Mevr. K. Zonneveld Schriftelijke vragen van rechtswege verleende bouwvergunning 2 e fase Kloet.

Transcriptie

1 Aan alle leden van de Raad 2 oktober 2009 VVH/juridische zaken Mevr. K. Zonneveld Schriftelijke vragen van rechtswege verleende bouwvergunning 2 e fase Kloet. Geachte leden van de Raad, Namens de fracties van de Christenunie en de PvdA hebben Erica van As en Frits Westerkamp vragen gesteld over de van rechtswege verleende bouwvergunning tweede fase voor het bouwplan De Kloet/Zonoord te Noord-Scharwoude. In deze brief leggen wij het principe van gefaseerde bouwvergunningverlening, de hierbij behorende beslistermijn en de van rechtswege verleende vergunning uit en beantwoorden wij de gestelde vragen. Gefaseerde verlening van de bouwvergunning Op grond van artikel 56a lid 1 van de Woningwet (verder Ww) wordt een reguliere bouwvergunning op aanvraag in twee fasen verleend. Indien een aanvrager om gefaseerde behandeling verzoekt moeten burgemeester en wethouders daarop ingaan. Bij een bouwaanvraag eerste fase wordt aan de volgende (ruimtelijke) aspecten getoetst: - de stedenbouwkundige voorschriften van de bouwverordening; - het bestemmingsplan; - welstandscriteria. Bij een bouwaanvraag tweede fase wordt aan de volgende (technische) aspecten getoetst: - het bouwbesluit; - de bouwverordening (met uitzondering van de stedenbouwkundige aspecten). Nadat de bouwvergunning eerste fase is verleend, mag niet meer worden getoetst aan de weigeringsgronden uit de eerste fase (bestemmingsplan, welstand). Het idee achter de gefaseerde aanpak is dat de aanvrager door het doorlopen van de eerste fase zekerheid heeft over de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het bouwplan voordat extra inspanningen en kosten hoeven te worden geleverd voor de verdere uitwerking van het plan. Een bouwplan mag pas uitgevoerd worden op het moment dat zowel de bouwvergunning eerste fase als de tweede fase verleend zijn.

2 - 2 - Zowel de bouwvergunning eerste fase als de vergunning tweede fase zijn besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waartegen bezwaar- en beroepsmogelijkheden open staan. In één samenhangend traject van vergunningverlening kan dus twee keer gebruik worden gemaakt van rechtsbeschermingsmiddelen. Beslistermijn De beslistermijn voor zowel de eerste als de tweede fase is zes weken na ontvangst van de aanvraag (artikel 46 lid 1 sub c Ww). Deze termijnen zijn niet van toepassing indien er sprake is van strijd met het bestemmingsplan (artikel 46 lid 3 en artikel 44 lid 1 onder c Ww). Artikel 56b lid 1 Ww bepaalt dat de beslissing op een bouwaanvraag tweede fase moet worden aangehouden als er geen grond is om te weigeren en de termijn om bezwaar te maken tegen de eerste fase nog niet is verlopen. Dit impliciert dat de beslistermijn van zes weken ingaat op de dag nadat de bezwaartermijn tegen de bouwvergunning eerste fase is verlopen. Van rechtswege verleende vergunning De beslistermijnen uit artikel 46 Ww zijn fatale termijnen. Dit wil zeggen dat de bouwvergunning bij overschrijding van deze termijn van rechtswege is verleend. Dit houdt in dat er vergunning is ontstaan zonder dat er (of nog niet volledig) inhoudelijk is getoetst. De fatale termijn geldt niet als de aanvraag een bouwwerk betreft waarvoor een vrijstellingof ontheffingprocedure noodzakelijk is. De vergunning ontstaat van rechtswege en dus niet op het moment dat de aanvrager en de omwonenden worden geïnformeerd over het feit dat er van rechtswege vergunning is verleend. De bezwaartermijn van zes weken bij een van rechtswege verleende vergunning vangt aan op de dag nadat de vergunning van rechtswege is ontstaan. In het geval van De Kloet/Zonoord is dit op 22 juli 2009 en bij Beekpunge op 20 mei Beantwoording vragen 1. Waarom is de gemeenteraad niet geïnformeerd over het van rechtswege verleend zijn van bouwvergunningen? Artikel 40 Woningwet bepaalt dat het verlenen van bouwvergunningen, al dan niet van rechtswege, een bevoegdheid is van het college van burgemeester en wethouders. De gemeenteraad hoeft hiervan niet op de hoogte te worden gesteld. 2. Zijn er deze raadsperiode gevallen bekend waarin een vergunning van rechtswege verleend had moeten worden terwijl dit is nagelaten? Zo ja, om hoeveel en welke soort gevallen gaat dit? Hier zijn geen gevallen van bekend. 3. Waarom zijn de aanvragen voor bouwvergunning die respectievelijk op 26 februari en 6 maart 2009 door de gemeente werden ontvangen niet conform Woningwet art. 41 binnen 2 weken gepubliceerd maar pas in Langedijk informeert van respectievelijk 18 maart en 28 april? Langedijk informeert komt eens in de veertien dagen uit, kopij voor elke editie dient 5-6 dagen van te voren aangeleverd te worden (uiterlijk de vrijdagochtend voorafgaand aan verschijning op woensdag). De aanvraag bouwvergunning tweede fase voor Beekpunge is op 26 februari 2009 binnengekomen en daags erna ingeboekt. De kopij voor de

3 - 3 - eerstvolgende editie van Langedijk informeert was toen echter al aangeleverd. In de editie van Langedijk informeert van 18 maart 2009 is de ontvangst wel gepubliceerd. De ontvangst van de aanvraag bouwvergunning tweede fase voor De Kloet/Zonoord had gepubliceerd kunnen en moeten worden op 18 maart. Dit is niet gebeurd, de ontvangst is twee edities later gepubliceerd in Langedijk informeert. Hiervoor is geen verklaring te geven. 4. Is in het geval van de Kloet de termijn voor het verlenen van de vergunning conform de mogelijkheid die de Woningwet daartoe biedt in art. 46 lid 2, met 6 weken verdaagd? De termijn voor het verlenen van de bouwvergunning is niet met zes weken verdaagd. Tegen de verleende bouwvergunning eerste fase (verleend en verzonden op 5 juni 2009) is bezwaar ingediend. Gemeend werd dat de beslistermijn voor de aanvraag bouwvergunning tweede fase inging op het moment dat burgemeester en wethouders een beslissing op bezwaar tegen de bouwvergunning eerste fase hebben genomen. (Deze beslissing is nog niet genomen, de bezwaarschriftencommissie heeft het bezwaar ter zitting behandeld op 7 september jl.) Op grond hiervan was er geen aanleiding om de beslistermijn eenmaal met zes weken te verdagen. Gebleken is echter dat de beslistermijn voor een bouwvergunning tweede fase ingaat op het moment dat de bezwaartermijn tegen de bouwvergunning eerste fase is verstreken en niet pas nadat er een beslissing op bezwaar is genomen. 5. Waar is de datum van vergunningverlening in het geval van de Kloet op gebaseerd? Wij komen met een verdaging van 6 weken tot een andere datum. De beslistermijn van zes weken ging in nadat de bezwaartermijn van de bouwvergunning eerste fase is verstreken. Deze vergunning eerste fase is verleend en verzonden op 5 juni 2009, de bezwaartermijn liep t/m 20 juli De bouwvergunning tweede fase is daarom op 21 juli ontstaan (zie ook het antwoord op vraag 4). 6. Is art. 46 lid 1 sub c van toepassing op de aanvraag van Woonwaard voor de Kloet? Zo ja, hoe werkt een dergelijke procedure en waaruit blijkt dat er conform deze procedure is gehandeld? De aanvraag bouwvergunning voor De Kloet/Zonoord is in twee fasen ingediend, op 24 juni 2008 de eerste fase en op 6 maart 2009 de tweede fase. Zie het inleidende deel voor beschrijving van de procedure. Op de aanvraag eerste fase (de bepalende fase voor de ruimtelijke wenselijkheid van bouwplannen) is op 5 juni 2009 besloten. Op de tweede fase is, zoals eerder vermeld, niet op tijd besloten. Nogmaals, in de tweede fase worden bouwplannen alleen technisch getoetst, de benodigde vrijstellingsprocedure is in de eerste fase al afgerond. 7. Waarom wordt een vergunning die op 21 juli is verleend pas op 2 september bekendgemaakt? De vergunning is op 21 juli van rechtswege ontstaan. Dit is niet iets dat expres is gebeurd, niet eerder dan 19 augustus is duidelijk geworden dat inmiddels bouwvergunning van rechtswege is ontstaan (zie de uitleg omtrent de verkeerde aanname voor de aanvangsdatum van de beslistermijn hierboven). Op 19 augustus 2009 zijn de aanvrager en de omwonenden geïnformeerd over deze van rechtswege verleende vergunning. De vergunning tweede fase van rechtswege is in de eerstvolgende uitgave van Langedijk informeert gepubliceerd. (Langedijk informeert komt eens in de veertien dagen uit, kopij voor elke editie dient 5-6 dagen van te voren aangeleverd te worden, uiterlijk de vrijdagochtend voorafgaand aan verschijning op woensdag).

4 Waarom werden beide vergunningen respectievelijk verleend op 20 mei en 21 juli 2009 pas naar aanvragers verzonden respectievelijk op 8 juli en 19 augustus 2009? Niet eerder dan op 8 juli en 19 augustus is duidelijk geworden dat de vergunningen van rechtswege waren ontstaan. De aanvrager en omwonenden zijn direct geïnformeerd over beide van rechtswege verleende vergunningen. 9. Waarom wordt er in de publicaties geen melding gemaakt van het feit dat het om van rechtswege verleende vergunningen gaat? Dat beïnvloedt namelijk de status van de vergunningen. Die zijn immers op niet inhoudelijke gronden verleend? Het was inderdaad netter geweest als de vermelding 'van rechtswege' in de publicaties was vermeld. Voor de status van de vergunningen maakt dit echter niet uit. In beide gevallen zijn zowel de aanvrager als de omwonenden (de belanghebbenden) schriftelijk geïnformeerd en waren op de hoogte van het feit dat er vergunning van rechtswege is verleend. 10. Wat betekent het van rechtswege verlenen van bouwvergunningen voor het vertrouwen van de bevolking in de overheid? Immers, zij moeten er van uit kunnen gaan dat de gemeente de procedures in acht neemt en te allen tijde de schijn wil voorkomen dat door het maken van procedurefouten aanvragers er een bouwvergunning doorheen kunnen krijgen. Het is evident dat het verlenen van bouwvergunningen van rechtswege geen wenselijke situatie is. Het is geenszins de bedoeling om de beslistermijnen te overschrijden. We benadrukken dat in deze twee gevallen (Beekpunge en de Kloet/Zonoord) alleen de bouwvergunning tweede fase van rechtswege is verleend. Op de eerste fase, de fase waarin de ruimtelijke beoordeling van een bouwplan plaatsvindt, is inhoudelijk besloten. Niet eerder dan na verlening van zowel de bouwvergunning eerste fase, als de bouwvergunning tweede fase mag een bouwplan daadwerkelijk uitgevoerd worden. Door het verlenen van deze bouwvergunningen tweede fase is het niet zo dat de aanvragers er 'een bouwvergunning doorheen kunnen krijgen'. Nogmaals, op de eerste fase is wel inhoudelijk besloten, in de tweede fase wordt een bouwplan alleen nog technisch getoetst. Bij de uitvoering moet echter wel in overeenstemming met het Bouwbesluit en de Bouwverordening worden gebouwd. 11. Waarom is niet tijdig op de aanvragen beslist? In het geval van de Kloet/Zonoord is niet tijdig beslist omdat gemeend werd dat de beslistermijn van de aanvraag bouwvergunning tweede fase inging nadat er een beslissing op bezwaar is genomen door burgemeester en wethouders op de bouwvergunning eerste fase. Gebleken is dat de beslistermijn al inging nadat de bezwaartermijn van de bouwvergunning eerste fase was verlopen. Dit is te laat ontdekt, de vergunning van rechtswege was inmiddels al van rechtswege ontstaan. 12. Zijn er nog meer gevallen bekend waarin er in de afgelopen raadsperiode verzuimd is tijdig te beslissen op aanvragen voor bouwvergunningen? Zo ja, hoeveel vergunningen zijn er van rechtswege verleend, in welke gevallen en hoe zijn de rechtsmiddelen bezwaar en beroep voor belanghebbenden gegarandeerd? Er zijn nog drie vergunningen van rechtswege verleend. Het eerste geval betrof een aanvraag lichte bouwvergunning voor een dakkapel. De aanvraag was niet in strijd met het bestemmingsplan, zodoende diende er binnen zes weken op te worden beslist. De welstandscommissie kwam echter met een negatief advies op verkeerde gronden, waardoor niet binnen zes weken op de aanvraag besloten kon worden. Zowel de aanvrager

5 - 5 - als de omwonenden zijn hiervan, binnen de bezwaartermijn, schriftelijk op de hoogte gesteld. Het tweede geval betrof de bouw van een opslaghal waarvoor in eerste instantie is geoordeeld dat deze strijdig was met de overgangsbepalingen uit het geldende bestemmingsplan, waardoor de beslistermijn van 12 weken (artikel 46 Ww) niet opging. De bouwvergunning was wegens strijd met het bestemmingsplan geweigerd. Later is echter gebleken dat het bouwplan wel in overeenstemming was met de overgangsbepalingen uit het bestemmingsplan en dat er wel diende te worden besloten binnen de beslistermijn van 12 weken. Het besluit tot intrekken van de geweigerde bouwvergunning is naar de aanvrager verzonden, tegen dit besluit kon bezwaar worden ingediend binnen zes weken na verzending ervan. Het derde geval betrof een van rechtswege verleende vergunning tweede fase voor de bouw van een appartementencomplex aan de Lisdodde (Zaagmolenweg) te Oudkarspel. Dit betrof eenzelfde geval als de van rechtswege verleende vergunningen tweede fase voor Beekpunge en De Kloet/Zonoord. Op 22 juli is gebleken dat op 6 juli van rechtswege vergunning tweede fase is verleend. De aanvrager en omwonenden (de belanghebbenden) zijn hierover geïnformeerd en de verleende vergunning is gepubliceerd op 5 augustus Welke werkwijze is nu leidend voor de termijn van het indienen van bezwaar? De passage uit de brief aan bewoners waarin uitgegaan wordt van de datum van verlening van de bouwvergunning of de passage in Langedijk informeert die uitgaat van de dag nadat de verleende vergunning aan de aanvrager is verzonden? De procedurele bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht zijn leidend voor de termijn van het indienen van bezwaar. De Awb bepaalt dat de bezwaartermijn ingaat op de dag nadat de bouwvergunning van rechtswege is verleend. Een bezwaar dat na afloop van deze termijn is ingediend, is in principe niet-ontvankelijk. Artikel 6:11 Awb bepaalt echter dat niet-ontvankelijkheidverklaring van een bezwaarschrift die na afloop van de bezwaartermijn is ingediend achterwege blijft indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Uit jurisprudentie blijkt dat hier in deze gevallen sprake van kan zijn. 14. Hoe kunt u aan de omwonenden van de Beekpunge uitleggen dat er volgens de aan hen toegezonden brief geen mogelijkheid meer bestond tot het indienen van bezwaar, termijn namelijk verstreken, terwijl vervolgens volgens de publicatie in Langedijk informeert bezwaar indienen mogelijk was tot 20 augustus 2009? Zie aanhef beantwoording vraag Zijn er door de in de vorige vraag beschreven omstandigheden belanghebbenden geschaad in hun recht om bezwaar in te dienen? Zo ja, hoe gaat u dat oplossen? Zoals genoemd bij vraag 13 bepaalt Artikel 6:11 Awb dat niet-ontvankelijkheidverklaring van een bezwaarschrift die na afloop van de bezwaartermijn is ingediend achterwege blijft indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. De termijnen voor het indienen van bezwaar worden geregeld in de Awb, er is geen wettelijke grondslag waarop de gemeente extra mogelijkheden tot bezwaar kan bieden. In de tweede fase wordt alleen technisch getoetst. Deze toetsing heeft nu niet plaatsgevonden. Bij de uitvoering moet echter wel in overeenstemming met het Bouwbesluit en de Bouwverordening worden gebouwd.

6 Zijn er in beide gevallen bezwaren ingediend? Zo ja, hoeveel en binnen welke termijn? Tegen de verleende bouwvergunning tweede fase van rechtswege voor De Kloet/Zonoord is een bezwaarschrift namens alle omwonenden ingediend binnen de hiervoor geldende termijn van zes weken. (De bezwaarmaker heeft een brief ontvangen van de secretaris van de bezwaarschriftencommissie waarin verzocht wordt het bezwaarschrift aan te vullen omdat het niet aan de eisen voldoet die de Awb aan een bezwaarschrift stelt. Na aanvulling wordt het bezwaar inhoudelijk behandeld door de bezwaarschriftencommissie, naar verwachting op 5 oktober Nogmaals en wellicht ten overvloede: in de behandeling van dit bezwaar mogen alleen de aspecten van de bouwvergunning tweede fase aan de orde komen. Dus alleen de technische aspecten van het bouwplan. De ruimtelijke aspecten (bestemmingsplan, welstand) zijn in de eerste fase reeds behandeld.) Tegen de bouwvergunning Beekpunge tweede fase is geen bezwaar ingediend. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Langedijk, De secretaris, De burgemeester, E. Annaert drs. J.F.N Cornelisse