Reclamebelasting & Ondernemersfonds Centrum Kollum

Transcriptie

1 Aan de Raad Agendapunt: 7 Onderwerp: Reclamebelasting & Ondernemersfonds Centrum Kollum Kenmerk: Status: VROM - Ruimtelijke Ordening / FK Besluitvormend Kollum, 21 juni 2011 Samenvatting De HIM heeft samen met de Kamer van Koophandel en de gemeente de mogelijkheden verkend om een fonds op te richten voor het versterken en promoten van het centrum van Kollum. Zij komt tot de conclusie dat het invoeren van reclamebelasting hiervoor net als in andere plaatsen in de regio een goede mogelijkheid biedt. Zij verzoeken daarom de raad om in te stemmen met een onderzoek naar de invoering van reclamebelasting in het centrum van Kollum, ten bate van een collectief ondernemersfonds. Het te houden onderzoek moet definitief inzicht geven in de haalbaarheid en de wijze waarop reclamebelasting kan worden geheven, alsmede in de opzet en werking van een ondernemersfonds. Het is de bedoeling om dit onderzoek samen met de HIM en de KvK op te pakken. De uitkomsten van het onderzoek en de uitwerking komen uiteindelijk in de raad voor finale besluitvorming over de invoering van reclamebelasting en het oprichten van een ondernemersfonds. Alvorens met dit proces verder te gaan, wordt een principe uitspraak van uw raad gevraagd om hier medewerking aan te verlenen. Uw raad wordt voorgesteld om in te stemmen met het houden van een nader onderzoek naar de invoering van reclamebelasting en het oprichten van een ondernemersfonds voor het centrumgebied van Kollum. Aanleiding De gemeente is enige tijd in gesprek met Ondernemersvereniging HIM (HIM) en de Kamer van Koophandel (KvK) over het oprichten van een ondernemersfonds en het invoeren van reclamebelasting in het centrum van Kollum. Samen met de Kamer van Koophandel heeft de HIM eerder een eerste verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden om een ondernemersfonds op te richten ten behoeve van het versterken en promoten van het centrum van Kollum. Tijdens dit proces hebben zij ook de gemeente uitgenodigd om mee te denken over de mogelijkheden. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in bijgevoegde brief van de HIM waarin zij de raad nu formeel verzoekt om in te stemmen met het houden van een definitief onderzoek naar de invoering van reclamebelasting in het centrum van Kollum. In de brief meldt de HIM dat zij zich inzet voor vele activiteiten en voorzieningen om het ondernemersklimaat en de leefbaarheid van het centrum van Kollum te verbeteren. De ondernemersvereniging streeft er naar om hierdoor meer klanten en bezoekers te binden aan het prachtige centrum. Dit alles kost veel tijd, energie en financiële middelen van

2 voornamelijk de leden van de HIM in Kollum. In de huidige situatie heeft de HIM circa 90 leden waarvan de bedrijven voornamelijk in het centrum maar ook op de bedrijventerreinen van Kollum zijn terug te vinden. Alle leden betalen een jaarlijkse contributie, waarvan de HIM een groot deel besteedt aan de ontplooiing van activiteiten en voorzieningen in het centrum. Aangezien niet alle ondernemers in het centrum lid zijn, zijn zij hier ook niet direct bij betrokken. De HIM wil hier graag verandering in brengen. Zij streeft naar een zo groot mogelijk ondernemerscollectief in het centrum van Kollum. Hierdoor is er meer mogelijk en kan Kollum nog beter op de kaart gezet worden als aantrekkelijk centrum. Een centrum waar je heerlijk kunt verblijven en winkelen als inwoner en ook als bezoekende klant. De HIM stelt zich in dit verband het volgende ten doel: het bereiken van een hogere organisatiegraad dan nu het geval is, van zelfstandige ondernemers en filiaalbedrijven; het verkrijgen van meer evenredigheid in het meebetalen aan collectieve belangen en collectieve activiteiten; het realiseren van een simpele structuur en een maximale onafhankelijke autonomie in de besteding van gelden. Zij geeft aan dat in de ons omringende kernen op dit moment vergelijkbare ontwikkelingen plaatsvinden (o.a. Surhuisterveen en Dokkum). Ondernemersverenigingen zoeken naar wegen om een zo groot mogelijke graad van organisatie te krijgen bij zelfstandige ondernemers en filiaalhouders van grootwinkelbedrijven in voornamelijk winkelcentra. Teneinde de doelstellingen te bereiken wil de HIM een ondernemersfonds oprichten en vraagt zij in dit verband om de invoering van reclamebelasting. Als motivering noemt zij: dit zorgt voor een evenredige betaling, er is sprake van een afgebakend gebied, het gezamenlijk beslissen over bestedingen en het voorkomen van freeridersgedrag. Toelichting ondernemersfonds Veel ondernemersverenigingen zoeken naar mogelijkheden om de kosten van collectieve ondernemersactiviteiten die een groot draagvlak kennen onder de belanghebbende ondernemers te verdelen over iedereen die daarvan profiteert. Bij nieuwe bedrijventerreinen of winkelcentra kan dit geregeld worden door het opnemen van een verplichte jaarlijkse bijdrage in de verkoopvoorwaarden bij de overdracht van de grond of door het opnemen van een bepaling daarover in de huurovereenkomst. Voor bestaande situaties wordt de oplossing gezocht in een samenwerking tussen ondernemers(verenigingen) en de gemeente. Bij deze samenwerking wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid die gemeenten hebben om zelfstandig een belasting op te leggen. Vervolgens worden afspraken gemaakt over de overdracht van de inkomsten uit deze belasting aan de ondernemers die deze belasting bijeen hebben gebracht. De opbrengst van de reclamebelasting vloeit in de Algemene Middelen van de gemeente. De gemeenteraad kan vervolgens beslissen wat met de gelden gebeurt. De raad kan besluiten om er de centrumactiviteiten mee te bekostigen via een subsidie aan het ondernemersfonds. Het fonds wordt ondergebracht in een aparte of bestaande vereniging of stichting, die verantwoordelijk is voor het beheer van de gelden. De ondernemers in deze organisatie maken afspraken met de gemeente over de criteria waaraan de besteding van de opbrengsten moet voldoen. De daadwerkelijke besteding gebeurt in principe door de betrokken ondernemersvereniging zelf of door een uitvoeringsorganisatie die daarvoor is opgericht. Ondernemersfondsen maken het voor ondernemers mogelijk om extra te investeren in de kwaliteit van hun gebied. Het belangrijkste voordeel van een ondernemersfonds is dat ondernemers, op eenvoudige wijze en met een gezamenlijke inzet van middelen (alle ondernemers betalen mee) collectieve projecten kunnen realiseren.de afgelopen jaren is de 2

3 aandachtvoorondernemersfondsenenfinancieringsinstrumenten,zoalsde onroerendezaakbelasting, de reclameheffing en de BIZ-bijdrage op grond van de Experimentenwet BIzones, in Nederland gegroeid. In winkelgebieden en op bedrijventerreinen zijn al tientallen ondernemersfondsen opgericht en gefinancierd en deze trend zet onverminderd door. Toelichting reclamebelasting Zoals eerder genoemd geeft de HIM als financieringsinstrument de voorkeur aan de invoering van reclamebelasting. Gelet op het doel van de belasting lijkt dit voor de gemeente ook de meest voor de hand liggende keus. Het gaat om het centrum van Kollum en via reclamebelasting kan voor een specifiek gebied inkomsten verkregen worden. De Gemeentewet regelt de wijze waarop een gemeente kan overgaan tot het heffen van reclamebelasting en welke vrijheid zij daarbij heeft. Het is de gemeenteraad die daarover beslist. Voor een nadere toelichting van alle beschikbare financieringsinstrumenten, zie de ter inzage liggende stukken. De reclamebelasting wordt geheven over ondernemingen in een bepaald gebied door middel van een verordening ter zake openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg. Dit is een van de eerste belastingen die geheven kan worden door gemeentes over een bepaald gebied, zoals het centrum, in plaats van over de hele stad of in dit geval dorp. De reclamebelasting wordt geïnd door de gemeente en kan meteen, na aftrek van de kosten, overgeheveld worden naar een ondernemersorganisatie die het fonds beheert. Vervolgens gebruikt die organisatie dat geld om verschillende activiteiten te organiseren die voordelig zijn voor de ondernemingen binnen het vastgestelde gebied. Hierbij moet gedacht worden aan evenementen, activiteiten en voorzieningen. De volgende aandachtspunten zijn specifiek van belang bij de invoering en het heffen van reclamebelasting: afbakening gebied, de belasting, het tarief, het draagvlak en de perceptiekosten. De afgelopen periode zijn deze aspecten met de HIM en de KvK besproken met betrekking tot het invoeren van reclamebelasting in het centrumgebied van Kollum. De reden is om ten behoeve van de besluitvorming en het nadere onderzoek (o.a. draagvlakmeting) zoveel mogelijk duidelijkheid te verschaffen over de aard en inhoud van een dergelijke regeling. Op deze wijze is het mogelijk goed inzicht te verschaffen in het instrument en de werking hiervan, alsmede voor wat betreft de consequenties voor de ondernemers in het gebied en de gemeente. Afbakening gebied Reclamebelasting is van toepassing op een vooraf duidelijk afgebakend gebied. Het centrumgebied van Kollum is op bijgevoegde tekening aangegeven en is in overleg met de HIM en KvK bepaald. Het betreft het winkelgebied van Kollum waar zich de meeste winkelbedrijven bevinden die reclame uitingen hanteren. Het is het gebied dat in verhouding tot de rest van Kollum hoofdzakelijk profijt heeft van de evenementen, activiteiten en voorzieningen die met het ondernemersfonds worden beoogd. De opbrengst van de reclamebelasting komen via het ondernemersfonds ten goede aan de ondernemers in dit gebied. Tot de belastingplichtigen in dit gebied behoren de ondernemers die ten behoeve van hun winkel of zaak een of andere vorm van reclame voeren. Instellingen of partijen die geen noemenswaardige reclame voeren vallen buiten deze belasting. Inventarisatie Ten behoeve van deze besluitvorming zijn de mogelijkheden van reclamebelasting in het centrum van Kollum in beeld gebracht. Daartoe is een inventarisatie van de panden en bijbehorende reclameobjecten in het centrumgebied van Kollum gehouden. Uit de eerste inventarisatie blijkt dat zich in dit centrumgebied ongeveer 78 panden bevinden die voor 3

4 reclamebelasting in aanmerking komen. Dit zijn de panden waarbij de reclame uitingen aard en nagelvast aan het gebouw vastzitten. Losse borden op straat en reclame-uitingen die achter een raam vermeld zijn, tellen dus niet mee. De reclame uitingen variëren van gevelborden, belettering, etalage, luifels, etc. De oppervlakte van de reclame uitingen zijn per pand verschillend, van relatief kleinere aanduidingen tot grotere oppervlakten. De gemiddelde oppervlakte ligt op 2,60 m 2 per pand. De conclusie geldt dat meeste panden reclame uitingen gebruiken en dat reclamebelasting een goede mogelijkheid is om inkomsten ten behoeve van het centrumgebied te genereren. Voorwaarde is wel dat een adequate (jaarlijkse) controle plaats zal moeten vinden. De kosten van de controle kunnen jaarlijks als perceptiekosten worden verhaald. Uit de inventarisatie blijkt verder dat circa 53% van de belastingplichtigen in het gebied lid is van de ondernemersvereniging. Dit zegt iets over het potentieel aan draagvlak voor reclamebelasting er vanuit gaande dat de HIM leden hier voorstander van zijn. De belasting. De reclamebelasting is een belasting die wordt geheven van bedrijven die een reclame uiting hebben die zichtbaar is vanaf de openbare weg. De reclamebelasting kan gebiedsgebonden worden geheven. Moeilijkheid van de reclamebelasting is de zoektocht naar een goed evenwicht tussen rechtvaardigheid en de eenvoud van heffing. De optimale rechtvaardigheid zou zijn als er meerdere tarieven voor verschillende vormen, afmetingen en verhoudingen van reclame zouden zijn. Gelet op de diversiteit van reclame-uitingen in Kollum, is dit redelijkerwijs niet haalbaar tenzij daar een hoog bedrag aan perceptiekosten mee is gemoeid. De voorkeur bestaat dan ook voor een eenvoudig uit te voeren heffing. Immers, hoe lager de perceptiekosten, hoe hoger de netto-opbrengst van de reclamebelasting. De eenvoudigste manier is dan het hanteren van één algemeen tarief per bedrijf dat reclame voert, ongeacht de afmetingen. Deze systematiek sluit overigens ook aan bij het huidige lidmaatschap van de HIM. Zij maakt in haar tarief geen onderscheid tussen de omvang, oppervlakte of bijvoorbeeld omzet van een winkel. Dit wordt door alle leden geaccepteerd en staat niet ter discussie. Wel heeft de HIM een A tarief en B tarief, afhankelijk van of er toonbankactiviteiten zijn of niet. De verordening De belasting wordt geheven van ondernemers met een reclame-uiting die zichtbaar is vanaf de openbare weg. Als maatstaf van heffing geldt dat voor iedere aankondiging wordt verstaan: één of meer reclame-uitingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en aard en nagelvast zijn verbonden aan een bebouwd perceel. Voorwaarde is wel dat de oppervlakte groter moet zijn dan 20 x 30 cm (oftewel 0,06 m 2 ). Andere aankondigingen blijven buiten de heffing. Hierbij kan worden gedacht aan tijdelijke borden (bijvoorbeeld van een makelaar) en niet aard- en nagelvaste (bijvoorbeeld vlaggenmasten, reclame uiting achter een winkelruit, sandwich uitingen buiten een pand). Daarnaast zijn borden van niet commerciële aard vrijgesteld (bijvoorbeeld bij kerken). Per jaar worden de reclame-uitingen in het gebied opgenomen en worden de ondernemers die zichtbare reclame voeren aangeslagen voor reclamebelasting. Stopt het bedrijf of verhuist het bedrijf dan kan de ondernemer dit doorgeven aan de gemeente en wordt het bedrag voor het resterende gedeelte van het jaar gecrediteerd. Perceptiekosten Onder perceptiekosten wordt verstaan: de kosten die gemaakt moeten worden ten behoeve van de heffing en de inning van de aanslagen. Zoals de inventarisatie van de reclame- 4

5 uitingen, de jaarlijkse actualisatie, de invoer en heffing van de belasting, de kosten van leegstand bijvoorbeeld als gevolg van verhuizing en de kosten van behandeling van bezwaarschriften. Hiertoe zal externe capaciteit worden gezocht. De ervaring leert dat de perceptiekosten in omvang verschillen. Gangbaar bij reclame belasting is 10% maar bij een gering draagvlak behoort ook een percentage van 20% tot de mogelijkheden, gelet op het aantal bezwaarschriften dat daar het gevolg van kan zijn. Verder is de ervaring dat de kosten in het begin vaak hoger zijn i.v.m. de invoering. Na verloop van tijd ontstaat er gewenning en zijn er minder bezwaren. In dit geval wordt rekening gehouden met een maximum percentage van 15% aan perceptiekosten. Dit is het maximum bedrag dat ten laste gaat van de opbrengst van de reclamebelasting oftewel de uiteindelijke uitkering aan het ondernemersfonds. Let wel bij de uitvoering wordt gerekend met de daadwerkelijke kosten, dus zijn deze lager dan blijft er meer over. Echter als de kosten hoger zijn dan 15% komt dit voor risico van de gemeente. De tariefstelling Voor wat betreft de tariefstelling is gekeken naar de huidige bijdrage die de leden betalen aan de HIM. Als uitgangspunt is gehanteerd dat ondernemers die lid zijn na de invoering van reclamebelasting in principe niet meer kwijt zijn. Het is de bedoeling dat bij de invoering van een ondernemersfonds de HIM haar tarieven voor leden hierop aan past. Hiermee wordt ook de drempel voor anderen lager, zodat de verwachting bij de HIM bestaat dat meer zich bij de ondernemersvereniging zullen gaan aansluiten. In overleg met de ondernemersvereniging wordt een tarief voorgesteld van 400,- voor ieder pand dat in aanmerking komt voor reclamebelasting. Dit sluit aan bij de huidige tariefstelling van hun lidmaatschap. Op grond van de gegevens uit de inventarisatie is de raming van de opbrengsten van de reclamebelasting dan als volgt: 78 aanslagen maal 400,- is ,- Af: Verwachte 15% perceptiekosten: 4.680,- Netto ,- Dit bedrag kan jaarlijks aangewend worden om de promotionele activiteiten in Kollum te bekostigen en het centrum te versterken. Subsidie Het voorstel is om de netto-opbrengst toe te laten komen aan een verantwoordelijke stichting in de vorm van een subsidie. Het gaat hierbij om de gerealiseerde opbrengst na aftrek van kosten. Per kwartaal wordt de stand opgemaakt en wordt er afgerekend. Het risico van meerof minderopbrengst is voor rekening van de stichting. Er zal nog gekeken moeten worden hoe dit gerelateerd is aan de subsidieverordening. Draagvlakmeting De insteek is dat de reclamebelasting specifiek wordt geheven ter dekking van de uitgaven aan activiteiten en voorzieningen voor het centrum van Kollum. Gelet op deze specifieke aanleiding is het zinvol het draagvlak onder de belastingplichtigen te toetsen. Hierin onderscheidt deze heffing zich van andere heffingen. Andere heffingen worden gedaan ten behoeve van een algemeen gemeentelijk belang, de reclamebelasting wordt geheven in en ten behoeve van het centrum van Kollum. Let wel voor de besluitvorming is een draagvlakmeting wettelijk gezien niet verplicht. Duidelijk is dat er verschil van mening kan bestaan over het onderzoek naar het draagvlak voor de invoering van reclamebelasting. De gemeente wil dat iedere belastingplichtige 5

6 ondernemer in het gebied zich uit kan spreken over de heffing. Vandaar dat de gemeente in een vervolgonderzoek de mening van alle belastingplichtigen in het gebied gaat peilen en verder gaat met de invoering van de reclamebelasting onder de volgende twee voorwaarden: 1. meer dan de helft van de belastingplichtigen in het gebied dient te reageren; 2. van de reacties moet meer dan de helft voorstander zijn van invoering van reclamebelasting; Evaluatie Het idee is om de reclamebelasting en de werking van het ondernemersfonds na verloop van tijd te evalueren. Het voorstel is dan ook om eerst voor een periode van drie jaar reclamebelasting voor het centrumgebied van Kollum in te voeren. Vervolgens vindt een evaluatie plaats en een nieuw besluit over het al dan niet voortzetten hiervan. Achtergrond en risico reclamebelasting De reclamebelasting werd tot en met de 90-er jaren door een enkele gemeente geheven. Pas de laatste jaren is deze belasting aan een opmars begonnen en momenteel heft een 50-tal gemeenten in Nederland deze belasting. De reclamebelasting kent zijn oorsprong als een middel om reclame uitingen te beperken in met name historische binnensteden. De wetgever heeft bij de invoering van de belasting het reguleren van reclame-uitingen als hoofddoel voor ogen gehad. Tegenwoordig wordt de belasting vaak geheven in een deel (vaak centrum) van een dorp / stad en vloeit de opbrengst (in)direct in een opgericht Ondernemersfonds. Dit fonds wordt dan gebruikt voor promotie, activiteiten, inrichting en voorzieningen in het gebied. Het nieuwe gebruik van de reclamebelasting brengt juridisch gezien een zekere spanning met zich mee. Door de gemeenten worden de grenzen van de toelaatbaarheid van reclamebelasting opgezocht. Het regulerende karakter raakt steeds meer op de achtergrond en maakt plaats voor de vorming van een fonds. De reclamebelasting is geen bestemmingsheffing, maar de opbrengst van deze belasting vloeit in de Algemene middelen van de gemeente. Doordat de reclamebelasting door steeds meer gemeenten wordt geheven, ontstaat nu ook meer jurisprudentie. De reclamebelasting kent de nodige weerstand en de Raad Nederlandse detailhandel (RND) voert momenteel de nodige beroepszaken tegen de reclamebelasting. Deze punten worden door bezwaarmakers meer en meer aangehaald. Ook de rechters buigen zich momenteel over de diverse beroepen. Landelijk is het wachten op een uitspraak van de Hoge Raad (HR). Deze uitspraak moet definitief duidelijk maken of de reclamebelasting wel dan niet in een deel van de gemeente mag worden geheven. Het is niet duidelijk wanneer de HR hiertoe uitspraak doet. Kortom: de reclamebelasting kent een aantal onderdelen die zorgvuldig door de gemeente moeten worden onderzocht voordat de belasting daadwerkelijk kan worden ingevoerd. Gemeenten moeten met name goed onderbouwen waarom de belasting in een deel van de gemeente wordt ingevoerd. In het onderhavige voorstel is hier zoveel mogelijk rekening meegehouden, maar geen garantie kan worden gegeven over de juridische houdbaarheid. De kans is reëel dat er in Kollum bezwaren komen en dat dit leidt tot een beroepszaak. De rechter zal dan uiteindelijk moeten uitwijzen of deze constructie kan. De inhoud en opzet van onderhavig voorstel is gebaseerd op de heffing van de reclamebelasting in Surhuisterveen. In Achtkarspelen loopt echter momenteel ook een beroepszaak die de RND tegen de gemeente heeft aangespannen. Het wachten is nog op de uitspraak van de rechter hierin. Zodra deze beschikbaar is, wordt ook gekeken in hoeverre dit gevolgen heeft voor de eventuele invoering in Kollum. Overwegingen 6

7 De gemeente heeft een groot belang bij het in stand houden en ontwikkelen van het centrumgebied van Kollum. Het winkelgebied van Kollum heeft een functie voor de hele gemeente en omliggende regio. Uit het in 2007 gehouden Koopstromenonderzoek is gebleken dat Kollum een bovenlokale functie vervult wat betreft winkelvoorzieningen. Kollum functioneert duidelijk als hoofdkern van de gemeente. Bezoekers komen niet alleen naar Kollum om gericht aankopen te doen, maar ook om te winkelen en voor een bezoek aan andere voorzieningen. In Kollum is sprake van een sterk winkelgebied, dat goed gewaardeerd wordt. Dit gaat niet vanzelfsprekend. Om deze positie in de toekomst te behouden is voortdurende inzet nodig van gemeente en ondernemers. De ontwikkelingen in omliggende dorpen gaan ook verder en stilstand leidt tot achteruitgang. De ondernemers willen zich inzetten voor een sterk centrum en goede voorzieningen, maar kunnen dit zoals uit het verzoek blijkt niet alleen. Zij vragen hierbij expliciet om de hulp van de gemeente. Hoewel in beginsel de activiteiten van de HIM los staan van gemeentelijk beleid, is er een gezamenlijk belang in de vorm van het behouden van een sterk centrum. De invoering van reclamebelasting en het oprichten van ondernemersfonds kan hier een rol inspelen. Wij achten de invoering van reclamebelasting in combinatie met het oprichten van een ondernemersfonds een goede mogelijkheid tot versterking van het centrumgebied. Van belang is echter wel dat deze maatregel voldoende wordt gedragen door de betrokken ondernemers in het gebied. Vandaar dat de medewerking afhankelijk wordt gesteld van de uitkomsten van een draagvlakmeting. Indien er voldoende draagvlak bestaat onder alle ondernemers in het gebied, vindt een definitieve uitwerking plaats. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de verwachte uitspraak van de rechter inzake de heffing in Surhuisterveen. Vervolgproces Indien uw raad besluit om medewerking te verlenen aan een verdere inventarisatie en uitwerking van het creëren van een ondernemersfonds en de invoering van reclamebelasting vinden de volgende stappen plaats. Een enquête wordt gehouden onder de potentieel belastingplichtigen in het centrumgebied van Kollum om te horen of zij voor- of tegenstander zijn. Indien de uitslag positief is, oftewel indien wordt voldaan aan de twee vastgestelde voorwaarden voor draagvlak, dan wordt verder gegaan met de uitwerking. Dit betekent dat door de gemeente een verordening wordt opgesteld en de benodigde inhoudelijke zaken verder worden uitgewerkt voor finale besluitvorming. Verder zal de HIM dan worden gevraagd om voorbereidingen te treffen voor het oprichten van de stichting die het ondernemersfonds gaat beheren. Dit alles mondt dan uit in een raadsvoorstel tot invoering van reclamebelasting en het oprichten van een ondernemersfonds voor het centrumgebied van Kollum. Voorstel Wij stellen u voor: 1. om in te stemmen met een nader onderzoek naar de invoering van reclamebelasting en het oprichten van een ondernemersfonds voor het centrumgebied van Kollum; 2. om in dit onderzoek een peiling te houden naar het draagvlak voor de invoering van reclamebelasting onder de potentieel belastingplichtigen in het centrumgebied van Kollum; 3. om aan de draagvlakmeting de volgende voorwaarden te verbinden om verder te gaan met de uitwerking van reclamebelasting: 7

8 a. meer dan de helft van de belastingplichtigen in het gebied dient te reageren; b. van de reacties moet meer dan de helft voorstander zijn van invoering van reclamebelasting; 4. om indien niet aan de vastgestelde voorwaarden wordt voldaan, het onderzoek te eindigen en de HIM hierover te informeren; Behandeling in raadscommissie d.d. 30 juni 2011 Bijlage : Kaart gebied reclamebelasting centrum Kollum Ter inzage liggende stukken: - Brief van de Ondernemersvereniging HIM van 9 september 2010; - Handleiding Ondernemersfondsen uit januari 2009 van de Kamer van Koophandel; - Handout Presentatie Ondernemersfondsmogelijkheden 3 december 2009 door de Kamer van Koophandel. Burgemeester en wethouders van Kollumerland c.a B. Bilker, burgemeester R. de Boer, secretaris 8