ITS veiligheidsmonitor Locatie-rapportage 2013

Transcriptie

1 ITS veiligheidsmonitor Locatie-rapportage 2013 Locatie: Voorbeeldschool De hier gepresenteerde informatie is uitsluitend bedoeld voor gebruik ten behoeve van bovengenoemde schoollocatie. Verspreiding van deze gegevens mag alleen met toestemming van de schooldirectie of het bevoegd gezag. Datum: 30 april 2013 Copyright 2012 ITS, Radboud Universiteit Nijmegen. Alle rechten voorbehouden

2 Inhoud 1 Vooraf Leeswijzer Beleidsvorming en evaluatie 3 2 Gegevens deelname 4 3 Resultaten veiligheid: leerlingen en personeel Gedragsregels: handhaving en opstellen Ongewenst of risicovol gedrag (On)veiligheidsgevoelens naar locatie Ervaren geweld Gewenste vergroting van de veiligheid; naar locatie Rangorde geweld 14 4 Resultaten Veiligheidsbeleid: leidinggevenden Sociaal cognitieve ondersteuning Binnenschoolse regels Omgang met en preventie van incidenten Samenwerking externe instituten Preventief beleid ten aanzien van gedrag Incidenten 24 5 Bijlage - uitgebreide benchmark 26 2

3 1 Vooraf In deze rapportage staat een samenvatting van de resultaten van uw school op de ITS Veiligheidsmonitor. U kunt de informatie in deze rapportage benutten ter evaluatie van bestaand veiligheidsbeleid of ter onderbouwing van nieuw veiligheidsbeleid op uw school(locatie). Gebruikelijk is dat hierbij informatie wordt vermeld van de leerlingen, het personeel, de leiding en de ouders (indien deze in uw school hebben meegedaan). De rapportage van de Veiligheidsmonitor is doorlopend in ontwikkeling. Mocht u vragen hebben of suggesties ter verbetering van de rapportage en de terugkoppeling dan verzoeken wij u contact op te nemen met onze helpdesk. Deze is bereikbaar via het adres: info@itsvemo.nl. 1.1 Leeswijzer De rapportage begint met hoofdstuk 2. In dit hoofdstuk staan wat basistellingen en gegevens over de leerlingen en personeelsleden die hebben meegedaan aan het onderzoek. Op grond van deze gegevens kunt u een inschatting maken of de groep leerlingen en personeelsleden die hebben deelgenomen aan de monitor door de jaren heen vergelijkbaar is en of zij een redelijke afspiegeling vormen van de school als geheel. In hoofdstuk 3 worden de resultaten van de leerlingen en de personeelsleden gepresenteerd. Er wordt eerst steeds een figuur gepresenteerd waarbij leerlingen en personeelsleden met elkaar worden vergeleken in het laatste jaar van meting. Indien uw schoollocatie in meerdere schooljaren aan de Veiligheidsmonitor heeft meegedaan, wordt vervolgens voor beide respondentgroepen (leerlingen en personeelsleden) een overzicht gegeven van de resultaten door de tijd. De resultaten van de leidinggevenden staan in hoofdstuk 4. Ook hier wordt steeds eerst de situatie in het laatste jaar weergegeven en vervolgens, bij meerdere metingen, door de tijd heen. De rapportage wordt afgesloten met enkele bijlagen. In deze bijlagen zijn uitgebreide tabellen opgenomen waarin de schoollocatie wordt vergeleken met de andere deelnemende scholen in het laatste jaar van meting. Ook staan in deze tabellen de scores van de school van de voorgaande meting. Op die manier wordt duidelijk of er verschillen zijn ten opzichte van de vorige meting en ten opzichte van andere scholen. 1.2 Beleidsvorming en evaluatie De gepresenteerde uitkomsten kunnen de verdere inrichting, evaluatie en uitbouw van het veiligheidsbeleid ondersteunen. Naast de uitkomsten zijn echter de achtergrond van leerlingen en personeel, en de context van de school (buurt, ouders) zeer belangrijk bij de inschatting op welke onderwerpen het beleid versterkt dient te worden 3

4 Opvallende zaken in de cijfers vragen om duiding die vaak alleen door de betrokkenen op school kan worden gegeven. Wij adviseren de school de resultaten met het managementteam en het docententeam door te nemen en te bespreken. In het team, eventueel aangevuld met enkele leerlingen of ouders, kunnen problemen verder worden besproken om samen tot bepaalde maatregelen te komen. De veiligheidsmonitor kan worden gebruikt ter evaluatie van deze maatregelen. 2 Gegevens deelname Tabel 2.1 bevat de aantallen respondenten per respondentengroep in de verschillende jaren op deze schoollocatie. Hoe dichter het aantal respondenten ligt bij het daadwerkelijke aantal leerlingen, personeelsleden en leidinggevenden, hoe betrouwbaarder de resultaten. Tabel Aantallen respondenten bij de deelname(n) in de locatie Aantal leerlingen Aantal personeelsleden Aantal leidinggevenden In tabel 2.2 staat aangegeven van welke leerjaren leerlingen hebben deelgenomen aan het onderzoek. Verschillen in de metingen tussen jaren treden op indien steeds leerlingen uit verschillende leerjaren deelnemen aan het onderzoek. Bij de interpretatie van de cijfers kan hiermee rekening worden gehouden. Tabel De leerjaren met leerlingen die deelgenomen hebben aan de enquête in de locatie leerjaren: 1 x x 2 x x x 3 x x 4 x 5 x x 6 x x 4

5 3 Resultaten veiligheid: leerlingen en personeel 3.1 Gedragsregels: handhaving en opstellen Figuur De aanwezigheid van gedragsregels volgens personeel en leerlingen in % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% aanwezigheid gedragsregels in schoolgids in gang/hal in klaslokaal op internet op ouderavond leerlingen personeel In figuur is te zien welk percentage leerlingen en personeelsleden aangeeft dat er op school gedragsregels zijn en waar deze regels zichtbaar zijn. De eerste twee staven geven het percentage weer van leerlingen en personeel dat bevestigend antwoord op de algemene vraag naar de aanwezigheid van gedragsregels. De kolommen rechts daarvan tonen het percentage leerlingen en personeelsleden dat bevestigend antwoordt op de vraag of de regels zichtbaar zijn in de schoolgids, in de gang/hal, in het klaslokaal, op internet of worden uitgereikt op de ouderavond. Dit figuur toont alleen gegevens van de laatste afname van de monitor. 5

6 Figuur De aanwezigheid van gedragsregels volgens personeel en leerlingen door de tijd Leerlingen 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Personeel 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% aanwezigheid gedragsregels in gang/hal op internet in schoolgids in klaslokaal op ouderavond Figuur geeft weer hoe leerlingen en personeelsleden door de jaren heen antwoorden op vragen over de aanwezigheid van gedragsregels op school en de plaatsen waar deze zijn in te zien. De antwoorden van maximaal vier jaren worden hier in opgenomen. 6

7 3.2 Ongewenst of risicovol gedrag Figuur Zelf gerapporteerd risicogedrag door leerlingen in % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% spijbelen alcoholbezit drugsbezit wapenbezit In figuur is weergegeven welk percentage van de leerlingen zegt te spijbelen, alcohol of drugs te gebruiken of een wapen te bezitten of te gebruiken. De gegevens in het figuur zijn afkomstig uit de meting van Figuur Zelf gerapporteerd risicogedrag door leerlingen over de jaren. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% spijbelen alcoholgebruik drugsgebruik wapenbezit wapengebruik 7

8 Figuur laat dezelfde gegevens zien als figuur maar dan over een aantal jaar. In dit figuur wordt zichtbaar hoe risicovol gedrag in de schoollocatie zicht ontwikkeld over de tijd. 3.3 (On)veiligheidsgevoelens naar locatie Figuur De mate van gevoelens van veiligheid naar locatie in 2013 voor leerlingen en personeel 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% leerlingen personeel In figuur is voor leerlingen en personeel weergegeven in welke mate zij zich veilig voelen op verschillende locaties, in en rond school en thuis. 8

9 Figuur De mate van gevoelens van veiligheid naar locatie voor leerlingen en personeel over de jaren 100% Leerlingen 80% 60% 40% 20% 0% % Personeel 80% 60% 40% 20% 0% in school bij de fietsenstalling bij de parkeerplaats in omgeving school thuis In figuur staat de ontwikkeling van veiligheidsgevoelens over een aantal jaar weergegeven. In het diagram bestaat het cijfer in school uit een samenvattende maat van veiligheidsgevoelens op de verschillende locaties in school (van de klas tot en met het schoolplein). 9

10 3.4 Ervaren geweld Figuur Percentage leerlingen en personeel dat geweld heeft ervaren in % 80% 60% 40% 20% 0% verbaal geweld materieel geweld sociaal geweld licht lichamelijk geweld grof lichamelijk geweld seksueel geweld leerlingen personeel In figuur staat het percentage leerlingen en personeelsleden dat aangeeft de genoemde geweldsvorm ervaren te hebben als slachtoffer. Weergegeven wordt het gemiddelde percentage over de onderliggende vragen per geweldsvorm. Deze onderliggende vragen gaan over: Verbaal geweld: - uitschelden - expres storen - extra luid zijn - met opzet lawaai maken Materieel geweld: - krassen of beschadigen - bespuiten of besmeuren - verstoppen of wegmaken - vernielen - stelen Sociaal geweld: - negeren - uitsluiten - bedreigen - intimideren - chanteren - verkeerde geruchten verspreiden Licht lichamelijk geweld: - expres aanstoten of pijn doen - opzettelijk duwen of schoppen - opzettelijk laten struikelen - opzettelijk stompen - slaan Grof lichamelijk geweld: - vechten - in elkaar slaan / aftuigen - bedreigen met wapen - gebruik van wapen Seksueel geweld: - seksuele opmerkingen - seksuele gebaren - betasten - aanranding - verkrachting 10

11 Figuur Percentage leerlingen en personeel dat geweld heeft ervaren door de jaren 100% Leerlingen 80% 60% 40% 20% 0% Personeel 100% 80% 60% 40% 20% 0% verbaal geweld sociaal geweld grof lichamelijk geweld materieel geweld licht lichamelijk geweld seksueel geweld In figuur staat het percentage leerlingen en personeel dat een bepaalde vorm van geweld heeft ervaren door de jaren heen. In dit figuur wordt zichtbaar hoe de ervaring van geweld zich bij leerlingen en personeel ontwikkelt. 11

12 3.5 Gewenste vergroting van de veiligheid; naar locatie Figuur De mate waarin de veiligheid vergroot dient te worden per locatie in 2013 volgens leerlingen en personeel. 100% 80% 60% 40% 20% 0% leerlingen personeel Figuur geeft per locatie het percentage weer van leerlingen en personeelsleden dat aangeeft dat de veiligheid op die plek vergroot mag worden. De laatste twee kolommen in de grafiek geven het percentage leerlingen en personeelsleden weer dat het niet nodig vindt dat er maatregelen ter vergroting van de veiligheid op één van deze locaties worden genomen. 12

13 Figuur De mate waarin de veiligheid vergroot dient te worden per door de tijd 100% Leerlingen 80% 60% 40% 20% 0% % Personeel 80% 60% 40% 20% 0% in de school bij de fiestenstalling op de parkeerplaats in omgeving school thuis is nergens nodig In figuur staat de ontwikkeling van de wens tot vergroting van de veiligheid over meerdere jaren weergegeven. De locaties in school (van de klas tot en met het schoolplein) zijn hier samengenomen in één score. 13

14 3.6 Rangorde geweld In de vragenlijsten wordt aan leerlingen en personeel gevraagd van welke type geweld ze het ernstigst hinder ondervinden op school. Vervolgens wordt gevraagd door wie dit als meest ernstig ervaren gedrag wordt uitgevoerd, en waar dit het meest plaatsvindt. In tabel staat de rangorde van de typen van geweld weergegeven, met daarachter steeds het percentage respondenten dat een bepaald type geweld noemt als meest hinderlijk. Tabel Rangorde geweldsvormen volgens leerlingen en personeel in 2013 Leerlingen % Personeel % 1 uitschelden 60 1 intimideren 90 2 krassen of beschadigen 15 2 bedreigen 5 3 verkeerde geruchten verspreiden 10 3 uitschelden 1 4 slaan 5 4 negeren 1 5 bedreigen met wapen 2 5 extra luid zijn 1 In figuur is weergegeven wie door de leerlingen en het personeel als dader worden genoemd van het in hun ogen meest hinderlijke type geweld. 14

15 Figuur De daders van het meest hinderlijke type geweld volgens leerlingen en personeel in leerlingen leerlingen docenten overig personeel familie anders Personeel leerlingen docenten overig personeel ouders leerlingen anders 15

16 Figuur De locaties van het meest hinderlijke type geweld volgens leerlingen en personeel in leerlingen personeel 4 Resultaten Veiligheidsbeleid: leidinggevenden 4.1 Sociaal cognitieve ondersteuning De sociaal cognitieve ondersteuning van leerlingen kan van invloed zijn op zowel het (on)gewenste sociaal gedrag van de leerlingen als het algemeen veiligheidsgevoel van de leerlingen op school. In de veiligheidsmonitor worden vier soorten cognitieve ondersteuning onderscheiden. Deze vier typen worden samengesteld vanuit onderliggende vragen: 1. Docentkwaliteiten Omschrijving: De mate waarin docenten op school pro-sociale en didactische kwaliteiten hebben en tonen. Onderliggende vragen: - In welke mate hebben en tonen docenten in gedrag en taalgebruik respect voor de leerlingen? - In welke mate bevorderen docenten het onderling respect tussen de leerlingen? - In welke geven docenten blijk van positieve verwachtingen van de leerlingen? - In welke mate bevorderen de docenten een goede werkhouding van de leerlingen? - In welke mate creëren docenten in de onderwijsleersituatie ordelijke werkomstandigheden? 16

17 2. Verbondenheid van de leerlingen Omschrijving: De mate waarin leerlingen verbonden zijn of worden aan de school. Onderliggende vragen: - In welke mate voelen leerlingen zich verbonden met de locatie? - In hoeverre bieden de ruimtes op school een leerlingvriendelijke aanblik? - In hoeverre organiseert men activiteiten om de algemene betrokkenheid van leerlingen en ouders/verzorgers bij de school te vergroten? - In hoeverre wordt gewaakt over de veiligheid van de leerlingen en hun bezittingen? 3. Leerlingzorg Omschrijving: De mate waarin er in school gebruik wordt gemaakt van het leerlingvolgsysteem Onderliggende vragen: - In hoeverre is er een adequaat systeem om de vorderingen van de leerlingen te volgen? - In hoeverre wordt gebruik gemaakt van relevante informatie over de leerlingen? (In VO o.a. informatie van de basisschool) - In hoeverre wordt externe hulp ingeschakeld als de eigen mogelijkheden ontoereikend zijn? - In welke mate krijgen alle leerlingen training in studievaardigheden? - In hoeverre krijgen leerlingen studiebegeleiding? - In hoeverre is er een adequate hulpstructuur om leerlingen met problemen op te vangen en te begeleiden? - In hoeverre wordt de effectiviteit van de hulp wordt structureel nagegaan? - In hoeverre werken docenten en begeleiders systematisch en doelgericht samen bij het signaleren en de aanpak van leer- en ontwikkelingsproblemen? 4. Taalbeleid op maat Omschrijving: De mate waarin bewust taalbeleid op maat wordt gevoerd en geïntegreerd in alle lessen. Onderliggende vragen: - In hoeverre wordt er bewust taalbeleid op maat gevoerd en geïntegreerd in alle lessen? 17

18 Figuur Sociaal cognitieve ondersteuning in Docentkwaliteiten Verbondenheid van de leerlingen Leerlingzorg Taalbeleid op maat In Figuur staat de score van de school op sociaal cognitieve ondersteuning in De score is weergegeven op een schaal van 0 tot 100, waarbij 0 staat voor 'geheel afwezig' en 100 staat voor 'maximaal aanwezig'. Deze informatie kan bovendien worden vergeleken met de benchmark van andere scholen (zie de bijlage). Figuur Sociaal cognitieve ondersteuning door de jaren heen Docentkwaliteiten Verbondenheid van de leerlingen Leerlingzorg In figuur wordt de ontwikkeling op de vier deelgebieden van de sociaal cognitieve ondersteuning inzichtelijk. Er kan hier worden afgelezen of op de schoollocatie veranderingen zijn opgetreden de afgelopen jaren in de mate waarin de leerlingen ondersteuning krijgen op de gemeten onderdelen. 18

19 4.2 Binnenschoolse regels Door leerlingen en personeel actief te betrekken bij het opstellen en handhaven van de regels kan ongewenst sociaal gedrag afnemen en de sociale veiligheid op school toenemen. Aan leidinggevenden wordt gevraagd in hoeverre personen in de school betrokken zijn bij het opstellen van de regels. Daarnaast wordt gevraagd in hoeverre personen van buiten de schoollocatie zijn betrokken bij het opstellen van de regels. Interne personen of groepen: - leerlingen - docenten - onderwijsondersteunend personeel - management - ouders - medezeggenschapsraad - vertrouwenspersoon Externe personen of groepen: - schoolmaatschappelijk werk - jeugdwerker/jeugdzorg - politie - justitie - informatie uit de monitor veiligheid - vertrouwensinspecteur 19

20 Figuur De mate waarin groepen of personen meewerken aan het opstellen van de gedragsregels in In figuur is de score van de school weergegeven op een schaal van 0 tot 100. Hierbij betekent een score van 0 (geen staafje in de grafiek) dat die groep personen niet betrokken is bij het opstellen van de regels. Een score van 100 betekent dat de groep personen volledig is betrokken bij het opstellen van de regels. 4.3 Omgang met en preventie van incidenten In de monitor worden twee sets met vragen aan de leidinggevenden voorgelegd over de omgang met en preventie van incidenten. De eerste set gaat om schoolbrede maatregelen en algemeen beleid ter preventie en registratie van incidenten: - In hoeverre is er een uitgewerkt veiligheidsplan / veiligheidsbeleid dat aandacht biedt aan de preventie van incidenten? - In hoeverre is er een pestprotocol dat bij alle leerlingen en ouders bekend is? - In hoeverre is er een draaiboek / draaiboeken voor het afhandelen van verschillende typen incidenten? - In hoeverre wordt na incidenten de surveillance binnen en buiten het gebouw tijdelijk opgevoerd? - In hoeverre is voor ieder inzichtelijk vastgelegd welke incidenten door het personeel aan de directie gemeld moeten worden? 20

21 - In hoeverre is voor ieder inzichtelijk vastgelegd welke incidenten door de leerlingen aan de directie gemeld moeten worden? - In hoeverre worden wordt ieder schooljaar geregistreerd (schriftelijk of elektronisch) welke incidenten zich voordoen? - In hoeverre worden gegevens over de sociale veiligheid gebruikt voor zelfevaluatie en het bijstellen van het schoolbeleid? - In hoeverre worden incidenten geregistreerd met behulp van een standaard digitaal systeem? Figuur De aanwezigheid van registratie- en preventiemaatregelen in In figuur staat weergeven hoe de school scoort op de verschillende maatregelen ter registratie en preventie van incidenten. Ook hier is weer een schaal van 0 tot 100 gebruikt, waarbij 0 staat voor de afwezigheid van een bepaald beleid en 100 voor de maximale aanwezigheid. De tweede set gaat vooral om maatregelen waarbij de leerlingen direct worden betrokken: - In hoeverre worden leerlingen aan het begin van elk schooljaar betrokken bij het opstellen van school- of gedragsregels? - In hoeverre wordt gezorgd dat slachtoffers van incidenten naast onmiddellijke hulp ook nazorg op de langere termijn krijgen? - In hoeverre organiseert men bijeenkomsten waar daders en slachtoffers onder begeleiding naar oplossingen zoeken? - In hoeverre worden leerlingen vanaf het begin van elk schooljaar betrokken bij het controleren of nakomen van school- of gedragsregels? - In hoeverre worden lessen in sociale vaardigheden voor alle leerlingen (bijv. via Leefstijl) verzorgd? - In hoeverre worden na een incident de school- of gedragsregels opnieuw met de leerlingen van de betrokken klassen doorgesproken door de mentoren? 21

22 - In hoeverre worden na een incident de school- of gedragsregels opnieuw met de leerlingen van alle klassen doorgesproken door de mentoren? - In hoeverre worden leerlingen die bij een incident zijn betrokken, door de mentor direct opgeroepen voor een gesprek? - In hoeverre worden ouders van leerlingen die bij een incident zijn betrokken, door de mentor direct opgeroepen voor een gesprek? - In hoeverre laat men leerlingen die incidenten veroorzaken mede een plan voor verbetering opstellen? - In hoeverre laat men leerlingen die incidenten veroorzaken de uitvoering van een plan voor verbetering mede controleren? Figuur De aanwezigheid van maatregelen over de omgang met incidenten in

23 4.4 Samenwerking externe instituten Figuur Samenwerking van de school met externe instituten in (wijk)agent incidenten melden bij politie uitwisseling ervaring scholen time-out voorziening afspraken andere scholen politie en justitie melden aan school In figuur staat (wederom op een schaal van 0 tot 100) in hoeverre de school samenwerkt met andere instituten in geval van een veiligheidsincident. De kolommen in het figuur corresponderen met de volgende vragen uit de vragenlijst: - In hoeverre is er een adoptieagent of wijkagent, die jaarlijks voorlichting geeft en ingeschakeld wordt bij incidenten? - In hoeverre is vastgesteld welke incidenten aan de politie worden gemeld? - In welke mate worden ervaringen uitgewisseld met andere locaties / scholen in de buurt uit over leerlingen die de veiligheid bedreigen? - In hoeverre kunnen leerlingen die incidenten veroorzaken worden verwezen naar een time-out voorziening (op een andere school)? - In hoeverre zijn er afspraken met andere locaties / scholen over de aanpak van leerlingen die incidenten veroorzaken? - In welke mate zijn er afspraken met de politie over het informeren van de school als leerlingen met politie of justitie in aanraking komen? 4.5 Preventief beleid ten aanzien van gedrag De monitor meet in hoeverre er op een school aandacht is voor het voeren van preventief beleid ten aanzien van gedrag. Dit gebeurd op vier deelonderwerpen: 1. Onderling respect ten aanzien van uiterlijk, huidskleur, land van herkomst, gehandicapt zijn, geloof, niet-gelovig zijn, man zijn, vrouw zijn, homoseksueel/lesbisch zijn, biseksueel zijn. 2. Respect ten aanzien van gedrag, goed gedrag, gedrag van anderen, corrigerend gedrag, accepteren van straf. 23

24 3. Respect voor schoolprestaties 4. Belonen van goed gedrag van ouders, leerlingen en personeel. In figuur is de score voor de schoollocatie op deze vier onderdelen in 2013 weergegeven. Figuur Preventief beleid ten aanzien van gedrag onderling respect respect voor gedrag respect voor prestaties belonen goed gedrag 4.6 Incidenten De veiligheidsmonitor vraagt aan de leidinggevenden ook hoeveel incidenten er op de locatie hebben plaatsgevonden van een bepaald type. Aanvullend wordt ook gevraagd hoeveel leerlingen hebben gespijbeld. In tabel zijn de antwoorden op deze vragen weergegeven. Tabel Aantal incidenten op de locatie naar type Incidenten gericht tegen homoseksueel personeel gericht tegen homoseksuele leerlingen autochtone versus allochtone leerlingen allochtone versus allochtone leerlingen autochtone versus autochtone leerlingen wegens wapenbezit van leerlingen wegens alcohol(gebruik) van leerlingen wegens drugs(gebruik) van leerlingen wegens spijbelen van leerlingen Aantal leerlingen dat vorig jaar heeft gespijbeld

25 Van een aantal andere incidenten wordt gevraagd of ze het afgelopen jaar zijn voorgekomen. Dit is weergegeven in tabel Tabel Het wel of niet voorkomen van bepaalde incidenten op school. Incidenten met leerlingen van andere school ja ja met loverboyproblematieken ja vanwege religieus extremisme ja vanwege wit extremisme vanwege ander extremisme 25

26 5 Bijlage - uitgebreide benchmark Tabel 1 - Benchmark uitkomsten leerlingen. Uw school Uw school Landelijk Verschil vorige meting deze meting deze meting - landelijk Binnenschoolse regels volgens leerlingen Score van 0 t/m 100; hoe hoger de score, hoe gunstiger Aanwezigheid van afspraken op school over school- of gedragsregels regels zijn te zien in de schoolgids regels zijn te zien in de gang/hal regels zijn te zien in de klaslokalen regels zijn te zien op het internet regels worden uitgereikt op ouderavonden e.d = Interne personen dragen bij aan het opstellen van de regels = Pro-sociaal formuleren en samen controleren gedragsregels Ongewenst sociaal gedrag volgens leerlingen Score van 0 t/m 100; hoe lager de score, hoe gunstiger tav alcohol tav drugs tav wapens spijbelen van anderen zelf spijbelen Gevoelens van veiligheid volgens leerlingen Score van 0 t/m 100; hoe hoger de score, hoe gunstiger Gevoelens van veiligheid in school* zich veilig voelen in de klas** zich veilig voelen in studie- of werklokalen** zich veilig voelen op de gangen** zich veilig voelen in de kantine, overblijfruimte** zich veilig voelen op de toiletten** zich veilig voelen in de hal, bij de kluisjes** zich veilig voelen op het schoolplein** zich veilig voelen bij de fietsenstalling zich veilig voelen bij de parkeerplaats zich veilig voelen in de omgeving van de school zich veilig voelen thuis = Door leerlingen ervaren geweld Score van 0 t/m 100; hoe lager de score, hoe gunstiger Verbaal geweld = Materieel geweld = Sociaal geweld Licht lichamelijk geweld Grof lichamelijk geweld Seksueel geweld = Vergroting van veiligheid op school volgens leerlingen Score van 0 t/m 100; hoe lager de score, hoe gunstiger De sociale veiligheid dient in/op de locatie te worden verbeterd De veiligheid dient te worden verbeterd bij de fietsenstalling De veiligheid dient te worden verbeterd bij de parkeerplaats De veiligheid dient te worden vergroot in de schoolomgeving De veiligheid dient te worden vergroot bij mij thuis Vergroting van veiligheid op school volgens personeel Score van 0 t/m 100; hoe hoger de score, hoe gunstiger Het is goed zo, de veiligheid hoeft niet te worden vergroot * Deze schaal is opgebouwd uit de daaronder weergegeven 7 items ** Deze 7 items zijn opgenomen in de boven weergegeven schaal 26

27 Tabel 2 - Benchmark uitkomsten personeel Uw school Uw school Landelijk Verschil vorige meting deze meting deze meting - landelijk Sociaalcognitieve ondersteuning volgens personeel Score van 0 t/m 100; hoe hoger de score, hoe gunstiger Curriculumdifferentiatie gebaseerd op leerlingverschillen Binnenschoolse regels volgens personeel Score van 0 t/m 100; hoe hoger de score, hoe gunstiger Aanwezigheid van afspraken op school over school- of gedragsregels regels zijn te zien in de schoolgids = regels zijn te zien in de gang/hal regels zijn te zien in de klaslokalen = regels zijn te zien op het internet regels worden uitgereikt op ouderavonden e.d Interne personen dragen bij aan het opstellen van de regels = Externe personen dragen bij aan het opstellen van de regels Pro-sociaal formuleren en samen controleren gedragsregels Gevoelens van veiligheid van personeel Score van 0 t/m 100; hoe hoger de score, hoe gunstiger Gevoelens van veiligheid in school* = zich veilig voelen in de klas** = zich veilig voelen in studie- of werklokalen** = zich veilig voelen op de gangen** = zich veilig voelen in de kantine, overblijfruimte** zich veilig voelen op de toiletten** = zich veilig voelen in de hal, bij de kluisjes** = zich veilig voelen op het schoolplein** = zich veilig voelen bij de fietsenstalling = zich veilig voelen bij de parkeerplaats = zich veilig voelen in de omgeving van de school = zich veilig voelen thuis = Door personeel ervaren geweld Score van 0 t/m 100; hoe lager de score, hoe gunstiger Verbaal geweld Materieel geweld = Sociaal geweld Licht lichamelijk geweld Grof lichamelijk geweld Seksueel geweld Vergroting van veiligheid op school volgens personeel Score van 0 t/m 100; hoe lager de score, hoe gunstiger De sociale veiligheid dient in/op de locatie te worden verbeterd De veiligheid dient te worden verbeterd bij de fietsenstalling = De veiligheid dient te worden verbeterd bij de parkeerplaats = De veiligheid dient te worden vergroot in de schoolomgeving = De veiligheid dient te worden vergroot bij mij thuis Vergroting van veiligheid op school volgens personeel Score van 0 t/m 100; hoe hoger de score, hoe gunstiger Het is goed zo, de veiligheid hoeft niet te worden vergroot * Deze schaal is opgebouwd uit de daaronder weergegeven 7 items ** Deze 7 items zijn opgenomen in de boven weergegeven schaal 27

28 Tabel 3 - Benchmark uitkomsten leidinggevenden. Uw school Uw school Landelijk Verschil vorige meting deze meting deze meting - landelijk Sociaalcognitieve ondersteuning Score van 0 t/m 100; hoe hoger de score, hoe gunstiger Aandacht voor leerlingbetrokkenheid Aandacht voor docentkwaliteiten Instructie en inzicht in leerlingvorderingen Taalbeleid op maat Binnenschoolse regels Score van 0 t/m 100; hoe hoger de score, hoe gunstiger Interne personen betrokken bij opstellen regels Externe personen betrokken bij opstellen regels Aandacht voor regels en omgang met incidenten Expliciet veiligheidsbeleid en incidentenregistratie Samenwerking externe instituten Score van 0 t/m 100; hoe hoger de score, hoe gunstiger Er zijn procedures voor samenwerking met externen Preventief beleid volgens Score van 0 t/m 100; hoe hoger de score, hoe gunstiger ten aanzien van respect voor persoonlijke kenmerken ten aanzien van gedrag ten aanzien van belonen van gewenst gedrag ten aanzien van respect voor hoge of lage schoolprestaties Incidenten Score van 0 t/m 100; hoe lager de score, hoe gunstiger Gericht tegen personeel vanwege homoseksualiteit* 0. Gericht tegen leerlingen vanwege homoseksualiteit* 0. Tussen autochtone en allochtone leerlingen* Tussen verschillende groepen allochtone leerlingen* 1. Tussen verschillende groepen autochtone leerlingen* Wegens wapenbezit van leerlingen* 0. Wegens alcohol(gebruik) van leerlingen* Wegens drugs(gebruik) van leerlingen* Wegens spijbelen van leerlingen* Aantal leerlingen dat vorig jaar heeft gespijbeld* Score van 0 t/m 100; hoe lager de score, hoe gunstiger Problemen van leerlingen met leerlingen van andere scholen 49. Loverboys 32. Religieus extremisme. Blank extremisme (Lonsdale, white power e.d.) 1. Andere vormen van extremisme of radicalisering 2. * Hier is het werkelijk aantal weergegeven. 28