I-3: Bakpannen met omgeslagen afgeronde rand; Hoek 1975, blz. 517,8; Van Haaften 1987, blz. 303,7. Figuur 48: Roodbakkend aardewerk, bakpan, type I-3. Inv. nr R-bp-I_3-18; tekening schaal 1:2. Type II: Bakpannen met enkelvoudige, soms iets verdikte, iets uitstaande rand. MAE=17 Type II-1: Bakpannen met enkelvoudige, iets uitstaande, afgeronde rand; Schimmer 1979, afb. F35. Figuur 49: Roodbakkend aardewerk, bakpan, type II-1. Inv. nr R-bp-II_I-03; tekening schaal 1:2. 21
32 VLAK-verslag 4.4 Type II-2: Bakpannen met enkelvoudige, iets uitstaande hoekige rand. Figuur 50: Roodbakkend aardewerk, bakpan, type II-2. Inv. nr R-bp-II_2-09; tekening schaal 1:2. Type III: Bakpannen met omgeslagen, driehoekige, ondersneden rand; MAE=14. Type III-1: Bakpannen met omgeslagen, hoekige, ondersneden rand. Figuur 51: Roodbakkend aardewerk, bakpan, type III-1. Inv. nr R-bp-III_1-02; tekening schaal 1:2. Type III-2: Bakpannen met omgeslagen, afgeronde, ondersneden rand. Figuur 52: Roodbakkend aardewerk, bakpan, type III-2. Inv. nr R-bp-III_2-05; tekening schaal 1:2. 22
Een grape van Hafnerwaar. Hafner werd grotendeels geproduceerd in Keulen.
Servies uit de periode 1400 tot 1600 uit de waterput de families Reintgen Ophaevens of Gerrit ten Holler of Jacob Armtzen. s-heerenberg Kellenstraat. 51 52 30.38 N 6 C14 39.38 O Hoogte Nap. 18 m Een Hafnerwaar.
Nadere informatieAWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND)
AWP-VERSLAG-WAARNEMING (PURMEREND) Locatie 11 Nieuwstraat Purmerend ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP PURMEREND Neckerstraat 11 1441 KT Purmerend Project AWP Purmerend Locatie onderzoeksgebied Administratieve gegevens
Nadere informatie7. BESCHRIJVING VAN DE VONDSTEN
91 7. BESCHRIJVING VAN DE VONDSTEN Hieronder wordt een chronologisch overzicht gegeven van de aangetroffen ceramiek op de Borchtsite. Ceramiek is doorgaans het voornaamste dateringsmiddel bij archeologisch
Nadere informatieAWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND)
AWP-VERSLAG-WAARNEMING (PURMEREND) Locatie 9 Nieuwstraat Purmerend ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP PURMEREND Neckerstraat 11 1441 KT Purmerend Project AWP Purmerend Locatie onderzoeksgebied Administratieve gegevens
Nadere informatieConclusies van het bakselonderzoek en de betekenis daarvan voor Romeins Halder
Conclusies van het bakselonderzoek en de betekenis daarvan voor Romeins Halder Roos Wijnen-Jackson Inleiding In 1973 is op Halder een aardewerkoven uit de Romeinse tijd opgegraven. De opgraving is indertijd
Nadere informatieADDENDUM 10. Werkput 5
Asse-Kalkoven, / en /3 Rapporten Agilas vzw / ADDENDUM. Werkput.. Inleiding Enkele dagen na het indienen van het conceptrapport, deelden de nutsmaatschappijen mee dat de sleuven voor de aansluiting van
Nadere informatieUitpakken 3: Een merovingische pottenbakkersoven uit Kessel-Hout
Verschenen in: Archeologie in Limburg 79 (1999), 11-12. (1) Uitpakken 3: Een merovingische pottenbakkersoven uit Kessel-Hout Wim Hupperetz Inleiding Tijdens de inventarisatie van de collectie archeologie
Nadere informatieARGEOLOGYSK WURKFERBAN
ARGEOLOGYSK WURKFERBAN HASKERDIJKEN: klooster Hasker Convent. Inleiding: In 2015 vonden er kadeverhogingen- en verbredingen plaats aan de oostzijde van het vaarwater tussen Akkrum en Haskerdijken. Tevens
Nadere informatieThema Op reis. De reis van de archeologische voorwerpen van Baduhenna
Thema Op reis De reis van de archeologische voorwerpen van Baduhenna 4 vuurstenen sikkels afkomstig uit Helgoland, Denemarken 1 bronzen sikkel uit Mikene, Griekenland Gevonden rond 1930 aan de Krommelaan
Nadere informatie6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen Algemeen
6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen 6.3.1. Algemeen In totaal werden er tijdens het vlakdekkend onderzoek 31 sporen geregistreerd in het vlak. Vijf ervan kwamen ook reeds tijdens het vooronderzoek
Nadere informatiete dateren. De reden hiervan zal zíjn dat het een
DE OPGRAVII'IG BIJ DE LATIJNSE SCHOOL (3) middeleeuws aardewerk iloor Jan Timmers ardewerk was ïroeger en is ook nu nog voor een belangrijk deel het middel bij uitstek om opgegraven objekten te dateren.
Nadere informatieProefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin
Proefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin Inleiding De toestemming van het bestuur van het Dienstencentrum maakte het
Nadere informatieOpgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken.
Opgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken. In de vroege zomer van 2017 heeft Archeologie West-Friesland een opgraving uitgevoerd tussen de Davidstraat, Romeinstraat en Korte
Nadere informatieArcheologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68
Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Archeologische begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Definitief ISSN 1573-5710
Nadere informatie1 2 1 151 18 IJzer Werktuig/ gereedschap (onderdeel) - Nieuwe tijd C Recent uitgeselecteerd
1 2 1 151 18 IJzer Werktuig/ gereedschap (onderdeel) - Nieuwe tijd C Recent uitgeselecteerd 2 2 1 151 18 IJzer Werktuig/ gereedschap (onderdeel) - Nieuwe tijd C Recent uitgeselecteerd 3 2 1 2001 16 IJzer
Nadere informatieHet in Halder gefabriceerde aardewerk
Het in Halder gefabriceerde aardewerk Joop van der Groen Nadat de pottenbakkersoven in Halder buiten gebruik was gesteld, is de ovenput gebruikt als afvalkuil. Bij het gevonden afval waren ook wat misbaksels,
Nadere informatieAWP-VERSLAG-WAARNEMING 2010-01-OCB (PURMEREND)
AWP-VERSLAG-WAARNEMING 2010-01-OCB (PURMEREND) Locatie 15 Westerstraat Purmerend ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP PURMEREND Neckerstraat 11 1441 KT Purmerend Project AWP Purmerend 2010-01-OCB Locatie onderzoeksgebied
Nadere informatieAfb. 1. De vindplaats van het muurwerk is aangegeven met de zwarte driehoek.
17 GORINCHEM, LAAG DALEMSEWEG T. Koorevaar Op 10 juli j.1. is na bemiddeling van mevr. N. de Kriek op aanwijzingen van dhr. H. van Mourik een vluchtige verkenning uitgevoerd op enkele percelen grenzend
Nadere informatieVerslag onderzoek van door leden van de Amateur Tuindervereniging Arentsburgh verzamelde scherven
Verslag onderzoek van door leden van de Amateur Tuindervereniging Arentsburgh verzamelde scherven Vondsten uit de grond van de ATV Arentsburgh De grond van deze vereniging ligt in de directe omgeving van
Nadere informatieWaarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)
Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) (28 en 29 oktober 2009) Oudenburg, 2009 Colofon Archeologisch Rapport Oudenburg 4 Waarderend archeologisch Onderzoek te
Nadere informatie62. Buidelbekers Het is misschien wel het mooiste Merovingische glas van Nederland: de slanke en onbeschadigde buidelbeker uit Bergeijk.
62. Buidelbekers Het is misschien wel het mooiste Merovingische glas van Nederland: de slanke en onbeschadigde buidelbeker uit Bergeijk. Buidelbekers heten naar hun vorm, met iets uitgezakte buik, zoals
Nadere informatieARCHEOLOGISCH ONDERZOEK GEMEENTE URK WIJK 4-46
ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK GEMEENTE URK WIJK 4-46 AWN AFDELING 21 RAPPORT nr. 2006-2 Legenda ii". WA.Vf'lEl.INGi'N ~ \/arosnaf!.oingfh ;mel O «c)tdn) h;3'l~ W b... t-- " l '~. ~~fij b lwdl ~ :;;.... - t.à:;ij
Nadere informatie4-Een vondst beschrijven
UITLEG VOOR DE LEERKRACHT Wanneer een archeoloog een vondst opgraaft, vindt hij/zij vaak alleen nog maar scherven terug. Daarom kan de archeoloog niet zomaar weten wat de vondst precies voorstelt en waarvoor
Nadere informatieArcheo-rapport 27 Het archeologische vooronderzoek aan De Dry Croonen te Zoutleeuw
Archeo-rapport 27 Het archeologische vooronderzoek aan De Dry Croonen te Zoutleeuw Kessel-Lo, 2010 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 27 Het archeologische vooronderzoek aan De Dry Croonen te
Nadere informatieMiddeleeuws Aardewerk uit Oostkerke
147. Middeleeuws Aardewerk uit Oostkerke door Etieane Cools. (werkgroep Opgravingen en Vondsten V.O.B.O.W.) VINDPlAATS EN VONDSTOMSTANDIGHEDEN~ Bi.j het uitgraven van de gedempte wallen van het kaste~l
Nadere informatieEvaluatiebrief Archeologisch onderzoek 58915 Sevenum-Beatrixstraat IVO-P
Postbus 297 6900 AG Zevenaar Ringbaan Zuid 8a 6905 DB Zevenaar tel. 0316-581130 fax 0316-343406 info@archeodienst.nl www.archeodienst.nl Archeodienst BV, Postbus 297, 6900 AG Zevenaar Evaluatiebrief Archeologisch
Nadere informatieUitpakken 1: Romeinse amforen uit Venlo
Verschenen in: Archeologie in Limburg 77 (1998), 48-51 Uitpakken 1: Romeinse amforen uit Venlo Wim Hupperetz Inleiding In de jaren 50 en 60 zijn in de binnenstad van Venlo grote hoeveelheden Romeins aardewerk
Nadere informatieLocatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag
Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag Mirjam Brouwer Goedkeuring evaluatieverslag Jos van der Weerden Locatie.
Nadere informatieQuick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand
Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand 12 augustus 2010 Inleiding Het plangebied ligt in het noorden van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de
Nadere informatieProfielen van het Mallegat en geologische profielen aan de Pr. Hendrikkade in Katwijk D. Parlevliet, D. van der Kooy, mei 2003
Profielen van het Mallegat en geologische profielen aan de Pr. Hendrikkade in Katwijk D. Parlevliet, D. van der Kooy, mei 2003 Een bouwput tussen de Pr. Hendrikkade en de Tramstraat doorsneed het voormalige
Nadere informatieEen oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord. Archol. S. Baas
Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord Archol S. Baas 435 Archol Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord Sven Baas Colofon Archol Rapport 435 Een oppervlaktekartering in
Nadere informatieBeschrijving schaal van Oegstgeest. Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen.
Beschrijving schaal van Oegstgeest Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. Figure 2: Onderaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. De schaal heeft een diameter van 21 centimeter
Nadere informatieBoni pastoris est tondere pecus, non deglubere*
Boni pastoris est tondere pecus, non deglubere* Bewoning uit de prehistorie, Romeinse tijd en middeleeuwen te Lieshout, Nieuwenhof-Noord J.F. van der Weerden M.C. Brouwer met bijdragen van: S. van Daalen,
Nadere informatieTijdens de opgraving te Breda Digit Parc zijn vondsten gedaan. 191 Deze zijn onder te verdelen in:
6 Vondsten 6.1 Algemeen Tijdens de opgraving te Breda Digit Parc zijn 11.315 vondsten gedaan. 191 Deze zijn onder te verdelen in: Keramiek (KER): rand = 1276, wand = 5620, bodem = 744, onbepaald = 291,
Nadere informatieArgeologysk Wurkferbân.
Argeologysk Wurkferbân. Archeologische begeleiding duikactiviteit Dongjumer waterpoort Franeker. Op verzoek van mevrouw W. Stienstra-Streekstra van de gemeente Franekeradeel, zulks na overleg met de provinciaal
Nadere informatiePottenbakkersovens in Landgraaf
Pottenbakkersovens in Landgraaf Schaesberg, Steenfabriek Russel, Dr. Calsstraat In 1921 twee ovens uit verschillende tijdsperken met vondsten uit de vroege en volle middeleeuwen. Ook in 1926 werd nog aardewerk
Nadere informatie6. Materiaalonderzoek
MATERIAALONDERZOEK 57 6. Materiaalonderzoek 6.1 Het aardewerk (S. Arnoldussen) 6.1.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het aardewerk besproken dat gevonden is tijdens het archeologisch onderzoek te Rhenen
Nadere informatieQuick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst
Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling
Nadere informatieArcheologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)
Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie
Nadere informatieAdviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap
Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding
Nadere informatie: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan
Bodemshop Dhr. Roosendaal s-gravendijckseweg 45 A 2201 CZ Noordwijk Noordwijk, 16 juni 2008 Kenmerk : 09840508/29047 Contactpersoon : drs. Edwin Hoven E-mail : ehoven@beckerenvandegraaf.nl Betreft : Archeologische
Nadere informatieAverboodse Baan (N165), Laakdal
Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota
Nadere informatieEen Romeinse pottenbakkersoven te Venlo
Verschenen in A.A.J.J. van Pinxteren e.a. (red.), Pronkstukken Venlo 650 jaar stad, Venlo 1993, 28-31 (cat. nr. 8) Een Romeinse pottenbakkersoven te Venlo Aardewerk, waaronder misbaksels, in gedraaide
Nadere informatieDelftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen
Delftse Archeologische Notitie 129 Markt 85, Delft Een archeologische begeleiding Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 129 Markt 85, Delft Een archeologische begeleiding Jorrit van Horssen
Nadere informatieAWN veldverkenning 17-12-2011 Locatie: Laakse Slenk Hulkesteinsebos. Gemeente: Zeewolde Kavel:OZ35/36
AWN veldverkenning 17-12-2011 Locatie: Laakse Slenk Hulkesteinsebos. Gemeente: Zeewolde Kavel:OZ35/36 Aanleiding voor de verkenning is de recent gegraven Laakse Slenk. De Slenk is aangelegd op een terrein
Nadere informatieRESULTATEN ARCHEOLOGISCHE VERKENNING ST.-TRUDO
RESULTATEN ARCHEOLOGISCHE VERKENNING ST.-TRUDO Op zaterdag 21 oktober zijn we met enkele nieuwsgierige bewoners van St.-Trudo, kinderen, kleinkinderen en zelfs buren op archeologische verkenning gegaan.
Nadere informatieRAAP-rapport Resultaten geofysisch onderzoek
verkavelingspatronen, graven en andere zeer lokale archeologische resten in kaart te brengen. 122 De boringen zijn uitgezet in enkele losse punten en een tweetal raaien langs de oostelijke en noordelijke
Nadere informatieCultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder
Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder Adviescode: 2015.020 Auteur: R. Terluin, archeoloog gemeente Vlaardingen Oktober 2017 Inleiding Scoutinggroepen worden verplaatst
Nadere informatieEen Middeleeuwse vuurdover van kasteel Nijenrode
Een Middeleeuwse vuurdover van kasteel Nijenrode Gert Immerzeel Straatweg23,3621BB Breukelen 105 In jaargang 7, nr. 2 (juni 1992) van het Tijdschrift Historische Kring Breukelen schreef de heer A.H. Verroen
Nadere informatieIeper, Grote Markt 33 / D hondtstaat
Ieper, Grote Markt 33 / D hondtstaat Rapportage vondstmelding Ieper, Grote Markt 33 / D hondtstaat I. Verslaggevers: *Naam, adres, contactgegevens, functie van de opstellers van het rapport en datum melding.
Nadere informatieQuick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand
Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand 18 november 2010 Inleiding Het plangebied ligt ten westen van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de gemeente Loon op Zand (afb. 1). De
Nadere informatieBijlage 13 Determinatielijst keramiek
Bijlage 13 Determinatielijst keramiek Wp Vnr Snr Complex Compl.dat. Materiaal C Vorm Typenr Rand Overig Tot. MAE Objectdat. Opmerkingen 1 1 1 bij muur S01 1600-1625 Italiaanse faience bord i-bor- 1 0 1
Nadere informatieArchol bv. Ivo van Wijk. Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein
2012 Archol bv Ivo van Wijk Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat
Nadere informatieTabakspijpen van diverse Kleine Projecten in Gorinchem
Tabakspijpen van diverse Kleine Projecten in Gorinchem Jan van Oostveen Binnen deze rapportage staan de tabakspijpen uit diverse kleine projecten centraal. Bastion V (1999) De vondsten van dit onderzoek
Nadere informatieOpgraving Sint-Truiden - Ursulinenstraat
Opgraving Sint-Truiden - Ursulinenstraat miel schurmans met bijdrage van: mara wesdorp Zuidnederlandse Archeologische Notities 342 Amsterdam 2015 VUhbs archeologie De serie Zuidnederlandse Archeologische
Nadere informatieBewoningssporen uit de 14 e eeuw en een turfput aan de Kievitspeelweg
Bewoningssporen uit de 14 e eeuw en een turfput aan de Kievitspeelweg door: Paul Lammeretz Tungelroy, 01-07-2017 Het is algemeen bekend dat vanaf het onstaan van de eerste landbouw in deze streken de bewoning
Nadere informatieBijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden
Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding
Nadere informatieArcheologisch vooronderzoek aan de Siggertstraat in Achel (Hamont-Achel)
Opdrachtgever: Stad Hamont-Achel Maart 2007 Caroline Vandegehuchte (bouwhistorica) Charlotte Fexer (kunsthistorica) Maarten Smeets (archeoloog) INHOUDSTAFEL Inhoudstafel p. 1 Hoofdstuk 1: Opgravingsmethode
Nadere informatieRapportage vondstmelding. Leopold-III laan Ieper (West-Vlaanderen) 01/03/ /03/2011
Rapportage vondstmelding Leopold-III laan Ieper (West-Vlaanderen) 01/03/2011 10/03/2011 Zarren, september 2011 Rapportage vondstmelding Ieper, Leopold III-Laan I. Verslaggevers: *Naam, adres, contactgegevens,
Nadere informatieSelectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA
Gemeente Breda Bureau Cultureel Erfgoed ErfgoedBesluit 2009-30 Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Controle BCE Johan Hendriks Bureau Cultureel Erfgoed, Naam Afdeling/bedrijf Datum Paraaf
Nadere informatieProject 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55
Interne Rapportages Archeologie Deventer 55 Mei 2012 Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier COLOFON 2012, Gemeente Deventer, Deventer. Auteur:
Nadere informatieRaakvlak Rapport Archeologisch onderzoek op het Hof van Praet te Oedelem
Pakhuizen Komvest 45 8000 Brugge www.raakvlak.be info@raakvlak.be Raakvlak Rapport Archeologisch onderzoek op het Hof van Praet te Oedelem Brugge 2009 1 Inleiding: Het hof van Praet is vandaag gelegen
Nadere informatieFiguur 319: Fase 4 met aanwijzingen voor bewoning op de overgang naar de late middeleeuwen (midden 12 de -13 de eeuw)
1 1 226 DL&H-Rapport 8 en N0561/N0562/N0611 die zich er ten zuiden en zuidwesten van bevinden. Misschien waren deze grachten de grenzen van het erf in de eerste en tweede fase. Er kan echter niet worden
Nadere informatie6.1 Aardewerk drs. S. Arnoldussen
opgraving, leidschendam - prinsenhof 21 6.1 Aardewerk drs. S. Arnoldussen Inleiding In dit hoofdstuk wordt het aardewerk besproken dat gevonden is tijdens het archeologisch onderzoek, zowel de begeleiding,
Nadere informatieSPOREN OP SPOREN OPSPOREN
SPOREN OP SPOREN OPSPOREN Eén van de vroegste sporen is natuurlijk een scherf van een pot. Nog leuker word zo'n vondst als er sporen van versiering op aanwezig zijn. Hier ziet u een paar van deze vroege
Nadere informatieVAN RHEINLAND NAAR RIJNLAND
VAN RHEINLAND NAAR RIJNLAND Bodemvondsten in Leiden H. Suurmond-van Leeuwen In 1976 werd op het terrein van de toekomstige nieuwbouw van het Hoogheemraadschap van Rijnland door het Instituut voor Prae-
Nadere informatieAWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB. Locatie 1 Kanaalkade Purmerend. ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP PURMEREND Neckerstraat KT Purmerend
AWP-VERSLAG-WAARNEMING Locatie 1 Kanaalkade Purmerend ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP PURMEREND Neckerstraat 11 1441 KT Purmerend Project AWP Purmerend Locatie 1 onderzoeksgebied Administratieve gegevens van
Nadere informatieDeel 2: Determinatie van de sporen en vondsten van het veldonderzoek uit 2008. door Devon de Jong
Versie HK 12072013 DE TORENFUNDAMENTEN VAN DE OUDE H. CLEMENSKERK Deel 2: Determinatie van de sporen en vondsten van het veldonderzoek uit 2008 door Devon de Jong In oktober 2008 heeft de heemkundekring
Nadere informatieRapportage vondstmelding Koksijde, Vandammestraat
Rapportage vondstmelding Koksijde, Vandammestraat I. Verslaggevers: *Naam, adres, contactgegevens, functie van de opstellers van het rapport en datum melding. Marc Dewilde, Stadenstraat 39, 8610 Kortemark
Nadere informatieHebban olla vogala nestas hagunnan... Drie spreeuwepotten uit Poederlee
Hebban olla vogala nestas hagunnan... Drie spreeuwepotten uit Poederlee Johan Veeckman Inleiding (1) Spreeuwen nemen voor het bouwen van hun nest geen genoegen met een willekeurige nestplaats. Het zijn
Nadere informatiegezien er ook al over erf wordt gesproken, slaat het begrip waarschijnlijk op een bebouwd stuk erf. Verderop in de akte
Oudegracht BULLETIN KNOB 2OOO-6 227 Afb. 2. Plattegrond huidige situatie kelder. De doorgang naar de kelder onder het achterzijhuis wan vanaf de aanleg kort na 1516 afsluitbaar (tek. H. Hundertmark 1997).
Nadere informatieNieuw Delft - Veld 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10.2 en 11
Delftse Archeologische Notitie 99 Nieuw Delft - Veld 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10.2 en 11 Een archeologisch bureauonderzoek Jean Paul Bakx, Jorrit van Horssen & Bas Penning 5 Nieuw Delft Veld 3 5.1 Plangebied
Nadere informatieGruttersdijk 24-25. Archeologisch onderzoek in de middeleeuwse voorstad Bemuurde Weerd te Utrecht. Basisrapportage Archeologie 75.
StadsOntwikkeling Gruttersdijk 24-25 Archeologisch onderzoek in de middeleeuwse voorstad Bemuurde Weerd te Utrecht Basisrapportage Archeologie 75 www.utrecht.nl Basisrapportage Archeologie 75 Gruttersdijk
Nadere informatieEen late majolicaschotel uit Poederlee
Een late majolicaschotel uit Poederlee Johan Veeckman Tijdens het archeologisch onderzoek, uitgevoerd door de heemkundige kring Norbert de Vrijter uit Lille, werden te Poederlee op het site 'Den Regendonck'
Nadere informatieArcheologisch vooronderzoek aan de Mersenhovenstraat te Kortessem
Archeologisch vooronderzoek aan de Mersenhovenstraat te Kortessem Opdrachtgever: Kolmont Woonprojecten NV September 2008 Caroline Vandegehuchte (bouwhistorica) Charlotte Fexer (kunsthistorica) Maarten
Nadere informatieZuidnederlandse Archeologische Notities
Verslag opgraving Elst Dorpsstraat 92 Miel Schurmans Zuidnederlandse Archeologische Notities 16 Amsterdam 2004 Archeologisch Centrum Vrije Universiteit - Hendrik Brunsting Stichting Opdrachtgever : Gemeente
Nadere informatieARCHEOLOGISCHE KRONIEK
ARCHEOLOGISCHE KRONIEK door H. Suurmond-van Leeuwen Tien jaar Bodemonderzoek in Leiden De tiende uitgave in de reeks Bodemonderzoek in Leiden heeft een feestelijk blauwe omslag en bevat 165 pagina s met
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20151 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20151 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Enckevort, Harry van Title: Gebundelde sporen : enkele kanttekeningen bij aardewerk
Nadere informatieOpgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld
2015 Archeologisch Onderzoek Leiden (Archol) Postbus 9515 2300 RA Leiden (071) 527 33 13 www.archol.nl Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld Voorlopig evaluatierapport, Archol BV Opgraving Hengelo Winkelskamp
Nadere informatie(bandeliersluiting) (verschillende zalfpotjes)
In de stortgrond afkomstig uit deze put langs de Kanaalschans werden veel metalen voorwerpen aangetroffen met de metaaldetector. Onder andere is met de detector een ronde penning van lood gevonden. Op
Nadere informatiePubliekssamenvatting. Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden
Publiekssamenvatting Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden Catastrofale overstromingen kwamen vaak voor in de geschiedenis van Pannerden, wat met de ligging in de driehoek tussen de rivieren
Nadere informatieV&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1
Gemeente Breda Ruimtelijke Ontwikkeling Bureau Cultureel Erfgoed Erfgoedbesluit 2009-22 V&L Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg Ruimtelijke Ontwikkeling Controle
Nadere informatieHet archeologisch vooronderzoek (fase 1) van de gracht van het Hof van Hoen te Rummen (gem. Geetbets)
Het archeologisch vooronderzoek (fase 1) van de gracht van het Hof van Hoen te Rummen (gem. Geetbets) Opdrachtgever: De Beekhoeve bvba Oktober 2008 Caroline Vandegehuchte (bouwhistorica) Charlotte Fexer
Nadere informatieArcheologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat
Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat T.D. Hamburg Archol briefrapport 15 Inleiding In opdracht van de gemeente Oss heeft Archeologische Onderzoek Leiden (Archol bv) op maandag 26 augustus een
Nadere informatieMET KWAST EN VERGROOTGLAS
LES 3 Activiteit Doel Duur Lesmateriaal MET KWAST EN VERGROOTGLAS Determineren van archeologische vondsten De leerling kan met hulpmiddelen een eenvoudige historische bron dateren en het gebruik omschrijven
Nadere informatieAardewerk uit een Eemnesser huishouding
Aardewerk uit een Eemnesser huishouding In februari 1989 werden bij graafwerkzaamheden aan de Wakkerendijk te Eenmes een aantal scherven gevonden. Dankzij de oplettendheid van de uitvoerder van het grondwerk,
Nadere informatieARCHEOLOGISCHE KRONIEK
ARCHEOLOGISCHE KRONIEK door H. Suurmond-van Leeuwen In 1989 verscheen wegens onvoldoende aanbod aan copy geen uitgave van Bodemonderzoek in Leiden. Het ligt in het voornemen van de Directie Civiele Werken
Nadere informatieGent Hoogstraat 51. Archeologisch verslag. Dienst Stadsarcheologie. Vergunning 2008/202 STAD GENT
Dienst Stadsarcheologie Gent Hoogstraat 51 Archeologisch verslag Vergunning 2008/202 STAD GENT Dienst Stadsarcheologie De Zwarte Doos Dulle-Grietlaan 12 9050 Gentbrugge Tel. 09/266 57 60 stadsarcheologie@gent.be
Nadere informatieVerslag proefonderzoek Noorddijkerweg 32. Dinsdag
Verslag proefonderzoek Noorddijkerweg 32 Dinsdag 20.2.2007 Aanwezig: gemeente Groningen: Gert Kortekaas en Marcel Verkerk Fam. Scholten (eigenaren) Cor Holstein (architect) Doel van het vooronderzoek:
Nadere informatie') G. van Klaveren Pzn.,..De Morgenster en Sterkenburg" in Maandblad Oud- Utrecht 1930, 5e jaargang, blz. 33.
VONDSTEN EN RESTAURATIES TE UTRECHT Stadsmuur bij het bolwerk Sterrenburg. In het julinummer van het maandblad Oud-Utreoht is reeds even vernield, dat tijdens graafwerkzaaraheden achter het fysisch laboratorium
Nadere informatieAardewerken pot Vraag: hoe weet de onderzoeker hoe oud het voorwerp is?... Munten Vraag: hoe weet de onderzoeker hoe oud het voorwerp is?...
WERKBLAD 1 HET WERK VAN DE ARCHEOLOOG Kruis aan welk materiaal jij met je groepje onderzoekt. Bekijk de film en zoek het antwoord op de vraag. Aardewerken pot Vraag: hoe weet de onderzoeker hoe oud het
Nadere informatieArcheologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn
Plangebied: Restaurant Koekenbier in het Koningin Emmapark, gemeente Medemblik Adviesnummer: 151 Opsteller: C. Schrickx, C. Soonius & M. H. Bartels Datum: 03-09-2012 Op verzoek van de gemeente Medemblik
Nadere informatieWISKUNDE-ESTAFETTE Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500
WISKUNDE-ESTFETTE 2014 60 Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 00 1 (20 punten) Gegeven zijn drie aan elkaar rakende cirkels met straal 1. Hoe groot is de (donkergrijze) oppervlakte
Nadere informatieWatou Oude Provenstraat. Archeologisch onderzoek
Watou Oude Provenstraat Archeologisch onderzoek 1. Inleiding Begin november 2014 werd een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd langs de Oude Provenstraat in Watou ter voorbereiding van de toekomstige
Nadere informatieExperiment in Düppel en ons museum met de dubbele pot- of indirecte methode, tussen 1991 en 1995
Experiment in Düppel en ons museum met de dubbele pot- of indirecte methode, tussen 1991 en 1995 Vondsten bij opgravingen in o.a. Dűppel toonden grondkuilen, die duidelijk gebruikt waren om teer te winnen
Nadere informatieArcheologische Quickscan
Archeologie West-Friesland is het archeologisch samenwerkingsverband van de gemeenten Document: Archeologische Quickscan Adviesnummer: 13165 Projectnaam: Winkelcentrum De Boogerd te Wognum, gemeente Medemblik
Nadere informatiet Overlaar in de buurtschap Zwiep
Onderzoek voormalige havesathe, 29 maart 2005 t Overlaar in de buurtschap Zwiep Ben de Graaf In deze bijdrage doet amateurarcheoloog Ben de Graaf verslag van een onderzoek, dat op 29 maart 2005 werd uitgevoerd
Nadere informatieQuickscan Inleiding Resultaten quickscan
Quickscan Kenmerk Betreft 1 Inleiding Provincie Noord-Holland heeft het voornemen om de provinciale weg N244 tussen de A7 bij Purmerend en de N247 bij Edam-Volendam op te waarderen tot een regionale weg.
Nadere informatieSAMENVATTING GEOLOGIE / BODEM - BODEMKWALITEIT
SAMENVATTING GEOLOGIE / BODEM - BODEMKWALITEIT Geologie Over het algemeen geldt dat de toplaag van 0,0 tot 0,5 m mv. zal bestaan uit opgebrachte zand/grond dat plaatselijk (licht) puinhoudend is. Ter plaatse
Nadere informatie'S-HERTOGENBOSCH EMPELSEDIJK 9
'S-HERTOGENBOSCH EMPELSEDIJK 9 Definitief Archeologisch Onderzoek en Inventariserend Veldonderzoek BAAC rapport 05.226B Februari 2007 'S-HERTOGENBOSCH EMPELSEDIJK 9 Definitief Archeologisch Onderzoek en
Nadere informatie