Minder olie, meer CO2? De wisselwerking tussen klimaatverandering en toenemende olieschaarste

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Minder olie, meer CO2? De wisselwerking tussen klimaatverandering en toenemende olieschaarste"

Transcriptie

1 Minder olie, meer CO2? De wisselwerking tussen klimaatverandering en toenemende olieschaarste Stichting Peakoil Nederland, Maart 2008

2 Auteurs: Rembrandt Koppelaar, Kevin Bisdom, Peter Polder Copyright Maart 2008 Stichting Peakoil Nederland Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming worden overgenomen. Contact: postbus EB Amsterdam, Nederland Dit rapport is een onderdeel van het project 'Klimaatverandering en Olieschaarste' dat werd mogelijk gemaakt door een subsidie van het ministerie van VROM.

3 Samenvatting Klimaatverandering en het schaarser worden van conventionele aardolie beïnvloeden elkaar op een aantal belangrijke manieren. Door de stijgende olieprijs wordt het steeds interessanter om onconventionele oliebronnen te ontwikkelen, wat de CO2 uitstoot flink gaat beïnvloeden. Anderzijds zorgen de snelle veranderingen in het klimaat op aarde voor negatieve en positieve impacts op de aardoliewinning. Uit het bestuderen van deze twee fenomenen zijn de volgende observaties en conclusies getrokken: De productie van conventionele aardolie zal in het volgende decennium tussen 2012 en 2017 haar productiepiek bereiken op een niveau van 90 à 95 miljoen vaten per dag. Na een kortdurend productieplateau van 3 tot 6 jaar zal de productie beginnen te dalen wegens een combinatie van ondergrondse geologische en bovengrondse economische factoren. De opkomst van onconventionele aardolie verloopt te traag om de productiepiek van de algehele aardolieproductie uit te kunnen stellen tot na het komende decennium. Zelfs als de huidige inspanning voor het ontwikkelen van onconventionele aardolie door de olie-industrie wordt verdubbelt, opdat een productieniveau van 22 miljoen vaten per dag wordt bereikt in Hierdoor is het onvermijdelijk dat er bij ongewijzigd beleid een zeer groot gat ontstaat tussen de wereldwijde olievraag en het aanbod naar aardolie. Onder onconventionele aardolie worden hier de volgende vormen verstaan: teerzanden, oliechalies, synthethische olie uit gas en kolen en extra zware aardolie. De extra CO2 uitstoot veroorzaakt door onconventionele aardolie is zoveel groter dan die van conventionele aardolie dat bij sterke groei naar 22 miljoen vaten per dag, de CO2 emissie uit aardolie niet tot nauwelijks zal afnemen, zelfs wanneer de algehele aardolieproductie daalt van een piek van 96 miljoen vaten per dag in 2016 naar 73 miljoen vaten per dag in In dat scenario groeit het aandeel onconventionele aardolie in de totale aardolieproductie van 3% in 2006 naar 30% in Gebrek aan anticipatie op het afnemen van de wereldwijde aardolieproductie zal onvermijdelijk zorgen voor een groot dillema. Oftewel er wordt gekozen voor het laten varen van klimaatbeleid omtrent de CO2 uitstoot van aardolie, opdat er wereldwijd meer aardolie beschikbaar is om ernstige economische en sociale schade te beperken. Oftewel er wordt gekozen voor het sterk blijven voeren van klimaatbeleid, waardoor de productie van onconventionele aardolie sterk beperkt wordt, wat leidt tot een lagere beschikbaarheid van aardolie. Om dit dillema te voorkomen moet begonnen worden met brede stimulans van alternatieven die tijdig de daling van conventionele aardolie op kunnen vangen. De dynamiek van dit dillema wordt niet voldoende weerspiegeld in de meest recente IPCC fossiele productie scenario s daterende uit 2000, omdat in deze scenario s geen fundamenteel onderscheid wordt gemaakt tussen gemakkelijk winbare conventionele aardolie en moeilijk te winnen onconventionele aardolie. In de IPCC productiemodellering wordt aangenomen dat het afnemen van de concentratie en kwaliteit van de voorkomens van fossiele brandstoffen over de tijd geen invloed heeft op de productie. De technische barrières, alsmede limieten aan de input van water en energie bij de productie van onconventionele aardolie, worden niet meegenomen terwijl ze bepalend zijn voor de opschaling van onconventionele aardolie. Zodoende zal de daadwerkelijke uitstoot van CO2 voor aardolie significant verschillen van deze scenario s.

4 Klimaatverandering zorgt voor een hogere frequentie en intensiteit van extreem weer wat hogere verzekeringspremies en kosteninflatie tot gevolg heeft. De verwachting is dat de intensiteit van orkanen zal toenemen onder invloed van opwarmend zeewater in de Golf van Mexico. De uiteindelijke invloed hiervan op de de productie is sterk afhankelijk van de grillige koers van orkanen, maar is in potentie zeer hoog. De kostprijs van aardoliewinning in deze voor de VS belangrijke regio is door de combinatie van ophogende factoren opgelopen van gemiddeld 50 dollar per vat in naar 70 dollar per vat in Het smelten van het zeeijs op de noordpool versnelt en waarschijnlijk is in de zomer van 2017 al geen zeeijs meer aanwezig is in de Arctische zee. De veel in de media gehoorde claim dat 25% van de resterende aardolievoorraden op aarde te vinden zijn in het Arctische gebied, is ongegrond. De meest grondige studie tot nu toe van WoodMackenzie & Fugro Robertson gaat uit van een hoeveelheid van 50 miljard vaten aan te ontdekken aardolie, wat qua productie slechts 2 à 3 miljoen vaten olie per dag gaat opleveren rond Het grootste deel van de fossiele voorkomens in het Arctische gebied bestaat uit aardgas. WoodMackenzie & Fugro Robertson verwachten qua aardgas 180 miljard vaten in aardolie equivalent wat zich voor 69% in Russische territoritale wateren bevindt. Ook als het zeeijs in de zomer wegsmelt, blijft de winning van aardolie en aardgas in het Arctische gebied een extreme uitdaging. De ontdooiing zal niet alleen hindernissen wegnemen voor aardolie- en aardgaswinning, maar ook nieuwe barrières opwerpen in de vorm van meer ijsbergen en het ontdooien van permafrost. Dat laatste treft niet alleen de bestaande infrastructuur, maar verhoogt ook de kostprijs van nieuwe infrastructuur. Nu al is het aantal dagen dat gebruik kan worden gemaakt van ijswegen om afgelegen productie eenheden en pijpleidingen te bereiken sterk geslonken, en ondervinden gebouwen, wegen en pijpleidingen schade door het ontdooien van hun fundering. De toekomstige effecten van het ontdooien van permafrost zijn niet schatten wegens een gebrek aan beschikbare data.

5 Inhoudsopgave Introductie pag Wat is Peakoil? pag De interactie tussen olieschaarste en klimaatverandering pag IPCC klimaatmodellen en fossiele brandstof data pag Scenariostudie Hansen over peakoil & klimaatverandering pag Een overzicht van de onconventionele aardoliebronnen pag Aardolieproductie en CO2 uitstoot scenario s pag Impact klimaatverandering op de fossiele brandstof industrie pag Conclusies pag. 49 Literatuurlijst pag. 52 Appendix I: IPCC fossiele productiescenario s pag. 55 Appendix II: Memo CEO Shell over nieuwe energiescenario s pag. 58

6 Introductie Klimaatverandering en de afnemende beschikbaarheid van aardolie staan in het middelpunt van de belangstelling. De toenemende kennis over de wisselwerking tussen de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen en de regionale en globale klimaatsystemen maken duidelijk dat de menselijke invloed van belang is. Niet op het proces van klimaatverandering zelf, maar wel op de snelheid en wispelturigheid van veranderingen in het klimaat. Uit de ontwikkelingen en metingen van de laatste jaren wordt duidelijk dat deze veranderingen zo snel zullen gaan als de uitstoot van broeikasgassen niet wordt beperkt dat aanpassen op den duur zeer moeilijk zal worden. Daarom moeten we ingrijpen om de uitstoot van broeikasgassen te limiteren, voordat het te laat is. Zo kan ernstige economische en sociale schade aan de menselijke samenleving worden voorkomen. Nu fors ingrijpen in de energiehuishouding van onze samenleving is goedkoper dan later de boete betalen is de boodschap. Dit voortschrijdende inzicht heeft geleid tot toenemende stimulans van duurzame energiebronnen, gesterkt door de stijgende aardolieprijs. Deze bereikte begin 2008 een ongekend hoogtepunt van 106 dollar per vat. Vanwege de gelimiteerde stijging in de productiecapaciteit in de afgelopen jaren, gepaard met een doorgaande stijging van de vraag, is de krapte op de oliemarkt zo groot geworden dat nu gesproken kan worden van een situatie van schaarste. Deze verandering in de oliemarkt is structureel volgens ondermeer het Internationaal Energie Agentschap evenals verschillende oliemajors waaronder Total, ConocoPhillips en Shell. De oliemarkt is definitief overgegaan van een consumptiegestuurde markt naar een productiegestuurde markt. Van een markt waar een overvloed aan aanbod bestaat naar een markt waar het aanbod beperkt is. Opvallend is dat de veranderingen in de oliemarkt alsmede de versnelling van klimaatverandering op aarde veelal als twee losstaande fenomenen worden behandeld. Iedereen weet dat fossiele brandstoffen de voornaamste bron van CO2 uitstoot zijn, maar de samenhang tussen deze twee fenomen zijn nauwelijks bestudeerd. Voor de mate waarin ingegrepen moet worden vanuit het oogpunt van klimaatprobleem op onze energiehuishouding is het van belang om te weten in hoeverre de nieuwe situatie van olieschaarste de productie, en dus de uitstoot van CO2, zal beïnvloeden. Voor het olieschaarsteprobleem zelf is de versnelling van veranderingen in het klimaat ook van belang, omdat deze ondermeer nieuwe productiegebieden zoals de Arctische regio blootlegt. In deze rapportage wordt daarom dan ook gekeken naar de onderzoeksvragen: Wat is de invloed van het piek van de conventionele aardolieproductie op de uitstoot van CO2? Op wat voor manieren beïnvloedt klimaatverandering de productie van aardolie? Het rapport geeft een uitgekristalliseerd beeld van de interactie tussen beide thema s, een verzameling van gegevens over dit onderwerp en de richting waarheen de aardolieproductie zich zal bewegen met behulp van een aantal scenario s. We hopen hiermee een grondig overzicht te geven van de gebieden waarin de twee belangrijkste fenomenen voor de komende decennia elkaar gaan beïnvloeden. Naar aanleiding van dit project is de vraag gerezen hoe de energiehuishouding op robuuste wijze veranderd kan worden. Niet alleen om bestendig te zijn tegen een mogelijke daling van de aardolieproductie in het volgende decennium, maar ook om dit op verstandige wijze te combineren met klimaatbeleid, en met de geopolitieke problemen rondom aardgas. Op deze vraag zal in een vervolgproject, ook nu weer gesteund door Senter Novem en het ministerie van VROM, een antwoord worden geformuleerd. Pagina 6

7 Hoofdstuk 1 - Wat is peakoil? Aardolie, aardgas en kolen zijn eindige, fossiele bronnen van energie. Er is een gelimiteerde hoeveelheid fossiele brandstoffen aanwezig op deze planeet en daaruit volgt automatisch dat deze grondstoffen eens op zullen raken. Minder bekend is het dat dit opraken zich niet uit in een plotselinge eindigheid maar in een meer geleidelijke verandering van overvloed naar steeds beperktere beschikbaarheid. Vanwege geologische en economische condities bereikt de productie van fossiele brandstoffen na een tijd van productiestijging een maximum of piek waarna de productie steeds verder naar beneden holt. Voor conventionele aardolie & aardgaswinning wordt de piek vooral veroorzaakt vanwege de geologische omstandigheden. De winning neemt toe door de ondergrondse druk in het veld waarin aardolie of aardgas zich bevindt. Naarmate er meer aardolie of aardgas uit het veld wordt gepompt zal de druk afnemen dankzij de vrijgekomen ruimte. Dit gaat door totdat een moment wordt bereikt waar de druk zover is gedaald dat de grondstof niet meer van zichzelf uit de grond stroomt, de productie begint hierdoor te dalen. Via technieken die de druk opvoeren, zoals waterinjectie, kan de productiedaling vertraagd worden en soms zelfs tijdelijk omkeren. Maar uiteindelijk is het onvermijdelijk dat de productie steeds verder inzakt. Deze fysieke situatie levert de kenmerkende piekstructuur op voor de productie van aardolie en aardgas. Figuur 1: Gemiddelde productiecurve van aardolie Bron: Peakoil Nederland Het patroon van stijging, maximum en daling wordt ook wel een belcurve genoemd vanwege de vorm die lijkt op die van een bel. Alle aardolievelden en ook alle aardgasvelden bij elkaar opgeteld laten ruwweg eenzelfde belcurve zien, met afwijkingen door bovengrondse factoren waaronder investeringen, technologie en politiek, en de unieke ondergrondse geologische situatie van elk afzonderlijk aardgas- en aardolieveld. Het moment van het maximum van de productie binnen een aardolieveld, een aardolieproducerende regio en de gehele wereld, wordt peak oil genoemd. Dezelfde terminologie gaat op voor aardgas (peak gas) en voor kolen (peak coal, zie box 1, Het belang van concentratie in het productieverloop van kolen, voor nadere uitleg). Hoofdstuk 1 - Wat is peakoil? Pagina 7

8 Box 1: Het belang van concentratie in het productieverloop van kolen De kolenproductie volgt in grove lijnen een soortgelijk patroon als aardgas en aardolie, vooral gedreven door economische condities. De beste kolenreserves op de makkelijkste locaties worden eerst gewonnen omdat zij goedkoper zijn qua winning vanwege de hoge concentratie aan energie. Na verloop van tijd zijn de beste kolenreserves gewonnen, de concentratie neemt af in de grond en de bereikbaarheid van de reserves wordt steeds moeilijker. Hierdoor wordt de winning steeds duurder. Dit proces gaat door totdat het niet meer lukt om de productie toe te laten nemen waardoor zij begint te dalen. In een open wereldmarkt wordt dit proces versneld doordat landen waar de beste kolenreserves gewonnen zijn veel sneller aan belang verliezen. Ze worden namelijk bij het bereiken van de productiepiek al gauw via competitie de markt uit gedreven doordat landen met betere kwaliteit kolenreserves goedkoper kolen kunnen produceren. Historisch gezien heeft dit proces plaatsgevonden in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland. Op wereldschaal is het waarschijnlijk dat op een gegeven moment in plaats van een piek een langdurig productieplateau ontstaat wanneer de beste kolenreserves in de meeste landen uit de grond zijn gehaald. Het lukt dan niet meer vanwege de fysieke limieten met betrekking tot bereikbaarheid en concentratie om de productie nog sterk toe te laten nemen. Al snel rond de aanvang van het plateau wordt het economisch interessanter om andere energiebronnen aan te wenden in plaats van kolen zodat deze fossiele energiebron na verloop van tijd aan belang zal verliezen. Dit proces is sterk afhankelijk van het verloop van de concentratie van de kolenreserves welke van grote invloed is op de prijs. In het modelleren van de kolenproductie dient hiermee rekening te worden gehouden. Sinds enkele jaren wordt wederom een grootschalig debat gevoerd over wanneer het wereldwijde maximum van de aardolieproductie, peakoil, bereikt zal worden. Het debat is ontstaan door gebrek aan transparantie rond reserve- en productiedata. De beschikbare cijfers over de winbare hoeveelheden aardolie, de reserves, zijn op meerdere manieren te interpreteren waardoor de onzekerheden in de schatting van de piek groot zijn. Dit debat wordt bemoeilijkt doordat er verwarring is ontstaan over de terminologie rond peakoil. Sommigen hebben peakoil geïnterpreteerd als een probleem dat puur zou onstaan vanwege de beschikbare reserves. Peakoil gaat echter om het verloop van de productiecapaciteit van aardolie welke op een gegeven moment haar maximum bereikt, vanwege niet alleen ondergrondse geologische factoren maar ook economische en politieke bovengrondse factoren zoals investeringen, productieverstoringen en de beschikbaarheid en levensduur van infrastructuur. Door een gebrek aan focus op de ondergrondse en de bovengrondse factoren werd tot medio 2006 zeer breed in de energiewereld gedacht dat er voldoende aardolie geproduceerd zou kunnen worden op de korte en middellange termijn. Deze verwachting ging uit van de reservedata opgegeven door aardolieproducerende (staats)bedrijven waaruit geconcludeerd werd dat een piek in de productie niet te verwachten is voor Tevens werd geen rekening gehouden met de beperkingen op de productie door bovengrondse factoren. Die visie was ook afkomstig van het Internationaal Energie Agentschap (IEA), welke tot aan de World Energy Outlook 2006 aannam dat de stijging in consumptie tot aan 2030 automatisch gedekt zou kunnen worden door het aanbod van aardolie. Recentelijk is er steeds meer twijfel ontstaan of er voldoende aardolie geproduceerd kan worden op de korte termijn van de kant van oliemaatschappijen en het IEA. Men spreekt begin 2008 bij het IEA zelfs over een zeer waarschijnlijk optredende schaarste van aardolie in de komende 10 jaar. Dat grote spelers in de energiewereld deze situatie zo laat pas hebben aangekaart vanwege de stijgende olieprijs hangt samen met het gebrek aan transparantie omrent de aardoliereserves. Pagina 8 Hoofdstuk 1 - Wat is peakoil?

9 Voor het gebrek aan transparantie zijn vier redenen op te noemen: 1. Er is geen uniform systeem in de wereld voor het opgeven van aardoliereserves. In het Westen wordt veelal gebruik gemaakt van de categorisering van Proven, Probable en Possible reserves. Deze staat gelijk aan achtereenvolgens 90%, 50% en 10% waarschijnlijkheid met betrekking tot de winning onder huidige economische en technologische condities. In het tweede grootste aardolieproducerende land ter wereld, Rusland, gebruikt men een verschillend systeem met categorisering ABC1,C2,D & E. Als het gaat om de reserves van het OPEC kartel is het onzeker onder welke definities de reserves opgegeven worden. 2. Er zijn maar drie landen in de wereld (VS, Noorwegen en Engeland) die productie- en reservecijfers per veld publiceren. Bijna alle landen geven alleen geaggregreerde data vrij waarvan vaak onzeker is wat voor onderliggende definities er gebruikt zijn. Buiten het publieke domein is betere data beschikbaar maar deze is alleen voor veel geld toegankelijk. Dit zijn de technische databases van IHS Energy en WoodMackenzie. Technisch omdat deze bedrijven pogen met behulp van ingekochte data, een contactennetwerk en eigen expertise een inschatting te maken van de globale aardoliereserves. 3. In de OPEC landen heeft in de 70 er jaren een nationalisatie plaatsgevonden van de olie-industrie. In die landen worden sindsdien geen onafhankelijke experts meer toegelaten waardoor de opgegeven reserves niet meer geverifiëerd kunnen worden. Tussen 1983 en 1988 heeft het kartel zijn aardoliereserves met 62% opgehoogd, oftewel met 300 miljard vaten, wat een kwart is van de huidige totale wereldreserves (1 vat = 159 liter). Deze hoeveelheid gaf men op zonder dat er significante nieuwe aardolievoorraden werden gevonden. In hoeverre deze aardolie ook daadwerkelijk bestaat blijft onzeker. In de technische databases van IHS Energy en WoodMackenzie worden de OPEC reserves een stuk lager geacht dan dat het kartel zelf opgeeft. Ook gezien de moeite die de meeste OPEC landen hebben om de productie op te hogen lijkt het zeer waarschijnlijk dat deze reserves voor het grootste deel niet bestaan. Een mogelijke drijfveer voor de ophoging is te vinden in het quotasysteem. Het kartel baseert de individuele toegestane productiequota van zijn leden onder andere op de hoeveelheid reserves van het land. Ook opmerkelijk is het dat na de verhoging van de reserves in de jaren 80 de reserves jaar na jaar gelijk zijn gebleven ondanks dat er ieder jaar aanzienlijke hoeveelheden aardolie zijn geproduceerd. Zo zijn ondermeer de aardoliereserves die opgebrand zijn tijdens de eerste golfoorlog in Koeweit, geschat op 2 miljard vaten, nooit van de reserves van het land afgeboekt. Tabel 1: Veranderingen in oliereserves van VAE, Iran, Irak, Koeweit, Saoedi-Arabië en Venezuela tussen 1983 en Verenigde Arabische E miraten Iran Irak K oeweit S aoedi-arabië V enezuela Verenigde Arabische E miraten Iran Irak K oeweit S aoedi-arabië V enezuela Data: OPEC Annual Statistical Bulletin 2006 Hoofdstuk 1 - Wat is peakoil? Pagina 9

10 4. Westerse oliemaatschappijen moeten wegens strikte beursregels van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) zogeheten proven reserves rapporteren. Deze reserves worden als 90% waarschijnlijk ingeschat ten opzichte van winbaarheid onder huidige economische en technologische omstandigheden. In de praktijk liggen de daadwerkelijk winbare reserves dichterbij de proven + probable (p90% + p50%) reserve categorie. Oftewel de echte reserves zijn een stuk hoger dan officieel opgegeven. Doordat de commerciële reserves overal te boek staan in publieke statistische bulletins (zoals bijvoorbeeld de BP statistical review of world energy) schetst dit voor de ongeïnformeerde lezer van deze bulletins het beeld van continu toenemende reserves. Veel reserves waarvan al lang bekend is dat ze winbaar zijn worden pas later bijgeboekt vanwege deze conservatief opgelegde manier van rapporteren. De reserves stijgen terwijl ze er al waren en het in werkelijkheid gaat om een verandering op papier vanwege de beursregulering. Doordat de grote spelers de hiaten in de reservecijfers niet gedetailleerd bestudeerden is lange tijd een te rooskleurig beeld geschetst van de toekomstige aardolieproductie. De reservecijfers worden alwel langere tijd bestudeerd door een groep van wetenschappers, (oud) medewerkers uit de olie-industrie en onafhankelijke energie experts, deels verenigd in ASPO (Association for the Study of Peak Oil and Gas). Zij modelleren sinds 2000 op basis van een aantal databases en brede ervaring over de onzekerheden in de aardoliedata hun eigen productiescenario s. Hun voorspellingen voor het maximum aan productie van conventionele en onconventionele aardolie vanwege geologische en economische factoren liggen tussen 2010 en De piek wordt in de meeste scenario s gevolgd door een kort productieplateau waarna de productie met 3 à 4 procent per jaar afneemt. Het zorwekkende signaal wat deze productievoorspellingen afgeeft is zoals eerder genoemd overgenomen door instituten zoals het Internationaal Energie Agentschap (IEA). Zij waarschuwen zelf dat onder de huidige vooruitzichten er mogelijk een productiemaximum aan zit te komen waarvan onzeker is hoelang deze zal duren. Er kan daardoor op korte termijn al niet meer aan de groeiende vraag naar aardolie worden voldaan. De olie-industrie zelf waarschuwt ook in toenemende mate voor productietekorten van aardolie. Een aantal van de grote oliemajors waaronder Repsol, Total en ConocoPhillips denken nu dat het productiemaximum van conventionele aardolie tussen 2015 en 2020 zal vallen. Jeroen van der Veer, CEO van Shell, meldde in een interne memo welke begin 2008 verstuurd is naar alle Shell medewerkers dat de aardolieproductie vanaf 2015 niet meer kan voldoen aan de groeiende vraag (zie appendix II voor de memo). Vanuit onze eigen expertise denken wij dat een wereldwijd productieplafond van 90 à 95 miljoen vaten per dag welke bereikt wordt tussen zeer aannemelijk is. De details die komen kijken bij het schatten van een productieplafond op basis van reservecijfers is verder uitgewerkt in box 2, Voorspellen van de productiepiek van conventionele aardolie. Zolang er geen betere data van de aardoliereserves beschikbaar is, wordt verheldering over de kwestie belemmert. In het grotere plaatje is die verheldering echter van ondergeschikt belang. Zij komt neer op een betere schatting van de productiepiek van conventionele aardolie, vindt zij in de komende paar jaar of pas over tien jaar plaats? Belangrijker dan die timing is de structurele verschuiving in de markt. Feit is dat sinds 2005 de productie van aardolie niet voldoende meer stijgt om aan de groeiende vraag te voldoen waardoor deze afgeremd moet worden door prijsstijgingen. Dit is te zien in de verviervoudiging van de gemiddelde wereldolieprijs sinds 2003, van 24 dollar per vat naar 106 dollar per vat begin Ook omgerekend in euro s is de prijs in die periode sterk gestegen, van 23 euro per vat naar 65 euro per vat begin Het wegzakken van de dollar heeft dus wel invloed maar speelt geen hoofdrol in de olieprijsstijging. De gebrekkige productiestijging wordt veroorzaakt door een tekort aan makkelijk ontginbare nieuwe aardolievelden. De ontdekkingen van aardolievelden zijn vanuit volumebasis bezien aan het dalen sinds de jaren 60. Vanaf midden jaren 80 wordt er ieder jaar meer olie verbruikt dan dat er nieuwe olie wordt ontdekt. Hierdoor zien belangrijke productieregio s hun productie afnemen. De Noordzee met -8% per jaar, de Verenigde Staten met -3% per jaar, Mexico met -5% per jaar en er zijn steeds meer signalen dat de twee grootste olievelden in het Midden-Oosten, Ghawar in Saoedi-Arabië en Burgan in Koeweit dichtbij of zelfs Pagina 10 Hoofdstuk 1 - Wat is peakoil?

11 over hun piekproductie heen zijn, waardoor het heel moeilijk wordt voor deze landen om hun productie nog te laten stijgen. Voor het compenseren van de dalnde productie is nieuwe productiecapaciteit nodig. Die komt er onvoldoende bij om de productie voldoende te laten stijgen om aan de groeiende vraag te voldoen. Daardoor zal op zijn minst in de komende 10 jaar onvoldoende aardolie op de markt zijn wat een blijvend hogere olieprijs impliceert. Figuur 2: Olieprijsontwikkeling jan jan Figuur 3: Historische ontdekkingstrend van aardolie Dollars per vat Euro's per vat Miljard vaten J an-01 J an-02 J an-03 J an-04 J an-05 J an-06 J an-07 J an-08 Data: Energy Information Administration Data: IHS Energy Box 2: Voorspellen van de productiepiek van conventionele aardolie De wereldwijde piek en opvolgende afname in de conventionele aardolieproductie treedt op wanneer ongeveer de helft van de winbare aardolie is gewonnen. Dat is gebleken uit de geschiedenis. In de vele aardolieproducerende landen in de wereld die al te kampen hebben met een daling is de piek opgetreden wanneer de helft of minder van de winbare aardolie uit de grond gehaald was. Dit komt door de geologische structuren waarin olie onder druk in rotsen onder de grond vastzit. Alleen daar waar er sterke politieke inmenging was, zoals in de oliestaat Brunei, is het gelukt om de aardolieproductie enkele decennia op een plateau te houden doormiddel van artificiële verlaging van de productie. Zelfs in de Noordzee en de Verenigde Staten waar de beste technieken gebruikt worden voor productie-optimalisatie is de piek opgetreden wanneer ongeveer de helft van de geproduceerde aardolie gewonnen was. Het valt niet te verwachten dat het plaatje voor de gehele wereld anders is, aangezien het de som betreft van de vele olieproducerende landen. Om de piek in conventionele aardolie voor de hele wereld te schatten is het daarom nodig om te weten hoeveel conventionele aardolie er uiteindelijk gewonnen zal worden. Wanneer ongeveer de helft van die schatting geproduceerd is zal de wereldwijde piek in conventionele aardolie optreden. De laatste decennia zijn de schattingen voor de uiteindelijk te winnen hoeveelheid aardolie redelijk stabiel, liggende tussen 2000 en 4000 miljard vaten. Dit verschil verklaart de grote onenigheid in verwachtingen omtrent de piek in conventionele aardolie tussen 2010 en Hoofdstuk 1 - Wat is peakoil? Pagina 11

12 Om een goede schatting van de uiteindelijk te winnen hoeveelheid aardolie te maken is kennis over vier componenten nodig: 1) de in het verleden geproduceerde hoeveelheid, 2) de huidige reserves, 3) toekomstig te ontdekken voorraden, 4) toename in reserves door te conservatieve reserveschattingen en technologische optimalisatie (reserve groei). Samen leveren deze componenten de uiteindelijke hoeveelheid conventionele aardolie die gewonnen zal worden. Voor cijfers over productie in het verleden en de huidige reserves kan het beste de technische databases van WoodMackenzie en IHS Energy worden geraadpleegd, in plaats van publieke bronnen. Dit omdat in publieke bronnen zoals de Oil & Gas Journal, World Oil & de BP Statistical Review de door regeringen opgegeven reservecijfers zonder enige kritiek overgenomen worden terwijl de technische databasebedrijven veel moeite doen om ervoor te zorgen dat de data die ze bezit ook accuraat is. Zij hebben namelijk veel spelers in de olie-industrie als klant voor hun data, die voor grote sommen geld toegankelijk is. Zodoende proberen de bedrijven met technische databases het risico van het leveren van verkeerde data zo veel mogelijk te vermijden, want dat kan leiden tot het verliezen van klanten. De geschatte oliereserves van Koeweit in de technische databases bedragen bijvoorbeeld maar de helft (50 miljard vaten) ten opzichte van de door de Koeweitse regering gerapporteerde hoeveelheid (100 miljard vaten), welke in publieke bronnen is opgenomen. De in het verleden geproduceerde hoeveelheid conventionele aardolie bedroeg in 2006 afgerond 1050 miljard vaten. Volgens de technische databases bedragen de huidige (proven + probable) reserves tussen de 950 miljard vaten (WoodMackenzie) en 1250 miljard vaten (IHS Energy). Het verschil is te verklaren via drie factoren. Allereerst zijn er verschillende interpretaties van de definitie van conventionele aardolie. Ten tweede de verschillende interpretaties met betrekking tot de reserve opwaarderingen met 300 miljard vaten in de grote aardolieproducerende landen in het Midden-Oosten in de jaren 80. Deze opwaarderingen vonden plaats zonder dat er noemenswaardige ontdekkingen werden gedaan, en worden vaak beschouwd als politiek ingegeven opwaarderingen. Ten derde het verschil tussen de hoeveelheid data in de databases, de IHS Energy database is vollediger dan die van WoodMackenzie. Voor schattingen van de huidige reserves is het vrij veilig om uit te gaan van een hoeveelheid van 1000 tot 1100 miljard vaten. Met betrekking tot de nog te ontdekken hoeveelheid aardolie is er een groot verschil in verwachting. De lage schattingen in de olie-industrie gaan uit van 150 tot 250 miljard vaten onontdekte hoeveelheden conventionele aardolie, de hoge schattingen gaan uit van 700 tot 900 miljard vaten aan nog te vinden hoeveelheden conventionele aardolie. De lage schattingen zijn gebaseerd op een continuering van de dalende ontdekkingstrend. In de jaren 60 van de 20ste eeuw zijn de ontdekkingen van conventionele aardolie gepiekt en sindsdien dalende. Ondanks de grote vooruitgang in seismische technieken en de sterke toename in exploratieboringen heeft deze trend zich doorgezet. Zelfs de recente ontwikkeling in de afgelopen twee decennia van de diepzee als exploratieregio heeft alleen gezorgd voor een tijdelijke omkering van de dalende trend in ontdekkingen. Momenteel wordt er jaarlijks driemaal zoveel conventionele aardolie geproduceerd dan gevonden. De hoge schattingen voor ontdekkingen zijn gebaseerd op een studie van de United States Geological Survey (USGS), de World Petroleum Assessment, uit het jaar Deze studie kenmerkt het potentieel aan te ontdekken conventionele aardolie tussen 1996 en 2025 als 939 miljard vaten. Tot nog toe is de studie van de USGS te optimistisch gebleken, de toename in ontdekkingen in de diepzee in de jaren 90 is inmiddels alweer afgezwakt. Voor het potentieel aan nog te ontdekken aardolie is het zeer waarschijnlijk dat de dalende ontdekkingstrend met enkele uitschieters naar boven zal continueren. Het valt niet te verwachten dat er nog veel meer dan 200 tot 300 miljard vaten aan conventionele aardolie ontdekt zal worden. De laatste categorie, de toename in reserves door te conservatieve reserveschattingen en technologische optimalisatie (reserve groei), is erg lastig te schatten. Dit komt doordat er erg weinig studies gedaan zijn over de veranderingen in reserveschattingen over de tijd, en meer specifiek, de oorzaak van die veranderingen. De opwaardering van reserves over de tijd kent vele oorzaken waaronder politieke, financiële en Pagina 12 Hoofdstuk 1 - Wat is peakoil?

13 technologische. In veel situaties groeien de reserves omdat men over de tijd de omvang en winbaarheid van olievelden beter weet in te schatten. In andere situaties groeien de reserves doordat oliemaatschappijen doelbewust conservatieve reserves opgeven zodat hun aandelenkoers, welke afhankelijk is van de reserves in bezit, over de tijd een mooie stijgende lijn laat zien. In weer andere situaties groeien de reserves doordat nieuwe technieken beschikbaar komen die meer aardolie winbaar maken. Deze complexe hoeveelheid aan oorzaken leidt vaak tot verwarring. Veel analisten zijn geneigd om reservegroei geheel toe te schrijven aan de vooruitgang van technologie over de tijd. Het schatten van toekomstige reservegroei is dermate lastig dat in maar een enkele studie, de World Petroleum Assessment 2000 van de USGS, hiertoe een poging is gedaan. De USGS verwachtte in haar studie een toevoeging van 730 miljard vaten tussen 1996 en 2025 vanwege reservegroei. Hiervan zijn 434 miljard vaten al gerealiseerd. Het lijkt er op het eerste gezicht op dat de schatting van de USGS te pessimistisch is, maar dit valt niet te concluderen. Dit komt doordat het grootste gedeelte van de reservegroei in de IHS Energy database, welke ook wordt gebruikt door de USGS, veroorzaakt wordt door onderschattingen in het verleden. Zo werden 200 miljard vaten van de opwaardering veroorzaakt door toevoeging van reserves in het Midden-Oosten. Tevens zijn er in de afgelopen tien jaar een verdere 57 miljard vaten bijgeboekt door toevoeging van extra zware aardoliereserves in Venezuela wegens een definitieverandering in de IHS Energy database, en een totaal van 88 miljard vaten werd toegevoegd wegens gemiste ontdekkingen in het verleden. Gezien de toename in hoeveelheid en kwaliteit van data in de technische database van IHS Energy in de afgelopen tien jaar is het onwaarschijnlijk dat verdere revisies van dergelijke orde plaats zullen vinden. In het licht van deze ontwikkeling lijkt een verdere toename van 300 miljard vaten, zoals verwacht door de USGS, een redelijke schatting. Als de vier componenten zoals hierboven beschreven samengenomen worden geeft dat een spreiding tussen de 2450 en 2900 miljard vaten aan uiteindelijk te winnen conventionele aardolie. Dit komt overeen met een productiepiek tussen 2015 en Hierbij moet wel in acht genomen worden dat bovengrondse productiefactoren niet meegenomen zijn. Deze spelen in de huidige cyclus van de oliemarkt een rol in het vervroegen van de piek. Zo is de gemiddelde leeftijd in de olie-industrie 49 jaar en de gemiddelde pensioenleeftijd 55. Naar verwachting zal de krapte op de arbeidsmarkt blijven toenemen waardoor het steeds moeilijker wordt om veel nieuwe olievelden tegelijk in productie te nemen. Ook speelt het gebrek aan voldoende boorplatformen voor de diepzee en toenemende nationalisatie en protectionisme van aardolie een belangrijke rol in het verminderen van de mogelijke productiecapaciteit van aardolie. Dit maakt het waarschijnlijk dat de productiepiek van conventionele aardolie in de tijdszone tussen zal plaatsvinden. Hoofdstuk 1 - Wat is peakoil? Pagina 13

14 Hoofdstuk 2 - De interactie tussen olieschaarste en klimaatverandering De wetenschappelijke consensus over klimaatverandering luidt momenteel dat de relatie tussen de uitstoot van fossiele brandstoffen en klimaatverandering onomstotelijk vaststaat. De eerste signalen van een klimaatsysteem dat onstabieler wordt zijn alom zichtbaar. De seizoenen verschuiven, warmterecords worden doorbroken, regenval lijkt zich meer te concentreren in stortbuien, extreem weer als hittegolven komen vaker voor, orkanen en extreme neerslag nemen in aantal en/of intensiteit toe en het Arctisch gebied is aan het ontdooien. In de wetenschap is er een discussie losgebarsten over tipping points. Bij welke hoeveelheid CO2 equivalent in de atmosfeer is er een point of no return bereikt en wordt het klimaatsysteem meegesleurd in een opeenvolging van elkaar versterkende effecten. Er is binnen deze discussie wetenschappelijke consensus ontstaan dat 2 graden temperatuurstijging ten opzichte van het begin van de industrialisatie een onomkeerbaarheid zal veroorzaaken. In de onderhandelingen voor een nieuw internationaal klimaatverdrag wordt daarom uitgegaan van 450 deeltjes CO2 equivalent aan broeikasgas per miljoen deeltjes in de atmosfeer als grenswaarde. In dit rapport wordt gekeken naar de interactie tussen het schaarser worden van aardolie en klimaatverandering. Hoe beïnvloedt het schaarser worden van aardolie de uitstoot van CO2, en hoe beïnvloedt klimaatverandering de productie van conventionele aardolie. De focus ligt daarin op de olie,- en aardgas industrie. De invloed van afnemende aardoliereserves op klimaatverandering Aangezien de verbranding van aardolie voor een groot deel mede bijdraagt aan versnelde klimaatverandering zal het schaarser worden van die brandstof betekenen dat een van de voornaamste pijlers achter klimaatverandering afzwakt. Die gevolgtrekking is echter te simpel. Als de productie van aardolie in een veld daalt verandert ook het type aardolie dat wordt geproduceerd. De resterende aardolie heeft een hogere viscositeit (stroperigheid) en meestal neemt het zwavelgehalte toe. Inherent hieraan is dat de CO2 uitstoot per geproduceerd vat aardolie toeneemt (gemeten over de hele levenscyclus). In de wereldwijde aardolieproductie is een analoge situatie op aan het treden vanwege de verschuiving naar onconventionele bronnen. De productie van teerzanden, extra zware aardolie, en de omzetting van aardgas en kolen naar synthetische olie neemt toe. Al de genoemde typen van aardolie hebben een hogere CO2 uitstoot per vat dan hun conventionele aardolie equivalent. In hoofdstuk 5 en 6 van dit rapport zijn de effecten van de aardoliesoorten op de productie en CO2 uitstoot van aardolie nader uitgewerkt. Vanuit het oogpunt van klimaatverandering is het belangrijk om te weten of na de piek en opvolgende daling in de productie van conventionele aardolie, de CO2 uitstoot van aardolie wel degelijk daalt. Het is mogelijk dat de uitstootdaling van conventionele aardolie teniet zal worden gedaan door de extra uitstoot vanuit opkomende onconventionele vormen van aardolie. Een andere ontwikkeling die belangrijk is in dit perspectief is de snelheid waarin aardolie op termijn vervangen zal worden door andere energiebronnen. Enerzijds zal die transitie plaatsvinden door de inzet van meer kolen, anderzijds door een reeks andere energiebronnen met een erg wisselende impact op de uiteindelijke CO2 uitstoot. Vanwege de huidige snelle ontwikkelingen op het gebied van duurzame energie is het maken van een nauwkeurige prognose lastig. Duidelijk is dat op wereldschaal een steeds groter deel van de aardolie - en aardgasconsumptie vervangen gaat worden door biobrandstoffen, kolen, kernenergie, wind,- en zonne-energie en diverse technieken voor energie-efficiëntie. De nog steeds oplopende aardolieprijzen (een verviervoudiging tussen 2003 en eind 2007) veroorzaken momenteel in armere landen een vermindering van koopkracht en een vernietiging van de vraag. Activiteiten Pagina 14 Hoofdstuk 2 - De interactie tussen olieschaarste en klimaatverandering

15 worden gestaakt of verminderd omdat consumenten de stijgende prijs niet langer op kunnen brengen. Ook hier zijn de lange termijn effecten lastig in te schatten maar op hoofdlijnen kunnen er wel conclusies worden getrokken. Al deze verschuivingen aan de kant van de vraag hebben een impact op de uiteindelijke uitstoot van broeikasgassen. De impact van klimaatverandering op energieproducenten Klimaatverandering heeft een steeds grotere impact op de economie. Een impact die, ook bij het tot stand komen van effectief klimaatbeleid op de korte en middenlange termijn, gevolgen zal hebben. Energieproducenten dragen nu de lasten nog niet van de mede door hun veroorzaakte versnelling van de klimaatverandering, maar ook zij worden op den duur geraakt door klimaatverandering. De industrie zal zich net zoals iedereen op klimaatverandering moeten voorbereiden. Er zijn een aantal problemen waar de industrie nu al hinder van ondervindt: De toenemende orkaankracht in vooral de Golf van Mexico Het ontdooien van de permafrost in Siberië, Canada & Alaska Een sterke toename in de wereldwijde neerslag Deze effecten leiden in een aantal regio s tot grotere periodieke uitval van productieplatforms, het stilvallen van mijnactiviteiten wegens overstromingen en verhoogde slijtage en schade aan de infrastructuur. Hierdoor lopen verzekeringspremies op, en zijn er extra investeringen nodig om de weerseffecten op te kunnen vangen. In sommige gevallen is de schade onomkeerbaar en zorgt daarmee voor vermindering van de uiteindelijke productie doordat infrastructuur afgeschreven moet worden. Het rendeert in zulke gevallen niet meer om nieuwe infrastructuur op te bouwen. Gezien de naar verwachting blijvende toename in de uitstoot van broeikasgassen op de middellange termijn ligt een verheviging van kostenophogende effecten in het vooruitzicht. In hoofdstuk 7 geven we voor de meest in het oogspringende klimaatsverschijnselen een schatting over de impact op aardolie- en aardgaswinning. In een aantal regio s zal het klimaat voor energieproducenten verbeteren. Het meest in het oogspringend is de aankomende mogelijkheid voor aardolie- en aardgaswinning in de Arctische regio. In hoofdstuk 7 wordt een schatting geven van de hoeveelheid aardolie en aardgas die dit op kan leveren. De impact van klimaatverandering op de energievraag Het veranderen van het klimaat heeft ook een impact op de vraag naar energie. Nu al is het effect van sterke wisselvalligheid tussen zachte winters in het Westen en extreme winters in het Oosten, en aanmerkelijk warmere zomers op de vraag naar aardgas en elektriciteit zichtbaar. De vraag naar fossiele brandstoffen voor het verwarmen van huizen en kantoren neemt in sommige winters licht af terwijl ze in andere winters extreem stijgt. De vraag naar elektriciteit voor het koelen van gebouwen in de zomer neemt toe. Tegelijkertijd zorgt een verhoogd bewustzijn omtrent klimaatverandering voor een lichte impact op de vraag, alhoewel van echt grootschalige gedragsverandering nog geen sprake is. Wel is zeker dat de impact van allerlei technologische innovaties op de vraag naar energie steeds groter zal worden. Hierbij fors ondersteund door fors stijgende prijzen van aardolie, aardgas en sinds zeer recent ook kolen. Op de langere termijn en op regionaal niveau kan de impact van klimaatverandering dermate zwaar zijn dat dit leidt tot economische achteruitgang, en dus vraagdestructie. Hoofdstuk 2 - De interactie tussen olieschaarste en klimaatverandering Pagina 15

16 De totale impact aan de vraagkant is extreem lastig in te schatten vanwege onzekerheden met betrekking tot gedragseffecten en de snelheid waarin technologische ontwikkelingen zullen plaatsvinden. Wij wagen ons op dit gebied niet aan een prognose en blijven bij het beschrijven van een aantal voorbeelden en effecten. Pagina 16 Hoofdstuk 2 - De interactie tussen olieschaarste en klimaatverandering

17 Hoofdstuk 3 - IPCC klimaatmodellen en fossiele brandstof data. Het IPCC heeft over de jaren met een veelvoud aan bewijs duidelijk gemaakt dat de klimaatverandering op aarde momenteel versneld plaatsvindt vanwege menselijke tussenkomst. Er bestaat een duidelijk verband tussen de snelheid van de verandering en de uitstoot van fossiele brandstoffen. Niettemin hebben we forse kritiek op de gebruikte input data van de IPCC scenario bouwers evenals de wijze van modellering van fossiele productiescenario s. Onze kritiek vloeit voort uit het werk van de aan de Universiteit van Uppsala verbonden Uppsala Hydrocarbon Depletion Study Group (UHDSG). In 2004 publiceerde deze leerstoelgroep onder leiding van Prof. Kjell Aleklett een evaluatie van fossiele brandstofdata onder verschillende IPCC klimaatmodellen zoals gepubliceerd door het IPCC in De 40 IPCC scenario s uit 2000 De IPCC fossiele brandstof input scenario s zijn gepubliceerd in 2000 in het Special Report on Emission Scenarios (SRES). De scenario s zijn uitgerekend door zes verschillende onderzoeksinstituten verspreid over de wereld, met elk hun eigen model: AIM - Asian Pacific Integrated Model - (National Institute of Environmental Studies (NIES), Japan) ASF - Atmospheric Stabilization Framework - (ICF Consulting, Verenigde Staten) IMAGE - Integrated Model to Assess the Greenhouse Effect - (RIVM, Nederland) MARIA - Multiregional Approach for Resource and Industry Allocation - (Science University of Tokyo, Japan) MESSAGE - Model of Energy Supply Strategy Alternatives and their General Environmental Impact - (International Institute of Applied Systems Analysis (IIASA, Oostenrijk) MiniCAM - The Mini Climate Assessment Model - (Pacific Northwest National Laboratory Model, USA) Met deze zes modellen zijn in totaal 40 scenario s doorgerekend. Onder te verdelen in vier verschillende groepen (A1, A2, B1, B2). Elk gaan ze uit van een verschillend wereldbeeld en toekomstverwachting. In elk van de veertig scenario s wordt, gedreven door verschillende economische verwachtingen en aannames over technologie andere hoeveelheden fossiele brandstoffen gebruikt, en in elk van de scenario s is sprake van een andere mix van kolen, aardgas of aardolie (zie appendix I voor meer details over de cijfers van de 40 fossiele productiescenario s van het IPCC). Onze kritiek op de IPCC SRES scenario s is dat hun data over aardolie, aardgas en kolen gebaseerd is op te gelimiteerde uitgangspunten met betrekking tot de economische analyse van toekomstige winning van fossiele brandstoffen, en de manier waarop de grondstofwinning zelf is gemodelleerd. Hoofdstuk 3 - IPCC klimaatmodellen en fossiele brandstofdata Pagina 17

18 Figuur 4: IPCC productiescenario s voor aardolie in exajoules Exajoules A1 AIM A1 ASF A1 IMAGE A1 MESSAGE A1 MINICAM A1 MARIA A1C AIM A1C MESSAGE A1C MINICAM A1G AIM A1G MESSAGE A1G MINICAM A1V1 MINICAM A1V2 MINICAM A1T AIM A1T MESSAGE A1T MARIA A2 ASF A2 AIM A2 MESSAGE A2 MINICAM A2-A1 MINICAM B1 IMAGE B1 AIM B1 ASF B1 MESSAGE B1 MARIA B1 MINICAM B1T MESSAGE B1HIGH MESSAGE B1HIGH MINICAM B2 MESSAGE B2 AIM B2 ASF B2 MARIA B2 MINICAM B2 HIGH MINICAM B2C MARIA Data: IPCC special emissions report (2000) Uitgangspunten voor de winbaarheid van voorkomens van fossiele brandstoffen De fossiele inputdata van IPCC SRES is gebaseerd op een publicatie van werkgroeplid H.H. Rogner uit Rogner maakt in zijn rapportage over de mogelijkheden met betrekking tot de toekomstige winning van fossiele brandstof op wereldschaal gebruik van een ruime breedte aan publicaties voor data. Daarin neemt hij de maximale hoeveelheden aan voorkomens van de fossiele brandstof aan die gerapporteerd worden als uitgangspunt. Zijn definitie van winbaarheid van deze voorkomens is gebaseerd op empirische data van de productiekosten van fossiele brandstoffen, welke ge-extrapoleerd wordt tot aan 2100 in de publicatie. Waarbij in acht genomen wordt dat de productiviteit van exploratie, ontwikkeling en productie jaarlijks met 1% toeneemt. Daarin wordt de winbaarheid van de voorkomens geschat op basis van de aanname dat de productiviteitstoename van 1% per jaar tot aan 2100 per ommegang is gerealiseerd. Met andere woorden, de schatting van winbaarheid van een onder de grond aanwezige fossiele brandstof vanaf het jaar 2000 in de IPCC SRES scenario s, is gebaseerd op de aanname dat de technologie in het jaar % productiever zal zijn dan zij daadwerkelijk is in dat jaar, en ook op de aanname dat die productiviteitstoename constant 100% hoger zal blijven de gehele 21ste eeuw. De daadwerkelijke productie en daarmee uitstoot van een fossiel voorkomen is in de praktijk afhankelijk van geologische, economische, politieke en technologische factoren. Daarin is het noodzakelijk om onderscheid te maken tussen korte (5-15 jaar) en langere (15+ jaar) cycli. Op de korte termijn zijn bovengrondse factoren Pagina 18 Hoofdstuk 3 - IPCC klimaatmodellen en fossiele brandstofdata

19 belangrijk. Hieronder valt een gebrek aan investeringen, beperkingen in de beschikbaarheid van personeel en materieel zoals diepzeeplatormen, en verstorende invloeden zoals onrust, weer en oorlog. Deze bepalen of de investeringen in het ontwikkelen van beschikbare voorkomens van fossiele brandstoffen lonen of niet. Een extreem voorbeeld hiervan is de aardolieproductie in Irak die sinds de invasie van de Verenigde Staten niet gestegen is ondanks het grote productiepotentieel (zie figuur 5). Als de investeringen in de olie-industrie niet op tijd plaatsvinden dan kan dat leiden tot tekorten doordat er niet voldoende productie op gang komt om aan de vraag te voldoen en/of om de dalende productie in oprakende voorkomens te compenseren. Indien deze tekorten lang genoeg aanhouden kan dit leiden tot een verschuiving in de energiemix, weg van fossiele brandstoffen. Gezien het lange tijdsperspectief in de IPCC SRES scenario s is het echter logisch dat met deze korte termijn cyclus geen rekening is gehouden. Figuur 5: Aardolieproductie Irak van januari 2002 tot december 2007 Miljoen vaten per dag Data: Internationaal Energie Agentschap & Energy Information Administration Op de lange termijn speelt de beschikbaarheid van fossiele brandstoffen gebaseerd op de geologische omstandigheden van fossiele voorkomens de belangrijkste rol. In de IPCC SRES scenario s zijn deze gebaseerd op de schattingen van Rogner. Die een prijsvoorspelling aanhoudt voor productie afhankelijk van een toename in de productiviteit welke onmiddelijk gerealiseerd wordt, uitgaande van de productiviteitstoename in de geschiedenis. Naast dat de onmiddelijke realisatie een niet realistisch uitgangspunt is, is het ook betwijfelbaar of de historische data van productiviteitstoenames een goed uitgangspunt vormt voor de toekomst. Dat komt doordat de concentratie en de kwaliteit van de gewonnen voorkomens van fossiele brandstoffen met de tijd sterk af neemt. Daardoor zal de benodigde moeite in termen van energie inputs toe moeten nemen om fossiele brandstof te winnen waardoor de kosten zullen stijgen. Exacte schattingen hiervoor zijn niet aanwezig vanwege de geheime aard van gedetailleerde aardolie- & aardgasdata, en de beperkte hoeveelheid kolendata in het algemeen. Recente studies naar de benodigde energie voor aardolie- en aardgasproductie wijzen uit dat de verhouding van energie input versus output, oftewel EROEI (Energy Return on Energy Invested), sterk aan het dalen is. Van 50 eenheden aan output voor 1 eenheid aan input in 1995, tegen 28 eenheden aan output voor 1 eenheid aan input in 2005 (zie figuur 6). Hoofdstuk 3 - IPCC klimaatmodellen en fossiele brandstofdata Pagina 19

20 Figuur 6: geschatte verandering in EROEI van aardolieproductie tussen 1992 en Energy Return on Energy Invested (EROEI) Dataset BP 10 Dataset Laherrère Data: Hall, Gagnon, Smith & Brinker (2005) In dezelfde periode zijn de productiekosten en exploratiekosten van aardoliewinning meer dan verdubbeld (zie figuur 7 voor productiekosten). In hoeverre deze prijsstijging te wijten is aan de effecten van de korte termijn cyclus, namelijk kosteninflatie door tekorten aan materieel en personeel, en in hoeverre ze te wijten is aan de effecten van de lange termijn cyclus, namelijk kostenstijging door afnemende concentratie van fossiele voorkomens, is onduidelijk en vereist nader onderzoek. Figuur 7: gemiddelde kostenstijging in de industrie voor de productie van een vat aardolie dollar per vat olie -equivalent Data: Deutsche Bank Pagina 20 Hoofdstuk 3 - IPCC klimaatmodellen en fossiele brandstofdata

Voorspellingen Peakoil Nederland. Realisten of doemdenkers?

Voorspellingen Peakoil Nederland. Realisten of doemdenkers? Voorspellingen Peakoil Nederland Realisten of doemdenkers? Lievelde, Erve Kots, 27 Mei 2009 World Oil Production & Peaking Outlook *Eerste Rapportage Peakoil Nederland met analyse van de toekomstige olieproductie

Nadere informatie

Afnemend aardolieaanbod voor 2020? De Rode Hoed, 20 januari 2007, Amsterdam

Afnemend aardolieaanbod voor 2020? De Rode Hoed, 20 januari 2007, Amsterdam Afnemend aardolieaanbod voor 2020? De Rode Hoed, 20 januari 2007, Amsterdam Het aardolietijdperk 1 vat = 159 liter Peak oil drijvende kracht in energiebeleid? Verwachtingen productie goedkope aardolie

Nadere informatie

World oil production & peaking outlook. Bio energie in de industrie, 11 mei 2006, Eindhoven

World oil production & peaking outlook. Bio energie in de industrie, 11 mei 2006, Eindhoven World oil production & peaking outlook Bio energie in de industrie, 11 mei 2006, Eindhoven Inschattingen olievoorziening complex Gegevens OPEC & Rusland geheim Gegevens moeilijk beschikbaar ($$$) Complex

Nadere informatie

Opdrogende bronnen en internationale spanning

Opdrogende bronnen en internationale spanning Opdrogende bronnen en internationale spanning NW-symposium 2008, Eindhoven, 1 November 2008 Inhoud De vraag naar energie en de menselijke natuur De beschikbaarheid van fossiele brandstoffen Energie, macht

Nadere informatie

WORLD ENERGY TECHNOLOGY OUTLOOK 2050 (WETO-H2) KERNPUNTEN

WORLD ENERGY TECHNOLOGY OUTLOOK 2050 (WETO-H2) KERNPUNTEN WORLD ENERGY TECHNOLOGY OUTLOOK 2050 (WETO-H2) KERNPUNTEN In het kader van de WETO-H2-studie is een referentieprognose van het wereldenergiesysteem ontwikkeld samen met twee alternatieve scenario's, een

Nadere informatie

Olie crisis? 24 juni 2014

Olie crisis? 24 juni 2014 24 juni 2014 Olie crisis? De prijs van olie heeft invloed op financiële markten. Een stijgende olieprijs verhoogt de inflatie en heeft een remmend effect op de economische groei. In de jaren 2006-2011

Nadere informatie

De nieuwe oliecrisis en overheidsbeleid

De nieuwe oliecrisis en overheidsbeleid De nieuwe oliecrisis en overheidsbeleid De Waag Amsterdam, 24 September 2008 Olie, Gas en Kolenprijzen op ongekende hoogte Waarom zijn we hier vandaag Een discussie te voeren over: 1. Of specifiek beleid

Nadere informatie

Mondiale perspectieven voor energie, technologie en klimaatbeleid voor 2030 KERNPUNTEN

Mondiale perspectieven voor energie, technologie en klimaatbeleid voor 2030 KERNPUNTEN Mondiale perspectieven voor energie, technologie en klimaatbeleid voor 2030 KERNPUNTEN Referentiescenario De WETO-studie (World Energy, Technology and climate policy Outlook 2030) bevat een referentiescenario

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2007. De doelstellingen van de stichting zoals opgenomen in de statuten zijn als volgt:

JAARVERSLAG 2007. De doelstellingen van de stichting zoals opgenomen in de statuten zijn als volgt: JAARVERSLAG 2007 Doelstellingen van de stichting Stichting Peakoil Nederland is als non-profit organisatie opgericht in mei van 2005. Zij is de Nederlandse tak van een internationaal non-profit netwerk

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juni 2012

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juni 2012 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juni 2012 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

De club van Rome had toch gelijk!

De club van Rome had toch gelijk! De club van Rome had toch gelijk! Bernard Dam MECS, Chemical Engineering, Faculty of Applied Science, Delft University of Technology 11 november 2009 Delft University of Technology Challenge the future

Nadere informatie

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland Page 1 of 6 Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland Hoe voorspeld? Klimaatscenario's voor Nederland (samengevat) DOWNLOAD HIER DE WORD VERSIE In dit informatieblad wordt in het kort klimaatverandering

Nadere informatie

WE KUKELEN DE AFGROND IN

WE KUKELEN DE AFGROND IN Fietsers komen de pont af bij steiger De Ruyterkade, februari 1951 Foto Ben van Meerendonk/Algemeen Hollands Fotopersbureau, collectie IISG, Amsterdam Heeft u wel eens van EROEI gehoord? De meeste mensen

Nadere informatie

Wereldwijde uitstoot CO2 dit jaar

Wereldwijde uitstoot CO2 dit jaar 1 van 5 7-12-2018 06:32 volkskrant.nl Wereldwijde uitstoot CO2 dit jaar weer toegenomen 6-8 minuten IJsklif in West-Groenland. Beeld Credit: Sarah Das / Woods Hole Oceanographic Institution De stijging

Nadere informatie

Persinformatie. Uitdagende marktomgeving biedt ook kansen. Nieuwe directievoorzitter wil groei voortzetten

Persinformatie. Uitdagende marktomgeving biedt ook kansen. Nieuwe directievoorzitter wil groei voortzetten Persinformatie Uitdagende marktomgeving biedt ook kansen Nieuwe directievoorzitter wil groei voortzetten Mario Mehren: strategie Wintershall blijkt succesvol 2 juni 2015 Michael Sasse Tel. +49 561 301-3301

Nadere informatie

De evolutie van de olieprijs in de context van de energiemarkten DEEL 1

De evolutie van de olieprijs in de context van de energiemarkten DEEL 1 De evolutie van de olieprijs in de context van de energiemarkten DEEL 1 September 2006 Eric Raets Portfolio Manager Energy and Cyclical Sectors Active Equity Fund Management KBC Asset Management Inhoud

Nadere informatie

Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030

Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030 IP/3/661 Brussel, 12 mei 23 Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 23 In 23 zal het wereldenergieverbruik verdubbeld zijn; fossiele brandstoffen, voornamelijk

Nadere informatie

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Yorick de Wijs (KNMI) Veenendaal - 09 05 2019 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 1 Klimaatverandering Oorzaken en risico s wereldwijd Trends en

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - December 2015

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - December 2015 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - December 2015 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

Nationale Energieverkenning 2014

Nationale Energieverkenning 2014 Nationale Energieverkenning 2014 Remko Ybema en Pieter Boot Den Haag 7 oktober 2014 www.ecn.nl Inhoud Opzet van de Nationale Energieverkenning (NEV) Omgevingsfactoren Resultaten Energieverbruik Hernieuwbare

Nadere informatie

et broeikaseffect een nuttig maar door de mens ontregeld natuurlijk proces

et broeikaseffect een nuttig maar door de mens ontregeld natuurlijk proces H 2 et broeikaseffect een nuttig maar door de mens ontregeld natuurlijk proces Bij het ontstaan van de aarde, 4,6 miljard jaren geleden, was er geen atmosfeer. Enkele miljoenen jaren waren nodig voor de

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Maart 2016

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Maart 2016 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Maart 2016 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

USD / 1.16 1.15 1.14 1.13 1.12 1.11

USD / 1.16 1.15 1.14 1.13 1.12 1.11 Energiemarktanalyse Groenten & Fruit door Powerhouse Marktprijzen Macro-economie Markten in mineur Afgelopen week De angst voor een wereldwijde economische vertraging is weer toegenomen na een slechte

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013 Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt

Nadere informatie

Curaçao Carbon Footprint 2015

Curaçao Carbon Footprint 2015 Willemstad, March 2017 Inhoudsopgave Inleiding 2 Methode 2 Dataverzameling 3 Uitstoot CO2 in 2010 3 Uitstoot CO2 in 2015 4 Vergelijking met andere landen 5 Central Bureau of Statistics Curaçao 1 Inleiding

Nadere informatie

Prof. Jos Uyttenhove. E21UKort

Prof. Jos Uyttenhove. E21UKort Historisch perspectief 1945-1970 Keerpunten in de jaren 70 oliecrisis en milieu Tsjernobyl (1986) ramp door menselijke fouten Kyoto protocol (1997) (CO 2 en global warming problematiek) Start alternatieven

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Februari 2016

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Februari 2016 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Februari 2016 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

Tariefontwikkeling Energie 08 2015

Tariefontwikkeling Energie 08 2015 In dit bericht geeft Ploos Energieverlening (Ploos) haar visie op verschenen nieuwsberichten aangaande ontwikkelingen energietarieven van de afgelopen maand. Het betreft de analyses van verschillende partijen

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - maart 2012

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - maart 2012 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - maart 2012 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - November 2015

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - November 2015 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - November 2015 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

Biomassa: brood of brandstof?

Biomassa: brood of brandstof? RUG3 Biomassa: brood of brandstof? Centrum voor Energie en Milieukunde dr ir Sanderine Nonhebel Dia 1 RUG3 To set the date: * >Insert >Date and Time * At Fixed: fill the date in format mm-dd-yy * >Apply

Nadere informatie

Het Klimaatdebat. 09/01/2013 Bart Strengers

Het Klimaatdebat. 09/01/2013 Bart Strengers Het Klimaatdebat 1 De Klimaatwetenschap Brede overeenstemming over grote lijn en dat is in toenemende mate al decennia lang het geval De aarde warmt op en dat komt grotendeels door de mens. Wetenschap

Nadere informatie

ASPO Netherlands. Shell bulletin - Peak Oil Nederland

ASPO Netherlands. Shell bulletin - Peak Oil Nederland Shell bulletin - Peak Oil Nederland Als voorschot op de publicatie van de jaarcijfers van Royal Dutch Shell op 1 februari publiceert Peakoil Nederland in dit bulletin haar prognoses over de toekomst van

Nadere informatie

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA Presentatie door de heer J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 4 februari 2011 Inhoud 1 I. Waarom energiebeleid ertoe doet II. Waarom

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - maart 2014

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - maart 2014 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - maart 2014 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

The Day After tomorrow... Waarom wachten

The Day After tomorrow... Waarom wachten The Day After tomorrow... Waarom wachten als we vandaag kunnen reageren? The Day After Tomorrow, de film van Roland Emmerich (Godzilla en Independence Day), verschijnt op 26 mei 2004 op het witte doek.

Nadere informatie

ASPO Nederland Nieuwsbrief #8 - Januari 2007

ASPO Nederland Nieuwsbrief #8 - Januari 2007 ASPO Nederland Nieuwsbrief #8 - Januari 2007 Stichting Peak Oil Nederland, Postbus 10056, 1001 EB Amsterdam, Telefoon: +31 (0)6 44082419, Email: contact@peakoil.nl Terugdringen aardolieverbruik voorkomt

Nadere informatie

NNV-bestuursstandpunt over de samenhang tussen klimaatverandering en energiegebruik

NNV-bestuursstandpunt over de samenhang tussen klimaatverandering en energiegebruik NNV-bestuursstandpunt over de samenhang tussen klimaatverandering en energiegebruik Het klimaat is een complex systeem waarin fysische, chemische en biologische processen op elkaar inwerken. Die complexiteit

Nadere informatie

CaseQuest 2: Kunnen de VS en China zich onttrekken aan een mondiaal klimaatbeleid?

CaseQuest 2: Kunnen de VS en China zich onttrekken aan een mondiaal klimaatbeleid? CaseQuest 2: Kunnen de VS en China zich onttrekken aan een mondiaal klimaatbeleid? Door Rik Lo & Lisa Gerrits 15-03-13 Inhoud: Inleiding Deelvraag 1 Deelvraag 2 Deelvraag 3 Deelvraag 4 Hoofdvraag & Conclusie

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Mei 2016

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Mei 2016 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Mei 2016 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - december 2014

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - december 2014 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - december 2014 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juli 2014

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juli 2014 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juli 2014 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

DE PIEK KOMT ERAAN 1

DE PIEK KOMT ERAAN 1 DE PIEK KOMT ERAAN 1 Ook al praat niemand over een naderende oliekrapte, de prijs per vat wil maar niet onder de 100 dollar zakken. Kopers van olie hebben kennelijk iets door wat de rest van ons lijkt

Nadere informatie

Hiatus: is de mondiale opwarming aan het vertragen?

Hiatus: is de mondiale opwarming aan het vertragen? Hiatus: is de mondiale opwarming aan het vertragen? In de periode 1998-2012 is de mondiale temperatuurtrend beduidend kleiner dan in de decennia ervoor. Deze trendbreuk wordt ook wel hiatus genoemd. De

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juli 2013

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juli 2013 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juli 2013 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen Heleen de Coninck, 13 september 2011 Energieonderzoek Centrum Nederland Grootste energieonderzoekcentrum van Nederland Missing link tussen

Nadere informatie

MAATSCHAPPIJ ONDERSCHAT ERNST EN TAAIHEID KLIMAATPROBLEEM

MAATSCHAPPIJ ONDERSCHAT ERNST EN TAAIHEID KLIMAATPROBLEEM MAATSCHAPPIJ ONDERSCHAT ERNST EN TAAIHEID KLIMAATPROBLEEM De maatschappelijke discussie over klimaatverandering wordt onvoldoende scherp gevoerd. Er wordt nauwelijks nagedacht over de ernst van de problematiek

Nadere informatie

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen. Heleen de Coninck, 13 september 2011

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen. Heleen de Coninck, 13 september 2011 Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen Heleen de Coninck, 13 september 2011 Energieonderzoek Centrum Nederland Grootste energieonderzoekcentrum van Nederland Missing link tussen

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - oktober 2014

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - oktober 2014 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - oktober 2014 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

De toekomst van energie

De toekomst van energie De toekomst van energie Duurzame Energie door Redactie ElectricityMatters 15-08-2017 Dat ons wereldwijde energiesysteem niet duurzaam is, blijkt duidelijk uit onze steeds schaarsere hulpbronnen, de regelmatig

Nadere informatie

FOSSIELE BRANDSTOFFEN

FOSSIELE BRANDSTOFFEN FOSSIELE BRANDSTOFFEN De toekomst van fossiele energiebronnen W.J. Lenstra Inleiding Fossiele energiebronnen hebben sinds het begin van de industriele revolutie een doorslaggevende rol gespeeld in onze

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Augustus 2016

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Augustus 2016 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Augustus 2016 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

Klimaatverandering. Urgentie in Slow Motion. Bart Verheggen ECN

Klimaatverandering. Urgentie in Slow Motion. Bart Verheggen ECN Klimaatverandering Urgentie in Slow Motion Bart Verheggen ECN http://klimaatverandering.wordpress.com/ @Bverheggen http://ourchangingclimate.wordpress.com/ De wetenschappelijke positie is nauwelijks veranderd

Nadere informatie

Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering 8-10-2012. Klimaatverandering

Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering 8-10-2012. Klimaatverandering Zonne-energie 2012: prijs 21 ct per kwh; 2020 prijs 12 ct kwh Groen rijden; energiehuizen, biologisch voedsel Stimular, de werkplaats voor Duurzaam Ondernemen Stichting Stimular www.stimular.nl 010 238

Nadere informatie

Bedreigingen. Broeikaseffect

Bedreigingen. Broeikaseffect Bedreigingen Vroeger gebeurde het nogal eens dat de zee een gat in de duinen sloeg en het land overspoelde. Tegenwoordig gebeurt dat niet meer. De mensen hebben de duinen met behulp van helm goed vastgelegd

Nadere informatie

Nut en noodzaak van schaliegas in Nederland

Nut en noodzaak van schaliegas in Nederland Nut en noodzaak van schaliegas in Nederland Paul van den Oosterkamp, Jeroen de Joode Schaliegas Congres - IIR Amersfoort, 30-31 Oktober 2013 www.ecn.nl Visie ECN Rol gas in NL energiesysteem nu en straks

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

De permanente oliecrisis

De permanente oliecrisis De permanente oliecrisis Uitdagingen & oplossingen Stichting Peak Oil Nederland Stichting Peak Oil Nederland Onderzoek naar reserves en productie fossiele brandstoffen, olie in het bijzonder Onderzoek

Nadere informatie

Overzicht lessenserie Energietransitie. Lessen Energietransitie - Thema s en onderwerpen per les.

Overzicht lessenserie Energietransitie. Lessen Energietransitie - Thema s en onderwerpen per les. 1 Lessen Energietransitie - Thema s en onderwerpen per les. 2 Colofon Dit is een uitgave van Quintel Intelligence in samenwerking met GasTerra en Uitleg & Tekst Meer informatie Kijk voor meer informatie

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Artikel Review: USGS, 2000, World Petroleum Assessment 2000, Denver: USGS Information Services, 514 pagina s.

Artikel Review: USGS, 2000, World Petroleum Assessment 2000, Denver: USGS Information Services, 514 pagina s. Artikel Review: Aguilera, R. F., Eggert, R.G., Gustavo Lagos, C.C., Tilton, J.E., 2009, Depletion and the Future Availability of Petroleum Resources, The Energy Journal, Vol. 30, No.1, pp. 141 174. USGS,

Nadere informatie

Opwarming aarde niet de schuld van het vee

Opwarming aarde niet de schuld van het vee focus juni 219 Opwarming aarde niet de schuld van het vee Europese landbouwhuisdieren hebben vrijwel geen aandeel in de opwarming van de aarde. Dat blijkt uit data van het Amerikaanse Carbon Dioxide Information

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - september 2015

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - september 2015 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - september 2015 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - april 2012

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - april 2012 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - april 2012 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie Duorsume enerzjy yn Fryslân Energiegebruik en productie van duurzame energie 1 15 11 oktober 1 Inhoud Management Essay...3 1 Management Essay De conclusies op één A4 De provincie Fryslân heeft hoge ambities

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Juni 2016

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Juni 2016 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Juni 2016 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

Vraag en Aanbod in de Goudmarkt

Vraag en Aanbod in de Goudmarkt Vraag en Aanbod in de Goudmarkt Beleggen in goud is een populair onderwerp sinds de financiële crisis zijn intrede heeft gedaan. In 2011 bereikte de goudprijs een all time high van $1900 per troy ounce.

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juni 2013

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juni 2013 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juni 2013 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - november 2012

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - november 2012 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - november 2012 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste

Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste 29-214 Datum: 27 juli 215 Versie: 1.1 In opdracht van: Opgesteld door: Hendrik Bijker Wecycle Laura Golsteijn Marisa Vieira Dit rapport is geschreven

Nadere informatie

Broeikasgasemissies in Nederland,

Broeikasgasemissies in Nederland, Indicator 19 mei 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen

Nadere informatie

Smelten ij op de Noordpool laat ook permafro t verdwijnen

Smelten ij op de Noordpool laat ook permafro t verdwijnen Smelten ij op de Noordpool laat ook permafro t verdwijnen nos.nl Het snelle smelten van ijs op de Noordpool heeft veel meer invloed op de landen rond de Noordelijke IJszee, dan eerder werd gedacht. Dat

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Klimaatverandering en onze voedselzekerheid

Klimaatverandering en onze voedselzekerheid Klimaatverandering en onze voedselzekerheid Prof. Dr. Martin Kropff Rector Magnificus Wageningen University Vice-president Raad van Bestuur Wageningen UR Ons klimaat verandert Ons klimaat verandert Oplossingsrichtingen

Nadere informatie

Les Crisis in de olie

Les Crisis in de olie LESSENSERIE ENERGIETRANSITIE Les Crisis in de olie Werkblad Les Crisis in de olie Werkblad Op zondag 4 november 1973 bestonden er nog geen inline- skates. Hadden ze wel bestaan, dan had je die dag heerlijk

Nadere informatie

Samenvatting. Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant

Samenvatting. Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant 1 Samenvatting Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant De gemeenten Breda, Tilburg en Helmond hebben in samenwerking met de Provincie Noord-Brabant, Brabant Water en

Nadere informatie

D r Thomas Chaize Analyse Strategie Hulpbronnen Prijsontwikkeling van het vat aardolie sinds een eeuw. Mailing n

D r Thomas Chaize Analyse Strategie Hulpbronnen  Prijsontwikkeling van het vat aardolie sinds een eeuw. Mailing n Analyse Strategie Hulpbronnen Prijsontwikkeling van het vat aardolie sinds een eeuw. Mailing n 3-15 31.10.2004 Dr Thomas Chaize Site : Email & Mailing gratis : http:///mailing%20list/mailinglistfr.htm

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Oktober 2015

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Oktober 2015 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Oktober 2015 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

Latijns-Amerika aarzelt over hernieuwbare energie zaterdag, 15 augustus 2015 12:30

Latijns-Amerika aarzelt over hernieuwbare energie zaterdag, 15 augustus 2015 12:30 Waterkrachtcentrale's vormen een belangrijke energiebron in Zuid-Amerka, zoals hier bij de Itaipudam, een Braziliaans-Paraguyaanse stuwdam in de rivier de Paraná op de grens van de Braziliaanse staat Paraná

Nadere informatie

Hierbij doe ik u toekomen het Jaarverslag 2010, Delfstoffen en aardwarmte in Nederland en het Jaarverslag 2010 van Energie Beheer Nederland B.V.

Hierbij doe ik u toekomen het Jaarverslag 2010, Delfstoffen en aardwarmte in Nederland en het Jaarverslag 2010 van Energie Beheer Nederland B.V. > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal voor Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den

Nadere informatie

Duurzame energie in Japan

Duurzame energie in Japan Duurzame energie in Japan Rob Stroeks (Project Officer, TWA Tokio) - 8-3-2004 Samenvatting Japan heeft van oudsher weinig natuurlijke energiebronnen. De daarmee samenhangende afhankelijkheid van buitenlandse

Nadere informatie

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling VIVES BRIEFING 2018/05 De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling Relatief verlies, absolute winst voor werknemers Yannick Bormans KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen,

Nadere informatie

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma

Nadere informatie

Les Ons gas raakt op

Les Ons gas raakt op LESSENSERIE ENERGIETRANSITIE Les Ons gas raakt op Werkblad Les Ons gas raakt op Werkblad Aardgas bij Slochteren In 1959 deed de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) in opdracht van de regering een proefboring

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - December Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services.

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - December Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - December 2016 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

Invloed van klimaatverandering op hydrologische extremen (hoog- en laagwater langs rivieren in het Vlaamse binnenland)

Invloed van klimaatverandering op hydrologische extremen (hoog- en laagwater langs rivieren in het Vlaamse binnenland) 1 Invloed van klimaatverandering op hydrologische extremen (hoog- en laagwater langs rivieren in het Vlaamse binnenland) Op 26 augustus 2008 heeft Omar Boukhris een doctoraatsstudie verdedigd aan de K.U.Leuven

Nadere informatie

Economische prognose IMF voor het GOS

Economische prognose IMF voor het GOS Economische prognose IMF voor het GOS Jan Limbeek Twee keer per jaar, in april en september of oktober, publiceert het IMF zijn World Economic Outlook, waarin het zijn economische verwachtingen voor de

Nadere informatie

Folkert Buiter 2 oktober 2015

Folkert Buiter 2 oktober 2015 1 Nuchter kijken naar feiten en trends van aardbevingen in Groningen. Een versneld stijgende lijn van het aantal en de kracht van aardbevingen in Groningen. Hoe je ook naar de feitelijke metingen van de

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

3 november 2014. Inleiding

3 november 2014. Inleiding 3 november 2014 Inleiding In 2006 publiceerde het KNMI vier mogelijke scenario s voor toekomstige veranderingen in het klimaat. Het Verbond van Verzekeraars heeft vervolgens doorgerekend wat de verwachte

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - oktober 2012

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - oktober 2012 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - oktober 2012 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso,

Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso, Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 22 mei 2013 Nieuwe omstandigheden op de wereldwijde energiemarkt

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, Korte uitleg over de bijeenkomsten. KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16

EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, Korte uitleg over de bijeenkomsten. KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16 EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, 2016-2017 Korte uitleg over de bijeenkomsten KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16 EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, 2016-2017 (1) Organisatie: KIVI

Nadere informatie

40 1-7-2014 1-10-2014 1-1-2015

40 1-7-2014 1-10-2014 1-1-2015 Energiemarktanalyse voor Groenten & Fruit, door Powerhouse Olie Olie (volgende maand) 13 12 11 1 Prijs/vat 9 8 7 6 5 71,2 57,69 1-7-214 1-1-214 1-1-215 Brent (Dollar) Brent (EUR) Afgelopen week Week-op-week

Nadere informatie

Change. Hoe moet het morgen met de energievoorziening? Document. magazine

Change. Hoe moet het morgen met de energievoorziening? Document. magazine Hoe moet het morgen met de energievoorziening? Nederland is verslaafd aan fossiele energie, zeker in vergelijking met landen om ons heen, vertelt Paul Korting, directeur van ECN. Er zijn genoeg scenario

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - April 2016

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - April 2016 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - April 2016 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Juli 2016

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Juli 2016 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Juli 2016 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - mei 2012

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - mei 2012 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - mei 2012 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie