DEEL I Energieopslag als sluitstuk voor een koolstofarm energiesysteem (POM West-Vlaanderen)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DEEL I Energieopslag als sluitstuk voor een koolstofarm energiesysteem (POM West-Vlaanderen)"

Transcriptie

1 Interreg IVA-project: p. 1 Inhoudstafel DEEL I Energieopslag als sluitstuk voor een koolstofarm energiesysteem (POM West-Vlaanderen) DEEL II Aanbod aan elektriciteitsoverschotten in Nederland en België II.1 II.2 Simulatie elektriciteitsoverschotten Nederland (Avans Hogeschool) Simulatie elektriciteitsoverschotten België (UGent-Lemcko) DEEL III State-of-the-art van de omzetting elektriciteit naar diwaterstof en methaan III.1 III.2 III.3 Elektrolyse (Avans Hogeschool) Chemische methaanproductie (Sabatier-reactie) (Avans Hogeschool) Biologische methaanproductie (UGent-Liwet) DEEL IV Benutting van diwaterstof en methaan voor mobiele toepassingen (Boerenbond) DEEL V Case-studies V.1 Case-study P2G en vergisting in midden West-Vlaanderen (UGent-Liwet) V.2 Case-study P2G en windenergie in noord West-Vlaanderen (UGENT-Lemcko) V.3 Case-study P2G in Zuid-Nederland (Avans Hogeschool) V.4 Case-study P2G voor een landbouwbedrijf (Boerenbond) DEEL VI Stakeholdersbevraging energieopslag West-Vlaanderen (POM West-Vlaanderen)

2 Interreg IVA-project: p. 2 Deel V.2 Casestudie P2G en windenergie in noord West- Vlaanderen

3 Interreg IVA-project: p. 3 Universiteit Gent, onderzoeksgroep Lemcko Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 4 Huidig elektrisch off-shore windvermogen in België... 5 Elektriciteitsprijs in functie van off-shore windvermogen... 6 Overcapaciteit... 9 Technische congestie... 9 Economische congestie Haalbaarheid van een power-to-gas installatie Inleiding Kwantificeren van de kosten Kwantificeren van de opbrengsten Rendement Technische beperkingen P2G Analyse van een P2G-eenheid rechtstreeks gekoppeld aan het off-shore windpark Besluit Referenties... 27

4 Interreg IVA-project: p. 4 Inleiding Binnen het project Power-to-Gas (P2G) wordt naast een theoretische studie van de elektriciteitsoverschotten eveneens een casestudie doorgevoerd. Zoals reeds werd aangehaald in de theoretische studie zijn er enkel nog in het havengebied van Zeebrugge en van Antwerpen reële mogelijkheden om beduidende hoeveelheden hernieuwbare energie onder de vorm van windenergie te plaatsen. Binnen deze casestudie worden gepoogd een prognose te maken van de huidige en toekomstige energieoverschotten aan de haven van Zeebrugge. Het huidige productiepark gekoppeld in Zeebrugge is voornamelijk off-shore windenergie. Momenteel is men juridisch verplicht om windenergie voorrang te geven op klassieke hernieuwbare energie en daarom doet windenergie anno 2014 nog niet mee aan primaire regeling. Toch zijn er reeds verschillende concrete plannen om ook deze windenergie suboptimaal te gaan gebruiken teneinde nog een deel aan regelreserve over te houden. Op dit ogenblik is er geen data ter beschikking die een indicatie geeft over hoeveel energie er zou verloren gaan door het suboptimaal gebruik. Dit is echter essentieel om de energieoverschotten in kaart te brengen en hierbij dan de economische rendabiliteit van P2G installaties te evalueren. Daarom wordt binnen dit document gewerkt om op basis van een variabel overschot de bijhorende waarde te koppelen. Dit overschot wordt gelinkt aan de onthaalcapaciteit waarbij onder onthaalcapaciteit bedoeld wordt: het vermogen die geïnjecteerd kan worden in het net. De waarde 100% onthaalcapaciteit duidt erop dat het net alle energie kan opnemen. Indien de onthaalcapaciteit daalt, duidt dit erop dat een deel van de energie verloren gaat, een reductie van de onthaalcapaciteit kan ontstaan door zowel primaire regeling, overproductie of economische redenen. Er wordt vertrokken om, op basis van de huidig geïnstalleerde capaciteit aan off-shore windenergie in combinatie met de historische data, windprofielen over één jaar voorop te stellen. Bij de analyse van de technische congestie worden de windprofielen gebruikt om op basis van een variabele onthaalcapaciteit de hoeveelheid overschot aan energie te bepalen. Bij de economische congestie wordt het ogenblikkelijk geproduceerd vermogen gekoppeld aan de ogenblikkelijke elektriciteitsprijs. Op basis van een bepaalde trigger -of inschakelwaarde- wordt beslist om een P2G installatie in te schakelen. Concreet wil dit zeggen dat de studie gepresenteerd in dit document reversief te werk gaat. Zowel de grootte als de waarde van de overschotten wordt uitgezet in functie van de grootte van de P2G-installatie en de kostprijs van een P2G-installatie vormt een inputwaarde om te kijken vanaf hoeveel overschot een P2G-installatie relevant kan zijn.

5 Interreg IVA-project: p. 5 Huidig elektrisch off-shore windvermogen in België De transmissienetbeheerder stelt via de website de ogenblikkelijke data ter beschikking van de opbrengst van windenergie. Deze data toont op kwartierbasis het geïnjecteerde vermogen en specifiek werd voor het kalenderjaar 2013 deze data uitgezet (Figuur 1). Figuur 1: Capaciteit aan off-shore windenergie over het jaar 2013 (blauw) en gemonitorde capaciteit (groen) in MW Merk hierbij op dat rond dag 120 en rond dag 240 er een stijging is van geïnjecteerd vermogen. Dit komt omdat de geïnstalleerde capaciteit op deze 2 dagen is gestegen van 200 MW tot 375 MW en nogmaals tot 490 MW. De gemonitorde capaciteit wordt weergegeven in de groene lijn. Om alles uniform te plaatsen werd geopteerd om in per unit (p.u.) te werken. De p.u.-waarde geeft hierbij het vermogen aan wind t.o.v. een referentiewaarde. De referentiewaarde is het gemonitorde windvermogen. Het windprofiel wordt nu weergegeven in Figuur 2. Figuur 2: gemonitorde capaciteit aan off-shore windenergie over het jaar 2013 in pu Dit vermogen kan nu uitgezet worden tegenover de productieduur. Hierbij wordt een curve bekomen die het vermogen uitzet in functie van de gebruiksduur. Uit deze curve kan eenvoudig de capaciteitsfactor berekend worden via het vermogen P (op kwartierbasis).

6 Interreg IVA-project: p. 6 Figuur 3: Geproduceerd vermogen aan off-shore windenergie in functie van het aantal draaiuren, de capaciteitsfactor wordt weergegeven in de groene lijn Merk op dat er gedurende een korte periode meer geproduceerd wordt dan de effectief gemonitorde capaciteit. Dit wordt als overproductie beschouwd, en deze zal later een effect hebben in de economische analyse. De voorgelegde studie onderzoekt deze reden van overproductie niet in detail, maar ligt hoogstwaarschijnlijk in het feit dat het werkelijk geïnstalleerd vermogen groter is dan de gemonitorde capaciteit. Bijvoorbeeld een testrun van een aantal nieuwe windturbines zou dit effect kunnen veroorzaken. Elektriciteitsprijs in functie van off-shore windvermogen In Figuur 4 wordt de elektriciteitsprijs geëvalueerd over een volledig jaar in een normaalverdeling. Hierbij wordt vastgesteld dat de gemiddelde elektriciteitsprijs 47,45 EUR/MWh bedraagt, de spreiding bedraagt 19,35 EUR. Aangezien bij een normaal verdeling 68% van de waarden binnen de - σ en + σ waarde ligt, betekent dit dat gedurende 68% van de tijd de elektriciteitsprijs tussen de 28,1 EUR/MWh en de 66,8 EUR/MWh schommelt.

7 Interreg IVA-project: p. 7 Figuur 4: Normaalverdeling van de elektriciteitsprijs in 2014 Binnen de economische analyse is het belangrijk om te kijken of een variatie in het aanbod aan windenergie ook effectief leidt tot een significante variatie in de resulterende elektriciteitsprijs. De reeds gebruikte productieprofielen werden gekoppeld aan de elektriciteitsprijs op hetzelfde moment. Hieruit werd dan de elektriciteitsprijs geplot in functie van de beschikbaarheid van elektriciteit uit off-shore windenergie. Figuur 5: Elektriciteitsprijs in functie van de windproductie Op basis van Figuur 5 is geen duidelijk lineair degressieve trend merkbaar van de elektriciteitsprijs in functie van het aanbod windenergie. Dit komt omdat er relatief veel spreiding zit op de elektriciteitsprijs bij een bepaald windvermogen. De variatie van de elektriciteitsprijs hangt vast aan de economische werking tussen vraag en aanbod, evenals vele andere technische invloeden zoals de gasprijs, de beschikbare energiemix (zonnepanelen, gas, nucleair ). Toch kan opgemerkt worden, eenmaal de elektriciteitsproductie van windenergie boven de 0,95 p.u. werkt, er een kleine daling van de gemiddelde elektriciteitsprijs kan worden vastgesteld. De reden van deze overproductie werd reeds in het voorgaande aangehaald. Om het probleem van spreiding wat te dempen werd een curve van de gemiddelde van de elektriciteitsprijs opgesteld. Door te werken met gemiddelde prijzen wordt de invloed van andere parameters ten dele geëlimineerd. Er wordt een licht dalende trend vastgesteld tot aan een productie van 1 p.u., éénmaal over de waarde van 1 p.u. wordt een drastische daling van de elektriciteitsprijs merkbaar. De reden van deze overproductie wordt binnen deze studie niet aangehaald.

8 Interreg IVA-project: p. 8 Figuur 6: Gemiddelde elektriciteitsprijs in functie van windproductie In een 2 de statistische analyse werd de elektriciteitsprijs opgesplitst in 2 individuele prijzen. De eerste curve is de prijscurve waarbij de elektriciteitsproductie meer dan 0,95 p.u. bedraagt, de 2 de curve is deze waarbij de elektriciteitsproductie minder dan 0,95 p.u. bedraagt. Figuur 7: normaal verdeling van de elektriciteitsprijs bij weinig en veel aanbod van wind energie In deze data wordt opgemerkt dat de curve voor een vermogen lager dan 0,95 p.u. samenvalt met de curve uit Figuur 4. Indien de curve voor een vermogen groter dan 0,95 p.u. wordt geanalyseerd wordt een daling van de gemiddelde elektriciteitsprijs gekomen van 40,48 EUR/MWh. De spreiding bij deze 2 de normaalverdeling blijft rond de 19 EUR.

9 Interreg IVA-project: p. 9 Overcapaciteit Eerder in het project werd echter aangehaald dat er een essentieel verschil is tussen dergelijke economische overschotten en technische congestie van het elektriciteitsnet. Deze technische congestie is eigen aan de opbouw van het elektriciteitsnet en vindt eerder lokaal plaats. Een economische analyse houdt rekening met de totale elektriciteitsprijs en spitst zich bijgevolg eerder op nationaal niveau toe. Technische congestie Binnen de deelstudie Technische congestie wordt er abstractie gemaakt van wat de oorzaak tot overschot is, maar wordt de waarde van deze overschotten in kaart gebracht. De overschotten bevinden zich echter wel lokaal aan het point of coupling (PCC) in Zeebrugge. Veronderstel dat de onthaalcapaciteit gelimiteerd is tot 90%, dan kan men de overschotten berekenen. Concreet werd binnen een voorbeeld een geïnstalleerd vermogen op 500 MW berekend en het ogenblikkelijk vermogen wordt geplot in Figuur 8. De onthaalcapaciteit wordt gelimiteerd op 450 MW. Figuur 8: overproductie voor een 500MW installatie met 450 MW onthaalcapaciteit. Er werd een functie in Matlab geprogrammeerd die het overschot aan energie berekent in functie van de tijd en de onthaalcapaciteit. Bij wijze van voorbeeld wordt voor de concrete situatie van een overschot van MWh (= 1,5% van MWh) becijferd. In tijd betekent dit dat er gedurende 1015 h (= 11,6% van 8760 h) energie beschikbaar is voor P2G. Deze energie kan worden weergegeven in de tijd volgens Figuur 9. Figuur 9: Vermogenoverschot in functie van de tijd Met bovenstaand voorbeeld produceert het windpark net iets meer dan 10% van het jaar te veel energie. Het overschot aan energie bedraagt echter slechts 1,5% van de totale productie. Dergelijke analyse kan nu herhaald worden voor de volledige range van onthaalcapaciteit, waarbij de onthaalcapaciteit varieert van 100% (het net kan alle vermogen absorberen) tot 0%. Een waarde van 0% duidt aan dat er op geen enkel ogenblik vermogen kan worden geïnjecteerd in het net. Het resultaat van deze simulatie is te zien in Figuur 10. Deze figuur geeft aan wat de energieschotten zijn in p.u., waarbij de p.u.-waarde gelijkgesteld wordt aan de productie op jaarbasis. Daarnaast geeft deze figuur eveneens weer hoeveel tijd van het jaar de eventuele P2G installatie zou draaien.

10 Interreg IVA-project: p. 10 Figuur 10: overschotten in tijd als in p.u. in functie van de onthaalcapaciteit Het voorgaande voorbeeld van 500 MW geïnstalleerd met 450MW aan capaciteit kan ook hier afgelezen worden. Bij een onthaalcapaciteit van 90% wordt inderdaad vastgesteld dat de installatie net geen 1000 uren draait en dat er slechts een fractie van de opgewekte energie als overschot kan worden bestempeld. Economische congestie Bij economische congestie wordt de elektriciteitsprijs gebruikt als congestieparameter. Hierbij wordt gesteld dat, vanaf het ogenblik dat de prijs daalt onder een bepaalde waarde, de P2G-installatie inschakelt. Volgende veronderstellingen worden hierbij gemaakt: Het overschot aan energie wordt berekend op basis van het ogenblikkelijk vermogen De installatie is in staat om ogenblikkelijk op te starten en af te schakelen De installatie kan al het geproduceerd vermogen dissiperen. Bij het uitvoeren van de simulaties in het volgende hoofdstuk wordt een nieuwe parameter ingevoerd, namelijk de variabele prijstrigger. Dit is de prijsinstelling waarbij beslist wordt om de installatie aan of uit te schakelen. Deze prijsinstelling is essentieel in deze studie omdat ze zowel de gemiddelde prijs als het aantal draaiuren aan maximaal vermogen bepaalt. In Figuur 11 wordt de prijs-duurcurve weergegeven, dit is de duur waarbij de prijs boven een bepaalde waarde ligt. Veronderstel dat de prijstrigger wordt ingesteld op 0 EUR/MWh, dan is de gemiddelde elektriciteitsprijs zeer laag, maar gezien de ogenblikkelijke prijs voor bijna het volledige boven deze waarde ligt, zal de installatie bijna nooit op vol vermogen draaien. Wanneer de prijs op 50 EUR/MWh wordt ingesteld, dan kan de installatie gedurende de helft van het jaar draaien. De prijsinstelling wordt gevarieerd van de minimum Belpex prijs tot de maximale waarde en zo kan een optimum worden gevonden tussen een lage gemiddelde prijs en een voldoende aantal draaiuren.

11 Interreg IVA-project: p. 11 Figuur 11: Prijs-duurcurve en invloed van de variabele triggerprijs Zo kan nu in het theoretische geval zonder randvoorwaarden de opgeslagen energie bepaald worden in functie van de inschakelprijs. Zo kan hierbij vastgesteld worden dat voor een P2G-installatie van 0,4 p.u. en een inschakelprijs van 50 EUR/MWh er jaarlijks ongeveer 2 GWh aan energie beschikbaar is voor P2G. De p.u.-waarde slaat hierbij op de referentie geïnstalleerd vermogen aan windenergie wat nu dus op 1 MW ligt. Indien het vermogen aan wind op 490 MW wordt gelegd (december 2013), dan komt dit neer op een energie van 980 GWh. In het aangehaalde voorbeeld zou bij dit geïnstalleerd off-shore vermogen 0,4 p.u. overeenstemmen met een P2G installatie van 196 MW. Figuur 12: Opgenomen energie (MWh) in functie van de grootte van de installatie en de economische triggerwaarde Zonder nog maar één enkele kost in rekening te brengen volgt nu al uit Figuur 12 dat een P2Ginstallatie nooit voordelig kan zijn wanneer de instelprijs onder 0 EUR/MWh ligt. Hiervoor is de opgenomen energie te laag. Daarnaast kan uit de grafiek ook een verzadigingseffect afgeleid worden voor grote installaties. Voor een verhoging van 0,8 naar 1 p.u. zal de stijging in opgenomen energie slechts beperkt zijn vergeleken bij 0 tot 0,2 p.u. In het volgende deel zullen de kosten worden toegevoegd aan dit model om de optimale instellingen te vinden.

12 Interreg IVA-project: p. 12 Haalbaarheid van een power-to-gas installatie Inleiding In het voorgaande werd een beeld gevormd van de grilligheid van windenergie en de marktwerking van elektriciteit. Om nu echter een idee te krijgen van de haalbaarheid van een P2G-installatie, moeten nog heel wat extra parameters in rekening worden gebracht. Een praktische opstelling van een P2G-installatie wordt geschetst in Figuur 13. Figuur 13: Praktische opstelling van een P2G-installatie [X1] In Figuur 13 wordt de P2G-installatie gekoppeld aan een elektrische bron, dit kunnen hernieuwbare energiebronnen zijn of het elektriciteitsnet. De P2G-installatie bestaat in hoofdzaak uit een elektrolyse-eenheid (ook wel elektrolyser) en een biochemische reactor. De technologie van de biochemische reactor wordt verder in dit project uitvoerig besproken. Om onafhankelijk van de gebruikte technologie te werken, wordt voor wat betreft deze casestudie een belangrijke vereenvoudiging doorgevoerd: enkel de elektrolyse-eenheid wordt beschouwd. Het werkingsprincipe van deze eenheid is eenvoudig, water wordt met behulp van elektriciteit omgezet in H 2 en O 2, hierbij komt ook nog warmte vrij. Een economische analyse herleidt zich bijgevolg tot het rekenen van de kosten, voornamelijk elektriciteitskosten, en de opbrengsten bepaald door de prijs van H 2. Wanneer hierbij nog de jaarlijkse afbetaling wordt geteld, kan de winst (of het verlies) van de installatie worden berekend. De hoofddoelstelling van het P2G concept is de congestie van het elektriciteitsnet aanpakken. Met dit basisidee in het achterhoofd kunnen twee mogelijkheden worden voorgesteld. Een eerste mogelijkheid is dat de beheerder van de off-shore windmolenparken zelf investeert in een P2Ginstallatie. Op momenten van lage elektriciteitsprijs wordt een deel van het vermogen aan windenergie omgezet in gas om dit tegen een hogere prijs te verkopen. De situatie wordt geïllustreerd in Figuur 14. Er is een rechtstreekse connectie tussen het windpark en de P2Ginstallatie.

13 Interreg IVA-project: p. 13 Figuur 14: Implementatie van een P2G-eenheid, rechtsreeks gekoppeld aan het off-shore windpark [1] Een tweede uitgangspunt is de situatie waarbij een P2G-installatie wordt geplaatst onafhankelijk van het off-shore windpark. Op momenten van lage elektriciteitskost wordt H 2 -gas geproduceerd ten behoeve van de globale congestie. De installatie wordt gekoppeld aan het elektriciteitsnet, Figuur 15 demonstreert deze situatie. Het beheer van de P2G-installatie is onafhankelijk van het beheer van de productie van windenergie. Figuur 15: Implementatie van een P2G-eenheid, gekoppeld aan het elektriciteitsnet [1] In deze studie wordt de rechtstreekse koppeling verkozen boven de netkoppeling omdat deze niet enkel inspeelt op de ogenblikkelijke prijzen, maar ook op het beschikbaar vermogen aan wind. Bovendien worden bij deze case ook de taksen vermeden en de nettarieven voor transport en distributie. De rechtstreekse koppeling wordt dus in dit onderzoek doorgerekend naar economische haalbaarheid. Er wordt ten eerste een analyse uitgevoerd voor de huidige situatie. Om de haalbaarheid in de toekomst na te gaan wordt daarnaast nog een sensitiviteitsanalyse doorgevoerd. Kwantificeren van de kosten De kosten voor het P2G-gebeuren kunnen opgesplitst worden in variabele en vaste kosten. De grootste variabele kost is de elektriciteitskost. Deze hangt volledig samen met de productie aan H 2 - gas volgens het elektrisch verbruik in MWh vermenigvuldigd met de prijs per MWh. Wanneer de offshore windenergie rechtstreeks wordt gekoppeld met de elektrolyser, dan wordt de prijs per MWh bepaald door de prijs van de elektriciteitsmarkt (Belpex) op uurbasis. Wanneer de geproduceerde elektriciteit door de beheerder van het windpark verhandeld wordt op de markt, is dit de prijs die hij ervoor krijgt en bijgevolg kan dit aanzien worden als de kost die wordt betaald per MWh. In geval van netkoppeling moeten daarbij nog de distributie- en transportkosten voor elektriciteit geteld worden.

14 Interreg IVA-project: p. 14 Voor vermogens vanaf 25 MVA wordt echter rechtstreeks aangesloten op het transmissienet. Bijgevolg gelden de tarieven van transmissienetbeheerder Elia. Wanneer een klant wil aansluiten op dit net, moet eerst en vooral een uitgebreide studie uitgevoerd worden. Op basis van deze studie wordt bepaald welke infrastructuurmaatregelen nodig zijn voor het koppelen aan het net op een bepaalde locatie. De kosten voor deze aansluiting zijn dus afhankelijk van het vermogen, de spanning, de locatie, transformatoren, Eenmaal aangesloten rekent Elia een jaarlijkse forfaitaire vergoeding aan voor de beheerskosten van de aansluiting naargelang het type, dus onafhankelijk van het verbruik. Een andere variabele kost is het verbruik aan water. Deze kost ligt heel wat lager dan de andere kosten [4] en wordt in deze analyse niet opgenomen. Als vaste kost is er ten eerste de investeringskost. In deze kost worden alle materiaal- en installatiekosten gerekend, alsook de ontwerp- en engineeringkosten. Van dit bedrag wordt gedurende de afschrijfperiode jaarlijks een bepaald bedrag ingebracht als kost. Als afschrijfperiode wordt 10 jaar genomen. De investeringskost verhoudt zich benaderend tot de nominale gasstroom (in kg H 2 per dag) als volgt [4]: Met k de prijs van een installatie met een vermogen van 1 kg H 2 per dag en n een factor die in de praktijk 0,6 à 0,7 is [4] [9].Op die manier kan de investeringskost worden ingeschat aan de hand van de nominale capaciteit. Bovenstaande formule geldt wel enkel voor een enkelvoudige elektrolyseeenheid. Er is een beperking op het maximaal vermogen van enkelvoudige elektrolysers, het huidige maximum ligt op ongeveer 1000 à 1500 kg per dag, omgerekend naar elektrisch vermogen met 70% rendement is dit ongeveer 2 à 3 MW. Gezien de huidige nominale off-shore windcapaciteit ongeveer 700 MW bedraagt (november 2014), is dit slechts 0,3 à 0,4%. Er moeten dus meerdere eenheden parallel geplaatst worden en bijgevolg zal ook de n-waarde veranderen, deze zal meer richting de eenheidswaarde gaan [4]. Een uitgebreide studie [4] waarbij meerdere fabrikanten werden vergeleken toont aan dat de k- waarde geschat kan worden op 975 USD [6] ofwel 780 EUR. Een Zweedse studie [9] gaat uit van een prijs van 12,7 MSEK voor een installatie van 500Nm³/h. Omgerekend bedraagt dit 1,370 MEUR voor een vermogen van 1080 kg/dag, wat uiteindelijk een k-waarde geeft van 1270 EUR. Een ander Amerikaans rapport [7] schat de kosten voor een gecentraliseerde productie-eenheid van kg H 2 per dag op 123 MUSD, referentiejaar Dit is 149 MUSD 2014 [6] ofwel 120 MEUR, wat neerkomt op een k-waarde van ongeveer 2300 EUR. Er is dus een zeer groot prijsverschil tussen deze studies. De laatst genoemde studie [7] is wel iets doorzichtiger in wat er zoal werd meegerekend, dit zijn onder andere het elektrisch materieel en de kosten voor compressie. Er moet in eerste instantie getracht worden om een juiste inschatting te maken. De prijsfactor wordt voorlopig vastgelegd op 1500 EUR. Dit is een eerder optimistische inschatting, in de sensitiviteitsanalyse wordt deze prijs echter nog verhoogd om het effect na te gaan. De prijs verhoudt zich nu tot de capaciteit als volgt: Daarnaast wordt nog gerekend met een rentevoet van 5%, de economische levensduur wordt vastgelegd op 10 jaar. Als vaste kosten zijn er ook de jaarlijkse onderhouds- en exploitatiekosten. Studies wezen uit dat dit kan geschat worden op ongeveer 5% van de totale investeringskost [9].

15 Interreg IVA-project: p. 15 Kwantificeren van de opbrengsten De opbrengsten waarmee gerekend wordt, zijn enkel en alleen variabele opbrengsten. Ze variëren met de productiehoeveelheid. De belangrijkste inkomstenbron is de opbrengst van het H 2 -gas. Dit hangt af van de geproduceerde hoeveelheid en de prijs van het gas. Het is moeilijk om een prijs te plakken op waterstofgas per kg. Waterstofgas is nog niet in die mate ingeburgerd in de maatschappij dat dit vrij verhandeld wordt op de markt. Vandaar dat er in tegenstelling tot bijvoorbeeld aardgas geen marktprijs beschikbaar is. Uit een navraag bij Air Liquide blijkt dat zij ongeveer 500 EUR aanrekenen voor een m³ H 2, wat neerkomt op ongeveer 5,87 EUR/kg. Deze prijs is niet vast, ze hangt af van werkdrukken, verbruiksprofiel, locatie, aansluitingen, De prijs is exclusief kosten voor installatie en transport. Aangezien het in deze case niet de bedoeling is om de compressie- en opslagkosten mee te rekenen, moet dit afgetrokken worden van de vraagprijs. Blijkt dat dit ruwweg een derde van de totale kost is, dit reduceert de vraagprijs tot 3,91 EUR/kg. Om niet al te positief van start te gaan wordt verondersteld dat de vraagprijs 3 EUR/kg bedraagt. Ter info, er zijn reeds een aantal studies uitgevoerd die de productiekost voor waterstofgas door elektrolyse trachten in te schatten [4] [5]. Hieruit blijkt een totale kostprijs van ongeveer 3 USD/kg, of omgerekend 2,4 EUR/kg. Deze prijzen gelden voor een gecentraliseerde productie-eenheid, wat dus in deze case ook het geval is. Naast de opbrengsten van het H 2 -gas zijn er ook nog opbrengsten van de bijproducten van elektrolyse, namelijk zuivere zuurstof (O 2 ) en warmte. Gezien de case handelt over een H 2 - productiecentrale zijn de vermogens tamelijk groot en dus is er ook een aardig potentieel aan warmte. Deze kan verdeeld onder omliggende bedrijven en/of woningen. Voor industriële proceswarmte wordt vaak gerekend met de vermeden kost voor aardgas. Deze bedraagt momenteel 30 tot 35 EUR/MWh, omgerekend met een ketelrendement van 90% (LHV) komt dit op 36 tot 42 EUR/MWh. Dit zou echter een te optimistische inschatting zijn, afnemers zijn vaak niet bereid deze prijs te willen betalen, een marge van 15% blijkt realistisch [10]. De prijs wordt gelegd op 30 EUR/MWh. Per MWh elektriciteit komt er ongeveer 0,3 MWh aan warmte vrij, dus omgerekend is dit ongeveer 10 EUR/MWh elektrisch. Dit is slechts een ruwe en ook terug optimistische inschatting. Een meer uitgebreide studie zou moeten aantonen in welke mate de restwarmte op die locatie kan verkocht worden. Voor de prijs van zuurstof wordt 0,04 EUR/kg genomen. Dit is slechts een richtwaarde, er wordt verwezen naar een Zweedse studie [9]. Voor elke gram H 2 wordt 8 gram O 2 geproduceerd, dit wordt dus een bijkomende opbrengst van 0,32 EUR/kg H 2. Rendement Elektrolyse-installaties hebben een eindig rendement, literatuurstudie leert dat het huidig rendement ongeveer 70% is [9] [4]. Dit is het totaalrendement van de elektrolyser. Deze waarde kwam ook al naar boven uit rapport over de state-of-the-art van Avans. Er moet wel bij vermeld worden dat dit rendement gebaseerd is op de onderste verbrandingswaarde (Lower Heating Value, LHV), deze bedraagt 33,31 kwh/kg [4]. Omgerekend met een rendement van 70% is er dus ongeveer 47 kwh aan elektriciteit nodig om 1 kg H 2 te produceren.

16 Interreg IVA-project: p. 16 Technische beperkingen P2G Wanneer een model voor een P2G-installatie wordt opgesteld, moet zeker rekening gehouden worden met enkele beperkende technische parameters. In de analyse van economische congestie (zie punt: Economische congestie) werd nog op geen enkele manier rekening gehouden met deze technische beperkingen. Er werd van uitgegaan dat de elektrolyser in staat is meteen op te starten en ogenblikkelijk zijn vol vermogen te leveren. In de praktijk is er echter een bepaalde opstartperiode nodig vooraleer de eenheid zijn volledig vermogen kan leveren. De opstart vanuit stilstand tot 100% van het nominaal vermogen duurt gemakkelijk enkele uren [2]. Van zodra de eenheid opgestart is, kan het vermogen eenvoudig gevarieerd worden. Een verandering van het vermogen van 20 naar 100% duurt slechts een 10-tal minuten [2]. De tijdsafhankelijkheid van de prijs- en vermogenvariatie zal dus een effect hebben op de globale efficiëntie van het systeem en zal ook de exploitatie van de eenheid bepalen. Het concept van P2G is dat elektrische energie wordt omgezet in gas op momenten dat dit financieel voordelig is. De prijzen wisselen per uur, ogenblikkelijk inspelen op het moment is onmogelijk wegens de traagheid van de eenheid. Er zal altijd een verlies optreden, inherent aan die traagheid van de installatie. Een andere technische beperking is het maximum aan P2G-vermogen dat kan geplaatst worden. De maximale grootte tot op vandaag ligt op zo n 500MW [3]. Er moet wel bij vermeld worden dat dergelijke grote installaties zeer uitzonderlijk zijn. Meestal bedragen deze niet meer dan een aantal MW. De geïnstalleerde capaciteit aan wind off-shore op dit moment bedraagt zo n 700 MW, dus het technisch maximum ligt op ongeveer 70% van deze capaciteit. Analyse van een P2G-eenheid rechtstreeks gekoppeld aan het off-shore windpark Analyse voor 2013 Er wordt een rekenmodel opgesteld in Matlab van een P2G-installatie die rechtstreeks aan de het windpark gekoppeld is (zie Figuur 14). Input voor het rekenmodel zijn het vermogen aan wind offshore per kwartier en de elektriciteitsprijs volgens de Belpex per uur, beiden voor het volledig jaar Wanneer de P2G-installatie rechtstreeks gekoppeld is aan het windpark, moet zowel rekening gehouden worden met het vermogen aan wind als de elektriciteitsprijs. De beslissende factor is de prijs. Als de prijs onder een bepaalde waarde zakt, zal zoveel mogelijk elektriciteit worden omgezet in gas. Omgekeerd zal de installatie op een minimum draaien wanneer de prijzen te hoog zijn. Het minimum wordt gezet op 20%, zodat een tijdsintensieve heropstart wordt vermeden. De beperkende factor is het vermogen aan wind. Op momenten dat het vermogen lager is dan 20% van het nominaal vermogen van de elektrolyser zal de installatie moeten afschakelen. Gezien de lange opstart (enkele uren), zal er dus pas terug worden opgestart indien het windvermogen geruime tijd boven 20% van het nominaal vermogen van de installatie blijft. In het simulatiemodel wordt per dag gekeken of het vermogen aan wind niet onder de 20% gaat. Als dit het geval is, wordt de installatie die dag niet opgestart. Als de elektriciteitsprijzen gunstig zijn, wordt zoveel mogelijk van

17 Vermogen installatie [MW] Vermogen Wind [MW] Prijs Belpex [ /MWh] Interreg IVA-project: p. 17 het vermogen omgezet in gas, dit wil zeggen het vermogen aan wind op dat moment tot maximaal het nominaal vermogen van de installatie. Daarnaast speelt ook de traagheid van de installatie een rol. Een variatie tussen 20 en 100% van het nominaal vermogen van de installatie kan in 10 minuten gebeuren [2], wat relatief snel is. Analyse van de data van het windprofiel van 2013 leert ons dat de maximale variatie over een kwartier ongeveer 0,91 p.u. is. Deze extreme gevallen komen maar een zeer beperkt aantal keer voor per jaar, de gemiddelde variatie bedraagt 0,023 p.u. De standaardafwijking bedraagt 0,033, wat dus wil zeggen dat voor 95% van de gevallen de variatie per kwartier kleiner is dan 0,089 p.u., of omgerekend naar 10-minutenbasis 0,067 p.u. Concreet komt het er dus op neer dat voor een elektrolyser groter dan 6,7% van de nominale windcapaciteit de variaties in wind bijna altijd te volgen zijn, voor installaties kleiner dan 6,7% wordt de kleine fout die gemaakt wordt verwaarloosd. Ter info, een installatie van 6,7% bij een geïnstalleerde windcapaciteit van 700 MW komt overeen met 47 MW. In Figuur 16 wordt duidelijk wat de beslissingshefbomen juist zijn van een voorbeeld P2G-installatie met een vermogen van 280 MW. De bovenste figuur toont de elektriciteitsprijs in de tijd volgens de Belpex voor een vijftal opeenvolgende dagen van het jaar Deze wordt gegeven per uur, de oranje lijn stelt de triggerwaarde voor, ofwel de prijs waarop beslist wordt om de installatie in of uit te schakelen. Deze ligt momenteel op 80 EUR/MWh, voor een prijs lager dan deze waarde wordt waterstof gemaakt, als de prijs hoger ligt, moet de installatie op een minimum draaien. Op de middelste grafiek is het off-shore windvermogen te zien, er werd gerekend met een huidige gemonitorde capaciteit van 700 MW. De rode lijn op deze grafiek duidt op het maximaal vermogen van de elektrolyser. De groene lijn ligt op 20% van dit maximum, wanneer het windvermogen op een bepaalde dag lager is, dan wordt de installatie die dag niet opgestart. De onderste grafiek illustreert het ogenblikkelijk vermogen van de P2G-eenheid. Dit is dus het resultaat van de beslissingscriteria voor de elektriciteitsprijs en het beschikbaar vermogen aan wind Dag van het jaar Figuur 16: Elektriciteitsprijs, vermogen aan wind off-shore en resulterend vermogen van de P2G-installatie.

18 Aantal draaiuren [h] Vermogen van de installatie [MW] Interreg IVA-project: p. 18 Dit model wordt doorlopen voor het volledige jaar 2013 en er wordt een poging gedaan om in te schatten welk vermogen en welke prijs instelwaarde financieel gezien het meest gunstig is. Voor elke stap in vermogen en prijs worden de kosten en bijkomende opbrengsten doorgerekend. Zo kan de minimale kostprijs berekend worden waaraan H 2 geproduceerd wordt (Figuur 17) Prijs triggerwaarde [ /MWh] Figuur 17: Productiekost van H 2 in functie van de triggerprijs en het vermogen van de installatie Uit deze figuur blijkt dat de kost voor het produceren van H 2 varieert van ongeveer 14 tot 3 EUR/kg. De triggerwaarde voor de prijs speelt een rol in de kostprijs. Wanneer de beslissingswaarde te laag ligt, zal de installatie te weinig op vol vermogen draaien, en er dus weinig waterstof kunnen geproduceerd worden. Hierdoor weegt de investering te zwaar door in de totale kostprijs. Voor kleinere installaties is er een optimum merkbaar rond 60 à 80 EUR/MWh. Toch blijkt uit Figuur 17 dat de kostprijs niet noemenswaardig stijgt wanneer de prijs triggerwaarde hoger wordt gelegd of zelfs volledig wordt genegeerd. Er kan uit deze figuur nog besloten worden dat kleinere installaties waterstof kunnen produceren aan een lagere kostprijs. De reden hiervoor is de hoge investeringskost en het feit dat grotere installaties minder draaiuren hebben. Dit volgt ook uit Figuur 18, waar het aantal draaiuren worden weergegeven in functie van het vermogen. Kleinere installaties kunnen al snel 5000 draaiuren halen omdat het vermogen aan wind zelden onder de 20% van het vermogen van P2G-installatie zakt. Grotere geïnstalleerde vermogens moeten vaak meerdere dagen na elkaar stilgelegd worden vanwege een te laag vermogen aan wind. De prijs triggerwaarde is niet van belang in het aantal draaiuren, maar heeft wel een grote invloed in het totaal aan geproduceerde H Vermogen installatie [MW] Figuur 18: Aantal draaiuren van de P2G-eenheid in functie van het geïnstalleerd vermogen.

19 Vermogen van de installatie [MW] Interreg IVA-project: p. 19 Deze kosten zijn dus duidelijk hoog en het mag nu al duidelijk zijn dat voor een verkoopprijs van 3 EUR/kg de winst niet bijzonder veel zal zijn. Met deze verkoopprijs wordt nu ook de mogelijke winst berekend voor elke vermogenstap en stap in de elektriciteitsprijs. De uitkomst hiervan wordt gegeven in Figuur 19. De winst die haalbaar is wordt bepaald door de productiekost van H 2 en de hoeveelheid aan H 2 die kan geproduceerd worden. 700 x Prijs triggerwaarde [ /MWh] Figuur 19: Winst per jaar voor een P2G-installatie in functie van de triggerprijs en het vermogen van de installatie De jaarlijkse winst varieert van -80 MEUR tot ongeveer +300 keur. Voor het overgrote deel van het gebied wordt dus aan verlies gedraaid. Enkel en alleen voor kleinere vermogens kan de installatie winstgevend zijn. De grafiek volgt deze van de productiekost voor H 2 (Figuur 17), bijgevolg gelden ook dezelfde conclusies. Er wordt nu voor elke vermogenstap de maximaal haalbare winst gezocht. Op die manier kan het optimaal te installeren vermogen gevonden worden. Dit werd uitgezet in Figuur 20, waar ook de bijhorende kostprijs voor H 2 per kg wordt gegeven en de optimale triggerwaarde voor de elektriciteitsprijs. Uit deze figuur blijkt dat enkel voor kleine installaties met een vermogen lager dan 70 MW de winst positief is. Hoe groter de installatie, hoe meer negatief de winst wordt. Het optimum wordt bereikt voor een installatie van 28 MW. De winst die hiermee jaarlijks kan gehaald worden bedraagt ongeveer 347 keur. De nettowinst is dus maar voor een beperkte vermogensbereik positief en is bovendien relatief klein in vergelijking met de grootte-orde van de kosten en de opbrengsten. Er is met deze winstmarges weinig financiële ademruimte, wetende dat de investeringskost optimistisch werd ingeschat en dat ook een aantal zaken werden verwaarloosd. Vandaar wordt ook verwacht dat de werkelijke winst nog lager zou liggen. De investeringskost van een 28 MW installatie wordt hier geraamd op ongeveer 21,4 MEUR. Op Figuur 20 is nog af te leiden dat de prijs voor H 2 per kg stijgt voor een groter vermogen. Dit werd ook al eerder opgemerkt bij Figuur 17. Voor het optimale vermogen van 28 MW bedraagt de productiekost voor waterstof 2,89 EUR/kg. Verder blijkt nog uit de derde grafiek van Figuur 20 dat de optimale trigger stijgt naarmate het vermogen groter wordt. De reden hiervoor is dat grotere installaties minder draaiuren hebben waardoor ze ook relatief minder H 2 kunnen produceren. Om dit wat te compenseren wordt de beslissingsprijs best wat hoger gelegd. Bij het optimale punt wordt de installatie best uitgeschakeld vanaf een prijs hoger dan 72 EUR/MWh.

20 Prijs trigger [ /MWh] Kostprijs H2 [ /kg] Netto winst [ ] Interreg IVA-project: p x Vermogen installatie [MW] Figuur 20: Nettowinst per jaar, kostprijs voor waterstof en optimale prijs trigger in functie van het geïnstalleerd vermogen. De installatie van 28 MW zou in het theoretische geval van 8760 draaiuren per jaar MWh aan elektrisch vermogen kunnen verbruiken, dit komt neer op ongeveer 5200 ton aan waterstof. Gezien het vermogen aan wind soms te laag is, worden voor het jaar 2013 in totaal 5856 draaiuren bereikt. De prijsinstelling en de grilligheid van het windvermogen beperken de totale opgenomen energie uiteindelijk tot MWh per jaar. Met deze elektrische energie wordt 3224 ton H 2 geproduceerd. Gelijkaardig aan windturbines kan ook voor deze elektrolyse-installatie een capaciteitsfactor berekend worden, deze bedraagt in dit geval 0,62. Ter informatie, de gemiddelde capaciteitsfactor voor de windenergie off-shore in 2013 was ongeveer 0,4. Sensitiviteitsanalyse Uit het vorige mag duidelijk zijn dat een P2G-installatie de dag van vandaag slechts in een zeer beperkt bereik voordelig kan zijn. Daarbij komt nog dat de technologie op die schaal nog niet in die mate commercieel verkrijgbaar is zodat de investeringsprijzen gekend zijn. Ook over de kostprijs van waterstofgas is nog grote onduidelijkheid en werd net als bij de investeringsprijs een good guess genomen. Om toch op een bepaalde manier rekening te houden met de onzekerheid over deze parameters werd in deze studie nog een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd. Hierbij wordt telkens één bepaalde inputparameter gevarieerd terwijl al de andere constant gehouden worden. Zodoende wordt het effect van deze parameter op het eindresultaat duidelijk. Indien deze specifieke parameter in de toekomst verandert, kan op die manier gekeken worden of deze verandering al dan niet een gunstig effect heeft en zo ja, in welke mate. Investeringsprijs Zoals eerder aangehaald is er in de literatuur een grote variatie te vinden in investeringsprijs. De beslissende parameter hierbij is de k-waarde uit de formule, deze werd voorlopig op 1500 genomen.

21 Prijs trigger [ /MWh] Kostprijs H2 [ /kg] Nettowinst [ ] Interreg IVA-project: p. 21 In wat volgt worden de simulaties eens overgedaan voor een k-waarde van 1000, respectievelijk De resultaten zijn weergegeven in Figuur x k = 1500 k = 1000 k = Vermogen installatie [MW] Figuur 21: Sensitiviteitsanalyse van nettowinst, kostprijs H 2 en optimale trigger in functie van het nominaal vermogen voor investeringsprijs De resultaten van deze analyse in cijfers zijn weergegeven in Tabel 1. Hieruit blijkt overduidelijk dat de investeringsprijs een beslissende rol heeft in de eventueel haalbare winst en het optimaal te installeren vermogen. Voor een k-waarde van 2000 is de maximaal haalbare winst negatief, de installatie draait dus op verlies. Indien de investeringsprijs zakt, blijkt een grotere installatie een betere keuze, de haalbare winst wordt ook groter. Tabel 1: Resultaten sensitiviteitsanalyse voor investeringsprijs k = 1500 k = 1000 k = 2000 Optimaal vermogen [MW] Netto winst [keur] kostprijs H 2 [EUR/kg] 2,89 2,72 3,18 Optimale trigger [EUR/MWh] Verkoopprijs H 2 en opbrengst van warmte en O 2 Daar waar de investeringsprijs een belangrijke rol speelt in het totale kostenplaatje, is de verkoopprijs voor H 2 doorslaggevend in de totale opbrengst. Het mag duidelijk zijn dat een hogere verkoopprijs meteen leidt tot grotere winsten. De vraag is echter hoe groot deze invloed is en dit is weergegeven in Figuur 22 voor een verkoopprijs van 2 respectievelijk 4 EUR/kg. Daarnaast werd in de originele simulaties ook uitgegaan van een bepaalde afzetmarkt voor restwarmte en zuurstof. Het is echter wat optimistisch om er zomaar van uit te gaan dat alle restwarmte en zuurstof kan worden

22 Prijs trigger [ /MWh] Kostprijs H2 [ /kg] Nettowinst [ ] Interreg IVA-project: p. 22 verkocht. Vandaar wordt ook een simulatie uitgevoerd waarbij de opbrengst van restwarmte en zuurstof volledig wordt weggelaten om te zien of dit een doorslaggevend effect heeft. 2 x EUR/kg 2 EUR/kg 4 EUR/kg zonder warmte, O Vermogen installatie [MW] Figuur 22: Sensitiviteitsanalyse van nettowinst, kostprijs H 2 en optimale trigger in functie van het nominaal vermogen voor verkoopprijs H 2 en restwarmte en zuurstof Uit Figuur 22 en Tabel 2 blijkt dat de verkoopprijs ook een grote invloed heeft op de haalbare winst. Indien H 2 kan verkocht aan 4 EUR/kg, dan is het aangeraden een grotere installatie te plaatsen en is de te behalen winst ook meteen groter. Omgekeerd is geen enkel vermogen interessant indien een prijs wordt gegeven van 2 EUR/kg. Verder is het nog belangrijk op te merken dat ook het al dan niet verkopen van warmte en zuurstof een beslissende invloed heeft op de winst. De huidige installatie is verlieslatend indien de warmte en zuurstof niet kan worden verkocht. De verkoopprijs heeft geen invloed op de productiekost van H 2, vandaar dat in de middelste grafiek van Figuur 22 deze curves op elkaar liggen. Alle beschouwde parameters hebben geen invloed op de optimale prijsinstelling. Tabel 2: Resultaten sensitiviteitsanalyse voor verkoopprijs 3 EUR/kg 2 EUR/kg 4 EUR/kg Zonder warmte, O 2 Optimaal vermogen [MW] Netto winst [keur] kostprijs H 2 [EUR/kg] 2,89 2,82 3,32 2,82 Optimale trigger [EUR/MWh] Elektriciteitsprijs De elektriciteitsprijs heeft het grootste aandeel in de variabele kosten. Deze werd als gegeven beschouwd door middel van de ogenblikkelijke Belpex-prijs, maar deze prijzen zijn enkel geldig voor het jaar De vraag stelt zich nu in welke mate een prijsvariatie invloed heeft op de rentabiliteit.

23 Interreg IVA-project: CO2 en CH4 als dragers voor regionale ontwikkeling p. 23 DEEL V: De elektriciteitsprijs voor het gehele jaar werd in Figuur 4 in een normale verdeling gegoten waarbij het gemiddelde 47,45 EUR/MWh bedraagt met een spreiding van 19,35 EUR/MWh. Deze dataset wordt in de volgende simulaties bewerkt door het gemiddelde en de spreiding te variëren. De gemiddelde prijs wordt eerst 50% lager gelegd en daarna 50% hoger. Ook wordt het geval bekeken waarbij de spreiding wordt verhoogd met 50% Originele data Gemiddelde + 50% Gemiddelde - 50% Variatie + 50% Prijs Belpex [ /MWh] Figuur 23: Normale verdeling voor de prijzen aangepast volgens het gemiddelde en de variatie Het interessante aan deze aanpassingen in de dataset van de Belpex prijs is dat dit zich onmiddellijk vertaalt in de prijs-duurcurve, zoals geïllustreerd in Figuur 24. In een eerder document (Deel II) werd reeds onderzoek gedaan naar prijs-duurcurves voor 2020 voor enkele landen. Hiervoor werd verwezen naar een onderzoek van het studiebureau DNV KEMA. Deze studie verwacht een combinatie van een lager gemiddelde samen met een grotere variatie. Uit Deel II werd nog aangehaald dat de invloed van hernieuwbare energie op de prijs-duurcurves voor België zeer moeilijk te voorspellen valt. Via deze simulaties wordt de invloed van de variërende prijs nagegaan en wordt het effect op de haalbaarheid duidelijk. Hiermee wordt de weg naar de uiteindelijke prijs-duurcurve voor België in 2020 open gelaten. 250 Originele data Gemiddelde +50% Gemiddelde -50% Variatie +50% 200 Prijs Belpex [ /MWh] Duur (h) Figuur 24: Prijs-duurcurve voor de prijzen aangepast volgens het gemiddelde en de variatie Figuur 25 en toont de resultaten van de simulaties. Zoals te verwachten is de nettowinst per jaar groter bij een gemiddelde prijs die lager ligt, het effect is zelfs behoorlijk groot. Bovendien zijn ook grotere installaties meer rendabel. Omgekeerd, indien de prijs zal stijgen, blijkt een P2G-installatie al

24 Prijs trigger [ /MWh] Kostprijs H2 [ /kg] Nettowinst [ ] Interreg IVA-project: p. 24 snel niet meer rendabel voor het gehele vermogensbereik. Wat minder evident blijkt, is het kleine effect van een stijging in variatie. De stijging in netto winst is slechts zeer klein in vergelijking met de originele prijzen, hoewel de prijs-duurcurve in het rechtse gebied een stuk lager ligt. 2 x Origineel Gemiddelde -50% Gemiddelde +50% Variatie +50% Vermogen installatie [MW] Figuur 25: Sensitiviteitsanalyse van nettowinst, kostprijs H2 en optimale trigger in functie van het nominaal vermogen voor variatie op de elektriciteitsprijs Tabel 3: Resultaten sensitiviteitsanalyse voor elektriciteitsprijs Origineel Gem. -50% Gem. +50% Var. +50% Optimaal vermogen [MW] Netto winst [keur] kostprijs H2 [EUR/kg] 2,89 2,67 4,40 3,29 Optimale trigger [EUR/MWh]

25 Interreg IVA-project: p. 25 Besluit In dit onderzoek was het de bedoeling om de technische en economische haalbaarheid na te gaan van een gecentraliseerde Power-to-Gas centrale in Zeebrugge. Dit met het oog op decongestie om op de manier de verdere integratie van hernieuwbare bronnen op het Belgische net te bevorderen. Op vlak van technische congestie worden in Zeebrugge niet veel problemen verwacht. Recentelijk werd groen licht gegeven voor het Stevin-project [11] dat het hoogspanningsnetwerk in West- Vlaanderen moet versterken. Door dit project kan de huidige en de geplande capaciteit off-shore probleemloos worden aangesloten. Wel is het zo dat de verdere afhankelijkheid van hernieuwbare bronnen een extra uitdaging vormt voor de Belgische elektriciteitsbevoorrading. Op momenten van laag windvermogen en beperkte zonne-energie in combinatie met een hoge vraag kan een tekort optreden. Omgekeerd kan een hoog aanbod aan hernieuwbare energie samen met een lage consumptie leiden tot energieoverschotten. Deze effecten laten zich ook zien in de ogenblikkelijke elektriciteitsprijs. Een power-to-gas-installatie kan inspelen op deze overschotten door op die momenten elektriciteit om te zetten in waterstofgas. Concreet werd een P2G-installatie voorgesteld met rechtstreekse koppeling aan het off-shore windpark te Zeebrugge. Op die manier wordt gerekend met het ogenblikkelijk vermogen aan wind, wat een positief effect heeft naar decongestie, en worden bovendien transmissie- en distributiekosten vermeden. Zo kan waterstof goedkoper worden geproduceerd [5]. Van deze opstelling werd een model gemaakt waarbij voor een volledig jaar op elk kwartier de prijsen energiestromen in rekening werden gebracht. De input hiervoor is het ogenblikkelijk vermogen aan wind en de ogenblikkelijke prijs voor het volledige jaar Uit weercijfers blijkt dat 2013 een normaal jaar was naar windsnelheid [12] en ook de prijzen volgen de gemiddeldes [13]. Bijgevolg mogen deze profielen als referentie genomen worden. Het mag echter niet verloochend worden dat een verandering in prijs- of windprofiel de haalbaarheid beïnvloedt. Naast de profielen spelen ook de financiële inputparameters H 2 een zeer belangrijke rol. Het mag duidelijk zijn dat de correctheid van de gebruikte cijfers essentieel is en net dit was een groot obstakel in het onderzoek. Uiteindelijk werd voor investeringskost en verkoopprijs voor H 2 een good guess genomen. Uit gesprekken met personen uit de sector werd duidelijk dat de vooropgestelde prijzen waarschijnlijk iets te optimistisch zijn. Op het eerste zicht blijkt uit de resultaten dat een P2Ginstallatie nipt haalbaar is, maar gezien het gerekende optimisme, de kleine marge en het onzekere investeringsklimaat wordt dit best nog even afgewacht. Net omwille van de onzekerheid werd de keuze gemaakt om een sensitiviteitsanalyse door te voeren. Een hogere investeringskost is nefast voor de haalbaarheid, alsook een te lage H 2 -prijs. Ook werd de interessante vaststelling gedaan dat als de zuurstof en warmte niet kan verkocht worden de installatie ook meteen terug niet rendabel werd. Wanneer de gemiddelde elektriciteitsprijs zou verhogen of verlagen dan heeft dit meteen een negatief respectievelijk positief effect op de haalbaarheid. Een hogere mate van hernieuwbare bronnen op het net zou leiden tot een grotere variatie in de prijs. Verrassend genoeg heeft dit weinig effect op de uiteindelijke winst. Indien in een toekomstig scenario de investerings- en elektriciteitsprijs zou dalen en de verkoopprijs van H 2 zou stijgen, dan kan een P2G-installatie wel degelijk financieel haalbaar zijn. In dit besluit kan nog een andere belangrijke bedenking worden gemaakt. De veronderstelde winst is natuurlijk enkel geldig indien alle waterstof kan worden verkocht. Momenteel is de waterstofmarkt echter nog niet klaar voor dergelijke hoeveelheden. De toepassingen waarbij waterstof als

Financiële baten van windenergie

Financiële baten van windenergie Financiële baten van windenergie Grootschalige toepassing van 500 MW in 2010 en 2020 Opdrachtgever Ministerie van VROM i.s.m. Islant Auteurs Drs. Ruud van Rijn Drs. Foreno van der Hulst Drs. Ing. Jeroen

Nadere informatie

STUDIE (F)110506-CDC-1062

STUDIE (F)110506-CDC-1062 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel. 02/289.76.11 Fax 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS STUDIE

Nadere informatie

NOTA (Z)140109-CDC-1299

NOTA (Z)140109-CDC-1299 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS NOTA

Nadere informatie

Notitie Amsterdam, 20 november Samenvatting. 1 Langetermijnenergieprijs

Notitie Amsterdam, 20 november Samenvatting. 1 Langetermijnenergieprijs Notitie Amsterdam, 20 november 2017 ECN-N--17-026 Kenmerk Afdeling Van Voor Beleidsstudies Sander Lensink, Adriaan van der Welle Ministerie van Economische Zaken Onderwerp Basisprijzen en basisprijspremies

Nadere informatie

Auteurs:E. Benz, C. Hewicker, N. Moldovan, G. Stienstra, W. van der Veen

Auteurs:E. Benz, C. Hewicker, N. Moldovan, G. Stienstra, W. van der Veen 30920572-Consulting 10-0198 Integratie van windenergie in het Nederlandse elektriciteitsysteem in de context van de Noordwest Europese elektriciteitmarkt Eindrapport Arnhem, 12 april 2010 Auteurs:E. Benz,

Nadere informatie

Profiel- en onbalans kosten (gemiddelde 2015-2029) [ /kwh]

Profiel- en onbalans kosten (gemiddelde 2015-2029) [ /kwh] Notitie Petten, 15 december 2014 Afdeling Policy Studies Van Aan Carolien Kraan, Sander Lensink S. Breman-Vrijmoed (Ministerie van Economische Zaken) Kopie Onderwerp Basisprijzen SDE+ 2015 Samenvatting

Nadere informatie

Beheersing piekverbruik

Beheersing piekverbruik Beheersing piekverbruik Cis Vansteenberge Smart Building Congres 5 maart 2015 Beheersing piekverbruik 5/3/2015 1 Inhoud Inleiding Congestie Windprofiel Profiel zonne-energie Oplossingen DSM Opslag Besluit

Nadere informatie

Impact van efficiënte openbare verlichting op de CO 2 uitstoot

Impact van efficiënte openbare verlichting op de CO 2 uitstoot Impact van efficiënte openbare verlichting op de CO 2 uitstoot CE4 N35N 13.5.29 Samenvatting Drie scenario s om de hoeveelheid CO 2 te berekenen, die niet uitgestoten wordt als er energie bespaard wordt

Nadere informatie

Reactie van Elia op de conceptnota voor nieuwe regelgeving betreffende het stimuleren van een Vlaams energienet in evenwicht

Reactie van Elia op de conceptnota voor nieuwe regelgeving betreffende het stimuleren van een Vlaams energienet in evenwicht Reactie van Elia op de conceptnota voor nieuwe regelgeving betreffende het stimuleren van een Vlaams energienet in evenwicht 29 februari 2016 INHOUDSTAFEL 1 Voorwoord... 3 2 Elia, beheerder van het transmissienet

Nadere informatie

STUDIE (F) CDC-1045

STUDIE (F) CDC-1045 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS STUDIE

Nadere informatie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie Duorsume enerzjy yn Fryslân Energiegebruik en productie van duurzame energie 1 15 11 oktober 1 Inhoud Management Essay...3 1 Management Essay De conclusies op één A4 De provincie Fryslân heeft hoge ambities

Nadere informatie

Vlaams Energieagentschap. Rapport 2013/2. Deel 2: actualisatie OT/Bf voor projecten met een startdatum voor 1 januari 2014

Vlaams Energieagentschap. Rapport 2013/2. Deel 2: actualisatie OT/Bf voor projecten met een startdatum voor 1 januari 2014 Vlaams Energieagentschap Rapport 2013/2 Deel 2: actualisatie OT/Bf voor projecten met een startdatum voor 1 januari 2014 Inhoud Actualisatie installaties met startdatum vanaf 1/1/2013... 2 1. PV-installaties

Nadere informatie

VRIJSTELLING KOSTEN OP 5 MW ONEVENWICHT

VRIJSTELLING KOSTEN OP 5 MW ONEVENWICHT E VRIJSTELLING KOSTEN OP 5 MW ONEVENWICHT Bij elektriciteitshandel is er steeds kans op onevenwicht tussen injectie en afname van het net. Iedere ARP, of evenwichtsverantwoordelijke, moet de stroomafname

Nadere informatie

DE RENDABILITEIT VAN HERNIEUWBARE ENERGIE (HE 03)

DE RENDABILITEIT VAN HERNIEUWBARE ENERGIE (HE 03) DE RENDABILITEIT VAN HERNIEUWBARE ENERGIE (HE 03) 1 HOE BEOORDEEL JE DE RENDABILIEIT VAN EEN INVESTERING? Is het rendabel om in uw woning te investeren in een systeem dat werkt op hernieuwbare energie?

Nadere informatie

Benchmarking study of electricity prices between Belgium and neighboring countries Persconferentie

Benchmarking study of electricity prices between Belgium and neighboring countries Persconferentie Benchmarking study of electricity prices between Belgium and neighboring countries Persconferentie Juni 2014 Doelstellingen en draagwijdte van de benchmarking study De voornaamste doelstelling van de studie

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt van 20 november 2018 met betrekking tot de aanvraag tot toelating van de aanleg van een directe lijn BESL-2018-100 De Vlaamse Regulator

Nadere informatie

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN 14 juni 2018 De CREG houdt in het kader van haar algemene monitoringtaken gegevensbanken bij met de prijzen van elektriciteit

Nadere informatie

High Level Business Case Energiecoöperatie

High Level Business Case Energiecoöperatie High Level Business Case Energiecoöperatie DE Ramplaan (Haarlem) Het project: een haalbaarheidsstudie Energie- en klimaatneutraliteit in bestaande woonwijk is technisch haalbaar en financieel haalbaar

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Studie (BRUGEL-STUDIE-20171208-25) Betreffende de OBERVATORIUM VAN DE PRIJZEN PROFESSIONELE KLANTEN 2009-2016-Executive summary Opgesteld

Nadere informatie

vragen naar telefoonnummer datum /02/2018 Bijdrage Vlaams Gewest uit zon en wind in het kader van het Energiepact.

vragen naar telefoonnummer datum /02/2018 Bijdrage Vlaams Gewest uit zon en wind in het kader van het Energiepact. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 2 bus 17 1 BRUSSEL T 2 553 46 F 2 553 46 1 www.energiesparen.be NOTA De heer Bart Tommelein Vlaams minister van Begroting, Financiën en Energie ons kenmerk bijlagen

Nadere informatie

WKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven

WKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven WKK-barometer 2016 december Zwartzustersstraat 16, bus 0102-3000 Leuven 016 58 59 97 info@ @cogenvlaanderen.be www.cogenvlaanderen.be Dit is de tweede WKK-barometer die COGEN Vlaanderen publiceert. De

Nadere informatie

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN 11 januari 2019 De CREG houdt in het kader van haar algemene monitoringtaken gegevensbanken bij met de prijzen van elektriciteit

Nadere informatie

Windenergie goedkoper dan kernenergie!

Windenergie goedkoper dan kernenergie! Go Wind - Stop nuclear Briefing 1 26 june 2002 Windenergie goedkoper dan kernenergie! Electrabel geeft verkeerde informatie over kostprijs van kernenergie en windenergie. Electrabel beweert dat windenergie

Nadere informatie

Interreg IVA-project: p. 1 CO 2 en CH 4 als dragers voor regionale ontwikkeling Elektriciteitsoverschotten voor Nederland en België

Interreg IVA-project: p. 1 CO 2 en CH 4 als dragers voor regionale ontwikkeling Elektriciteitsoverschotten voor Nederland en België Interreg IVA-project: p. 1 Inhoudstafel DEEL I Energieopslag als sluitstuk voor een koolstofarm energiesysteem (POM West-Vlaanderen) DEEL II Aanbod aan elektriciteitsoverschotten in Nederland en België

Nadere informatie

1 ELEKTRISCHE OPSLAG. 1.1 Inleiding. 1.2 Zelfconsumptie en zelfvoorziening

1 ELEKTRISCHE OPSLAG. 1.1 Inleiding. 1.2 Zelfconsumptie en zelfvoorziening 1 ELEKTRISCHE OPSLAG 1.1 Inleiding Vroeger was het distributienet opgebouwd volgens de afname van de energie, wat dus concreet wil zeggen dat er enkele injectiepunten waren verspreid over het distributienet.

Nadere informatie

WKK-barometer 2016 juni Zwartzustersstraat 16, bus Leuven

WKK-barometer 2016 juni Zwartzustersstraat 16, bus Leuven WKK-barometer 2016 juni Zwartzustersstraat 16, bus 0102-3000 Leuven 016 58 59 97 info@cogenvlaanderen.be www.cogenvlaanderen.be Dit is de eerste WKK-barometer die COGEN Vlaanderen publiceert. De bedoeling

Nadere informatie

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN 1. CONTEXT Infofiche Energie DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt de productie van groene stroom afkomstig van hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling

Nadere informatie

Tijdelijke duurzame energie

Tijdelijke duurzame energie Tijdelijke duurzame energie Tijdelijk Uitgewerkte businesscases voor windenergie, zonne-energie en biomassa Anders Bestemmen Tijdelijke duurzame energie Inleiding In het Corporate Innovatieprogramma van

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Commissie Benchmarking Vlaanderen Commissie Benchmarking Vlaanderen 023-0170 Bijlage I TOELICHTING 17 Bijlage I : WKK ALS ALTERNATIEVE MAATREGEL 1. Inleiding Het plaatsen van een WKK-installatie is een energiebesparingsoptie die zowel

Nadere informatie

Eindexamen m&o vwo 2010 - I

Eindexamen m&o vwo 2010 - I Opgave 5 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 6 tot en met 9. Peter Steenbergen en Erik Koolwijk zijn de twee directeur-grootaandeelhouders van glastuinbouwbedrijf Rijkgroen bv. Het bedrijf heeft

Nadere informatie

Samenvatting voor beleidsmakers

Samenvatting voor beleidsmakers Road book towards a nuclear-free Belgium. How to phase out nuclear electricity production in Belgium? rapport door Alex Polfliet, Zero Emissions Solutions, in opdracht van Greenpeace Belgium Samenvatting

Nadere informatie

Berekening van het financieel rendement van fotovoltaïsche zonnepanelen Hypothesen van Test-Aankoop Oktober 2015

Berekening van het financieel rendement van fotovoltaïsche zonnepanelen Hypothesen van Test-Aankoop Oktober 2015 Berekening van het financieel rendement van fotovoltaïsche zonnepanelen Hypothesen van Test-Aankoop Oktober 2015 I INLEIDING Wij hadden aan de personen die zich hadden ingeschreven op de groepsaankoop

Nadere informatie

ADVIES AR ADVIESRAAD GAS EN ELEKTRICITEIT Nijverheidsstraat, Brussel Tel. : 02/ Mail :

ADVIES AR ADVIESRAAD GAS EN ELEKTRICITEIT Nijverheidsstraat, Brussel Tel. : 02/ Mail : ADVIESRAAD GAS EN ELEKTRICITEIT Nijverheidsstraat, 26-38 1040 Brussel Tel. : 02/289.76.70 Mail : ar-cc@creg.be ADVIES AR161221-068 over de studies inzake hernieuwbare energie (1) Assessment of the impact

Nadere informatie

Impact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven

Impact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven 31 maart 2011 Impact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven 1. Inleiding: samenstelling energiefactuur In de verbruiksfactuur van de energieleverancier zijn de kosten van verschillende marktspelers

Nadere informatie

Studie Onthaalcapaciteit decentrale productie in Vlaanderen september 2012

Studie Onthaalcapaciteit decentrale productie in Vlaanderen september 2012 Studie Onthaalcapaciteit decentrale productie in Vlaanderen 2011-2020 10 september 2012 Agenda Doelstelling en algemene context Methodologie PV WKK Wind Resultaten Aansluiting Transformatiecapaciteit Capaciteit

Nadere informatie

CREG-studie De winstgevendheid van lokale, stuurbare productie-eenheden

CREG-studie De winstgevendheid van lokale, stuurbare productie-eenheden CREG-studie 1583 De winstgevendheid van lokale, stuurbare productie-eenheden VOKA/Febeliec Andreas Tirez Marijn Maenhoudt 15 november 2016 INHOUDSTAFEL I. Beschrijving Opdracht II. Bespreking Rapport PwC

Nadere informatie

Bevoorradingszekerheid

Bevoorradingszekerheid Bevoorradingszekerheid Commissies Bedrijfsleven en Binnenlandse Zaken van de Kamer van volksvertegenwoordigers 23.09.2014 23 september 2014 1 Meer over FEBEG Inhoud Niets nieuws onder de zon Veel partijen

Nadere informatie

2 Is het waar dat de effectieve capaciteit van wind door inpassingseffecten niet 23% maar minder dan 8% is?

2 Is het waar dat de effectieve capaciteit van wind door inpassingseffecten niet 23% maar minder dan 8% is? > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2014, Vito, januari 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2014 bedraagt 5,7 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Energieprijzen in vergelijk

Energieprijzen in vergelijk CE CE Oplossingen voor Oplossingen milieu, economie voor milieu, en technologie economie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 611 HH Delft 611 HH Delft tel: tel: 015 015 150 150 150 150 fax: fax:

Nadere informatie

De effecten van en oplossingen voor aanpassing van salderingsregeling op NOM-woningen in 2020

De effecten van en oplossingen voor aanpassing van salderingsregeling op NOM-woningen in 2020 De effecten van en oplossingen voor aanpassing van salderingsregeling op NOM-woningen in 2020 Nederlandse samenvatting & discussie van de resultaten van het onderzoek Intended adjustments in net metering:

Nadere informatie

Enquête essenscia over de elektriciteits- en aardgasprijzen in 2010 Samenvatting van de resultaten

Enquête essenscia over de elektriciteits- en aardgasprijzen in 2010 Samenvatting van de resultaten ct/kwh Enquête essenscia over de elektriciteits- en aardgasprijzen in 2010 Samenvatting van de resultaten In maart 2011 hebben de Belgische federatie van de chemische Industrie en van life sciences (essenscia),

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De wereldpopulatie verbruikt steeds meer energie. Momenteel wordt deze energie vooral geleverd door fossiele brandstoffen. Een groot nadeel van fossiele brandstoffen is dat hun aanwezigheid

Nadere informatie

Kernenergie: Kan België zonder?

Kernenergie: Kan België zonder? Kernenergie: Kan België zonder? Marktonderzoeks-, studie- & consultancy-bureau mbt hernieuwbare energie - Marktstudies over energiemarkten - Opleidingen over (hernieuwbare) energie - Haalbaarheidsstudies,

Nadere informatie

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Willemien Veele Cor Kamminga 08-04-16 www.rijksmonumenten.nl Achtergrond en aanleiding Ambitie om in 2020 16% van de energie duurzaam op te wekken in Fryslân

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 20 juli 2004. gewijzigd op 24 januari 2007

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 20 juli 2004. gewijzigd op 24 januari 2007 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de lektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II- laan 7 B - 1210 BRUSSL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13 50 web : www.vreg.be

Nadere informatie

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - OKTOBER

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - OKTOBER GROOTHANDELSMARKT Bron 07/2013 Evolutie 08/2013 Evolutie 09/2013 Evolutie Energie afgenomen van Elia-net [1] Synergrid GWh 6.042 5.960 DNB Synergrid GWh 3.868 3.762 nog niet beschikbaar Andere klanten

Nadere informatie

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT - APRIL DNB Synergrid GWh nog niet beschikbaar Andere klanten Synergrid GWh 2.

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT - APRIL DNB Synergrid GWh nog niet beschikbaar Andere klanten Synergrid GWh 2. 1/12/2010 1/01/2011 1/02/2011 1/03/2011 1/04/2011 1/05/2011 1/06/2011 1/07/2011 1/08/2011 1/09/2011 1/10/2011 1/11/2011 1/12/2011 1/01/2012 1/02/2012 1/03/2012 1/04/2012 1/05/2012 1/06/2012 1/07/2012 1/08/2012

Nadere informatie

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - AUGUSTUS

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - AUGUSTUS GROOTHANDELSMARKT Bron 05/2013 Evolutie 06/2013 Evolutie 07/2013 Evolutie Energie afgenomen van Elia-net [1] Synergrid GWh 6.415 6.047 DNB Synergrid GWh 4.191 3.934 nog niet beschikbaar Andere klanten

Nadere informatie

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 juli 2008

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 juli 2008 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B-1000 Brussel Tel. +32 2 553 13 79 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web:

Nadere informatie

Evolutie van de schadefrequentie 2003-2012 in de BA motorrijtuigen verzekering

Evolutie van de schadefrequentie 2003-2012 in de BA motorrijtuigen verzekering Evolutie van de schadefrequentie 2003-2012 in de BA motorrijtuigen verzekering Inhoud 1. Aantal schadegevallen BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie van

Nadere informatie

5 Opstellen businesscase

5 Opstellen businesscase 5 Opstellen In de voorgaande stappen is een duidelijk beeld verkregen van het beoogde project en de te realiseren baten. De batenboom geeft de beoogde baten in samenhang weer en laat in één oogopslag zien

Nadere informatie

Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf

Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf Hoeveel CO 2 bespaar je hiermee? 1 Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf; hoeveel CO2 bespaar je hiermee? Erfwerkzaamheden

Nadere informatie

Hoge energieprijzen. Mazout blijft een voordelige brandstof.

Hoge energieprijzen. Mazout blijft een voordelige brandstof. Hoge energieprijzen. Mazout blijft een voordelige brandstof. Dit document zal u helpen een beter inzicht te krijgen in de verbruikskosten, in een huishoudelijke omgeving, voor de verschillende energiebronnen.

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 maart 2005

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 maart 2005 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II-laan 7 B-1210 Brussel Tel. +32 2 553 13 79 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web: www.vreg.be Beslissing

Nadere informatie

Batterijen, toekomst of zijn er alternatieven?

Batterijen, toekomst of zijn er alternatieven? 0 Batterijen, toekomst of zijn er alternatieven? Stroomversnelling, een traject naar een nieuwe Vlaamse Energievisie Living Tomorrow, 2016-06-16 Wereldwijd geïnstalleerde opslagcapaciteit (MW) 2 1 0 Mogelijke

Nadere informatie

Demand response: een opportuniteit voor professionele gebruikers. SGF Smart Energy Solutions BASF 22 January 2013

Demand response: een opportuniteit voor professionele gebruikers. SGF Smart Energy Solutions BASF 22 January 2013 Demand response: een opportuniteit voor professionele gebruikers SGF Smart Energy Solutions BASF 22 January 2013 Overzicht 1. Wie is EDF Luminus 2. De uitdaging 3. De oplossing Corporate Presentation -

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN DE ELEKTRICITEITSPRIJS Y+1 ( /MWh) MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT - MEI GROOTHANDELSMARKT

EVOLUTIE VAN DE ELEKTRICITEITSPRIJS Y+1 ( /MWh) MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT - MEI GROOTHANDELSMARKT 1/12/2010 1/01/2011 1/02/2011 1/03/2011 1/04/2011 1/05/2011 1/06/2011 1/07/2011 1/08/2011 1/09/2011 1/10/2011 1/11/2011 1/12/2011 1/01/2012 1/02/2012 1/03/2012 1/04/2012 1/05/2012 1/06/2012 1/07/2012 1/08/2012

Nadere informatie

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE TEO/WKO WARMTE EN KOUDE BEDRIJVENTERREIN MARSLANDEN Op het bedrijventerrein de Marslanden in Zwolle zijn bedrijven gevestigd, met uiteenlopende behoefte aan warmte en koeling. Vanuit gegevens over het

Nadere informatie

Informerend gedeelte bij Omzendbrief LNE/2009/01 RO/2009/01: Beoordelingskader voor de inplanting van kleine en middelgrote windturbines

Informerend gedeelte bij Omzendbrief LNE/2009/01 RO/2009/01: Beoordelingskader voor de inplanting van kleine en middelgrote windturbines Informerend gedeelte bij Omzendbrief LNE/2009/01 RO/2009/01: Beoordelingskader voor de inplanting van kleine en middelgrote windturbines Dit informerend gedeelte is zowel bedoeld voor de vergunningverlenende

Nadere informatie

STUDIE COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

STUDIE COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS STUDIE

Nadere informatie

Wat zijn variabele prijzen?

Wat zijn variabele prijzen? Wat zijn variabele prijzen? Havenlaan 8 1080 Brussel Ondernemingsnummer: 726.633.730 www.boltenergie.be Elektriciteit: residentieel variabel incl. BTW De energiekost wordt bepaald aan de hand van de groothandelsprijzen.

Nadere informatie

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 216 Samenvatting EINDVERSIE - OKTOBER 218 1. Samenvatting van de energiebalans 216 Elk jaar stelt Leefmilieu Brussel de energiebalans van het Brussels

Nadere informatie

Netgekoppelde fotovoltaïsche zonnepanelen op daken van gebouwen in eigendom van ANB

Netgekoppelde fotovoltaïsche zonnepanelen op daken van gebouwen in eigendom van ANB Netgekoppelde fotovoltaïsche zonnepanelen op daken van gebouwen in eigendom van ANB Pagina 1 van 5 Inleiding Op 1/1/2006 besloot Vlaanderen om de decentrale opwekking van groene energie door zonnepanelen

Nadere informatie

Accusystemen in kantoren en scholen niet rendabel

Accusystemen in kantoren en scholen niet rendabel Accusystemen in kantoren en scholen niet rendabel Energieopslag in accu s staat steeds meer in de belangstelling. Uit eerder onderzoek bleek al dat het niet lang meer duurt voordat de investering in een

Nadere informatie

Stakeholderoverleg - Ontwerprapport 2018/2 - startdatum 1 januari delen

Stakeholderoverleg - Ontwerprapport 2018/2 - startdatum 1 januari delen Stakeholderoverleg - Ontwerprapport 2018/2 - startdatum 1 januari 2019-3 delen Het Vlaams Energieagentschap publiceerde op 1 juni 2017 deel 1, 2 en 3 van haar ontwerprapport 2018/2 voor stakeholderoverleg.

Nadere informatie

Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW)

Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW) Energiebesparingspotentieel door isolatie Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW) Het is bekend dat de CO 2 uitstoot tegen 2020 fors naar omlaag moet. In Duitsland zijn

Nadere informatie

Praktijkgids Energieboekhouding en monitoring & targeting

Praktijkgids Energieboekhouding en monitoring & targeting 1 Inleiding... 1 2... 1 3 Monitoring & technieken... 4 1 Inleiding Om de energiekosten van een bedrijf te verminderen, is het essentieel dat men begrijpt hoe de energie verbruikt wordt binnen het bedrijf.

Nadere informatie

Financiële overzichten en risico s windpark Elzenburg de Geer

Financiële overzichten en risico s windpark Elzenburg de Geer Titel Financiële overzichten en risico s windpark Elzenburg de Geer Datum 26 januari 2015 Auteur Ruud van Rijn Inleiding Dit document geeft op hoofdlijnen inzicht in de kosten/baten en de risico s van

Nadere informatie

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT - MAART DNB Synergrid GWh ,99 Endex Power BE base Q+1 [2] APX /MWh 57,93

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT - MAART DNB Synergrid GWh ,99 Endex Power BE base Q+1 [2] APX /MWh 57,93 1/11/2010 1/12/2010 1/01/2011 1/02/2011 1/03/2011 1/04/2011 1/05/2011 1/06/2011 1/07/2011 1/08/2011 1/09/2011 1/10/2011 1/11/2011 1/12/2011 1/01/2012 1/02/2012 1/03/2012 1/04/2012 1/05/2012 1/06/2012 1/07/2012

Nadere informatie

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT - FEBRUARI DNB Synergrid MWh ,53 Endex Power BE base Q+1 [2] APX /MWh 60,93

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT - FEBRUARI DNB Synergrid MWh ,53 Endex Power BE base Q+1 [2] APX /MWh 60,93 1/11/2010 1/12/2010 1/01/2011 1/02/2011 1/03/2011 1/04/2011 1/05/2011 1/06/2011 1/07/2011 1/08/2011 1/09/2011 1/10/2011 1/11/2011 1/12/2011 1/01/2012 1/02/2012 1/03/2012 1/04/2012 1/05/2012 1/06/2012 1/07/2012

Nadere informatie

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT - JANUARY nog niet beschikbaar nog niet beschikbaar = Andere klanten Synergrid MWh

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT - JANUARY nog niet beschikbaar nog niet beschikbaar = Andere klanten Synergrid MWh 1/11/2010 1/12/2010 1/01/2011 1/02/2011 1/03/2011 1/04/2011 1/05/2011 1/06/2011 1/07/2011 1/08/2011 1/09/2011 1/10/2011 1/11/2011 1/12/2011 1/01/2012 1/02/2012 1/03/2012 1/04/2012 1/05/2012 1/06/2012 1/07/2012

Nadere informatie

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigenverzekering

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigenverzekering Evolutie van de schadefrequentie 2007-2016 in de BA motorrijtuigenverzekering Inhoud 1. Aantal schadegevallen BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie van de

Nadere informatie

Vlaams Energieagentschap. Rapport 2014/2. Deel 2: actualisatie OT/Bf

Vlaams Energieagentschap. Rapport 2014/2. Deel 2: actualisatie OT/Bf Vlaams Energieagentschap Rapport 2014/2 Deel 2: actualisatie OT/Bf Inhoudstafel Inhoudstafel... 1 Bandingfactoren... 3 Berekeningsmethodiek... 3 Toepassing bandingfactor... 3 Maximale bandingfactor...

Nadere informatie

Haalt Vlaanderen de doelstellingen? Stefan Dewallef PV-platform ODE-Vlaanderen December 2016

Haalt Vlaanderen de doelstellingen? Stefan Dewallef PV-platform ODE-Vlaanderen December 2016 PV Haalt Vlaanderen de doelstellingen? Stefan Dewallef PV-platform ODE-Vlaanderen December 2016 Technische stand van zaken Kostprijzen Marktevoluties Volumes - Vlaanderen Content Soltech 2 Technische stand

Nadere informatie

Onderzoek. Wie is de grootste producent van duurzame elektriciteit in Nederland 2012. Auteur: C. J. Arthers, afd. Corporate Responsibility, Essent

Onderzoek. Wie is de grootste producent van duurzame elektriciteit in Nederland 2012. Auteur: C. J. Arthers, afd. Corporate Responsibility, Essent Onderzoek Wie is de grootste producent van duurzame elektriciteit in Nederland 2012 Auteur: C. J. Arthers, afd. Corporate Responsibility, Essent Datum: 9 september 2013 Vragen of reacties kunt u sturen

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris duurzame energie in Vlaanderen 2013, Deel I: hernieuwbare energie, Vito, februari 2015 1 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2013 bedraagt 5,8 % Figuur 1 zon-elektriciteit

Nadere informatie

Prof. Jos Uyttenhove. E21UKort

Prof. Jos Uyttenhove. E21UKort Historisch perspectief 1945-1970 Keerpunten in de jaren 70 oliecrisis en milieu Tsjernobyl (1986) ramp door menselijke fouten Kyoto protocol (1997) (CO 2 en global warming problematiek) Start alternatieven

Nadere informatie

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - JANUARI

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - JANUARI GROOTHANDELSMARKT Bron 10/2018 Evolutie 11/2018 Evolutie 12/2018 Evolutie Energie afgenomen van Elia-net [1] Synergrid GWh = = = DNB Synergrid GWh = = = Andere klanten Synergrid GWh = = = Gemiddelde temperatuur

Nadere informatie

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - NOVEMBER

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - NOVEMBER GROOTHANDELSMARKT Bron 08/2018 Evolutie 09/2018 Evolutie 10/2018 Evolutie Energie afgenomen van Elia-net [1] Synergrid GWh = = = DNB Synergrid GWh = = = Andere klanten Synergrid GWh = = = Gemiddelde temperatuur

Nadere informatie

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - MAART

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - MAART GROOTHANDELSMARKT Bron 12/2018 Evolutie 01/2019 Evolutie 02/2019 Evolutie Energie afgenomen van Elia-net [1] Synergrid GWh = = = DNB Synergrid GWh = = = Andere klanten Synergrid GWh = = = Gemiddelde temperatuur

Nadere informatie

1 Transportproblemen. 1.1 Het standaard transportprobleem

1 Transportproblemen. 1.1 Het standaard transportprobleem 1 Transportproblemen 1.1 Het standaard transportprobleem Dit is het eenvoudigste logistieke model voor ruimtelijk gescheiden vraag en aanbod. Een goed is beschikbaar in gekende hoeveelheden op verscheidene

Nadere informatie

Het Energieatol Energieopslag in de Noordzee

Het Energieatol Energieopslag in de Noordzee Het Energieatol Energieopslag in de Noordzee Dr. Walter Mondt, ECOREM 26 november 2013 1 Inhoud Voorstelling Ecorem NV Context van de studie Werkingsprincipe van het energieatol Opbouw van het energieatol

Nadere informatie

Inleiding in de wereld van energieopslag

Inleiding in de wereld van energieopslag FME-CWM themamiddag energieopslag Jasper Groenewegen Duurzame lokale opwekking verschuift de balans 2 Duitse elektriciteitsprijs volgt nu al de PV productie 3 met extremen tot gevolg! 4 Kortom, we live

Nadere informatie

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - MEI

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - MEI GROOTHANDELSMARKT Bron 02/2015 Evolutie 03/2015 Evolutie 04/2015 Evolutie Consumptie Energie afgenomen van Elia-net [1] Synergrid GWh 6.939 = DNB Synergrid GWh 4.774 nog niet beschikbaar nog niet beschikbaar

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2016, Vito, oktober 2017 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2016 bedraagt 6,4% Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Emissie-inventaris broeikasgassen 2012 stadsontwikkeling EMA

Emissie-inventaris broeikasgassen 2012 stadsontwikkeling EMA Emissie-inventaris broeikasgassen 2012 EMA Principes Antwerpen ondertekende het Europese Burgemeestersconvenant. Meer dan 5.000 lokale en regionale overheden hebben ondertekend en engageren zich om op

Nadere informatie

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - MAART

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - MAART GROOTHANDELSMARKT Bron 12/2017 Evolutie 01/2018 Evolutie 02/2018 Evolutie Energie afgenomen van Elia-net [1] Synergrid GWh = = = DNB Synergrid GWh nog niet beschikbaar = nog niet beschikbaar = nog niet

Nadere informatie

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - APRIL

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - APRIL GROOTHANDELSMARKT Bron 01/2018 Evolutie 02/2018 Evolutie 03/2018 Evolutie Energie afgenomen van Elia-net [1] Synergrid GWh = = = DNB Synergrid GWh nog niet beschikbaar = nog niet beschikbaar = nog niet

Nadere informatie

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - OKTOBER

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - OKTOBER GROOTHANDELSMARKT Bron 07/2018 Evolutie 08/2018 Evolutie 09/2018 Evolutie Energie afgenomen van Elia-net [1] Synergrid GWh DNB Synergrid GWh Andere klanten Synergrid GWh Gemiddelde temperatuur IRM C 22,00

Nadere informatie

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - SEPTEMBER

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - SEPTEMBER GROOTHANDELSMARKT Bron 06/2018 Evolutie 07/2018 Evolutie 08/2018 Evolutie Energie afgenomen van Elia-net [1] Synergrid GWh DNB Synergrid GWh Andere klanten Synergrid GWh Gemiddelde temperatuur IRM C 18,10

Nadere informatie

Warmte tarieven. Warmtenet Antwerpen Nieuw-Zuid WARMTE@ZUID TARIEVENREGELING 2015-12-17 1

Warmte tarieven. Warmtenet Antwerpen Nieuw-Zuid WARMTE@ZUID TARIEVENREGELING 2015-12-17 1 Warmte tarieven Warmtenet Antwerpen Nieuw-Zuid WARMTE@ZUID TARIEVENREGELING 2015-12-17 1 De hierna genoemde tarieven voor de aansluitbijdrage, de investeringsbijdrage, het vast recht en het warmtetarief

Nadere informatie

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - JANUARI

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - JANUARI GROOTHANDELSMARKT Bron 10/2017 Evolutie 11/2017 Evolutie 12/2017 Evolutie Energie afgenomen van Elia-net [1] Synergrid GWh = = = DNB Synergrid GWh nog niet beschikbaar = nog niet beschikbaar = nog niet

Nadere informatie

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - FEBRUARI

MAANDELIJKSE BOORDTABEL ELEKTRICITEIT EN AARDGAS - FEBRUARI GROOTHANDELSMARKT Bron 11/2017 Evolutie 12/2017 Evolutie 01/2018 Evolutie Energie afgenomen van Elia-net [1] Synergrid GWh = = = DNB Synergrid GWh nog niet beschikbaar = nog niet beschikbaar = nog niet

Nadere informatie

Tariefkaart voor klein-professioneel verbruik. Tariefkaart versie 021507 voor België. Geldig van 1 juli 2015 t/m 31 juli 2015.

Tariefkaart voor klein-professioneel verbruik. Tariefkaart versie 021507 voor België. Geldig van 1 juli 2015 t/m 31 juli 2015. Tariefkaart voor klein-professioneel verbruik Tariefkaart versie 021507 voor België. Geldig van 1 juli 2015 t/m 31 juli 2015. eni RELAX 1 jaar Elektriciteit (prijzen exclusief btw) tegen vaste energie

Nadere informatie

STUDIE (F)110519-CDC-1047

STUDIE (F)110519-CDC-1047 Niet vertrouwelijk Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel. : 02/289.76.11 Fax : 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT

Nadere informatie

van 18 september 2012

van 18 september 2012 Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt Publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B-1000 Brussel Gratis telefoon

Nadere informatie

ANALYSE ENERGIEAUDIT GROTE ONDERNEMINGEN 26/11/2018

ANALYSE ENERGIEAUDIT GROTE ONDERNEMINGEN 26/11/2018 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// ANALYSE ENERGIEAUDIT GROTE ONDERNEMINGEN

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-212921-15) betreffende het voorontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vastlegging

Nadere informatie

Hernieuwbare elektriciteit,

Hernieuwbare elektriciteit, Indicator 9 april 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2014 (voorlopige cijfers) bedroeg

Nadere informatie