Winnaars en verliezers op de arbeidsmarkt in de jaren 70

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Winnaars en verliezers op de arbeidsmarkt in de jaren 70"

Transcriptie

1 A. de Grip* Winnaars en verliezers op de arbeidsmarkt in de jaren 70 De sectorale samenstelling van de werkgelegenheid verandert doorlopend vanwege verschuivingen in de vraag naar goederen en diensten. Hierdoor ontstaan eveneens veranderingen in de beroepenstructuur van de samenleving. Naast verschuivingen in de vraag naar eindprodukten kunnen ook veranderingen in de produktietechniek en -organisatie van invloed zijn op de beroepenstructuur. In dit artikel zal nader worden ingegaan op de verschuivingen die zich hebben voorgedaan in de beroepenstructuur. Centraal daarin staat de vraag welke beroepsklassen de afgelopen jaren het sterkst in omvang zijn toeof afgenomen, de zgn. occupational winners & losers.1 Daarbij is gebruik gemaakt van gegevens uit de Volkstelling 1971 (VT71) en van cijfers uit de onlangs gepubliceerde Arbeidskrachtentelling 1981 (AKT 81).2 Inleiding Verschuivingen in de vraag naar arbeidskrachten impliceren vaak ook veranderingen in de opleidingsstructuur van de vraag op de arbeidsmarkt. Om hierin enig inzicht te krijgen, zal worden gekeken naar het opleidingsniveau van arbeidskrachten in resp. de sterkst gegroeide en ingekrompen beroepsklassen.3 Daarbij blijkt dat arbeidskrachten, werkzaam in de sterk gegroeide beroepsklassen relatief hoog zijn opgeleid. Men kan zich afvragen of dit laatste het gevolg is van het relatief hoge opleidingsniveau dat voor deze beroepen altijd al vereist was, of dat dit hoge opleidingsniveau voortvloeit uit het verhogen van de aanstellingseisen in deze beroepsklassen. Geprobeerd zal worden hierin enig inzicht te krijgen. Cijfers voor de periode na 1981 zijn jammer genoeg nog niet gepubliceerd. Ongetwijfeld zijn de mutaties in de sectorale en beroepsstructuur van de werkende bevolking ook na 1981 aanzienlijk geweest. In een aantal gevallen zal het daarbij gaan om voortzettingen van de in de hier onderzochte periode waargenomen trends. Echter, bij enkele specifiek kwartaire beroepsklassen (leer * Drs. A. de Grip is werkzaam bij de vakgroep algemene economie aan de economische faculteit van de Vrije Universiteit. Met dank aan G.P. Janssen (doctoraalstudent economie) voor zijn hulp bij het verwerken van de gegevens en aan drs. A.W.F. Corpeleijn, dr. H. van Hulst en dr. J.M. Theeuwes voor hun commentaar op een eerste versie van dit artikel. krachten, sociale hulpverleners, e.d.), die tot de grootste winners van de jaren zeventig behoren, is er de laatste paar jaren ongetwijfeld een duidelijke kentering in de werkgelegenheidsontwikkeling opgetreden. Aan het eind van dit artikel zal verder worden ingegaan op de gevolgen van een dergelijke trendbreuk in de werkgelegenheidsontwikkeling voor het functioneren van de arbeidsmarkt. De opzet van dit artikel is als volgt. Eerst zal een summiere schets worden gegeven van de sectorale werkgelegenheidsontwikkelingen in de naoorlogse periode, om daarmee enigszins het kader te schetsen, waarbinnen de groei en inkrimping van beroepsklassen zich afspeelt. Daarna zal worden ingegaan op de centrale vraag van dit artikel: Welke beroepsklassen zijn de occupational winners & losers van de jaren zeventig? Daarbij zal zowel naar de absoluut, als naar de procentueel het meest gegroeide of ingekrompen beroepsklassen worden gekeken. Bovendien zal aandacht worden besteed aan het opleidingsniveau van de in deze beroepsklassen werkzame personen en worden geprobeerd een antwoord te geven op de vraag in hoeverre het relatief hoge opleidingsniveau van de het meest gegroeide beroepsklassen een intrinsiek kenmerk van deze beroepen is, of het gevolg is van verhoogde aanstellingseisen. Tot slot zal, zoals gezegd, worden ingegaan op de arbeidsmarktconsequenties van het overheidsbeleid waardoor de werkgelegenheidsontwikkeling de laatste paar jaren in enkele Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, jrg. 2, 1986/1 41

2 Winnaars en verliezers specifiek kwartaire beroepen, die in de onderzochte periode tot de grootste occupational winners behoorden, drastisch werd omgebogen. Verschuiving sectorale werkgelegenheid De verschuiving van de werkgelegenheid in de primaire en secundaire sector naar de tertiaire en vooral ook de kwartaire sector is de meest in het oog lopende verandering in de afgelopen decennia. Echter ook binnen deze vier sectoren vallen er sterk uiteenlopende ontwikkelingen te constateren. Tabel 1 geeft een beeld van de ontwikkeling van het aandeel van 14 verschillende sectoren in de totale werkgelegenheid in Nederland. Deze cijfers illustreren het trendmatig teruglopen van het aandeel van de primaire sectoren in de totale werkgelegenheid en de groei van tertiaire en kwartaire bedrijfstakken. Het aandeel in de totale werkgelegenheid neemt echter niet in alle dienstverlenende sectoren toe. Bij de reparatiebedrijven daalt het werkgelegenheidsaandeel, terwijl het aandeel van de heterogene sector transport/ communicatie stabiel blijft. Het aandeel van de bouwsector in de werkgelegenheid stijgt tot 1970 en neemt daarna af. Hetzelfde patroon doet zich voor in de metaalindustrie. Andere industriële sectoren, zoals de textiel-, kleding-, en schoeiselindustrie en de voedings- en genotmiddelenindustrie hebben een sterk teruglopend aandeel in de totale werkgelegenheid. De (petro)chemische sector is daarentegen de enige industriële bedrijfstak met een toenemend werkgelegenheidsaandeel, hoewel ook hier de groei na 1970 stagneert. Occupational winners & losers De vraag welke beroepsklassen de afgelopen jaren het sterkst in omvang zijn toe- of afgenomen kan zoals gezegd slechts worden beantwoord voor de periode tot 1981, vanwege het nog niet beschikbaar zijn van gegevens over de meest recente jaren. Bij de vergelijking van de cijfers uit de VT 71 met die van de AKT 81 is uitgegaan van een opdeling van de werkzame personen naar beroepsklasse (2-cijfercode). Er zijn ook meer gedetailleerde gegevens bekend van de ontwikkeling naar beroepsgroepen (3-cijfercode). Bij een dergelijke opdeling hebben verschillende beroepsgroepen echter een vaak erg geringe omvang, waardoor de statistische betrouwbaarheid van de mutaties klein is. Om deze reden is niet voor deze verdergaande opdeling gekozen. Wel zal indien de werkgelegenheidsontwikkelingen binnen een beroepsklasse nogal uiteenlopen worden aangegeven welke beroepsgroepen (3-cijfercode) binnen een sterk toe- of afgenomen beroepsklasse (2-cijfercode) voor deze stijging of daling verantwoordelijk zijn. De indeling in beroepsklassen is natuurlijk enigszins arbitrair. Met name beroepsklassen als administratieve functies n.e.g. (n.e.g. = niet eerder genoemd) en arbeiders n.e.g. zijn minder bevredigend. Maar ook verschillende andere beroepsklassen hebben een duidelijk heterogeen karakter. Bovendien zijn er belangrijke verschillen in omvang tussen de verschillende beroepsklassen. Het is evident dat Tabel 1. Procentueel aandeel van bedrijfstakken in totale werkgelegenheid Sector 1950 I Landbouw/visserij 15,4 11,1 7,0 5,8 6,0 Delfstoffenwinning 1,4 1,4 0,4 0,1* 0,1* Textiel/schoeiselindustrie 6,7 5,6 3,4 1,4 1,0 Voeding/genotsmiddelenindustrie 5,5 5,0 4,3 3,6 3,6 Olieraffinage/chemische industrie 1,7 2,4 2,8 2,6* 2,7* Metaalindustrie 8,2 9,5 10,1 9,0 8,4 Overige industrie 5,0 5,1 5,0 4,1 3,7 Bouwnijverheid 8,1 9,0 10,8 9,3 7,3 Openbare nutsbedrijven 0,9 0,9 0,9 0,9 1,0 Handel/horeca 14,4 15,5 17,6 18,1 17,8 Reparatiebedrijven 1,9 2,1 2,4 1,5 1,4 Transport/communicatie 7,0 7,1 6,5 6,7 6,9 Overige diensten 13,1 13,6 16,7 22,1 23,9 Overheid 10,4 11,7 12,1 14,9 16,1 * Aardoiiewinning valt nu onder Olieraffinage/chemische industrie. Bron: CBS (Nationale Rekeningen). 42 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, jrg. 2, 1986/1

3 Arbeidsmarkt de ranglijsten van de beroepsklassen met de grootste absolute mutaties worden beïnvloed door deze verschillen in om vang. Daarnaast zullen ook verschillen in heterogeniteit van de beroepsklassen van invloed zijn op de ranglijsten. Groeiende beroepen Welke beroepen zijn de occupational winners & losers tussen 1971 en 1981? Tabel 2 geeft een ranglijst van de twaalf beroepsklassen waarin de toename van de werkgelegenheid tussen 1971 en 1981 absoluut gezien het grootst is geweest. De top vijf wordt gevormd door een drietal kwartaire beroepsklassen leerkrachten, genees- en verpleegkundigen en sociale wetenschappers,maatschappelijk werkers e.d. en twee min of meer tertiaire beroepsklassen: diverse administratieve beroepen en boekhouders en kassiers. De enige twee beroepsklassen op de winnerslijst die grotendeels tot de industriële sector kunnen worden gerekend zijn de beroepsklasse ingenieurs, tekenaars en verwante technici op de achtste plaats en de beroepsklasse monteurs en reparateurs e.d. op de twaalfde plaats. Tabel 2. Grootste occupational winners gemeten in absolute aantallen Beroepsklasse Toename aantal werkzame personen absoluut procent. 1. Leerkrachten ,1 2. Admin. functies n.e.g ,6 3. Genees-en verpleegkundigen e.d ,9 4. Boekhouders, kassiers e.d ,9 5. Sociale wetenschappers, -hulpverleners e.d ,9 6. Huisbewaarders, schoonmaakpers ,0 7. Huish. en verzorgend personeel n.e.g ,5 8. Ingenieurs, tekenaars, en verwante technici ,5 9. Winkelbedienden e.d ,9 10. Beleidsvoerende en hogere leidinggevende functies (excl. openbaar bestuur) ,0 11. Koks, kelners, buffetbedienden ,0 12. Monteurs, reparateurs e.d ,9 De totale toename van het aantal werkenden in deze twaalf sterkst gegroeide beroepsklassen bedroeg Dit is meer dan het dubbele van de per saldo ( netto ) werkgelegenheidsgroei in Nederland (tussen : ). Binnen twee beroepsklassen op deze winners-lijst lopen de werkgelegenheidsontwikkelingen sterk uiteen. Zo komt de toename van het aantal werkenden in de beroepsklasse huishoudelijk en verzorgend personeel geheel voor rekening van de min of meer kwartaire beroepsgroep verzorgend personeel: Daartegenover stond een daling van de werkgelegenheid in de beroepsgroep huishoudelijk personeel: De beroepsklasse winkelbedienden e.d. groeide louter door de toename van de beroepsgroep winkelbedienden: -f Hiertegenover stond een daling van het aantal werkenden in de beroepsgroep straat- en marktverkopers: Een belangrijk deel van de werkgelegenheidsgroei in de jaren zeventig kan worden toegeschreven aan de drie kwartaire beroepsklassen op deze winners-lijst. Samen met de eveneens tot de kwartaire sector te rekenen beroepsgroep verzorgend personeel bedroeg de stijging van het aantal werkenden in deze kwartaire beroepen Dit betekent dat zonder de groei van de werkgelegenheid in deze kwartaire beroepen de totale werkgelegenheid in Nederland in de jaren zeventig vrijwel niet zou zijn toegenomen. De groei van de verschillende tertiaire beroepsklassen duidt enerzijds op een toenemende vraag naar bepaalde diensten (bijv. zakelijke dienstverlening en horeca) en anderzijds op een relatieve toename van het niet bij de directe produktie betrokken zgn. overhead -personeel. De groei van de industriële beroepsklassen zal ongetwijfeld voor een belangrijk deel het gevolg zijn van veranderingen in het produktieproces vanwege technische ontwikkelingen, daar de totale werkgelegenheid in de industrie niet is toegenomen. Als we kijken naar de beroepsklassen met de grootste procentuele stijgingen van het aantal werkzame personen, zien we een ander beeld (zie tabel 3). De grootste relatieve toename van het aantal werkenden heeft zich voorgedaan bij de (kleine) beroepsklasse bedrijfsleiders horeca, gevolgd door de eveneens kleine beroepsklasse beroepssportlieden. Op de derde plaats staat de eerste meer omvangrijke beroepsklasse sociale wetenschappers, -hulpverleners e.d. Op deze lijst van de snelste relatieve groeiers zien we ook de middelgrote beroepsklasse statistici, systeemanalisten e.d., en wel op de zesde plaats (zie tabel 3). De stijging Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, jrg. 2, 1986/1 43

4 Winnaars en verliezers Tabel 3. Grootste occupational winners (procentueel gezien) Beroepsklasse Toename aantal werkzame personen absoluut procent. 1. Directeuren/bedrijfsleiders horecabedrijven ,6 2. Beroepssportlieden, trainers e.d ,4 3. Sociale wetenschappers, -hulpverleners e.d ,9 4. Auteurs, journalisten e.d ,5 5. Juristen ,1 6. Statistici, systeemanalisten e.d ,8 7. Economen ,7 8. Accountants ,5 9. Huisbewaarders, schoonmaakp ersoneel ,0 10. Directeuren/bedrijfsleiders detailhandel ,0 11. Leerkrachten ,1 12. Telefonisten, telegrafisten e.d ,0 van het aantal werkenden in deze beroepsklasse deed zich louter voor bij de high-tech -beroepsgroepen systeemanalisten en automatiseringsdeskundigen ( ) en programmeurs e.d. (+ 7800). Daarnaast is ook de sterke toename van het aantal werkenden in een aantal academische beroepen - juristen, economen en accountants opvallend. Het is eveneens opmerkelijk dat op deze lijst geen enkel industrieel en ook geen niethoger geschoold administratief beroep voorkomt. Slechts een drietal beroepsklassen komt op beide winners-ranglijsten voor: leerkrachten (resp. een eerste en een elfde plaats), sociale wetenschappers, -hulpverleners e.d. (resp. een vijfde en een derde plaats) en huisbewaarders, schoonmaakpersoneel (resp. een zevende en een negende plaats). Krimpende beroepen Laten we nu eens een blik werpen op de losers van de jaren zeventig. Tabel 4 geeft aan in welke beroepsklassen de werkgelegenheid absoluut gezien het sterkst is teruggelopen. De grootste werkgelegenheidsverliezen blijken te hebben plaatsgevonden bij de beroepsklassen overige arbeiders (bouwvaksjouwers, havensjouwers, reinigingsambtenaren n.e.g.), textielarbeiders, zelfstandige landbouwers, toezichthoudend produktiepersoneel, bouwvakarbeiders en machinale metaalbewerkers. Buiten de landbouw en industriële sector zijn de belangrijkste beroepsklassen met een afnemende werkgelegenheid: vliegtuigen scheepsofficieren, vertegenwoordigers en toezichthoudend administratief personeel (zie tabel 4). In de twaalf beroepsklassen van deze loserslijst trad in totaal een daling van het aantal werkenden op van Bij de beroepsklasse gereedschapmakers, machinale metaalbewerkers is het verloop in de tijd nogal opvallend. In de periode was er nog sprake van een toename van het aantal werkzame personen. Pas daarna trad er een geleidelijke daling op. Als we kijken naar de werkgelegenheidsontwikkelingen op beroepsgroepniveau binnen de verschillende beroepsklassen valt op dat meer dan de helft van de daling van het aantal werkenden in de beroepsklasse overige arbeiders zich voordeed bij de beroepsgroep wegenbouwarbeiders, grondwerkers en bouwvaksjouwers, n.e.g.: De daling van de werkgelegenheid in de beroepsklasse loodgieters e.d. was verhoudingsgewijs het grootst in de beroepsgroepen plaatwerkers ( 4700), constructiewerkers ( ) en Tabel 4. Grootste occupational losers gemeten in absolute aantallen Beroepsklasse 1. Overige arbeiders (sjouwers e.a.) 2. Kleermakers, naaisters, stoffeerders 3. Toezichthoudend/ leidinggevend produktiepersoneel 4. Loodgieters, lassers, constructiewerkers 5. Metselaars, timmerlieden e.d. 6. Spinners, wevers, textielververs 7. Zelfstandige land- en tuinbouwers 8. Gereedschapmakers, machinale metaalbewerkers e.d. 9. Schilders 10. Vliegtuig- en scheepsofficieren 11. Vertegenwoordigers 12. Toezichthoudend/ leidinggevend administratief personeel A f name aan tal werkzame personen absoluut procent , , , , , , , , , , , ,8 44 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, jrg. 2, 1986/1

5 Arbeidsmarkt overige bankwerkers ( ). Het aantal lassers nam daarentegen toe: De achteruitgang van de werkgelegenheid in de beroepsklasse metselaars, timmerlieden enz. is vrijwel geheel toe te schrijven aan de beroepsgroepen betontimmerlieden, ijzervlechters e.d. ( ) en timmerlieden ( ). Ook het aantal metselaars liep terug: Daartegenover stond een toename van enkele andere kleinere beroepsgroepen. De daling van de werkgelegenheid in de beroepsklasse vliegtuig- en scheepsofficieren kwam geheel voor rekening van de beroepsgroepen scheepsofficieren ( ) en scheepswerktuigkundigen ( 1300). Het aantal luchtvaartofficieren bleef daarentegen vrijwel gelijk. De daling van het aantal werkenden in verschillende beroepsklassen op deze lijst is waarschijnlijk toe te schrijven aan een vermindering van de afzet in de sectoren, waarin men werkzaam is. Dit geldt voor de textiel, de bouw en de landbouwberoepen en ook voor de scheepsofficieren. Anderzijds kan de daling van de werkgelegenheid in enkele bouwberoepen (betontimmerlieden, ijzervlechters e.d.) ook het gevolg zijn geweest van de accentverschuiving van grootschalige nieuwbouw naar herstelbouw vanaf het midden van de jaren zeventig. De inkrimping in de beroepsklasse toezichthoudend produktiepersoneel is naast het inkrimpen van de werkgelegenheid in de industriële sector in het algemeen, mogelijk ook het gevolg geweest van veranderingen in de produktie- en organisatiestructuur in verschillende bedrijfstakken. Procentueel gezien is het aantal werkenden het meest afgenomen in de beroepsklasse mijnarbeiders e.d. (zie tabel 5). Op de tweede plaats gevolgd door spinners, wevers e.d. Daarna volgen het toezichthoudend administratief personeel, kleermakers/stoffeerders, machinebedieners, overige arbeiders, tabaksindustrie-arbeiders, schoenmakers, wasserijpersoneel en papierindustrie-arbeiders. Het overgrote deel van de beroepsklassen op deze lijst heeft betrekking op arbeidskrachten in in de jaren zeventig sterk stagnerende arbeidsintensieve industriële sectoren in Nederland. (Zie ook tabel 1.) De daling van de werkgelegenheid in deze sectoren is vaak het gevolg geweest van zowel verschuivingen in de vraag naar eindprodukten, als deels daarmee samenhangend de verdringing van binnenlandse door buitenlandse producenten. Aan de andere kant is er bij de meeste van deze beroepsklassen ook sprake van een in- Tabel 5. Grootste occupational losers (procentueel gezien) Beroepsklasse Afname aantal werkzame personen absoluut procent. 1. Mijnarbeiders, bronboorders e.d Spinners, wevers, -72,2 textielververs ,6 3. Toezichthoudend/ leidinggevend administratief personeel ,8 4. Kleermakers, naaisters, stoffeerders ,6 5. Bedieners van stationaire machines en installaties ,8 6. Overige arbeiders (sjouwers e.a.) ,3 7. Tabaksproduktenmakers ,9 8. Schoen-en lederwarenmakers ,2 9. Wasserijpersoneel e.d ,6 10. Papierwaren- en kartonnagewerken ,8 11. Houtzagers, papiermakers e.d ,4 12. Hoogovenarbeiders, walsers, gieters ,0 krimping van het beroepsdomein als gevolg van technische ontwikkelingen, waardoor er kapitaalintensiever geproduceerd ging worden en/of anders (meestal beter) gekwalificeerde beroepsgroepen in het produktieproces ingeschakeld werden. Dit laatste bleek reeds bij de absolute occupational-winnerslijst, waarop de beroepsklassen ingenieurs, tekenaars en verwante technici en monteurs, reparateurs e.d. voorkwamen. Dit wijst in de richting van een 'upgrading van het produktiepersoneel in de industrie, in de zin van een substitutie tussen verschillende beroepsklassen. Opvallend is de relatief hoge plaats op de loserslijst van de tertiaire beroepsklasse toezichthoudend/leidinggevend administratief personeel. Mogelijk is de toenemende automatisering en de daaraan gekoppelde reorganisatie van het administratieve werk in veel organisaties hier in belangrijke mate de oorzaak van geweest. Opleidingsniveaus De Arbeidskrachtentelling 1981 maakt het ook Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, jrg. 2, 1986/1 45

6 Winnaars en verliezers Tabel 6. Gemiddeld en modaal opleidingsniveau van absoluut en procentueel sterkst toegenomen beroepsklassen (cijfers 1981) Absolute winners GON MON Relatieve winners GON MON 1. Leerkrachten 9,1 hbo 1. Dir. horecabedrijven 4,2 mbo 2. Admin. functies n.e.g. 4,6 mbo 2. Sportlieden/-trainers 4,6 mbo 3. Geneeskundigen/ver- 3. Soc. wet. hulpverleners 8,7 hbo pleegkundigen 7,2 mbo 4. Boekhouders/kassiers 4,8 mbo 4. Auteurs/journalisten 7,2 hbo 5. Soc.wet. hulpverleners 8,7 hbo 5. Juristen 11,5 W O 6. Huisbewaarders/schoon- 6. Statistici/systeemmaakpersoneel 1,6 ong. analisten 7,6 hbo 7. Huish. en verzorgend 7. Economen 9,6 W O personeel 3,1 mbo/ong. 8. Accountants 8,7 hbo/wo 8. Ingenieurs, tekenaars, 9. Huisbewaarders/schoon - technici 7,4 mbo maakpersoneel 1,6 ong. 9. Winkelbedienden 3,3 lbo 10. Dir. detailhandel 5,6 mbo 10. Beleidsvoerende/hogere 11. Leerkrachten 9,1 hbo leidinggevenden 7,6 mbo 12. Telefonisten/ 11. Koks/kelners/buffet- telegrafisten 3,9 lbo/mbo bedienden 2,6 lbo 12. Monteurs/reparateurs 3,7 mbo ong. = ongeschoold. mogelijk een indicatie te krijgen van het opleidingsniveau van de verschillende sterk toe- of afgenomen beroepsklassen. We onderscheiden daarbij het modale opleidingsniveau (MON) en het gemiddelde opleidingsniveau (GON). Deze laatste maatstaf berekenen we met behulp van het in de Standaard Onderwijs Indeling van het CBS (1981) aan gediplomeerde schoolverlaters van de verschillende schoolsoorten toegerekende aantal opleidingsjaren na het basisonderwijs. Daarbij wordt uitgegaan van:6 lbo/mavo 3 jaar havo/vwo/mbo 6 jaar hbo 9 jaar wo 12 jaar Tabel 6 geeft een overzicht van het gemiddelde en het modale opleidingsniveau van de arbeidskrachten in de beroepsklassen met de hoogste absolute en procentuele toename van het aantal werkzame personen, op basis van de personeelsbezetting in De vijf beroepsklassen waar het aantal werkenden absoluut gezien het meest gestegen is, bestaan uit relatief hooggeschoolde arbeidskrachten met een gemiddeld opleidingsniveau van 4,8 tot 9,1 jaar en modale opleidingsniveaus mbo en hbo. Pas op de zesde plaats komt een beroepsklasse met een (erg) laag opleidingsniveau: huisbewaarders en schoonmaakpersoneel. De modale groep arbeidskrachten in deze beroepsklasse is ongeschoold en het gemiddelde opleidingsniveau is 1,6 jaar. De daaropvolgende beroepsklasse huishoudelijk en verzorgend personeel heeft een bi-modaal opleidingsniveau: ongeschoolden en mbo-gediplomeerden maken een vrijwel even groot deel uit van deze beroepsklasse. Dit is waarschijnlijk het gevolg van het feit dat deze beroepsklasse betrekking heeft op twee qua opleidingsniveau uiteenlopende beroepsgroepen. Daar alleen bij de relatief geschoolde beroepsgroep verzorgend personeel het aantal werkzame personen is toegenomen, kan men dit winners-beroep modaal classificeren als een mbo-beroep. Bij de ranglijst van beroepsklassen met het verhoudingsgewijs het meest toegenomen aantal werkzame arbeidskrachten is de dominantie van de hoger-opgeleide beroepsklassen zelfs nog duidelijker. Van de twaalf beroepsklassen heeft er slechts een - de ook op de lijst van absolute winners voorkomende beroepsklasse huisbewaarders en schoonmaakpersoneel een laag opleidingsniveau (GON =1,6 jaar; MON = ongeschoold). Bij alle andere beroepsklassen op deze lijst is het gemiddelde en modale opleidingsniveau hoog tot zeer hoog. 46 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, jrg. 2, 1986/1

7 Arbeidsmarkt Tabel 7. Gemiddeld en modaal opleidingsniveau van absoluut en procentueel sterkst ingekrompen beroepsklassen (cijfers 1981) Absolute losers GON MON Relatieve losers GON MON 1. Overige arb. (sjouwers) 1,1 ong. 1. Mijnarbeiders e.a. 2,6 ong. 2. Kleermakers/naaisters/ 2. Spinners/wevers e.a. 1,4 ong. stoffeerders 2,7 lbo 3. Toezichthoudend admin. 3. Toezichthoudend prod. personeel 5,7 mbo personeel 4,5 mbo 4. Kleermakers/naaisters/ 4. Loodgieters/lassers 3,2 lbo stoffeerders 2,7 lbo 5. Metselaars/timmer- 5. Machine-/installatielieden 2,8 ong. bedieners 4,4 mbo 6. Spinners/wevers e.a. 1,4 ong. 6. Overige arb. (sjouwers) 1,1 ong. 7. Zelfst. land/tuinbouw 3,5 lbo 7. Tabaksproduktenmakers 1,4 ong. 8. Gereedschap-/machinale 8. Schoen-/lederwarenmetaalbewerkers 2,7 lbo makers 2,5 ong. 9. Schilders 3,0 lbo 9. Wasserjjpersoneel 1,8 ong. 10. Vliegtuig-/scheeps- 10. Papier-/kartonnageofficieren 6,4 hbo werkers 1,2 ong. 11. Vertegenwoordigers 5,2 mbo 11. Houtzagers/papier- 12. Toezichthoudend ad- makers 1,7 ong. min. personeel 5,7 mbo 12. Hoogovenarbeiders, walsers, gieters 1,9 ong. ong. = ongeschoold. Hoe staat het met het opleidingsniveau van de beroepsklassen op de losers-ranglijsten? Bij de in het afgelopen decennium absoluut het meest ingekrompen beroepsklassen gaat het voor het overgrote deel om beroepen met lage opleidingsniveaus. De beroepsklasse met de grootste werkgelegenheidsdaling heeft slechts een gemiddeld opleidingsniveau van 1,1 en is modaal gezien ongeschoold. Zes van de twaalf beroepsklassen op deze lijst hebben een GON van 2,7 tot 4jaar en als modaal opleidingsniveau lbo. Slechts een drietal beroepsklassen toezichthoudend produktiepersoneel, vertegenwoordigers en toezichthoudend administratief personeel - hebben mbo als modaal opleidingsniveau en een GON van 4,5 tot 5,7 jaar. Op de tiende plaats op deze losers-lijst staat de enige hoger-opgeleide beroepsklasse: vliegtuig- en scheepsofficieren. Deze beroepsklasse heeft een gemiddeld opleidingsniveau van 6,4 jaar en als modaal opleidingsniveau hbo. Van de twaalf procentueel het meest in omvang afgenomen beroepsklassen gaat het in negen gevallen om erg laag opgeleide, modaal ongeschoolde beroepen. Eén beroepsklasse heeft als modaal opleidingsniveau lbo en twee beroepsklassen mbo. Hoog opgeleide nieuwkomers Uit het bovenstaande overzicht valt zonder meer op te maken dat het aantal werkenden het meest is gestegen in beroepsklassen, waar veel hoger opgeleiden werken, terwijl de werkgelegenheid het meest is gedaald in beroepsklassen waar veel lager opgeleiden werkzaam zijn. Daarbij moet wel bedacht worden dat gekeken is naar het opleidingsniveau in Men kan de vraag stellen in hoeverre het verhoudingsgewijs hoge opleidingsniveau van de schoolverlaters in de jaren zeventig heeft geleid tot een intrede in ook voorheen reeds relatief hooggeschoolde beroepsklassen, of dat deze nieuwkomers op de arbeidsmarkt het opleidingsniveau van de beroepsklassen waarin ze gingen werken hebben verhoogd. Met andere woorden: sloot het relatief hoge opleidingsniveau van de schoolverlaters aan bij een sterke groei van beroepsklassen waarvoor ook aan het begin van de jaren zeventig al een hogere scholing vereist was, of is er sprake geweest van een verhoging van de aanstellingseisen voor de nieuwkomers op de arbeidsmarkt? Deze vraag zou beantwoord kunnen worden door het gemiddelde en modale opleidingsniveau van de verschillende beroepsklassen in 1981 te vergelijken met dezelfde gegevens over De ge Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, jrg. 2,1986/1 47

8 Winnaars en verliezers gevens uit de Volkstelling 1971 zijn echter niet direct vergelijkbaar met die van de Arbeidskrachtentelling Bij de Vokstelling 1971 is het opleidingsniveau van het totaal aantal werkenden naar beroepsklasse niet vast te stellen, maar slechts het scholingsniveau van de loontrekkenden. Met name bij de beroepsklassen waarin veel zelfstandigen werkzaam zijn kan er daardoor een belangrijke vertekening optreden. Voor verschillende andere beroepsklassen geeft een vergelijking van de opleidingsniveaus in 1971 en 1981 wel een indicatie van de ontwikkeling van het scholingsniveau. Om hiervan een indruk te krijgen vergelijken we de opleidingsniveaus van de beroepsklassen, waarin tussen 1971 en 1981 de grootste absolute toename van het aantal werkenden optrad. Uit de cijfers van tabel 8 blijkt, dat er bij alle beroepsklassen op deze winners-lijst een stijging van het opleidingsniveau van de werkzame personen valt waar te nemen. Deze stijging was het geringst bij de het sterkst gegroeide beroepsklasse leerkrachten. Ook bij de beroepsklasse genees- en verpleegkundigen is de toename waarschijnlijk gering geweest, temeer daar in deze beroepsklasse veel relatief hoger opgeleide zelfstandigen in 1971 niet werden meegeteld. Hetzelfde geldt in mindere mate mogelijkerwijs ook voor de beroepsklassen beleidsvoerenden en hogere leidinggevende functies en ingenieurs, tekenaars en verwante technici. Net als bij de drie bovengenoemde beroepsklassen bleef ook het modale opleidingsniveau van de arbeidskrachten in de beroepsklasse sociale wetenschappers en -hulpverleners op hetzelfde (hbo-)niveau als in Ook in de beroepsklasse huisbewaarders en schoonmaakpersoneel bleef het MON gelijk: ongeschoold. Bij de beroepsklasse huishoudelijk en verzorgend personeel verschoof het MON van ongeschoold naar ongeschoold/mbo. Uit de hierboven gegeven verdere opdeling van cijfers naar beroepsgroepen bleek dat de werkgelegenheid in deze beroepsklasse louter optrad in de beroepsgroep verzorgend personeel. Naar alle waarschijnlijkheid heeft dit laatste in belangrijke mate bijgedragen tot de groei van het aantal mbo-gediplomeerden in deze beroepsklasse. Opvallend is de verschuiving van het MON in de sterk gegroeide administratieve beroepsklassen boekhouders, kassiers e.d. en administratieve functies, n.e.g. In 1971 had de grootste groep werkenden in deze beroepsklassen nog een ulo-opleidingsniveau; in 1981 was het MON: mbo. Ongetwijfeld is deze verschuiving voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de explosieve groei van het meaoonderwijs in de jaren zeventig. Soortgelijke verschuivingen hebben zich voorgedaan bij de beroepsklassen koks, keukenhulpen en buffetbedienden en winkelpersoneel e.d. (MON van ongeschoold naar lbo) en ingenieurs, tekenaars en verwante technici, en monteurs/reparateurs (MON van lbo naar mbo). De verschuiving van het MON bij het winkelpersoneel en de koks, keukenhulpen enz. zal in belangrijke mate het gevolg geweest zijn van de in de jaren zeventig ingevoerde leerplichtverlengingen. Bij de monteurs/reparateurs is de stijging van het MON mogelijkerwijs het gevolg van een substitutie van Leerlingwezen-opleidingen door mbo-opleidingen. Uit het bovenstaande zou men voorzichtig kunnen concluderen, dat, hoewel de sterkst gegroeide beroepsklassen ook in 1971 reeds een hoog opleidingsniveau vereisten, in verschillende van deze beroepsklassen de aanstellingseisen zijn gestegen. In een aantal gevallen heeft dit zelfs geleid tot een verschuiving van het modale opleidingsniveau. Het verhogen van de aanstellingseisen impliceert dat relatief hoger-opgeleiden lager-opgeleiden uit bepaalde beroepsdomeinen verdringen. Dit laatste sluit aan bij de uitkomsten van het onderzoek van Huijgen c.s. (1983), waarin een toename werd geconstateerd van het aantal arbeidskrachten dat werkzaam is op een functieniveau dat lager ligt dan het genoten opleidingsniveau. Kwartaire beroepsklassen Er zijn zoals gezegd door het CBS nog geen gegevens gepubliceerd over de werkgelegenheidsontwikkelingen in de beroepsklassen na Het staat echter zonder meer vast dat de groei van de werkgelegenheid bij enkele van de occupational winners van de jaren zeventig de laatste jaren is gestagneerd. Dit is met name het geval bij de twee min of meer specifiek kwartaire beroepsklassen leerkrachten en sociale wetenschappers/ hulpverleners, resp. de nrs. 1 en 5 op de absolute winners-ranglijst van de jaren 70. Juist bij deze twee beroepsklassen is de werkloosheid momenteel relatief erg hoog (sociale wetenschappers/ hulpverleners) of sterk stijgend (leerkrachten). De lange opleidingsduur van werkenden in deze beroepsklassen en m.n. de modaal gevolgde 3- tot 4- jarige beroepsopleiding maken het onmogelijk dat het arbeidsaanbod direct reageert op een ombuiging van de werkgelegenheidsperspectieven in deze beroepsklassen. Men spreekt in dit geval van zgn. scholingsvertragingen. Gezien de enorme 48 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, jrg. 2,1986/1

9 Arbeidsmarkt Tabel 8. Gemiddeld en modaal opleidingsniveau van absoluut het sterkst gegroeide beroepsklassen in 1971 en 1981 Beroepsklasse 1971 GON MON 1981 GON MON 1. Leerkrachten 8,7 hbo 9,1 hbo 2. Admin. functies n.e.g. 2,9 ulo 4,6 mbo 3. Genees-/verpleegkundigen 5,6 mbo 7,2 mbo 4. Boekhouders/kassiers 3,3 ulo 4,8 mbo 5. Soc. wetensch. en-hulpverlening 7,3 hbo 8,7 hbo 6. Huisbewaarders/schoonmaakpersoneel 0,7 ong. 1,6 ong. 7. Huishoudelijk/verzorgend personeel 1,9 ong. 3,1 mbo/ong. 8. Ingenieurs, tekenaars, technici 5,9 lbo(mbo) 7,4 mbo 9. Winkelbedienden 1,9 ong. 3,3 lbo 10. Beleidsvoerende/hogere leidinggevenden 6,1 mbo 7,6 mbo 11. Koks, kelners e.d. 1,4 ong. 2,6 lbo 12. Monteurs/reparateurs 2,2 lbo 3,7 mbo Ong. = ongeschoold. groei van de werkgelegenheid in deze kwartaire beroepen tot aan het begin van de jaren tachtig, kan de huidige schoolverlaters van deze beroepsopleidingen niet verweten worden bij hun opleidingskeuze hun persoonlijke belangstelling e.d. te hebben laten prevaleren boven arbeidsmarktoverwegingen. Integendeel, de goede werkgelegenheidsperspectieven die veel beroepen binnen deze beroepsklassen ten tijde van hun studiekeuze leken te bieden, maakten hun opleidingskeuze (ook) vanuit arbeidsmarkt-overwegingen volstrekt rationeel. Het is opvallend dat juist op deze arbeidsmarktsegmenten, waar de arbeidsmarktsituatie in belangrijke mate wordt beihvloed door het gevoerde personeelsbeleid van de overheid, momenteel zulke omvangrijke arbeidsmarktdiscrepanties optreden. Een niet onbelangrijk deel van de aansluitingsproblematiek op de arbeidsmarkt van hogeropgeleiden moet dan ook worden toegeschreven aan het negeren van de arbeidsmarkt-implicaties van een zigzaggend overheidsbeleid. Daarbij blijkt dat men met name geen oog heeft voor het optreden van scholingsvertragingen in de mate waarin het arbeidsaanbod kan reageren op mutaties in de vraag op de arbeidsmarkt. Een dergelijk beleid leidt ongetwijfeld tot het ontstaan van varkenscycli op de arbeidsmarkt. Figuur 1 geeft een gestileerde illustratie van een dergelijk varkenscyclus proces (uitgaande van een opleidingsduur van 4 j aar). Dergelijke varkenscycli kunnen slechts worden voorkomen indien de overheid haar personeelsbeleid vanuit een middellange-termijnoptiek voert, of tijdig anticipeert op voorgenomen beleidsombuigingen. Indien men dit verzuimt, zal de overheid haar verantwoordelijkheid moeten kennen, door een curatief beleid te voeren, waardoor toereikende omscholingsmogelijkheden worden gecreëerd. Figuur 1. Varkenscyclus op een arbeidsmarktsegment van een hoger opgeleide beroepsgroep (bij opleidingsduur van 4 jaar) Besluit Mede als gevolg van de ongelijke groei van de werkgelegenheid in de verschillende bedrijfstakken zijn er (ook) in de in dit artikel belichte periode in Nederland belangrijke verschuivingen opgetreden in de beroepenstructuur van de werkenden. De bovenstaande occupatio- Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, jrg. 2, 1986/1 49

10 Winnaars en verliezers nal-winners- en -losers-lijsten geven hiervan een beeld. De groei van de werkgelegenheid blijkt zich te concentreren in een beperkt aantal beroepsklassen. In de twaalf grootste occupational winners stijgt het aantal werkenden in totaal met , meer dan het dubbele van de totale netto-werkgelegenheidsgroei in Nederland tussen 1971 en Daarentegen bedroeg het totale werkgelegenheidsverlies in de twaalf meest ingekrompen beroepsklassen Deze veranderingen in het werkgelegenheidspatroon kunnen zowel aan verschuivingen in de vraag naar eindprodukten als deels ook aan veranderingen in het produktieproces en de produktie-organisatie worden toegeschreven. Tevens blijkt dat het opleidingsniveau van veel occupational winners relatief hoog is. Bij de relatief het sterkst gegroeide beroepsklassen heeft zelfs meer dan de helft van de beroepsklassen modaal een tertiair opleidingsniveau. Bij de occupational losers is het opleidingsniveau daarentegen relatief laag. Ook hier is de situatie weer het meest extreem bij de beroepsklassen met de procentueel grootste mutaties. Maar liefst driekwart van de beroepsklassen op deze losers-lijst moet modaal gezien als ongeschoold worden geclassificeerd. Voor een belangrijk deel kan de groei van middelbaar en hoger opgeleide beroepsklassen en de inkrimping van de lager geschoolde beroepsklassen worden toegeschreven aan de verschuiving van de werkgelegenheid van de primaire en industriële sector naar de dienstverlenende sectoren. Daarnaast zijn er echter ook aanwijzingen voor een upgrading-proces in de industriële sector, tot uiting komend in een substitutie tussen verschillende industriële beroepsklassen, waarbij met name de relatief hoger opgeleide beroepsklasse ingenieurs, tekenaars en verwante technici een sterke werkgelegenheidsgroei laat zien, terwijl verschillende laaggeschoolde industriële beroepsklassen tot de grootste occupational losers behoren. Bij de grootste winners-beroepsklassen is ook gekeken naar het opleidingsniveau aan het begin van de onderzochte periode. Als men dit vergelijkt met het opleidingsniveau in 1981, blijkt dat de groei van het aantal werkenden in de meeste van deze beroepsklassen mede geleid heeft tot een stijging van het gemiddelde en in enkele gevallen ook van het modale opleidingsniveau. Hoewel deze cijfers met de nodige voorzichtigheid moeten worden geihterpreteerd, wijzen de uitkomsten toch in de richting van een verhoging van de aanstellingseisen van de nieuwkomers op de arbeidsmarkt. Het relatief hoge opleidingsniveau van degenen die in de jaren zeventig hun intrede deden op de arbeidsmarkt heeft een dergelijke ontwikkeling mogelijk gemaakt. Lager opgeleiden worden hierdoor uit hun beroepsdomein verdrongen. Het beeld van de occupational winners & losers in het afgelopen decennium laat ook zien dat een omvangrijk deel van de werkgelegenheidsgroei zich voordeed in enkele specifiek kwartaire beroepsklassen ( ). De zgn. high-tech-beroepen bleken daarentegen in de periode nog slechts voor een gering deel van de werkgelegenheidsgroei verantwoordelijk. Hoewel de werkgelegenheidsgroei in de automatiseringsberoepen procentueel gezien vrij hoog was, bleef het aandeel van deze beroepsgroepen in de totale werkgelegenheidsgroei bescheiden: systeemanalisten en automatiseringsdeskundigen ( ) en programmeurs e.d. (+ 7800). Absoluut gezien was, zoals reeds opgemerkt, de werkgelegenheidsgroei in de beroepsklassen ingenieurs, tekenaars en verwante technici ( ) omvangrijker. Echter, in vergelijking met de werkgelegenheidsgroei in de specifiek kwartaire beroepsklassen was ook de bijdrage van deze beroepsklasse in de toename van de werkgelegenheid uiterst bescheiden. Zonder de werkgelegenheidsgroei in de drie kwartaire beroepsklassen - leerkrachten, genees- en verpleegkundigen en sociale wetenschappers, hulpverleners en de kwartaire beroepsgroep verzorgend personeel zou de totale werkgelegenheid in Nederland in de periode niet zijn toegenomen. Vanwege de ombuiging van de groei van de kwartaire sector is de arbeidsmarktsituatie voor veel kwartaire beroepen na 1981 echter aanzienlijk verslechterd. Doordat bij dit overheidsbeleid onvoldoende rekening werd gehouden met het noodzakelijkerwijs optreden van scholingsvertragingen, genereert het gevoerde beleid aansluitingsproblemen op de arbeidsmarkt, die het gevolg zijn van onvermijdelijke scholingsvertragingen. Het overheidsbeleid zal in de toekomst meer gericht moeten worden op het voorkomen van dergelijke aansluitingsproblemen en de daaruit voortvloeiende varkenscycli, hetzij door te streven naar geringere fluctuaties in de vraag naar kwartair opgeleiden, hetzij door in de onderwijssfeer te anticiperen op eventuele beleidsombuigingen. Vanwege haar (medeverantwoordelijkheid voor het huidige overschot aan hoog-opgeleide specifiek-kwartair geschoolden, zal de over- 50 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken Jrg. 2, 1986/1

11 Arbeidsmarkt heid zich grotere inspanningen moeten getroosten ten aanzien van de omscholing van werkloze arbeidskrachten in deze beroepsgroepen dan momenteel het geval is. Noten 1. C.B. Leon, Occupational winners &losers, who they were during , Monthly Labor Review, juni 1982, blz Hierbij moet wel worden bedacht dat er verschillen zijn in onderzoeksopzet en mate van respons tussen de Volkstelling 1971 en de Arbeidskrachtentelling Op deze verschillen wordt ingegaan door F. Huijgen, B.J.P. Riesewijk en C.J.M. Conen, De kwalitatieve structuur van de werkgelegenheid in Nederland, Staatsuitgeverij, Den Haag 1983, blz Strikt genomen speelt hierbij het probleem dat men op deze wijze het vereiste opleidingsniveau meet door middel van het feitelijk genoten opleidingsniveau, dat hieraan niet zonder meer geüjk gesteld kan worden. Zie Huijgen, c.s. (1983). 4. Enkele erg kleine beroepsklassen, waarbij de absolute toename geringer was dan 1000 werknemers zijn niet in deze lijst opgenomen, vanwege de geringe statistische betrouwbaarheid van deze cijfers. 5. Evenals in de tabel 4 is ook hier vanwege de statistische onbetrouwbaarheid een erg kleine beroepsklasse uit de tabel weggelaten. 6. Daar uitgegaan wordt van een vaste toerekening van opleidingsjaren aan de verschillende opleidingscategorieën, wordt hier geen rekening gehouden met het effect van veranderingen in de opleidingsduur van opleidingen, zoals de uitbreiding van het lbo met een vierde leerjaar in de eerste helft van de jaren zeven tig- Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, jrg. 2, 1986/1 5.1

Winnaars en verliezers op de arbeidsmarkt

Winnaars en verliezers op de arbeidsmarkt A. de Grip* Winnaars en verliezers op de arbeidsmarkt 1981-1985 Verschuivingen in de beroepen- en opleidingsstructuur De beroepenstructuur van de samenleving wijzigt zich voortdurend. Dit is het gevolg

Nadere informatie

Bijlagen hoofdstuk 4 Arbeidsdeelname Maurice Gesthuizen

Bijlagen hoofdstuk 4 Arbeidsdeelname Maurice Gesthuizen Thuis op het platteland. De leefsituatie van platteland en stad vergeleken. Anja Steenbekkers, Carola Simon, Vic Veldheer (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, januari 2006 Bijlagen hoofdstuk

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4149, pagina 344, 24 april 1998 (datum) De arbeidsmarkt voor informatici is krap en zal nog krapper worden.

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4149, pagina 344, 24 april 1998 (datum) De arbeidsmarkt voor informatici is krap en zal nog krapper worden. Het informatici-tekort A uteur(s): Smits, W. (auteur) Delmee, J. (auteur) Grip, A. de (auteur) De auteurs zijn werkzaam bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Werkgelegenheidsonderzoek 2010 2010 pr ov i nc i e g r oni ng e n Wer kgel egenhei dsonder zoek Eenanal ysevandeont wi kkel i ngen i ndewer kgel egenhei di nde pr ovi nci egr oni ngen Werkgelegenheidsonderzoek 2010 Werkgelegenheidsonderzoek

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I In deze economische monitor vindt u cijfers over de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt van de gemeente Ede. Van de arbeidsmarkt zijn gegevens opgenomen van de tweede helft

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Provincie Groningen Drs. Eelco Westerhof

Nadere informatie

Winnaars en verliezers op de arbeidsmarkt

Winnaars en verliezers op de arbeidsmarkt Reorganisatie in de laagconjunctuur Andries de Grip en Sander Dijksman* De arbeidsmarkt kent doorlopend sterke verschuivingen in de beroepenstructuur van de werkgelegenheid. In de eerste jaren van deze

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Samenvatting Twente Index 2016

Samenvatting Twente Index 2016 Samenvatting Twente Index 2016 Kijk voor regionale en lokale data op www.twenteindex.nl INLEIDING De Twente Index wordt door Kennispunt Twente samengesteld in opdracht van de Twente Board. De Board wil

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari Februari 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013 Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013 1. Inleiding In 2012 hebben Etil en Research voor Beleid in opdracht van de Provincie Limburg de ontwikkeling van de Limburgse arbeidsmarkt onderzocht

Nadere informatie

Highlights Regio in Beeld 2015. Arbeidsmarktregio Amersfoort

Highlights Regio in Beeld 2015. Arbeidsmarktregio Amersfoort Highlights Regio in Beeld 2015 Arbeidsmarktregio Amersfoort Samenvatting Aantal banen neemt weer toe, echter niet in collectieve sector In Amersfoort groeit het aantal banen van werknemers (voltijd en

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Highlights Regio in Beeld 2015. Arbeidsmarktregio Gorinchem

Highlights Regio in Beeld 2015. Arbeidsmarktregio Gorinchem Highlights Regio in Beeld 2015 Arbeidsmarktregio Gorinchem Samenvatting Aantal banen neemt in beperkte mate toe, echter niet in collectieve sector In de krimpregio Gorinchem neemt het aantal banen van

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Zzp ers in de provincie Utrecht 2013 Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Ester Hilhorst Economic Board Utrecht Februari 2014 Inhoud Samenvatting Samenvatting Crisis kost meer banen in 2013 Banenverlies

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) April 2011

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) April 2011 Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) April 2011 In deze notitie van het UWV WERKbedrijf, die vanwege de resultaten van de Quick Scan wat later verschijnt dan gebruikelijk, worden de actuele ontwikkelingen

Nadere informatie

Facts & Figures Utrecht

Facts & Figures Utrecht Facts & Figures Utrecht Prognose van leerlingaantallen In provincie Utrecht wordt er een krimp verwacht van het totale leerlingenaantal op het vmbo. Dit gaat over de basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte,

Nadere informatie

JONGE MOEDERS EN HUN WERK

JONGE MOEDERS EN HUN WERK AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES (AIAS) UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM JONGE MOEDERS EN HUN WERK Onderzoek op basis van de Loonwijzer Kea Tijdens, AIAS, Universiteit van Amsterdam Maarten van Klaveren,

Nadere informatie

Geen tekort aan technisch opgeleiden

Geen tekort aan technisch opgeleiden Geen tekort aan technisch opgeleiden Auteur(s): Groot, W. (auteur) Maassen van den Brink, H. (auteur) Plug, E. (auteur) De auteurs zijn allen verbonden aan 'Scholar', Faculteit der Economische Wetenschappen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-252 10 december 2002 9.30 uur Werkgelegenheid groeit in de zorg en daalt in het bedrijfsleven In het derde kwartaal van 2002 is het aantal banen van

Nadere informatie

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Juli 2012 Bijna 300.000 WW-uitkeringen - 298.000 lopende WW-uitkeringen - Aantal WW-uitkeringen gestegen ten opzichte van voorgaande maand (2,5%) - Ruim de helft meer WW-uitkeringen voor jongeren dan in

Nadere informatie

Facts & Figures Utrecht

Facts & Figures Utrecht Facts & Figures Utrecht Prognose van leerlingaantallen In Utrecht wordt er een krimp verwacht van het totale leerlingenaantal op het vmbo. Dit gaat over de basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte, theoretische-

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen Maart 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische

Nadere informatie

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 Lian Kösters, Paul den Boer en Bob Lodder* Inleiding In dit artikel wordt de arbeidsparticipatie in Nederland tussen 1970

Nadere informatie

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant Arbeidsmarktanalyse HCA Factsheetrapportage sector maintenance De provincie heeft door Etil het onderzoek 'Arbeidsmarktanalyse HCA ' laten uitvoeren. Om het menselijk kapitaal in de regio te behouden en

Nadere informatie

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei Persbericht PB14-050 14 augustus 2014 09.30 uur Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei - Economie groeit volgens de flashraming met 0,5 procent ten opzichte van eerste kwartaal 2014 - Volgens

Nadere informatie

Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk

Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk G. Dekker Aan het kerkelijk gemengde huwelijk wordt vanuit de sociale wetenschappen niet zo bijzonder veel aandacht geschonken. De belangstelling

Nadere informatie

Trends in beroepsniveau en opleidingsniveau op de Nederlandse arbeidsmarkt

Trends in beroepsniveau en opleidingsniveau op de Nederlandse arbeidsmarkt Trends in beroepsniveau en opleidingsniveau op de Nederlandse arbeidsmarkt De in het begin van de jaren negentig opgetreden groei in het beroepsniveau van de Nederlandse werkenden heeft zich voortgezet.

Nadere informatie

Vacatures in de industrie 1

Vacatures in de industrie 1 Vacatures in de industrie 1 Martje Roessingh 2 De laatste jaren is het aantal vacatures sterk toegenomen. Daarentegen is in de periode 1995-2000 het aantal geregistreerde werklozen grofweg gehalveerd.

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen April 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen blijven stijgen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische

Nadere informatie

Ontwikkeling werkgelegenheid en werkloosheid 2003

Ontwikkeling werkgelegenheid en werkloosheid 2003 Ontwikkeling werkgelegenheid en werkloosheid O&S december 1 1. Inleiding In voorliggende notitie wordt de stand van zaken ten aanzien van de werkgelegenheid (1 april ) en werkloosheid (1-10-) in s-hertogenbosch

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-144 21 december 2005 9.30 uur Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met

Nadere informatie

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) - 471.100 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Daling jonge werkzoekenden - Vooral daling agrarische beroepen en technische/industriële

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Er zijn enkele voorzichtig positieve ontwikkelingen waar te nemen op de arbeidsmarkt en woningmarkt. Dat is kort gezegd de conclusie

Nadere informatie

Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking

Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking Betaling én vervanging van vergrijzende arbeidspopulatie worden een probleem Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking Peter Ekamper, Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) Op

Nadere informatie

Notitie Aan. Doel en opzet. Totaalbeeld. Jan Kees Boon. Sectorcommissie Boomkwekerijproducten. Agendapunt 10, vergadering d.d.

Notitie Aan. Doel en opzet. Totaalbeeld. Jan Kees Boon. Sectorcommissie Boomkwekerijproducten. Agendapunt 10, vergadering d.d. Notitie Aan Sectorcommissie Boomkwekerijproducten Van Jan Kees Boon Kenmerk Behoort bij Agendapunt 10, vergadering d.d. 9-5-2007 Totaal aantal pagina s 7 27 april 2007 SAMENVATTING ARBEIDSMARKTMONITOR

Nadere informatie

Buitenlandse arbeidskrachten en vraag en aanbod op de arbeidsmarkt van Curaçao.

Buitenlandse arbeidskrachten en vraag en aanbod op de arbeidsmarkt van Curaçao. Buitenlandse arbeidskrachten en vraag en aanbod op de arbeidsmarkt van Curaçao. Zaida Lake Inleiding Via de media zijn de laatste tijd discussies gaande omtrent de plaats die de buitenlandse arbeidskrachten

Nadere informatie

1e Kwartaal BRC Groep Spanning Typering

1e Kwartaal BRC Groep Spanning Typering Spanningsindicator 1e Kwartaal BRC Groep Spanning Typering 2018 Accountants 3,38 krap Administratief medewerkers 0,39 ruim Adviseurs marketing, public relations en sales 1,56 krap Algemeen directeuren

Nadere informatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief 5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking

Nadere informatie

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant Factsheetrapportage sector biobased economie De provincie Noord-Brabant heeft door Etil het onderzoek 'Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant' laten uitvoeren. Om het

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud 6 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud Deze factsheet is de zesde editie van de Economische Monitor Voorne-Putten en presenteert recente economische ontwikkelingen van Voorne-Putten

Nadere informatie

Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren

Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren Persbericht PB14-033 15 mei 9:30 uur Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren - Werkloosheid in april licht gestegen - Arbeidsdeelname afgenomen bij jongeren - Aantal WW-uitkeringen in

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen Juni 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting

Nadere informatie

Prognose arbeidsmarktontwikkeling als gemiddeld jaarlijks percentage van de werkgelegenheid in 2014.

Prognose arbeidsmarktontwikkeling als gemiddeld jaarlijks percentage van de werkgelegenheid in 2014. Werkgelegenheidsgroei Nederland 2015-2020 Sinds de crisis van 2008 wisselen periodes van economische groei en krimp elkaar af. In de periode 2010-2014 is de arbeidsmarkt voor recent gediplomeerden verslechterd

Nadere informatie

Employability in Nederland

Employability in Nederland Employability in Nederland Auteur(s): Grip, A. de (auteur) Loo, J. van (auteur) Sanders, J. (auteur) Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Universiteit Maastricht. V erschenen in: ESB,

Nadere informatie

Meer ouderen langer werkzaam

Meer ouderen langer werkzaam Meer ouderen langer werkzaam Koos Arts (Centraal Bureau voor de Statistiek) Ferdy Otten (Centraal Bureau voor de Statistiek) Vooral door de instroom van jongere generaties alsmaar meer werkende vrouwen

Nadere informatie

Economie groeit met 0,7 procent

Economie groeit met 0,7 procent Persbericht PB14 010 14 februari 08.30 uur Economie groeit met 0,7 procent Economie groeit in vierde kwartaal met 0,7 procent ten opzichte van het derde kwartaal 8 duizend banen minder dan in het derde

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 1,4 procent in Beperkte opwaartse bijstelling economische groei 2004

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 1,4 procent in Beperkte opwaartse bijstelling economische groei 2004 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-037 31 maart 2005 9.30 uur Economie groeit 1,4 procent in 2004 De Nederlandse economie is in 2004 met 1,4 procent gegroeid. Dat is een licht herstel

Nadere informatie

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen Het aantal mensen met werk is in de periode februari-april met gemiddeld 2 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren en 45-plussers gingen aan de slag.

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

Analyse instroom

Analyse instroom Instroomontwikkeling 2016 2017 In 2016 was er een instroomtoename van 5,5% bij de hbo-bachelor- en ad-opleidingen, opgebouwd uit: Een toename van de directe doorstroom vanuit havo, mbo en vwo met 1,0%

Nadere informatie

Highlights Regio in Beeld 2015. Arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen

Highlights Regio in Beeld 2015. Arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen Highlights Regio in Beeld 2015 Arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen Samenvatting Meer banen in Rijk van Nijmegen, vooral in zakelijke diensten In Rijk van Nijmegen groeit het aantal banen van werknemers

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-009 15 februari 2012 9.30 uur Economie 0,7 procent gekrompen In vierde kwartaal 0,7 procent krimp t.o.v. een jaar eerder Consumptie 1,8 procent lager

Nadere informatie

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt FEBRUARI 2012 INHOUD Blz 1. Bevolking 2 1.1 Totale bevolking 2 1.2 Doorstromingscoëfficiënt 2 1.3 Bevolking op beroepsactieve leeftijd naar socio-economische

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen September 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage

Nadere informatie

Facts & Figures Zeeland

Facts & Figures Zeeland Facts & Figures Zeeland Prognose van leerlingaantallen In Zeeland wordt er een krimp verwacht van het totale leerlingenaantal op het vmbo. Dit gaat over de basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte, theoretische-

Nadere informatie

WW ers vaker aan het werk

WW ers vaker aan het werk WW ers vaker aan het werk Circa tweederde van de mensen met een WW-uitkering gaat binnen een jaar weer aan het werk. Dit percentage is vergeleken met een jaar eerder toegenomen. Bijna iedereen profiteert

Nadere informatie

Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen iets afgenomen

Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen iets afgenomen Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) - 465.000 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Aantal jonge werkzoekenden met 5,6 procent afgenomen - Vooral daling werkzoekenden met korte

Nadere informatie

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren Het aantal mensen met een baan is de afgelopen drie maanden met gemiddeld 6 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren hadden vaker werk. De beroepsbevolking

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

Regionale economische prognoses 2016

Regionale economische prognoses 2016 Regionale economische prognoses 2016 Themabericht Rogier Aalders De breed gedragen economische groei in 2016 leidt tot productiegroei in alle sectoren en in alle regio s De Randstad, en daarbinnen vooral

Nadere informatie

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.

Nadere informatie

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant Factsheetrapportage sector onderwijs De provincie Noord-Brabant heeft door Etil het onderzoek 'Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant' laten uitvoeren. Om het menselijk

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden daalt in augustus met 8.400

Aantal werkzoekenden daalt in augustus met 8.400 Augustus 2008 Aantal werkzoekenden daalt in ustus met 8.400 2 Ingediende vacatures 4 Vraag en aanbod bij CWI 5 Ontslagen met toestemming CWI 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW / Toelichting CWI krapte-indicator

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus September 2012 Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in ustus - - 304.400 lopende WW-uitkeringen, bijna evenveel als in ustus en 21 procent meer dan een jaar geleden Aantal lopende WW-uitkeringen voor jongeren

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende

Nadere informatie

Facts & Figures Achterhoek

Facts & Figures Achterhoek Facts & Figures Achterhoek Technische arbeidsmarkt In de Achterhoek zijn er in totaal 32.000 mensen werkzaam in een technisch beroep op een werkzame beroepsbevolking van 126.000 mensen. Dit betekent dat

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009 Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009 Economische krimp in 2009 Aantal vacatures sterk gedaald Werkloosheid in Breda stijgt me 14% Bredase bijstand daalt minimaal Bijstand onder jongeren sterk gestegen

Nadere informatie

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder Persbericht PB13-070 14 november 2013 09.30 uur Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder - Economie groeit in derde kwartaal met 0,1 procent ten opzichte van tweede kwartaal - 46 duizend

Nadere informatie

Bijlage 4 Aan: portefeuillehoudersoverleg REO d.d Betreft: Aanalyse economische ontwikkelingen Voorne-Putten

Bijlage 4 Aan: portefeuillehoudersoverleg REO d.d Betreft: Aanalyse economische ontwikkelingen Voorne-Putten Bijlage 4 Aan: portefeuillehoudersoverleg REO d.d. 230114 Betreft: Aanalyse economische ontwikkelingen Voorne-Putten Sinds 2010 is de Economische Monitor Voorne-Putten een signalerend document inzake de

Nadere informatie

Highlights Regio in Beeld 2015. Arbeidsmarktregio Zeeland

Highlights Regio in Beeld 2015. Arbeidsmarktregio Zeeland Highlights Regio in Beeld 2015 Arbeidsmarktregio Zeeland Samenvatting Aantal banen neemt weer toe, echter niet in collectieve sector In Zeeland groeit het aantal banen van werknemers (voltijd en deeltijd)

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in Holland- Rijnland vanuit economisch pespectief

De arbeidsmarkt in Holland- Rijnland vanuit economisch pespectief De arbeidsmarkt in Holland- Rijnland vanuit economisch pespectief Op basis van het arbeidsmarktonderzoek van Research voor Beleid en EIM Douwe Grijpstra Datum: 7 november 2007 Opbouw presentatie -Inrichting

Nadere informatie

Een halve eeuw arbeidsmarkt. 14 december 2018 Paul de Beer, Wieteke Conen

Een halve eeuw arbeidsmarkt. 14 december 2018 Paul de Beer, Wieteke Conen Een halve eeuw arbeidsmarkt 14 december 2018 Paul de Beer, Wieteke Conen Een veranderende arbeidsmarkt sluiten instituties nog wel aan? 2 Mogelijke hervorming: basisinkomen Gegarandeerd onvoorwaardelijk

Nadere informatie

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-011 14 februari 2013 9.30 uur Economie verder gekrompen Economie krimpt in vierde kwartaal 0,2 procent t.o.v. kwartaal eerder Ten opzichte van een jaar

Nadere informatie

Mei Economische Barometer Weerterland en Cranendonck. Verwachting voor 2010 en 2011

Mei Economische Barometer Weerterland en Cranendonck. Verwachting voor 2010 en 2011 Verwachting voor 2010 en 2011 Mei 2010 CONCLUSIES Productiesectoren landbouw, industrie en bouw goed voor een derde van de werkgelegenheid in. Afname van de werkgelegenheid doet zich in 2010 vooral voor

Nadere informatie

M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB

M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB A.M.J. te Peele Zoetermeer, 24 december 2004 Beperkte groei werkgelegenheid MKB in 1999-2002 De werkgelegenheid in het MKB is in 2002 met 3% toegenomen

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Drenthe. Uitdagingen voor werkgevers. Erik Oosterveld Arbeidsmarktadviseur. 8 november 2018

Arbeidsmarkt Drenthe. Uitdagingen voor werkgevers. Erik Oosterveld Arbeidsmarktadviseur. 8 november 2018 Arbeidsmarkt Drenthe Uitdagingen voor werkgevers Erik Oosterveld Arbeidsmarktadviseur 8 november 2018 Hoe staat de Drentse arbeidsmarkt ervoor? 3 Rode draad arbeidsmarkt 4 Wat betekent dat voor de arbeidsmarktregio

Nadere informatie

Facts & Figures Drenthe

Facts & Figures Drenthe Facts & Figures Drenthe Prognose van leerlingaantallen In Drenthe wordt er een krimp verwacht van het totale leerlingenaantal op het vmbo. Dit gaat over de basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte, theoretische-

Nadere informatie

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek Highlights Regio in Beeld 2015 Arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek Samenvatting Aantal banen neemt weer toe, echter niet in collectieve sector In de Gooi en Vechtstreek groeit het aantal banen van werknemers

Nadere informatie

M200608. Vooral anders. De kwaliteit van het personeel van de toekomst. Frans Pleijster

M200608. Vooral anders. De kwaliteit van het personeel van de toekomst. Frans Pleijster M200608 Vooral anders De kwaliteit van het personeel van de toekomst Frans Pleijster Zoetermeer, september 2006 De Werknemer van de toekomst Van alle ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf verwacht

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de 5 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud Deze factsheet is de vijfde editie van de Economische Monitor Voorne-Putten en presenteert recente economische ontwikkelingen van Voorne-Putten

Nadere informatie

Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald Minder WW-uitkeringen

Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald Minder WW-uitkeringen Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald - 477.800 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Minder werkzoekenden van 35-45 jaar dan een jaar geleden - Toename werkzoekenden met (para)

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011 Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011 In deze notitie van het UWV WERKbedrijf worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort toegelicht. Vanuit diverse bronnen is

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

De match tussen mens en machine

De match tussen mens en machine De match tussen mens en machine Bas ter Weel Juni 2016 Wedstrijd of samenspel? Feiten Vraag naar arbeid verandert in alle OESO-landen (1980-2009) Lonen en werkgelegenheid H stijgen Lonen en werkgelegenheid

Nadere informatie

Factsheet arbeidsmarkt Overijssel (bijlage bij Investeringsvoorstel Iedereen in Overijssel doet mee )

Factsheet arbeidsmarkt Overijssel (bijlage bij Investeringsvoorstel Iedereen in Overijssel doet mee ) Factsheet arbeidsmarkt Overijssel (bijlage bij Investeringsvoorstel Iedereen in Overijssel doet mee 2016-2019 ) Economische kerngetallen uit de begroting (kerntaak 5: Regionale Economie) Er zijn 3 kerngetallen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA Den Haag Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA Den Haag Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Highlights Regio in Beeld 2015. Arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond

Highlights Regio in Beeld 2015. Arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond Highlights Regio in Beeld 2015 Arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond Samenvatting Aantal banen neemt weer toe, echter niet in collectieve sector In Zuid-Kennemerland en IJmond groeit het aantal

Nadere informatie