De arts-patiëntverhouding anders bekeken I. DE GROOTE, A.DE RICK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De arts-patiëntverhouding anders bekeken I. DE GROOTE, A.DE RICK"

Transcriptie

1 H U I S A R T S & P R A K T I J K D E H E C H T I N G B O R D E R L I N E P E R S O O N L I J K H E I D S S T O O R N I S E N De arts-patiëntverhouding anders bekeken I. DE GROOTE, A.DE RICK De borderlinepersoonlijkheidsstoornis wordt meer en meer erkend, wat zowel voor de patiënt als de begeleider een grote stap vooruit is. Toch is het werken met borderlinepatiëten zeker niet vanzelfsprekend. Door hun onveilige hechting hebben deze patiënten een fundamenteel wantrouwen tegenover anderen opgebouwd, waardoor ook de behandeling vaak moeizaam verloopt. Om te vermijden dat de huisarts te veel op zich neemt, moeten duidelijke afspraken worden gemaakt. Ook is doorverwijzing vaak noodzakelijk om de intense begeleiding meer te spreiden. geplaatst worden De borderlinepersoonlijkheidsstoornis heeft de laatste jaren heel wat aan populariteit gewonnen, zowel in psychologische als in medische kringen. Het beeld dat door de DSM naar voor wordt geschoven, lijkt aan geen enkel hulpverlenersoog te ontsnappen, ook niet aan dit van de huisarts. Dit neemt niet weg dat de borderliner vele gezichten heeft. Zo definieert de DSM-IV de stoornis aan de hand van negen criteria (zie tabel), waarvan er slechts vijf aanwezig moeten zijn om de diagnose te stellen 1. Dit maakt dat er 256 mogelijke combinaties van criteria zijn! De ene borderliner is duidelijk de andere niet. Deze heterogeniteit Door de heterogeniteit wordt borderline soms een containerbegrip waarin alle moeilijke patiënten maakt de term al snel tot een containerbegrip waarin alle moeilijke patiënten geplaatst worden. Een ander probleem is dat met zijn eenzijdige focus op het gedrag, de DSM geen handvaten aanreikt voor het begrijpen van dit gedrag en nog veel minder voor het therapeutische handelen. Daarvoor is het noodzakelijk een blik te werpen op de ontstaansgrond van de borderlinepersoonlijkheidsstoornis. In deze bijdrage zullen we aandacht besteden aan de hechting als belangrijke etiologische factor. Eerst zullen we een aantal sleutelbegrippen uit de hechtingstheorie verhelderen, vervolgens bespreken we de relatie met de borderlinepersoonlijkheidsstoornis om daarna de klinische implicaties hiervan voor de huisarts toe te lichten. Sleutelbegrippen uit de hechtingstheorie Ontstaan van hechting Algemeen wordt Bowlby beschouwd als de grondlegger van de hechtingstheorie 2. Hij definieert de hechtingsrelatie als een duurzame affectieve band tussen het kind en de opvoeder (hechtingsfiguur). In situaties van uitwendig gevaar of Tabel: DSM-IV criteria voor borderlinepersoonlijkheidsstoornis. Een diepgaand patroon van instabiliteit in intermenselijke relaties, zelfbeeld en affecten en van duidelijke impulsiviteit, beginnend in de vroege volwassenheid en tot uiting komend in diverse situaties zoals blijkt uit vijf (of meer) van de volgende criteria: 1 Krampachtig proberen te voorkomen om feitelijk of vermeend in de steek gelaten te worden. Reken hier niet het suïcidale of automutilerende gedrag toe, aangegeven in criterium 5. 2 Een patroon van instabiele en intense intermenselijke relaties, gekenmerkt door wisselingen tussen overmatig idealiseren en kleineren. 3 Identiteitsstoornis: duidelijk en aanhoudend instabiel zelfbeeld of zelfgevoel. 4 Impulsiviteit op ten minste twee gebieden die in potentie de betrokkene zelf kunnen schaden (bijvoorbeeld geld verkwisten, seks, misbruik van middelen, roekeloos autorijden, vreetbuien). Reken hier niet het suïcidale of automutilerende gedrag toe, aangegeven in criterium 5. 5 Recidiverende suïcidale gedragingen, gestes of dreigingen, of automutilatie. 6 Affectlabiliteit als gevolg van duidelijke reactiviteit van de stemming (bijvoorbeeld periodes van intense somberheid, prikkelbaarheid of angst meestal enkele uren durend en slechts zelden langer dan een paar dagen). 7 Chronisch gevoel van leegte. 8 Inadequate, intense woede of moeite kwaadheid te beheersen (bv. frequente driftbuien, aanhoudende woede of herhaaldelijk vechtpartijen). 9 Voorbijgaande, aan stress gebonden paranoïde ideeën of ernstige dissociatieve verschijnselen. Huisarts Nu juli 2007; 36(6) 289

2 innerlijke spanning zal het kind hechtingsgedrag stellen glimlachen, huilen, zich vastklampen om de nabijheid en responsiviteit van de opvoeder aan te wakkeren. Door de reactie van de verzorger op dit appel ontstaat er een wederzijdse interactie op basis waarvan het kind mentale representaties van die relatie kan opbouwen. Dit zijn interne werkmodellen die het subject onbewust hanteert en die het beeld sturen dat het kind heeft van zichzelf en van anderen. Ze kunnen worden intimiteit gezien als de organiserende factoren binnen het psychisme van het subject. Het kind probeert aan de hand van die interne werkmodellen het waarschijnlijke gedrag van de hechtingsfiguur te voorspellen, te anticiperen en te interpreteren, om er het eigen gedrag, denken en voelen op af te stemmen. Wanneer er bijvoorbeeld niet of afwijzend gereageerd wordt op de signalen van het kind, zal het zijn pogingen tot het zoeken van nabijheid en hulp na verloop van tijd opgeven vanuit de gedachte wat ik ook doe, ik sta er alleen voor. Reageert de verzorger op een inconsistente manier nu eens belonend, dan straffend zonder dat er een verband is met het gedrag van het kind zelf, dan is het zeer moeilijk om dit gedrag te voorspellen, wat leidt tot angst en verwarring. Beide reacties hypothekeren de kans op een veilige hechting. Veilige en onveilige hechtingsstijlen Volgens Bowlby zijn de representationele modellen van de hechtingsfiguren en van het eigen ik vrij stabiel en duurzaam in tijd: ze blijven vanuit de kindertijd gedurende de volwassenheid doorwerken en worden een deel van de persoonlijkheid 3. Het is dan ook vanuit die context dat men spreekt van een hechtingsstijl. Iemand met een veilige hechtingsstijl heeft een goede integratie bereikt tussen het exploreren van de buitenwereld enerzijds en het zoeken naar intimiteit anderzijds. Bij een onveilige hechting raakt de balans uit evenwicht. We kunnen drie onveilige hechtingsstijlen onderscheiden. In het geval van een angstig-ambivalente hechtingsstijl heeft men de ander in extreme mate nodig, wat zich kan uiten in het compulsief zorg vragen of geven (hyperactivering van het hechtingssysteem). Men vreest vaak door de ander niet graag gezien te worden en kampt met verlatingsangst. Wie hoofdzakelijk vermijdend gehecht is, gaat eerder afstand nemen van de ander en elke vorm van steun of hulp door de ander afwijzen (desactivering van het hechtingssysteem). In Iemand met een veilige hechtingsstijl heeft een goede integratie bereikt tussen het exploreren van de buitenwereld en het zoeken naar Studies hebben aangetoond dat wijzigingen in hechting mogelijk zijn onder invloed van ervaringen met betekenisvolle anderen de hierboven genoemde gevallen is er dus sprake van een bepaalde strategie die gehanteerd wordt door het subject. Dit is niet zo bij de gedesorganiseerde of onverwerkte hechting. Gedesorganiseerd gedrag toont zich onder de vorm van gelijktijdige toenadering en vermijding, waarbij een kind bijvoorbeeld naar zijn moeder toe kruipt maar zijn hoofdje afwendt. Deze laatste hechtingsstijl komt vaak voor wanneer er sprake is (geweest) van traumatische ervaringen 4. Bowlby s assumptie inzake de duurzaamheid van de interne werkmodellen werd empirisch onderbouwd via longitudinale studies. Zo werd er bij 75% een overeenkomst in hechtingsstijl vastgesteld tussen kindertijd, adolescentie en volwassenheid. Dit mag echter geen aanleiding zijn tot doemdenken in de zin van: eens onveilig gehecht, altijd onveilig gehecht. Studies hebben immers aangetoond dat wijzigingen in hechting mogelijk zijn onder invloed van ervaringen met betekenisvolle anderen 5. Dit betekent meteen ook dat therapie zinvol kan zijn, waarover verder meer. Vragenlijsten Tegenwoordig bestaan er diverse zelfrapporteringsvragenlijsten om de hechtingsstijl na te gaan. Deze vragenlijsten peilen hetzij naar vroegere hechtingservaringen, hetzij naar de huidige visie op het interpersoonlijk functioneren. Het gehechtheids-biografisch interview levert een andere manier om de gehechtheid na te gaan, waarbij het accent niet zozeer ligt op wat verteld wordt, maar op hoe dat gebeurt. Veilig gehechten beschrijven op aannemelijke wijze zowel positieve als negatieve hechtingservaringen en doen dat op een samenhangende manier. Wat de positieve ervaringen betreft, valt er weinig verschil te bemerken tussen de veilige en de vermijdende groep, maar dat ligt anders wanneer het gaat over negatieve ervaringen. Op dat punt minimaliseren de vermijdend gehechten het belang van hechting door bijvoorbeeld bepaalde pijnlijke gebeurtenissen te ontkennen of te normaliseren, hun ouders te idealiseren, of te zeggen dat net deze ervaringen hen gevormd hebben tot een sterke persoon. Bovendien kunnen ze geen concrete voorbeelden geven wanneer hen gevraagd wordt de relatie met hun opvoeders verder toe te lichten. De verhalen van angstig-ambivalenten zijn dan weer verward, onsamenhangend, tegenstrijdig, bedolven onder talrijke details en doorspekt met veel ne- 290 Huisarts Nu juli 2007; 36(6)

3 gatieve commentaren over de tekortkomingen van hun zorgfiguren. Hoofd- en bijzaken worden niet van elkaar gescheiden en dat weerspiegelt zich in een ongeordend discours. Zo kan een subject zijn moeder in één en dezelfde adem als liefhebbend, kritisch, meelevend, ongeïnteresseerd en teder typeren, en de relatie tussen zijn ouders als toegenegen, afstandelijk, problematisch en gelukkig 6. Bij personen met een onverwerkte hechting is het spreken nog veel meer gedesorganiseerd en zijn er veel punten van uitval. Betekenisverleningssysteem Hechting heeft niet alleen invloed op het interpersoonlijk functioneren maar betreft de totaliteit van het psychisch functioneren. Het is de verdienste van Fonagy et al. om het verband tussen hechting en psychische ontwikkeling empirisch te onderbouwen. Zij toonden aan dat een veilige hechtingsrelatie van primordiaal belang is voor de ontwikkeling van psychische functies zoals de affectregulatie, de identiteitsopbouw en het mentaliseringsvermogen (het vermogen om bepaalde handelingen en toestanden mentaal te interpreteren) 7. Niemand wordt geboren met deze capaciteiten, ze komen tot stand binnen de context van een wederkerige interactie tussen kind en opvoeder. Het is hierbij van belang dat de opvoeder sensitief is voor de signalen van het kind ( Is het moe? Is het te druk? Wil het geknuffeld worden? ) en de interne spanning van het kind spiegelt, verwoordt en ingrijpt om de spanning te moduleren. Op basis van deze interacties ontstaat er een betekenisverleningssysteem, ook wel het representationeel systeem genoemd. Dit stelt het kind in staat zijn emoties en spanningen te benoemen, van elkaar te onderscheiden, steeds verder te differentiëren, gevoelens van anderen te herkennen en te begrijpen, kortom: zelf zijn affecten te reguleren. Het resultaat van deze operatie is dat het subject niet meer passief overgeleverd is aan zijn angsten en spanningen, maar er greep op krijgt 8. Dit betekenisverleningssysteem laat het kind ook toe om andere mentale toestanden zoals gedachten en gevoelens bij zichzelf en anderen te herkennen en te begrijpen, en het vermogen te ontwikkelen om na te denken over eigen en andermans denken. Fonagy noemt dit de reflectieve functie 7. Bij borderlinepatiënten komen de categorieën van de angstig-ambivalente en gedesorganiseerde hechting het meeste voor Borderlinepatiënten hebben een fragiele identiteit: verlies van de ander betekent verlies van zichzelf Psychische functioneringsmodi Volgens Fonagy et al. doorloopt het kind drie verschillende functioneringswijzen die de verhouding tussen zijn innerlijke wereld (gevoelens, fantasieën, gedachten) en de buitenwereld typeren, de zogenaamde psychische modi. Het heel jonge kind functioneert in de psychische equivalentiemodus waarbij alle ervaringen gelijkgesteld worden, of ze nu uit de externe of interne wereld komen. Een kind gaat er dan van uit dat anderen hetzelfde voelen als hijzelf of meent dat wat hij denkt, ook in realiteit gaat gebeuren. Dit verandert drastisch wanneer het functioneert in de alsof-modus ( pretend mode ). Hier is er sprake van een totale scheiding tussen de innerlijke wereld en de externe realiteit. Het kind kan in zijn fantasie of gedachten ongeremd van alles beleven zonder dat dit een impact heeft op reële situaties of personen. Zo kan het kind zijn ouders in zijn fantasie of spel de meest hachelijke avonturen laten beleven zonder dat het bang hoeft te zijn dat zijn ouders ook daadwerkelijk iets overkomt. Daarnaast staat het kind wel in connectie met de externe realiteit, maar de scheiding tussen beide werelden moet compleet zijn op het gevaar af angst uit te lokken. Gaandeweg leert het kind te onderkennen wat in zijn ervaring het aandeel is van de externe realiteit en dat van zijn eigen of andermans innerlijke psychische wereld. De integratie van beide modi maakt dus dat beide werelden van elkaar kunnen worden gedifferentieerd en tegen elkaar afgewogen; er kan met andere woorden over gedacht worden, wat meteen een eerste stap is in het mentalisatieproces. Fonagy en Target stellen dat het kind dan een reflectieve functie ontwikkeld heeft 9. Borderlinepersoonlijkheidsstoornis vanuit de hechtingstheorie Onveilig gehecht Onderzoek toont aan dat de meerderheid van de volwassenen die de diagnose van borderlinepersoonlijkheidsstoornis kregen, onveilig gehecht zijn, waarbij de categorieën van de angstig-ambivalente en gedesorganiseerde hechting het meest voorkomen 10. We hebben al besproken dat de angstig-ambivalente stijl zich kenmerkt door een angst om in de steek gelaten te worden en de liefde van de ander te verliezen. Het eerste criterium van de DSM-definiëring kan dan ook vanuit deze hechtingsstijl begrepen worden. Wat de DSM evenwel niet aanstipt, is dat deze angst zich niet alleen kan uiten in het compulsief zorg vragen, maar ook in het compulsief zorg geven. De overige criteria kunnen perfect begrepen worden vanuit een psychisch ontwikkelingsperspectief in de zin van Huisarts Nu juli 2007; 36(6) 291

4 het ontbreken of slechts in geringe mate aanwezig zijn van psychische functies zoals affectregulatie en mentalisatie, wat tevens binnen een gebrekkige identiteitsopbouw kadert. Centraal in de DSM-definiëring van borderline staat de stoornis in affectregulatie: impulsiviteit (4), affectlabiliteit (6) en woede (8) (zie tabel blz. 289). Onveilig gehechte subjecten hebben niet geleerd om in en via de relatie met hechtingsfiguren zelf hun interne spanning en angst psychisch te bewerken, waardoor ze hun toevlucht moeten zoeken tot andere manieren. Eén daarvan is die spanning af te reageren via fysieke weg, op de externe wereld (bijvoorbeeld vandalisme), op anderen (bijvoorbeeld vechtpartijen, roepen en tieren), of ten aanzien van het eigen lichaam (automutilatie, middelengebruik, vasten of overdreven eten, excessief seksueel gedrag, zelfdestructief of suïcidaal gedrag). Fragiele identiteit De fragiele identiteit van de patiënten toont zich in de manier waarop ze over zichzelf spreken. Ze voelen zich vooral leeg (7) (zie tabel), spreken moeizaam, hebben het gevoel de wereld in hun eentje niet aan te kunnen. Soms grijpen ze terug naar automutilatie om alsnog het gevoel te krijgen dat ze bestaan. Bij gebrek aan mentale representaties hebben ze nood aan de concrete aanwezigheid en hulp van anderen. Vandaar het aanklampend gedrag en de angst de ander te verliezen (1) (zie tabel): verlies van de ander betekent immers verlies van zichzelf. Sommigen kunnen echter hun fragiele identiteit goed verbergen: ze bezitten een rijke woordenschat en spreken zeer vlot, engageren zich sociaal en geven de indruk sterk in hun schoenen te staan, maar dat is slechts schijn. Het gebeurt wel vaker dat in confrontatie met pijnlijke gebeurtenissen (vaststelling van een ernstige ziekte, een scheiding, de dood van een geliefd persoon) hun kaartenhuisje in elkaar zakt, waaruit blijkt dat hun gedrag slechts een façade was voor een tekort aan identiteit. We zouden het kunnen vergelijken met een huis dat gebouwd werd zonder grondvesten. Dit aspect vinden we niet onmiddellijk terug in de DSM-definiëring. Hun gedrag is vaak een façade voor een tekort aan identiteit, vergelijkbaar met een huis dat gebouwd werd zonder grondvesten Gebrek aan nuancering Bij deze patiënten zijn de eigen identiteit en de identiteit van de ander weinig psychisch uitgewerkt, wat betekent dat ze nogal monolitisch zijn, met weinig ruimte voor nuancering. De ander is dus al goed of al slecht, alwetend of van niets op de hoogte, enzovoort. Dit verklaart het voortdurend balanceren tussen overmatig idealiseren en kleineren van de ander (2) (zie tabel). Recent onderzoek toont eveneens aan dat bij mensen met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis de reflectieve functie slechts in geringe mate ontwikkeld is 6. Dit betekent dat ze zich moeilijk kunnen verplaatsen in de denkwereld van de ander, waardoor ze het gedrag van anderen in extreme mate op zichzelf betrekken (in de trend van de ander kijkt boos, dus hij zal kwaad zijn op mij ) of elke vorm van feedback als kritiek aanzien waardoor hun negatieve zelfbeeld bevestigd wordt ( zie je wel, ik kan niets, ik ben niets waard ). Hierdoor wordt sociaal leren onmogelijk. Om deze verwrongen en vaak rigide cognities en gevoelens over de buitenwereld te verklaren, kunnen we teruggrijpen naar het onderscheid dat Fonagy et al. maken tussen de drie psychische functioneringsmodi. Bij personen in de psychische equivalentiemodus is er geen separatie tussen wat in de buitenwereld gebeurt en binnen henzelf, er is hier sprake van een vorm van magisch denken: gedachten en gevoelens hebben onmiddellijke repercussies op de buitenwereld. Daardoor reageren ze bijvoorbeeld uiterst gevoelig op veranderingen in lichaamshouding van anderen of op externe gebeurtenissen zoals een deur die hard dichtklapt. Ze kunnen deze gebeurtenissen niet in de juiste context plaatsen omdat ze er niet met de nodige afstand naar kunnen kijken. Bij personen die functioneren volgens de alsof-modus is de splitsing tussen binnen- en buitenwereld dan weer totaal. Zo vertelde een vrouw dat ze tijdens het automutileren zelf het gevoel had er niet bij te zijn en kon ze er ook achteraf zeer weinig over vertellen. Bij die patiënten heeft het geen zin te proberen hun innerlijke wereld uit te spitten want woorden, gevoelens, gedachten, enzovoort hebben geen verband met de rest. Als men dat wél probeert te doen, breekt dikwijls angst uit of zien we dat de spanning zich eerder gaat ophopen dan wegvloeien. Deze patiënten trekken zich vaak in hun eigen (denk)wereld terug (dissociatieve verschijnselen (9) zie tabel). Implicaties voor de huisarts Wanneer denken aan borderlinepersoonlijkheidsstoornis? Uit het voorgaande mag duidelijk zijn dat het vaststellen van een borderlinepersoonlijkheidsstoornis een andere kijk en vooral een andere manier van luisteren vereist dan het diagnosticeren van een klassieke medische aandoening. De DSM-IV pretendeert dan wel te beschikken over objectie- 292 Huisarts Nu juli 2007; 36(6)

5 ve criteria voor het stellen van een diagnose, maar de context waarin deze criteria begrepen en geïnterpreteerd moeten worden, ontbreekt nagenoeg volledig. De hechtingstheorie zoals we hierboven hebben beschreven, kan hierbij als kader fungeren. FUNDAMENTEEL WANTROUWEN Een eerste belangrijke indicatie voor een borderlinepersoonlijkheidsstoornis is de manier waarop de patiënt zich verhoudt tot anderen in het algemeen en tot de huisarts in het bijzonder. Deze relaties staan in het teken van een fundamenteel wantrouwen, omdat ze niet suïcidepoging gestoeld zijn op een veilige hechtingsbasis. Telkens opnieuw zullen ze testen of de ander het wel goed met hen meent. Ten opzichte van de arts kunnen we hier verschillende tendensen waarnemen. Eerst moet de motivatie van de arts om hen te helpen concreet bewezen worden in de vorm van beschikbaarheid bijvoorbeeld tijdens het weekend, bereikbaarheid aan de telefoon, enzovoort. Ook het feit dat de patiënt de arts de ene dag ophemelt en de andere dag kleineert of demoniseert, kan met de wankele hechtingsbasis in verband gebracht worden. Verder kunnen de afwezigheden van de arts (bijvoorbeeld bij verlofperiodes) heftige reacties uitlokken. De meest extreme is de suïcidepoging. Dit kan vanuit de separatieangst worden begrepen: de identiteit van deze patiënten is zo broos dat ze de ander nodig hebben om die te onderstutten, want als de ander er niet meer is, hebben ze het gevoel zelf te verdwijnen. AMBIGUE REACTIE OP DE BEHANDELING Een andere indicatie voor borderline ligt in de manier waarop patiënten reageren op een voorgestelde behandeling of doorverwijzing. In tegenstelling tot veilig gehechten, die eerst de informatie in zich zullen opnemen, zorgvuldig de voor- en nadelen tegenover elkaar afwegen en er dan al dan niet voor gaan, zullen de vermijdend gehechten heel sceptisch staan tegenover elke nieuwe behandeling. De angstig-ambivalente patiënten reageren weer anders: ze klampen zich heel erg vast aan de arts, van wie ze telkens nieuwe behandelingen eisen, om er zich dan toch niet ten volle voor te engageren. Soms proberen ze ook verschillende behandelingen naast elkaar uit, omdat ze zo moeilijk kunnen loslaten of omdat ze heen en weer geslingerd worden tussen ervoor gaan en niet. Bij de patiënten met een onverwerkte hechting vinden we al deze reacties door elkaar. MANIER VAN PRATEN De afwezigheid van de arts, bijvoorbeeld in verlofperiodes, kan heftige reacties uitlokken. De meeste extreme vorm is de Belangrijk voor de vertrouwensrelatie is dat de huisarts hun problematiek erkent, hun klachten ernstig neemt en ze niet afwimpelt als inbeelding, aandachttrekkerij of manipulatie Verder is het belangrijk dat de huisarts bij het omgaan met patiënten met een borderlineproblematiek tijdens de consultatie niet alleen naar de inhoud luistert, maar ook naar de manier waarop de patiënt vertelt. Vermijdend gehechten zullen vaak zeer kort van stof zijn en hun klachten minimaliseren. Bij angstig-ambivalent gehechten zal het moeilijk zijn om een goed zicht te krijgen op hun problemen omdat ze zeer chaotisch praten en eindeloos blijven doorgaan op allerhande details. Patiënten met een gedesorganiseerde hechting zullen zich zeer ontredderd tonen en hun discours zal verschillende punten van uitval kennen, zowel in hun informatie als in hun spreken zelf. GEBREKKIG MENTALISERINGSVERMOGEN Naast het analyseren van het gedrag en de manier van spreken, is het van cruciaal belang na te gaan in welke mate er een vermogen tot mentalisatie aanwezig is. Dit is geen eenvoudige taak. Het vraagt een continue alertheid van de huisarts voor wat er in de consultatieruimte gebeurt, een continu in vraag stellen van wat er met de patiënt gebeurt, wat hij denkt en wat hij voelt. Ook de veelvuldige somatische klachten waarmee de patiënt naar de huisarts komt, kaderen binnen dit gebrekkige mentaliseringsvermogen: omdat de spanning niet op een psychische manier kan worden afgevoerd, zal ze zich inschrijven op het lichaam. Aanbevelingen voor de huisarts VERTROUWENSBAND MET DUIDELIJKE AFSPRAKEN Het is duidelijk dat het werken met deze patiënten een werk van lange adem is. We willen hier een aantal aanbevelingen formuleren. In eerste instantie moet aan de vertrouwensband tussen de huisarts en de patiënt worden gewerkt, want zonder deze band is niets mogelijk. Dit kan door de patiënt de zekerheid te bieden dat hij telkens opnieuw een beroep kan doen op de deskundige hulp van de arts, maar dan wel binnen bepaalde grenzen: enkel voor medische problemen, niet te allen tijde maar op vaste afspraken, enzovoort. Binnen deze context is het aanbevolen dat de huisarts de patiënt ruim op voorhand inlicht over afwezigheden en de tijd neemt om Huisarts Nu juli 2007; 36(6) 293

6 dit samen met de patiënt voor te bereiden. Het is een goed idee dat de huisarts in die periodes voorziet in een alternatief adres, in de oorspronkelijke betekenis van het woord: iemand tot wie de patiënt zich kan wenden in geval van nood. ERKENNING VAN DE KLACHTEN Belangrijk voor het creëren en in stand houden van een vertrouwensrelatie met deze patiënten is dat de huisarts hun problematiek erkent, hun klachten ernstig neemt en ze niet afwimpelt als inbeelding, aandachttrekkerij of manipulatie. MENTALISERENDE POSITIE INNEMEN Een doorverwijzing heeft het best plaats op het ogenblik dat er al een minimum aan vertrouwensband gecreëerd is tussen de huis- De huisarts kan zijn steentje bijdragen in het op gang trekken van het mentaliseringsproces door in eerste instantie zelf een mentaliserende positie in te nemen. Zo kan hij bij het bevragen van de klachten aansturen op verdere nuancering en concretisering, bijvoorbeeld: In welke concrete situaties duikt de hoofdpijn op? Zijn er omstandigheden waarin het verbetert of verergert,? Op die manier nodigt de arts uit tot reflectie, wat er meteen ook voor zorgt dat de patiënt meer zicht en dus ook meer greep op zijn eigen fysieke toestand kan krijgen. Een mentaliserende positie vereist ook dat men zich constant afvraagt welke denkbeelden en gevoelens zowel bij de patiënt als bij zichzelf kunnen verklaren arts en de patiënt wat er op dat ogenblik in de interactie gebeurt ( Waarom zegt de patiënt dit? Waarom gedraagt de patiënt zich op deze manier? Wat brengt die patiënt bij mezelf teweeg? ). De huisarts kan mee betekenis geven aan de verwarring bij de patiënt door dingen voor de patiënt te benoemen. Als de arts bijvoorbeeld de indruk heeft dat de patiënt nogal nerveus en bang is, kan hij daarover feedback geven, waardoor een denken en spreken over mentale toestanden in gang kan worden gezet. De arts zegt bijvoorbeeld: Het lijkt alsof ik je bang maak vandaag? De patiënt antwoordt: Nee, hoe kom je daarbij? De arts: Wel, je kijkt me nauwelijks aan. De patiënt: Ik dacht dat je kwaad op mij was. De arts: Waarom dacht je dat, waaruit leid je dat af? 7. DOORVERWIJZEN Tot slot willen we wijzen op het belang van een goede doorverwijzing. Werken met een borderlinepatiënt kan zo n massaal karakter aannemen, dat dit onmogelijk gedragen kan worden door één persoon. Het moment en de manier van het doorverwijzen zijn daarbij zeer belangrijk. Zo heeft een doorverwijzing het best plaats op het ogenblik dat er al een minimum aan vertrouwensband gecreëerd is tussen de patiënt en de huisarts, tenzij het gaat om een acute crisissituatie waarbij een opname aangewezen is. Opdat de doorverwijzing door de patiënt aanvaard zou worden, is het nuttig deze te situeren binnen de beperking van het vakgebied: een arts is gespecialiseerd in medische problemen en daarvoor kan de patiënt bij zijn huisarts terecht, voor een intensieve psychische begeleiding zijn andere specialisaties vereist. Verder gebeurt het wel eens dat een arts te veel in de huid van therapeut kruipt en pas doorverwijst op het ogenblik dat hij door het steeds dwingender appel van de patiënt overrompeld wordt. Hieraan zijn een aantal risico s verbonden. Zo kan de patiënt de doorverwijzing uiteindelijk toch nog interpreteren als de afwijzing die hij altijd verwacht had. Een ander risico is dat de therapeut daardoor als een vijandige indringer in de relatie tussen de patiënt en de huisarts beschouwd wordt, waardoor het engagement in de psychotherapie zeer beperkt blijft. Nog een andere mogelijkheid is dat zo n doorverwijzing in plaats van de beoogde ontlasting van de huisarts, net een extra belasting wordt omdat de patiënt de arts overstelpt met verhalen over wat er in de psychotherapie gebeurd en gezegd is. Ook hier kan het belang van begrenzing niet voldoende onderstreept worden: enkel het feit dat de psychotherapie lopende is, kan aan bod komen tijdens de consultatie bij de huisarts, niet een uitgebreid verslag van wat zich in de therapie afspeelt. Eens die begrenzing duidelijk is, biedt ze ook een veiligheid en zelfstandigheid aan de patiënt, die op verschillende plaatsen voor verschillende problemen terecht kan en op die manier zelf weer meer greep op zijn eigen leven krijgt. Ten slotte is de manier van doorverwijzen en opvolging erg belangrijk. De huisarts moet concreet genoeg zijn. Dus niet: Je zou eens contact kunnen opnemen met een psychotherapeut, maar wel een telefoonnummer geven van een bevoegd iemand en eventueel zelf een eerste afspraak maken als dat te moeilijk is voor de patiënt. Ook moet worden nagegaan wat er uiteindelijk met de doorverwijzing is gebeurd: is de patiënt bij de psychotherapeut toegekomen en blijft hij/zij er gaan? Een geregeld overleg tussen de huisarts en psychotherapeut is hier zeker aangewezen, zonder evenwel te vervallen in een tweesporenbeleid zoals hierboven geschetst. 294 Huisarts Nu juli 2007; 36(6)

7 AUTEURS I. De Groote is psycholoog-psychotherapeut in Gent; A. De Rick is psycholoog-psychotherapeut in Aalst. L i t e r a t u u r 1 American Psychiatric Association, Editor(s). Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Washington, DC: APA, Bowlby J. Attachment and loss, vol.1: Attachment. New York: Basic Books, Bowlby J. Verbondenheid. Deventer: Van Loghum Slaterus, Cluckers G, Meurs P. Bruggen tussen denk-wijzen? Reflecties over mentalisatie, ontwikkeling en (kinder)psychotherapie. In: Kinet M, Vermote R (eds). Mentalisatie (11-34). Antwerpen-Apeldoorn: Garant, Fonagy P, Target M, Gergely G, Jurist EJ. Affect regulation, mentalization and the development of the self. New York: Other Press, Eurelings-Bontekoe EHM, Snellen WM (eds). Dynamische persoonlijkheidsdiagnostiek. Lisse: Swets & Zeitlinger, Bateman AW, Fonagy P. Psychotherapy for borderline personality disorder. Mentalization-based treatment. Oxford: University press, Verhaeghe P. Over normaliteit en andere afwijkingen. Handboek klinische psychodiagnostiek. Leuven/Leusden: Acco, Fonagy P, Target M. Playing with reality: I. Theory of the mind and the normal development of psychic reality. Int J Psychoanal 1996;77: Fonagy P, Target M, Gergely G, et al. The developmental roots of BPD in early attachment relationships: a theory and some evidence. Psychol Inq 2003;23: Huisarts Nu juli 2007; 36(6) 295

Borderlinepersoonlijkheidsstoornis en behandeling (MBT)

Borderlinepersoonlijkheidsstoornis en behandeling (MBT) Borderlinepersoonlijkheidsstoornis en behandeling (MBT) Wat is een borderlinepersoonlijkheidsstoornis Kenmerken: krampachtig proberen te voorkomen om feitelijk of vermeend in de steek gelaten te worden.

Nadere informatie

Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant

Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant Inleiding - Stellingen. - Ontstaan psychiatrische aandoeningen. - Wat zien naastbetrokkenen. - Invloed van borderline op

Nadere informatie

Beeldende. kinderen /adolescenten met gedrags- en emotionele problemen De resultaten van een beschrijvende literatuur studie

Beeldende. kinderen /adolescenten met gedrags- en emotionele problemen De resultaten van een beschrijvende literatuur studie Beeldende therapie voor LVB kinderen /adolescenten met gedrags- en emotionele problemen De resultaten van een beschrijvende literatuur studie Liesbeth Bosgraaf MAth Dr. Kim Pattiselanno Dr. Marinus Spreen

Nadere informatie

DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016

DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016 DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016 Psychotrauma en stressorgerelateerde stoornissen Marloes de Kok, GZ-psycholoog Marthe Schneijderberg, orthopedagoog Psychotrauma

Nadere informatie

Chronisch, herhaald suicidaal gedrag bij borderline-patienten. Bert van Luyn Brugge, Plenaire middagsessie

Chronisch, herhaald suicidaal gedrag bij borderline-patienten. Bert van Luyn Brugge, Plenaire middagsessie Chronisch, herhaald suicidaal gedrag bij borderline-patienten Bert van Luyn Brugge, Plenaire middagsessie 1445-1615 Verschillende vormen van (chronisch) suïcidaal gedrag Suicidale Phenotypen 1. reactief,

Nadere informatie

Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis

Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis Informatie voor cliënten en hun verwijzers Mentaliseren Bevorderende Therapie voor cliënten met een borderline

Nadere informatie

De Graaff - Kasteel BW.qxp_Opmaak :34 Pagina 1 een leeg kasteel

De Graaff - Kasteel BW.qxp_Opmaak :34 Pagina 1 een leeg kasteel een leeg kasteel een leeg kasteel de structuur van borderline persoonlijkheidsstoornis laura dijksman hurt G Een leeg kasteel De structuur van borderline persoonlijkheidsstoornis Laura Dijksman Hurt ISBN

Nadere informatie

KITTY VAN DER HEIJDEN BORDERLINE BELEVENISSEN. Ervaringen van mensen met borderline én hun naasten

KITTY VAN DER HEIJDEN BORDERLINE BELEVENISSEN. Ervaringen van mensen met borderline én hun naasten KITTY VAN DER HEIJDEN BORDERLINE BELEVENISSEN Ervaringen van mensen met borderline én hun naasten Borderline belevenissen Ervaringen van mensen met borderline en hun naasten Kitty van der Heijden Inhoud

Nadere informatie

Wat weet u nog over HECHTING

Wat weet u nog over HECHTING Wat weet u nog over HECHTING John Bowlby 1907-1990 Hechtingstheorie HECHTING BOWLBY : Attachment theory : Hechting : is een duurzame emotionele binding tussen het kind en zijn verzorgers intern schema

Nadere informatie

MOEILIJKE MENSEN? HTTP://WWW.YOUTUBE.COM/WATCH?V=GGHL0QQUXVU&FEATURE=REL ATED. Bernard Kloostra en Alie Schenk, Frontlijnteam 19-04-2012

MOEILIJKE MENSEN? HTTP://WWW.YOUTUBE.COM/WATCH?V=GGHL0QQUXVU&FEATURE=REL ATED. Bernard Kloostra en Alie Schenk, Frontlijnteam 19-04-2012 MOEILIJKE MENSEN? HTTP://WWW.YOUTUBE.COM/WATCH?V=GGHL0QQUXVU&FEATURE=REL ATED Bernard Kloostra en Alie Schenk, Frontlijnteam 19-04-2012 Moeilijke mensen, ze zijn overal. In je huis, in je buurt, op je

Nadere informatie

Annah Planjer Klinisch psycholoog- psychotherapeut. Supervisor NVP (Volwassenen) en VKJP (Kinder &Jeugd)

Annah Planjer Klinisch psycholoog- psychotherapeut. Supervisor NVP (Volwassenen) en VKJP (Kinder &Jeugd) Spiegeltjes van Malkander : mentaliseren, gehechtheid en de therapeutische relatie. Annah Planjer Klinisch psycholoog- psychotherapeut Supervisor NVP (Volwassenen) en VKJP (Kinder &Jeugd) Mentaliseren:

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis: schematherapie en dialectische gedragstherapie

Cognitieve gedragstherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis: schematherapie en dialectische gedragstherapie Cognitieve gedragstherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis: schematherapie en dialectische gedragstherapie Informatie voor mensen die hun probleem willen aanpakken 2 Cognitieve gedragstherapie:

Nadere informatie

Hechtingstoornissen. Karin Hermans, KJP Symposium Pedagogie opvoedingstoolbox Curaçao, 7 december 2012

Hechtingstoornissen. Karin Hermans, KJP Symposium Pedagogie opvoedingstoolbox Curaçao, 7 december 2012 Hechtingstoornissen Karin Hermans, KJP Symposium Pedagogie opvoedingstoolbox Curaçao, 7 december 2012 Hechting duurzame affectieve relatie tussen een kind en één of meer opvoeders The initial relationship

Nadere informatie

Zelfverwonding bij patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis

Zelfverwonding bij patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis Zelfverwonding bij patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis Prof. dr. Laurence Claes KU Leuven Faculteit PPW UA Faculteit Geneeskunde Laurence.claes@psy.kuleuven.be Borderline Persoonlijkheidsstoornis

Nadere informatie

DDMBT. Robert Spierings & Peter Bleumer

DDMBT. Robert Spierings & Peter Bleumer DDMBT Mentaliseren en verslavingsproblematiek Gebrekkig mentaliseren als ingang van de behandeling van clienten met een borderline persoonlijkheidsstoornis en verslavingsproblematiek. Robert Spierings

Nadere informatie

Borderline, waar ligt de grens?

Borderline, waar ligt de grens? Borderline, waar ligt de grens? Themadag georganiseerd door Friese werkgroep Labyrinth-In Perspectief 23 november 2002 Programma 10.00 10.15 10.20 11.00 11.15 11.45 12.15 13.00 14.00 15.00 Ontvangst met

Nadere informatie

Emotieregulatieproblemen bij jongeren. 13 februari 2018

Emotieregulatieproblemen bij jongeren. 13 februari 2018 Emotieregulatieproblemen bij jongeren 13 februari 2018 Inhoud presentatie 1. De doelgroep / uitleg borderline persoonlijkheidsstoornis 2. BPS bij jongeren/ feiten en cijfers 3. Ontstaan van BPS / insteek

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen

Persoonlijkheidsstoornissen Persoonlijkheidsstoornissen PAUL VAN DER HEIJDEN MIRIAM VAN VESSEM Inhoud 1. Wat is een persoonlijkheidsstoornis? 2. Hoe vaak komt het voor? 3. Hoe stellen we een persoonlijkheidsstoornis vast? 4. Wat

Nadere informatie

Dialectische Gedrags Therapie Bij volwassenen met een lichte verstandelijke beperkingen

Dialectische Gedrags Therapie Bij volwassenen met een lichte verstandelijke beperkingen Dialectische Gedrags Therapie Bij volwassenen met een lichte verstandelijke beperkingen Dialectische Gedrags Therapie 2 1. Voor wie? Deze brochure geeft informatie over Dialectische Gedragstherapie (DGT).

Nadere informatie

Vroegsignalering borderline problematiek. Utrecht, 24 november 2016

Vroegsignalering borderline problematiek. Utrecht, 24 november 2016 Vroegsignalering borderline problematiek Utrecht, 24 november 2016 Wat is een Borderline PS? Diepgaand patroon van instabiliteit (DSM-5) Relaties Zelfbeeld Emoties Gedrag (impulsiviteit Dit patroon komt

Nadere informatie

In gesprek met werknemers met psychische klachten. Machteld List, Sitagre

In gesprek met werknemers met psychische klachten. Machteld List, Sitagre In gesprek met werknemers met psychische klachten Machteld List, Sitagre 1 Even stil staan bij communicatie Het is soms lastig om een goed gesprek te voeren met een medewerker die last heeft van psychische

Nadere informatie

Casusconceptualisatie formulier

Casusconceptualisatie formulier Casusconceptualisatie formulier Naam therapeut. Datum: mei 2018 Initialen cliënte T. 17 jaar Korte omschrijving van de cliënt (zoals: leeftijd, huidige relaties en bezigheden, kinderen en enkele belangrijke

Nadere informatie

Reeks 11. Psychiatrie op volwassen leeftijd

Reeks 11. Psychiatrie op volwassen leeftijd Reeks 11 Psychiatrie op volwassen leeftijd Psychiatrische aandoeningen Wanneer ben je ziek en wat is normaal? Hoe wordt een diagnose gesteld? Symptomen van de meest voorkomende ziektebeelden Angst Depressie

Nadere informatie

TOOLKIT ROUW EN VERDRIET

TOOLKIT ROUW EN VERDRIET TOOLKIT ROUW EN VERDRIET ALS JE IEMAND DICHTBIJ VERLIEST. Rouwen: een werkwoord waarvan je de betekenis pas leert kennen als je voor het eerst iemand verliest die veel voor jou betekende. Misschien wil

Nadere informatie

Samen op weg: communicatie met kinderen en jongeren met SOLK. Voorbij de scheiding tussen lichaam en geest. Yvette Krol, klinisch psycholoog,

Samen op weg: communicatie met kinderen en jongeren met SOLK. Voorbij de scheiding tussen lichaam en geest. Yvette Krol, klinisch psycholoog, Samen op weg: communicatie met kinderen en jongeren met SOLK. Voorbij de scheiding tussen lichaam en geest. Yvette Krol, klinisch psycholoog, Deventer Ziekenhuis Ingeborg Visser, GZ-psycholoog i.o. tot

Nadere informatie

Kernachtig communiceren

Kernachtig communiceren Kernachtig communiceren De draad van mijn verhaal Generaliseren en concretiseren Hoofd en bijzaken Werken met tijdlijnen Verbaliseren en visualiseren De kern van mijn boodschap Taalpatronen Samenvatten

Nadere informatie

Er wel/niet zijn voor je pleegkind. Symposium Pleegzorg Waar blijft het kind 19 juni 2014 Ede

Er wel/niet zijn voor je pleegkind. Symposium Pleegzorg Waar blijft het kind 19 juni 2014 Ede Er wel/niet zijn voor je pleegkind Symposium Pleegzorg Waar blijft het kind 19 juni 2014 Ede 22-6-2014 de Zeeuw & Brok Inhoud 1. Lawaaiboek 2. Zorg voor het kind: houdt rekening met gevolgen van Verlating

Nadere informatie

Meer informatie MRS 0610-2

Meer informatie MRS 0610-2 Meer informatie Bij de VGCt zijn meer brochures verkrijgbaar, voor volwassenen bijvoorbeeld over depressie en angststoornissen. Speciaal voor kinderen zijn er brochures over veel piekeren, verlatingsangst,

Nadere informatie

Gehechtheid. Corinne Verheule

Gehechtheid. Corinne Verheule Gehechtheid Corinne Verheule 14-6-2018 Gedrag Geschiedenis; zorg; hechting; trauma 2 3 Kijken door een hechtingsbril Waar of Niet waar? Hoe een kind gehecht is, wordt bepaald binnen de eerste 5 levensjaren.

Nadere informatie

Hechtingsproblemen. Wat betekent dit en hoe ga je hiermee om?

Hechtingsproblemen. Wat betekent dit en hoe ga je hiermee om? Hechtingsproblemen Wat betekent dit en hoe ga je hiermee om? Even voorstellen. Vera Ram Orthopedagoog/ Zorgcoördinator (en lid van de directie) op de Mr de Jonghschool (cl 4, ZMOK) Eerder: leerkracht,

Nadere informatie

Zelfdoding in de psychiatrische kliniek: over het omgaan met de (on)draaglijkheid van het leven.

Zelfdoding in de psychiatrische kliniek: over het omgaan met de (on)draaglijkheid van het leven. Zelfdoding in de psychiatrische kliniek: over het omgaan met de (on)draaglijkheid van het leven. Alix Kuylen Psycholoog intensieve behandeleenheid Susanne Cuijpers Verpleegkundig specialist GGZ Inhoud

Nadere informatie

Terrorisme en dan verder

Terrorisme en dan verder Terrorisme en dan verder Hoe kunt u omgaan met de gevolgen van een aanslag? - Ga zo veel mogelijk door met uw normale dagelijkse activiteiten. Dat geeft u het gevoel dat u de baas bent over de situatie.

Nadere informatie

Summer University Psychoanalyse 2017

Summer University Psychoanalyse 2017 Summer University Psychoanalyse 2017 Sacha de Reuver 3 juli t/m 7 juli 2017 UvA Wat is psychoanalyse? Mensbeeld Verzameling theorieën over psychisch functioneren Therapeutisch proces Klassieke Psychoanalyse

Nadere informatie

Debriefing. Opvang na een schokkende gebeurtenis. Geert Taghon 2013

Debriefing. Opvang na een schokkende gebeurtenis. Geert Taghon 2013 Debriefing Opvang na een schokkende gebeurtenis Geert Taghon 2013 Definitie schokkende gebeurtenis Een gebeurtenis die buiten het patroon van gebruikelijke menselijke ervaringen ligt en duidelijk leed

Nadere informatie

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Executieve functies en emotieregulatie Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Inhoud 1. Executieve functies en emotieregulatie 2. Rol van opvoeding

Nadere informatie

Focus op mentaliseren

Focus op mentaliseren Tessa Mol 1 Focus op mentaliseren Een effectieve attitude in de behandeling van de borderline persoonlijkheidsstoornis Opinie De verpleegkundige in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) ervaart de patiënt

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod U bent niet de enige Een op de tien Nederlanders heeft te maken met een persoonlijkheidsstoornis of heeft trekken hiervan. De Riagg Maastricht is gespecialiseerd

Nadere informatie

Dokter, ik heb kanker..

Dokter, ik heb kanker.. Dokter, ik heb kanker.. huisartsen-duodagen noordwest utrecht november 2006 Anette Pet Klinisch psycholoog-psychotherapeut Hoofd Patiëntenzorg Welmet Hudig Theoloog Therapeut Het Helen Dowling Instituut

Nadere informatie

Samenvatting Dit proefschrift beschrijft een aantal onderzoeken op het gebied van gehechtheid en psychosociaal functioneren in de volwassenheid. In hoofdstuk 1 wordt een overzicht gegeven van de gehechtheidstheorie.

Nadere informatie

Hoe verwerk je een. schokkende gebeurtenis? Informatie voor ouders

Hoe verwerk je een. schokkende gebeurtenis? Informatie voor ouders Hoe verwerk je een schokkende gebeurtenis? Informatie voor ouders Niemand is echt voorbereid op een schokkende gebeurtenis en als het gebeurt heeft dat voor iedereen ingrijpende gevolgen. Als kinderen

Nadere informatie

Empathie in de forensische zorg anno 2019: een aspiratie voor therapeuten én cliënten? Ellen Gunst - Studiedag ITER - 31 januari 2019

Empathie in de forensische zorg anno 2019: een aspiratie voor therapeuten én cliënten? Ellen Gunst - Studiedag ITER - 31 januari 2019 : een aspiratie voor therapeuten én cliënten? Ellen Gunst - Studiedag ITER - 31 januari 2019 Inhoud Controversieel begrip Cliënt-zijde Therapeut-zijde Therapiefragment Empathie (in de forensische zorg):

Nadere informatie

Ontdek je kracht voor de leerkracht

Ontdek je kracht voor de leerkracht Handleiding les 1 Ontdek je kracht voor de leerkracht Voor je ligt de handleiding voor de cursus Ontdek je kracht voor kinderen van groep 7/8. Waarom deze cursus? Om kinderen te leren beter in balans te

Nadere informatie

PSYCHIATRIE & PSYCHOLOGIE. Zelfbeeldmodule BEHANDELING

PSYCHIATRIE & PSYCHOLOGIE. Zelfbeeldmodule BEHANDELING PSYCHIATRIE & PSYCHOLOGIE Zelfbeeldmodule BEHANDELING Zelfbeeldmodule introductie We werken in deze zelfbeeldmodule van 20 weken onder andere met dit boek, dat u eventueel zelf kunt aanschaffen, om het

Nadere informatie

Afscheid van je culturele thuis. Mahnaz Tabesh Oktober 2015 Radboud Universiteit Nijmegen

Afscheid van je culturele thuis. Mahnaz Tabesh Oktober 2015 Radboud Universiteit Nijmegen Afscheid van je culturele thuis Mahnaz Tabesh Oktober 2015 Radboud Universiteit Nijmegen Inleiding Nooit eerder waren er wereldwijd zo veel mensen op de vlucht voor oorlog (60 miljoen; bron UNHCR) Waar

Nadere informatie

Info-avond Zorgprogramma Persoonlijkheid Dialectische Gedragstherapie De Spinnaker

Info-avond Zorgprogramma Persoonlijkheid Dialectische Gedragstherapie De Spinnaker Info-avond Zorgprogramma Persoonlijkheid Dialectische Gedragstherapie De Spinnaker 1-2 - 3 Het Zorgprogramma Persoonlijkheid Behandelmodel: Dialectische Gedragstherapie (DGT ) (1993, M. Linehan): verandering

Nadere informatie

Info-avond Zorgprogramma Persoonlijkheid Dialectische Gedragstherapie De Spinnaker

Info-avond Zorgprogramma Persoonlijkheid Dialectische Gedragstherapie De Spinnaker Info-avond Zorgprogramma Persoonlijkheid Dialectische Gedragstherapie De Spinnaker 1-2 - 3 Het Zorgprogramma Persoonlijkheid Behandelmodel: Dialectische Gedragstherapie (DGT ) (1993, M. Linehan): verandering

Nadere informatie

Wij behandelen mensen poliklinisch, dat betekent dat je naar ons toe komt voor de hulp. Een enkele keer kan het zijn dat wij op huisbezoek komen.

Wij behandelen mensen poliklinisch, dat betekent dat je naar ons toe komt voor de hulp. Een enkele keer kan het zijn dat wij op huisbezoek komen. Wie zijn wij? Het team van AltraCura Behandeling biedt hulp aan mensen met leermoeilijkheden en psychische problemen. Wij willen graag een goede behandeling bieden, daarom onderzoeken wij samen met jou

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Deze folder geeft informatie over de diagnostiek en behandeling van cluster C persoonlijkheidsstoornissen. Wat is een cluster C Persoonlijkheidsstoornis? Er bestaan verschillende

Nadere informatie

Opdracht Levensbeschouwing hechtingstoornis

Opdracht Levensbeschouwing hechtingstoornis Opdracht Levensbeschouwing hechtingstoornis Opdracht door Tim 1220 woorden 23 februari 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Levensbeschouwing Perspectief Micro, Meso, Macro niveau. Inleiding: Beste lezer,

Nadere informatie

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Familie of naaste zijn van iemand die zichzelf beschadigt kan erg moeilijk zijn. Iemand van wie je houdt doet zichzelf pijn en het lijkt alsof je niks kunt

Nadere informatie

Een bezoek van kinderen op de Intensive Care

Een bezoek van kinderen op de Intensive Care Een bezoek van kinderen op de Intensive Care Intensive Care Locatie Hoorn/Enkhuizen Een bezoek van kinderen op de Intensive Care Informatie voor ouders Het is altijd confronterend als een ouder of familielid

Nadere informatie

Omgaan met onaangepast gedrag in het Sociaal Raadsliedenwerk en Schuldhulpverlening. Sjaak Boon www.bureauboon.nl

Omgaan met onaangepast gedrag in het Sociaal Raadsliedenwerk en Schuldhulpverlening. Sjaak Boon www.bureauboon.nl Omgaan met onaangepast gedrag in het Sociaal Raadsliedenwerk en Schuldhulpverlening Sjaak Boon www.bureauboon.nl Sombere stemming Verminderde interesse in activiteiten Duidelijke gewichtsvermindering Slecht

Nadere informatie

Storm, het Zelf en de Ander tijdens de Adolescentie. Studiedag NVPP, 4 november 2016 Lidewij Gerits

Storm, het Zelf en de Ander tijdens de Adolescentie. Studiedag NVPP, 4 november 2016 Lidewij Gerits Storm, het Zelf en de Ander tijdens de Adolescentie Studiedag NVPP, 4 november 2016 Lidewij Gerits Casus (1) Tracy, 13 jaar Ouders gescheiden, woont met moeder en oudere broer. Moeder is een alleenstaande

Nadere informatie

Interpersoonlijke psychotherapie

Interpersoonlijke psychotherapie Interpersoonlijke psychotherapie in een ambulante groep een behandelprotocol voor depressie Dina Snippe, psychotherapeut Opleider-supervisor NVGP en NVIPT De genezing van de krekel Geacht somber gevoel,

Nadere informatie

Acuut optredende verwardheid Delier

Acuut optredende verwardheid Delier Acuut optredende verwardheid Delier Uw familielid, vriend(in) of kennis is opgenomen in ons ziekenhuis vanwege ziekte, ongeval en/of operatie. Zoals u vermoedelijk hebt gemerkt, is zijn of haar reactie

Nadere informatie

ADHD en BPD Aandachtstekortstoornis en borderline persoonlijkheidsstoornis. Kinder-en jeugdpsychiater Accare, Groningen t.van.gemert@accare.

ADHD en BPD Aandachtstekortstoornis en borderline persoonlijkheidsstoornis. Kinder-en jeugdpsychiater Accare, Groningen t.van.gemert@accare. ADHD en BPD Aandachtstekortstoornis en borderline persoonlijkheidsstoornis T.M.van Gemert T.M.van Gemert Kinder-en jeugdpsychiater Accare, Groningen t.van.gemert@accare.nl Programma ADHD (kort) BPD Co-morbiditeit/verband

Nadere informatie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant: TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die

Nadere informatie

Posttraumatische stressstoornis na uitzending

Posttraumatische stressstoornis na uitzending Posttraumatische stressstoornis na uitzending Factsheet Inleiding Een ruime meerderheid van de Nederlandse bevolking (ongeveer 80%) krijgt ooit te maken met één of meer potentieel traumatische gebeurtenissen.

Nadere informatie

Zorgen voor jonge getraumatiseerde kinderen

Zorgen voor jonge getraumatiseerde kinderen Zorgen voor jonge getraumatiseerde kinderen 26 januari 2017 IN HOLLAND STAAT EEN HUIS Congres ter gelegenheid van het 70-jarig jubileum van t Kabouterhuis Programma Wat is trauma? Essentiële elementen

Nadere informatie

Terrorisme en dan verder Wat te doen na een aanslag?

Terrorisme en dan verder Wat te doen na een aanslag? Terrorisme en dan verder Wat te doen na een aanslag? Publieksversie Ga zo veel mogelijk door met uw normale dagelijkse activiteiten. Dat geeft u het gevoel dat u de baas bent over de situatie. Dit is ook

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en Nederlandse samenvatting 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen? Van de trauma- en stressorgerelateerde (kortweg trauma-gerelateerde) stoornissen

Nadere informatie

Jantine Spilt, Conferentie SBOwerkverband 2012

Jantine Spilt, Conferentie SBOwerkverband 2012 Jantine Spilt, Conferentie SBOwerkverband 2012 Gedragsproblemen in context Gedragsproblemen in context Gedragsproblemen in context Gedragsproblemen in context PROBLEEM Probleemgedrag 5 Faculteit der Psychologie

Nadere informatie

Het pleegkind in beeld

Het pleegkind in beeld Het pleegkind in beeld Workshop pleegzorgsymposium 19 juni 2014 Petra de Vries (De Rading) Anny Havermans (SAV) 1 Programma Welkom Project gehechtheid in beeld bij pleegzorg Inleiding op gehechtheid en

Nadere informatie

Of je hart nu breekt of scheurt, kapot is kapot.

Of je hart nu breekt of scheurt, kapot is kapot. Of je hart nu breekt of scheurt, kapot is kapot. Rouw van naastbestaanden van personen met dementie Gerke VERTHRIEST Een pluim voor jou, mantelzorger! We staan stil bij: - Rouwen als iemand nog niet dood

Nadere informatie

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL KINDEREN LEKKER IN HUN VEL 1. Welkom wij zijn Karin Hallegraeff en Noelle van Delden van Praktijk IKKE Karin stelt zich voor en er komt een foto van Karin in beeld. Noelle stelt zich voor en er komt een

Nadere informatie

Sessie 1 19 Introductiebijeenkomst

Sessie 1 19 Introductiebijeenkomst Inhoud I Introductie op het begrip Theory of Mind 7 II Visie op de behandeling van de mens met autisme 9 III Overzicht van de ToM-behandeling 13 IV Programma ToM-behandeling 15 V Gebruik van het werkboek

Nadere informatie

Interpersoonlijke psychotherapie

Interpersoonlijke psychotherapie Interpersoonlijke psychotherapie in een groep een behandelprotocol voor depressie Dina Snippe, Opleider-supervisor IPT en groepspsychotherapie Cora Versteeg, supervisor IPT en groepspsychotherapeut i.o.

Nadere informatie

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Zelf Gevoelens Verbaal en non-verbaal primaire gevoelens beschrijven en uiten. Kwaliteiten Verbaal en non-verbaal beschrijven dat fijne en nare

Nadere informatie

VERLIES VAN EEN DIERBARE INFORMATIE OVER ROUWVERWERKING FRANCISCUS VLIETLAND

VERLIES VAN EEN DIERBARE INFORMATIE OVER ROUWVERWERKING FRANCISCUS VLIETLAND VERLIES VAN EEN DIERBARE INFORMATIE OVER ROUWVERWERKING FRANCISCUS VLIETLAND Verlies lijden en verdriet hebben Verlies lijden is iets dat de meeste van ons op een bepaald moment in hun leven meemaken en

Nadere informatie

Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen. Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA

Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen. Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA 7-12-2018 Inhoud Vroegdetectie in een relationeel perspectief Infant and Early Childhood

Nadere informatie

Een conflict maakt je een ander mens

Een conflict maakt je een ander mens Een conflict maakt je een ander mens Zo doe ik anders nooit Stress vertroebelt ons denken Een conflict gaat meestal gepaard met stress. En stress heeft invloed op de werking van onze hersenen. Onze waarneming

Nadere informatie

1 Het sociale ontwikkelingstraject

1 Het sociale ontwikkelingstraject 1 Het sociale ontwikkelingstraject Tijdens de schoolleeftijd valt de nadruk sterk op de cognitieve ontwikkeling. De sociale ontwikkeling is in die periode echter minstens zo belangrijk. Goed leren lezen,

Nadere informatie

Geen energie, moe, ernstig vermoeid, uitgeput Bij (ex) oncologische patienten. Joyce Vermeer 21 September 2018

Geen energie, moe, ernstig vermoeid, uitgeput Bij (ex) oncologische patienten. Joyce Vermeer 21 September 2018 Geen energie, moe, ernstig vermoeid, uitgeput Bij (ex) oncologische patienten Joyce Vermeer 21 September 2018 Oefening Ga eens met je blik naar binnen Let op de beweging van je adem. Hoe is het eigenlijk

Nadere informatie

Dagbehandeling SOLK (Somatische Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten)

Dagbehandeling SOLK (Somatische Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten) Dagbehandeling SOLK (Somatische Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten) Deze folder geeft u informatie over de dagbehandeling SOLK (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten). Voor wie?

Nadere informatie

VIB en Gehechtheid. Dorini Janssen De Rading Corinne Verheule SAV. Workshop AIT 30 mei 2016

VIB en Gehechtheid. Dorini Janssen De Rading Corinne Verheule SAV. Workshop AIT 30 mei 2016 VIB en Gehechtheid Dorini Janssen De Rading Corinne Verheule SAV Workshop AIT 30 mei 2016 Programma Wie zijn wij? VIB en Bouwstenen van hechting Hoe zie je gehechtheid in de praktijk? Wat is een hechtingsrepresentatie?

Nadere informatie

Ouder-kindbehandeling

Ouder-kindbehandeling Ouder-kindbehandeling (Gehechtheid en het vermogen tot mentaliseren ) Sandra Kleine, GZ-psycholoog/ IMH-specialist OCRN infantteam Groningen OCRN symposium 20 november 2018 Disclosure belangen spreker

Nadere informatie

Vechten, Vluchten en Verbinden?

Vechten, Vluchten en Verbinden? Vechten, Vluchten en Verbinden? Interventies gericht op de emotieregulatie binnen de partner-relatie Parallelsessie van Juud Jonckheer en Ellen Kohnhorst Splitsen & Verzoenen, 15 december 2017 Programma

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Gevoel en emoties / definitie Emoties: in biologische zin: affectieve reacties. Prikkeling van dit systeem geeft aanleiding tot allerlei lichamelijke reacties.

Nadere informatie

JE MAAKT HET VEEL ERGER DAN DAT HET EIGENLIJK MAAR IS

JE MAAKT HET VEEL ERGER DAN DAT HET EIGENLIJK MAAR IS 1 JE MAAKT HET VEEL ERGER DAN DAT HET EIGENLIJK MAAR IS Da s goed. Je probeert de andere gerust te stellen. We reageren meestal vanuit onze eigen logica. We vinden het vaak ook normaal dat anderen diezelfde

Nadere informatie

Wat er ook aan de hand is, de gevolgen zijn hetzelfde. Je bent een aantal lichamelijke functies, die je voorheen als vanzelfsprekend aannam, kwijt.

Wat er ook aan de hand is, de gevolgen zijn hetzelfde. Je bent een aantal lichamelijke functies, die je voorheen als vanzelfsprekend aannam, kwijt. Hoofdstuk 7 Emoties Nu is het tijd om door te gaan. Je hebt je dwarslaesie, je bent hopelijk klaar met al de medische dingen, nu is het tijd om ook je gevoelens aandacht te geven. Dus: ga lekker zitten,

Nadere informatie

Graag traag. Langzaam zo snel als we kunnen

Graag traag. Langzaam zo snel als we kunnen Graag traag Langzaam zo snel als we kunnen Vertragen bij complex trauma werkt hier en nu 12 handvaten, 13 ongelukken Dimitri Dhaene, muziektherapeut Ave Regina Wietse Van Rossem, psychotherapeut Ave Regina

Nadere informatie

New Tools nieuwe- kanseninterventie. -Erken de gevoelens van de jongere -Constructieve communicatie onderhouden/ vaak bevestigen

New Tools nieuwe- kanseninterventie. -Erken de gevoelens van de jongere -Constructieve communicatie onderhouden/ vaak bevestigen Bijlage 2: Werkwijze LSCI- interventies per nieuwe- kanseninterventie Red Flag nieuwe- kanseninterventie -Ontladen van emoties/ beheers je eigen agressie -Erken de gevoelens van de jongere -Communicatie

Nadere informatie

Hoe verwerk je een. schokkende gebeurtenis? Informatie voor leerkrachten

Hoe verwerk je een. schokkende gebeurtenis? Informatie voor leerkrachten Hoe verwerk je een schokkende gebeurtenis? Informatie voor leerkrachten Niemand is echt voorbereid op een schokkende gebeurtenis en als het gebeurt heeft dat ingrijpende gevolgen. Als leerkrachten samen

Nadere informatie

2 Training of therapie/hulpverlening?

2 Training of therapie/hulpverlening? Bewustwording wordt de sleutel voor veranderen Peter is een zeer opvallende leerling die voortdurend conflicten heeft met medeleerlingen en de schoolleiding. Bij een leerlingbespreking wordt opgemerkt

Nadere informatie

Omgaan met Borderline

Omgaan met Borderline PAOG 26 maart 2013 Maastricht Borderline 50 jaar geleden: de cliënt: reddeloos de hulpverlener: radeloos de situatie: hopeloos Borderline nu: De best behandelbare persoonlijkheidsstoornis Persoonlijkheidsstoornissen

Nadere informatie

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Moet voldoen aan de criteria A, B, C en D A. Aanhoudende tekorten in sociale communicatie en sociale interactie in meerdere

Nadere informatie

De grijze zone. Suïcide versus automutilatie. Door Miek en Steffi (PC Bethanië, IBE)

De grijze zone. Suïcide versus automutilatie. Door Miek en Steffi (PC Bethanië, IBE) De grijze zone Suïcide versus automutilatie Door Miek en Steffi (PC Bethanië, IBE) Korte voorstelling Miek: verpleegkundige IBE Wel Werkzaam sinds 2013 op IBE Bezig met brugopleiding verpleegkunde Steffi:

Nadere informatie

De lat, de bril en de ander

De lat, de bril en de ander De lat, de bril en de ander Over laat-adolescentie en jongvolwassenheid Summer University Psychoanalyse 2018 Jaap van der Staal Kenmerken van laat-adolescentie (18-21) en jong volwassenheid (21-25) Ontwikkelingstaken:

Nadere informatie

VERWACHTINGEN WORKSHOP

VERWACHTINGEN WORKSHOP HECHTING WORKSHOP DOOR ADA DE JONG GZ-PSYCHOLOOG KOC DIENSTEN (UITGAANDE VAN STICHTING DS. G.H. KERSTENCENTRUM) WWW.KOC.NU HTTPS://WWW.YOUTUBE.COM/WATCH?V=APZXGEBZHT0 VERWACHTINGEN WORKSHOP BIJBELS PERSPECTIEF

Nadere informatie

Gebruik bedtent bij acuut optredende verwardheid

Gebruik bedtent bij acuut optredende verwardheid Gebruik bedtent bij acuut optredende verwardheid Ziekenhuis Gelderse Vallei Uw familielid, vriend(in) of kennis is opgenomen in ons ziekenhuis vanwege ziekte, ongeval en/of operatie. Zoals u vermoedelijk

Nadere informatie

1 Wat is er met me aan de hand?

1 Wat is er met me aan de hand? 1 Wat is er met me aan de hand? Typerend beeld Een buitenstaander hoeft niet altijd te merken dat iemand lijdt aan een borderline persoonlijkheidsstoornis (ook wel aangeduid met de afkorting BPS). 1 Wie

Nadere informatie

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Informatie voor cliënten Cliënten en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel hebben vaak nare dingen meegemaakt. Ze zijn geschokt

Nadere informatie

Een dierbare verliezen

Een dierbare verliezen Algemeen Een dierbare verliezen www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl ALG042 / Een dierbare verliezen / 14-07-2015 2 Een dierbare verliezen U heeft

Nadere informatie

Een dierbare verliezen. Informatie voor nabestaanden

Een dierbare verliezen. Informatie voor nabestaanden 00 Een dierbare verliezen Informatie voor nabestaanden Deze folder is bedoeld voor nabestaanden. U leest hierin over de gevoelens die u kunt ervaren, en hoe u in deze moeilijke tijd goed voor uzelf kunt

Nadere informatie

SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD. Informatie en advies voor de praktijkbegeleider

SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD. Informatie en advies voor de praktijkbegeleider Informatie en advies voor de praktijkbegeleider SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD VOOR EEN STAGIAIRE MET BORDERLINE PERSOONLIJKHEIDSSTOORNIS IN DE WERKSITUATIE Inzicht, herkennen, handelen Gemiddeld één op de

Nadere informatie

Ronald van Assen. Een ervaringsverhaal. 40 dagen, 40 angsten Uitgeverij Tobi Vroegh 1e druk Ronald van Assen ISBN

Ronald van Assen. Een ervaringsverhaal. 40 dagen, 40 angsten Uitgeverij Tobi Vroegh 1e druk Ronald van Assen ISBN 1 Ronald van Assen 40 dagen, 40 angsten Uitgeverij Tobi Vroegh 1e druk 2014 Ronald van Assen ISBN 978-9-07876-142-6 redactie: Jan Matse correctie: Hella de Groot grafisch ontwerp: Robert Nieman www.tobivroegh.nl

Nadere informatie

Kinderen op bezoek intensive care Handreiking voor ouders.

Kinderen op bezoek intensive care Handreiking voor ouders. Kinderen op bezoek intensive care Handreiking voor ouders www.nwz.nl Hoe vertel ik mijn kind(eren) dat zijn/hun vader, moeder of ander familielid ernstig ziek op de IC ligt? 3 Hoe bereid ik mijn kind voor

Nadere informatie

Psychosociale begeleiding

Psychosociale begeleiding Borstkliniek Voorkempen Psychosociale begeleiding Borstkliniek Voorkempen Sofie Eelen psychologe AZ St Jozef Malle 9-12-2008 1 Diagnose van kanker Schokkende gebeurtenis Roept verschillende gevoelens en

Nadere informatie