Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 26 juli 2005

Transcriptie

1 Vlaamse Reulerinsinstantie voor de lektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Konin Albert II-laan 7 B-1210 Brussel Tel ax mail: info@vre.be Web: Beslissin van de Vlaamse Reulerinsinstantie voor de lektriciteits- en Gasmarkt van 26 juli 2005 met betrekkin tot de oedkeurin van de aanvraa tot toekennin van warmtekrachtcertificaten voor de warmtekrachtbesparin erealiseerd door de warmtekrachtinstallatie bestaande uit een interne verbrandinsmotor, met een elektrisch vermoen van 1145 kw, eleen te Bolkse Dijk 8A, 2310 Rijkevorsel. (referentie: WKC-0014) BSL

2 BSL /07/2005 De Vlaamse Reulerinsinstantie voor de lektriciteits- en Gasmarkt; Gelet op de artikelen 16 en 25bis van het decreet van 17 juli 2000 houdende de oranisatie van de elektriciteitsmarkt; Gelet op hoofdstuk II van het Besluit van de Vlaamse reerin van 7 september 2001 tot bepalin van de voorwaarden waaraan een kwalitatieve warmtekrachtinstallatie moet voldoen (hierna het Besluit Kwalitatieve WKK ); Gelet op het Besluit van de Vlaamse reerin van 5 maart 2004 houdende de openbaredienstverplichtin ter bevorderin van de elektriciteitsopwekkin in kwalitatieve warmtekrachtinstallaties (hierna het Besluit WKC ); Gelet op de beslissin van de VRG van 14 oktober 2003 tot de bepalin van de nadere reels betreffende de procedure tot beoordelin van een kwaliteitserkennin van een warmtekrachtinstallatie; Gezien de aanvraa tot toekennin van warmtekrachtcertificaten voor de warmtekrachtbesparin erealiseerd door de warmtekrachtinstallatie bestaande uit een interne verbrandinsmotor, met een elektrisch vermoen van 1145 kw, eleen te Bolkse Dijk 8A, 2310 Rijkevorsel, (hierna de Warmtekrachtinstallatie enoemd) inediend door lectrabel N.V. (hierna de aanvraer enoemd), ontvanen door de VRG op 31 maart 2005 (referentie: WKC-0014); Gezien het schrijven van de VRG van 3 juni 2005, waarin de aanvraer werd verzocht om zijn aanvraadossier te vervolledien; Gezien de bijkomende inlichtinen, door de VRG ontvanen op 5 juli 2005, 14 juli 2005 en 19 juli 2005; Overweende dat de VRG vaststelt dat het aanvraadossier volledi werd inediend; Overweende dat de aanvraer in het aanvraadossier verklaart de eienaar van de Warmtekrachtinstallatie te zijn; Overweende dat de Warmtekrachtinstallatie eleen is in het Vlaams Gewest; Overweende dat de door de Warmtekrachtinstallatie eproduceerde warmte nutti wordt ebruikt, namelijk voor de aanmaak van warm water en warme lucht, voor de verwarmin van een serre; Overweende dat uit de aanvraa blijkt dat de Warmtekrachtinstallatie, zoals vereist in artikel 2 van het Besluit Kwalitatieve WKK, voorzien is van de nodie installaties die de eproduceerde warmte, ezien de stand van de techniek, zo efficiënt moelijk kunnen afnemen en transporteren tot de plaats waar ze nutti aanewend kan worden; Overweende dat de Warmtekrachtinstallatie elektrische enerie injecteert in een net op een spannin van 15 kv; Overweende dat de Warmtekrachtinstallatie een relatieve primaire eneriebesparin realiseert van 25,54% ten opzichte van de escheiden productie van warmte en elektriciteit; Overweende dat deze relatieve primaire eneriebesparin als volt werd berekend: Paina 2 van 6

3 BSL /07/2005 RP = 1 1 w w In de bovenstaande uitdrukkin is: netto, = het nominaal elektrisch rendement van de Warmtekrachtinstallatie; w, w = het nominaal thermisch rendement van de Warmtekrachtinstallatie voor de aanmaak van warm water;, = het nominaal thermisch rendement van de Warmtekrachtinstallatie voor de aanmaak van warme lucht; = P, het eschatte lijkse brandstofverbruik; nom netto, = P, nom de eschatte lijkse netto-productie van elektrische enerie; w, = Pw, nom de eschatte lijkse productie van warm water;, = P, nom, k de eschatte lijkse nuttie productie van warme lucht; het nominaal brandstofverbruik van de Warmtekrachtinstallatie, elijk aan nom 3076 kw; het nominaal elektrisch vermoen van de Warmtekrachtinstallatie, elijk aan nom 1145 kw; P w, nom het nominaal thermisch vermoen van de Warmtekrachtinstallatie voor de aanmaak van warm water, elijk aan 1635 kw; het nominaal thermisch vermoen van de Warmtekrachtinstallatie voor de nom aanmaak van warme lucht, elijk aan 84 kw; h het eschatte aantal uren per dat de Warmtekrachtinstallatie in bedrijf is voor de aanmaak van warm water, elijk aan 5000; h, het eschatte aantal uren per de Warmtekrachtinstallatie ook warme lucht aanmaakt, elijk aan 1500; Paina 3 van 6

4 BSL /07/2005 k een correctiefactor die rekenin houdt met het feit dat de warme lucht niet altijd als nuttie warmte kan beschouwd worden, namelijk wanneer de temperatuur in de serre al hoer is dan 20 C, elijk aan 0,95; het elektrische referentierendement voor de aanmaak van elektrische enerie op een spannin laer dan of elijk aan 15kV, elijk aan 50%; w het thermische referentierendement voor de aanmaak van warm water, elijk aan 90%; het thermische referentierendement voor de aanmaak van warme lucht, elijk aan 93%. Overweende dat de Warmtekrachtinstallatie bijevol een relatieve primaire eneriebesparin realiseert die roter is dan of elijk is aan 5% ten opzichte van de escheiden productie van warmte en elektriciteit, zoals vereist in artikel 3 van het Besluit Kwalitatieve WKK; Overweende dat de Warmtekrachtinstallatie voorzien is van de nodie meetapparatuur om permanent de netto-elektriciteitsproductie, de benutte warmte en het brandstofverbruik te meten en deze meetapparatuur, evenals de meetopstellin en de toeepaste meetprocedures voldoen aan de terzake eldende internationale en nationale normen, zoals in artikel 4 van het Besluit Kwalitatieve WKK wordt vereist van warmtekrachtinstallaties met een elektrisch nominaal vermoen roter dan 200 kw; Overweende dat de warmtekrachtinstallatie bijevol voldoet aan de voorwaarden voor een kwalitatieve warmtekrachtinstallatie, vasteled in uitvoerin van artikel 16 van het lektriciteitsdecreet; Overweende dat de Warmtekrachtinstallatie een elektrisch nominaal vermoen heeft dat roter is dan 1 MW en dat bijevol overeenkomsti artikel 2, 1, 4 van het Besluit WKC een keurinsversla dient te worden bijevoed bij het aanvraadossier; Overweende dat het keurinsversla werd opemaakt door een eaccrediteerde keurinsinstantie, zoals bedoeld in artikel 2, 1, van het Besluit WKC, met name AIB-Vinçotte; Overweende dat de keurinsinstantie in het keurinsversla bevestit dat de metinen die met behulp van de meetapparatuur, bedoeld in artikel 4, 1, van het Besluit Kwalitatieve WKK, werden verricht, voldoen aan de in dat artikel estelde voorwaarden; Overweende dat de metinen van elektriciteit, bedoeld in artikel 7, 1, eerste lid, van het Besluit WKC, door IVKA aan de VRG worden overemaakt; Overweende dat de VRG van menin is dat deze metinen, bedoeld in artikel 7, 1, eerste lid, van het Besluit WKC, dienen te worden aanevuld met andere metinen om de warmtekrachtbesparin te bepalen, namelijk de metinen die in artikel 2 van deze beslissin worden openomen; Overweende dat de Warmtekrachtinstallatie in dienst werd enomen na 1 januari 2002, namelijk op 1 juli 2004; Paina 4 van 6

5 BSL /07/2005 Overweende dat de Warmtekrachtinstallatie bijevol voldoet aan de cumulatieve voorwaarden van artikel 10 van het Besluit WKC; Overweende dat de aanvraa en de Warmtekrachtinstallatie bijevol voldoen aan de terzake van toepassin zijnde decretale en relementaire voorwaarden tot toekennin van warmtekrachtcertificaten; Beslist: Artikel 1. De warmtekrachtbesparin, die wordt erealiseerd door de warmtekrachtinstallatie bestaande uit een interne verbrandinsmotor met een elektrisch vermoen van 1145 kw, eleen te Bolkse Dijk 8A, 2310 Rijkevorsel, voldoet aan de voorwaarden voor de toekennin van warmtekrachtcertificaten, bedoeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse reerin van 5 maart 2004 houdende de openbaredienstverplichtin ter bevorderin van de elektriciteitsopwekkin in kwalitatieve warmtekrachtinstallaties. Artikel 2. Het aantal warmtekrachtcertificaten dat in een bepaalde maand door de VRG zal worden toeekend voor de warmtekrachtbesparin erealiseerd door de Warmtekrachtinstallatie, bedoeld in artikel 1, wordt bepaald door WKB = netto w w met het elektrische referentierendement voor de aanmaak van elektrische enerie op een spannin laer dan of elijk aan 15kV, elijk aan 50%; w het thermische referentierendement voor de aanmaak van warm water, elijk aan 90%; het thermische referentierendement voor de aanmaak van warme lucht, elijk aan 93%. het brandstofverbruik van de Warmtekrachtinstallatie in de betreffende maand, uitedrukt in MWh, bepaald door de meter Actaris, type Delta G250 N , met corrector GT, Actaris, type SVC-D, N P37545, door lectrabel N.V. aan de VRG overemaakt met betrekkin tot de door de Warmtekrachtinstallatie verbruikte hoeveelheid brandstof; netto de netto-productie van elektrische enerie in de betreffende maand, uitedrukt in MWh, bepaald door de meter Satec, type C191-HM en N , op basis van de meeteevens die door IVKA aan de VRG worden overemaakt met betrekkin tot de door de Warmtekrachtinstallatie opewekte elektriciteit; w de warmteproductie door de aanmaak van warm water in de betreffende maand, uitedrukt in MWh, bepaald door de meters ndress&hausser, type Proma P/50, Paina 5 van 6

6 BSL /07/2005 N (debiet), Aqua Metro, type Calec MB, N /00 (warmtetellin) en Sondes PT100 PLC85/100/2 N 10486/2001 (temperatuur), door lectrabel N.V. aan de VRG overemaakt met betrekkin tot de door de Warmtekrachtinstallatie opewekte warmte in de vorm van warm water; de warmteproductie door de aanmaak van warme lucht in de betreffende maand, uitedrukt in MWh, bepaald door = P, nom maand, k, met het nominaal thermisch vermoen van de Warmtekrachtinstallatie voor de nom aanmaak van warme lucht, elijk aan 84 kw; h, het aantal uren in de betreffende maand dat de Warmtekrachtinstallatie warme maand lucht in de serre heeft eïnjecteerd, bepaald door de metin uit het proramma Insite, door lectrabel N.V. aan de VRG overemaakt; k een correctiefactor die rekenin houdt met het feit dat de warme lucht niet altijd als nuttie warmte kan beschouwd worden, namelijk wanneer de temperatuur in de serre al hoer is dan 20 C, elijk aan 0,95; Artikel 3. De eerste toekennin van warmtekrachtcertificaten zal ebeuren op basis van de warmtekrachtbesparin die wordt erealiseerd vanaf 1 juli Artikel 4. De laatste toekennin van warmtekrachtcertificaten zal ebeuren op 30 juni 2007, tenzij ten laatste op deze datum een versla kan worden vooreled aan de VRG over de wijze waarop aan de voorwaarden voor een kwalitatieve warmtekrachtinstallatie wordt voldaan, overeenkomsti artikel 12 van het Besluit Kwalitatieve WKK. Deze procedure dient om de twee te worden herhaald. Artikel 5. De toeekende warmtekrachtcertificaten zijn aanvaardbaar in het kader van de certificatenverplichtin van een elektriciteitsleverancier. Vanaf de maand juli 2008 worden de toeekende warmtekrachtcertificaten slechts voor X% van het aantal voorelede derelijke warmtekrachtcertificaten aanvaard volens artikel 10, 1, van het Besluit WKC. Voor de VRG Brussel, 26 juli 2005, De Voorzitter, André Pictoel Paina 6 van 6