MASTER OF SCIENCE IN DE PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN. Horizontale Coherentie

Transcriptie

1 MASTER OF SCIENCE IN DE PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Horizontale Coherentie Met de horizontale coherentie bedoelen we de manier waarop de verschillende opleidingsonderdelen binnen een studiejaar samenhangen. De globale inhouden van respectievelijk de studiejaren en de opleidingsonderdelen, evenals de globale begin- en eindsituaties kunnen hierin niet los van elkaar gezien worden. De twee Masters of Science in de pedagogische wetenschappen kan men situeren als sociaal wetenschappelijke disciplines met een eigen identiteit en met een zinvol sociaal en pedagogisch handelen als uitgangspunt. Veel meer dan in de Bachelor wordt in de Master de nadruk gelegd op het wetenschappelijk onderzoek, op het wetenschappelijk onderbouwen van de praktijk, en op de specificiteit van de afstudeerrichting. De Mastersopleiding cumuleert in de Masterproef, een geëigend wetenschappelijk onderbouwd werkstuk dat kan leiden tot een publicatie. Het is in die zin logisch dat de twee afstudeerrichtingen van de opleiding samengaan in een gemeenschappelijke pedagogische kern en een gemeenschappelijke onderzoekslaag, zich vervolgens differentiëren in onderwijspedagogische en orthopedagogische specialismen en in onderwijspedagogische en orthopedagogische praktijk, om tenslotte uit te monden in de individuele Masterproef. Tot de gemeenschappelijke onderzoekslaag behoort Modellen van empirisch onderzoek II dat verder bouwt op de bachelorsopleiding en de basis legt voor het opstellen en uitwerken van een onderzoeksproject. Pedagogische research, I, II, III en IV behandelen actuele onderzoeksthema s vanuit een historisch theoretisch (I) en praktisch (II) perspectief, en vanuit de diversiteit aan onderzoeksmethodologieën (III) en het theoretiseren errond (IV). Tot de gemeenschappelijke pedagogische kern horen dan de algemene vakken Gezinspedagogiek en opvoedingsondersteuning, Sociale pedagogiek, Pedagogische diagnostiek en handelingsplanning en Leerstoornissen taal en wiskunde. De opleidingsonderdelen onderscheiden zich dan in onderwijspedagogische en orthopedagogische specialismen. Voor de onderwijspedagogen betreft het de opleidingsonderdelen Onderwijskunde II, Management van pedagogische systemen, Pedagogiek en globalisering, Onderwijswetgeving en -beleid, Volwasseneneducatie, Geletterdheidsopvoeding, Geschiedenis van de eigentijdse onderwijssystemen en Ontwikkelen van pedagogische omgevingen. Voor de orthopedagogen betreft het drie subgroepen: de disability studies, gedragstoornissen en drugmisbruik. De drie subgroepen uiten zich in de opleidingsonderdelen Disability studies I en II, Ontwikkelings- en gedragsstoornissen: psychologische interventies, Gedrags- en emotionele stoornissen I en II, en Drugmisbruik I en II. Een volgende groep opleidingsonderdelen wordt gevormd door de praktijk en stage. Hier worden de masters opgeleid tot reflective practitioners met aandacht voor deontologie en ethiek. De praktijk/stage wordt ingevuld door de opleidingsonderdelen Onderwijskundige praktijk, de Onderwijskundige stage, en de Orthopedagogische 1

2 praktijk en stage I en II. Tenslotte volgt de Masterproef die de wetenschappelijke kroon op de studie plaatst. Eerste jaar 1. De gemeenschappelijke onderzoekslaag wordt gerealiseerd middels de opleidingsonderdelen Modellen van empirisch onderzoek II en Pedagogische research I en II. Het algemeen opleidingsonderdeel Modellen van empirisch onderzoek II beoogt in het bijzonder het kunnen opstellen en uitwerken van een onderzoeksproject. Pedagogische research I wil voor de opleiding relevante thematieken uit het actuele maatschappelijke debat historischtheoretisch kaderen terwijl Pedagogische research II de student moet leren een diversiteit aan praktijksituaties te analyseren en in beeld te brengen vanuit een aantal topics zoals toegankelijkheid, participatie en finaliteit. 2. De gemeenschappelijke pedagogische kern is gebouwd op Gezinspedagogiek en opvoedingsondersteuning, Sociale pedagogiek, en Leerstoornissen taal en wiskunde. Gezinspedagogiek en opvoedingsondersteuning beoogt het inzien van veranderingen in gezin en opvoeding en het kunnen confronteren van onderzoek en theorievorming met maatschappelijke discussies. Sociale pedagogiek beoogt het begrijpen van de betekenis van sociale en culturele voorzieningen voor de socialisatie van jeugdigen en volwassenen en er een persoonlijke opvatting kunnen aan koppelen met betrekking tot de het jeugdonderzoek en zijn onderliggende assumpties. Leerstoornissen taal en wiskunde tenslotte beoogt de kans op het optreden van leerstoornissen te verminderen (preventie), wetenschappelijk onderbouwde assessment te plannen en uit te voeren (diagnostiek), de negatieve invloed van leerstoornissen te verminderen (therapie) en interventies te coördineren in diverse interdisciplinaire settings (management). 3. De specialismen karakteriseren elk van de afstudeerrichtingen binnen de mastersopleiding pedagogische wetenschappen. Pedagogiek en onderwijskunde De eigenheid van de afstudeerrichting onderwijspedagogiek uit zich in de opleidingsonderdelen Onderwijskunde II, Pedagogiek en globalisering, Volwasseneneducatie, Geletterdheidsopvoeding, Geschiedenis van de eigentijdse onderwijssystemen, en Ontwikkelen van pedagogische omgevingen. Onderwijskunde II beoogt reflexieve kennis met betrekking tot begeleiding en ondersteuning in opvoeding, onderwijs en opleiding, en in andere socialisatiecontexten te kunnen construeren en gebruiken. Pedagogiek en globalisering beoogt de invloed van de globalisering op het onderwijs te kunnen inschatten en de organisatie van het onderwijs aan allochtonen in eigen land en binnen de ontwikkelingssamenwerking op het gebied van onderwijs kritisch te kunnen bespre- 2

3 ken. Volwasseneneducatie beoogt de volwasseneneducatie in de context van een levenslang lerende samenleving op zich en vanuit het hoger onderwijs in het algemeen te kunnen duiden en kritisch te kunnen bespreken. Geletterdheidsopvoeding beoogt in de dynamiek van één- en meertalige literaire socialisatie en geletterdheidsopvoeding kritisch te kunnen bespreken vanuit een denkkader dat zich fundeert in de (toegepaste) ontwikkelingspsycholinguïstiek en de (pedagogische) pragmatiek. Geschiedenis van de eigentijdse onderwijssystemen beoogt primaire en secundaire bronnen rond een bepaalde probleemstelling adequaat te kunnen verzamelen, interpreteren en synthetiseren. Ontwikkelen van pedagogische omgevingen tenslotte wil via een iteratieve ontwerpcyclus en in groepsverband een educatief product of een educatieve omgeving leren ontwerpen die aansluit bij het opleidingstraject. Het opleidingsonderdeel wil ook de relatie tussen educatieve ontwerpbenaderingen en hun onderliggende rationaliteiten leren omschrijven. Orthopedagogiek De afstudeerrichting orthopedagogiek wordt geschraagd door 3 subgroepen: (1) de disability studies met het opleidingsonderdeel Disability studies I, (2) gedragsstoornissen met de opleidingsonderdelen Ontwikkelings- en gedragsstoornissen: psychologische interventies en Orthopedagogiek van de gedrags- en emotionele stoornissen I, en (3) drugmisbruik met het opleidingsonderdeel Drugmisbruik I. Disability studies I beoogt om via concrete probleemstellingen de link te kunnen situeren tussen de gehanteerde wetenschappelijke benaderingen en de implementatie ervan in de praktijk, en om via het bestuderen van benaderingen als 'oral history'en 'narrative research'de insidersexpertise te kunnen herkennen en op zijn waarde te kunnen schatten. Ontwikkelings- en gedragsstoornissen: psychologische interventies beoogt de relevantie van de belangrijkste psychologische interventies voor personen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis in te zien en er deskundig en kritisch te kunnen over reflecteren. Orthopedagogiek van de gedrags- en emotionele stoornissen I beoogt tenslotte de structurele organisatie van en de theorievorming m.b.t. de orthopedische zorg voor kinderen en volwassenen met gedrags- en emotionele stoornissen in te zien en kritisch te kunnen beoordelen. Drugmisbruik I beoogt in het bijzonder de structurele organisatie van en de theorievorming m.b.t. drughulpverlening kritisch te kunnen beoordelen. 4. De praktijk en stage wordt voor de onderwijspedagogiek gerealiseerd door het opleidingsonderdeel Onderwijspedagogische praktijk en voor de orthopedagogiek door het opleidingsonderdeel Orthopedagogische praktijk en stage I. 3

4 Onderwijspedagogische praktijk beoogt een uitgewerkt onderwijsproject binnen een klas- of leergroep en binnen een onderwijssetting kunnen zelf te kunnen invullen en/of analyseren. Orthopedagogische praktijk en stage I beoogt vanuit een orthopedagogisch perspectief een adequate probleemstelling te kunnen formuleren en wetenschappelijk onderbouwd te kunnen uitwerken. Tweede Jaar 1. De gemeenschappelijke onderzoekslaag bestaat in het tweede jaar uit de opleidingsonderdelen Pedagogische research III en IV. Pedagogische research III (onderzoeksmethodologie) beoogt vanuit een multidisciplinaire invalshoek adequate onderzoeksbenaderingen te kunnen hanteren en mee te ontwikkelen en Pedagogische research IV (modelontwikkeling en theorievorming) laat de studenten inzicht te verwerven in het opzet en de uitvoering van pedagogisch onderzoek en hen hierover op een adequate manier rapporteren, zowel naar een wetenschappelijk als een maatschappelijk forum. 2. De gemeenschappelijke pedagogische kern omvat het opleidingsonderdeel Pedagogische diagnostiek en handelingsplanning. Pedagogische diagnostiek en handelingsplanning beoogt de basistechnieken van handelingsplannen, trajectplannen en persoonlijke plannen in te zien en te kunnen toepassen. Het beoogt verder om kritisch te kunnen reflecteren over de basisprincipes van 'dynamic assessment'als alternatief voor de traditionele diagnostiek. 3. De specialismen vinden we ook in de tweede master terug. Pedagogiek en onderwijskunde De tweede master pedagogische wetenschappen afstudeerrichting telt twee richtingspecifieke opleidingsonderdelen: Management van pedagogische systemen en Onderwijswetgeving en beleid. Management van pedagogische systemen beoogt een theoretische begrippenkader en een aantal managementinstrumenten te onderkennen en vanuit een planningsperspectief te kunnen toepassen. Het beoogt eveneens om de verschillende communicatieve aspecten in relatie tot jobs op middle- en upper management niveau te kunnen onderkennen. Onderwijswetgeving en beleid de bronnen voor de voor pedagogische interventies en voorzieningen relevante wetgeving te kennen en te kunnen gebruiken. Het beoogt verder een kritisch inzicht in de processen, interventies en effecten van onderwijsbeleid en wetgeving. Orthopedagogiek 4

5 Ook hier komen de 3 subgroepen terug: de disability studies met het opleidingsonderdeel Disability studies II, gedragsstoornissen met Orthopedagogiek van de gedrags- en emotionele stoornissen II, en drugmisbruik met het opleidingsonderdeel Drugmisbruik II. Disability studies II beoogt dwarsverbindingen te kunnen maken tussen de 'gehandicaptensector' en andere sectoren zoals de 'sector geestelijke gezondheidszorg', de 'bejaardensector'en het fenomeen 'vrouwenstudies. Het beoogt verder om dialogische technieken kunnen hanteren om personen met een handicap als ervaringsdeskundigen écht aan bod te laten komen. Orthopedagogiek van de gedrags- en emotionele stoornissen II beoogt wetenschappelijk onderzoek over de orthopedagogische zorg voor kinderen en volwassenen met gedrags- en emotionele stoornissen te kunnen opzetten en te evalueren. Drugmisbruik II tenslotte beoogt wetenschappelijk onderzoek te kunnen opzetten en te evalueren over de orthopedagogische zorg voor kinderen en volwassenen met drugproblemen. In de tweede master proberen elk van deze opleidingsonderdelen ook zoveel mogelijk aan te sluiten bij lopend onderzoek in de vakgroep. 4. De praktijk en stage uiten zich in het tweede jaar middels de Onderwijspedagogische stage voor de onderwijspedagogen en Orthopedagogische praktijk en stage II voor de orthopedagogen. De Onderwijspedagogische stage moet studenten leren inzichten uit de onderwijskunde en de pedagogiek te kunnen toepassen in een educatief werkveld naar keuze. En over de evolutie van het eigen leer- en vormingsproces in een praktijksituatie te kunnen reflecteren en rapporteren. De Orthopedagogische praktijk en stage II beoogt om vanuit orthopedagogisch perspectief kritisch en onderbouwd te kunnen reflecteren over de opvoedings- en begeleidingssituaties waarmee men in de praktijk geconfronteerd wordt, alsook om orthopedagogische diagnostische- en behandelingsmethodes te kunnen ontwerpen, toepassen en evalueren. 5. In het tweede jaar van de mastersopleiding situeert zich ook de masterproef. De Masterproef omvat het (leren) schrijven van een wetenschappelijke tekst. Door de leer- en vormingselementen uit de academische opleiding te integreren tot een persoonlijk werkstuk geeft de student blijk van zijn/haar meesterschap als onderwijspedagoog of orthopedagoog. De masterproef omvat ook een wetenschappelijk onderbouwde reflectie over het onderwijspedagogische of orthopedagogische handelen en wordt uitgebouwd aan de hand van een originele probleemstelling. Verticale Coherentie De verticale coherentie moet beschrijven hoe de verschillende studiejaren op elkaar aansluiten. Opnieuw kunnen begin- en eindsituatie, doelstellingen en eindtermen niet los van elkaar gezien worden. De toelating tot de Master berust op het bachelorprogramma pedagogische wetenschappen. 5

6 Bij overgang van een bachelor pedagogische wetenschappen naar een andere dan de rechtstreeks aansluitende mastersopleiding wordt een doorstroom programma van 15 studiepunten opgelegd. Schakelprogramma s van 60 studiepunten worden voorzien voor wie van een professionele bachelor komt uit de richtingen Logopedie en audiologie, Ergotherapie, Verpleegkunde, Sociaal werk, Toegepaste psychologie, Orthopedagogie en Initiële lerarenopleiding. Er worden geïndividualiseerde voorbereidingsprogramma s van 60 studiepunten voor de overgang vanuit andere academische bachelors dan de pedagogische wetenschappen; met name voor Psychologie, Logopedie en audiologie, Criminologie, Sociologie, Communicatiewetenschappen, Politieke wetenschappen, Wijsbegeerte, en Moraalwetenschappen. Er wordt een eenmalig brugprogramma 2 bachelor voorzien voor het academiejaar , dat de eenjarige kandidatuur vervangt. 1. De verticale opbouw van de methodologische basis Eerste jaar (1) Modellen van empirisch onderzoek II TOELATING MASTER (2) Pedagogische research I TOELATING MASTER (3) Pedagogische research II TOELATING MASTER Tweede jaar (4) Pedagogische research III ONDERSTELT (1) (2) (3) (4) Pedagogische research VI ONDERSTELT (1) (2) (3) Modellen van empirisch onderzoek II beoogt het kunnen opstellen en uitwerken van een onderzoeksproject. Pedagogische research I (historisch-theoretische perspectieven) beoogt voor de opleiding relevante thematieken uit het actuele maatschappelijke debat, historisch-theoretisch te kunnen kaderen. Pedagogische research II (praktijkperspectieven) beoogt in het bijzonder een diversiteit aan praktijksituaties te kunnen analyseren en in beeld te brengen vanuit een aantal topics zoals toegankelijkheid, participatie en finaliteit. Pedagogische research III (onderzoeksperspectieven) beoogt vanuit een multidisciplinaire invalshoek adequate onderzoeksbenaderingen te kunnen hanteren en mee te ontwikkelen. Pedagogische research IV (modelontwikkeling en theorievorming) beoogt inzicht te verwerven in het opzet en de uitvoering van agogisch onderzoek en hierover op een adequate manier te kunnen rapporteren, zowel naar een wetenschappelijk als maatschappelijk forum. 6

7 2. De verticale opbouw van de gemeenschappelijke pedagogische kern Eerste jaar (6) Gezinspedagogiek en opvoedingsondersteuning TOELATING MASTER (7) Sociale pedagogiek TOELATING MASTER (8) Leerstoornissen taal en wiskunde TOELATING MASTER Tweede jaar (9) Pedagogische diagnostiek en handelingsplanning TOELATING MASTER Gezinspedagogiek en opvoedingsondersteuning beoogt het inzien van veranderingen in gezin en opvoeding en het kunnen confronteren van onderzoek en theorievorming met maatschappelijke discussies. Sociale pedagogiek beoogt het begrijpen van de betekenis van sociale en culturele voorzieningen voor de socialisatie van jeugdigen en volwassenen en er een persoonlijke opvatting kunnen aan koppelen met betrekking tot de het jeugdonderzoek en zijn onderliggende assumpties. Leerstoornissen taal en wiskunde beoogt de kans op het optreden van leerstoornissen te verminderen (preventie), wetenschappelijk onderbouwde assessment te plannen en uit te voeren (diagnostiek), de negatieve invloed van leerstoornissen te verminderen (therapie) en interventies te coördineren in diverse interdisciplinaire settings (management). Pedagogische diagnostiek en handelingsplanning beoogt de basistechnieken van handelingsplannen, trajectplannen en persoonlijke plannen in te zien en te kunnen toepassen. Het beoogt verder om kritisch te kunnen reflecteren over de basisprincipes van 'dynamic assessment'als alternatief voor de traditionele diagnostiek. 3. De verticale opbouw van de specialismen Pedagogiek en onderwijskunde Eerste jaar (10) Onderwijskunde II TOELATING MASTER (11) Pedagogiek en globalisering TOELATING MASTER (12) Volwasseneneducatie TOELATING MASTER (13) Geletterdheidsopvoeding TOELATING MASTER 7

8 (14) Geschiedenis van de eigentijdse onderwijssystemen TOELATING MASTER (15) Ontwikkelen van pedagogische omgevingen TOELATING MASTER Tweede jaar (17) Management van pedagogische systemen TOELATING MASTER (17) Onderwijswetgeving en beleid TOELATING MASTER Onderwijskunde II beoogt reflexieve kennis met betrekking tot begeleiding en ondersteuning in opvoeding, onderwijs en opleiding, en in andere socialisatiecontexten te kunnen construeren en gebruiken. Pedagogiek en globalisering beoogt de invloed van de globalisering op het onderwijs te kunnen inschatten en de organisatie van het onderwijs aan allochtonen in eigen land en binnen de ontwikkelingssamenwerking op het gebied van onderwijs kritisch te kunnen bespreken. Volwasseneneducatie beoogt de volwasseneneducatie in de context van een levenslang lerende samenleving op zich en vanuit het hoger onderwijs in het algemeen te kunnen duiden en kritisch te kunnen bespreken. Geletterdheidsopvoeding beoogt de dynamiek van één- en meertalige literaire socialisatie en geletterdheidsopvoeding kritisch te kunnen bespreken vanuit een denkkader dat zich fundeert in de (toegepaste) ontwikkelingspsycholinguïstiek en de (pedagogische) pragmatiek. Geschiedenis van de eigentijdse onderwijssystemen beoogt primaire en secundaire bronnen rond een bepaalde probleemstelling adequaat te kunnen verzamelen, interpreteren en synthetiseren. Ontwikkelen van pedagogische omgevingen beoogt om via een iteratieve ontwerpcyclus en in groepsverband een educatief product of een educatieve omgeving te kunnen ontwerpen die aansluit bij het opleidingstraject, en om de relatie tussen educatieve ontwerpbenaderingen en hun onderliggende rationaliteiten te kunnen omschrijven. Management van pedagogische systemen beoogt een theoretische begrippenkader en een aantal managementinstrumenten te onderkennen en vanuit een planningsperspectief te kunnen toepassen. Het beoogt eveneens om de verschillende communicatieve aspecten in relatie tot jobs op middle- en upper management niveau te kunnen onderkennen. Onderwijswetgeving en beleid beoogt de bronnen voor de pedagogische interventies en voorzieningen relevante wetgeving in te zien en te kunnen gebruiken. Het beoogt verder een kritisch inzicht in de processen, interventies en effecten van onderwijsbeleid en wetgeving. 8

9 Orthopedagogiek Eerste jaar (18) Ontwikkelings- en gedragsstoornissen: psychologische interventies TOELATING MASTER (19) Disability studies I TOELATING MASTER (20) Orthopedagogiek v.d. gedrags- en emotionele stoornissen I TOELATING MASTER (21) Drugmisbruik I TOELATING MASTER Tweede jaar (22) Disability studies II ONDERSTELT (19) (23) Orthopedagogiek v.d. gedrags- en emotionele stoornissen II ONDERSTELT (20) (24) Drugmisbruik II ONDERSTELT (21) Ontwikkelings- en gedragsstoornissen: psychologische interventies beoogt de relevantie van de belangrijkste psychologische interventies voor personen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis in te zien en er deskundig en kritisch te kunnen over reflecteren. Disability studies I beoogt om via concrete probleemstellingen de link te kunnen situeren tussen de gehanteerde wetenschappelijke benaderingen en de implementatie ervan in de praktijk. Alsook om via het bestuderen van benaderingen als 'oral history'en 'narrative research'de insidersexpertise kunnen herkennen en op zijn waarde te kunnen schatten. Orthopedagogiek van de gedrags- en emotionele stoornissen I beoogt de structurele organisatie van en de theorievorming m.b.t. de orthopedische zorg voor kinderen en volwassenen met gedrags- en emotionele stoornissen in te zien en kritisch te kunnen beoordelen. Drugmisbruik I beoogt de structurele organisatie van en de theorievorming m.b.t. drughulpverlening kritisch te kunnen beoordelen. Disability studies II beoogt dwarsverbindingen te kunnen maken tussen de 'gehandicaptensector' en andere sectoren zoals de 'sector geestelijke gezondheidszorg', de 'bejaardensector'en het fenomeen 'vrouwenstudies. Het beoogt verder om dialogische technieken kunnen hanteren om personen met een handicap als ervaringsdeskundigen écht aan bod te laten komen. Orthopedagogiek van de gedrags- en emotionele stoornissen II beoogt om wetenschappelijk onderzoek te kunnen opzetten en te evalueren over de orthopedagogische zorg voor kinderen en 9

10 volwassenen met gedrags- en emotionele stoornissen. Het beoogt verder het kunnen aansluiten bij lopende projecten terzake. Drugmisbruik II beoogt wetenschappelijk onderzoek te kunnen opzetten en te evalueren over de orthopedagogische zorg voor kinderen en volwassenen met drugproblemen en te kunnen aansluiten bij lopende projecten terzake. 4. De verticale opbouw van de praktijk/stage Eerste jaar (25) Onderwijspedagogische praktijk TOELATING MASTER (26) Orthopedagogische praktijk en stage I TOELATING MASTER Tweede jaar (27) Onderwijspedagogische stage ONDERSTELT (25) (28) Orthopedagogische praktijk en stage II ONDERSTELT (26) Onderwijspedagogische praktijk beoogt een uitgewerkt onderwijsproject binnen een klas- of leergroep en binnen een onderwijssetting kunnen zelf te kunnen invullen en/of analyseren. Orthopedagogische praktijk en stage I beoogt om vanuit orthopedagogisch perspectief kritisch en onderbouwd te kunnen reflecteren over de opvoedings-en begeleidingssituaties waarmee men in de praktijk geconfronteerd wordt, alsook om orthopedagogische diagnostische- en behandelingsmethodes te kunnen ontwerpen, toepassen en evalueren. Onderwijspedagogische stage beoogt inzichten uit de onderwijskunde en de pedagogiek te kunnen toepassen in een educatief werkveld naar keuze. En om over de evolutie van het eigen leeren vormingsproces in een praktijksituatie te kunnen reflecteren en rapporteren. Orthopedagogische praktijk en stage II beoogt vanuit een orthopedagogisch perspectief een adequate probleemstelling te kunnen formuleren en wetenschappelijk onderbouwd te kunnen uitwerken. 5. De masterproef De masterproef valt in de tweede master en onderstelt alle opleidingsonderdelen van de respectieve afstudeerrichting. 10

11 Eindtermen en afstudeerprofielen De opbouw van de individuele studiejaren en de opeenvolging van de studiejaren moet onderstaande eindtermen realiseren: Algemene eindtermen van de opleiding Pedagogische processen, opbrengsten en systemen kunnen evalueren. Pedagogische interventies kunnen evalueren naar welslagen of falen. Educatieve producten kunnen ontwerpen, implementeren en evalueren. Vanuit een pedagogische professionaliteit kunnen participeren in vormen van management, sturing en evaluatie van beleid. Strategieën ter bevordering van de kwaliteit van de dienstverlening en het innoverend vermogen van organisaties kunnen interpreteren en kritisch benaderen. Maatschappelijke verbeeldingskracht kunnen ontwikkelen op basis van filosofische, historische, politieke, culturele, juridische, kennis en inzichten. Mondelinge en schriftelijke communicatietechnieken kunnen hanteren. Specifieke eindtermen voor de afstudeerrichting pedagogiek en onderwijskunde Hedendaagse alternatieve onderwijskundige realisaties kunnen beoordelen. De meest belangrijke technieken met betrekking tot instructional design kunnen beoordelen en kunnen betrekken op de doelstellingen die beoogd worden in de gegeven educatieve context. Instructie- en onderwijssystemen kunnen vergelijken vanuit een onderwijskundig en sociologisch perspectief. Ontwikkelingen in onderwijs (onderwijsthema s) kunnen plaatsen in het geheel van de onderwijsorganisatie en -wetgeving. Vormen van management, sturing en beleid op meso- en macroniveau die een impact hebben op educatieve ondersteuningsprocessen, kunnen beoordelen. Modellen van lerarenopleiding en vorming kunnen analyseren vanuit verschillende opleidingsparadigma s. Het welslagen of falen van onderwijsinnovaties kunnen interpreteren. Strategieën voor adequate onderwijsinnovaties kunnen uitwerken. Pedagogische uitspraken en begrippen conceptueel-analytisch en met geactualiseerd historisch besef kunnen duiden. Pedagogisch en onderwijskundig onderzoek kunnen opzetten. Specifieke eindtermen voor de afstudeerrichting orthopedagogiek Verschillende wetenschappelijke benaderingen (bijv. biomedische benadering, (ontwikkelings)stoornissen, mensenrechtendiscours, ecologische benadering, denken in termen van functionele vaardigheden, ) kunnen situeren en ze kritisch kunnen evalueren en integreren in functie van de eventuele bruikbaarheid voor orthopedagogische problemen. Een orthopedagogisch handelingsplan kunnen ontwerpen en dit via een evaluatieproces kunnen relateren aan de kwaliteitsdiscussie binnen de orthopedagogische sector (met inbegrip van zowel een beleids-, expert-, als een insidersperspectief). Het preventiediscours kunnen situeren binnen recente visies op orthopedagogiek als handelingswetenschap. Orthopedagogisch onderzoek kunnen opzetten. Orthopedagogisch onderzoek kunnen interpreteren en er kritisch kunnen over reflecteren in functie van de dienstbaarheid voor de praktijk. 11

12 Een eigen expertise ontwikkelen en die in het kader van teamwork kunnen confronteren en integreren met de perspectieven en competenties van anderen (zowel 'cliënten'als 'collega s'). Actief kunnen participeren in belangrijke orthopedagogische (maatschappelijke) discussies die zich distilleren rond concepten als: integrated treatment, inclusie, empowerment,. Basisconcepten uit de theorievorming aangaande drughulpverlening kunnen duiden en kritisch kunnen reflecteren over de gevolgen ervan voor begeleiding en hulpverlening. Basisconcepten uit de theorievorming aangaande kinderen en jongeren met gedrags- en emotionele stoornissen kunnen duiden en kritisch kunnen evalueren in functie van hun bruikbaarheid voor begeleiding en hulpverlening. Basisconcepten uit de theorievorming aangaande Disability Studies kunnen situeren en kritisch kunnen reflecteren over de gevolgen ervan voor de ondersteuning van personen met beperkingen. Wetenschappelijk onderzoek kunnen opzetten aangaande kinderen en jongeren met gedrags- en emotionele stoornissen. Wetenschappelijk onderzoek kunnen opzetten aangaande personen met drugsproblematiek. Wetenschappelijk onderzoek kunnen opzetten aangaande kinderen en jongeren met disabilities. Afstudeerprofielen Afstudeerrichting pedagogiek en onderwijskunde De opleiding tot onderwijspedagoog biedt een waaier van afstudeermogelijkheden die vaak gekenmerkt zijn door polyvalente en teamwerk. Het ruime werkveld bestaat uit diverse vormen van vorming en opleiding, zoals het onderwijs, de lerarenopleiding, centra voor leerlingenbegeleiding, bedrijfsopleidingen, trainingscentra, uitgeverijen van vaak elektronische materialen, onderwijsbegeleidingsdiensten, centra voor permanente vorming, basiseducatie, enz Om en rond het onderwijs bestaat er een scala van instellingen die ondersteunende taken op zich nemen, zoals de begeleiding van scholen, productie van leermaterialen, het invoeren van onderwijsvernieuwingen. Onderwijspedagogen functioneren als beleidsmedewerker bij ministeries en functioneren als planner/coördinator bij opleidingsafdelingen van bedrijven. Masters of science in de pedagogiek en onderwijskunde verrichten ook fundamenteel en toegepast wetenschappelijk werk aan universiteiten en hogescholen. Zij doen in verscheidene instellingen onderzoek naar leren en onderwijzen, en doceren aan de initiële lerarenopleidingen. Zij ontwerpen en onderzoeken programma s, adviseren het beleid, begeleiden leerkrachten en docenten en ondersteunen via onderzoek en interventies scholen en instellingen. Afstudeerrichting orthopedagogiek Voor de orthopedagoog bestaat het ruime afstudeerprofiel uit diverse vormen van bijzondere ondersteuning van mensen: de zorg voor personen met een handicap, leerstoornissen, gedragstoornissen en drugsmisbruik. Hiervoor zijn zij tewerkgesteld in voorzieningen voor kinderen en adolescenten, begeleidingstehuizen, gezinstehuizen, begeleidingsdiensten, onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra, gezinsvervangende tehuizen, bezigheids- of nursingtehuizen, medischpedagogische instituten, dagcentra, observatie- en behandelingstehuizen, kortverblijfcentra, diensten voor begeleid, beschut en zelfstandig wonen, thuisbegeleidingsdiensten, kinder-, jeugd en 12

13 volwassenenpsychiatrie, geriatrische instellingen, kinderklinieken, opvangcentra en therapeutische centra voor drugverslaafden, buurtopbouwwerk, straathoekwerk, revalidatiecentra, geestelijke gezondheidszorg, kinder- en jeugdpsychiatrische instellingen en instelling voor inclusief of buitengewoon onderwijs. Masters of science in de orthopedagogiek doen aan voorlichting beleidswerk, diagnostiek en handelingsplanning van kinderen en volwassenen die tot de bijzondere doelgroepen behoren. Zij verrichten fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek aan Universiteiten en wetenschappelijke instellingen met betrekking tot de globaliteit van de problematische leer en opvoedingssituatie van personen met een handicap, leerstoornissen, gedragsstoornissen en drugmisbruik. 13