Selectielijst. Stichting Vervangingsfonds heden

Transcriptie

1 Selectielijst Stichting Vervangingsfonds heden Versie vastgesteld Staatscourant 4027, 14 februari 2014 Mark Hoogland (Eiffel BV) In opdracht van het Participatiefonds

2 Inhoud 1. Verantwoording... 2 Doel en werking van het selectiedocument... 2 Beschrijving organisatie... 2 Taken Vervangingsfonds... 2 Definitie en afbakening van het beleidsterrein... 3 Wettelijk kader voor de selectie van overheidsarchieven... 3 Functies van de selectielijst... 4 Selectiedoelstelling... 5 Selectiecriteria... 5 Verslag van de vaststellingsprocedure... 6 Leeswijzer van de handelingen Handelingen... 8 Beleidsontwikkeling en bestuur... 8 Uitvoering... 9 Bezwaar- en beroepsprocedures... 9 Informatieverstrekking Lijst van afkortingen Bronnen Geraadpleegde personen Pagina 1

3 1. Verantwoording Doel en werking van het selectiedocument In deze selectielijst wordt de neerslag van de handelingen van de Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Onderwijs (hierna te noemen Vervangingsfonds) gewaardeerd. Op basis hiervan kan de daadwerkelijke selectie van archiefbescheiden uitgevoerd worden. Desgewenst kan deze selectielijst worden betrokken bij de inrichting of herinrichting van de documentaire informatievoorziening. Hieronder een beschrijving van de organisatie en de taken van de stichting. Beschrijving organisatie Het Vervangingsfonds is in 1992 opgericht door de sociale partners in het onderwijs als bedoeld in artikel 183, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs. De stichting is een privaatrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan en is gehouden aan de Algemene Wet Bestuursrecht. Alle scholen in het primair onderwijs zijn (bij wet) verplicht aangesloten bij de stichting. Vóór 1992 was het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verantwoordelijk voor de uitvoering van de vervangingsregeling. De werkzaamheden van het bestuur worden ondersteund door een bestuursbureau waaraan een twintigtal medewerkers is verbonden. Het bestuursbureau is gevestigd in Rotterdam. Het bestuursbureau van het fonds heeft tot taak: de beleidsvoorbereiding voor het Bestuur en het coördineren en uitvoeren van het beleid dat het Bestuur heeft vastgesteld. Het Vervangingsfonds onderhoudt voornamelijk relaties met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de schoolbesturen in het primair onderwijs. Het bestuur van het Vervangingsfonds heeft de uitvoering van de taken opgedragen aan de Uitvoeringsorganisatie Vervangingsfonds (UVF) in Heerlen. Het Vervangingsfonds wordt bestuurd door een Bestuur dat bestaat uit vertegenwoordigers van werknemers- en werkgeversorganisaties. Mede in verband met het onder de werkingssfeer vallen van de Kaderwet ZBO s is per 1 januari 2012 een nieuw Besluit Vervangingsfonds/Participatiefonds in werking getreden. Daarin is geregeld dat de bestuursleden van het fonds niet langer worden benoemd door de werkgevers- en werknemersorganisaties in het onderwijs, maar door het Bestuur zelf. De vereniging POraad en de vier Centrales van Overheids- en Onderwijspersoneel hebben personen voor benoeming voorgedragen. De omvang van het Bestuur is in dat kader ook teruggebracht van 16 naar 8 leden. Deze wijzigingen hebben per 1 april 2012 hun beslag gekregen na het passeren van de hiervoor benodigde akte van statutenwijziging. Tot bestuurder van het Vervangingsfonds kan slechts worden benoemd een persoon, die tevens wordt benoemd tot bestuurder van de stichting: Stichting Participatiefonds voor het Onderwijs. Taken Vervangingsfonds De continuïteit van het onderwijs is er mee gebaat dat ziek of afwezig personeel zo snel en zo volledig mogelijk kan worden vervangen. Het Vervangingsfonds betaalt de salariskosten van vervangers in het primair onderwijs en de expertisecentra, waarmee Pagina 2

4 wordt voorkomen dat financiële overwegingen voor schoolbesturen een drempel vormen om in de noodzakelijke vervanging te voorzien. Om de vervangingskosten te bekostigen ontvangt het fonds een premie van de aangesloten schoolbesturen. Tot 1 januari 2006 was het Vervangingsfonds naast het primair onderwijs ook werkzaam voor het voortgezet onderwijs. Vanaf 1 januari 2006 is het fonds op basis van een wetswijziging nog uitsluitend werkzaam voor het primair onderwijs. Het voortgezet onderwijs is uitgetreden. Het voortgezet onderwijs werd financieel direct verantwoordelijk (volledig eigen risicodrager) voor de vervangingsuitgaven. De belangrijkste oorzaak van afwezigheid (en reden voor vervanging) is ziekteverzuim van het onderwijspersoneel. Verlaging van het ziekteverzuim draagt derhalve bij aan vermindering van de vervangingskosten. De beleidsdoelstellingen van het bestuur van het Vervangingsfonds zijn derhalve: Schoolbesturen financieel in staat stellen om in de noodzakelijke vervanging te voorzien. Terugdringen van het ziekteverzuim van de medewerkers in het primair onderwijs via de bevordering van verzuim- en arbeidsomstandighedenbeleid op de scholen. Op basis van artikel 183, vierde lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 169, vierde lid, van de Wet op de expertisecentra, is het Vervangingsfonds bevoegd om regels vast te stellen ter uitvoering van de wettelijke taak om waarborgen te bieden voor de kosten voor vervanging van afwezig onderwijspersoneel. In het Reglement Vervangingsfonds zijn de voorwaarden opgenomen waaronder gerealiseerde vervanging voor bekostiging door het fonds in aanmerking komt. Definitie en afbakening van het beleidsterrein Het beleidsterrein van primair onderwijs als geheel is beschreven in de RIO Basisonderwijs Klaar af. Deze RIO gaat, anders dan dat de minister van OCenW een rechtspersoon kan aanwijzen (RIO handeling 440), niet dieper in op de taken en handelingen van het Vervangingsfonds. Er zijn twee Basis Selectiedocumenten (BSD) die raakvlakken hebben met het beleidsterrein van het Vervangingsfonds, te weten het BSD van het handelen van de rijksoverheid op het (deel)beleidsterrein Basisonderwijs periode , vastgesteld in 2000 (Stcrt. 2000, 133) en het BSD P-Dossier is Mens-en-Werk , vastgesteld in 2007 (Stcrt. 2007, 245). Om de waardering van de handelingen in deze lijst te bepalen, zijn bovenstaande bestaande lijsten geraadpleegd. Aangezien het Vervangingsfonds niet als actor is opgenomen in het BSD van het basisonderwijs en als ZBO niet valt onder het BSD van P-Dossier zijn de handelingen van de stichting niet eerder opgenomen in een selectielijst. In de onderhavige selectielijst zijn de handelingen opgenomen voor het Vervangingsfonds als zorgdrager. De handelingen worden in hoofdstuk 2 genoemd. Aangezien het Vervangingsfonds een privaatrechtelijk ZBO is, bevat de selectielijst uitsluitend de handelingen die betrekking hebben op de uitvoering van de wettelijke taken van de stichting. Wettelijk kader voor de selectie van overheidsarchieven Ingevolge artikel 3 van de Archiefwet 1995 (Stb. 1995, 276) dient de overheid haar archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren. Onder archiefbescheiden worden niet slechts papieren documenten te verstaan, maar alle bescheiden - ongeacht hun vorm - die door een overheidsorgaan zijn ontvangen of Pagina 3

5 opgemaakt en naar hun aard bestemd zijn daaronder te berusten. Ook digitaal vastgelegde informatie valt dus onder de werking van de archiefwetgeving. Het in goede en geordende staat bewaren van archiefbescheiden houdt onder meer in dat een overheidsarchief op gezette tijden wordt geschoond. In dat verband kent de Archiefwet 1995 zowel een vernietigingsplicht (art. 3) als een overbrengingsplicht (art. 12). Beide plichten rusten op degene die de bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt voor het beheer van het desbetreffende archief: de zorgdrager. De verplichting tot overbrenging bepaalt dat de zorgdrager zijn archiefbescheiden die niet voor vernietiging in aanmerking komen en ouder zijn dan twintig jaar ter blijvende bewaring overbrengt naar een archiefbewaarplaats. Wat de archiefbescheiden van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat betreft, is de aangewezen archiefbewaarplaats het Nationaal Archief (NA) in Den Haag, dat ressorteert onder de minister van OCenW en onder leiding staat van de Algemeen Rijksarchivaris. In verband met de selectie van hun archiefbescheiden zijn zorgdragers verplicht hiertoe selectielijsten op te stellen. In een selectielijst dient te worden aangegeven welke archiefbescheiden voor vernietiging, dan wel voor blijvende bewaring in aanmerking komen. Voorts dient een selectielijst de termijnen aan te geven waarna de te vernietigen bestanddelen dienen te worden vernietigd. Een selectielijst is naar haar aard een duurzaam instrument. Het ligt in de rede dat een organisatie een vastgestelde lijst niet eenmalig toepast maar (zo nodig in geactualiseerde vorm) blijft hanteren om de periodieke aanwas van archiefmateriaal te selecteren. Een selectielijst vormt zo een belangrijk onderdeel van het instrumentarium voor het beheer van de documentaire informatievoorziening in een overheidsorganisatie. Bij het ontwerpen van een selectielijst dient krachtens art. 2, lid 1, van het Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995, 671) rekening te worden gehouden met: 1. de taak van het desbetreffende overheidsorgaan 2. de verhouding van dit overheidsorgaan tot andere overheidsorganen 3. de waarde van de archiefbescheiden als bestanddeel van het cultureel erfgoed 4. het belang van de in de bescheiden voorkomende gegevens voor overheidsorganen, recht- of bewijszoekenden en historisch onderzoek. Verder moeten ingevolge artikel 3 van het Archiefbesluit 1995 bij het ontwerpen van een selectielijst ten minste betrokken zijn een deskundige op het gebied van de organisatie en taken van het desbetreffende overheidsorgaan, een deskundige ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden van dat orgaan en (een vertegenwoordiger van) de Algemeen Rijksarchivaris. Wat betreft de geldigheidsduur van de selectielijst wordt uitgegaan van de wettelijke periode van twintig jaar vanaf de vaststelling. Dit laat uiteraard onverlet dat de selectielijst (of een bepaald onderdeel daarvan) binnen deze termijn zal komen te vervallen, indien dit mocht worden bepaald bij de vaststelling (via de aangewezen archiefwettelijke weg) van een nieuwe dan wel herziene selectielijst. Functies van de selectielijst Voor de zorgdrager is de selectielijst van belang voor de bedrijfsvoering als mogelijke basis voor ordeningsplannen. Voor de zorgdrager dient de selectielijst als verantwoording tegenover de recht- en bewijszoekende burger, die de mogelijkheid heeft tijdens de ter inzage legging invloed uit te oefenen op het bewaar- en vernietigingsbeleid (Archiefbesluit 1995, art.2, eerste lid, onder d). Pagina 4

6 Voor de minister belast met het cultuurbeleid (vertegenwoordigd door de Algemeen Rijksarchivaris) vormt de selectielijst samen met het verslag van het driehoeksoverleg de verantwoording inzake het bewaarbeleid vanuit het cultureelhistorisch belang (Archiefbesluit 1995, art. 2, eerste lid, onder c). Selectiedoelstelling De selectielijst is opgesteld in overeenstemming met de selectiedoelstelling van de RAD/PIVOT. De doelstelling bij de selectie van overheidsarchieven is dat de belangrijkste bronnen van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig worden gesteld voor blijvende bewaring. Met het te bewaren materiaal moet het mogelijk zijn om een reconstructie te maken van het handelen van de rijksoverheid ten opzichte van haar omgeving, maar ook van de belangrijkste historisch-maatschappelijke gebeurtenissen en ontwikkelingen, voor zover deze zijn te reconstrueren uit overheidsarchieven. Selectiecriteria Uitgaande van de algemene selectiedoelstelling heeft PIVOT in 1998 een (gewijzigde) lijst van algemene selectiecriteria geformuleerd. Met behulp van die algemene criteria wordt in een BSD een waardering toegekend aan de handelingen die door middel van het institutioneel onderzoek in kaart zijn gebracht. De algemene selectiecriteria zijn positief geformuleerd, het zijn bewaarcriteria. De criteria geven de handelingen aan die met een B ( blijvend te bewaren ) gewaardeerd worden, en waarvan de neerslag dus overgebracht dient te worden naar het Nationaal Archief. De neerslag van de handelingen die met een V ( vernietiging ) gewaardeerd worden, wordt niet overgebracht en kan op termijn vernietigd worden. Deze wordt niet noodzakelijk geacht voor een reconstructie van het overheidshandelen op hoofdlijnen. Selectiecriteria Handelingen die gewaardeerd worden met B(ewaren) Algemeen selectiecriterium 1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen 2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen 3. Handelingen die betrekking hebben op verantwoording van beleid op hoofdlijnen aan andere actoren Toelichting Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten. Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieruit worden niet per se consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid. Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie. 4. Handelingen die betrekking Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen Pagina 5

7 Selectiecriteria hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen 5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt 6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan. Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken. Bijvoorbeeld in het geval de ministeriele verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving. Ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 kan neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde handelingen betreffende personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd. Deze bepaling maakt het dus mogelijk om bepaalde voor vernietiging in aanmerking komende dossiers, bijvoorbeeld van spraakmakende of van gebeurtenissen met een grote impact, van vernietiging uit te zonderen. Verslag van de vaststellingsprocedure In maart 2012 is de ontwerp-selectielijst aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) aangeboden, waarna deze hem ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde overleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met de selectielijst naar de RvC is verstuurd en met de selectielijst ter inzage is gelegd. Vanaf 1 oktober 2012 lag de selectielijst gedurende zes weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van de studiezaal en op de website van het Nationaal Archief (hiernaar werd verwezen vanuit de website van het ministerie van OCW), hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant. Van (historische) organisaties of individuele burgers is geen commentaar ontvangen. Op 26 november 2012 bracht de RvC advies uit (kenmerk aca /4), hetwelk aanleiding heeft gegeven tot de volgende wijzigingen in de ontwerp-selectielijst: - handelingen 3 en 4 zijn aangevuld met een waardering voor de overige neerslag - de waardering van handeling 10 is aangescherpt met waardering B voor die procedures die geleid hebben tot beleidswijzigingen. Vanwege de tussentijds opgetreden wijziging van het Archiefbesluit is de selectielijst in in februari 2013 tevens ter advisering toegestuurd aan de benoemde externe deskundige, prof. dr. K.J.P.F.M. Jeurgens, hoogleraar archivistiek aan de Universiteit Leiden en docent archiefwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Naar aanleiding hiervan is de institutionele informatie in de selectielijst aangevuld. Pagina 6

8 Daarop werd de selectielijst op 7 februari 2014 door de algemene rijksarchivaris namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vastgesteld. Deze beschikking is gepubliceerd in de Staatscourant (Stcrt. 2014, nr. 4027, d.d. 14 februari 2014 [NA/2014/13.075]). Leeswijzer van de handelingen De handelingen worden beschreven in handelingenblokken. Een uitleg van de gebruikte termen staat hieronder. (x) Handeling Periode Grondslag Product Toelichting Waardering Dit is het volgnummer van de handeling. Dit is een complex van activiteiten die een actor verricht ter vervulling van een taak of op grond van een bevoegdheid. In de praktijk komt een handeling meestal overeen met een procedure of een werkproces. Hier staat het tijdvak vermeld gedurende welke jaren de handeling is verricht. Wanneer er geen eindjaar staat vermeld wordt de handeling nog steeds uitgevoerd. Dit is de wettelijke basis op grond waarvan de actor de handeling verricht. Wanneer er geen wettelijke grondslag voor een handeling bestaat, kan de bron worden genoemd waarin de betreffende handeling staat vermeld. Hier staan indicatief producten vermeld waarin de handeling resulteert of zou moeten resulteren. De gegeven opsommingen van producten zijn niet altijd uitputtend. Vaak wordt volstaan met een algemeen omschreven voorbeeld. Deze aanvullende informatie wordt in die gevallen vermeld wanneer de strekking van de handeling toelichting behoeft. Waardering van de handeling in B (bewaren) of V (vernietigen). Indien vernietigen, dan vermelding van de vernietigingstermijn. Indien bewaren, dan vermelding van het gehanteerde selectiecriterium. Eventueel een nadere toelichting op de waardering. Pagina 7

9 2. Handelingen Tot 1 januari 2006 gelden onderstaande handelingen ook voor de taken die het fonds uitvoerde voor het voortgezet onderwijs. Beleidsontwikkeling en bestuur (1) Het voorbereiden, mede vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid van de stichting Product: o.a. correspondentie, beleidsplannen, bestuursstukken (verslagen bestuursvergaderingen) en bijlagen Grondslag: Statuten Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Toelichting: Onder deze handeling valt ook: het voeren van overleg met andere betrokken actoren op het beleidsterrein, bijvoorbeeld overleg over beleid met OCenW Waardering: B (1) (2) Het stellen van regels over de werkwijze van het bestuur van de Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Onderwijs Product: Bestuursreglementen, huishoudelijke reglementen Grondslag: Waardering: B (1, 4) Statuten Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het (3) Het opstellen van een activiteiten- of jaarplan Product: activiteiten- of jaarplan Grondslag: Statuten Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Waardering: B (3) een exemplaar van het vastgestelde plan V, 5 jaar, overige neerslag (4) Het opstellen van een jaarrekening en jaarverslag Product: jaarrekening en jaarverslag Grondslag: Statuten Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Waardering: B (3) een exemplaar van de vastgestelde jaarrekening V, 5 jaar, overige neerslag (5) Het wijzigen van de statuten en het ontbinden van de Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Onderwijs Pagina 8

10 Product: Grondslag: Waardering: B (4) Statuten Statuten Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het (6) Het vaststellen, wijzigen en intrekken van reglementen Product: o.a. Reglement Vervangingsfonds, reglement(en) subsidievoorwaarden Grondslag: Statuten Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Toelichting: Reglement bevat de werkwijze, de procedures, de criteria en de uitgangspunten die het fonds hanteert bij het beslissen op het bekostigen van vervanging of het verstrekken van subsidies Waardering: B (1, 4) Uitvoering (7) Het beslissen over een declaratie ter bekostiging van vervanging Product: declaraties, administratie afhandeling, correspondentie Grondslag: Statuten Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Waardering: V, 7 jaar na beslissing declaratie (8) Het beslissen over een subsidie in het kader van het bevorderen van verzuim- en arbeidsomstandighedenbeleid Product: subsidieaanvraag, - beschikking, administratieve afhandeling, correspondentie Grondslag: Statuten Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Toelichting: Op verzoek komt het voor dat er rapportages worden opgesteld over de doeltreffendheid van de subsidies Waardering: V, 7 jaar na afloop van subsidietraject Rapportages doeltreffendheid B (5) Bezwaar- en beroepsprocedures (10) Het behandelen van bezwaar- en beroepsschriften tegen beschikkingen van het Vervangingsfonds Product: Bezwaarschriften, correspondentie Grondslag: Awb Toelichting: Deze handeling betreft zowel het bezwaar en beroep in algemene zin alsmede bezwaar en beroep op de beslissingen op declaraties en subsidies (zie handeling 7, 8) Waardering: V, 10 jaar na afhandeling B (1) voor die procedures die geleid hebben tot beleidswijzigingen Pagina 9

11 (11) Het behandelen van klachten tegen het handelen van of bejegening door het Vervangingsfonds Product: Klachten, correspondentie Grondslag: Awb Toelichting: De geregistreerde klachten worden jaarlijks gepubliceerd in het jaarverslag Waardering: V, 7 jaar na afhandeling Informatieverstrekking (12) Het beantwoorden van correspondentie van onderwijsbesturen, -personeel en overige bedrijven en instellingen Product: brieven en notities Grondslag: - Waardering: V, 5 jaar (13) Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten Product: o.m. informatie- en nieuwsbrieven, periodieken, cursusmaterialen, etc. Grondslag: - Waardering: 1 exemplaar B (5), de rest V, 5 jaar Pagina 10

12 3. Lijst van afkortingen Awb B BSD NA PIVOT OCenW RAD RIO Stb Stcrt UVF ZBO V Algemene wet bestuursrecht Blijvend te bewaren Basis Selectiedocument Nationaal Archief Project Invoering Verkorting Overbrengingstermijn Ministerie van Onderwijs en Cultuur en Wetenschap Rijksarchiefdienst Rapport Institutioneel Onderzoek Staatsblad Staatscourant Uitvoeringsorganisatie Vervangingsfonds Zelfstandig bestuursorgaan Vernietigen 4. Bronnen Bij de totstandkoming van deze selectielijst zijn de onderstaande bronnen geraadpleegd: Besluit Vervangingsfonds en Participatiefonds, 27 mei 2011 BSD van het handelen van de rijksoverheid op het (deel)beleidsterrein Basisonderwijs periode , vastgesteld in 2000 (Stcrt. 2000, 133) BSD P-Dossier is Mens-en-Werk , vastgesteld in 2007 (Stcrt. 2007, 245) Jaarverslag 2009 Vervangingsfonds Klaar...af, Een institutioneel onderzoek naar het beleidsterrein basisonderwijs, (samenstelling: Y. van Dam-Kooij, H. Sauter, J. Yard; ISBN ) s-gravenhage 1999 Statuten Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Regeling Melding Misstanden van de Stichting Vervangingsfonds en de Stichting Participatiefonds voor het Primair Onderwijs, 6 mei Geraadpleegde personen Bovenstaande selectielijst is in concept voorgelegd aan de onderstaande personen: A.L.P.M. Konings, juridisch beleidsmedewerker, bestuursbureau Vervangingsfonds/ Participatiefonds M. van Til, Uitvoeringsorganisatie Vervangingsfonds M.R. Touw, adjunct-directeur Vervangingsfonds/ Participatiefonds Pagina 11