O/Li 1 7 MAART Stuknummer: AI Den Helder 16 maart 2014 GEMEENTE DEN HELDER. Aan de Gemeente Den Helder. Drs. F.

Transcriptie

1 Aan de Gemeente Den Helder Drs. F. Bijlweg MC Den Helder GEMEENTE DEN HELDER INGEKOMEN 1 7 MAART 2014 O/Li Den Helder 16 maart 2014 GEMEENTE DEN HELDER Onderwerp: Omwonenden Stationslocatie Brief aan Minister R.H.A. Plasterk. Aan de griffie t.a.v. de Burgemeester en Wethouders. Weledelgestrenge Heer, Bij deze doen wij U toekomen ter kennisgeving en voor de volledigheid, ons schrijven,( exclusief de bijlage en handtekeningen ) dd 16 maart 2014 aan minister R.H.A. Plasterk. Stuknummer: AI Met vriendelijke groet Hoogachtend V K.H.Selie Boerhaavestraat AA Den Helder Telefoon : kh.selie@quicknet.nl

2 De Hooggeleerde Heer Prof. Dr. R.H.A. Plasterk. Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Postbus EA DEN HAAG. Den Helder, 16 maart Excellentie, Als bezorgde inwoners van onze stad Den Helder vragen wij uw aandacht voor het volgende. Op 17 februari jl. is in onze gemeente het Raadsbesluit onder nummer RB "Bestemmingsplan Stationslocatie" aangenomen.(zie bijlage) Wij, en met ons vele inwoners van Den Helder verzoeken u om de Raadsvergadering van 17 februari 2014 te Den Helder ongeldig te verklaren en het daarna genomen Raadsbesluit bij de Kroon voor te dragen voor vernietiging wegens het niet volgen van de ten deze toepasselijke wettelijke regels, welke voor zodanig plan van toepassing zijn. Indien schorsing in de plaats komt van vernietiging strekt dit verzoek zich daar mede toe uit. Tevens ligt aan dit verzoek ten grondslag het gegeven dat volgens ondergetekenden niet integer is gehandeld door in ieder geval een raadslid van de ChristenUnie, welke persoon direct dan wel indirect een eigenbelang behartigt, waardoor sprake is van integriteitschending. Het genomen besluit schaadt naar onze mening het algemeen belang en zal zeker zeer grote nadelige en ook financiële gevolgen hebben voor de inwoners van nu, maar zeker voor de volgende generatie inwoners van Den Helder.. Zoals reeds vermeld, verzoeken wij u niet alleen de Raadsvergadering gehouden op 17 februari 2014 ongeldig te verklaren, maar ook het Raadsbesluit "Bestemmingsplan Stationslocatie" nietig te verklaren en wel op de gronden zoals hieronder zal worden vermeld. Tijdens de Commissievergadering Stadsontwikkeling en Beheer op 3 februari 2014, alwaar het Ontwerp Bestemmingsplan op de agenda stond vermeld, is gebleken dat de stukken over dit belangrijke en zeer omstreden onderwerp "Bestemmingsplan Stationslocatie" incompleet waren. Door een betrokken inspreekster werden namelijk de vergaderende commissieleden attent gemaakt op een rapport, dat door de cultuurhistoricus Drs. Anita van Breugel in opdracht van het College van B & W reeds medio 2011 was opgemaakt, (zie bijlage) Dit belangrijke rapport was niet aan de stukken over het bewuste bestemmingsplan toegevoegd, zodat geen enkele burger zich hierin heeft kunnen verdiepen en zich er ook niet in zijn zienswijze over kon uitlaten. Dit zeer gedegen rapport zou voor de zienswijzen van de burgers van groot belang zijn geweest omdat het rapport nieuwe en belangrijke informatie en inzichten bood en uiteraard aan het dossier behoorde te zijn toegevoegd. Met klem werd het bestaan van dit rapport echter door de aanwezige wethouder mevrouw P. Bruin ontkend. Ondanks deze ontkenning is op uitdrukkelijk verzoek van de meerderheid van de commissie het bewuste onderwerp tijdens deze vergadering van de agenda gehaald. De gemeenteraad heeft toen besloten om in plaats van de opvolgende raadsvergadering op 10 februari 2014 een versnelde Commissievergadering te laten plaatsvinden. 1

3 Tijdens deze vergadering -waarbij het bewuste rapport opeens wel aan het OntwerpBestemmingsplan was toegevoegd- werd wederom door de meerderheid van de commissieleden besloten dat het Ontwerp Bestemmingsplan Stationslocatie niet advies- en besluitrijp was voor de Raad en zodoende terug verwezen werd naar het College. De reden waarom de commissie tot dit oordeel kwam was het standpunt dat de burgers van Den Helder geen kennis hebben kunnen nemen van dit belangrijke rapport voor het indienen van hun zienswijzen en tijdens de inspreekmomenten. Er waren wel 26 zienswijzen ingediend, maar zonder kennis van dit belangrijke rapport. En tijdens het inspreken waar het rapport Van Breugel ter sprake kwam, was de termijn van zes weken voor het indienen van een zienswijze al verstreken. Inderdaad zijn wij van mening dat belangrijke informatie ons bewust is onthouden, daar hierin o.a. was vermeld dat 2 belangrijke gebouwen van naoorlogse architectuur, zich bevindende in het plan Stationslocatie, dienden te worden behouden, hetgeen het College niet wilde. De commissie was van oordeel dat het Ontwerp Bestemmingsplan om die reden opnieuw ter inzage diende te worden gelegd, mede op grond van artikel 3.14 Algemene Wet Bestuursrecht. De eerstvolgende gemeenteraad werd derhalve gepland op 17 februari De agenda werd, zoals gebruikelijk en in overeenstemming met artikel 19 lid 2 Gemeentewet en artikel 10 Reglement van Orde van de Raad, voor aanvang van deze vergadering gepubliceerd. Op deze agenda van de Raad stond NIET het Ontwerp Bestemmingsplan Stationslocatie Den Helder vermeld. In de dagen voor deze vergadering verschenen in de lokale pers berichten dat de coalitie overwoog het Ontwerp Bestemmingsplan alsnog toe te voegen aan de agenda, maar dan tijdens de vergadering, zich baserend op artikel 11 van het Reglement van Orde van de Gemeenteraad De discussies -onder andere in de media- barstten los en waren, voorzichtig uitgedrukt, niet mals. Wij menen dat een beroep op dit artikel niet van toepassing is en ook niet geoorloofd. Inderdaad is er een mogelijkheid om agendapunten toe te voegen, maar uit de toelichting over dit artikel blijkt duidelijk dat na het verzenden van de schriftelijke oproep zo nodig een aanvullende agenda met bijbehorende stukken aan de raadsleden dient te worden rondgestuurd en wel tot uiterlijk 2 dagen voor aanvang van de vergadering, hetgeen niet is geschied, terwijl nota bene de Voorzitter wist dat de Coalitie het voornemen had om de agenda aan te vullen met het onderhavige Ontwerp Bestemmingsplan. De gemeenteraadsleden hebben op de vergadering ook niet alle stukken ontvangen. Zij dienden te hebben: het ontwerp bestemmingsplan, alle 26 zienswijzen en de nota van beantwoordingen aan alle indieners, hetgeen niet het geval was. (zie bijlagen) De burgers konden bovendien ook niet inspreken, men wist officieel van niets en bovendien moet men zich minstens enkele dagen voor de Raadsvergadering melden als inspreker. Bij het vaststellen van de agenda tijdens de Vergadering werd inderdaad het agendapunt: "Vaststellen Bestemmingsplan Stationslocatie" door de coalitie opgevoerd. In reactie daarop heeft de woordvoerder namens de gehele oppositie, minus een lid van de oppositiepartij de ChristenUnie, de heer W. Koning, uitgesproken dat de Burgemeester en de coalitie met dit verzoek niet integer handelen en werd door de oppositie verzocht dit punt -om reeds hierboven genoemde reden- niet op de agenda te plaatsen, daarbij verwijzend naar artikel 19 lid 2 Gemeentewet en artikel 3.14 Algemene Wet Bestuursrecht. De Voorzitter -in casu Burgemeester Schuiling- deelde mede dit niet zo te zien. De woordvoerder deelde daarop mede dat de oppositie dan niet verder aan de vergadering zou deelnemen. De Voorzitter deelde daarop mede dit te betreuren en wees op de toelichting van het Reglement van de Raad. De woordvoerder deelde nog wel mede dat in ieder geval twee dagen voor een vergadering een spontaan agendaverzoek van een raadslid gepubliceerd diende te worden hetgeen niet was geschied. 2

4 Door de oppositie werd tevens over het door de Voorzitter gestelde gereclameerd met de opmerking dat het op het laatste moment plaatsen van een agendapunt slechts van toepassing is bij spoedeisende zaken, waarvan in casu geen sprake is. Een Bestemmingsplan is een proces van jaren, hetgeen in deze ook het geval is. De onderhavige kwestie houdt de gemoederen reeds vanaf 2008 bezig en kan niet plotseling als spoedeisend worden bestempeld. De Voorzitter beriep zich toen maar, overigens geheel ten onrechte, op het gegeven dat "in de waan van de dag het altijd mogelijk moet zijn om een punt op de agenda op te voeren". Na deze -op zijn minst opmerkelijke, maar geheel in strijd met alle democratische normen onbehoorlijke opmerking- verliet de gehele oppositie de raadzaal, met uitzondering van het reeds genoemde raadslid van de ChristenUnie, de heer Koning. De ondergetekenden zijn niet alleen ontstemd over deze gang van zaken maar zijn ook van mening dat onjuiste procedures zijn gevolgd, zowel door de Raad als door de Voorzitter, Burgemeester Schuiling. De onjuiste procedures zijn: Het niet ter inzage leggen van het Ontwerp Bestemmingsplan Stationslocatie Den Helder inclusief de relevante stukken, met name het belangrijke rapport van Drs. Anita van Breugel. De onjuiste vaststelling van de agenda voor de raadsvergadering van 17 februari met als gevolg: Het vaststellen van het Bestemmingsplan Stationslocatie Den Helder. Tevens hebben wij als betrokken bewoners ernstige twijfel over de integriteit van de heer Koning, raadslid voor de ChristenUnie. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zijn wij van mening dat er directe dan wel indirecte eigenbelangen meespelen, in ieder geval en op zijn minst de schijn van belangenverstrengeling wordt gewekt. Op grond hiervan hebben wij, conform de artikelen van de WOB openbaarheid geëist van 56 documenten waaruit die betrokkenheid blijkt. Het volgende doet zich namelijk voor: Ing. W. Koning is als bedrijfsleider/projectleider zowel werkzaam bij de Vries & van der Wiel B V. als bij de vennootschap onder firma 't Oost, welke laatste firma voor 50% eigendom is van de gemeente en voor 50% van de Vries & van der Wiel B.V Beide bedrijven verrichten voor de gemeente (grond)werkzaamheden. Deze bedrijven hebben een rechtstreeks belang bij het verrichten van (grond)werkzaamheden bij vele bestemmingsplannen in de gemeente Den Helder, niet alleen voor de Stationslocatie. In het verleden zijn ook vele (grond)werkzaamheden verricht, welke het gevolg waren van diverse aangenomen bestemmingsplannen. Na veel tegenwerking en gedoe zijn wij in het bezit gekomen van de 56 documenten, waaruit is gebleken dat de heer Koning tekeningbevoegd is en ook vele documenten heeft getekend met als resultaat maar op zijn minst de bedoeling: werkzaamheden voor de bedrijven waar hij werkzaam is. Overigens zij vermeld dat de vele bijlagen, behorende bij de documenten, niet aan ons ter hand zijn gesteld, waarvoor de gemeente recentelijk weer is aangeschreven met verzoek deze stukken met de meeste spoed af te geven.(zie diverse bijlagen) Ook zij vermeld dat vier dagen voor de vergadering van 17 februari telefonisch contact is geweest met de heer Mr. W. Huizinga, ambtenaar van de gemeente, met verzoek de gevraagde stukken direct af te geven, daar de termijn van 4 weken was verstreken en een beroep op verdaging van 4 weken te laat door de gemeente was gedaan. Voor ons was het zeer belangrijk deze stukken voor de 17e februari in ons bezit te hebben, teneinde gericht op 17 februari wellicht te kunnen inspreken met vermelding van door ons geconstateerde feiten. 3

5 De heer Huizinga deelde mede dat het zeer veel werk was en dat het nog minstens 12 dagen zou duren. Wat schetst onze verbazing dat 2 dagen na 17 februari deze stukken door ons werden ontvangen. Uiteraard zijn wij van mening dat deze stukken bewust zijn afgegeven NA de 17e februari.!!!! Door het pas na zeer veel gedoe afgeven van de bewuste stukken, is op zijn minst de indruk gewekt van belangenverstrengeling en handelen in strijd met de integriteitcode art. 2 lid 2.2 en 2.4 van raadsleden en commissieleden, niet zijnde raadsleden. De heer Koning (overigens in strijd met het standpunt van zijn partij en het standpunt van zijn fractiegenote mevrouw Biersteker) bleef als enige van de gehele oppositie op 17 februari in de raadzaal zitten en stemde voor het Bestemmingsplan. De oppositie verliet de Vergadering omdat men het voorstel onrechtmatig vond. De Vergadering werd voortgezet met 16 van de 29 aanwezige raadsleden (2 personen waren afwezig) Hierdoor werd het Bestemmingsplan (unaniem!!?) aangenomen. Bij de voorlopige besluiten over dit onderwerp was de stem van de heer Koning diverse malen bepalend voor de meerderheid in de raad (16 voor/15 tegen) Wij zijn van mening dat de heer Koning conform artikel 15 van de Gemeentewet geen raadslid kan zijn en nu hij dit helaas wel is, zich diende te onthouden van stemming. Ook de Voorzitter handelt in deze niet integer en niet onpartijdig, deze had de heer Koning moeten mededelen dat hij zich diende te onthouden van stemming over zo'n belangrijk onderwerp, welke zaak bovendien onder de burgerbevolking zeer omstreden is. Reeds in een vroeg stadium is uit 2 peilingen onder de bevolking gebleken dat ruim 70% van de inwoners tegen deze kostbare en niet noodzakelijke plannen is. Wij zijn op de hoogte van het feit dat een landelijke discussie gaande is over integriteit van raadsleden en zijn in deze van mening dat de wijze waarop aan het begrip integriteit door de coalitie en ook door de Voorzitter van de Raad, alsmede door de heer Koning, vorm is gegeven, een meer dan beschamende vertoning is. Ook in de lokale pers werd openlijk gemeend dat er op zijn minst van een schijn van belangenverstrengeling sprake is. Dit alles zit ons als bewoners zeer hoog. Het is inmiddels een publiek geheim dat de Raad tot op het bot verdeeld is over de nieuwbouw van een stadhuis (de reden voor vaststelling Bestemmingsplan). Wij vinden dat door hetgeen heeft plaatsgevonden het imago van het politieke spectrum behoorlijk in een negatief daglicht is geplaatst.. Door het willens en wetens schofferen van burgers, belanghebbenden en commissieleden door de Voorzitter, het willens en wetens niet volgen van de juiste procedures en daarbij de mogelijke schijn van belangenverstrengeling door een raadslid, de heer W. Koning, dient de Raadsvergadering van 17 februari 2014 ongeldig te worden verklaard en het Besluit Vaststelling Bestemmingsplan Stationslocatie Den Helder nietig te worden verklaard dan wel te worden geschorst. Het kan ook niet worden geaccepteerd dat de Voorzitter van de Raad het Ontwerp Bestemmingsplan "als een waan van de dag"-agendapunt bestempelt, terwijl daar wettelijke procedures voor zijn. Dat de Voorzitter een en ander zo ziet, dient dan ook geheel voor zijn rekening te komen. Uit het vorengaande moge U blijken dat de ondergetekenden de gang van zaken, zoals hierboven is uiteengezet, niet accepteren en van mening zijn dat de Raadsvergadering van 17 februari 2014 als ongeldig dient te worden bestempeld en het vastgestelde Bestemmingsplan Stationslocatie onder nummer RB voor vernietiging vatbaar is, en verzoeken U dan ook zodanig te besluiten. Voor de volledigheid verwijzen wij naar alle bijlagen welke bij dit schrijven worden meegezonden. 4

6 Namens de Werkgroep Stationsomgeving, In afwachting van Uw reactie van dit schrijven verblijf ik, met ondergetekenden, vriendelijke groet Hoogachtend, K.H. Selie. Boerhaavestraat AA DEN HELDER. Telefoon: , adres: Zie bijlage handtekeningen Afschrift aan: Commissaris van de Koning J. Remkes, provincie Noord-Holland Raad van State, Kneuterdijk 22, 2514 EN Den Haag. Burgemeester K. Schuiling, gemeente Den Helder. Gemeenteraadsleden Den Helder Bijlagen - Besluit bestemmingsplan vaststellen stationslocatie RB Rapport "Wederopbouw van Den Helder, , auteur Mvr. Drs. A. van Breu - Verzonden agenda van 17 februari 2014 met oproep voor raadsvergadering. - Het reglement van orde van de gemeenteraad Brief van Burgemeester Koen Schuiling aan de oppositie. Schrijven aan de gemeente inzake WOB dd. 14 januari Antwoord schrijven van de gemeente inzake WOB dd. 12 februari Schrijven aan de gemeente inzake WOB dd. 13 februari Schrijven aan de gemeente inzake WOB dd. 28 februari Externe linken (online geregistreerde vergaderingen) Commissievergadering 3 februari Beheer/2014/3-februari/19:30 Commissievergadering 10 februari Beheer/2014/10-februari/19:30 Gemeenteraadsvergadering 17 februari gemeenteraad.denhelder.nl/vergaderingen/ Gemeenteraad/2014/17-februari/19:30