BESLUIT. 3. De klacht is ingediend door J.P.M.J. Laddrak te Amsterdam en B.A.M. Laddrak te Wilnis (hierna te zamen: Laddrak).
|
|
- Christel Coppens
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar van 22 december 1998 gericht tegen zijn beslissing van 26 november 1998, houdende afwijzing van een aanvraag om toepassing van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet Betreft : Zaak Bloemenmarkt Amsterdam I. Verloop van de procedure Achtergrond 1. Bij brief van 13 februari 1997 heeft de Minister van Economische Zaken de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa) verzocht om een bij de Minister onder de Wet economische mededinging ingediend bezwaarschrift met bijbehorende stukken op verzoek van de bezwaar makende partij te behandelen als een klacht houdende het verzoek om toepassing van de Mededingingswet. 2. Bij brief van 18 februari 1998 heeft de d-g NMa de bezwaar makende partij medegedeeld dat het verzoek wordt gehonoreerd en dat het oorspronkelijke bezwaarschrift als klacht onder de Mededingingswet in behandeling is genomen. Partijen 3. De klacht is ingediend door J.P.M.J. Laddrak te Amsterdam en B.A.M. Laddrak te Wilnis (hierna te zamen: Laddrak). 4. De klacht is gericht tegen een gedraging van de Gemeente Amsterdam (hierna: de gemeente). De klacht 5. Het voorwerp van de klacht betreft een assortimentsvoorschrift dat deel uitmaakt van een erfpachtovereenkomst van 15 december 1994, neerslag vindend in een notarile akte van gelijke datum, die Laddrak bindt aan de gemeente. 6. Laddrak is rechthebbende met betrekking tot een erfpacht op een perceel gedeeltelijk gelegen aan en gedeeltelijk gelegen op het Singel in Amsterdam, gemeenlijk bekend als de "Amsterdamse Bloemenmarkt". Deze erfpacht is door de gemeente uitgegeven tegen betaling van een jaarlijkse erfpachtcanon en onder bepaalde voorwaarden, waaronder het door Laddrak bestreden assortimentsvoorschrift. 7. In dit assortimentsvoorschrift, die is vastgelegd in artikel B.4 van de notarile akte, is het volgende neergelegd: "Het terrein met kademuur (...) en het onder 2 bedoelde bedrijfsschip of
2 opstal zijn bestemd tot winkelruimte ten behoeve van de verkoop van (droog) bloemen, planten, struiken, bomen en potterie. Uitdrukkelijk is overeengekomen dat maximaal vijftien procent (15%) van het totale bruto bedrijfsvloeroppervlak mag worden aangewend voor verkoopactiviteiten betreffende andere producten dan rechtstreeks met de verkoop van genoemde artikelen te maken hebbende. Echter zal niet toegestaan zijn detailhandel in volledig aan de bloemen- en groenbranche vreemde artikelen". 8. Laddrak stelt door dit voorschrift op een onaanvaardbare wijze te worden beperkt in zijn bedrijfsvoering, nu hij geen omzet kan behalen uit de verkoop van branchevreemde goederen. De verkoop van dergelijke branchevreemde goederen zou in commercieel opzicht interessanter zijn dan die van goederen die binnen het assortimentsvoorschrift vallen. 9. Laddrak geeft hiermee impliciet aan de Mededingingswet op de overeenkomst van toepassing te achten. 10. Laddrak stelt verder dat de overeenkomst zou zijn te kwalificeren als een verboden branchebeschermingsovereenkomst, waarbij wordt aangehaakt bij een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven onder de oude Wet economische mededinging. II. Het bestreden besluit 11. Bij besluit van 26 november 1998 heeft de d-g NMa de klacht van Laddrak afgewezen. 12. Overwogen is dat artikel 6 van de Mededingingswet (hierna ook: Mw) slechts ziet op overeenkomsten tussen of gedragingen van ondernemingen dan wel besluiten van ondernemersverenigingen. 13. Overwogen is voorts dat de gemeente voor wat betreft de handhaving van het onderhavige assortimentsvoorschrift niet heeft gehandeld als een onderneming in de zin van de Mededingingswet. 14. Vastgesteld is tenslotte dat, nu de gemeente in het handhaven van een assortimentsvoorschrift in de erfpachtovereenkomst die haar bindt aan Laddrak niet gehandeld heeft als onderneming in de zin van de Mededingingswet, de Mededingingswet op het onderliggende feitencomplex niet van toepassing is. III. Het bezwaar 15. Bij brief van 22 december 1998, ontvangen op 24 december 1998, heeft Laddrak - deels op nader aan te voeren en uit te werken gronden - bezwaar gemaakt tegen voornoemd besluit van de d-g NMa. Overigens zijn er naderhand geen verdere gronden meer ingediend. 16. Laddrak is van mening dat de gemeente in de onderhavige zaak wel
3 degelijk als onderneming heeft opgetreden. Laddrak verzoekt daarom het bestreden besluit te heroverwegen en te beslissen dat er sprake is van overtreding van artikel 6 alsmede van artikel 24 en verzoekt om met toepassing van artikel 56 alsnog een last onder dwangsom op te leggen. Ter onderbouwing van deze stelling voert Laddrak in essentie het volgende aan. 17. Onjuist is de veronderstelling dat het handhaven van de Bloemenmarkt in diverse regelingen en in het huidige van kracht zijnde bestemmingsplan is opgenomen. Het publiekrechtelijk systeem van het marktregime en marktverordeningen is inmiddels vervallen. 18. De marktverordening is voor wat betreft de branchering nimmer beleidsmatig geffectueerd en gehandhaafd. Ook het geldende bestemmingsplan kent geen brancheringsregeling. 19. Mitsdien kan de gemeente in het onderhavige geval niet gehandeld hebben in de uitoefening van een publiekrechtelijke taak. 20. De procedure van herziening van het bestemmingsplan waarin eventueel wel een brancheringsregeling wordt opgenomen, is nog niet afgerond en heeft derhalve geen rechtskracht. 21. De gemeente heeft naar de mening van Laddrak in dezen gehandeld ten gunste van eigen commercile belangen. De uitgifte in erfpacht levert de gemeente het drievoudige aan canon op ten opzichte van reguliere markt- en standplaatsgelden. 22. De Mededingingswet is volgens Laddrak overigens ook van toepassing wanneer gehandeld is in de uitoefening van een publieke taak, zeker indien - gelijk in casu - hetzelfde doel met publiekrechtelijk instrumentarium zou kunnen worden bereikt, doch zulks wordt nagelaten aangezien commercile belangen van de gemeente worden gediend. IV. De hoorzitting 23. Op dinsdag 9 februari 1999 zijn Laddrak en de gemeente tijdens een openbare hoorzitting ten kantore van de NMa gehoord. Laddrak 24. Laddrak stelde ter hoorzitting dat de A1-status van de locatie een zeer hoge erfpachtcanon heeft opgeleverd. De assortimentsvoorschriften zouden normaal gesproken geresulteerd moeten hebben in een lagere canon. 25. Volgens Laddrak is aan de overzijde van de Bloemenmarkt ook grond in erfpacht uitgegeven, echter zonder assortimentsvoorschriften. Een ondernemer aan de overzijde heeft aan de gemeente gevraagd het assortimentsvoorschrift op de Bloemenmarkt te handhaven. Vanaf dat moment is de hele procedure gaan spelen. 26. Laddrak stelde voorts dat de Gemeente misbruik maakt van een economische machtspositie door de assortimentsvoorschriften tegen de zin
4 van de ondernemers in de overeenkomst op te nemen. Laddrak benadrukte nogmaals dat de overeenkomst slechts is ondertekend nadat er toezeggingen zijn gedaan omtrent het niet handhaven van de assortimentsvoorschriften. De betrokken handelaren hebben destijds naar de gemeente toe in verenigingsverband opgetreden. 27. Volgens Laddrak is de branchering nooit beleidsmatig geffectueerd en gehandhaafd. Dat zou ook blijken uit een brief van een lid van de raadscommissie voor Economische Zaken. Indien dit anders zou zijn, zou het niet mogelijk zijn meer dan 25 jaar producten te verkopen die niet binnen het bij erfpachtovereenkomst bepaalde assortiment vallen. Er is in die periode wel gedreigd met sancties door de directeur van het Marktwezen Amsterdam. Deze dreigementen zijn later door de raadscommissie voor Economische Zaken weer genomen 28. Laddrak stelde daarnaast dat er geen positieve, in dit geval prijsdalende, invloed van de assortimentsbeperking in de erfpachtovereenkomst is uitgegaan. De overeenkomst is volgens Laddrak door de gemeente gedicteerd. Er was geen plaats voor onderhandelingen. Uiteindelijk kon de erfpacht slechts door de gemeenteraad worden geloodst, na opname van assortimentsvoorschriften in de overeenkomst. Er is volgens Laddrak dus een indirect verband tussen de hoogte van de canon en de assortimentsvoorschriften. 29. Laddrak stelde tot slot dat de gemeente de keuze heeft gebruik te maken van de publiekrechtelijke of de privaatrechtelijke weg, maar dat, wanneer de keuze voor de privaatrechtelijke weg eenmaal gemaakt is, de gemeente ook rekening dient te houden met de Mededingingswet. De gemeente 30. Volgens de gemeente heeft de Minister van Economische Zaken eerder geoordeeld dat er in casu sprake is van een mededingingsregeling. Op grond van artikel 1 van de Wet economische mededinging verstaat de wet hieronder 'een overeenkomst of burgerrechtelijk besluit, waarbij de economische mededinging tussen ondernemers wordt geregeld'. De gemeente deelt niet de stelling van de Minister dat de Gemeente Amsterdam in dezen als een onderneming kan worden beschouwd. 31. Het ontwerp-bestemmingsplan ligt volgens de gemeente ter goedkeuring voor aan Gedeputeerde Staten. De gemeente stelt dat er geen bepalingen ten aanzien van assortimentsbeperkingen zullen of kunnen worden opgenomen in het bestemmingsplan. 32. De gemeente stelde dat er nooit sprake is geweest van een gedoogbeleid in dezen van de Gemeente Amsterdam. Bovendien kan het eventuele bestaan van een gedoogbeleid niet als mededingingsrechtelijk relevant worden beschouwd. 33. De gemeente erkende ter hoorzitting dat - nu er geen sprake meer is van een markt - er weliswaar nog steeds kan worden overgestapt op het marktregime, maar alleen met goedkeuring van de gemeenteraad en de medewerking van de betrokken handelaren. 34. De gemeente stelde dat soortgelijke regelingen als onderhavige bij haar
5 niet bekend zijn. Het is volgens de gemeente wel gebruikelijk dat er beperkingen in erfpachtovereenkomsten worden opgenomen, maar niet om vergelijkbare redenen. Volgens de gemeente leent een bestemmingsplan zich niet voor dergelijke regelingen. De gemeente stelde wel dat een dergelijke problematiek speelt met betrekking tot de ontwikkeling van de Noord-Zuid-as. 35. De gemeente stelde tot slot dat Laddrak een zakelijk recht heeft bemachtigd door uit vrije wil en bij volle verstand een erfpachtovereenkomst aan te gaan en nu onder de assortimentsvoorschriften uit wil komen. De assortimentsvoorschriften zijn te voeren op een jarenlange voortzetting van gemeentelijke verordeningen en regelgeving tot instandhouding van de bloemenmarkt. Het zou volgens de gemeente zorgwekkend zijn wanneer de d-g NMa zich op dit principile gebied zou begeven, door te stellen dat een gemeente in dezen zou handelen als een onderneming. V. Beoordeling van het bezwaar 36. Het assortimentsvoorschrift in de erfpachtovereenkomst tussen de gemeente en Laddrak dient getoetst te worden aan artikel 6 Mw. Krachtens dit artikel zijn verboden: "overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen, die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan wordt verhinderd, beperkt of vervalst." 37. Voor de interpretatie van het verbod van artikel 6 Mw wordt aangesloten bij de interpretatie van artikel 81 EG-verdrag[1]. Daarbij zijn de Europese beschikkingspraktijk en jurisprudentie mede richtinggevend.[2] [1] Ex artikel 85 EG-verdrag [2] MvT, TK , , nr. 3, par Alvorens te beoordelen of de mededinging door het assortimentsvoorschrift in de erfpachtovereenkomst tussen de gemeente en Laddrak de mededinging beperkt en getroffen wordt door het verbod van artikel 6 Mw, moet worden nagegaan of hier sprake is van een overeenkomst tussen ondernemingen. Overeenkomst 39. Artikel 1, sub e, Mw verwijst voor de uitleg van het begrip "overeenkomst" naar het begrip van artikel 81, eerste lid, EG-verdrag. Uit de jurisprudentie kan afgeleid worden dat onder het begrip "overeenkomst" in de zin van artikel 81, EG-verdrag in elk geval juridisch bindende overeenkomsten naar burgerlijk recht vallen[3]. Nu het assortimentsvoorschrift deel uitmaakt van een naar Nederlands recht bindende overeenkomst, een erfpachtovereenkomst in verband met de uitgifte en het gebruik van grond[4], is onmiskenbaar sprake van een overeenkomst in de zin van artikel 1, sub e, Mw. [3] Zie HvJ, 11 januari 1990, Sandoz vs. Commissie, zaak 277/87, Jur. 1990, I-0045, en MvT, TK , nr. 3, par [4] Titel 7 (artikel 85 e.v.) Boek 5 BW
6 Onderneming 40. Artikel 1, sub f, Mw[5] verwijst voor een uitleg van het begrip "onderneming" naar het ondernemingsbegrip van artikel 81, eerste lid, EGverdrag. [5] Artikel 1, sub f, Mw "In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder onderneming: een onderneming in de zin van artikel 85, eerste lid, van het Verdrag;" 41. Artikel 81, eerste lid, EG-verdrag bevat zelf geen definitie van het begrip. Het Hof van Justitie van de EG (verder: het Hof ) heeft het begrip "onderneming" uitgelegd als "elke eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd"[6]. Het Hof hanteert hierbij een functionele benadering. [6] Zie o.a. HvJ, 23 april 1991, Hfner en Elser t. Macroton, C-41/90, Jur. 1991, I Voor wat betreft Laddrak staat in dit verband buiten discussie dat zij als handelaren deelnemen aan het economisch verkeer en mitsdien ondernemers zijn in de zin van de Mededingingswet. 43. Voor wat betreft de gemeente houdt deze benadering in dat ook overheidsondernemingen, overheidslichamen of de staat zelf onderneming kunnen zijn in de zin van artikel 81, eerste lid, EG-verdrag, indien zij economische activiteiten van industrile of commercile aard ontplooien, bestaande uit het aanbieden van goederen en diensten op de markt[7]. Een gemeente kan dus bij sommige activiteiten optreden als onderneming in de zin van artikel 81, eerste lid, EG-verdrag, terwijl zij in andere situaties optreedt als "gewoon" overheidsorgaan. Voor de toepassing van artikel 81 EG-verdrag dient er daarom een onderscheid te worden gemaakt tussen de situaties waarin de gemeente handelt als onderneming en die waarin zij handelt als overheidsorgaan.[8] [7] Zie HvJ, 16 juni 1987, Commissie vs. Itali, 118/85, Jur. 1987, blz [8] HvJ, 18 maart 1997, Diego Cali, C-343/95, Jur. 1997, blz. I Enerzijds zou de gemeente bij de uitgifte van grond in erfpacht zeer wel gehandeld kunnen hebben als een onderneming in de zin van de wet. Anderzijds zou de gemeente voor wat betreft het stipuleren van het assortimentsvoorschrift geacht kunnen worden deze te hebben opgenomen in de erfpachtovereenkomst ter uitvoering van een overheidstaak. 45. Om te beoordelen in welke hoedanigheid een gemeente heeft gehandeld dient gekeken te worden naar de aard van de activiteiten. Wat betreft de aard van de werkzaamheden van de gemeente kan een onderscheid worden gemaakt tussen economische activiteiten van commercile en industrile aard en de uitoefening van overheidsprerogatieven[9]. In het eerste geval (economische activiteiten) handelt de gemeente als onderneming. Wat betreft de uitoefening van overheidsprerogatieven, geeft de jurisprudentie van het Hof enkele voorbeelden. In de zaken Diego Cali en Eurocontrol heeft het Hof preventieve inspectiewerkzaamheden met het oog op de bescherming van het milieu of het toezicht op en de controle van het luchtruim aangemerkt als typische overheidsprerogatieven. Het zijn taken van algemeen belang, die bovendien geen economisch karakter hebben[10]. Uit het arrest Bodson blijkt dat de gemeente bijvoorbeeld als overheidsorgaan handelt indien zij op grond van de wet wordt verplicht voor bepaalde werkzaamheden zorg te dragen[11]. Er is dan sprake van een overheidstaak. Een vergelijkbare zaak doet zich voor
7 daar waar de gemeente op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening verplicht is een bestemmingsplan te maken. Bij alle activiteiten die verder gaan dan hetgeen voor de uitoefening van de overheidsprerogatieven noodzakelijk is, moet apart bekeken worden in welke hoedanigheid de gemeente is opgetreden. [9] Zie het eerder genoemde arrest HvJ, 18 maart 1997, Diego Cali, C-343/95, Jur. 1997, blz. I en HvJ, 19 januari 1994, SAT Fluggesellschaft/Eurocontrol, C-364/92, Jur. 1994, I-43 [10] Zie de eerder genoemde arresten HvJ, 18 maart 1997, Diego Cali, C-343/95, Jur. 1997, blz. I-1547 en HvJ, 19 januari 1994, SAT Fluggesellschaft/Eurocontrol, C-364/92, Jur. 1994, I- 43 [11] HvJ, 4 mei 1988, Bodson,C 30/87, Jur. 1988, Zoals hiervoor reeds gesteld, treedt een gemeente soms op als "overheid" en soms als "onderneming". In casu is dit tweeledige karakter goed zichtbaar. 47. Op grond van het voorgaande moet de commercile exploitatie van grond door een gemeente, of het nu verkoop, verhuur of uitgifte in erfpacht betreft, niet worden beschouwd als een overheidsprerogatief, maar als een economische activiteit; immers de grond wordt commercieel uitgebaat tegen een vergoeding: de gemeente levert grond en krijgt er een canon voor. 48. Voor wat betreft de uitvoering van het (ontwerp-)bestemmingsplan en het daarin verankerde streven van de gemeente om het karakter en de aantrekkelijkheid van de Bloemenmarkt te behouden door middel van het opnemen in erfpachtovereenkomsten van regels aangaande het assortiment dat mag worden verkocht, moet vervolgens worden bezien of de gemeente in deze al dan niet optrad als overheidsorgaan. 49. Vast staat dat op grond van de Gemeentewet de gemeente in de uitoefening van haar publiekrechtelijke taak een marktverordening kan vaststellen waarin tevens een brancheverdeling kan worden opgenomen. Een dergelijke verordening of een soortgelijke regeling heeft ter zake van de Bloemenmarkt altijd gegolden tot het moment waarop werd overgegaan tot uitgifte van de percelen in erfpacht aan ondernemingen met daarin opgenomen het assortimentsvoorschrift. Er is daarom sprake van een continum aan voorafgaande regelingen ter conservering van een bloemenmarkt ter plaatse. 50. Vast staat eveneens - en dat is met zo veel woorden door de gemeente ter hoorzitting bevestigd - dat assortimentsvoorschriften niet rechtstreeks kunnen worden afgedwongen op basis van het (toekomstig) bestemmingsplan. 51. Gelet op vorenstaande en mede gezien de voorgeschiedenis is de opname van het assortimentsvoorschrift in de erfpachtovereenkomst de gemeente niet ingegeven uit ondernemersoverwegingen maar vervulde de gemeente geen andere rol dan wanneer zij als overheidsorgaan zou zijn optreden. Met deze bepaling beschermde de gemeente namelijk een algemeen, publiek belang: het behoud van het karakter en aanzien van de bloemenmarkt. De gemeente handelde in het vaststellen van de assortimentsbepaling langs privaatrechtelijke weg niet in de eerste plaats ten gunste van de eigen commercile belangen (zonder het assortimentsvoorschrift had zij zeer waarschijnlijk een hogere canon kunnen bedingen) maar beoogde zij juist de openbare belangen van derden te beschermen. Een dergelijk handelen valt onder overheidsprerogatieven.[12]
8 [12] Zie de eerder genoemde arresten HvJ, 18 maart 1997, Diego Cali, C-343/95, Jur. 1997, blz. I-1547 en HvJ, 19 januari 1994, SAT Fluggesellschaft/Eurocontrol, C-364/92, Jur. 1994, I Geconcludeerd moet worden enerzijds dat door de uitgifte van grond in erfpacht de gemeente een economische activiteit verricht, ten gevolge waarvan de gemeente als onderneming in de zin van artikel 1, sub f, Mw kan worden beschouwd en anderzijds dat bij het handhaven van het karakter van de bloemenmarkt in de Amsterdamse binnenstad overeenkomstig het ontwerpbestemmingsplan door middel van een assortimentsvoorschrift in een erfpachtovereenkomst, de gemeente niet handelt anders dan in de uitoefening van haar publieke taak. 53. Gelet op het bovenstaande heeft in deze zaak de gemeente niet gehandeld als een onderneming in de zin van artikel 1, sub f, Mw. 54. Nu gemeente in het stipuleren van een assortimentsvoorschrift in de erfpachtovereenkomst die haar bindt aan Laddrak niet heeft gehandeld als onderneming in de zin van de Mededingingswet is er geen sprake van een overeenkomst tussen ondernemingen en is artikel 6 Mw op deze bepaling in de erfpachtovereenkomst niet van toepassing. 55. Daar ten aanzien van de mogelijke toepasselijkheid van artikel 24 Mw door Laddrak geen nadere gronden ter onderbouwing zijn aangevoerd, ten overvloede nog het volgende. 56. Artikel 24, eerste lid, Mw bepaalt dat het ondernemingen verboden is misbruik te maken van een economische machtspositie. Nu artikel 24 Mw slechts toeziet op de gedragingen van ondernemingen, kan er in het licht van vorenstaande ook in dit geval geen sprake zijn van overtreding van de Mededingingswet.[13] [13] Als er al sprake zou zijn van een ongunstige benvloeding van de handel tussen Lidstaten - hetgeen niet aannemelijk moet worden geacht - geldt hetzelfde mutatis mutandis voor de eventuele toepasselijkheid van artikel 82 EG-verdrag (ex artikel 86 EG-verdrag) VI. Besluit 57. De d-g NMa verklaart het bezwaar van 22 december 1998 gericht tegen zijn besluit van 26 november 1998 ongegrond. Datum: 23 juli 1999 w.g. De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze: Drs. R.J.P. Jansen
9 Hoofd Concentratiecontrole Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks daarbij is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking beroep instellen bij de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam, Sector Bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam. Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.
BESLUIT. 2. Bij besluit van 5 februari 2002 is de klacht afgewezen. De essentie van dit besluit wordt hierna onder III weergegeven.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2849-15 Betreft zaak: Allibre/Gemeente Breda Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het
Nadere informatieZaaknummer 1583/Van den Berg vs gemeente Apeldoorn
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag om toepassing van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1583/Van
Nadere informatieZaaknummer: 1010/BNA vs. architectenkeuze gemeente Den Haag
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nadere informatie2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.
BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van
Nadere informatieBESLUIT. Zaaknummer 1060: Van Wieringen tegen Zorg en Zekerheid
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nadere informatieBESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 2061 Betreft zaak: Nederlandse Associatie voor Psychotherapie (NAP) Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het
Nadere informatieBESLUIT. Zaaknummer 60/BNA vs. achitectenkeuze gemeente Oud-Beijerland
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nadere informatieBESLUIT. Zaaknummer Betreft zaak: AKO ONLINE vs. KVB. I. II. Inleiding
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 24 van de Mededingingswet.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 24 van de Mededingingswet. Nummer 3980-30 Betreft zaak: Blovo/Boontje
Nadere informatieZaaknummer 58/ BNA vs Gemeente Utrecht inzake architectenkeuze Leidsche Rijn
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nadere informatieBESLUIT. 1. Op 23 september 1998 heeft I.T. Holland een klacht ingediend tegen Microsoft B.V. (hierna: Microsoft).
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit d.d. 19
Nadere informatie1. Op 2 juli 1999 heeft Nellen Seeds bij de NMa een klacht ingediend tegen de Nederlandse Vereniging voor Zaaizaad en Plantgoed (hierna: NVZP).
BESLUIT Zaaknummer 1400/Nellen Seeds vs NVZP Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot niet ontvankelijkverklaring van het bezwaarschrift gericht tegen zijn besluit
Nadere informatieBESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2960/ 24 Betreft zaak: Abegg - CZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het tegen zijn
Nadere informatie6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van 4 september 2001, kenmerk 2269-95.F.049. Zaaknummer 2705-19/ Vebega I.
Nadere informatieBESLUIT. Zaaknummer 416/ Smit Mode Alblasserdam B.V. I Het verloop van de procedure
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van 30 november 1998, kenmerk 416/23, tot afwijzing
Nadere informatieBESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4363-134 Betreft zaak: 4363 Dijkers & Pijl B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen
Nadere informatieBESLUIT. Zaaknummer 146: Gemeente Dinxperlo versus IBM Nederland B.V.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nadere informatieBESLUIT. 3. Bij besluit van 4 april 2003, kenmerk 3444/3, (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3444/12 Betreft zaak: 3444/ Halbertsma Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkverklaring van het
Nadere informatieBESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT. Nummer 2853-28 Betreft zaak: DGT B.V. vs Relan Arbo B.V. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring
Nadere informatieBESLUIT. 2. Bij besluit d.d. 28 januari 2003, met kenmerk 3279/3 (hierna ook: het bestreden besluit), heeft de d-g NMa genoemde klacht afgewezen.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3279/22 Betreft zaak: Jachthavens Zuidelijke Randmeren vs Gemeente Hoorn Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op
Nadere informatieBESLUIT. Openbaar. Nederlandse mededingingsautoriteit
Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2745-73 Betreft zaak: Vill'ABB Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar van
Nadere informatieBESLUIT. Openbare versie. 1 Verloop van de procedure. Openbaar
Openbare versie Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6944/91 Betreft zaak: Zegelverbreking LHV Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht
Nadere informatieBESLUIT. 3. Op 25 maart 2002 heeft Politheek tegen het bestreden besluit een bezwaarschrift ingediend.
Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2855-26 Betreft zaak: Politheek Explorer Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar
Nadere informatieBESLUIT. 2. Naar aanleiding van deze aanvraag is onderzocht of er mogelijk sprake is van een overtreding in de zin van artikel 24 Mw.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel
Nadere informatieBESLUIT. 3. Beide partijen is in de loop van de procedure om nadere informatie gevraagd, welke is verkregen.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen zijn besluit van 28 augustus 1998, met kenmerk 119/24.b54. Zaaknummer 119: Loke e.a. vs
Nadere informatieBESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 3758-32 Betreft zaak: Tariefstructuur Arbodiensten Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkheidsverklaring
Nadere informatieBESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit. I. Het verloop van de procedure
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2260-108 Betreft zaak: Vereniging Vrije Vogel vs. KLM Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar van Vereniging
Nadere informatieBESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2893/43 Betreft zaak: Bureau Bestuursjuridische Advisering B.V. vs. Centraal Beheer Achmea en Houthoff Buruma Advocaten Besluit van de directeur-generaal
Nadere informatieNederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_348/86 Betreft zaak: B&U-sector / Bosch Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4445-51 Betreft zaak: 4445/ Aannemingsbedrijf
Nadere informatieBESLUIT. 2. Bij brief van 20 augustus 2002 heeft de d-g NMa meegedeeld dat de klacht geen aanleiding geeft voor een nader onderzoek.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3067/15 Betreft zaak: Lourdes bedevaart. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijk verklaring van
Nadere informatieBESLUIT. 4. Tegen het bestreden besluit heeft M.E. Steneker (hierna: bezwaarmaker) tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 3 augustus 2006.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_277/44 Betreft zaak: B&U-sector / Bouwbedrijf Steneker Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht
Nadere informatie3. Middelharnis heeft op 5 november 2004 aangegeven gebruik te willen maken van de versnelde procedure in de GWW-sector. 2
Advies in zaak 4363, Dijkers Middelharnis B.V. Subcommissie van de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet bestaande uit: prof. mr J.H. Jans (voorzitter), mr drs. R.C. van Houten, prof. dr J.A.H.
Nadere informatieBESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren
Nadere informatieBESLUIT. 2. Bij brief van 17 december 2001 is TDN verzocht informatie te geven naar aanleiding van de klacht.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 2751/ 27 Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar tegen zijn besluit van 7
Nadere informatieBESLUIT. Zaaknummer 992/ Buiteman vs. Leerdam II (architectenkeuze), klacht.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4528-59 Betreft zaak: 4528 / D.
Nadere informatieBESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3779-31 Betreft zaak: Van Winkel/KNGF Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen zijn besluit
Nadere informatieBESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. Voorgeschiedenis
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 7487 / 32 Betreft zaak: Zaaknr.:7487 / Herzieningsverzoek Hendriks I Voorgeschiedenis 1. Op 19 oktober 2001 heeft de heer Hendriks, namens Stichting Vill
Nadere informatieBESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bt\bk htm
pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van
Nadere informatieBESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet. Zaaknummer 741/Overeenkomst
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nummer 6486/62 Betreft zaak: Easyjet v. N.V. Luchthaven Schiphol 1. Inleiding 1. Op
Nadere informatieBESLUIT. Zaaknummer 1587/30 ATG vs St. OOMT Betreft zaak: ATG vs. SOOMT. I. Inleiding
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nadere informatieBESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Verloop procedure en feitelijke achtergrond
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4040-31 Betreft zaak: Klacht Van der Brugge tegen Raden voor Rechtsbijstand en NOvA Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nadere informatieBESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2247 / 44 Betreft zaak: Griffioen/ De Boer Unigro Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van
Nadere informatieBESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2844-23 Betreft zaak: Huub Kemper Makelaardij/Esto Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring
Nadere informatieBESLUIT BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.
Nederlandse Mededingingsautoriteit Nummer 4450-6 Betreft zaak: GWW BESLUIT BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.
Nadere informatieNummer: 1337/ Wilders, buro voor duurzame energieprojecten / Gemeente Leiden en energiedistributiebedrijf Energie en Watervoorziening Rijnland
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nadere informatieNederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3802-59 Betreft zaak: Waldeck (verzoek intrekking VLOD) Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot niet ontvankelijk
Nadere informatieNederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit Nummer 4468-52 Betreft zaak: 4468/ Joost Visser Aannemingsbedrijf B.V. en Visser en Kuyper Beheer B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nadere informatieBESLUIT. 6. Op 14 oktober 2004 heeft ten kantore van de NMa een hoorzitting plaatsgevonden. Hierop hebben Move en Stemra zich laten vertegenwoordigen.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3720-31 Betreft zaak: Mosselman-Stemra Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen zijn besluit
Nadere informatieBESLUIT. 1. Naar aanleiding van deze aanvraag is onderzocht of er mogelijk sprake is van overtreding van artikel 24 Mw door Veenman.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nadere informatieBetreft: zaaknummer 416, ontheffingsaanvraag ingediend door Smit Mode Alblasserdam B.V. en Beheer en Beleggingsmaatschappij Smit Alblasserdam B.V.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet. Nummer: 416/23 Betreft:
Nadere informatieBESLUIT. 4. Bij besluit van 30 september 2002 heeft de d-g NMa de klacht van Broadcast afgewezen (hierna: het bestreden besluit).
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot ongegrond verklaring van het tegen zijn besluit van 30 september 2002, nummer
Nadere informatieBESLUIT. 3. Tegen het besluit hebben Witteveen, Erdo en Esha Building tijdig bezwaar aangetekend.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3692-158 Betreft zaak: 3692 / Dakwerkzaamheden Philips Drachten Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren
Nadere informatieBESLUIT. 3. Bij brief van 4 augustus 2003 heeft Sakata voornoemde brief van de NMa beantwoord.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3576-55 Betreft zaak: Van Klink v. Sakata Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen zijn
Nadere informatieNederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3801-75 Betreft zaak: Waldeck (VLOD) Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijk verklaring van het
Nadere informatieBESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 836-51 Betreft zaak: Euromedica Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen zijn besluit van
Nadere informatieBesluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1902/ Woonzorg Nederland - LKBB I. MELDING
Nadere informatieBesluit van de Autoriteit Consument en Markt op de bezwaren gericht tegen het besluit van 19 november 2018 met kenmerk AMC/UIT/502310
Openbaar Besluit Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op de bezwaren gericht tegen het besluit van 19 november 2018 met kenmerk AMC/UIT/502310 Ons kenmerk : ACM/UIT/509371 Zaaknummer : ACM/19/034807
Nadere informatieBESLUIT. Besluit inzake geschil als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998; Metrax N.V.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 101987/ 25 Betreft: Besluit inzake geschil als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998; Metrax N.V. I. Verloop van de procedure 1. Bij brief
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3698-22 Betreft zaak: natuurlijke persoon Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste
Nadere informatieBesluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1682/ SBS-Strengholt/Publimusic I. MELDING
Nadere informatieBESLUIT. 4. Op 31 mei 2011 heeft Careyn bezwaar tegen het bestreden besluit ingesteld. Careyn heeft op 6 september 2011 gronden van bezwaar ingediend.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6109/867 Betreft zaak: Caraat Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het besluit van de
Nadere informatieBESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6386 / 66 Betreft zaak: Wob-verzoek Automark II Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen
Nadere informatieMEDEDINGINGSRECHT VOOR OVERHEDEN. 22 Maart 2007 Prof. dr. Bart Hessel b.hessel@law.uu.nl
MEDEDINGINGSRECHT VOOR OVERHEDEN 22 Maart 2007 Prof. dr. Bart Hessel b.hessel@law.uu.nl EG-MEDEDINGINGSRECHT Europees mededingingsrecht voor ondernemingen: betreft het verbieden van mededingingsbeperkend
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:7752
ECLI:NL:RBDHA:2017:7752 Permanente link: http://deeplink. Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 06-07-2017 Datum publicatie 20-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 5490 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere
Nadere informatieZaaknummer 1436/ Baron Von Quast Juchter vs. Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nadere informatieBESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm
pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1160/ Pon - Achterveld-Cebeco-Agrivor
Nadere informatieBESLUIT. 3. Op 19 november 2002 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Daar zijn de standpunten van Incine en Rendac nader toegelicht.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2709/40 Betreft zaak: Incine-Rendac Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het tegen zijn
Nadere informatieBesluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1848/ABN AMRO Bouwfonds - Proverko I. MELDING
Nadere informatieZaaknummer 1715/ Ontheffingsverzoek Libertel: Mantelovereenkomst
Besluit Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet in verband met niet toepasselijkheid
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 5698/242 Betreft zaak: Groen Maastricht (Aanvulling) Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62
Nadere informatieBESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2157-66 Betreft zaak: VNI Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar van de Vereniging van Nederlandse
Nadere informatieBESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bbb\bbb htm
file://e:\archief1998\besluiten\bbb\.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot gegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit
Nadere informatieBesluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1602/Vrij Uit B.V.- Belvilla Vakantiewoningen B.V.
Nadere informatieBESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2902-90 Betreft zaak: Van Broekhuijze Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen zijn besluit
Nadere informatieBesluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1872/Dura Vermeer - Proverko I. MELDING 1.
Nadere informatieBESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2915/ 37 Betreft zaak: Vereniging Bergers Belangen - Staat der Nederlanden e.a.. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nadere informatieBesluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1879/NS Stations - PTA I. MELDING 1. Op 30
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4246/10 Betreft
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen de beslissing van 23 oktober 2003.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 1675-60 Betreft zaak: Werkgroep Behoud van een Volwaardig Ziekenhuis Velp Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1340 / Airtours - Marysol I. MELDING 1. Op
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1208/ABN AMRO Participaties - Humares Beheer
Nadere informatieZaak T-155/04. SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
Zaak T-155/04 SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Mededinging Misbruik van machtspositie Begrip.onderneming' Klacht Afwijzing" Arrest van het Gerecht (Tweede kamer)
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 1035/Pon Holdings - Century Auto Groep Nummer:
Nadere informatieBESLUIT. 3. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan Van Oord Holding een boete opgelegd.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4620/147 Betreft zaak: Besluit op bezwaar - Martens en Van Oord Aannemingsbedrijf B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nadere informatieBESLUIT. 2. Bij besluit van 28 mei 2002 is de aanvraag om ontheffing van het verbod van artikel 6, eerste lid, Mededingingswet afgewezen.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het tegen zijn besluit van 28 mei 2002, kenmerk 2036/84,
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:1999:AA3765
ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-04-1999 Datum publicatie 10-11-2004 Zaaknummer VMEDED 99/366-Sl Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening
Nadere informatieBesluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1932/ Heijmans Van Hees I. MELDING 1. Op 22
Nadere informatieBESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie
Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_13-4 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 5964 / 21 Betreft zaak: De Pontonnier
Nadere informatieBESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 103078_4/20 Betreft zaak: Beslissing op bezwaar tegen het besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van 29 augustus 2008,
Nadere informatieBESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit is door de heer Zwaga tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 6 januari 2009.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6566 / 13 Betreft zaak: Zaak 6566 - Wob-verzoek Zwaga Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon
Nadere informatieBESLUIT. Zaaknummer 1561/ Free Record Shop vs KVB
BESLUIT Zaaknummer 1561/ Free Record Shop vs KVB Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van 25 november
Nadere informatieBESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. 1. Verloop van de procedure
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6492_1/199 Betreft zaak: De Tongelreep Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het besluit
Nadere informatieBesluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1931/GlobeGround - Aero Groundservices I. MELDING
Nadere informatieBESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1880/Tulip Computers - 2L International I.
Nadere informatieBESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3073/40 Betreft zaak: RashondenFederatie Nederland vs. de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse
Nadere informatie