Project Sportaanbod voor Onderwijs

Transcriptie

1 Project Sportaanbod voor Onderwijs Evaluatie 2009 Dit document bevat een korte update van de stand van zaken van het project Sportaanbod voor het Onderwijs (per 31 december 2009). De resultaten over 2009 zal middels deze evaluatie inzichtelijk gemaakt worden. Een samenvatting Op basis van onze gezamenlijke ambitieuze doelstelling om in 2012 zo n 1500 schoolactieve verenigingen te hebben, hebben verschillende bonden een subsidieaanvraag ingediend. Op dit moment participeren -na diverse gesprekken en doorgevoerde aanpassingen in de subsidieaanvragen- de volgende 15 bonden met tussen haakjes () hun persoonlijke doelstelling wat betreft het aantal schoolactieve verenigingen in 2012: KNLTB (150), KNHS (50), KNSB (100), KNHB (125), Atletiekunie (85), KNZB (85), Nevobo (100), KNKV (75), Watersportverbond (100), JBN (100), NHV (75), NTTB (30), SBN (20), KNVB (150) en KNRB (50). Daarnaast hebben, na verkennende gesprekken, de KNKF en Nefub een aanvraag -ter beoordeling- ingediend met al doel vanaf 2010 alsnog in te stappen. Tevens zullen er nog gesprekken gevoerd worden met NBB (badminton) en NBB (basketbal) om eventueel alsnog in te stappen. Over de prognoses in opbouw van het aantal schoolactieve verenigingen van de bonden valt op dit moment onvoldoende te zeggen, maar op basis van de diverse metingen zal bekeken moeten worden of de aantallen realistisch gesteld zijn. De reeds ontvangen resultaten van de nulmeting zijn door de desbetreffende bonden als (gematigd) positief ontvangen. Zowel de grote respons, de enorme diversiteit in samenwerking en het reeds aanwezige aantal schoolvriendelijke verenigingen als mede het kleine aantal verenigingen, die op geen enkele wijze met het onderwijs zou samen willen werken, dragen bij aan dit gevoel. De gestelde kwantitatieve doelstelling behoeft derhalve nog geen bijstelling. Bonden kiezen in hun ingeleverde en gekeurde plannen een eigen strategie, die aansluit bij de ondersteuningsbehoeften die bij hun verenigingen heerst. Het ontwikkelen van sportkennismakingslessen voor een specifieke doelgroep of het bevorderen van de deskundigheid -in de vorm van regionale scholingsbijeenkomsten- van de trainers om het verantwoorde aanbod mogelijk te maken zijn hier enkele voorbeelden van. Echter in deze eerste fase zijn veel bonden nog druk doende geweest met het inrichten van hun eigen projectorganisatie en dus voornamelijk interngericht bezig. Wat betreft de concrete resultaten die de bonden in 2009 gerealiseerd zullen hebben valt het volgende te zeggen: De bonden hebben hun (eigen) projectorganisatie staan en hebben door de nulmeting zicht gekregen op het aantal -reeds aanwezige- schoolactieve verenigingen (uit de nulmeting blijkt dat 270 verenigingen als schoolactief te bestempelen zijn) en verenigingen, die de potentie en intentie hebben om schoolactief te worden. Vanuit deze output bepalen bonden met welke verenigingen zij actief aan de slag gaan. Daarnaast is er een start gemaakt met één of meerdere thema s uit de subsidieaanvraag, die in de toekomst ingezet worden om kansrijke verenigingen te ondersteunen en uiteindelijk de persoonlijke doelstelling te halen. Voor meer informatie over dit project en/of de strategische programma s van de deelnemende bonden kunt u contact opnemen met de projectleider, Jorg Radstake (Jorg.Radstake@noc-nsf.nl, tel ). Onder schoolactieve vereniging wordt verstaan een vereniging die: - aanbod levert dat aansprekend is voor jeugd (die niet (meer) geïnteresseerd was); - aanbod levert dat aansluit op de (organisatorische/inhoudelijke) vraag van de school; - zelf structurele samenwerkingsverbanden kan onderhouden met scholen, ook tijdens en rondom schooltijden en andere partners in de BOS-omgeving; - een heldere visie heeft op jeugd; ambitie om te groeien in jeugdleden, bestaande jeugdleden wil behouden dan wel extra aanbod wil ontwikkelen voor de jeugd. Ieder kalenderjaar zal een enquête uitgezet worden om zicht te krijgen op verenigingen, die schoolactief zijn. In oktober 2009 is de eerste meting (de nulmeting) door de bonden uitgezet. In de vraagstelling voor schoolactieve verenigingen hanteren we dat er sprake moet zijn van het verzorgen van een passend sportaanbod van minimaal 40 uur op jaarbasis aangeboden voor, tijdens of direct na lestijden en in de schoolse setting door deskundigen van de vereniging. De subsidieaanvraag kan zich op een drietal verschillende thema s richten: - sportaanbod voor onderwijs = geschikt maken van nieuw sportaanbod voor de jeugd voor de setting onderwijs of het ontwikkelen van manieren voor scholen en verenigingen om effectief samen te werken; - versterking verenigingsorganisatie = deskundigheidsbevordering van verenigingskader en/of het inzetten van additioneel verenigingskader (uitbreiding van verenigingscapaciteit in de schoolse uren); - mankracht bond = versterking coördinatie van beleid sport en onderwijs (maximaal 10% van het totale budget van de aanvraag) 1

2 Algemene plannen van de bonden gedurende de projectperiode In de ingediende meerjarensubsidieaanvraag hebben de bonden aan moeten geven waar zij hun vrijgekomen budget inclusief de cofinanciering (van 50%) voor willen besteden met als doel verenigingen schoolactief te maken. In de hieronder weergegeven CMO-schema s worden deze interventies onderverdeeld in een drietal onderdelen en wordt de (mogelijke) werking van de interventie aangegeven. De ingediende subsidieaanvragen richten zich dan ook op deze drie onderdelen, met als kanttekening dat maar 10% van de totale subsidieaanvraag ingezet mag worden ten behoeve van de ondersteuning van de bond. Schema 1 over het ontwikkelen van een passend sportaanbod (onderdeel A) Schema 2 over deskundigheidsbevordering (onderdeel B) Schema 3 over ondersteuning bond (onderdeel C) 2

3 De specifieke focus van elke deelnemende bond gedurende de gehele projectperiode Zoals in de samenvatting al aangegeven staat, heeft elke bond in zijn/haar subsidieaanvraag ingespeeld op de -voor hun bond en verenigingen- specifieke situatie. Centraal hierbij staat natuurlijk de doelstelling van het beoogde aantal schoolactieve verenigingen in 2012 volgens een groeimodel tijdens de gehele projectperiode. Natuurlijk stimuleren de bonden daarbij elke actie van een vereniging richting het onderwijs (alle typen onderwijs). Daarnaast worden de verenigingen met potentie en een intentie om een structurele samenwerking aan te gaan (blijkend uit de resultaten van de nulmeting) actiever vanuit de bond ondersteund. Hieronder volgt per bond een overzicht van de focus voor de gehele projectperiode om inhoudelijk zicht te krijgen op hun specifieke plannen. De KNLTB (= tennis) wil met de subsidie een extra impuls geven aan de relatie van de tennisverenigingen met het primair onderwijs. Producten zoals Tenniskids, voor kinderen onder de 10 jaar, dienen samen met het straattennis en activiteiten rondom evenementen zoals bijv. rondom de Davis Cup geïmplementeerd te worden. Naast het uitlenen van materiaal dienen verenigingen ondersteund en eventueel geschoold te worden om een duurzame relatie -binnen het totaal van tennisstimulering- aan te kunnen gaan. Tevens zal er een passend aanbod ontwikkeld gaan worden voor de doelgroep binnen het voortgezet onderwijs en daarnaast zal ook naar de mogelijkheden voor tennis binnen het MBO onderzocht worden. Om dit mogelijk te maken wordt een landelijke projectleider aangesteld, die samen met de lokale coördinatoren Tennisstimulering uitvoering moeten geven aan de beoogde doelstelling. Contactpersoon: Matthea Kwint De KNHS (= paardensport) zal zich met name proberen te richten op het stimuleren van lokale samenwerking. De accountmanagers zullen hierbij op zoek moeten gaan naar kansrijke plekken waar een manege (met eigen paarden) eventueel samen met de vereniging (met vrijwilligers) een -door de KNHS te ontwikkelen- passend sportaanbod kan blijven aanbieden. Vanuit de ervaringen die reeds incidenteel opgedaan zijn, zal de uitdaging liggen in de structurele inbedding, zonder een te grote afhankelijkheid van de mogelijke doch tijdelijke financiële ondersteuning. Omdat de doelgroep (voornamelijk primair onderwijs) relatief onbekend is, zal tevens ingestoken worden op deskundigheidsontwikkeling om de kwaliteit van het aanbod wel te kunnen garanderen. Contactpersoon: Sjef van Roovert De KNSB (= schaatsen en skaten) wil hun ontwikkelde ondersteuningspakket -zowel gericht op het schaatsen als op skateninzetten om vereniging een keurmerk (SAVER, School Actieve VEReniging) te kunnen geven. Naast het inzetten van de verschillende producten zoals een synthetische ijsbaan op locatie,, Schoolskaten, lespakketten voor op school, etc. kan desgevraagd een scholing voor schoolschaatstrainers bij verenigingen plaatsvinden. Tevens zal er vanuit de bond ondersteuning geboden worden om e.e.a. voor de scholen (primair en voortgezet onderwijs) te organiseren en er bestaat zelfs voor de verenigingen een mogelijkheid om ondersteuning op maat aan te vragen. De KNSB zal via de diverse aanwezige communicatiekanalen verenigingen stimuleren schoolactief te worden en vervolgens maatwerk in ondersteuning proberen te bieden. Contactpersoon: Karola Mulder De KNHB (= hockey) wil met het ontwikkelde programma Funkey, bestemd voor leerlingen van 4 t/m 7 jaar, trainers ondersteunen bij de lessen die ze verzorgen in het primair onderwijs. Een belangrijke stap hierin zal naast het vergroten van de landelijke bekendheid de scholing van studenten (o.a. ALO, CIOS en MBO-SB) en het eventueel betrekken van de oudere verenigingsjeugd bij het aanbieden van deze lessen zijn. Ook zal de subsidie (deels) ingezet worden om het bestaande SHELL schoolhockey project een extra impuls te geven. Zo zullen er extra materialen (van sticks en ballen tot en met boekwerken met activiteiten) aan verenigingen beschikbaar gesteld worden om het aanbod voor het onderwijs te kunnen realiseren. Specifiek zal er een sportkennismakingsmap voor het voortgezet onderwijs ontwikkeld worden. Naast het inzetten van dit materiaal zal de KNHB ook investeren in het opleiden van kader d.m.v. trainersbijeenkomsten en het ondersteunen van combinatiefunctionarissen. Contactpersoon: Kara Meijer 3

4 De Atletiekunie heeft al een aantal programma s voor het onderwijs ontwikkeld, zoals 1K Run Away (PO en onderbouw VO), Sprint Challange (VO en bovenbouw PO), atletiekdiplomaprogramma (PO), schoolatletiekcompetitie (PO en VO) en I Run 2B Fit (VO). Het zal nu de kunst zijn om binnen dit brede scala aan pakketten na het informeren en enthousiasmeren maatwerk te leveren aan verenigingen. Aan de verenigingen zal naast een passend advies ook het benodigde materiaal beschikbaar gesteld worden om als volwaardig partner het aanbod te kunnen realiseren. Tijdens de implementatiefase wordt - voor bepaalde onderdelen - een financiële ondersteuning geboden om het aanbod, inclusief organisatie van een evenement, daadwerkelijk vanuit de vereniging te kunnen realiseren. Daarnaast kunnen verenigingen (en scholen) gebruik maken van tal van ontwikkelde pakketten die het mogelijk maken de genoemde programma's op een eenvoudige wijze te organiseren. Ook voorlichting aan de vereniging is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Contactpersoon: Xander Koesen en Dorien van der Burg De KNZB (= zwemmen) heeft reeds een hoogwaardig sportaanbod -onder de naam Swim Experience (met o.a. schoolzwemkampioenschappen, lespakket Zwemmen in de klas en kennismakingslessen) ontwikkeld voor de doelgroep van 6 t/m 12 jaar (primair onderwijs) en zal zich dan ook vooral richten op de implementatie hiervan. Dit complete aanbod zal op o.a. themadagen onder de aandacht van de verenigingen gebracht worden. Vervolgens zullen verenigingen, die al op de één of andere wijze iets voor het onderwijs doen begeleid worden in het koppelen van kennismakingslessen aan evenementen. Om dit aanbod in het dagarrangement van de leerlingen te realiseren zal de zwembond proberen lokale trainers (tegen vergoeding) en/of combinatiefunctionarissen aan te stellen. Zij zullen wel (bij)geschoold worden in het geven van dit passende aanbod. Als laatste zal in 2010 geïnvesteerd worden in een tweetal pilots (lokale samenwerking tussen verenigingen, scholen, zwembaden, gemeenten en kinderopvangorganisaties) om een format te ontwikkelen om diplomazwemmen als voor- en naschoolse activiteit bij de zwemvereniging aan te kunnen bieden. Contactpersoon: Suzan Goverde De Nevobo (= volleybal) heeft reeds een breed aanbod (CMV, UVX en beachvolleybal) -voor zowel het primair als voortgezet onderwijs- ontwikkeld en zal haar middelen met name inzetten t.b.v. lokale ondersteuning. Zo zullen de volleybalconsulenten een stimulerende en wervende rol in moeten nemen om verenigingen uit te dagen meer met het onderwijs te gaan doen. Met de geïnteresseerde verenigingen zal middels Clubkoers een jeugdmarketingplan (inclusief technisch beleidsplan) ontwikkeld worden. Daarnaast zal er -middels het inzetten van een trainerspool- ingezet worden om overdag voldoende deskundig kader beschikbaar te hebben om het sportaanbod voor het onderwijs (primair en voortgezet onderwijs) aan te kunnen bieden. Er zal voor de deelnemende verenigingen gedurende de projectperiode ingezet worden op een aflopende financiële stimuleringsbijdrage als extra stimulans in de opstartfase. Contactpersoon: Allard Jongsma Het KNKV (= korfbal) heeft in een eerder stadium digitale leskaarten voor het primair onderwijs ontwikkeld en zal de bijdrage deels benutten voor het implementeren ervan. Om een betere inbedding mogelijk te maken wil het KNKV haar verenigingen ondersteunen bij o.a. het promoten door een schoolactief pakket te ontwikkelen. In dezelfde lijn (van binnen naar buitenschools leren sporten en bewegen) zal een aanbod voor het voortgezet onderwijs ontwikkeld moeten worden met daarin een uitdagende spelvorm die ook geschikt is voor de schoolsportcompetitie Mission Olympic. Daarnaast zal het bestaande verenigingskader geschoold worden met kadertrainingen op maat om de kwaliteit van dit aanbod te verhogen. De sportconsulenten van het KNKV zullen hierbij voor een diepe en duurzame verankering binnen de organisatie van de vereniging moeten zorgen door bijv. een basis te creëren voor het aanstellen van meer professioneel en betaald kader. Om deze beweging op gang te brengen zal een promotiecampagne vanuit de Marketing & Communicatie afdeling van de bond moeten zorgen voor een stevige impuls op weg naar het benodigde succes. Contactpersoon: Jan Tonny Visser 4

5 Het Watersportverbond zal op verschillende gebieden inzetten om de schoolwatersport de impuls te geven die nodig is om over drie jaar 100 watersportverenigingen schoolgericht te krijgen. Allereerst wordt er, naast de reeds beschikbare zeilbootjes en kano's, nieuw mobiel materiaal aangeschaft. Hierdoor worden meer verenigingen in de gelegenheid gesteld dit materiaal in te zetten om grote groepen scholieren (zowel primair als voortgezet onderwijs) -dichtbij de school- te kunnen ontvangen. Vanaf 2011 wordt jaarlijks een regionaal scholenkampioenschap georganiseerd. Daarnaast zullen de aangestelde regiohoofdtrainers in regio Midden en West een taak krijgen in het ondersteunen van verenigingen en begeleiden van studenten met een watersportopleiding (ROC Sport & Bewegen, CIOS, ALO) bij het verzorgen van dit aanbod voor, tijdens of direct na lestijden. Hierdoor zal langzamerhand een trainerspool gaan ontstaan, die ingezet kan worden bij de organisatie en begeleiding van de schoolwatersportdagen. Voor deze schoolwatersportdagen is reeds e.e.a. beschikbaar (o.a. handleiding en website), maar deze behoeven vanuit het Watersportverbond een kwaliteitsimpuls. Contactpersonen: Christoffel van Hees en Anna Bertling JBN (= judo) zal een zgn. landelijk platform oprichten die zich zal bezig gaan houden met het stimuleren van een totaalconcept schooljudo voor zowel het primair als voortgezet onderwijs. Door de toekomstige samenwerking tussen 2Basics (van Ruben Houkes) en de JBN zal enerzijds een kwaliteitsslag in het aanbod van judo op school plaatsvinden en tegelijkertijd borging ontstaan voor de nabije toekomst. Het platform zal hierbij als intermediair optreden tussen vraag en aanbod, waarbij de verenigingen alleen dat hoeven te doen waar ze goed in zijn, namelijk het aanbieden en begeleiden van judo aan groepen leerlingen. Zowel voor de inhoudelijke input -middels de bestaande sportkennismakingsmap voor het primair onderwijs en de te ontwikkelen map judo/jiu jitsu voor het voortgezet onderwijs- als de financiële vergoeding wordt door het platform zorg gedragen. Contactpersonen: Bart Hendriks en Benny van den Broek Het NHV (= handbal) heeft reeds een lesmap "kennismaken met handbal" ontwikkeld, met daarin voorbeeldlessen voor het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en de alternatieve handbalvorm "tchoukbal". Lesbladen voor "minihandbal" en "beach handball" zijn nog in de maak. De subsidie zal er met name op gericht zijn om de handbalverenigingen in de gelegenheid stellen om de lesmap ook daadwerkelijk te kunnen gebruiken. De impuls zal zich dus vooral richten op het coördineren en daadwerkelijk aanbieden van dit ontwikkelde sportaanbod. De handbalverenigingen zullen hierbij naast een aflopende financiële bijdrage, bijvoorbeeld om overdag een deskundige trainer beschikbaar te kunnen maken, tevens aanspraak kunnen maken op een tijdsinvestering van de NHV Verenigingsconsulent, om op lokaal niveau tussen vereniging met scholen, gemeente, etc., een blijvende samenwerking (door het eventueel inzetten op een betaalde trainer of combinatiefunctionaris) van de grond te tillen. Contactpersoon: Danny de Ruiter De NTTB (= tafeltennis) en SBN (= squash) hebben gezamenlijk een plan ingediend om de oog-hand coördinatie in het bewegingsonderwijs in het primair onderwijs (verdeeld over twee leeftijdsgroepen) op jonge leeftijd te stimuleren. De vereniging krijgt een les- en materialenpakket ter beschikking, zodat het kader overdag een vernieuwend en passend aanbod kan aanbieden. Verenigingen met een combinatiefunctionaris, een sport(buurt)werker of betaalde trainer gaan met dit ontwikkelde pakket (in een drietrapsmodel van bewegen via spelen naar sporten) aan de slag. Binnen dit pakket maken de kinderen ook kennis met het speelse en innovatieve karakter van beide sporten, zoals bijv. het rondje om de tafel, blacklight tafeltennis en minisquash). Het aanbod eindigt met een kleinschalig evenement waar kinderen hun (bal)vaardigheden kunnen testen. Daarnaast zullen landelijke evenementen en/of andere c.q. innovatieve spelvormen voor bekendheid moeten zorgen. Contactpersonen: Ingrid Koppelman (NTTB), Marc Veldkamp en Manon Zwakenburg (SBN) 5

6 De KNVB (= voetbal) zal zich binnen dit project voornamelijk bezig gaan houden met het onderdeel zaalvoetbal. Samen met de SLO worden er twee sportkennismakingsmappen ontwikkeld, zowel voor het primair als voortgezet onderwijs. Om vervolgens deze mappen goed te kunnen implementeren zullen er eerst binnen de KNVB en vervolgens ook op lokaal c.q. verenigingsniveau scholingsbijeenkomsten plaats gaan vinden voor zowel het begeleidende (KNVB-opleiders) als uitvoerende kader. Al met al levert het voor de verenigingen een voetbalpakket op, waarmee voor het onderwijs door de vereniging een passend voetbalaanbod aangeboden kan worden, zowel voor voetbalverenigingen als zaalvoetbalverenigingen. In het verlengde hiervan zal geïnvesteerd worden op de ontwikkeling van een structureel naschools zaalvoetbalaanbod in de vorm van een basisscholencompetitie (als samenwerking tussen de KNVB, een gemeente of stadsdeel en een zaalvoetbalvereniging), alsmede scholencompetities en nieuwe vormen van aanbod binnen het voortgezet onderwijs. Contactpersonen: Jan Kok en Mark Blankwater De KNRB (= roeien) zal zelf een integraal programma Roeien Inside and Out ontwikkelen. Dit programma laat leerlingen (in zowel het voortgezet als middelbaar beroepsonderwijs) kennismaken met roeien. De indoorrower biedt veel mogelijkheden om op school aansprekende activiteiten op verschillende niveaus aan te bieden. De kennismaking met indoorroeien start met een sensationele kick-off voor alle leerlingen van de school. Voorafgaand worden docenten LO en eventueel leerlingen (o.a. MBO-SB studenten) tijdens een docentenclinic opgeleid om eigen vaardigheid op te doen om het indoorroeien over te kunnen brengen aan leerlingen. Als vervolg kan iedere school kennismaken met outdoorroeien. Hiervoor worden een aantal trainingen verzorgd bij roeiverenigingen en als vervolg daarop kunnen scholen jaarlijks deelnemen aan zowel het NK indoorroeien (categorie schoolroeien) als het Nationaal Schoolroei Kampioenschap op het water. Scholen kunnen hierbij -tegen een vergoeding- een pakket met activiteiten afnemen. Zo bestaat pakket 1 uit een clinic basisinstructie indoorroeien voor docenten en de kick-off indoorroeiclinic, pakket 2 uit een uitbreiding met een lespakket Roeien Inside and Out en zitten enkele naschoolse outdoor clinics als extra aanvulling in pakket 3. Contactpersoon: Marit Klaassen 6

7 Kennisdelingsbijeenkomsten Vanaf het aanstellen van de projectleider (per 1 september 2009) hebben een drietal inhoudelijke bijeenkomsten in Huis van de Sport (Nieuwegein) plaatsgevonden. De bijeenkomsten in de eerste helft van dit kalenderjaar (onder leiding van Gerda op het Veld) waren voornamelijk gericht op het indienen van de gezamenlijk de projectaanvraag bij het Platform Sport, Bewegen en Onderwijs. Op basis daarvan hebben de verschillende bonden uiteindelijk hun specifieke subsidieaanvraag -ter beoordeling- ingediend. Bij het bepalen van de inhoudelijke thema s is rekening gehouden met de specifieke wensen/behoeften van de bonden, passende bij de fase waarin de bonden zich op dat moment bevinden. Dat heeft geleid tot de volgende bijeenkomsten: Datum Thema Legitimering Donderdag 10 september 2009 Het bespreken van de vragenlijst ten behoeve van de nulmeting en het gebruik van Formdesk (door Gerda op het Veld en Tim Wensink, beiden NOC*NSF). Om zicht te krijgen op het huidige aantal schoolactieve verenigingen (status in 2009) en het bepalen van kansrijke verenigingen is -in afstemming met Jo Lucassen van het W.J.H. Mulier Instituut- een vragenlijst opgesteld. Om de vragenlijst uit te zetten wordt gebruik gemaakt van Formdesk dat door NOC*NSF voor de deelnemende bonden gedurende de gehele projectperiode gefaciliteerd wordt. Donderdag 5 november 2009 Het verschaffen van inzicht in de ontwikkelingen in het onderwijswerkveld (met name LO) en het op zoek gaan naar kansen om als sportvereniging een passend sportaanbod te komen verzorgen (door Jorg Radstake, Calo Windesheim en projectleider Sportaanbod voor het Onderwijs ). Bijlage 1: Bijeenkomst 10 september 2009 (powerpoint) Bijlage 2: Vragenlijst nulmeting Gezien het feit dat de contactpersonen van de bonden elkaar regelmatig zullen blijven ontmoeten en daarin van elkaar kunnen leren, is het wenselijk om zicht te krijgen op elkaars inhoudelijke plannen zodat kruisbestuiving mogelijk is. Daarnaast is er een korte terugblik geweest op de ontvangen resultaten van de uitgezette nulmeting. Om verenigingen kansen te laten verzilveren in de samenwerking met het onderwijs, zijn de ontwikkelingen in het werkveld van LO geschetst. Daarin wordt duidelijk dat het onderwijs steeds meer naar de buitenwereld (dus ook de sportverenigingen) gericht is. Donderdag 3 december 2009 Deze bijeenkomst bestond uit een drietal thema s: 1. Het verkennen van de mogelijkheid om - gezamenlijk met andere bonden- een ontwikkelingstraject in te gaan om tot een passend sportaanbod te komen (door Chris Mooij, SLO). 2. Het verkennen van de mogelijkheid om een impuls te geven aan de kwaliteit van het kader door het ontwikkelde aanbod te vermarkten en kennisdeling te stimuleren (door Bas Schutte, Link/Calo Windesheim en Gert Meydam, STIPP BV). 3. Het verkennen van de inhoud van scholingen om verenigingskader (ook combinatiefunctionarissen) op een verantwoorde en kwaliteitsrijke wijze het passende sportaanbod voor het onderwijs te laten verzorgen (door Chris Mooij, SLO). Bijlage 3: Bijeenkomst 5 november 2009 (powerpoint) Bijlage 4: Verslag bijeenkomst 5 november 2009 Omdat het merendeel van de bonden in hun plannen een passend sportaanbod wil ontwikkelen, is op hun verzoek deze bijeenkomst inhoudelijk vormgegeven. Gezien de ervaringen van de meeste bonden in het ontwikkelen van hun sportkennismakingsmap voor het primair onderwijs en inhoudelijke overwegingen die daarin ten grondslag liggen, willen ze graag de mogelijkheden verkennen om wederom een ontwikkelingstraject met een krachtige onderwijspartij aan te gaan. Natuurlijk ontstaat vervolgens ook de vraag over de wijze waarop het ontwikkelde product in de markt gezet zal gaan worden. Het gebruik maken een digitaal systeem, waarin kennisdeling ook tot de mogelijkheden behoort, kan daarbij helpen. Ook dient het verenigingskader geschoold te worden in het gebruik van het ontwikkelde product om er in de praktijk goed mee aan de slag te kunnen. Ervaringen uit het verleden hebben ons dit geleerd en in de subsidieaanvragen van de bonden komt dit onderdeel (deskundigheidsbevordering) dan ook veelvuldig terug. Bijlage 5: Bijeenkomst 3 december 2009 (powerpoint) Bijlage 6: Verslag bijeenkomst 3 december 2009 Bijlage 7: Presentatie thema 1 (powerpoint) Bijlage 8: Presentatie thema 2 (powerpoint) 7

8 Ontvangen evaluaties en resultaten nulmeting De subsidieaanvragen van de bonden beslagen in de meeste gevallen de gehele projectperiode ( ). Toch wordt er tussentijds steeds stil gestaan bij de voortgang om enerzijds terug te blikken op het voorgaande jaar en tegelijkertijd de (aangepaste) doelen voor het komende jaar vast te stellen. Centraal daarbij zullen natuurlijk steeds de metingen staan (in dit geval alleen nog de nulmeting), met als output een lijst met schoolactieve verenigingen. Evaluatieprotocollen Op basis van de ingevulde evaluatieprotocollen (zie bijlage 9 voor een format van het evaluatieprotocol 2009) vindt een terugblik plaats op de ondernomen acties van de bond, inclusief een plan van aanpak voor Dit is bedoeld om tussentijds bij te kunnen stellen qua kwantitatieve doelstelling -haalbaar of niet?- en de inspanning die door de bond gedaan wordt. Op basis van alle ingeleverde documenten, behorende bij het evaluatieprotocol, wordt de status van toekenning voor 2010 bepaald. Dit in lijn met de toekenningssystematiek binnen de Sportagenda. Algemene conclusies nulmeting (december 2009) Eén van de in te vullen kaders bestaat uit een reflectie op de uitgezette nulmeting en het weergeven van de resultaten. Op basis van deze aangeleverde gegevens valt -weliswaar voorzichtig- het volgende te concluderen: - Relatieve tevredenheid over de respons -in vergelijking met andere meetmomenten- met ingevulde enquêtes; - Grote diversiteit is samenwerking tussen sportverenigingen en het onderwijs; - Experts bieden het aanbod niet alleen maar op vrijwilligersbasis aan, maar ook vanuit het onderwijs, naschoolse opvang of vanuit gemeentes (o.a. combinatiefunctionaris) vindt er financiering plaats; - Groepsgrootte varieert, maar bevat meestal tussen de 20 en 25 deelnemers in de schoolse setting, terwijl bij een aanbod voor de buitenschoolse opvang de groepsgrootte (beduidend) lager ligt; - In veel gevallen is het onduidelijk of het aanbod binnen de reguliere lessen plaatsvinden of juist daar buiten (dus extra aanbod), het zicht op de positionering ontbreekt. Conclusies nulmeting (december 2009) Elke bond heeft op basis van de verkregen data een analyse uitgevoerd, op basis waarvan zowel conclusies als opvallendheden in de samenwerking met het onderwijs geschetst zijn. Natuurlijk is de nulmeting zo ingericht dat bonden zicht krijgen op potentiële schoolactieve verenigingen of verenigingen, die de intentie uitspreken (meer) met het onderwijs samen te willen werken om zodoende maatwerk in ondersteuning te kunnen geven, passend bij de focus van de bond. Uit deze nulmeting is in ieder geval ook het aantal schoolactieve verenigingen naar voren gekomen (zie schema 4). Schema 4 over het absolute aantal schoolactieve verenigingen (verkregen uit de nulmeting) 8

9 Daarnaast volgt hieronder een samenvatting van de bealngrijkste conclusies per bond, verkregen uit dezelfde nulmeting. Bond KNLTB KNHS KNSB KNHB Atletiekunie Nulmeting (doelgroep en respons) verenigingen; - Respons 17-20% aangezien enkele verenigingen geen jeugd hebben, studentvereniging zijn of een wachtlijst hebben. Er is inmiddels nog een reminder verzonden. Typeringen van de samenwerking - Ruim 50% van de verenigingen geeft aan samen te werken met het onderwijs en/of buitenschoolse opvang, terwijl maar 3% aangeeft alleen met buitenschoolse opvang samen te werken; - Het merendeel van het aanbod vindt in de lessen LO plaats, maar een deel is ook extra aanbod; - Samenwerking wordt vooral getypeerd door gebruik te maken van de clubaccommodatie voor sportdagen en het verzorgen van sportkennismakingscursussen door verenigingsvrijwilligers; - Daarnaast wordt er in een kleinere mate met de naschoolse opvang samengewerkt; - Verenigingen bieden vaak minder dan 12 contacturen sportaanbod voor het onderwijs. Doelgroep - Bijna 90% van de samenwerking is met het primair onderwijs; - Daarnaast ook zo n 30% ook met het voortgezet onderwijs; - Gemiddelde groepsgrootte bij het onderwijs ligt rond de 20 kinderen en bij de naschoolse opvang rond de 16 kinderen. De nulmeting is pas aan het einde van 2009 uitgezet onder maneges en verenigingen. De resultaten ervan zullen in de loop van 2010 bekend worden. - Uitgezet onder de bekende verenigingen (10). verenigingen met jeugd (275) en dus potentieel schoolactief kunnen zijn/worden; - De respons valt op dit moment nog iets tegen, maar er is inmiddels al een reminder uitgezet. verenigingen, inclusief de verenigingen die zich op één tak richten (285); - De respons is goed te noemen. Na controle blijken het namelijk 172 unieke vragenlijsten opgeleverd te hebben (+ 62%). - Samenwerking vindt vooral plaats voor schoolschaatsen en gastlessen op school; - Onduidelijk is of het een extra aanbod betreft; - Verenigingsvrijwilligers bieden dit aanbod aan. - De samenwerking is zeer divers te noemen: scholen maken gebruik van de clubaccommodatie, de club wordt gebruikt voor naschoolse opvang, de vereniging verzorgt sportdagen en/of lessen hockey en bieden een stageplaats (30% van de verenigingen); - Onduidelijk is of het een extra aanbod betreft, omdat verenigingen hier onvoldoende zicht op hebben; - Het aanbod wordt voornamelijk verzorgd door verenigingsvrijwilligers (68%), maar ook door betaalde krachten (38%). - Er kan nog niets specifieks gezegd worden over de samenwerking met het onderwijs; - Het aanbod wordt in de meeste gevallen verzorgd door de vrijwilligers, die meestal geen onkostenvergoeding ontvangen of betaald worden. - Voornamelijk met het primair onderwijs (ook de focus van de bond); - Groepsgrootte varieert tussen de 20 en de 90 deelnemers, maar in de meeste gevallen rond de Het aanbod wordt voor zowel het primair als voortgezet onderwijs verzorgd; - Gemiddelde groepsgrootte ligt rond de 25 deelnemers met enkele uitschieters naar boven atletiekverenigingen werken samen met scholen en/of buitenschoolse opvang, waarvan alleen met primair onderwijs (17), met primair en voortgezet onderwijs (41) en met PO, VO en middelbaar beroepsonderwijs (18); - Al met al verzorgen 60 verenigingen meer dan 10 contacturen met scholen op jaarbasis en 21 verenigingen meer dan 10 contacturen met buitenschoolse opvang; - Gemiddelde groepsgrootte bij het onderwijs ligt tussen de (meest genoemd) en in de buitenschoolse opvang tussen de

10 Bond Nulmeting (doelgroep en respons) Typeringen van de samenwerking Doelgroep KNZB verenigingen m.u.v. verenigingen zonder jeugdafdeling (407 van de 431 bij KNZB aangesloten verenigingen); - Respons van 31% (125 verenigingen), waarbij reeds uitgebreide vervolgacties zijn ondernomen om een zo compleet mogelijk overzicht te krijgen verenigingen verzorgen op dit moment 529 contacturen op jaarbasis, hetgeen neer komt op gemiddeld 11,8 uur per verenigingen; - Er wordt voornamelijk op de volgende drie gebieden samengewerkt: organiseren van schoolzwemkampioenschappen of waterpolotoernooi, verzorgen van kennismakingslessen en/of het bieden van stageplaatsen; - Het merendeel van de uren wordt buiten schooltijden aangeboden, maar wanneer dit onder schooltijden gebeurt, is er onvoldoende zicht of het extra aanbod is; - Het aanbod wordt bijna altijd door verenigingsvrijwilligers en/of -trainers (90%) aangeboden en soms gebeurt dit wel in samenwerking met andere partijen (bijv. zwembadpersoneel). - Het merendeel van de verenigingen (88%) werkt samen met het primair onderwijs, en veel minder met het voortgezet onderwijs (40%) en middelbaar beroepsonderwijs (28%); - Veel minder wordt samengewerkt met het voortgezet onderwijs (40%) en het middelbaar beroepsonderwijs (28%); - Tijdens schooltijden lijken de groepen kleiner te zijn (gemiddeld 10 deelnemers) dan buiten schooltijd (gemiddeld 19 deelnemers). Nevobo verenigingen; - Respons van ongeveer 50%. Dat percentage is beduidend hoger dan bij andere enquêtes. - Samenwerking wordt gekenmerkt door korte projectperiode (vaak kennismakingslessen in een gemeentelijk sportproject); - Samenwerking wordt getypeerd door gebruik te maken van clubaccommodaties (en omgekeerd), kennismakingslessen, scholentoernooien en buitenschoolse opvang. - In de meeste gevallen gaat het nog niet om extra lessen verenigingen hebben op de één of andere manier een vorm van samenwerking met het onderwijs; - Deze samenwerking bestaat voornamelijk uit het gebruik maken van elkaars accommodatie; - Er is slechts op beperkte schaal sprake van extra sportaanbod. - Op basis van deze nulmeting zouden er zo n 40 verenigingen schoolactief zijn, maar er worden vervolgstappen ondernomen om de betrouwbaarheid van de resultaten te verhogen (accountgesprekken met de verenigingen). - Samenwerking vooral met het primair onderwijs. KNKV verenigingen (565); - Ruime respons van 45% (257 verenigingen), waardoor tevredenheid heerst.. - Het aanbod is voor ongeveer 75% gericht op het primair onderwijs; - De gemiddelde groepsgrootte is 25 leerlingen/deelnemers. Watersport - Er is reeds begin 2009 een enquête onder alle verenigingen (400) uitgezet, die vertaald wordt naar de vragenlijst in de nulmeting; - Respons van ruim 50% (108 verenigingen). - Zo n 60% van de verenigingen is actief op het gebied van jeugd, zij hebben jeugdleden en/of organiseren activiteiten voor jeugdleden of willen actief worden op het gebied van jeugd en deze groep heeft dus potentie om schoolactief te worden; - Samenwerking vindt plaats door het organiseren van schoolwatersportdagen, die voor, tijdens of na de schooluren georganiseerd worden door watersportverenigingen. - De doelgroep die hiervan gebruik maakt is zowel het primair onderwijs (vooral groep 7/8) en voortgezet onderwijs; - De groepsgrootte ligt meestal rond de 25 deelnemers. 10

11 Bond JBN NHV Nulmeting (doelgroep en respons) aangesloten judoclubs (geen onderscheid tussen verenigingen en commerciële judoscholen); - Respons van 23% (174 van de 745 clubs), met een check door verenigingsadviseurs. verenigingen (419); - Respons circa 30% (134 reacties). NTTB - Uitgezet onder 55 verenigingen, die vanuit ervaringen met andere projecten al deels met het onderwijs samenwerken, aangevuld met verenigingen in kansrijke gemeentes, afgestemd met squash; - Respons van ongeveer 50%. Doordat de verwachting hoger was, worden verenigingen nogmaals actief benaderd. SBN KNVB KNRB - Uitgezet onder de 15 actiefste verenigingen, aangevuld met enkele reserveverenigingen (in totaal onder 21 verenigingen), afgestemd met tafeltennis; - Respons van 57% (12 verenigingen). Doordat de verwachting hoger was, worden de verenigingen nogmaals actief benaderd. Typeringen van de samenwerking van de 174 verenigingen hebben een vorm van samenwerking met het onderwijs; - Deze samenwerking richt zich voornamelijk op het aanbieden van judolessen onder schooltijd en naschools, vereniging die gebruik maakt van de schoolaccommodatie en het plaatsen van stagiaires (van een sportopleiding); - Verenigingen weten meestal niet of het een extra aanbod is, maar veronderstellen dat maar in een klein aantal gevallen sprake is van een extra aanbod; - Het aanbod wordt in de meeste gevallen verzorgd door betaalde trainers van de verenigingen en in beperkte mate wordt er gebruik gemaakt van vrijwilligers van de vereniging. - Een groot deel van de respondenten werkt samen met het onderwijs, zonder dat er sprake is van een structureel en/of intensief karakter; - De handbalkennismakingslessen worden veelal verzorgd door vrijwilligers (trainers) van de lokale club en soms door een betaalde kracht of combinatiefunctionaris. - Samenwerking vindt plaats op basis van gastlessen (1/3 van de respondenten) en toernooien; - Het aanbod van de verenigingen (vooral de grote verenigingen) meer dan 40 uur wordt verzorgd door een betaalde instructeur of trainer (en ook groeiend door een CF), vaak betaald door de Gemeente; - Het aanbod vindt niet of nauwelijks naschools of in de naschoolse opvang plaats. - Er wordt zowel met het onderwijs (7/12) als met de naschoolse opvang (2/12) samengewerkt; - Naast een aanbod voor binnen de lessen LO wordt gebruik gemaakt van de accommodatie voor schooltoernooien. Daarnaast worden in de meeste gevallen ook kennismakingslessen (6/12) georganiseerd of een aanbod voor de naschoolse opvang vorm gegeven (2/12); - Het aanbod wordt in 90% van de gevallen door een betaalde instructeur of trainer verzorgd. Doelgroep - Nagenoeg alle verenigingen zijn actief binnen het primair onderwijs (93%) en de helft van de verenigingen doet ook iets in het voortgezet onderwijs en binnen het middelbaar beroepsonderwijs is 20% actief; - Gemiddelde groepsgrootte onder schooltijd ligt rond de 20 en naschools rond de De meeste samenwerking is met het primair onderwijs en soms ook met het voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en BSO-instelling (leeftijd 6 14 jaar); - Gemiddelde groepsgrootte bedraagt 21 leerlingen tijdens les LO en 14 kinderen bij het naschoolse aanbod. - Met name in het primair onderwijs (vooral vanaf groep 5). - Gemiddelde groepsgrootte ligt rond de 18 kinderen. - In bijna alle gevallen wordt opvallend genoeg samengewerkt met het voortgezet onderwijs, terwijl ook één vereniging een aanbod voor het primair onderwijs heeft; - Gemiddelde groepsgrootte bij het onderwijs ligt rond de 15 scholieren en bij de naschoolse opvang rond de 12 kinderen. Zoals al eerder aangegeven zullen zij pas vanaf 2010 actief gaan participeren in dit project en aan de slag gaan om de doelstelling te gaan halen. Dat betekent dat de nulmeting niet uitgezet is. Het evaluatieprotocol is nog niet ingevuld en de bijbehorende documenten zijn nog niet aangeleverd, aangezien de beoordeling van de aanvraag pas in november j.l goedgekeurd is. Afgesproken is gebruik te kunnen maken van de resultaten van een alternatieve nulmeting, die reeds onder de verenigingen uitgezet is. 11