Basisselectiedocument (BSD) Bureaus Jeugdzorg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Basisselectiedocument (BSD) Bureaus Jeugdzorg"

Transcriptie

1 Basisselectiedocument (BSD) Bureaus Jeugdzorg Vanaf 1995 Versie: terinzagelegging

2 Inhoud 1. Verantwoording Wettelijk kader voor de selectie van overheidsarchieven Opzet en werking van Basisselectiedocument Functies van het BSD 1.4 Selectiedoelstelling en criteria Selectiedoelstelling Selectiecriteria Steekproef te bewaren cliëntendossiers 7 2. Verantwoording specifiek voor Jeugdzorg Leeswijzer bij het BSD 2.2 Geraadpleegde wet en regelgeving Bepalingen privacyreglement Bureaus Jeugdzorg Historisch overzicht van het beleidsterrein Historische beschrijving voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen Historische beschrijving Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Ontstaansgeschiedenis BJZ per provincie of grootstedelijke regio Handelingen De stichting die een bureau jeugdzorg in stand houdt Taken Kwaliteit Beleidsinformatie Toezicht Inzage in het bewaren en vernietigen van bescheiden De vertrouwenspersoon Medezeggenschap Klachtrecht Bijdrage in de kosten van jeugdzorg Samenwerking Evaluatie en verantwoording Uitvoering Vaststellen benodigde zorg Processen gezinsvoogdij en voogdij Ondertoezichtstelling (gezinsvoogdij) Voogdij Voogdijbewind / vermogensbeheer Fungeren als AMK Aanvraag subsidie rechtspersonen voogdij/ gezinsvoogdij vreemdelingen bij de Minister van Justitie Tijdelijk besluit uitkering jeugdzorg Bezwaar en beroep Justitiële taken algemeen 70 2

3 1. Verantwoording 1.1 Wettelijk kader voor de selectie van overheidsarchieven Ingevolge artikel 3 van de Archiefwet 1995 (Stb. 1995, 276) dient de overheid haar archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren. Onder 'archiefbescheiden' worden niet slechts papieren documenten verstaan, maar alle bescheiden, ongeacht de drager, die door een overheidsorgaan zijn ontvangen of opgemaakt en naar hun aard bestemd zijn daaronder te berusten. Ook digitaal vastgelegde informatie valt dus onder de werking van de archiefwetgeving. De Bureaus Jeugdzorg zijn privaatrechtelijke organisaties, welke op grond van artikel 5 van de wet op de Jeugdzorg tevens publiekrechtelijke taken en bevoegdheden opgedragen hebben gekregen. Zij ressorteren daardoor onder het regime van de Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO). Zij vallen per 1995 voor het beheren van hun archieven alleen onder de Archiefwet voor zover het hun publiekrechtelijke taak betreft. Om te kunnen vaststellen of archiefbescheiden kunnen en/of mogen worden vernietigd of bewaard moeten blijven, dient een selectielijst te worden vastgesteld. Het in goede en geordende staat bewaren van archiefbescheiden houdt onder meer in dat een overheidsarchief op gezette tijden wordt geschoond. In dat verband schrijft de Archiefwet 1995 (Stb. 1995, 276) zowel een vernietigingsplicht (art. 3) als overbrengingsplicht (art. 12) voor. Beide plichten rusten op degene die de bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt voor het beheer van het desbetreffende archief: de zorgdrager. De verplichting tot overbrenging bepaalt dat de zorgdrager zijn archiefbescheiden die niet voor vernietiging in aanmerking komen en ouder zijn dan twintig jaar ter blijvende bewaring overbrengt naar een archiefbewaarplaats. Wat de archiefbescheiden van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat betreft, is de aangewezen archiefbewaarplaats het Nationaal Archief in Den Haag. Het Nationaal Archief is een onderdeel van de Rijksarchiefdienst (RAD). Deze dienst ressorteert onder de Minister van Onderwijs, cultuur en wetenschappen (OCW) en staat onder leiding van de Algemeen Rijksarchivaris. Specifiek voor jeugdzorgdossiers gelden de Regionale Historische Centra (RHC's) als archiefbewaarplaatsen. 3

4 In verband met de selectie van hun archiefbescheiden zijn zorgdragers op grond van artikel 5 van de Archiefwet 1995 verplicht hiertoe selectielijsten op te stellen. In een selectielijst dient te worden aangegeven welke archiefbescheiden voor vernietiging, dan wel voor blijvende bewaring in aanmerking komen. Voorts dient een selectielijst de termijnen aan te geven, waarna de te vernietigen bestanddelen dienen te worden vernietigd. Een selectielijst is naar haar aard een duurzaam instrument. Het ligt in de rede dat een organisatie een vastgestelde lijst niet eenmalig toepast maar (zo nodig in geactualiseerde vorm) blijft hanteren om de periodieke aanwas van archiefmateriaal te selecteren. Een selectielijst vormt zo een belangrijk onderdeel van het instrumentarium voor het beheer van de documentaire informatievoorziening in een overheidsorganisatie. Bij het ontwerpen van een selectielijst dient krachtens art. 2, lid 1, van het Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995, 671) rekening gehouden te worden met: de taak van het desbetreffende overheidsorgaan; de verhouding van dit overheidsorgaan tot andere overheidsorganen; de waarde van de archiefbescheiden als bestanddeel van het cultureel erfgoed; het belang van de in de bescheiden voorkomende gegevens voor overheidsorganen, recht- of bewijszoekenden en historisch onderzoek. Voorts moeten ingevolge art. 3 van het Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995, 671) bij het ontwerpen van een selectielijst ten minste betrokken zijn: een deskundige op het gebied van de organisatie en taken van het desbetreffende overheidsorgaan; een deskundige ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden van dat orgaan; en (een vertegenwoordiger van) de Algemeen Rijksarchivaris. Vaststellingsprocedure Geldigheidsduur Wat betreft de geldigheidsduur van de selectielijst wordt uitgegaan van de wettelijke periode van twintig jaar vanaf de vaststelling. Dit laat uiteraard onverlet dat de selectielijst (of een bepaald onderdeel daarvan) binnen deze termijn zal komen te vervallen, indien dit mocht worden bepaald bij de vaststelling (via de aangewezen archiefwettelijke weg) van een nieuwe dan wel herziene selectielijst. 4

5 1.2 Opzet en werking van het Basisselectiedocument BSD oorspronkelijke opzet Een BSD is een bijzondere vorm van een selectielijst. In de regel heeft een BSD niet zozeer betrekking op (alle) archiefbescheiden van één (enkele) organisatie, als wel op het geheel van de bescheiden die de administratieve neerslag vormen van het overheidshandelen op een bepaald beleidsterrein. Een BSD kan bestaan uit één of meer selectielijsten, namelijk een selectielijst voor elk van de actoren op het desbetreffende beleidsterrein. Er worden geen handelingen van particuliere actoren in opgenomen. Een BSD wordt in de oorspronkelijke opzet opgesteld op basis van institutioneel onderzoek. In een RIO wordt dan het betreffende beleidsterrein beschreven, evenals de taken en bevoegdheden van de betrokken actoren op dat beleidsterrein. De handelingen van de overheid op het beleidsterrein staan in het RIO in hun functionele context geplaatst. In het BSD zijn de handelingen overgenomen, alleen nu geordend naar de actor. Bovendien is bij elke handeling aangegeven of de administratieve neerslag ervan bewaard dan wel vernietigd moet worden. Door de beleidsterreingerichte benadering komen verschillende aspecten betreffende het beheer van de eigen organisatie van de zorgdrager (personeelsbeleid, financieel beleid, etc.) niet aan bod. Voor het selecteren van de administratieve neerslag die betrekking heeft op de instandhouding en ontwikkeling van de eigen organisaties van overheidsorganen, dienen een aantal zogeheten 'horizontale' BSD's. BSD ontwikkelingen In de loop van de tijd heeft het instrument BSD echter ook steeds meer een organisatiespecifieke toepassing gekregen. De voor de beleidsterreinbenadering benodigde coördinatie en middelen waren niet altijd aanwezig. Met name veel ZBO s, die zelf zorgdrager zijn, hebben hun eigen BSD s opgesteld (ook al vallen hun werkzaamheden onder reeds beschreven beleidsterrein-rio s). In een aantal gevallen is daarbij meteen een institutioneel deel opgenomen, maar dan dus niet als afzonderlijk rapport, maar als integraal onderdeel van het BSD. Het blijft immers noodzakelijk om de belangrijkste (institutionele) ontwikkelingen te vermelden. Dit BSD sluit aan op deze trend en is door de verbinding met het DSP nog meer toegespitst op de praktijk en de werkelijk aanwezige archiefbescheiden. Selectieniveau Het niveau waarop geselecteerd wordt, is niet dat van de stukken zelf, maar dat van de handelingen waarvan die archiefbescheiden de administratieve neerslag vormen. Een BSD is derhalve geen opsomming van (categorieën) stukken, maar een lijst van handelingen van overheidsactoren, waarbij elke handeling is voorzien van een waardering en indien van toepassing een vernietigingstermijn. 1.3 Functies van het BSD Het BSD heeft de volgende functies: de selectielijsten in het BSD bieden de grondslag voor de vernietiging en overbrenging van archiefbescheiden waarvoor een zorgdrager verantwoordelijk is (Archiefwet 1995, art. 5, lid 1); voor de zorgdrager is het BSD van belang voor de bedrijfsvoering als mogelijke basis voor archiefordening volgens bedrijfsprocessen; voor de zorgdrager dient het BSD als verantwoording tegenover de recht- en bewijszoekende burger, die de mogelijkheid heeft tijdens de ter inzage legging invloed uit te oefenen op het bewaar- en vernietigingsbeleid (Archiefbesluit 1995, art. 2, lid 1, onder d). voor de Minister belast met het cultuurbeleid (vertegenwoordigd door de Algemeen Rijksarchivaris) is het BSD de verantwoording inzake het bewaar- en 5

6 vernietigingsbeleid vanuit cultureel-historisch belang (Archiefbesluit 1995, art. 2, lid 1, onder c). 1.4 Selectiedoelstelling en criteria Selectiedoelstelling Het BSD is opgesteld in overeenstemming met de selectiedoelstelling van de RAD/PIVOT. Tijdens de behandeling van de ontwerp-archiefwet 1995 in de Tweede Kamer verwoordde de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC) op 13 april 1994 deze doelstelling als volgt: het mogelijk maken van een reconstructie van de hoofdlijnen van het handelen van de overheid. Door het Convent van Rijksarchivarissen is de selectiedoelstelling vertaald als het selecteren van handelingen van de overheid om bronnen voor de kennis van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig te stellen voor blijvende bewaring. Met het te bewaren materiaal moet het mogelijk zijn om een reconstructie te maken van de hoofdlijnen van het handelen van de rijksoverheid ten opzichte van haar omgeving, maar ook van de belangrijkste historisch-maatschappelijke gebeurtenissen en ontwikkelingen, voor zover deze zijn te reconstrueren uit overheidsarchieven Selectiecriteria Uitgaande van de algemene selectiedoelstelling heeft PIVOT in 1998 een (gewijzigde) lijst van algemene selectiecriteria geformuleerd. Met behulp van die algemene criteria wordt in een BSD een waardering toegekend aan de handelingen die door middel van het institutioneel onderzoek of een andere contextbeschrijving in kaart zijn gebracht. De algemene selectiecriteria van PIVOT zijn positief geformuleerd; het zijn bewaarcriteria. Is een handeling op grond van een criterium gewaardeerd met B ( blijvend te bewaren ), dan betekent dit dat de administratieve neerslag van die handeling te zijner tijd geheel dient te worden overgebracht naar het Nationaal Archief. De neerslag van een handeling die niet aan een van de selectiecriteria voldoet, wordt op termijn vernietigd. De waardering van de desbetreffende handeling luidt dan V ( vernietigen ), onder vermelding van de periode waarna de vernietiging dient plaats te vinden. De neerslag die uit dergelijke handelingen voortvloeit, is dus niet noodzakelijk geacht voor een reconstructie van het overheidshandelen op hoofdlijnen. Overigens verlangt artikel 5, onder e van het Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995, 276) dat selectielijsten de mogelijkheid bieden om neerslag die met een V is gewaardeerd in exceptionele gevallen te bewaren op grond van een uitzonderingscriterium. PIVOT heeft daarom het volgende uitzonderingscriterium geformuleerd: Ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 kan neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde handelingen betreffende personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd. Om de selectiedoelstelling te bereiken, worden de handelingen in het BSD gewaardeerd aan de hand van de algemene selectiecriteria, zoals deze op de volgende pagina staan vermeld. Algemeen selectiecriterium 1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen Toelichting Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten. 6

7 2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen 3. Handelingen die betrekking hebben op verantwoording van beleid op hoofdlijnen aan andere actoren Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieruit worden niet perse consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid. Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie. 4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan. 5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt 6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken. Bijvoorbeeld in het geval de ministeriele verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving. Naast de algemene criteria kunnen er in een BSD, eveneens binnen het kader van de selectiedoelstelling, beleidsterreinspecifieke criteria worden geformuleerd. Daar de noodzaak hiertoe niet aanwezig werd geacht, is in dit BSD de mogelijkheid om specifieke selectiecriteria te formuleren niet benut. Wel kan ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde handelingen betreffende personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd. De archiefbescheiden die niet voor blijvende bewaring in aanmerking komen, worden gewaardeerd met een V (= op termijn te vernietigen). In het algemeen geldt dat deze bewaartermijn ingaat op het moment dat het desbetreffende dossier is gesloten. In de meeste gevallen wordt dit in de selectielijst niet nog eens aangegeven. In bepaalde gevallen is het echter noodzakelijk om wel een expliciete nadere aanduiding te geven Steekproef te bewaren cliëntdossiers Van de patiëntdossiers van de Bureaus Jeugdzorg (BJZ) zal een steekproef worden bewaard. Het betreft een uitzondering van vernietiging overeenkomstig artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit Het betreft zowel een selecte als een aselecte steekproef. De selecte steekproef houdt in dat alle Bureaus Jeugdzorg cliëntdossiers bewaren van de zaken die veel publiciteit, Kamervragen en eventueel ook beleidswijzigingen tot gevolg hebben gehad. Hierbij wordt gedacht aan zaken zoals: zeilmeisje Laura Dekker, meisje van Nulde (Rowena Rikkers) en Savanna. Verder worden ook cliëntdossiers van vernietiging uitgezonderd waarin zaken voorkomen die hebben geleid tot aanpassing van het beleid van de Bureaus. Dit zal niet altijd meer voor 7

8 reeds afgesloten dossiers mogelijk zijn, maar wel voor bij vaststelling van het BSD nog openstaande dossiers. Daarnaast zal bij enkele Bureaus Jeugdzorg een aselecte steekproef cliëntdossiers worden bewaard. Deze steekproef zal worden bewaard bij de volgende bureaus: BJZ Agglomeratie Amsterdam, BJZ Noord-Holland, BJZ Flevoland, BJZ Zeeland, BJZ Haaglanden en BJZ Stadsregio Rotterdam. Het gaat om de bureaus van de drie de grote steden en één bureau per regio (noord, midden, zuid). De precieze omvang van de steekproef zal per bureau verschillen, aangezien de totale omvang cliëntdossiers per bureau verschilt. De nadere uitwerking van het waarderingsbesluit om een steekproef cliëntdossiers te bewaren zal dan ook buiten dit BSD plaatsvinden, in overleg met de archiefbewaarplaats waar de dossiers naar zullen worden overgebracht. De steekproef cliëntdossiers omvat de volgende in het BSD opgenomen handelingen: 2, 3, 5, 6, 7, 8, 23, 24, 30, 29, 42, 44, 50, 59, 60, 61, 62, 66, 67, 68, 69, 70, 71, 72, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 111, 112, 113, 114, 115, 116, 117, 128, 129, 130, 131, 132,

9 2. Verantwoording specifiek op Jeugdzorg De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is samen met de minister van Justitie verantwoordelijk voor het beleidsterrein jeugdzorg. Jeugdzorg omvat voorzieningen voor kinderen en ouders met opgroei- en opvoedingsproblemen. Belangrijke deelbeleidsterreinen van de jeugdzorg zijn jeugdhulpverlening, jeugdbescherming en jeugdreclassering. De minister VWS heeft de zorg voor mensen in een gezonde samenleving tot taak. Een onderdeel van deze taak richt zich specifiek op welzijn: het versterken van de sociale infrastructuur. Jeugdzorg is een belangrijk onderdeel van het sociale beleid. Bureau Jeugdzorg is de toegangspoort tot de jeugdzorg 1. De minister van Justitie (vanaf oktober 2010 ministerie van Veilgheid & Justitie; waar Justitie staat wordt (mede) Veiligheid en Justitie bedoeld) heeft tot taak de orde in de samenleving te bevorderen, zodat rechtvaardigheid, veiligheid en saamhorigheid voorop staat. Jeugdbescherming is een onderdeel van deze taak. Jeugdigen moeten zich op een gezonde en evenwichtige manier kunnen ontwikkelen tot een zelfstandige volwassene. In situaties waarin de ontwikkeling van een kind wordt bedreigd, voert de Raad voor de Kinderbescherming, onderzoek uit en kan de Raad zich tot de rechter wenden voor het opleggen van een kinderbeschermingsmaatregel 2. De maatregelen op het gebied van kinderbescherming en jeugdreclassering worden met ingang van de Wet op de jeugdzorg uitgevoerd door Bureau Jeugdzorg 3. Voor een beschrijving van het handelen van de minister van VWS en zijn rechtsvoorgangers op het gebied van het jeugdwelzijnsbeleid in de periode wordt verwezen naar het RIO Schappelijk Welzijn op Maat: Een institutioneel onderzoek naar beleidsterreinen binnen het taakgebied welzijn, Voor een uitgebreide beschrijving van het handelen van de minister van Justitie op het gebied van justitiële jeugdzorg in de periode wordt verwezen naar het RIO Kinderbescherming en Justitiële Jeugdzorg: Een institutioneel onderzoek naar de deelbeleidsterreinen gezag over minderjarigen, adoptie, jeugdbescherming en jeugdstrafrecht over de periode In de komende hoofdstukken worden de handelingen op het gebied van jeugdzorg die zijn en worden verricht door Bureau Jeugdzorg en haar rechtsvoorgangers, de (gezins)voogdijinstellingen, in de periode beschreven. Van andere actoren die taken verrichten op het gebied van jeugdzorg zijn geen handelingen opgenomen. Dit betekent onder andere dat in dit onderzoek geen handelingen zijn opgenomen van de Raad voor de Kinderbescherming, maar wel handelingen van Bureau Jeugdzorg ten opzichte van de Raad 1 Ministerie van VWS, Dossier Jeugdzorg, Website ministerie van VWS; beschikbaar op: 2 Raad van de Kinderbescherming, Website: 3 Ministerie van Justitie, Jeugdbescherming, Website ministerie van Justitie; beschikbaar op: 9

10 voor de Kinderbescherming, bijvoorbeeld het rapporteren aan de Raad voor de Kinderbescherming. De selectielijst is als volgt opgebouwd: Eerst wordt in het hoofdstuk Verantwoording in het algemeen het wettelijke kader voor selectie beschreven, de opzet, werking en functies van BSD s uitgelegd en vervolgens een toelichting gegeven op de selectiedoelstellingen en criteria. In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de specifieke verantwoording voor handelingen van de Bureau Jeugdzorg, een leeswijzer gegeven bij het BSD en de bepalingen uit het privacyreglement van de Bureaus Jeugdzorg weergegeven. In het hoofdstuk Historisch overzicht van het beleidsterrein wordt beschreven hoe en wanneer het beleidsterrein is ontstaan, welke doelstellingen de overheid heeft en heeft gehad op het beleidsterrein, welke beleidsinstrumenten de overheid hanteert of heeft gehanteerd en welke actoren op het beleidsterrein actief zijn of zijn geweest. Het hoofdstuk Handelingen bevat alle handelingen die Bureau Jeugdzorg verricht en heeft verricht op het beleidsterrein jeugdzorg. De handelingen zijn onderverdeeld in de periode 1995 tot en met 2004 en de periode vanaf Vanaf 2005 is de nieuwe wetgeving Jeugdzorg van kracht Leeswijzer bij het Basisselectiedocument Het Basisselectiedocument (BSD) dat op de volgende pagina s staat uitgeschreven, is een opsomming van handelingen van het archiefvormende orgaan. Deze handelingen (werkprocessen) zijn uitgesplitst naar categorie; de categorie-indeling is gebaseerd op die welke in het Documentair Structuurplan is gehanteerd. Voor elke handeling is er een zgn. handelingenblok. Dit is een tabel met de belangrijkste gegevens met betrekking tot de handeling, waarmee het mogelijk is de handeling en de daar bijhorende documentaire neerslag te plaatsen en te waarderen. De handelingenblokken beschrijven in hun meest uitgebreide vorm de volgende items: (X) Actor Dit is het volgnummer van de handeling. Dit nummer is uniek voor de handeling in combinatie met het beleidsterrein en wordt in het basis selectiedocument (BSD) overgenomen. Hier staat het orgaan dat formeel verantwoordelijk is voor de uitvoering van de handeling. Wanneer meerdere organen (deels) tegelijkertijd dezelfde handeling verrichten, worden deze actoren onder elkaar gezet. De vermelde jaartallen geven de periode aan waarin de actor verantwoordelijk was/is voor het verrichten van de handeling. Bijvoorbeeld: Minister van Justitie ( ) Minister van Buitenlandse Zaken ( ) Handeling Dit is een complex van activiteiten die een actor verricht ter vervulling van een taak of op grond van een bevoegdheid. Veelal levert een handeling een product naar de omgeving op. In de praktijk komt een handeling meestal overeen met een procedure of een werkproces. 10

11 Periode Hier staat het tijdvak vermeld gedurende welke jaren de handeling is verricht. Is geen specifiek beginjaar bekend, dan wordt een beginjaar geschat, of genoemd. Wanneer er geen eindjaar staat vermeld wordt de handeling op het moment van het verschijnen van het RIO nog steeds uitgevoerd. Een handeling krijgt pas een eindjaar wanneer de grondslag is ingetrokken of wanneer een handeling niet meer wordt verricht. Het kan voorkomen dat op basis van wet- en regelgeving geformuleerde handelingen (nog) niet worden uitgevoerd. Ter completering van de context worden ook deze handelingen opgenomen. Grondslag Product Dit is de wettelijke basis op grond waarvan de actor de handeling verricht. Wanneer er geen wettelijke grondslag voor een handeling bestaat, kan de bron (interne regelgeving, beleidsnota s, etc.) worden genoemd waarin de betreffende handeling staat vermeld. Hier staat het product vermeld waarin de handeling resulteert of zou moeten resulteren. De opsomming geeft een indicatie van de producten en is niet altijd uitputtend. Vaak wordt volstaan met een algemeen omschreven eindproduct. Indien niet duidelijk is in welke soort documentaire neerslag een handeling resulteert of heeft geresulteerd, of als uit de beschrijving van de handeling al duidelijk is welk product de handeling oplevert, ontbreekt dit item. Waardering Opmerking Waardering van de handeling als B (bewaren) of V (vernietigen). Indien vernietigen, dan vermelding van de vernietigingstermijn. Indien bewaren, dan vermelding van het gehanteerde selectiecriterium. Eventueel een nadere toelichting op de waardering. N.B.: De bewaartermijn begint normaliter te lopen na sluiting dossier/bestand. Bij bepaalde archiefbescheiden is het echter noodzakelijk gebleken het moment van ingaan van de bewaartermijn nader te specificeren. Dit is met name het geval bij de dossiers die samenhangen met de Nederlandse en Europese toelatingen (middeldossiers, stofdossiers, rapporten). Deze aanvullende informatie wordt slechts vermeld wanneer (een onderdeel van) het handelingenblok toelichting behoeft Geraadpleegde wet- en regelgeving Hieronder volgt een overzicht van geraadpleegde wet- en regelgeving, geraadpleegde literatuur en overige bronnen en geraadpleegde beleidsdeskundigen. Eerste Kamer der Staten-Generaal, Vergaderjaar Nr regeling van de aanspraak op, de toegang tot en de bekostiging van jeugdzorg (Wet op de jeugdzorg) gewijzigde voorstel van de wet, 24 juni 2003 Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, Jaargang Wet van 22 april 2004, houdende regeling van de aanspraak op, de toegang tot en de bekostiging van jeugdzorg (Wet op de jeugdzorg) Besluit, houdende regeling van de verwerking van gegevens voor een samenhangend jeugdzorgbeleid op grond van de Wet op de jeugdzorg (Besluit beleidsinformatie jeugdzorg), Augustus

12 Besluit advies - en meldpunten kindermishandeling (grondslag artikelen 34b en 35, eerste lid, Wet op de jeugdhulpverlening) Besluit gegevensverstrekking jeugdhulpverlening (Grondslag Artikel 56, tweede lid, Wet op de jeugdhulpverlening) Besluit kwaliteitsregels jeugdhulpverlening (Grondslag Artikel 35, eerste lid, Wet op de jeugdhulpverlening) Besluit kwaliteitsregels en taken voogdij - en gezinsvoogdij-instellingen (Grondslag Artikel 60, vierde lid, Wet op de jeugdhulpverlening) Geraadpleegde literatuur en andere bronnen Stukken BJz: Notitie betekenis van het bestuursrecht voor de Bureaus Jeugdzorg bij de uitoefening van hun taak, Arianne Westhuis, referentie 03/04817, 24 november 2003 Referentiewerkmodel Statuten e.d. Protocollenboek gezinsvoogdij, voogdij Protocol van handelen AMK Stroomschema s, takenlijsten en voorbeelddocumenten IJ Kwaliteitshandboek Gegevenswoordenboek jeugdzorg Visiedocument bureaus jeugdzorg Beleidskader Wet op de jeugdzorg Kinderbescherming en Justitiële Jeugdzorg: Een institutioneel onderzoek naar de deelbeleidsterreinen gezag over minderjarigen, adoptie, jeugdbescherming en jeugdstrafrecht over de periode Schappelijk welzijn op maat Voortgangsrapportage Jeugdzorg Informatiebrochure Wet op de jeugdzorg Memorie van Toelichting Wijziging Wet op de Jeugdhulpverlening in verband met de advies- en meldpunten kindermishandeling, Kamerstuk 27842, nr. 3 Nieuwsbrieven jeugdzorg Informatieprotocol Beleidsinformatie Jeugdzorg Website VWS (zie voetnoot elders) Website Justitie (zie voetnoot elders) Geraadpleegde beleidsdeskundigen Ambulante Jeugdbescherming & jeugdhulpverlening Leger des Heils (AJL) / AJL- VVP (Voorziening voor Pleegzorg) Leusden H. Twilt Beleidsmedewerker Maatschappelijk Ondernemers Groep (MO-groep) Utrecht Dhr. Drs. J. Franssen Mw. Mr. A. A. Westhuis Senior Beleidsmedewerker Juridische zaken Stichting Jeugdzorg Drenthe / Stichting Bureau Jeugdzorg Drenthe C. Wierda Algemeen Directeur Stichting Bureau Jeugdzorg Flevoland H. Oort 12

13 Stichting Bureau Jeugdzorg Friesland Dhr. K.J. van der Heide Stichting Bureau Jeugdzorg Gelderland Dhr. M. Hogenboom Staffunctionaris Kwaliteit en Beleid Stichting Bureau Jeugdzorg Groningen Mw. A. B. Wolbert Stichting Bureaus Jeugdzorg Haaglanden / Zuid-Holland Dhr. P. Baeten Regiomanager Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Dhr. Drs. A.P.M. PontAlgemeen Beleidsmedewerker Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg Dhr. W. Dorrestijn Manager Veranderingsprocessen Dhr. Mr. H. Engels Jurist Mevr. J. van Harten-Oudijk Lid Raad van Bestuur Dhr. S. Paas Centrale Staffunctionaris Opleidingen Dhr. G. van der Straat Secretaris Raad van Bestuur Mevr. M. van de Ven Beleidsmedewerker Kwaliteit Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant Dhr. Mr. W. Bekker Juridisch Stafmedewerker CB Mevr. A. Breuers Stafmedewerker Kwaliteit CB Dhr. J. Hooglander Beleidsmedewerker Algemeen Mevr. M. Koning Directeur Mevr. Y. Levens Juridisch Administratief Medewerker Historie, Handelingen, Dossierbeheer Dhr. T. van Montfort Unitmanager Jeugdbescherming Helmond Mevr. Mr. A. Prins Juridisch Stafmedewerker Dhr. S. Smeulders Afdelingshoofd Informatie en Beheer Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Holland Mw. Drs. I. Degen Secretaris Raad van bestuur (a.i.) Stichting Bureau Jeugdzorg Overijssel F Israels Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam Mw. J.S.S.H. Vermeer Directeur Stichting Bureau Jeugdzorg Utrecht Mw. J. de Vries Directiesecretariaat Stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland Mw. J.W. Steenhuis Secretaresse Raad van Bestuur 13

14 2.3 Bepalingen privacyreglement Bureaus Jeugdzorg Hieronder wordt de tekst van de artikel 18 en 19 van het privacyreglement van de Bureaus Jeugdzorg weergegeven. Het privacyreglement geldt voor alle cliëntdossiers van Bureau Jeugdzorg. Daar waar in deze selectielijst de waardering wordt weergeven met V= artikel privacyreglement dan worden daar onderstaande artikelen mee bedoeld. De gehele tekst van het privacyreglement Bureaus Jeugdzorg is te vinden op de selectielijst wordt dan verwezen naar V- artikel 18 en 19 privacyreglement. Artikel 18. Bewaren van persoonsgegevens 1. Na beëindiging van de hulpverlening wordt het dossier ondergebracht in het archief van Bureau Jeugdzorg. Op de verwerking van persoonsgegevens die zijn ondergebracht in het archief, is het bepaalde in dit Privacyreglement onverkort van toepassing. 2. Onverminderd het derde, vierde en vijfde lid en artikel 19, bewaart Bureau Jeugdzorg het dossier van een cliënt gedurende vijftien jaar, te rekenen vanaf het tijdstip waarop de hulpverlening is afgesloten. 3. Bureau Jeugdzorg bewaart het dossier van de jeugdige die onder toezicht dan wel onder voogdij van Bureau Jeugdzorg heeft gestaan tien jaar, te rekenen vanaf het tijdstip waarop de hulpverlening is afgesloten, doch ten minste tot meerderjarigheid van de jeugdige. Voor zover aannemelijk gemaakt kan worden dat het bewaren van het dossier een bijdrage kan leveren aan het beëindigen van een mogelijke situatie van kindermishandeling, of van belang kan zijn voor een situatie waarin een maatregel met betrekking tot het gezag over een minderjarige overwogen dient te worden, bewaart Bureau Jeugdzorg het dossier zoveel langer tot het jongste kind van het gezin waartoe de - inmiddels meerderjarige - jeugdige behoort en met welk gezin Bureau Jeugdzorg bemoeienis heeft gehad, meerderjarig is geworden. 4. Bureau Jeugdzorg vernietigt het dossier na de in het derde lid genoemde termijn pas nadat de inmiddels meerderjarige jeugdige inzage in en/of afschrift van zijn persoonsgegevens heeft gehad, dan wel schriftelijk kenbaar heeft gemaakt geen inzage en/of afschrift te wensen en verzoekt om vernietiging van de gegevens. De bewaartermijn is echter niet langer dan dertig jaar na meerderjarig worden van de jeugdige. 5. Bescheiden in dossiers die in het kader van de uitvoering van taken van het Adviesen Meldpunt Kindermishandeling zijn aangelegd, bewaart Bureau Jeugdzorg tot het jongste kind van het gezin waartoe de jeugdige behoort en met welk gezin Bureau Jeugdzorg bemoeienis heeft gehad, meerderjarig is geworden, een en ander voor zover aannemelijk gemaakt kan worden dat het bewaren een bijdrage kan leveren aan het beëindigen van een mogelijke situatie van kindermishandeling, of van belang kan zijn voor een situatie waarin een maatregel met betrekking tot het gezag over een minderjarige overwogen dient te worden. Artikel 19. Vernietiging van persoonsgegevens op verzoek 1. Bureau Jeugdzorg vernietigt de door haar bewaarde bescheiden binnen drie maanden na een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van degene op wie de bescheiden betrekking hebben. 2. Het eerste lid geldt niet voor zover het verzoek bescheiden betreft waarvan redelijkerwijs aannemelijk is dat de bewaring van aanmerkelijk belang is voor een ander dan de verzoeker, alsmede voor zover het bepaalde bij of krachtens de wet zich tegen vernietiging verzet. 3. Het verzoek van een cliënt zoals bedoeld in het eerste lid, wordt niet ingewilligd indien deze: a. jonger is dan 12 jaren, of b. de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt en niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen terzake. 4. In de gevallen bedoeld in het derde lid, kan het verzoek door een wettelijk vertegenwoordiger worden gedaan. 14

15 3. Historisch overzicht van het beleidsterrein Deze beschrijving van de ontwikkeling van het beleidsterrein jeugdzorg gaat met name in op de ontwikkeling van de rechtsvoorgangers van het Bureau Jeugdzorg tot de huidige Bureaus Jeugdzorg. Op het beleidsterrein jeugdzorg spelen uiteraard nog meer actoren een rol, zoals de Raad voor de Kinderbescherming. Deze actoren worden alleen zijdelings vermeld in de beschrijving. In de beschrijving worden diverse termen gehanteerd. Van belang is het onderscheid tussen kinderbescherming, jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdhulpverlening. Kinderbescherming In de eerste helft van de 20 e eeuw werd in wetten en literatuur gesproken van kinderbescherming. Kinderbescherming is altijd een vorm van gedwongen hulpverlening geweest: er is sprake van een door Justitie afgedwongen (poging tot) correctie van gedrag. Tegenwoordig wordt aan kinderbescherming een specifiekere betekenis gegeven, bijvoorbeeld de maatregelen van kinderbescherming en de Raad voor de Kinderbescherming. Voorheen omvatte kinderbescherming de huidige beleidsterreinen jeugdbescherming, jeugdreclassering, voogdij, adoptie en jeugdhulpverlening Jeugdzorg Tegenwoordig worden alle initiatieven op het gebied van jeugdreclassering en jeugdhulpverlening aangeduid onder de verzamelterm jeugdzorg. Jeugdbescherming is geen jeugdzorg, het valt wel onder de wet op de jeugdzorg. De Wet op de jeugdzorg omschrijft jeugdzorg als ondersteuning van en hulp aan jeugdigen, hun ouders, stiefouders of anderen, die een jeugdige als behorende tot hun gezin verzorgen en opvoeden, bij opgroeiof opvoedingsproblemen of dreigende zodanige problemen (artikel 1c Wjz). Jeugdbescherming Jeugdbescherming is de opvolgterm voor kinderbescherming. Binnen Bureau Jeugdzorg wordt jeugdbescherming gezien als het opgelegde/gedwongen gedeelte van de jeugdzorg. Het omvat de taak ondertoezichtstelling en de taak voogdij. De taak jeugdreclassering wordt daar gemakshalve ook toe gerekend alhoewel deze taak naadloos op het begrip (civiele) jeugdbescherming aansluit. Jeugdbescherming is immers niet gezagsbeperkend of gezagsinvullend, maar grijpt daarentegen wel direct in het leven van jeugdige alsmede de leefwereld rondom hen in en beperkt zodoende op strafrechtelijke basis de handelingsvrijheid van de minderjarige. Jeugdhulpverlening De Wet op de Jeugdhulpverlening definieert jeugdhulpverlening als activiteiten gericht op het bij jeugdigen voorkomen, verminderen of opheffen van problemen of stoornissen van lichamelijke, geestelijke, sociale of pedagogische aard die hun ontwikkeling naar volwassenheid ongunstig kunnen beïnvloeden (artikel 1c WJHV). Binnen Bureau Jeugdzorg wordt de term gehanteerd voor het vrijwillige gedeelte van de jeugdzorg, de ambulante jeugdzorg. 3.1 Historische beschrijving voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen Deze paragraaf beschrijft de ontwikkelingen die er zijn geweest in de jeugdzorg vanaf het moment dat de eerste kinderwetten werden vastgesteld tot en met de vorming van de Bureaus Jeugdzorg vanaf 2000 tot aan de invoering van de Nieuwe Wet op de Jeugdzorg op 1 januari

16 1905: Eerste kinderwetten In de 19 e eeuw was de overheid nog niet actief op het gebied van jeugdzorg. De overheid bleef destijds zoveel mogelijk uit de private sfeer van mensen en greep niet in. Op het gebied van kinderbescherming waren er veel particuliere en kerkelijke initiatieven. Er ontstonden diverse stichtingen en verenigingen die zich richtten op de verzorging van hulpbehoevende minderjarigen. Deze stichtingen en verenigingen stimuleerden de overheid steeds meer zich te gaan bemoeien met de kinderbescherming in zijn algemeenheid, voornamelijk omdat de particuliere stichtingen en verenigingen volledig afhankelijk waren van de medewerking van ouders waar het kinderbescherming betrof. Er waren geen wettelijke maatregelen waarmee ingrijpen kon worden afgedwongen. Daarnaast maakten de stichtingen en verenigingen zich zorgen over de toenemende jeugdcriminaliteit. Er moesten wettelijke mogelijkheden komen om in te grijpen in de opvoeding. In 1905 vond een omslag in het denken op kinderbeschermingsgebied plaats. De minister van Justitie diende drie Kinderwetten aan, die door het Parlement werden goedgekeurd. de Burgerlijke Kinderwet (Stb. 62/1901), die drie maatregelen van kinderbescherming introduceerde: ontheffing uit de ouderlijke macht of voogdij, ontzetting uit de ouderlijke macht of voogdij en voorlopige toevertrouwing aan Voogdijraden. De maatregelen van kinderbescherming konden worden opgelegd indien ouders niet voldeden aan de verplichting hun kinderen te verzorgen, op te voeden en te onderhouden. de Kinderstrafwet (Stb. 63/1901), die voorzag in twee speciale straffen en maatregelen voor minderjarigen: opsluiting in een tuchtschool en toevertrouwing aan de regering. De Kinderbeginselenwet (Stb. 64/1901), een wet die voorzieningen ter uitvoering van de maatregelen van kinderbescherming regelde, zoals de toekenning van bevoegdheden en subsidie aan inrichtingen of gestichten en voogdij-instellingen. De overheid trad niet in de plaats van de bestaande verenigingen, stichtingen en instellingen van weldadigheid. De particuliere organisaties, waaronder de voogdij-instellingen, bleven verantwoordelijk voor de uitvoering van het kinderbeschermingswerk. Een belangrijke consequentie van de Burgerlijke Kinderwet was de introductie van Voogdijraden. De Voogdijraden werden later Raden voor de Kinderbescherming. In ieder arrondissement werd een voogdijraad opgericht, die intermediair was tussen overheid en de particuliere verenigingen en stichtingen. In het Burgerlijk Wetboek werd de taak van de Voogdijraden vastgelegd. 4 Belangrijke taken waren het toezicht houden op kinderen die onder voogdij van een rechtspersoon stonden, het verzoeken om maatregelen en het adviseren over het opleggen van de maatregelen. De Kinderbeginselenwet en de aanhangende AMvB Kinderbeginselenbesluit (Stb. 209/1905) stelden algemene voorwaarden aan voogdij-instellingen om aanvaard te worden door het ministerie van Justitie en subsidie te kunnen aanvragen ten behoeve van pupillen die onder hun voogdij waren geplaatst. De voogdij-instellingen hadden de volledige verantwoordelijkheid voor verzorging en opvoeding van jeugdigen over wie ze voogdij voerden. 1922: invoering kinderrechter en OTS In 1922 werd de kinderrechter ingevoerd, en werd een nieuwe maatregel voor de kinderbescherming vastgesteld: de ondertoezichtstelling van minderjarigen (OTS). 5 Kinderrechters konden kinderen die met zedelijke of lichamelijke ondergang bedreigd werden zodoende via een minder vergaande kinderbeschermingsmaatregel dan ontneming van het gezag kinderen onder hun toezicht stellen. De gezinsvoogdij-instellingen werden bij invoering van de OTS direct betrokken bij de uitvoering ervan. De kinderrechter stelde een 4 Burgerlijk Wetboek (1901): artikel 385b, Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd bij wet (Stb. H232/1947): artikel 461 e.v. 5 Wet van 5 den juli 1921 (Stb. 834), houdende invoering van den kinderrechter en van de ondertoezichtstelling van minderjarigen 16

17 gezinsvoogd aan. Dit kon een gezinsvoogdij-instelling of een particulier zijn. De gezinsvoogd hield toezicht op de ontwikkeling van het kind, gaf de ouders aanwijzingen over de verdere opvoeding en verzorging en hield de kinderrechter op de hoogte van de ontwikkeling van het kind. 1950: Nadere regelgeving voogdij-instellingen Het Besluit van 31 oktober 1950 (Stb. K 468) gaf, naast de bestaande regelgeving in de Kinderbeginselenwet en het Kinderbeginselenbesluit, nadere voorwaarden voor voogdijinstellingen. Het besluit gaf onder andere regels met betrekking tot het bijhouden van aantekeningen over iedere pupil en het verslag doen van de werkzaamheden aan de minister van Justitie. 1965: Beginselenwet voor de kinderbescherming In 1965 werden de bepalingen voor minderjarigen in het Wetboek van Strafrecht en de Kinderbeginselenwet vervangen door nieuwe wetgeving. Dit betrof de Wet van 9 november 1961 tot herziening van het kinderstrafrecht en het kinderstrafprocesrecht (Stb. 402/1961) en de Beginselenwet voor de kinderbescherming (Stb. 403/1961). De gezinsvoogdij-instellingen werden vanaf 1965 net als de voogdij-instellingen aan een aanvaardingsprocedure onderworpen en gesubsidieerd. De voorwaarden omtrent aanvaarding waren opgenomen in het Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964). Deze voorwaarden waren van toepassing op de gezinsvoogdij-instellingen en de voogdij-instellingen. Het betrof voorwaarden met betrekking tot: het personeel; de meldingsplicht voor wijzigingen van statuten, stichtingsbrieven of reglementen en wijzigingen in het bestuur en personeel; het verstrekken van inlichtingen omtrent de werkzaamheden aan de minister van Justitie, door hem aan te wijzen ambtenaren en de Raad; het bijhouden van een nauwkeurige gespecificeerde financiële administratie; het laten controleren van de financiële administratie door een accountant; het afleggen van financiële verantwoording en het jaarlijks verslag uitbrengen van de werkzaamheden aan de minister van Justitie; het bijhouden van een dossier over iedere minderjarige; het bijhouden van een register waarin gegevens over gezinsvoogden, patroons en toezichthouders werden vastgelegd. In de Beginselenwet voor de kinderbescherming waren de taken van de gezinsvoogdijinstellingen opgenomen: zorg dragen voor dagelijkse leiding aan, en het leveren van raad en bijstand aan de patroons, gezinsvoogden en toezichthouders; daarbij gebruik maken van deskundigen wanneer dat nodig is; toezien op geregelde rapportage door patroons, gezinsvoogden en toezichthouders; voldoen aan verzoeken van de kinderrechter of de Raad voor de Kinderbescherming om een persoon op te geven die voor benoeming tot gezinsvoogd in aanmerking komt; voldoen aan verzoeken van de kinderrechter om advies over benoeming van een gezinsvoogd; voldoen aan verzoeken van de kinderrechter om inlichtingen tijdens de duur van de ondertoezichtstelling; voldoen aan de opdrachten van de rechter of de minister van Justitie tot het verlenen van hulp en steun terzake de naleving der voorwaarden, opgelegd aan vervroegd of voorwaardelijk vrijgelatenen : Integratie vrijwillig en gedwongen hulpverlening: Wet op de Jeugdhulpverlening De kinderbescherming was een vorm van gedwongen hulpverlening: er is sprake van een door Justitie afgedwongen maatregel op basis waarvan kan worden ingegrepen in de opvoeding en verzorging van een kind. De overige hulpverlening aan jongeren vond plaats 17

18 op basis van vrijwilligheid. De formele verhouding tussen verzorgers en kinderen bleef ongewijzigd. Vanaf 1971 drongen diverse commissies en werkgroepen aan op een betere coördinatie van de vrijwillige en gedwongen hulp. Vanaf 1978 werd een interdepartementaal beleid gevoerd. In 1986 trad een belangrijke wijziging in de structuur van de kinderbescherming op. De particuliere inrichtingen voor de kinderbescherming werden met ingang van 1 januari 1987 overgedragen van de minister van Justitie, aan de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC). 6 Het verzorgen en begeleiden van jongeren in internaten en tehuizen werd gezien als jeugdhulpverlening en derhalve als een taak van de minister van WVC. In 1989 werd de jeugdhulpverlening ingrijpend gewijzigd met de komst van de Wet op de Jeugdhulpverlening (Wjhv) (Stb. 358/1989). De instellingen voor de jeugdbescherming, de (gezins)voogdij-instellingen, werden opgenomen in deze wet. De jeugdbescherming werd op deze manier duidelijker ingebed in het geheel van de jeugdhulpverlening. De minister van welzijn is primair verantwoordelijk voor deze wet. De minister van Justitie bleef politiek (mede) verantwoordelijk voor een aantal uitvoerende instanties. De voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen bleven onder de uitsluitende verantwoordelijkheid van de minister van Justitie vallen. De Wjhv had tot gevolg dat het plaatsingssysteem binnen de jeugdhulpverlening grondig wijzigde, ook waar het plaatsingen op grond van een justitiële maatregel van kinderbescherming betreft. Plaatsingen werden voortaan op regionaal niveau georganiseerd. Er was voortaan sprake van plaatsende instanties: bij wet of AMvB aangewezen instanties, die erkend moesten zijn door Provinciale Staten. Van rechtswege zijn de Raad voor de Kinderbescherming en de (gezins)voogdij-instellingen erkend als plaatsende instanties. De plaatsende instanties droegen zorg voor: het onderzoek naar de problemen en/of stoornissen van de jeugdige, waarbij wordt vastgesteld welke hulpverlening noodzakelijk is; de evaluatie van de hulpverlening, waarbij vastgesteld wordt of de hulpverlening, eventueel elders, moet worden voortgezet; de vaststelling van de termijn van de hulpverlening. Uitvoerders, RIAGG en de Raden voor de kinderbescherming werkten samen in regionale samenwerkingsverbanden, die de werkzaamheden van de diverse instanties binnen de regio die zich bezig houden met de jeugdhulpverlening coördineren. Per regio werd een jeugdhulpadviesteam benoemd, met vier taken: het op verzoek stellen van een diagnose in jeugdhulpverleningszaken waarin een multidisciplinaire aanpak noodzakelijk is; het op verzoek adviseren van de plaatsende instantie omtrent de aard van de noodzakelijk geachte hulpverlening; het op verzoek adviseren van de rechter, bij toepassing van OTS met uithuisplaatsing of het jeugdstrafrecht; het bijhouden van de registratie van aanvang en beëindiging van secundaire hulpverlening voor pleegzorg, semi-residentiële en residentiële hulpverlening. Het Besluit kwaliteitsregels en taken voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen (Stb. 354/1990) bevatte nadere regels ter uitvoering van de taak van de (gezins)voogdij-instellingen. De (gezins)voogdij-instellingen waren voortaan verplicht een werkplan op te stellen en jaarlijks te bezien of het werkplan moest worden gewijzigd. Daarnaast moest voortaan een hulpverleningsplan worden opgesteld voor een jongere en moest bij beëindiging van de taak een eindrapport worden toegevoegd aan het hulpverleningsplan. 6 Besluit van 23 december 1986, houdende de herindeling van de ministeriële taak met betrekking tot particuliere residentiële hulpverlening 18

19 1995: wijziging OTS In 1995 werd de OTS gewijzigd. 7 Deze wijziging had ingrijpende gevolgen voor de (gezins)voogdij-instellingen. De kinderrechter raakte de leiding over de OTS formeel kwijt. De OTS wordt niet meer opgedragen aan een gezinsvoogd, maar het kind wordt ondertoezicht geplaatst van een gezinsvoogdij-instelling. De gezinsvoogdij-instellingen mochten bepalen of verlenging van de OTS nodig was. Bij positieve verantwoording diende zij hiertoe een verzoek in bij de Kinderrechter. Indien de gezinsvoogdij-instelling van mening was dat verlenging niet nodig was, moest dit worden gemeld aan de Raad voor de Kinderbescherming. Die kon dan, als ze het er niet mee eens was, zelf een verzoek tot continuering van de OTS-maatregel bij de kinderrechter indienen. De wijziging van de Wet van 26 april 1995 tot herziening van de maatregel van OTS van minderjarigen legde de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de jeugdbescherming bij de gezinsvoogdij-instellingen. De gezinsvoogdij-instellingen werden voor bepaalde handelingen bestuursorganen in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht. De instellingen die taken uitvoerden op het gebied van jeugdbescherming organiseerden zich, vooruitlopend of anticiperend op de wetswijziging, in de meeste provincies of regio s in één stichting in de jaren rond : wijziging voorlopige maatregelen van kinderbescherming In 1997 werden de voorlopige maatregelen van kinderbescherming gewijzigd. 8 In plaats van de maatregel van voorlopige toevertrouwing aan de Raad werd de maatregel van voorlopige voogdij in het leven geroepen. De minderjarige werd daarmee onder de voorlopige voogdij van een voogdij-instelling geplaatst. Ook de maatregel van voorlopige ontheffing of ontzetting uit het gezag werd omgezet naar een maatregel van voorlopige voogdij : Wet op de jeugdzorg Na invoering van de Wet op de jeugdhulpverlening werd duidelijk, dat de jeugdzorg nog verder moest werden verbeterd. Voor de cliënt was het hulpaanbod niet duidelijk. Er was te weinig samenhang binnen de jeugdzorg en de toegang tot jeugdzorg was niet eenduidig. De Taskforce Jeugdhulpverlening ( ) stelde voor om provinciale en grootstedelijke Bureaus Jeugdzorg op te richten die de toegang tot de zorg coördineren en verantwoordelijk zijn voor diagnose, plaatsing en casemanagement. 10 In 1994 aanvaardde de Tweede Kamer een motie, waarin de regering werd verzocht op landelijk niveau een gemeenschappelijk, richtinggevend kader tot stand te brengen dat een samenhangend hulpaanbod voor jeugdigen op regionaal niveau faciliteert. 11 In juli 1994 verscheen als reactie op het rapport van de Taskforce, de motie en enkele andere adviezen Regie in de jeugdzorg, een regeringsstandpunt ter uitvoering van de motie. Het standpunt gaat uit van de jeugdige en de ouders, en de algemene voorzieningen rond jeugdige en gezin. Met het standpunt is een ontwikkelingsproces in gang gezet met als doel de effectiviteit en efficiëntie van de jeugdzorg te verbeteren en de samenhang binnen de jeugdzorg te versterken. De belangrijkste uitgangspunten van het standpunt zijn de verbetering van de toegang tot de jeugdzorg per regio en de ontwikkeling van een integraal aanbod van jeugdzorg Wet van 26 april 1995 (Stb. 255) tot herziening van de maatregel van ondertoezichtstelling van minderjarigen 8 Wet van 23 januari 1997 (Stb. 38) 9 Het RIO Kinderbescherming en Justitiële Jeugdzorg: Een institutioneel onderzoek naar de deelbeleidsterreinen gezag over minderjarigen, adoptie, jeugdbescherming en jeugdstrafrecht over de periode beschrijft uitvoerig hoe de kinderbescherming en justitiële jeugdzorg is ontwikkeld. Bovenstaande beschrijving is een samenvatting van de tekst in dit RIO. 10 Maatschappelijk Ondernemers Groep, Aandacht, ondersteuning, bescherming en toezicht: Visiedocument Bureaus Jeugdzorg (Utrecht, 2003) 7 11 TK , XVI, nr Ministerie van Justitie en Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Beleidskader Wet op de jeugdzorg (Den Haag 2000) 1, 2 19

20 In 1995 werd een Projectgroep Toegang opgericht, die de taak kreeg de inrichting van het Bureau Jeugdzorg voor te bereiden en de plannen verder uit te werken. In 1998 constateerde de regering dat een nieuwe Wet op de jeugdzorg (Wjz) nodig was om de vernieuwing door te zetten en te verankeren. 13 De Wet op de jeugdzorg heeft tot doel de zorg aan jeugdigen en hun ouders, de cliënten van de jeugdzorg, te verbeteren en hun positie te versterken. De cliënt staat centraal in een meer transparant, eenvoudiger georganiseerd stelsel voor de jeugdzorg. Dit uitgangspunt is vertaald in vijf beleidsdoelstellingen: 14 de jeugdzorg wordt gebaseerd op de vraag van de cliënt in plaats van op het aanbod van instellingen en voorzieningen; een cliënt heeft voortaan aanspraak op zorg, recht op zorg, als het bureau jeugdzorg hiervoor een indicatie heeft gesteld; er wordt een onafhankelijk bureau jeugdzorg ingesteld dat voortaan de centrale toegang tot alle jeugdzorg vormt en de indicatie hiervoor verstrekt; in het bureau jeugdzorg worden ambulante jeugdzorg, (gezins)voogdij, jeugdreclassering en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling geïntegreerd; er komt een gezinscoach, die de verschillende vormen van hulpverlening op elkaar afstemt en het gezin waar nodig ondersteunt, aangewezen door bureau jeugdzorg of de gemeente. Op 20 april 2004 heeft de Eerste Kamer de Wet op de jeugdzorg (Stb. 306/2004) aangenomen De Wet op de jeugdzorg treedt in werking op 1 januari Voor de (gezins)voogdij-instellingen is een belangrijk gevolg van de Wet op de jeugdzorg dat de ambulante jeugdhulpverlening en jeugdbescherming voortaan per provincie of grootstedelijke regio worden geïntegreerd in een bureau jeugdzorg Bureau Jeugdzorg De zorg rond jeugdigen is op te vatten als een keten. Ze mag geen puzzel zijn met alleen maar losliggende stukjes. Ouders hebben de eerste verantwoordelijkheid voor de opvoeding. Ze krijgen steun van algemene voorzieningen zoals scholen en consultatiebureaus om de omstandigheden waarin kinderen opgroeien te optimaliseren. Ontstaan er toch ernstige problemen dan kan het bureau jeugdzorg om hulp gevraagd worden. Het bureau beslist na beoordeling van de aanvraag of jeugdzorg nodig is (de indicatie). 15 Tot de taak behoort het vaststellen of een cliënt is aangewezen op: - jeugdzorg waarop ingevolge de Wet op de jeugdzorg aanspraak bestaat; - zorg, bestaande uit bij algemeen maatregel van bestuur aan te wijzen vormen van zorg van geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen waarop ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten aanspraak bestaat, en - zorg, bestaande uit bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen vormen van zorg voor verstandelijke gehandicapten jeugdigen waarop ingevolge de Algemeen Wet Bijzonder Ziektekosten aanspraak bestaat, en - jeugdzorg waarop ingevolge artikel 11a van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen aanspraak bestaat. 16 Deze jeugdzorg wordt vervolgens uitgevoerd door een zorgaanbieder. Voor de schakels in de keten zijn de volgende partijen verantwoordelijk: Gemeenten hebben de preventieve en signalerende rol. Zij moeten met behulp van de algemene voorzieningen ernstige opgroei- en opvoedproblemen zoveel mogelijk voorkomen en anders tijdig signaleren. 13 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Ministerie van Justitie, Voortgangsrapportage Jeugdzorg (Den Haag 2002) Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Ministerie van Justitie, Informatiebrochure Wet op de jeugdzorg (Den Haag 2003) 8, 9 15 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Ministerie van Justitie, Informatiebrochure Wet op de jeugdzorg (Den Haag 2003) 11, 12, Wet van 22 april 2004 (Stb. 306) art. 5, lid 2 a - d 20

INHOUDSOPGAVE. Basis Selectie Document METC s van algemene ziekenhuizen en zelfstandige stichtingen in Nederland, en VU medisch centrum in Amsterdam

INHOUDSOPGAVE. Basis Selectie Document METC s van algemene ziekenhuizen en zelfstandige stichtingen in Nederland, en VU medisch centrum in Amsterdam Basisselectiedocument voor Medische Ethische Toetsingscommissies (METC s) van algemene ziekenhuizen en zelfstandige stichtingen in Nederland en VU medisch centrum in Amsterdam Periode 1999 - Versie vastgesteld

Nadere informatie

Productbeschrijving RIO. Inhoudsopgave

Productbeschrijving RIO. Inhoudsopgave Productbeschrijving RIO Versie januari 2004, plus verwerkt commentaar Nationaal Archief van februari 2004 Goedgekeurd op vergadering Interdepartementaal Platform Selectievraagstukken, 3 maart 2004 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Productbeschrijving BSD. Inhoudsopgave

Productbeschrijving BSD. Inhoudsopgave Productbeschrijving BSD Versie januari 2004, plus verwerkt commentaar Nationaal Archief van februari 2004 Goedgekeurd op vergadering Interdepartementaal Platform Selectievraagstukken, 3 maart 2004 Inhoudsopgave

Nadere informatie

BSD Studiefinanciering

BSD Studiefinanciering BSD Studiefinanciering 1945-1994 Erasmus Universiteit Rotterdam, Katholieke Universiteit Brabant, Katholieke Universiteit Nijmegen, Technische Universiteit Delft, Technische Universiteit Eindhoven, Universiteit

Nadere informatie

Selectielijst Klantenloket EPD (bij Nictiz) 2008-2011

Selectielijst Klantenloket EPD (bij Nictiz) 2008-2011 Selectielijst Klantenloket EPD (bij Nictiz) 2008-2011 Van de zorgdrager: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) Concept versie ter inzage Inhoudsopgave A Inleiding... 3 1.1 Doel en werking

Nadere informatie

Deze selectielijst geldt uitsluitend voor de SIEV: Selectielijst Stichting Inschrijving Eigen Vervoer (SIEV) Periode

Deze selectielijst geldt uitsluitend voor de SIEV: Selectielijst Stichting Inschrijving Eigen Vervoer (SIEV) Periode Deze selectielijst geldt uitsluitend voor de SIEV: Selectielijst Stichting Inschrijving Eigen Vervoer (SIEV) Periode 1954-2008 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 Verantwoording...4 Wettelijk kader voor de

Nadere informatie

2 Privacyreglement Bureau Jeugdzorg

2 Privacyreglement Bureau Jeugdzorg Privacyreglement Bureau Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg treft hierbij conform artikel 13, eerste lid, en artikel 52 van de Wet op de jeugdzorg een schriftelijke regeling voor de verwerking van cliëntgegevens.

Nadere informatie

Selectielijst. Stichting Vervangingsfonds 1992 - heden

Selectielijst. Stichting Vervangingsfonds 1992 - heden Selectielijst Stichting Vervangingsfonds 1992 - heden Versie vastgesteld Staatscourant 4027, 14 februari 2014 Mark Hoogland (Eiffel BV) In opdracht van het Participatiefonds Inhoud 1. Verantwoording...

Nadere informatie

Den Haag, september 2013 Dr. F.J.G. Limburg

Den Haag, september 2013 Dr. F.J.G. Limburg Verslag van het ingevolge artikel 5, sub d., j o 2 Archiefbesluit 1995, gevoerde overleg tussen het bedrijfschap Horeca en Catering en het Nationaal Archief met betrekking tot de selectielijst, zoals bedoeld

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 515 Wet van 26 september 2002 tot wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de advies- en meldpunten kindermishandeling Wij

Nadere informatie

(Kamerbrief van OCW en BZK aangaande selectieaanpak archieven, 17 december 2010).

(Kamerbrief van OCW en BZK aangaande selectieaanpak archieven, 17 december 2010). Verslag van het ingevolge artikel 5, eerste lid sub d. van het Archiefbesluit 1995 gevoerde overleg tussen Mandaatgroep archieven van de Rechtspraak en het Nationaal Archief met betrekking tot de selectielijst,

Nadere informatie

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein "Invoerrechten en accijnzen" over de periode

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Invoerrechten en accijnzen over de periode Raad voor Cultuur Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen, Heeft, de Raad van Advies gehoord, besloten: Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen, Heeft, de Raad van Advies gehoord, besloten: Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de ter uitvoering van de artikelen 3, eerste lid, 4, tweede lid, 5, derde lid, 8, tweede lid, 13 en 17, tweede lid, van de Archieflandsverordening 2007

Nadere informatie

Nummer archiefinventaris: 3.05.33

Nummer archiefinventaris: 3.05.33 Nummer archiefinventaris: 3.05.33 Inventaris van een steekproef uit het archief van de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Zuid- Holland Zuid en Zeeland, locatie Dordrecht, 2002-2003 [GEANONIMISEERDE

Nadere informatie

Aan het driehoeksoverleg werd door de volgende personen deelgenomen:

Aan het driehoeksoverleg werd door de volgende personen deelgenomen: Verslag van het ingevolge artikel 5, sub d., jo 2 Archiefbesluit 1995, gevoerde driehoeksoverleg tussen de Algemene Rekenkamer, Kabinet der Koningin, Kanselier der Nederlandse Orden, Nationale Ombudsman,

Nadere informatie

Als uitgangspunt voor het overleg gold de door het Nationaal Archief sinds 2010 gehanteerde selectiedoelstelling:

Als uitgangspunt voor het overleg gold de door het Nationaal Archief sinds 2010 gehanteerde selectiedoelstelling: VERSLAG VERSIE TERINZAGE FEBRUARI 2015 Verslag van het ingevolge artikel 5, sub d., j o 2 Archiefbesluit 1995, gevoerde overleg met betrekking tot de Selectielijst voor de neerslag van het handelen van

Nadere informatie

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris, Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Middelbaar beroepsonderwijs

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 238 Wijziging van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in verband met het wettelijk regelen van kwaliteitseisen

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten

Besluit van Provinciale Staten Besluit van Provinciale Staten Vergaderdatum Januari 2015 Nummer 6772 Onderwerp Vaststelling van de Archiefverordening Provincie Zuid- Holland 2014 1 Besluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet

Nadere informatie

artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995 en artikel 36 van de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht

artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995 en artikel 36 van de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht Archiefverordening RUD Utrecht 2014 Het algemeen bestuur van de RUD Utrecht gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van RUD Utrecht Gelet op: artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995

Nadere informatie

Gelet op artikel 7 van de Verordening Informatiebeheer gemeente Groningen 1998;

Gelet op artikel 7 van de Verordening Informatiebeheer gemeente Groningen 1998; CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR44079_1 21 november 2017 BESLUIT INFORMATIEBEHEER GRONINGEN Gelet op artikel 7 van de Verordening Informatiebeheer gemeente Groningen 1998; BESLUITEN: vast

Nadere informatie

Model-regeling Archiefbeheer/Documentaire Informatievoorziening. RAAMREGELING ARCHIEFBEHEER/ DOCUMENTAIRE INFORMATIEVOORZIENING [naam instelling]

Model-regeling Archiefbeheer/Documentaire Informatievoorziening. RAAMREGELING ARCHIEFBEHEER/ DOCUMENTAIRE INFORMATIEVOORZIENING [naam instelling] RAAMREGELING ARCHIEFBEHEER/ DOCUMENTAIRE INFORMATIEVOORZIENING [naam instelling] PAZU Werkgroep Beheersregels Page 1 29-10-2002 INDELING Art. nrs. Blz. Hoofdstuk I Algemene bepalingen 1 3/5 Hoofdstuk II

Nadere informatie

Besluit van 15 december 1995, houdende regelen ter uitvoering van een aantal bepalingen van de Archiefwet 1995

Besluit van 15 december 1995, houdende regelen ter uitvoering van een aantal bepalingen van de Archiefwet 1995 ARCHIEFBESLUIT 1995 (Tekst geldend op: 06-09-2007) Besluit van 15 december 1995, houdende regelen ter uitvoering van een aantal bepalingen van de Archiefwet 1995 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

(Kamerbrief van OCW en BZK aangaande Selectieaanpak archieven, van 17 december 2010).

(Kamerbrief van OCW en BZK aangaande Selectieaanpak archieven, van 17 december 2010). Verslag van het ingevolge artikel 5, eerste lid sub d. van het Archiefbesluit 1995 gevoerde overleg tussen de Belastingdienst, Beleid en Ondersteuning en het Nationaal Archief met betrekking tot de selectielijst,

Nadere informatie

(Kamerbrief van OCW en BZK aangaande selectieaanpak archieven, 17 december 2010).

(Kamerbrief van OCW en BZK aangaande selectieaanpak archieven, 17 december 2010). Verslag van het ingevolge artikel 5, eerste lid sub d. van het Archiefbesluit 1995 gevoerde overleg tussen het CAK en het Nationaal Archief met betrekking tot de selectielijst, zoals bedoeld in artikel

Nadere informatie

Besluit van 15 december 1995, houdende regelen ter uitvoering van een aantal bepalingen van de Archiefwet 1995

Besluit van 15 december 1995, houdende regelen ter uitvoering van een aantal bepalingen van de Archiefwet 1995 (Tekst geldend op: 07-01-2013) Besluit van 15 december 1995, houdende regelen ter uitvoering van een aantal bepalingen van de Archiefwet 1995 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

(Kamerbrief van OCW en BZK aangaande selectieaanpak archieven, 17 december 2010).

(Kamerbrief van OCW en BZK aangaande selectieaanpak archieven, 17 december 2010). Verslag van het ingevolge artikel 5, eerste lid sub d. van het Archiefbesluit 1995 gevoerde overleg tussen de Kansspelautoriteit en het Nationaal Archief met betrekking tot de Selectielijst Kansspelautoriteit

Nadere informatie

Raad voor Cultuur. Telefax

Raad voor Cultuur. Telefax Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Ondenverp R.J. Schimmelpennincklaan 3 ontwerp-selectielijst archiefbescheiden

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap p/a de Algemene Rijksarchivaris Postbus 90520. 2509 LM 's-gravenhage

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap p/a de Algemene Rijksarchivaris Postbus 90520. 2509 LM 's-gravenhage ..,.scs...l...cálaa.3 9 3's-3612+3 2506 AE Den Haag tcl.foon.317c310ssse fax +32(o)70 36147 27 e-mail cultuur@cultuur.nl wwwcultuur.nl De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap p/a de

Nadere informatie

Jeugdbescherming in Nederland

Jeugdbescherming in Nederland Jeugdbescherming in Nederland Jeugdbescherming in Nederland Mr. drs. Bart de Jong Adviseur Van Montfoort 2 Stelselwijziging Jeugd Wat is Jeugdbescherming? Proces/Actoren Doelgroep en problematiek Maatregelen

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap p/a de Algemene Rijksarchivaris Postbus LM 's-gravenhage

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap p/a de Algemene Rijksarchivaris Postbus LM 's-gravenhage R.J.Schimmelpennincklaan3 ec-re-3612+3 25.6 AE Den Haag telercc..3172312eese fax +31(c)7c 361 47 27 e-mail cultuur@cultuur.nl www.cultuur.nl De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Nadere informatie

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Mededingingsbeleid over de periode

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Mededingingsbeleid over de periode Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Mededingingsbeleid

Nadere informatie

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris, Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden zorgdrager minister van Volkshuisvesting,

Nadere informatie

Selectie en vernietiging

Selectie en vernietiging Selectie en vernietiging Het wettelijk kader De ophef in 1998 over het vernietigen van dossiers van de Militaire Inlichtingen Dienst (MID), in de pers en in de Tweede Kamer, laat zien dat van overheidsorganisaties

Nadere informatie

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden zorgdrager minister van BZK, beleidsterrein Nationale Ombudsman over de periode

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden zorgdrager minister van BZK, beleidsterrein Nationale Ombudsman over de periode Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden zorgdrager minister van BZK,

Nadere informatie

Den Haag, december 2014 F.J.G. Limburg

Den Haag, december 2014 F.J.G. Limburg Verslag van het ingevolge artikel 5, eerste lid sub d. van het Archiefbesluit 1995, gevoerde overleg tussen het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en het Nationaal Archief met betrekking

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 38 Wet van 23 januari 1997 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de herziening van de voorlopige maatregelen

Nadere informatie

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Waarborgen van platina, gouden en zilveren voorwerpen over de periode

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Waarborgen van platina, gouden en zilveren voorwerpen over de periode Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Waarborgen van

Nadere informatie

Regeling Archiefbeheer College bouw ziekenhuisvoorzieningen

Regeling Archiefbeheer College bouw ziekenhuisvoorzieningen Het College bouw ziekenhuisvoorzieningen, gelet op artikel 14 van het Archiefbesluit 1995; Besluit: Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. Bouwcollege: het College bouw ziekenhuisvoorzieningen;

Nadere informatie

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Reclassering over de periode

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Reclassering over de periode Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Reclassering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 568 Besluit van 14 november 1995 tot wijziging van het Besluit kwaliteitsregels jeugdhulpverlening, het Besluit kwaliteitsregels en taken voogdij-

Nadere informatie

Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Orde van Octrooigemachtigden 1936-

Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Orde van Octrooigemachtigden 1936- Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Orde van Octrooigemachtigden 1936- Concept/Versie 07-2010 Inhoudsopgave 1. TOELICHTING 3 1.1 Verantwoording 3 1.2 Doelstelling van de selectie 3

Nadere informatie

raad voor cultuur R.J.Schimmelpennincklaan 3

raad voor cultuur R.J.Schimmelpennincklaan 3 R.J.Schimmelpennincklaan 3 so-ter-61=43 2506 AE Den Haag seiefoon.32

Nadere informatie

(Kamerbrief van OCW en BZK aangaande selectieaanpak archieven, 17 december 2010).

(Kamerbrief van OCW en BZK aangaande selectieaanpak archieven, 17 december 2010). Verslag van het ingevolge artikel 5, eerste lid sub d. van het Archiefbesluit 1995 gevoerde overleg tussen Luchtverkeersleiding Nederland en het Nationaal Archief met betrekking tot de selectielijst, zoals

Nadere informatie

Den Haag, december 2016 F. Limburg. Selectiedoelstelling en belangen

Den Haag, december 2016 F. Limburg. Selectiedoelstelling en belangen Verslag van het ingevolge artikel 5, eerste lid sub d. van het Archiefbesluit 1995 gevoerde overleg tussen de Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) en het Nationaal

Nadere informatie

Cliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers.

Cliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers. Inleiding D3 werkt vanuit de privacy kaders die door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) zijn opgelegd. Bij de start van de zorg bij D3 ontvangt de cliënt het privacyreglement. Alle privacygevoelige

Nadere informatie

De hulpverlener legt in het dossier, bedoeld in artikel 454, vast voor welke handelingen van ingrijpende aard de patiënt toestemming heeft gegeven.

De hulpverlener legt in het dossier, bedoeld in artikel 454, vast voor welke handelingen van ingrijpende aard de patiënt toestemming heeft gegeven. Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Jeugdwet en enkele andere wetten ter verbetering van patiëntgerichte zorg en het opnemen van een wettelijke regeling voor het inzagerecht in het medisch

Nadere informatie

provinciale archieftoezicht op de waterschappen vindt in de nieuwe constellatie plaats op grond van de Gemeentewet.

provinciale archieftoezicht op de waterschappen vindt in de nieuwe constellatie plaats op grond van de Gemeentewet. Bijlage bij Statenbrief - zaaknummer 2015-010342 Memorie van toelichting. Inleiding Deze Archiefverordening sluit aan bij de Archiefwet 1995 (Stb. 276 en 277, gewijzigd Stb. 233 en 276, 2012 en Stb. 243,

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Publicatie Archiefverordening Havenschap Moerdijk 2014 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Nummer 96/14 Bijlage(n) 1 Besluiten om over te

Nadere informatie

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Postbus 30137 2500 GC Den Haag Telefoon (070) 361 93 00 Fax algemeen (070) 361 93 10 Fax rechtspraak (070) 361 93 15 Aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid,

Nadere informatie

In uw brief verzocht u de Raad om binnen drie maanden advies uit te brengen. Hij biedt u bij deze zijn bevindingeni aan.

In uw brief verzocht u de Raad om binnen drie maanden advies uit te brengen. Hij biedt u bij deze zijn bevindingeni aan. R.J. Schirnmelpennincklaan 3 2506 AE Den Haag telefoon +31(o)70 310 66 86 fax +31(o)70 361 47 27 e-mail cultuur@cultuur.nl www.cultuur.nl De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap p/a de

Nadere informatie

Raad voor Cultuur. Zeer geachte mevrouw Van der Laan

Raad voor Cultuur. Zeer geachte mevrouw Van der Laan Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de Algemene Rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerpselectielijst archiefbescheiden Arbeidsvoorwaarden en

Nadere informatie

Vergadering: Algemeen bestuur. Datum: 7 juli 2015. Agendapunt: 5. Rapporteur. A. J. Borgdorff

Vergadering: Algemeen bestuur. Datum: 7 juli 2015. Agendapunt: 5. Rapporteur. A. J. Borgdorff Vergadering: Algemeen bestuur Datum: 7 juli 215 Agendapunt: 5 Rapporteur A. J. Borgdorff Onderwerp: Zorg en beheer archief Voorstel/Besluit: 1. de archiefverordening vast te stellen. Toelichting In hoofdstuk

Nadere informatie

raad voor cukuur raad voor cultuur

raad voor cukuur raad voor cultuur raad voor cukuur R.J. Schimmelpennincklaan 3 oostbus 612e 2506 AE Den Haag telefoon +31(0)70 310 66 86 fax +31(0)70 361 47 27 e-mail cultuur@cultuur.nl www.cultuur.nl De Staatssecretaris van Onderwijs,

Nadere informatie

(Kamerbrief van OCW en BZK aangaande selectieaanpak archieven, 17 december 2010).

(Kamerbrief van OCW en BZK aangaande selectieaanpak archieven, 17 december 2010). Verslag van het ingevolge artikel 5, eerste lid sub d. van het Archiefbesluit 1995 gevoerde overleg tussen het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) (VWS) en het Nationaal Archief met betrekking

Nadere informatie

Archiefverordening. Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk

Archiefverordening. Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk Archiefverordening Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk 2017 Vastgesteld door de Raad van Bestuur van Havenschap Moerdijk In de vergadering van 21 december 2016 Mij bekend, De secretaris F.J.

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 4 september 2007 gelet op artikelen 30 eerste lid en 32, tweede lid van de Archiefwet 1995

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 4 september 2007 gelet op artikelen 30 eerste lid en 32, tweede lid van de Archiefwet 1995 DE RAAD DER GEMEENTE SIMPELVELD; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 4 september 2007 gelet op artikelen 30 eerste lid en 32, tweede lid van de Archiefwet 1995 B e s l u i t : vast

Nadere informatie

Selectielijst vereniging FGzP (Federatie van gezondheidszorgpsychologen)

Selectielijst vereniging FGzP (Federatie van gezondheidszorgpsychologen) Selectielijst vereniging FGzP (Federatie van gezondheidszorgpsychologen) Selectielijst voor de administratieve neerslag van de openbare gezag-taken van de zorgdrager FGzP (Federatie van gezondheidszorgpsychologen),

Nadere informatie

Privacyreglement Tekst en Toelichting 2014

Privacyreglement Tekst en Toelichting 2014 Privacyreglement Tekst en Toelichting 2014 Voorwoord Yvoor legt, in het kader van de hulpverlening, diverse gegevens van zijn klanten vast, die afkomstig zijn van de burger zelf maar ook van anderen, zoals

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard gelet op artikel 7 van de Archiefverordening 2006

Burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard gelet op artikel 7 van de Archiefverordening 2006 Besluit Informatiebeheer Valkenswaard 2011 Burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard gelet op artikel 7 van de Archiefverordening 2006 Besluiten vast te stellen de navolgende: Voorschriften

Nadere informatie

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Toezicht op de volksgezondheid over de periode 1940-1999

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Toezicht op de volksgezondheid over de periode 1940-1999 Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Toezicht op de

Nadere informatie

Privacyreglement gecertificeerde instelling

Privacyreglement gecertificeerde instelling Privacyreglement gecertificeerde instelling Raad van Bestuur, Postbus 5247, 2000 CE Haarlem, 088-777 81 06, www.dejeugdengezinsbeschermers.nl Privacyreglement gecertificeerde instelling Preambule De gecertificeerde

Nadere informatie

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Algemeen

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Algemeen Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Taken van het Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening Het Bureau Jeugdzorg heeft als taak om te mensen te begeleiden die problemen hebben met de opvoeding

Nadere informatie

Archiefverordening Avri 2016

Archiefverordening Avri 2016 NOTITIE Archiefverordening Avri 2016 Auteur Avri Versie 1 Datum 25 januari 2016 Archiefverordening Avri 2016 Het algemeen bestuur van Avri gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 1 februari

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 26 816 Voortgangsrapportage Beleidskader Jeugdzorg 2000 2003 Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN DE STAATSSECRE- TARIS VAN VOLKSGEZONDHEID,

Nadere informatie

College Sanering Zorginstellingen

College Sanering Zorginstellingen College Sanering Zorginstellingen Selectielijst 1981 (Actualisatie 2017) Doxis Informatiemanagers Drs. A.J. van der Vliet 1 Inhoud 1. OVERZICHT VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN... 3 2. VERANTWOORDING... 4 2.1

Nadere informatie

a) Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

a) Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. Privacyreglement QPPS LIFETIMEDEVELOPMENT QPPS LIFETIMEDEVELOPMENT treft hierbij een schriftelijke regeling conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens voor de verwerking van cliëntgegevens. Vastgelegd

Nadere informatie

Besluit Informatiebeheer 2015

Besluit Informatiebeheer 2015 15.0002092 Besluit Informatiebeheer 2015 Het dagelijks bestuur van de Regio Gooi en Vechtstreek, gelet op artikel 6 van de Archiefverordening Regio Gooi en Vechtstreek 2015, Overwegende dat: - de voortschrijdende

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD HOOFDSTUK II DE ZORG VAN GEDEPUTEERDE STATEN VOOR ARCHIEFBESCHEIDEN

PROVINCIAAL BLAD HOOFDSTUK II DE ZORG VAN GEDEPUTEERDE STATEN VOOR ARCHIEFBESCHEIDEN PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Flevoland Nr. 3140 2 mei 2018 Verordening van Provinciale Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent het archief Archiefverordening provincie

Nadere informatie

Selectielijst voor de neerslag van handelingen van Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland Voor de periode

Selectielijst voor de neerslag van handelingen van Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland Voor de periode Selectielijst voor de neerslag van handelingen van Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland Voor de periode 2015 - Versie vastgesteld Staatscourant, 1 begrippenlijst Accreditatie: erkenning door

Nadere informatie

Selectielijst. College Bouw Zorginstellingen (CBZ)

Selectielijst. College Bouw Zorginstellingen (CBZ) Selectielijst College Bouw Zorginstellingen (CBZ) Een instrument voor de selectie van de administratieve neerslag van het handelen van het College Bouw Zorginstellingen in de periode 2000-2010 Versie 1.1

Nadere informatie

Voorschriften betreffende het beheer van de archiefbewaarplaats en het beheer van de documenten (Besluit informatiebeheer RUD Zuid-Limburg).

Voorschriften betreffende het beheer van de archiefbewaarplaats en het beheer van de documenten (Besluit informatiebeheer RUD Zuid-Limburg). HET DAGELIJKS BESTUUR VAN DE RUD ZUID-LIMBURG Gelet op artikel 8 van de Archiefverordening RUD Zuid-Limburg BESLUIT: Vast te stellen de navolgende: Voorschriften betreffende het beheer van de archiefbewaarplaats

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gemeente Den Helder

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gemeente Den Helder De gemeenteraad van 2 december 2013 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gemeente Den Helder gelet op artikelen 30, eerste lid en 32, tweede lid van de Archiefwet 1995 en artikel 5 van

Nadere informatie

Terugvinden van jeugdzorgdossiers uit het verleden

Terugvinden van jeugdzorgdossiers uit het verleden Terugvinden van jeugdzorgdossiers uit het verleden Inventarisatie van archieven met afgesloten jeugdzorgdossiers en wet- en regelgeving omtrent het bewaren van jeugdzorgdossiers Het Nederlands Jeugdinstituut

Nadere informatie

Informatieprotocol Beleidsinformatie Jeugdzorg

Informatieprotocol Beleidsinformatie Jeugdzorg Informatieprotocol Beleidsinformatie Jeugdzorg December 2004 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Ministerie van Justitie Inhoudsopgave Inleiding...1 1. Algemene verplichtingen...3 2. Gegevenswoordenboek

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 378 Wet van 3 juli 1996, houdende algemene regels over de advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8813 31 maart 2014 Besluit van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Veiligheid

Nadere informatie

onderwerp: ontwerp-selectielijst archiefbescheiden van de Centrale Organisatie

onderwerp: ontwerp-selectielijst archiefbescheiden van de Centrale Organisatie --suus 90-to-3612+3 2506 AE Deu Haag torccu.«c»crosess fax +31(0)70 36147 27 e-mail cultuur@cultuur.nl www.cultuur.nl De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap p/a de Algemene Rijksarchivaris

Nadere informatie

Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad Raadsbesluit R

Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad Raadsbesluit R Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad aadsbesluit Jaar 2008 Vergaderdatum 2 april 2008 Afdeling 3A agendapunt 15 Nummer 59/132 Publicatiedatum 9 april 2008 Onderwerp Intrekking Archiefverordening

Nadere informatie

de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, t.a.v. het hoofd van de Rijksarchiefdienst, Postbus 90520, 2509 LM Den Haag.

de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, t.a.v. het hoofd van de Rijksarchiefdienst, Postbus 90520, 2509 LM Den Haag. Modellen Model 1 Aanvraag machtiging vervanging archiefbescheiden Aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, t.a.v. het hoofd van de Rijksarchiefdienst, Postbus 90520, 2509 LM Den Haag. Kalvermarkt

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Selectielijst voor onderwijsinstellingen in het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO)

Selectielijst voor onderwijsinstellingen in het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) Selectielijst voor onderwijsinstellingen in het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) Selectielijst voor de administratieve neerslag van de openbaar gezagtaken van de zorgdragers over de periode vanaf 1 augustus

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders van Ferwerderadiel; gelet op artikel 7 van de Archiefverordening;

Burgemeester en Wethouders van Ferwerderadiel; gelet op artikel 7 van de Archiefverordening; Burgemeester en Wethouders van Ferwerderadiel; gelet op artikel 7 van de Archiefverordening; besluiten: vast te stellen de navolgende: VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE AANWIJZING VAN DE ARCHIEFBEWAARPLAATS,

Nadere informatie

AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE TEN BOER. Raadsvergadering: 27 mei Registratienummer: TB Agendapunt: 12

AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE TEN BOER. Raadsvergadering: 27 mei Registratienummer: TB Agendapunt: 12 AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE TEN BOER Raadsvergadering: 27 mei 2015 Registratienummer: TB15.5023243 Agendapunt: 12 Onderwerp: Vaststelling archiefverordening gemeente Ten Boer 2015 Voorstel: 1. De Archiefverordening

Nadere informatie

datum: 28 FEB, 2006 uw kenmerk: C/S&A/05/2637 uw brief van: 22 december 2005 ons kenmerk: arc /3

datum: 28 FEB, 2006 uw kenmerk: C/S&A/05/2637 uw brief van: 22 december 2005 ons kenmerk: arc /3 R.J.Schimrnelpennincklaan3 3 3's-361243 2506 AE Den Haag telercom.3,7os,asess fax +31(o)70 361 47 27 e-mail cultuur@cultuur.nl www.cultuur.nl De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Nadere informatie

Archiefreglement provincie Fryslân 2005

Archiefreglement provincie Fryslân 2005 Provinciaal Blad no. 30 Uitgegeven: 27 maart 2009 Archiefreglement provincie Fryslân 2005 De commissaris van de Koningin in de provincie Fryslân, provinciale staten van Fryslân en gelet op artikel 7 van

Nadere informatie

MANDAAT- VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT inzake het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek

MANDAAT- VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT inzake het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek Nr.14.0008493 MANDAAT- VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT inzake het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Regio Gooi

Nadere informatie

Privacyreglement van Stichting 070Watt;

Privacyreglement van Stichting 070Watt; Privacyreglement van Stichting 070Watt; Stichting 070Watt treft hierbij een schriftelijke regeling conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens voor de verwerking van cliëntgegevens. Vastgelegd zijn hiermee

Nadere informatie

Artikel 4 De directeur van de beheerseenheid kan de uitvoering van de bepalingen van dit besluit mandateren aan één of meer medewerkers.

Artikel 4 De directeur van de beheerseenheid kan de uitvoering van de bepalingen van dit besluit mandateren aan één of meer medewerkers. 4C. BESLUIT INFORMATIEBEHEER REGIO TWENTE - besluit dagelijks bestuur van 20 maart 1998 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Dit besluit verstaat onder: a. documenten de in de wet in artikel 1, onder

Nadere informatie

Het Acquisitieprofiel 2002-2006 dient ter vervanging van het uit 1995 daterende Acquisitieprofiel van het Algemeen Rijksarchief.

Het Acquisitieprofiel 2002-2006 dient ter vervanging van het uit 1995 daterende Acquisitieprofiel van het Algemeen Rijksarchief. DE VERWERVING VAN ARCHIEVEN DOOR HET NATIONAAL ARCHIEF Acquisitieprofiel 2002-2006 Het Acquisitieprofiel 2002-2006 dient ter vervanging van het uit 1995 daterende Acquisitieprofiel van het Algemeen Rijksarchief.

Nadere informatie

In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt verstaan onder:

In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt verstaan onder: Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord; AGP 15 Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 19 oktober 2011; Gelet op artikel 30, eerste lid en 32 van de Archiefwet, alsmede artikel

Nadere informatie

REGELING ARCHIEFBEHEER RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN

REGELING ARCHIEFBEHEER RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN REGELING ARCHIEFBEHEER RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN INHOUD I II III IV V VI VII VIII IX X XI XII XIII XIV Begripsbepalingen Verantwoordelijkheden en organisatie archiefbeheer Archiefbeheer Postregistratie

Nadere informatie

Den Haag, september 2015 F. Limburg

Den Haag, september 2015 F. Limburg Verslag van het ingevolge artikel 5, eerste lid sub d. van het Archiefbesluit 1995, gevoerde overleg tussen het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) en het Nationaal Archief met betrekking tot

Nadere informatie

Privacyreglement Werkcontact

Privacyreglement Werkcontact Privacyreglement Werkcontact Privacyreglement cliëntregistratie in het kader van de wet Bescherming Persoonsgegevens. Artikel 1. Begripsbepalingen In dit reglement en de toelichting wordt verstaan onder:

Nadere informatie

De bestuurder van de Stichting Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg te Amsterdam;

De bestuurder van de Stichting Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg te Amsterdam; Privacyreglement Stichting Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg De bestuurder van de Stichting Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg te Amsterdam; Overwegende Dat het Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg tot

Nadere informatie

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport. Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Conclusie Aanbeveling Onderzoek Bevindingen RAPPORT Aanleiding 1. Verzoeker heeft een zoon uit een eerdere relatie. Zijn zoon verblijft in het kader van een omgangsregeling

Nadere informatie

Heerhugowaard Stad van kansen

Heerhugowaard Stad van kansen Raadsvergadering : Besluit: ļg C g^ yţ? Voorstolnummer: Heerhugowaard Stad van kansen Agendanr.: 7 Voorstelnr.: RB2013098 Onderwerp: Archiefverordening Heerhugowaard 2013 Aan de Raad, Heerhugowaard, 14

Nadere informatie

Besluit Informatiebeheer van de gemeenschappelijke regeling DCMR Milieudienst Rijnmond

Besluit Informatiebeheer van de gemeenschappelijke regeling DCMR Milieudienst Rijnmond Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling DCMR Milieudienst Rijnmond: Gelezen het voorstel van de secretaris; Gelet op artikel 4 van de Arehiefverordening gemeenschappelijke regeling DCMR

Nadere informatie

16 december 2014 Corr.nr , BJC Nummer 74/2014 Zaaknr

16 december 2014 Corr.nr , BJC Nummer 74/2014 Zaaknr 16 december 2014 Corr.nr. 2014-47.635, BJC Nummer 74/2014 Zaaknr. 546408 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van de wijziging van de Archiefverordening

Nadere informatie