MODULE 19. THERMISCHE STRALING EN DIRECT VLAMCONTACT
|
|
- Jurgen van de Berg
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 MODULE 19. THERMISCHE STRALING EN DIRECT VLAMCONTACT Deze module beschouwt de effecten ten gevolge van warmtestraling en van direct contact met een vlam of brandende wolk. De warmtestralingsfenomenen plasbrand, fakkelbrand en vuurbal worden beschouwd. Deze fenomenen leiden tot een stralingswarmteflux in de omgeving, waardoor letaal letsel kan ontstaan. Deze module beschrijft voor elk warmtestralingsfenomeen de manier waarop de stralingsintensiteit op een bepaalde afstand moet worden bepaald. Deze kan vervolgens in de probitfunctie gestoken worden om het letaliteitspercentage op die afstand te berekenen. Voor plasbrand, fakkelbrand en vuurbal wordt daarnaast ook steeds 100% letaliteit binnen de vlam verondersteld, zoals aangegeven in de schademodellen voor letaliteit ( 1.6). De afmetingen van de vlam worden bepaald met de opgegeven formules. Bij wolkbrand wordt enkel letaliteit ten gevolge van direct vlamcontact beschouwd. Warmtestralingseffecten worden verwaarloosbaar geacht. Wanneer welk fenomeen dient beschouwd te worden, is beschreven in Module SYMBOLEN A [m²] Vlamoppervlakte B [m] Lift-off van de kegel, zijnde de afstand van de as van het gat tot het punt met de intersectie van de kegelas c p [J/kg.K] Specifieke warmte bij constante druk d j [m] Diameter van de fakkel na expansie D [m] Diameter van de brandende plas; vlamdiameter; diameter van de vuurbal D [m] Uitgerokken vlamdiameter in windafwaartse richting D s [m] Effectieve brondiameter E [W/m²] Gemiddelde (uitgezonden) stralingswarmteflux over het ganse vlamoppervlak E max [W/m²] Maximale stralingswarmteflux van de heldere delen van de vlam E roet [W/m²] Stralingswarmteflux van de door roet bedekte delen van de vlam F [-] Viewfactor F s [-] Fractie van de warmte-energie die naar straling gaat Fr [-] Froudegetal (u /g D) g [m/s²] Valversnelling (9,81 m/s²) H [m] Hoogte van het centrum van de vuurbal I [W/m²] Stralingsintensiteit (invallend) L [m] Lengte van de vlam 28/04/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 19-1
2 L 0 [m] Lengte van de vlam bij windstille condities L B [m] Lengte van de vlam bij een windsnelheid u w m [kg] Massa van de vuurbal m [kg/s] Vrijzettingsdebiet m i [-] Molaire fractie van component i in de vloeistoffase m [kg/m².s] Specifiek verbrandingsdebiet m, [kg/m².s] Maximaal verbrandingsdebiet (oneindig grote plas) M W [g/mol] Molaire massa P [MPa] Barstdruk, faaldruk P v,w [Pa] Verzadigingsdruk van water Pr [-] Probitwaarde behorende bij de sterftekans r [m] Afstand van het vlamoppervlak (plasbrand, fakkelbrand) of het centrum van de vuurbal tot het ontvangende oppervlak (i.e. de padlengte) R [-] Snelheidsverhouding (u w /u j ) R L [m] Lengte van de afgeknotte kegel RH [-] Relatieve luchtvochtigheid S [1/m] Extinctiecoëfficiënt m.b.t. stralingswarmteflux t d [s] Duurtijd van de vuurbal t [s] Blootstellingsduur T a [K] Temperatuur van de omgevingslucht T k [K] Kookpunt van de vloeistof T p [K] (Initiële) Temperatuur van de plas u j [m/s] Pseudosnelheid van de fakkel (na expansie), snelheid van het gas u w [m/s] Windsnelheid (op 10 m hoogte) W [kg/s] Massafractie van brandstof in een stoechiometrisch mengsel met lucht W 1 [m] Breedte van de basis van de afgeknotte kegel W 2 [m] Breedte van de top van de afgeknotte kegel Griekse symbolen α [ ] Hoek tussen de as van de vlam en de as van de uitstromingsopening H c [J/kg] Verbrandingswarmte H v [J/kg] Verdampingswarmte θ [ ] Hellingshoek van de vlam t.o.v. de verticale (plasbrand); Hoek tussen de richting van de uitstroming en de horizontale (fakkelbrand) θ 1 [ ] Hoek tussen de normale naar de ontvanger en de lijn tussen de ontvanger en de straler θ 2 [ ] Hoek tussen de normale van het stralende oppervlak in een bepaald punt en de lijn tussen dat punt en de ontvanger ν [m²/s] Kinematische viscositeit van de omgevingslucht (1, m²/s bij 1 bar en 20 ºC) 28/04/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 19-2
3 ξ(d s ) [-] Richardsongetal o.b.v. D S ( D ) ρ a [kg/m³] Dichtheid van de lucht ρ g [kg/m³] Dichtheid van het gas ρ j [kg/m³] Dichtheid van de stof na expansie ρ l [kg/m³] Dichtheid van de vloeistof τ [-] Atmosferische transmissiviteit van de lucht 19.2 ALGEMENE ASPECTEN VOOR WARMTESTRALINGSFENOMENEN Hieronder worden enkele algemene aspecten besproken die van belang zijn voor de verschillende warmtestralingsfenomenen (plasbrand, fakkelbrand, vuurbal), zoals de hoogte waarop de effectberekening dient te gebeuren en de probitfunctie voor warmtestraling. In de probitfunctie wordt gebruik gemaakt van de blootstellingsduur en de stralingsintensiteit op een bepaalde plaats, waarvoor dan weer de atmosferische transmissiviteit dient gekend te zijn. Met behulp van de probitfunctie kan dan de letaliteit op elke plaats en de maximale effectafstand berekend worden. De verdere invulling van de parameters die hiervoor nodig zijn, zoals de warmtestralingsflux en de viewfactor, worden achteraf per fenomeen besproken Receptorhoogte De receptorhoogte voor plasbrand, fakkelbrand en vuurbal wordt vastgelegd op 0 m Probitfunctie voor warmtestraling De probitfunctie voor doding van mensen door warmtestraling (VROM, 2005c) luidt Pr = 36,38 + 2,56.ln(I.t) De probit wordt vervolgens omgerekend naar een kans op doding met behulp van de formule uit 1.5. De blootstellingsduur van 20 seconden geeft een stralingsintensiteit van 9,8 kw/m² bij een sterftekans van 1% (Pr = 2,67) Blootstellingsduur Er wordt uitgegaan van een volledig ontwikkelde brand. De blootstellingsduur voor warmtestraling wordt beperkt tot 20 s Stralingsintensiteit De stralingsintensiteit I, de invallende straling in een bepaald punt, kan voor een oppervlaktestraler met behulp van de atmosferische transmissiviteit τ ( ), de vorm van de vlam (viewfactor F) en de uitgestraalde warmtestralingsflux E berekend worden via 28/04/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 19-3
4 = De viewfactor en de uitgestraalde warmtestralingsflux worden hierna per fenomeen besproken. De stralingsintensiteit wordt vervolgens ingevuld in de probitfunctie (zie ) om de letaliteit te bepalen Atmosferische transmissiviteit De atmosferische transmissiviteit houdt rekening met de absorptie van de straling door de omgevende lucht en wordt bepaald met de correlatie van (Wayne, 1990) =1,006 0,01171 log 2,165, Maximale effectafstand 0,02368 log 2,165, 0,03188 log , log 273 Voor plasbrand, fakkelbrand en vuurbal wordt de maximale effectafstand opgemeten vanaf het punt van vrijzetting tot op het verste punt waar een letaliteit van 1% bekomen wordt PLASBRAND Het effect van plasbrand wordt bepaald door uit te gaan van een cirkelvormige plas, indien de plas niet beperkt wordt door bv. een inkuiping. De stralingswarmteflux wordt berekend op basis van de diameter van de vlam. Op basis van de afmetingen van de vlam kan de viewfactor bepaald worden. Hiermee kan dan de stralingsintensiteit (zie ) op een bepaald punt bepaald worden. Eerst worden de afmetingen van de vlam besproken (zie Figuur 19-1). Dit zijn de vlamlengte L, de hellingshoek θ en de vlamrek D /D. Deze worden hoofdzakelijk bepaald door de producteigenschappen van de brandbare vloeistof, de omvang van de plas (vlamdiameter D) en door de heersende windsnelheid. Meer concreet speelt het specifieke verbrandingsdebiet m van de vloeistof, zijnde de snelheid waarmee de hoogte van de vloeistofplas afneemt, hierin een belangrijke rol. 28/04/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 19-4
5 θ L D Figuur 19-1: Karakteristieken van een plasbrand De methodiek voor cirkelvormige plassen wordt hieronder beschreven. Voor het scenario kuipbrand wordt echter met de werkelijke vorm van de inkuiping gewerkt (zie ). Voor het berekenen van de effecten van kuipbrand wordt wel uitgegaan van onderstaande methodiek voor cirkelvormige plassen. De methodiek voor de omvorming van een cirkelvormige plas naar een plas in de vorm van de inkuiping wordt beschreven in het veiligheidsdocument Massa Voor plasbrand bij vrijzetting van vloeistoffen wordt uitgegaan van de volledig vrijgezette hoeveelheid (zie 15.2) en bij vrijzetting van tot vloeistof verdichte gassen wordt uitgegaan van de rain-outfractie voor het bepalen van de plasgrootte Vlamdiameter De plasbrand wordt berekend met een vlamdiameter D die gelijk is aan de plasdiameter na de volledige uitstromingsduur (zie ) Verbrandingsdebiet Het specifiek verbrandingsdebiet m wordt gelijkgesteld aan het maximaal verbrandingsdebiet m, (LNE, 2016). Voor zuivere C1 tot en met C4-koolwaterstoffen (C x H y ) en voor waterstof wordt het maximale verbrandingsdebiet voor een plasbrand op land bepaald met (LNE, 2016),=0, Voor andere stoffen wordt het maximale verbrandingsdebiet bepaald a.d.h.v. de formule van (Burgess & al, 1961), zijnde,=1, ( ) 28/04/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 19-5
6 waarbij de dichtheid van de vloeistof ρ bij de temperatuur van de plas en de verdampingswarmte H bij het kookpunt worden bepaald (Rew & Hulbert, 1996). Voor een plasbrand op water worden deze formules bijkomend vermenigvuldigd met de factor 2,5 (DNV Software, 2005) Vlamlengte Voor het bepalen van de vlamlengte L wordt de correlatie van (Thomas, 1963) met invloed van de wind gebruikt: Hellingshoek van de vlam, =55 ( ), Het berekenen van de hellingshoek θ van de vlam onder invloed van de wind gebeurt aan de hand van de correlatie van (Rew & Hulbert, 1996) Vlamrek tan cos =3,13, Vlamrek wordt niet meegenomen in de berekeningen van een plasbrand Viewfactor De viewfactor F wordt weergegeven door = Voor het ontvangende oppervlak wordt uitgegaan van een oppervlakte van 1 m². De viewfactor wordt ingevoerd in de formule voor de stralingsintensiteit (zie ) om de warmtestralingseffecten van een plasbrand te berekenen Stralingswarmteflux van de vlam De stralingswarmteflux E van grootschalige plasbranden is niet uniform over het gehele vlamoppervlak. De heldere delen van een vlam stralen immers aan een hogere stralingswarmteflux dan de delen van de vlam die bedekt zijn door zwarte rook (roet). Roetproductie wordt beschouwd indien de stof 5 of meer koolstofatomen bevat. In de andere gevallen wordt een volledig heldere vlam beschouwd. Indien de deskundige van oordeel is dat een welbepaalde stof niet correct wordt ingedeeld volgens dit criterium, dan wordt dit gemeld aan de dienst VR (inclusief vermelding van de bron). De dienst VR zal daarna in onderling overleg met de erkende VR-deskundigen de 28/04/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 19-6
7 indeling voor deze stof vastleggen, waarna deze hier als uitzondering op deze regel zullen worden opgenomen en kunnen gebruikt worden in veiligheidsdocumenten. Voor branden met roetproductie wordt voor het berekenen van de stralingswarmteflux gebruik gemaakt van de formule van (Mudan & Croce, 1988) = ( )+ (1 ( )) Voor heldere vlammen wordt de stralingswarmteflux berekend met = (1 exp( )) De maximale stralingswarmteflux E max voor de heldere delen van de vlam bedraagt 140 kw/m² voor vloeistoffen, m.u.v. methanol waarvoor 70 kw/m² wordt gebruikt, en 265 kw/m² voor gassen (o.b.v. (Rew & Hulbert, 1996)). De stralingswarmteflux E roet van de door roet bedekte delen van de vlam bedraagt 20 kw/m². Voor de extinctiecoëfficiënt S wordt een waarde van 0,12/m aangenomen. De stralingswarmteflux wordt ingevoerd in de formule voor de stralingsintensiteit (zie ) om de warmtestralingseffecten van een plasbrand te berekenen Aangrijpingspunt De effecten van warmtestraling worden uitgezet vanaf de rand van de plas. Tussen het vrijzettingspunt en de rand van de plas wordt gerekend met 100% letaliteit ten gevolge van verbranding (zie 1.6). De maximale effectafstand wordt gegeven t.o.v. het vrijzettingspunt (zie 16.5), zoals aangegeven in FAKKELBRAND Het effect van een fakkelbrand wordt bepaald door uit te gaan van een oppervlaktestraler in de vorm van een afgeknotte kegel. Het berekeningsmodel voor het bepalen van de vlamgeometrie en de uitgestraalde warmteflux wordt gekozen op basis van de richting van de fakkelbrand en het type product. Vrijzetting van gas, richting fakkelbrand verticaal: model van Chamberlain; Vrijzettingen van tot vloeistof verdichte gassen, alle richtingen fakkelbrand: model van Cook. Eerst worden de richting en het massadebiet vastgelegd voor alle types fakkelbranden. Daarna worden het model van Chamberlain en het model van Cook uitgebreid behandeld Richting van de fakkelbrand Voor alle installaties wordt uitgegaan van een verticale fakkel. Verder wordt uitgegaan van een ongehinderde uitstroming. 28/04/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 19-7
8 Massadebiet Het massadebiet m voor de fakkel wordt gelijkgesteld aan het volledige uitstromingsdebiet, zoals bepaald in Model van Chamberlain Het model van (Chamberlain, 1987) wordt gebruikt bij vrijzettingen uit de gasfase waarbij de richting van de fakkel verticaal (hoek t.o.v. de verticale < 45 ) is. De stralingswarmteflux wordt berekend op basis van de vlamoppervlakte en het massadebiet. Op basis van de afmetingen van de vlam kan de viewfactor bepaald worden. Hiermee kan de stralingsintensiteit (zie ) op een bepaald punt bepaald worden. Eerst worden de geometrische componenten van het model besproken. Deze zijn de lengte van de vlam bij de geldende condities (L B ), hoek tussen de as van de kegel en de uitstromingsopening (α), de hoogte van de vlam boven de uitstroomopening (lift-off afstand) (B), de lengte van de kegel (R L ), de breedte van de basis van de afgeknotte kegel (W 1 ), de breedte van de top van de afgeknotte kegel (W 2 ) en de oppervlakte van de vlam (A). Deze zijn weergegeven in Figuur Daarnaast worden ook de effectieve diameter van de bron (D s ) en de lengte van de vlam bij windstil weer (L 0 ) gebruikt als tussenresultaten. Figuur 19-2: Karakteristieken van de vlam volgens het model van Chamberlain Effectieve brondiameter van de fakkel Alvorens de geometrie van de fakkelbrand kan bepaald worden, dient eerst de bronterm berekend te worden. Dit houdt in dat de snelheid van het gas u j en de dichtheid van het gas ρ j na de expansie van de jet 28/04/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 19-8
9 dienen gekend te zijn. Deze waarden worden berekend uitgaande van een isentrope expansie tot op atmosferische druk. De fakkeldiameter d j na expansie wordt vervolgens als volgt bepaald = 4 / De effectieve brondiameter van de fakkel D s, de diameter van een imaginair gat van waaruit lucht (met dichtheid bij atmosferische condities) vrijkomt met hetzelfde debiet en snelheid als de brandstof, wordt als volgt berekend Vlamlengte = De lengte van de vlam L B bij een windsnelheid u w kan worden berekend via Voor verticale fakkelbranden is = 90. = (0,51, +0,49) 1 0,00607 ( 90) De vlamlengte bij windstil weer L 0 is iteratief te bepalen uit 2,85 =0,2+0, Hoek tussen de as van de vlam en de as van de uitstromingsopening Onder invloed van de wind zal de fakkel afbuigen. De hoek tussen de as van de vlam en de as van de uitstromingsopening α wordt berekend in functie van de snelheidsverhouding R, zijnde de verhouding van de windsnelheid u w ten opzichte van de fakkelsnelheid u j. Voor R 0,05 geldt: 8000 = +1, ( 90) Voor R > 0,05 geldt: 28/04/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 19-9
10 = ,026 +1, ( 90) Lift-off De lift-off van de kegel B wordt berekend als functie van α en R in het bereik van 0 < α < 180. = (0,185 +0,015) Bij ondergrondse leidingen dient rekening gehouden te worden met kratervorming, hetgeen leidt tot een kleinere lift-off. De gebruikte methode wordt beschreven in het veiligheidsdocument Lengte van de afgeknotte kegel De lengte van de afgeknotte kegel R L volgt uit = Basis van de afgeknotte kegel en de breedte van de top van de kegel De breedte van de basis van de afgeknotte kegel W 1 en de breedte van de top van de kegel W 2 worden als volgt bepaald. met Stralingswarmteflux = (13,5 +1,5) ( ) = (0,18, +0,31) (1 0,47 ) = ,8 De stralingswarmteflux E van de vlam wordt berekend als een fractie van de totale verbrandingsenergie = met de vlamoppervlakte A, zijnde de oppervlakte van de afgeknotte kegel, = 4 ( + )+ 2 ( + ) /04/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 19-10
11 De correlatie tussen de fractie stralingswarmte en de gassnelheid wordt weergegeven door volgende vergelijking. =0,21, +0,11 De stralingswarmteflux wordt beperkt tot 400 kw/m². De stralingswarmteflux wordt vervolgens ingevoerd in de formule voor de stralingsintensiteit (zie ) om de warmtestralingseffecten van een fakkelbrand te berekenen Viewfactor De viewfactor F wordt weergegeven door = De viewfactor wordt vervolgens ingevoerd in de formule voor de stralingsintensiteit (zie ) om de warmtestralingseffecten van een fakkelbrand te berekenen Model van Cook Fakkelbranden bij tot vloeistof verdichte gassen worden berekend met het model van (Cook, Bahrami, & Whitehouse, 1990), hetgeen een aanpassing is van het Chamberlain model om de gevolgen van de drijfkracht ten gevolge van tweefasige uitstroom in rekening te brengen. In hetgeen volgt worden enkel de wijzigingen t.o.v. het Chamberlain model gespecifieerd Effectieve brondiameter Voor fakkels die het gevolg zijn van tweefasige of vloeistofuitstromingen wordt de effectieve brondiameter D s berekend via Lift-off De lift-off B wordt gegeven door Basis van de afgeknotte kegel = =0,015 De breedte van de basis van de afgeknotte kegel W 1 is vereenvoudigd tot = (13,5 +1,5) , 28/04/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 19-11
12 Uitgestraalde warmtefractie De warmtefractie uitgestraald vanuit het vlamoppervlak F s wordt berekend in functie van het moleculair gewicht Aangrijpingspunt 0,21, +0,11, <21 =( )= 0,21, +0,11 21, ,69 0,21, +0,11, 60< De effecten van warmtestraling worden uitgezet vanaf het vlamoppervlak. Tussen het vrijzettingspunt en het vlamoppervlak wordt gerekend met 100% letaliteit ten gevolge van verbranding (zie 1.6). De maximale effectafstand wordt gegeven t.o.v. het vrijzettingspunt (zie 16.5), zoals aangegeven in VUURBAL Het effect van een vuurbal wordt bepaald door uit te gaan van een oppervlaktestraler in de vorm van een sfeer. De stralingswarmteflux wordt berekend op basis van de massa in de houder en de faaldruk van de houder. Op basis van de afmetingen van de vlam wordt de viewfactor bepaald. Hiermee wordt dan de stralingsintensiteit (zie ) op een bepaald punt bepaald. Eerst worden de karakteristieken van de vuurbal bepaald. Met het dynamisch model van (Martinsen & Marx, 1999) worden de massa in de vuurbal, de duurtijd, de diameter, de hoogte, de stralingswarmteflux en de viewfactor berekend in functie van de tijd Faalcondities Dezelfde faalcondities als voor het berekenen van een BLEVE (zie 18.3) of een fysische explosie ( 18.4) worden toegepast, afhankelijk van het feit of het een tot vloeistof verdicht gas respectievelijk samengeperst gas betreft Massa De massa m van de vuurbal wordt gelijkgesteld aan de vrijgestelde hoeveelheid, indien de adiabatische flash meer dan 33% bedraagt. Anders wordt de massa gelijkgesteld aan 3x de adiabatische flashfractie, berekend bij de faaldruk P van de houder Duurtijd De duurtijd van de vuurbal is =0,9, 28/04/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 19-12
13 Diameter De diameter van de vuurbal gedurende de groeitijd (eerste derde deel van de duurtijd) is ()=8,664 waarna hij zijn maximale diameter bereikt. Hierna blijft de diameter constant totdat de vuurbal volledig oplost op het einde van de duurtijd. De maximale diameter bedraagt Hoogte =5,8 De hoogte H van de vuurbal, zijnde de afstand tussen het centrum van de vuurbal en de grond, is gedurende de groeitijd gelijk aan de straal van de vuurbal. Daarna stijgt de vuurbal op met een constante snelheid tot maximum 3 keer de maximale straal Stralingswarmteflux De stralingswarmteflux van de vuurbal gedurende de groeitijd is =0,003275, met een maximum van 400 kw/m². Daarna daalt de stralingswarmteflux lineair tot nul bij het einde van de duurtijd. De stralingswarmteflux wordt vervolgens ingevoerd in de formule voor de stralingsintensiteit (zie ) om de warmtestralingseffecten van een vuurbal te berekenen Viewfactor De viewfactor volgt uit ()= (() 2 ) De viewfactor wordt vervolgens ingevoerd in de formule voor de stralingsintensiteit (zie ) om de warmtestralingseffecten van een vuurbal te berekenen Aangrijpingspunt De effecten van warmtestraling worden uitgezet vanaf het centrum van de vuurbal. Voor het berekenen van het risico ten gevolge van een vuurbal wordt binnen het vlamgebied van de vuurbal (zie 1.6) 100% letaliteit verondersteld en wordt de letaliteit t.g.v. warmtestraling slechts meegenomen vanaf het vlamoppervlak. De maximale effectafstand wordt gegeven t.o.v. het vrijzettingspunt (zie 16.5), zoals aangegeven in /04/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 19-13
14 19.6 WOLKBRAND Het effect van een wolkbrand wordt bepaald door de omvang en de vorm van de brandbare wolk, de hoeveelheid brandbare massa in de wolk en het tijdstip van ontsteking van de wolk. Voor het bepalen van de letaliteit ten gevolge van wolkbrand telt enkel de aanwezigheid binnen de brandbare wolk, omdat enkel direct vlamcontact en geen warmtestralingseffecten worden beschouwd. Binnen de brandbare wolk wordt 100% letaliteit verondersteld Effectgebied Het effectgebied voor wolkbrand, zijnde het gebied binnen de brandbare wolk met 100% letaliteit, wordt bepaald door de projectie van de brandbare wolk op de grond. Een uitzondering voor wolken waarvan het brandbaar gebied zich beduidend hoger situeert dan het maaiveld is mogelijk. Dit dient grondig gemotiveerd en beschreven te worden in het veiligheidsdocument Omvang van de wolk De omvang en de vorm van de brandbare wolk wordt bepaald door het dispersiemodel Brandbare wolk De brandbare wolk is het deel van de wolk dat binnen de LFL-contour gelegen is Tijdstip van ontsteking De ontsteking van de wolk vindt plaats op het moment dat het projectieoppervlak van de brandbare wolk op de grond maximaal is. Dit wordt verondersteld conservatief te zijn voor het bepalen van de maximale effectafstand. Een andere mogelijkheid is om te werken met ontsteking op verschillende tijdstippen. Dit wordt op dezelfde manier toegepast als bij gaswolkexplosie (zie ) Maximale effectafstand Voor een wolkbrand wordt 100% letaliteit binnen de brandbare wolk verondersteld. Voor de maximale effectafstand wordt de afstand vanaf het vrijzettingspunt tot het verste punt van de projectie van de wolk op de grond genomen. Een uitzondering voor wolken waarvan het brandbaar gebied zich beduidend hoger situeert dan het maaiveld is mogelijk (zie hoger). 28/04/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 19-14
15 19.7 VERSIEBEHEER Datum Versie Voornaamste aanpassingen April e versie 28/04/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 19-15
Voor het berekenen van de risico s voor de mens wordt gebruik gemaakt van een softwareprogramma, dat voldoet aan het Handboek Risicoberekeningen.
MODULE 1. ALGEMEEN Deze module behandelt enkele algemene aspecten betreffende de (kwantitatieve) risicoberekeningen, zoals de software en de stoffendatabank die kunnen gebruikt worden, enkele specifieke
Nadere informatieVraag & Antwoord. Vlaamse overheid Departement OMGEVING Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten Team Externe Veiligheid
Vlaamse overheid Departement OMGEVING Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten Team Externe Veiligheid Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel e-post: seveso@vlaanderen.be https://www.omgevingvlaanderen.be
Nadere informatieHANDBOEK RISICOBEREKENINGEN GEPLANDE WIJZIGINGEN
HANDBOEK RISICOBEREKENINGEN GEPLANDE WIJZIGINGEN Document ter voorbereiding van de update voorzien op 1/04/2019 Het Handboek Risicoberekeningen gaat op 1/04/2019 een grondige update krijgen. Dit document
Nadere informatieMODULE 15. UITSTROMING
MODULE 15. UITSTROMING Deze module behandelt de uitstroming van vloeistoffen, samengeperste gassen, tot vloeistof verdichte en tot vloeistof gekoelde gassen. Eerst worden een aantal algemene aspecten besproken.
Nadere informatieMODULE 16. PLASVORMING EN VERDAMPING
MODULE 16. PLASVORMING EN VERDAMPING De vrijzetting van een vloeistof leidt tot de vorming van een plas. Deze plas zal zich verspreiden over de ondergrond en zal ondertussen verdampen ten gevolge van verschillende
Nadere informatieRisicoanalyse biogasinstallatie rwzi Harderwijk
Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Risicoanalyse biogasinstallatie rwzi Harderwijk Project : 163158 Datum : 23 november 2016 Auteur : ir. G.A.M. Golbach Opdrachtgever: IMD BV t.a.v. W.
Nadere informatietentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 28 juni 2011, u
Dit tentamen bestaat uit twee delen: deel I bestaat uit 7 meerkeuzevragen en deel II bestaat uit twee open vragen. Deel I staat voor 40% van uw eindcijfer. Deel I invullen op het bijgeleverde formulier.
Nadere informatieCFD Tankputbrand; Toelichting CFD en validatie
CFD Tankputbrand; Toelichting CFD en validatie Ed Komen - NRG Rene Sloof Antea Group Symposium Warmtecontouren Rozenburg, 3 april 2014 2 Inhoud Wat is CFD? / Hoe werkt CFD? NRG s CFD Services Team Samenwerking
Nadere informatieMODULE 18. OVERDRUK 18.1 SYMBOLEN
MODULE 18. OVERDRUK Deze module beschouwt de overdrukfenomenen ten gevolge van een explosie. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen fysische explosies (met o.a. BLEVE en ontspanning van samengeperst
Nadere informatieMODULE 12. OPEN OPSLAGPLAATSEN
MODULE 12. OPEN OPSLAGPLAATSEN Deze module behandelt de manier waarop met open opslagplaatsen moet omgegaan worden in de QRA. Eerst en vooral wordt het toepassingsgebied afgebakend, waarbij vooral het
Nadere informatieModellering gascilinders uit Handleiding Risicoberekeningen BEVI concept versie 1.4
Modellering gascilinders uit Handleiding Risicoberekeningen BEVI concept versie 1.4 Datum: 18 januari 2008 Uitvoerder: Centrum Externe Veiligheid (cev@rivm.nl) Gascilinders zijn verwijderd uit de nieuwe
Nadere informatieTENTAMEN SCHEIDINGSPROCESSEN
TENTAMEN SCHEIDINGSPROCESSEN Vooraf: Zet Uw naam op alle papieren (ook de losse pagina s met figuren etc.) die U denkt in te leveren. Vergeet niet de uitgewerkte figuren in Bijlage 1, 2 en 3 in te leveren.
Nadere informatieGroepsrisico LPG-tankstation foodcourt De Vrolijkheid te Zwolle
Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Groepsrisico LPG-tankstation foodcourt De Vrolijkheid te Zwolle Project : 132517 Datum : 6 november 2013 Auteur : ir. G.A.M. Golbach Opdrachtgever: BJZ.nu
Nadere informatieWarmtecontouren - conventionele modellen gebruik van contouren -
Warmtecontouren - conventionele modellen - + - gebruik van contouren - d.d. 3 april 2014 Roel Steenbergen Rene Sloof Waar hebben wij het over Warmtecontouren bij brand Conventionele modellen Wat zijn de
Nadere informatieThermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven
Thermodynamica Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Academiejaar 2009-2010 Inhoudsopgave Eerste hoofdwet - deel 1 3 Oefening 1.1......................................
Nadere informatieTentamen Inleiding Atmosfeer 11 mei 2017 TENTAMEN INLEIDING ATMOSFEER. 11 mei 2017, 13:30-16:30 uur
TENTAMEN INLEIDING ATMOSFEER 11 mei 2017, 13:30-16:30 uur E E R S T D I T L E Z E N!! 1. Vermeld duidelijk je NAAM en REGISTRATIENUMMER in de linkerbovenhoek van elk in te leveren foliovel (de foliovellen
Nadere informatieMODULE 11. MAGAZIJNEN
MODULE 11. MAGAZIJNEN Algemene referenties: (RIVM/CEV, 2009), (TNO, 2008), (HSE, 2013) 11.1 DEFINITIES EN SYMBOLEN 11.1.1 Definities Brandbare stof Een stof die met lucht van normale samenstelling en druk
Nadere informatieTentamen x 3
Tentamen 28.06.2011 Gebruik de meegeleverde vellen papier voor het schrijven van de oplossingen van de opgaven. Schrijf je naam, studentnummer en studierichting op de eerste pagina. Nummer alle volgende
Nadere informatieTentamen Warmte-overdracht
Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 20 juni 2011 tijd: 14.00-17.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar
Nadere informatieRisicoanalyse propaantank Veerdam 1. in Aalst (gemeente Zaltbommel)
Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Risicoanalyse propaantank Veerdam 1 in Aalst (gemeente Zaltbommel) Project : 111923 Datum : 23 april 2014 Auteur : ir. G.A.M. Golbach ing. A.M. op den
Nadere informatie!"! #$%& ' ( ) * +, - ) -. / 01 &2 301.. + 5 1 #31 4 #1 & %1 ) ) - 6!!!,! 7 / * &&, &8$ 9 : : * &&, &8$!9 1 1 & " : * && 01 &0 - * )
!"! #$%& ' ( ) * +, - ) -. / 01 &2 301.. +! 1 #31 4 #1 & 21 5 1 #31 4 #1 & %1 ) ) - 6!!!,! 7 / * &&, &8$ 9 : : * &&, &8$!9 1 1 & " : * && 01 &0 - * ) . * + (! : : ; ( - < 6 + ( 67 7 ( 6 ( : 6. / # 8083
Nadere informatieMODULE 11. MAGAZIJNEN
MODULE 11. MAGAZIJNEN Deze module behandelt de manier waarop met magazijnen moet omgegaan worden in de QRA. Eerst en vooral wordt het toepassingsgebied afgebakend, waarbij vooral het verschil met open
Nadere informatieAFKORTINGEN, DEFINITIES EN SYMBOLEN
AFKORTINGEN, DEFINITIES EN SYMBOLEN In deze module zijn alle definities en afkortingen die doorheen het hele handboek gebruikt worden opgelijst. Voor de symbolen geldt dat enkel de overkoepelende symbolen
Nadere informatie...2...3...3...6...7...7...7...8...9...9 Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer pagina 2 van 10 !!"#$% " &' ( ) *&+ *,)-" "$ #% # %.$" $.$ $ " *&+ *,) -"","#/ " " " + % 0 % 12 ) %%#. "
Nadere informatieGassnelheid en volume metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de meting voor gassnelheid en volume
Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet-
Nadere informatieHANDBOEK RISICOBEREKENINGEN
HANDBOEK RISICOBEREKENINGEN Richtlijnen voor kwantitatieve risicoanalyse, indirecte risico s en milieurisicoanalyse versie 2.0 dd. 01/04/2019 www.omgevingvlaanderen.be INLEIDING Seveso-inrichtingen bevatten
Nadere informatieRICHTLIJN PROBITFUNCTIES
RICHTLIJN PROBITFUNCTIES RICHTLIJN OVER HET GEBRUIK VAN PROBITFUNCTIES IN DE KWANTITATIEVE RISICOANALYSE Versie 2.0 01/03/2011 Vlaamse overheid Departement LNE Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid
Nadere informatieGevarenkaart nr. 1 Brandbare en oxiderende gassen
Toepassingsgebied en definities Gevarenkaart nr. 1 NB. Achtergrondinformatie m.b.t. de motivatie en verantwoording van keuzes en uitgangspunten voor deze gevarenkaart is opgenomen in het Achtergronddocument,
Nadere informatieAanwijzingsgetal Maat voor het gevaar dat een installatie kan opleveren, ongeacht de locatie ervan
VNCW CONSULTANTS www.vncw-consultants.nl Definities gevaarlijke stoffen en veiligheid. 1% letaliteitsafstand De afstand tot de locatie waar een onbeschermde persoon een kans van 1% op overlijden heeft,
Nadere informatie3. Beschouw een zeer goede thermische geleider ( k ) in de vorm van een cilinder met lengte L en straal a
1. Op een vierkantig substraat bevinden zich 4 IC s (warmtebronnen), zoals op de bijgevoegde figuur. Als een van de warmtebronnen een vermogen van 1W dissipeert als warmte (en de andere geen vermogen dissiperen),
Nadere informatieGroepsrisico LPG-tankstation Tamoil Rijn 1. in Den Haag
Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Groepsrisico LPG-tankstation Tamoil Rijn 1 in Den Haag Project : 132561 Datum : 26 november 2013 Auteurs : ing. A.M. op den Dries ir. G.A.M. Golbach
Nadere informatieVraag (1a): Bepaal de resulterende kracht van de hydrostatische drukken op de rechthoekige plaat AB (grootte, richting, zin en aangrijpingspunt).
OEF. 1 (4 pt, apart dubbelblad) Een tank bevat twee vloeistoffen met scheidingsvlak ter hoogte van punt A: r 1 =900 kg/m³ en h 1 =4m, r 2 =1000 kg/m³ en h 2 =3m. De tank is afgesloten door de klep ABC.
Nadere informatieSpace Experience Curaçao
Space Experience Curaçao PTA T1 Natuurkunde SUCCES Gebruik onbeschreven BINAS en (grafische) rekenmachine toegestaan. De K.L.M. heeft onlangs aangekondigd, in samenwerking met Xcor Aerospace, ruimte-toerisme
Nadere informatieFormules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Eventuele naam of uitleg
Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Formule Eventuele naam of uitleg m # = m%# Machten van eenheden: regel m # m ( = m #)( Machten van eenheden: regel 2 m # m ( =
Nadere informatieExamen Januari OEF 1 Hydrostatica (4 pt, apart dubbelblad) Scharniert rond C, er heerst atmosfeerdruk.
Examen Januari 2017 OEF 1 Hydrostatica (4 pt, apart dubbelblad) d 1 = 2 m g = 9,81 m/s 2 ρ = 1000 kg /m³ AB: breedte = 4 m r 1 = 2 m α 1 = 45 BC: breedte = 4 m lengte = 5 m α 2 = 45 CD: breedte = 4 m r
Nadere informatieTentamen Warmte-overdracht
Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 21 juni 2010 tijd: 14.00-17.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar
Nadere informatietoelatingsexamen-geneeskunde.be
Fysica juli 2009 Laatste update: 31/07/2009. Vragen gebaseerd op het ingangsexamen juli 2009. Vraag 1 Een landingsbaan is 500 lang. Een vliegtuig heeft de volledige lengte van de startbaan nodig om op
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen
TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen TENTAMEN CTB1210 DYNAMICA en MODELVORMING d.d. 28 januari 2015 van 9:00-12:00 uur Let op: Voor de antwoorden op de conceptuele
Nadere informatieNaam:... Studentnr:...
Naam:...... Studentnr:..... FACULTEIT CONSTRUERENDE TECHNISCHE WETENSCHAPPEN WATERBEHEER Tentamen : Stroming Examinator: J.S. Ribberink Vakcode : 401 Datum : vrijdag 15 juli 005 Tijd : 13.30 17.00 uur
Nadere informatieExamen mechanica: oefeningen
Examen mechanica: oefeningen 22 februari 2013 1 Behoudswetten 1. Een wielrenner met een massa van 80 kg (inclusief de fiets) kan een helling van 4.0 afbollen aan een constante snelheid van 6.0 km/u. Door
Nadere informatieBereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau bedraagt 1 bar.
7. Gaswetten Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau
Nadere informatieMECHANICAII FLUIDO 55
MECHANICAII FLUIDO 55 Figuur (3.4): De atmosferische druk hoeft niet in rekening te worden gebracht aangezien ze in alle richtingen werkt. Opmerking 3: In sommige gevallen dient met een controlevolume
Nadere informatieTentamen Warmte-overdracht
Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 19 januari 09 tijd: 14.00-17.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar
Nadere informatieHandleiding Risicoberekeningen Bevi. Inleiding
Handleiding Risicoberekeningen Bevi Inleiding Versie Versie 3.0 Datum 1 januari 2008 Auteurs Hoofdauteur: dr P.A.M. Uijt de Haag (RIVM/CEV) Met bijdragen van ir L. Gooijer, dr H.I. Beerens, drs A.A.C.
Nadere informatieTentamen Warmte-overdracht
Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 30 juni 2014 tijd: 9.00-12.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar mee.
Nadere informatieRisicoanalyse LPG-tankstation Nieuwe Hemweg te Amsterdam
Risicoanalyse LPG-tankstation Nieuwe Hemweg te Amsterdam Project : 091658 Datum : 7 oktober 2009 Auteur : ir. G.A.M. Golbach Opdrachtgever: Haven Amsterdam Sector Infrastructuur en Milieu Postbus 19406
Nadere informatieRisicoanalyse Avia tankstation. Drievogelstraat in Kerkrade. Adviseurs voor de externe veiligheid
Adviseurs voor de externe veiligheid AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Risicoanalyse Avia tankstation Drievogelstraat in Kerkrade Status : notitie Project : 071207 Datum : 17 september 2008 Projectdoc.
Nadere informatieHet opstellen van een QRA rapportage (Risicoanalyse LNG tankstation Waddinxveen, Top Consultants
Onderbouwing voor het afwijken van het in PGS9 opstelde doelvoorschrift met betrekking tot interne veiligheidsafstanden tussen LIN en LNG opslagtank, LNG station aan de Transportweg 32 te Waddinxveen In
Nadere informatieScreening. RUP Gateway. Terminalzone Internationale Luchthaven Zaventem ADDENDUM
Screening RUP Gateway Terminalzone Internationale Luchthaven Zaventem ADDENDUM 28 april 2009 ANTES bvba Italiëlei 161 6 2000 Antwerpen tel. (03) 233 26 11 fax. (03) 231 08 84 www.antes.be Departement Mobiliteit
Nadere informatiePROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism
KINEMATICA EN DYNAMICA VAN MECHANISMEN PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism Lien De Dijn en Celine Carbonez 3 e bachelor in de Ingenieurswetenschappen: Werktuigkunde-Elektrotechniek Prof. Dr.
Nadere informatieBrandweer Amsterdam-Amstelland
Brandweer Amsterdam-Amstelland Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig Advies Externe Veiligheid Bestemmingsplan Legmeer West In Uithoorn Referentie: 12/RoEv-2015 Datum: 8 april 2014 Behandeld door: K. Wiering
Nadere informatieVlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde
Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 2017-2018
Nadere informatieRisicoanalyse Marco Gas te Bakel
Risicoanalyse Marco Gas te Bakel Project : 091659 Datum : 29 januari 2010 Auteur : ir. G.A.M. Golbach Opdrachtgever: De Visser Postbus 105 8200 AC Lelystad Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede
Nadere informatieEffectafstanden Model-Risicokaart
Effectafstanden Model-Risicokaart Opdrachtgever: december 2002 Ministerie van BZK 021640-L12 Ingenieurs/adviesbureau SAVE Postbus 10466 7301 GL Apeldoorn Tel: 055 5217133 Fax: 055 5214396 E-mail: save@save.nl
Nadere informatieOpgave 2. Voor vloeibaar water bij 298.15K en 1 atm zijn de volgende gegevens beschikbaar:
Oefenopgaven Thermodynamica 2 (29-9-2010) Opgave 1. Een stuk ijs van -20 C en 1 atm wordt langzaam opgewarmd tot 110 C. De druk blijft hierbij constant. Schets hiervoor in een grafiek het verloop van de
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS Tentamen Polymeerverwerking (4K550) vrijdag 2 juli 2004, 14:00-17:00. Bij het tentamen mag
Nadere informatieRookdichtheid en zichtlengte
Rookdichtheid en zichtlengte Kennisbank Bouwfysica Auteur: Ruud van Herpen MSc. 1 Het verbrandingsproduct De verbranding van een vuurlast kan in de meest essentiële vorm worden weergegeven in de volgende
Nadere informatiealuminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012
DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Dichtheid Soortelijke
Nadere informatieRisicoanalyse BOL SuperTank te Bunschoten
Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Risicoanalyse BOL SuperTank te Bunschoten Project : 163226 Datum : 21 november 2016 Auteur : ir. G.A.M. Golbach Opdrachtgever: FMA-Nillesen t.a.v. H.
Nadere informatieRapport. Concept. Stralingsintensiteit ten gevolge van een plasbrand voor herontwikkeling spoorzone Tilburg Talent Square
Rapport Lid NLingenieurs ISO-9001 gecertificeerd Concept Stralingsintensiteit ten gevolge van een plasbrand voor herontwikkeling spoorzone Tilburg Talent Square Rapportnummer H 4109-2-RA d.d. 30 juni 2011
Nadere informatieVerzameling oud-examenvragen
Verzameling oud-examenvragen Achim Vandierendonck Vraag 1 (6 punten) Beschouw een zeer goede thermische geleider (k ) in de vorm van een cilinder met lengte L en straal a 1. Rond deze geleider zit een
Nadere informatieBuisleidingen. Stand van zaken. Margreet Spoelstra RIVM
Buisleidingen Stand van zaken Margreet Spoelstra RIVM Ondergrondse buisleidingen Hogedruk aardgasleidingen Aardolieleidingen Rekenvoorschrift Voorgeschreven software CAROLA SAFETI-NL SAFETI-NL Chemicaliënleidingen
Nadere informatiePlasbranden. DGMR ingenieurs en adviseurs. Praktijk ervaringen adviseur
DGMR ingenieurs en adviseurs Plasbranden Praktijk ervaringen adviseur De ervaringen met de eisen uit het Bouwbesluit en de wijzigingen voor de toekomst. Werkwijze, uitgangspunten en de voorbereidingen
Nadere informatieTentamen Verbrandingstechnologie d.d. 9 maart 2009
Tentamen Verbrandingstechnologie d.d. 9 maart 2009 Maak elke opgave op een afzonderlijk vel papier Diktaat mag gebruikt worden, aantekeningen niet Succes! Opgave 1: Diversen (a) Geef de algemene reactie
Nadere informatieAgidens - Consulting & Services - Technical Safety 6/21/2017 R I S I C O S E N E F F E C T E N VA N ( S T O F ) E X P L O S I E S
Explosierisico s toegepast op KMO s R I S I C O S E N E F F E C T E N VA N ( S T O F ) E X P L O S I E S 1 2 2 / 0 6 / 2 0 1 7 O L I V I E R J A N S S E N S C O N S U L T A N T T E C H N I C A L S A F
Nadere informatietentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 12 april 2011, u
Dit tentamen bestaat uit twee delen: deel I bestaat uit 7 meerkeuzevragen en deel II bestaat uit twee open vragen. Deel I staat voor 40% van uw eindcijfer. Deel I invullen op het bijgeleverde formulier.
Nadere informatienatuurkunde vwo 2017-I
natuurkunde vwo 07-I Cessna 4 maximumscore 5 uitkomst: α = 7,8 voorbeeld van een berekening: In verticale richting geldt: F = Fz = mg = 70 9,8= 6,965 0 N. De motorkracht kan berekend worden met behulp
Nadere informatieExact Periode 7 Radioactiviteit Druk
Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk Exact periode 7 Radioactiviteit Druk Exact Periode 7 2 Natuurlijke radioactiviteit Met natuurlijke radioactiviteit wordt bedoeld: radioactiviteit die niet kunstmatig
Nadere informatieTOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart uur Docenten: T. Savenije, B. Dam
TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart 2017 13.30-15.00 uur Docenten: T. Savenije, B. Dam Dit tentamen bestaat uit 30 multiple-choice vragen Hiermee zijn in totaal 20 punten te verdienen Voor
Nadere informatieEindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1
Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1 Opgave 1 Fata Morgana (3p) We hebben een planparallelle plaat met een brekingsindex n(z), die met de afstand z varieert. Zie ook de figuur. a. Toon
Nadere informatieTOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY, MST1211TA1, LB1541) 10 maart 2015 14.00-15.30 uur Docenten: L. de Smet, B. Dam
TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY, MST1211TA1, LB1541) 10 maart 2015 14.00-15.30 uur Docenten: L. de Smet, B. Dam Naam:. Studentnummer Leiden:... En/of Studentnummer Delft:... Dit tentamen bestaat
Nadere informatieKwantitatieve risicoanalyse fa. Brandsma te Hilversum
externe veiligheid, risicoanalyses en risico[informatie + voorlichting] AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Kwantitatieve risicoanalyse fa. Brandsma te Hilversum Datum : 13 februari 2012 Project :
Nadere informatieV A D E M E C U M M E C H A N I C A. 2 e 3 e graad. Willy Cochet Pagina 1
V A D E M E C U M M E C H A N I C A e 3 e graad Willy Cochet Pagina 1 Vooraf 1. Dit is een basiswerk waarbij de vakleerkracht eventuele aanpassingen kan doen voor zijn specifieke studierichting : vectoren
Nadere informatiekoper hout water Als de bovenkant van het blokje hout zich net aan het wateroppervlak bevindt, is de massa van het blokje koper gelijk aan:
Fysica Vraag 1 Een blokje koper ligt bovenop een blokje hout (massa mhout = 0,60 kg ; dichtheid ρhout = 0,60 10³ kg.m -3 ). Het blokje hout drijft in water. koper hout water Als de bovenkant van het blokje
Nadere informatieRapportage BRANDO2: bepaling van de weerstand tegen brandoverslag conform NEN 6068:2008+C1:2011
Rapportage BRANDO2: bepaling van de weerstand tegen brandoverslag conform NEN 6068:2008+C1:2011 1. Gegevens Omschrijving: basis Gebruikte normversie: NEN 6068:2008+C1:2011 Rekenhart versie: 2.0 2. Doel
Nadere informatie1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering.
1 Warmteleer. 1 De soortelijke warmte is de warmte die je moet toevoeren om 1 kg van een stof 1 0 C op te warmen. Deze warmte moet je ook weer afvoeren om 1 kg van die stof 1 0 C af te koelen. 2 Om 2 kg
Nadere informatieFysische modellen De Aarde zonder en met atmosfeer
Fysische modellen De Aarde zonder en met atmosfeer J. Kortland Cdb, Universiteit Utrecht Inleiding Bij het ontwerpen van een computermodel van de broeikas Aarde maak je gebruik van fysische modellen. Deze
Nadere informatieTentamen Warmte-overdracht
Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 7 april 2014 tijd: 9.00-12.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar mee.
Nadere informatieRisicoanalyse directe bunkering LNG Amerikahaven
Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Risicoanalyse directe bunkering LNG Amerikahaven Project : 132556 Datum : 3 oktober 2013 Auteur : ir. G.A.M. Golbach Opdrachtgever: Havenbedrijf Amsterdam
Nadere informatieRisicoanalyse Marco Gas te Bakel
Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Risicoanalyse Marco Gas te Bakel Project : 091659 Datum : 16 september 2013 Auteur : ir. G.A.M. Golbach Opdrachtgever: De Visser t.a.v. C. Weststeijn
Nadere informatieRisico- en effectafstanden waterstoftankstations
A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 F 030 274 29 71 info@rivm.nl Risico en effectafstanden waterstoftankstations Behandeld
Nadere informatieOpgave Zonnestelsel 2005/2006: 3
Opgave Zonnestelsel 25/26: 3 2.1 Samenstelling van de gasreuzen Het afleiden van de interne samenstelling van planeten gebeurt voornamelijk door te kijken naar de afwijkingen in de banen van satellieten
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS Tentamen Polymeerverwerking (4K550) vrijdag 8 oktober 2004, 09:00-12:00. Bij het tentamen
Nadere informatieRisicoanalyse Truckparking Maat te Alblasserdam
Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Risicoanalyse Truckparking Maat te Alblasserdam Project : 132436 Datum : 9 september 2013 Auteurs : Ing. A.M. op den Dries Ing. A.J.H. Schulenberg Ir.
Nadere informatieGroepsrisicoberekening LPG-tankstation B. Kerkhof & Zn
externe veiligheid, risicoanalyse risico[informatie+voorlichting] Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Groepsrisicoberekening LPG-tankstation B. Kerkhof & Zn in Den Haag Project : 142768
Nadere informatieGroepsrisico LPG-tankstation Shell Muntbergweg in Amsterdam
Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Groepsrisico LPG-tankstation Shell Muntbergweg in Amsterdam Project : 101859 Datum : 23 november 2011 Auteur : ir. G.A.M. Golbach ing. A.M. op den Dries
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 21 juni uur
Eamen VW 017 tijdvak woensdag 1 juni 13.30-16.30 uur wiskunde B (pilot) Dit eamen bestaat uit 17 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 74 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met
Nadere informatieHOE EFFECTIEF ZIJN DE VERSCHILLENDE HANDELINGSPERSPECTIEVEN?
HOE EFFECTIEF ZIJN DE VERSCHILLENDE HANDELINGSPERSPECTIEVEN? Ingrediënten voor zelfredzaamheid bij grootschalige incidenten met gevaarlijke stoffen Inge Trijssenaar DISCLOSURE BELANGEN SPREKER (potentiële)
Nadere informatieEen ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm.
8.1 1. Tijdens de verbranding van a. aluminium ontstaat er aluminiumoxide, b. koolstof ontstaat er koolstofdioxide, c. magnesiumsulfide ontstaan er magnesiumoxide en zwaveldioxide, want de beginstof bevat
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS Tentamen Polymeerverwerking (4K550) maandag 11 augustus 2003, 09:00-12:00. Bij het tentamen
Nadere informatieHulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.
Oefentoets schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 3, 5, 6 en 7 Tijdsduur: Versie: 90 minuten A Vragen: 20 Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let
Nadere informatie2 - Luchtsnelheidsensoren FloXact -Stick
FloXact Stick Toepassing De FloXact -Stick wordt gebruikt voor luchtsnelheid metingen in luchtkanalen. Afhankelijk van het model wordt een gemiddelde snelheid bepaald over 6, 8 of 10 meetpunten. De unieke
Nadere informatieExterne Veiligheid Planontwikkeling Nieuw Hofvliet
Princetonlaan 6 Postbus 80015 3508 TA UTRECHT TNO-rapport TNO-034-UT-2010-00272_RPT-ML www.tno.nl T 088 866 20 61 F 088 866 20 50 Externe Veiligheid Planontwikkeling Nieuw Hofvliet Datum Januari 2010 Auteur(s)
Nadere informatieHoofdstuk 4: Dampen 4.1 AGGREGATIETOESTANDEN SMELTEN EN STOLLEN SMELTPUNT. Figuur 4.1: Smelten zuivere stof
Hoofdstuk 4: Dampen 4.1 AGGREGATIETOESTANDEN 4.1.1 SMELTEN EN STOLLEN SMELTPUNT Wanneer we een zuivere vaste stof (figuur 4.1) verwarmen zal de temperatuur ervan stijgen. Na enige tijd wordt de vaste stof
Nadere informatieTheorie windmodellen 15.1
Theorie windmodellen 15.1 15 THEORIE WINDMODELLEN 15.1 Inleiding Doordat er drukverschillen zijn in de atmosfeer waait er wind. Tengevolge van horizontale drukverschillen zal een luchtbeweging willen ontstaan
Nadere informatie- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.
NATUURKUNDE - KLAS 5 PROEFWERK H6 22-12-10 Het proefwerk bestaat uit 3 opgaven met in totaal 31 punten. Gebruik van BINAS en grafische rekenmachine is toegestaan. Opgave 1: De helling af (16p) Een wielrenner
Nadere informatieModule Aerodynamica ADY03 Reader aerodynamica, Bijlage symbolenlijst
Hogeschool Rotterdam Instituut voor Engineering and Applied Science Studierichting Autotechniek Module Aerodynamica ADY03 Reader aerodynamica, Bijlage symbolenlijst Auteur: Versie 0.05 31 oktober 2012,
Nadere informatienatuurkunde vwo 2017-I
Cessna In figuur 1 staat een foto van een Cessna, een eenmotorig vliegtuig. figuur 1 In tabel 1 staan gegevens van deze Cessna. tabel 1 figuur 2 Cessna lengte 7,3 m spanwijdte 10,7 m hoogte 3,0 m tankinhoud
Nadere informatieNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur
NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE Tweede ronde - theorie toets 21 juni 2000 beschikbare tijd : 2 x 2 uur 52 --- 12 de tweede ronde DEEL I 1. Eugenia. Onlangs is met een telescoop vanaf de Aarde de ongeveer
Nadere informatieQRA berekening LPG-tankstations
# Deze versie is tekstueel verduidelijkt maar is inhoudelijk ongewijzigd ten opzichte van de voorgaande versie van 20 december 2007. 1. LPG-tankstations als bedoeld in artikel 2.1 onder e van het Bevi
Nadere informatie