Competenties seksualiteit jeugd verwerven in derdejaarsstage?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Competenties seksualiteit jeugd verwerven in derdejaarsstage?"

Transcriptie

1 Competenties seksualiteit jeugd verwerven in derdejaarsstage? Een onderzoek naar de mogelijkheden voor derdejaarsstudenten om in hun stage in de residentiële jeugdhulp de competenties te verwerven omtrent seksueel gedrag bij jongeren Auteur Naam: Daniëlle Koenen Studentnummer: Opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening, Avans Hogeschool Breda Begeleidend docent: Sophie Bouwens Schooljaar: 2016/2017 Datum: 25 mei 2017 Versie: 1 Opdrachtgever Expertisecentrum Veiligheid Avans Hogeschool Contactpersoon: Tineke de Waard

2 Samenvatting Uit onderzoek door de Commissie Samson (2012) naar seksualiteit en seksueel misbruik in de residentiële jeugdzorg, kwam naar voren dat de sector onvoldoende in staat is om seksuele problematiek te onderkennen, bespreekbaar te maken en adequaat in te grijpen. Dit resulteerde onder andere in de aanbeveling dat in alle opleidingen tot jeugdzorgwerker structureel aandacht moet worden besteed aan de gezonde- en afwijkende seksuele ontwikkeling van kinderen en jongeren en aan de problematiek van seksueel misbruik. Ook is er aandacht nodig voor manieren om dit onderwerp bespreekbaar te maken met jongeren. De opdrachtgever pikte dit signaal op en is 2013 gestart met het project Gezond seksueel gedrag RJ. Dit project heeft als doel om het professionele handelen van jeugdzorgwerkers in de residentiële jeugdzorg te versterken, zodat gezond seksueel gedrag van jongeren wordt bevorderd. Ook werd door de opdrachtgever gesignaleerd dat er in het nieuwe curriculum van Avans Hogeschool wellicht weinig terugkomt over het thema seksualiteit. Dit zorgt ervoor dat studenten die het uitstroomprofiel jeugd volgen hoofdzakelijk de competenties omtrent seksualiteit moeten verwerven in hun derdejaarsstage. Middels een kwalitatief onderzoek wordt de ervaring van studenten in kaart gebracht met betrekking tot het onderwerp verwerven van competenties seksualiteit in de residentiële jeugdhulp van jaar in de derdejaarsstage. Dit is gedaan aan de hand van literatuuronderzoek en interviews met vijf stagiaires en vier pedagogisch medewerkers. De centrale hoofdvraag voor dit onderzoek is als volgt: Hoe kunnen ASB/ASH studenten in hun derdejaars stage in de residentiële jeugdhulp de competenties omtrent het signaleren, bespreekbaar maken en handelen bij seksueel gedrag verwerven, zoals beschreven in het uitstroomprofiel sociaal werk- jeugd? Er kan geconcludeerd worden dat de competenties omtrent seksualiteit weinig terugkomen binnen de opleiding en dat het stage-afhankelijk is of studenten wel of niet voldoende competenties kunnen verwerven tijdens hun derdestagejaar. Een aantal studenten geeft aan zich bekwaam te voelen als het gaat om de competenties seksualiteit, terwijl de andere studenten aangeven kennis en vaardigheden te missen. Om een beeld te krijgen van een grotere groep stagiaires, binnen verschillende sectoren, is er geadviseerd om een vervolgonderzoek te doen. De resultaten hebben tot de volgende aanbevelingen geleid: binnen het onderwijs moeten de competenties meer bekendheid krijgen en moet het thema seksualiteit beter terugkomen in de opleiding, stage-instellingen moeten een duidelijk kader wegzetten voor de stagiaire wat betreft seksualiteit en de stagiaire meer betrekken in het bespreekbaar maken en handelen bij seksueel gedrag, aan studenten wordt geadviseerd om actief op zoek te gaan naar mogelijkheden om de competenties te verwerven. Als hulpmiddel is hiervoor de kaart Let s talk about sex ontwikkeld. Verdere informatie en details zijn terug te vinden in de betreffende hoofdstukken van dit onderzoeksrapport 1

3 Voorwoord Beste lezer, Voor u ligt het onderzoek Competenties seksualiteit jeugd verwerven in derdejaarsstage?. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van mijn afstudeeropdracht voor de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening aan Avans Hogeschool Breda, in opdracht van het Expertisecentrum Veiligheid. Gedurende mijn derdejaarsstage en werk binnen de residentiële jeugdhulpverlening heb ik met eigen ogen gezien hoe zeer het onderwerp seksualiteit speelt binnen deze doelgroep en dat er regelmatig sprake is van zowel seksueel gezond als grensoverschrijdend gedrag. Vandaar dat de opdracht me aansprak en ik ontzettend blij ben dat ik de kans heb gekregen om mee te werken aan het Raak-Pro project Gezond seksueel gedrag in de residentiële jeugdzorg: Vlaggensysteem RJ. Mijn dank gaat dan ook uit naar mijn opdrachtgever: het Expertisecentrum Veiligheid, en in het bijzonder mijn contactpersoon Tineke de Waard voor de goede begeleiding. Ook wil ik Mechtild Hoïng, Carina Klerx, Anne de Boer en Michelle Wismans bedanken, bij wie ik altijd terecht kon voor vragen en voor de mogelijkheid om deel te nemen aan het Slotcongres Vlaggensysteem RJ en de lunchlezing. Daarnaast wil ik alle studenten en pedagogisch medewerkers bedanken voor hun medewerking tijdens de interviews. Zij hebben een grote bijdrage geleverd aan de uitkomsten en resultaten van dit onderzoek. Zonder hen was dit onderzoek niet mogelijk geweest. Ten slotte wil ik mijn afstudeercoach Sophie Bouwens bedanken voor haar begeleiding en kritische blik, waardoor ik het beste uit mijn onderzoek heb kunnen halen. Ook mijn medestudenten van het leerteam wil ik graag bedanken voor alle steun, inspiratie en opbouwende feedback. Uiteraard kan het niet ontbreken om ook mijn familie, vrienden en vriend te bedanken die steeds hebben moeten aanhoren hoe ingewikkeld het allemaal was en zo lief zijn geweest om met me mee te denken. Ik wens u veel leesplezier! Daniëlle Koenen 25 mei

4 Inhoudsopgave Samenvatting... 1 Voorwoord... 2 Inleiding... 4 Leeswijzer... 4 Hoofdstuk 1: Aanleiding Maatschappelijke context De onderzoeksorganisatie De doelgroep... 7 Hoofdstuk 2: Theoretisch kader... 8 Hoofdstuk 4: Probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvragen Probleemstelling Doelstelling Onderzoeksvraag Deelvragen Hoofdstuk 5: Begripsafbakening Hoofdstuk 6: Onderzoeksaanpak Type onderzoek Dataverzamelingsmethoden Interviews Data-analyse Onderzoekspopulatie Kwaliteitscriteria Hoofdstuk 7: Resultaten Hoofdstuk 8: Conclusie Eindconclusie Hoofdstuk 9: Discussie Kritische reflectie Beperkingen Hoofdstuk 10: Aanbevelingen Avans Hogeschool Stage-organisaties Studenten Hoofdstuk 11: Innovatie en implementatieplan Implementatievoorstel Meerwaarde van de innovatie Bijlage 1: Topiclijst interviews

5 Inleiding In 2012 heeft de Commissie Samson onderzoek gedaan naar seksualiteit in de jeugdzorg. Daaruit blijkt dat er sprake is van een tekort aan kennis in combinatie met handelingsverlegenheid binnen de residentiële jeugdhulp. Jeugdprofessionals worden niet voldoende opgeleid rondom het thema seksualiteit, waardoor zij niet in staat zijn om op een adequate manier te reageren op (on) gewenst seksueel gedrag. De Commissie kwam met de aanbeveling dat in alle opleidingen die opleiden tot jeugdzorgwerker meer aandacht moet zijn voor het thema seksualiteit. Echter signaleerde de opdrachtgever dat er in het nieuwe curriculum van Avans Hogeschool mogelijk niet voldoende terugkomt over dit thema, wat ervoor zorgt dat studenten hoofdzakelijk de competenties omtrent seksualiteit moeten zien te verwerven in hun derdejaarsstage. In het kader van de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening is dit afstudeeronderzoek verricht in opdracht van het Expertisecentrum Veiligheid van Avans Hogeschool. In vier maanden is er onderzoek gedaan naar de mate waarin derdejaarstagiaires in de residentiële jeugdhulp de competenties omtrent het thema seksualiteit kunnen verwerven. In dit onderzoek wordt toegewerkt naar een antwoord op de volgende onderzoeksvraag: Hoe kunnen ASB/ASH studenten in hun derdejaars stage in de residentiële jeugdhulp de competenties omtrent het signaleren, bespreekbaar maken en handelen bij seksueel gedrag verwerven, zoals beschreven in het uitstroomprofiel sociaal werk- jeugd? Leeswijzer Allereerst wordt in hoofdstuk 1 de aanleiding tot onderzoek, de opdrachtgevende organisatie en de doelgroep in kaart gebracht. Hierna wordt in hoofdstuk 2 door middel van literatuur achtergrondinformatie gegeven in het theoretisch kader. Vanuit hier is een probleembeschrijving beschreven, die te vinden zijn in hoofdstuk 3, gevolgd door de probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvragen in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 is een begripsafbakening toegevoegd, waarin alle belangrijke en veelvoorkomde begrippen staan om een zo duidelijk mogelijk beeld te geven van wat er precies mee wordt bedoeld in dit onderzoek. Vervolgens is in hoofdstuk 6 de onderzoeksaanpak beschreven, waarin uitvoerig vermeld staat welke onderzoeksmethoden en vorm van data-analyse zijn gebruikt. Daarnaast wordt toegelicht hoe rekening is gehouden met de kwaliteitscriteria betrouwbaarheid en validiteit. Nadat dit allemaal duidelijk in beeld is gebracht zijn in hoofdstuk 7 per deelvraag de resultaten beschreven, voortgekomen uit interviews en literatuuronderzoek, die in de conclusie van hoofdstuk 8 antwoord geven op de onderzoeksvraag. In hoofdstuk 9 wordt het onderzoek ter discussie gesteld. Vanuit de conclusies en discussie zijn aanbevelingen opgesteld voor de onderwijsinstelling Avans Hogeschool, voor derderjaarsstudenten en stage-instellingen. Deze zijn terug te vinden in hoofdstuk 10. Ten slotte kunt u in hoofdstuk 11 de innovatie vinden die ontwikkeld is vanuit de aanbevelingen is er een innovatie ontwikkeld, genaamd Let s talk about sex. Daarnaast is er een haalbaar implementatieplan toegevoegd. Hopende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over de inhoud van dit onderzoek. 4

6 Hoofdstuk 1: Aanleiding In dit hoofdstuk worden de signalen besproken, die naar voren kwamen uit rapporten van de Commissie Samson en Rouvoet. Deze vormden de aanleiding tot het doen van onderzoek. Het Expertisecentrum Veiligheid van Avans Hogeschool heeft deze signalen opgepakt en is in samenwerking met Movisie, TNO, Accare en Rutgers een vierjarig project gestart, genaamd Gezond seksueel gedrag in de residentiële jeugdzorg Maatschappelijke context Commissie Samson Op 8 oktober 2012 publiceerde Commissie Samson het rapport Omringd door zorg, toch niet veilig: seksueel misbruik van door de overheid uit huis geplaatste kinderen, 1945 tot heden. De commissie Samson (2012) heeft voor het onderzoek de volgende definitie van seksueel misbruik gehanteerd: Seksueel misbruik van kinderen is seksueel contact van (jong)volwassenen met kinderen jonger dan 18 jaar (tot jaar). Deze lichamelijke contacten zijn tegen de zin van het kind of zonder dat het kind deze contacten kan weigeren. Daders zetten het kind emotioneel onder druk, dwingen het kind of weten door hun overwicht te bereiken dat het kind geen nee durft te zeggen tegen seksuele toenaderingen (p. 49). Onder deze definitie wordt ook seksueel misbruik door groepsgenoten verstaan of door andere kinderen in het pleeggezin, waartegen de volwassene bescherming had moeten bieden. Uit dit onderzoeksrapport blijkt dat factoren die in de residentiële jeugdzorg (RJ) en pleegzorg aan de orde zijn, tot verhoogd risico op seksueel misbruik leiden. Het gaat dan om factoren zoals: de inrichting van de zorg, de problematiek en zwaarbelaste achtergrond van de kinderen, de machtspositie van de professionals en pleegouders en het gegeven dat fysiek contact soms onvermijdelijk of zelfs nodig is. Onderzoekscijfers laten zien dat uit huis geplaatste kinderen gemiddeld twee keer zo vaak rapporteren slachtoffer te zijn geworden in 2010 dan gemiddelde Nederlandse kinderen. Daarnaast worden kinderen in residentiële jeugdzorginstellingen ruim 2,5 keer zo vaak slachtoffer als kinderen in pleeggezinnen, waarbij in meer dan de helft van de gevallen de pleger een leeftijds- of groepsgenoot is. Voor kinderen met een licht verstandelijke beperking geldt zelfs dat zij drie keer vaker slachtoffer zijn dan kinderen zonder beperking en meisjes worden meer dan twee keer zo vaak slachtoffer als jongens. De Commissie Samson (2012) trok de volgende conclusie: De sector is onvoldoende in staat om seksuele problematiek te onderkennen, bespreekbaar te maken en adequaat in te grijpen (p. 105). De Commissie Samson formuleerde onder andere de volgende aanbeveling: In alle basisopleidingen, die opleiden tot jeugdzorgwerker, moet structureel aandacht worden besteed aan de gewone seksuele ontwikkeling van kinderen en jongeren, afwijkende seksuele ontwikkeling in geval van stoornissen en aan de problematiek van seksueel misbruik. Daarnaast dient er aandacht te zijn voor- en getraind te worden in manieren om dit onderwerp bespreekbaar te maken met jongeren. (Commissie Samson, 2012, p.108). Dit wil zeggen dat er niet alleen aandacht aan moet worden besteed tijdens keuzevakken of minoren Commissie voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg Naar aanleiding van de bevindingen uit het rapport van de Commissie Samson treft Jeugdzorg Nederland maatregelen die het risico van seksueel misbruik moeten tegengaan. Daartoe werd de Commissie Voorkomen van seksueel misbruik in de jeugdzorg ingesteld, met als voorzitter André Rouvoet. Op 14 mei 2013 presenteerden zij het het Kwaliteitskader, gericht op preventie, signalering en aanpak van seksueel misbruik van kinderen (Jeugdzorg Nederland, 2013). Met dit Kwaliteitskader 5

7 kunnen vanaf 1 januari 2015 aanbieders van jeugdhulp, aanbieders van jeugdbescherming en jeugdreclassering en AMHK s (advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, tegenwoordig bekend onder de naam Veilig Thuis) bepalen wanneer zij een geregistreerde professional moeten inzetten en wanneer zij een niet-geregistreerde professional in mogen zetten. Geregistreerde professionals zijn professionals die geregistreerd zijn in het Kwaliteitsregister Jeugd (Jeugdzorg Nederland, 2015) De onderzoeksorganisatie Expertisecentrum Veiligheid Deze afstudeeropdracht is afkomstig van het Expertisecentrum Veiligheid (EV) van Avans Hogeschool. Zij houden zich bezig met onderzoek op het gebied van maatschappelijke veiligheid en zoekt antwoorden op complexe veiligheidsvraagstukken (Avans Hogeschool, z.j.). In mei 2013 heeft het EV zich aangesloten bij het Raak-Pro project Gezond seksueel gedrag in de residentiële jeugdzorg (RJ): Vlaggensysteem RJ. Voor het Raak Pro project zijn vanaf 2013 al verschillende onderzoeken verricht door de deelnemende partijen. Dit afstudeeronderzoek zal daarop aansluiten Raak-Pro project Gezond seksueel gedrag RJ Het project is ontstaan vanuit de noodzaak die blijkt uit de rapporten van de Commissie Samson en Commissie Rouvoet. Het project heeft als missie het professionele handelen van professionals in de RJ duurzaam versterken om zodoende gezond seksueel gedrag van 12 tot 18 jarigen in de RJ te bevorderen (Gezond Seksueel Gedrag RJ, z.j.). In dit onderzoek, dat door loopt tot mei 2017, werken de organisaties Movisie (ontwikkeling Vlaggensysteem RJ), TNO (onderzoek), Rutgers (onderzoek en ontwikkeling), Accare (beroepspraktijk) en Avans Hogeschool nauw samen. De hoofddoelen van het Raak- Pro project zijn als volgt (2015): 1. De handelingsbekwaamheid van (aankomende) professionals in de RJ met betrekking tot seksualiteit en seksueel gedrag van residentieel geplaatste jongeren bevorderen; 2. Kennis ontwikkelen over het succesvol uitvoeren en implementeren van het Vlaggensysteem RJ binnen organisaties voor residentiële jeugdzorg (RJ) en het Hoger Sociaal Agogisch Onderwijs (HSAO) (p.11). Dit onderzoek richt zich op het eerste doel van het project Gezond seksueel gedrag RJ Het Vlaggensysteem Het Vlaggensysteem is een pedagogische interventie ontwikkeld door Sensoa in samenwerking met Movisie, om seksueel gedrag van kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar bespreekbaar te maken, in te kunnen schatten en hierop te kunnen reageren. Om in te schatten of er sprake is van normaal seksueel gedrag of seksueel grensoverschrijdend gedrag zijn er zes criteria opgesteld: wederzijdse toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, leeftijdsadequaat, contextadequaat en zelfrespect. (Frans, 2010). Met behulp van een normatieve lijst en de indeling in gekleurde vlaggen (groen, geel, rood en zwart), moet een opvoeder of pedagogisch medewerker in staat zijn om seksueel gedrag van jeugdigen te beoordelen. Het Vlaggensysteem werkt hiermee aan het vergroten van de competenties van iedereen die met kinderen/jongeren werkt, zodat zij beter kunnen omgaan met seksueel (grensoverschrijdend) gedrag. In het Raak-Pro project wordt de methode doorontwikkeld, zodat het ingebed kan worden in de RJ (Gezond Seksueel Gedrag RJ, z.j.). 6

8 1.3. De doelgroep Aangezien de opdrachtgever voor dit onderzoek zowel medewerker is voor het Vlaggensysteem als contactpersoon voor de studieroute tot jeugdzorgwerker bij Avans Hogeschool, is de specifieke onderzoeksvraag voor dit afstudeeronderzoek in hoeverre derdejaarsstudenten van Avans in hun stage in de RJ de competenties kunnen verwerven die te maken hebben met kennis over seksueel gedrag van jongeren en het bespreekbaar maken hiervan. Met de uitkomst van dit onderzoek kan opnieuw worden gekeken naar het nieuwe curriculum voor studenten Social Work van Avans Hogeschool, met het uitstroomprofiel sociaal werk-jeugd. Dit nieuwe curriculum gaat per schooljaar 2017/2018 in, in het eerste leerjaar. Dit maakt dat de onderzoeksgroep studenten van de opleiding Sociale Studies aan o.a. Avans Hogeschool betreft, die stage lopen in de residentiële jeugdhulp met de leeftijd 12 tot 18 jaar en de ambitie hebben om te gaan werken in het jeugddomein. Daarnaast komen ook professionals in de residentiële jeugdhulp aan het woord, omdat zij de derdejaars studenten zullen begeleiden in het behalen van deze competenties. 7

9 Hoofdstuk 2: Theoretisch kader In dit hoofdstuk komt wat achtergrondinformatie aan de orde om de context van het onderzoek beter te kunnen begrijpen Residentiële jeugdhulp Dit onderzoek richt zich op (toekomstige) professionals in de residentiële jeugdhulp. Het gaat hierbij om hulpverlening waarbij kinderen of jongeren tot 18 jaar (en soms tot 23 jaar), op vrijwillige of gedwongen basis, (tijdelijk) dag en nacht buiten hun eigen omgeving verblijven. Dit onderzoek richt zich specifiek op jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar, omdat dit aansluit bij het overkoepelende Raak-Pro Project. Er bestaan verschillende soorten residentiële hulp, zoals gesloten, besloten en open leefgroepen. Ook bestaan er deeltijd leefgroepen, waarbij jongeren bijvoorbeeld in het weekend naar huis gaan. Afhankelijk van de reden van uithuisplaatsing wordt een kind geplaatst binnen een setting die aansluit bij de behoeften van het kind (NJI, z.j.) Er zijn vormen van residentiële jeugdhulp voor Jeugd- GGZ (geestelijke gezondheidszorg), jongeren met een beperking, justitiële jeugdinrichtingen en jongeren die vallen onder een jeugdbeschermingsmaatregel. Het hoofddoel van de residentiële jeugdhulp is om de ontwikkeling van het kind weer in goede banen te leiden, waarbij een veilig klimaat een vereiste is. Dreigen kinderen thuis te ontsporen, dan dienen anderen de opvoedende taak van ouders over te nemen (Commissie Samson, 2012) Seksuele ontwikkeling in de adolescentie De leeftijdscategorie 12 tot 18 jaar bevindt zich in de adolescentie: de ontwikkeling naar volwassenheid. Een belangrijk onderdeel hiervan is de seksuele ontwikkeling. Dit gaat gepaard met grote fysieke, cognitieve en emotionele veranderingen. Jeugdigen worden op deze leeftijd verliefd op leeftijdsgenoten en krijgen (kortdurende) verkeringen. Daarbij hoort dat jeugdigen fantaseren over seks, porno kijken, masturberen en seksueel contact hebben zoals zoenen, voelen en strelen of geslachtsgemeenschap (De Graaf, 2013). Bij groei en ontwikkeling van jongeren hoort grensverkenning en soms kan dit leiden tot grensoverschrijdend gedrag (Samson, 2012) Seksualiteit binnen de RJ Volgens het rapport van de commissie Samson (2012) moet een groepsleider in de residentiële jeugdzorg thuis zijn op terreinen waarop jongeren nog hun weg zoeken, zoals seksualiteit. Op het gebied van seksualiteit gelden dezelfde morele basisregels als voor andere betrekkingen tussen mensen. Die regels hebben onder andere te maken met respect voor andermans fysieke en psychische integriteit, respect voor andermans recht op zelfbeschikking en zorg voor andermans welbevinden. Seksuele opvoeding is dus een belangrijke taak van de groepsleider. Binnen leefgroepen in de residentiële jeugdzorg blijkt dat er weinig ruimte is om te experimenteren met seksueel gedrag en om seksuele relaties op een veilige manier te ontwikkelen en te onderhouden. Er is vaak onvoldoende privacy, te wijten aan de accommodatie, het vele toezicht en de controle (Zenderen, et al., 2015). In veel instellingen is er een uitgesproken beleidslijn waaruit blijkt dat seksueel gedrag niet hoort voor kinderen en jongeren. Men straft, verbiedt en negeert vaak seksueel gedrag. Hiermee worden goede en zinvolle seksuele ervaringen geproblematiseerd. Soms staan begeleiders seksueel gedrag oogluikend toe. Geheimhouding, taboes en angst werken juist negatief in de seksuele ontwikkeling van jeugdigen (Frans en Franck, 2014). 8

10 2.4. Tekortkoming jeugdprofessionals & handelingsverlegenheid Het is de taak van opvoeders en jeugdprofessionals om kinderen te beschermen tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag. Uit onderzoek van de commissie is echter gebleken dat beschermingsconstructies in de praktijk nogal eens te kort doen. Het komt regelmatig voor dat er sprake is van gebrekkige dossiervorming over de achtergrond en gedrag van het kind, wat een adequate benadering en behandeling belemmert. Ook is er in de opleidingen tot sociaal werker en in de werkbegeleiding van professionals onvoldoende aandacht voor kennis van en communicatie over normale seksuele ontwikkeling, afwijkende seksuele ontwikkeling en seksueel misbruik van kinderen (Samson, 2012). Ten slotte blijkt uit het rapport van de Commissie Samson (2012) dat er sprake is van een grote handelingsverlegenheid in het bespreken van seksualiteit en seksueel grensoverschrijdend gedrag, zowel binnen het team als met de jeugdigen. Er wordt beschreven dat jeugdzorgwerkers onvoldoende toegerust zijn en de handvaten missen om de ervaringen bij en de grenzen van experimenteergedrag met jongeren te bespreken. Als er over seksueel gedrag gesproken wordt, is dat pas bij een vermoeden van seksueel misbruik. Veel hulpverleners gaven aan op dat moment niet de taal te spreken. Professionals hebben daarnaast vaak geen weet van seksueel misbruik en de signalen worden vaak over het hoofd gezien. Dit brengt grote onzekerheid met zich mee, waardoor drempels ontstaan om tot melden over te gaan. Goei en Kleijnen (2009) geven de volgende omschrijving van handelingsverlegenheid: Datgene wat de professional benoemt of ervaart- zoals twijfels, stress, tekorten in kennis en vaardigheden, tekorten in competenties- in het niet doelmatig kunnen handelen binnen de handelingsruimte (pag. 18). Green en Maison (2002) hebben eerder uitvoerig onderzoek gedaan naar seksualiteit en seksueel misbruik in residentiële instellingen. Hieruit kwam naar voren dat begeleiders zich vaak niet toegerust voelen om met seksuele dilemma s om te gaan. Reacties op seksueel gedrag worden vaak gestuurd door onverschilligheid, angst, schaamte en door eigen waarden rondom gender en seksuele oriëntatie. De focus ligt vooral op controle in plaats van behoeften en gevoelens van jongeren. Begeleiders zijn bang om seksueel gedrag te promoten wanneer ze met jongeren over seks praten. Een goed instellingsbeleid en richtlijnen ontbreken vaak wat betreft seksueel gedrag. Bij seksuele grensoverschrijding tussen jongeren onderling is er vaak geen aparte procedure vast gesteld binnen instelling. De grote hoeveelheid wisselingen in het team en het aantal jonge en onervaren werkers vormen een extra belemmering en maken het voor de jeugdige lastig een vertrouwensband op te bouwen met een pedagogisch werker. Die vertrouwensband is essentieel wil een jeugdige praten over seksualiteit en seksueel misbruik (Samson, 2012). Dat het rapport van de Commissie Samson aangeeft dat wisselingen in het team en jonge, onvervaren werkers een belemmering vormen voor het opbouwen van een vertrouwensband met een jeugdige is een interessant gegeven, gezien dit onderzoek zich richt op studenten die stage lopen in de RJ. Deze stagiaires zijn allen onervaren, maar zullen toch de competenties omtrent het thema seksualiteit moeten zien te behalen gedurende hun stagejaar. 9

11 2.5. Ervaringen van professionals in de RJ m.b.t. handelingsverlegenheid Uit eerder onderzoek voor het Raak-Pro project over de ervaringen van professionals in de RJ omtrent seksualiteit door Engelen (2016) en Kerckhoven (2016), gaven de respondenten, in dit geval professionals, in eerste instantie aan dat ze zelf geen of weinig handelingsverlegenheid ervaarden. De volgende definitie van handelingsverlegenheid werd gehanteerd in bovenstaande onderzoeken: Handelingsverlegenheid houdt in dat een professional niet handelt, twijfelt om te handelen of niet goed weet hoe diegene moet handelen ondanks dat de situatie er wel om vraagt (Kluft & Haitsma, z.d.). De professional is beducht voor het stellen van intieme vragen.(lünnemann, Six & Smit, 2012). Reden hiervoor kan zijn is dat er sprake is van onduidelijkheid over het probleem of het signaal, gebrek aan kennis en ervaring, een onveilige situatie of angst voor een conflict (Movisie, 2012). Daarnaast gaven ze aan geen verschil te ervaren in het bespreekbaar maken van gezond of ongezond seksueel gedrag. Na enig doorvragen blijkt echter dat er wel sprake is van handelingsverlegenheid. Er is benoemd dat seksueel gedrag te weinig bespreekbaar wordt gemaakt en er vanuit de instelling weinig handvatten worden geboden. Vooral bij seksueel grensoverschrijdend gedrag. Respondenten gaven aan dat bepaalde situaties werden doorgeschoven naar collega s, zoals de persoonlijk begeleider van een jongere of een collega die makkelijker over het onderwerp praat. Daarnaast wordt er soms weinig gedaan met de vermoedens die worden uitgesproken binnen het team. Enkele respondenten geven aan dat seksueel gedrag pas wordt besproken wanneer er iets is voorgevallen, maar dat er niet preventief aandacht aan wordt besteed. Professionals vinden het ook lastig wanneer jongeren vragen terug stellen aan hen over hun seksualiteit en hebben af en toe moeite met het bespreekbaar maken van seksueel gedrag met een jongere van de andere sekse of een andere cultuur. Ten slotte geven professionals aan dat ze het bespreekbaar maken van seksueel gedrag hebben gemist in de opleiding en er behoefte is aan een training vanuit de werkplek. Ook zou een zelfde aanpak door collega s prettig kunnen zijn, in plaats van het handelen vanuit eigen normen en waarden over het bepalen wat gezond of grensoverschrijdend seksueel gedrag is. Het is opvallend dat professionals in eerste instantie aangeven dat zij bij zichzelf geen handelingsverlegenheid constateren, terwijl dit één van de grootste conclusies is uit het rapport van Samson. Mogelijk gaven professionals sociaal wenselijke antwoorden, vonden ze het lastig om iets negatiefs over zichzelf of collega s te benoemen of hadden de onderzoeker en de respondenten een andere definitie van handelingsverlegenheid in hun hoofd Ervaringen van studenten m.b.t. bespreekbaar maken van seksueel gedrag in de RJ Er is door Linger (2015) eerder onderzoek gedaan voor het Raak- Pro project, naar de ervaringen van derdejaars studenten Social Studies van Avans in het waarnemen, signaleren en bespreekbaar maken van seksueel gedrag op hun stage in de RJ. Één van de respondenten gaf aan dat er binnen de instelling werd gewerkt met het Vlaggensysteem, de andere respondenten hadden hier geen tot weinig kennis over. Zij gaven aan dat zij hun beeld van seksueel gezond gedrag hebben gevormd door hun eigen opvoeding. De meerderheid van de respondenten geeft aan nauwelijks tot geen informatie te hebben gekregen over het seksueel gedrag van de jongeren binnen de instelling. Wel werden veel gebeurtenissen omtrent seksueel gedrag waargenomen door de stagiaires. Een deel van de respondenten gaf aan dat seksueel gedrag besproken wordt binnen het team, maar niet met de jongeren zelf. Het grootste deel liet echter weten dat er weinig gedaan wordt met signalen omtrent seksueel gedrag en dat beleid binnen de instelling ontbreekt. 10

12 De meerderheid van de respondenten gaf aan niet zelf te hebben gehandeld wanneer er sprake was van gezond of ongezond seksueel gedrag, maar dat ze wel signalen bespraken met collega s. Respondenten lieten weten voldoende over competenties te beschikken met betrekking tot omgaan met seksueel gedrag, maar zij zouden hier nog meer in willen ontwikkelen. Volgens studenten mag er meer aandacht aan worden besteed gedurende de opleiding. Aanvullend is in datzelfde jaar door Asseldonck (2015) onderzoek gedaan naar de ervaringen van derdejaars ASH studenten in het waarnemen, signaleren en bespreekbaar maken van seksueel gedrag tijdens hun opleiding en stage. Hieruit kwam naar voren dat studenten op het gebied van waarnemen en signaleren niet aan de hand van een protocol of beleid gewerkt hebben als het gaat om seksueel gezond en ongezond gedrag. Daarnaast weten ze niet goed hoe ze seksueel gezond en ongezond gedrag op een juiste manier kunnen waarnemen en signaleren en geven ze allemaal aan zich hier onzeker bij te voelen. Veel studenten hadden niet veel ervaring in het handelen, omdat ze dit overlaten aan professionals. Tijdens de opleiding zijn de onderwerpen seksueel gezond en ongezond gedrag niet specifiek teruggekomen. De geïnterviewde studenten ervaren dan ook een gebrek aan kennis als het gaat om het waarnemen, signaleren en bespreekbaar maken van dit gedrag. Dit onderzoeksrapport zal aansluiten op bovenstaande onderzoeken. 11

13 Hoofdstuk 3: Probleembeschrijving Uit de aanleiding en het theoretisch kader blijkt hoe noodzakelijk het is dat dit probleem, de handelingsverlegenheid van jeugdprofessionals omtrent het bespreekbaar maken van seksueel gedrag, wordt aangepakt. Dit kan het beste bij de basis worden aangepakt, namelijk in het onderwijs en de daarbij behorende praktijkstage, zoals beschreven is in de aanbeveling van de Commissie Samson Het huidige onderwijssyteem en uitstroomprofiel Jeugd In het huidige onderwijssysteem moeten Avans studenten Sociale Studies, die het uitstroomprofiel Jeugd willen volgen, voldoen aan de volgende drie eisen: derdejaarsstage in de jeugdhulp, de minor Jeugd volgen en een afstudeeronderzoek doen omtrent jeugdhulp. Sinds 2013 bestaat de Themacompetentie seksuele ontwikkeling, seksueel risicogedrag en seksueel misbruik, afgekort Themacompetentie seksualiteit, ontwikkeld door Jeugdzorg Nederland en de Vereniging Hogescholen. Deze is opgenomen in het competentieprofiel en uitstroomprofiel van de Jeugdzorgwerker. In de themacompetentie staan het waarborgen van een gezonde seksuele ontwikkeling, het kunnen signaleren van een afwijkende ontwikkeling en het handelen bij seksueel risicogedrag en misbruik centraal (Jeugdzorg Nederland, 2013). Deze Themacompetentie wordt alleen behandeld binnen de minor Jeugd. Studenten moeten kunnen verantwoorden dat zij over deze competenties beschikken. Wanneer zij voldaan hebben aan alle eisen, krijgen ze een aantekening bij hun diploma. Met deze aantekening kunnen afgestudeerde studenten een verzoek indienen voor een registratie in het Kwaliteitsregister Jeugd Het nieuwe curriculum van Sociaal werk Dit jaar is een nieuw Landelijk Opleidingsdocument sociaal werk gepubliceerd (Vereniging Hogescholen, 2017), wat voor alle Nederlandse Hogescholen de richtlijn vormt bij de inrichting van het nieuwe curriculum. De opleidingen MWD, SPH en CMV zullen vervallen en veranderen naar de opleiding Social Work. De bacheloropleiding Sociaal Werk mondt uit in drie uitstroomprofielen, namelijk sociaal werk- welzijn en samenleving, sociaal werk- zorg of sociaal werk- jeugd. De eerste twee jaar van de opleiding worden de vakken generiek aangeboden, waarin ook profiel-specifieke basiskennis terugkomt. Hierna kiezen studenten voor een inhoudelijke verdieping met één van de drie profielen. Met deze kennis gaan zij vervolgens in hun stage aan de slag. Wanneer studenten kiezen voor het uitstroomprofiel jeugd, moeten zij hun stage en afstuderen binnen deze sector uitvoeren om te kunnen voldoen aan de eisen die gelden voor de registratie in het Kwaliteitsregister Jeugd. Het volgen van de minor Jeugd zal geen verplicht onderdeel meer zijn. Ook zal de losse Thema-competentie Seksualiteit vervallen, maar zullen de thema s verweven worden in het nieuwe opleidingsprofiel (Avans, 2016). In dit onderzoek zullen de competenties uit de Thema-Competentie seksualiteit nog wel worden gebruikt, omdat in het nieuwe opleidingsprofiel geen competenties terugkomen op dit gebied. Volgend schooljaar 2017/2018 gaat in het eerste leerjaar het nieuwe curriculum van start op de academie Sociale Studies van Avans Hogeschool Breda (ASB) en s Hertogenbosch (ASH). Zij hebben zelf invulling mogen geven aan het nieuwe onderwijs, aan de hand van het Landelijk Opleidingsdocument. De opdrachtgever signaleerde echter dat er binnen Avans Hogeschool mogelijk geen apart vak gegeven zal worden omtrent seksualiteit en dat de onderwerpen seksuele ontwikkeling en het signaleren en bespreekbaar maken van seksueel gedrag, wellicht relatief weinig terug zullen komen tijdens de vakken in de eerste drie jaar van de opleiding. Dit zou betekenen dat studenten de kennis en vaardigheden voor het signaleren, bespreekbaar maken en handelen bij seksueel gedrag hoofdzakelijk tijdens hun derdejaarsstage in de jeugdhulp moeten zien te verwerven. Het is de vraag vanuit de opdrachtgever of het voor studenten mogelijk en voldoende is om hoofdzakelijk tijdens hun derdejaarsstage de competenties omtrent seksualiteit te verwerven. 12

14 Hoofdstuk 4: Probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvragen 4.1. Probleemstelling Uit het rapport van de Commissie Samson en uit eerder onderzoek voor het Raak-Pro project blijkt dat er sprake is van handelingsverlegenheid op de werkvloer omtrent seksueel gedrag binnen de residentiële jeugdhulp. Dit is de setting waarin ASB en ASH studenten hun competenties moeten zien te verwerven. Gezien niet alle aspecten van het thema seksualiteit bij jeugdigen terug lijken te komen in het onderwijs van Avans Hogeschool en er veel competenties te behalen zijn voor studenten met het uitstroomprofiel sociaal werk in het jeugddomein, is het de vraag van de opdrachtgever of het mogelijk is om het grootste deel van deze competenties te verwerven tijdens de derdejaars stage Doelstelling Met dit onderzoek wordt beoogd inzicht te krijgen in de mogelijkheden die er zijn voor ASB/ASH studenten met het uitstroomprofiel sociaal werk in het jeugddomein om in hun derdejaarsstage competenties te verwerven rond het signaleren, herkennen en bespreekbaar maken van gezond en ongezond seksueel gedrag. De innovatie, als resultaat van dit onderzoek, zal praktische handvatten bieden voor derdejaars stagiaires om aan de competenties te werken Onderzoeksvraag Door antwoord te geven op de volgende vraag, zal de doelstelling bereikt worden. Hoe kunnen ASB/ASH studenten in hun derdejaars stage in de residentiële jeugdhulp de competenties omtrent het signaleren, bespreekbaar maken en handelen bij seksueel gedrag verwerven, zoals beschreven in het uitstroomprofiel sociaal werk- jeugd? 4.4. Deelvragen 1. Hoe zien stagiaires en professionals de thema s uit de competenties omtrent seksualiteit terugkomen in de praktijk? 2. Op wat voor manier werken studenten nu aan de competenties omtrent seksueel gedrag gedurende hun derdejaarsstage? 3. Waar hebben derdejaarsstudenten vanuit hun stageplek behoefte aan om de competenties omtrent seksueel gedrag te kunnen verwerven? 4. Wat hebben stagiaires vanuit het onderwijs en stagebeleiding vanuit Avans Hogeschool nodig om de competenties omtrent seksueel gedrag te kunnen verwerven? 5. Welke suggesties hebben professionals binnen de RJ voor derdejaars studenten om aan de competenties te kunnen werken? 6. Hoe denken professionals binnen de RJ ondersteuning te kunnen bieden aan de stagiaires om de competenties omtrent seksueel gedrag te kunnen verwerven? 13

15 Hoofdstuk 5: Begripsafbakening In het onderzoek wordt met onderstaande veelgebruikte begrippen het volgende bedoeld: ASB/ASH studenten Studenten van de Academies voor Sociale Studies Breda en s Hertogenbosch (Avans, 2016) Competenties In het Landelijk Uitstroomprofiel Jeugdzorgwerker wordt de volgende definitie geformuleerd: Een (beroeps)competentie is een geïntegreerd geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en houding. De beroepskrachten hebben de competenties nodig om in voorkomende beroepscontexten op adequate, doelbewuste en gemotiveerde wijze proces- en resultaatgericht te handelen, dat wil zeggen passende procedures te kiezen en toe te passen om de juiste resultaten te bereiken (Sectorraad HSAO, 2010, pag.24). In dit onderzoek wordt verwezen naar de competenties uit de thema-competentie seksualiteit. Competenties seksualiteit Kennis 1) De student heeft kennis op het gebied van een gezonde seksuele ontwikkeling, seksueel risicogedrag en (de gevolgen van) seksueel misbruik 2) De student heeft kennis van de wet- en regelgeving op het gebied seksueel risicogedrag en seksueel misbruik in de jeugdzorg (o.a. meldcode) 3) De student heeft kennis van protocollen, richtlijnen en normen binnen de organisatie en kennis van normen en grenzen op het gebied van sekualiteit die in de beroepscode beschreven staan 4) De student heeft kennis van instanties die hulp bieden aan plegers en slachtoffers van seksueel geweld 5) De student heeft kennis van methodes en interventies gericht op het signaleren en duiden van seksueel risicogedrag en seksueel misbruik en gericht op het waarborgen van een gezonde seksuele ontwikkeling Signaleren 6) De student signaleert seksueel risicogedrag en seksueel misbruik en bespreekt signalen en observaties met zijn collega s en leidinggevende/behandelcoördinator 7) De student maakt in samenspraak met collega s een veiligheidsinschatting en handelt bij signalen volgens het beleid van de organisatie, de beroepscode en volgens de wet-en regelgeving (protocol en meldcode) Bespreekbaar maken 8) De student voert gesprekken met jeugdigen en opvoeders over seksualiteit, intimiteit en seksuele ontwikkeling 9) De student biedt de jeugdige/opvoeder veiligheid in gesprekken over seksualiteit, seksueel risicogedrag en seksueel misbruik: sluit aan bij beleving en tempo van de jeugdige/opvoeder en toont zich meerzijdig partijdig 10) De student geeft gepaste seksuele voorlichting aan de hand van dagelijkse situaties en gebruikt daarbij bestaand voorlichtingsmateriaal 11) De student benoemt persoonlijke dilemma s op het gebied van seksualiteit, intimiteit en seksueel misbruik binnen het werk en bespreekt dit met collega s Professionaliteit 12) De student gedraagt zich als rolmodel op het gebied van seksualiteit en intimiteit: hanteert kleding en gedragsnormen passend bij beroep en context 13) De student reflecteert actief op zijn eigen handelen ten aanzien van seksualiteit en misbruik 14) De student onderhoudt de eigen deskundigheid op het gebied van seksualiteit, misbruik en risicogedrag en probeert deze verder te ontwikkelen 14

16 In de Thema-competentie seksualiteit, omschrijven Jeugdzorg Nederland en de Vereniging Hogescholen (2013) een aantal gedragskenmerken en kennis die de startbekwame professional op HBO-niveau in het domein jeugd dient te beheersen. Hieruit kunnen bovenstaande competenties worden geformuleerd, die in dit onderzoek worden bedoeld met competenties omtrent seksualiteit. Residentiële jeugdhulp (afgekort RJ) Het Nederlands Jeugdinstituut definieert dit begrip als hulpverlening waarbij kinderen of jongeren tot 18 jaar (en soms tot 23 jaar), op vrijwillige of gedwongen basis, (tijdelijk) dag en nacht buiten hun eigen omgeving verblijven (NJI, z.j.). Seksueel gedrag Onder dit brede begrip vallen alle vormen van seksueel contact: van knuffelen, zoenen tot geslachtsgemeenschap, alsook alle gedragingen die alleen worden verricht en kunnen leiden tot seksuele opwinding bij de persoon zelf of een ander (NJI, 2015) Seksueel gezond gedrag is gedrag wat niet schadelijk is voor het eigen lichaam of psychosociaal welzijn. Gedrag is seksueel ongezond als het een schadelijk risico vormt voor de ontwikkeling (Maris, Vlugt, Deurloo & Lanting, 2014). Seksueel grensoverschrijdend gedrag (of risicogedrag) Seksueel grensoverschrijdend gedrag omvat elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering in verbale, non-verbale of fysieke zin, waarbij in seksueel contact aan één of meer van de volgende zes criteria niet wordt voldaan: wederzijdse toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, leeftijdsof ontwikkelingsadequaat, contextadequaat, zelfrespect (Frans & Franck, 2010). Seksueel misbruik Elke vorm van seksueel grensoverschrijdend gedrag, in verbale, non-verbale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, waar geen wederzijdse toestemming voor bestaat, en/of die op een of andere manier afgedwongen is, en/of waar het slachtoffer veel jonger is of in een afhankelijke relatie staat (Movisie, 2011). 15

17 Hoofdstuk 6: Onderzoeksaanpak 6.1. Type onderzoek Uit de centrale onderzoeksvraag blijkt dat het belangrijkste doel van dit onderzoek is om te kijken naar de ervaringen van stagiaires wat betreft het verwerven van de competenties omtrent het bespreekbaar maken en signaleren van seksueel gedrag nu en om vervolgens te bekijken welke mogelijkheden er zijn om dit beter terug te laten komen in hun derdejaarsstage. Kwalitatief onderzoek sluit het beste aan bij deze onderzoeksvraag, omdat het interpretatief en subjectief is. Het gaat niet om feiten en cijfers, maar het beantwoorden van open vragen. Een kwalitatief onderzoek geeft diepgaande informatie door te kijken naar de hoe en waarom-vraag en gaat in op achterliggende motivaties, meningen, wensen en behoeften van de onderzoeksgroep (Swaen, 2013) Dataverzamelingsmethoden Interviews Voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag en de deelvragen is voornamelijk gebruik gemaakt van praktijkonderzoek in de vorm van semi-gestructureerde interviews, waarbij de ervaringen en behoeften van studenten en professionals werden gemeten. Het semi-gestructureerde interview is een onderzoeksmethode waarbij een topiclijst wordt opgesteld met wat algemener geformuleerde vragen. Hier mag tijdens het interview van afgeweken worden (Dingemanse, 2015). De gebruikte topiclijst kunt u vinden in bijlage 1. Het voordeel van semi-gestructureerde interviews is dat het interview aansluit bij de geïnterviewde en er dieper kan worden ingegaan op de antwoorden van de geïnterviewde. In eerste instantie was het de bedoeling om een focusgroep af te nemen met in ieder geval drie professionals en drie stagiaires van twee groepen binnen een organisatie in de residentiële jeugdhulp en daarnaast een stuk of vijf individuele interviews af te nemen met stagiaires van andere organisaties en studenten die de minor jeugd hebben gevolgd. Een focusgroep is een groepsinterview waarbij aan een aantal respondenten open vragen wordt gesteld over een specifieke situatie (Dingemanse, 2015), in dit geval rondom het thema seksualiteit en de mogelijkheden voor stagiaires om de competenties te verwerven. De groep respondenten kan vervolgens met elkaar in gesprek gaan over het onderwerp. Hiervoor was gekozen omdat de respondenten elkaar kunnen aanvullen en elkaar kunnen stimuleren om verder te kijken dan zijn of haar eigen visie. Op deze manier kon een zo goed mogelijk beeld worden gevormd van de huidige situatie op de twee groepen, de ervaringen van stagiaires en konden vast verbeterpunten worden aangehaald. Helaas bleek het niet mogelijk om een groep met meerdere professionals en stagiaires binnen dezelfde organisatie bij elkaar te krijgen op hetzelfde moment, vanwege drukte en tijdgebrek. Er is uiteindelijk voor gekozen om vier interviews af te nemen in tweetallen, waarvan één derdejaarsstagiaire en één jeugdprofessional. In de meeste gevallen was de pedagogisch medewerker (pm er) ook stagebegeleider. Met deze manier van interviews afnemen, kwamen alsnog de voordelen aan bod, zoals die bij een focusgroep zouden gelden. Het interviewen in tweetallen zorgt er namelijk voor dat pedagogisch medewerkers en stagiaires elkaar kunnen aanvullen. Hiermee krijg je meer en gedetailleerde informatie. Bij een focusgroep speelde het nadeel dat er mogelijk niet genoeg tijd en ruimte was voor alle respondenten om aan het woord te komen. In het geval van interviews in tweetallen, is dit minder aan de orde geweest. Het nadeel is echter dat deze methode een lagere validiteit heeft dan het gestructureerd interview. Ook is er de mogelijkheid dat de geïnterviewden niet openlijk durven te praten, sociaal wenselijke antwoorden geven en elkaar beïnvloeden. Tijdens de interviews heeft de onderzoeker hier op proberen te letten door middel van observatie, waarbij gekeken is naar de houding, gezichtsuitdrukkingen en hoeveel elke deelnemer aan het woord kwam. 16

18 Bij de meeste interviewvragen werd eerst aan de stagiaire het woord gegeven, zodat hun antwoorden niet werden beïnvloed door de stagebegeleiders. De respondenten leken zich tijdens de interviews vrij te voelen om alles te kunnen bespreken, maar dat is natuurlijk nooit helemaal zeker te zeggen. Naast de interviews in tweetallen is er één individueel interview afgenomen met een vierdejaarsstudente van Avans Hogeschool ASB, die in haar derdejaar stage heeft gelopen in de residentiële jeugdhulp en de minor Jeugd heeft gevolgd. Alle studenten van ASB en ASH die de minor Jeugd hebben gevolgd zijn hiervoor via de mail benaderd, maar er was maar één student die paste binnen de doelgroep en in de gelegenheid was om te worden geïnterviewd. Hiervoor is gekozen omdat studenten tijdens de minor Jeugd hebben gewerkt met de Thema-competentie Seksualiteit. Het was waardevol om te bekijken of deze studenten een andere ervaring hadden met het verwerven van de competenties. Helaas geeft één respondent binnen deze categorie hier geen representatief beeld van Literatuuronderzoek en bronnenonderzoek Voor de totstandkoming van het vooronderzoek, de aanleiding tot en met de begripsafbakening, is gebruik gemaakt van literatuuronderzoek samen met informatie uit persoonlijke communicatie met de opdrachtgever. Hiervoor zijn documenten gebruikt die zijn verkregen via de opdrachtgever en documenten die zijn gepubliceerd op de site van het project Gezond seksueel gedrag RJ. Daarnaast is er ter aanvulling op de resultaten voortkomend uit de interviews, gebruik gemaakt van een klein stuk literatuuronderzoek om de volgende deelvraag te beantwoorden: Wat hebben stagiaires vanuit het onderwijs en stagebeleiding vanuit Avans Hogeschool nodig om de competenties omtrent seksueel gedrag te kunnen verwerven? Hiervoor is opnieuw gebruik gemaakt van een digitale bron afkomstig van het project Gezond seksueel gedrag RJ Data-analyse Voor de analyse van de resultaten, voortgekomen uit de interviews, is ervoor gekozen om de antwoorden op de vragen eerst volledig uit te typen. Dit zorgt ervoor dat de antwoorden zo nauwkeurig mogelijk kunnen worden verwerkt en er geen interpretaties worden gebruikt. Vervolgens zijn de meest relevante tekstfragmenten ondergebracht bij één of meerdere topics aan de hand van een analyseschema. Hierna is er gekeken welke teksfragmenten en topics onder welke onderzoeksvragen vallen en is de samenvatting van de tekstfragementen per onderzoeksvraag verwerkt in het hoofdstuk resultaten. Ten slotte is er een conclusie geschreven, waarin gekeken is naar overeenkomsten en verschillen. In de discussie komen oorzaken en gevolgen terug van de beschreven conclusie Onderzoekspopulatie De interviews zijn afgenomen onder derdejaarsstudenten die in de residentiële jeugdhulp stage lopen en één vierdejaarsstudente die de minor Jeugd heeft gevolgd en in haar derdejaar stage heeft gelopen. Hiervan waren drie studenten afkomstig van Avans Hogeschool ASB en twee studenten van andere hogescholen. Op deze manier kon gekeken worden naar verschillen en overeenkomsten tussen de ervaringen van verschillende studenten. Daarnaast zijn vier professionals binnen de residentiële jeugdzorg geïnterviewd, die tevens stagebegeleiders waren, over de mogelijkheden voor stagiaires om binnen de praktijk de competenties te verwerven omtrent seksualiteit. De professionals hebben namelijk een goed beeld van de beroepspraktijk, kunnen daarom aangeven of het mogelijk is om de competenties te verwerven en wat zij kunnen bijdragen aan de ondersteuning van de stagiaires. Er zijn in totaal 9 respondenten geïnterviewd uit de residentiële jeugdhulpverlening en meidenhulpverlening (zie onderstaan profiel van de respondenten). 17

19 De groepen uit de residentiële jeugdhulpverlening bestaan uit zowel jongens als meiden. Deze jongeren verblijven daar vanwege gedragsproblematieken of een bedreiging in hun ontwikkeling. Dit kan zijn een onveilige thuissituatie. Ook waren er twee van de drie groepen die zich bezig hielden met traumaverwerking. In de meidenhulpverlening gaat het om alleen meiden. Zij hebben allemaal te maken met afhankelijkheidsrelaties en last van gezinsproblematiek. Ook bij hen is traumabehandeling een onderdeel van de behandeling. Op de tienermoedergroep verblijven naast meiden ook hun kinderen. Voor het beantwoorden van de deelvragen zijn er geen interviews afgenomen bij stagebegeleiders vanuit school, omdat de vraag vanuit de opdrachtgever specifiek was om te kijken naar de ervaringen van derdejaarsstudenten. Er is gestreefd naar een zo divers mogelijke onderzoekspopulatie uit verschillende sectoren en organisaties binnen de residentiële jeugdhulpverlening om een zo goed mogelijk inzicht te geven van de mogelijkheden die er zijn voor stagiaires om de competenties te verwerven. Hiervoor zijn dan ook andere sectoren benaderd via de mail, zoals een grote organisatie binnen de LVB- jeugd, maar zij konden door omstandigheden niet deelnemen aan het onderzoek. Dit heeft gevolgen voor de validiteit en betrouwbaarheid. De groep stagiaires en pedagogisch medewerkers geeft namelijk geen representatief beeld van alle derdejaarsstudenten die stage lopen in de residentiële jeugdhulp. Daarnaast zou een grotere groep studenten geïnterviewd moeten worden om een volledig beeld te krijgen, maar dit was vanwege de beperkte tijd niet mogelijk. In de discussie wordt hier nog verder op ingegaan en wordt een aanbeveling gedaan voor een vervolgonderzoek Profiel respondenten Stagiaires Respondent Instelling Sector Opleiding 1 X Jeugdhulpverlening MWD 3, Avans Hogeschool ASB 2 X Jeugdhulpverlening SPH 3, Avans Hogeschool ASB 3 X Meidenhulpverlening SPH 3, Fontys Hogeschool (tienermoeders) 4 Y Jeugdhulpverlening (gesloten) SPH 4, Avans Hogeschool ASB 5 Z Meidenbehandelgroep MWD 3, Hogeschool van Amsterdam Pedagogisch medewerkers 6 X Jeugdhulpverlening PM er 7 X Jeugdhulpverlening PM er 8 X Meidenhulpverlening PM er (tienermoeders) 9 Z Meidenbehandelgroep Jeugdzorgwerker Meidenhulp 18

20 6.5. Kwaliteitscriteria Bij een onderzoek is het belangrijk te voldoen aan de kwaliteitscriteria: validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid. - Validiteit: dit wil zeggen dat je datgene onderzoekt wat je wilt onderzoeken. Je onderzoeksresultaten bevatten zo min mogelijk systematische verstoringen (Donk & Lanen, 2011). - Betrouwbaarheid: gaat om het streven dat je tijdens je onderzoek er voor probeert te zorgen dat de resultaten zo min mogelijk tot stand komen door toevallige verstoringen. Dat het onderzoek dezelfde onderzoeksresultaten oplevert als het wordt herhaald of door iemand anders zou worden uitgevoerd (Donke & Lanen, 2011). - Bruikbaarheid: wanneer de validiteit en de betrouwbaarheid worden gewaarborgd, zal er een representatief en bruikbaar resultaat voortkomen uit het onderzoek, waarmee de opdrachtgever verder kan. Dit wordt gewaarborgd door de opdrachtgever nauw te betrekken bij het onderzoek en veel te overleggen. Voor het waarborgen van de betrouwbaarheid en validiteit is er tijdens het afnemen van interviews voor gezorgd, dat er sprake is van een duidelijke opbouw en duidelijk geformuleerde vragen. Om ervoor te zorgen dat deze aansluiten op de onderzoeksvragen is er per deelvraag gekeken welke vragen nodig zijn om de deelvragen te beantwoorden. Daarnaast werd, met toestemming van de respondenten, een audio-opname gemaakt om de resultaten zo zorgvuldig mogelijk te verwerken. Er werd daarnaast vermeld dat resultaten anoniem zouden worden verwerkt, zodat de geïnterviewden zich meer vrij voelden om openlijk te praten over het onderwerp. In dit onderzoek zijn daarom geen namen van respondenten en instellingen genoemd. Om de betrouwbaarheid te vergroten is er bij elk interview een lijst aanwezig geweest met de competenties omtrent seksualiteit, zodat het zeker was dat interviewer en de geïnterviewde het over dezelfde begrippen hebben. Vervolgens werden de interviews volledig uitgeschreven, waarna de resultaten kritisch werden geanalyseerd en verwerkt. De onderzoeksvraag van de opdrachtgever is vrij breed, want het is onmogelijk om er achter te komen of het op elke stageplek mogelijk is om de competenties te verwerven. Er is daarom voor gekozen om een minimum van tien respondenten aan te houden, met verschillende achtergronden, zodat de resultaten een zo representatief mogelijk beeld geven van de algehele onderzoekspopulatie. Bij het literatuuronderzoek zijn meerdere bronnen kritisch bekeken en met elkaar vergeleken. 19

21 Hoofdstuk 7: Resultaten Voor het beantwoorden van de deelvragen is gebruik gemaakt van semi-gestructureerde interviews met negen respondenten, waarvan vier derdejaars stagiaires, één vierdejaars student en vier pedagogisch medewerkers, afkomstig uit de jeugdhulpverlening en meidenhulpverlening. Aanvullend is er voor een klein deel literatuuronderzoek en bronnenonderzoek verricht. In dit hoofdstuk zullen de resultaten per deelvraag behandeld worden. 1) Hoe zien stagiaires en professionals de thema s uit de competenties omtrent seksualiteit terugkomen in de praktijk? Een aantal thema s die naar voren komen in de competenties seksualiteit zijn: kennis van seksuele ontwikkeling en seksueel risicogedrag, gesprekken voeren, persoonlijke dilemma s bespreken met collega s, risicogedrag signaleren, seksuele voorlichting geven, kennis van actuele interventies en zich als rolmodel gedragen. Om deze deelvraag te beantwoorden is gevraagd wat respondenten onder seksueel gezond en grensoverschrijdend gedrag vinden vallen, hoe ze dat terugzien binnen de behandelgroepen en hoe hier op gereageerd wordt. Daarbij werd gekeken naar het instellingsbeleid, de cultuur binnen het team, methodes en het persoonlijk handelen van de stagiares en pedagogisch medewerkers. Uit deze gesprekken kon worden gehaald in hoeverre de dagelijkse praktijk aansluit bij de competenties die stagiaires moeten behalen Seksueel gezond gedrag Alle respondenten geven aan dat ze dagelijks in verschillende vormen met seksueel gezond gedrag te maken hebben op de groepen. Jongeren kijken naar leeftijdsgenoten van het andere geslacht (of hetzelfde geslacht), bespreken deze met elkaar en zoeken toenadering. Er wordt veel gesproken over seks, er worden vaak seksueel getinte grappen gemaakt en jongeren zitten volop in hun seksuele ontwikkeling. Er wordt bijvoorbeeld gesignaleerd dat jongeren af en toe porno kijken op hun telefoon en links uitwisselen met elkaar. Of er worden vibrators gevonden op kamers. Op de meeste groepen worden preventief thema-avonden gegeven over seksualiteit en voorbehoedsmiddelen, door de pedagogisch medewerkers zelf of door Sense (centrum voor seksuele gezondheid). Bij de meidenbehandelgroep kwamen in alle fases middelen terug om het onderwerp seksualiteit bespreekbaar te maken. Ook krijgen de jongeren op deze leeftijd relaties onderling (op de gemende groepen), maar hebben ze ook vriendjes of vriendinnetjes buiten de groep. Drie respondenten binnen de jeugdhulpverlening gaven aan dat relaties op de groep niet werden toegestaan, of alleen werden toegestaan wanneer de relatie niet het behandeltraject van de jongeren in de weg staat. Twee respondenten uit de meidenhulpverlening gaven aan dat ze het juist belangrijk vinden dat meiden genoeg ruimte krijgen om met gezond gedrag te experimenteren. Waar op de meeste groepen jongeren niet bij elkaar op de kamer mochten, of alleen met de deur open, mochten meiden op deze groep wel met hun vriendje of vriendin op de kamer. - Ik denk dat meiden die op een groep wonen juist heel vaak beperkt worden in hun ontwikkeling omdat er heel veel regels zijn en er wordt bovenop gezeten. Ze worden een beetje beschermd. Als je een goede relatie hebt en wij denken dat het gezond is, dan vinden wij het goed dat hij er is. Daarin ook zoveel mogelijk bekrachtigen (pedagogisch mederwerker, meidenbehandelgroep) Eén pedagogisch medewerker gaf aan dat ze merkt dat de norm binnen de residentiële jeugdzorg heel erg verschuift van gezond en leeftijdsadequaat naar gemiddeld seksueel gedrag onder jongeren die daar verblijven. Jongeren beïnvloeden elkaar hierin. Zij vroeg zich af wat nou eigenlijk een gezonde ontwikkeling is en gaf aan dat daar een valkuil ligt, zowel voor zichzelf als het team. 20

22 Wat betreft het handelen bij seksueel gezond gedrag waren alle respondenten het erover eens dat deze kwetsbare doelgroep goed begeleid moet worden, omdat jongeren het nog lastig kunnen vinden om signalen en grenzen van de ander goed te interpreteren. Daarnaast kunnen jongeren het moeilijk vinden om hun eigen grenzen te kennen en aan te geven. Ook gaf één respondent van een tienermoedergroep het volgende aan: - Seks is niet per sé nodig om met iemand intiem te kunnen zijn. Die nuance tussen seksualiteit en intimiteit is niet altijd duidelijk voor hen. (pedagogische medewerker) Een onderdeel van de begeleiding voor deze kwetsbare doelgroep is het kunnen zijn van een rolmodel voor de jongeren, omdat jongeren heel vaak geen normaal seksueel gedrag om zich heen hebben gehad. Er werd door alle respondenten aangegeven dat zij dit belangrijk vinden. Het zijn van een rolmodel houdt in dat de pedagogisch medewerkers zich gepast kleden en dat ze ook uitdragen dat bijvoorbeeld de meiden niet te korte rokjes of diepe decolletés dragen. Daarnaast vergt dit volgens vier respondenten het delen van een stukje privéleven, door bijvoorbeeld voorbeelden te geven uit de eigen gezonde relatie. Wanneer je verwacht dat jongeren zich kwetsbaar opstellen, moet je dat zelf ook tot op een bepaalde hoogte doen, gaven zij aan. Als er geen taboe rust op het bespreken van seksualiteit, straal je dat ook uit naar de jongeren. Twee respondenten gaven daarnaast aan dat ze behoefte hebben aan meer mannelijke rolmodellen op de groep, zodat jongens daar een voorbeeld aan kunnen nemen en meiden zien hoe mannen zich ook kunnen gedragen Seksueel risicogedrag of grensoverschrijdend gedrag Tijdens de interviews bleek dat alle respondenten het makkelijker vinden om voorbeelden te benoemen van ongezond seksueel gedrag dan van gezond seksueel gedrag onder de jongeren. Er wordt namelijk regelmatig risicogedrag of grensoverschrijdend gedrag gesignaleerd. Enkele voorbeelden uit de praktijk: - Seks hebben in ruil voor middelen - Het hebben van SOA s - Ongevraagd aan een andere jongere zitten of vragen of ze mee gaan onder de douche - Geen grenzen kennen in het praten over seks of het laten zien van lichaamsdelen. - Veel wisselende contacten hebben, snel verliefd worden en van de ene in de andere relatie rollen - Meiden die op vaste dagen, op vaste tijdstippen worden afgezet en voor de deur worden opgehaald - Naast hun vriendje of vriendinnetje geen netwerk hebben, gefixeerd zijn op diegene en op de groep continue met hun telefoon bezig zijn. - Ik had eens een meisje op de groep die al erg seksueel actief was met haar 12 jaar om spullen te kunnen krijgen. En die had een achtergrond van maakt me niet uit, het gebeurt toch wel. Dan liever met mijn toestemming, maar dan heb ik wel de nieuwe Nike schoenen die ik wil. Daar ben ik mee naar de huisarts geweest. Ze was pas twaalf en had vier SOA s (pedagogisch medewerker, jeugdhulpverlening) - Ook zijn er veel jongeren waarvan bekend is dat ze in hun verleden negatieve ervaringen hebben meegemaakt met o.a. loverboys, prostitutie, seksueel misbruik, afhankelijkheidsrelaties, sexting en geweldadige relaties. Bij seksueel misbruik in het verleden, wordt er bij een aantal organisaties traumaverwerking gegeven of wordt de jongere doorverwezen naar een traumacentrum. 21

23 - We hebben op het moment een meisje die in elkaar is geslagen door haar vriend/ ex-vriend. Ze moest het ziekenhuis in, maar gaat toch elke keer terug naar hem (pedagogisch medewerker, meidenhulpverlening) - Veel jongeren, vooral meiden, hebben volgens alle respondenten moeite met het aangeven van grenzen. Hiervoor was er vanuit het merendeel van de groepen de mogelijkheid om mee te doen aan het programma Girls Talk, wat een vorm van groepscouncelling is met het doel om de seksuele weerbaarheid te vergroten. Vijf respondenten gaven aan met het Vlaggensysteem te werken en daarmee te beoordelen of seksueel gedrag gezond of grensoverschrijdend is, zowel binnen het team als met de jongere zelf. Bij de overige respondenten was het Vlaggensysteem wel bekend, maar werd er niet mee gewerkt. Zij beoordeelden seksueel gedrag meer aan de hand van eigen normen en waarden, groepsregels en ervaring. Wanneer ze er zelf niet uitkwamen bespraken ze het met collega s en eventueel de gedragswetenschapper of behandelcoördinator. Over het algemeen werd door alle respondenten seksueel grensoverschrijdend gedrag begrensd en werd er daarnaast een gesprek aangegaan met de betrokkenen. Ook werd het belangrijk gevonden om uit te leggen waarom het gedrag niet gezond is. Alle respondenten waren op de hoogte van de meldcode Kindermishandeling, voor het melden van seksueel misbruik. Ook was er binnen vrijwel alle organisaties een registratiesysteem om te melden wanneer er sprake is van seksueel grensoverschrijdend gedrag (of ander grensoverschrijdend gedrag), zodat ze goed in de gaten konden houden hoe vaak iets voorkomt. 2) Op wat voor manier werken studenten nu aan de competenties omtrent seksueel gedrag gedurende hun derdejaarsstage? Op de vraag of studenten bekend zijn met de thema-competentie seksualiteit, gaf alleen de vierdejaars Avans ASB student aan dat zij hiermee bekend was, vanwege de minor Jeugd die ze heeft gevolgd in haar vierde jaar. Zij moest in haar portfolio verantwoorden of ze de competenties heeft behaald. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de competenties pas heel laat in de opleiding terugkomen. De meeste stagiaires gaven dan ook aan dat ze tijdens hun derdejaarsstage niet bewust bezig zijn geweest met het verwerven van de competenties. Drie van de vijf stagiaires geeft echter aan dat het behalen van de competenties bij hen vanzelf gaat door het meedraaien binnen de stageplek. Zij voelen zich bekwaam als het gaat om het bespreekbaar maken en handelen bij seksueel gedrag. Twee stagiaires hiervan lopen stage in de meidenhulpverlening en één in de jeugdhulpverlening, allen in de leeftijd jaar. Deze stagiaires benoemden dat het hen stage-afhankelijk lijkt of het wel of niet mogelijk is om alle competenties voldoende te verwerven. Volgens hen gaat het behalen van de competenties o.a. vanzelf vanwege de doelgroep. Deze jongeren zitten midden in hun seksuele ontwikkeling, zijn seksueel actief en praten er uit zichzelf veel over. Vooral binnen de meidenhulpverlening werd er veel en openlijk over gesproken onderling. Daarnaast benoemden deze stagiaires en hun stagebegeleiders dat er een hele open cultuur heerst binnen de groep omtrent het bespreekbaar maken van seksualiteit, waardoor de jongeren ook die veiligheid ervaren om naar hen toe te komen. - Jongeren vragen er ook gewoon om. Dat het zo normaal gemaakt is dat je zoiets komt vragen, geeft al een beetje de sfeer aan van de onderwerpen op de groep. Je loopt even naar de leiding en geeft aan condoom is gescheurd, ik heb de pil niet ingenomen of ik heb onverwacht seks gehad. Ik wil me testen. Dat kan gewoon. Daar wordt heel normaal over gedaan (pedagogisch medewerker, jeugdhulpverlening) - De andere twee stagiaires liepen stage op een groep tot 15 jaar, waar het onderwerp wat minder aan de orde was. Zij gaven dan ook aan weinig te hebben gehandeld op het gebied van seksualiteit. Wel 22

24 spraken zij af en toe jongeren aan op hun gedrag, gaven ze signalen door aan collega s en bespraken zij deze binnen het team. - Op het moment dat ik ongepast gedrag zie, doe ik niets anders dan wat ik als normen en waarden heb en iemand daar op aanspreken. Ik weet niet zozeer hoe ik daarmee moet omgaan (stagiaire, jeugdhulpverlening) - Tijdens het interview met een stagiaire van de meidenbehandelgroep werd een hele andere ervaring verteld: zij mocht regelmatig aansluiten bij intervisies over het thema seks en vergaderingen. Daarnaast mocht ze ook de training Vlaggensysteem volgen vanuit haar stageplek. Ze gaf tijdens mentorgesprekken al seksuele voorlichting aan de hand van de Sekskoffer (een koffer met anticonceptiemiddelen, ontwikkeld door Rutgers), voerde gesprekken over seksualiteit met jongeren en collega s en werkte met het Vlaggensysteem om seksueel gedrag te kunnen beoordelen. Ook was ze zich ervan bewust dat ze een rolmodel was voor de meiden en deelde ze af en toe persoonlijke informatie, zodat de meiden zich veilig voelden en wat meer open naar haar waren als het gaat om seksualiteit. Bij het gezamenlijk doornemen van de competenties, gaf haar stagebegeleider aan dat ze alle competenties heeft gehaald. Als je hier stage loopt, ga je ze automatisch halen. Ik denk dat dit bij sommige stages veel moeilijker is (pm er, meidenbehandelgroep). De stagiaire van de tienermoedergroep en de stagiaire uit de jeugdhulpverlening geven aan dat ze de competenties vooral hebben verworven door mee te kijken met professionals en het vervolgens zelf te doen. Verderop in hun stage, met het begeleiden van mentorjongeren, kwam het onderwerp seksualiteit en grenzen aangeven vaak terug tijdens het behandeltraject. Deze stagiaires werden goed begeleid door collega s door bijvoorbeeld gesprekken voor- en na te bespreken en veel feedback te krijgen op hun handelen. Een andere stagiaire uit de jeugdhulpverlening mocht aansluiten bij de werkgroep seksualiteit en deed mee in het organiseren van activiteiten tijdens de Week van de Lentekriebels. In deze week is het de bedoeling dat jeugdigen dagelijks les krijgen over weerbaarheid, relaties en seksualiteit (Rutgers, z.j.). Zij gaf aan dat ze vooral met de activiteiten aan de competenties heeft gewerkt, maar dat er niet consequent aandacht was voor seksualiteit op haar stage. In gesprek gaan met de jongeren over dit thema werd gedaan door de pm ers, maar zelf handelde ze niet. 3) Waar hebben derdejaarsstudenten vanuit hun stageplek behoefte aan om de competenties omtrent seksueel gedrag te kunnen verwerven? Een aantal stagiaires gaf aan zich al bekwaam te voelen in het bespreekbaar maken en handelen bij seksueel gedrag. Zij hadden vanuit hun stageplek geen of weinig behoefte aan extra ondersteuning. Één stagiaire binnen de jeugdhulpverlening gaf enkel aan dat ze nog meer zou willen weten over het Vlaggensysteem en het toepassen daarvan in de praktijk. Daarnaast vond ze het jammer dat het voor stagiaires niet toegankelijk was om trainingen te volgen. De twee stagiaires binnen de jeugdhulpverlening, die aangaven dat ze niet alle competenties hebben kunnen behalen, laten weten praktische handvatten te missen. Zij wisten niet precies hoe ze om moeten gaan met seksueel gedrag dat ze signaleerden en hebben behoefte aan iets wat ze op zo n moment kunnen inzetten. Daarvan gaf één stagiaire aan dat ze meer behoefte heeft aan een eenduidig kader vanuit het team en instructies om ermee om te gaan. - We hebben bijvoorbeeld de regel we zitten niet aan elkaar, maar dat wordt niet door iedereen zo weg gezet (stagiaire, jeugdhulpverlening) - De andere stagiaire gaf aan dat in gevallen waarin seksueel grensoverschrijdend gedrag speelt, alleen de behandelcoördinator en pedagogisch medewerkers handelen, maar dat ze dat zelf niet deed. Ze 23

25 had tijdens haar stage meer willen leren om dit zelf te doen, maar dan wel onder goede begeleiding, omdat het best spannend is. Ook had ze op stage wat bewuster bezig willen zijn met wat voor seksueel gezond gedrag en wat voor grensoverschrijdend gedrag er speelt op de groep, hoe je daarmee om moet gaan en dat ze hierin opnieuw genoeg wordt begeleid door collega s. 4) Wat hebben stagiaires vanuit het onderwijs en stagebeleiding vanuit Avans Hogeschool nodig om de competenties omtrent seksueel gedrag te kunnen verwerven? Om deze deelvraag te beantwoorden is eerst gevraagd aan stagiaires wat zij over seksualiteit hebben geleerd tijdens hun opleiding. Hierna werd gevraagd wat ze gemist hebben tijdens hun opleiding en waar ze nog meer behoefte aan hadden. Onder de respondenten waren drie stagiaires afkomstig van Avans Hogeschool ASB, één van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en één van Fontys Hogescholen. Op deze manier kon er een vergelijking worden gemaakt tussen de verschillende opleidingen en behoeftes van stagiaires. De stagiaires van Avans geven aan dat ze alleen een basis seksuele ontwikkeling hebben gehad gedurende hun opleiding en dat ze les hebben gehad over de meldcode bij sprake van seksueel misbruik. Zij missen veel kennis, zoals die volgens de competentie seksualiteit nodig zijn. Een pedagogisch medewerker uit de jeugdhulpverlening benoemde hierover het volgende: - Ik vind het verbazingwekkend dat het onderzoek van Samson al zoveel jaar oud is en dat dit nu pas naar boven komt binnen jullie opleiding. Ik vind het laat. Je zal toch wel een theoretische basis moeten hebben, voordat je opdrachten kunt maken. De pm er van bovenstaande uitspraak was nog maar een aantal jaar afgestudeerd in Social Work aan Fontys in de richting jeugdzorg en gaf aan dat ze het vak seksualiteit en seksuele ontwikkeling heeft gehad. Daarbij moest je o.a. twee casussen uitgebreid uitwerken, waarin je risicovol gedrag signaleerde bij een jongere, wat je met die jongere hebt gedaan en hoe je het beste kan handelen aan de hand van methodes. Een stagiaire van de HvA kreeg het vak kind en veiligheid, waar ook het thema seksueel misbruik aan de orde kwam. Daarnaast was No Kidding langsgeweest, waarbij een ervaringsdeskundige verteld over zijn of haar eigen ervaring met seksueel misbruik. Zij kreeg daarnaast de kans om vanuit haar school deel te nemen aan een summerschool try-out in Antwerpen, met België en Denemarken, over het bevorderen van een gezonde seksuele ontwikkeling. Deze stagiaire had veel training gehad op stage, maar gaf aan dat dit niet op elke stageplek het geval is. Het lijkt haar daarom belangrijk dat er ook vanuit school de mogelijkheid is om trainingen te volgen over seksualiteit. Ook gaf ze aan dat ze best wel opnieuw seksuele voorlichting zou willen krijgen op school, omdat ze dit op de middelbare school niet zo uitgebreid had gekregen en niet op de hoogte was van nieuwe ontwikkelingen, bijvoorbeeld wat betreft nieuwe vormen van anticonceptie. Vanuit Fontys was er een stagiaire die les heeft gehad in het Vlaggensysteem en daar ook een toets over moest maken. Verder gaf ze aan dat ze binnen het vak agressie en geweld les heeft gehad over o.a. seksueel geweld en les heeft gehad over seksuele ontwikkeling. Ze heeft geen apart vak gehad over seksualiteit. Deze stagiaire gaf aan dat ze de achtergrond die ze geleerd heeft op school wel meeneemt in haar stage, maar dat je het meeste toch moet leren in de praktijk. Je kunt op school wel een beeld vormen van hoe bepaald gedrag eruit ziet en hoe je daarop moet handelen, maar dat is bij elke persoon en in elke situatie anders. Deze stagiaire gaf aan verder niets te hebben gemist in haar opleiding. Wanneer ze ergens dieper op in wilde gaan, kon ze dit ook bij supervisie bespreken. 24

26 De stagiaires van Avans Hogeschool geven aan dat ze praktische handvatten missen om te kunnen handelen in situaties waarin seksueel gezond of ongezond gedrag voorkomt. - Ik heb hier geen handvatten voor. Ik weet niet zozeer hoe ik daar mee om moet gaan op dat moment. Natuurlijk daarna overleggen met iedereen. Dan krijg je tips hoe je ermee kunt omgaan en wat je het beste kunt doen. Maar op het moment zelf, dan ben ik wel een beetje handelingsverlegen. Dan weet ik gewoon niet wat ik moet doen. Dan vind ik het wel moeilijk om te bespreken. (stagiaire, jeugdhulpverlening) - Zij hebben behoefte aan casusbesprekingen, het behandelen van verschillende methodes zoals het Vlaggensysteem en meer informatie over gezond seksueel gedrag en risicosignalen, en hoe je daarmee om kan gaan. Het lijkt hen interessant om een apart vak te krijgen over seksualiteit of bijvoorbeeld tijdens het vak ontwikkelingspsychologie dieper in te gaan op het thema seksualiteit. Vanuit de projecten Gezond seksueel gedrag in de RJ en Signaleren kan je leren wordt in samenwerking met het NJI, de monitor Themacompetentie Seksualiteit uitgevoerd. Deze monitor brengt in kaart in hoeverre en op welke manier Nederlandse opleidingen aandacht besteden aan de themacompetentie seksualiteit. (NJI, z.j.). Tijdens het slotcongres van het project Gezond seksueel gedrag RJ op 6 april 2017, werden de voorlopige resultaten gepresenteerd door T. de Waard en M. Höing. Er hadden tot dan toe 19 opleidingen deelgenomen aan de monitor. Uit de resultaten bleek dat kennis over seksualiteit in de meeste opleidingen een verplicht onderdeel is, maar dat kennis m.b.t. methodisch handelen bij ruim de helft van de opleidingen een keuzeonderdeel is. Er werd door 79 % van de invullers geconcludeerd dat er onvoldoende aandacht is voor de themacompetentie in hun opleiding. Daarnaast werd vaker genoemd dat kennis omtrent seksualiteit vaak maar bij een paar docenten aanwezig is. Deze resultaten komen overeen met behoeften van studenten die werden benoemd in de interviews. 5) Welke suggesties hebben professionals binnen de RJ voor derdejaars studenten om aan de competenties te kunnen werken? Eén pm er uit de jeugdhulpverlening gaf aan dat het eerst helder moet zijn hoe je als team en organisatie om wilt gaan met het handelen bij en bespreekbaar maken van seksueel gedrag. Daarnaast is het belangrijk dat wat de stagiaire ziet wordt overlegd binnen het team. Een andere pm er gaf de suggestie om groepsgesprekken of thema-avonden te begeleiden. Daarin kun je voorlichting geven. Daarnaast zouden stagiaires een stage-opdracht, beroepsproduct of leerdoel kunnen maken omtrent het thema seksualiteit. Op die manier ga je echt aan de slag met het handelen romdom seksueel gedrag. Zij gaf aan dat dit sowieso aan bod komt vanaf het moment dat je een mentorjongere krijgt, omdat vrijwel iedere jongere binnenkomt met leerdoelen over het aangeven en accepteren van grenzen en voor jezelf opkomen. Als je een goede band hebt met je mentorjongere, hoor je veel en kan je veel bespreekbaar maken.. Een pedagogisch medewerker binnen de meidenhulpverlening gaf aan dat stagiaires op andere stageplekken veel harder moeten werken om de competenties te verwerven. Je moet dan actief op je stage op zoek gaan naar een manier om dat te doen. Bij de vraag hoe stagiaires eraan kunnen werken die het lastiger vinden om het onderwerp bespreekbaar te maken, gaf ze de volgende suggestie: - Als je het lastig vindt om over seks te praten, zou ik aanraden om het vlaggensysteem in eerste instantie te gebruiken. Om gewoon wat middeltjes te hebben om het ergens over te hebben, zoals de koffer. Dat je comfortabel wordt daarmee. Dan kan een koffer of werkblad heel erg helpen omdat je het niet zo zeer over jezelf of het meisje hoeft te hebben maar je kan dan die middelen gebruiken om er zo aan te werken en het erover te hebben (pedagogisch medewerker, meidenbehandelgroep) 25

27 Ten slotte gaf een stagiaire van de tienermoedergroep, die zich bekwaam voelde, een suggestie voor stagiaires die het moeilijker vinden om de competenties te verwerven. Zij vertelde dat je dan het beste klein kunt beginnen, door eerst aanwezig te zijn bij gesprekken die een collega voert waarbij je oplet hoe hij/zij dat aanpakt. Ook hoeft het bespreekbaar maken van seksualiteit niet altijd serieus te zijn, het kan ook met een grapje. 6) Hoe denken professionals binnen de RJ ondersteuning te kunnen bieden aan de stagiaires om de competenties omtrent seksueel gedrag te kunnen verwerven? Allereerst vinden stagebegeleiders het belangrijk dat ze op de hoogte zijn van de competenties, zodat de stagiaires daar ook in begeleid kunnen worden. Nu waren de stagiaires zelf niet eens op de hoogte van deze competenties. Voor het bieden van ondersteuning geven alle pm ers aan dat het belangrijk is om het onderwerp bespreekbaar te maken met stagiaires. Je kunt aan het begin van de stage met de stagiaire bespreken wat hij/zij onder gezond seksueel gedrag en grensoverschrijdend gedrag vindt vallen en wat voor de stagiaire een grens is. In situaties waarbij er sprake is van seksueel gedrag, kun je de stagiaire erbij betrekken door vragen te stellen als: merkte jij dat ook?, wat vond jij daarvan?, wat zou jij daarmee doen?. Wanneer pm ers zelf niet uit een bepaalde situatie komen, bespreken ze het op deze manier ook binnen het team. Wanneer de stagiaire verder in het stagejaar moet handelen, kun je vooraf bespreken hoe je het beste kunt reageren. Achteraf kun je de stagiaire feedback geven over wat de volgende keer anders of beter kan, bespreken wat de stagiaire als makkelijk of moeilijk ervaarde tijdens het handelen en handelingsalternatieven geven. Daarnaast gaven de drie pedagogisch medewerkers, waarbij het mogelijk was om alle competenties te behalen, aan dat het heel automatisch gaat wanneer je een tijdje stage loopt daar. Zij benoemde allen het hebben van een veilig klimaat hier een grote bijdrage aan levert. Dit zorgt ervoor dat het voor pm ers, stagiaires en jongeren makkelijker is om het onderwerp bespreekbaar te maken. Er moeten weinig tot geen taboe s op heersen. Ook is het een veelbesproken onderwerp tijdens teamvergaderingen, waarbij pm ers overleggen hoe ze met bepaalde situaties omgaan. Hier kunnen stagiaires ook van leren. 26

28 Hoofdstuk 8: Conclusie In dit hoofdstuk worden opvallende overeenkomsten en verschillen besproken, die naar voren kwamen in de resultaten. De eindconclusie zal antwoord geven op de volgende onderzoeksvraag: Hoe kunnen ASB/ASH studenten in hun derdejaars stage in de residentiële jeugdhulp de competenties omtrent het signaleren, bespreekbaar maken en handelen bij seksueel gedrag verwerven, zoals beschreven in het uitstroomprofiel sociaal werk-jeugd? Uit de interviews komt naar voren dat zowel seksueel gezond gedrag als grensoverschrijdend gedrag in meer of mindere mate terugkomt op elke groep binnen de doelgroep residentiële jeugdhulp van jaar. Op de twee groepen binnen de meidenhulpverlening lijkt seksueel gedrag meer aan de orde te komen dan op de groepen binnen de gemende jeugdhulpverlening. Respondenten van deze groepen geven aan dat deze meiden al binnenkomen met problemen rondom loverboys, prostitutie, seksueel grensoverschrijdend gedrag, seksueel misbruik en tienerzwangerschappen. Hierdoor komt seksualiteit al snel ter sprake in het hulpverleningsplan. Ook gaven respondenten aan dat er door de meeste meiden heel openlijk over seksualiteit wordt gepraat op de groep. Er wordt door de respondenten verschillend gehandeld bij het signaleren van seksueel gedrag. Bij de ene groep zijn er strikte regels omtrent het aanraken van elkaar en het hebben van relaties op de groep, bij een andere groep wordt experimenteergedrag meer toegestaan. Voor het handelen en bespreken van seksueel gedrag maken sommige respondenten gebruik van eigen normen en waarden, ervaringen en groepsregels, terwijl er bij andere respondenten gebruik wordt gemaakt van verschillende methodes en middelen zoals het Vlaggensysteem en de sekskoffer. De thema s uit de competenties kwamen grotendeels op alle groepen terug. Opvallend is dat de thema-competentie seksualiteit niet voor of tijdens het derdejaar in de opleiding aan bod komt, wat er voor zorgt dat stagiaires tijdens hun derdejaarsstage niet bewust bezig zijn met het verwerven van hun competenties. Ook zijn stagebegeleiders niet op de hoogte van de competenties, waardoor zij de stagiaires niet specifiek daarin kunnen begeleiden. Op alle stageplekken is het mogelijk om competenties te verwerven. Er zitten echter grote verschillen in de mate waarin je deze kunt verwerven. Vanuit één organisatie werd er bijvoorbeeld een training Vlaggensysteem aangeboden en werden veel praktische middelen aangeboden om het onderwerp bespreekbaar te maken. Op andere stageplekken was er geen enkele mogelijkheid tot het deelnemen aan een training op dit gebied. De resultaten laten zien dat sommige stagiaires aangeven zich bekwaam te voelen als het gaat om het bespreekbaar maken van seksualiteit en het handelen bij seksueel gedrag. Anderen hebben onvoldoende competenties kunnen verwerven tijdens hun stage. Dit is o.a. afhankelijk van de doelgroep. Het blijkt dat er meer sprake van seksueel gedrag is binnen groepen met een oudere leeftijd en daarnaast is het meer aan de orde binnen de meidenhulpverlening. Ook kan het zijn dat de achtergrond, etniciteit en het geloof een rol spelen in de mate van openheid door zowel jongeren als pm ers. Verder spelen de cultuur binnen het team en het instellingsbeleid een grote rol. Stagiaires hebben behoefte om zelf te oefenen in het handelen rondom seksueel gedrag en missen hierbij een kader vanuit het team en de organisatie. Professionals geven aan dat stagiaires in het begin wellicht klein kunnen beginnen en daarvoor middeltjes kunnen gebruiken als het Vlaggensysteem en de Anticonceptiekoffer. Daarnaast wordt het door zowel stagiaires als professionals als belangrijk ervaren om signalen bespreekbaar te maken binnen het team en om situaties voor-en na te bespreken met collega s. 27

29 Veel stagiaires missen in hun opleiding kennis over een gezonde seksuele ontwikkeling, risicosignalen, grensoverschrijdend gedrag en hoe daarbij te handelen. Zij hebben behoefte aan praktische handvatten, kennis m.b.t. methodisch handelen en casuïstiek Eindconclusie Er bevinden zich grote verschillen tussen de ervaringen van studenten die stage lopen in de residentiële jeugdhulp als het gaat om in hoeverre zij zich uiteindelijk bekwaam voelen in het bespreekbaar maken en handelen bij seksueel gedrag. Het blijkt dat het stage-afhankelijk is of studenten die competenties kunnen verwerven omtrent seksualiteit. Stagiaires kunnen werken aan het verwerven van de competenties door situaties voor-en na te bespreken met collega s, door gebruik te maken van middeltjes zoals de Anticonceptiekoffer of het Vlaggensysteem, of door het koppelen van stage-opdrachten aan het thema seksualiteit. Ter ondersteuning hebben studenten vanuit school en stage behoefte aan meer praktische handvatten en informatie. 28

30 Hoofdstuk 9: Discussie In de onderzoeksaanpak zijn de kwaliteitscriteria al uitgebreid besproken, vandaar dat het in dit hoofdstuk alleen nog gaat om een kritische reflectie op de resultaten en de beperkingen van dit onderzoek. Hieruit voort komt een advies tot een vervolgonderzoek Kritische reflectie Uit de interviews kan geconcludeerd worden dat de mogelijkheden die stagiaires hebben om de competenties omtrent seksualiteit te verwerven voor een deel stage-afhankelijk zijn. Een deel van de stagiaires geeft namelijk aan zich bekwaam te voelen als het gaat om het signaleren, bespreekbaar maken en handelen bij seksueel gedrag, maar het andere deel niet. Hierin was een groot verschil te merken tussen stagiaires binnen de gemengde jeugdhulpverlening en meidenhulpverlening, waarbij stagiaires aangeven dat het in de meidenhulpverlening automatisch gaat. Er worden daar veel mogelijkheden en middelen aangereikt om te oefenen. Daarnaast ligt er een verantwoordelijkheid binnen het onderwijs voor het verwerven van de competenties. Het is namelijk de taak vanuit de opleiding om kennis terug te laten komen over seksuele ontwikkeling, seksueel risicogedrag, seksueel misbruik en interventies/methodes. Stagiaires geven echter aan dat ze daar weinig les in krijgen. In de probleembeschrijving kwam aan bod dat de opdrachtgever signaleerde dat er in het nieuwe curriculum nog steeds weinig terug gaat komen over dit thema, wat ervoor zorgt dat stagiaires de competenties vooral moeten verwerven tijdens hun stagejaar. Gezien het niet op elke stageplek mogelijk is om voldoende competenties te verwerven, lijkt het alsof stagiaires hierin aan hun lot over gelaten worden. Het gevolg is mogelijk dat een aantal stagiaires, uit andere sectoren dan de meidenhulpverlening, niet voldoende toegerust zullen zijn als het gaat om het signaleren, bespreekbaar maken en handelen bij seksueel gedrag Beperkingen Bij de resultaten moet rekening worden gehouden met het feit dat in dit onderzoek uitsluitend onderzoek is gedaan naar een kleine groep stagiaires en pedagogisch medewerkers binnen de residentiële jeugdhulp en meidenhulpverlening. Wanneer je op een groep in de residentiële jeugdhulp werkt, zie je de jongeren vaak en is het makkelijker om seksueel gedrag te signaleren. Bij ambulante jeugdhulpverlening en het werken in een wijkteam zal dit bijvoorbeeld weer heel anders zijn. Het zou mogelijk tot andere resultaten hebben geleid wanneer er onder een grotere groep respondenten onderzoek was gedaan. Het advies voor vervolgonderzoek is dan ook dat er breder onderzoek wordt gedaan onder derdejaarsstagiaires van zowel ASB als ASH, die stage lopen in verschillende organisaties en sectoren, zoals bijvoorbeeld residentiële jeugdhulpverlening, ambulante jeugdhulpverlening, dagbehandeling, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Dit kan mogelijk aan de hand van een vragenlijst. Ook kunnen stagebegeleiders vanuit school geïnterviewd worden over hun suggesties voor het verwerven van de competenties. 29

31 Hoofdstuk 10: Aanbevelingen Uit het onderzoek zijn vanuit stagiaires, pedagogisch medewerkers en de opdrachtgever verschillende signalen naar voren gekomen. Studenten krijgen tijdens hun derdejaarsstage veel te maken met seksueel gezond en grensoverschrijdend gedrag, maar het blijkt dat stagiaires meer behoefte hebben aan kennis over een gezonde seksuele ontwikkeling, seksueel risicogedrag en kennis m.b.t. methodisch handelen. Ook blijkt dat derdejaarsstudenten niet bekend zijn met de competenties die bestaan op het gebied van seksualiteit in de jeugdhulp. Hier is onvoldoende aandacht voor gedurende de opleiding, wat ervoor zorgt dat zij hier in hun stage niet actief mee aan de slag gaan. Daarnaast is het bij de ene stageplek makkelijker om de competenties te verwerven dan bij sommige andere plekken. Het is echter wel de verantwoordelijkheid vanuit de opleiding dat alle stagiaires de mogelijkheid krijgen om deze competenties te verwerven. Wellicht dat onderstaande aanbevelingen hier een deel in bij kunnen dragen. De aanbevelingen zijn gericht aan de onderwijsinstelling Avans Hogeschool, derdejaarsstudenten en stage-instellingen Avans Hogeschool 1) Vergroten bekendheid van de competenties omtrent seksualiteit voor zowel stagiaires als stagebegeleiders Een oplossing hiervoor zou kunnen zijn dat de competenties worden verwerkt in de vernieuwde beroepscompetenties van Social Work en dat deze vervolgens worden opgenomen in het beoordelingsformulier en de studiehandleiding voor het derdejaar. Er kunnen ook opdrachten of toetsen gekoppeld worden aan de competenties, zoals het het in detail uitschrijven van een casus die je op stage hebt meegemaakt en deze behandelen op school. Op deze manier kunnen studenten actief aan de slag met het verwerven van de competenties tijdens hun stage. 2) Het thema seksualiteit beter inbedden in de leerlijn van de opleiding Social Work Vanaf volgend jaar zal in het eerste jaar het nieuwe curriculum van start gaan. Het is nu nog mogelijk om naar aanleiding van de signalen uit dit onderzoek de leerlijn voor de daaropvolgende jaren aan te passen. Studenten hebben behoefte aan meer kennis over een gezonde seksuele ontwikkeling, (het signaleren van) risicogedrag en grensoverschrijdend gedrag en kennis m.b.t. methodisch handelen. Het advies hiervoor is om een apart vak aan te bieden omtrent seksualiteit of het meer terug te laten komen in vakken als ontwikkeling in de levensloop, methodisch handelen, ethiek en gespreksvoering. Naast kennis kunnen in deze vakken casusbesprekingen terugkomen, kunnen verschillende methodes behandeld worden (zoals het Vlaggensysteem) en kan er geoefend worden met gespreksvoering. Ook zou er bijvoorbeeld een training Vlaggensysteem kunnen worden aangeboden door school, waar stagiaires zich voor kunnen inschrijven wanneer zij dit niet meekrijgen vanuit stage Stage-organisaties 3) Een duidelijk kader bieden aan de stagiaire Uit de resultaten blijkt dat twee stagiaires behoefte hebben aan een duidelijk kader vanuit het team en de organisatie en praktische handvatten in het omgaan met seksueel gedrag. Het is belangrijk dat een team hetzelfde wegzet tegenover de jongeren en dat de stagiaire weet hoe er gehandeld moet worden. Het advies hierin is om regelmatig een intervisiemoment in te plannen, waarbij het team, de stagiaire en de gedragswetenschapper aanwezig zijn. Tijdens deze momenten kan gekeken worden hoe iedereen handelt in bepaalde situaties, kunnen moeilijkheden worden besproken en nieuwe afspraken worden gemaakt. Daarnaast kan de stagiaire aan het begin van de stage voorlichting krijgen over het protocol of de richtlijnen en de methodes die worden ingezet bij het signaleren en bespreekbaarmaken van seksueel gedrag. 30

32 4) De stagiaire betrekken in het handelen en bespreekbaar maken van seksualiteit Twee stagiaires geven aan dat zij niet precies weten hoe zij moeten handelen bij seksualiteit, onder andere doordat dit werd overgenomen door collega s. De stagiaires, bij wie het verwerven van de competenties automatisch ging, worden heel erg betrokken in het handelen en bespreekbaar maken van seksualiteit. Aan hen wordt gevraagd hoe ze denken over bepaalde situaties en zij mogen onder begeleiding zelf handelen, door bijvoorbeeld seksuele voorlichting te geven of uitleg te geven aan de hand van het Vlaggensysteem. Het advies aan stagebegeleiders en pedagogisch medewerkers is dan ook om allereerst in gesprek te gaan met de stagiaire over zijn of haar grenzen, normen en waarden. In de oriëntatiefase kunnen stagiaires meelopen om vervolgens zelf te gaan handelen. Om de stagiaire hierin te ondersteunen is het belangrijk dat situaties worden voor- en nabesproken. Het nabespreken kan o.a. aan de hand van de reflectievragen die op de kaart Let s talk about sex staan. Deze kaart wordt verder toegelicht in het hoofdstuk innovatie. Daarnaast blijkt dat er binnen sommige organisaties trainingen worden aangeboden omtrent seksualiteit, maar dat stagiaires hier niet aan deel kunnen nemen. Het blijkt uit de resultaten dat dit echter wel heel waardevol kan zijn voor de stagiaire Studenten 5) Actief op zoek gaan naar mogelijkheden om de competenties seksualiteit te verwerven Uit de conclusie en discussie blijkt dat het stage-afhankelijk is of studenten wel of niet voldoende hun competenties kunnen verwerven. Er ligt hiervoor een verantwoordelijkheid bij de onderwijsinstelling en de stage-instelling, maar ook bij de student zelf. Ga het gesprek aan met collega s over seksueel gedrag wat je signaleert, kijk hoe collega s handelen en vraag feedback. Je kunt het bespreekbaar maken van seksualiteit terug laten komen in je leerdoelen en beroepsproducten tijdens je derdejaarsstage. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de kaart Let s talk about sex die in het hoofdstuk innovatie verder wordt toegelicht. 31

33 Hoofdstuk 11: Innovatie en implementatieplan Vanuit de aanbeveling is er in overleg met de opdrachtgever een innovatie tot stand gekomen, waarin meerdere aspecten uit de aanbeveling worden gecombineerd. De opdrachtgever stelde de volgende randvoorwaarden aan de innovatie: - Een product wat duurzaam te gebruiken blijft in het nieuwe curriculum - Een laagdrempelige en praktische kaart Er bestond eerst het idee om een handboek te schrijven, wat te gebruiken is door derdejaars stagiaires. De opdrachgever kwam echter met de tip om er een kaart van te maken. Een handboek is namelijk iets wat meestal in de kast verdwijnt en een kaart is praktischer en laagdrempeliger in gebruik. Dit maakt dat er uiteindelijk voor gekozen is om de kaart Let s talk about sex te ontwerpen. Hierop staat allereerst een stappenplan voor het beoordelen van seksueel gedrag aan de hand van het Vlaggensysteem. Op de achterkant staan reflectievragen die de stagiaire en zijn of haar stagebegeleider/collega s kunnen gebruiken om te reflecteren op zijn eigen handelen ten aanzien van seksualiteit en misbruik. Ook staan de competenties omtrent seksualiteit in een overzichtelijk schema met daarnaast een aantal activiteiten die de stagiaire kunnen helpen om de competenties te verwerven. De innovatie Let s talk about sex is terug te vinden op pag Implementatievoorstel Op 18 mei 2017 zijn dit onderzoek en het innovatievoorstel tijdens een lunchlezing gepresenteerd aan de opdrachtgever, het Expertisecentrum Veiligheid. Er werd positief gereageerd op de resultaten en de innovatie. De opdrachtgever gaf aan dat de resultaten heel waardevol zijn. Zij proberen namelijk al een hele tijd de signalen aan te geven naar de onderwijscommissie die in mijn onderzoek naar voren komen. De meerwaarde van dit onderzoek is dat deze signalen nu onderbouwd zijn door middel van interviews en literatuuronderzoek. Dit zorgt ervoor dat er mogelijk serieuzer naar wordt gekeken. Er werd door de opdrachtgever geadviseerd om het onderzoek en de innovatie te presenteren aan de onderwijscommissie of aan de ontwikkelaars voor jaar drie. Hiervoor kunnen de opdrachtgevers een aanbevelingsbrief schrijven voor Avans ASB en ASH. Deze manier van overdracht kan ervoor zorgen dat er iets gedaan wordt met de resultaten en aanbevelingen in het onderwijs en dat de innovatie terug gaat komen in de studiehandleiding voor derdejaarsstudenten. Gezien het eerste contact al is gelegd, heeft deze vorm van implementatie een praktische haalbaarheid. Wanneer de kaart terug komt in de studiehandleiding zullen de competenties meer bekendheid krijgen, waardoor stagiaires hier bewust mee aan de slag kunnen. Het blijft echter de verantwoordelijk van de student om de kaart (dubbelzijdig) uit te printen en eventueel te laten plastificeren op de stageplek, zodat er daadwerkelijk in de praktijk mee gewerkt kan worden. Het advies hierbij is om de kaart binnen handbereik op kantoor te laten liggen Meerwaarde van de innovatie De innovatie heeft een meerwaarde voor verschillende partijen, namelijk: de student, de stageinstellingen en het onderwijs Voor de student Studenten gaven tijdens de interviews aan dat ze het lastig vinden om risicogedrag te signaleren en missen praktische handvatten om het gedrag te beoordelen en bespreekbaar te maken. Daarnaast waren de studenten niet bekend met de competenties omtrent seksualiteit. Het werken met het Vlaggensysteem kan een fijn middel zijn voor stagiaires om in de praktijk kennis te maken met de verschillen tussen seksueel gezond gedrag en grensoverschrijdend gedrag. Zij kunnen vervolgens gaan 32

34 oefenen met het bespreekbaar maken en handelen in de praktijk. Na het beoordelen van seksueel gedrag en het handelen (concreet ervaren), kan aan de hand van de reflectievragen de situatie worden nagesproken met de stagebegeleider en collega s (reflectief observeren). Het reflecteren zorgt ervoor dat de stagiaire tot nieuwe inzichten komt (abstracte begripsvorming), die vervolgens weer kunnen worden toegepast in een nieuwe situatie (actief uitproberen). Deze manier van werken zorgt ervoor dat stagiaires meerdere malen de leercyclus van Kolb (1984) doorlopen. Daarnaast worden stagiaires actief herinnerd aan de competenties die ze moeten verwerven en staan er praktische en laagdrempelige voorbeelden op de kaart, waarmee de stagiaire uit de voeten kan Voor de stage-instellingen Deze kaart vormt voor de stagebegeleiders een makkelijk middel om het thema seksualiteit bespreekbaar te maken met stagiaires. Zij kunnen hiermee precies volgen wat voor stappen een stagiaire onderneemt, waarna de situatie uitvoerig kan worden nabesproken door middel van de reflectievragen. Ook draagt de kaart bij aan één van de doelen van het project Gezond seksueel gedrag RJ, namelijk: Kennis ontwikkelen over het succesvol uitvoeren en implementeren van het Vlaggensysteem RJ binnen organisaties voor residentiële jeugdzorg (RJ) en het Hoger Sociaal Agogisch Onderwijs Binnen een aantal organisaties wordt al gewerkt met het Vlaggensysteem, maar uit de interviews blijkt dat dit nog minimaal is. Elke jaar komen er weer nieuwe stagiaires bij de instellingen, waardoor ook professionals in de jeugdhulpverlening bezig blijven met het Vlaggensysteem Voor het onderwijs Uit de resultaten van de Monitor Themacompetentie Seksualiteit en uit interviews met studenten bleek dat er onvoldoende aandacht wordt besteed aan de themacompetenite seksualiteit. Daarom werd in de aanbevelingen beschreven dat er meer bekendheid moet komen voor de competenties en dat het thema seksualiteit meer moet terugkomen binnen de leerlijn. Deze innovatie draagt hier aan bij, omdat dit product zo verwerkt kan worden in de studiehandleiding van jaar drie. Ook kan de student aan de hand van deze kaart casussen bespreken tijdens supervisie en wordt er door middel van de genoemde activiteiten gewerkt aan andere belangrijke basiscompetenties die van toepassing zijn voor Social Work. Voorbeelden hiervan zijn kritisch reflecteren, methodisch hulpverlenen, verantwoorden van handelen, signaleren en versterken van de cliënt Voorbeeld gebruik innovatie Bron: Sensoa Vlaggensysteem 33

35 Stel: de stagiaire is aan het werk en ziet twee meisjes van 13 jaar zitten op het bed in de slaapkamer van één van de twee. Ze strelen elkaar over en tussen de benen en vinden het fijn. De stagiaire kan vervolgens de situatie beoordelen aan de hand van de kaart en de stappen langsgaan van het Vlaggensysteem. Er lijkt te worden voldaan aan alle zes de criteria: wederzijdse toestemming, gelijkwaardigheid, vrijwilligheid, leeftijds-en ontwikkelingsadequaat (experimenteergedrag), contextadequaat (besloten ruimte) en zelfrespect (er zijn geen schadelijke gevolgen). Het gedrag wordt met de groene vlag beoordeeld. Je kunt op het gedrag empathisch reageren, maar dat hoeft niet. Vervolgens kun je de situatie nabespreken met een collega aan de hand van de reflectievragen. Je bent hiermee tegelijk bezig met het verwerven van de competenties. 34

36 35

37 36

Blauwdruk Leerlijn Seksualiteit

Blauwdruk Leerlijn Seksualiteit RAAK-Pro project: ezond seksueel gedrag in de residentiële jeugdzorg Blauwdruk Leerlijn Seksualiteit Het project Seksueel gezond gedrag in de RJ heeft twee doelstellingen: 1. De handelingsverlegenheid

Nadere informatie

Is het HBO onderwijs aan seks toe?

Is het HBO onderwijs aan seks toe? Is het HBO onderwijs aan seks toe? Studiemiddag 28 januari 2016 Vergadercentrum Domstad Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door gelden van Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek (SIA RAAK-Pro

Nadere informatie

Lessen voor de toekomst

Lessen voor de toekomst Lessen voor de toekomst Gezond seksueel gedrag in de residentiële jeugdzorg Vlaggensysteem RJ Een gezamenlijk project van Avans, MOVISIE, Rutgers,TNO en Accare Gezond seksueel gedrag in de residentiële

Nadere informatie

Fouten durven maken is jezelf toestaan om te leren Lou Repetur, expert SGG MOVISIE

Fouten durven maken is jezelf toestaan om te leren Lou Repetur, expert SGG MOVISIE Fouten durven maken is jezelf toestaan om te leren Lou Repetur, expert SGG MOVISIE 5/15/2013 Oh Oh Cherso, houdini, rodeo, plork Pijpwedstrijd op jongerenparty in Zaandam Profiel op homo chatsite Seksualisering,

Nadere informatie

Fase II: Onderzoeksrapport

Fase II: Onderzoeksrapport Fase II: Onderzoeksrapport Naam: Anne-Lotte van Asseldonk Studentnummer: 2048173 Opdrachtgever: Expertisecentrum Veiligheid Avans Hogeschool Begeleider opdrachtgever: Anne Boer Eerste beoordelaar: Frank

Nadere informatie

SYMPOSIUM Seksueel gedrag in de residentiële jeugdzorg Doorontwikkeling Vlaggensysteem RJ

SYMPOSIUM Seksueel gedrag in de residentiële jeugdzorg Doorontwikkeling Vlaggensysteem RJ SYMPOSIUM Seksueel gedrag in de residentiële jeugdzorg Doorontwikkeling Vlaggensysteem RJ Op 6 februari vond het tweede symposium plaats in het kader van het Raak-Pro project Gezond seksueel gedrag in

Nadere informatie

WORKSHOP LANDELIJKE STUDIEDAG: IS HET ONDERWIJS TOE AAN SEKS? 28 januari 2016 Instituut voor Sociale Opleidingen

WORKSHOP LANDELIJKE STUDIEDAG: IS HET ONDERWIJS TOE AAN SEKS? 28 januari 2016 Instituut voor Sociale Opleidingen WORKSHOP LANDELIJKE STUDIEDAG: IS HET ONDERWIJS TOE AAN SEKS? 28 januari 2016 Instituut voor Sociale Opleidingen ONDERWERPEN Waarom willen we hier eigenlijk les over geven? Onze didactische uitgangspunten.

Nadere informatie

Seksueel gezond & ongezond gedrag.

Seksueel gezond & ongezond gedrag. Seksueel gezond & ongezond gedrag. Een onderzoek naar de ervaringen van derdejaars ASB studenten in het waarnemen, signaleren en bespreekbaar maken van seksueel gedrag. Isa Linger 01-06-2015 Onderzoeksrapport

Nadere informatie

Vak- specifieke criteria volgens de student

Vak- specifieke criteria volgens de student Vak- specifieke criteria volgens de student Beroepsproduct Naam student: Alysha Merkx Studentnummer: 2052216 Academie: Avans Academie voor Sociale Studies s-hertogenbosch Programma: Afstudeertraject ASH

Nadere informatie

Het bespreekbaar maken van seksualiteit

Het bespreekbaar maken van seksualiteit Het bespreekbaar maken van seksualiteit Hoe je als (toekomstig) professional tegemoet kunt komen aan de wensen en behoeften van jongeren binnen de residentiële jeugdzorg Groep 26 Carmen van Heel (2037239)

Nadere informatie

De taal van de vlaggen praten over gewenste en ongewenste seks

De taal van de vlaggen praten over gewenste en ongewenste seks De taal van de vlaggen praten over gewenste en ongewenste seks Amersfoort, 13 september 2013 Sietske Dijkstra, lector huiselijk geweld en hulpverlening in de keten, Avans Hogeschool en bureau Dijkstra

Nadere informatie

Het bespreekbaar maken van seksueel gedrag

Het bespreekbaar maken van seksueel gedrag Het bespreekbaar maken van seksueel gedrag Een onderzoek middels de Q-methodologie naar de belevingen van professionals in de residentiële jeugdzorg omtrent het bespreekbaar maken van seksueel gedrag met

Nadere informatie

Toetsingskader Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag

Toetsingskader Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag Toetsingskader Voorkomen seksueel grensoverschrijdend Utrecht, maart 2014 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie

Nadere informatie

5 juni 2012 ONDERZOEK BEPERKT WEERBAAR

5 juni 2012 ONDERZOEK BEPERKT WEERBAAR 5 juni 2012 ONDERZOEK BEPERKT WEERBAAR HET ONDERZOEK In opdracht van het ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport Uitgevoerd door onderzoekers van Rutgers WPF en Movisie Hoofdvragen Hoe vaak komt

Nadere informatie

RAAK-Pro project: Gezond seksueel gedrag in de residentiële jeugdzorg. Vlaggensysteem RJ

RAAK-Pro project: Gezond seksueel gedrag in de residentiële jeugdzorg. Vlaggensysteem RJ RAAK-Pro project: Gezond seksueel gedrag in de residentiële jeugdzorg Vlaggensysteem RJ Een gezamenlijk project van Avans, MOVISIE, Rutgers, TNO en Accare. Gezond seksueel gedrag in de residentiële jeugdzorg

Nadere informatie

Welkom & Kennismaking

Welkom & Kennismaking Veiligheid in de residentiële jeugdzorg Congres: Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling 10 mei 2011 Welkom & Kennismaking Marjan de Lange Marijke Lammers Programma Korte vraag Veiligheid in de residentiële

Nadere informatie

LESGEVEN OVER (ON)GEWENST SEKSUEEL GEDRAG IN HET HOGER BEROEPSONDERWIJS.

LESGEVEN OVER (ON)GEWENST SEKSUEEL GEDRAG IN HET HOGER BEROEPSONDERWIJS. LESGEVEN OVER (ON)GEWENST SEKSUEEL GEDRAG IN HET HOGER BEROEPSONDERWIJS. Ik vind toch wel dat wij als docenten daarin studenten moeten prikkelen en op een HBO-niveau naar seksualiteit moeten kijken Afstudeeronderzoek

Nadere informatie

Rapport Kindermishandeling en Huiselijk Geweld. Peiling bij Fysiotherapeuten, Oefentherapeuten en Ergotherapeuten

Rapport Kindermishandeling en Huiselijk Geweld. Peiling bij Fysiotherapeuten, Oefentherapeuten en Ergotherapeuten Rapport Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Peiling bij Fysiotherapeuten, Oefentherapeuten en Ergotherapeuten Stichting STUK Door Nicole de Haan en Lieke Popelier 2013 Algemene informatie Uit recent

Nadere informatie

Vlaggensysteem RJ Inbedding in de organisatie / dia 2

Vlaggensysteem RJ Inbedding in de organisatie / dia 2 Vlaggensysteem RJ Inbedding in de organisatie 23-2-2015 / dia 2 Welkom en kennismaking 23-2-2015 / dia 3 Enkele stellingen 23-2-2015 / dia 4 Begeleiders moeten verplicht worden met kinderen en jongeren

Nadere informatie

Workshop Cultureel sensitief werken met het Vlaggensysteem

Workshop Cultureel sensitief werken met het Vlaggensysteem Slotcongres Vlaggensysteem RJ Workshop Cultureel sensitief werken met het Vlaggensysteem 6 april 2017 Aanleiding Buiten de lijnen Buiten de Lijnen: Verdieping, onderbouwing en aanvulling van het Vlaggensysteem

Nadere informatie

Rondetafel-bijeenkomst competenties inzake thema seksualiteit voor sociale professional

Rondetafel-bijeenkomst competenties inzake thema seksualiteit voor sociale professional Rondetafel-bijeenkomst competenties inzake thema seksualiteit voor sociale professional Avans Hogeschool, Expertisecentrum Veiligheid, s-hertogenbosch Datum bijeenkomst: 15 november 2012. 1. Introductie

Nadere informatie

Slotcongres. Vlaggensysteem RJ

Slotcongres. Vlaggensysteem RJ Slotcongres Vlaggensysteem RJ Workshop Buiten de Lijnen s-hertogenbosch, Avans Hogeschool, 6 april 2017 Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door gelden van Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek

Nadere informatie

Seksuele vorming en seksuele ontwikkeling van kinderen. Marianne Cense (Rutgers WPF) & Jos Poelman (Soa Aids Nederland)

Seksuele vorming en seksuele ontwikkeling van kinderen. Marianne Cense (Rutgers WPF) & Jos Poelman (Soa Aids Nederland) Seksuele vorming en seksuele ontwikkeling van kinderen Marianne Cense (Rutgers WPF) & Jos Poelman (Soa Aids Nederland) Programma 1. Seksuele ontwikkeling van kinderen en jongeren 2. Criteria om normaal

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Avans Hogeschool Academie voor Sociale Studies s-hertogenbosch

Onderzoeksrapport. Avans Hogeschool Academie voor Sociale Studies s-hertogenbosch Let s talk about sex Student: Kim Adriaans Studentnummer: 2060524 Academie: Sociale Studies s-hertogenbosch Opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening Leerlijn: Afstudeertraject 2015-2016 Opdrachtgever

Nadere informatie

Instrument Risicotaxatie Seksueel grensoverschrijdend gedrag

Instrument Risicotaxatie Seksueel grensoverschrijdend gedrag Instrument Risicotaxatie Seksueel grensoverschrijdend gedrag Naam jeugdige: Geboortedatum: Sekse jeugdige: Man Vrouw Datum van invullen: Ingevuld door: Over dit instrument Dit instrument is een hulpmiddel

Nadere informatie

Uitnodiging Symposium

Uitnodiging Symposium Uitnodiging Symposium Gezond seksueel gedrag in de residentiële jeugdzorg bevorderen. Hoe kan toepassing van het Vlaggensysteem RJ daarbij helpen? Datum: 22 november 2013 Locatie: Tjd: Avans Hogeschool,

Nadere informatie

De normale seksuele ontwikkeling en zijn grenzen. Dr. Hanneke de Graaf

De normale seksuele ontwikkeling en zijn grenzen. Dr. Hanneke de Graaf De normale seksuele ontwikkeling en zijn grenzen Dr. Hanneke de Graaf Inhoud Seksueel gedrag van jongeren anno 2012 Trends Risicogroepen Wanneer over de grens? Bron: Seks onder je 25 e (2012) Online vragenlijst

Nadere informatie

Safeguarding children and youth in residential and foster care: Supporting healthy sexual development Uitkomsten inventariserend onderzoek

Safeguarding children and youth in residential and foster care: Supporting healthy sexual development Uitkomsten inventariserend onderzoek Safeguarding children and youth in residential and foster care: Supporting healthy sexual development Uitkomsten inventariserend onderzoek Claire Bernaards, Mirjam Walpot, Leonieke Boendermaker, (Amsterdam

Nadere informatie

Kindermishandeling, hoe gaan pedagogisch medewerkers het tegen? Onderzoek in opdracht van e-academy The Next Page, onderdeel van de Augeo-Foundation

Kindermishandeling, hoe gaan pedagogisch medewerkers het tegen? Onderzoek in opdracht van e-academy The Next Page, onderdeel van de Augeo-Foundation Kindermishandeling, hoe gaan pedagogisch medewerkers het tegen? Onderzoek in opdracht van e-academy The Next Page, onderdeel van de Augeo-Foundation Student: Nynke Dijkstra Studentnummer S1032406 Student:

Nadere informatie

2 7 m20k. Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Vo/ks^ezondheid, We/zi/n en Sport. Provincie Zuid - Holland

2 7 m20k. Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Vo/ks^ezondheid, We/zi/n en Sport. Provincie Zuid - Holland V Provincie Zuid - Holland 2 7 m20k Datum Ontvangst Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Vo/ks^ezondheid, We/zi/n en Sport > Retouradres Postbus 483 3500 AL Utrecht College van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Nadere informatie

Aanbod trainingen en scholingen voor beroepskrachten die met kinderen en ouders werken

Aanbod trainingen en scholingen voor beroepskrachten die met kinderen en ouders werken Aanbod Aanbod trainingen en scholingen voor beroepskrachten die met kinderen en ouders werken Veilig Thuis Friesland heeft een breed aanbod van trainingen ontwikkeld voor beroepskrachten in de provincie

Nadere informatie

Presentatie: Over de grens

Presentatie: Over de grens Presentatie: Over de grens Doel en focus WE CAN YOUNG-campagne Vergroten van seksuele en relationele weerbaarheid van jongeren. Respect hebben voor grenzen van jezelf en die van anderen Vormen van seksueel

Nadere informatie

Aanbod trainingen en scholingen voor beroepskrachten die met kinderen en ouders werken

Aanbod trainingen en scholingen voor beroepskrachten die met kinderen en ouders werken Aanbod Aanbod trainingen en scholingen voor beroepskrachten die met kinderen en ouders werken Veilig Thuis Friesland heeft een breed aanbod van trainingen ontwikkeld voor beroepskrachten in de provincie

Nadere informatie

[EINDRAPPORT AFSTUDEERONDERZOEK] De residentiële jeugdzorg en het bespreekbaar maken van seksueel gedrag

[EINDRAPPORT AFSTUDEERONDERZOEK] De residentiële jeugdzorg en het bespreekbaar maken van seksueel gedrag 2017 [EINDRAPPORT AFSTUDEERONDERZOEK] De residentiële jeugdzorg en het bespreekbaar maken van seksueel gedrag Een onderzoek over hoe professionals in de residentiële jeugdzorg het bespreekbaar maken van

Nadere informatie

Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland

Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland 1 Inspectie Jeugdzorg Utrecht, oktober 2015 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 435 Seksueel misbruik in de jeugdzorg Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS

Nadere informatie

ALGEMENE INFORMATIE. Specialistisch hulpaanbod voor meiden

ALGEMENE INFORMATIE. Specialistisch hulpaanbod voor meiden ALGEMENE INFORMATIE Specialistisch hulpaanbod voor meiden Meiden gaan op een andere manier met hun problemen om dan jongens. Wij hebben gemerkt dat meidenhulpverlening een andere, specialistische aanpak

Nadere informatie

Projectplan Vlaggensysteem RJ

Projectplan Vlaggensysteem RJ Managementsamenvatting Projectplan Vlaggensysteem RJ september 2014 - mei 2017 Raak Pro Gezond seksueel gedrag in de residentiële jeugdzorg: duurzaam verbeteren van professioneel handelen Dit project wordt

Nadere informatie

Beroepsregistratie en herregistratie. in de jeugdhulp en

Beroepsregistratie en herregistratie. in de jeugdhulp en Ik ben begeleider in de gehandicaptenzorg Ik ben jeugdzorgwerker Ik ben sociaal werker Beroepsregistratie en herregistratie in de jeugdhulp en jeugdbescherming: wat vraagt het van jou? Ik werk nog niet

Nadere informatie

Grondhouding voor bejegening

Grondhouding voor bejegening Grondhouding voor bejegening Gedragscode hoe te handelen naar het vertrouwen dat je krijgt 1. Gedragscode hoe te handelen naar het vertrouwen dat je krijgt 2. Uitgangspunten vanuit de ODE en Zorgvisie

Nadere informatie

(Seksueel & Lichamelijk) Grensoverschrijdend Gedrag Hoe inschatten & Reageren

(Seksueel & Lichamelijk) Grensoverschrijdend Gedrag Hoe inschatten & Reageren (Seksueel & Lichamelijk) Grensoverschrijdend Gedrag Hoe inschatten & Reageren Sam Geuens Klinisch Seksuoloog VVS Ethicus Oplossingsgericht Psychotherapeut (io) Vlaamse Vereniging voor Seksuologie SGG?

Nadere informatie

Onderzoeksplan (Fase I)

Onderzoeksplan (Fase I) Auteur Student: D. van Gorkum Studentnummer: 2038997 Onderzoeksplan (Fase I) Studierichting: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) Expertisecentrum Veiligheid Organisatie: Expertisecentrum Veiligheid

Nadere informatie

SKJ opgericht. Maart beroepsorganisaties NIP NVO BPSW

SKJ opgericht. Maart beroepsorganisaties NIP NVO BPSW REGISTRATIE SKJ JEUGDZORGWERKER TINEKE DE WAARD SKJ opgericht Maart 2013 3 beroepsorganisaties NIP NVO BPSW SKJE ontstaan Overheid wil professionalisering in de jeugdhulp stimuleren en kwaliteit bevorderen

Nadere informatie

Meldcode Cibap vakschool & ontwerpfabriek

Meldcode Cibap vakschool & ontwerpfabriek Cibap vakschool & ontwerpfabriek dt-18-278 Stappenplan verbeterde meldcode 1 Voorwoord Voor u ligt de meldcode van Cibap vakschool voor verbeelding. Aanleiding is dat uit onderzoek is gebleken dat veel

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling; Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ Het college van bestuur van de Stichting HZ University of Applied Sciences; Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

Nadere informatie

Zelfevaluatie * Agressie

Zelfevaluatie * Agressie ben op de hoogte van agressie & beleid Ik heb inzicht in beleidsmatige zaken rondom agressie, stel (mede) beleid op voor een veilig klimaat en toon leiderschap om een veilige werkomgeving te optimaliseren.

Nadere informatie

Protocol Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO)

Protocol Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO) Protocol Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO) Relatie ander beleid: Zorgkinderen Protocol seksueel misbruik door mdw Route bij grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen

Nadere informatie

Beleid ASVB Ongewenst gedrag

Beleid ASVB Ongewenst gedrag Beleid ASVB Ongewenst gedrag 1-10-2016 Inhoudsopgave 1. Beleid bij ASVB... 2 1. Inleiding... 2 2. Wat is grensoverschrijdend gedrag... 2 3. Beleidspeerpunten... 3 4. De gedragscode... 3 5. Het aanstellingsbeleid...

Nadere informatie

Omgaan met lichamelijkheid, intimiteit en seksualiteit in de kinderopvang

Omgaan met lichamelijkheid, intimiteit en seksualiteit in de kinderopvang >Specificaties Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Omgaan met lichamelijkheid, intimiteit en seksualiteit in de kinderopvang Cursus Als pedagogisch medewerker ben je verantwoordelijk voor het welzijn

Nadere informatie

Praktijkgericht onderzoek - Easysteppers

Praktijkgericht onderzoek - Easysteppers Praktijkgericht onderzoek - Easysteppers Opdrachtgever: Naam studenten: Wil Peters Saleha Mughal & Marloes Boers Studentnummers: 500694382 & 500683615 Plaats: Amsterdam Datum: 13 juni 2017 Opleiding: Naam

Nadere informatie

Wippen en wegen. Kim Broekmans-Madikrama. Seksualiteit binnen de muren van een psychiatrische jeugdkliniek. Inleiding

Wippen en wegen. Kim Broekmans-Madikrama. Seksualiteit binnen de muren van een psychiatrische jeugdkliniek. Inleiding Kim Broekmans-Madikrama 1 Wippen en wegen Seksualiteit binnen de muren van een psychiatrische jeugdkliniek Inleiding Ik wil seks kunnen hebben op de afdeling is een uitspraak die regelmatig wordt gedaan

Nadere informatie

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO)

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO) Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO) Relatie ander beleid: Zorgkinderen Protocol seksueel misbruik door beroepskracht Route bij grensoverschrijdend gedrag tussen

Nadere informatie

Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag

Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag a. Reactie discuttant (Erika Frans) De resultaten van Sexpert zijn gelijklopend met eerder onderzoek: o Meer vrouwen dan mannen zijn het slachtoffer

Nadere informatie

Het onderzoek Cie. Samson een korte samenvatting. Het voorwoord

Het onderzoek Cie. Samson een korte samenvatting. Het voorwoord Het onderzoek Cie. Samson een korte samenvatting Het voorwoord Ruim 800 mensen hebben bij de commissie melding gemaakt van seksueel misbruik van kinderen. Het merendeel is zelf slachtoffer geweest. De

Nadere informatie

2 ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING Naam

2 ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING Naam SAMENVATTING AANVRAAG DOELMATIGHEIDSTOETS AD OUDERENZORG 1 BASISGEGEVENS INSTELLING Soort aanvraag: Naam instelling Nieuwe opleiding Avans Hogeschool Contact Adres Bezoekadres: Professor Cobbenhagenlaan

Nadere informatie

Stichting Overijsselse Pleegouders

Stichting Overijsselse Pleegouders STICHTINGSPLAN Stichting Overijsselse Pleegouders Huidige naam is: Stichting Pleegouders Overijssel Pagina 1/8 Inhoudsopgave 0. Inleiding... 3 1. Uitgangspunten Overijsselse Pleegouders... 4 1.1. Problematiek

Nadere informatie

Het College van Bestuur van Hogeschool ipabo,

Het College van Bestuur van Hogeschool ipabo, Het College van Bestuur van Hogeschool ipabo, Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling; Gelet op het bepaalde in art. 1.21 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Nadere informatie

Protocol Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld binnen de zorgstructuur van het Karel de Grote College Nijmegen.

Protocol Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld binnen de zorgstructuur van het Karel de Grote College Nijmegen. Protocol Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld binnen de zorgstructuur van het Karel de Grote College Nijmegen. Sinds juli 2013 is het onderwijs wettelijk verplicht om op scholen met de Meldcode

Nadere informatie

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang Grensoverschrijdend gedrag Klik Kinderopvang wijst alle vormen van grensoverschrijdend gedrag af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang grensoverschrijdend gedrag voorkomen

Nadere informatie

Instituut voor Sociale Opleidingen

Instituut voor Sociale Opleidingen Instituut voor Sociale Opleidingen Naar een nieuwe opleiding Social Work In september 2016 start Hogeschool Rotterdam met de nieuwe opleiding Social Work. Dit betekent dat eerstejaars studenten (die in

Nadere informatie

Zijn respondenten interviewerresistent?

Zijn respondenten interviewerresistent? Een onderzoek van Gerben Moerman naar de effecten van doorvraagtactieken bij open interviews Martijn van Lanen * G. Moerman, Probing behaviour in open interviews: A field experiment on the effects of probing

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling; Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ Het college van bestuur van de Stichting HZ University of Applied Sciences; Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

Nadere informatie

Onderzoek bij Meerwijck naar het klimaat op het gebied van seksuele ontwikkeling locatie Pieter Both

Onderzoek bij Meerwijck naar het klimaat op het gebied van seksuele ontwikkeling locatie Pieter Both Onderzoek bij Meerwijck naar het klimaat op het gebied van seksuele ontwikkeling locatie Pieter Both Inspectie jeugdzorg Utrecht, oktober 2007 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting Dit rapport bevat de resultaten

Nadere informatie

Beroepskrachten missen in hun opleiding aandacht voor kindermishandeling

Beroepskrachten missen in hun opleiding aandacht voor kindermishandeling Beroepskrachten missen in hun opleiding aandacht voor kindermishandeling Van de twaalfhonderd beroepskrachten die reageerden op een enquête van het Tijdschrift Kindermishandeling vermoedde liefst 83 procent

Nadere informatie

Inleiding. bezocht op 8 december 2011. op 8 december 2011

Inleiding. bezocht op 8 december 2011. op 8 december 2011 Inleiding Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke- of familiekring van het slachtoffer wordt gepleegd. De term huiselijk verwijst niet naar de plaats waar het geweld plaatsvindt, maar

Nadere informatie

HULPVRAAG Doelgroepen Doelstellingen

HULPVRAAG Doelgroepen Doelstellingen Zorgmodule Fasehuis Zorgaanspraak: Zorgaanbieder: Verblijf met behandeling Entréa HULPVRAAG Doelgroepen De doelgroep bestaat uit normaal begaafde jeugdigen van 16-18 jaar, woonachtig in de regio Gelderland-Midden

Nadere informatie

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter,

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter, 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. de voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie mevrouw L. Ypma Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Schedeldoekshaven

Nadere informatie

Seksualiteit en seksuele ontwikkeling

Seksualiteit en seksuele ontwikkeling Seksualiteit en seksuele ontwikkeling Platform Smith Magenis syndroom 15 november 2014 - Leusden Yvonne Stoots Vanmiddag Seksualiteit Seksuele ontwikkeling Begeleiding bij seksuele ontwikkeling Seksualiteit

Nadere informatie

Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ

Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ Doel Richtlijn voor handelen bij (vermoedens van) huiselijk geweld, ouderenmishandeling of kindermishandeling.

Nadere informatie

Inleiding. Waarom deze methode?

Inleiding. Waarom deze methode? Inleiding In dit boek ligt de focus op de praktische benadering van de uitvoering van onderzoek en de vertaalslag naar de (sociaal)juridische beroepspraktijk. Het boek is bruikbaar voor zowel een beginnende

Nadere informatie

Samenvatting, informatie en verwijzingen

Samenvatting, informatie en verwijzingen HAND-OUT Samenvatting, informatie en verwijzingen In deze handout vatten we de belangrijkste informatie uit de bijeenkomst over veilig jeugdwerk samen. Deze handout is niet uitputtend en in veel gevallen

Nadere informatie

Seksualiteit. Natuurlijk in het onderwijs

Seksualiteit. Natuurlijk in het onderwijs Seksualiteit. Natuurlijk in het onderwijs Eindnotitie Onderwijsproject ezond Seksueel edrag in de RJ RAAK-Pro project: ezond seksueel gedrag in de residentiële jeugdzorg (Vlaggensysteem RJ) Colofon Auteurs:

Nadere informatie

Module 1 Achtergronden en wettelijk kader Jeugdwet (6,5 uur zelfstudie) 2 dagen. Module 2 De jeugdige en zijn gezin (10 uur zelfstudie) 3 dagen

Module 1 Achtergronden en wettelijk kader Jeugdwet (6,5 uur zelfstudie) 2 dagen. Module 2 De jeugdige en zijn gezin (10 uur zelfstudie) 3 dagen Als jeugdconsulent of als jeugdprofessional bij een gemeente krijg je te maken met een grote diversiteit aan vragen en problemen waar jeugdigen (en zijn gezin) bij betrokken zijn. Als je nieuw bent in

Nadere informatie

Wat betekent de Jeugdwet voor jeugdigen en ouders?

Wat betekent de Jeugdwet voor jeugdigen en ouders? Wat betekent de Jeugdwet voor jeugdigen en ouders? Inleiding Deze folder gaat over het verbeteren van de kwaliteit in de jeugdhulp en jeugdbescherming. De folder is speciaal voor jeugdigen en ouders. In

Nadere informatie

Meldcode kindermishandeling

Meldcode kindermishandeling Meldcode kindermishandeling een training voor professionals www.viermin.nl De training Meldcode Kindermishandeling richt zich op: - Signaleren: het kunnen, willen en durven signaleren van kindermishandeling

Nadere informatie

Toetsingskader Kwaliteit opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

Toetsingskader Kwaliteit opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen Toetsingskader Kwaliteit opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen Utrecht, april 2016 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

SAMENVATTING VERNIEUWDE MELDCODE HUISELIJK GEWELD & KINDERMISHANDELING

SAMENVATTING VERNIEUWDE MELDCODE HUISELIJK GEWELD & KINDERMISHANDELING Pagina 1 van 8 SAMENVATTING VERNIEUWDE MELDCODE HUISELIJK GEWELD & KINDERMISHANDELING Protocol kindermishandeling en grensoverschrijdend gedrag voor de kinderopvang Kindermishandeling; iedereen weet dat

Nadere informatie

Gezinshuis Elin. Toets Nieuwe Toetreders Jeugdhulp. Gezond vertrouwen

Gezinshuis Elin. Toets Nieuwe Toetreders Jeugdhulp. Gezond vertrouwen Gezinshuis Elin Toets Nieuwe Toetreders Jeugdhulp Gezond vertrouwen Utrecht, april 2018 Samenvatting De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd i.o. toetst of vanaf 2016 gestarte aanbieders van jeugdhulp voldoen

Nadere informatie

Welkom. Pedagogische verwaarlozing anno 2013. Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl

Welkom. Pedagogische verwaarlozing anno 2013. Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl Welkom Pedagogische verwaarlozing anno 2013 Bron: Haren de Krant d.d. 22 april 2010 1 2 Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl Vraagstelling n.a.v. twitterbericht d.d. 12-06-2013 van Chris Klomp

Nadere informatie

Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding Meldcode Meldcode/Richtlijn

Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding Meldcode Meldcode/Richtlijn Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 Wat is misbruik en mishandeling? 3 Wat is huiselijk geweld? 4 Meldcode 5 Meldcode/Richtlijn 6 Wie gaat het gesprek voeren? 6 Mogelijke gevolgen Fout! Bladwijzer

Nadere informatie

VLAGGENSYSTEEM. Praten met kinderen en jongeren over seks en seksueel grensoverschrijdend gedrag. symposium pleegzorg; vlaggensysteem

VLAGGENSYSTEEM. Praten met kinderen en jongeren over seks en seksueel grensoverschrijdend gedrag. symposium pleegzorg; vlaggensysteem VLAGGENSYSTEEM Praten met kinderen en jongeren over seks en seksueel grensoverschrijdend gedrag Even voorstellen Welmoed Visser- Korevaar Orthopedagoog NVO en Seksuoloog NVVS SH Wat doen jongeren op welke

Nadere informatie

Seksueel grensoverschrijdend gedrag

Seksueel grensoverschrijdend gedrag Kriebels in je buik Seksueel grensoverschrijdend gedrag 1 Seksueel grensoverschrijdend gedrag Groep 8 90 min Begrippen Seksuele grensoverschrijding, seksueel misbruik, vertrouwenspersoon, veilig thuis

Nadere informatie

Let s talk about sex Eerste hulp bij seksuele voorlichting

Let s talk about sex Eerste hulp bij seksuele voorlichting Let s talk about sex Eerste hulp bij seksuele voorlichting Normen en waarden De spelleider wijst iemand aan die een casus voorlegt waarin seksuele voorlichting is gegeven aan een cliënt. Bespreek in tweetallen

Nadere informatie

Het vlaggensysteem. In gesprek over seksueel gedrag van kinderen en jongeren

Het vlaggensysteem. In gesprek over seksueel gedrag van kinderen en jongeren Het vlaggensysteem In gesprek over seksueel gedrag van kinderen en jongeren Die ochtend in het zwembad + Een jongen van 12 wordt in het zwembad betrapt met een erectie Hoe reageren omstaanders? + Beoordeling

Nadere informatie

RelatieWijs. RelatieWijs is een hulpmiddel voor het doorlopen van alle stappen van de meldcode

RelatieWijs. RelatieWijs is een hulpmiddel voor het doorlopen van alle stappen van de meldcode RelatieWijs Beoordelen en aanpakken van (ex-)partnergeweld RelatieWijs is een hulpmiddel voor het doorlopen van alle stappen van de meldcode RelatieWijs helpt bij het ontwikkelen van een afwegingskader

Nadere informatie

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO/gastouder)

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO/gastouder) Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO/gastouder) Relatie ander beleid: Zorgkinderen Route bij signalen van mogelijk geweld- of zedendelict door een collega jegens een

Nadere informatie

Dr. Xavier M.H. Moonen

Dr. Xavier M.H. Moonen Dr. Xavier M.H. Moonen Orthopedagoog/GZ-psycholoog Bijzonder lector inclusie van mensen met een verstandelijke beperking Zuyd Hogeschool Docent en onderzoeker UvA in het bijzonder voor het vakgebied zorg

Nadere informatie

VLAGGENSYSTEEM, WAAR LIGT DE GRENS?

VLAGGENSYSTEEM, WAAR LIGT DE GRENS? VLAGGENSYSTEEM, WAAR LIGT DE GRENS? Expertisepunt Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag Welmoed Visser-Korevaar Orthopedagoog/seksuoloog NVVS i.o. Het vlaggensysteem. Praten met kinderen en jongeren over

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland

Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland Beste pleegouder, U heeft aangegeven graag op de hoogte gehouden te

Nadere informatie

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173 Inhoud Inleiding 7 Deel 1: Theorie 1. Kindermishandeling in het kort 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Aard en omvang 13 1.3 Het ontstaan van mishandeling en verwaarlozing 18 1.4 Gevolgen van kindermishandeling

Nadere informatie

Themacompetentie seksuele ontwikkeling, seksueel risicogedrag en seksueel misbruik

Themacompetentie seksuele ontwikkeling, seksueel risicogedrag en seksueel misbruik Themacompetentie seksuele ontwikkeling, seksueel risicogedrag en seksueel misbruik addendum voor het competentieprofiel jeugdzorgwerker Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Stadia van beroepsbeoefening...

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Advies 7 april 2010 1 2 Inhoudsopgave Samenvatting 5 Aanbevelingen 7 Aanleiding en context voor dit advies 9 Algemeen 11 Opmerkingen bij tekst en opzet van

Nadere informatie

Toelichting bij Instrument Risicotaxatie Seksueel grensoverschrijdend gedrag

Toelichting bij Instrument Risicotaxatie Seksueel grensoverschrijdend gedrag Toelichting bij Instrument Risicotaxatie Seksueel grensoverschrijdend gedrag Karin Eijgenraam Cora Bartelink Saskia Daru (Movisie) Klaas Kooijman Willemijn van Gastel Nederlands Jeugdinstituut Utrecht

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 200 200 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 200 200 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 0 2 XP DEN HAAG T 070 40 79 F 070 40 7 4 www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

[MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING]

[MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING] 2018 [MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING] Vanaf 1 juli 2013 is het, voor beroepskrachten in een aantal sectoren waaronder onderwijs, verplicht om een Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie