Inleiding. Juridisch kader. Memo. memonummer datum 30 augustus 2017 Ton van Dortmont Els Joosten

Transcriptie

1 Memo memonummer datum 30 augustus 2017 aan Ton van Dortmont Els Joosten Nuon Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied van Tom van der Linde Antea Group project Windpark Nieuwe Hemweg projectnr betreft Aanvullende beschouwing externe veiligheid ETA Inleiding Nuon is voornemens om op bedrijventerrein Westpoort te Amsterdam een bestaand windpark op te schalen. Deze opschaling houdt in dat er in dezelfde lijn als het huidige windpark nieuwe windturbines worden geplaatst. De lijnopstelling is gelegen nabij het perceel Euro Tank Amsterdam (ETA). ETA is een tankterminal waar gevaarlijke stoffen worden op- en overgeslagen. ETA heeft een zienswijze indient omdat zij vindt dat mogelijke veiligheidseffecten voor haar bedrijfsvoering niet voldoende zijn meegenomen in het proces. Ten behoeve van de beantwoording van deze zienswijze heeft Nuon Antea Group gevraagd aanvullend te onderbouwen dat de ontwikkeling van windpark Nieuwe Hemweg voldoet aan de geldende juridische kaders. Juridisch kader Besluit externe veiligheid inrichtingen In het Besluit externe veiligheid inrichtingen zijn regels gesteld voor de aanleg van windturbines nabij risicovolle inrichtingen. Dit in verband met het additionele risico dat een windturbine kan hebben op een risicovolle inrichting. In het Bevi is opgenomen dat plaatsing van windturbines nabij risicovolle inrichtingen is toegestaan, zolang dat er niet toe leidt dat de inrichting door het additionele risico een PR 10-6 contour krijgt die over kwetsbare objecten in de omgeving valt. Risicoberekening windturbines In het Handboek risicozonering windturbines (bijlage C) zijn rekenmethodieken omschreven die gebruikt kunnen worden om te bepalen hoe groot de kans is dat een falende windturbine een installatie raakt. Vervolgens kan dit additionele risico opgeteld worden bij het autonome risico van de installatie waardoor een verhoogde faalfrequentie ontstaan. Wanneer het additionele risico lager is dan 10% van de autonome faalfrequentie, mag (conform het handboek risicoberekening Bevi) worden gesteld dat dit verwaarloosbaar is. Bij meer dan 10% toename geldt niet dat dit niet is toegestaan, maar dan moet getoetst worden of de PR 10-6 contour van de installatie niet over kwetsbare objecten in de omgeving komt te liggen. Om dit te bepalen kunnen de verhoogde faalfrequenties worden ingevoerd in het risicoberekeningsprogramma SAFETI waardoor inzichtelijk wordt in hoeverre de PR 10-6 contour van de installatie toeneemt. blad 1 van 8

2 Windpark Nieuwe Hemweg Parkopstelling De parkopstelling zoals aangevraagd is weergegeven in figuur 1. Figuur 1: Lijnopstelling Windpark Hemweg O = nieuwe windturbines O = te verwijderen windturbines WT X Y Toekomstige windturbines De aanvraag betreft een vergunning op hoofdlijnen, wat inhoudt dat niet een exacte turbinetype wordt aangevraagd, maar een range met verschillende typen. Deze zijn opgenomen in tabel 1. Tevens zijn voor alle windturbines door Antea Group de effectafstanden berekend die bepalend zijn voor het risico dat zij kunnen veroorzaken voor ETA. Deze risicoberekeningen zijn uitgevoerd met een versimpeld model zonder luchtkrachten. Dit houdt in dat de effecten van luchtweerstand bij het scenario bladafworp niet zijn meegenomen in het model. Dit is worstcase. De reden dat deze berekeningsmethodiek gekozen is, is dat deze beter reproduceerbaar is voor derden. Type ashoogte rotordiameter Tiphoogte Werpafstand Nominaal Overtoeren Enercon E-92 2,3MW GE GE M 98,3 103, Lagerwey L MW Nordex N MW , Siemens SWT , Senvion MM100 2MW Vestas V100 2MW Tabel 1: effectafstanden windturbines Worstcase windturbine blad 2 van 8

3 In tabel 1 is te zien dat de Siemens SWT de grootste effectafstanden heeft en daarmee worstcase is. Verdere risicoberekeningen worden daarom uitgevoerd op basis van deze turbine. De risicocurve van deze turbine is weergegeven in figuur 2. Figuur 2: risicocurve SWT Bij de berekeningen in de QRA zoals ingediend bij de vergunningaanvraag van Windpark Hemweg is voor de bepalende turbineparamaters nominaal toerental en zwaartepunt blad uitgegaan van (worstcase) aannames uit het Handboek risicozonering windturbines. Bij de berekeningen zoals gepresenteerd in tabel 1 is uitgegaan van nauwkeuriger fabrieksspecificaties, waardoor de uitkomsten afwijken. Fabrieksspecificaties kunnen ivm geheimhouding niet openbaar mogen worden gemaakt, maar zijn opvraagbaar bij de auteurs. blad 3 van 8

4 Additioneel risico voor ETA Aanwezigheid gevaarlijke stoffen bij ETA Bij ETA worden gevaarlijke stoffen op- en overgeslagen. Op 3 augustus is door ETA per mail aangegeven waar zich binnen zich effectafstanden van de windturbines installaties met gevaarlijke stoffen bevinden. Deze informatie is gepresenteerd in figuur 3 (zie bijlage 1 voor een grotere kaart). Figuur 3: aanwezigheid gevaarlijke stoffen ETA Risicoberekening maatgevende installaties In figuur 3 is te zien dat zowel de tiphoogte als de werpafstanden bij nominaal toerental en bij overtoeren over de installaties van ETA vallen. Voor de maatgevende installaties op het terrein van ETA is het additionele risico berekend. Alle installaties binnen de werpafstand bij nominaal toerental/tiphoogte (150 meter) zijn als maatgevend beschouwd, omdat deze een relatief hoog risico lopen. Buiten deze afstand neemt het risico een factor 1000 af (zie figuur 2). Voor deze installaties zijn er daarom slechts een aantal doorberekend, waarvan de uitkomsten geëxtrapoleerd kunnen worden voor de overige installaties buiten de werpafstand bij nominaal toerental/tiphoogte. De gemeentesteiger LL1 met ligplaatsen voor K1 schepen is niet meegenomen omdat deze geen onderdeel is van de inrichting van ETA. De berekende installaties zijn weergegeven in figuur 4. blad 4 van 8

5 T47 Figuur 4: maatgevende installaties ETA Legenda: = werpafstand bij nominaal toerental/tiphoogte windturbines = werpafstand bij overtoeren = maatgevende installaties In tabel 2 is per maatgevende installatie het additionele risico weergegeven. De berekeningen zijn uitgevoerd conform bijlage C van het Handboek risicozonering windturbines. blad 5 van 8

6 Nr. Omschrijving Afmeting (LxBxH) ff autonoom Ff toevoeging Ff nieuw toename Installaties binnen werpafstand bij nominaal toerental/tiphoogte T1 K3 opslagtank (huidig gebruik) 42x42x15 1,00E-05* 5,56E-05 6,56E-05 >10% T3 K3 opslagtank (huidig gebruik) 42x42x15 1,00E-05* 5,65E-05 6,65E-05 >10% T8 K3 opslagtank (huidig gebruik) 24x24x15 1,00E-05* 3,64E-05 4,64E-05 >10% T9 K3 opslagtank (huidig gebruik) 24x24x15 1,00E-05* 4,60E-05 5,60E-05 >10% T12 K3 opslagtank (huidig gebruik) 24x24x15 1,00E-05* 3,64E-05 4,64E-05 >10% T12 K3 opslagtank (huidig gebruik) 24x24x15 1,00E-05* 2,93E-05 3,93E-05 >10% P1 Pompstation K3 (huidig gebruik) 15x25x2,5 4,05E-03* 2,58E-05 4,06E-03 <10% L51 Leiding voor K1 producten 300x3x2,5 3,47E-05 1,59E-04 1,94E-04 >10% Installaties buiten werpafstand bij nominaal toerental/tiphoogte T2 K3 opslagtank (huidig gebruik) 42x42x15 1,00E-05* 1,731E-07 1,02E-05 <10% T47 K1 opslagtank (huidig gebruik) 19x19x13 1,00E-05* 3,46E-08 1,00E-05 <10% VRU Vapour recovery Unit 11x26x7,5 nvt** 1,69E-08 nvt** nvt** RTO Regenerative Thermal Oxidizer 8x12x4 nvt** 1,32E-08 nvt** nvt** LL2 Lossteiger K1 schepen 30x120x2 1,24E-03 5,79E-08 1,24E-03 <10% BS Blussteiger 6x12x2 nvt** 6,72E-08 nvt** nvt** * weergegeven is de som van de scenario s instantaan falen en 10 min. uitstroom, omdat over deze twee scenario s de relatieve bijdrage moet worden berekend. ** geen autonome faalfrequentie beschikbaar in de Handleiding risicoberekening Bevi Tabel 2: Additionele risico s installaties ETA In tabel 2 is te zien dat, uitgezonderd het pompstation, alle installaties binnen de werpafstand bij nominaal toerental/tiphoogte een significante toename van de autonome faalfrequentie ondervinden. Voor de installaties buiten de werpafstand bij nominaal toerental/tiphoogte is er geen sprake van een significante toename van de faalfrequentie. Deze conclusie kan geëxtrapoleerd worden naar de overige installaties buiten de werpafstand bij nominaal toerental/tiphoogte. Voor de K1 tanks T48 en T51 geldt dat deze een vergelijkbare trefkans zullen hebben als T47. Het zijn grotere tanks, maar vallen maar half binnen de werpafstand bij overtoeren. Daarnaast bevindt T47 zich binnen het effectgebied van twee turbines, terwijl dit bij T48/T51 niet het geval is. Voor lossteiger LL3 zal de trefkans ongeveer de helft zijn van die van LL2, omdat LL 3 zich maar half binnen de werpafstand bij overtoeren bevindt. Toets aan he Besluit externe veiligheid inrichtingen Zoals weergegeven in tabel 2, hebben alleen de installaties binnen de werpafstand bij nominaal toerental een significante toename op de autonome faalfrequentie. Deze installaties betreffen echter geen QRA relevante systemen die een externe veiligheidseffect hebben. De tanks en het pompstation in kwestie bevatten in de huidige bedrijfssituatie namelijk K3 vloeistoffen, die vanwege het lage vlampunt geen QRA relevant scenario veroorzaken. Voor de K1 leiding geldt dat de hoeveelheid K1 producten dat bij falen van de leidingen kan vrijkomen geen relevant externe veiligheidseffect heeft buiten de inrichtingsgrens. Dit blijkt uit de subselectie van de QRA die opgesteld is ten behoeve van de vergunningaanvraag door ETA 1. De installaties buiten de werpafstand bij nominaal toerental/tiphoogte hebben niet meer dan 10% toename van de autonome faalfrequentie en hoeven daarom conform de Handleiding risicoberekening Bevi niet meegenomen te worden in de QRA. Het additionele risico van windpark Hemweg heeft dus geen gevolgen voor de QRA van ETA, en veroorzaakt daardoor ook geen knelpunten met het Bevi. De ontwikkeling van Windpark Nieuwe Hemweg past dus binnen de geldende juridische kaders van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. 1 Kwantitatieve Risico Analyse EuroTank Amsterdam B.V. Royal Haskoning: 26 november 2012 blad 6 van 8

7 Conclusie De installaties van ETA buiten de werpafstand bij nominaal toerental/tiphoogte (150 meter) van de windturbines ondervinden geen significante verhoging van de autonome faalfrequentie (<10%), waardoor deze conform de Handleiding risicoberekening Bevi als verwaarloosbaar beschouwd wordt. De installaties van ETA binnen de werpafstand bij nominaal toerental/tiphoogte (150 meter) van de windturbines ondervinden wel een significante verhoging van de autonome faalfrequentie (>10%). Geen van deze installaties veroorzaakt echter een QRA relevant scenario, ook niet als er sprake is van een verhoogde faalfrequentie. Het additionele risico van windpark Hemweg heeft dus geen gevolgen voor de QRA van ETA, en veroorzaakt daardoor ook geen knelpunten met het Bevi. De ontwikkeling van Windpark Nieuwe Hemweg past dus binnen de geldende juridische kaders van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. blad 7 van 8

8 Bijlage 1: overzichtskaart blad 8 van 8