MODULE 11. MAGAZIJNEN
|
|
- Julia van den Broek
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 MODULE 11. MAGAZIJNEN Deze module behandelt de manier waarop met magazijnen moet omgegaan worden in de QRA. Eerst en vooral wordt het toepassingsgebied afgebakend, waarbij vooral het verschil met open opslagplaatsen (Module 12) aan bod komt. Vervolgens wordt verduidelijkt welke scenario s moeten meegenomen worden. Daarna wordt voor alle mogelijke scenario s stap voor stap uitgelegd op welke manier de QRA moet uitgevoerd worden, inclusief faalfrequenties en vervolgkansen. Voor het uitwerken van de methodiek werd gesteund op (RIVM, 2009), (TNO, 2008), (HSE, 2013) SYMBOLEN a [-] Aantal koolstofatomen in de brutostructuurformule A [m²] Brandoppervlak A max [m²] Maximaal brandoppervlak A omslag [m 2 ] Grootte van het brandoppervlak bij omslagpunt oppervlaktebeperkte naar zuurstofbeperkte brand Actief% [-] Gewichtsgemiddelde actieve fractie van alle opgeslagen stoffen Actief% i [-] Gewichtsfractie actief deel in stof i Actief% Tox [-] Gewichtsgemiddelde actieve fractie van de opgeslagen toxische stoffen b [-] Aantal waterstofatomen in de brutostructuurformule B [kg/s] Brandsnelheid van de oppervlaktebeperkte of zuurstofbeperkte brand B stof [kg/m².s] Brandsnelheid van de opgeslagen stoffen B max [kg/s] Maximale brandsnelheid oppervlaktebeperkte brand B O2 [kg/s] Brandsnelheid zuurstofbeperkte brand c [-] Aantal zuurstofatomen in de brutostructuurformule C [mg/m 3 ] Concentratie d [-] Aantal chlooratomen in de brutostructuurformule e [-] Aantal stikstofatomen in de brutostructuurformule f [-] Aantal zwavelatomen in de brutostructuurformule f rookgas [-] Fractie warmte in de rookgassen F [aantal/uur] Ventilatievoud van de ruimte (aantal luchtverversingen per uur) g [-] Aantal fluoratomen in de brutostructuurformule h [-] Aantal broomatomen in de brutostructuurformule H [m] Hoogte van het magazijn m [kg/s] Bronterm mo 2 [kmol/s] Beschikbare hoeveelheid zuurstof m CO [kg/s] Bronterm van CO 13/07/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 11-1
2 m HCl [kg/s] Bronterm van HCl m NO2 [kg/s] Bronterm van NO 2 m SO2 [kg/s] Bronterm van SO 2 m tox [kg/s] Bronterm toxisch onverbrand product massa% [-] Aandeel toxische stoffen in een magazijn M [g/mol] Gemiddelde molaire massa van de opgeslagen stoffen M a [g/mol] Atoommassa van een element in de gemiddelde structuurformule M i [g/mol] Molaire massa van stof i n [-] Gemiddeld aantal atomen van een element in de gemiddelde structuurformule n i [-] Aantal atomen van een element in de structuurformule van stof i N i [kmol] Aantal kmol van een bepaalde stof i Q i [kg] Opgeslagen hoeveelheid van stof i S f [-] Survivalfractie t [min] Tijd (steeds 30 minuten) u w [m/s] Windsnelheid V [m³] Brutovolume van het magazijn (incl. de ruimte die door de aanwezige producten wordt ingenomen) W [MJ/kg] Verbrandingswarmte van de opgeslagen producten Z 0 [mol/mol] Benodigde hoeveelheid zuurstof in mol voor de verbranding van 1 mol van de opgeslagen stoffen Griekse symbolen η [kg/kg] Totale omzetting (in kg) per kg verbrand product (C ah bo ccl dn es ff gbr h) η CO [kg/kg] Omzetting (in kg) in CO per kg verbrand product (C ah bo ccl dn es ff gbr h) η HCl [kg/kg] Omzetting (in kg) in HCl/HBr/HF per kg verbrand product (C ah bo ccl dn es ff gbr h) η NO2 [kg/kg] Omzetting (in kg) in NO 2 per kg verbrand product (C ah bo ccl dn es ff gbr h) η SO2 [kg/kg] Omzetting (in kg) in SO 2 per kg verbrand product (C ah bo ccl dn es ff gbr h) 11.2 TOEPASSINGSGEBIED Opslagplaatsen voor stukgoederen kunnen in het kader van de risicoberekening beschouwd worden als een magazijn of als een open opslagplaats. Om te bepalen of de beschouwde opslagplaats al dan niet beschouwd moet worden als een magazijn wordt het volgende beslissingsdiagram toegepast. Bij toepassing van het diagram dienen steeds volgende zaken voor ogen gehouden te worden 1. Er zijn steeds enkele gaten mogelijk bij de wanden, zonder dat dit invloed heeft op het besluit; 13/07/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 11-2
3 2. Indien verschillende opslagplaatsen van elkaar gescheiden worden door een tussenwand en deze tussenwand geen brandweerstand heeft van minstens 30 minuten, wordt deze tussenwand als onbestaande beschouwd. De betrokken opslagplaatsen worden bijgevolg verder als één opslagplaats behandeld voor toepassing van het beslissingsdiagram; 3. Indien een opslagplaats voorzien is van een luifel (of gelijkaardige constructie), wordt deze opslagplaats altijd afzonderlijk behandeld van de belendende opslagplaats(en). De wand waarop de luifel is bevestigd, wordt bijgevolg beschouwd als buitenwand en niet als tussenwand. Het beslissingsdiagram is van toepassing op de meest voor de hand liggende constructies van opslagplaatsen, inclusief (transit)zones waar stukgoederen klaargezet worden in afwachting van hetzij afvoer naar de klant (uitgaande stukgoederen) hetzij opslag in het magazijn of de open opslagplaats (inkomende stukgoederen). Indien de beschouwde opslagplaats geen algemeen voorkomende constructie heeft of indien er twijfel heerst omtrent de uitkomst, wordt voorafgaand aan de opmaak van het veiligheidsdocument het advies van de dienst VR ingewonnen. Hetzelfde geldt voor andere te maken keuzes die afhankelijk zijn van de constructie van het magazijn bij de toepassing van deze module. Heeft de opslagplaats een dak? Ja Kan de opslagplaats volledig afgesloten worden? Nee Ja Ja Nee Twee buitenwanden zijn volledig open, zodat de wind vrije doorgang heeft? Nee De buitenwanden zijn voor ca. 75% of meer van de totale oppervlakte van de zijwanden gesloten? Ja Nee Opslagplaats = magazijn Module 11 wordt toegepast Advies dienst VR kan altijd gevraagd worden Opslagplaats = open opslagplaats Module 12 wordt toegepast Figuur 11-1: Beslissingsdiagram magazijn vs. open opslagplaats Deze module wordt toegepast op de afzonderlijke magazijnen, uitgezonderd 13/07/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 11-3
4 een magazijn met uitsluitend niet-seveso stoffen; een magazijn met uitsluitend niet-brandbare stoffen (onafhankelijk of deze al dan niet gevaarlijk zijn); hierbij wordt geen rekening gehouden met het aanwezige verpakkingsmateriaal. Indien niet-brandbare stoffen worden opgeslagen in een magazijn waar ook brandbare stoffen en Sevesostoffen worden opgeslagen én wanneer deze niet-brandbare stoffen door ontleding of verdamping bij een brand kunnen bijdragen tot de vorming van toxische gassen, worden deze niet-brandbare stoffen beschouwd in de berekeningen. Deze module is niet van toepassing op magazijnen kleiner dan 20 m² SCENARIO S In de risicoberekening moet rekening gehouden worden met de verschillende effecten van magazijnbrand, met name warmtestraling en emissie van toxische producten (toxische verbrandingsproducten én toxisch onverbrand product dat wordt meegesleurd in de rookgassen). Andere scenario s worden beschouwd indien relevant. Hieronder worden enkele specifieke situaties beschreven die al dan niet moeten in rekening gebracht worden bij magazijnbrand. Dit dient wel steeds gemotiveerd te worden in het veiligheidsdocument Warmtestraling Warmtestraling moet niet kwantitatief bepaald worden, indien het magazijn voldoet aan de vereisten van Bijlage 6 (Industriegebouwen) 1 van het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen 2. Alle industriegebouwen incl. magazijnen waarvoor een bouwvergunning werd aangevraagd na inwerkingtreding van Bijlage 6 (i.c ), dienen te voldoen aan de eisen van de hogergenoemde Bijlage 6. Warmtestraling bij magazijnbrand wordt wel kwantitatief bepaald indien het magazijn voldoet aan volgende voorwaarden: 1. Het magazijn voldoet niet aan de eisen in Bijlage 6 van het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994; 2. Minstens één van de muren van het magazijn is gelegen op een horizontaal gemeten afstand van minder dan 30 m van de terreingrens; 3. De muur in kwestie (uit het vorige punt) heeft een brandweerstand van minder dan 60 minuten of één van de poorten of deuren in deze muur heeft een brandweerstand van minder dan 30 minuten. In het veiligheidsdocument dient steeds een kwalitatieve beschrijving opgenomen te worden, met minstens: 1 Aangevuld bij het K.B. van 1 maart 2009, art. 7 (B.S ), inwerking getreden op B.S , err. B.S en B.S /07/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 11-4
5 De gegevens van de constructie van het magazijn, zoals materiaal muren inclusief brandweerstand, materiaal deuren en poorten inclusief brandweerstand, aantal deuren en poorten, materiaal dak inclusief (eventuele) brandweerstand, de aanwezigheid van rookluiken, lichtstraten en ventilatie; De (minimale) afstand van het magazijn tot de bedrijfsgrens; De genomen maatregelen die een invloed kunnen hebben op het fenomeen warmtestraling Toxische verbrandingsproducten Indien in het magazijn geen stoffen met hetero-atomen (zwavel, stikstof, chloor, fluor of broom) worden opgeslagen, dienen de effecten van toxische verbrandingsproducten niet meegenomen te worden Toxisch onverbrand product Indien in het magazijn minder dan 5 ton stoffen met gevarencategorie H1 én minder dan 50 ton stoffen met gevarencategorie H2 aanwezig zijn, dienen de effecten van toxisch onverbrand product niet meegenomen te worden. Enkel de door inhalatie acuut toxische stoffen worden hierbij in beschouwing genomen Falen van stukgoed Het falen van stukgoed tijdens de opslag of behandeling binnen een magazijn moet niet beschouwd worden. Het falen van stukgoed buiten een magazijn wordt behandeld volgens Module FAALFREQUENTIE Initiële brandfrequentie Voor wat betreft de initiële brandfrequentie van een magazijn dienen voor magazijnen met vloeistoffen en gassen de waarden uit Tabel 11-1 gebruikt te worden. Voor magazijnen met enkel vaste stoffen wordt een initiële brandfrequentie van 1, /jaar gehanteerd. Voor een magazijn waarin pyrofore stoffen aanwezig kunnen zijn, wordt de brandfrequentie van 8, /jaar gebruikt. Tabel 11-1: Initiële brandfrequentie per magazijn voor vloeistoffen en gassen Laagste vlampunt van de aanwezige stoffen Initiële brandfrequentie [/jaar] < 60 C 8,810-4 > 60 C 1, (Vervolg)kans op een bepaald brandoppervlak Het maximale brandoppervlak is het oppervlak van het magazijn, weliswaar beperkt tot 900 m 2. Dit oppervlak betreft het gehele vloeroppervlak van het magazijn. Bij opslag van (niet-brandbare) stoffen die niet bij brand betrokken kunnen raken, mag van een kleiner maximaal brandoppervlak worden uitgegaan, namelijk het vloeroppervlak dat niet door deze stoffen wordt ingenomen. 13/07/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 11-5
6 Voor het berekenen van de risico s verbonden aan magazijnbrand wordt rekening gehouden met het feit dat het brandbestrijdingssysteem een invloed heeft op de brandoppervlakte. Tabel 11-2 geeft per brandbestrijdingssysteem de (vervolg)kans voor een bepaalde brandoppervlakte weer. Vermenigvuldiging van de vervolgkans voor een bepaalde brandoppervlakte met de initiële brandfrequentie van het magazijn geeft de frequentie waarmee dergelijke brand kan optreden. Bij magazijnen met een oppervlakte kleiner dan 900 m 2 worden de vervolgkansen van de brandoppervlakken groter dan de oppervlakte van het betreffende magazijn opgeteld bij de vervolgkans op brand ter grootte van het magazijn. Tabel 11-2: Ventilatievoud en (vervolg)kansen voor een bepaalde brandoppervlakte per brandbestrijdingssysteem (als percentage van de initiële brandfrequentie, genoemd in Tabel 11-1) Brandbestrijdingssysteem Ventilatievoud b Vervolgkans voor een bepaalde brandoppervlakte 20 m 2 50 m m m m 2 1a Automatische sprinklerinstallatie 1b Idem sprinklers in rekken 4 & 4 & 45 % 63 % 44 % 26 % 10 % 10 % 0,5 % 0,5 % 0,5 % 0,5 % 2 Automatische deluge installatie 4 & 63 % 26 % 10 % 0,5 % 0,5 % 3 Automatische blusgasinstallatie 4 & 99 % - - 0,5 % 0,5 % 4 Automatische hi-ex outside-air installatie 89 % 9 % 1 % 0,5 % 0,5 % 5 Automatische hi-ex inside-air installatie 4 & 89 % 9 % 1 % 0,5 % 0,5 % 6 Bedrijfsbrandweer - handbediende deluge a 4 & 35 % 45 % 10 % 5 % 5 % 7 Bedrijfsbrandweer binnenaanval - 20 % 30 % 28 % 22 % 8 Handbediende deluge-installatie met watervoorziening door bedrijfsbrandweer a 4 & - 20 % 30 % 25 % 25 % 9 Handbediende deluge-installatie met watervoorziening door lokale brandweer a 4 & % 40 % 10 Geen van voorgaande brandbestrijdingssystemen 4 & % 22 % a) De handbediende deluge-installatie (6) verschilt van (8) doordat er in geval van brand slechts een brandkraan moet worden opengedraaid. Bij deluge-installatie (8) (en (9)) moet de watervoorziening met behulp van brandslangen nog gereed worden gemaakt. b) Met een ventilatievoud 4 mag enkel gerekend worden op voorwaarde dat het magazijn volledig afgesloten kan worden. Zie Ventilatievoud Tabel 11-2 geeft per brandbestrijdingssysteem de te hanteren ventilatievouden weer. Bij brandbestrijdingssystemen met een rook- en warmteafvoerinstallatie (rookluiken) zoals bij een automatische hi-ex outside air installatie (4) en bedrijfsbrandweer met binnenaanval (7) wordt enkel gerekend met een onbeperkt ventilatievoud. Bij magazijnen uitgerust met een automatische blusgasinstallatie (3) geldt dat het 20 m² en het 300 m² scenario alleen gekoppeld zijn aan een ventilatievoud van 4 (deuren dicht) en het 900 m² scenario alleen aan een ventilatievoud van oneindig (deuren open). Voor dit systeem wordt dan ook geen verdeling over de 13/07/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 11-6
7 situatie van deuren open en dicht gemaakt (zie later). Voor dit systeem wordt verondersteld dat deze kans al verwerkt is in de vervolgkans op de verschillende brandoppervlakten. Bij magazijnen uitgerust met een ander brandbestrijdingssysteem (1a, 1b, 2, 5, 6, 8 en 9) moet gerekend worden met een ventilatievoud 4 (bij gesloten deuren, rookluiken, poorten én ventilatieroosters) én met een onbeperkt ventilatievoud (bij niet sluiten van de deuren, rookluiken, poorten of ventilatieroosters). Bij magazijnen die niet volledig afgesloten kunnen worden, wordt echter enkel gerekend met een onbeperkt ventilatievoud. Bij magazijnen zonder een specifiek brandbestrijdingssysteem (10) kan met ventilatievoud 4 en oneindig gerekend worden, op voorwaarde dat wordt aangetoond dat het magazijn volledig kan afgesloten worden en dit ook zo blijft tijdens de brand. Indien niet aan deze voorwaarde voldaan wordt (of dit niet kan aangetoond worden), wordt enkel met onbeperkt ventilatievoud gerekend. Indien het magazijn volledig is uitgerust met automatische, zelfsluitende operationele elementen (deuren, rookluiken, poorten én ventilatieroosters) wordt de kans op niet volledig afsluiten van het magazijn en dus op onbeperkt ventilatievoud vastgelegd op 0,02. Indien het magazijn is uitgerust met één of meer handbediende operationele elementen (zoals deuren, rookluiken, poorten of ventilatieroosters), gaat men uit van een kans van 0,1. Indien één of meer van de elementen automatisch open gaat bij brand (zoals bv. bij rookluiken soms het geval is), bedraagt de kans op onbeperkt ventilatievoud 0,98. In dit geval wordt voor de eenvoud steeds uitgegaan van onbeperkt ventilatievoud WARMTESTRALING Voor de berekening van warmtestraling wordt uitgegaan van een plasbrand over de volledige oppervlakte van het magazijn. Voor de modellering van de plasbrand wordt gebruik gemaakt van Voor een magazijn met een oppervlakte van meer dan 100 m² wordt de scenariofrequentie bepaald door de initiële brandfrequentie te vermenigvuldigen met de som van de vervolgkansen voor de brandoppervlakten van 300 en 900 m². Voor een magazijn met een oppervlakte kleiner of gelijk aan 100 m² wordt de initiële brandfrequentie vermenigvuldigd met de som van de vervolgkansen voor de brandoppervlakten groter of gelijk aan de oppervlakte van het magazijn. Voor de effectberekeningen wordt uitgegaan van volgende veronderstellingen: het brandoppervlak wordt gelijkgesteld aan de oppervlakte van het magazijn; afschermende werking van muren wordt niet verrekend; n-octaan wordt gebruikt als referentieproduct; voor magazijnen die een klein aantal producten bevatten kan gerekend worden met een referentieproduct dat qua (brand)eigenschappen overeenstemt met de eigenschappen van de stoffen in het magazijn; als brandsnelheid wordt de brandsnelheid van het referentieproduct gebruikt. 13/07/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 11-7
8 11.6 EMISSIE VAN TOXISCHE VERBRANDINGSPRODUCTEN Samenstelling van de opgeslagen stoffen (brutostructuurformule) Voor het bepalen van de samenstelling van de opgeslagen stoffen wordt één van volgende twee methoden gebruikt. In het veiligheidsdocument wordt de keuze beargumenteerd en indien gekozen wordt voor de 2 e methode wordt aangegeven op welke manier de brutostructuurformule werd afgeleid. Ofwel wordt gerekend met de standaard brutostructuurformule C 3,90H 8,50O 1,06N 1,17Cl 0,46S 0,51P 1,35. Hierin wordt verondersteld dat het afzonderlijk gehalte aan N, S en Cl-atomen gemiddeld nooit meer dan 10 gew% bedraagt. Ofwel wordt voor specifieke gevallen gewerkt met een zelf afgeleide brutostructuurformule voor het magazijn, waarbij de aanwezige stoffen in rekening worden gebracht, tenzij ze niet bij de brand betrokken kunnen raken. Het aantal atomen van de diverse elementen in de gemiddelde structuurformule worden als volgt bepaald met = = % De gemiddelde molaire massa van de opgeslagen stoffen is = De gewichtsgemiddelde actieve fractie van de opgeslagen stoffen wordt als volgt bepaald %= % Indien met de standaard brutostructuurformule wordt gerekend, wordt Actief% gelijkgesteld aan 100 % Brandsnelheid De brandsnelheid wordt bepaald met de formule = Voor de brandsnelheid van de opgeslagen stoffen wordt gerekend met 0,025 kg/m².s, tenzij de opslag in het betrokken magazijn in totaal 20 gewichts% of meer specifieke producten (peroxiden, spuitbussen, ontvlambare vloeistoffen, pyrofore stoffen) bevat. 13/07/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 11-8
9 In dat geval wordt een gemiddelde brandsnelheid gehanteerd op basis van de gewichtsfractie specifieke producten in het magazijn en dit zonder rekening te houden met de actieve fractie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van volgende brandsnelheden: Peroxiden: 0,5 kg/m².s; Spuitbussen: 0,3 kg/m².s; Ontvlambare vloeistoffen en pyrofore stoffen: 0,1 kg/m².s. In zeer specifieke gevallen, zoals wanneer het magazijn slechts één product bevat, wordt gebruik gemaakt van de specifieke brandsnelheid van de betreffende stof Oneindig ventilatievoud Bij oneindig ventilatievoud, wordt gedurende de ganse tijdsspanne tot pluimstijging een oppervlaktebeperkte brand verondersteld. Bij een oppervlaktebeperkte brand wordt gerekend met de maximale brandsnelheid o.b.v. het brandoppervlak, zoals bepaald in Eindig ventilatievoud Bij eindig ventilatievoud wordt eerst het omslagpunt, waarop de brand overgaat van een oppervlaktebeperkte naar een zuurstofbeperkte brand, bepaald: = De beschikbare hoeveelheid zuurstof wordt bepaald o.b.v. het ventilatievoud en het volume van het magazijn: = 0,2 1+0, De benodigde hoeveelheid zuurstof voor de verbranding van 1 mol van de opgeslagen stoffen wordt bepaald o.b.v. de formule: =0, h +0, De scenario s met de brandoppervlakten groter dan het omslagpunt, worden vervangen door een scenario bij de brandoppervlakte overeenkomend met het omslagpunt, waarbij de vervolgkans gelijk is aan de som van de vervolgkansen van de grotere brandoppervlakten. Indien het omslagpunt kleiner is dan 20 m², worden de effecten verwaarloosbaar geacht en worden deze scenario s niet beschouwd in de verdere berekeningen Bronterm (toxische) verbrandingsproducten De brontermen van de afzonderlijk te beschouwen toxische componenten worden als volgt berekend: 13/07/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 11-9
10 = % = % = % = % met = 0,1 46 = 64 = 36,5+ 20+h 81 = 0,05 28 Hierbij worden Fluor en Broom beide meegeteld als Chloor, maar het oorspronkelijk molgewicht van de stof wordt gehanteerd. Volgende omzettingspercentages werden toegepast: N NO 2 : 10% S SO 2 : 100% Cl HCl : 100% C CO : 5% 11.7 EMISSIE VAN TOXISCH ONVERBRAND PRODUCT Voor de bepaling van de emissie van toxisch onverbrand product wordt een onderscheid gemaakt tussen de toxische vloeistoffen en poeders enerzijds en de toxische granulaten anderzijds Survivalfractie Tabel 11-3 geeft de rekenwaarden voor de survivalfractie weer. 13/07/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 11-10
11 Tabel 11-3: Rekenwaarden voor survivalfractie Opslaghoogte toxische stof 1,80 m > 1,80 m Oppervlak van magazijn 300 m² > 300 m² 300 m² > 300 m² Toxische vloeistoffen en poeders Met automatisch brandbestrijdingssysteem 1 Hi-ex outside- of inside-air installatie 2 Zonder automatisch brandbestrijdingssysteem 3 10% 1% 1% 1% 1% 1% 30% 10% 10% Toxische granulaten 1% 1% 1 Dit komt overeen met nummers 1a, 1b, 2 en 3 uit Tabel Dit komt overeen met nummers 4 en 5 uit Tabel Dit komt overeen met nummers 6, 7, 8, 9 en 10 uit Tabel Bronterm De bronterm toxisch onverbrand product wordt bepaald met de formule = % % enerzijds voor de toxische vloeistoffen en poeders en anderzijds voor de toxische granulaten ROOKGASMENGSEL De totale vrijzetting wordt bepaald als de som van de brontermen van de toxische verbrandingsproducten (NO 2, SO 2, HCl en CO) en de brontermen van toxisch onverbrand product. Voor het bepalen van de toxiciteit van de toxische verbrandingsproducten worden de voorgeschreven probitfuncties gebruikt (zie 20.3). Voor alle toxisch onverbrand producten samen wordt ofwel één representatieve stof voorgesteld o.b.v. de aanwezige producten. Deze representatieve stof komt bij voorkeur voor in de lijst van toxische stoffen met voorgeschreven probitfuncties. In dit geval wordt de voorgeschreven probitfunctie gebruikt. ofwel gebruik gemaakt van volgende probit (M = 29,17 g/mol): = 5,86+ln (mg/m³) met LC 50, mens, 30 min = 42 mg/m³ Of = 5,47+ln (ppm) 10% 10% 10% Indien voor het toxisch onverbrand product uitgegaan wordt van deze probitfunctie, wordt Actief% Tox gelijkgesteld aan 100 %. De toxiciteit van het mengsel toxische verbrandingsproducten en toxisch onverbrand product wordt middels de methodiek uit voor het berekenen van de mengprobit bepaald. 13/07/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 11-11
12 11.9 AANNAMES M.B.T. DE MODELLERING VAN DE EMISSIE Na het bepalen van de brontermen en toxiciteit van de verbrandingsproducten en (indien van toepassing) het onverbrand product wordt de emissie hiervan gemodelleerd Opmenging in de lijwervel Voor het fenomeen magazijnbrand wordt er rekening mee gehouden dat het toxisch rookgasmengsel zal verspreiden via de lijzijde van het gebouw. Het recirculatiegebied wordt hierbij bepaald op basis van de afmetingen van het gebouw (en niet het magazijn), zoals beschreven in Het gebouw vormt hierbij één aaneengesloten geheel. Voor verschillende gebouwen worden verschillende lijwervels bepaald. Voor de berekening van verladingen buiten aan het magazijn is het niet toegestaan om opmenging in de lijwervel (recirculatie) toe te passen Dispersie Er wordt standaard uitgegaan van een continue neutraal gas dispersie (zie ) (steady state) en een vrijzetting in open lucht Pluimstijging Bij magazijnbrand zal in bepaalde gevallen pluimstijging optreden, met name bij grote branden en bij zeer lage windsnelheden. Hierdoor zal het rookgasmengsel zich snel op grote hoogte bevinden en zijn er op grondniveau nauwelijks nog letale concentraties aanwezig. Bij het bepalen van de risico s van magazijnbrand wordt niet gerekend met specifieke pluimstijgingsmodellen, maar er worden wel enkele rekentechnische maatregelen gebruikt om rekening te houden met het effect van pluimstijging. Er wordt verondersteld dat na 30 minuten altijd pluimstijging optreedt, ongeacht de grootte van de brandoppervlakte. Brandoppervlaktes groter dan 900 m² worden nooit doorgerekend (RIVM, 2009). Verder worden de door te rekenen brandoppervlaktes uit Tabel 11-2 beperkt op basis van de windsnelheid (HSE, 2013). Per windsnelheid wordt de maximale brandoppervlakte waarbij geen pluimstijging optreedt, berekend met de formule 0,18 = 8,9 waarbij voor de fractie warmte in de rookgassen steeds conservatief met 10% wordt gerekend. Voor de verbrandingswarmte van de opgeslagen producten wordt met 20 MJ/kg gerekend, tenzij een andere verbrandingswarmte kan gemotiveerd worden. Alle brandoppervlaktes uit Tabel 11-2 die kleiner of gelijk zijn aan de berekende waarde voor A, worden voor de betreffende windsnelheid in rekening gebracht. Het maximale brandoppervlak is de oppervlakte van het magazijn, beperkt tot 900 m². Voor de mee te nemen oppervlaktes worden de kansen uit Tabel /07/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 11-12
13 toegepast. Voor de andere brandoppervlaktes wordt verondersteld dat pluimstijging optreedt en dat er geen relevante effectafstand is, waardoor deze scenario s niet verder beschouwd worden. Indien het omslagpunt kleiner of gelijk is aan de maximale brandoppervlakte waarbij pluimstijging kan optreden, zoals hiervoor berekend, dan wordt het omslagpunt zelf meegenomen in de QRA, anders niet REKENBLAD De dienst VR heeft een rekenblad opgesteld waarmee de gemiddelde brutostructuurformule van een magazijn, de faalfrequenties, de brontermen (incl. de brandsnelheid van de opgeslagen stoffen), de probitfunctie van het rookgasmengsel, de lijwervel en de mee te nemen brandoppervlaktes op een eenvoudige manier kunnen berekend worden. Dit rekenblad dient gebruikt te worden. Het ingevulde rekenblad wordt toegevoegd aan het veiligheidsdocument. In het rekenblad is ook een berekening opgenomen voor het bepalen van de letaliteit in het zoggebied, na opmenging in de lijwervel. Hiervoor wordt per brandoppervlakte de maximale concentratie in de lijwervel bepaald o.b.v. de laagste relevante windsnelheid voor die brandoppervlakte. Dit geeft de minimale letaliteit in de lijwervel. Als dit groter is dan 1%, dan zijn er relevante effecten te verwachten en moet het betrokken scenario meegenomen worden in de QRA. Als dit kleiner is dan 1%, dan kan het scenario achterwege gelaten worden. De omrekening van mg/m³ naar ppm en omgekeerd en het bepalen van de molaire massa van het rookgas gebeurt o.b.v. de molfractie (bij 20 C en atmosferische druk) VERSIEBEHEER Datum Versie Voornaamste aanpassingen Dec e versie Okt Aanpassing n.a.v. Q&A 14/01 m.b.t. het verschil tussen magazijnen en open opslagplaatsen (die hiermee komt te vervallen) April Aanpassing ventilatievoud en pluimstijging; invoering minimum brandoppervlakte Maart Aanpassing n.a.v. volledig Handboek Risicoberekeningen en CLP; tekstuele verbeteringen; verwerking Q&A 15/02 April Aanpassing huisstijl Departement Omgeving Juli Toevoeging pyrofore stoffen voor bepalen brandfrequentie en -snelheid 13/07/2017 Handboek Risicoberekeningen pagina 11-13
MODULE 11. MAGAZIJNEN
MODULE 11. MAGAZIJNEN Algemene referenties: (RIVM/CEV, 2009), (TNO, 2008), (HSE, 2013) 11.1 DEFINITIES EN SYMBOLEN 11.1.1 Definities Brandbare stof Een stof die met lucht van normale samenstelling en druk
Nadere informatieRICHTLIJN OVER DE AANPAK VAN MAGAZIJNBRANDEN IN DE KWANTITATIEVE RISICOANALYSE. Versie 1.0 1/06/2011
RICHTLIJN MAGAZIJNBRAND RICHTLIJN OVER DE AANPAK VAN MAGAZIJNBRANDEN IN DE KWANTITATIEVE RISICOANALYSE Versie 1.0 1/06/2011 Vlaamse overheid Departement LNE Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst
Nadere informatieMODULE 12. OPEN OPSLAGPLAATSEN
MODULE 12. OPEN OPSLAGPLAATSEN Deze module behandelt de manier waarop met open opslagplaatsen moet omgegaan worden in de QRA. Eerst en vooral wordt het toepassingsgebied afgebakend, waarbij vooral het
Nadere informatieHANDBOEK RISICOBEREKENINGEN GEPLANDE WIJZIGINGEN
HANDBOEK RISICOBEREKENINGEN GEPLANDE WIJZIGINGEN Document ter voorbereiding van de update voorzien op 1/04/2019 Het Handboek Risicoberekeningen gaat op 1/04/2019 een grondige update krijgen. Dit document
Nadere informatieKennistafel RRGS Risicokaart Instructie PGS-15 V0.2 d.d. 13 april 2018
Kennistafel RRGS Risicokaart RRGS VERBETERSLAG PGS-15 2018 CAS nummer Invoerapplicatie RRGS: https://www.risicokaartinvoer.nl/ Inlog: Gebruikersnaam: Wachtwoord: NB als je wilt oefenen, gebruik dan de
Nadere informatieKwantitatieve risicoanalyse fa. Brandsma te Hilversum
externe veiligheid, risicoanalyses en risico[informatie + voorlichting] AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Kwantitatieve risicoanalyse fa. Brandsma te Hilversum Datum : 13 februari 2012 Project :
Nadere informatieGroepsrisicoberekening MAVOM tbv Wm-vergunningprocedure
Groepsrisicoberekening MAVOM tbv Wm-vergunningprocedure Paul van Aller Jan Heckman September 2010 Provincie Zuid-Holland 1 INLEIDING MAVOM heeft een vergunning aangevraagd die gevolgen heeft voor de externe
Nadere informatieExterne Veiligheid Planontwikkeling Nieuw Hofvliet
Princetonlaan 6 Postbus 80015 3508 TA UTRECHT TNO-rapport TNO-034-UT-2010-00272_RPT-ML www.tno.nl T 088 866 20 61 F 088 866 20 50 Externe Veiligheid Planontwikkeling Nieuw Hofvliet Datum Januari 2010 Auteur(s)
Nadere informatieToetsing aan het Bevi van het bedrijf Americol te Zaandam
Toetsing aan het Bevi van het bedrijf Americol te Zaandam projectnr. 180597 - AA15 revisie 00 augustus 2008 Opdrachtgever Gemeente Zaanstad Ebbenhout 29 1507 EA Zaanstad datum vrijgave beschrijving revisie
Nadere informatieRisicoanalyse Videojet Technologies Europe in De Meern
Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Risicoanalyse Videojet Technologies Europe in De Meern Project : 112127 Datum : 24 november 2011 Auteur : ir. G.A.M. Golbach Opdrachtgever: Videojet
Nadere informatieToetsingscriteria toegepast bij casus PGS 15 methodiek
Toetsingscriteria toegepast bij casus PGS 15 methodiek kenmerk DORA 09-13 Versie 2.0 Geen inhoudelijke aanpassingen t.o.v. versie 1.0; alleen status aangepast Datum 20 november 2009 Auteur Review RIVM-CEV,
Nadere informatieRegeling externe veiligheid inrichtingen (Revi III)
Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi III) Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi III) Op 13 februari 2009 is de derde wijziging van de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi
Nadere informatieKwantitatieve Risico Analyse
Kwantitatieve Risico Analyse Dyflex Polymers B.V. 15 juli 2008 Definitief rapport 4G1249.A0 INHOUDSOPGAVE Blz. 1 INLEIDING 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Leeswijzer 1 2 ALGEMENE UITGANGSPUNTEN 2 2.1 Beknopte toelichting
Nadere informatieLPG-tankstations. afstand [m] aantal personen per ha. invloedsgebied invloeds- invloeds- Type inrichting
LPG-tankstations. De tabellen zijn gebaseerd op de aanname dat er binnen de 0-5 contour geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig zijn. Type inrichting LPG-tankstation met een doorzet van minder dan 000m
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse (QRA)
Kwantitatieve Risicoanalyse (QRA) Vossen Laboratories Int. B.V. te Weert projectnr. 202152 100889 - GA28 revisie 02 15 november 2010 Opdrachtgever Postbus 950 6000 AZ Weert datum vrijgave beschrijving
Nadere informatieVraag & Antwoord. Vlaamse overheid Departement OMGEVING Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten Team Externe Veiligheid
Vlaamse overheid Departement OMGEVING Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten Team Externe Veiligheid Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel e-post: seveso@vlaanderen.be https://www.omgevingvlaanderen.be
Nadere informatieKwantitatieve risicoanalyse Eurocol
projectnr. 180597.18 revisie 00 11 februari 2009 Opdrachtgever Gemeente Zaanstad Ebbenhout 29 1507 EA Zaanstad datum vrijgave beschrijving revisie 00 goedkeuring vrijgave februari 2009 concept BW JJ Inhoud
Nadere informatieModellering gascilinders uit Handleiding Risicoberekeningen BEVI concept versie 1.4
Modellering gascilinders uit Handleiding Risicoberekeningen BEVI concept versie 1.4 Datum: 18 januari 2008 Uitvoerder: Centrum Externe Veiligheid (cev@rivm.nl) Gascilinders zijn verwijderd uit de nieuwe
Nadere informatieVoor het berekenen van de risico s voor de mens wordt gebruik gemaakt van een softwareprogramma, dat voldoet aan het Handboek Risicoberekeningen.
MODULE 1. ALGEMEEN Deze module behandelt enkele algemene aspecten betreffende de (kwantitatieve) risicoberekeningen, zoals de software en de stoffendatabank die kunnen gebruikt worden, enkele specifieke
Nadere informatieRisicoanalyse Biovergister
projectnr. 201182 - CA50 revisie 03 1 december 2009 Save Postbus 321 7400 AH Deventer Opdrachtgever HoST B.V. Postbus 920 7550 AX Hengelo OV datum vrijgave beschrijving revisie 03 goedkeuring vrijgave
Nadere informatieInterpretatieblad nummer: 400. QRA checklist inrichtingen
Interpretatieblad nummer: 400 QRA checklist inrichtingen Kader De onderliggende checklist is van toepassing op het uitvoeren en beoordelen van QRA s voor inrichtingen die onder de werkingssfeer van het
Nadere informatieDe verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties!
Centrale Verwarmingssysteem Uitwerking van de deelvragen 1 ) Wat zijn de Energietransformaties in het systeem? De Energietransformaties die optreden in het CV-systeem zijn a. Boven de brander c.q. in de
Nadere informatieRisicoanalyse Ten Brinke in Creil
Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Risicoanalyse Ten Brinke in Creil Project : 142754 Datum : 3 september 2014 Auteur : ir. G.A.M. Golbach Opdrachtgever: FMA-Nillesen t.a.v. H. Klein Velderman
Nadere informatieMODULE 7. WARMTEWISSELAARS
MODULE 7. WARMTEWISSELAARS Deze module behandelt de warmtewisselaars. Hierin worden de mee te nemen scenario s beschreven, de bijhorende faalwijzen en faalfrequenties en de specifieke aandachtspunten voor
Nadere informatieHerziene kwantitatieve risicoanalyse van de activiteiten bij Schaepman s Lakfabrieken b.v. te Zwolle en de invloed van een aantal risicoreducerende
Business Park E.T.V. Laan van Westenenk 0 Postbus 00 AH Apeldoorn TNO-rapport R 00/ Herziene kwantitatieve risicoanalyse van de activiteiten bij Schaepman s Lakfabrieken b.v. te Zwolle en de invloed van
Nadere informatieRapportage kwantitatieve risicoanalyse (QRA) Labori International B.V.
Bijlage 13 bij besluit 2016/2115-V1 V en V Rapportage kwantitatieve risicoanalyse (QRA) Labori International B.V. Projectnummer, 25 maart 2016 Rapportage kwantitatieve risico analyse (QRA) Labori International
Nadere informatieGedeputeerde Staten van Noord-Brabant Postbus MC s-hertogenbosch
> Retouradres Postbus 16191 2500 BD Den Haag Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch ILT Veiligheid en Instituties Publieke Instellingen Instituties Postbus 16191 2500
Nadere informatieQRA-selectiemethodiek toxisch en/of ontvlambaar Welke stoffen moeten worden beschouwd in QRA s voor inrichtingen?
QRA-selectiemethodiek toxisch en/of ontvlambaar Welke stoffen moeten worden beschouwd in QRA s voor inrichtingen? Datum 24 mei 2016 Behandeld door Centrum Veiligheid (omgevingsveiligheid@rivm.nl) A. van
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Biesterfeld Onderdeel van aanvraag veranderingsvergunning Wet milieubeheer
Kwantitatieve Risicoanalyse Biesterfeld Onderdeel van aanvraag veranderingsvergunning Wet milieubeheer Biesterfeld Nederland B.V. 21 maart 2012 Definitief rapport 9V3372.01 HASKONING NEDERLAND B.V. INDUSTRIE
Nadere informatiedecember 2007 (Stcrt. 2007, 249).
Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van..., kenmerk RB\2008119957, houdende wijziging van de Regeling externe veiligheid inrichtingen De Minister van Volkshuisvesting,
Nadere informatieWijzigingen Handleiding risicoberekeningen Bevi versie 4.01 (2019) ten opzichte van versie 3.3 (2015) Printdatum: 1 februari 2019
Wijzigingen Handleiding risicoberekeningen Bevi versie 4.01 (2019) ten opzichte van versie 3.3 (2015) Printdatum: 1 februari 2019 1. Actualiseren verwijzingen, versienummer en datum 2. Inhoudelijke aanpassingen
Nadere informatieRICHTLIJN PROBITFUNCTIES
RICHTLIJN PROBITFUNCTIES RICHTLIJN OVER HET GEBRUIK VAN PROBITFUNCTIES IN DE KWANTITATIEVE RISICOANALYSE Versie 2.0 01/03/2011 Vlaamse overheid Departement LNE Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid
Nadere informatieInstructienota voor de berekening van de inkuipingscapaciteit voor vaste houders voor de opslag van brandbare vloeistoffen en gevaarlijke producten
Vlaamse overheid Afdeling Milieuvergunningen Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02 553 79 97 F 02 553 79 95 milieuvergunningen@lne.vlaanderen.be Instructienota voor de berekening van de inkuipingscapaciteit
Nadere informatieRekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016
Rekenen aan reacties 2 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen Samenvatting Vragen Huiswerk voor volgende week Bestuderen Lezen voor deze week Bestuderen
Nadere informatieHandige tips over brandweerstand
Handige tips over brandweerstand kb 7 juli 994 : basisnormen Voor preventie Van brand en ontploffing bijlage 6 Deze infofiche geeft een samenvatting van de regelgeving met betrekking tot de passieve veiligheid
Nadere informatieMODULE 19. THERMISCHE STRALING EN DIRECT VLAMCONTACT
MODULE 19. THERMISCHE STRALING EN DIRECT VLAMCONTACT Deze module beschouwt de effecten ten gevolge van warmtestraling en van direct contact met een vlam of brandende wolk. De warmtestralingsfenomenen plasbrand,
Nadere informatieGENERAL MEMORANDUM. Code : - Department : Plant Technology - HPC Date : [Publish Date] Name : Sven J Timmer
Refining Solutions GENERAL MEMORANDUM Code : - Department : Plant Technology - HPC Date : Name : Sven J Timmer Project code : - Project name : Revisievergunning 2015 Distribution (external): Click here
Nadere informatieConsequentieonderzoek probitrelatie benzylchloride
Consequentieonderzoek probitrelatie benzylchloride Project : 091625-Benzylchloride Datum : 15 februari 2010 Auteur : ir. G.A.M. Golbach Opdrachtgever: RIVM / CEV Postbus 1 3720 BA Bilthoven Adviesgroep
Nadere informatieE.V. risicoberekening EUROL bv Locatie Energiestraat 12 te Nijverdal
E.V. risicoberekening EUROL bv Locatie Energiestraat 12 te Nijverdal Opdrachtgever: Gemeente Hellendoorn De heer A. Brinker Willem-Alexanderstraat 7 7442 MA Nijverdal Telefoon: +31 (0)548 630-214 Fax:
Nadere informatieConsequentieonderzoek probitrelatie fluorine
Consequentieonderzoek probitrelatie fluorine Project : 091625-Fluorine Datum : 15 februari 2010 Auteur : ir. G.A.M. Golbach Opdrachtgever: RIVM / CEV Postbus 1 3720 BA Bilthoven Adviesgroep AVIV BV Langestraat
Nadere informatieChemiepack Nederland BV /08 PBp. MOERDIJK Onbekend Chemiepack Nederland BV Vlasweg 4
75211/8 PBp Inrichting algemeen Bevoegd gezag Type bevoegd gezag aam inrichting Straat Huisnummer Huisnummer toevoeging Postcode Plaats Gemeente Hoofdactiviteit inrichting SBI-code hoofdactiviteit Kadastrale
Nadere informatieMODULE 13. GEVOLGBEPERKENDE MAATREGELEN
MODULE 13. GEVOLGBEPERKENDE MAATREGELEN Deze module behandelt de mogelijke gevolgbeperkende maatregelen, zowel passieve als actieve. Er wordt aangegeven welke maatregelen in de QRA in rekening kunnen gebracht
Nadere informatieStappenplan groepsrisicoberekening LPGtankstations
Stappenplan groepsrisicoberekening LPG-tankstations Opdrachtgever: Diverse gemeenten Datum: 22 mei 2007 Briefnummer: n.v.t. Uitvoerder: Centrum Externe Veiligheid (cev@rivm.nl) Gewijzigde status van dit
Nadere informatieRapportnummer: 2012/Polyplus/01
UMEO milieuadvies Wilhelminastraat 98 7462 CJ Rijssen Project: QRA Polyplus, Assen Opdrachtgever: Gemeente Assen Rapportnummer: 2012/Polyplus/01 Status: definitief Auteur: ing. H. Hiltjesdam Telefoon:
Nadere informatiePROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B
ONDERWERP Luchtkwaliteitsonderzoek REC Harlingen DATUM 19 juni 2018 PROJECTNUMMER C05055.000152 ONZE REFERENTIE 079879774 B VAN ing. A. (Abdu) Boukich AAN Omrin 1. Inleiding Op 31 mei 2018 is er bij REC
Nadere informatieStappenplan groepsrisicoberekening LPG-tankstations (LPG-tankauto niet voorzien van hittewerende coating)
Stappenplan groepsrisicoberekening LPG-tankstations (LPG-tankauto niet voorzien van hittewerende coating) Opdrachtgever: Diverse gemeenten Datum: 6 juni 2008 Briefnummer: n.v.t. Uitvoerder: Centrum Externe
Nadere informatieMODULE 15. UITSTROMING
MODULE 15. UITSTROMING Deze module behandelt de uitstroming van vloeistoffen, samengeperste gassen, tot vloeistof verdichte en tot vloeistof gekoelde gassen. Eerst worden een aantal algemene aspecten besproken.
Nadere informatieBruins Veem (emballage) BV Kwantitatieve risicoanalyse
Bruins Veem (emballage) BV Kwantitatieve risicoanalyse projectnr. 180597.12 - AA15 revisie 00 10 november 2008 Save Postbus 321 7400 AH Deventer (0570) 66 39 93 Opdrachtgever Bruins Veem BV Nijverheidsstraat
Nadere informatieSCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.
OPGAVE 1 LEVEL 1 Uit de opgave haal je dat koper en zuurstof links van de pijl moeten staan en koper(ii)oxide rechts van de pijl. Daarna maak je de reactievergelijking kloppend. 2 Cu + O 2 à 2 CuO Filmpje
Nadere informatieMODULE 4. BESCHRIJVING VAN DE INRICHTING
MODULE 4. BESCHRIJVING VAN DE INRICHTING Zowel het omgevingsveiligheidsrapport als het Samenwerkingsakkoord-veiligheidsrapport dient deze module te bevatten. Het detail waarmee de beschrijving gebeurt,
Nadere informatieKwantitatieve Risico Analyse C1000 Distributiecentrum Elst
Kwantitatieve Risico Analyse C1000 Distributiecentrum Elst C1000 Supermarkten BV 26 november 2013 Definitief rapport 9Y2544-001-100 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. INDUSTRY, ENERGY & MINING Laan 1914 nr. 35
Nadere informatieCollege van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Landgraaf Postbus AA Landgraaf
> Retouradres Postbus 16191 2500 BD Den Haag College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Landgraaf Postbus 31000 6370 AA Landgraaf Postbus 16191 2500 BD Den Haag www.ilent.nl Contactpersoon
Nadere informatieBijlage 6 Industrie gebouwen KB 1 maart Basisnorm KB 7 juli 1999
Bijlage 6 Industrie gebouwen KB 1 maart 2009 Basisnorm KB 7 juli 1999 Bijlage 6 Kader bijlage 6 binnen de basisnorm Bijlage 1 Terminologie Bijlage 2/1 Lage gebouwen H < 10m Bijlage 3/1 Middelhoge gebouwen
Nadere informatieHANDBOEK RISICOBEREKENINGEN
HANDBOEK RISICOBEREKENINGEN Richtlijnen voor kwantitatieve risicoanalyse, indirecte risico s en milieurisicoanalyse versie 2.0 dd. 01/04/2019 www.omgevingvlaanderen.be INLEIDING Seveso-inrichtingen bevatten
Nadere informatieNatuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.
Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie
Nadere informatieBetreft : Beoordeling hoofdstuk 7 Toetsing externe veiligheid met betrekking tot Toorank, BMD Advies Centraal Nederland, d.d.
A COMPANY OF Notitie Aan : De heer R. Benhadi (Hekkelman) Van : Mevrouw B. Verlaat Datum : 12 november 2010 Kopie : De heer M. Wildeboer (Royal Haskoning) en de heer P. de Wit (GEM Waalsprong) Onze referentie
Nadere informatieRekenen aan reacties (de mol)
Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html
Nadere informatieCursus Chemie 5-1. Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN. 1.1. Relatieve Atoommassa (A r)
Cursus Chemie 5-1 Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN 1.1. Relatieve Atoommassa (A r) A r = een onbenoemd getal dat de verhouding weergeeft van de atoommassa
Nadere informatieModule 2 Chemische berekeningen Antwoorden
2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5
Nadere informatieRisicoberekening Kluthe Benelux BV tbv herontwikkeling Rijnhaven, Alphen aan den Rijn
Risicoberekening Kluthe Benelux BV tbv herontwikkeling Rijnhaven, Alphen aan den Rijn Beoordeling risico s Kluthe Benelux B.V., Produktieweg 8, Alphen aan den Rijn In opdracht van: gemeente Alphen aan
Nadere informatieOpgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M
Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292
Nadere informatieRisicoanalyse biogasinstallatie rwzi Harderwijk
Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Risicoanalyse biogasinstallatie rwzi Harderwijk Project : 163158 Datum : 23 november 2016 Auteur : ir. G.A.M. Golbach Opdrachtgever: IMD BV t.a.v. W.
Nadere informatieKwantitatieve risicoanalyse Van Gansewinkel in relatie tot uitbreiding Kuhn Gemeente Geldrop-Mierlo
Kwantitatieve risicoanalyse Van Gansewinkel in relatie tot uitbreiding Kuhn Gemeente Geldrop-Mierlo Kwantitatieve risico analyse Van Gansewinkel in relatie tot uitbreiding Kuhn Gemeente Geldrop-Mierlo
Nadere informatieThermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven
Thermodynamica Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Academiejaar 2009-2010 Inhoudsopgave Eerste hoofdwet - deel 1 3 Oefening 1.1......................................
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-I
Beoordelingsmodel Broom 1 maximumscore 2 Cl 2 + 2 Br 2 Cl + Br 2 Cl 2 voor de pijl en 2 Cl na de pijl 1 2 Br voor de pijl en Br 2 na de pijl 1 2 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: In
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting door F. 1622 woorden 22 mei 2015 6,1 40 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Gloeien, smelten en verdampen Als je
Nadere informatieKwantitatieve risicoanalyse SACHEM B.V. te Zaltbommel Ten behoeve van bestemmingsplan Van Voordenpark
Kwantitatieve risicoanalyse SACHEM B.V. te Zaltbommel projectnr. 019575 revisie 0.1 19 december 01 Opdrachtgever Gemeente Zaltbommel Provincie Gelderland datum vrijgave beschrijving revisie 0.1 goedkeuring
Nadere informatieRisicoanalyse propaantank Veerdam 1. in Aalst (gemeente Zaltbommel)
Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Risicoanalyse propaantank Veerdam 1 in Aalst (gemeente Zaltbommel) Project : 111923 Datum : 23 april 2014 Auteur : ir. G.A.M. Golbach ing. A.M. op den
Nadere informatieKwalitatieve risicoanalyse gemeente Oosterhout
Kwalitatieve risicoanalyse gemeente Oosterhout Voor de ruimtelijke onderbouwing van bestemmingsplan 'De Contreie' Gemeente Oosterhout september 2009 definitief Kwalitatieve risicoanalyse gemeente Oosterhout
Nadere informatieRookdichtheid en zichtlengte
Rookdichtheid en zichtlengte Kennisbank Bouwfysica Auteur: Ruud van Herpen MSc. 1 Het verbrandingsproduct De verbranding van een vuurlast kan in de meest essentiële vorm worden weergegeven in de volgende
Nadere informatieExterne veiligheid waterstofleiding gemeente Zwijndrecht
Externe veiligheid waterstofleiding gemeente Zwijndrecht Project : 111935 Datum : 27 april 2011 Auteur : ir. G.A.M. Golbach ing. A.M. op den Dries Opdrachtgever: Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid Postbus
Nadere informatieChemie 4: Atoommodellen
Chemie 4: Atoommodellen Van de oude Grieken tot het kwantummodel Het woord atoom komt va, het Griekse woord atomos dat ondeelbaar betekent. Voor de Griekse geleerde Democritos die leefde in het jaar 400
Nadere informatieInleiding. Juridisch kader. Memo. memonummer datum 30 augustus 2017 Ton van Dortmont Els Joosten
Memo memonummer 20170830 418851 datum 30 augustus 2017 aan Ton van Dortmont Els Joosten Nuon Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied van Tom van der Linde Antea Group project Windpark Nieuwe Hemweg projectnr.
Nadere informatieSEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE
SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE 1 OVERZICHT 1. Basisgrootheden en eenheden 2. Berekening van het aantal mol 3. Berekening in niet-normale omstandigheden 4. Oplossingen 5. Berekeningen
Nadere informatieOefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1
Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde
Nadere informatieMeetstrategie met betrekking tot stookinstallaties
Nieuwsbrief MilieuTechnologie, maart 1995 (Kluwer, jaargang 2, nummer 3) Jan Gruwez, TREVI nv Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties In de context van VLAREM II worden industriële inrichtingen
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2005-I
4 Beoordelingsmodel Zeewater 1 Sr 2+ juist symbool 1 juiste lading bij gegeven symbool 1 2 aantal protonen: 6 aantal neutronen: 8 juiste aantal protonen 1 aantal neutronen: 14 verminderen met het aantal
Nadere informatieRook-en wamte afvoer in de praktijk L Evacuation des fumées et de la chaleur en pratique
Rook-en wamte afvoer in de praktijk L Evacuation des fumées et de la chaleur en pratique 20 10 2011 1 Vanbever Bart 2 RWA in parkeergarages Bart Vanbever bvanbever@vincotte.be Antwerpen, 22 februari Wetgeving
Nadere informatieRisicoanalyse Avia tankstation. Drievogelstraat in Kerkrade. Adviseurs voor de externe veiligheid
Adviseurs voor de externe veiligheid AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Risicoanalyse Avia tankstation Drievogelstraat in Kerkrade Status : notitie Project : 071207 Datum : 17 september 2008 Projectdoc.
Nadere informatieNotitie: Notitie ventilatie parkeergarage Project: Nieuw Leyden veld 25, te Leiden
Notitie: Project: Nieuw Leyden veld 25, te Leiden Opdrachtgever : Projects & Development B.V. Kenmerk : notmbu_ventilatie parkeergage_11042014-d01 Datum : 11 april 2014 Auteur : M. Burggraaf Behoort bij
Nadere informatiePROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A
ONDERWERP Luchtkwaliteitsonderzoek REC Harlingen storing 12 november 2018 DATUM 20 november 2018 PROJECTNUMMER C05055.000169 ONZE REFERENTIE 083725337 A VAN ing. A. (Abdu) Boukich AAN Omrin Inleiding Op
Nadere informatieBovengenoemd project betreft de nieuwbouw van een melkveestal voor vof Aarts aan de Broekstraat 2a te Asten-Heusden.
Documentnummer 1405f d.d. 30 mei 2014 Projectnummer 14.5725.1a Project melkveestal Aarts Betreft brandcompartimentering Bovengenoemd project betreft de nieuwbouw van een melkveestal voor vof Aarts aan
Nadere informatieParagraaf 1: Fossiele brandstoffen
Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,
Nadere informatieConsequentieonderzoek probitrelatie borontrichloride
Consequentieonderzoek probitrelatie borontrichloride Project : 091625-Borontrichloride Datum : 15 februari 2010 Auteur : ir. G.A.M. Golbach Opdrachtgever: RIVM / CEV Postbus 1 3720 BA Bilthoven Adviesgroep
Nadere informatieWijzigingen Handleiding risicoberekeningen Bevi versie 3.3 (1 juli 2015) ten opzichte van versie 3.2 (1 juli 2009) Printdatum: 10 augustus 2015
Wijzigingen Handleiding risicoberekeningen Bevi versie 3.3 (1 juli 2015) ten opzichte van versie 3.2 (1 juli 2009) Printdatum: 10 augustus 2015 1. Actualiseren termen ( VROM wordt IenM, Centrum Externe
Nadere informatieVeelgestelde vragen Versie 21/04/2015
Vlaamse overheid Afdeling Milieuvergunningen Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02 553 79 97 F 02 553 79 95 milieuvergunningen@lne.vlaanderen.be Veelgestelde vragen Versie 21/04/2015 21/04/2015
Nadere informatiescheikunde vwo 2016-I
Nitromusks 1 maximumscore Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Het koolstofatoom met de methylgroep is een asymmetrisch koolstofatoom, dus er zijn (twee) spiegelbeeldisomeren. Het C atoom met de CH
Nadere informatieKVBG KVBG aanbeveling in verband met de ventilatievoorzieningen voor type A stralingverwarmingstoestellen
KVBG aanbeveling in verband met de ventilatievoorzieningen voor type A stralingverwarmingstoestellen 1 Inleiding Voor installateurs en fabrikanten van type A stralingverwarmingstoestellen is het niet steeds
Nadere informatieMODULE 4. BESCHRIJVING VAN DE INRICHTING
MODULE 4. BESCHRIJVING VAN DE INRICHTING Zowel het omgevingsveiligheidsrapport als het Samenwerkingsakkoord-veiligheidsrapport dienen deze module te bevatten. Het detail waarmee de beschrijving gebeurt
Nadere informatieCFD Tankputbrand; Toelichting CFD en validatie
CFD Tankputbrand; Toelichting CFD en validatie Ed Komen - NRG Rene Sloof Antea Group Symposium Warmtecontouren Rozenburg, 3 april 2014 2 Inhoud Wat is CFD? / Hoe werkt CFD? NRG s CFD Services Team Samenwerking
Nadere informatieWindpark Vianen externe veiligheid
Windpark Vianen externe veiligheid Rapportnummer F 20562-1-RA-002 d.d. 3 juni 2014 Windpark Vianen externe veiligheid o p d r a c h t g e v e r E c o f y s N e t h e rlands B. V. r a p p o r t n u m m
Nadere informatieKwantitatieve Risico Analyse
Kwantitatieve Risico Analyse KLM Engineering & Maintenance QRA KLM Engineering & Maintenance december 2010 Definitief Kwantitatieve Risico Analyse KLM Engineering & Maintenance QRA dossier : C2180-01.001
Nadere informatieGevarenkaart nr. 1 Brandbare en oxiderende gassen
Toepassingsgebied en definities Gevarenkaart nr. 1 NB. Achtergrondinformatie m.b.t. de motivatie en verantwoording van keuzes en uitgangspunten voor deze gevarenkaart is opgenomen in het Achtergronddocument,
Nadere informatieGevaarlijke stoffen en Verzekeraars
Gevaarlijke stoffen en Verzekeraars Terugblik 1986- Sandoz- Zwitserland Vrijstaand magazijn Opslag van gewasbeschermingsmiddelen Ontvlambare Vloeistoffen Brand Langdurige manuele brandbestrijding Grote
Nadere informatieRekenen aan reacties. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week
Rekenen aan reacties Scheikunde iveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3 Deze les Molair volume Reactievergelijkingen kloppend maken Samenvatting Vragen uiswerk voor volgende week Bestuderen oofdstuk 4: Chemische
Nadere informatieDatum Referentie Uw referentie Behandeld door 2 mei 2012 20112660-01 P. Coenen-Stalman
Notitie 20112660-01 Uitbreiding Makado Beek Externe veiligheid Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 2 mei 2012 20112660-01 P. Coenen-Stalman 1 Inleiding In opdracht van Arcadis heeft Cauberg-Huygen
Nadere informatie5 Formules en reactievergelijkingen
5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje
Nadere informatie