Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin.

Transcriptie

1 Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin. 1. Ga opnemen de telefoon je? 2. Ik te laat altijd kwam in de les. 3. Wat zijn naam is? 4. Je aan je moeder heb alles verteld? 5. Het venster kan je voor mij openen? 6. Cadeau gaf hij een dik boek me voor mijn verjaardag. 7. Waarom warm bad je neem geen? 8. In de zomer die jongens altijd op reis naar verre landen gaan. 9. Aan de telefoon je met wie praatte gisteren zo lang? 10. Binnen alstublieft u komt snel? 11. Liggen katten in de tuin er te slapen verschillende. 12. Ben je jouw verloren weg? 13. De bus morgenvroeg vertrekt hoe laat? 14. Waarom weg zo vroeg gaan ze al? 15. In de tekst fouten er staan geen. 16. Maria vertrokken goedendag is zonder te zeggen

2 17. We komen moeten hadden iets later! 18. Tijdens de vakantie bijna altijd laat de kinderen op blijven. 19. Terug dat boek mij geef nu meteen! 20. Volgens mij noch jij kunnen noch ik maken deze opdracht binnen de termijn. 21. Zou mij je aan de afspraak kunnen herinneren? 22. Dat meisje? afspreken zou er hij morgen toch mee? 23. De leraar - iedere les draagt een gedichtje in de klas s morgens voor. 24. Volgende week we organiseren een barbecue bij mij thuis zullen? 25. Ik voorgesteld heb het meisje aan de jongen.

3 Oefening 2: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. 1. In zo n mooi huis wonen iedereen wil graag. 2. Alle leerlingen vulden in alle documenten op tijd. 3. Ze wassen altijd af na het avondeten. 4. Niemand hem gelooft nog van zijn familie na al zijn leugens. 5. Ik met jou wil praten in een gezellig café. 6. We met al ons vrienden zijn gegaan naar de bioscoop eergisteren. 7. Ik ga met hem misschien volgende week in Egypte surfen. 8. Ze zal morgen die krant uit de winkel voor jou meebrengen. 9. Die vrouwen willen dansen op de dansvloer met hun danspartner kunnen. 10. Vanavond een film samen met zijn broer zal naar mijn vriend kijken. 11. Gesproken mij heb al over dat probleem wanneer je? 12. Een rare kerel liep er plots op ons af vorige dinsdag. 13. Vandaag weinig leerlingen er in de les waren waarom? 14. Hij heeft geschreven - voor haar een boek in China. 15. Jullie zullen vertrekken zonder mij naar Frankrijk moeten. 16. Hij heeft om 10 uur - met een collega een vergadering op zijn kantoor. 17. Ik willen bellen heb je gisteren.

4 18. In de aula de directeur - sprak meer dan 500 studenten en professoren toe in de ochtend. 19. Zijn vrouw in Afrika dacht terug aan in maart haar bezoek. 20. Hij zich verheugt op in mei naar de Verenigde Staten zijn reis 21. Er nood geld is voor de slachtoffers aan van de overstroming in Afganistan zei de koning. 22. Er heerst van terrorisme een permanente dreiging een onzekere toekomst en een groeiende angst voor aldus de paus. 23. Geeft een lift haar naar het station om 11 uur hij. 24. De zoon naar de televisie heeft gisterenavond om 22 uur nog gekeken. 25. Hij - van de tienduizenden mensen herinnerde de aanwezigen aan het lijden door de zware aardbeving nogmaals in Azië.

5 Oefening 3: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. voorbereiding op de complexe zin 1. We naar het feest zijn als gevolg van het slechte weer veel te laat vertrokken. 2. Er is om in de woonkamer deze meubelen te plaatsen ruimte genoeg meer dan. 3. Zou je luisteren - naar mij even willen nu zwijgen en? 4. Je die dingen uitvoeren beter door een bevoegd persoon zou laten. 5. Waar is die stoel? gezeten op ik heb daarstraks er nog nochtans. 6. Had tijdens de hele viering aanwezig de paus zijn willen, maar niet lukte dat.

6 Oefening 4: Bouw een zo lang mogelijke enkelvoudige zin met de volgende werkwoorden in de opgegeven tijd. 1. Houden + presens 2. Ontdekken + perfectum 3. Kijken + imperfectum 4. Zwemmen + tot + imperfectum 5. Verbeteren + futurum