Het werkgeversauteursrecht in een uitzendovereenkomst. Masterthesis Ter verkrijging van de titel Meester in de Rechten aan de Universiteit van Tilburg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het werkgeversauteursrecht in een uitzendovereenkomst. Masterthesis Ter verkrijging van de titel Meester in de Rechten aan de Universiteit van Tilburg"

Transcriptie

1 Het werkgeversauteursrecht in een uitzendovereenkomst Hoe kan de onduidelijkheid omtrent de toekenning van het auteursrecht in een uitzendovereenkomst worden weggenomen? Een interne- en externe rechtsvergelijking tussen het werkgeversauteursrecht in een arbeidsovereenkomst, een uitzendovereenkomst en een detacheringsovereenkomst Masterthesis Ter verkrijging van de titel Meester in de Rechten aan de Universiteit van Tilburg Jan Johannes Martinus Ismail Kamsteeg geboren op 1 februari 1990 te Oosterhout (Noord-Brabant) ANR: Begeleider: Dhr. dr. S.J. Rombouts

2 Voorwoord Voor u ligt mijn masterthesis, met zorg geschreven ter afronding van de masteropleiding Rechtsgeleerdheid aan Tilburg University. Omdat dit studiejaar, , het curriculum van de masteropleidingen werd gewijzigd, heb ik middels mijn keuze voor vakken en deze masterthesis het accent proberen te leggen op het arbeidsrecht. Deze scriptie is opgebouwd uit enkele hoofdstukken, die het auteursrecht, arbeidsrecht en met name het werkgeversauteursrecht nader onder de loep nemen. In het eerste, inleidende, hoofdstuk zal het probleem, de onduidelijkheid van het werkgeversauteursrecht in een uitzendovereenkomst, worden beschreven. Het daaropvolgende tweede hoofdstuk zal een theoretisch kader schetsen omtrent het auteursrecht in het algemeen, de arbeidsovereenkomst en het werkgeversauteursrecht. Dit tweede hoofdstuk dient als vertrekpunt voor de andere hoofdstukken, drie tot en met vijf, waarin op eenzelfde wijze het werkgeversauteursrecht in bijzondere arbeidsovereenkomsten aan bod zal komen. De vergelijking wat betreft het werkgeversauteursrecht in landen als de Verenigde Staten en ons buurland Duitsland, moet mijn uiteindelijke conclusie, ter afronding van deze masterthesis, kracht bij zetten. Graag wil ik via deze weg iedereen bedanken die zich op enigerlei wijze heeft ingezet voor de totstandkoming van deze masterthesis. Allereerst mijn begeleider, dhr. Rombouts, die mij heeft voorzien van het juiste advies en erg coulant tegenover de wat strakke deadlines stond. Daarnaast mijn partner, ouders, broer en zusje, mijn twee beste vrienden en vriendinnen voor hun steun en bemoedigende woorden, maar zeker ook de benodigde afleiding op momenten dat het nodig was. s -Hertogenbosch, mei 2016 Jan Kamsteeg 2

3 Lijst van gehanteerde afkortingen AB AMI Arbowet art. Aw BW CBb CrvB EVRM HR IER JAR jo. Ktr. MvT NJ Pres. Rb. UrhG Vzr. WAADI Administratiefrechtelijke Beslissingen Tijdschrift voor auteurs-, media- en informatierecht Arbeidsomstandighedenwet artikel/artikelen Auteurswet Burgerlijk Wetboek College van Beroep voor het bedrijfsleven Centrale Raad van Beroep Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden Hoge Raad der Nederlanden Jurisprudentie Intellectuele Eigendom en Reclamerecht Jurisprudentie Arbeidsrecht juncto/in verband met Kantonrechter Memorie van toelichting Nederlandse Jurisprudentie President Rechtbank Urheberrechtgezetz Voorzieningenrechter Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs 3

4 Inhoudsopgave Voorwoord / 2 Lijst van gehanteerde afkortingen / 3 1. Inleiding / Inleiding en verantwoording / Doel van het onderzoek / Methode van onderzoek / Hoofdstukindeling / 9 2. Theoretisch kader / Auteursrecht / De maker / Het werk / Exploitatie- en persoonlijkheidsrechten / Arbeidsovereenkomst / De gezagsverhouding / Gedurende zekere tijd / Loon / Auteursrecht in de arbeidsovereenkomst / Werkgeversauteursrecht / Rechtspraak / Dienstverband / Bepaaldheidsvereiste / Conclusie / Uitzendkrachten en Auteursrecht / De uitzendovereenkomst / Juridische kwalificatie / Art. 7:690 BW / De driehoeksverhouding / Terbeschikkingstelling / Onder toezicht en leiding van een derde / Auteursrecht in een uitzendovereenkomst / Conclusie / Detachering en Auteursrecht / Detacheringsovereenkomst / Overeenkomsten met arbeid- en uitzendovereenkomst / 33 4

5 4.2 Het auteursrecht in de detacheringsovereenkomst / Conclusie / Vergelijking / Verenigde Staten / Duitsland / Conclusie / Conclusie en aanbeveling / Literatuurlijst /43 8. Jurisprudentielijst / 46 5

6 1. Inleiding 1.1.Inleiding en verantwoording In de praktijk worden dagelijks, zonder dat de werkgever zich het beseft, door werknemers auteursrechtelijk beschermde werken vervaardigd. Daarbij kan gedacht worden aan het ontwikkelen van software voor bijvoorbeeld een zelfrijdende auto, het ontwerpen van kleding voor een bekend modehuis of het schrijven van teksten voor een krant. Vaak ontbreekt het in dezen aan een duidelijke, concrete regeling in de arbeidsovereenkomst omtrent de rechthebbende van het auteursrecht op het gemaakte werk. Om deze onduidelijkheid weg te nemen, heeft de wetgever art. 7 Aw in de Auteurswet opgenomen. Dit artikel bepaalt dat het auteursrecht op een werk in beginsel toekomst aan de werkgever, indien het werk is ontstaan gedurende het dienstverband van de werknemer. Daarbij dient de taakomschrijving van de werknemer voldoende bepaald te zijn; er moet expliciet in worden vermeld dat het vervaardigen van dergelijke werken tot zijn taak behoort. Daarnaast dient er een gezagsverhouding te bestaan en dient de werkgever zijn werknemer een vergoeding loon te betalen voor zijn werkzaamheden. Wanneer er sprake is van een normale arbeidsovereenkomst, in de zin van art. 7:610 BW, zullen de zojuist benoemde criteria in beginsel worden vervuld en komt het auteursrecht op het werk toe aan de werkgever. Het wordt lastiger, wanneer de medewerker werkzaam is op basis van een bijzondere arbeidsovereenkomst, bijvoorbeeld de uitzendovereenkomst. In de literatuur bestond lange tijd onduidelijkheid hoe deze uitzendovereenkomst, an sich, juridisch moest worden gekwalificeerd. 1 De Hoge Raad heeft tot tweemaal toe geoordeeld over deze kwestie en uiteindelijk bepaald hoe deze uitzendrelatie juridisch moest worden gekwalificeerd. 2 Kort gezegd komt het erop neer dat niet de materiele gezagsuitoefening, maar de formele gezagsuitoefening doorslaggevend is. In een daaropvolgende uitspraak kwam de Hoge Raad tot de conclusie dat er bij een uitzendrelatie sprake kan zijn van een arbeidsovereenkomst, omdat de werkende partij verplicht is de aan hem opgedragen taak bij een derde, de inlener, te verrichten op de bij die derde geldende werktijden en onder leiding van zijn of haar aanwijzingen. 3 De wetgever heeft een einde 1 Van Drongelen & Fase 2015, p HR 14 oktober 1977, NJ 1978, 31; HR 23 mei 1980, NJ 1980, HR 23 mei 1980, NJ 1980,

7 gemaakt aan deze discussie door de uitzendrelatie op te nemen in boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, dat luidt als volgt: de arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer door de werkgever, in het kader van de uitoefening van beroep en bedrijf van de werkgever ter beschikking wordt gesteld aan een derde om krachtens een door deze aan de werkgever verstrekte opdracht arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van een derde. 4 Zoals eerder benoemd, is het bestaan van een dienstverband tussen de werknemer en werkgever een vereiste voor de toepasselijkheid van art. 7 Aw. In een uitzendovereenkomst is het dienstverband niet altijd duidelijk aanwezig, aangezien er sprake is van een driehoeksverhouding. Stel dat een uitzendkracht werkzaam is bij een bedrijf dat zich bezighoudt met de ontwikkeling en productie van websites. De uitzendkracht komt op het ingenieuze idee om een website op een dergelijke wijze te ontwikkelen, zodat eenieder, zonder daarvoor een opleiding te hebben genoten, de website naar zijn of haar wens eenvoudig kan produceren, aanpassen en onderhouden. Veel ondernemers, met name kleine ondernemingen, zouden hier belangstelling voor hebben om het nodige te besparen op webbeheer. Het bedrijf waar de uitzendkracht werkzaam is, verkoopt dit product aan derden, zonder de naam van de uitzendkracht daarbij te noemen. Kan en mag een werkgever dat zomaar doen. En wie is dan de werkgever? Het uitzendbureau, de inlener of de uitzendkracht? In de literatuur bestaat dan ook de nodige discussie over wie het auteursrecht toekomt wanneer de arbeidskracht werkzaam is op basis van een uitzendovereenkomst. Formeel gezien zou het toekomen aan het uitzendbureau, omdat zij de werkgever is. 5 Anderen menen dat het auteursrecht zou moeten toekomen aan de inlener, de fictieve werkgever van de uitzendkracht. De inlener is namelijk degene die het voor de uitzendkracht mogelijk maakt, en dus bepaalde investeringen doet, om de werken te ontwikkelen en realiseren. 6 Aangezien op de huidige arbeidsmarkt sprake is van een zichtbare groei voor het sluiten van dergelijke flexibele arbeidsrelaties 7, is het daarom van belang om het werkgeversauteursrecht in een uitzendovereenkomst nader te onderzoeken om duidelijkheid te scheppen aan wie het auteursrecht toekomt. Zou art. 7 Aw, gezien de onduidelijkheid omtrent het werkgeversauteursrecht in een uitzendovereenkomst, niet moeten worden herzien of zelfs moeten worden geschrapt? 4 Art. 7:690 BW. 5 Zie bijvoorbeeld Paapst 2010, p Zie onder andere Spoor e.a. 2011, p Van Drongelen & Fase 2015, p

8 1.2 Doel van het onderzoek De hoofdregel in het auteursrecht is dat de werken toekomen aan de maker ervan. Artikel 1 Aw bepaalt namelijk dat het auteursrecht: het uitsluitend recht is van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld. Eén van de uitzonderingen op deze regel is het werkgeversauteursrecht. Artikel 7 Aw bepaalt namelijk dat alle werken die zijn gemaakt in dienstverband van de werkgever, hem toekomen. Een belangrijk vereiste is dat het maken van een dergelijk werk wel tot de taakomschrijving van de werknemer behoort. Dit wordt ook wel het bepaaldheidsvereiste genoemd. Slechts in een arbeidsovereenkomst is in beginsel sprake van een dienstverband tussen werkgever en werknemer. Een uitzendovereenkomst is vergelijkbaar met een arbeidsovereenkomst. Het verschil zit hem in met wie de uitzendkracht een dienstverband heeft. De inlener, werkgever, heeft een overeenkomst van opdracht met het uitzendbureau, de werkgever van de uitzendkracht. Er is dus geen sprake van een dienstverband zoals bepaald in artikel 7:610 BW, maar de inlener mag slechts toezicht houden op werkzaamheden van de uitzendkracht en hem of haar bevelen geven. Zoals in de inleiding reeds is besproken, is er in de hedendaagse samenleving een trend waarneembaar wat betreft het aangaan van flexibele arbeidsrelaties, ook wel de externe flexibilisering genoemd 8. Bedrijven doen steeds vaker een beroep op externe arbeidskrachten om het wisselende werkaanbod op te vangen, wat flexibele arbeidsrelaties tot gevolg heeft. In de Wet Werk en Zekerheid is al het een en ander geregeld om verschillen tussen werknemers met arbeidsovereenkomst en flexibele arbeidskrachten te beperken.. Tot op heden is er niets gewijzigd aan artikel 7 Auteurswet. De vraag wie het auteursrecht toekomt wanneer met in een uitzendverhouding staat is daarmee nog steeds niet beantwoord. Met dit onderzoek streef ik erna antwoord te geven op de vraag wie het auteursrecht toekomt en hoe deze onduidelijkheid in de wetgeving kan worden weggenomen. Mijn onderzoeksvraag luidt daarom als volgt: Hoe kan de onduidelijkheid omtrent het toekomen van het auteursrecht in een uitzendovereenkomst ex. art. 7:690 BW worden weggenomen? Een interne- en externe rechtsvergelijking tussen de arbeidsovereenkomst, uitzendovereenkomst en detacheringsovereenkomst. 8 Van Drongelen & Fase 2015, p

9 Om in de conclusie antwoord te geven op mijn onderzoeksvraag, heb ik de volgende vragen geformuleerd: Wat is de grondslag en de reikwijdte van het auteursrecht? Hoe verhoudt het auteursrecht zich tot werken die gemaakt zijn door werknemers die een arbeidsovereenkomst hebben met hun werkgever? Wat houdt een uitzendovereenkomst in en hoe verhoudt zich het auteursrecht met werken die gemaakt zijn door uitzendkrachten? Wat houdt een detacheringsovereenkomst in en hoe verhoudt het auteursrecht zich met werken die gemaakt zijn door dat type medewerkers? Valt er lering te trekken uit de wijze waarop wordt omgegaan met het toekennen van het auteursrecht aan de werkgever of werknemer/gedetacheerde ten opzichte van de uitzendkracht? Hoe is het werkgeversauteursrecht geregeld in de Verenigde Staten en Duitsland? Zou art. 7 Aw moeten worde gewijzigd dan wel worden geschrapt om deze onduidelijkheid weg te nemen? 1.3 Methode van onderzoek Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag, zal er allereerst een literatuuronderzoek en een intern- en extern rechtsvergelijkend onderzoek plaatsvinden tussen het auteursrecht in de volgende overeenkomsten van arbeid: de arbeidsovereenkomst, uitzendovereenkomst en detacheringsovereenkomt. Het is van belang om eerst een theoretisch kader te scheppen alvorens dieper in te gaan aan wie het auteursrecht toekomt wanneer met werkzaam is op grond van de zojuist benoemden overeenkomsten. Daarnaast komt, mede ter onderbouwing van de conclusie, een vergelijking aan bod wat betreft het auteursrecht in de Verenigde Staten en Duitsland. Op basis van de deze kennis zal in de conclusie een aanbeveling worden gedaan op welke manier de onduidelijkheid omtrent het auteursrecht in de uitzendovereenkomst kan worden verduidelijkt dan wel weggenomen. 1.4 Hoofdstukindeling Dit onderzoek vangt aan met hoofdstuk twee, waarin een theoretisch kader wordt gegeven van het auteursrecht, de kenmerken van een arbeidsovereenkomst en de doorwerking van het auteursrecht in een normale arbeidsovereenkomst. Hierin wordt nader ingegaan op de grondslag, geschiedenis en reikwijdte van het auteursrecht, toegespitst op art. 7 Aw. Na dit inleidende hoofdstuk, zal in 9

10 hoofdstuk drie op eenzelfde wijze de uitzendovereenkomst aan bod komen. Hoofdstuk vier behandelt de detacheringsovereenkomst, aangezien deze overeenkomst vele gelijkenissen vertoont met de uitzendovereenkomst. In hoofdstuk vijf wordt een vergelijking gemaakt tussen een Common Law land, de Verenigde Staten, en Duitsland. Elk hoofdstuk zal worden afgesloten met een conclusie. Dit onderzoek zal worden afgesloten met een conclusie, hoofdstuk zes, waarin antwoord wordt gegeven op de onderzoeksvraag en een aanbeveling wordt gedaan wat betreft het auteursrecht in een uitzendovereenkomst. In de hoofdstukken zeven en acht is een literatuur- en jurisprudentielijst opgenomen. 10

11 2. Theoretisch kader 2.1 Het auteursrecht Het auteursrecht vindt zijn ontstaansgeschiedenis in de tijd van de boekdrukkunst. Het hedendaagse auteursrecht is echter niet vergelijkbaar met het auteursrecht van toen. Een zeer belangrijke ontwikkeling voor het Nederlandse auteursrecht was de totstandkoming van de Berner Conventie in In deze conventie werden voor het eerst in de geschiedenis regels gesteld betreffende de erkenning van auteursrechten tussen verschillende landen. De conventie heeft bijgedragen aan een verhoging van het beschermingsniveau op auteursrechtelijke werken in aangesloten landen en voor vergaande onderlinge overeenstemming tussen de nationale auteursrechtstelsels, aldus Spoor. 9 Zo werd ook de reeds bestaande Auteurswet 1881, mede door het toetreden van Nederland tot de Berner Conventie, ingrijpend gewijzigd. De hierna tot stand gekomen Auteurswet 1912 wordt tot op heden nog steeds gehandhaafd en daarmee werd het auteursrecht zoals men dit nu kent geboren. Het auteursrecht is het uitsluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld, aldus art. 1 Aw. Kort gezegd biedt het auteursrecht de maker van een werk de nodige rechtsbescherming op het door hem vervaardigde werk, in de vorm van exploitatie- en persoonlijkheidsrechten. De vraag is echter wie er als maker van een werk wordt beschouwd De Maker Diegene die in het werk als zodanig wordt aangeduid of diegene die als maker ten tijde van de openbaarmaking bekend was, tegenbewijs daargelaten, wordt als (geestelijk) maken van het werk beschouwd. Een vreemde redenering, aangezien men bij een maker van het werk vaak denkt aan diegene die het product daadwerkelijk maakt. De wetgever heeft in het auteursrecht de geestelijk maker bedoelt, hij die het werk geschapen heeft. Het gaat niet om een stoffelijke zaak, maar om een onlichamelijk zaak zoals een ontwerp, idee of gedachte. 10 Naast de geestelijk maker kunnen ook anderen het auteursrecht hebben op het door hem bedachte werk. In Nederland bestaat namelijk de mogelijkheid om het auteursrecht over te dragen aan een derde. Tevens gaat een auteursrecht, bij overlijden van de maker, over op de erfgenamen van de maker dat gedurende 9 Spoor e.a. 2011, p Paapst 2010, p

12 zeventig jaren na overlijden blijft bestaan. Het is daarom begrijpelijk dat auteursrechten worden vergeleken met eigendomsrechten, mede gezien het feit dat eigendomsrechten ook overdraagbaar zijn. Het verschil zit hem in de zaak waarop het recht rust; een eigendomsrecht rust namelijk wel op een lichamelijke, stoffelijke zaak. 11 Naast de rechtsverkrijger, kan het auteursrecht ook (van rechtswege) worden overgedragen aan de werkgever, dat later in dit onderzoek uitvoerig aan bod zal komen. Wanneer een auteursrechtelijk werk wordt gemaakt in een samenwerkingsverband, zijn er meerdere makers tegelijkertijd aan te wijzen als auteursrechthebbende. De auteurswet schept duidelijkheid over wie in een samenwerkingsverband het auteursrecht op een werk toekomt. Art. 26 Aw bepaalt namelijk dat wanneer een werk is vervaardigd door twee of meer personen, zij een gemeenschappelijk auteursrecht hebben. Elke maker is bevoegd om afzonderlijk van de andere makers zijn auteursrecht te handhaven jegens anderen, tenzij anders is overeengekomen. Wanneer er sprake is van een gemeenschappelijk werk, is er slechts één gemeenschappelijk auteursrecht dat slechts door hen gezamenlijk kan worden gehandhaafd en geëxploiteerd. Zou het werk bestaan uit een combinatie van werken, bijvoorbeeld de verschillende onderdelen van een eindproduct wat door verschillende makers is bedacht, heeft iedere maker een afzonderlijk te handhaven en te exploiteren auteursrechten op het door hem gemaakte deel van het werk. Naast makers bestaan er ook fictieve makers van een werk. Als een werk tot stand is gebracht naar het ontwerp van een ander, onder diens leiding en toezicht, dan wordt de fictief maker als de auteursrechthebbende aangemerkt, aldus art. 6 Aw. Volgens Spoor e.a. is dit te verklaren, omdat de persoon die in technische zin de realisatie op zich neemt, dit niet had kunnen doen zonder toezicht en leiding van een andere persoon. 12 Zo kan ook een werkgever als fictief maker van een werk worden beschouwd. Art. 7 Aw bepaalt namelijk dat het auteursrecht op een werk toekomt aan de werkgever, wanneer het werk is vervaardigd door een werknemer in dienst van de werkgever, tenzij anders overeengekomen is in de arbeidsovereenkomst. De laatste uitzondering ziet op de bekendmaking van een werk door een rechtspersoon, zonder de naam van de feitelijk maker daarbij te noemen. Zij brengen het werk in de openbaarheid alsof het door henzelf is bedacht. In beginsel wordt op grond van art. 8 Aw dan ook de rechtspersoon aangemerkt als fictief maker van het werk en komt hen het auteursrecht toe. Dit onderzoek zal zich beperken tot de uitzondering uit art. 7 Aw, het werkgeversauteursrecht. 11 Paapst 2010, p. 3-4; Spoor e.a. 2005, p Spoor e.a. 2005, p

13 Het werk Het auteursrecht rust op werken van letterkunde, wetenschap of kunst. Art. 10 Aw geeft een niet limitatieve opsomming wat onder een beschermd werk wordt verstaan. Hierbij kan gedacht worden aan schilderijen, boeken, tijdschriften, films en computerprogramma s. De wetgever heeft een verstandig besluit genomen wat betreft de opname van een niet limitatieve opsomming, omdat de beoordeling van werken of deze behoren tot een vorm van letterkunde, wetenschap of kunst aan tijd onderhevig is. Zoals reeds besproken, wordt het materiele werk niet beschermd maar de schepping daarvan. 13 Daarnaast dient het werk een persoonlijke stempel te bevatten. Dit kwam voor het eerst aan de orde in het Explicator arrest. De Hoge Raad verduidelijkt de definitie van een werk. Het gaat in het auteursrecht om werken die als vruchten van scheppende arbeid en eigen of persoonlijk karakter bevatten. 14 De eigenheid van een werk is bijvoorbeeld te herkennen aan de indeling van hoofdstukken in een studieboek of de wijze waarop een musicus in zijn werken een herkenbare, steeds terugkerende structuur aanbrengt, zoals Wolfgang Amadeus Mozart deed. In een meer recente uitspraak van de Hoge Raad wordt er nog een criterium toegevoegd wat onder een werk in de zin van de Auteurswet moet worden verstaan. Het eigen karakter van het werk moet, naast de eerder gegeven criteria, worden beoordeeld naar de situatie waarin het voortbrengsel tot stand kwam. 15 Uit dit gegeven wordt naast het geschapen werk, ook een afgeleide daarvan door het auteursrecht beschermd. Deze bescherming voor de maker van het werk komt tot uiting in de hem toekomende exploitatie- en persoonlijkheidsrechten Exploitatie- en persoonlijkheidsrechten De exploitatie- en persoonlijkheidsrechten zijn een uitvloeisel van het auteursrecht van de maker. Dit tweetal exclusieve rechten biedt de maker van het werk de benodigde bescherming tegen het onrechtmatig gebruik van zijn werk. De exploitatierechten bestaan uit het uitsluitende recht voor de maker, of zijn rechtsverkrijger(s), om een werk openbaar te maken dan wel een werk te verveelvoudigen. Het begrip openbaarmaking is nogal breed, waardoor niet direct duidelijk is wat onder een openbaarmaking van het werk wordt verstaan. Art. 12 Aw geeft, net als art. 10 Aw, een niet limitatieve opsomming van wat volgens de wet onder een openbaarmaking van een werk wordt verstaan. Daarbij kan onder andere worden gedacht aan het uitlenen of verhuren van een 13 HR 28 juni 1946, NJ 1946, 712 (Van Gelder/Van Rijn). 14 HR 17 januari 1961, NJ 1962, 355; zie ook HR 29 november 1985, NJ 1987, 880. In dit arrest wordt de eerder gegeven definitie uit het Explicator arrest verduidelijkt: vereist is, dat het werk een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het een persoonlijke stempel van de maker draagt. 15 HR 6 april 1999, NJ 1999,

14 werk aan een derde. De opsomming tevens niet limitatief, want zodra het werk openbaar wordt voor het publiek zou men kunnen stellen dat er sprake is van een openbaarmaking van het werk. Dit is niet onbegrijpelijk, omdat door het begrip openbaarmaking breed te interpreteren, het ook mogelijk wordt om huidige en toekomstige openbaarmakingen onder dit artikel te kunnen brengen. 16 Het andere begrip, verveelvoudigen, wordt in de Auteurswet niet nader verklaard. Uit art. 13 en 14 Aw blijkt wel dat het kopiëren of reproduceren van een werk als een vorm van vereenvoudigen kan worden beschouwd. Daarnaast kunnen andere vormen van vereenvoudigen, zoals het bewerken van een boek, een boekverfilming of een remake van een eerder uitgebrachte film onder dit begrip kunnen worden gebracht. Art. 12 lid 1 sub 1 Aw geeft overigens wel aan dat een openbaarmaking van een dergelijke verveelvoudiging tevens onder het openbaarmakingsrecht valt. Het staat de auteursrechthebbende dus vrij om te bepalen of een verveelvoudiging van zijn werk is toegestaan en of dit als exemplaar openbaar mag worden gemaakt. 17 Naast de exploitatierechten bestaan er ook persoonlijkheidsrechten, toebehorend aan de maker. Dit persoonlijkheidsrecht zorgt ervoor dar de maker van het werk een (beperkte) zeggenschap behoudt over zijn werk, wanneer de exploitatierechten aan een derde (deels) zijn overgedragen. In art. 25 AW heeft de wetgever deze keer wel een limitatieve opsomming gegeven wat onder een persoonlijkheidsrecht kan worden verstaan: - De maker mag zich verzetten tegen openbaarmaking zonder naamsvermelding, tenzij dit onredelijk zou zijn; - De maker heeft tevens het recht zich te verzetten tegen het openbaar maken van het werk onder een andere naam dan de zijne alsmede tegen een wijziging in de benaming van het werk; - Hij heeft het recht om op te treden tegen wijzigingen die aangebracht zijn in het werk zelf, tenzij dit onredelijk zou zijn; - En de maker kan optreden tegen verminking, het misvormen of een andere manier van aantasting van het werk indien dit nadeel toebrengt aan de naam of eer van de maker. 18 Er is reeds gebleken dat van het auteursrecht op werken afstand kan worden gedaan. Naar Nederlands recht zijn auteursrechten overdraagbaar. Het is voor de maker mogelijk om zijn bevoegdheid tot exploitatie van het werk over te dragen op een rechtsverkrijger of een derde. Het is 16 Paapst 2010, p Paapst 2010, p.3-4; zie ook HR 18 december 1953, NJ 1954, 258 (Polak/ De Muinck). 18 Paapst 2010, p.6. 14

15 echter niet mogelijk om van al zijn persoonlijkheidsrechten afstand te doen. Bij een overdracht aan een derde, blijft de maker van het werk zijn recht behouden om zich te verzetten tegen een openbaarmaking van het werk onder een andere naam en eventuele verminking, misvorming of een andere manier van aantasting van zijn werk. De persoonlijkheidsrechten kunnen dan ook een beperking vormen op het auteursrecht wanneer het auteursrecht op een werk wordt overgedragen. Voor dit onderzoek, in het kader van het werkgeversauteursrecht, zijn beide rechten van belang. Dit zal in de volgende paragrafen en hoofdstukken aan de orde komen De arbeidsovereenkomst De normale arbeidsovereenkomst wordt in de wet omschreven als een overeenkomst waarbij de werknemer in dienst van de werkgever tegen loon, gedurende een zekere tijd arbeid verricht. Om van een arbeidsovereenkomst te kunnen heeft de wetgever bepaald dat aan verschillende elementen, opgesomd in art. 7:610 BW, moet zijn voldaan. Allereerst dient er sprake te zijn van een duidelijk dienstverband, ook wel bekend als een zekere gezagsverhouding tussen de werknemer en werkgever. Daarnaast moet de werknemer worden beloond voor de door hem verrichte werkzaamheden, vaak in de vorm van loon. Afsluitend dient het te gaan om een vorm van arbeid, de bedongen arbeid, wat gedurende een zekere tijd moet worden verricht. De kenmerken van een arbeidsovereenkomst zullen in de opvolgende paragrafen nader worden besproken Gezagsrelatie Het is niet altijd eenvoudig om een gezagsrelatie aan te tonen tussen de werknemer en zijn werkgever. In het oude BW kende men slechts twee soorten benoemde overeenkomsten tot het verrichten van arbeid. Bij wet van 13 juli 1907 werd voor het eerst de zojuist beschreven driedelige onderscheiding aangebracht: de arbeidsovereenkomst is de overeenkomst, waarbij de eene partij, de arbeider, zich verbindt, in dienst van de andere partij, den werkgever tegen loon gedurende zekeren tijd arbeid te verrichten. In de rechtspraak wordt het zwaartepunt, wat betreft de invulling van de gezagsverhouding, gelegd op de mate van de aanwijzingsbevoegdheid aan de zijde van de werkgever, wat betreft de nadere invulling van de te verrichten arbeidsprestatie door de werknemer. 19 Het is uiteindelijk de rechter die dient te oordelen of er sprake is van een gezagsverhouding. Een van de meest bekende uitspraken van de Hoge Raad is die in de zaak Iva/Queijssen. 20 Op grond van de omstandigheden van het geval, de verplichting van een minimale hoeveelheid werk per dag en de instructies 19 HR 28 september 1983, NJ 1984, 92 (Conlusie A.G. van Soest). 20 HR 17 november 1978, NJ 1979,

16 afkomstig van de werkgever, ging de Hoge Raad mee in het oordeel van de rechtbank wat betreft het bestaan van een gezagsrelatie tussen Iva en thuiswerker Oueijssen, wat als gevolg had dat de thuiswerkovereenkomst werd beschouwd als een arbeidsovereenkomst zoals heden ten dage beschreven in art. 7:610 BW. 21 Lastiger was de zaak waarin de vraag centraal stond of een hoornist een gezagsrelatie had met haar werkgever. De kantonrechter oordeelde dat dit niet het geval was, aangezien zij slechts verantwoording schuldig was aan de dirigent van het orkest. De werkgever had geen feitelijke zeggenschap over haar werkzaamheden als hoornist, geen aanwijzingsbevoegdheid hoe zij de muziek diende te spelen, over haar werkzaamheden. 22 Van Drongelen merkt daarentegen terecht op dat, vanwege de flexibilisering van de arbeidsmarkt, hierdoor de invulling van de gezagsrelatie mede veranderd. Het is tegenwoordig niet langer de mate van vrijheid in de functie-uitoefening die doorslaggevend is, maar de rechter kijkt steeds vaker naar de mate waarin de werkgever de bevoegdheid heeft de arbeidstijden te bepalen, de onderwerping aan de regels van de organisatie en wat er tussen de werkgever en werknemer is overeengekomen. 23 Ontleent aan de rechtspraak, zijn de volgende factoren vaak bepalend of er sprake is van een gezagsrelatie: - De mate van vrijheid aan de zijde van de werknemer om zijn werk in te delen, hier de omvang van te bepalen en de bevoegdheid die hij heeft om het werk wel of niet uit te voeren; 24 - De mate waarin de prijs voor de geleverde dienst of het vervaardigde product, het uitbrengen op de markt, waarin begrepen de te ontvangen betalingen voor de dienst of product en het dragen van het ondernemersrisico. 25 Een duidelijk uitvloeisel van deze gezagsrelatie is het directierecht van de werkgever, zoals opgenomen in art. 7:660 BW. Hierin wordt duidelijk dat de werknemer onderworpen is aan de voorschriften, afkomstig van de werkgever, over de te verrichten arbeid en deze arbeid in goede orde dient te verrichten. Naast het bestaan van een gezagsrelatie, dient de arbeid gedurende een zekere tijd te worden verricht door de werknemer. 21 HR 17 november 1978, NJ 1979, Ktr. Leiden 11 november 2009, JAR 2010, p Van Drongelen & Fase 2015, p Hof Arnhem 19 mei 2009, ECLI:NL:GHARN:2009:BJ Hof Arnhem 13 januari 2009, ECLI:NL:GHARN:2009:BH

17 Gedurende zekere tijd De arbeid wordt verricht gedurende een zekere tijd. In beginsel ziet het element gedurende een zekere tijd op het aangaan van een arbeidsovereenkomst, waarbij de werkgever en de werknemer een bepaalde duur overeenkomen. De arbeidsovereenkomst dient, kort gezegd, een bepaalde vorm van duurzaamheid bevatten, de overeenkomst moet voor een (on)bepaalde tijd zijn aangegaan. De duur van de overeenkomst wordt niet vastgesteld, wanneer een werknemer een contract voor onbepaalde tijd krijgt, in de volksmond vaak een vast contract genoemd. Een duurovereenkomst ziet men met name terug in een overeenkomst voor bepaalde tijd. Zo kan een overeenkomst worden aangegaan voor een jaar, een half jaar, een maand en zelfs een dag. Toch bestaat er over dit specifieke element in de arbeidsovereenkomst ook nog enige onduidelijkheid. In de literatuur en rechtspraak is het element gedurende een zekere tijd dan ook een veelbesproken en omstreden onderwerp, aangezien het geen onderscheidende betekenis heeft, aldus van der Heijden en anderen. 26 Daarnaast wordt in de literatuur vaak aangenomen dat hoe korter de duur van de overeenkomst is, hoe onwaarschijnlijker het is dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst in de zin van art. 7:610 lid 1 BW. 27 Ook de Centrale Raad voor Beroep heeft zich hierover uitgelaten. Zij menen dat in een aantal gevallen de inzet van arbeidskrachten voor een korte duur een dusdanige marginale betekenis heeft, dat niet kan worden gesproken van een arbeidsovereenkomst. Volgens de Raad is dan namelijk geen sprake van het gedurende zekere tijd beschikbaar zijn van de werknemer voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de werkgever Loon De ondergeschiktheid van de werknemer aan de werkgever blijkt, naast de gezagsrelatie en een duurovereenkomst, mede uit de door hem te ontvangen vergoeding van de te verrichten arbeid. In het kader van de arbeidsovereenkomst wordt onder het begrip loon de vergoeding die de werkgever aan de werknemer is verschuldigd voor de bedongen arbeid verstaan. 29 De meest voorkomende, tevens meest gebruikelijke, vorm van loon is de uitkering van een salaris in geld. Naast deze vorm bestaan er op grond van de wet nog een aantal andere geoorloofde vergoedingsvormen, zoals kost en inwoning; onderricht; kleding; (vrije) dienstwoning; diensten en opties en aandelen in het bedrijf waar de werknemer werkzaam is Van Drongelen & Fase 2015, p Bouwens & Duk 2011, p.4 28 CRvB 6 april 1972, RSV 1972; CRvB 23 oktober 1995, AB 1996, Van Drongelen & Fase 2015, p. 97; zie ook HR 18 september 1985, NJ 1986, Art. 7:616 BW jo. 7:617 BW. 17

18 Ook wanneer een werknemer de bedongen arbeid niet verricht, draagt de werkgever in sommige gevallen het risico om het loon door te betalen. Zo oordeelde de Hoge Raad dat er bij een nonactiefstelling van de werknemer of bij een georganiseerde staking, de werknemer in beginsel het recht op loon behoudt. Het risico voor het niet kunnen verrichten van de bedongen arbeid komt toe aan de werkgever, het ondernemersrisico wat eerder aan de orde kwam bij de gezagsrelatie. Vaak is de werknemer namelijk bereid om de arbeid te verrichten, maar is dat wegens omstandigheden niet mogelijk. 31 Wanneer een werknemer ziek wordt, komt dit ook voor risico van de werkgever. Art. 7:628 jo. 7:629 doorbreken het beginsel van geen arbeid geen loon. De werkgever is in beginsel verplicht om de werknemer, voor een periode van maximaal 104 weken, het loon door te betalen. Het loon schept rechten en verplichtingen in het leven voor de werknemer en werkgever, wat mede bepalend is voor de ondergeschiktheid van de relatie. Nu bekend is wat het auteursrecht en het arbeidsrecht in het algemeen inhouden, is het voor dit onderzoek van belang om het werkgeversauteursrecht in de arbeidsovereenkomst nader te bespreken. Dit zal het vertrekpunt zijn voor het werkgeversauteursrecht in de bijzondere overeenkomsten van arbeid. 2.3 Auteursrecht in de arbeidsovereenkomst Werkgeversauteursecht Het werkgeversauteursrecht, eerder kort aan bod gekomen, is ondergebracht in art. 7 Aw. Dit artikel bepaalt dat indien de arbeid, in dienst van een ander verricht, bestaat in het vervaardigen van bepaalde werken van letterkunde, wetenschap of kunst, dan wordt, tenzij tussen partijen anders is overeengekomen, als de maker van die werken aangemerkt degene, in wiens dienst de werken zijn vervaardigd. Het rechtsgevolg is derhalve dat de werkgever van rechtswege als maker, als auteursrechthebbende, van het niet door hem vervaardigde werk wordt beschouwd. In beginsel verkrijgt de werkgever, ook van rechtswege, op grond van art. 7 Aw alle bevoegdheden over het werk die van origine toebehoren aan de feitelijk maker van het werk. Om te voorkomen dat het auteursrecht van rechtswege overgaat op de werkgever, is het belangrijk dat de werknemer en werkgever, voorafgaand aan het sluiten van de arbeidsovereenkomst op dit punt duidelijke afspraken te maken. Wanneer een dergelijke afspraak ontbreekt, is het voor de toepasbaarheid van art. 7 Aw van belang dat er sprake is van een duidelijk dienstverband tussen de werkgever en werknemer. Daarnaast moet de taakomschrijving, het vervaardigen van werken, voldoende bepaald zijn om te kunnen spreken van een werkgeversauteursrecht. 31 Zie onder andere HR 7 mei 1976, NJ 1977, 55; HR 21 maart 2003, JAR 2003/91, r.o. 3.4 &

19 Over de toepasbaarheid en het stelsel van art. 7 Aw bestaat echter geen eenduidigheid in de opvatting daarvan. Spoor refereert onder andere aan Hirsch Ballin en Gebrandy, die stellen dat zonder een dringende rechtsgrond het uitgangspunt is dat het toekomen van het auteursrecht aan de werkelijk maker, de werknemer, niet losgelaten mag worden. Dit standpunt wordt kracht bij gezet door een vergelijking met het werkgeversauteursecht in landen als Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk en Italië. In deze landen blijf het auteursrecht bij de feitelijk maker van het werk, ook al is het vervaardigd in dienstverband. 32 Ondanks dat het auteursrecht bij de werknemer blijft, kan en mag de werkgever wel aanspraak maken op een zekere (gebruiks-)bevoegdheid over de werken die gemaakt zijn in dienstverband, conform de omstandigheden zoals gesteld in art. 7 Aw. 33 Aansluiting kan worden gezocht in de gedachtegang van Schuijt, die het eens lijkt te zijn met Gebrandy en Hirsch Ballin. Het is niet onbegrijpelijk dat het auteursrecht bij de werknemer blijft, hij is tenslotte de maker van het werk, mits de werkgever wel gebruik mag maken van het werk. De werkgever heeft namelijk geïnvesteerd in zijn onderneming en daarmee de werkgever de benodigde middelen ter beschikking gesteld om de overeengekomen werken te vervaardigen. Het zou dan ook niet redelijk zijn als de werkgever niet over de in dienstverband gemaakte werken kan beschikken en daar niet de vruchten van zou kunnen plukken. 34 Spoor merkt daarnaast terecht op dat er niet te zwart-wit kan worden gedacht over de vraag over de al dan niet toepasselijkheid van art. 7 Aw voor wat betreft de positie van de werkgever en werknemer. Niet alleen art. 7 Aw is van belang bij het toekennen van het auteursrecht aan de werkgever, maar zeer zeker ook de onderliggende verbintenisrechtelijke verhouding tussen de werkgever en werknemer. 35 Bij een arbeidsovereenkomst zal een werknemer in beginsel moeten toestaan, ongeacht of er sprake is van de toepasbaarheid van art. 7 AW, dat de werkgever ongevraagd gebruik kan maken van de door de werknemer vervaardigde werken. Anderzijds betekent dit niet dat de werkgever, die de vrijheid toekomt om het gemaakt werk te gebruiken en te exploiteren, voorbij mag gaan aan de belangen van de werknemer. 36 Spoor verduidelijkt deze stelling door aansluiting te zoeken bij de horizontale doorwerking van art. 10 EVRM, het recht op informatievrijheid. Bij een toetsing aan art. 10 EVRM kunnen rechten van deren, bijvoorbeeld de werknemer, een geoorloofde begrenzing opleveren voor een beperkte vrijheid van informatisering en doorgifte daarvan. Wel dient deze begrenzing de subsidiariteit- en proportionaliteitstoest te doorstaan Spoor e.a. 2011, p ; zie ook Gebrandy 1988, p. 49 & Hirsch Ballin 1970, p Spoor e.a. 2011, p Schuijt 1997, in Informatie Professional, p Spoor e.a. 2011, p. 39; zie ook Hof Amsterdam 17 februari 1994, AMI 1995 (Barth/ICIN). 36 Spoor e.a. 2011, p Spoor e.a. 2011, p

20 Een ander discutabel punt is de vraag of de persoonlijkheidsrechten uit art. 25 Aw ook van rechtswege overgaan op de werkgever. Zoals eerder geconcludeerd, zijn persoonlijkheidsrechten in beginsel niet overdraagbaar. Persoonlijkheidsrechten dienen namelijk ter bescherming van de persoonlijke band tussen het gemaakte werk en de maker. Het strikt persoonlijke karakter, en daarmee ook de exclusiviteit van het recht voor de maker, blijkt tevens uit het feit dat niemand anders dan de auteur deze rechten kan uitoefenen. 38 Men zou ook kunnen beargumenteren dat de persoonlijkheidsrechten wel toekomen aan de werkgever, aangezien de werkgever de plaats inneemt van de werknemer en wordt beschouwd als (fictief) maker van het werk. Gebrandy en van Lingen delen dit standpunt niet en houden vast aan het persoonlijk karakter van de persoonlijkheidsrechten. Deze kunnen dus niet op grond van art. 7 Aw worden overgedragen op de werkgever. 39 Spoor sluit zich hierbij aan en vindt, net als Gebrandy, het niet rationeel om aan te nemen dat de wetgever deze persoonlijkheidsrechten wilde toebedelen aan de anderen dan de feitelijk maker van het werk. Wel is enige relativering nodig, aangezien naars de feitelijk aker, de werknemer, ook de fictieve maker, de werkgever, belang kan hebben bij de persoonlijkheidsrechten die voortvloeien uit het werk. Deze gedachtegang baseert hij mede op de aanvullende werking van het gemene recht Rechtspraak Ook in de rechtspraak zijn de meningen verdeeld wat betreft de vraag aan wie de persoonlijkheidsrechten toekomen. In de hogere rechtspraak heerst de leer die de meeste raakvlakken vertoont met de zojuist kort aangehaalde literatuur. Volgens het Hof is een persoonlijkheidsrecht verknocht met de fysieke maker van het werk, de maker zet als het ware zijn persoonlijke stempel op het werk, waardoor deze rechten niet van rechtswege kunnen overgaan op de fictieve maker. Zo oordeelde in 1970 het hof Amsterdam in het arrest Spaarbankboekje dat de nauwe band tussen de maker van het werk en het werk zelf zwaarder weegt dan het belang van de werkgever. Mede is het onverenigbaar met het wettelijk systeem als een persoonlijkheidsrecht zou worden toebedeeld aan degene die niet de oorspronkelijke maker is van het werk. Volgens het Hof heeft de werkgever geen belang bij een beroep op het persoonlijkheidsrecht, indien de werkgever ook een beroep kan doen op een vergoeding van schade die voortvloeit uit een schending van het auteursrecht. 41 Niet lang na deze uitspraak heeft het hof Amsterdam zich opnieuw uitgelaten over eenzelfde geval. In deze zaak ging het erom wie als rechtmatig eigenaar moest worden beschouwd van de 38 Zie o.a. Hoge Raad 29 mei 1987, NJ 1987, 1003, r.o. 5.2; Rb. Amsterdam 31 maart 1993, AMI 1994, p Spoor e.a. 2011, p Spoor e.a. 2011, p Hof Amsterdam 10 februari 1970, NJ 1971, 130 (Spaarbankboekje) 20

21 auteursrechten en de daaruit voortvloeiende persoonlijkheidsrechten. Op grond van art. 8 Aw, wat de overdracht van het auteursrecht aan de rechtspersoon regelt, wordt de instelling die een werk openbaar maakt zonder vermelding van de maker van het werk, een natuurlijk persoon, als maker beschouwd. Niet verwonderlijk houdt het Hof in deze zaak vast aan haar eerdere uitspraak en oordeelt in lijn met de gedachtegang van de wetgever wat betreft de overdraagbaarheid van persoonlijkheidsrechten. De feitelijk maker blijft zijn persoonlijkheidsrechten behouden en wordt dus niet van rechtswege overgedragen aan de rechtspersoon waarvoor hij werkzaam is. 42 Daartegenover staat de heersende opvatting binnen de lagere rechtspraak, die meestal aansluiting zoekt bij de bewoordingen van art. 7 Aw. Op grond van dit artikel, wanneer men het puur grammaticaal interpreteert, wordt de werkgever als oorspronkelijk maker gezien en is het dus vanzelfsprekend dat naast de exploitatierechten, ook de persoonlijkheidsrechten toekomen aan de werkgever. Zo oordeelde de rechtbank in de zaak Gorter en de Vries/PTT Post dat de persoonlijkheidsrechten, in beginsel rustend op Gorten en de Vries, toekwamen aan de werkgever. De rechtbank baseert zijn oordeel op het feit dat volgens hen geen onderscheid is gemaakt tussen de feitelijk en fictief maker, zoals bedoeld in art. 7 Aw. Deze strikte interpretatie van art. 7 Aw jo. art. 25 Aw, heeft ertoe geleid dat de werkgever als maker van het werk mag worden beschouwd en dus ook rechtmatig de persoonlijkheidsrechten op het werk mag gebruiken. 43 In een andere zaak tussen Neefe en Marxmann Advocaten wijkt de rechtbank af van de zojuist kort aangehaalde uitspraak. Tussen Marxmann Advocaten en Neefe bestond er onduidelijkheid over wie het auteursrecht op een boek, inzake medische aansprakelijkheid, toekomt. De voorzieningenrechter oordeelde dat in deze zaak de persoonlijkheidsrecht bij de werknemer, Neefe, blijven. De rechtbank kwam tot dit oordeel, omdat Neefe niet heeft ingestemd met de inhoud van een e- mailbericht over de wijze van publicatie van het door hem geschreven boek. De persoonlijkheidsrechten bleven bij Neefe, onder de voorwaarde dat Neefe zich niet langer kon verzetten tegen de wijze van publicatie van het boek. Wel moest de naam van de feitelijk maker, Neefe in dit geval, worden vermeld in het voorwoord en in de colofon. Het boek mocht door Marxmann wel onder eigen naam worden uitgebracht en werd dus beschouwd als maker van het werk. 44 Deze uitspraak brengt een bepaalde nuance aan in de eerder besproken uitspraak. De rechtbank houdt vast aan de leer dat persoonlijkheidsrechten kunnen worden overgedragen, mits de belangen van de werknemer gerespecteerd. 42 Hof Amsterdam 31 juli 2003, IER 2004, 43, R.O (Tariverdi/De Stadsomroep); Rb. Den Haag 25 april 2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:5769, r.o Rb. Den Haag 27 mei 1992, Informatierecht/AMI 1993, 91/7229, p Rb. Utrecht (vzr.) 12 mei 2005, ECLI:NL:RBUTR:2005:AT5424,.o

22 2.3.3 Dienstverband Om te kunnen speken van een werkgeversauteursecht in de zin van art. 7 Aw dient er,zoals eerder is benoemd, sprake te zijn van een dienstverband. Tussen de werkgever en de werknemer dient er een bepaalde gezagsverhouding te bestaan, alvorens de werkgever een beroep kan doen op art. 7 Aw. In een normale arbeidsovereenkomst is in de meeste gevallen een dienstverband eenvoudig aan te tonen, al denken sommigen hier anders over. Om een dienstverband te kunnen aantonen dient er met name te worden gekeken naar de mate van vrijheid van de werknemer om zijn werkzaamheden zelf in te delen en hiervan de omvang te bepalen, alsmede de mate van bevoegdheid om zijn werk wel of niet uit te voeren. Daarnaast dient aantoonbaar te zijn dat een werkgever een feitelijke zeggenschap en aanwijzingsbevoegdheid heeft over de uit te voeren werkzaamheden door de werknemer. Wanneer aan deze criteria is voldaan, spreekt men van een gezagsrelatie en is in beginsel art. 7 Aw toepasbaar. Naast de gezagsrelatie moet de taakomschrijving van de werknemer voldoende duidelijk zijn. Hieruit moet namelijk blijken of de werknemer ten tijden van het dienstverband de taak toebedeeld heeft gekregen om werken te maken in de zin van de Auteurswet. In de literatuur en rechtspraak wordt dit ook wel het bepaaldheidsvereiste genoemd Bepaaldheidsvereiste De taakomschrijving van de werknemer moet dus voldoende bepaald zijn. Uit de taakomschrijving moet duidelijk worden dat de werknemer is aangenomen om werken te maken in de zin van de Auteurswet. In de eerder aangehaalde uitspraak Gorter en de Vries/PTT Post, schept de rechtbank, naast de overdracht van persoonlijkheidsrechten van rechtswege, tevens duidelijkheid omtrent de vraag wat onder het begrip bepaaldheid dient te worden verstaan. D werknemers waren binnen PTT Post werkzaam op een nog op te starten afdeling. De werknemers hebben in dienstverband gewerkt aan een definitiestudie, waaruit een dor hen vervaardigd basisontwerp voortkwam. Dit behoorde tot hun taakomschrijving, zo oordeelde de rechtbank. De rechtbank benadrukt het feit dat de desbetreffende werkzaamheden zijn verricht op een nieuwe, nog op te starten afdeling. Omdat deze afdeling nog niet bestond, werden volgens de rechtbank de werkzaamheden verricht op de reeds bestaande afdeling Systeem en Ontwikkeling. De medewerkers op deze afdeling hielden zich bezig met het ontwikkelen en onderhouden van geautomatiseerde systemen, waaronder het door Gorter en de Vries ontworpen basissysteem. Mede gelet op de omstandigheden van het geval, kwam de rechtbank tot de conclusie dat de taak van de werknemers in casu zich dus niet beperkte tot de nota omschreven werkzaamheden, maar daarin moesten ook daarmee nauw samenhangende werken 22

23 worden begrepen. Tevens hebben de werknemers hiermee ingestemd, aangezien zij verantwoording bleven en moesten afleggen aan het Hoofd van het informatiecentrum. Daarmee hebben Gorter en de Vries de ontwikkeling van het basissysteem als hun taak beschouwd, waardoor de taakomschrijving als voldoende bepaald werd beschouwd. 45 Men kan, op basis van deze uitspraak, concluderen dat het om bepaaldsoortige werken gaat en er per geval dient te worden beoordeeld of het opgeleverde werk binnen de kaders van de taakomschrijving van de werknemer valt. Het is dan ook vrij eenvoudig wanneer sprake is van een zeer gedetailleerd omschreven taakomschrijving, om aan te kunnen tonen dat het gemaakte werk binnen de reikwijdte van deze omschrijving valt. 46 In de zaak Rooijakkers/RU Leiden was sprake van een dergelijke taakomschrijving. Ook het doorwerken aan een rapport na afloop van het dienstverband had volgens het hof niet tot gevolg dat het auteursrecht toekwam aan de fysieke maker Rooijakkers. Dit werd gebaseerd op het feit, ongeacht het bestaan van een dienstverband, dat de vervaardiging van het werk tot de duidelijk omschreven arbeidstaak behoorde. 47 Helaas zijn niet alle taakomschrijvingen zo gedetailleerd omschreven als in de zaak Rooijakkers. Paapst noemt als voorbeeld een slagersknecht, waarbij de taakomschrijving veelal zal bestaan uit werkzaamheden ten behoeve van vleesverwerking. Deze taakomschrijving is redelijk breed. Daardoor zou volgens Paapst bijvoorbeeld ook een kunstwerk gemaakt van worsten door de betreffende slagersknecht onder deze omschrijving kunnen vallen, aangezien het ook een vorm van vleesverwerking is. 48 Verkrijgt daarmee de werkgever het auteursrecht op het kunstwerk Behoort het wel tot de taak van de werknemer? Zo nee, blijft het auteursrecht op het kunstwerk van worsten dan bij de feitelijk maker, de slagersknecht? De Hoge Raad heeft duidelijkheid willen scheppen middels bepaalde criteria waarmee bepaald kan worden of de taakomschrijving voldoende duidelijk is en wanneer juist niet. 49 In de zaak van der Laan/Schoonderbeek had van der Laan de functie directiesecretaris. Op verzoek, en in opdracht van zijn werkgever, heeft hij het boek In de Amsterdamse Jordaan geschreven. Het boek werd onder werktijd geschreven. De Hoge Raad oordeelde dat deze incidentiele taak, die niet tot de taakomschrijving van zijn werkzaamheden als directiesecretaris behoorde, onverlet laat dat de werkgever aanspraak kan maken op het auteursrecht op grond van art. 7 Aw. Hieruit kan worden vastgesteld dat ook wanneer er geen sprake is van een duidelijke taakomschrijving, art. 7 Aw toch van toepassing kan zijn, met name wanneer de werkgever een specifieke opdracht heeft gegeven tot het vervaardigen van een werk. 45 Rb. Den Haag 27 mei 1992, Informatierecht/AMI 1993, 91/7229, p Hof Den Haag 14 oktober 1987, Informatierecht/AMI 1988, p Hof Den Haag 14 oktober 1987, Informatierecht/AMI 1988, p Paapst 2010, p HR 19 januari 1951, NJ 1952, 37 (Van der Laan/Schoonderbeek). 23

Intellectueel eigendom en software. Voor de digitale economie

Intellectueel eigendom en software. Voor de digitale economie Intellectueel eigendom en software Voor de digitale economie Intellectueel eigendom is een verzamelnaam voor een aantal rechten op zogenaamde voortbrengselen van de menselijke geest, zoals een schilderij,

Nadere informatie

Auteurs(contracten)recht

Auteurs(contracten)recht Auteurs(contracten)recht Een korte inleiding Vera van Buitenen Auteursrecht Het uitsluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen,

Nadere informatie

De auteursrechthebbende: wie is het en hoe respecteer je zijn rechten?

De auteursrechthebbende: wie is het en hoe respecteer je zijn rechten? De auteursrechthebbende: wie is het en hoe respecteer je zijn rechten? Een onderzoek naar de vraag wie auteursrechthebbende is op werken gemaakt door docenten van de Juridische Hogeschool Avans-Fontys

Nadere informatie

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht ARTIKEL I De Auteurswet wordt als volgt gewijzigd: Tekst voorontwerp Artikel 2 1.

Nadere informatie

Auteursrecht voor Wikipedianen. WCN 2013 Sjo Anne Hoogcarspel Klos Morel Vos & Schaap

Auteursrecht voor Wikipedianen. WCN 2013 Sjo Anne Hoogcarspel Klos Morel Vos & Schaap Auteursrecht voor Wikipedianen WCN 2013 Sjo Anne Hoogcarspel Klos Morel Vos & Schaap Internationale regelingen Nederlandse boekverkopers miljoenen verdienen omdat de Fransen vlug van geest zijn (Voltaire)

Nadere informatie

Casus 10 Om ziek van te worden

Casus 10 Om ziek van te worden Casus 10 Om ziek van te worden De derde casus over ziekte, nu toegespitst op de vraag wanneer iemand recht heeft op een uitkering krachtens de Ziektewet, ervan uitgaande dat een thuiswerkster niet werkzaam

Nadere informatie

Bureau M.F.J Bockstael - 2016. Het auteursrecht is het recht dat een auteur heeft op zijn werk. De auteur beschikt over twee soorten rechten:

Bureau M.F.J Bockstael - 2016. Het auteursrecht is het recht dat een auteur heeft op zijn werk. De auteur beschikt over twee soorten rechten: Het auteursrecht is het recht dat een auteur heeft op zijn werk. De auteur beschikt over twee soorten rechten: - vermogensrechten - morele rechten De vermogensrechten (economische rechten) geven de auteur

Nadere informatie

Richtlijnen Intellectueel eigendom. Algemeen. Notitie met aanbevelingen

Richtlijnen Intellectueel eigendom. Algemeen. Notitie met aanbevelingen Pagina 1 van 8 Algemeen Voor een werkgever is innovatie een belangrijk onderdeel voor de ontwikkeling van de organisatie. De innovatie vindt veelal niet alleen plaats op het niveau van de bestuurders of

Nadere informatie

Vereniging voor Arbeidsrecht

Vereniging voor Arbeidsrecht Vereniging voor Arbeidsrecht 7 maart 2013 Prof. dr. R.M. Beltzer 1 2 Een uitstervend ras? Te behandelen! 1. Het probleem: de krimpende markt en concurrentie 2. Iedereen een arbeidsovereenkomst? De elementen

Nadere informatie

Nieuwsflits praktijkgroep Technologie, Media en Entertainment

Nieuwsflits praktijkgroep Technologie, Media en Entertainment Nieuwsflits praktijkgroep Technologie, Media en Entertainment Geachte heer, mevrouw, Hierbij ontvangt u de 3 e nieuwsflits van onze praktijkgroep Technologie, Media en Entertainment. Met deze digitale

Nadere informatie

Kan een payrollbedrijf gebruik maken van de uitzendovereenkomst?

Kan een payrollbedrijf gebruik maken van de uitzendovereenkomst? Van: NOAB Adviesgroeplid Kantoor Mr. van Zijl Datum: juni 2017 Onderwerp: Kan een payrollbedrijf gebruik maken van de uitzendovereenkomst? 1. Inleiding De Hoge Raad heeft duidelijkheid gegeven over de

Nadere informatie

Inleiding tot het auteursrecht. Lucie Guibault 30 september 2011

Inleiding tot het auteursrecht. Lucie Guibault 30 september 2011 Inleiding tot het auteursrecht Lucie Guibault 30 september 2011 Inhoud Verkrijgen van rechten Auteursrechthebbende Het werk Omvang van rechten Morele rechten Beperkingen op het auteursrecht 2 Het Auteursrecht

Nadere informatie

De geldigheid van het concurrentiebeding

De geldigheid van het concurrentiebeding De geldigheid van het concurrentiebeding Het criterium zwaarwegend belang bij het concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd Mr. drs. G.W. Nijhoff III Nijhoff.indd 3 9-2-2015 14:18:54

Nadere informatie

Artikel 2. Overdracht en licentie (algemeen)

Artikel 2. Overdracht en licentie (algemeen) Artikel 2. Overdracht en licentie (algemeen) 1. Het auteursrecht gaat over bij erfopvolging en is vatbaar voor gehele of gedeeltelijke overdracht. 2. De maker, of zijn rechtverkrijgende, kan aan een derde

Nadere informatie

Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat

Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat 1 Onderscheid tussen werknemer en andere vormen van beschikbaar stellen van arbeid: Fiscale

Nadere informatie

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht VOORONTWERP enz. enz. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Auteursrecht op software

Auteursrecht op software Auteursrecht op software KNX bijeenkomst 2 oktober 2012 mr. Wouter Dammers E-Mail: W.Dammers@ictrecht.nl Twitter: @WouterDammers Linked-In: https://www.linkedin.com/in/wdammers Tel: 020 66 31 941 LinkedIn

Nadere informatie

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014)

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend in overeenstemming

Nadere informatie

Flexibele arbeidsrelaties en de keten. Eendaagse Arbeidszaken VNG Esther Nijhof

Flexibele arbeidsrelaties en de keten. Eendaagse Arbeidszaken VNG Esther Nijhof Flexibele arbeidsrelaties en de keten Eendaagse Arbeidszaken VNG Esther Nijhof Wet Flexibiliteit en Zekerheid Civiel 1999 Ketenregeling in artikel 7:668a BW: 3 x 3 x 3 Opvolgend werkgeverschap Dezelfde

Nadere informatie

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao Fact sheet avv-loze periode ABU-cao INLEIDING De CAO voor Uitzendkrachten (hierna nader te noemen de ABU-CAO ) is op dit moment niet algemeen verbindend verklaard. Dit wordt ook wel de avv-loze periode

Nadere informatie

PERSOONLIJKHEIDSRECHTEN

PERSOONLIJKHEIDSRECHTEN AIPPI Zeist 2018 PERSOONLIJKHEIDSRECHTEN PERSOONLIJKHEIDSRECHTEN / 14 maart 2018 / AIPPI Zeist / Arnout Groen 1 NOS JOURNAAL 7 MAART 2017 PERSOONLIJKHEIDSRECHTEN / 14 maart 2018 / AIPPI Zeist / Arnout

Nadere informatie

Water in wijn: de wijziging van passende arbeid in bedongen arbeid

Water in wijn: de wijziging van passende arbeid in bedongen arbeid Water in wijn: de wijziging van passende arbeid in bedongen arbeid Het komt regelmatig voor dat een werknemer na afloop van de wachttijd voor de WIA (104 tot 156 weken) niet in staat is zijn eigen werkzaamheden

Nadere informatie

OBJECT, SUBJECT & FORMALITEITEN. Dr. S.J. van Gompel VVA ledenvergadering, Amsterdam, 9 november 2012

OBJECT, SUBJECT & FORMALITEITEN. Dr. S.J. van Gompel VVA ledenvergadering, Amsterdam, 9 november 2012 OBJECT, SUBJECT & FORMALITEITEN Dr. S.J. van Gompel VVA ledenvergadering, Amsterdam, 9 november 2012 Auteur & werk : twee kernbegrippen. HERA project: Of Authorship & Originality. IViR (Universiteit van

Nadere informatie

Over bedrijfsgeheimen en billijke vergoedingen. Eerste bijeenkomst VAAU 4 juli 2018 Sjef de Laat

Over bedrijfsgeheimen en billijke vergoedingen. Eerste bijeenkomst VAAU 4 juli 2018 Sjef de Laat Over bedrijfsgeheimen en billijke vergoedingen Eerste bijeenkomst VAAU 4 juli 2018 Sjef de Laat Bedrijfsgeheimen W.o. 34 821: Regels ter uitvoering van Richtlijn 2016/943/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

meest gestelde vragen over Auteursrecht De Gier Stam &

meest gestelde vragen over Auteursrecht De Gier Stam & meest gestelde vragen over Auteursrecht De Gier Stam & De 10 meest gestelde vragen over Auteursrechten De Gier Stam & Colofon De Gier Stam & Advocaten Lucasbolwerk 6 Postbus 815 3500 AV UTRECHT t: (030)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 308 Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de versterking van de positie van de auteur en de uitvoerende

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

Casus 4 Een dagje ouder

Casus 4 Een dagje ouder Casus 4 Een dagje ouder CAO s zijn overeenkomsten en hebben daardoor een bepaalde looptijd. Houdt hun werking op als de tijd verstreken is en CAOpartijen (nog) geen nieuwe CAO hebben kunnen afsluiten?

Nadere informatie

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding proeftijd en concurrentiebeding Antwoord 1 In casu is een arbeidsovereenkomst tussen Gert en Plas tot stand gekomen met een proeftijd van twee maanden. Indien een proeftijd is bedongen conform artikel

Nadere informatie

Model Overeenkomst Van Opdracht

Model Overeenkomst Van Opdracht De ondergetekenden: 1. De sportorganisatie... gevestigd te... en ten deze vertegenwoordigd door: Naam:... Naam:... Naam:... Model Overeenkomst Van Opdracht (FREELANCE OVEREENKOMST) hierna te noemen de

Nadere informatie

Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist?

Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist? Laura Gringhuis Advocaat Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist? Belastingrecht 28 september 2018 Het opgeven van oud-werkgevers als referent en het verstrekken

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:2645

ECLI:NL:CRVB:2016:2645 ECLI:NL:CRVB:2016:2645 Instantie Datum uitspraak 13-07-2016 Datum publicatie 14-07-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/4866 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Casus 13 Kom op voor je recht

Casus 13 Kom op voor je recht Casus 13 Kom op voor je recht Een werkgever kan tegenwoordig niet meer alle beslissingen nemen die hij noodzakelijk acht in het kader van zijn bedrijfsvoering. Naar de factor arbeid moet in een aantal

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015 VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015 Beoordeling overeenkomst Algemeen tussenkomst De Belastingdienst heeft, in samenwerking met

Nadere informatie

Nieuwe keten- en anti-draaideurbepalingen in de CAR

Nieuwe keten- en anti-draaideurbepalingen in de CAR Nieuwe keten- en anti-draaideurbepalingen in de CAR Met ingang van 1 juli 2015 treedt het gewijzigde artikel 2:4 van de CAR in werking. Dit betreft de keten- en antidraaideurbepalingen zoals die met ingang

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 9. Inleiding / 11

Inhoudsopgave. Voorwoord / 9. Inleiding / 11 Inhoudsopgave Voorwoord / 9 Inleiding / 11 1 Het toepasselijke recht op de internationale arbeidsovereenkomst / 13 1.1 Inleiding / 13 1.2 Rome I-Verordening en het EVO-Verdrag / 13 1.3 Arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 Instantie Datum uitspraak 12-11-2014 Datum publicatie 24-11-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2807368_E12112014

Nadere informatie

Algemene voorwaarden detachering

Algemene voorwaarden detachering Algemene voorwaarden detachering HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE BEPALINGEN Artikel 1. Werkingssfeer algemene voorwaarden 1. De onderhavige algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle detacheringsovereenkomsten

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten

mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten 34 LEERGANG ARBEIDSRECHT DE ARTIKELEN NADELIGE GEVOLGEN VAN DE WWZ VOOR OPVOLGEND WERKGEVERSCHAP BIJ DOORSTART NA FAILLISSEMENT Met de inwerkingtreding

Nadere informatie

OVEREENKOMST VAN OPDRACHT

OVEREENKOMST VAN OPDRACHT OVEREENKOMST VAN OPDRACHT Partijen: 1. (intermediair), gevestigd te aan de , rechtsgeldig vertegenwoordigd door , hierna te noemen: Opdrachtgever

Nadere informatie

Inlener aansprakelijk voor beloning uitzendkracht?

Inlener aansprakelijk voor beloning uitzendkracht? Auteur: Michelle Maaijen a r b e i d s r e c h t Inlener aansprakelijk voor beloning uitzendkracht? De onderneming die uitzendkrachten inleent (inlener), kan op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk

Nadere informatie

Jaap van Slooten. Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? 9 juni 2017

Jaap van Slooten. Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? 9 juni 2017 Jaap van Slooten Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? 9 juni 2017 Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? Inleiding Arbeidsrechtelijke bescherming Algemeen vermogensrechtelijke bescherming

Nadere informatie

Recht en innovatie - Video in het onderwijs -

Recht en innovatie - Video in het onderwijs - presentatie op de themamiddag Video in het onderwijs op 4 maart 2010 Hogeschool Windesheim te Zwolle Recht en innovatie - Video in het onderwijs - Jaap Dijkstra Faculteit Rechtsgeleerdheid Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Auteursrecht en STABU. STABU Bezoekadres: Telefoonweg 32 Postbus 36 6712 GC EDE. Tel. 0318 63 30 26 E-mail: info@stabu.nl Website: www.stabu.

Auteursrecht en STABU. STABU Bezoekadres: Telefoonweg 32 Postbus 36 6712 GC EDE. Tel. 0318 63 30 26 E-mail: info@stabu.nl Website: www.stabu. Auteursrecht en STABU STABU Bezoekadres: Telefoonweg 32 Postbus 36 6712 GC EDE Tel. 0318 63 30 26 E-mail: info@stabu.nl Website: www.stabu.org In het kort: De bouwwereld is constant aan veranderingen onderhevig

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36823 22 december 2014 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 december 2014, 2014-0000184977,

Nadere informatie

Johan Zwemmer. Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving

Johan Zwemmer. Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving Johan Zwemmer Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving Artikel 7:610 lid 1 BW De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AV/IR/2003/20105. Datum 10 maart 2003

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AV/IR/2003/20105. Datum 10 maart 2003 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a DEN HAAG Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333

Nadere informatie

Voordelen en risico's van payrolling

Voordelen en risico's van payrolling mr. J.P.M. (Joop) van Zijl advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013) 463 55 99 fax (013) 463 22 66 E-mail: mail@kantoormrvanzijl.nl Internet:

Nadere informatie

1. De arbeidsovereenkomst 1.1. Inleiding De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst teneinde de positie van de werknemer te beschermen.

1. De arbeidsovereenkomst 1.1. Inleiding De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst teneinde de positie van de werknemer te beschermen. Arbeidsrecht in de praktijk Hoofdstuk 1: de arbeidsovereenkomst In dit hoofdstuk wordt de arbeidsovereenkomst besproken, en de verschillen met soortgelijke overeenkomsten, zoals de aanneming van werk en

Nadere informatie

Deze definities betreffen het gebruik ervan in de Licentieovereenkomst.

Deze definities betreffen het gebruik ervan in de Licentieovereenkomst. Deventer, 21-06-2018 Foticoon Smedenstraat 30 7411 RD Deventer Contact@foticoon.nl +31 6 42 75 29 02 Algemene voorwaarden Deze Algemene Voorwaarden zijn van de eenmanszaak Foticoon, gevestigd en kantoorhoudende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34013 30 juni 2016 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 juni 2016, nr. 2016-0000141518,

Nadere informatie

Het Concurrentiebeding

Het Concurrentiebeding meest gestelde vragen over Het Concurrentiebeding De Gier Stam & De 10 meest gestelde vragen over Het Concurrentiebeding De Gier Stam & Colofon De Gier Stam & Advocaten Lucasbolwerk 6 Postbus 815 3500

Nadere informatie

LICENTIEOVEREENKOMST

LICENTIEOVEREENKOMST LICENTIEOVEREENKOMST Ondergetekenden: 1. [NAAM ARCHITECT(ENBUREAU)], geboren op [ ] te [ ], wonende te [ ] aan de [ ]/ gevestigd en kantoorhoudende aan de [ ] te [ ], (ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT

RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT bij stichting Primair Onderwijs Deurne Asten Someren (PRODAS) te Asten Plaats: Utrecht Bestuursnummer: 41223 Onderzoeksnummer: 288822 Onderzoeksperiode: Najaar 2016 Datum

Nadere informatie

In deze noot komen de antwoorden of beide prejudiciële vragen aan bod. Maar eerst antwoord of de vraag wat een GUI nu eigenlijk is?

In deze noot komen de antwoorden of beide prejudiciële vragen aan bod. Maar eerst antwoord of de vraag wat een GUI nu eigenlijk is? Noot bij HvJEU,, 22 december 2010, zaak C-393/09, C Bezpečnostní softwarová asociace (BSA) tegen Ministerstvo kultury (prejudiciële vragen Nejvyšší správní soud,, Tsjechië) 1. Inleiding Op 22 december

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden

Algemene Voorwaarden Algemene Voorwaarden Tekstbureau Glasheldere Taal Algemeen Op alle tekstproducties van Tekstbureau Glasheldere Taal zijn de onderstaande algemene voorwaarden van toepassing. Deze voorwaarden zijn van toepassing

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299 Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299 2 Klacht Verzoekster klaagt erover, dat de gemeente Delft na 24 jaar de relatie met haar heeft beëindigd, zonder haar op een of andere wijze te compenseren

Nadere informatie

Workshop flexibiliteit in het arbeidsrecht 19 september 2013 Hoe flexibel is flexibel?!"

Workshop flexibiliteit in het arbeidsrecht 19 september 2013 Hoe flexibel is flexibel?! Workshop flexibiliteit in het arbeidsrecht 19 september 2013 Hoe flexibel is flexibel?!" Mr. G.W. (Geert) Rouwet sectie arbeidsrecht 1 2 Agenda 1. inleiding 2. feiten en ontwikkelingen 3. actualiteiten

Nadere informatie

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Het effect van de Wnra op de schaderegeling 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Programma Schade van de ambtenaar Rechtspositionele voorschriften Werkgeversaansprakelijkheid Goed werkgeverschap

Nadere informatie

meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam &

meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & De 10 meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & Colofon De Gier Stam & Advocaten Lucasbolwerk 6 Postbus 815 3500 AV UTRECHT t: (030)

Nadere informatie

Fotograaf: de gebruiker van de Algemene Voorwaarden in de zin van art. 6:231 BW.

Fotograaf: de gebruiker van de Algemene Voorwaarden in de zin van art. 6:231 BW. Foticoon J. Sinthenstraat 29 7412 EB Deventer Contact@foticoon.nl +31 6 42 75 29 02 Algemene Voorwaarden Deze Algemene Voorwaarden zijn van de eenmanszaak Foticoon, gevestigd en kantoorhoudende in Deventer,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

2 Drie pijlers nader verklaard

2 Drie pijlers nader verklaard I Inleiding 1 Plaatsbepaling en definitie sociaal recht Sociaal recht Het sociaal recht kent drie pijlers: het individueel arbeidsrecht; het collectief arbeidsrecht; en het socialezekerheidsrecht. 2 Drie

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Overeenkomst Journalisten

Overeenkomst Journalisten Overeenkomst Journalisten De ondergetekende. 1. De besloten vennootschap Pressexpress BV, kantoorhoudende te Amstelveen, 1181 JC, Biesbosch 225, hierna te noemen PEBV 2. de journalist/ freelancer schrijver,

Nadere informatie

Uitleg van de werkingssfeer van cao s CAO S IN DE PRAKTIJK. Workshop. Mr. dr. Esther Koot-van der Putte www.cao-recht.

Uitleg van de werkingssfeer van cao s CAO S IN DE PRAKTIJK. Workshop. Mr. dr. Esther Koot-van der Putte www.cao-recht. CAO S IN DE PRAKTIJK Uitleg van de werkingssfeer van cao s Workshop Mr. dr. Esther Koot-van der Putte www.cao-recht.nl 23 juni 2015 Het Adimac-arrest Viel Adimec onder Cao Metalektro? Adimec is een onderneming

Nadere informatie

Casus 9 Passief roken

Casus 9 Passief roken Casus 9 Passief roken Eerder (zie casus 6) is ingegaan op de situatie dat een werknemer al langer dan twee jaar ziek is. In casus 9 gaat het om een werknemer die binnen twee jaar weer hersteld is van zijn

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN. Definities

ALGEMENE VOORWAARDEN. Definities ALGEMENE VOORWAARDEN Definities Aanbieding: iedere vorm van aanbod gedaan door of namens de Tekstschrijver waaronder begrepen maar niet beperkt tot offertes, prijsopgaven, voorstellen voor teksten of onderwerpen.

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

CONTRAST SEMINARS KNIPPERLICHTEN ARBEIDSRECHT 20 FEBRUARI 2013. Van Gompel-Renette Advocaten Herkenrodesingel 4 bus 1 3500 Hasselt

CONTRAST SEMINARS KNIPPERLICHTEN ARBEIDSRECHT 20 FEBRUARI 2013. Van Gompel-Renette Advocaten Herkenrodesingel 4 bus 1 3500 Hasselt CONTRAST SEMINARS 20 FEBRUARI 2013 KNIPPERLICHTEN ARBEIDSRECHT I. DE GEWIJZIGDE WETGEVING INZAKE SCHIJNZELFSTANDIGHEID SCHIJNZELFSTANDIGHEID Schijnzelfstandigheid: partijen kwalificeren hun arbeidsrelatie

Nadere informatie

De gevolgen van de Wet Werk en Zekerheid voor u als flexibele medewerker

De gevolgen van de Wet Werk en Zekerheid voor u als flexibele medewerker De gevolgen van de Wet Werk en Zekerheid voor u als flexibele medewerker Het zal je misschien niet ontgaan zijn dat vanaf 1 januari a.s. de eerste wijzigingen van kracht worden vanuit de Wet Werk en &

Nadere informatie

Welkom bij de workshop Softwarelicentierecht nieuwe stijl. mr. dr. Lesley C.P. Broos Advocaat IE, ICT & Privacyrecht

Welkom bij de workshop Softwarelicentierecht nieuwe stijl. mr. dr. Lesley C.P. Broos Advocaat IE, ICT & Privacyrecht Welkom bij de workshop Softwarelicentierecht nieuwe stijl mr. dr. Lesley C.P. Broos Advocaat IE, ICT & Privacyrecht KH Sectie IE, ICT & privacyrecht Wat denkt u? 1. Het een op een namaken van de functionaliteit

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht

NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht Februari 2019 Jaargang 3, nummer 2 NIEUWSBRIEF Artikelen Werkgever verplicht tot opzegging slapend dienstverband met transitievergoeding WAB aangenomen door Tweede Kamer Vaststelling hoogte billijke vergoeding

Nadere informatie

Definiëring begrippen Personeelsopgave formulier 2011 Directie Arbeid en Onderzoek

Definiëring begrippen Personeelsopgave formulier 2011 Directie Arbeid en Onderzoek De Werkgever informatie Definiëring begrippen Personeelsopgave formulier 2011 Directie Arbeid en Onderzoek Registratienaam: naam waaronder de zaak bij de Kamer van Koophandel staat geregistreerd (B.V./

Nadere informatie

Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt?

Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt? Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt? Stand van zaken wetgeving en jurisprudentie 16 januari 2014 Iris Hoen Inleiding 1. Payrolling 2. Relatie tussen payrollonderneming en werknemer

Nadere informatie

II Het dienstverband

II Het dienstverband II Het dienstverband Voorwaarden De onderwerpen in dit boek hebben betrekking op de situaties waarbij er sprake is van een - tijdelijk of vast - dienstverband. Er is sprake van een dienstverband als er

Nadere informatie

2. [NAAM BEDRIJF/ ORGANISATIE] gevestigd te [PLAATSNAAM], hierna te. noemen: de uitlener, vertegenwoordigd door de heer/mevrouw [NAAM

2. [NAAM BEDRIJF/ ORGANISATIE] gevestigd te [PLAATSNAAM], hierna te. noemen: de uitlener, vertegenwoordigd door de heer/mevrouw [NAAM MODEL Detacheringovereenkomst Dit model kunt u ook vinden op www.uwv.nl. 1. [NAAM BEDRIJF/ ORGANISATIE] gevestigd te [PLAATSNAAM], hierna te noemen: de uitlener, vertegenwoordigd door de heer/mevrouw [NAAM

Nadere informatie

Werkgever en auteursrecht

Werkgever en auteursrecht ISBN: 978-90-367-4472-0 NUR: 163 Copyrightnotice: Time switch licentie (TS0113/CC-BY) Alle auteursrechten op dit werk zijn door de auteur voorbehouden tot januari 2013. Na deze datum is op dit werk de

Nadere informatie

Definiëring begrippen Personeelsregister formulier 2015/2016 Pagina 1/3

Definiëring begrippen Personeelsregister formulier 2015/2016 Pagina 1/3 Werkgeversgegevens Definiëring begrippen Personeelsregister formulier 2015/2016 Pagina 1/3 Registratienaam: naam waaronder de onderneming bij de Kamer van Koophandel (kvk)- staat geregistreerd. Handelsnaam:

Nadere informatie

Loondoorbetaling na 104 weken ziekte

Loondoorbetaling na 104 weken ziekte Loondoorbetaling na 104 weken ziekte Brief minister Donner Datum 2 februari 2010 Bij brief van 2 juli jl. heeft u gereageerd op mijn brief van 19 december 2008. Uw reactie heeft u inmiddels ook bij brief

Nadere informatie

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Vastgoed-nieuws 21 november 2013 Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Essentie Verhuurders proberen vaak op creatieve manier onder dwingendrechtelijke huur(prijs)beschermingsbepalingen uit te

Nadere informatie

Ontslag na doorstart faillissement

Ontslag na doorstart faillissement Ontslag na doorstart faillissement december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden

Nadere informatie

partijen zijn op de hoogte van de Richtlijn/Adviesregeling Arbeidsvoorwaarden Bestuurder kinderopvang van de NVTK (hierna: de Richtlijn).

partijen zijn op de hoogte van de Richtlijn/Adviesregeling Arbeidsvoorwaarden Bestuurder kinderopvang van de NVTK (hierna: de Richtlijn). MODEL ARBEIDSOVEREENKOMST BESTUURDER KINDEROPVANG DE ONDERGETEKENDEN: 1. [NAAM RECHTSPERSOON], gevestigd te [PLAATS], ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door [NAAM], in zijn/haar hoedanigheid van [FUNCTIE],

Nadere informatie

Flexibele arbeid na de Wet DBA

Flexibele arbeid na de Wet DBA Flexibele arbeid na de Wet DBA Mr. A(leid) A.W. Langevoord 20 november 2017 Casus Tobias Tobias is ondernemer in de zin van de Wet IB 2001 (geen discussie dat dit zo is) Hij houdt zich bezig met de implementatie

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:1273

ECLI:NL:CRVB:2016:1273 ECLI:NL:CRVB:2016:1273 Instantie Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/5380 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

TILBURG UNIVERSITY. Het Nieuwe Werken voor werkgevers en werknemers Een mooie innovatie of een arbeidsrechtelijke impasse?

TILBURG UNIVERSITY. Het Nieuwe Werken voor werkgevers en werknemers Een mooie innovatie of een arbeidsrechtelijke impasse? TILBURG UNIVERSITY Het Nieuwe Werken voor werkgevers en werknemers Een mooie innovatie of een arbeidsrechtelijke impasse? Jeroen van de Rijt 8-5-2013 Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent sociaalrecht

Nadere informatie

Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401

Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401 Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 89 d.d. 3 mei 2010 (mr. drs. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen

Nadere informatie

VvA Ledenvergadering KNAW, 27 mei 2011 Flexibel auteursrecht

VvA Ledenvergadering KNAW, 27 mei 2011 Flexibel auteursrecht VvA Ledenvergadering KNAW, 27 mei 2011 Flexibel auteursrecht Prof. dr. Martin Senftleben Vrije Universiteit Amsterdam Bird & Bird, Den Haag Exclusieve rechten flexibel genoeg? Art. 13 Aw: Verveelvoudigen

Nadere informatie

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van 4 september 2001, kenmerk 2269-95.F.049. Zaaknummer 2705-19/ Vebega I.

Nadere informatie