Notulen van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond, gehouden op donderdag 26 juni 2008 in het gemeentehuis te Uithuizen.

Transcriptie

1 1 Notulen van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond, gehouden op donderdag 26 juni 2008 in het gemeentehuis te Uithuizen. Aanwezig: Voorzitter Griffier Leden Wethouders mevrouw M. van Beek mevrouw H. Hoekstra mevrouw F.G.J.M. Kaaijk-Jacobs, mevrouw A. Spijkvan de Pol, mevrouw H.P.A.J. Persoon-Klijn, mevrouw H.M. Oudman-Dam, mevrouw H.A. Damhof en de heren H. Leffers, A. Slagter, W.J. de Boer, G. Siragna, J.J. van Duinen, A.R.H. Holtkamp, H.K. Bouman, G.J. van de Wal, H. Woltjer, F.E. Bosman en J.P. Nienhuis mevrouw A. Boekhoudt-Wieringa en de heren J. Dobma en H.G.A. Sienot Met kennisgeving afwezig: de heer A. Nienhuis 1. Opening De VOORZITTER opent de vergadering om uur en heet de leden van de raad, de pers en het publiek welkom. Ze meldt dat de heer A. Nienhuis iets later zal komen. 2. Vaststelling agenda De heer BOSMAN meldt verslag uit te willen brengen van de vergadering van het Vuilverwerkingsbedrijf. Het punt verbonden partijen staat echter niet op de agenda. De VOORZITTER geeft aan dat de heer Bosman na de vaststelling van de agenda gelegenheid krijgt zijn verslag te doen. Vervolgens wordt de agenda vastgesteld. De heer BOSMAN deelt mee de vergadering van het Vuilverwerkingsbedrijf te hebben bezocht. Daar werden onder andere de voorjaarsnota, de begroting en de rekening besproken. Ook werd gesproken over de voortgang in het verkennen van samenwerkingspartners voor het bedrijf. Hieruit is voortgekomen dat het bedrijf Omrin uit Friesland wil samenwerken met het Vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen. Omrin is een overheidsgedomineerd bedrijf, waar 31 Friese gemeenten hun afval laten verwerken. Vertegenwoordigers van het bedrijf waren aanwezig om vragen te beantwoorden. Eind augustus komt het opnieuw in het algemeen bestuur aan de orde. Wanneer met de samenwerking wordt ingestemd zal het via een voorstel in de raad aan de orde komen. Tot slot meldt hij dat de gesprekken op een positieve wijze zijn verlopen. Het ziet ernaar uit dat er een oplossing komt, doch er is nog niets vastgesteld. 3. Spreekrecht burgers Er zijn geen insprekers. 4. Stemming Beleidsnota verpauperde panden De VOORZITTER deelt mee dat opnieuw moet worden gestemd over het laatste aandachtsbolletje van het besluit, omdat de vorige keer de stemmen staakten. Het gaat om de zin: Te onderzoeken of er voor een zachte financiering mogelijkheden zijn om aan te sluiten bij het in voorbereiding zijnde beleid met betrekking tot starterwoningen. De voorzitter brengt dit punt in stemming. Na stemming constateert ze dat het besluit met 9 stemmen voor en 7 stemmen tegen is aangenomen. Besluitvormend

2 1. Burgerjaarverslag De VOORZITTER maakt melding van een omissie op pagina 27 van het burgerjaarverslag. De vermelding Culturele Prijs Aizo Betten moet zijn: Culturele Prijs. Vervolgens geeft ze de voorzittershamer aan waarnemend voorzitter mevrouw Kaaijk. De heer LEFFERS vindt na drie jaar dat de kwaliteit van het burgerjaarverslag een steeds hoger niveau bereikt. Hij complimenteert de burgemeester, hoewel zij voor de in het jaarverslag genoemde feiten amper verantwoordelijk kan zijn. Hij vindt het verslag goed leesbaar. In het verslag worden veel feiten genoemd. Hij vraagt zich af of bekend is hoe vaak de website van de gemeente wordt aangeklikt en of burgers tevreden zijn over de website. Wellicht dat dit in het volgende burgerjaarverslag kan worden vermeld. Zijn fractie stemt in met het verslag. De heer BOUMAN complimenteert de samenstellers van het verslag. Hij vindt het duidelijk en leesbaar. Voorts is te zien dat een en ander is aangepast, zoals vorig jaar is toegezegd. Ook is het hem opgevallen dat er veel feiten en weetjes in staan. Toch is het met twee pagina s uitgebreid. Gemeentebelangen stelt voor om het volgend jaar iets beknopter te maken. Het moet ook door inwoners van de gemeente worden gelezen. Mevrouw OUDMAN bedankt namens haar fractie de burgemeester voor een helder en leesbaar burgerjaarverslag. Ze hoopt dat dit jaar veel burgers zullen reageren. Ze begrijpt dat vanwege wisseling in de ambtelijke bezetting geen tweede vragenlijst betreffende de digitale jeugdraad op de website is geplaatst. Toch wil ze graag weten wanneer dat wel gaat gebeuren. De heer VAN DE WAL geeft aan dat de een het burgerjaarverslag te uitgebreid vindt, terwijl de ander het te kort vindt. Namens zijn fractie meldt hij dat het minder kon. Vorig jaar heeft zijn fractie voorgesteld een samenvatting van het burgerjaarverslag in de Ommelander Courant te plaatsen. Het verheugt hem dat dit inmiddels is gedaan. Voorts wenst hij de burgemeester veel succes bij de aanstaande zaterdag te houden veteranendag. Hij is benieuwd hoeveel mensen er komen. Verder vindt zijn fractie dat een middag op stap met de burgemeester moet worden gecontinueerd. Aan bijeenkomsten met inwoners blijkt behoefte te bestaan. Wat de service bij evenementen betreft moet het zijn inziens niet zo zijn dat kleinschalige evenementen zodanig op kosten worden gejaagd dat ze niet meer kunnen doorgaan. Gelukkig las hij op pagina 20: De gemeente zal in 2008 zorgvuldig nagaan welke aanvragen gehonoreerd worden en welke niet. Uitgangspunt is dat kleinschalige activiteiten van verenigingen gebruik kunnen blijven maken van de diensten van de gemeente. Tenslotte hoopt hij, nu het horecaconvenant op losse schroeven staat, dat volgend jaar in het verslag wordt gemeld dat een oplossing is gevonden. Mevrouw DAMHOF heeft het verslag met genoegen gelezen en complimenteert de samensteller. Ze vermeldt dat 2007 een bewogen jaar is geweest. Een jaar dat gekenschetst werd door respectievelijk een vertrekkende burgemeester, een waarnemende burgemeester en een nieuwe (vrouwelijke) burgemeester. Haar fractie vindt dat de transitie naar een nieuwe burgemeester erg goed is verlopen. De inwoners van de gemeente werden middels de profielschets nauw betrokken in het proces. Verder deelt ze mee dat alle nieuwe en lopende zaken in 2007 kort en bondig in het burgerjaarverslag zijn verwoord. De inwoners krijgen op deze wijze een goed beeld van het reilen en zeilen van de gemeente. Met nadruk meldt ze dat in het verslag ook nieuwe zaken zijn opgenomen en dat niet alleen op de winkel is gepast. Het burgerjaarverslag is een van de instrumenten om te communiceren met de inwoners. Haar fractie hoopt daarom dat men eraan blijft werken een doeltreffende wijze te vinden om dit verslag bij de inwoners te krijgen. Tot slot stelt ze voor om nieuwe inwoners 2

3 3 van de gemeente een burgerjaarverslag uit te reiken. Haar fractie neemt het burgerjaarverslag 2007 voor kennisgeving aan. De BURGEMEESTER zegt de complimenten over te zullen brengen aan de opstellers van het document. Ze zegt dat de lijn die vorig jaar is afgesproken zal worden doorgezet. Voorts vindt ze het een goed voorstel van mevrouw Damhof om het burgerjaarverslag in het informatiepakket voor nieuwe inwoners op te nemen. Het college neemt dit waarschijnlijk over. Ze verwacht dat de veteranendag ook dit keer weer een succes zal worden. Gelet op het aantal aanmeldingen lijkt het erop dat ongeveer 100 mensen op deze dag aanwezig zullen zijn. Aan de middag op stap met de burgemeester hoopt ze ook het komende jaar gevolg te kunnen geven. Voorts geeft ze aan dat de gemeente ondersteuning zal blijven bieden aan evenementen. Wat de digitale jeugdraad betreft kan ze melden dat hier zeker vervolg aan wordt gegeven. Wethouder Boekhoudt zal daar nog op terugkomen. Ze is het eens met de heer Bouman dat het burgerjaarverslag enigszins een opsomming van feiten en weetjes is. Ze zegt dat in een vroeg stadium bekeken zal worden hoe volgend jaar aan het verslag inhoud zal worden gegeven. Daarbij wordt rekening gehouden met de gemaakte opmerkingen. Tot slot merkt ze op dat het haar goed lijkt dat in het volgende verslag ook aandacht aan de gemeentelijke website zal worden besteed. Hierna geeft WAARNEMEND VOORZITTER mevrouw Kaaijk de voorzittershamer terug aan mevrouw Van Beek. Vervolgens constateert de VOORZITTER dat het burgerjaarverslag voor kennisgeving is aangenomen. 2. Bestemmingsplan Windpark Eemshaven De heer BOSMAN deelt mee dat zijn fractie niet met dit voorstel instemt. Zijn fractie heeft dit standpunt bij de behandeling van dit onderwerp maart jongstleden reeds is genomen. De overweging van zijn fractie was destijds dat in de MER geen toetsing was opgenomen van de hoogte van de molens en de hinder die deze zouden geven. Het ging om erg hoge windmolens die van grote afstand nog zichtbaar zijn. Hij vermeldt dat in het onderhavige bestemmingsplan staat dat de molens nauwelijks invloed zullen hebben op de ruimtelijke beleving in het oostelijk waddenzeegebied. Hij vindt dit in strijd met de feiten. Zijn fractie had destijds bezwaar tegen het treffen van ruimtelijke maatregelen, omdat ze de MER incompleet vond. Er zijn ten aanzien van de MER grote procedurele fouten gemaakt. Zijn fractie heeft hierover vragen gesteld, maar daarop geen antwoord gekregen. Verder vindt hij het een ernstige procedurele tekortkoming dat de MER in z n geheel niet in de raad aan de orde is geweest. Dit is mede een reden dat GroenLinks tegen het voorstel stemt. Wethouder DOBMA beschouwt de inbreng van de heer Bosman als een stemverklaring. Hij deelt mee dat het bestemmingsplan ter visie heeft gelegen en dat geen zienswijzen zijn ingediend. Zijn inziens hebben anderen niet opgemerkt dat er kennelijk procedurele fouten zouden zijn gemaakt. Vervolgens constateert de VOORZITTER dat de meerderheid van de raad instemt met het bestemmingsplan Windpark Eemshaven. De fractie van GroenLinks wordt geacht tegen te hebben gestemd. 3. Beslisnota Kaderrichtlijn Water De heer HOLTKAMP merkt op dat de tekst in deze nota hetzelfde is als bij de vorige behandeling in de raad. Er staat nog steeds dat geen beslissing hoeft te worden genomen welke afkoppelplannen in het stroombeheersplan de raad wil meenemen. Zijn inziens is dit niet juist. Wel stemt zijn fractie in met de verwoorde doelen en ambities en de afspraak, dat in het najaar een besluit wordt genomen over de bijdrage. In januari jongstleden heeft hij de wethouder

4 verzocht een onderzoek in te stellen om huiseigenaren financieel tegemoet te komen bij het aanleggen van gescheiden aansluitingen. Met name wanneer een weg wordt gereconstrueerd, zodat het hemelwater gescheiden kan worden afgevoerd. Door een financiële bijdrage of een renteloze lening te bieden worden huiseigenaren gestimuleerd tot het aanleggen van gescheiden aansluitingen. Hij verwacht in het voorjaar dan ook een collegevoorstel hieromtrent. Mevrouw PERSOON heeft begrepen dat de provincie formeel de kaderrichtlijn vaststelt. Het doel moet worden bepaald en de haalbaarheid van de maatregelen is van belang. Ook heeft ze begrepen dat de kaderrichtlijn water een resultaatverplichting heeft. De maatregelen moeten dus worden uitgevoerd zoals ze zijn opgeschreven. Wanneer de gemeente haar ambitie verwoord in eigen beleid, blijft het een inspanningsverplichting. Haar fractie kan instemmen met de verwoorde doelen en ambities. Tevens geeft haar fractie goedkeuring aan het voorstel om dit najaar een besluit te nemen over de bijdrage van de gemeente Eemsmond aan de kaderrichtlijn water. De heer J.P. NIENHUIS zegt dat bij de uitvoering in het najaar nadere voorstellen hierover komen. Hij vraagt welke mogelijkheden de raad nog heeft wanneer niet met dit voorstel wordt ingestemd. En welke consequenties dit dan heeft. De heer BOSMAN vindt dit een bijzonder bestuurlijk proces. Op Europees niveau worden namelijk afspraken gemaakt. Vervolgens wordt in de gemeente besproken wat er fout is aan het watersysteem en hoe dit anders moet. Daarna wordt de meetlat weer gehanteerd en wordt opnieuw tot iets anders besloten. Volgens spreker is geen sprake van objectivering van de normen. Ook is geen sprake van voortgang en resultaatgerichtheid. Zijn fractie stemt daarentegen wel in met dit voorstel. Het verbaast hem echter dat aan de 155 kilometer sloot die de gemeente heeft, geen inspanning is verbonden om de waterkwaliteit daarvan te bevorderen. Verder voelt zijn fractie wel voor het voorstel van de heer Holtkamp om huiseigenaren tegemoet te komen in het afkoppelen van regenwater wanneer het gaat om de aanleg van gescheiden stelsels in bestaande situaties. Zijn fractie heeft daar al eerder voor gepleit, omdat de gemeente daarin veel investeert. De heer DE BOER vindt schoon en gezond oppervlakte- en grondwater in het kader van goed milieubeheer van grote betekenis. Zijn fractie stemt dan ook in met de doelstelling dat in 2015, met uitloop naar 2027, een goede ecologische en chemische toestand van het oppervlaktewater en grondwater is bereikt. Zoals al uit de bijdrage van zijn fractie bij de bespreking van de adviesnota in februari jongstleden is gebleken, onderschrijft zijn fractie deze beslisnota. Dit als basis voor de nog op te stellen plannen en voor medewerking van de gemeente op het gebied van de ruimtelijke ordening en vergunningverlening aan de KRW-maatregelen van andere partijen. Tot slot zegt hij met belangstelling de reactie op de voorstellen van Gemeentebelangen en GroenLinks betreffende de afkoppeling af te wachten. Wethouder SIENOT verklaart dat deze beslisnota aan de hand van de reacties op de adviesnota is samengesteld. In die zin is hij het eens met de heer Holtkamp dat in de tekst weinig is veranderd. Wel waren in de adviesnota bedragen opgenomen voor de afkoppeling en dergelijke in de provincie Friesland. In de beslisnota zijn deze achterwege gelaten en zijn ze als pm-post opgenomen. De wethouder zou het vreemd vinden wanneer de raad nu anders zou beslissen dan destijds over de adviesnota. Temeer omdat deze beslisnota bijna hetzelfde is. Wat het afkoppelen betreft gaat het bij reconstructie van wegen voornamelijk om afkoppeling van de afvoer van hemelwater dat op straat of een verhard 4

5 5 deel in de wijk valt. Dit is gemeentelijk grondgebied. Het water komt via de straatkolken in de aparte leiding terecht. Hij is van mening dat afkoppeling vanaf woningen moet worden bevorderd, doch vindt niet dat de gemeente dit kan verplichten. Hij zegt toe navraag te doen of een eventuele financiële tegemoetkoming haalbaar is. In reactie op de heer Bosman geeft hij aan dat het wellicht een ietwat bijzondere constructie is. Doch met deze constructie wordt wel bereikt dat alle partijen, waaronder landbouw, milieuorganisaties, etcetera, hier volledig achter staan. Deze methodiek lijkt hem beter dan afwachten wat in Brussel wordt bedacht, vervolgens in Den Haag wordt uitgewerkt en tenslotte aan de gemeenten verplicht wordt gesteld. Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van het college besloten. 4. Bodemsanering Hoofdstraat West 92, Uithuizen De heer BOUMAN meldt dat Gemeentebelangen de vorige keer al heeft aangegeven met het voorstel in te stemmen. Hij vraagt aan mevrouw Persoon welke inwoners er nu beter van geworden zijn dat de raad zes weken later een besluit over deze sanering neemt. Eveneens vraagt hij op welke wijze ze er beter van geworden zijn. De heer J.P. NIENHUIS stemt in met het voorstel. Wel vraagt hij zich af wat bedoeld wordt met de zinsnede in het voorstel: de bodemverontreiniging zodanig te verminderen en te beheersen dat woningbouw mogelijk is. Hij vraagt of dit betekent dat blijvende maatregelen nodig zijn en dat ook de kosten zullen aanhouden. Mevrouw PERSOON zegt in reactie op de heer Bouman dat zij bij het vragen naar achterliggende informatie niet de intentie had dat inwoners er beter van werden. Als raadslid, en daarmee dus vertegenwoordiger van de inwoners, vond ze het namelijk haar taak om meer informatie te krijgen. De heer BOUMAN merkt op dat ze ook met een motie had kunnen komen met de uitspraak dat dergelijke situaties niet meer gewenst zijn. Hij constateert dat het inmiddels zes weken later is. Er zal dus ook later met de te nemen activiteiten worden gestart. Mevrouw PERSOON zegt de ter inzage gelegde informatie te hebben gelezen en weet nu wat de plannen zijn. Ze hoopt dat hiermee een adequate oplossing is gevonden om van de vervuiling af te komen. Voorts vertrouwt ze erop dat de desbetreffende plek met een daar passende woning wordt opgevuld. Haar fractie stemt in met het collegevoorstel. Mevrouw DAMHOF hoopt dat met dit voorstel een streep wordt gezet onder het dossier bodemverontreiniging Hoofdstraat West 92 te Uithuizen. Het zag er haar inziens in eerste instantie tamelijk hopeloos uit. Het doet haar deugd dat de nu ingezette techniek van injecteren van bacteriën de verontreiniging in de bodem in situ kan afbreken. Biotechnologische en wetenschappelijke hoogstandjes, die in de provincie Groningen zijn ontwikkeld, worden haar inziens in de gemeente Eemsmond toegepast. Haar fractie ziet de resultaten met vertrouwen tegemoet en stemt in met het voorstel. Wethouder SIENOT zegt op de vraag of de kosten zullen aanhouden, dat binnen een periode van vijf jaar de kwestie geheel zal zijn afgerond. Dit betekent niet dat tot 2013 moet worden gewacht met invulling van de desbetreffende plek. Met de bouw van een eventuele woning aldaar kan reeds worden gestart in 2009 of Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van het college besloten. Opiniërend

6 1. Nieuwbouw sportaccommodatie te Uithuizen De heer J.P. NIENHUIS vraagt de wethouder om een korte samenvatting over de huidige stand van zaken betreffende de samenhang, tijdspad en financiële consequenties aangaande sporthallen, jeugdsoos, HHC-nieuwbouw, kleedkamers Noordpool en ruimtes ijsclub en motorclub. Wethouder DOBMA deelt mee dat het besluit van de raad om een krediet beschikbaar te stellen voor een sporthal in Uithuizen aanleiding was tot dit voorstel. Hieraan vooraf was een beslissing genomen tot beschikbaarstelling van een krediet voor nieuwbouw HHC in Warffum en Uithuizen. Hij vermeldt dat nieuwbouw van het HHC in Uithuizen alleen maar zou kunnen op het tweede voetbalveld van Noordpool. Uitgangspunt is dat de voetbalvereniging minimaal twee voetbalvelden ter beschikking moet houden. De sportcommissie heeft geadviseerd om van één voetbalveld een kunstgrasveld te maken. Deze zal worden aangelegd in het verlengde van het huidige hoofdveld, op de plek waar nu het oefenveld is. De daar aanwezige sporthal moet dus verdwijnen om de voetbalaccommodatie ruimte te kunnen bieden. De wethouder zegt dat in een vorige raadsperiode ook al is aangegeven, dat de sporthal grondig moet worden gerenoveerd of dat nieuwbouw moet worden gepleegd. Dit heeft er mede toe geleid dat besloten is tot nieuwbouw van de sporthal op de locatie van het tweede voetbalveld naast het HHC. Voorts meldt hij dat vorig jaar al 4,4 miljoen euro beschikbaar is gesteld voor vervanging van de sporthal. Er is onderzocht aan welke eisen deze sporthal dient te voldoen en wat de behoeftes zijn van de gebruikers. Ook is gekeken of de sportactiviteiten die in de sportzaal in de Schoolstraat worden gehouden eventueel verplaatst kunnen worden naar het nieuw te realiseren sportcomplex. Dit is gedaan in verband met ontwikkelingen betreffende herinvulling van het Albert Heijnterrein. Volgens de wethouder waren de uitgangspunten: geen verslechtering voor de gebruikers ten opzichte van de huidige situatie en zorgen voor ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Zoals onder andere verdere stimulering van bewegingsonderwijs op de basisscholen, invoering van het Groninger sportmodel en stimulering van het sporten in het algemeen. Geadviseerd werd om naast de sporthal een sportzaal te bouwen die in twee gymlokalen kan worden opgedeeld. Deze kan dienen als vervanging van de sportzaal aan de Schoolstraat. Daarmee wordt tevens aan de wensen van de scholen voldaan. Verder deelt de wethouder mee dat in de raming bij de begroting vorig jaar alleen rekening is gehouden met de vervanging van de sporthal. Dit betekent dat een aanvullend krediet nodig is om de sportzaal en de verplaatsing vanuit de Schoolstraat te kunnen financieren. Daarnaast is op grond van adviezen van gebruikers en opmerkingen van omwonenden gekeken of de daar beschikbare ruimte voldoende zal zijn. Tijdens de voorlichting is door enkele omwonenden aangegeven, dat ze bereid zijn daarvoor eventueel een deel van hun tuin af te staan. Besprekingen daarover zijn nog niet afgerond. Volgens de wethouder is de extra grond momenteel niet echt nodig. Doch wanneer na voltooiing van het sportcomplex blijkt dat de ruimte onvoldoende is, zal toch extra geld nodig zijn voor grondaankopen. De wethouder vermeldt dat de raad nu voorgesteld wordt extra krediet beschikbaar te stellen, zodat de accommodatie gerealiseerd kan worden. Wel is de procedure enigszins vertraagd. Dit betekent voor de voetbalvereniging dat de nieuwbouw op het sportveld pas na de competitie van 2008/2009 zal beginnen. Het niet beschikbaar zijn van een tweede veld zal zich beperken tot twee seizoenen. Wat de jongerenhuisvesting betreft heeft het college zich uitgesproken om in aanvulling op het sportcomplex daar ook een jongerencentrum te realiseren. De wethouder merkt op dat een aantal kleedlokalen in de sporthal in gebruik is bij voetbalvereniging Noordpool. Het beleid van de gemeente is erop gericht om kleedaccommodaties te privatiseren. In deze situatie is dit niet mogelijk, 6

7 omdat de kleedkamers ook voor andere activiteiten in de sporthal worden gebruikt. Hij vraagt zich af of het verstandig is om opnieuw kleedruimte voor Noordpool te realiseren in de nieuw te bouwen sporthal, waarin ook kleedlokalen aanwezig zullen zijn. Vandaar dat met voetbalvereniging Noordpool overleg is gepleegd om tot een zelfstandige kleedaccommodatie voor de vereniging te komen. Zodra deze gereed is, zal de accommodatie worden geprivatiseerd. Over de financiële consequenties kan hij melden dat met de beschikbaarstelling van het krediet voor de sporthal rekening is gehouden met de voornoemde scheiding van de kleedlokalen. De kleedaccommodatie van Noordpool is inbegrepen in de destijds gevraagde 4,4 miljoen euro. Wethouder BOEKHOUDT voegt over het jongerencentrum nog toe, dat het college haar voorkeur heeft uitgesproken om een dergelijk centrum bij de sporthal te realiseren. Verder meldt ze dat op dit moment vanuit het jongerenwerk gesprekken plaatsvinden met diverse groepen jongeren. Gevraagd wordt wat hun wensen zijn. Daarna worden de plannen uitgewerkt. Het college streeft ernaar om de bouw van het centrum samen te laten vallen met de bouw van de sporthal. De bedoeling is dat het centrum als casco wordt opgezet, zodat de jongeren het zelf kunnen afmaken. Mevrouw DAMHOF vraagt met betrekking tot verplaatsing van de sportzaal in de Schoolstraat of in het nu gevraagde krediet ook de sloopkosten van dit gebouw zijn opgenomen. Haar fractie is tevreden met het voorstel. Wel heeft ze nog enkele punten van zorg. Allereerst merkt ze op dat het overleg met gebruikers en omwonenden in de vakantiemaanden zal worden gehouden. Aangezien vrijwilligers van de sportverenigingen ook graag van hun vakantie willen genieten, vraagt ze of dit niet te krap gepland is. Verder is sprake van een behoefteonderzoek door het jongerenwerk onder de jongeren. Ze vraagt of dit onderzoek al is vastgesteld. Voorts vraagt ze of het daarna op de RIR ter inzage kan worden gelegd. Ten aanzien van het jongerencentrum had ze de indruk dat dit centrum onderdeel zou uitmaken van de nieuwe sportaccommodatie, dan wel in combinatie met het HHC. Nu begrijpt ze echter dat het jongerencentrum een losstaande accommodatie zal zijn. Ze vraagt wat de achterliggende gedachte hiervan is. Haar fractie ziet liever een multifunctioneel jongerencentrum binnen een sportieve dan wel educatieve omgeving. Verder lijkt het haar kostenverhogend. Tevens ziet ze gaarne dat hier mogelijkheden worden gerealiseerd in het kader van buitenschoolse opvang. Sport en beweging vindt ze goede vormen voor buitenschoolse opvang. Ze vraagt wat hier de mogelijkheden zijn. Ze merkt op dat alle aandacht inzake sportaccommodaties gericht is op Uithuizen. De brandbrief uit Roodeschool geeft echter aan dat ook de sportvoorzieningen in andere dorpen de nodige aandacht verdienen. Ze hoopt dat het college voor de problematiek van de voetbalvereniging Corenos uit Roodeschool een adequate oplossing vindt. Haar fractie wil hierover gaarne op de hoogte worden gehouden. De heer VAN DE WAL complimenteert het college met deze snelle planvorming. Hij waardeert het dat het deze week nog ter inzage werd gelegd. Zijn fractie ondersteunt de ambitie van het college om aan de eisen van het Groninger sportmodel te voldoen. Bewegingsonderwijs is voor elke leeftijd belangrijk. Wel schept het zijn inziens verwachtingen voor andere plekken in de gemeente. Daadkracht vindt hij hierbij gewenst. Niet alleen vanuit de gemeente, maar ook vanuit de inwoners en gebruikers. Hij vindt het jammer dat de centralisatie sportvoorzieningen destijds niet is doorgegaan. Ook het jongerencentrum vindt zijn fractie belangrijk. Zeker nu de situatie betreffende 7

8 538 weinig toekomst lijkt te bieden. Wel zal het een centrum voor alle jongeren in de gemeente moeten zijn. Hij vraagt of de in het voorstel verwoorde financiële consequenties wel helder in kaart zijn gebracht. Voorts is hij van mening dat ook gebruikers van de voorzieningen en eventuele sponsoren nu en in de toekomst hun verantwoording moeten nemen. Zijn fractie hoopt verder dat het plan binnen het budget blijft. Tot slot geeft hij aan het geweldig te vinden dat de gemeente dit plan gaat verwezenlijken. Het schept echter wel verwachtingen naar andere plekken in de gemeente. Mevrouw OUDMAN zegt niet zo enthousiast over het voorstel te zijn als de heer Van de Wal. Wel is ze het met hem eens wat hij heeft gezegd over het oude centralisatieplan. Met weemoed denkt ze daar nog aan. Tevens spreekt ook zij de wens uit om binnen het budget te blijven. Voorts kan ze de voorkeur van het college om bij de nieuwe sporthal een jongerencentrum te bouwen voor ,-- niet helemaal begrijpen. Ze vindt dat daarmee de jeugd van Uithuizen wel erg in de watten wordt gelegd. Bovendien vraagt ze zich af of dit geen precedentwerking geeft betreffende de andere dorpen in de gemeente. Tot slot vraagt ze wanneer met dit voorstel wordt ingestemd, of daarmee gelijktijdig een besluit over het jongerencentrum wordt genomen. Wethouder DOBMA zegt in reactie daarop dat het onderdeel uitmaakt van de meerjarenraming. De kredieten worden pas vastgesteld op het moment dat de begroting van het betreffende jaar wordt vastgesteld. Formeel moet nog worden besloten tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het jongerencentrum. De wethouder geeft aan dat het wordt vermeld, omdat het in relatie met het sportaccommodatieplan wordt gedaan. Wel is het zo dat wanneer het aan de orde komt de raad daarover een apart voorstel zal krijgen. De heer BOSMAN zegt dat een jaar geleden bij de begrotingsbehandeling het onderwerp jongerencentrum in Uithuizen aan de orde is geweest. Meerdere fracties hebben aangegeven een dergelijke voorziening ook in andere dorpen van belang te vinden. Hij deelt mee dat over het totaalpakket aan jeugd- en jongerenvoorzieningen in de dorpen dan ook nog moet worden gediscussieerd. In die zin heeft de raad nog geen besluit genomen. De VOORZITTER is daar enigszins verbaasd over. Naar haar mening is het zo dat wanneer de meerderheid van de raad bij de meerjarenbegroting niet heeft aangegeven, dat men niet akkoord gaat, het college ervan uit kan gaan dat voor de daar genoemde bedragen plannen kunnen worden gemaakt. Deze plannen worden dan alsnog aan de raad voorgelegd. De raad kan in ieder geval bij de kadernota de kaders nog veranderen voor de begroting en meerjarenplanning. Op dit moment maakt het college plannen op basis van standpunten die de meerderheid van de raad heeft genomen. De heer SLAGTER is verbaasd dat GroenLinks verkondigt dat opnieuw onderzoek moet worden gedaan naar een jongerencentrum, waardoor het op de lange termijn wordt geschoven. Hij denkt daarentegen dat het tijd wordt om spijkers met koppen te slaan wat de voorziening voor de jeugd in Uithuizen betreft. De heer BOSMAN merkt op dat het hem juist ergert dat er zo weinig gebeurt op dit gebied. Hij heeft daarbij aangegeven te willen praten over de jeugdvoorzieningen in alle dorpen. Dat het zolang moet duren is eerder te wijten aan het college dan aan zijn fractie. De heer SLAGTER constateert dat het college nu met een concreet plan komt, terwijl de heer Bosman vraagt om een nieuw onderzoek. Hij vindt dit toch vertragend werken. De heer BOSMAN zegt slechts te vragen naar een notitie die al geruime tijd in de LTA staat opgenomen, zodat het gehele plan kan worden bekeken. De heer SLAGTER zegt dat uit het rapport blijkt dat de voorgestelde extra investering maatschappelijk noodzakelijk en sociaal gewenst is. De in het rapport gehanteerde cijfers houden rekening met de positieve demografische 8

9 verwachting ten aanzien van de ontwikkeling in de Eemshaven. Er wordt niet uitgegaan van krimp, maar van gelijkblijvende bevolkingsaantallen. Hij geeft aan dat ook wordt gesteld dat de ontwikkeling in de Eemshaven naar verwachting tot gevolg heeft, dat in de gemeente Eemsmond een afzwakkende ontgroening en afzwakkende vergrijzing plaats zal vinden. Zijn fractie waardeert deze positieve benadering en gaat ervan uit dat krimp in de gemeente voorlopig niet aan de orde is. De heer J.P. NIENHUIS vraagt waarop hij dit baseert. Uit DEAL-rapporten blijken namelijk andere cijfers. Volgens de heer SLAGTER staat dit in het ISA-rapport. Hierin wordt uitgegaan dat men door de werkgelegenheid in de Eemshaven op een gelijk niveau blijft. Zijn fractie ondersteunt dit uitgangspunt. De heer BOSMAN heeft ook geconstateerd dat de opstellers van het desbetreffende rapport van die veronderstelling uitgaan. Hij vindt dit logisch, want wie betaalt, die bepaalt. De heer SLAGTER vindt deze constatering juist. De heer DE BOER zegt dat de opmerking van de heer J.P. Nienhuis over de cijfers in DEAL-verband niet juist is. Deze cijfers gaan namelijk over het gehele gebied en niet over de gemeente Eemsmond. De CBS-cijfers geven zijn inziens stabilisatie en laten zelfs een lichte groei voor de gemeente in de toekomst zien. De heer SLAGTER meldt dat extra behoefte is aan accommodatie ten behoeve van sportonderwijs op basisscholen. Het voorliggende voorstel voorziet daarin. Ook vindt zijn fractie dat er ruimte moet blijven voor het kegelen. Een sport die vooral door ouderen wordt beoefend en een sterke sociale functie heeft. Hij is van mening dat door het jongerencentrum daaraan te koppelen een ontmoetingsplek wordt gecreëerd, waar jong en oud samen kunnen sporten en ontspannen. Hij vraagt of de continuïteit van de sportbeoefening tijdens de herbouw niet in gevaar gaat komen. En of hiervoor wellicht een plan is ontwikkeld om dit te ondervangen. De heer BOUMAN constateert dat dit voorstel gepaard gaat met enkele pragmatische oplossingen om meer voorzieningen op het gebied van sport in Uithuizen te creëren. Zijn fractie juicht dit toe. Verder sluit hij zich aan bij de opmerking over sportvoorzieningen in de andere dorpen van de gemeente. Wellicht dat een behoefteonderzoek zoals voor Uithuizen ook voor andere plekken kan worden gehouden. Ook kan zijn fractie zich aansluiten bij hetgeen mevrouw Oudman heeft gezegd over het jongerencentrum. Wel staat in het voorstel duidelijk aangegeven, dat een besluit over het al dan niet realiseren van een jongerencentrum nog aan de raad zal worden voorgelegd. Zijn fractie wacht dit voorstel dan ook af. Zijn fractie is blij met een sporthal met meer mogelijkheden. Dit betekent wel de sloop van de sportzaal aan de Schoolstraat. Omdat het Albert Heijnterrein ook de komende jaren nog een rommelig aanzien zal geven, stelt hij voor dit te plaveien en als tijdelijke parkeerplaats te laten gebruiken. Eveneens kan hij zich aansluiten bij de woorden van de heer Van de Wal om het budget niet te overschrijden. Wethouder DOBMA spreekt zijn waardering uit voor de heer Van Mulligen, die veel werk ten aanzien van de te realiseren sportaccommodatie heeft verricht. In reactie op de vraag van mevrouw Damhof geeft hij aan dat met de verplaatsing van de sportzaal Schoolstraat geen rekening is gehouden met de sloopkosten. Er is slechts uitgegaan van de kosten van nieuwbouw. Dit betekent dat herinvulling van de locatie Schoolstraat de kosten voor de sloop aldaar moeten opbrengen. Verder vindt hij dat het overleg, dat in juni en juli met omwonenden en gebruikers zal plaatsvinden, inderdaad te krap is gepland. De maand juni is bijna om en in juli zullen veel mensen met vakantie gaan. De wethouder meldt 9

10 dat omwonenden en gebruikers inmiddels van de stand van zaken op de hoogte zijn gebracht. Tevens is aangegeven, dat deze zomer overleg zal worden gevoerd en dat nadere informatie zal worden verstrekt. Wellicht zal dit in augustus plaatsvinden. Over de buitenschoolse opvang merkt hij op dat met name op de basisscholen wordt gewerkt aan plannen voor buitenschoolse opvang. Dit gebeurt door schoolbesturen in samenwerking met kinderopvangorganisaties. De verantwoordelijkheid voor de opvang ligt in eerste instantie niet bij de gemeente, maar bij voornoemde instanties. Zodra in dat kader sprake is van verbouw van de scholen, zal het college bekijken op welke wijze deze buitenschoolse opvang kan worden meegenomen. Ten aanzien van opmerkingen betreffende extra aandacht voor de sportvoorziening in Uithuizen zegt de wethouder, dat het min of meer een uitvloeisel is van besluitvorming die de raad in de vorige collegeperiode al heeft genomen. Het betrof de aanpak en renovatie van sportaccommodaties in Uithuizen en Uithuizermeeden, waarvoor de nodige middelen beschikbaar zijn gesteld. Dergelijke uitgaven moeten zijn inziens worden gedaan om zaken weer op orde te brengen. Mevrouw SPIJK vindt het juist dat de wethouder gesproken heeft over min of meer. In eerste instantie ging het om een geheel ander bedrag voor de sportvoorzieningen in Uithuizen en Uithuizermeeden. Volgens wethouder DOBMA is bijvoorbeeld het veranderen van een sportveld in een kunstgrasveld wel degelijk onderdeel geweest van het plan van aanpak van de sportaccommodaties. Het besluit hierover is met elkaar genomen en hieraan zit een aantal consequenties. De wethouder benadrukt dat uiteraard ook aandacht is voor de overige dorpen. De gemeente is bezig een nadere inventarisatie te maken van de overige sportaccommodaties in de gemeente. De raad kan in het najaar hierover een voorstel verwachten. Verder zegt hij dat de aandacht voor andere accommodaties in de gemeente zeker niet stilstaat. Enige tijd geleden heeft hij zelf nog de uitgebreide kleedruimten in Roodeschool mogen openen. Ook aan de kleedaccommodatie in Usquert heeft de gemeente bijgedragen. Eveneens zijn momenteel gesprekken gaande met de voetbalvereniging Warffum over nieuwbouw van kleedlokalen. De wethouder merkt op dat al geruime tijd wordt gediscussieerd over hoe het in Uithuizermeeden vorm gegeven moet worden. Het college heeft aangegeven wat men beschikbaar wil stellen. Hierover is echter nog geen uitsluitsel gegeven. De heer DE BOER merkt op van de voetbalvereniging Corenos een bedankje via de mail te hebben ontvangen dat door tussenkomst van de PvdA een beregeningsinstallatie is geplaatst. Wethouder DOBMA zegt dat de gemeente van voetbalvereniging Corenos een brandbrief hieromtrent had ontvangen. Hij geeft aan dat wanneer een sportvereniging klachten, problemen of wensen heeft, de gemeente altijd bereid is daarover met de vereniging te communiceren om een oplossing te vinden. Het college vindt dat de financiële consequenties nu voldoende in beeld zijn gebracht. Hij sluit echter niet uit dat met een dergelijk groot project sommige onderdelen daarvan pas over een jaar worden gestart. Er zal dan ook altijd over een langere periode met allerlei factoren rekening moeten worden gehouden. Voorzover hij het kan inschatten zijn de nu gevraagde middelen voldoende om het complex te realiseren. Doch hij sluit niet uit dat wanneer het toch niet voldoende blijkt te zijn, de raad wordt gevraagd met het project door te gaan of ermee te stoppen. Met betrekking tot afzwakkende ontgroening en afzwakkende vergrijzing deelt de wethouder mee dat de accommodatie is gepland op basis van de huidige en 10

11 de te verwachten behoefte. Er is niet gekeken of deze accommodatie over 25 jaar nog wel nodig zal zijn. Het college vindt dit niet verstandig. Zou zich over 25 jaar een lichte daling van de bevolking voordoen, dan betekent dit wel dat de gemeente 25 jaar lang een krappe accommodatie zou hebben. Het college gaat ervan uit dat ze op grond van ontwikkeling in de Eemshaven erin slaagt de bevolking niet alleen in het dorp Uithuizen, maar in de gehele gemeente, op peil te houden. De wethouder vermeldt dat de hoofdgebruiker van de velden de meeste overlast zal ondervinden. In het beginstadium zijn hierover al goede afspraken gemaakt. De desbetreffende vereniging heeft bekeken hoe zij dit wil gaan oplossen. De bedoeling is dat wanneer op het veld wordt gebouwd, de ijsbaan zolang mogelijk beschikbaar blijft als voetbalveld. De ijsbaan wordt dan ook zo laat mogelijk onder water gezet. Het jaar daarop wordt het kunstgrasveld aangelegd. Het probleem ontstaat dan dat er slechts één voetbalveld is en geen oefenveld. Met de vereniging is afgesproken dat op dat moment de ijsbaan niet onder water wordt gezet. De overlast wordt daarmee zoveel mogelijk beperkt. Mevrouw SPIJK gaat ervan uit dat alle andere voetbalverenigingen best bereid zijn om voetbalvereniging Noordpool de helpende hand te bieden als het nodig is. De ijsbaan zou dan voor het schaatsen kunnen worden gebruikt. Wethouder DOBMA ziet dit ook wel als mogelijkheid. Hij raadt echter aan eerst af te wachten hoe het in de praktijk zal gaan. Verder vermeldt hij dat overige gebruikers geen overlast zullen hebben, omdat de sporthal pas wordt afgebroken op het moment dat de nieuwe sporthal gereed is. Wat de sportzaal Schoolstraat betreft kan hij dit niet overzien. Hij denkt dat ook daar wellicht gewacht kan worden met de concrete invulling totdat de accommodatie klaar is. Wat de invulling van het Albert Heijnterrein betreft zegt de wethouder dat dit met het voorstel over sportaccommodaties niets van doen heeft. Wel kan hij melden dat het college bereid is de braakliggende locatie tijdelijk in te vullen, doch eerst wil het college daarover sluitende afspraken maken. Wethouder BOEKHOUDT zegt in reactie op de opmerking van GroenLinks betreffende een behoefteonderzoek, dat vorig jaar een bijeenkomst is gehouden met jongeren uit alle dorpen van de gemeente. De behoefte van de jongeren van elk dorp werd daar aangegeven. Een jongerencentrum in Uithuizen kwam hier als belangrijkste wens naar voren. Voor een dergelijk centrum worden normen gehanteerd. Uit genoemde cijfers blijkt dat alleen het dorp Uithuizen in de gemeente Eemsmond in aanmerking komt voor een jongerencentrum. Haar inziens is de meerderheid van de raad akkoord gegaan met het voornemen te bekijken op welke wijze een jongerencentrum in Uithuizen kan worden gerealiseerd. Het college heeft vorig jaar bij de kadernota daarvoor dan ook een bedrag opgenomen. Voorts deelt de wethouder mee dat het behoefteonderzoek in de andere dorpen bijna is afgerond. Ze vermeldt dat hoewel de notitie nog niet aan de raad kan worden aangeboden, het jongerenwerk in de dorpen reeds allerlei activiteiten heeft ontplooid. Onder andere zijn jongeren actief in het dorpscentrum van Roodeschool. Ook in Usquert wordt getracht een soos of iets dergelijks op te zetten, terwijl in Uithuizermeeden daarvoor plannen bestaan. De wethouder meldt dat de nota over het behoefteonderzoek op de LTA staat voor september/oktober. Het college vindt het erg belangrijk dat jongeren kunnen sporten. Vandaar dat het college heeft gekozen voor de locatie bij de sporthal voor vestiging van een jongerencentrum. Dit gebouw zal waarschijnlijk aan de sporthal gekoppeld worden. De raad krijgt te zijner tijd een voorstel hierover. De heer BOUMAN zegt te hebben gerefereerd aan behoefteonderzoek aan binnenaccommodaties, zoals dit in Uithuizen is uitgevoerd. Hij vraagt om ook in de andere dorpen te kijken naar behoefte aan binnenaccommodaties. 11

12 12 Wethouder DOBMA zegt dat onderzoek hiernaar gaande is. Volgens de wethouder is het niet nodig ISA-sport daarvoor opnieuw in te schakelen. Daarnaast wordt met gebruikers van andere binnensportaccommodaties gesproken over de huidige mogelijkheden en mogelijke consequenties. Hij geeft aan dat ook in de overige dorpen op redelijke wijze aan de wensen en verlangens wordt tegemoetgekomen. Mevrouw DAMHOF vraagt of dit project gezien het bedrag Europees aanbesteed moet worden. Wethouder DOBMA zegt toe het antwoord op deze technische vraag voor de besluitvormende behandeling van dit punt aan de raad te doen toekomen. De VOORZITTER constateert dat dit onderwerp voldoende is behandeld en in de volgende vergadering besluitvormend aan de orde komt. Sluiting Niets meer aan de orde zijnde sluit de VOORZITTER de vergadering om uur. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond, gehouden op 11 september Namens de raad, voorzitter, griffier,