DE HALS- OF NEKWERVELS. Hoofdstuk XV.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE HALS- OF NEKWERVELS. Hoofdstuk XV."

Transcriptie

1 148 DE HALS- OF NEKWERVELS. Hoofdstuk XV. DE EERSTE FIGUUR van hoofdstuk XV. DE TWEEDE. DE DERDE. DE VIERDE. DE VIJFDE. DE ZESDE. DE ZEVENDE. DE ACHTSTE. DE NEGENDE.

2 DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 149 DE TIENDE. DE ELFDE. INDEX VAN DE ELF FIGUREN VAN HET vijftiende hoofdstuk en hun lettertekens. DE EERSTE figuur van dit hoofdstuk, beeldt een deel van het achterhoofdsbeen uit dat vrijgemaakt is van de andere beenderen en hier van de buitenkant van de schedelbasis te zien is. De tweede stelt de eerste halswervel voor, van voor en van boven gezien. De derde brengt een boven- en achteraanzicht van de eerste halswervel voor de ogen. De vierde onthult de eerste halswervel van onder en achteraan gezien. De vijfde toont de voorkant van de tweede halswervel. De zesde toont de achterkant van de tweede halswervel. De zevende laat de onderkant van de tweede halswervel bekijken. De achtste toont de voor-boven-zijde van de derde halswervel. Door de negende wordt de achter-boven-zijde van de derde halswervel afgebeeld. Aangezien de onderkant van deze halswervel echter overeenkomt met de onderkant van de tweede halswervel, hebben wij deze er hier niet aan toegevoegd, om het aantal afbeeldingen van dit hoofdstuk te beperken. Om dezelfde reden trouwens hebben wij de overige wervels die onder de derde halswervel gelegen zijn niet apart afgebeeld, voornamelijk daar de beschrijving ervan gemakkelijk kan afgeleid worden uit de figuren van de bovenste drie wervels.

3 150 A in 1 B1. C,D,E, F1. G1 H1 I 2,3,4 K 2,3 L 3,4 M 2,10 N 2,3, 10,11 O,P, Q,R. S2,3, 4,5,10 en 11 T. V 3,11 X 3,4, 11 Door de tiende ziet men de samenvoeging van de eerste drie halswervels, afgebeeld van de voorkant. Door de elfde wordt de samenhang tussen de eerste drie halswervels afgebeeld van de achterzijde. Het gat in het achterhoofdsbeen, uitgesneden voor het ruggemerg. Rechter kopje van het achterhoofdsbeen, dat gewricht maakt met de eerste halswervel. Het linkerkopje echter is met C, D, E en F getekend. Hierbij duiden C en D de lengte aan van het kopje, of het verloop waarover wij de lengte zullen meten bij de beschrijving van deze kopjes. Verder toont de E de binnenzijde van het kopje, die meer naar beneden afdaalt dan de met een F gemerkte buitenzijde, of die niet even hoog reikt. De voorzijde van het gat dat het rugge[merg] doorlaat en die omwille van de aanhechting van een ronde band ruw en oneffen is. Holte ingesneden aan de achterkant van de beide kopjes van het achterhoofdsbeen, een weg verschaffend aan het eerste zenuwpaar van het ruggemerg. Opening uitgesneden in de eerste halswervel om het ruggemerg door te laten. Hier is het lichaam van de eerste wervel uitgehold om de tand van de tweede wervel te ontvangen die met een ' zal aangeduid worden. Holte ingesneden in de achterkant van het lichaam van de eerste wervel en belegd met kraakbeen. Uitsteeksel en knobbeltje, uitspringend aan de voorzijde van het lichaam van de eerste halswervel. De rechtse uitholling van de eerste wervel, waarmee het rechter kopje van het achterhoofdsbeen opgevangen wordt. De linkse uitholling heb ik in de tweede en de tiende figuur met O, P, Q, R gemerkt: de O en P duiden namelijk de lengte aan van deze uitholling, en de Q de binnenzijde, die veel meer afhelt dan de buitenzijde die zelf met een R aangegeven is. Het rechtse dwarsuitsteeksel van de eerste halswervel. Het linkse hebben wij echter niet met een letter aangeduid omdat de verhouding aan beide zijden dezelfde is. Zo ook hebben wij het gat ervan alleen aan de linker zijde van de tweede en elfde figuur met een T aangeduid. Alleen aan de rechterkant is de holte aangeduid, die samen met de door een H gemerkte holte van het achterhoofdsbeen een gat vormt, waar het eerste zenuwpaar van het ruggemerg doorheen glijdt. Op deze plaats ontbreekt het achterste uitsteeksel op de eerste halswervel, op de plaats waar alleen maar een scherp en nietig kopje te

4 DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 151 Y 4 a,b. c 5,6 d,e,f. ' 7,10, 11 g. h. i. k,l. m.n. o 3,11 p 6 q. r. zien is dat als een lijn uitspringt, de zijkanten ervan zijn op deze plaats ruw. De rechtse holte van de eerste halswervel, die de rechter knobbel van de tweede wervel ontvangt, die met een c zal aangeduid worden. De linkse holte hebben wij met a en b getekend: de a toont namelijk haar binnenkant, de b echter haar buitenkant. De rechter knobbel, of het sterk ingedrukt kopje, van de tweede wervel, die de zojuist vermelde, met een Y aangeduide, holte van de eerste wervel langs onder binnendringt. De d, e en f tonen het linker kopje. Maar de d tekent apart de inwendige en meer verheven kant ervan, de e echter de buitenste en lager gelegen [zijde], en de f dat deel van het kopje dat naar achteren, als het ware buiten de omtrek van de cirkel, wegwijkt. Het uitsteeksel van de tweede halswervel, dat wij 'de tand' zullen noemen wegens zijn gelijkenis met een tand en dat eveneens in de vijfde, tiende en elfde figuur te zien is. Wij hebben het inderdaad in de zevende, tiende en elfde met een ' getekend. Maar in de vijfde en zesde figuur is het gemerkt door meerdere lettertekens die elk afzonderlijk // iets aanduiden. In de vijfde [figuur] immers duidt de g het knobbeltje ervan aan dat met kraakbeen belegd is. In de zesde duidt de h de achterkant aan van de tand, die dikker is en meer naar achteren uitpuilt dan de wortel van de tand. De i toont de holte waartegen de dwarse band rolt, die de tand tegen de eerste wervel vastsnoert en bevestigt. De k en l duiden beiderzijds de holte aan die aan de zijkanten van de oorsprong of de wortel van de tand uitgesneden is en de zeer kleine voorste takjes doorlaten van het tweede zenuwpaar van het ruggemerg. Overigens wordt het gat, gevormd door deze holte samen met de holte van de eerste wervel, in de elfde figuur aangegeven met een m. Vervolgens duidt een n in de vijfde figuur de punt aan van de tand. Toont de ruwe plaats aan de rechterkant, zich bevindend tussen de bovenste, met een N aangeduide, holte van de eerste wervel en de onderste, aangeduid door een Y, waar een niet doorgankelijk gat zichtbaar is. Holte aan de rechterkant, uitgesneden aan de achterkant van de met een c getekende rechter knobbel van de tweede wervel en een gemeenschappelijke opening of weg vormend waarlangs het tweede koppel van de zenuwen van het ruggemerg naar achteren te voorschijn springt. Aan de linkerkant van de vierde figuur ziet gij een q geplaatst die deze holte in de eerste halswervel aanduidt. Aan de rechter zijde van de tiende en elfde [figuur] echter heb ik een r gezet, die enigszins dezelfde weg voor de zenuwen aan de andere zijde aanduidt.

5 152 s 5,6,7 t 9 u 5,6,7 x 5,6,7 y,z,9,10 " 8,9 $6,7,11 ( 9,11 * 9,11, 5,6 7, ,µ,<10 1,2,3, enz. Achterste uitsteeksel, of doorn van de tweede halswervel, die ook van de bovenkant van de tiende en elfde figuur, doch aan de onderkant van de zevende te zien is. De doorn van de derde halswervel die de elfde figuur eveneens toont. De toppen van deze doorn echter worden in de achtste door > en B aangegeven, terwijl de doorn zélf er met het nummer 11 wordt aangeduid. Het rechtse dwarsuitsteeksel van de tweede halswervel. Het linkse uitsteeksel kan in deze figuren ook zonder de hulp van lettertekens gemakkelijk herkend worden, net zoals aan weerskanten in de tiende en elfde [figuur]. De opening in het dwarsuitsteeksel van de tweede halswervel. Het linkse dwarsuitsteeksel van de derde halswervel. De y duidt inderdaad het binnenste gedeelte aan, de z echter het buitenste. Verder toont de achtste figuur het dwarsuitsteeksel aan de rechterkant onder de tekens 7 en 8, het uitsteeksel aan de linkerkant echter onder de tekens 9, 10. De opening in het dwarsuitsteeksel van de derde halswervel. Het rechtse afdalend uitsteeksel van de tweede wervel, waarvan de zevende figuur de vorm van de holte toont. Het rechtse afdalend uitsteeksel van de derde halswervel; de y duidt in de negende en elfde [figuur] inderdaad de achterkant ervan aan. De onderkant ervan echter, of de holte, beantwoordt aan de holte die in de zevende [figuur] met een $ gemerkt is. Het rechter opstijgend uitsteeksel van de derde halswervel, waarvan de negende figuur namelijk de knobbel toont, net zoals de achtste aan weerszijden de knobbels toont van de opstijgende uitsteeksels, aangeduid met de tekens 3 en 4. De plaats waar het lichaam van de tweede wervel zich benedenwaarts uitstrekt. De plaats waar het lichaam van de derde halswervel meer naar beneden gericht is. De bovenste uitgeholde plaats van de derde halswervel. De 0 wijst namelijk de uitholling aan, de 2 en i het beiderzijds uitstekend uitsteeksel. Deze uitsteeksels zijn eveneens zichtbaar in de achtste figuur getekend met de nummers 1, 2. De voorkant van het lichaam van de tweede wervel, waarin de 8 de vooruitspringende knobbel aanduidt en de µ en < de aan weerszijden ingedeukte zijkanten van de knobbel. De getallen die in de achtste figuur te zien zijn, duiden het nummer aan van de uitsteeksels van de derde halswervel. Terwijl 1,2 de twee

6 DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 153 >,B,D. H 8,9 J J 7 uitstekende delen van het bovenoppervlak van het wervellichaam aanduiden, de 3 en 4 de twee opstijgende uitsteeksels, de 5 en 6 de twee afdalende uitsteeksels, de 7, 8, 9 en 10 de dwarsuitsteeksels, wordt door de 11 de doorn aangeduid waarvan de toppen met > en B getekend zijn, zoals de onderkant van deze wervel met een D wordt aangeduid. De holte die de onderzijde vormt van het gat, waardoor het derde [zenuw-]paar van het ruggemerg te voorschijn springt. De holte die de bovenkant vormt van het zopas vermelde gat. a) Fig. 1 van hst. 38 toont deze. De vaten echter die doorheen d e h a l s trekken en de longen, zijn afgebeeld in de fig. op het einde van b o e k 3, evenals in de fig. die in het 4de boek, over de zenuwen, ingenaaid is. b ) D e figuren 2,3 ge plaatst v o o r a a n h s t. 1 1 AT de mens over een hals beschikt omwille van de longen, staat hoofdzakelijk hierdoor vast, doordat deze steeds tegelijk met de longen ontbreekt. Want om die reden ontbreekt de hals bij de vissen (die evenmin longen bezitten). De dieren echter waaraan de Natuur longen heeft geschonken, werden tevens met een hals begiftigd. De luchtpijp a via dewelke wij bij het inademen immers lucht in de longen brengen en bij het uitademen opnieuw uitblazen, moest van de mond tot aan de longen lopen en diende hierom de ruimte tussen de mond en de longen te overbruggen aangezien zij de mens een geschikte uitademing diende te verschaffen (die de grondslag vormt voor de stem). Want zonder de hulp van de luchtpijp komt de stem geenszins tot stand, vandaar ook dat wij er ons niet over verwonderen dat een dier, dat geen hals heeft, geen stemgeluid voortbrengt.// Aangezien de longen zich nu in de borstkas bevinden en de luchtpijp (die vanzelfsprekend in de mond behoort te eindigen) uit de longen opstijgt, wordt er voor die luchtpijp, tussen de bovenkant van de borstkas en de keel, een tussenruimte geschapen. Doordat de borstkas en de mond dus van elkaar gescheiden zijn, zijn er voor zover tussen beide een afstand gaapt, zowel dingen die van boven naar beneden lopen (zoals het ruggemerg en de slokdarm), als zaken die zich van onderen naar boven uitstrekken (zoals de luchtpijp en talrijke gladde slagaders en aders). De mens beschikt dus over een hals omwille van de luchtpijp, maar over een luchtpijp omwille van de stem en de ademhaling. Hierom ook beschikt de mens over een hals die zo lang is als voor de luchtpijp nuttig was voor de zojuist genoemde functies. Bovendien dienden de delen rond de schouderbladen: de arm, de voorarm en de hand, en daarbij ook het middenrif, zenuwen b te krijgen, komend van het ruggemerg via de hals. Daarom en omwille van hun Dat de mens omwille van de longen over een hals beschikt.

7 154 B,D,F,J,N, *,( e n verder de n. c) De fig. van hst. 14, A,B, en in de drie o v e r - zichtsfiguren van I tot K. voortgeleiding was het noodzakelijk, in het midden van de ruimte tussen het hoofd en de borstkas, wervels te plaatsen waardoor de hals beschermd wordt. Er zijn dus zeven halswervels bij de mens, c waarvan ik nu de aard en de functie zal pogen uit te leggen, als inleiding beginnend met de uiteenzetting van de bewegingen van het hoofd en de hals. Want wij moeten ons hier niet tot taak stellen de functie van de hals te bespreken bij de vogels en de viervoeters, die lange poten bezitten, aangezien iedereen begrijpt dat de Natuur bij deze, waarbij handen ontbreken, door een lange hals en kaken ervoor zorgde dat zij voedsel kunnen innemen en om deze reden de hals bij hen uit meerdere wervels samenstelde. Galenus nu, een buitengewoon wonder van de Natuur, en een hoogst uitgelezen vertolker van haar werken, vereist voor het onderzoek van de bouw van de verschillende [lichaams-]delen geen zeer ontwikkeld, bedreven of ijverig leerling, tenzij bij de beschrijving van de gewrichten voor de bewegingen van het hoofd en van dit laatste met de bovenste twee wervels. Om kort te gaan, hoe weinig hij ook beweert te behandelen in het twaalfde [boek] over 'De functie van de lichaamsdelen', [dat] handelt over de bewegingen van het hoofd, toch schrikt hij de lezer door de moeilijkheid zo af, dat het niemand moet verwonderen dat ik, in dat gedeelte van het werk van de meester ook diep teleurgesteld, met deze zorgvuldigheid waarmee de anatomie van kindsbeen af moet geleerd worden, met zeer vastberaden wil deze dingen heb doorlezen en om de bedoeling van Galenus te begrijpen, hetgeen hij uiteenzet zelf met zorg heb toegepast. Maar dat ik die poging waarlijk tevergeefs heb ondernomen, zult gij pas bemerken, wanneer gij zult weten dat ik mij niet alleen heb eigen gemaakt wat Galenus poogde aan te leren, doch alleen maar begrepen heb dat hij met open mond tegenover het natuurwonder van de gewrichten stond en dat de bewegingen van het hoofd door hem even onjuist werden overgeleverd. Want, twee bewegingen toeschrijvend aan het hoofd, leert Galenus dat de ene dient om ja of nee te knikken, de andere om zijwaarts te neigen. Onder de eerste verstaat hij namelijk deze waarbij wij het hoofd voorwaarts buigen, neerbuigen en ja-knikken en waarbij wij het hoofd vervolgens weer opheffen en achterover buigen, juist op dezelfde manier als waarop de Thraciërs en de meeste Kretenzen zelfs in onze tijd blijken nee te schudden. Wanneer zij immers nee schudden, bewegen zij het hoofd recht achterover of heffen het omhoog, maar draaien het niet of bewegen het niet rond, zoals wij nee zeggen. Met de andere beweging verder, die Galenus opvat als het zijdelings D e zeven halswervels. Galenus' mening over de bewegingen van het hoofd.

8 DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 155 d ) F i g. 1,B. e ) F i g. 2,N. neigen, verstaat hij deze waarbij wij het hoofd opzij buigen en als het ware dichter bij de opperarmbeenderen of de schouderbladen brengen. Wat echter zijn mening is over deze zijwaartse beweging en vooral over de ja- en nee-beweging, zult gij leren in het vierde boek over 'De techniek van de lijkschouwing', als gij maar nauwkeurig de plaats onderzoekt, waar Galenus beweert dat de kopjes d van het achterhoofdsbeen - die van de eerste wervel e losgemaakt zijn - gelegen zijn, oprijzen en steunen aangezien volgens Galenus' mening het hoofd [daar] naar deze of gene zijde bewogen wordt en wij ja of nee schudden. Zijn leerstelling over de bewegingen van het hoofd is namelijk als volgt: hij beweert dat de eerste ervan, die dient om ja en nee te knikken, gebeurt dank zij de tweede halswervel of bovenop de tweede; en hij zegt dat de laatste beweging echter, waardoor het hoofd opzij bewogen wordt, gemaakt wordt bovenop de eerste halswervel, zoals zeer duidelijk valt op te maken, zowel op verschillende plaatsen bij Galenus als vooral in het vierde boek over 'De techniek van de lijkschouwing'. Aangezien hij deze boeken echter het laatst van allemaal schreef, zette hij er dus ook zijn mening korter en duidelijker in uiteen dan elders. Maar of deze opvatting van hem in overeenstemming is met de waarheid, of dat de bewegingen van het hoofd anders tot stand komen dan volgens Galenus, dient nu met mij onderzocht te worden, onze genegenheid ondertussen een tijdje verdringend. Vooreerst dus bewegen zij het hoofd, bij een stilstaande hals, ofwel met de eerste beweging ofwel met de tweede, alhoewel het hoofd natuurlijk de beweging van de hals volgt, zelfs al probeert gij het op een andere plaats te brengen dan de hals bewogen wordt. Er zijn twee bewegingen eigen aan het hoofd. Met de eerste buigen wij het voorwaarts en plooien wij het achterover of strekken het, welke beweging gij uitvoert ofwel met een stijve en onbeweeglijke hals of met een hals die er tezamen mee beweegt, of gij hem nu met dezelfde beweging met het hoofd mee verplaatst of tegengesteld. Want alhoewel gij de hals vooruit beweegt en het hoofd de hals noodzakelijkerwijze meevolgt, kunt gij echter het hoofd niettemin door een eigen beweging achterover buigen en gemakkelijk zien dat gij de hals en het hoofd met eigen en afzonderlijke bewegingen in buiging en strekking kunt krijgen. Als de andere beweging eigen aan het hoofd dient deze beschouwd waardoor wij het hoofd ronddraaien of in een kring bewegen, enigszins zoals een wiel dat op een as draait. En deze beweging kunt gij ook waarnemen bij een stilstaande hals, als gij beurtelings nu eens naar rechts, dan weer naar links probeert te kijken of het hoofd ronddraait. Deze beweging is volledig eigen aan het hoofd en de hals is Boek 12 over 'De functie van de lichaamsdelen'. Boek 4 over 'De techniek van de lijkschouwing'. Het boek over 'De beenderen', hst. 8. Een andere mening, over de bewegingen van het hoofd, dan die van Galenus.

9 156 f) Fig. 1, A. g) Wordt g e t o o n d door de rechter B van fig. 1. h) Fig. 1, C. i) Fig. 1, D. k) Fig. 1,2 van hst. 30 A. l) Fig. 1, E. ervan verstoken; hierom ook wordt deze draaiing van het hoofd gemakkelijk uitgevoerd, hoe gij de hals ook beweegt. Want bij een bewogen hals en met het hoofd // meegebogen, draait gij het gemakkelijk rond; zo ook wanneer de hals gestrekt is of opzij naar de schouder toe bewogen, draait gij het hoofd vlot rond. Overigens, zoals het hoofd beschikt over een aparte draaiende beweging, die de hals mist, zo eist ook de hals een andere exclusieve beweging op waardoor hij opzij bewogen wordt. Het hoofd beschikt immers over geen enkele aparte beweging waardoor het opzij bewogen wordt, maar het wordt alleen dank zij de tweede beweging van de hals opzij bewogen. Hierom moeten wij volstrekt ontkennen dat het hoofd ook maar íets naar deze of gene schouder kan bewogen worden, tenzij de hals daarheen gebogen wordt. Het hoofd beschikt dus over twee eigen bewegingen, waarvan de eerste, die uit de buiging en strekking bestaat, ontstaat dank zij het gewricht van het hoofd met de eerste halswervel: het hoofd wordt immers gebogen en gestrekt bovenop de eerste wervel. De volgende beweging waardoor het hoofd rondgedraaid wordt, grijpt plaats bovenop de tweede halswervel. Het hoofd draait immers samen met de eerste halswervel rond op de tweede, als op een as. Dit is dus míjn mening over de bewegingen en gewrichten van het hoofd, waarvan men zeer gemakkelijk kan nagaan in hoeverre zij van Galenus' opvattingen afwijkt. Of zij immers dichter bij de waarheid staat valt op te maken uit de bouw van de beenderen, de ligamenten die ermee verbonden zijn en de spieren die ze bewegen. Overigens zal ik de ligamenten en spieren behandelen in het tweede boek en in dít alleen de beenderen bespreken, in de uiteenzetting waarvan soms ook enige melding van de ligamenten voorkomt. Het achterhoofdsbeen eist aan weerszijden van het gat f dat een weg biedt aan het ruggemerg een kopje g op, dat meer naar de voorkant van het gat overhelt dan naar de achterkant. Wanneer gij de voor h - en achterkant i van deze kopjes bekijkt, zijn zij langwerpig en gebogen, en verder zo uitgebouwd, als wanneer de ronde kop van een been, zoals van het dijbeen, k die gewricht maakt met het heupbeen, in twee delen zou gesneden zijn en één deel van deze kop neergeplaatst ware aan weerszijden van het gat dat in het achterhoofdsbeen uitgesneden is. Want wanneer gij u de beide kopjes van het achterhoofdsbeen met de binnenzijde aaneen voorstelt, ziet gij uit beide een ronde kop ontstaan (ofschoon nochtans bij de mens nogal neergedrukt). Aangezien dit zo is valt het gemakkelijk te begrijpen dat elk kopje, zoals wij zegden, langwerpig is en meer uitpuilt aan de binnenzijde l dan aan de De gewrichten gemaakt voor de bewegingen van het hoofd. Beschrijving van het acht e r h o o fd s - been, waar het gewricht maakt met de eerste wervel.

10 DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 157 m) Fig. 1, F. n) Fig. 1, G. o) De I van de fig. die iets verder aan de rand is a a n g e - bracht. p) Dezelfde fig., H. q) Spierplaat 8, A,B. r) Fig. 1, H. s) Fig. 3 van hst. 11, boek 4 F. t) Fign. 2,3,4, I. u) Fign. 2,3, K. x) Fign. 3,4, L. y) Fig. 5 g, N. Verder fign. 6, 11, '. z) Fign. 2,10, M. buitenzijde, m op dezelfde manier namelijk waarop bij een been het midden van één of andere ronde kop en het meest vooruitstekende deel van gans het oppervlak, hoger uitpuilt dan de delen die aan de omtrek gelegen zijn. Dit zullen de kopjes zijn waarvan ik een beetje verder zal schrijven dat zij gewricht maken met de eerste halswervel. Nu dient echter nog de ruwheid en de dikte n van het achterhoofdsbeen onderzocht te worden, gemaakt tussen de twee zopas genoemde kopjes, opdat een steviger aanhechting zou ontstaan van de ronde band, o die de tand p van de tweede wervel met het achterhoofdsbeen verbindt. Deze ruwheid ziet er soms zeer aanzienlijk uit, zodat het verdient van een knobbeltje te spreken, vooruit stekend omwille van de genoemde band en ook enigszins voor de aanhechting van de spieren q die de hals buigen. De achterkant echter van het gat dat het rugge [-merg] doorlaat is eveneens ruw, maar niet zo dik als de voorste. En bovendien is er aan de achterste streek van elk kopje een lichtjes ingedrukte uitholling r te zien, gemaakt om met een andere uitholling van de eerste wervel samen een gat te vormen, waar het eerste paar s van de ruggemergzenuwen doorheen schiet. De eerste halswervel is steviger en denser dan al de overige ruggebeenderen, maar volgens zijn lengte[-as] dunner, en hij verschilt door zijn vorm het meest van al de andere. Het gat t dat er in uitgesneden is voor het ruggemerg, is immers het grootst omdat het rugge[- merg] hier ook het dikst is. Bovendien is de binnenkant van zijn lichaam u uitgesneden en vertoont het aan de achterzijde van zijn lichaam een licht uitgesneden uitholling, x die bedekt met kraakbeen, de tand van de tweede wervel y ontvangt. Het lichaam van de eerste wervel is immers op zo'n wijze uitgehold dat deze tand daar in de eerste wervel kan rusten. Overigens, opdat de eerste wervel die op deze wijze in zijn lichaam uitgesneden is en haast van een lichaam verstoken is, niet méér dan redelijk is zwak en waardeloos zou worden, wordt hij aan de voorzijde door een bepaald uitsteeksel en knobbeltje vergroot, z dank zij hetwelk deze dikker wordt en steviger te voorschijn komt. Ditzelfde knobbeltje is bovendien ook geschikt om de aanhechting te ontvangen van het eerste paar spieren voor de beweging van de rug. Dát is dus de functie van dit knobbeltje. Het wordt echter níet gevormd om de buiging van het hoofd sterk te hinderen en het hoofd bij het buigen te ondersteunen, of om ervoor te zorgen dat het gebogen hoofd rapper opnieuw naar omhoog en naar achteren zou terugbuigen, zoals Galenus in het vierde [boek] van 'De techniek van de lijkschouwing' weinig correct verklaarde. Want het hoofd (om hier niets te vertellen over de beweging van het hoofd die namelijk boven- Beschrijving van de eerste halswervel.

11 158 a ) F i g. 3,K. b ) F i g. 2, 3, 1 0, g e t o o n d door de rechter N. c ) F i g. 2,3,O. d ) F i g. 2,3,P. e ) F i g. 2,3,R. f ) F i g. 2,3,Q. g) Fig. 1,2 van hst. 29, e, f, g. op deze wervel plaatsvindt) kan op geen enkele wijze zover gebogen worden dat het achterhoofdsbeen aan dit knobbeltje raakt; het [wervellichaam] is precies afwezig omdat anders de massa van het hoofd erdoor zou tegengehouden worden. Verder is de eerste wervel, opzij van de uitholling a waarmee hij de tand van de tweede [wervel] toelaat, het stevigst en het dikst en vertoont hij aan weerskanten een holte b waarmee het kopje van het achterhoofdsbeen aan zijn zijkanten opgevangen wordt. Deze aan beide kanten enkelvoudige holten zijn langwerpig om zeer precies overeen te komen met deze kopjes (als gij ze langs voor c en van achter d bekijkt) en zijn met de buitenranden e naar omhoog gericht, terwijl de binnenste f diep zijn, niet anders namelijk dan wanneer de beide holten uit één ronde en diepe holte zouden van elkaar gesneden zijn. Want wanneer u de holte van het heupbeen, g of van een ander been dat over een ronde holte beschikt, [in twee] zou verdelen en een stuk zou plaatsen aan weerszijden van de eerste halswervel, waar deze holten zich nu bevinden, zouden zij voor u de holten van deze eerste wervel tot stand brengen. Of // wanneer u zich de holten van de wervel tezamen verenigd zou voorstellen, zou u één enkele ronde en diepe holte zien, gevormd uit beide. Dit kunt gij nog veel duidelijker zien bij de eerste halswervel van honden en apen, aangezien die holten bij deze dieren hoger of dieper zijn en zij aan het achterhoofdsbeen over sterker uitpuilende en scherpere koppen beschikken. Door deze holten van de eerste wervel worden dus de kopjes van het achterhoofdsbeen opgevangen en zij worden er in gebogen en gestrekt of voorwaarts en achterwaarts gebracht in een zeer rechte beweging. Maar op geen enkele wijze wordt het hoofd met behulp van dit dubbelgewricht opzij bewogen, ofschoon dit door Galenus, de prins onder de anatomen, op zovele plaatsen werd beweerd. Vooreerst immers, kunnen wij, bij een onbeweeglijke hals, het hoofd zelfs niet een beetje opzij bewegen. En wie twijfelt er aan dat de eerste wervel bij deze beweging onbeweeglijk zou moeten blijven, indien het hoofd bovenop de eerste wervel opzij zou bewogen worden? Tenminste wanneer Aristoteles in het boek over 'De gewone gang van de dieren' correct heeft aangetoond dat bij een beweging het éne been van het gewricht steeds bewegingloos moet blijven. Ik zwijg dus nog over Galenus' gebrek aan eerbied, waar hij de Schepper der wereld op schandelijke wijze een grove nalatigheid aanwrijft, wanneer hij menend de Schepper voldoende verheerlijkt te hebben, met een zo breedvoerig voorwoord verlangt naar een aandachtig lezer, geoefend in wetenschappelijke uiteenzettingen. Dat het hoofd gebogen en g e s t r e k t wordt bovenop de eerste wervel. ' O v e r d e functie van de lichaamsdelen', boek 12.

12 DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 159 Wat ware er immers schandelijker (als men dit inderdaad zo mag zeggen) ten opzichte van de Natuur, die ons veel liever is dan Galenus, dan wanneer hij haar ten onrechte een extreme nalatigheid kon verwijten bij het belangrijkste gewricht van gans het lichaam? Het is immers niemand onbekend dat het hier gaat om dat gewricht dat zelfs niet gedurende het geringste ogenblik een kleine zwenking verdraagt en nog veel minder een ontwrichting of verrekking, waardoor de mens spoedig van de ademhaling beroofd wordt, stom wordt en beweging- en gevoelloos, al naargelang de zenuwwortel die beschadigd is. Maar lieve hemel!, bij welk gewricht in gans het lichaam wordt de kop van het ene been op zo'n manier in de uitholling van het andere been bewogen dat de kop niet beschikt over een bredere uitholling? Inderdaad bij geen enkel, behalve als wij Galenus geloven, bij het gewricht van het hoofd met de eerste halswervel. Want menend dat het hoofd dank zij dit gewricht opzij bewogen wordt, werd hijzelf gedwongen te verklaren, in het vierde [boek] over 'De techniek van de lijkschouwingen', dat wanneer het hoofd naar de rechterkant bewogen wordt, de rechter kop van het achterhoofdsbeen dan in de rechter wervelholte geduwd wordt, terwijl links het hoofd uit de linker holte oprijst, en omgekeerd als het hoofd naar links gebogen wordt. Wij nu kennen aan dit dubbelgewricht van het hoofd met de eerste wervel geen zijdelingse beweging toe, maar een buiging en strekking, en zweren niet in die mate met Galenus dat wij de oneindige Schepper van de wereld een dergelijke achteloosheid toeschrijven voor het belangrijkste gewricht van het lichaam. Wij zijn ook niet geneigd om een verontschuldiging te verzinnen voor Galenus, door wie de beweging voor zijdelings aanzien wordt, waarvan ik zeg dat zij in een kring of in een cirkel gebeurt; en evenmin geef ik toe, zoals Julius Pollux, dat deze beweging bovenop de eerste wervel plaatsgrijpt. Want wie zou er, naast het feit dat Galenus deze beweging zeer slecht begrijpt, zo dwaas kunnen zijn te beweren dat de twee langwerpige koppen van het achterhoofdsbeen die uit elkaar verwijderd staan, kunnen ronddraaien in de twee daaronder liggende hoge of diepe en insgelijks langwerpige holten van de eerste wervel waarmee zij samenkomen? Wie heeft er immers ooit een passer zien ronddraaien met de twee benen gefixeerd op een plank? En het is niet om Galenus goed te praten dat men zich de koppen van het achterhoofd ingedrukt moet voorstellen en beweren dat het hoofd op die wijze bovenop de eerste wervel kan ronddraaien, aangezien Galenus nergens de naam 6@DT<0 waard achtte voor de overige beenderkoppen, alleen deze koppen van het achterhoofdsbeen uitgezonderd, die hij overal (maar niet zeer terecht) 6@DT<"4 noemt, Het belangrijkste gewricht van g a n s h e t lichaam. Meer dan eens in het boek over 'De beenderen' en in het 4e boek over 'De techniek van de l i j k s c h o u - wingen'.

13 160 h ) F i g. 2,3,4,10,- 11, S. i) Spierplaat 14, I,H. k) Dezelfd e fig., L,K. l) Fig. 2, T. m ) D e laatste fig. van boek 3, s. n) Fig. 3, 10, V. o) Fig. 1, H. p) Fig 2 van hst. 12, f. q) Spierplaat 14, A,B. r ) F i g. 2,4,10,11, X. s) Spierplaat 14, G,F. met die benaming het zeldzame scherpe uiteinde bedoelend, dat eerder bij honden dan bij mensen voorkomt. Tot zover dus het gewricht van het hoofd met de eerste wervel en tevens een gedeeltelijke beschrijving van deze wervel. Wij gaan nú verder met de rest, om geleidelijk aan bij de andere beweging van het hoofd te komen. Aan de buitenkant dus van de uithollingen die de kopjes van het achterhoofdsbeen ontvangen, eist de eerste wervel van de hals aan weerszijden een dwarsuitsteeksel h op, dat veel langer is dan de dwarsuitsteeksels van de overige halswervels, uitgerokken en nogal breed, maar niet zo breed bij de mens als bij de hond en bij de staartapen [waar] zij er als een soort vleugels [uitzien]. Bij de eerste wervel worden er echter aanzienlijker dwarsuitsteeksels opgericht, om anders dan de overige dwarsuitsteeksels van de hals, elk afzonderlijk een geschikte aanhechting te ontvangen van twee spieren. Het vijfde i en het zesde k paar spieren voor de beweging van het hoofd, hechten immers alleen op deze uitsteeksels vast. Deze uitsteeksels zijn door een groot gat l doorboord, waardoor een slagader en een ader m lopen die daarlangs de schedel opzoeken. Aan de achterzijde van de uithollingen waarmee het hoofd gewricht maakt, is er in de eerste wervel aan weerszijden een uitholling n uitgesneden, die overeenstemt met deze, waarvan ik zei dat zij aan de achterkant van de kopjes in het achterhoofdsbeen o uitgesneden zijn. Deze beide sinussen nu, van het achterhoofdsbeen namelijk en van de eerste wervel, verschaffen samen een uitweg voor het eerste zenuwpaar van het ruggemerg. Bij honden echter is er in de eerste halswervel geen uitholling maar een apart gat uitgesneden voor de zenuw die daar uitschiet, doordat de eerste wervel er zeer breed en dik is. Verder reikt deze uitholling van de menselijke wervel bovendien tot aan de achterzijde van het gat, waarmee het dwarsuitsteeksel doorboord is, zodat deze uitholling niet alleen wijkt voor de zenuw maar ook voor de ader en de arterie, waarvan iets eerder vermeld is dat zij daar de schedel binnentrekken, via het gat p namelijk dat uitgesneden is aan de wortel van de kopjes van het achterhoofdsbeen. De eerste halswervel is de enige onder de overige wervels die verstoken is van een achterste uitsteeksel of doorn, omdat deze enkele // spierparen als een angel zou kwetsen, en bij deze en vooral het derde spierpaar q voor de beweging van het hoofd, en ze geen geschikte weg of plaats zou bieden. Met dat gedeelte r immers, waarmee de overige wervels op een doorn eindigen, is deze [wervel] ruw en stulpt hij als het ware uit met een scherpe lijn, waarop het vierde spierpaar s voor de bewegingen van het hoofd hier een gemakkelijker oorsprong vindt. De rest van de beschrijving van de eerste wervel.

14 DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 161 t) Wordt in fig. 4 door Y rechts e n a, b, l i n k s a a n g e - duid. u) Fig. 4, tussen a en b. x) Fig. 4, b. y) Fig. 4, a. z) Fign. 5,6: rechts c, links d,e,f. a) Fign. 5,6, f. b) Fign. 5,6, d. c) Fign. 5,6, e. Aan de onderkant van de eerste halswervel, onder de twee holten waarmee hij de schedel opvangt, zijn er evenveel andere t uitgesneden, licht en oppervlakkig uitgehold en hierom ook (80<@4*,4H genoemd. De omtrek ervan is rond, in het midden, u voor zover men kan beoordelen, nauwelijks enige uitholling verkrijgend, maar aan de buitenkanten x van de holten dalen de beenderrichels veel lager dan aan de binnenkanten; y dit wanneer gij u deze wervel verbonden voorstelt met de tweede, bij een rechtopstaand lichaam. Door deze met kraakbeen belegde holten worden de twee knobbeltjes z van de tweede halswervel opgevangen, die zich bevinden opzij van het lichaam van deze wervel en zich zeer weinig verheffen, net zoals de holten van de eerste wervel lichtjes uitgehold zijn. De omtrek van de knobbeltjes is rond, juist zoals bij de holten, ofschoon hij ondertussen met zijn achterste gedeelte a iets buiten de cirkelomtrek lijkt uit te komen. Bovendien richt de binnenzijde van de knobbel b zich hoger op dan de buitenzijde. c Maar deze hoogte en laagte van de zijkanten is niet zeer uitgesproken, evenmin als van de beenderrichels van de holten van de eerste halswervel. Verder steken de knobbels in hun midden of centrum niet op dezelfde wijze uit als de holten van de eerste wervel tussen de beenderrichels uitgehold zijn: het is namelijk net alsof de zijkanten van de knobbels zich meer omhoog steken dan het midden ervan. Hierdoor komt het ook dat, wanneer men de naakte beenderen op elkaar past, de holten niet nauwkeurig aan de knobbels beantwoorden en dat er in het midden van deze holten een niet volledig opgevulde ruimte verschijnt. Dit nu komt alleen bij de mens voor, bij honden echter, paarden en de andere dieren die de kop zeer veel ronddraaien is er aan de tweede wervel aan beide zijden één ononderbroken knobbeltje en er verschijnt in de eerste halswervel tevens een ononderbroken holte, die mooi aan het knobbeltje beantwoordt. De Natuur herstelt deze disproportie bij de mens onmiddellijk met een bijzonder kraakbeen, dat naast de kraakbeenderen die aan de beenderen als een korst vastgegroeid, tussen de holte en de knobbel komt, en alleen vastgroeit aan de ligamenten die het gewricht in een cirkel bijeenhouden, en boven- en onderaan ingesmeerd is met een zeer visceuze vloeistof als smeer. Op een dergelijke wijze geschiedt dus de tweevoudige samenhang (één aan elke kant namelijk) van de holten van de eerste wervel met de knobbels van de tweede wervel, gevormd omwille van de beweging die ik dadelijk zal vermelden. Want nu moet aan deze uiteenzetting nog een derde verbinding van de tweede wervel met de eerste toegevoegd worden, die gevormd De uithollingen van de eerste wervel die de knobbels van de tweede opvangen. De knobbels van de tweede. Hier hebben wij het bijzondere kaakbeen van beide zijden afgebeeld, dat wij menigmaal hebben waargenomen.

15 162 d) Fig. 5, g,n en fig. 6, h,i,k,l, n en figuur 10,11, '. e) Fig. 3, K, vervolgens L. f) Fig. 5, g. g) Fig. 6, h. h) Fign. 5,6, k,l. i) Fig. 6, i. j) Fig. 11, m. k) Fig. 2 van hst. 11, boek 4, N. wordt door de tand d van de tweede halswervel met de eerste wervel. Te midden van de twee knobbels van de tweede wervel immers, groeit er bovenaan in het midden van zijn lichaam, een zeker opvallend, hoog en zeer hard en stevig uitsteeksel op, dat de Grieken, doordat zij het vergelijken met een tand en vooral met een menselijke hoektand Ï*@<J@4*0H en Ï*@<J" noemden, benaming met dewelke Hippocrates ook de tweede wervel aanduidde, maar niet de eerste (zoals Julius Pollux en Caelius, [beiden] onervaren in de ontleedkunde, verkeerdelijk menen). Maar anderen noemden dit uitsteeksel 6T<@4*0H wegens het uitzicht van een tol of van een denappel; anderen BLD"µ4H en BLD"µ@4*0H omdat het als een punt of een pyramide uitsteekt. Dit uitsteeksel past in de holte e van de eerste wervel, waarvan wij schreven dat zij zich bevindt waar het lichaam van de eerste wervel zou moeten vóórkomen, en waar wij schreven dat er een holte in uitgesneden is, die bedekt met kraakbeen, de voorzijde van de tand opvangt, wat vooruitspringend met een gladde en glibberige knobbel. f Het achterste gedeelte van de tand, geplaatst recht tegenover deze knobbel, g springt verder uit en is dikker dan waar hij op de tweede wervel begint. Want hij eist hier aan weerszijden een afzonderlijke holte h op en een derde i aan de achterkant. Deze die aan de zijkanten te zien zijn, bevinden zich tussen de wortel van de tand en de knobbels van de tweede wervel, en vormen tezamen met de holten van de eerste halswervel die ermee overeenkomen, aan weerszijden een gat, j geschikt om de zenuwtjes k door te laten, die wij daar soms zien vooruitschieten naar de spieren die de hals buigen en die wij aanzien als de takjes van het tweede zenuwpaar van het ruggemerg. Verder is de holte die aan de achterzijde van de tand zichtbaar is, uitgesneden om zelf steviger door de band omwonden te worden, die dwars van de ene zijde van de eerste wervel naar de andere voorloopt, en die (zoals ik zegde) uiterst stevig de achterzijde De tand van de tweede wervel. In het boek over 'De gewrichten'. De verbinding van de tand met de eerste wervel.

16 DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 163 l) Fign. 3, 11, o,o. m) Fign. 5,6, n. n) Fign. 10,11, '. van de tand dwars omwindt, de tand nauwkeurig in de uitholling van de eerste wervel vasthoudend en er bovendien voor zorgend dat de tand het ruggemerg hier niet zou platdrukken, door van zijn plaats te verschuiven. Overigens is de eerste wervel op de plaats l waar de band zijn oorsprong vindt of vasthecht, ruw en oneffen, opdat hij er beter zou op vastgroeien en hij eist tevens een ondiep doordringend gat op, om een steviger oorsprong of vasthechting van de band toe te laten. Ik meen immers dat het nergens bij de bespreking van de ligamenten belang heeft // dat ik zal zeggen dat zij ofwel vasthechten, dan wel uitgroeien, aangezien een ligament op gelijke wijze tot elk van de beide beenderen behoort. Het bovenste gedeelte van de tand m of zijn top versmalt spitsvormig zoals bij de kop van een schildpad, om hoger boven de eerste wervel uitstekend, n een stevige en ronde band uit te sturen die zich met deze plaats van het achterhoofdsbeen kan verbinden aan de voorkant van het gat dat het ruggemerg doorlaat, waarvan geschreven werd dat die er ruw en lichtjes vooruitstekend uitziet. De verbinding tussen de eerste en de tweede wervel komt dus op déze wijze tot stand, via de twee knobbels namelijk aan de zijkanten van de tweede wervel met de even talrijke holten van de eerste [wervel] en vervolgens via één holte van de eerste waarmee het knobbeltje van de tand samenkomt. Ik zou veel liever hebben dat men deze verbinding zou leren kennen door het bekijken van het uitzicht zelf van deze dingen dan door deze niet zo beknopte als juiste beschrijving van mij, om des te juister te kunnen beoordelen of Galenus ons correct heeft overgeleverd dat wij het hoofd buigen en strekken bovenop de tweede [wervel], of met behulp van deze gewrichten 'ja' knikken en 'nee' schudden zoals de Thraciërs; of dat ik verkeerdelijk beweer, tegen de op zoveel plaatsen met nadruk herhaalde mening van Galenus in, dat het hoofd door deze verbindingen sámen met de eerste wervel net als op een as in een cirkel rondbewogen wordt en volstrekt niet gebogen en gestrekt wordt. Als gij immers de bouw van elk been afzonderlijk nauwkeurig onderzoekt, zal de tweede halswervel u vóórkomen als een balk waarin wij, na deze in de grond gedolven te hebben, een as bevestigd hebben. De tand zelf is dan de as, terwijl de eerste wervel, waarmee het hoofd in die ronddraaiende beweging verenigd is net alsof het er één geheel mee vormt, vergeleken wordt met een balk die op de as ronddraait. De eerste wervel kan ook vergeleken worden met een draaispil bevestigd aan een deur, en de tweede met een hengsel dat wij in de muur gefixeerd zien. Bovendien toont de band die de tand A: het éne hengsel, B: het andere. Dat het hoofd samen met de eerste wervel bovenop de tweede [ronddraait].

17 164 dwars omgeeft voldoende aan dat de eerste wervel helemaal niet bovenop de tweede gebogen wordt; tenminste indien de eerste wervel bij een onbeweeglijke tand in een voorwaartse en achterwaartse buiging zou moeten bewogen worden. Wie twijfelt er immers aan dat deze band de tand vasthoudt in de uitholling van de eerste wervel? en dat men het, zoals Galenus, geen zo een slapheid kan toeschrijven dat dit de eerste wervel zou toelaten in die mate van het raakpunt met de tand naar voor te schuiven, dat het hoofd een behoorlijke buiging ondergaat? Verder schieten mij hier twee benamingen te binnen, afkomstig van Julius Pollux, waarvan hij de ene gebruikt voor de eerste wervel, de andere voor de tweede; de eerste wordt door hem namelijk genoemd, maar de tweede >T<. Zonder enige twijfel zijn deze benamingen afkomstig van de ouden, die kinderen oefenden in de anatomie, met déze benaming de wervel bedoelend die gelijkt op een onbeweeglijke as en waarop de andere ronddraait, en met géne de wervel die dus op de as roteert. Dit zou inderdaad mijn stelling onderschrijven, volgens dewelke ik reeds vaker beweerde dat het hoofd bovenop de twééde [wervel] ronddraait. Maar aangezien deze benaming afkomstig zouden zijn van de ouden vóór Galenus, is - behalve de poëten - voor mij Celsus de auteur, die - ofschoon hij zijn boek waarin hij de halswervels uitlegt verknoeit en zelf dingen vertaalde die hij absoluut niet begreep, net zoals vele vertalers van Galenus - toch van iemand van de ouden, van waaruit hij zijn hoofdstuk over de beenderen in een latijnse tekst vertaalde, voor het eerst deze opvatting schijnt overgenomen te hebben, die zeer dicht bij de mijne aansluit en dus ook bij de waarheid zelf. Er bestaat inderdaad geen reden waarom ik hier uitvoeriger over zou uitwijden, aangezien het iedereen vrij staat om onder het eten de nek van een haas, een konijn, een lam of van een geitebokje te onderzoeken en meteen zonneklaar te zien dat de ronddraaiende beweging bovenop de tweede wervel tot stand komt, en tevens niet langer verwonderd te zijn waarom Galenus, in het twaalfde [boek] over 'De functie van de lichaamsdelen', een zeer slimme leerling wenst, uitstekend op de hoogte van de wetenschappen, aangezien niemand betwijfelt dat een elegante maar overigens moeilijke beschrijving van een bepaald onderwerp des te moeilijker is naarmate de schrijver het minder begrijpt en deze sterker afwijkt van het Natuurwonder dat hij zich voornam te behandelen. Dat de Natuur inderdaad behalve een voorwaartse buiging en achterwaartse strekking niet ook nog de twee andere bewegingen bovenop de eerste wervel wilde uitvoeren, waarvan de éne in een zijdelingse buiging bestaat en de andere in een ronddraaiende beweging, op de manier zoals zij wilde dat de arm en het dijbeen bewogen worden met drievoudig O v e r 'De functie van de lichaamsdelen' boek 12. Waarom de natuur gewild heeft dat het hoofd bovenop de eerste wervel, nóch

18 DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 165 o) Fign. 2,3, I. p) Fig. 1, A. q) Fign. 3,4, K,L. verschillende bewegingen, leid ik hoofdzakelijk af uit het feit dat het noodzakelijk was de eerste wervel omwille van het ruggemerg met een groter en breder gat te doorboren o dan alle overige [wervels], en dat het hierom niet mogelijk was er slechts één enkele ronde en brede uitholling in te vormen, evenmin als het achterhoofdsbeen omwille van zijn gat p met een even grote kop kon uitsteken om in deze uitholling van de eerste wervel, elke soort beweging uit te voeren, net zoals het dijbeen in de heupbeenkom. Aangezien de eerste wervel met de schedel dus door een dubbelgewricht moest verbinden worden, een rechter en een linker natuurlijk, en zo goed als elk dubbelgewricht alleen een enkelvoudige beweging bewerkstelligt, heeft de Natuur terecht gewild dat het hoofd er op gebogen en gestrekt wordt. Want het kon er niet zijwaarts op bewegen, tenzij de Natuur hier zichzelf bedriegend, wenste dat de éne kop van het achterhoofdsbeen in de éne uitholling van de wervel gedrukt werd, terwijl de andere kop opgelicht werd en volledig van de wervel loskwam, hetgeen zij bij geen enkel gewricht geprobeerd heeft, er steeds voor zorgend dat in een gewricht de beenderen aan elkaar raken en niet van elkaar zouden loskomen en ik weet niet wat voor lege plaats, door Galenus uitgedacht, zouden doen ontstaan. Verder kon het hoofd evenmin bovenop de eerste wervel rondbewogen worden, tenzij de Natuur vanaf de eerste wervel naar de schedelholte toe, waarin zich de hersenen bevinden, een scherp uitsteeksel gevormd had, waarop de schedel als op een as zou roteren, en bijgevolg besloten had de talrijke andere [structuren] te bederven die nu zeer goed gevormd zijn. Het hoofd wordt dus bovenop de tweede wervel // kunstig rondgedraaid, maar wanneer het zou gebogen worden zou de tand het ruggemerg verpletteren. Want wanneer de eerste wervel, bij een stilstaande tand, voorwaarts zou gebracht worden, zou de omhoog geheven achterkant het ruggemerg, dat dan in het eerste wervelgat volledig opeengeduwd en samengeperst zou worden, losscheuren. Verder kan de eerste wervel op geen enkele wijze bovenop de tweede naar achter gebogen worden, tenzij deze aan de voorzijde, q waar de tand zich bevindt, volledig zou uitgesneden worden, en de eerste wervel dan niet gehinderd door de tand, vrij naar achter zou bewogen worden. Voeg daaraan toe dat het hoofd bovenop de tweede [wervel] geenszins opzij kan bewogen worden, om dezelfde reden waarvan wij aangetoond hebben dat de zijwaartse beweging niet bovenop de eerste [wervel] kon plaatsgrijpen. Want het ware anders noodzakelijk dat de eerste wervel steeds aan de andere zijde zou opgelicht worden van de tweede, hetgeen dan het gevaar bij het omdraaien niet vermindert. De zijdelingse beweging verder, verleende de Natuur met een uiterste zorg inderdaad aan álle halswervels, die niet elk afzonderlijk opzij zou ronddraaien nóch zijwaarts zou buigen. O v e r 'De techniek van de lijkschouwing' boek 4. Dat het hoofd bovenop de tweede wervel nóch gebogen of gestrekt, nóch opzij kan bewogen worden. Door welke wervels de

19 166 r) Fig. 6, p. s) Fig. 11, r. t) Fig. 3, Hst. 11, boek 4, I. u) Fig. 4, q. v) Fign. 5,6,7, s. w) Fig. 9, t en fig. 8, het cijfer 11. x) Fig. 8, >,B. y) Fig. 1, h s t. 1 6 N,O,P. Dit zal duidelijk worden wanneer gij de doorn van fig. 7 vergelijkt met de doornen van de a n d e r e figuren, of N, O, P bekijkt van de fign. 1 en 2 van hst. 16. kunnen bewegen,maar alle tesamen door hun opeenvolgende bewegingen heel sierlijk daarheen buigen, zodat het hoofd door de ondergeschikte beweging zonder enig letsel gemakkelijk opzij gebracht wordt. Maar nu komen wij met onze uiteenzetting terug bij de tweede halswervel en zo ook bij de vijf resterende, enkel de juiste bouw ervan besprekend, opdat dit hoofdstuk door één of andere nieuwe gedachtenwisseling niet tot in 't oneindige zou uitgroeien, en ik er niet te veel op uit zou lijken om Galenus' standpunten uit te diepen (aan wiens zorgvuldigheid ik overigens, samen met alle beoefenaars van de geneeskunde, sterk verplicht ben) en om al zijn anatomische vergissingen met vooringenomenheid te vermelden. De tweede halswervel nu is aan de achterzijde van de knobbels, waarmee deze met de eerste wervel verbonden is, lichtjes uitgehold, r om samen met de eerste wervel aan weerszijden een gat te vormen, s waaruit het tweede paar ruggemergzenuwen t naar achteren glijdt. Het grootste gedeelte van dit gat wordt inderdaad door de eerste wervel gevormd, die vrij sterk uitgehold is aan de achterkant van de holten, u waarmee hij met de tweede wervel gewricht maakt. Het overige dat over de tweede halswervel moet verteld worden, geldt voor het grootste gedeelte ook voor de vijf resterende onderste [wervels]. Eerstgenoemde v bezit immers, op dezelfde wijze als deze laatste, w een achterste uitsteeksel, dat alleen bij de halswervel gekenmerkt is door het feit dat zijn punt in twee verdeeld is, x vooral bij de tweede en de drie daaronder gelegen wervels. De zesde wervel vertoont immers een zeer onduidelijke splitsing van zijn uitsteeksel en de zevende nog veel minder, die alleen dat bij de zesde vóórheeft, dat zijn uitsteeksel meestal een aanhangsel bezit en verder uitsteekt, en met zijn punt enigszins overeenkomt met het uitzicht van de uitsteeksels van de bovenste thoracale wervels, y behalve dat het stomper en breder blijft dan deze. De uitsteeksels van de overige halswervels missen inderdaad een aanhangsel en zij zien er breed uit, oneffen, ruw en (om zo te zeggen) vertakt en uitgehold aan de onderzijde, maar bovenaan afgerond en beiderzijds lichtjes ingedeukt, hetgeen een uitstulpende lijn veroorzaakt die zich volgens de lengte van het uitsteeksel uitstrekt, zoals men ook aan de onderkant (die hol is) een zekere lijn, als een goot over de lengte van het uitsteeksel ziet lopen. Aan de bolle zijde steekt het immers lijnvormig uit om vanaf hier naar het midden toe van de holle kant, een ligament te vormen dat zich uitstrekkend volgens de lengte van het uitsteeksel of de doorn, de éne doorn met de andere verbindt en de rechtse spieren van de linkse scheidt, zoals wij in het tweede boek zullen schrijven. Maar deze lijnen van de achterste uitsteeksels zullen bij de thoracale en lumbale wervels duidelijker te zien zijn, aangezien ook de uitsteeksels van deze wervels aanzienlijker zijn en zijdelingse b e w e g i n g u itgevoerd wordt. Het gat dat achteraan het tweede paar ruggemergz e n u w e n doorlaat. De doorn van de zes o n d e r s t e halswervels.

DE ONDERKAAK. Hoofdstuk X.

DE ONDERKAAK. Hoofdstuk X. DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 107 DE ONDERKAAK. Hoofdstuk X. DE EERSTE figuur. DE LAATSTE. INDEX VAN DE BEIDE FIGUREN VAN HET TIENDE HOOFDSTUK en van hun lettertekens. A1,2 B1,2 C1,2 D2 E1,2

Nadere informatie

DE ACHT BEENDEREN VAN DE HERSENPAN EN DE naden die ze bijeenhouden. Hoofdstuk VI.

DE ACHT BEENDEREN VAN DE HERSENPAN EN DE naden die ze bijeenhouden. Hoofdstuk VI. 50 DE ACHT BEENDEREN VAN DE HERSENPAN EN DE naden die ze bijeenhouden. Hoofdstuk VI. DE EERSTE FIGUUR VAN HET ZESDE HOOFD- STUK, die de twee beenderen van de kruin voorstelt, een beetje van elkaar gescheiden,

Nadere informatie

DE WERVELS VAN DE BORSTKAS. Hoofdstuk XVI.

DE WERVELS VAN DE BORSTKAS. Hoofdstuk XVI. DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 173 DE WERVELS VAN DE BORSTKAS. Hoofdstuk XVI. DE EERSTE FIGUUR DE TWEEDE van hoofdstuk XVI. DE DERDE DE VIERDE ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 174 INDEX VAN DEZE

Nadere informatie

HET DIJBEEN. Hoofdstuk XXX

HET DIJBEEN. Hoofdstuk XXX ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 316 HET DIJBEEN Hoofdstuk XXX INDEX VAN DE LETTERTEKENS DIE GEBRUIKT zullen worden voor de twee figuren van dit Hoofdstuk, die op de volgende bladzijde voorgesteld worden.

Nadere informatie

DE SLEUTELBEENDEREN. Hoofdstuk XXII.

DE SLEUTELBEENDEREN. Hoofdstuk XXII. DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 241 DE SLEUTELBEENDEREN. Hoofdstuk XXII. D E E E R S T E FIGUUR tweeëntwintigste hoofdstuk. DE TWEEDE. DE DERDE. INDEX VAN DE DRIE HIER VOORGESTELDE FIGUREN en

Nadere informatie

DE RUG, EN EEN ALGEMEEN OVERZICHT van zijn beenderen. Hoofdstuk XIV.

DE RUG, EN EEN ALGEMEEN OVERZICHT van zijn beenderen. Hoofdstuk XIV. ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 140 DE RUG, EN EEN ALGEMEEN OVERZICHT van zijn beenderen. Hoofdstuk XIV. INDEX VAN DE HIERNAVOLGENDE FIGUUR EN HAAR LETTERTEKENS. MET de figuur op de volgende bladzijde hebben

Nadere informatie

DE HUMERUS OF HET BEEN VAN DE ARM. Hoofdstuk XXIII. INDEX VAN DE LETTERTEKENS VAN DE TWEE FIGUREN VAN dit hoofdstuk (die de volgende pagina toont).

DE HUMERUS OF HET BEEN VAN DE ARM. Hoofdstuk XXIII. INDEX VAN DE LETTERTEKENS VAN DE TWEE FIGUREN VAN dit hoofdstuk (die de volgende pagina toont). ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 248 DE HUMERUS OF HET BEEN VAN DE ARM Hoofdstuk XXIII INDEX VAN DE LETTERTEKENS VAN DE TWEE FIGUREN VAN dit hoofdstuk (die de volgende pagina toont). A,B,C, D,E,F, G,H A,B,C

Nadere informatie

HET HEILIGBEEN EN HET STAARTBEEN. HOOFDSTUK XVIII. EERSTE FIGUUR VAN DE TWEEDE het achttiende hoofdstuk.

HET HEILIGBEEN EN HET STAARTBEEN. HOOFDSTUK XVIII. EERSTE FIGUUR VAN DE TWEEDE het achttiende hoofdstuk. DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 191 HET HEILIGBEEN EN HET STAARTBEEN. HOOFDSTUK XVIII.. EERSTE FIGUUR VAN DE TWEEDE het achttiende hoofdstuk. DE DERDE. INDEX VAN DE DRIE HIER VOORGESTELDE FIGUREN

Nadere informatie

OVER DE BEENDEREN DIE MET DE zijkanten van het sacrum samenkomen. HOOFDSTUK XXIX

OVER DE BEENDEREN DIE MET DE zijkanten van het sacrum samenkomen. HOOFDSTUK XXIX DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 303 OVER DE BEENDEREN DIE MET DE zijkanten het sacrum samenkomen. HOOFDSTUK XXIX DE EERSTE FIGUUR DE TWEEDE DE DERDE het negenentwintigste hoofdstuk INDEX VAN DEZE

Nadere informatie

HET SCHEENBEEN EN KUITBEEN. HOOFDSTUK XXXI. EERSTE FIG. DE TWEEDE DE DERDE DE VIERDE van hoofdstuk XXXI.

HET SCHEENBEEN EN KUITBEEN. HOOFDSTUK XXXI. EERSTE FIG. DE TWEEDE DE DERDE DE VIERDE van hoofdstuk XXXI. ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 324 HET SCHEENBEEN EN KUITBEEN. HOOFDSTUK XXXI. EERSTE FIG. DE TWEEDE DE DERDE DE VIERDE van hoofdstuk XXXI. DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 325 DE VIJFDE DE ZESDE

Nadere informatie

DE BEENTJES DIE TUSSENKOMEN bij de bouw van het gehoororgaan. Hoofdstuk VIII.

DE BEENTJES DIE TUSSENKOMEN bij de bouw van het gehoororgaan. Hoofdstuk VIII. DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 85 DE BEENTJES DIE TUSSENKOMEN bij de bouw van het gehoororgaan. Hoofdstuk VIII. DE INDEX VAN DEZE FIGUUR wordt voorgesteld op de volgende bladzijde. ANDREAS VESALIUS

Nadere informatie

ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL. DE NAMEN WAARMEE DE DELEN EN DE plaatsen van de beenderen worden aangeduid. Hoofdstuk III.

ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL. DE NAMEN WAARMEE DE DELEN EN DE plaatsen van de beenderen worden aangeduid. Hoofdstuk III. ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 12 DE NAMEN WAARMEE DE DELEN EN DE plaatsen van de beenderen worden aangeduid. Hoofdstuk III. DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 13 INDEX VAN DEZE PLAAT EN HAAR LETTERTEKENS

Nadere informatie

DE SCHOUDERBLADEN. Hoofdstuk XXI. EERSTE FIGUUR VAN DE TWEEDE DE DERDE HET EENENTWINTIGSTE hoofdstuk

DE SCHOUDERBLADEN. Hoofdstuk XXI. EERSTE FIGUUR VAN DE TWEEDE DE DERDE HET EENENTWINTIGSTE hoofdstuk ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 226 DE SCHOUDERBLADEN Hoofdstuk XXI EERSTE FIGUUR VAN DE TWEEDE DE DERDE HET EENENTWINTIGSTE hoofdstuk DE INDEX VAN DE DRIE FIGUREN DIE HIER voorgesteld worden en van hun lettertekens,

Nadere informatie

HET BOT, ZIJN FUNCTIE EN DE VERSCHILLENDE soorten. Hoofdstuk I.

HET BOT, ZIJN FUNCTIE EN DE VERSCHILLENDE soorten. Hoofdstuk I. ANDREAS VESALIUS VAN BRUSSEL EERSTE BOEK OVER DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM, GEWIJD AAN DE LICHAAMSDELEN DIE HET GANSE LICHAAM rechthouden en ondersteunen en waardoor alles verstevigd wordt en aaneenblijft.

Nadere informatie

OVER DE TWAALF BEENDEREN VAN DE BOVENKAAK, WAARTOE OOK DE neusbeenderen gerekend worden. Hoofdstuk IX.

OVER DE TWAALF BEENDEREN VAN DE BOVENKAAK, WAARTOE OOK DE neusbeenderen gerekend worden. Hoofdstuk IX. DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 91 OVER DE TWAALF BEENDEREN VAN DE BOVENKAAK, WAARTOE OOK DE neusbeenderen gerekend worden. Hoofdstuk IX. DE EERSTE FIGUUR VAN HET NEGENDE HOOFDSTUK. DE INDEX VAN

Nadere informatie

,B4(8TJJ4H genoemd wordt.

,B4(8TJJ4H genoemd wordt. DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 361 DE KRAAKBEENDEREN VAN DE LUCHTPIJP, en wat door de Grieken (8TJJ4H en,b4(8tjj4h genoemd wordt. Hoofdstuk XXXVIII EERSTE FIGUUR van het achtendertigste hoofdstuk,

Nadere informatie

DE BOUW VAN DE SCHEDEL en enkele schedelvormen. Hoofdstuk V.

DE BOUW VAN DE SCHEDEL en enkele schedelvormen. Hoofdstuk V. DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 45 DE BOUW VAN DE SCHEDEL en enkele schedelvormen. Hoofdstuk V. INDEX VAN DE VIJF VOLGENDE FIGUREN DOOR de eerste afbeelding van het vijfde hoofdstuk wordt het

Nadere informatie

DE BEENDEREN VAN DE THORAX. Hoofdstuk XIX. Index van de lettertekens van de zeven figuren van het negentiende hoofdstuk.

DE BEENDEREN VAN DE THORAX. Hoofdstuk XIX. Index van de lettertekens van de zeven figuren van het negentiende hoofdstuk. ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 206 DE BEENDEREN VAN DE THORAX. Hoofdstuk XIX Index van de lettertekens van de zeven figuren van het negentiende hoofdstuk. 1,2,3,4,- 5, enz. A, A 1,3 Aangezien de nu volgende

Nadere informatie

DE BEENDEREN VAN DE VOORARM, namelijk de ellepijp en het spaakbeen. Hoofdstuk XXIV.

DE BEENDEREN VAN DE VOORARM, namelijk de ellepijp en het spaakbeen. Hoofdstuk XXIV. ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 258 DE BEENDEREN VAN DE VOORARM, namelijk de ellepijp en het spaakbeen. Hoofdstuk XXIV. DE EERSTE figuur van het vierentwintigste hoofdstuk. Deze figuur beeldt de twee linker

Nadere informatie

OVER DE TANDEN, DIE OOK TOT de beenderen gerekend worden. Hoofdstuk XI.

OVER DE TANDEN, DIE OOK TOT de beenderen gerekend worden. Hoofdstuk XI. ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 112 OVER DE TANDEN, DIE OOK TOT de beenderen gerekend worden. Hoofdstuk XI. INDEX VAN DEZE FIGUUR VAN HET ELFDE HOOFDSTUK en haar lettertekens. AA BB 1,2 3 4,5,6, 7,8 IN DEZE

Nadere informatie

OVER DE GATEN IN DE BEENDEREN van de schedel en van de bovenkaak. Hoofdstuk XII.

OVER DE GATEN IN DE BEENDEREN van de schedel en van de bovenkaak. Hoofdstuk XII. ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 118 OVER DE GATEN IN DE BEENDEREN van de schedel en van de bovenkaak. Hoofdstuk XII. ANGEZIEN de beschrijving van de aders, de zenuwen en de arteries zonder kennis van de schedelgaten

Nadere informatie

Belangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom

Belangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom Belangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom Om uw rugklachten beter te kunnen begrijpen is een basiskennis van de rug noodzakelijk. Het Rughuis heeft in haar behandelprogramma veel aandacht

Nadere informatie

DE BEENDEREN VAN DE VOET. Hoofdstuk XXXIII.

DE BEENDEREN VAN DE VOET. Hoofdstuk XXXIII. DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 339 DE BEENDEREN VAN DE VOET. Hoofdstuk XXXIII. DE EERSTE DE LAATSTE. figuur van het drieëndertigste hoofdstuk.. ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 340 DE DERDE VIERDE

Nadere informatie

ADEMHALING GAAT OVER INGAANDE LUCHT, VOORDAT JE ZINGT OF SPREEKT ADEMSTEUN IS DE CONTROLE OVER DE UITGAANDE LUCHT, TIJDENS HET ZINGEN OF SPREKEN

ADEMHALING GAAT OVER INGAANDE LUCHT, VOORDAT JE ZINGT OF SPREEKT ADEMSTEUN IS DE CONTROLE OVER DE UITGAANDE LUCHT, TIJDENS HET ZINGEN OF SPREKEN HALING Als aan willekeurige mensen gevraagd wordt wat ademsteun is, valt al heel snel de term 'buikademhaling' en de zin 'ademen met je buik'. Feitelijk zijn deze termen onjuist, omdat zich in de buik

Nadere informatie

Spreekbeurtpakket - het skelet

Spreekbeurtpakket - het skelet Spreekbeurtpakket - het skelet Inleiding spreekbeurt voor de leerling: het skelet De voorbereiding van de spreekbeurt over het skelet. 10 tips 1. Start met het verzamelen van materiaal. Heel veel over

Nadere informatie

1. De Fiets De zijkant van de buikspieren worden nog wel eens vergeten bij workouts. Met deze oefening richt je je juist op deze groep spieren.

1. De Fiets De zijkant van de buikspieren worden nog wel eens vergeten bij workouts. Met deze oefening richt je je juist op deze groep spieren. 1. De Fiets De zijkant van de buikspieren worden nog wel eens vergeten bij workouts. Met deze oefening richt je je juist op deze groep spieren. Ga op je rug op de vloer liggen met je handen achter je hoofd.

Nadere informatie

Werkblad schedels groep 1

Werkblad schedels groep 1 Werkblad schedels groep 1 De lengte van het dier is ongeveer 5 keer de lengte van de schedel Hoe lang is de schedel? Meet langs de zijkant Hoe breed is de oogkas? Schedel nr 1 Schedel nr 2 Schedel nr 3

Nadere informatie

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren PECTUS REVALIDATIE Het doel van de pectus revalidatie (training borst- en rugspieren) is het versterken van de spieren van de borst en de rug en hiermee het verbeteren van je lichaamshouding. De volgende

Nadere informatie

2. De V-Beweging De V-Beweging of V-sit is een oefening waarmee je vrijwel alle buikspieren goed kunt trainen.

2. De V-Beweging De V-Beweging of V-sit is een oefening waarmee je vrijwel alle buikspieren goed kunt trainen. 1. De Halve Banaan De halve banaan is een van de meest populaire buikspieroefeningen. Het is voor beginners een prima oefening om uit te voeren. Hierbij kun je er zelf voor kiezen hoever je bovenlichaam

Nadere informatie

DE VINGERS. Hoofdstuk XXVII.

DE VINGERS. Hoofdstuk XXVII. ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 288 DE VINGERS. Hoofdstuk XXVII. De eerste twee figuren vooraan hoofdstuk 25 tonen de volledige reeks vingerkootjes, net als de drie overzichtsfiguren aan het eind van dit

Nadere informatie

Statische stretching

Statische stretching Statische stretching We hebben een aantal statische stretchoefeningen op een rijtje gezet, gesorteerd op welke spieren je stretcht: 1. arm- en schouderspieren 2. onderarmen 3. borstspieren 4. schouders,

Nadere informatie

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius Cursus Ontspanningsmassage Bijlage spieren. Trapezius De trapezius (monnikskapspier) is een ruitvormige spier boven aan de achterkant van het lichaam. De trapezius loopt van de schedelbasis tot aan het

Nadere informatie

Onderdeel 5: 10 cm of minder 3 punten; 11 t/m 20 cm = 2 punten; 21 cm of meer = 1 punt.

Onderdeel 5: 10 cm of minder 3 punten; 11 t/m 20 cm = 2 punten; 21 cm of meer = 1 punt. ZEILBOOTDIPLOMA 1. Van zwemmen naar voortbewegende technieken a.25 m rugcrawl, de hele baan zonder onderbreking uitzwemmen. b.25 m borstcrawl, de hele baan zonder onderbreking uitzwemmen. 2. Stuwen a.stuwen

Nadere informatie

Fitnessbal training. Kern training / Core stability

Fitnessbal training. Kern training / Core stability Fitnessbal training Kern training / Core stability De spieren van je buik, billen en onderrug vormen de 'kern'. Deze zone is verantwoordelijk voor alle acties waarbij je draait, reikt en buigt en is het

Nadere informatie

pagina 2 van 5 Laten we maar weer eens een willekeurige groep voorwerpen nemen. Er bestaan bijvoorbeeld -- om maar iets te noemen -- allerlei verschil

pagina 2 van 5 Laten we maar weer eens een willekeurige groep voorwerpen nemen. Er bestaan bijvoorbeeld -- om maar iets te noemen -- allerlei verschil pagina 1 van 5 Home > Bronteksten > Plato, Over kunst Vert. Gerard Koolschijn. Plato, Constitutie (Politeia), Amsterdam: 1995. 245-249. (Socrates) Nu we [...] de verschillende elementen van de menselijke

Nadere informatie

Cardioschema (50 minuten)

Cardioschema (50 minuten) Cardioschema (0 minuten) Programma Programma minuten» niveau Fiets minuten» niveau à minuten» minuten niveau» minuten niveau» minuten niveau Crosstrainer 0 minuten» minuten wandelen» lopen minuten aan

Nadere informatie

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest 2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof Oefeningen voor een gezond lichaam en geest De Soldaat Dit is de eerste van de vier warming up oefeningen waarbij het doel is de hartslag te verhogen

Nadere informatie

Preventie rugklachten

Preventie rugklachten Preventie rugklachten Bijlage 3 Stretchoefeningen (11) Stretching voer je gedurende één à twee minuten uit tussen behandelingen in. Een rekkend gevoel in de spieren wijst op goede efficiëntie van de oefening.

Nadere informatie

Vuist maken, binnekant en buitenkant arm bekloppen (losse polsen) Schedel bekloppen

Vuist maken, binnekant en buitenkant arm bekloppen (losse polsen) Schedel bekloppen Do In Staand, voeten 50cm uit elkaar. Stevig afstrijken binnenkant arm van schouder naar pols, gevolgd door buitenkant arm van pols naar schouder, zowel rechterarm als linkerarm Vuist maken, binnekant

Nadere informatie

Houdingscorrectie Hoofd-nek-schouders-rug

Houdingscorrectie Hoofd-nek-schouders-rug Houdingscorrectie Hoofd-nek-schouders-rug Introductie Dagdagelijkse activiteiten Hoe zit je voor je PC laptop? Heuphoek: 90-120 Neutrale positie van de rug Tafelhoogte o Ellebooghoek: 90 o Tafel 2cm hoger

Nadere informatie

Het is de bedoeling dat het paard actief aan de longe leert gaan met een regelmatige gang.

Het is de bedoeling dat het paard actief aan de longe leert gaan met een regelmatige gang. Longeren Ieder paard heeft regelmatig beweging nodig, daarvoor is longeren een oplossing. Longeren is ook een goede manier om jonge paarden te trainen. Ze leren dan wat de hulpen van stem, teugel en zweep

Nadere informatie

Hoe zit je skelet in elkaar? In je lichaam zitten 206 botten. Samen vormen ze je skelet.

Hoe zit je skelet in elkaar? In je lichaam zitten 206 botten. Samen vormen ze je skelet. Tekst over skelet, gewrichten en spieren pag. 1/5 Hoe zit je skelet in elkaar? In je lichaam zitten 206 botten. Samen vormen ze je skelet. De botten in je hoofd vormen je schedel. Je schedel wordt gedragen

Nadere informatie

De trap op of aflopen: Probeer uw lichaam rechtop te houden en niet voorover te kantelen.

De trap op of aflopen: Probeer uw lichaam rechtop te houden en niet voorover te kantelen. GEBRUIKSAANWIJZING Welkom! Een gezonde wervelkolom: Stress en de dagelijkse bezigheden dragen bij aan het ontwikkelen van slechte gewoontes als het gaat om de zorg voor onze wervelkolom. Er zijn bijvoorbeeld

Nadere informatie

ACHTERVLEUGEL VAN DE RACECARROSSERIE

ACHTERVLEUGEL VAN DE RACECARROSSERIE ACHTERVLEUGEL VAN DE RACECARROSSERIE TIJDENS DEZE MONTAGESESSIE MONTEER JE DE ACHTERVLEUGEL VOOR DE RACECARROSSERIE VAN JE RB7. HIJ IS BIJZONDER STEVIG EN KAN DE BELASTINGEN VAN EEN RC-CAR MOEITELOOS AAN.

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Bewegen bij gewrichtsklachten. Aanbevolen door de reumatoloog

Patiënteninformatie. Bewegen bij gewrichtsklachten. Aanbevolen door de reumatoloog Patiënteninformatie Bewegen bij gewrichtsklachten Aanbevolen door de reumatoloog Inhoud Inleiding 3 Bewegen voor gewrichten.3 Oefeningen bij nekklachten...4 Oefeningen bij schouderklachten.8 Oefeningen

Nadere informatie

Oefeningen. Uitademen als u kracht zet, inademen als u ontspant.

Oefeningen. Uitademen als u kracht zet, inademen als u ontspant. Oefeningen Sterke en geoefende buikspieren zijn belangrijk. Omdat ongetrainde en slappe buik- en rugspieren kunnen zorgen voor een slechte houding en rugklachten. Bouw het oefenen van de buikspieren langzaam

Nadere informatie

Yogales maart 2019!! Bewust staan

Yogales maart 2019!! Bewust staan Yogales maart 2019 Bewust staan Ga staan met je voeten heupbreedte, voorvoeten licht naar binnen, voel hoe de hiel van je voet contact maakt met de grond, voel de buitenkanten van de voet op de grond voel

Nadere informatie

Oefenschema MCI CWK. Deze oefening is voor het verbeteren van precisie en controle, en NIET voor het verbeteren van kracht.

Oefenschema MCI CWK. Deze oefening is voor het verbeteren van precisie en controle, en NIET voor het verbeteren van kracht. Oefenschema MCI CWK 1. Korte knik beweging: gecoördineerde spieractiviteit in ruglig: Deze oefening is voor het verbeteren van precisie en controle, en NIET voor het verbeteren van kracht. Ga op de rug

Nadere informatie

Oefenbundel Einde. Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG. Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma

Oefenbundel Einde. Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG. Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma Oefenbundel Einde Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG : hol/bol maken van wervelkolom 10x. Stretching 1 knie: neem

Nadere informatie

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant.

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant. BUIKSPIEREN Klap beide knieën naar één kant. Beweeg de kin naar de borst en kom met de romp een klein stukje recht omhoog. Houd 4 tellen vast en ga langzaam weer terug. Bij nekklachten, nek ondersteunen

Nadere informatie

Revalidatie cervicale wervelzuil Informatiebrochure patiënten Informatiebrochure patiënten

Revalidatie cervicale wervelzuil Informatiebrochure patiënten Informatiebrochure patiënten Revalidatie cervicale wervelzuil Informatiebrochure patiënten Informatiebrochure patiënten 1. Passieve mobilisatie...4 2. Actieve mobilisatie...5 3. Spierversterkende oefeningen...7 4. Stabilisatieoefeningen...11

Nadere informatie

Qi Gong. QiGong Oefeningen

Qi Gong. QiGong Oefeningen Qi Gong Qi Gong betekent "energie werk" en is de kunst om chi te gebruiken om gezondheid en vitaliteit te ondersteunen. Qi staat voor levensenergie en gong voor discipline, oefening en doorzettingsvermogen.

Nadere informatie

1 e een anker op het onderbeen fig 5 2e anker op de voet

1 e een anker op het onderbeen fig 5 2e anker op de voet Anatomie Het enkelgewricht is een gecompliceerd geheel, vooral omdat het een aaneenschakeling van diverse gewrichten is, die op hun beurt weer noodzakelijk zijn om aan de voet zowel stabiliteit alsook

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Hernia-operatie nek

PATIËNTEN INFORMATIE. Hernia-operatie nek PATIËNTEN INFORMATIE Hernia-operatie nek 2 PATIËNTENINFORMATIE Door middel van deze informatiebrochure wil het Maasstad Ziekenhuis u enige uitleg geven over dit ziektebeeld en behandeling. Wij adviseren

Nadere informatie

Cursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER 020-512 45 42

Cursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER 020-512 45 42 Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie Het Slotervaartziekenhuis, een opmerkelijk en ambitieus ziekenhuis in Amsterdam. In een informele en vertrouwde omgeving werken wij aan innovatieve medische

Nadere informatie

Checklist toestellen 2016 Commissie Agility, Raad van Beheer 1

Checklist toestellen 2016 Commissie Agility, Raad van Beheer 1 Hoogtesprong Hoogte L: 55-60 cm, M: 35-40 cm, S: 25-30 cm Vleugels De staander moet tenminste 100cm hoog zijn. Het begin van de vleugel begint op tenminste 75 cm hoogte op de staander. De breedte van de

Nadere informatie

WA A NZINNIGE BOEK OVER JE LICHA AM

WA A NZINNIGE BOEK OVER JE LICHA AM Het WA A NZINNIGE BOEK OVER JE LICHA AM 99% NONSENS 100% HUMOR ANDY GRIFFITHS TERRY DENTON en Vertaald door EDWARD VAN DE VENDEL INHOUD over de auteurs 8 Inleiding 9 Je lichaam: een korte wegwijzer 10

Nadere informatie

Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint:

Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint: Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint: Rek/Strek oefeningen mogen nooit pijn veroorzaken. Mocht u pijn krijgen stop dan onmiddellijk met de oefening. Het is belangrijk om de rek niet

Nadere informatie

De basis van de ondervoet bij het paard! Inleiding:!

De basis van de ondervoet bij het paard! Inleiding:! Dierenarts van Leeuwen www.vanleeuwenvoorpaarden.nl De basis van de ondervoet bij het paard Inleiding: Omdat de vraag naar uitleg mij meermaals wordt voorgeschoteld, heb ik een zeer korte maar hopelijk

Nadere informatie

DE ONDERLINGE SAMENHANGVAN DE beenderen en de structuur ertussen. Hoofdstuk IV.

DE ONDERLINGE SAMENHANGVAN DE beenderen en de structuur ertussen. Hoofdstuk IV. DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 29 DE ONDERLINGE SAMENHANGVAN DE beenderen en de structuur ertussen. Hoofdstuk IV. E beenderen van het menselijk lichaam konden niet als één enkel doorlopend been

Nadere informatie

platte botten Langwerpige en smalle botten met aan één kant een gewricht, of botten met brede, platte kanten en een gewrichtskom.

platte botten Langwerpige en smalle botten met aan één kant een gewricht, of botten met brede, platte kanten en een gewrichtskom. Welk bot is dit? Welk bot is dit? let op de vorm lange botten Botten die bestaan uit een lange staaf met aan beide uiteinden een gewricht. platte botten Langwerpige en smalle botten met aan één kant een

Nadere informatie

MIND & MOVEMENT COACH. Bewegen

MIND & MOVEMENT COACH. Bewegen Bewegen Om te kunnen bewegen hebben we spieren nodig, maar ook een skelet dat ons lichaam vorm geeft en de beweging mogelijk maakt. Onze gewrichten zorgen er voor dat dit mogelijk is binnen ons lichaam.

Nadere informatie

De beenderen in het hoofd vormen samen de schedel. De schedel word gedragen door de wervelkolom die in de romp naar beneden loopt.

De beenderen in het hoofd vormen samen de schedel. De schedel word gedragen door de wervelkolom die in de romp naar beneden loopt. THEMA 8 Paragraaf 1 het skelet De mens heeft ( net als alle andere gewervelden) een inwendig skelet of geraamte. Dit skelet bestaat uit vele beenderen (botten). De beenderen in het hoofd vormen samen de

Nadere informatie

Uitgangshouding Uitvoering Aandachtspunten Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug

Uitgangshouding Uitvoering Aandachtspunten Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug Houding Low load o o o Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug Kantel je bekken naar achter en vlak hierdoor je rug af Kantel je bekken naar voor en maak hierdoor je rug hol Enkel

Nadere informatie

OPGAVE A. Bijlagen Bijlage A1: brief van de cliënt Bijlage D1: gepubliceerde octrooiaanvrage

OPGAVE A. Bijlagen Bijlage A1: brief van de cliënt Bijlage D1: gepubliceerde octrooiaanvrage OPGAVE A Uw cliënt ontwikkelt en fabriceert onder meer snoerstellen voor het aansluiten van elektrische apparaten op het lichtnet. Hij is van mening een uitvinding gedaan te hebben die de veiligheid van

Nadere informatie

Oefenschema voor sclerodermie patiënten. Huiswerkoefenprogramma voor de hand en mond voor patiënten met sclerodermie

Oefenschema voor sclerodermie patiënten. Huiswerkoefenprogramma voor de hand en mond voor patiënten met sclerodermie Oefenschema voor sclerodermie patiënten Huiswerkoefenprogramma voor de hand en mond voor patiënten met sclerodermie Inleiding Veel mensen ervaren ten gevolge van sclerodermie problemen met de handfunctie

Nadere informatie

De plant is een Miki no mai van 52cm hoog en is vijf jaar oud. De stam heeft goede bewegingen naar rechts en links en veel scheuten.

De plant is een Miki no mai van 52cm hoog en is vijf jaar oud. De stam heeft goede bewegingen naar rechts en links en veel scheuten. Vertaling Uitgave Juni 2014 Bonsaiblad Satsuki Kenkyu Geschreven door Isamu Enomoto (officieel lector van de Japanse Satsuki vereniging). Handleiding om Satsuki azalea s te kweken en te vormen in alle

Nadere informatie

Succes en veel plezier toegewenst!

Succes en veel plezier toegewenst! Voorwoord HOE VOER JE EEN OEFENING GOED UIT? Ten eerste door de beweging correct uit te voeren. Dat wil zeggen gecontroleerd en beheerst. Dat wil zeggen eerst de spieren opwarmen ('warming up'). Nooit

Nadere informatie

NAAIEN Alle onderdelen worden vastgezet met een overhandse steek. Kijk in het Voorwoord gedeelte voor meer info.

NAAIEN Alle onderdelen worden vastgezet met een overhandse steek. Kijk in het Voorwoord gedeelte voor meer info. 0 1 EEN NOTE OVER SYMMETRIE Bekijk uw draak vanuit alle invalshoeken voordat u vast gaat spelden, om er zeker van te zijn dat alle onderdelen symmetrisch geplaatst worden en dat de ene helft van uw draak

Nadere informatie

SEVA-Yoga. Elementaire basisbeschrijving van oefeningen REEKS nr. 6 (B6R2) Oefening 1

SEVA-Yoga. Elementaire basisbeschrijving van oefeningen REEKS nr. 6 (B6R2) Oefening 1 SEVA-Yoga Elementaire basisbeschrijving van oefeningen REEKS nr. 6 (B6R2) Oefening 1 - Gewoon rechtop staan (nekwervel in verlengde van rugwervel en volledig ontspannen) - Thuiskomen in je lichaam, alle

Nadere informatie

rekken. Tel tot acht of tien en breng het hoofd weer in de uitgangspositie terug.

rekken. Tel tot acht of tien en breng het hoofd weer in de uitgangspositie terug. Rekoefeningen Hypermobiele mensen mogen de volgende oefeningen niet doen. Hypermobiliteit is (aangeboren) overmatige beweeglijkheid van banden en ligamenten rondom gewrichten. Het is nodig hypermobiele

Nadere informatie

Spanningshoofdpijn, Spierspanningshoofdpijn, Tension Headache, Cervicogene Cephalia

Spanningshoofdpijn, Spierspanningshoofdpijn, Tension Headache, Cervicogene Cephalia Spanningshoofdpijn, Spierspanningshoofdpijn, Tension Headache, Cervicogene Cephalia Spanningshoofdpijn wordt veroorzaakt door spierspanningen in de hals, de schouders en het hoofd. De hoofdpijn is vaak

Nadere informatie

Adviezen en oefeningen na een halsklierdissectie. (verwijderen van de lymfeklieren uit de hals)

Adviezen en oefeningen na een halsklierdissectie. (verwijderen van de lymfeklieren uit de hals) Adviezen en oefeningen na een halsklierdissectie (verwijderen van de lymfeklieren uit de hals) Inhoudsopgave A. Inleiding... 1 B. Verloop van het herstel... 2 C. Adviezen voor het dagelijks leven... 2

Nadere informatie

Checklist toestellen Commissie Agility, Raad van Beheer 1

Checklist toestellen Commissie Agility, Raad van Beheer 1 Hoogtesprong Vleugels De staander moet tenminste 100cm hoog zijn. Het begin van de vleugel begint op tenminste 75 cm hoogte op de staander. De breedte van de vleugel is 40 tot 60 cm. Het mag niet mogelijk

Nadere informatie

Armoefeningen na een borstoperatie

Armoefeningen na een borstoperatie Armoefeningen na een borstoperatie 1 Geachte, U hebt zopas een borstoperatie ondergaan. In deze brochure vindt u een beschrijving van de oefeningen die de kinesitherapeut u gaat aanleren, zodat u deze

Nadere informatie

GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING

GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING SPIERVERSTEVIGENDE OEFENINGEN Start voor alle oefeningen met de rug in neutrale positie (lage rug lichtjes hol) + basisspanning corset spieren

Nadere informatie

( Hoe moet deze oefeningen doen? )

( Hoe moet deze oefeningen doen? ) Relaxatieoefeningen ( Wat zijn Relaxatieoefeningen? ) Deze opdracht bestaat uit oefeningen die je kunnen helpen om te relaxen. ( Waarom relaxatieoefeningen? ) Mensen weten dikwijls niet meer hoe ze kunnen

Nadere informatie

RUGOEFENINGEN MOBILISEREND

RUGOEFENINGEN MOBILISEREND RUGOEFENINGEN MOBILISEREND Knieën zijwaarts Been uitstrekken - Beweeg de knieën tegelijk naar links en vervolgens naar rechts. Variatie: strek het bovenste been in uiterste positie over het andere been

Nadere informatie

Vertaling Uitgave maart 2014 Bonsaiblad Satsuki Kenkyu

Vertaling Uitgave maart 2014 Bonsaiblad Satsuki Kenkyu Vertaling Uitgave maart 2014 Bonsaiblad Satsuki Kenkyu Les 3: De basis methodes om jonge planten te vormen door bedrading(deel 2) Door Isamu Enomoto (officieel lector van de Japanse Satsuki Vereniging)

Nadere informatie

HOE IK EEN BALG MAAK

HOE IK EEN BALG MAAK HOE IK EEN BALG MAAK Gespreid over verschillende jaren, bouwde ik houten camera s. De grootste uitdaging was het zelf maken van een balg. Om het geheim hiervan te achterhalen, ontlede ik enkele oude balgen.

Nadere informatie

Dragen op de buik. Om de draagdoek uit te doen:

Dragen op de buik. Om de draagdoek uit te doen: Dragen op de buik 1. Neem de draagdoek, vouw hem open en neem het midden voor je. 2. Neem de bovenrand met twee handen en plaats de draagdoek rond je buik, van voor naar achter, zoals een schort. 3. Houd

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING BOUWPAKKET BEAR CHAIR BC201

GEBRUIKSAANWIJZING BOUWPAKKET BEAR CHAIR BC201 GEBRUIKSAANWIJZING BOUWPAKKET BEAR CHAIR BC201 Onderdelenlijst: NR. Onderdeel Aantal Poten, voorzijde stoel 2 2. Latten zitting 6 Armleuning ondersteuning voorzijde 2 Armleuning ondersteuning driehoekjes

Nadere informatie

Rekoefeningen voor de Gehandicapte schutter

Rekoefeningen voor de Gehandicapte schutter Rekoefeningen voor de Gehandicapte schutter Rekken is een essentieel onderdeel van een evenwichtig trainingsprogramma. Het dagelijks uitvoeren van rekoefeningen kan de flexibiliteit en gezonde gewrichten

Nadere informatie

Fysiotherapie bij Borstkas afwijkingen

Fysiotherapie bij Borstkas afwijkingen Fysiotherapie bij Borstkas afwijkingen Borstkas afwijkingen Oefeningen na de operatie Bovenste ledematen Liggend met de mond open. Gewichten van 1 kg. Adem diep in aan het begin van elke oefening/krachtsinspanning

Nadere informatie

Bewerkingen met krachten

Bewerkingen met krachten 21 Bewerkingen met krachten Opgeloste Vraagstukken 2.1. Bepaal het moment van de kracht van 2N uir Fig. 2-3 rond het punt O. Laat de loodrechte OD neer vanuit O op de rechte waarlangs de kracht van 2N

Nadere informatie

Nekklachten. Bij bovenstaande symptomen kan er sprake zijn van instabiliteitklachten van de nek, ook wel Motor Control Impairment (MCI) genoemd.

Nekklachten. Bij bovenstaande symptomen kan er sprake zijn van instabiliteitklachten van de nek, ook wel Motor Control Impairment (MCI) genoemd. Nekklachten Herkent u de volgende symptomen? - Steeds terugkerende perioden met (acute) nekpijn - Statische houdingen niet kunnen volhouden - Vermoeidheid of het niet omhoog kunnen houden van het hoofd

Nadere informatie

OEFENSCHEMA BASKET BETEKOM CORE STABILITY

OEFENSCHEMA BASKET BETEKOM CORE STABILITY OEFENSCHEMA BASKET BETEKOM CORE STABILITY 1. FIETSEN IN DE LUCHT Start: ruglig met knieën gebogen en voeten op de grond, bekken kantelen zodat rug tegen de grond komt (controleren door handen onder de

Nadere informatie

andere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de handen ter hoogte van het onderbeen, de enkel of de tip van

andere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de handen ter hoogte van het onderbeen, de enkel of de tip van 1) Zit, bekken voorwaarts gekanteld, 1 been gestrekt, het andere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de armen reikt men voorwaarts op het gestrekte been, de handen ter hoogte van het onderbeen,

Nadere informatie

-

- Een strategisch spel voor 2 spelers - vanaf 8 jaar. Duurtijd: ca. 30 minuten. 1 houten spelbord (dit spel maakt geen gebruik van de rode stippen op het spelbord) 14 lichte pionnen 14 donkere pionnen De

Nadere informatie

Les 11. Meetkundige begrippen. Lijnen. een gebogen lijn een gebroken lijn een rechte. Een rechte benoemen we met een kleine letter.

Les 11. Meetkundige begrippen. Lijnen. een gebogen lijn een gebroken lijn een rechte. Een rechte benoemen we met een kleine letter. WERKBOEK 3 Meetkundige begrippen Les 11 Dit kan ik al! Ik ken verschillende soorten lijnen. Ik weet wat een punt en een lijn is en kan die tekenen en noteren. Ik kan van een figuur zeggen of het een driehoek,

Nadere informatie

DE TOENEMENDE LAGENSNIT MET PROJECTIE (vanaf 120 )

DE TOENEMENDE LAGENSNIT MET PROJECTIE (vanaf 120 ) DE TOENEMENDE LAGENSNIT MET PROJECTIE (vanaf 120 ) Algemeen Als klanten met lang haar geen massieve snit hebben, is het meer dan waarschijnlijk dat zij lagen in het haar hebben en meestal toenemende lagen.

Nadere informatie

Pagina 1 van 4 KNK CYNOPHILIA

Pagina 1 van 4 KNK CYNOPHILIA sprong Muur Breedtesprong Slalom Vleugels De staander moet tenminste 100cm hoog zijn. Het begin van de vleugel begint op tenminste 75 cm hoogte op de staander. De breedte van de vleugel is 40 tot 60 cm.

Nadere informatie

Dienst orthopedie Stedelijk ziekenhuis Roeselare. Cervicale Discusprothese

Dienst orthopedie Stedelijk ziekenhuis Roeselare. Cervicale Discusprothese Dienst orthopedie Stedelijk ziekenhuis Roeselare Cervicale Discusprothese 1. Anatomie van cervicale wervelkolom Vanuit de hersenen loopt ons ruggemerg als een buis naar ons staartbeen, beschermd door een

Nadere informatie

DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I

DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I ab) Fig. 1 en 2. cde) Fig. 2 "4,,4,@4 en fig. 6 DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I ET is van het grootste belang dat de hersenen, de zetel der rede, (die zoals een koningin gezeten op de allerhoogste

Nadere informatie

Oefeningen nekklachten. Paramedischcentrum Landauer

Oefeningen nekklachten. Paramedischcentrum Landauer Oefeningen bij nekklachten Paramedischcentrum Landauer Rekken: Buig je hoofd naar een zijde, hand andere zijde hoofd en lichte druk tegen hoofd naar de zijde waar naar toe gebogen wordt. Breng geheel zover

Nadere informatie

(VEEL AANDACHT VOOR DE CONTROLE VAN DE ADEMHALING DOCH DIT WORDT NIET IN DETAIL BESCHREVEN..)

(VEEL AANDACHT VOOR DE CONTROLE VAN DE ADEMHALING DOCH DIT WORDT NIET IN DETAIL BESCHREVEN..) SEVA-Yoga Elementaire basisbeschrijving van oefeningen REEKS nr. 4 (B4R2) (VEEL AANDACHT VOOR DE CONTROLE VAN DE ADEMHALING DOCH DIT WORDT NIET IN DETAIL BESCHREVEN..) Oefening 1 - Gewoon rechtop staan

Nadere informatie

Mobiliserende oefeningen voor thuis

Mobiliserende oefeningen voor thuis Mobiliserende oefeningen voor thuis Oefeningen om het lichaam zo soepel mogelijk te houden Oefeningen Cervicale wervelkolom HCWK 1) Extensie: Ga rechtop zitten op een stoel en plaats de middelvingers van

Nadere informatie

DE ACHT BROKAATOEFENINGEN (QIGONG OEFENINGEN IN STAND) Eerste oefening - Met beide handen de hemel dragen.

DE ACHT BROKAATOEFENINGEN (QIGONG OEFENINGEN IN STAND) Eerste oefening - Met beide handen de hemel dragen. DE ACHT BROKAATOEFENINGEN (QIGONG OEFENINGEN IN STAND) Eerste oefening - Met beide handen de hemel dragen. Beide handen ondersteunen de " hemel ", werkt op het systeem dat verantwoordelijk is voor een

Nadere informatie

Oefeningen bij instabiliteit in de lage rug.

Oefeningen bij instabiliteit in de lage rug. Oefeningen bij instabiliteit in de lage rug. Deze oefeningen zijn bedoeld als geheugensteun voor cliënten die onder behandeling zijn. Natuurlijk kan je ook zelf de oefeningen proberen zonder dat je onder

Nadere informatie

gebruik adviezen hernia-operatie krukken ZorgSaam

gebruik adviezen hernia-operatie krukken ZorgSaam adviezen gebruik na van een hernia-operatie krukken ZorgSaam 1 2 Het gebruik van krukken U heeft zojuist één of twee krukken te leen gekregen. Deze heeft u gekregen omdat één been is aangedaan. De kruk(ken)

Nadere informatie