Dromen. Naam: Noa Hutten Datum : Plaats: Bunschoten - Spakenburg

Transcriptie

1 Dromen Naam: Noa Hutten Datum : Plaats: Bunschoten - Spakenburg

2 Inhoud 0. Voorwoord Blz Dromen Blz Definitie van dromen 1.2 Kenmerken 1.3 Welke soorten dromen zijn er? 1.4 Emoties in dromen 1.5 Denken in dromen 2. REM slaap Blz Hersenactiviteit 2.2 De REM slaap 2.3 REM slaap:slaapverlamming 3. Slaapproblemen Blz Slapeloosheid 4. Creatieve dromen Blz Dromen onthouden 5. Nawoord Blz Bronnen Blz. 10

3 Voorwoord Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik eigenlijk niets wist en dus heb ik op Google gezocht en toen kwam ik dit tegen en toen dacht ik: dit doet denk ik niemand. dus daarom heb ik dit onderwerp gedaan.

4 Dromen 1.1 Definitie van dromen ( Wikipedia) Een droom is de verzameling van beelden, geluiden, gedachten en gevoelens die iemand ervaart, als hij of zij slaapt 1.2 Kenmerken Hieronder wil ik de kenmerken van dromen noemen: - Een droom is een soort film met daarin een verhaallijn - Afstanden zijn niet zoals ze echt zijn - personen kunnen vaak veranderen in andere personen - in dromen kun je soms vliegen - dromen helpen je om dingen die je hebt meegemaakt te verwerken - nieuwe creatieve ideeën ontstaan vaak in dromen 1.3 Welke dromen zijn er? Voorspellende dromen Of dromen echt voorspellend kunnen zijn is moeilijk te controleren. Toch zijn er mensen die zeggen dat ze een droom hebben gehad die later werkelijkheid is geworden. Vaak is er bij voorspellende dromen sprake van een sterke band tussen de dromer en degene over wie hij droomt. Lucide dromen Bij lucide dromen weet je tijdens het dromen dat je droomt. Tijdens een lucide droom kan je zelf bepalen hoe hij verder gaat. Bovendien kan de dromer tijdens het dromen ook nog besluiten waarom hij de droom heeft. De voorspellende dromen en lucide dromen gaan over de toekomst, maar er zijn ook dromen die over het heden en verleden gaan, dat zijn de verwerkingsdromen. V erwerkingsdromen Soms droom je een verhaal dat lijkt op wat je in het echt meemaakt of wat je een tijd geleden hebt meegemaakt. Hierdoor kun je geholpen worden de gebeurtenis te verwerken. In een verwerkingsdroom kunnen alle gevoelens naar voren komen, maar je kunt ook over situaties dromen waar je je aan ergert of over situaties die je heel erg hebben aangegrepen.

5 Nachtmerries Zie het hoofdstuk over nachtmerries 1.4 Emoties in dromen De beelden in je dromen en waar je droom over gaat zijn nooit saai.dit komt doordat dromen ons raken, hiermee bedoel ik dat ze heel dicht bij je komen. Dromen gaan over zaken die ons bezighouden. Een droom ontstaat door de dingen die je bezighouden, dit betekent dat wij geraakt worden door de gebeurtenissen waar we over denken. De verhalen en emoties die wij tegenkomen in dromen gaan dus over onszelf en onze omgeving.om deze reden voelen de emoties die in dromen voorkomen zo echt aan en dus kunnen ze ons dus ook echt raken Wanneer er iets leuks gebeurt zoals het winnen van een volleybalwedstrijd zijn wij erg blij; wanneer er iets vreselijks gebeurt zoals het overlijden van je oma zijn wij verdrietig deze emoties en gedachten die daarbij horen kunnen dan in een droom terug of voorkomen. 1.5 Denken in dromen Tijdens dromen is het denken simpel,het lijkt helemaal niet op het denken overdag.overdag kun je bezig zijn met meerdere dingen tegelijk, die allemaal je aandacht vragen: je bent aan het paardrijden en je moet luisteren naar je instructeur, je moet opletten en kijken naar de bordjes in de bak, Tijdens dromen kan dit niet: je kunt maar op één ding tegelijk je aandacht richten. Dus: of je rijdt paard, of je luistert naar je instructeur. Eén ding op één moment, want het denken kan niet te ingewikkeld zijn.

6 REM slaap 2.1 Hersenactiviteit tijdens de slaap Het lijkt alsof mensen die slapen uit staan. De ogen bewegen niet en het lichaam beweegt niet maar, ze staan niet uit integendeel: onze hersenen zijn afhankelijk van hoe diep je slaapt ze zijn actief of juist minder actief.als je net in slaap bent zijn je hersenen nog in een licht en ondiepe slaapfase; dit wordt slaapfase één genoemd.onze hersenen zijn dan nog redelijk actief: de hersengolven zijn druk en onrustig. Dat is ook niet zo raar, want net waren we nog wakker, en waren we misschien nog aan het praten of iets anders aan het doen,in ieder geval nog redelijk druk bezig.na enkele minuten wordt de slaap al dieper. Onze hersengolven worden wat rustiger, en af en toe komen er diepe en grote golven voor: we zitten nu in slaapfase twee. Deze fase komt veel voor. Onze hersenen zinken vervolgens steeds verder weg in een diepe slaap. In slaapfase drie en daarna slaapfase vier.eigenlijk is het enige verschil tussen deze twee slaapfases dat in fase drie minder dan vijftig procent van alle hersengolven uit diepe en langzame golven bestaan, en in fase vier juist meer dan vijftig procent. Slaapfase vier is dan ook de diepste slaap. 2.2 De REM slaap Na de eerste slaapcyclus (een terugkerende regelmatig reeks dit is de betekenis zoals die op Wikipedia wordt beschreven) van 90 minuten komen onze hersenen in een bijzonder slaapfase. Tijdens deze fase zijn onze hersenen bijna net zo druk en snel als overdag. Ondertussen is het hele lichaam bijzonder ontspannen: het is zelfs bijna verlamd: beweging is niet mogelijk.er is een uitzonderingen op: de ogen. De ogen schieten in deze fase namelijk ontzettend snel heen en weer achter de dichte oogleden. Het lijkt alsof die ogen allerlei dingen zien en volgen.dat kan heel goed, want in dit stadium komen de meeste dromen voor. Van alle mensen die tijdens deze fase worden wakker gemaakt kan ongeveer tachtig procent zich een droom herinneren. Deze fase heet de REM fase. Het woord REM staat voor Rapid Eye Movements (betekent in het Nederlands: snelle oogbewegingen), één van de opvallendste eigenschappen van deze fase. Omdat de hersenen zo druk zijn en het lichaam juist zo rustig is.in de eerste slaapcyclus duurt deze REM fase nog vrij kort: meestal tussen de vijf en tien minuten. Daarna start weer een nieuwe slaapcyclus. In de tweede slaapcyclus, die

7 meestal tussen de anderhalf en de drie uur nadat je in slaap bent gevallen, zit je korter in de diepe slaapfase. Er komt meer REM slaap dan in de eerste cyclus voor. Datzelfde geldt voor alle cyclussen die volgen. In de derde slaapcyclus wordt bijvoorbeeld stadium vier, vaak niet meer gehaald terwijl er weer meer REM slaap is. In de laatste slaapcyclus kan meer dan de helft wel uit REM slaap bestaan (45 minuten of meer) terwijl de slaap niet dieper komt dan stadium twee. 2.3 REM slaap: slaapverlamming De hersenstam doet nog meer: het controleert ook onze oogbewegingen en blokkeert onze spieren. Dit is ontzettend belangrijk, want dankzij deze blokkering van de spieren blijf je tijdens je droom rustig in bed liggen. De hersenstam zorgt er zo voor dat je je dromen niet in levende lijve uitbeeldt. Als die blokkade niet had gewerkt dan had ik niet alleen in mijn droom in het donker over straat gelopen, maar ook in het echt in mijn kamer rond gelopen. In het geval van lopen was de mogelijke schade te overzien geweest; ik zou hooguit moe zijn geworden en ergens tegenaan zijn gelopen. Maar wat als ik had gedroomd dat er iemand achter me aan zat? Dan was ik zo mijn bed uit gerend. Of wat als ik had gedroomd over een gevecht? Dan had ik zomaar staan vechten in mijn kamer. Om te voorkomen dat mensen s nachts twee uur lang allerlei inspannende en mogelijk bewegingen uitvoeren, blokkeert de hersenstam onze spieren. Dat heet slaapverlamming.

8 Slaapproblemen 3.1 Nachtmerries Nachtmerries zijn hele enge dromen met erg negatieve emoties waaruit de dromer meestal wakker schrikt. Bijna altijd heeft de dromer na de nachtmerrie een goede herinnering aan de vervelende gebeurtenissen die zijn gedroomd. De nachtmerries kunnen een vervolg hebben, vallen, verdrinken, anderen zien overlijden, herhalen van een vervelende gebeurtenis tot eigenlijk alles wat een mens eng kan vinden. Nadat de persoon wakker wordt is het snel duidelijk dat het maar een droom was. Door hun nachtmerries slapen mensen slecht en zijn ze vaak moe de volgende dag. Naast al deze vervelende nachtmerries ervoor zorgt er voor dat mensen niet meer kunnen of durven te slapen. 3.2 Slapeloosheid Willen slapen en niet kunnen slapen, terwijl iedereen in je om je heen wel slaapt. Het is heel vervelend als je dat hebt. Veel mensen hebben dit wel eens gehad. Of het nu moeite met inslapen was, of s ochtends te vroeg wakker worden en niet meer verder kunnen slapen iedereen weet wat slapeloosheid is. Nu zijn er heel veel mensen die vaak last hebben van slapeloosheid. Dus in plaats van af en toe hebben zij regelmatig last van slapeloze nachten, voor een lange tijd. Uit een onderzoek blijkt dat een kwart van alle Nederlandse mensen problemen heeft met in slaap vallen of te vroeg wakker worden, en dat maar liefst 10% hier al zo lang last van hebben.dat kan nogal vervelend zijn want dan ben je de volgende ochtend lekker moe.

9 Creatieve dromen Je droomt altijd creatief. In bijna iedere droom krijg je een nieuw creatief idee. In de gewone wereld kun je er alleen niets mee, omdat je ideeën te bizar zijn, of helemaal niets met je dagelijkse dingen te maken hebben. Maar je droomproces is altijd creatief. Als je over een bepaald onderwerp, of bepaald probleem wilt dromen, kun je het volgende doen. - Kies een een onderwerp uit. - Denk s avonds ongeveer tien minuten na over dit probleem. Ga er rustig naar kijken en bedenk een vraag wat de kern van dit probleem is. - Schrijf deze vraag op een leeg A4-tje en leg dit A4-tje naast je bed. - Leg voorwerpen die je aan dit onderwerp doen denken in of naast je bed. - Herhaal de vraag enkele minuten in je hoofd terwijl je in bed ligt. - Schrijf die nacht je dromen meteen op. - Beoordeel of een droom je een nieuw idee heeft gegeven dat je kunt gebruiken. Dit kan meteen de eerste nacht zijn; het kan ook een week duren. 4.2 Dromen onthouden Zorg dat je vanuit jezelf wakker wordt. Als je wakker wordt, blijf dan nog een halve minuut in dezelfde houding liggen, met je ogen dicht. Probeer nog nergens aan te denken. Hou je hoofd zo leeg mogelijk. Na een tijdje komt er dan een beeld van je laatste droom in je hoofd. Onthoud dat beeld goed, en probeer je te herinneren welk beeld daarvoor zat. Zo ga je beelden achteruit in je droom totdat je niet meer weet welk beeld ervoor kwam. Doordeweeks is dit lastiger als je niet vanuit jezelf maar door de wekker wakker wordt. Toch kun je deze oefening dan wel doen. Het belangrijkste is dat je niet direct na het wakker worden aan andere dingen gaat denken. Als je meteen na het wakker worden gaat bedenken wat je nog moet doen en hoe lang je daar nog voor hebt, is de droom binnen enkele seconden weg in je hoofd. Datzelfde geldt voor als je s nachts wakker wordt met een droom in in je hoofd. Je denkt dan misschien: Die weet ik de volgende ochtend nog wel, maar negen van de tien keer ben je die droom s ochtends vergeten.

10 Nawoord De volgende stappen heb ik gedaan om mijn werkstuk te maken: 1. Ik heb eerst het voorwerk gedaan 2. Daarna informatie opgezocht en gelezen 3. Dit in een werkstuk gezet. 4. Ik heb eerst de hoofdstukken gemaakt daarna de inleiding geschreven, het nawoord en de bronnen. 5. aan het eind heb ik de opmaak gemaakt. Ik vond het erg leuk om een werkstuk te maken. Vooral het opzoeken en verwerken van de informatie. Ook vond ik het leuk om plaatjes te zoeken en die een mooie plek in mijn werkstuk te geven.

11 Bronnen Informatie Junior over dromen 3. Youtube - dromen deel 1 van het Klokhuis 4. htm 5.