Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 20 juli gewijzigd op 24 januari 2007

Transcriptie

1 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de lektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II- laan 7 B BRUSSL info@vreg.be tel. : fax : web : Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de lektriciteits- en Gasmarkt van 20 juli 2004 gewijzigd op 24 januari 2007 met betrekking tot de goedkeuring van de aanvraag tot toekenning van groenestroomcertificaten voor de productie-installatie, bestaande uit een restafvalverbrandingsinstallatie met een totaal vermogen voor het opwekken van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen van 8,6 MW, gelegen te Haven 1940, Molenweg, 9130 Doel-Beveren BSL

2 De Vlaamse Reguleringsinstantie voor de lektriciteits- en Gasmarkt; Gelet op artikel 22 van het decreet van 17 juli 2000 houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt; Gelet op hoofdstuk II van het Besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 2004 inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen (hierna het Besluit ); Gezien de aanvraag tot toekenning van groenestroomcertificaten voor de elektriciteit opgewekt door de productie-installatie, bestaande uit een restafvalverbrandingsinstallatie met een totaal elektrisch vermogen van 21 MW, waarvan het vermogen voor het opwekken van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen 8,6 MW bedraagt, gelegen te Haven 1940, Molenweg, 9130 Doel-Beveren, (hierna productie-installatie genoemd) ingediend door lectrabel NV, Regentlaan 8, 1000 Brussel (hierna aanvrager genoemd), ontvangen door de VRG op 13 mei 2004; Gezien het verzoek van de VRG aan de aanvrager op 7 juni 2004 om zijn aanvraagdossier te vervolledigen; Gezien de bijkomende inlichtingen, ontvangen op 18 juni 2004; Gezien het schrijven van de VRG van 5 juli 2004, waarin de aanvrager verzocht werd om zijn aanvraagdossier te vervolledigen; Gezien de bijkomende inlichtingen, ontvangen op 15 juli 2004; Gezien de bijkomende inlichtingen, ontvangen op 19 juli 2004; Gezien de bijkomende inlichtingen, ontvangen op 20 juli 2004; Overwegende dat de aanvrager in het aanvraagdossier verklaart de eigenaar van de elektriciteit te zijn op het moment van productie in de productie-installatie; Overwegende dat de aanvrager bijgevolg de certificaatgerechtigde is, zoals bedoeld in artikel 1, 2, 11 van het Besluit, tot hij melding maakt aan de VRG van een wijziging, zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, 3 van het Besluit; Overwegende dat uit het aanvraagdossier blijkt dat de elektriciteit, geproduceerd door de productieinstallatie, opgewekt wordt uit een hernieuwbare energiebron genoemd in artikel 5 van het Besluit, namelijk biomassa; Gezien de beslissing van OVAM, ontvangen op 19 juli 2004, tot bepaling van de hoeveelheid energie die in aanmerking komt voor het verkrijgen van groenestroomcertificaten; Overwegende dat de OVAM in deze beslissing geargumenteerd heeft dat 41,08% van de energieinhoud van de afvalstoffen ingezet voor de generatie van elektriciteit in aanmerking komt voor het toekennen van groenestroomcertificaten; Overwegende dat de productie-installatie meer dan kwh elektriciteit per jaar opwekt of zal opwekken en dat bijgevolg een keuringsverslag dient te worden overgemaakt; Overwegende dat het keuringsverslag werd opgemaakt door een erkend organisme, zoals bedoeld in artikel 6, 1, eerste lid, van het Besluit. Pagina 2 van 6

3 Overwegende dat het keuringsverslag bevestigt dat de elektriciteit die door de productie-installatie wordt geproduceerd, opgewekt wordt uit een hernieuwbare energiebron, bedoeld in artikel 5 van het Besluit; Overwegende dat het keuringsverslag bevestigt dat de meting van de geproduceerde elektriciteit voldoet aan de nationale en internationale normen en voorschriften; Overwegende dat de meting, bedoeld in artikel 8, 1, van het Besluit gebeurt door de netbeheerder, namelijk LIA; Overwegende dat de VRG van mening is dat de meting van de in de productie-installatie opgewekte elektriciteit dient te worden aangevuld met andere metingen, namelijk [...] 1 calorische waarde van het afval, hoeveelheid verwerkt afval, aantal werkingsuren van de turbine, aantal start/stops van de turbine, stookolieverbruik, tonnage afval ingevoerd uit het buitenland, afstand afgelegd met ingevoerd afval tot aan de grens van het Vlaams Gewest omdat deze metingen nodig zijn om de netto geproduceerde elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen te bepalen; [Overwegende dat deze metingen door de aanvrager aan de VRG worden overgemaakt] 1 ; Overwegende dat moet worden rekening gehouden met artikelen 10, 11 en 12 van het Besluit om te komen tot een correcte berekening van het aantal toe te kennen groenestroomcertificaten; Overwegende dat de aanvraag en de productie-installatie bijgevolg voldoen aan de terzake van toepassing zijnde decretale en reglementaire voorwaarden tot toekenning van groenestroomcertificaten; Beslist: Artikel 1. De elektriciteit, die wordt opgewekt door de productie-installatie, bestaande uit een restafvalverbrandingsinstallatie met een totaal elektrisch vermogen van 21 MW, waarvan het vermogen voor het opwekken van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen 8,6 MW bedraagt, gelegen te Haven 1940, Molenweg, 9130 Doel-Beveren, (hierna productie-installatie ), voldoet aan de voorwaarden voor de toekenning van groenestroomcertificaten, bedoeld in de artikelen 5 en 6 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 2004 inzake de bevordering van de elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen. Art. 2. Het aantal groenestroomcertificaten dat in een bepaalde maand door de VRG zal worden toegekend voor de elektriciteit geproduceerd in de productie-installatie, bedoeld in artikel 1, gebeurt op basis van de volgende berekening: [ GSC = ( bruto - fossiel - A) x aandeel_groen aftrek_transportenergie Waarbij: Pagina 3 van 6

4 bruto = Bruto elektriciteitsproductie, in MWh = (22.1) + [ (22.10) x 1,01] Waarbij: (22.1) = De bruto elektriciteitsproductie gemeten door LIA met de meter 22.1, zoals aangegeven op het schema in het keuringsverslag dat de VRG ontving op 19 juli 2004 (22.10) = De bruto elektriciteitsproductie gemeten door LIA met de meter 22.10, zoals aangegeven op het schema in het keuringsverslag dat de VRG ontving op 19 juli 2004 fossiel = lektriciteitsproductie op basis van fossiele brandstof, in MWh Input fossiel = T bruto Input totaal met hierin: Input totaal = Input fossiel + Input afval Input afval = energie-inhoud van de toevoer van afval, omgerekend naar MWh Input fossiel = energie-inhoud van de toevoer van fossiele brandstof, omgerekend naar MWh T = Beschikbaarheid turbine = (aantal werkingsuren turbine)/(totaal aantal uren in de maand) A = verbruik van utiliteitsvoorzieningen nodig voor elektriciteitsproductie uit afval, waarvoor geldt: fossiel A = utiliteit 1 - bruto ] 1 waarbij: utiliteit = Berekend elektriciteitsverbruik van de utiliteitsvoorzieningen nodig voor de elektriciteitsproductie, in MWh, berekend op basis van het aantal bedrijfsuren en het aantal start/stops volgens de methode uiteengezet in punt 5.5 van het document dat de VRG ontving op 18 juni 2004; aandeel_groen = het aandeel van organisch-biologische stoffen in de energie-inhoud van het afval. Dit cijfer is vastgelegd door de OVAM en bedraagt Aftrek transportenergie = Met: B B x V x Y x Z W = hoeveelheid afval dat in de betreffende periode uit het buitenland wordt ingevoerd (ton) Pagina 4 van 6

5 V W Y Z = afstand van de plaats van herkomst tot aan de grens van het Vlaams Gewest (km/vrachtwagen) = hoeveelheid afval in 1 vrachtwagen (ton/vrachtwagen) = brandstofverbruik van de vrachtwagen (liter/km) = onderste verbrandingswaarde van de brandstof (kwh/liter) [Art. 2bis. Het aantal groenestroomcertificaten zoals bedoeld in Artikel 2, dat bij uitreiking de vermelding nog niet gebruikt krijgt, zoals bedoeld in artikel 13, 2, 8 van het Besluit, wordt bepaald door GvO, op basis van volgende formule: GvO= inj GSC netto lokaal In deze uitdrukking is: GvO inj netto-lokaal de hoeveelheid elektrische energie uit hernieuwbare energiebronnen, die door de productie-installatie, bedoeld in Artikel 1, geproduceerd wordt en ook geïnjecteerd wordt in het transmissienet tijdens de betreffende maand, uitgedrukt in MWh; de hoeveelheid elektrische energie, die via het toegangspunt Indaver_Doel wordt geïnjecteerd in het transmissienet van lia, bepaald als de som van de metingen door de meter met referentie KT812 en de meter 22.9 met referentie KT811; de totale hoeveelheid geproduceerde elektriciteit in de betreffende maand op het elektriciteitsnet van Indaver dat verbonden is met het transmissienet via het toegangspunt Indaver_Doel, met aftrek van het elektrisch verbruik van de hulpdiensten van de elektriciteitsproductie, berekend als: netto-lokaal = bruto utiliteit waarbij bruto en utiliteit verklaard worden zoals in Artikel 2 van deze beslissing en wordt GSC verklaard zoals in Artikel 2 van deze beslissing. Het aantal groenestroomcertificaten zoals bedoeld in Artikel 2, dat bij uitreiking de vermelding ter plaatse gebruikt krijgt, zoals bedoeld in Artikel 13, 2, 8 van het Besluit, wordt bepaald als het verschil tussen GSC zoals bedoeld in Artikel 2 van deze beslissing, en GvO ] 1 ] 1 Art. 3. Het aantal groenestroomcertificaten zal worden toegekend voor de elektriciteit geproduceerd in de productie-installatie, bedoeld in artikel 1, volgens de berekening, bedoeld in artikel 2, gebeurt op basis van de meetgegevens die door LIA maandelijks aan de VRG worden overgemaakt met betrekking tot de in de productie-installatie opgewekte elektriciteit tijdens de voorgaande maand, zijnde (22.1) en (22.10). De rapportering van deze meetgegevens wordt aangevuld met de maandelijkse rapportering van volgende bijkomende gegevens door de aanvrager, om de netto geproduceerde elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen te berekenen: [...] 1 Pagina 5 van 6

6 calorische waarde van het afval, gebruikt om Input afval te berekenen, hoeveelheid verwerkt afval, gebruikt om Input afval te berekenen, aantal werkingsuren van de turbine, gebruikt om T en utiliteit te berekenen, aantal start/stops van de turbine, gebruikt om utiliteit te berekenen, stookolieverbruik, gebruikt om Input fossiel te berekenen, tonnage afval ingevoerd uit het buitenland B, afstand afgelegd met ingevoerd afval tot aan de grens van het Vlaams Gewest V. Art. 4. De eerste toekenning van groenestroomcertificaten zal gebeuren op basis van de elektriciteit die is opgewekt vanaf 1 juli [De vermeldingen nog niet gebruikt en ter plaatse gebruikt, zoals bedoeld in artikel 2bis van deze beslissing, worden aangebracht op de groenestroomcertificaten die worden toegekend op basis van de opgewekte elektriciteit vanaf 1 januari 2006.] 1 Art. 5. Tenzij de productie-installatie op jaarbasis minder dan MWh aan elektriciteit opwekt uit een hernieuwbare energiebron, zal de laatste toekenning van groenestroomcertificaten gebeuren voor de elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen die wordt geproduceerd tot en met 30 juni 2006, tenzij ten laatste op deze datum een nieuw keuringsverslag kan worden voorgelegd aan de VRG dat voldoet aan de voorwaarden van artikel 6, 1 van het Besluit. Deze procedure dient om de twee jaar te worden herhaald. Voor de VRG Brussel, 20 juli 2004, André Pictoel De [Gedelegeerd Bestuurder] 1, 1 Gewijzigd bij beslissing van de VRG van 24 januari 2007 Pagina 6 van 6