GS Fiscale Procedure

Transcriptie

1 master rechten (module fiscaal recht) GS Fiscale Procedure Samenvatting Q uickprinter Koningstraat Antwerpen R R57 8,50

2 Online samenvattingen kopen via

3 GS Fiscale Procedure Prof. dr. Myriam Ghyselen en prof. dr. Ilse De Troyer Inhoudsopgave Opdracht... 9 Examen... 9 Fiscale procedure...10 Inkomstenbelastingen Deel 1. De aangifte...11 Hoofdstuk 1. De aangifteplichtigen...12 Hoofdstuk 2. De aangiftetermijn Aangiftetermijn voor natuurlijke personen...16 A. Algemeen...16 B. Uitzonderingen Aangiftetermijn voor vennootschappen...17 A. Niet ontbonden vennootschappen...17 B. Ontbonden vennootschappen Uitstel Aangifte moet tijdig zijn...18 Hoofdstuk 3. Regelmatigheid van de aangifte Volledigheid en juistheid van de aangifte Bijlagen bij de aangifte...21 Hoofdstuk 4. Sancties en andere gevolgen van niet aangifte Sancties...23 A. Administratieve sancties...23 B. Strafrechtelijke sancties (art. 449 WIB) Andere gevolgen...24 Inkomstenbelastingen Deel 2. Onderzoek en controle...25 Hoofdstuk 1. Vormen van controle Onderzoek bij de BP zelf...25 A. Onderzoek van de boekhouding...25 B. De vraag om inlichtingen...26 C. Toegang tot bedrijfslokalen (art. 319 WIB)

4 2. Onderzoek bij derden...28 A. Inlichtingen van derden...28 B. Inlichtingen vanwege openbare besturen en instellingen...32 C. Inlichtingen uit gerechtszaken Samenwerking tussen belastingadministraties...33 A. Nationaal...33 B. Internationaal...33 Hoofdstuk 2. Onderzoekstermijnen Gewone onderzoekstermijn Verlenging onderzoekstermijn igv aanwijzingen van fraude Verlenging onderzoekstermijn igv bezwaar Bijzondere onderzoekstermijn...39 Hoofdstuk 3. Sancties Sancties tegen een onwillige BP Sancties tegen de administratie...40 A. Niet naleving procedureregels nietigheid erop gebaseerde aanslag...40 B. Verweermiddelen BP tegen onrechtmatige onderzoeksdaad fiscus?...42 Inkomstenbelastingen Deel 3. De bewijsmiddelen van de administratie...43 Inleiding...43 Hoofdstuk 1. Algemeenheden betreffende het bewijs Bewijskracht van akten en herkwalificatie van rechtshandelingen Door of krachtens de wet vastgestelde elementen van de belastbare grondslag Fiscale akkoorden...49 A. Individuele akkoorden...49 B. De ruling of voorafgaande beslissing...51 C. Collectieve akkoorden m.b.t forfaitair bepaalde belastbare inkomsten (art. 342 WIB)...52 D. Collectieve akkoorden m.b.t. forfaitair bepaalde beroepsuitgaven...52 Hoofdstuk 2. Kenmerkende bewijsmiddelen inzake inkomstenbelastingen Het bewijs op grond van feitelijke vermoedens...53 A. Grondslag...53 B. Geldigheidsvereisten...53 C. Tegenbewijs Het bewijs door tekenen en indiciën...57 A. Grondslag...57 B. Overzicht van aangewende tekenen en indiciën

5 C. Periode van de indiciaire aanrekening...58 D. Het tegenbewijs (art. 341 WIB 92)...58 E. Kwalificatie van de vastgestelde meerinkomsten...60 F. Belastingverhoging De vergelijking met drie soortgelijke belastingplichtigen (art. 342 WIB 92)...60 A. Grondslag...60 B. Geldigheidsvereisten...60 C. Tegenbewijs De forfaitaire bepaling van een minimuminkomen (art. 342, 3 WIB 92)...61 A. Grondslag...61 B. Tegenbewijs...62 Inkomstenbelastingen Deel 4. De aanslag...63 Inleiding...63 Hoofdstuk 1. Grondslag van de aanslag Aanslag overeenkomstig de aangifte Aanslag op grond van een gewijzigde aangifte (art. 346 WIB 92)...64 A. Belang van het bericht van wijziging...64 B. Het antwoord van de belastingplichtige...66 C. De reactie van de administratie...67 D. De vestging van de aanslag op grond van de gewijzigde gegevens (art. 346, lid 3 WIB 92) Aanslag van ambtswege...69 A. Toepassingsgevallen...69 B. Gevolg: omkering van de bewijslast...70 C. Kennisgeving van de aanslag van ambtswege...70 D. Antwoordtermijn...70 E. De reactie van de administratie...71 F. Facultatief karakter...71 Hoofdstuk 2. De aanslagtermijnen De gewone aanslagtermijn (art. 353 WIB 92)...72 A. Algemene regel...72 B. Minimumtermijn De verlengde aanslagtermijnen (art. 354 WIB 92)...72 A. Driejarige aanslagtermijn (art. 354, lid 1 WIB 92)...72 B. Zevenjarige aanslagtermijn (art. 354, lid 2 WIB 92)...73 C. Verlenging ingeval van bezwaarschrift binnen 3 jaar (art. 354, lid 4 WIB 92)

6 3. Bijzondere aanslagtermijnen...74 A. Nieuwe aanslag na vernietiging van een vorige door de adviseur generaal (art. 355 WIB 92)...74 B. Subsidiaire aanslag (art. 356 WIB 92)...75 C. Bijzondere aanslagtermijn van 12 (of 24) maanden (art. 358, 1, 1 4 WIB 92)...76 D. Bijzondere aanslagtermijn bij aanpassingen na internationaal overleg (art. 358, 1, 5 WIB 92)..77 E. Bijzondere regeling van belastbaarheid van onderwaardering van activa en overwaardering van passiva (art. 361 WIB 92)...77 Oefeningen aanslagtermijnen...78 Inkomstenbelastingen Deel 5. De betwisting van een aanslag...81 Inleiding...81 Hoofdstuk 1. Het bezwaar Toepassingsvoorwaarden...81 A. Wie kan een bezwaar indienen?...82 B. Hoe moet het bezwaar worden ingediend?...83 C. Wanneer moet het bezwaar worden ingediend?...84 D. Sanctie op de niet naleving van de wettelijke vereisten Directe gevolgen van de indiening van bezwaarschrift...87 A. Gevolgen mbt de invordering van de betwiste aanslag...87 B. Schorsing van de nalatigheidsintresten...88 C. Verlenging van de aanslagtermijn De behandeling van het bezwaar...91 A. Bevestiging van de ontvangst van bezwaarschrift...91 B. Het onderzoek van het bezwaarschrift...91 C. Recht te worden gehoord en inzage te krijgen van het dossier...91 D. Eventuele tussenkomst van de fiscale bemiddelingsdienst of van de federale ombudsman De beslissing...93 A. Algemeen...93 B. Compensatieverbod...94 C. De collectieve beslissing over meerdere bezwaarschriften...95 Hoofdstuk 2. De ontheffing van ambtswege Ambtshalve ontheffing van overbelastingen die voortvloeien uit materiële vergissingen, uit dubbele belasting of uit nieuwe bescheiden of feiten (art. 376, 1 WIB 92)...96 A. Bedoelde situaties...96 B. Voorwaarden Ambtshalve ontheffing van overschotten van voorheffingen en voorafbetalingen (art. 376, 3, 1 WIB 92)

7 3. Ambtshalve ontheffing van bepaalde belastingverminderingen (art. 376, 3, 2 WIB 92) Ambtshalve ontheffing op basis van onderling overleg tussen belastingadministraties (art. 376, 3, 3 WIB 92) De behandeling van het verzoek om ambtshalve ontheffing en de beslissing erover Hoofdstuk 3. De gerechtelijk procedure De inleiding van de vordering A. Termijn (art. 1385undecies Ger.W.) B. De wijze van inleiding van de vordering Het verloop van de gerechtelijke procedure A. Nieuwe grieven B. De neerlegging van het administratieve dossier C. De vertegenwoordiging van de belastingplichtige en van de overheid D. Het vonnis en de beroepsmogelijkheden Hoofdstuk 4. Gevolgen van de inwilliging van de eis van de belastingplichtige Inkomstenbelastingen Deel 6. Andere betwistingsmogelijkheden Inleiding Hoofdstuk 1. Vorderingen tot schadevergoeding Hoofdstuk 2. Verzoeken om kwijtschelding of vermindering van nalatigheidsintresten of van administratieve sancties Verzoeken om kwijtschelding of vermindering van nalatigheidsintresten Verzoeken om kwijtschelding of vermindering van administratieve sancties Hoofdstuk 3. Internationaal overleg en geschillen omtrent de heffingsbevoegdheid Overleg o.g.v. een DBV Arbitrage o.g.v. Europees Arbitrageverdrag Inkomstenbelastingen Deel 7. Betaling en invordering Inleiding Hoofdstuk 1. Betalingsplicht Betalingstermijn Nalatigheidsintresten Hoofdstuk 2. Invordering De bevoegdheid van de ontvanger Wie kan tot betaling worden aangesproken? A. Rechtstreekse vervolging B. Onrechtstreekse invordering C. Internationale invorderingsbijstand Betwiste belastingen

8 4. Bijzondere waarborgen van de Schatkist A. Fiscale schuldvergelijking B. Algemeen voorrecht en hypotheek C. Mededelingsplicht van de notarissen Verval van de invorderingsmogelijkheid A. Niet tijdig gevestigde belastingen B. Verjaring van de invordering Onbeperkt uitstel van de invordering (art. 413bis WIB 92) A. Toepassingsvoorwaarden B. Procedure Inkomstenbelastingen Deel 8. Procedureaspecten betreffende KI en voorheffingen Hoofdstuk 1. Het KI en de OV De vaststelling van het kadastraal inkomen A. De (her)schatting van het kadastraal inkomen B. Bezwaar tegen het kadastraal inkomen De onroerende voorheffing A. Belastingschuldige B. Aanslagtermijn C. Verminderingen of vrijstellingen van onroerende voorheffing D. Betaling van de onroerende voorheffing E. Betwisting van de aanslag Hoofdstuk 2. De roerende voorheffing De aangifte Betaling Hoofdstuk 3. De bedrijfsvoorheffing De aangifte Betaling Fiscale procedure registratierechten en successierechten RR en SR: Vlaamse Codex Fiscaliteit VCF: dienst door Vlaanderen Onderzoek inzake RR en SR Bewijs inzake RR en SR Fiscale procedure btw Deel I. Vorderingen administratie Inleiding

9 1. Onderzoeksmaatregelen Bewaarplicht boekhouding A. Welke stukken? B. Bewaartermijn C. Facturen Onderzoeksbevoegdheden van de fiscus A. Inzagerecht B. Vragen om inlichtingen C. Toegang tot bedrijfsruimten (art. 63 Wbtw) D. Inspectie vervoermiddelen E. Nieuwe gebouwen F. Samenwerking tussen belastingadministraties Sanctie bij onrechtmatig verkregen bewijs Onderzoeks- en navorderingstermijnen Gewone verjaringstermijn (navorderingstermijn) Verlengde verjaringstermijn bij specifieke bewijsverkrijging A. Bedoelde gevallen Verlengde verjaringstermijn in geval van fraude1bis A. Bedoelde gevallen B. Vereiste van voorafgaande kennisgeving Bijzondere verjaringstermijn Stuiting en/of schorsing van de verjaring (art.83 Wbtw) Navorderingen en geschillen Administratieve fase A. Kennisgeving vordering administratie B. Reactie van de belastingplichtige C. Ambtelijke aanslag D. Proces-verbaal Dwangbevel (art. 85 Wbtw) A. Wat? B. Vormvereisten C. Motiveringsverplichting Verzet van de belastingplichtige A. Rechtbank eerste aanleg B. Hoger beroep (en daarna ev. Cassatie)

10 4. Betaling Schuldenaar van de btw Gevolgen van niet (tijdige) betaling Uitstel van betaling Internationale invordering (hb. p. 194) Deel II. Vorderingen van de belastingplichtige Vorderingen tot teruggaaf van btw Inleiding: btw-aangifte als startpunt Geschil A. Administratieve fase? B. Gerechtelijke fase: verzoeken om kwijtschelding of vermindering van btw-boeten Verzoeken om vermindering of kwijtschelding van intresten Teruggaaf van btw in een andere EU-lidstaat Voorwaarden Procedure Voorbeeld examen Oefening Oefening Oefening Oefening Oefening

11 Opdracht Conclusie schrijven als raadsheer Geanonimiseerd dossier Groep belastingplichtigen Groep Belgische Staat Gegeven: administratief dossier opgesteld door de Staat, bericht van wijziging van aangifte, antwoord op een bericht van wijziging van aangifte, (nog niet volledig) Stukkenbundel (belastingplichtige) Creatief zijn: Niet ervan uit gaan dat alles wat al is opgeworpen, het enige is dat bestaat Een conclusie wordt geschreven vanuit één bepaald standpunt. Probeer niet in je eigen voet te schieten. Geen argumenten pro en contra (is voor een advies). 10 pagina s Voorbeeldconclusies op BB Deadline dinsdag 18 april 6/20 punten Examen Vragen door elk van de proffen op 7 punten 9

12 Fiscale procedure Materieel belastingrecht : Wie is de belastingplichtige? Wat is de belastbare grondslag? o Inkomsten o Aftrekposten en vrijstellingen Er is een aangifteplicht. Hoe wordt de belasting berekend? Formeel belastingrecht Hoe wordt de belastingschuld vastgesteld? o Aangifte en bewijsregels Hoe verloopt een fiscale controle? De fiscus kan de aangifte controleren, vragen stellen aan de belastingplichtige, Hoe wordt een belastingschuld ingevorderd? Wat bij onenigheid? Ingeval van onenigheid is er de bewijsproblematiek, vb. belastingplichtige heeft bepaalde kosten in aftrek genomen. Er is eventueel een bezwaar of ambtshalve ontheffing mogelijk, op vraag van de belastingplichtige. De invorderingsregels zijn bedoeld om de belastingplichtige te dwingen om te betalen. In deze colleges ligt de focus op inkomstenbelastingen, er zal één college zijn over BTW. Geen globaal fiscaal procedurewetboek Verschillende procedures en bewijsregels in verschillende wetboeken Sommige wetboeken hebben verschillende versies naargelang van het gewest o Vlaamse Codex Fiscaliteit Er zijn afwijkingen mogelijk naargelang het soort belasting, vb. directe belastingen, btw, Daarnaast zijn er ook gewestelijke regels. De fiscus is een overheid en moet zich dus aan bepaalde algemene beginselen houden: Beginselen van bestuur Legaliteitsbeginsel: er kan geen belasting worden opgelegd dan door een wet Rechten van verdediging in het kader van bezwaar: specifieke regel, nl. inzagerecht (belastingplichtige kan vragen om zijn dossier te mogen inkijken) en hoorrecht Motiveringsplicht: vb. wanneer fiscus een administratieve boete oplegt Rechtszekerheidsbeginsel: voorzienbaarheid van de fiscale wet, vb. als fiscus een hele tijd een bepaalde positie heeft ingenomen, kan hij deze alleen wijzigen naar de toekomst toe 10

13 Inkomstenbelastingen Deel 1. De aangifte Aangifte: uitgangspunt heffing IB In de aangifte deelt de belastingplichtige zijn kosten en inkomsten mee. Een aangifte is bewijskrachtig tot het tegendeel is bewezen (art. 339 WIB 92), de belastingplichtige en de fiscus zijn dus in principe gebonden door de aangifte, al kunnen ze hiertegen opkomen. Soorten aangiften: Jaarlijkse aangifte (gevolg van het eenjarigheidsbeginsel) o Personenbelasting o Vennootschapsbelasting o Rechtspersonenbelasting o Belasting van niet inwoners Aangifte roerende voorheffing Vb. uitbetaling dividenden, auteursrechten Aangifte bedrijfsvoorheffing De bedrijfsvoorheffing is een voorheffing op de uiteindelijke belastingschuld en de inhouding gebeurt vaak via een sociaal secretariaat. De aangifte bedrijfsvoorheffing kan maandelijks of driemaandelijks zijn. In deze colleges zal worden gefocust op PB en Venn.B. Vorm Papieren aangifte Alleen in de PB is het nog mogelijk om een aangifte op papier in te dienen, in de Venn.B. moet de aangifte verplicht elektronische gebeuren via Biztax Via elektronische weg (soms verplicht) 11

14 Hoofdstuk 1. De aangifteplichtigen Wie moet aangifte indienen? Art. 305 WIB92 Belastingplichtigen onderworpen aan: o PB o Venn.B. o RPB o BNI Moeten ieder jaar een aangifte indienen Vorm en termijnvoorwaarden: Je moet het format volgen (vorm). Indien de termijnen niet worden gerespecteerd, zijn er altijd sancties. Ontbonden vennootschap: vereffenaar Iemand die de vennootschap kan verbinden, zal de aangifte indienen. Als de vennootschap wordt ontbonden, moet de vereffenaar de aangifte indienen. Ontbinding zonder vereffenaar: overnemer Ingeval van fusie of splitsing is het aan de overnemer om de aangifte in te dienen. De rijksinwoners dienen een aangifte in de PB in te dienen. Een rijksinwoner ben je als je je woonplaats of zetel van fortuin in België hebt. Als je woonplaats een oplossing biedt, moet niet meer naar het tweede criterium gekeken worden. De zetel van fortuin betekent van waaruit beheer je je vermogen?. Niet rijksinwoners zijn onderworpen aan de Belasting Niet Inwoners BNI (natuurlijke personen en 12

15 rechtspersonen). In de PB wordt het wereldwijde inkomen in aanmerking genomen. In de BNI gaat het enkel om de inkomsten die aan België gebonden zijn. In principe heb je een aangifteplicht als je meerderjarig bent. Inkomsten van minderjarigen worden opgenomen in de aangiften van de ouders die het wettelijk genot hebben van de inkomsten. Minderjarigen die en eigen beroepsinkomen verwerven of die onderhoudsgelden krijgen, moeten toch zelf een aangifte in de PB indienen. Vb. Als een minderjarige huurinkomsten verwerft uit een appartement dat hij geërfd heeft, dan wordt dit aangegeven in bij de ouders (onroerend goed). Gehuwden en wettelijk samenwonenden o Artikel 126 WIB: gemeenschappelijke aangifte o Uitz.: - Jaar van het huwelijk/wettelijke samenwoning, jaar van ontbinding van het huwelijk/wett. samenwoning : afzonderlijke aangifte Gehuwden en wettelijk samenwonenden dienen samen een aangifte in, maar niet in het jaar waarin wordt gehuwd of de wettelijke samenwoning start. Het jaar dat het huwelijk of de wettelijke samenwoning ontbonden wordt, moet ook een aparte aangifte worden ingediend. Vb. huwelijk in 2010 en echtscheidingsvonnis in 2016 Gemeenschappelijke aangiften van Echtgenoot beroepsink > (te indexeren) die bij overeenkomst zijn vrijgesteld zonder progressievoorbehoud Beroepsinkomsten die vrijgesteld zijn zonder progressie voorbehoud = inkomen van internationale ambtenaren - Jaar volgend op het jaar van de feitelijke scheiding voor zover die scheiding voortduurt in het volgende jaar o Jaar van feitelijke scheiding: gezamenlijke aanslag, jaar volgend op aanvang feitelijke scheiding afzonderlijke aangifte Het jaar waarin de feitelijke scheiding begint, geeft nog geen aanleiding tot een aparte aangifte, het is pas het jaar na aanvang van de feitelijke scheiding dat een aparte aangifte kan worden ingediend. Vb. feitelijke scheiding in 2015 en nog steeds feitelijke scheiding in 2016 Gezamenlijke aangifte in 2015, aparte aangifte in 2016 Quid bij overlijden? Faillissement : gefailleerde of curator Onbekwame personen 13

16 o Wettelijke vertegenwoordiger of voogd Ongeletterde BP : door personeelslid FOD Financiën Lasthebbers Een lasthebber is typisch een belastingconsulent of een fiscaal advocaat. o Bewijs van volmacht - Indien niet bij aangifte : controle moet ze opvragen - In permanent dossier van belastingplichtige o Eventueel via taks on web (langere termijn) o Draagwijdte : lastgeving om aangifte te tekenen, is geen volmacht voor akkoord of afstand van bezwaarschrift Wie moet geen aangifte indienen? Geen aangifteplicht voor belastingplichtigen die geen andere belastbare inkomsten en elementen moeten aangeven dan (art. 306 WIB 92 en art en 2 KB/WIB): o Wettelijke pensioenen verkregen vanaf de wettelijke pensioenleeftijd en de achterstallen daarvan o Overlevingspensioenen en de achterstallen daarvan o Gezamenlijk belastbare andere pensioenen, renten, de omzettingsrenten uitgezonderd, kapitalen, afkoopwaarden, en als zodanig geldende toelagen en de achterstallen daarvan o Werkloosheidsuitkeringen en de achterstallen daarvan o Wettelijke ziekte- en invaliditeitsuitkeringen en de achterstallen daarvan o Uitgaven betaald voor prestaties in het kader van PWA/dienstencheques o BV en VA o Persoonlijke gegevens en gezinslasten o Niet ingehouden persoonlijke sociale bijdragen o De bepaling bevat een hele waslijst, maar de ratio is dat het gaat om inkomsten die gekend zijn door de fiscus, vb. een wettelijk pensioen wordt door de overheid uitgekeerd dus de fiscus beschikt over deze gegevens. voorstel van vereenvoudigde aangifte Voorstel van vereenvoudigde aangifte vermeldt: o De belastbare grondslag en de daarop verschuldigde belasting o Alle inlichtingen en gegevens die in aanmerking zijn genomen Vb. Persoonlijke gegevens, zoals gehuwd, personen ten laste, 14

17 o Indien belastingplichtige niet akkoord met voorstel van vereenvoudigde aangifte binnen de maand na de datum van de verzending van het voorstel de administratie daarvan in kennis stellen met vermelding van zijn motieven Als het voorstel correct is volgens de belastingplichtige, dan is er geen verdere actie van de belastingplichtige vereist o Binnen die termijn van een maand moet de BP iedere onjuistheid of onvolledigheid meedelen Ook vrijgesteld van aangifteplicht zijn de belastingplichtigen indien hun belastbaar inkomen minder is dan : o De belastingvrije som (basis + toelagen) als het gaat om een belastingplichtige die alleen belast wordt De belastingvrije som is een begrip uit de inkomstenbelastingen. o De som van de belastingvrije sommen (basissen + toelagen) als het gaat om echtgenoten of wettelijk samenwonenden Vrijgesteld zonder voorstel van aangifte (178/1 KB/WIB92) Er is zelfs geen voorstel van vereenvoudigde aangifte. Wie moet aangifte indienen? Zijn niet vrijgesteld en moeten wel een aangifte indienen de belastingplichtigen (art. 178, 3 WIB): o Met inkomsten van buitenlandse oorsprong in alle omstandigheden verplicht om een aangifte te doen o Die een of meer rekeningen of individuele levensverzekeringen in het buitenland bezitten o Die in de loop van het belastbare tijdperk overleden zijn o Een deel 2 van de aangifte hebben ingevuld of moeten invullen In de PB bestaat de aangifte uit twee delen. De meeste belastingplichtigen hebben enkel het eerste deel nodig, deel twee komt minder voor en dan moet je steeds een aangifte indienen. o. 15

18 Hoofdstuk 2. De aangiftetermijn Belastingen worden geheven voor inkomsten die verworven zijn in een bepaalde periode, dit is het belastbaar tijdperk. In de PB is het belastbaar tijdperk gekoppeld aan het kalenderjaar, vb. een Belgische inwoner verhuist naar VS op 31/8 voor vijf jaar. Een volledig jaar 2017 wordt belast in de PB in aanslagjaar 2018 (inkomstenkaar 2017). De gronden van belastbaarheid stoppen voor 31/12/2017. Voor januari tot augustus 2017 zal een aangifte in de PB aanslagjaar 2017 speciaal moeten worden ingediend. Voor september tot december 2017 zal een aangifte in de BNI aanslagjaar 2018 (vb. Belgische huurinkomsten) moeten worden ingediend. In de Venn.B. is het belastbaar tijdperk gekoppeld aan het boekjaar, het maakt niet uit dat je boekjaar korter of langer is dan 12 maanden, vb. een boekjaar dat eindigt op 30/09/2017 is aanslagjaar Aangiftetermijn voor natuurlijke personen A. Algemeen Wordt bepaald door administratie Maar art. 308 WIB: mag niet korter zijn dan 1 maand na verzending aangifteformulier Relevante tijdstip: toekomen bij de fiscus Je moet er als belastingplichtige voor zorgen dat de aangifte tijdig de fiscus bereikt. De belastingplichtige moet bewijzen dat zijn aangifte tijdig was, met alle middelen van recht, maar niet de eed, vb. papier: aangetekend of betalingsbewijs postzegel. Papieren aangifte elektronische aangifte aangifte door mandataris Hof van beroep Gent, , FJF 2013/189 : onderscheid termijn van indiening papieren en elektronische aangifte is discriminerend Als de belastingplichtige op papier indient, moet hij dat sneller doen dan elektronisch. Rb. Antwerpen : niet discriminerend Volgens de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen is er geen discriminatie want de belastingplichtige heeft de keuze tussen elektronische en papieren aangifte. Geen aangifteformulier ontvangen? Zelf aanvragen vóór 1 juni!, tenzij Er zijn situaties waarin je niet verplicht bent om een aangifteformulier aan te vragen, vb. als je vrijgesteld bent van aangifte, het jaar voordien tax on web gebruikt een aangevinkt dat je dat ok het volgende jaar zou gedaan hebben, vorig jaar met een mandataris gewerkt die via tax on web heeft ingediend en het mandaat niet is ingetrokken. B. Uitzonderingen Overlijden na belastbaar tijdperk, maar binnen de aangiftetermijn: minimum termijn voor indiening door erfgenamen = 5 maanden vanaf datum overlijden 16

19 Artikel 309 WIB: gronden van belastbaarheid weggevallen vóór 31 december aangifte speciaal (aanslagjaar = inkomstenjaar) Door overlijden : binnen 5 maanden na datum overlijden Andere situaties : binnen 3 maanden vanaf wegvallen gronden van belastbaarheid Vb. overlijden belastingplichtige PB: 30/05/2017 Gegeven: - Uiterste datum papieren aangifte inkomstenjaar 2016: 30/06/ Uiterste datum elektronische aangifte (tax on web) inkomstenjaar 2016: 17/07/2017 Oplossingen/antwoord: - De erfgenamen moeten de aangifte voor inkomstenjaar 2016 indienen, binnen 5 maanden na het overlijden - Voor jan mei 2017, moet door de erfgenamen ook binnen 5 maanden na het overlijden (Aj 2017 speciaal) (wanneer iemand begin jan overlijdt, moet de aangifte voor de klassieke deadline gebeuren, de facto zal het langer zijn want de fiscus heeft dan de aangifteformulieren nog niet ter beschikking, vaak pas in april) 2. Aangiftetermijn voor vennootschappen A. Niet ontbonden vennootschappen Datum vermeld op formulier Minimum 1 m na goedkeuring jaarrekening Maximum 6 m na afsluiting boekjaar Administratieve praktijk ( Voor aanslagjaar 2016 worden de hierboven vermelde termijnen door de administratie als volgt toegepast (aangiften VennB, BNI/ven en RPB): met een uiterste wettelijke datum van indiening vallend in de periode tot en met 28 september 2016: beschikken de vennootschappen en rechtspersonen automatisch over een bijkomende (staat zo op website FOD!) periode tot en met 28 september 2016 voor het indienen van de aangifte. met een uiterste wettelijke datum van indiening na 28 september 2016: moeten de aangiften ten laatste op de uiterste wettelijke datum van indiening ingediend worden. De uiterste wettelijke datum van indiening is de laatste dag van de maand na die van de algemene vergadering, zonder méér dan zes maanden vanaf het afsluiten van het boekjaar te vallen. 17

20 Indien de uiterste datum van indiening op een zaterdag, zondag of feestdag valt, worden de bepalingen van art. 53, Gerechtelijk Wetboek toegepast. De eerstvolgende werkdag is in dat geval de uiterste datum van indiening. Wanneer de uiterste datum van indiening op 31 december 2016 valt, wordt automatisch een bijkomende periode tot en met 16 januari 2017 toegestaan. B. Ontbonden vennootschappen Zonder vereffening : Niet korter dan 1m vanaf de datum van de goedkeuring van de verrichting (fusie, splitsing, ) door de AV van alle betrokken vennootschappen Niet langer dan 6m vanaf de datum van deze verrichting Indien vereffening : Niet korter dan 1m vanaf de datum van de goedkeuring van de resultaten van de vereffening Niet langer dan 6m vanaf de laatste dag van het tijdperk waarop de resultaten betrekking hebben. 3. Uitstel Artikel 311 WIB Individueel uitstel o Ernstige reden of overmacht vb. ernstige reden : opname van de belastingplichtige in het ziekenhuis voor lange tijd vb. overmacht : brand op zetel van de vennootschap waar alle documenten werden bijgehouden o Aan te vragen binnen oorspronkelijke termijn Het is belangrijk om een uitstel te vragen als je nog niet te laat bent, dus binnen de termijn. Collectief uitstel Collectief uitstel is in bepaalde omstandigheden mogelijk, vb. bij bepaalde belastingplichtigen worden op forfaitaire wijze de aanslag geheven. Zodra de forfaitaire grondslagen bekend zijn wordt een collectief uitstel gegeven, vb. landbouwers. Uitstel van rechtswege (vgl art. 53 Ger. Wb. (berekening termijn): volgende werkdag indien laatste dag van termijn een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is) 4. Aangifte moet tijdig zijn Wat is tijdig? Tijdig toekomen bij de administratie Met tijdig wordt bedoeld: toekomen bij de fiscus, het volstaat niet dat je op de laatste dag van de aangiftetermijn de aangifte op de post doet. Bewijslast rust bij de belastingplichtige 18

21 Hoofdstuk 3. Regelmatigheid van de aangifte 1. Volledigheid en juistheid van de aangifte Volledig en juist invullen In de PB-aangifte vermelden van Bestaan van buitenlandse bankrekeningen o Nummers en instelling meedelen aan Centraal Aanspreekpunt (CAP) bij Nationale Bank van België Houder van een buitenlandse bankrekening? Moet worden vermeld! Een eenmalige aanmelding van eenzelfde bankrekening is voldoende. Bestaan van buitenlandse levensverzekeringscontracten o Zelfs indien ze geen belastbare inkomsten opleveren Je betaalt premies, maar haalt hier vaak maar één keer een inkomen uit. Bestaan van juridische constructies o Trusts, stichtingen, vennootschappen in belastingparadijzen Belastingparadijzen zijn landen die geen of lage belastingen toepassen. Sinds aj 2017 is er de kaaimantaks, informatie over trusts enz wordt nu aangewend om de kaaimantaks te innen. Er wordt een administratieve boete van 6250 euro per constructie per jaar gehanteerd. 19

22 Laatste vakjes: aanvinken dat het om een normale activiteit gaat, zodat je aan de kaaimantaks kan ontsnappen Bij de regeling inzake leningen aan startende kleine ondernemingen is het doel om het verstrekken van kapitaal aan startende ondernemingen makkelijker maken. Aangifte voor betalingen aan belastingparadijzen Voor BP onderworpen aan de VennB Aangifte toe te voegen aan aangifte VennB/BNI-venn. voor betalingen rechtstreeks of onrechtstreeks gedaan aan personen gevestigd in een staat die : o Niet effectief of substantieel de OESO-standaard inzake transparantie en uitwisseling van inlichtingen toepast o Voorkomt op de lijst van staten zonder of met een lage belasting (< 10 %; lijst bij in Ministerraad overlegd KB) Als je vanuit België een betaling doet (kost, verlaging van belastbare basis) aan een belastingparadijs (inkomen belast aan laag of geen tarief), is dit een winwin situatie, die men wil vermijden. Het gaat om het moment dat je de betaling doet, vb. betaling op 10/12/2017 en het land staat op de lijst op 4/10/2016, je zal dan een aangifte moeten toevoegen aan de aangifte VennB/BNI-venn. (vroeger moest het land een heel jaar op de lijst staan). Dubbel belastingverdragen (DBV) hebben voorrang op interne wetgeving. 20

23 Er is een aanvullende bepaling voor verrekenprijzen (transfer pricing, BEPS): zie artt. 321/1 321/7 WIB 92 (materieel belastingrecht) Voor zover het totaal van de betalingen die tijdens het belastbaar tijdperk werden gedaan, een minimum bedrag van bereikt. Sanctie op niet aangifte : Niet-aftrekbaarheid: art. 198, 10 WIB Kan er nog aan gewijzigd worden? Nog geen aanslag : ja maar niet overdrijven Reeds een aanslag : bezwaartermijn 2. Bijlagen bij de aangifte Verplichte versus facultatieve bijlagen Op het PB-aangifteformulier van AJ 2016 stond dat de BP geen bijlagen meer moest toevoegen. Maar, in de toelichting bij de aangifte werd wel nog gevraagd om bijlagen en bewijsstukken bij te voegen Persconferentie Minister : aangewezen om volgende bijlagen toe te voegen : Opsomming van de beroepskosten Vrijstelling van de buitenlandse inkomsten Fiscale attesten i.v.m. de woning Bewijzen win-win leningen en renovatiecontracten,... In de PB zijn er geen verplichte bijlagen meer. Bij een aangifte op papier wordt echter steeds een klein boekje met toelichting meegestuurd en daar wordt er wel gevraagd om bepaalde bijlagen bij te voegen. Ook de minister stelde op de persconferentie naar aanleiding van het nieuwe aangifteformulier dat het aangewezen is om bepaalde bijlagen toch nog toe te voegen. Vb. Voor de toepassing van een vrijstelling van buitenlandse inkomsten ingeval van een arbeidsovereenkomst voor tewerkstelling in Nederland, kan de Nederlandse woonstaat wel best als bijlage worden toegevoegd. In ieder geval bijlagen bijhouden tot het verstrijken van het zevende jaar (of boekjaar) volgend op het belastbaar tijdperk De fiscus kan altijd de aangifte controleren, dus documenten bijhouden tot het verstrijken van 7 jaar (gebaseerd op aanslagtermijn ingeval van fraude van 7 jaar). In Venn. B.-aangifteformulier wel gevraagd om bepaalde stukken toe te voegen : jaarrekening, verslagen AV, opgave 204.3, 275U, wel verplichte bijlagen, vb. vrijgestelde waardeverminderingen, investeringsaftrek, Ingeval van een gebrek aan verplichte bijlagen, oordeelde het Hof van Cassatie in een arrest van 17 december 2015 dat de bijlagen niet verplicht zijn op straffe van verval. 21

24 Afschriften (kopies) moeten eensluidend met origineel worden verklaard; andere stukken worden gewaarmerkt, gedagtekend en ondertekend, behalve als het stukken zijn die uitgaan van derden (vb. bankattesten) Art. 307 bis WIB De elektronische aangifte wordt gelijkgesteld met een gewaarmerkte, gedagtekende en ondertekende aangifte bedoeld in art. 307, 2 WIB. 22