Artikel Review: USGS, 2000, World Petroleum Assessment 2000, Denver: USGS Information Services, 514 pagina s.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Artikel Review: USGS, 2000, World Petroleum Assessment 2000, Denver: USGS Information Services, 514 pagina s."

Transcriptie

1 Artikel Review: Aguilera, R. F., Eggert, R.G., Gustavo Lagos, C.C., Tilton, J.E., 2009, Depletion and the Future Availability of Petroleum Resources, The Energy Journal, Vol. 30, No.1, pp USGS, 2000, World Petroleum Assessment 2000, Denver: USGS Information Services, 514 pagina s. Auteur: Rembrandt Koppelaar Peakoil Nederland versie 13 April 2009 Samenvatting In Aguilera et al. (2009) wordt geconcludeerd dat de verwachting van een scherpe stijging in de olieprijs in de komende twee decennia naar een nieuw niveau rond 120 dollar per vat onterecht is. Een dergelijk hoog olieprijsscenario is ondermeer als basis genomen in de nieuwe World Energy Outlook 2008 van het Internationaal Energie Agentschap (IEA). De conclusie wordt getrokken op basis van een berekening van het nog te ontdekken potentieel en de reservegroei van conventionele aardolie met een resultaat van respectievelijk 1532 miljard vaten en 1070 miljard vaten. De conclusie kan in twijfel worden getrokken. Ten eerste omdat data uit USGS (2000) worden gebruikt die het potentieel aan toekomstige ontdekkingen te optimistisch inschatten. Terwijl 30% van de periode van 1996 tot 2025 aangegeven door de USGS verstreken is, is 12,7% van het potentieel aan reserves ontdekt. Ten tweede vanwege de dubbeltelling van reservegroei omdat de onjuiste aanname wordt gemaakt dat de USGS de reservegroei in nog niet ontdekte olievelden niet berekend zou hebben. Ten derde vanwege het niet meenemen van een groot aantal limiterende factoren, waaronder de beschikbaarheid van water en aardgas, die meespelen in de productie en het kostenverloop van onconventionele aardolie. Ten vierde vanwege de directe vergelijking van conventionele aardolie met onconventionele aardolie, terwijl de productiemechanismen en productiesnelheid sterk verschillen. Ten vijfde omdat het niet waarschijnlijk is dat het kostenplaatje van één of enkele jaren geëxtrapoleerd kan worden naar de gehele toekomst. De kosten veranderen met de tijd vanwege kostendalingen door technologische innovaties, en kostenstijgingen omdat de kwaliteit van de aardolie en de grootte van de velden afneemt en vanwege steeds moeilijkere wingebieden. De gebruikte economische schatting is gelimiteerd en geeft weinig houvast. Een betere methode zou het analyseren van de investeringskosten en variabele kosten over een langdurige tijdserie per olieprovincie moeten behelzen. Een betere schatting voor de nog te vinden hoeveelheid aardolie is te vinden in een extrapolatie van het cyclische dalende ontdekkingspatroon sinds 1960 hetgeen een resultaat van circa 250 miljard vaten geeft. De aanname voor reservegroei van de USGS van 730 miljard vaten tussen 1996 en 2025 is tot nu toe een goed uitgangspunt gebleken. Tussen 1 januari 1996 en 1 januari 2004 is 28% of 171 miljard van de 730 miljard vaten aan verwachte reservegroei gerealiseerd (Klett et al. 2005). Voor het verloop van de aardolieproductie op de lange termijn, in de komende 20 tot 30 jaar, is het nodig om meer inzicht te verkrijgen in het productiepotentieel van zowel Non OPEC als OPEC. Op basis van de huidige reserves is het potentieel voor productiegroei in Non OPEC onvoldoende en zal een structurele dalende trend inzetten in de komende jaren. Van de reserves in met name OPEC Midden Oosten is weinig bekend vanwege het gebrek aan data afkomstig van betrouwbare partijen wat het onzeker maakt of OPEC voldoende productiepotentieel op gang kan brengen om de daling in Non OPEC kan compenseren in de periode tot 2020 en mogelijk daarna. 1

2 Index Introductie... 3 De studie van Aguilera... 4 De World Petroleum Assessment 2000 van de United States Geological Survey (USGS)... 6 Het potentieel aan nog te ontdekken aardolie volgens USGS (2000)... 6 Reservegroei in bekende reserves volgens USGS (2000)... 9 De totale resultaten van USGS (2000) zoals gebruikt door Aguilera et al. (2009) Een analyse van het potentieel aan ontdekkingen in de USGS studie Een analyse van reservegroei in de USGS studie De beschikbare reserves: uitbreiding van Aguilera et al. (2009) op USGS (2000) De impact van economische omstandigheden op de productie van aardolie De impact van onconventionele aardolie op het aardolietijdperk Een scenarioschets voor de olieproductie ter aanvulling op de reserve analyse De oliemarkt anno Het effect van de lage olieprijs op investeringen in en de productie van aardolie op korte termijn Conclusies Referenties

3 Introductie Al decennia wordt studie gedaan naar de hoeveelheid aardolie die uit de grond gewonnen zal kunnen worden. Het beantwoorden van het vraagstuk van de beschikbare hoeveelheid aardolie is op te delen in een aantal stappen of classificaties van reserves die hier kort wordt besproken omdat dit essentieel is voor het begrijpen van het vraagstuk. Een samenvatting van de introductie is te vinden in onderstaande afbeelding 1. Voorkomens/Resources Kennis over de beschikbaarheid begint met het weten van het totale voorkomen van aardolie onder de grond. In het Engels de resources genoemd. Het totale voorkomen is te vinden door het geheel van aardolie in de meer dan velden waarin aardolie in poreuze gesteentes onder druk is opgeslagen op te tellen. Bewezen Reserves/Proven Reserves Vanwege de geologie is een groot deel van het totaal aan voorkomen van aardolie echter grotendeels niet toegankelijk. Volgens schattingen op basis van de grote oliedatabases van IHS Energy en Wood Mackenzie kunnen we wereldwijd gemiddeld circa 29% tot 33% van de aardolie onder de grond over de levensduur van een aardolieveld winnen, met de nu beschikbare technieken. Dit getal, de winbaarheidsfactor, verschilt sterk per veld afhankelijk van de geologie. Zo kan uit het gemiddelde veld in Saoedi Arabië meer dan 50% van de aardolie gehaald worden over de levensduur van het veld terwijl uit de meeste velden in het nabijgelegen Oman niet meer dan 30% gewonnen wordt. De hoeveelheid aardolie die met de huidige technieken winbaar is worden de bewezen reserves genoemd, proven reserves in het Engels. Deze aardolie is met een geschatte kans van 95% winbaar. Waarschijnlijke en mogelijke Reserves/Probable en Possible Reserves De resterende hoeveelheid reserves die met huidige technieken niet winbaar worden geacht wordt geclassificeerd als waarschijnlijke reserves die met 50% kans winbaar zijn. In het Engels probable reserves. En mogelijke reserves die een kans van winbaarheid van 10% hebben. In het engels possible reserves. Over de jaren wordt dankzij technologische ontwikkeling meer aardolie winbaar waardoor aardolie uit de possible en probable reserves overgeheveld kan worden naar de categorie bewezen reserves. Bewezen + waarschijnlijk/p2 Voor het schatten van de totale hoeveelheid aardolie die op technologische basis in de toekomst winbaar is, wordt veelal de maat gehanteerd van het samenvoegen van de bewezen + waarschijnlijke reserves, in vaktermen ook wel de P2 genoemd (proven + probable = p2). Dit geeft een schatting die het ultiem winbare aardolievoorkomen genoemd wordt. In het engels de Ultimate Recoverable Resource (URR). De Economische winbaarheid/economically recoverable Van de URR zal niet alle aardolie winbaar zijn omdat het soms te kostbaar is om deze te winnen. Hierin moet onderscheid worden gemaakt tussen winbaar op de korte termijn en op de lange termijn. Dit omdat de kosten van aardoliewinning verschillen voor de korte (5 tot 15 jaar) en de lange termijn (15+ jaar) vanwege kostendalingen door technologische ontwikkelingen, kostenstijgingen als gevolg van tekorten aan personeel en materieel, politieke factoren, en de dynamiek van vraag en 3

4 aanbod in de markt. Op de lange termijn spelen vooral factoren zoals de afstand van de aardolie tot de markt, bijvoorbeeld in geval van het Noordpoolgebied, de technologische ontwikkeling die kostendaling veroorzaakt, en de geologische structuren onder de grond die het moeilijker maken aardolie te winnen. Maar ook de politieke factoren kunnen van groot belang zijn vanwege het OPEC oliekartel op de lange termijn. Op de korte termijn zijn vooral de kostenstijgingen als gevolg van tekorten aan personeel en materieel, de dynamiek van vraag en aanbod, en politieke factoren van belang. Figuur 1 Gesimplificeerd overzicht van de terminologie, factoren en kansaanpak voor het bereken van de winbare hoeveelheid aardolie.afbeelding afkomstig van United States Geological Survey, USGS (1998) De studie van Aguilera In het eerste kwartaal van 2009 werd in de Energy Journal van de International Association for Energy Economists een artikel gepubliceerd van Aguilera et al. (2009) waarin de beschikbaarheid van aardolie op basis van geologische en economische analyses is beoordeeld. De auteurs concluderen dat grote hoeveelheden conventionele en onconventionele aardolie beschikbaar zijn en geproduceerd kunnen worden tegen kosten ver onder de huidige marktprijs van 120 dollar per vat. Deze resultaten suggereren dat de beschikbaarheid van aardolie waarschijnlijk veel langer zal duren dan velen nu voorspellen en dat de uitputting van aardolie de marktprijs niet boven de vrij hoge niveaus van de laatste jaren hoeft uit te laten stijgen (vertaling uit Aguilera et al 2009, p. 141). Aguilera et al (2009) komen tot deze conclusie op basis van een berekening van de beschikbaarheid van aardolie doormiddel van de methode van cumulatieve beschikbaarheids curven. Bij deze methode wordt eerst het maximum aan aardolie berekend dat technisch winbaar is vanuit geologische kennis op basis van de huidige technologische standaard en toekomstige technologische ontwikkeling. Vervolgens wordt berekend wat de kosten zijn van de winning van de verschillende hoeveelheden aardolie die 4

5 technisch winbaar worden geacht. Als laatste stap wordt het totale volume dat op geologische basis als beschikbaar is berekend, uitgezet op de x as en afgezet tegen de kosten van winning op de y as, zoals weergegeven in figuur 2. Figuur 2 Voorbeeld van cumulatieve beschikbaarheid curve waarin de kosten uit worden gezet tegen het beschikbare volume aardolie onder de grond in miljard vaten (1 vat = 159 liter), uit Aguilera et al (2009) In deze review wordt het artikel van Aguilera et al (2009) besproken op volgorde van: 1) De geologische analyse waarmee het totaal aan beschikbare reserves wereldwijd is geschat; 2) De beschikbaarheid van aardolie op de lange termijn op basis van de productiekosten zoals berekend. In het werk van Aguilera et al. (2009) wordt de studie van de United States Geological Survey (2000) als basisaanname genomen. Hoewel de studie van de USGS kort besproken wordt door Aguilera et al. (2009) nemen zij de resultaten zonder aanpassingen in zijn geheel over. Om te komen tot een zinvolle analyse van de resultaten van Aguilera et al. (2009) is het daarom nodig om de World Petroleum Assessment uit 2000 van de USGS uitgebreid te bespreken omdat onzekerheden in deze studie grote invloed hebben op de resultaten. 5

6 De World Petroleum Assessment 2000 van de United States Geological Survey (USGS) Tot op heden is de World Petroleum Assessment 2000 van de United States Geological Survey de meest volledige studie in het publieke domein waarin het toekomstige potentieel aan conventionele aardoliereserves wordt berekend 1. Ondermeer vanwege de volledigheid, uitgebreidheid, en gratis beschikbaarheid wordt zij wereldwijd door een groot aantal instituten en bedrijven gebruikt als basis voor scenario s. Ondermeer door het Internationaal Energie Agentschap, tot en met 2007, voor het bepalen van de beschikbaarheid van aardolie in de periode tot 2030 (IEA 2005; IEA 2006; IEA 2007) en door het staatsoliebedrijf Saudi Aramco om aan te geven hoeveel aardolie er in Saoedi Arabië nog te vinden is (Abdul Baqi en Saleri 2004). Sinds de World Energy Outlook 2008 is de IEA overgestapt op een nieuwe methodiek waarin de studie van de USGS niet meer de leidraad is voor de voorspelling van de olieproductie. In de studie van de USGS uit het jaar 2000 worden twee zaken berekend. Ten eerste wat het potentieel is aan nog te ontdekken aardolie. Ten tweede hoeveel groei er mogelijk is in de bekende reserves, de reservegroei. Reservegroei kan worden gedefinieerd als de toename in reserves over de tijd vanwege te lage schattingen van de reserves in het verleden en de ontwikkeling van nieuwe technologie. Technologie zorgt ervoor dat de hoeveelheid winbare aardolie in een gegeven olieveld, de winbaarheidsfactor, toeneemt. Om tot zinvolle realistische resultaten te komen, gezien factoren als technologische en economische ontwikkeling over de jaren, is gekozen om de studie te limiteren tot een tijdsperiode van 30 jaar, namelijk van 1996 tot 2025, waarin de bovenstaande potentiëlen wordt geschat. Deze tijdsperiode dient niet te letterlijk genomen te worden maar bezien te worden als een tijdsduur die maatschappelijk relevant is voor het maken van een inventarisatie van de aardolievoorkomens (USGS 2000, AM 4). Als basisdata is in de studie van de USGS (2000) de database van IHS Energy (voormalig Petroconsultants) gebruikt tot het jaar Deze database was en is nu nog steeds de meest volledige database voor aardolievelden wereldwijd. Het potentieel aan nog te ontdekken aardolie volgens USGS (2000) In de studie is de wereld ingedeeld in 937 geologische provincies afhankelijk van de geologische kenmerken. Van deze 937 provincies was destijds bekend dat er 406 aardolie bevatten. Voor de schatting van de nog te ontdekken hoeveelheden aardolie zijn 102 van de 406 oliebevattende provincies geselecteerd. Deze selectie is gemaakt op basis van het totale bekend volume aan ontdekte aardolie, en geologische, politieke, technische en geografische redenen (USGS 2000, RH 5). In totaal bevatte de selectie van 102 provincies 95% van de toen bekende hoeveelheid aan aardolie. Deze provincies zijn verder ingedeeld in regio s op basis van de geologische homogeniteit. Per regio zijn een aantal zaken geïnventariseerd. Ten eerste de waarschijnlijkheid dat exploratie plaatsvindt gedurende de periode 1996 en Ten tweede de waarschijnlijkheid van ontdekking van een veld met een minimumgrootte van 1 tot 20 miljoen vaten aardolie (1 vat = 159 liter). Ten derde is een schatting gemaakt van het aantal onontdekte aardolie en aardgasvelden in de regio groter of gelijk aan het veld met de minimumgrootte. 1 Conventionele aardolie is hier gedefinieerd als alle vormen van aardolie exclusief aardolie uit teerzanden, aardolie uit extra zware aardolie en aardolie uit olieschalies. 6

7 Ten vierde de ratio tussen aardolie/gas in aardolievelden en natural gas liquids (NGL)/gas in gasvelden 2. Deze waarschijnlijkheden en schattingen zijn gebaseerd op geologische inzichten zoals het begrip van generatie, migratie, beslotenheid, conservatie van de aardolie en het historische exploratieverloop. Zo is de distributie van de grootte van het veld op te maken uit de geschiedenis van exploratie. Gesimplificeerd worden de grote aardolievelden meestal in het begin van de exploratieperiode geëxploiteerd, waarna het gevonden volume per veld steeds verder afneemt (USGS 2000, OP 7). In het geval dat er niets bekend was is de gemiddelde waarschijnlijkheid van de wereld als geheel toegepast. De vier inventarisaties leveren samen een distributie op van de waarschijnlijkheid van niet ontdekte hoeveelheden aardolie, aardgas en natural gas liquids (NGL). Figuur 3 Schematisch overzicht van Monte Carlo Procedure gebruikt door USGS, uit USGS (2000). De berekende distributie van waarschijnlijkheid is vervolgens in een monte Carlo simulatiemodel als input gebruikt om tot een realistische benadering de niet ontdekte aardolievelden te komen. Een schematisch overzicht van deze procedure is te vinden in figuur 3 links. In de twee figuren in het paars en groen zien we de voor deze studies gebruikelijke lognormale verdeling, gebruikt om de waarschijnlijkheid van de grootte en het aantal niet ontdekte aardolievelden weer te geven. Met kwantitatieve input afkomstig uit de eerder beschreven inventarisatie. Vervolgens zijn in totaal Monte Carlo iteraties uitgevoerd op basis van de kwantitatieve input. Daarvan is vervolgens het gemiddelde genomen. Een voorbeeld hiervan is te zien in de blauwe figuur in de grafiek. De uitkomst van dit proces is voor de gehele wereld exclusief de Verenigde Staten is te zien in onderstaande figuur 4. Daarin is te zien dat het gemiddelde voor de wereld neerkomt op 649 miljard potentieel te ontdekken hoeveelheden conventionele aardolie exclusief Natural Gas Liquids (NGL) tussen 1996 en 2025 volgens USGS (2000). In tabel 1 is de kansverdeling te zien van de nog te ontdekken 2 Natural Gas Liquids (NGL) zijn een fractie koolwaterstoffen die uit aardgasvelden worden geproduceerd. Onder de grond zijn ze gasvormig maar bij bovengrondse temperaturen worden ze vloeibaar. De Natural Gas Liquids liggen qua koolstofketens tussen aardolie en aardgas in, ze kunnen omgevormd worden in ondermeer natuurlijke benzine, butaan en propaan. De NGL worden in de raffinageketen voor aardolie gebruikt en daarom tot aardolie gerekend. 7

8 hoeveelheden aardolie aflopend van het minimum met 100% waarschijnlijkheid naar het maximum met 0% waarschijnlijkheid. Bovenop de schatting voor de wereld komt nog de schatting voor NGL van 207 miljard vaten, en die van de VS van 83 miljard vaten. Het totaal aan verwachte ontdekkingen komt hiermee neer op 939 miljard vaten tussen 1996 en Figuur 4 Uitkomst van Monte Carlo Procedure uit USGS studie voor de wereld weergeven in miljoen vaten aardolie (MMBO), uit USGS (2000). 8

9 Tabel 1 Kansverdeling van Monte Carlo Procedure uit USGS studie voor de wereld weergeven in procenten uitgezet tegen de potentiële hoeveelheid nog te ontdekken aardolie tussen 1996 en 2025 in miljoen vaten aardolie (MMBO), uit USGS (2000). Reservegroei in bekende reserves volgens USGS (2000) Reservegroei kan worden gedefinieerd als de toename in de schatting van winbare aardolie vanaf het moment dat een olieveld ontdekt wordt tot het einde van de productie van het veld. Deze toename kan worden veroorzaakt door technologische ontwikkeling, maar dat is lang niet altijd het geval. Het kan ook zo zijn dat de schatting van de originele hoeveelheid aardolie fout was waardoor de reserves toenemen, dat de reserves vanwege politieke of financiële redenen niet goed gerapporteerd zijn, of dat er een extensie van het veld wordt gevonden. De kunst van het schatten van reservegroei zit hem daarmee in het verkrijgen van betrouwbare data van schattingen van de winbare reserves over de jaren. Deze zijn uitermate moeilijk te verkrijgen omdat het moeilijk is de technologische ontwikkeling te scheiden van de overige redenen van reservegroei. Een goed voorbeeld is het Prudhoe Bay olieveld in Alaska dat in 1968 is ontdekt. Prudhoe Bay is een van de grootste velden in de wereld en begon in 1975 met het produceren van aardolie. In 1977 voorspelden reservoir ingenieurs werkend aan het veld dat er uiteindelijk 9,4 miljard vaten aardolie gewonnen zouden kunnen worden. In 2005 was deze schatting toegenomen tot 13,5 miljard vaten. De geschatte reserves zijn over de tijd dus toegenomen of gegroeid met 4,1 miljard vaten. Op het eerste gezicht zou dit toegedicht kunnen worden aan technologische ontwikkeling. Echter volgens de voormalig hoofd Petroleum ingenieur van BP in de VS 9

10 Jeremy Gilbert, die gewerkt heeft aan Prudhoe Bay, kwam de initiële schatting van het veld neer op 12 tot 15 miljard vaten aan winbare reserves. Vanwege financiële en politieke redenen zou een lager reservegetal van 9,4 miljard openbaar gemaakt (Gilbert 2002). In het geval van Prudhoe Bay lijkt er dus geen sprake te zijn van reservegroei door technologie maar als gevolg van politieke/financiële rapportage van reserves. Voor het maken van algemene schattingen van reservegroei dient de juiste maat voor de uiteindelijk winbare reserves genomen worden. Gangbaar is het om de bewezen + waarschijnlijke (P2) schatting van de reserves te nemen en te kijken hoe deze over de tijd wijzigt. Daarmee zijn publicaties en databases, die zich puur op bewezen reserves baseren zoals de BP Statistical Review, World Oil en de Oil & Gas Journal niet bruikbaar. Alleen de databases van IHS Energy (voormalig Petroconsultants) en WoodMackenzie zijn toepasbaar. De USGS heeft in haar methode voor het schatten van de reservegroei de wereld als geheel genomen en de VS als apart gebied. Dit omdat er niet genoeg afzonderlijke data bekend is per olieprovincie om een afzonderlijke schatting te kunnen maken. Voor het maken van een berekening van de reservegroei is namelijk een tijdserie nodig van minstens 10 jaar met betrouwbare schattingen van de grootte van conventionele aardolie en gasvelden. Vervolgens kan de jaarlijkse verandering in de reserves over de tijd geschat worden, en daaruit een functie gemaakt worden om op basis van de historische reservegroei de toekomstige reservegroei te schatten. In de studie van de USGS (2000) zijn twee methodes besproken voor het berekenen van reservegroei. Ten eerste de studie te beperken tot het schatten van de reservegroei van regio s waarvoor goede data beschikbaar is. Ten tweede het potentieel van de gehele wereld te schatten op basis van een analoog model op basis van de reservegroei in de Verenigde Staten. Voor de tweede optie is gekozen omdat dit naar verwachting het meest complete resultaat gaf (USGS 2000, RG 11). In de studie worden ook een aantal redenen besproken waarom het toepassen van de reservegroei curve van de VS op de reservegroei van de gehele wereld dan wel de potentieel reservegroei zou kunnen overschatten dan wel onderschatten. Voor te lage schattingen worden de volgende redenen genoemd: De aardolie en gasvelden wereldwijd zouden jonger kunnen zijn dan de velden in de VS op basis van de kalenderdatum en dus een veel groter potentieel hebben voor reservegroei. De toekomstige reservegroei zou door betere technologie groter kunnen zijn dan de historische reservegroei in de VS. Een tekort aan aardolie in de toekomst zou activiteiten om reservegroei te genereren kunnen versnellen in vergelijking met het historische verleden in de VS. Voor te hoge schattingen worden de volgende redenen genoemd: De criteria voor het bepalen van de huidige reserves zouden over het algemeen minder strikt kunnen zijn wereldwijd dan die in de Verenigde Staten. Waardoor de bekende reserves hoger uitvallen en het potentieel voor reservegroei lager is. De bekende reserves zouden doelbewust te hoog gerapporteerd kunnen zijn in sommige landen waardoor het potentieel voor toekomstige reservegroei lager is. 10

11 Grotere aardolie en gasvelden zouden substantieel meer ontwikkeling doorgemaakt kunnen hebben dan velden in de VS voordat initiële schattingen van de hoeveelheid aardolie in het veld zijn gemaakt. Daardoor zou het kunnen zijn dat meer accurate initiële reserveschattingen zijn gemaakt waardoor het potentieel voor toekomstige reservegroei lager is. Om te toetsen in hoeverre de toegepaste functie van de VS op de wereld te optimistisch of te pessimistisch was hebben de auteurs van de USGS studie uit 2000 later een aantal studies gedaan naar afzonderlijke gebieden. Ondermeer naar de reservegroei in Volga Ural, het West Siberische basin, de Noordzee, het Midden Oosten en Canada (Verma et al. 2000; Verma en Ulmishek 2003; Klett en Guatier 2003; Verma et al. 2004; Beliveau 2003; Verma en Henry 2004; allen geciteerd in Ahlbrandt 2006). De algemene conclusie in deze studies was dat de functie zoals gebruikt in USGS (2000) inderdaad toegepast kan worden op de gehele wereld (Klett 2005 geciteerd in Ahlbrandt 2006). De door de USGS (2000) gebruikte functie om de reservegroei wereldwijd te schatten is weergegeven in figuur 5. Op basis van de historische data uit de IHS Energy database (voormalig Petroconsultants) voor de wereld is de reservegroei geschat per jaar tot Vervolgens is per jaar van deze schatting het midden (gemiddelde) genomen van een waarschijnlijkheidberekening toegepast op basis van een driehoeksdistributie, zoals te vinden in figuur 6. Figuur 5 Functie voor de reservegroei zoals toegepast voor de gehele wereld door de USGS. Weergeven als groeifactor op de y as afgezet tegen de leeftijd van het veld op de x as, afbeelding afkomstig uit USGS (2000). Figuur 6 De door de USGS gebruikte waarschijnlijkheidsdistributie in driehoekvorm voor het berekenen van de reservegroei, afbeelding afkomstig uit USGS (2000). 11

12 De resultaten van de schatting voor reservegroei van de USGS (2000) komt neer op 612 miljard vaten aan reservegroei voor conventionele aardolie en 42 miljard voor Natural Gas Liquids (NGL) tussen 1996 en 2025 voor de wereld exclusief de VS, en 76 miljard vaten aan conventionele aardolie plus Natural Gas Liquids voor de VS. In totaal dus 730 miljard vaten. De per 1 januari 1996 bekende hoeveelheid winbare aardolie uit ontdekte velden van de IHS Energy (Petroconsultant) database zou daarmee naar verwachting toenemen van 1398 miljard naar 2010 miljard en de reserves aan NGL van 75 naar 117 gedurende 1996 en

13 De totale resultaten van USGS (2000) zoals gebruikt door Aguilera et al. (2009) In tabel 2 is de samenvatting weergegeven van de resultaten voor onontdekte aardolie en reservegroei voor de wereld en de Verenigde Staten volgens de studie van de United States Geological Survey. In totaal komen de verwachte ontdekkingen wereldwijd aan conventionele aardolie (crude oil + NGL) tussen 1996 en 2025 neer op 939 miljard vaten en de reservegroei op 730 miljard vaten. In tabel 3 zijn de resultaten weergeven voor 8 verschillende regio s. Tabel 2 De resultaten van USGS (2000), afkomstig uit USGS (2000) Tabel 3 De resultaten van USGS (2000), geadapteerd uit Ahlbrandt (2006). Het totaal voor reservegroei uit deze bron komt met 709 miljard vaten niet overeen met de originele resultaten uit USGS (2000) wegens een fout in Ahlbrandt (2006). Dit getal behoort 730 miljard vaten te bedragen waarmee de totale winbare hoeveelheid uitkomt op 3345 miljard vaten. 13

14 Een analyse van het potentieel aan ontdekkingen in de USGS studie Het potentieel aan ontdekkingen van de USGS van 939 miljard vaten lijkt op basis van het historische ontdekkingspatroon zoals weergeven in onderstaande figuur 7 een hoge schatting. Wanneer het historisch in golfbewegingen dalende patroon sinds 1960 wordt geëxtrapoleerd komen de nog te ontdekken hoeveelheden aardolie wereldwijd neer op circa 250 miljard vaten. Voor het realiseren van de 939 miljard vaten van de USGS is dan ook grote nieuwe golf van ontdekkingen nodig zoals voor het laatst in de jaren 60 heeft plaatsgevonden. Een patroon zoals dit eruit zou zien afgezet tegen de historische ontdekkingen is te vinden in figuur 8 in het blauw. Het is op basis van de historische data onwaarschijnlijk dat dit patroon zich zal voltrekken. Van de 30 jarige tijdsduur bekeken in de studie zijn inmiddels 12 jaar verstreken. Dat maakt het mogelijk dankzij beschikbare data om voor ontdekkingen ook te peilen of het aangegeven potentieel ook daadwerkelijk gerealiseerd is. In figuur 8 is tevens de data voor ontdekkingen opgenomen tussen 1996 en 2007 van IHS Energy in het groen. In totaal is in die periode circa 120 miljard aan vaten aardolie ontdekt wat 12,7% van de 939 miljard vaten van de USGS representeert. De resultaten voor ontdekkingen vallen dus tegen ten opzichte van de verwachting uit USGS (2000). Figuur 7 In miljard vaten per jaar de ontdekkingen van aardolie van 1930 tot 2005, extrapolatie van de ontdekkingstrend tot 2040, en productie tot 2005, afbeelding afkomstig van Peakoil Nederland geadapteerd van Colin Campbell (2006). 14

15 Figuur 8 In miljard vaten per jaar de ontdekkingen van aardolie van 1930 tot en met 1995, historische ontdekkingen van 1995 tot en met 2007, extrapolatie van de ontdekkingstrend tot 2050 op basis van 939 miljard nog te ontdekken vaten aardolie naar USGS (2000) weergeven via een normale distributie, afbeelding afkomstig van Peakoil Nederland. De tegenvallende resultaten voor ontdekkingen zijn verdedigd in een publicatie van de auteurs van de USGS uit In Klett et al. (2005) wordt erkend dat in de periode 1996 tot 2004 een lager aantal ontdekkingen zijn gerealiseerd dan verwacht volgens USGS (2000). Maar dit was volgens de auteurs te verwachten omdat de meeste nog niet ontdekte olievelden te vinden zijn in economisch, geografisch of politiek moeilijke locaties. Some of the oil resources estimated by the U.S. Geological Survey were expected to come from remote localities such as northeast Greenland, but the World Petroleum Assessment 2000 predicted that most of the undiscovered oil could be found in and around the existing major petroleum provinces of the Middle East, North Africa, and the countries of the former Soviet Union. Large parts of these important areas were not available to exploration during the first 8 yr of the forecast span. This is certainly the case in some of the countries of the Middle East and North Africa. Iraq, Iran, and Libya presented limited investment opportunities during the 8 yr period of this study, and investment in oil and gas exploration in Russia, Azerbaijan, and the central Asian republics has been limited also by various constraints on pipeline construction and perceived political and economic instability.in this context, it is surprising that as much as 11% [end 2003] of the estimated undiscovered oil resource was found (Klett et al. 2005). 15

16 De vraag is in hoeverre de argumentatie in dit commentaar gerechtvaardigd is. Ligt de lage hoeveelheid aan ontdekkingen daadwerkelijk aan de economische, geografische of politieke situatie van de landen waar de nog te ontdekken aardolie zou liggen? Of zijn de hoeveelheid te verwachten ontdekkingen overschat? Om dit te kunnen beoordelen kijken we naar een aantal afzonderlijke landen en de verwachtingen voor het potentieel aan ontdekkingen tussen 1996 en De distributie van de ontdekkingen voor de top 30 landen die 92% van het potentieel verwacht door de USGS (2000) bevatten is weergegeven in tabel 4. Tabel 4 Potentieel aan ontdekkingen van aardolie volgens de USGS van 1996 tot en met 2025 gerangschikt naar de 30 grootste potentiëlen, tabel geadapteerd naar USGS (2000). De geselecteerde landen die nader bekeken zijn, zijn Saoedi Arabië en de Verenigde Staten. De Verenigde Staten is geselecteerd omdat vrij goede gegevens beschikbaar zijn voor het land, omdat het een oude productiegebied betreft dat ver over haar piekproductie heen, is wat de accuraatheid van de analyse sterk verbetert, en omdat het de 3 de positie inneemt qua verwachte ontdekkingen. Saoedi Arabië is gekozen vanwege haar toppositie in tabel 4 en de beschikbare gegevens over boringen over de 16

17 jaren. Samen representeren deze twee landen met 219 miljard aan potentieel te ontdekken vaten aardolie, 23,3% van de 939 miljard vaten van het totale potentieel berekend door de USGS (2000). Volgens de USGS (2000) valt er in Saoedi Arabië een totaal aan potentieel van 136 miljard vaten aan conventionele aardolie plus NGL te ontdekken, tussen 1996 en 2025 (14% van het totaal van 939 miljard vaten). Tussen 1 januari 1996 en 1 januari 2006 zijn in totaal 5 miljard vaten ontdekt in het koninkrijk volgens cijfers van IHS Energy (3,6% van het totaal van 136 miljard vaten). Sinds de nationalisatie in de jaren 70 mogen buitenlandse maatschappijen in het land niet naar aardolie boren. Sinds 2004 zijn verschillende westerse oliemaatschappijen wel toegelaten om in het Zuiden tot Zuid/Westen van het land, in de Rub Al Khali Regio, (de Empty Quarter ) naar aardgas te boren. Als er aardolie gevonden wordt dan is dit in zijn geheel het eigendomsrecht van Saoedi Aramco, de staatsoliemaatschappij van Saoedi Arabië. In figuur 9 is te zien dat tot 2005 voornamelijk in het Oosten van het land geboord is naar aardolie. Figuur 9 Boringen naar aardolie in Saoedi Arabie, figuur afkomstig van Abdul Baqi en Saleri (2004) Vertegenwoordigers van Saoedi Aramco beschreven in een presentatie uit 2004, waaruit de bovenstaande grafiek afkomstig is, drie regio s waar weinig exploratie heeft plaatsgevonden. De Rub al Kahli, de grens met Irak en de rode zee. In de studie van de USGS (2000) blijkt echter dat maar in 1 van deze drie regio s naar verwachting veel aardolie wordt gevonden namelijk Rub al Khali met 51 miljard vaten. De resterende hoeveelheid is volgens de USGS (2000) voornamelijk te vinden in het midden van het land bij de Greater Ghawar Uplift, de regio waarin het grootste aardolieveld ter wereld Ghawar ligt. In dit gebied waar historisch veel geboord is naar aardolie is volgens de USGS 77 miljard vaten aan aardolie nog te vinden. Het is onwaarschijnlijk dat juist in dit gebied geologen olievelden van dergelijke 17

18 grootte over het hoofd gezien zouden hebben. Boringen naar aardolie vinden in dat gebied al plaats sinds exploratie begon in Saoedi Arabië in de jaren De verwachte 139 miljard vaten aan nog te ontdekken hoeveelheid aardolie in Saoedi Arabië is daarmee waarschijnlijk te hoog geschat. Tevens zouden, als de schatting van de USGS (2000) klopt, er een aantal grote olievelden gevonden moeten worden in de Rub Al Khali nu daar exploratie plaatsvindt. Daar er nu geboord wordt in dit gebied zou op een termijn van 5 à 10 jaar het waarschijnlijk kunnen zijn dat er een aantal grote ontdekkingen worden gedaan. Figuur 10 Verwachtingen USGS voor ontdekkingen per provincie in Saoedi Arabie, geadapteerd van USGS (2000). Volgens de USGS (2000) is er in totaal een potentieel van 83 miljard vaten aan conventionele aardolie plus natural gas liquids te ontdekken tussen 1996 en 2025 in de Verenigde Staten (8,8% van het totaal van 939 miljard vaten). Tussen 1 januari 1996 en 1 januari 2006 zijn in totaal 6 miljard vaten ontdekt in de Verenigde Staten volgens cijfers van het Amerikaanse Departement van Energie (7,2% van het totaal van 83 miljard vaten). Doordat de Verenigde Staten een land is waar de productie al vergevorderd is, met een niet door politiek verstoord productiepatroon, is de methodiek van Hubbert Linearisatie goed toe te passen. Geoloog Marion K. Hubbert heeft in de jaren 50 van de 20 ste eeuw deze methode als eerste uitgewerkt. Het gaat uit van het basisaanname dat de uiteindelijk te winnen hoeveelheid aardolie in een land te berekenen is via de cumulatieve productie en de productiecijfers. De eerste stap is het uitzetten van de cumulatieve productie per jaar op de x as tegen de productie gedeeld door de cumulatieve productie per jaar op de y as. Hierdoor wordt een patroon van punten weergeven die na een bepaalde tijdsduur van initiële productie in een lineair patroon vervalt doordat de waarde van de cumulatieve productie steeds groter wordt ten opzichte van de actuele productie. De methode is daarmee vooral goed toepasbaar voor landen waar de productie al vergevorderd is, zoals in de VS waar 18

19 sinds het einde van de 19 de eeuw aardolie wordt geproduceerd en sinds 1970 de piekproductie is gepasseerd. De tweede stap is het doortrekken van het lineaire patroon tot het punt waarop de productie tot 0 is gedaald, het punt waarop de uiteindelijk te winnen hoeveelheid aardolie afgelezen kan worden. In figuur 11 is deze methode weergeven voor de Verenigde Staten. Op basis van een lineaire extrapolatie via de gegevens van 1974 tot en met 2007 lijkt de uiteindelijk winbare hoeveelheid aardolie neer te komen op 279 miljard vaten waarvan eind 2007 er 227 miljard gewonnen waren. Figuur 11 Verwachtingen USGS voor ontdekkingen per provincie in Saoedi Arabie, geadapteerd van USGS (2000). In het blauw de historische cumulatieve productie versus productie gedeeld door cumulatieve productie, in het rood de trendlijn genomen vanaf 1974, en rechts via de rode punt weergeven de schatting van de USGS (2000) voor de uiteindelijk winbare hoeveelheid aardolie in de VS, afbeelding afkomstig van Peakoil Nederland. Naar verwachting zal er dus nog 51,7 miljard vaten geproduceerd worden in de VS inclusief huidige reserves, nog niet ontdekte velden en reservegroei. Opgeteld bij de 33 miljard vaten geproduceerd tussen 1995 en 2007 komt het totaal voor de VS vanaf 1 januari 1996 neer op 84,7 miljard vaten. Dit getal staat in sterk contrast met de cijfers van de USGS (2000). Daarin is een totaal van 191 miljard vaten vanaf 1 januari 1996 berekend, waarvan 32 miljard vaten resterende reserves, 83 miljard aan nog te vinden aardolie en 76 miljard vaten aan reservegroei. Ervan uitgaande dat, zoals de USGS aangeeft, deze hoeveelheden tussen 1996 en 2025 gerealiseerd worden, kan een productieprofiel worden gemaakt van de schatting van de USGS van 191 miljard vaten en de door de auteur gemaakte schatting van 84,7 miljard vaten. Deze scenario s zijn weergeven in de onderstaande figuur 12. Te zien is dat voor het scenario van de USGS (in blauw) de productie in de VS langdurig om zal keren en gedurende een periode 19

20 van circa 20 jaar zal stijgen ondanks de productiepiek in Dit vereist het ontdekken van een grote nieuwe aardolieprovincie in de VS naast kleinere ontdekkingen in bestaande provincies. Gezien de ouderdom van de VS als productiegebied en de vele tienduizenden exploratieboringen is het onwaarschijnlijk dat dit zal plaatsvinden. Een doorgaande daling zoals weergegeven in productiescenario 1 op basis van de Hubbert Linearisatie is waarschijnlijker (in groen). Figuur 12 Historische productie in het rood van de Verenigde Staten in miljoen vaten per dag en twee productiescenario s voor de toekomstige aardolieproductie in de VS vanaf In het blauw het productiescenario 1 op basis van de 191 miljard vaten nog te produceren vanaf 1996 volgens de USGS en in het groen het productiescenario 2 op basis van de Hubbert Linearisatie techniek met 84,7 miljard vaten nog te produceren vanaf 1996, afbeelding afkomstig van Peakoil Nederland. Hoewel een analyse van twee van de tientallen landen waarover de USGS schattingen heeft gegeven van nog te vinden aardolie niet representatief zijn voor de gehele schatting, zijn er wel voldoende kanttekeningen te maken om de gehele schatting in twijfel te trekken, daar deze twee landen 23,3% van de schatting vertegenwoordigen. De gerealiseerde ontdekkingen tussen 1996 en 2006, de onwaarschijnlijk hoge schatting van de nog te realiseren productie in de Verenigde Staten, en de onwaarschijnlijkheid dat grote aardolievelden in gebieden in Saoedi Arabie waar al veel geëxploreerd is over het hoofd zijn gezien, geven voldoende redenen om de resultaten met betrekking tot de nog te ontdekken hoeveelheden aardolie in de studie van de USGS (2000) in twijfel te trekken. Internationaal gezien is een interessante kanttekening te maken dat het IEA sinds de World Energy Outlook 2008 geen 20

21 gebruik meer maakt van de resultaten van de USGS (2000). Voor het potentieel aan ontdekkingen van 2008 tot 2030 heeft het IEA een eigen schatting gemaakt van 114 miljard vaten (IEA 2008). Een analyse van reservegroei in de USGS studie De enige manier om goed inzicht te krijgen in de mate waarin de USGS reservegroei goed inschat is te kijken naar de veranderingen in de IHS Energy database omdat deze als basisdata wordt gebruikt in USGS (2000). De updates in de IHS Energy database geven daarmee een goede manier om de voorspelling voor reservegroei te toetsen. Door in detail elke verandering te bekijken in de database sinds 1996 en deze naast de schatting van 730 miljard vaten tussen 1996 en 2025 te leggen kan een goed beeld worden verkregen. Helaas is de database van IHS Energy alleen voor een commercieel tarief van 1 miljoen dollar per jaar toegankelijk. In het publieke domein zijn echter wel een aantal datapunten beschikbaar. In een publicatie uit augustus 2005 in het bulletin van de American Association of Petroleum Geologists (AAPG) wordt de studie van de USGS uit 2000 geëvalueerd door een deel van de originele auteurs. De conclusie luidt dat ongeveer 28% of 171 miljard van de 730 miljard vaten aan verwachte reserve groei is gerealiseerd tussen 1 januari 1996 en 1 januari 2004 (Klett et al. 2005). De cijfers gespecificeerd per regio zijn weergegeven in tabel 5. Tabel 5 Geschatte en gerealiseerde reservegroei per regio geadapteerd uit Ahlbrandt (2006). Het totaal voor reservegroei uit deze bron komt met 709 miljard vaten niet overeen met de originele resultaten uit USGS (2000) wegens een fout in Ahlbrandt (2006). Op basis van deze cijfers is de conclusie te trekken dat de schatting van de USGS voor reservegroei tussen 1996 en 2025 tot nu toe goed in lijn is met de gerealiseerde reservegroei. De historische cijfers betekenen echter niet per definitie dat de reservegroei in de toekomst gerealiseerd zal worden zoals in de schatting verwacht wordt, maar wel dat de schatting een grote mate van waarschijnlijkheid heeft. Daar er geen verdere cijfers bekend zijn wegens gebrek aan toegang tot de IHS Energy database maakt dat er geen mogelijkheid is om de cijfers zoals gepresenteerd door Ahlbrandt (2006)te verifiëren of falsifiëren. Een verdere diepgaande analyse van de schatting van reservegroei in USGS (2000) is daarom dan ook niet mogelijk. 21

22 De beschikbare reserves: uitbreiding van Aguilera et al. (2009) op USGS (2000) In Aguilera et al. (2009) is een model gemaakt om de nog te ontdekken hoeveelheid aardolie in de geologische provincies die in USGS (2000) niet zijn meegenomen te schatten. In totaal zijn in de studie van de USGS (2000) 835 van de 937 geologische provincies niet meegenomen. In Aguilera et al. (2009) wordt op pagina 4 een totaal genoemd van 528 provincies die niet meegenomen zouden zijn in de studie van de USGS. Dit is een incorrecte interpretatie van de tekst van de USGS (USGS 2000, RH 5). Voor de methodiek maakt dit verschil weinig uit qua resultaten, behalve dat in plaats van 528 er 838 geologische provincies in ogenschouw worden genomen in Aguilera et al. (2009). In de studie zijn twee berekeningen gedaan om het totaal aan winbare conventionele aardolie te berekenen. Ten eerste zijn de verwachte volumes in de door de USGS niet bekeken olieprovincies berekend. Dit is gedaan doormiddel van het toepassen van een Variabele Vorm Distributie (VSD), die de relatie weergeeft tussen het cumulatieve aantal provincies met de toekomstige volumes. Deze distributie ligt tussen de Pareto distributie en de Lognormale distributie in, die beide weergeven zijn in figuur 13. Figuur 13 Distributie van de grootte van olieprovincies afgezet tegen het aantal provincies via de Pareto distributie en lognormale distributie, uit Aguilera et al. (2009). Er zijn op hoofdlijnen twee impliciete aannames gemaakt in deze methode. De eerste is dat de grootste provincies als eerste worden gevonden, en dat met de tijd het volume van de nieuwe provincies die ontdekt worden afneemt. De tweede is dat uit een dataset met de geschatte winbare reserves in nog niet ontdekte provincies van de USGS ook de data voor de winbare reserves in niet door de USGS bekeken provincies kan leiden. Het is te bekritiseren of deze geschatte volumes ook daadwerkelijk winbaar zijn daar het om locaties gaat die verafgelegen liggen, dan wel om politieke redenen, waaronder milieuvergunningen, niet toegankelijk zijn. Hier wordt in de economische schatting van Aguilera et al. (2009) kort nader op ingegaan. De uitkomst van het toepassen van de VSD distributie is een verwachte 593 miljard vaten aardolie in de niet door de USGS bekeken olieprovincies. 22

23 Naast de VSD distributie is een simpele aanname gemaakt voor de reservegroei. De auteurs hebben aangenomen dat de USGS geen reservegroei functie heeft toegepast voor de schatting van de nog niet ontdekte volumes. Ze hebben daarom de percentuele toename van reservegroei over de totale bekende hoeveelheid aardolie uit de USGS (2000) studie genomen. Specifiek gaat het om een 42.97% toename van reservegroei (688 miljard vaten) over de resterende reserves van conventionele aardolie exclusief NGL (891 miljard vaten) plus cumulatieve historische productie (710 miljard vaten) van 1601 miljard vaten ( ). Dit percentage hebben ze eerst vermenigvuldigd met de historische ruwe data zoals gebruikt USGS. Het gaat om de 959 miljard vaten aan resterende reserves plus de 939 miljard vaten aan nog niet ontdekte reserves aan conventionele aardolie plus NGL voor de gehele wereld. Oftewel een vermenigvuldiging van 1898 miljard keer 1,4297 wat een getal van 2713,5 miljard vaten geeft. Vervolgens hebben ze de 593 miljard vaten afkomstig uit de VSD distributie berekening ook vermenigvuldigd met 1,4297 wat een getal van 847,8 miljard vaten geeft. Deze twee getallen zijn opgeteld waaruit een totaal van 3561 miljard vaten aan technisch winbare aardolie komt. De methodiek toegepast voor reservegroei is inconsistent en gebaseerd op de verkeerde aanname dat de USGS geen functie toegepast zou hebben om de reservegroei in nog niet ontdekte volumes te berekenen. Growth functions were applied for two different types of analyses (1) to aid in estimating grown sizes of undiscovered fields and (2) to determine the contribution of reserve growth of existing fields to world resources (USGS 2000, DS 8). In de verwachting voor de ontdekkingen van de USGS is reservegroei al meegenomen. Een tweede fout lijkt het niet meenemen van de reservegroei zoals berekend via de functie van de USGS. Dit totaal van 730 miljard vaten wordt alleen gebruikt voor het berekenen van de omrekenfactor van 1,4297 voor de wereld als geheel en is verder niet meegenomen in de schatting van technisch winbare aardolie. Daarmee is de berekening voor de reservegroei incorrect te noemen. Een betere methode is het nemen van de ruwe basisdata van de USGS van 1898 miljard vaten van resterende aardolie + verwachte ontdekkingen en reservegroei in de 102 provincies berekend door de USGS. Daarbij opgeteld de resultaten uit de VSD distributie van 593 miljard vaten waarin nog niet ontdekte velden voor de resterende olieprovincies zijn meegenomen. Indirect wordt daarmee ook reservegroei berekend doordat als basisdata de verwachte ontdekkingen plus reservegroei zijn gebruikt. Vervolgens kan hierbij reservegroei schatting van de USGS van 730 miljard vaten worden opgeteld omdat dit de reservegroei in al bekende reserves representeert. Deze methode resulteert in een totaal van 3221 miljard vaten resterende aardolie op technische basis. In totaal 340 miljard vaten lager dan de door Aguilera et al. berekende 3561 miljard vaten. In tabel 6 zijn alle cijfers op een rij gezet zoals berekend door de USGS (2000), Aguilera et al. (2006) en de auteur. 23

24 Tabel 6 overzicht van schatting voor USGS (2000), Aguilera et al. (2009) en correctie Aguilera et al. (2009) voor reservegroei. De impact van economische omstandigheden op de productie van aardolie Na het berekenen van de technisch winbare hoeveelheid aardolie is gepoogd in Aguilera et al. (2009) om de economische beschikbaarheid te berekenen. Daarvoor zijn de gemiddelde kapitaalproductiekosten oftewel totale investeringskosten per gebied en de operating costs of variabele kosten uit diverse bronnen gehaald. Vervolgens zijn deze gemiddeld over het aantal geproduceerde vaten in geval van variabele kosten en de totale winbare hoeveelheid voor de investeringskosten. Als eenheid is voor inflatie gecorrigeerd de waarde van een dollar uit 2006 genomen. De berekening behelst dus een statistische opname van één tot enkele jaren, die geëxtrapoleerd wordt naar de toekomst. Ervan uitgaande dat er geen fundamentele kostenstijgingen of kostendalingen plaatsvinden. Our estimates of production costs are static, and therefore do not take into account the tendency of technological advancement and other factors to reduce costs over time. Nor do they take account of cost increases (Aguilera et al. 2009, p ). Voor de nog niet ontdekte hoeveelheid aardolie in de 835 provincies berekend in Aguilera et al. (2009) is geen data van de kosten van winning bekend. Daarom is een formule gebruikt waarin de productiekosten van deze provincies worden berekend aan de hand van de kosten in het gebied waarin de provincies liggen. Daarvoor is echter eerst een allocatiestap gemaakt. De methodiek van Aguilera et al. (2009) geeft namelijk alleen via de distributie aan, dat er nog een hoeveelheid van 539 miljard bovenop de berekening van de USGS te ontdekken zou zijn. Deze hoeveelheid is verdeeld over de 8 regio s, waaronder Europa, Midden Oosten en Noord Afrika en Noord Amerika, via de percentuele verdeling van de tot nu toe bekende hoeveelheid aardolie over deze regio s. While the model provides future volumes for all 937 provinces, it does not indicate which volumes correspond to which provinces. As Table 4 shows, we have allocated the future volumes from previously unassessed USGS provinces, for both oil and NGL and for gas, among the eight regions of the world on the basis of each region s share of the future volumes in the assessed provinces. This is consistent with the idea that regions with high amounts of future volumes in previously assessed provinces will have unassessed provinces with generally proportional amounts of future volumes (Aguilera et al. 2009, p ). Vervolgens zijn de productiekosten (ATCU) berekend op basis van de hoogste kosten in de regio (HATC) vermenigvuldigd met 1 plus de ratio tussen de totale verwachte aardolie in niet door de USGS bekeken provincies in de regio (UVOL), zoals bijvoorbeeld Europa, gedeeld door de hoeveelheid aardolie geschat door de USGS in die regio (AVOL). Deze formule is ook hieronder weergegeven in figuur

25 Figuur 14 Formule voor het berekenen van de Average Total Costs Unassessed (ATCU), naar Aguilera et al. (2009). De gemaakte aanname is dat de gemiddelde productiekosten in de gebieden die door Aguilera et al. (2009) zijn berekend, hoger zullen zijn dan de al bekende hoeveelheden aardolie en geschatte hoeveelheden berekend door de USGS (2000). Met als onderliggende aanname dat de aardolie van hoge kwaliteit met lage kosten als eerste wordt gewonnen en dat de kosten steeds verder stijgen naarmate de oliewinning vordert. This procedure presumes that within a region the average production costs for all the unassessed provinces are higher than those for all the assessed provinces including the assessed province with the highest costs. This is consistent with the notion that the highest quality, least costly resources are usually extracted first. The procedure also presumes that the difference between the production costs for the unassessed provinces and the highest cost assessed province increases as the volumes for unassessed provinces rise relative to assessed provinces (Aguilera et al. 2009, p. 167). De gemaakte aannames zijn logisch alleen het is niet duidelijk op welke basis de formule zoals weergegeven in figuur 12 is gekozen. De resulterende ratio lijkt geen enkele empirische basis te hebben. De resultaten van de exercitie zijn te vinden in figuur 15 waarin af te lezen is dat de gemiddelde kosten voor het merendeel van de technisch beschikbare aardolie onder de 20 dollar per vat zou liggen. Figuur 15 Cumulatieve kostencurve waarin de geschatte hoeveelheid nog technisch winbare aardolie en NGL uitgezet is tegen de geschatte kosten van winning De gebruikte methode valt of staat met de aanname dat een statisch punt in één of enkele jaren geëxtrapoleerd kan worden voor de gehele toekomst. Dit is geen onderbouwde aanname. Van de kant van kostendaling vanwege technologische innovatie. Van de kant van kostenstijging doordat de locaties 25

Voorspellingen Peakoil Nederland. Realisten of doemdenkers?

Voorspellingen Peakoil Nederland. Realisten of doemdenkers? Voorspellingen Peakoil Nederland Realisten of doemdenkers? Lievelde, Erve Kots, 27 Mei 2009 World Oil Production & Peaking Outlook *Eerste Rapportage Peakoil Nederland met analyse van de toekomstige olieproductie

Nadere informatie

Afnemend aardolieaanbod voor 2020? De Rode Hoed, 20 januari 2007, Amsterdam

Afnemend aardolieaanbod voor 2020? De Rode Hoed, 20 januari 2007, Amsterdam Afnemend aardolieaanbod voor 2020? De Rode Hoed, 20 januari 2007, Amsterdam Het aardolietijdperk 1 vat = 159 liter Peak oil drijvende kracht in energiebeleid? Verwachtingen productie goedkope aardolie

Nadere informatie

World oil production & peaking outlook. Bio energie in de industrie, 11 mei 2006, Eindhoven

World oil production & peaking outlook. Bio energie in de industrie, 11 mei 2006, Eindhoven World oil production & peaking outlook Bio energie in de industrie, 11 mei 2006, Eindhoven Inschattingen olievoorziening complex Gegevens OPEC & Rusland geheim Gegevens moeilijk beschikbaar ($$$) Complex

Nadere informatie

De nieuwe oliecrisis en overheidsbeleid

De nieuwe oliecrisis en overheidsbeleid De nieuwe oliecrisis en overheidsbeleid De Waag Amsterdam, 24 September 2008 Olie, Gas en Kolenprijzen op ongekende hoogte Waarom zijn we hier vandaag Een discussie te voeren over: 1. Of specifiek beleid

Nadere informatie

De evolutie van de olieprijs in de context van de energiemarkten DEEL 1

De evolutie van de olieprijs in de context van de energiemarkten DEEL 1 De evolutie van de olieprijs in de context van de energiemarkten DEEL 1 September 2006 Eric Raets Portfolio Manager Energy and Cyclical Sectors Active Equity Fund Management KBC Asset Management Inhoud

Nadere informatie

Klimaatverandering & schadelast. April 2015

Klimaatverandering & schadelast. April 2015 Klimaatverandering & schadelast April 2015 Samenvatting Het Centrum voor Verzekeringsstatistiek, onderdeel van het Verbond, heeft berekend in hoeverre de klimaatscenario s van het KNMI (2014) voor klimaatverandering

Nadere informatie

Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven

Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven America First! Wat is het potentiële banenverlies voor België en Europa? VIVES discussion paper

Nadere informatie

Geachte mevrouw Franke,

Geachte mevrouw Franke, Retouradres:, Aan de griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw & Innovatie T.a.v. mevrouw drs. M.C.T.M. Franke Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 2500EA Onderwerp Rondetafelgesprek inzake

Nadere informatie

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW aan SZW van Peter-Paul de Wolf en Sander Scholtus (Senior) methodoloog onderwerp Aandeel 0-jarigen onder aanvragen toeslag kinderdagopvang datum 5 september 2018 Inleiding Naar aanleiding van een voorgestelde

Nadere informatie

Handleiding P.O.I.N.T. 1.0

Handleiding P.O.I.N.T. 1.0 Handleiding P.O.I.N.T. 1.0 Presentatie van de Opportuniteitskosten calculator behorende bij het rapport Adang et al., Verdringingseffecten binnen het Nederlandse zorgstelsel, Nijmegen 2018. Versie 1.0

Nadere informatie

3 november 2014. Inleiding

3 november 2014. Inleiding 3 november 2014 Inleiding In 2006 publiceerde het KNMI vier mogelijke scenario s voor toekomstige veranderingen in het klimaat. Het Verbond van Verzekeraars heeft vervolgens doorgerekend wat de verwachte

Nadere informatie

Energie en geopolitiek

Energie en geopolitiek Energie en geopolitiek Pieter Boot Groningen, 15 juni 2009 Deze presentatie Introductie Internationale energiemarkt Energie voorzieningszekerheid Energie en beleid 1 Introductie Dalende prijzen na juli

Nadere informatie

Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam. Augustus 2015

Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam. Augustus 2015 Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam Augustus 2015 Inleiding De Nederlandse samenleving kent nog steeds een aanzienlijk aantal laaggeletterde mensen. Taaltrajecten blijken nodig te

Nadere informatie

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers Prognose 2020 Door Alexander Otgaar, RHV Erasmus Universiteit Rotterdam Diverse studies zijn in het verleden uitgevoerd met als doel om de economische bijdrage van Rotterdam the Hague Airport (hierna aan

Nadere informatie

Folkert Buiter 2 oktober 2015

Folkert Buiter 2 oktober 2015 1 Nuchter kijken naar feiten en trends van aardbevingen in Groningen. Een versneld stijgende lijn van het aantal en de kracht van aardbevingen in Groningen. Hoe je ook naar de feitelijke metingen van de

Nadere informatie

Add the standing fingers to get the tens and multiply the closed fingers to get the units.

Add the standing fingers to get the tens and multiply the closed fingers to get the units. Digit work Here's a useful system of finger reckoning from the Middle Ages. To multiply $6 \times 9$, hold up one finger to represent the difference between the five fingers on that hand and the first

Nadere informatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie 9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)

Nadere informatie

Assessment of Subsidence based on Production Scenario Basispad Kabinet

Assessment of Subsidence based on Production Scenario Basispad Kabinet Assessment of Subsidence based on Production Scenario Basispad Kabinet June 2018 By Dirk Doornhof and Onno van der Wal EP201806209337 Dit rapport is een weerslag van een voortdurend studie- en dataverzamelingsprogramma

Nadere informatie

DE PIEK KOMT ERAAN 1

DE PIEK KOMT ERAAN 1 DE PIEK KOMT ERAAN 1 Ook al praat niemand over een naderende oliekrapte, de prijs per vat wil maar niet onder de 100 dollar zakken. Kopers van olie hebben kennelijk iets door wat de rest van ons lijkt

Nadere informatie

Demografische trends binnen de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt): Een analyse van de ontwikkelingen van de ledentallen van de GKv

Demografische trends binnen de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt): Een analyse van de ontwikkelingen van de ledentallen van de GKv Trendanalyse GKv, drs. M.J. Wijma, Praktijkcentrum, Zwolle, mei 216. Demografische trends binnen de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt): Een analyse van de ontwikkelingen van de ledentallen van de GKv Auteur:

Nadere informatie

Persinformatie. Uitdagende marktomgeving biedt ook kansen. Nieuwe directievoorzitter wil groei voortzetten

Persinformatie. Uitdagende marktomgeving biedt ook kansen. Nieuwe directievoorzitter wil groei voortzetten Persinformatie Uitdagende marktomgeving biedt ook kansen Nieuwe directievoorzitter wil groei voortzetten Mario Mehren: strategie Wintershall blijkt succesvol 2 juni 2015 Michael Sasse Tel. +49 561 301-3301

Nadere informatie

De Toekomst van Aardgas: Een schaakspel op meerdere borden

De Toekomst van Aardgas: Een schaakspel op meerdere borden De Toekomst van Aardgas: Een schaakspel op meerdere borden Symposium De Gassamenstelling van de toekomst, 28 mei 2015, Regardz De Eenhoorn, Amersfoort Aad Correljé TU Delft TBM Economics of Infrastructures

Nadere informatie

Olie crisis? 24 juni 2014

Olie crisis? 24 juni 2014 24 juni 2014 Olie crisis? De prijs van olie heeft invloed op financiële markten. Een stijgende olieprijs verhoogt de inflatie en heeft een remmend effect op de economische groei. In de jaren 2006-2011

Nadere informatie

Wederom onrust op de beurs: hoe nu verder?

Wederom onrust op de beurs: hoe nu verder? Wederom onrust op de beurs: hoe nu verder? Net als we vorig jaar meerdere keren hebben gezien, zijn de beurzen wederom bijzonder nerveus en vooral negatief. Op het moment van schrijven noteert de AEX 393

Nadere informatie

Hierbij doe ik u toekomen het Jaarverslag 2010, Delfstoffen en aardwarmte in Nederland en het Jaarverslag 2010 van Energie Beheer Nederland B.V.

Hierbij doe ik u toekomen het Jaarverslag 2010, Delfstoffen en aardwarmte in Nederland en het Jaarverslag 2010 van Energie Beheer Nederland B.V. > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal voor Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den

Nadere informatie

Opdrogende bronnen en internationale spanning

Opdrogende bronnen en internationale spanning Opdrogende bronnen en internationale spanning NW-symposium 2008, Eindhoven, 1 November 2008 Inhoud De vraag naar energie en de menselijke natuur De beschikbaarheid van fossiele brandstoffen Energie, macht

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Gasproductie in Nederland

Gasproductie in Nederland Schaliegas Winning in Nederland Een Introductie Rien Herber KNAW Minisymposium 12 Juni 2013 Gasproductie in Nederland Slochteren Slochteren Offshore Offshore Land Land Gas Consumptie (41.5 BCM) industrie

Nadere informatie

Figuur 1. Drukdalingen in bar van de verbonden cavernes binnen 45 minuten na de eerste drukdaling op TR-1/4/5

Figuur 1. Drukdalingen in bar van de verbonden cavernes binnen 45 minuten na de eerste drukdaling op TR-1/4/5 Van : Aan : Copy : (WEP) Datum : 7 juni 2018 Onderwerp : Voorziene bodemdaling bij afbouwen van pekelproductie uit de Nedmag pekelcluster ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Hoofdstuk 26: Modelleren in Excel

Hoofdstuk 26: Modelleren in Excel Hoofdstuk 26: Modelleren in Excel 26.0 Inleiding In dit hoofdstuk leer je een aantal technieken die je kunnen helpen bij het voorbereiden van bedrijfsmodellen in Excel (zie hoofdstuk 25 voor wat bedoeld

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Durft u het risico aan?

Durft u het risico aan? Durft u het risico aan? Hoe het uitkeringspercentage van de vernieuwde Nederlandse Lotto te schatten? Ton Dieker en Henk Tijms De Lotto is in Nederland een grote speler op de kansspelmarkt. Met onderdelen

Nadere informatie

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Kennisbericht over een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift: Hardell L, Carlberg M, Söderqvist F, Hansson Mild K, Meta-analysis of long-term

Nadere informatie

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g S e v e n P h o t o s f o r O A S E K r i j n d e K o n i n g Even with the most fundamental of truths, we can have big questions. And especially truths that at first sight are concrete, tangible and proven

Nadere informatie

Het schatten van een kansverdeling uit een rij met data.

Het schatten van een kansverdeling uit een rij met data. KPI S MET WEIBULL Het schatten van een kansverdeling uit een rij met data. Hoe vaak komt het niet voor dat er gegevens beschikbaar zijn om kpi's mee te berekenen? Een setje data met levertijden, doorlooptijden,

Nadere informatie

Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico

Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico Wynand van de Ven en Erik Schut Wederreactie op Douven en Mannaerts In ons artikel in TPEdigitaal (Van de Ven en Schut 2010) hebben wij uiteengezet

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Datum 13 juli 2015 Betreft Beantwoording vragen en commissieverzoek over productiewaterinjectie

Datum 13 juli 2015 Betreft Beantwoording vragen en commissieverzoek over productiewaterinjectie > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Lesbrief Voor de docent Voor de leerling Inhoud Inleiding De Nigeriaanse olie-industrie in beeld Opdracht 1 Aardolie in Nigeria Niveau

Lesbrief Voor de docent Voor de leerling Inhoud Inleiding De Nigeriaanse olie-industrie in beeld Opdracht 1 Aardolie in Nigeria Niveau Voor de docent Inhoud In 214 en 215 maakte de olieprijs in de een vrije val: in juli 214 kostte een vat olie nog ruim 1 dollar, in januari 215 nog maar 47 dollar. De prijs is sindsdien wel weer iets gestegen,

Nadere informatie

Nut en noodzaak van schaliegas vanuit energieperspectief

Nut en noodzaak van schaliegas vanuit energieperspectief Nut en noodzaak van schaliegas vanuit energieperspectief Jeroen de Joode Schaliegasbijeenkomst provincie Noord-Brabant s-hertogenbosch, 27 september 2013 www.ecn.nl Hoofdboodschap Rol gas in NL energiesysteem

Nadere informatie

Minder olie, meer CO2? De wisselwerking tussen klimaatverandering en toenemende olieschaarste

Minder olie, meer CO2? De wisselwerking tussen klimaatverandering en toenemende olieschaarste Minder olie, meer CO2? De wisselwerking tussen klimaatverandering en toenemende olieschaarste Stichting Peakoil Nederland, Maart 2008 Auteurs: Rembrandt Koppelaar, Kevin Bisdom, Peter Polder Copyright

Nadere informatie

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden Laatst bijgewerkt op 25 november 2008 Nederlandse samenvatting door TIER op 5 juli 2011 Onderwijsondersteunende

Nadere informatie

MEOS BEGRIPPENLIJST Wat betekenen de termen van MEOS?

MEOS BEGRIPPENLIJST Wat betekenen de termen van MEOS? MEOS BEGRIPPENLIJST Wat betekenen de termen van MEOS? Term Betekenis Extra uitleg MEOS Manpower Employment Outlook Survey In Nederland spreken we ook van de Manpower Arbeidsmarktbarometer; het is een voorspellend

Nadere informatie

Energieprijzen in vergelijk

Energieprijzen in vergelijk CE CE Oplossingen voor Oplossingen milieu, economie voor milieu, en technologie economie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 611 HH Delft 611 HH Delft tel: tel: 015 015 150 150 150 150 fax: fax:

Nadere informatie

Samenvatting. Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant

Samenvatting. Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant 1 Samenvatting Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant De gemeenten Breda, Tilburg en Helmond hebben in samenwerking met de Provincie Noord-Brabant, Brabant Water en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (XIII) voor het jaar 2012 Nr.

Nadere informatie

Update over Advies Commissie UFR Alleen voor professionele beleggers

Update over Advies Commissie UFR Alleen voor professionele beleggers Investment Solutions & Research Update oktober 2013 Update over Advies Commissie UFR Alleen voor professionele beleggers Door Peter van der Spek, Remmert Koekkoek, Daniel Lai - Customized Overlay Management

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

De club van Rome had toch gelijk!

De club van Rome had toch gelijk! De club van Rome had toch gelijk! Bernard Dam MECS, Chemical Engineering, Faculty of Applied Science, Delft University of Technology 11 november 2009 Delft University of Technology Challenge the future

Nadere informatie

EconomieeenInleiding. 1: Wereldreis. o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht

EconomieeenInleiding. 1: Wereldreis. o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht EconomieeenInleiding 1: Wereldreis o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht o Wat is macro-economie? o Concepten, variabelen o Overzicht boek = structuur cursus en lessen #1 1 Op wereldreis Inleiding

Nadere informatie

Winsten uit Shell s olie- en gaswinning in Nigeria. Een onderzoeksrapport voor Zembla

Winsten uit Shell s olie- en gaswinning in Nigeria. Een onderzoeksrapport voor Zembla Winsten uit Shell s olie- en gaswinning in Nigeria Een onderzoeksrapport voor Zembla Winsten uit Shell s olie- en gaswinning in Nigeria Een onderzoeksrapport voor Zembla Juni 2010 Jan Willem van Gelder

Nadere informatie

Behorend bij de Macro Economische Verkenning 2014

Behorend bij de Macro Economische Verkenning 2014 CPB Achtergronddocument Schatting effect btw-verhoging op inflatie Behorend bij de Macro Economische Verkenning 4 7 september Martin Mellens Centraal Planbureau M.C.Mellens@cpb.nl Jonneke Dijkstra Centraal

Nadere informatie

University of Groningen. The impact of political factors on drivers of economic growth Klomp, Johannes Gerardus

University of Groningen. The impact of political factors on drivers of economic growth Klomp, Johannes Gerardus University of Groningen The impact of political factors on drivers of economic growth Klomp, Johannes Gerardus IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you

Nadere informatie

Voorlopige update PwC rapport 2013: Laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten

Voorlopige update PwC rapport 2013: Laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten 24 Voorlopige update PwC rapport 2013: Laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten Maart 2017 PwC is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285),

Nadere informatie

Press release Statistics Netherlands

Press release Statistics Netherlands Press release PR00-277 8-12-2000 9:30 AM Inflation rate in November levelling out Consumer prices in November were up 3.0% on November last year. The inflation rate is therefore 0.1% lower than last month,

Nadere informatie

C - de totale constante kosten. N - de normale bezetting in stuks

C - de totale constante kosten. N - de normale bezetting in stuks STANDAARDKOSTPRIJS Een bedrijf moet een verkoopprijs bepalen om zijn producten te kunnen verkopen. De klant moet vooraf weten welke prijs betaald moet worden voor het aangeboden product. De standaardkostprijs

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29716 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Schraagen, Marijn Paul Title: Aspects of record linkage Issue Date: 2014-11-11

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

Economische prognose IMF voor het GOS

Economische prognose IMF voor het GOS Economische prognose IMF voor het GOS Jan Limbeek Twee keer per jaar, in april en september of oktober, publiceert het IMF zijn World Economic Outlook, waarin het zijn economische verwachtingen voor de

Nadere informatie

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - December 2015

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - December 2015 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - December 2015 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

Notitie bijvangst koolwaterstoffen bij aardwarmte

Notitie bijvangst koolwaterstoffen bij aardwarmte Notitie bijvangst koolwaterstoffen bij aardwarmte Aanleiding In bijna alle van de tot op heden in Nederland geboorde aardwarmteputten is naast warm water ook opgelost gas en in een enkel geval olie aangetroffen.

Nadere informatie

Het Klimaatdebat. 09/01/2013 Bart Strengers

Het Klimaatdebat. 09/01/2013 Bart Strengers Het Klimaatdebat 1 De Klimaatwetenschap Brede overeenstemming over grote lijn en dat is in toenemende mate al decennia lang het geval De aarde warmt op en dat komt grotendeels door de mens. Wetenschap

Nadere informatie

OPLEGNOTITIE OVER GEVOLGEN VAN HET ONTWERPBESLUIT VAN HET KABINET OP AARDBEVINGEN

OPLEGNOTITIE OVER GEVOLGEN VAN HET ONTWERPBESLUIT VAN HET KABINET OP AARDBEVINGEN OPLEGNOTITIE OVER GEVOLGEN VAN HET ONTWERPBESLUIT VAN HET KABINET OP AARDBEVINGEN AANLEIDING Op vrijdag 17 januari 214 heeft NAM op vijf productielocaties rond de productie zoveel mogelijk teruggebracht.

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2007. De doelstellingen van de stichting zoals opgenomen in de statuten zijn als volgt:

JAARVERSLAG 2007. De doelstellingen van de stichting zoals opgenomen in de statuten zijn als volgt: JAARVERSLAG 2007 Doelstellingen van de stichting Stichting Peakoil Nederland is als non-profit organisatie opgericht in mei van 2005. Zij is de Nederlandse tak van een internationaal non-profit netwerk

Nadere informatie

Schaliegas: Wat is het? Hoe werkt het?

Schaliegas: Wat is het? Hoe werkt het? Schaliegas: Wat is het? Hoe werkt het? Rien Herber Ruimte voor Ondergrond, 14-02-2013 Gasproductie in Nederland Slochteren Slochteren Offshore Offshore Land Land Gas Consumptie (41.5 BCM) industrie centrales

Nadere informatie

Kengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur

Kengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur Kengetallen E-5 MPR-Kwaliteit Inleiding Via Melkproductieregistratie (MPR) worden gegevens over de melk-, vet en eiwitproductie van de veestapel verzameld. Deze gegevens zijn de basis van managementinformatie

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Revisie energiebalans 1990 tot en met 1994

Revisie energiebalans 1990 tot en met 1994 Paper Revisie energiebalans 1990 tot en met 1994 Oktober 2016 CBS 2014 Scientific Paper 1 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Revisie per energiedrager 3 2.1 Kolen en kolenproducten 4 2.2 Olie 4 2.3 Aardgas 6 2.4

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Remgeldeffecten van het verplichte eigen risico in de zvw

Remgeldeffecten van het verplichte eigen risico in de zvw Remgeldeffecten van het verplichte eigen risico in de zvw Rudy Douven en Hein Mannaerts Ingezonden brief naar aanleiding van Is de Zorgverzekeringswet een succes? In TPEdigitaal 4(1) pp. 1-24 Wynand van

Nadere informatie

Samenvatting. Analyses. Kostendekkende premie

Samenvatting. Analyses. Kostendekkende premie Samenvatting Op 14 juli 2015 heeft DNB aangekondigd dat zij de berekeningsmethodiek van de Ultimate Forward Rate (UFR), welke onderdeel vormt van de rekenrente waarmee pensioenfondsen hun verplichtingen

Nadere informatie

z x 1 x 2 x 3 x 4 s 1 s 2 s 3 rij rij rij rij

z x 1 x 2 x 3 x 4 s 1 s 2 s 3 rij rij rij rij ENGLISH VERSION SEE PAGE 3 Tentamen Lineaire Optimalisering, 0 januari 0, tijdsduur 3 uur. Het gebruik van een eenvoudige rekenmachine is toegestaan. Geef bij elk antwoord een duidelijke toelichting. Als

Nadere informatie

Winningsplan Orca (D18a-A) veld (Actualisering december 2014)

Winningsplan Orca (D18a-A) veld (Actualisering december 2014) Winningsplan Orca (D18a-A) veld (Actualisering december 2014) Winningsplan Orca (D18a-A) veld (Actualisering december 2014) GDF SUEZ E&P Nederland B.V. Zoetermeer, november, 2014 E&D/2014-0328/HG/as Inhoudsopgave

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Ervaringen met de SDS011 stofsensor

Ervaringen met de SDS011 stofsensor Ervaringen met de SDS011 stofsensor RIVM, 12 juli 2018 De afgelopen maanden zijn er veel PM2.5 en PM10 metingen gedaan met de SDS011 stofsensoren. Zo vlak voor de vakanties willen we een korte terugkoppeling

Nadere informatie

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap 1 Rekenen met procenten, basispunten en procentpunten... 1 2 Werken met indexcijfers... 3 3 Grafieken maken en lezen... 5 4a Tweedegraads functie: de parabool...

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

wiskunde C vwo 2019-I

wiskunde C vwo 2019-I Mondriaan Piet Mondriaan (1872-1944) was een Nederlandse kunstschilder die algemeen wordt gezien als één van de grondleggers van de abstracte kunst. Vooral zijn latere werk, schilderijen bestaand uit zwarte

Nadere informatie

Schaliegas in Europa. Ideeën over de haalbaarheid van deze onconventionele energiebron

Schaliegas in Europa. Ideeën over de haalbaarheid van deze onconventionele energiebron Schaliegas in Europa Ideeën over de haalbaarheid van deze onconventionele energiebron Agenda Introductie schaliegas Wat is het eigenlijk & hoe wordt het gewonnen Wat zijn de risico s De Schaliegas Revolutie

Nadere informatie

Winningsplan Orca (D18a-A) veld

Winningsplan Orca (D18a-A) veld Winningsplan Orca (D18a-A) veld Winningsplan Orca (D18a-A) veld GDF SUEZ E&P Nederland B.V. Zoetermeer, April, 2013 E&D/2013-0052/HG/as Inhoudsopgave A. ALGEMENE GEGEVENS...1 B. BEDRIJFS- EN PRODUCTIEGEGEVENS...2

Nadere informatie

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey ICOON Paper #1 Ferry Koster December 2015 Inleiding Dit rapport geeft inzicht in de relatie

Nadere informatie

BIJLAGE B BIJ X-FACTORBESLUIT

BIJLAGE B BIJ X-FACTORBESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit BIJLAGE B BIJ X-FACTORBESLUIT Nummer: 101847-69 Betreft: Bijlage B bij het besluit tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering ingevolge

Nadere informatie

Resultaat Toetsing TNO Lean and Green Awards

Resultaat Toetsing TNO Lean and Green Awards ID Naam Koploper Datum toetsing 174 M. Van Happen Transport BV 2-4-2012 Toetsingscriteria 1. Inhoud en breedte besparingen 2. Nulmeting en meetmethode 3. Haalbaarheid minimaal 20% CO2-besparing na 5 jaar

Nadere informatie

ACTUALISATIE MKBA ASBESTDAKEN

ACTUALISATIE MKBA ASBESTDAKEN ACTUALISATIE MKBA ASBESTDAKEN Datum: 28januari 2015 Onze ref. NL221-30019 Deze rapportage geeft de resultaten weer van de actualisatie van de maatschappelijke kosten-baten analyse (MKBA) daken en gevelpanelen,

Nadere informatie

Vermilion Energy Netherlands BV. Plaatselijk belang Skoatterwâld 9 februari 2017

Vermilion Energy Netherlands BV. Plaatselijk belang Skoatterwâld 9 februari 2017 Vermilion Energy Netherlands BV Plaatselijk belang Skoatterwâld 9 februari 2017 1 Vermilion Energy Inc. Vermilion Energy Netherlands BV is een volledige dochteronderneming van het Canadese bedrijf Vermilion

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde C. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde C. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 2012 Eindexamen VWO Wiskunde C Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek I Tjing Opgave 1. Het aantal hoofdstukken in de I Tjing correspondeert met het totale aantal

Nadere informatie

Scholing voor oudere werknemers: literatuuroverzicht en kosten-baten analyse

Scholing voor oudere werknemers: literatuuroverzicht en kosten-baten analyse Scholing voor oudere werknemers: literatuuroverzicht en kosten-baten analyse Wim Groot & Henriette Maassen van den Brink In samenwerking met Annelies Notenboom, Karin Douma en Tom Everhardt, APE Den Haag

Nadere informatie

Technologie: TI-Nspire CX CAS Niveau: beginner

Technologie: TI-Nspire CX CAS Niveau: beginner Introductie : Statistiek met de TI-Nspire CX CAS Met de TI-Nspire hebben we een groot aantal statistische functies tot onze beschikking die het rekenwerk binnen de beschrijvende statistiek vergemakkelijken.

Nadere informatie

Introductie in flowcharts

Introductie in flowcharts Introductie in flowcharts Flow Charts Een flow chart kan gebruikt worden om: Processen definieren en analyseren. Een beeld vormen van een proces voor analyse, discussie of communicatie. Het definieren,

Nadere informatie

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Bron: O. van Vliet (2017) Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald, Sociaal Bestek, nr. 6, pp. 58-59. Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Olaf van Vliet Universiteit Leiden Voor veel

Nadere informatie

ZOMERKAMP. onderzoek 2012

ZOMERKAMP. onderzoek 2012 ZOMERKAMP onderzoek 2012 Lorem Ipsum 2 Het gaat goed met de zomerkampen in Nederland! Door jeugdkamp.net In maart 2012 benaderde jeugdkamp.net ruim 80 organisatoren van jeugd- en zomerkampen met het verzoek

Nadere informatie

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan Verschillenanalyse effect nieuwe BKR datum 15-8-2018 aan van Directie Kinderopvang, Ministerie SZW Lucy Kok en Tom Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2018-78 Copyright 2018 SEO Amsterdam. Alle

Nadere informatie

Les Crisis in de olie

Les Crisis in de olie LESSENSERIE ENERGIETRANSITIE Les Crisis in de olie Werkblad Les Crisis in de olie Werkblad Op zondag 4 november 1973 bestonden er nog geen inline- skates. Hadden ze wel bestaan, dan had je die dag heerlijk

Nadere informatie

ASPO Netherlands. Shell bulletin - Peak Oil Nederland

ASPO Netherlands. Shell bulletin - Peak Oil Nederland Shell bulletin - Peak Oil Nederland Als voorschot op de publicatie van de jaarcijfers van Royal Dutch Shell op 1 februari publiceert Peakoil Nederland in dit bulletin haar prognoses over de toekomst van

Nadere informatie

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011)

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Verkeerskundige interpretatie van de belangrijkste tabellen (Analyserapport) D. Janssens, S. Reumers, K. Declercq, G. Wets Contact: Prof. dr. Davy

Nadere informatie

Project: Kennisdocument Onderwerp: p90 Datum: 23 november 2009 Referentie: p90 onzekerheid Wat betekent de p90 (on)zekerheid?

Project: Kennisdocument Onderwerp: p90 Datum: 23 november 2009 Referentie: p90 onzekerheid Wat betekent de p90 (on)zekerheid? Project: Kennisdocument Onderwerp: p90 Datum: 23 november 2009 Referentie: p90 onzekerheid Wat betekent de p90 (on)zekerheid? De p90 onzekerheid staat in het kader van de garantieregeling voor aardwarmte

Nadere informatie