Versie April Pedagogisch Beleidsplan Stichting De Kleine Musketiers

Transcriptie

1 Versie April 2017 Pedagogisch Beleidsplan Stichting De Kleine Musketiers

2 Inhoudsopgave 1 Voorwoord Peuteropvang De Kleine Musketiers Algemeen Vierogen-principe Vrijwilligersbeleid Algemene visie Onze kerntaken Voor- en Vroegschoolse Educatie Harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang Het pedagogisch beleidsplan Pedagogische visie Pedagogische doelen Aandachtsgebieden Ontwikkelingsstimulering Welbevinden Hanteren van waarden en normen Volgen en signaleren via de methode Kaleidoscoop Het wenbeleid Ouders/verzorgers Ouderbetrokkenheid Klachtenprocedure Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Samenwerkingen

3 1 Voorwoord In mei 2016 hebben wij, Marjon, Vicky en Lilian, de beslissing genomen om een eigen peuteropvang te gaan starten. We hebben altijd met veel plezier samengewerkt in de peuteropvang en delen dezelfde visie: Wij staan voor Kleinschaligheid, Oudercontact en Kwaliteit (KOeK). Per dagdeel vangen wij maximaal 10 kinderen op, zodat er genoeg aandacht is voor de kinderen en er snelle signalering mogelijk is bij kinderen met een ontwikkelings- of taalachterstand. Wij streven naar een open en fijn contact met ouders, zodat zij te allen tijde betrokken blijven bij alle aspecten van de ontwikkeling van hun kind. Doordat wij veel waarde hechten aan kwaliteit van opvang staan wij altijd met twee pedagogisch medewerkers op maximaal tien kinderen. Wij bieden uw kinderen een omgeving waar ze samen kunnen spelen en ontdekken Onze peuteropvang biedt een uitdagende leeromgeving die uw kind stimuleert het beste uit zichzelf te halen. De doorgaande lijn (peuteropvang-basisschool) die wij de kinderen bieden en de nadruk die wij leggen op spelend leren staan voorop. Jonge kinderen ontwikkelen zich immers via spel. Spelenderwijs vergroten kinderen hun woordenschat en ontwikkelen hun sociaal-emotionele-, taal-, creatieve-, motorische-, zintuigelijke- en cognitieve vaardigheden door te spelen met andere kinderen en pedagogisch medewerkers. Kinderen vanaf de leeftijd van twee jaar bevinden zich in een fase waarin het belangrijk is dat zij vaardigheden leren in de omgang met anderen. Dat ze vertrouwen krijgen in zichzelf en anderen om zich heen. Ze gaan ook interesse tonen in anderen en leren meevoelend te zijn. Elk kind doet dat op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo. Bij De Kleine Musketiers zijn alle kinderen welkom, ook kinderen die iets extra s nodig hebben. Daarnaast wordt extra aandacht gegeven aan kinderen die een taalachterstand hebben of daartoe risico lopen. Met de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE-beleid methode Kaleidoscoop) wordt ingespeeld op genoemde ontwikkelingen. Het is voor ouders van belang dat zij een peuteropvang kiezen waar het beleid wordt gevormd door betrokken pedagogisch medewerkers die - naast een pedagogische achtergrond op HBO niveau - ook een persoonlijke aanpak hebben, zodat er goed kan worden aangesloten op het basisonderwijs. Het team van De Kleine Musketiers Stichting De Kleine Musketiers Chopinstraat CZ Elst 3

4 2 Peuteropvang De Kleine Musketiers 2.1 Algemeen Door de harmonisatie heeft er een naamsverandering plaats gevonden. Waar vroeger kinderen naar de peuterspeelzaal gingen, gaan kinderen nu spelen op een peuteropvang. In het stukje 2.7 gaan wij verder in op wat de harmonisatie inhoudt. Op onze peuteropvang werken wij met 1 stamgroep met maximaal 10 kinderen per dagdeel. De kinderen spelen de meeste tijd in de hoofdruimte (stamgroepruimte). Daarnaast gaan we regelmatig naar buiten, waar de kinderen kunnen spelen, fietsen, krijten, en van de glijbaan af kunnen. Kinderen komen op vaste dagen in de week naar onze opvang. Wij hanteren geen ruilbeleid bij bijvoorbeeld ziekte of extra dagdeel. Maar er is wel de mogelijkheid om meerdere vaste dagdelen per week af te nemen. Mocht er sprake zijn van calamiteiten, maken wij gebruik van een achterwacht. Onze achterwacht bestaat uit twee volwassenen die binnen 15 minuten op onze locatie kunnen zijn. Dagindeling Ochtend 8: De peuters worden door de ouders/verzorgers gebracht. De ouders/verzorgers krijgen dan gelegenheid om even met hun peuter te spelen en rustig afscheid te nemen Begroeting peuters in de kring. Tijdens de kring worden er o.a. liedjes gezongen, boekje gelezen Vooruitkijken in 2 kleine kringen. De peuters maken een plannetje over waarmee ze gaan spelen Speelwerken Opruimen Handen wassen Luiers verschonen Fruit eten/drinken en terugkijken Speelleren in kleine groep Activiteit met de juf Buiten spelen Kinderen worden opgehaald door de ouders/verzorgers. De pedagogisch medewerker vertelt aan de ouders/verzorgers hoe de dag is gegaan. 4

5 Middag De peuters worden door de ouders/verzorgers gebracht. De ouders/verzorgers krijgen dan gelegenheid om even met hun peuter te spelen en rustig afscheid te nemen Begroeting peuters in de kring. Tijdens de kring worden er o.a. liedjes gezongen, boekje gelezen Vooruitkijken in 2 kleine kringen. De peuters maken een plannetje over waarmee ze gaan spelen Speelwerken Opruimen Handen wassen Luiers verschonen Fruit eten/drinken en terugkijken Speelleren in de kleine groep Activiteit met de juf Buiten spelen Kinderen worden opgehaald door ouders/verzorgers. De pedagogisch medewerker vertelt aan de ouders/verzorgers hoe de dag is gegaan. 2.2 Vierogen-principe Vanaf 1 juli 2015 geldt het vierogen-principe voor de peuterspeelzalen (nu peuteropvang). Met deze genoemde maatregel en het wenbeleid worden de eerste stappen gezet om het verschil tussen de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk te verkleinen. Het vierogen-principe Het vierogen-principe houdt in dat er altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Een beroepskracht mag nog steeds alleen op de groep staan. Zolang maar op elk moment een andere volwassene de mogelijkheid heeft om mee te kijken of te luisteren. Op peuteropvang De Kleine Musketiers zorgen wij ervoor dat: Er altijd meer dan 1 pedagogisch medewerker aanwezig is op de groep Pedagogisch medewerkers altijd met z n tweeën (of meer) op stap gaan met de kinderen De pedagogische medewerkers elkaars gedrag bespreken en dit eventueel ook tijdens een werkoverleg doen De deur van het toilet van de kinderen niet op slot kan 5

6 2.3 Vrijwilligersbeleid Naast de gediplomeerde pedagogisch medewerker, zijn er soms vrijwilligers op de groep aanwezig, vallend buiten de ratio van twee pedagogisch medewerkers op tien peuters. Deze vrijwilligers hebben nooit zelfstandig pedagogische taken zoals de pedagogisch medewerker, maar heel specifieke taken (bijvoorbeeld: boekje lezen, spelen met de kinderen). Hierbij ligt de eindverantwoording altijd bij de gediplomeerde pedagogisch medewerker. Alvorens een vrijwilliger op de groep komt werken, heeft er een gesprek plaatsgevonden. Tijdens het gesprek wordt bekeken of de vrijwilliger past binnen de stichting De Kleine Musketiers. Het betreft minimaal de punten beheersing Nederlandse taal en verklaring omtrent gedrag (VOG). Tevens wordt er een vrijwilligerscontract getekend waarin de verantwoordelijkheden en taken schriftelijk worden vastgelegd. 2.4 Algemene visie Peuteropvang De Kleine Musketiers wil alle kinderen binnen de gemeente Elst en omgeving in de leeftijd van twee tot vier jaar de gelegenheid geven te spelen en te leren in een stimulerende, veelzijdige en veilige omgeving. Dit moet plaats vinden in een sociale omgeving waarin kinderen zich geaccepteerd voelen. We willen aan alle kinderen maximale ontwikkelingskansen bieden en zorg dragen voor een goede start in het toekomstig onderwijs. Om de kwaliteit van onze peuteropvang te waarborgen zorgen wij ervoor dat de pedagogisch medewerkers door middel van vergaderingen op de hoogte worden gehouden van actualiteiten en nieuwe wet- en regelgeving in de kinderopvangbranche. Daarnaast ondersteunen we elkaar op de groep door een open houding naar elkaar te hebben. Wij kunnen elkaar aanspreken op het nakomen van afspraken, omgangsvormen, wijze van communiceren, samenwerking en collegialiteit. Hierdoor kunnen wij altijd bij elkaar terecht. Alle medewerkers (ook vrijwilligers) zijn in het bezit van een geldige VOG-verklaring en worden vóór aanvang van hun werkzaamheden op de hoogte gesteld van de diverse protocollen. Daarnaast is er altijd minimaal één pedagogisch medewerker tijdens opvanguren in het pand aanwezig die het diploma kinder-ehbo heeft. 2.5 Onze kerntaken 1: Ontwikkelingsstimulering Elke pedagogisch medewerker heeft tot taak om de algehele brede ontwikkeling van alle kinderen te stimuleren om zodoende hun mogelijkheden binnen het opgroeien en hun kansen binnen het vervolg onderwijs te vergroten. 2: Volgen en signaleren Elke pedagogisch medewerker heeft de verantwoordelijkheid om elk kind in zijn/haar persoonlijke ontwikkeling en welbevinden via een methodische wijze te volgen. 6

7 Op de groep observeren wij de kinderen in hun spel en maken hiervan een verslag. Dit bespreken wij meerdere keren per jaar in een vergadering. 3: Doorgaande ontwikkelingslijn Dit betekent op het niveau van het individuele kind: Overdracht van gegevens over de ontwikkeling van het kind richting onderwijs en indien gewenst naar andere betrokken organisaties. Doorverwijzing als een kind andere professionele hulp of ondersteuning nodig heeft, anders dan binnen de peuteropvang geboden kan worden. Informatieoverdracht en doorverwijzing wordt in alle gevallen in samenspraak met de ouders gedaan en tevens vraagt deze werkwijze een nauwe samenwerking met de andere partners; basisonderwijs, thuiszorg, consultatiebureaus, maatschappelijk werk, Centrum voor Jeugd en Gezin en andere organisaties. 2.6 Voor- en Vroegschoolse Educatie De periode waarin kinderen de peuteropvang bezoeken wordt inmiddels aangeduid als de voorschoolse periode. Het gaat immers om 1,5 á 2 jaar voorafgaand aan de basisschoolperiode. De peuteropvang kwam vooral in beeld als algemene voorschoolse basisvoorziening en als instrument bij de bestrijding van achterstanden in het onderwijs. Dit als middel om de startcondities van kinderen in het basisonderwijs te verbeteren. De peuteropvang speelt al langere tijd een rol van betekenis binnen het lokale onderwijs- en jeugdbeleid binnen de gemeente Overbetuwe. In 2010 is de wet OKE (Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie) in werking getreden. Deze wet beschrijft het volgende: De gemeenten zijn verantwoordelijk om te zorgen voor voldoende aanbod van voorschoolse educatie van goede kwaliteit. Gemeenten zijn verder verantwoordelijk om met betrokkenen te zorgen voor een sluitend systeem van werving en toeleiding naar voorschoolse educatie. Gemeenten, schoolbesturen, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de organisatie van een doorlopende leerlijn van voor- naar vroegschoolse educatie. Diverse instanties die te maken hebben met kinderen en ouders van jonge kinderen spelen een signalerende rol bij het in beeld krijgen van ontwikkelingsachterstanden bij kinderen. Een consultatiebureaumedewerker zal na een ontvangen signaal, op basis van instrumenten voor vroeg-signalering, risico s en/of achterstanden op een of meerdere ontwikkelingsgebieden in kaart brengen. Indien hiervan sprake is, spreekt men van een doelgroepkind. Deze doelgroepkinderen krijgen een indicatie voor twee dagdelen per week VVE aanbod, wat gesubsidieerd wordt door uw gemeente. Een VVE-plek betekent dat het kind 3 of 4 dagdelen naar de peuteropvang gaat: de eerste 2 dagdelen worden door u zelf bekostigd. De gemeente Overbetuwe subsidieert de kosten voor het extra derde en vierde dagdeel. 7

8 2.7 Harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang In 2018 moet de harmonisatie in werking treden, dit werd aangekondigd in het kabinetsplan Een betere basis voor peuters. Het doel van de harmonisatie is om de verschillen tussen peuterspeelzalen en kinderopvang weg te nemen en te zorgen voor een betere afstemming tussen kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en het basisonderwijs. De harmonisatie van de voorschoolse voorziening heeft drie belangrijke punten: het versterken van de pedagogische kwaliteit een kwaliteitskader voor de peuteropvang een financieringsstructuur voor tweeverdieners (het verschil tussen tweeverdieners en kostwinners wordt opgeheven) Een betere aansluiting tussen voorschoolse voorzieningen en het basisonderwijs gaat uit van een goede overgang van het kind tussen het spelen op de peuteropvang en het basisonderwijs. Deze overgang draagt bij aan een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn voor de kinderen. Om de kwaliteit hierin te versterken wordt er gekeken naar mogelijke verbeteringen in de afstemming met het onderwijs en de rol van een kind-volgsysteem als ondersteunend instrument hierbij. In 2015 zijn de eerste stappen gezet ten behoeve van de kwaliteitseisen. De eisen aan de beroepskracht-kind ratio, het vierogen principe, het wenbeleid en de eisen pedagogisch beleidsplan zijn voor peuterspeelzaalwerk en kinderopvang gelijk getrokken. De nieuwe financieringssystematiek houdt in dat de overheid kinderopvanginstellingen rechtstreeks gaat bekostigen en dat ouders een eigen bijdrage betalen waarvan de hoogte afhangt van hun vastgestelde inkomen. De beoogde overgang van deze nieuwe systematiek staat gepland per 1 januari

9 3 Het pedagogisch beleidsplan 3.1 Pedagogische visie Een kind maakt in zijn eerste levensjaren een enorme ontwikkeling door en doet dit op zijn/haar eigen wijze en in een eigen tempo. Van nature is het kind gericht op het onderzoeken van zijn omgeving en op het communiceren met anderen. Daarbij heeft een kind veel ruimte tot eigen initiatief nodig binnen een veilige leefomgeving. De peuteropvang is voor kinderen van 2 tot 4 jaar. In de peuteropvang moet het kind ondersteund en gestimuleerd worden in zijn ontwikkeling om te groeien naar verdere zelfstandigheid. In een leerzame en voor het kind interessante omgeving willen wij aanvullende mogelijkheden bieden, zodat het kind zich beter kan ontwikkelen. Door contacten met andere kinderen en volwassenen willen we de kinderen belangrijke sociale vaardigheden op een natuurlijke wijze bijbrengen. Daarnaast zullen we passend bij het kind en gericht op zijn/haar specifieke behoeften, op een speelse manier vaardigheden bijbrengen. 3.2 Pedagogische doelen Binnen onze peuteropvang hebben wij de volgende doelen geformuleerd die gerealiseerd moeten worden binnen ons dagelijks pedagogisch handelen: veiligheid (waarborgen van de algehele veiligheid voor de peuter binnen de peuteropvang) ontwikkelen van individuele vaardigheden (zelfredzaamheid vergroten) ontwikkelen van psychosociale vaardigheden (eigen identiteit) overdracht van waarden en normen die gangbaar zijn binnen de samenleving 3.3 Aandachtsgebieden We hebben de keuze gemaakt het beleidsplan op te bouwen vanuit vier aandachtsgebieden, die vanuit de pedagogische doelen zijn geformuleerd: ontwikkelingsstimulering welbevinden hanteren van waarden en normen volgen en signaleren Benoemde aandachtsgebieden zijn verbonden met elkaar en bieden structuur aan het uit te voeren pedagogisch beleid. Ze worden als uitgangspunt gehanteerd voor het dagelijks aanbod van activiteiten binnen de peuteropvang. 9

10 3.3.1 Ontwikkelingsstimulering Ieder kind heeft de behoefte om zich te ontwikkelen. Een kind doet dat op zijn/haar eigen manier en in zijn/haar eigen tempo op basis van aanleg en temperament. Peuteropvang De Kleine Musketiers gaat uit van de ontwikkelingsmogelijkheden van het individuele kind en de bijdrage die met name volwassenen aan die ontwikkeling kunnen leveren. Daarbij leggen we de nadruk op wat kinderen wel kunnen in plaats van wat ze niet kunnen. Op de peuteropvang komen kinderen in contact met leeftijdsgenootjes waarbij het spelen in groepsverband een belangrijk kenmerk is van de peuteropvang. De interactie tussen de pedagogisch medewerker en het kind, de pedagogisch medewerker en de groep en tussen de kinderen onderling speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van het kind. Peuteropvang De Kleine Musketiers wil ieder kind in de samenleving de kans geven zich optimaal te ontwikkelen. Er is aandacht voor: sociaal-emotionele ontwikkeling motorische ontwikkeling (beweging) lichamelijke ontwikkeling cognitieve ontwikkeling creatieve ontwikkeling taalontwikkeling ontwikkeling van identiteit en zelfredzaamheid Middelen De kinderen worden uitgedaagd deel te nemen aan een breed scala van activiteiten. Zij worden waar nodig gestimuleerd/geactiveerd door de pedagogisch medewerker. De activiteiten op de peuteropvang zijn aangepast naar leeftijd en niveau van het kind (kringspelletjes, knutselwerkjes, versjes en liedjes). Het aanbod van activiteiten, het (spel)materiaal, het gebruik van de ruimte en de aanwezige groepsdynamiek sluiten aan bij het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Vanuit een veilige omgeving die de peuteropvang biedt, kan het kind de wereld gaan verkennen en leren van de ervaringen die hij/zij opdoet. Het verkennen van de wereld is niet iets wat zich alleen op de peuteropvang afspeelt. Passend bij het thema maken wij uitstapjes naar bijvoorbeeld de bakker, de supermarkt, kinderboerderij, maken een herfstwandeling of bezoeken de basisschool. Wanneer de peuters de opvang verlaten zullen de pedagogisch medewerkers gebruik maken van het wandelkoord om hierdoor optimaal de verkeersveiligheid voor de peuters te kunnen waarborgen. Als we een uitstapje maken waarbij auto s nodig zijn, bijvoorbeeld naar de kinderboerderij, vragen wij medewerking aan de ouders. Peuteropvang De Kleine Musketiers biedt extra ontwikkelingsmogelijkheden voor de peuter vanuit de programma s van Voor- en Vroegschoolse Educatie. Op onze peuteropvang wordt gebruik gemaakt van het gecertificeerd VVEprogramma Kaleidoscoop (voorschools programma). 10

11 3.3.2 Welbevinden Peuteropvang De Kleine Musketiers biedt de kinderen een sfeer van veiligheid/geborgenheid en vertrouwen op zowel lichamelijk als sociaal-emotioneel gebied. De peuteropvang zorgt voor een omgeving die veilig is en waar kinderen zich welkom en gerespecteerd voelen. Belangrijke onderwerpen zijn: gezondheid verantwoorde hygiëne fysieke omgeving sociale omgeving Middelen We werken hierbij met een vaste dagindeling, pictogrammen (dagritme kaarten) en vaste regels, zodat er voor de peuter duidelijkheid ontstaat. Continuïteit in de vorm van vaste groepen waarin kinderen en pedagogisch medewerkers met elkaar vertrouwd kunnen raken zijn hierbij van belang. Ook continuïteit in de groep samenstelling, groepsgrootte (maximaal 10 kinderen in een groep met twee pedagogisch medewerkers en eventueel een vrijwilliger) en gestructureerde dagindeling dragen bij aan gevoel van vertrouwen. Alle pedagogisch medewerkers zijn op de hoogte van de "meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling" en "meldplicht geweld- en zedendelicten door professionals" en hebben deze ondertekend. Tevens zullen richtlijnen/adviezen met betrekking tot kwaliteitseisen aangaande inrichting, gezondheid, veiligheid en spelmateriaal uitgevoerd worden. Jaarlijks vindt op elke peuteropvang een risico-inventarisatie plaats met betrekking tot gezondheid en veiligheid. Gesignaleerde risico s worden in een actieplan beschreven met het doel deze op te heffen c.q. te reduceren. De resultaten hiervan vormen een onderdeel van de jaarlijkse inspectie door de GGD. De inspectierapporten zijn in te zien op de website Er zijn protocollen voor het handelen bij: ziekten en ongevallen veiligheid en hygiëne meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling meldplicht geweld- en zedendelicten door professionals Hanteren van waarden en normen Respect voor de medemens en voor de omgeving is de basis van waaruit wij werken en van waaruit wij met elkaar omgaan. De peuteropvang is een plaats waar kinderen in aanraking komen met andere aspecten van een cultuur en met de verscheidenheid in onze samenleving. Peuteropvang De Kleine Musketiers wil de kinderen begeleiden / de kans geven zich de waarden en normen eigen te maken van de samenleving waarvan zij deel uit maken. 11

12 Middelen Een open houding en communicatie van de pedagogisch medewerkers naar de ouders en kinderen draagt in belangrijke mate bij aan het ontstaan van begrip en respect voor elkaars waarden en normen. Diverse dagelijkse activiteiten vinden in groepsverband plaats. De pedagogisch medewerker geeft hierbij bijzondere aandacht aan het sociaal emotionele klimaat binnen de groep en ziet er op toe dat alle kinderen hieraan respectvol een bijdrage kunnen leveren. Hierbij heeft de pedagogisch medewerker oog voor de persoonlijke inbreng van de individuele peuter. Op een thematische wijze wordt aandacht besteedt aan bijzondere gebeurtenissen bijvoorbeeld ziek zijn, ziekenhuis, Sinterklaas, Kerst, vakantie, geboorte van broertje of zusje en verjaardagen. Het spelend leren in het werk op de peuteropvang is met name gebaseerd op voorbeeldgedrag van de volwassenen en het belonen van positief gedrag van de peuter Volgen en signaleren via de methode Kaleidoscoop Onze peuteropvang volgt de ontwikkelingen van kinderen via de methode Kaleidoscoop. Mocht er aanleiding zijn voor zorg, brengen wij ouders hiervan altijd op de hoogte. Samen kijken we naar een volgende stap die genomen kan worden. Er kan ondersteuning op maat plaatsvinden of wij verwijzen u door naar externe deskundigen. Middelen Kaleidoscoop is een educatieve methode voor peuters gebaseerd op de Amerikaanse methode High/Scope. De methode gaat ervan uit dat kinderen kennis verwerven en vaardigheden ontwikkelen door actief betrokken te zijn bij de wereld om hen heen. Een rijke speelleeromgeving, vaste dagindeling en observaties vormen de basis voor het handelen van de pedagogisch medewerkers. De sleutelervaringen zijn de sociaalemotionele, creatieve, cognitieve en lichamelijke ontwikkelingen van kinderen van 2 tot 6 jaar. Ze beschrijven wat de kinderen doen, hoe ze de wereld ervaren, en de soorten ervaringen die belangrijk zijn voor hun ontwikkeling. Via observatie is het belangrijk om erachter te komen wat de kinderen bezig houdt en om hun sterke kanten te ondersteunen. Wij verzamelen elke dag nauwkeurig informatie door de kinderen te observeren, interacties met hen aan te gaan en notities te maken. Wij overleggen met elkaar en wisselen observaties uit, analyseren deze aan de hand van sleutelervaringen en maken plannen voor de volgende dag. 12

13 4 Het wenbeleid Met het wenbeleid willen wij de ouders/verzorgers en de pedagogisch medewerkers inzicht geven in hoe wij omgaan met het wennen van een nieuwe peuter op onze groep. Het ene kind kan meer moeite hebben met veranderingen dan een ander kind. Dit is afhankelijk van de leeftijd, de persoonlijke ontwikkeling of tal van andere omstandigheden. Vaak hebben de allerkleinsten de meeste moeite om te wennen aan de nieuwe omgeving met al haar indrukken. Wennen biedt kinderen de mogelijkheid kennis te maken met de pedagogisch medewerkers, de andere peuters, de groepsruimte, de geluiden, de geuren, het dagritme en de regels binnen de groep, zonder de vertrouwde thuissituatie Doel Doel van het wenbeleid is om het kind de gelegenheid te bieden vertrouwd te worden met de voor hem/haar nieuwe situatie en een veilige plek op de groep te leren vinden. Het is belangrijk dat de peuter zich prettig, veilig en geaccepteerd gaat voelen binnen de peuteropvang. Alleen vanuit dit aanwezig pedagogisch klimaat kan het kind zich in positieve zin gaan ontwikkelen. Het wennen is voor ouders ook belangrijk, zodat zij zien hoe hun kind reageert op de groep (kinderen en pedagogisch medewerkers). Ook het ervaren van een gedeelde verantwoordelijkheid (ouders/pedagogisch medewerker) met betrekking tot de opvoeding van het kind is hierbij een belangrijk aspect wat niet onderschat mag worden. Visie Een goede wenperiode kan een belangrijke rol spelen in het ontstaan van een veilige basis voor het kind. Veiligheid is een belangrijke pedagogische kernwaarde voor onze organisatie. De rol van de pedagogisch medewerker is belangrijk voor het veilig voelen van het kind en de sociale verbanden binnen de groep. In een opvoedingssituatie is het kind voor zijn gevoel van welbevinden afhankelijk van een beperkt aantal personen. Een emotionele band met een volwassene is nodig om zich pas echt veilig te voelen. Van belang is dat de volwassene zich in het gevoel van het kind kan verplaatsen, ontvankelijk is voor signalen van het kind, emotioneel ondersteunt en het kind de ruimte geeft. Op deze manier ontwikkelt het kind basisvertrouwen en krijgt het besef dat er altijd iemand is op wie het kind kan terugvallen, hetgeen een voorwaarde is voor een optimale ontwikkeling. Werkwijze Onze organisatie hecht waarde aan een goede gewenningsperiode, zowel voor het kind als ouders/verzorgers, maar ook voor de pedagogisch medewerkers. Het kind moet een eigen plaats in de groep vinden en moet zich vertrouwd gaan voelen met de andere kinderen en de pedagogisch medewerkers. Ook de ouders hebben de tijd nodig om te wennen en vertrouwd te raken. 13

14 Nadat er een plaatsingsovereenkomst is afgesloten met ouders/verzorgers, vindt er een intakegesprek plaats. Tijdens het intakegesprek komen de volgende onderwerpen aan bod: de groepsleiding, de dagindeling, het huisreglement, rituelen, het aanbieden van activiteiten, volgen van de ontwikkeling, overdrachten e.d. Tevens worden er afspraken gemaakt over het wennen, zoals hoe vaak en wanneer. Het proces De pedagogisch medewerker zal gedurende de wenperiode gericht kijken en luisteren naar het kind. Dit om het kind te leren kennen en oog te krijgen voor het eigene van het kind. De medewerker zal het kind vertrouwd maken met de nieuwe omgeving: ruimte, spelmateriaal, groepsgenootjes en medewerkers. Dit zal zij doen door bijvoorbeeld het kind apart te nemen bij het spelen, of door extra tijd te nemen het kind de verschillende ruimtes te laten zien of extra te knuffelen. Wij creëren een sfeer waarin het kind zich veilig en vertrouwd voelt en zullen structuur bieden, zoals kennis met het vaste dagritme en vaste rituelen. Op welke wijze de pedagogisch medewerker dit doet is sterk afhankelijk van de signalen het kind geeft. Bij het kind staat het omgaan met andere kinderen centraal. Extra aandacht tijdens het halen en brengen voor ouders/verzorgers en het kind is belangrijk. Toch kan het zijn dat kinderen ondanks de extra inspanningen het de eerste weken nog steeds moeilijk hebben. Dit verschilt sterk per kind. Dit kan komen door de leeftijd van het kind, maar ook door het karakter, de thuissituatie of de omstandigheden binnen de groep. Belangrijk is een vertrouwensrelatie te creëren tussen ouder/verzorger-kind-pedagogisch medewerkers, zodat het kind zich goed kan ontwikkelen. 14

15 5 Ouders/verzorgers 5.1 Ouderbetrokkenheid We vinden het belangrijk dat ouders/verzorgers zich gehoord en thuis voelen bij onze organisatie. Dit bereiken wij door zorg te dragen voor een optimale en efficiënte informatie uitwisseling tussen onze organisatie en ouders/verzorgers. Vooral de informatie-uitwisseling tussen ouders/verzorgers en pedagogisch medewerkers is belangrijk voor het goed functioneren van de kinderen binnen onze organisatie. De informatie-uitwisseling tussen de pedagogisch medewerkers en de ouders/verzorgers gebeurt door middel van: Intakegesprek Dit gesprek tussen de pedagogisch medewerkers en ouders/verzorgers vindt plaats in de tijd voordat het kind geplaatst wordt. Tijdens dit gesprek verzamelt de pedagogisch medewerker zoveel mogelijk relevante informatie over het kind om het goed te kunnen begeleiden. Daarnaast worden de ouders/verzorgers geïnformeerd over diverse documenten die ter inzage op locatie liggen, waaronder het Risico- Inventarisatieplan Veiligheid en Gezondheid. Tevens wordt er een informatiebrief verstrekt waarin naast algemene zaken ook diverse veiligheids- en gezondheidsaspecten aan de orde komen. Haal- en brengmomenten Als de kinderen opgehaald worden wisselen de ouders/verzorgers en pedagogisch medewerkers bijzonderheden over de kinderen uit; heeft het kind iets belangrijks meegemaakt of zijn er nog bijzonderheden. 10-minutengesprek Tijdens dit gesprek bespreken we de ontwikkeling en vooruitgang van uw kind. Mededelingen Op het prikbord bij de deur worden algemene mededelingen opgehangen. Belangrijke mededelingen worden ook via verstuurd en aangegeven op onze website of middels een nieuwsbrief. Wij hopen op ondersteuning van ouders bij vieringen zoals Sint, Kerst, carnaval e.d. en bij groepsactiviteiten zoals uitstapjes, knutselen en bij het schoonhouden van de peuteropvang. Oudercommissie De ouders worden onder meer bij peuteropvang De Kleine Musketiers betrokken middels de oudercommissie. Ouders kunnen bij de oudercommissie terecht voor vragen over het gevoerde beleid en tevens opmerkingen en ideeën melden. De oudercommissie vergadert een aantal keer per jaar. Hierbij zijn een aantal ouders en een leidinggevende betrokken. Ter sprake komen onder andere het pedagogisch beleid, het algemeen beleid inzake veiligheid, gezondheid en hygiëne, het personeelsbeleid en het kwaliteitsbeleid. 15

16 5.2 Klachtenprocedure Indien ouders/ verzorgers een klacht hebben over de gang van zaken bij de Stichting De Kleine Musketiers, bestaat daarvoor een interne klachtenprocedure. Deze interne klachtenprocedure heeft twee fases: bespreken met de pedagogisch medewerker van de groep en eventueel bespreken met het bestuur. Indien de interne klachtenprocedure niet het gewenste resultaat heeft, dan kan de ouder/ verzorger een klacht indienen bij De geschillencommissie. Dit is een onafhankelijk instelling, die vragen en klachten aanhoort, advies geeft en duidelijk maakt welke stappen genomen kunnen worden. 5.3 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De Stichting De Kleine Musketiers werkt met de landelijke meldcode, zoals wettelijk verplicht. De meldcode bestaat uit een stappenplan, waar in aan de hand van vijf stappen staat wat je als professional moet doen bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling. De interne toelichting meldt wie waar voor verantwoordelijk is binnen de organisatie, welke signalen er zijn en de wijze van vastlegging in aansluiting op de Wet bescherming persoonsgegevens. Het doel is het bespreekbaar maken van de zorgen en het op gang brengen van hulpverlening. 6 Samenwerkingen Wij gaan samenwerken met onder andere het consultatiebureau, de bibliotheek en de basisscholen in de buurt van onze peuteropvang. 16