FISCALE PROCEDURE DIRECTE BELASTINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "FISCALE PROCEDURE DIRECTE BELASTINGEN"

Transcriptie

1 FISCALE PROCEDURE DIRECTE BELASTINGEN

2 TITEL 1. DE AANGIFTE HOOFDSTUK 1. INLEIDING 1. Inkomstenbelasting (zij het nu de personenbelasting, de vennootschapsbelasting, de rechtspersonenbelasting, de belasting der niet inwoners) is een belasting die jaarlijks wordt geheven op de inkomsten die de belastingplichtige in het afgelopen jaar heeft (of geacht wordt te hebben) verkregen. De aangifte, die door de belastingplichtigen moet worden ingediend, vormt het uitgangspunt voor de heffing van deze inkomstenbelasting. De aangifte is een geschrift waardoor de belastingplichtige, of een ander persoon, aan de administratie de gegevens meedeelt, die dienen tot vaststelling en waardering van de feiten waaraan de wet het ontstaan van de belastingschuld verbindt. 2. Deze aangifte neemt principieel de vorm aan van een formulier waarvan het model jaarlijks door de Koning wordt vastgesteld (art W.I.B.92). Voor elk van de inkomstenbelastingen is er een verschillend formulier, dat rekening houdt met de bijzonderheden van elk van die belastingen. Mee met zijn tijd, heeft de wetgever in de mogelijkheid voorzien om via computerafdrukken of elektronische informatiedragers de in het aangifteformulier gevraagde gegevens te verstrekken. (art W.I.B.92). Van deze mogelijkheid wordt reeds enige tijd gebruik gemaakt. Artikel 314bis W.I.B.92 geeft op het vlak van de procedure aan deze gedigitaliseerde aangiftes dezelfde juridische gevolgen en bewijskracht als aan de papieren aangiften. Van zodra de belastingplichtige in de personenbelasting een aangifte via elektronische wege indient, wordt de keuze om af te zien van de papieren aangifte automatisch geactiveerd. Belastingplichtigen die nadien beslissen om opnieuw een papieren aangifte in te dienen, moeten dit uitdrukkelijk vragen. De gedigitaliseerde aangiften en ingescande bijlagen bij deze electronische aangiften hebben bewijskracht (art. 314bis W.I.B.92). 3. In hun aangifte moeten de belastingplichtigen melding maken van hun belastbare inkomsten. Daarnaast moet er ook worden geantwoord op een aantal andere vragen die voor de heffing van de belasting van belang kunnen zijn (bijvoorbeeld de samenstelling van het gezin, de aanvangsdatum van de door zelfstandigen uitgeoefende beroepswerkzaamheid,...). 4. Zo is in de wet uitdrukkelijk voorgeschreven dat melding moet worden gemaakt van buitenlandse bankrekeningen waarover de belastingplichtige, zijn echtgenote of de kinderen voor zover die samen met hun ouders worden belast beschikken (art W.I.B.92). Vanaf het aanslagjaar 2013 moet de in de aangifte personenbelasting eveneens melding gemaakt worden van individueel gesloten levensverzekeringsovereenkomsten bij een in het buitenland gevestigde verzekeringsonderneming alsook van het land of de landen waar deze overeenkomsten afgesloten werden (art. 307, 1, derde lid W.I.B.92. Het gaat in de praktijk om verzekeringen van het type tak 21 (verzekeringen met gewaarborgd kapitaal en rendement), tak 22 (bruidschatsverzekeringen en geboorteverzekeringen), tak 23 (levensverzekeringen gekoppeld aan één of meer beleggingsfondsen) en schuldsaldoverzekeringen. Ook het bestaan van levensverzekeringen die werden afgesloten door de echtgenoot of door de kinderen waarover de belastingplichtige het ouderlijk gezag uitoefent moet worden vermeld. De aangifteverplichting geldt met andere woorden voor de verzekeringsnemers en niet voor de begunstigden of rechthebbenden van het contract. 5. De berekening van de belasting gebeurt door de administratie aan de hand van de in de aangifte vermelde gegevens. Indien de aangifte niet volledig of niet correct zou blijken te zijn, zal de administratie de belastingberekening uitvoeren aan de hand van de gegevens vermeld in uw aangifte,

3 aangevuld met gegevens die zij zelf te weten is gekomen. Indien alle gegevens ontbreken kan de administratie minimum belastbare basissen weerhouden. 6. Voor een aantal categorieën van belastingplichtigen met een erg eenvoudige aangifte en van wie alle fiscale gegevens bekend zijn (hoofdzakelijk gepensioneerden), heeft de wetgever voorzien in een procedure waarbij de administratie een zogenaamd voorstel van vereenvoudigde aangifte aan de belastingplichtige toestuurt (art. 306 W.I.B.92). Belastingplichtigen die een voorstel van aangifte ontvangen, blijven vrij om eventuele aftrekposten die de administratie niet vooraf kan keen, nog in hun fiscale aangifte te laten opnemen. Dit kan gebeuren door het voorstel van vereenvoudigde aangifte met deze gegevens aan te vullen. 1

4 HOOFDSTUK 2. DE AANGIFTEPLICHTIGEN AFDELING 1. PRINCIPE 7. Artikel 305, 1e W.I.B.92 omschrijft de personen op wie de verplichting rust om een aangifte in te dienen. Concreet gaat het om de personen die aan de personenbelasting, de vennootschapsbelasting, de rechtspersonenbelasting of de belasting van niet-inwoners zijn onderworpen. Deze personen zijn verplicht om ieder jaar aan de administratie een aangifte over te leggen in de vormen en binnen de termijnen voorzien in de wet. Ook iemand die te weinig inkomsten heeft om effectief belast te worden, is principieel aan de inkomstenbelasting onderworpen en bijgevolg verplicht tot het indienen van een aangifte. AFDELING 2. BIJZONDERHEDEN 8. De aangifte dient in principe ingediend te worden door diegene die door de wet als belastingplichtige wordt aangeduid. Artikel 305 W.I.B.92 vermeldt echter een aantal bijzondere gevallen waar de aangifte door een andere persoon kan worden ingediend. A. Gehuwden en wettelijk samenwonenden. 9. Gehuwden en de wettelijk samenwonenden worden in principe samen belast. (art. 126 W.I.B.92). Zij ontvangen slechts één aangifteformulier, dat door beide echtgenoten samen moet worden ingevuld en ondertekend. Voor het jaar van het huwelijk, het jaar van de ontbinding van het huwelijk of van scheiding van tafel en bed wordt de belasting afzonderlijk gevestigd. Bijgevolg moet de aangifte met betrekking tot deze jaren afzonderlijk worden ingediend. 10. Wanneer de echtgenoten feitelijk gescheiden leven, zijn zij afzonderlijk belastbaar vanaf het jaar dat volgt op het jaar waarin de feitelijke scheiding zich voordeed, op voorwaarde dat deze scheiding in de loop van dat volgende jaar bleef bestaan. Voor het jaar waarin de feitelijke scheiding is begonnen, zijn beide echtgenoten wel nog gezamenlijk belastbaar, maar de administratie aanvaardt om begrijpelijke redenen dat zij afzonderlijk een aangifte indienen. (art. 128, lid 1 W.I.B.92). B. Gefailleerden 11. Gefailleerden behouden in principe de verplichting om een belastingaangifte in te dienen. De aangifte van een gefailleerde mag echter ook worden ondertekend door de curator van het faillissement. C. Vereffenaars van ontbonden vennootschappen 12. Bij een ontbonden vennootschap rust de aangifteverplichting op de vereffenaar van de vennootschap (art. 305, 3e lid W.I.B.92). Is er geen vereffenaar aangesteld, dan worden de bestuurders geacht de vereffenaar te zijn. D. Onbekwamen/minderjarigen 13. Overeenkomstig artikel 305, 2 e lid W.I.B.92 rust de aangifteverplichting van wettelijk onbekwamen op hun wettelijke vertegenwoordiger. Alle minderjarigen (personen jonger dan 18 jaar), met uitzondering van de minderjarigen die ontvoogd zijn, worden tot deze onbekwame personen 2

5 gerekend. De wettelijke vertegenwoordigers van deze onbekwame personen zijn normaal de ouders (of de langstlevende ouder), of een daartoe aangestelde voogd. 14. Volgens het burgerlijk recht hebben ouders (of de langstlevende ouder, indien één van hen overleden is) in principe het vruchtgebruik van het vermogen van hun minderjarige, niet-ontvoogde kinderen.wanneer een minderjarig, niet ontvoogd kind bijgevolg persoonlijk een onroerend goed krijgt via een erfenis van een overleden tante, dan zijn de inkomsten die uit dat onroerend goed voortkomen, of het eraan verbonden kadastraal inkomen, toch belastbaar in hoofde van de ouders. In dergelijk geval moet het kadastraal inkomen of het huurinkomen van het onroerend goed door de ouders als hun eigen inkomen worden vermeld in hun eigen aangifte. Indien de ouders gescheiden zijn, komt het genot van roerende en onroerende goederen toe aan de ouder die het hoederecht heeft, tenzij de rechter anders beslist. Enkele inkomsten verkregen door een minderjarig kind kunnen echter nooit bij de ouders worden belast. Het gaat hier om toegekende onderhoudsuitkeringen of arbeidsinkomsten die het kind zelf verworven heeft. Indien een minderjarige student een vakantiejob uitoefent, wordt het inkomen dat de student verwerft als een eigen inkomen beschouwd. E. Erfgenamen 15. Naast de aangifteverplichting van de wettelijke vertegenwoordiger, legt artikel 305, 2 e lid W.I.B.92 eveneens een aangifteverplichting op aan de erfgenamen, de algemene legatarissen of de begiftigden van de vooroverleden belastingplichtige, indien deze overlijdt voordat hij een aangifte kon indienen. De inkomsten die de overledene nog heeft verworven in het belastbaar tijdperk moeten afzonderlijk worden aangegeven. De erfgenamen moeten dus, naast hun eigen aangifte, een afzonderlijke aangifte indienen met vermelding van de inkomsten van de inmiddels overleden belastingplichtige. F. Lasthebbers 16. De aangifte kan ook ingediend worden door een lasthebber van de belastingplichtige, op voorwaarde dat deze lasthebber van een algemene lastgeving, op basis waarvan hij optreedt, overlegt (art. 305, 5 e lid W.I.B.92).In principe kan de belastingplichtige aan om het even wie een volmacht verlenen om zijn aangifte in te dienen. De belastingplichtige kan bijvoorbeeld zijn boekhouder, belastingconsulent of advocaat gelasten met het indienen van zijn aangifte. De lastgevingsovereenkomst, die de juridische basis van vormt van hoger vermelde volmacht, is een overeenkomst die ontstaat door een louter akkoord tussen de betrokken partijen. Het is dus niet nodig om een schriftelijke overeenkomst op te stellen en te ondertekenen. Dat een geschreven overeenkomst, puur juridisch gezien, niet nodig is om volmacht te verlenen om een aangifte in te dienen, belet evenwel niet dat het aan te bevelen is dat de lasthebber bij de aangifte een schriftelijk bewijs van zijn volmacht voegt. Wanneer een aangifte door een lasthebber is ingediend zonder dat het bewijs van zijn lastgeving erbij is gevoegd, moet de administratie volgens haar eigen interne richtlijnen de voorlegging van het bewijs van deze volmacht vragen. 17. De vraag rijst wie aansprakelijk is wanneer de lasthebber (boekhouder, accountant, ) zijn opdracht niet of niet behoorlijk nakomt.wat dat betreft moet een onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds de aansprakelijkheid tegenover de administratie en anderzijds de contractuele verhouding tussen de belastingplichtige en zijn lasthebber. In zijn verhouding tot de administratie kan de belastingplichtige zich in principe niet op de nalatigheid van zijn lasthebber beroepen. In de rechtspraak wordt aangenomen dat de belastingplichtige ten 3

6 opzichte van de administratie aansprakelijk is voor de door zijn lasthebber verrichte handelingen, evenals voor diens nalatigheid.indien de boekhouder of belastingconsulent bijgevolg een laattijdige aangifte indient, kan de belastingplichtige zich ten aanzien van de administratie niet beroepen op overmacht. 1 Van de belastingplichtige wordt immers verwacht dat hij zelf zijn boekhouder of fiscale adviseur voldoende in de gaten houdt en erop toeziet dat de aangifte correct en tijdig wordt ingediend. Deze rechtspraak is moeilijk aanvechtbaar. Deze onverbiddelijkheid van de administratie en van de rechtspraak is duidelijk ingegeven door de bekommernis om elk mogelijk misbruik in deze aangelegenheden te vermijden. Zoniet zou elke belastingplichtige een onjuiste en laattijdige aangifte kunnen (laten) indienen, en nadien indien de fiscus een probleem zou maken zich verschuilen achter de onzorgvuldigheid of onwetendheid van zijn lasthebber. De aansprakelijkheid van een boekhouder, accountant ten aanzien van zijn cliënt is afhankelijk van de hem toevertrouwde opdracht. Tussen de lasthebber (boekhouder, accountant, ) en opdrachtgever (cliënt) bestaat immers een overeenkomst. De lasthebber is dan ook gehouden tot een resultaatverbintenis, met andere woorden hij heeft zich geëngageerd om een welbepaald doel te bereiken. De lasthebber moet de aangifte tijdig indienen, met naleving van de formele vereisten en overeenkomstig de gegevens die door zijn cliënt aan hem werden verstrekt. De lasthebber dient zijn taak naar behoren te vervullen, waarbij als beoordelingscriterium het zorgvuldigheidscriterium van de goede huisvader wordt gehanteerd. De handelingen die de lasthebber stelt die een normaal, zorgvuldig en omzichtig fiscaal raadgever, geplaatst in dezelfde omstandigheden, niet zou hebben gesteld, dienen als fout te worden beschouwd. Bijvoorbeeld: In de rechtspraak werd geoordeeld dat een lasthebber tegenover zijn cliënt aansprakelijk is voor de boete die zijn cliënt oploopt wegens de laattijdige indiening van de aangifte, wanneer die laattijdigheid het gevolg is van de nalatigheid van de lasthebber. Hetzelfde kan eveneens worden gesteld m.b.t. de lasthebber die een aangifte indient die niet overeenstemt met de gegevens die hem door zijn cliënt werden verstrekt met het oog op het invullen van diezelfde aangifte. G. Vennootschappen 18. Een vennootschap kan enkel optreden door middel van haar bevoegde organen (algemene vergadering der aandeelhouders, raad van bestuur). Hier dient geen volmacht te worden verstrekt, aangezien de vertegenwoordigingsbevoegdheid geregeld is in de wet of in de statuten. 1 Gent, 25 juni 1991, Bull. Bel. 1992,

7 HOOFDSTUK 3. DE AANGIFTETERMIJN AFDELING 1. AANGIFTETERMIJN VOOR NATUURLIJKE PERSONEN A. Algemeen 19. In de wet zelf is niet bepaald binnen welke termijn de ingevulde aangifte bij de administratie moet toekomen. Op de aangifteformulieren, die door de administratie aan de belastingplichtigen worden verstuurd, wordt de datum van uitreiking gedrukt, evenals de datum waarop de aangifteformulieren door de belastingplichtige ingevuld en ondertekend teruggezonden moeten worden. Artikel 308, 1 W.I.B.92 bepaalt enkel dat de belastingplichtige minstens over een antwoordtermijn van één maand moet kunnen beschikken vanaf de verzending van het aangifteformulier. 20. Wanneer een belastingplichtige geen aangifteformulier ontvangen heeft, dan dient hij op eigen initiatief, en dit uiterlijk op 1 juni van het aanslagjaar, bij de bevoegde dienst zelf een exemplaar aan te vragen (art. 308, 3 W.I.B.92). 21. Het aangifteformulier in de personenbelasting of de belasting der niet inwoners/natuurlijke personen bestaat uit twee delen. Gewoonlijk wordt enkel het eerste deel toegestuurd, vermits de meeste belastingplichtigen enkel inkomsten hebben die in dit eerste deel moeten worden ingevuld. Belastingplichtigen met inkomsten die op het tweede deel van het aangifteformulier moeten worden ingevuld, zoals de beroepsinkomsten van zelfstandigen, moeten zelf tijdig dit tweede deel van het aangifteformulier aanvragen indien zij voor het eerst dergelijke inkomsten ontvangen. Dit tweede deel dient eveneens te worden ingediend binnen de termijn die is vermeld op het toegezonden eerste deel van het aangifteformulier. Eenmaal dergelijke inkomsten worden aangegeven, ontvangen de belastingplichtigen dit tweede deel automatisch voor het daaropvolgende jaar. 22. Op te merken valt wel dat wanneer de belastingplichtige er één maal heeft voor gekozen om via digitale weg zijn aangifte in te dienen, hij de daarop volgende jaren geen papieren aangifte meer toegestuurd zal krijgen. B. Uitzonderingen a. Overleden belastingplichtigen 23. Door het overlijden van een belastingplichtige vallen de gronden van belastbaarheid inzake personenbelasting of belasting der niet-inwoners weg voor het einde van het belastbaar tijdperk. Voor het gedeelte van het jaar waarvoor de gronden van belastbaarheid wel nog aanwezig zijn (dit is de periode van 1 januari van het belastbaar tijdperk tot datum van overlijden), moet echter een aangifte ingediend worden. Deze aangifte dient bij de administratie aangevraagd te worden. De verplichting tot het indienen van de aangifte van de overleden belastingplichtige rust op de erfgenamen, de algemene legatarissen of begiftigden van de overleden belastingplichtige. Om hen de tijd te gunnen om deze aangifte in te dienen, gaat op datum van overlijden een nieuwe termijn van 5 maanden in (art. 309 W.I.B.92). Er mag niet uit het oog verloren worden dat, indien de belastingplichtige overlijdt voor 30 juni van het aanslagjaar, eventueel ook nog de aangifte moet ingediend worden met betrekking tot inkomsten van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de gronden van belastbaarheid wegvallen. Deze verplichting dient eveneens door de erfgenamen, de algemene legatarissen of de begiftigden nagekomen te worden, binnen de 5 maanden te rekenen van de dag van het overlijden. Bijvoorbeeld: Een belastingplichtige overlijdt op 15 mei X. Hij heeft zijn aangifte met betrekking tot inkomstenjaar X-1 nog niet ingediend bij de administratie. De erfgenamen, de algemene legatarissen of de 5

8 begiftigden dienen 2 aangiftes in te dienen. Een eerste aangifte heeft betrekking op de inkomsten genoten in het jaar X-1. Een tweede aangifte heeft betrekking op de inkomsten, genoten gedurende de periode van 1 januari X tot en met 15 mei X. Deze tweede aangifte zal door de erfgenamen, de algemene legatarissen of de begiftigden aan de administratie aangevraagd moeten worden. Beide aangiftes moeten uiterlijk op 15 oktober X bij de administratie worden ingediend. b. Verhuis naar het buitenland 24. Ook wanneer een Belgisch rijksinwoner definitief (met andere woorden hij is geen rijksinwoner meer) naar het buitenland verhuist, vallen de gronden van belastbaarheid ook weg voor het einde van het belastbaar tijdperk. In een dergelijk geval dient de belastingplichtige zelf een aangifteformulier aan te vragen aan de administratie, zodat de belastbare inkomsten m.b.t. de periode voorafgaand aan zijn definitieve verhuizing kunnen aangegeven worden. Deze aangifte moet worden ingediend binnen de drie maanden na de dag waarop hij verhuist. (art. 309 W.I.B.92) Bijvoorbeeld: Een rijksinwoner verhuist definitief naar een ander land op 31 juli X. Hij moet zelf een aangifte in de personenbelasting aanvragen met het oog op de aangifte van de inkomsten, verkregen van 1 januari X tot 31 juli X. Deze aangifte moet worden ingediend uiterlijk op 31 oktober X. AFDELING 2. AANGIFTETERMIJN VOOR VENNOOTSCHAPPEN A. Niet ontbonden vennootschappen Ook de aangifte in de vennootschapsbelasting moet worden ingediend binnen de termijn die door de bevoegde belastingdienst is aangeduid op het aangifteformulier. Deze termijn mag volgens de wet niet korter zijn dan 1 maand vanaf de datum van de goedkeuring van de jaarrekening (art. 310, 1 e lid W.I.B.92). Hiermee wordt de datum bedoeld waarop de jaarrekening werkelijk goedgekeurd wordt. De termijn loopt niet wanneer de algemene vergadering verdaagd werd of wanneer de jaarrekening op de statutaire datum betwist werd. Om te vermijden dat de goedkeuring systematisch zou worden uitgesteld - waardoor de aangiftetermijn stelselmatig zou worden verlengd - is echter ook wettelijk bepaald dat de aangiftetermijn niet langer mag zijn dan 6 maanden vanaf de datum waarop het boekjaar is afgesloten (art. 310, 1 e lid W.I.B.92). 25. Een vennootschap die geen aangifteformulier ontvangen heeft, moet dit zelf aanvragen en indienen binnen 6 maanden na de sluiting van het boekjaar. Bijvoorbeeld: De jaarrekening sluit af per 31 december X en: Wordt goedgekeurd door de algemene vergadering van 15 april X+1. In dit geval is de indieningtermijn de termijn vastgesteld door de administratie. Indien geen datum van terugzending vermeld wordt op het aangifteformulier is de uiterste datum van indiening 30 juni X+1. Wordt goedgekeurd door de algemene vergadering van 15 juni X+1. Indieningtermijn is in dit geval wederom 30 juni X+1. Wordt niet goedgekeurd op de statutaire datum (30 april jaar X+1) maar op 15 juni van het jaar X+1. De datum vermeld op het aangifteformulier is 31 mei jaar X+1, de indieningtermijn is bijgevolg 30 juni van het jaar X+1. Wordt niet goedgekeurd op de statutaire datum (10 juni jaar X+1), maar op 20 augustus jaar X+1. Indieningtermijn is 30 juni jaar X+1 Bijvoorbeeld: De jaarrekening sluit af op 30 september X en wordt goedgekeurd door de algemene vergadering van 15 maart X+1. Indieningtermijn is in voorkomend geval 31 maart X+1. C. Ontbonden vennootschappen 26. Ontbonden vennootschappen die worden vereffend, blijven aangifteplichtig tot hun vereffening gesloten wordt. Voor deze vennootschappen moet de aangifte worden ingediend binnen de termijn die 6

9 door de belastingdienst op het aangiftebiljet is vermeld. Deze termijn mag echter niet korter zijn dan één maand vanaf de datum van de goedkeuring van de resultaten van de vereffening en niet langer dan zes maanden te rekenen vanaf de laatste dag van het tijdperk waarop de resultaten betrekking hebben (art. 310 tweede lid W.I.B.92). 27. Met betrekking tot deze ontbonden vennootschappen was er tot eind 2003 nog een praktisch probleem. Als een vennootschap werd ontbonden in de loop van een boekjaar, eiste de administratie steeds twee aangiften. De eerste aangifte had betrekking op de periode van het begin van het boekjaar tot de dag van de ontbinding. Een tweede aangifte diende ingediend te worden voor het tijdperk van de dag na het ontbindingsbesluit tot de laatste dag van het boekjaar. Het invullen dan deze speciale aangifte, die door de administratie werd toegestuurd, vormde niet zozeer een probleem. Het voornaamste probleem was dat een extra jaarrekening opgemaakt diende te worden. Dit betekende dat als de datum van ontbinding een andere datum had dan de datum waarop het boekjaar van de vennootschap eindigde, er drie jaarrekeningen de revue moesten passeren bij vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid. Eén die diende als staat van actief en passief voor het verslag van de revisor bij de ontbinding, één als basis voor de aangifte speciaal en één statutaire voor in principe het hele boekjaar. De rechtbanken van eerste aanleg in Luik 2 en in Antwerpen 3 stelden evenwel dat een vennootschap die in vereffening is gesteld, geen aangifte speciaal moet indienen voor de periode die betrekking heeft op het begin van het boekjaar tot aan de datum van haar ontbinding. De administratie heeft zich bij deze rechterlijke uitspraken aangesloten 4. AFDELING 3. UITSTEL OM DE AANGIFTE IN TE DIENEN 28. Het tijdig indienen van de aangifte is zeer belangrijk. Indien de belastingplichtige zijn aangifte niet tijdig indient, kan de administratie de belastingplichtige immers verschillende sancties opleggen. De belastingplichtige die vaststelt dat hij de opgelegde termijn niet kan halen, beschikt echter wel nog over de mogelijkheid om uitstel te vragen (art. 311 W.I.B.92). Uiteraard moet dit uitstel tijdig worden aangevraagd, d.i. zeker binnen de termijn die is opgelegd voor de indiening van de aangifte. Het is best om dergelijk uitstel schriftelijk aan te vragen met opgave van een gegronde motivering, of een telefonisch verleend uitstel minstens schriftelijk te bevestigen. A. Individueel uitstel 29. Aan een individuele belastingplichtige wordt in principe enkel uitstel verleend indien de betrokkene ernstige redenen of overmacht kan inroepen. Het uitstel dient gevraagd te worden aan de bevoegde taxatieambtenaar. Bijvoorbeeld: Als gerechtvaardigde redenen gelden ondermeer: een ernstige ziekte van de belastingplichtige, verdwijning van stukken door brand of diefstal, het nog niet ontvangen van de loonfiche door een werknemer, lange afwezigheid omwille van beroepsredenen, het feit dat het kadastraal inkomen van de woning nog niet is vastgesteld, enz B. Collectief uitstel op aanvraag 2 Rb. Luik, 22 oktober 2003, F.J.F. 2003/ Rb. Antwerpen, 11 december 2002, Fisc. Act. 2004, 2. 4 Circ. AOIF nr. 32/2003, 10 december

10 30. Personen of organisaties die aangiften invullen voor derden (bv. boekhouders, belastingconsulenten, advocaten, ) kunnen een collectief uitstel vragen om deze aangiften later te kunnen indienen. De administratie heeft hiervoor een speciale regeling uitgewerkt. Het uitstel kan in principe maar worden toegestaan indien de cliënt / belastingplichtige aan 2 voorwaarden voldoet: De belastingplichtige heeft gedurende de 2 vorige aanslagjaren geen overtredingen begaan die aanleiding kunnen geven tot enigszins belangrijke sancties De belastingplichtige heeft voor het betrokken aanslagjaar voorafbetalingen gedaan (althans als zij voorafbetalingen moeten doen) van ten minste 75% van de vooruit te betalen belasting die verschuldigd was voor het vorig aanslagjaar. De aanvrager van het uitstel, zijnde de boekhouder, belastingconsulent, dient eveneens aan de eerste voorwaarde te voldoen. C. Collectief uitstel door de administratie 31. Bepaalde belastingplichtigen zijn onderworpen aan bijzondere forfaitaire grondslagen van belastingheffing. Zij ontvangen hun aangifte in principe slechts nadat de richtlijnen betreffende hun taxatie zijn vastgesteld. Zij moeten hun aangifte dan indienen binnen de erop aangeduide termijn (ongeveer 5 weken vanaf de verzending van het aangifteformulier). 32. Ook niet-inwoners, die een aangifte moeten indienen in de belasting van niet-inwoners, krijgen gewoonlijk een langere aangiftetermijn toebedeeld, vermits de aangifteformulieren doorgaans ook pas later beschikbaar zijn. AFDELING 4. DE AANGIFTE MOET TIJDIG TOEKOMEN 33. De aangifte moet binnen de toegestane termijn bij de betrokken dienst toekomen (art. 308, 309 en 310 W.I.B.92). Dit betekent dat de administratie de aangifte moet ontvangen hebben voor het verstrijken van deze termijn. Een aangifte die op de laatste dag van de aangiftetermijn op de post gedaan wordt, kan normalerwijze niet meer op dezelfde dag bij de administratie toekomen, en kan dus als laattijdig worden beschouwd (tenzij zou worden gekozen voor een speciale postbehandeling, die onmiddellijke aflevering garandeert). Wie absoluut zeker wil zijn een tijdige aangifte te hebben ingediend, verstuurt ze dus best enkele dagen voor het verstrijken van de voorgeschreven termijn. Een bewijs van tijdige aangifte kan worden verkregen indien men de aangifte zelf afgeeft of laat afgeven bij de bevoegde dienst en daarbij vraagt om een ontvangstbevestiging of indien men de aangifte uiterlijk de voorlaatste dag verstuurt bij een ter post aangetekend schrijven. Een aangetekende zending wordt immers geacht de volgende dag bij de bestemmeling aan te komen. 34. Wanneer de laatste dag van de toegestane aangiftetermijn een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, wordt de aangiftetermijn krachtens de wet (art. 53 Ger. W.) verlengd tot de eerstvolgende werkdag. 8

11 HOOFDSTUK 4. REGELMATIGHEID VAN DE AANGIFTE AFDELING 1. FORMELE VOORWAARDEN 35. Overeenkomstig artikel 307, 1 W.I.B.92 moet de aangifte worden ingediend op een aangifteformulier. Het model van dit aangifteformulier wordt door de Koning vastgelegd. Het aangifteformulier zelf wordt uitgereikt door de dienst die daartoe door de directeur-generaal van de directe belastingen werd aangewezen. De aangifte kan ook elektronisch ingediend worden (art. 307, 5 & 307bis W.I.B.92). 36. De belastingplichtige moet zijn aangifte dateren en ondertekenen. Echtgenoten moeten allebei de gezamenlijke aangifte ondertekenen. Daarenboven moet uiteraard worden geantwoord op de toepasselijke vragen, zoals bijvoorbeeld deze betreffende de persoonlijke en familiale toestand of betreffende buitenlandse rekeningen, levensverzekeringen, Vanzelfsprekend wordt ervan uitgegaan dat de belastingplichtige zijn aangifte volledig en juist invult. De administratie heeft echter wel het recht om de aangegeven inkomsten en andere gegevens na te gaan en deze zo nodig te verbeteren. Ook de belastingplichtige zelf heeft het recht om zijn oorspronkelijke aangifte te verbeteren en om vergissingen recht te zetten. Zolang geen aanslag is gevestigd, volstaat het daartoe de rechtzetting te signaleren aan de dienst die instaat voor de vestiging van de aanslag. Indien al een aanslag gevestigd is, zou theoretisch gezien de belastingplichtige zelf een bezwaarschrift moeten indienen tegen die aanslag om alsnog een wijziging te bekomen. In de praktijk wordt soms wel aanvaard dat de belastingplichtige de rechtzetting vraagt aan de dienst die de aanslag gevestigd heeft. In dit geval wordt een nieuwe, verbeterde aanslag gevestigd. Het recht om nadien, na het verstrijken van de voorgeschreven aangiftetermijn, nog verbeteringen mede te delen, mag uiteraard niet worden misbruikt. Zo kan de belastingplichtige zich niet tevreden stellen om binnen de wettelijk toegestane aangiftetermijn een summiere, totaal onvolledige aangifte in te dienen, om na het verstrijken van deze termijn nog een grondige verbetering te vragen en pas dan alle inkomsten en andere gegevens correct mede te delen. Indien men dergelijke praktijk zou tolereren, dan zou de belastingplichtige de vestiging van een correcte aanslag - en daarom ook de verplichting tot betaling ervan - op ongeoorloofde wijze kunnen vertragen. Een belastingplichtige die zo zou handelen, zou dan ook terecht worden geacht niet te hebben voldaan aan zijn verplichting tot indiening van een (correcte) aangifte binnen de toegestane termijn. AFDELING 2. DE BIJLAGEN VAN DE AANGIFTE 38. Bescheiden, opgaven en inlichtingen waarvan de voorlegging in het aangifteformulier wordt gevraagd, vormen een onmisbaar deel van de aangifte en moeten worden bijgevoegd (art. 307, 3 W.I.B.92). 39. In de personenbelasting worden de meeste bijkomende stukken echter niet in de aangifte zelf gevraagd, maar wel in de bij het aangifteformulier gevoegde toelichting. Dit geldt bijvoorbeeld voor het gedetailleerd overzicht van de werkelijke beroepskosten, de opgave nr. 328 K voor de toepassing van degressieve afschrijvingen, de opgave nr. 276 U voor de toepassing van de investeringsaftrek, enz. Deze stukken moeten dus in principe niet bij de aangifte worden gevoegd. Het verdient echter aanbeveling om dit toch te doen, al was het maar om latere vragen om inlichtingen met betrekking tot deze bijkomende stukken te vermijden. Indien de belastingplichtige niet tijdig zou antwoorden op zo n latere vraag om inlichtingen, kan hij wel gestraft worden. 9

12 40. In de vennootschapsbelasting wordt de voorlegging van de volgende bescheiden wel gevraagd in het eigenlijke aangifteformulier (vak X): de jaarrekening; de verslagen van de raad van bestuur of de zaakvoerder(s) en van de commissaris revisor aan de algemene vergadering; de besluiten van de algemene vergadering; de opgave nr. 328 K, voor de toepassing van degressieve afschrijvingen; 41. De administratie beschouwt een teruggezonden aangifte waarbij één of meer in het formulier gevraagde stukken ontbreken, evenwel niet onmiddellijk als ongeldig 5. Tijdig ingediende aangiften worden overigens onmiddellijk na hun ontvangst door de administratie op vormgebreken gecontroleerd. Wanneer uit een summier nazicht blijkt dat bepaalde vormvereisten niet werden nageleefd, wordt de aangifte teruggezonden, en wordt de belastingplichtige in de gelegenheid gesteld het gebrek te verhelpen Com.I.B., 307/13. Com.I.B., 307/18. 10

13 HOOFDSTUK 5. RECHTSKARAKTER VAN DE AANGIFTE AFDELING 1. BEWIJSKRACHT 42. De aangifte is een geschrift waardoor de belastingplichtige of een ander daartoe verplicht persoon aan de belastingadministratie gegevens meedeelt die moeten dienen tot vaststelling van feiten of toestanden die conform de fiscale wetgeving de belastingschuld doen ontstaan. De aangifte is niet de titel van een belastingschuld, maar enkel een bewijsmiddel waarin gegevens aan de belastingadministratie worden meegedeeld die noodzakelijk zijn met het oog op de vaststelling van de belastbare grondslag. De belastingschuld zelf ontstaat niet op basis van een akkoord tussen belastingplichtige en administratie, maar wel uit de wet. De aangifte is met andere woorden enkel een door de wet opgelegde formaliteit, die de dialoog met de belastingadministratie moet openen. De aangegeven grondslag wordt als belastbare grondslag genomen, tenzij de administratie ze bij controle onjuist bevindt. De aangifte brengt geen wijziging aan de verdeling van de bewijslast tussen de administratie en de belastingplichtige teweeg. De bewijslast rust op de administratie, maar deze kan zich beroepen op datgene wat de belastingplichtige in uitvoering van zijn wettelijke verplichting in de aangifte heeft vermeld. 43. Overeenkomstig artikel 339 W.I.B.92 kleeft aan een regelmatig en tijdig ingediende aangifte een soort vermoeden van juistheid. Concreet betekent dit dat de aangifte geacht wordt overeen te stemmen met de werkelijkheid. Het gaat hier echter om een weerlegbaar vermoeden: de administratie kan bewijzen dat de aangifte onjuiste gegevens bevat. AFDELING 2. HERROEPELIJKHEID 44. Zoals hierboven vermeld is de administratie bij het vaststellen van de aanslag niet gebonden door de inhoud van de aangifte. Indien bewezen wordt dat de aangifte onjuist is, zal de administratie van het aangegeven cijfer mogen afwijken. Ook de belastingplichtige is niet gebonden aan de inhoud van zijn aangifte. De belastingplichtige kan tijdens de aangiftetermijn steeds terugkomen op zijn aangifte. Ook na het verstrijken van de aangiftetermijn kan de belastingplichtige op de aangifte terugkomen, indien hij de door hem ingeroepen vergissing of onjuistheid bewijst. 11

14 HOOFDSTUK 6. SANCTIES 45. Om de naleving van de aangifteverplichting af te dwingen, voorziet de wet in diverse vormen van sancties die kunnen worden opgelegd indien geen, geen tijdige of geen regelmatige aangifte is ingediend. Deze sancties kunnen uiteraard niet worden toegepast indien de niet-naleving van de aangifteverplichting te wijten is aan een situatie van overmacht. Het in beslag nemen van een boekhouding door het parket maakt echter geen geval van overmacht uit, vermits de administratie er van uit gaat dat men deze boekhouding kan opvorderen bij het parket. AFDELING 1. DE AMBTSHALVE AANSLAG 46. Wanneer geen of geen tijdige aangifte is ingediend, heeft de administratie het recht, doch niet de verplichting, om de zogenaamde procedure van aanslag van ambtswege op te starten (art. 351 W.I.B.92). 47. Indien bepaalde stukken, die normaal bij de aangifte moeten worden gevoegd, niet zouden zijn bijgevoegd, mag de administratie niet onmiddellijk overgaan tot het vestigen van een ambtshalve aanslag. In zo n geval moet de administratie eerst aan de belastingplichtige de mogelijkheid bieden om daaraan vooralsnog te verhelpen. Gewoonlijk staat de administratie daarvoor een termijn toe van 8 dagen. Pas indien de belastingplichtige aan dit verzoek tot het vervolledigen van de aangifte geen tijdig gevolg heeft gegeven, mag de administratie de procedure van ambtshalve aanslag opstarten (art. 351, 1 e lid, 2 e streepje W.I.B.92). 48. Het grote gevolg van het opstarten van de procedure van aanslag van ambtswege is de zogenaamde omkering van de bewijslast. Aan de door de administratie weerhouden belastbare inkomsten kleeft een weerlegbaar vermoeden van juistheid. Het is aan de belastingplichtige om het tegendeel te bewijzen. Let wel, de administratie mag bij de vaststelling van de belastbare inkomsten, in het kader van een procedure van aanslag van ambtswege niet willekeurig te werk gaan. Mocht dit wel het geval zijn dan kan de belastingplichtige de aanslag die gevestigd is in het kader van de procedure van aanslag van ambtswege niet alleen betwisten door het bestaan en het bedrag van zijn werkelijke inkomsten te bewijzen maar ook door aan te tonen dat de door de administratie gevestigde aanslag (in het kader van de procedure van aanslag van ambtswege) willekeurig is, met andere woorden niet gevestigd is rekening houdend met alle elementen waarover de administratie beschikte. AFDELING 2. ADMINISTRATIEVE SANCTIES 49. Indien geen aangifte wordt ingediend, of indien de aangifte laattijdig of onjuist is, kan de administratie een belastingverhoging of een administratieve boete opleggen. De belastingverhoging bestaat uit een percentage van de verschuldigde belasting op het niet aangegeven inkomensgedeelte. Dit percentage varieert naargelang de aard en de eventuele herhaling van de inbreuk van 10 tot 200 % (art. 444 W.I.B.92). Deze percentages zijn vastgelegd in een koninklijk besluit. Om ervoor te zorgen dat een belastingverhoging altijd tot een effectieve bestraffing leidt wordt de belastingverhoging berekend op het niet aangegeven inkomstengedeelte dat verschuldigd is voor enige verrekening van de voorheffing, de belastingkredieten, het forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting en de voorafbetalingen. Zo wordt vermeden dat belastingplichtigen aan een belastingverhoging ontsnappen door te veel vooraf te betalen. 50. Een administratieve boete wordt in de praktijk meestal opgelegd wanneer er geen belastbare basis voorhanden is en een belastingverhoging (bij gebrek aan een te betalen bedrag aan belastingen) geen 12

15 zin heeft. Het opleggen van een administratieve boete, met andere woorden een vast geldbedrag is dan aangewezen. Conform de wet kan een administratieve boete variëren van 50,00 tot 1.250,00(art. 445 W.I.B.92). 51. Deze administratieve sancties moeten door de administratie met redelijkheid worden toegepast. Een kleine vergetelheid of vergissing vanwege de belastingplichtige rechtvaardigt niet automatisch een zware sanctie. Vandaar dat in de wet is bepaald dat de belastingverhoging slechts kan worden toegepast wanneer de niet aangegeven inkomsten 2.500,00 bereiken (art. 444, laatste lid W.I.B.92). 52. In de wet is bovendien ook bepaald dat kan worden afgezien van enige belastingverhoging wanneer de belastingplichtige niet te kwader trouw is (art. 444, tweede lid W.I.B.92). Tijdens de parlementaire voorbereiding van deze wet wees de minister erop dat bij ontstentenis van kwade trouw in feite geen enkele verhoging zou worden toegepast. In de praktijk blijkt de administratie het begrip ontstentenis van kwade trouw echter nogal eng te interpreteren. In de rechtspraak werd in elk geval bevestigd dat geen belastingverhoging noch boete mag worden opgelegd indien de verhoging van de aangegeven inkomsten betrekking heeft op een element waarover tussen de administratie en de belastingplichtige een principiële juridische discussie bestaat, over de belastbaarheid van het inkomen, over de aftrekbaarheid van de afgetrokken uitgave, enz. AFDELING 3. FORFAITAIR BELASTBAAR MINIMUM 53. Op grond van artikel W.I.B.92 heeft de administratie de mogelijkheid om ondernemingen of beoefenaars van vrije beroepen die geen of een laattijdige aangifte doen te belasten op basis van forfaitaire belastbare minima die door de Koning worden vastgelegd (art K.B./W.I.B. 92). AFDELING 4. DOOR DE STRAFRECHTER OPGELEGDE SANCTIES 54. Een belastingplichtige die niet, laattijdig of onregelmatig zijn aangifte indient, kan onder bepaalde voorwaarden ook strafrechtelijk worden vervolgd. Dergelijke vervolging wordt ingesteld door het openbaar ministerie. De belastingplichtige kan dan door de correctionele rechtbank worden veroordeeld tot een gevangenisstraf of een geldboete (art. 449 W.I.B.92). Deze mogelijkheid wordt evenwel in de huidige praktijk quasi niet toegepast. 13

16 TITEL 2. ONDERZOEK EN CONTROLE HOOFDSTUK 1. INLEIDING De door de belastingplichtige ingediende aangifte vormt het uitgangspunt voor de vestiging van de aanslag en voor de heffing van de belasting. Natuurlijk is niet iedere door een belastingplichtige ingediende aangifte correct. Daarom moet de administratie dan ook over de mogelijkheid beschikken om de aangifte te controleren. In deze tweede titel worden de onderzoek- en controlebevoegdheden van de administratie besproken. HOOFDSTUK 2. DIVERSE VORMEN VAN CONTROLE AFDELING 1. ONDERZOEK BIJ DE BELASTINGPLICHTIGE ZELF A. Onderzoek van de boekhouding (art. 315 W.I.B.92) 55. Artikel 315, 1 e lid W.I.B.92 bepaalt dat iedereen die onderhevig is aan de inkomstenbelastingen verplicht is om aan de administratie, op haar verzoek en zonder verplaatsing, alle boeken en bescheiden voor te leggen die noodzakelijk zijn om het bedrag van de belastbare inkomsten te bepalen, met het oog op het nazicht ervan. a. Wie mag gecontroleerd worden? 56. Zoals blijkt uit dit wetsartikel is iedere belastingplichtige, die onderworpen is aan de inkomstenbelasting, verplicht om zijn of haar boekhouding voor te leggen. Onder belastingplichtige dient zowel de natuurlijke persoon als de rechtspersoon begrepen te worden. Het is enkel de belastingplichtige zelf die verplicht is om inzage te verlenen in de boekhouding. Indien de belastingplichtige een vennootschap is, dan zullen het de wettelijke vertegenwoordigers, zaakvoerders, bestuurders, curatoren zijn die deze verplichting moeten nakomen in hoofde van de vennootschap. Het is enkel de belastingplichtige zelf, of de persoon die gemachtigd is de belastingplichtige te vertegenwoordigen, die deze verplichting dient na te komen. Wanneer deze personen afwezig zijn, kan de administratie de voorlegging niet vorderen van andere personen (familieleden, werknemers ) 57. Wanneer de belastingplichtige, ondanks een voorafgaande verwittiging van de controleambtenaar, herhaaldelijk afwezig zou zijn, zou daaruit eventueel wel kunnen worden afgeleid dat hij zich wil onttrekken aan zijn verplichting om inzage te verlenen in zijn boekhouding. b. Wat mag gecontroleerd worden? 58. De bewaarplicht strekt zich enkel uit tot de boeken en bescheiden die noodzakelijk zijn om de belastbare inkomsten te bepalen. Dit betekent niet dat alleen de wettelijke of reglementaire boekhoudkundige stukken bewaard moeten worden. De administratie kan zeker ook huurovereenkomsten, arbeidsovereenkomsten, eventuele maatschapscontracten, ter inzage vragen, op voorwaarde dat de voorlegging ervan tot doel heeft het bedrag der belastbare inkomsten te bepalen. De wet bepaalt uitdrukkelijk dat ook registers van aandelen en obligaties op naam en de presentielijsten van de algemene vergaderingen van vennootschappen moeten worden bewaard (art. 315, 2 e lid W.I.B.92). 14

17 59. De administratie heeft ook het recht om inzage te nemen van de uittreksels van een (minstens gedeeltelijk) voor het beroep gebruikte bankrekening. Als evenwel een bankrekening volgens de verklaring van de belastingplichtige alleen privé gebruikt wordt, heeft de controlerende ambtenaar niet het recht om toch de voorlegging te eisen van de uittreksels van die bankrekening om te kunnen nagaan of er inderdaad geen beroepsmatige verrichtingen uit blijken, wanneer hij geen voldoende aanwijzingen heeft dat de verklaring van de belastingplichtige niet met de werkelijkheid overeenstemt. c. Elektronisch bijgehouden boeken en bescheiden 60. Wanneer de boeken en bescheiden opgesteld en bewaard worden door middel van een computersysteem, dan gelden enkele bijzondere verplichtingen die opgenomen zijn in artikel 315bis W.I.B.92. Belastingplichtigen die op een dergelijke wijze hun boeken en bescheiden opstellen hebben een dubbele voorleggingsplicht. In eerste instantie dienen de bepalingen van artikel 315 W.I.B. nageleefd te worden. Alle elektronisch bijgehouden gegevens, die noodzakelijk zijn om de belastbare grondslag vast te stellen, dienen voorgelegd te worden. Daarnaast dient de belastingplichtige ook inzage te verlenen in het computersysteem zelf. Om de betrouwbaarheid van het computersysteem te kunnen controleren dienen de analysedossiers met de bestand- en programmabeschrijvingen, de gebruikershandleidingen en alle andere op het systeem betrekkinghebbende documenten ter inzage worden voorgelegd. De inzage in de elektronisch bijgehouden boeken en bescheiden dient te gebeuren met behulp van het materiaal van de onderneming en door het personeel van de onderneming. De administratie kan vragen om alle informaticabewerkingen te verrichten die nodig worden geacht om het bedrag van de belastbare inkomsten te bepalen. De gegevens moeten in een leesbare en verstaanbare vorm worden voorgelegd. De administratie kan eisen dat de belastingplichtige op zijn uitrusting, in de aanwezigheid van de controlerende ambtenaar, kopijen maakt van het geheel of van een gedeelte van de relevante, opgeslagen gegevens. De administratie is van oordeel dat deze kopijen mogen meegenomen worden voor verder onderzoek 7. Dit wordt ook in de rechtspraak bevestigd 8. d. Bewaarplicht 61. De boeken en bescheiden die noodzakelijk zijn om het belastbaar inkomen te bepalen, moeten door de belastingplichtige bijgehouden worden tot het verstrijken van het zevende jaar of boekjaar volgend op het belastbare tijdperk. Deze termijn is dus onafhankelijk van het tijdstip waarop de belasting wordt ingekohierd of van het van het al dan niet bestaan van een bezwaarschrift. Wanneer de belastingplichtige echter zijn boeken of bescheiden zou vernietigen vooraleer de administratieve of gerechtelijke procedure over een betwiste aanslag definitief beëindigd is, loopt hij in het kader van die betwisting uiteraard wel het risico de gegrondheid van zijn grieven niet meer te kunnen aantonen of de beweringen van de administratie niet meer te kunnen weerleggen. Bovendien moet rekening worden gehouden met het feit dat de boekhouding op grond van andere wetgevingen gedurende een langere tijd moet worden bewaard. 62. De boeken en bescheiden moeten worden bewaard in het kantoor, agentschap, bijhuis of elk ander bedrijfs- of privélokaal waar ze werden gehouden, opgesteld of toegezonden (art. 315, 3 e lid W.I.B.92). 7 Circ. nr. Ci.RH.81/ , 7 mei Rb. Luik, 23 september 2003, TFR 269,

18 Een vennootschap moet haar boekhouding in principe bewaren op de maatschappelijke zetel. Er kan wel worden aanvaard dat de boekhouding tijdelijk elders wordt overgebracht (bijvoorbeeld bij de boekhouder voor het invullen van de aangifte). In principe kan de belastingplichtige zich daarop niet beroepen om elke inzage ervan te weigeren. De controleur kan echter niet eisen dat de belastingplichtige de boeken of bescheiden naar het kantoor van de administratie zou brengen. 63. De controleur die in het kader van artikel 315 W.I.B. een controle uitoefent, kan geen kopijen van bepaalde stukken eisen en mag evenmin bepaalde boeken of bescheiden meenemen, tenzij indien de betrokken belastingplichtige toestemming verleent. Zoals hoger vermeld kunnen wel kopijen gevraagd en meegenomen worden door de controlerende ambtenaar indien het gaat om elektronisch bijgehouden boeken of bescheiden (art. 315bis W.I.B.92). Indien de belastingplichtige toch bereid is om de boeken of documenten op het belastingkantoor ter beschikking te laten van de administratie, is het best een gedetailleerd ontvangstbewijs te vragen. Indien deze stukken bij de fiscus verloren zouden geraken, kan zij zich er niet meer op beroepen om een aanslag te vestigen. De reden daarvoor is dat de belastingplichtige in dat geval geen mogelijkheid meer heeft om de juistheid van de aanslag te controleren en zich tegen een eventuele onjuistheid te verweren. 64. De administratie is niet verplicht om haar bezoek vooraf aan de belastingplichtige aan te kondigen. In normale gevallen wordt vooraf wel een kennisgeving verstuurd. 65. De informatie die de controleur verkrijgt ter gelegenheid van een onderzoek gevoerd op basis van artikel 315 W.I.B.92 kan niet alleen worden gebruikt voor het heffen van de inkomstenbelasting. De ambtenaar die de controle uitoefent inzake de inkomstenbelasting is van rechtswege gemachtigd alle inlichtingen te nemen, op te zoeken of in te zamelen welke de juiste heffing van alle door de belastingplichtige persoon verschuldigde andere belastingen te kunnen verzekeren. (art. 335 W.I.B.92). e. Bewaar- en voorleggingsplicht van vrije beroepen 66. Zoals uit bovenvermelde bepalingen blijkt, wordt er aan de belastingplichtige geen boekhoudkundige verplichting opgelegd middels de bepalingen uit het W.I.B.92. Met betrekking tot de beoefenaars van vrije beroepen worden echter een aantal bijzondere boekhoudkundige verplichtingen opgelegd. Deze personen zijn, overeenkomstig de bepalingen van artikel 320 W.I.B., gehouden om voor alle beroepsontvangsten een gedagtekend en ondertekend ontvangstbewijs af te leveren. Indien de betaling gebeurt op een post- of bankrekening, dan moet geen ontvangstbewijs worden uitgereikt. Daarnaast zijn zij eveneens verplicht een dagboek te houden, waarvan het model door de Minister van Financiën wordt vastgelegd. 67. Bij een fiscale controle dienen de beoefenaars van vrije beroepen deze documenten voor te leggen aan de controlerende ambtenaar. Zij kunnen zich bijgevolg niet verschuilen achter hun beroepsgeheim. Indien de betaling gebeurt middels een overschrijving op een post- of bankrekening, dan zullen eveneens de storting- of ontvangstbewijzen voorgelegd moeten worden indien de controlerende ambtenaar hierom verzoekt. B. Vraag om inlichtingen (art. 316 W.I.B.92) 68. Naast het inkijken van de boeken en bescheiden van de belastingplichtige, kan de administratie eveneens aan de belastingplichtige vragen om mondeling of schriftelijk uitleg te geven over zijn of haar fiscale toestand. Dit dient te gebeuren op verzoek van de administratie. De belastingplichtige dient dan binnen een vaststaande termijn alle relevante inlichtingen verstrekken die van hem gevorderd worden, met het oog op het onderzoeken van de fiscale toestand. 16

19 a. Aan wie kan men een vraag om inlichtingen richten? 69. De administratie kan aan iedere belastingplichtige, onderworpen aan de inkomstenbelasting, vragen stellen met betrekking tot het verstrekken van inlichtingen. Het is hierbij niet van belang of deze personen al dan niet gehouden zijn tot het indienen van een aangifte of tot het houden van boeken of bescheiden in de zin van artikel 315 en 315bis W.I.B.92. Een particuliere werknemer kan dus ook met een vraag om inlichtingen geconfronteerd worden. De vraag om inlichtingen dient aan de belastingplichtige zelf gesteld te worden, en niet aan de aangestelde, partner of familieleden van de belastingplichtige. b. Wat kan gevraagd worden? 70. Een vraag tot het verstrekken van inlichtingen kan door de administratie gevraagd worden van zodra zij meent dat deze vraag fiscaal relevant is om de fiscale toestand van de belastingplichtige te onderzoeken. Uit de wettekst blijkt dat het toepassingsgebied met betrekking tot het vragen van inlichtingen ruimer is dan dat van het inzagerecht vermeld in artikel 315 W.I.B.92. Daar waar artikel 315 W.I.B.92 spreekt van het controleren van de belastbare inkomsten van de belastingplichtige, kunnen in het kader van artikel 316 W.I.B.92 alle vragen gesteld worden met het oog op het onderzoek van de fiscale toestand van de belastingplichtige. De vragen kunnen bijgevolg betrekking hebben op de beroepswerkzaamheid van de belastingplichtige, eventuele verrichtingen in onroerende of roerende goederen, de samenstelling van het gezin Vragen met betrekking tot niet-belastbare feiten of over niet-belastbare inkomsten en uitgaven zonder fiscale weerslag kunnen niet gevraagd worden. Zo kan de administratie bijvoorbeeld niet vragen naar welke scholen de kinderen van de belastingplichtigen gaan. Het criterium dat van belang is bij het vragen van inlichtingen, is de fiscale relevantie. De fiscale administratie kan aan de belastingplichtige alle nuttige inlichtingen vragen met betrekking tot de fiscale toestand van de belastingplichtige. Ook hier verschilt artikel 316 W.I.B.92 van artikel 315 W.I.B.92. In het kader van artikel 316 W.I.B.92 kunnen alle nuttige inlichtingen gevraagd worden. De gevraagde inlichtingen moeten dus niet noodzakelijk zijn om de fiscale toestand van de belastingplichtige te bepalen. 71. De vragen om inlichtingen moeten betrekking hebben op verrichtingen waaraan de belastingplichtige heeft deelgenomen (art. 317 W.I.B.92). Dit veronderstelt dat de administratie een zekere voorkennis heeft van de verrichtingen waaraan de belastingplichtige heeft deelgenomen vooraleer zij hieromtrent vragen kan stellen. Er kunnen dus geen vragen gesteld worden aan de belastingplichtige met als doel het bestaan van relevante feiten te achterhalen. Op die manier zou de fiscale administratie de fiscale bewijsvoering in de schoenen van de belastingplichtige schuiven. Zogenaamde fishing-expeditions zijn dan ook uitgesloten. c. Modaliteiten van de vraagstelling 72. Ingevolge artikel 316 W.I.B.92 heeft de administratie het recht om zowel mondelinge als schriftelijke vragen te stellen. Voor de mondelinge vragen zijn geen specificaties voorzien over hoe moet geantwoord worden en binnen welke termijn het antwoord de administratie dient te bereiken. Met het stellen van mondelinge vragen wordt onder andere de situatie bedoeld waarbij de controlerende ambtenaar, gedurende de controle bij de belastingplichtige zelf, bijkomende vragen met betrekking tot diens fiscale toestand kan stellen. Daarnaast is het ook mogelijk dat de belastingplichtige uitgenodigd wordt op het kantoor van de controleambtenaar, om daar bijkomende inlichtingen te verschaffen. Het gaat hier echter enkel om een uitnodiging die door de fiscale administratie wordt verstuurd, de belastingplichtige is niet verplicht hierop in te gaan. Door de Minister van Financiën wordt aanvaard dat de vragen ook telefonisch kunnen gebeuren. Dit houdt echter enkele risico s in. Zo kan de hoedanigheid van de vraagsteller niet gecontroleerd worden 17

20 door de belastingplichtige en kan er onduidelijkheid bestaan omtrent de inhoud van de vraagstelling en het antwoord. 73. Naast het stellen van mondelinge vragen, is eveneens in de mogelijkheid voorzien om schriftelijk vragen te stellen. De regeling met betrekking tot de schriftelijke vragen is wel meer uitgewerkt dan deze voor mondelinge vragen. Zo moet de administratie verplicht een antwoordtermijn van 1 maand verlenen aan de belastingplichtige. In artikel 316 W.I.B.92 is niet opgenomen aan welke vormvereisten de schriftelijke vraag om inlichtingen moet voldoen. Het is gebruikelijk dat dit gebeurt door middel van een gestandaardiseerd formulier (vraag om inlichtingen), dat in dubbel exemplaar aan de belastingplichtige wordt verzonden, maar dit is geen verplichting voor de administratie. De vraag moet niet aangetekend verstuurd te worden en moet niet gemotiveerd worden door de administratie. De vraag zelf dient wel voldoende duidelijk en ondubbelzinnig te zijn. Daarnaast dient de vraag te vermelden wat de gevolgen zijn voor de belastingplichtige indien hij de gestelde vragen niet, onvoldoende of laattijdig beantwoord. d. De plicht van de belastingplichtige om te antwoorden 74. Daar waar de administratie het recht heeft om vragen te stellen, heeft de belastingplichtige de plicht om op deze vragen te antwoorden. Indien het gaat om een mondelinge vraag is in de wet niet opgenomen hoe dient geantwoord te worden en binnen welke termijn. De belastingplichtige kan zowel mondeling als schriftelijk antwoorden. Aangezien geen termijn bepaald is waarbinnen dient geantwoord te worden, wordt aangenomen dat met een redelijke termijn rekening dient gehouden te worden. 75. Met betrekking tot schriftelijke vragen is de wet wel duidelijk. Bij een schriftelijke vraag dient het antwoord eveneens schriftelijk aan de administratie te worden bezorgd. De belastingplichtige heeft een termijn van 1 maand om het antwoord aan de administratie te bezorgen. Deze termijn dient gerekend te worden vanaf de derde werkdag volgend op de verzending van de vraag. De administratie dient deze termijn te respecteren. Ze heeft niet de mogelijkheid om een kortere termijn op te leggen aan de belastingplichtige, zelfs niet als de rechten van de Schatkist in gevaar zijn. De antwoordtermijn kan verlengd worden op verzoek van de belastingplichtige, wegens wettelijke redenen. De verlenging moet gevraagd worden voor het verstrijken van de oorspronkelijke antwoordtermijn. De administratie is echter niet verplicht om op dit verzoek in te gaan. Als wettige redenen kunnen onder andere opgegeven worden een verblijf in het buitenland, de omvang van de vraag om inlichtingen of het opzoekingwerk voor de beantwoording ervan, ziekte 76. De inlichtingen die door de belastingplichtige verstrekt worden kunnen niet aanzien worden als een bekentenis. De verstrekte inlichtingen hebben dezelfde waarde als de aangifte. 18

FISCALE PROCEDURE DIRECTE BELASTINGEN & BTW

FISCALE PROCEDURE DIRECTE BELASTINGEN & BTW FISCALE PROCEDURE DIRECTE BELASTINGEN & BTW Frank Vanbiervliet Advocaat Laga President Kennedypark 8a 8500 Kortrijk 056 59 43 00 fvanbiervliet@laga.be FISCALE PROCEDURE Directe Belastingen HOOFDSTUK I.

Nadere informatie

Fiscale controle. Termijn

Fiscale controle. Termijn Fiscale controle Over welke periode u nog gecontroleerd kan worden door de fiscus, hoe is het verloop van een fiscale controle, hoe wordt deze beëindigd, wat zijn uw rechten, maar ook uw plichten, u leest

Nadere informatie

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD,

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD, GEMEENTE GRIMBERGEN. Y484.01A UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN 21 JANUARI 2009 ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf 2009.

Nadere informatie

De vestiging en de invordering van de inkomstenbelastingen

De vestiging en de invordering van de inkomstenbelastingen Hoofdstuk 9 De vestiging en de invordering van de inkomstenbelastingen 9.1 Aangifteverplichting Belastingplichtigen die onderworpen zijn aan de P.B., de Ven. B., de R.P.B. en de meeste B.N.I.'ers zijn

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Aangifte inzake PB, VenB, RPB en BNI 3

HOOFDSTUK 1 Aangifte inzake PB, VenB, RPB en BNI 3 Algemene inhoud Reeks Fiscaal Compendium V Ten geleide 0 Voorwoord IX Algemene bibliografie XI DEEL I De aangifte HOOFDSTUK 1 Aangifte inzake PB, VenB, RPB en BNI 3 1. Overzicht van de soorten aangifteformulieren

Nadere informatie

Fiscale procedure. Frank Vanbiervliet. 22 februari 2014. 2012 Laga

Fiscale procedure. Frank Vanbiervliet. 22 februari 2014. 2012 Laga Frank Vanbiervliet 22 februari 2014 2012 Laga Wat is een fiscale procedure? een stappenplan: uiteindelijke doel? een correcte taxatie 2 Wat is een fiscale procedure? Twee alternatieven om de belastbare

Nadere informatie

WETSARTIKELEN DIE VERWIJZEN NAAR DE SANCTIES DIE WORDEN OPGELEGD BIJ NIET- OF LAATTIJDIGE INDIENING VAN STUKKEN

WETSARTIKELEN DIE VERWIJZEN NAAR DE SANCTIES DIE WORDEN OPGELEGD BIJ NIET- OF LAATTIJDIGE INDIENING VAN STUKKEN WETSARTIKELEN DIE VERWIJZEN NAAR DE SANCTIES DIE WORDEN OPGELEGD BIJ NIET- OF LAATTIJDIGE INDIENING VAN STUKKEN Dit document werd opgesteld om gemakkelijk de wetsartikelen te kunnen terugvinden die nodig

Nadere informatie

Deel I - Wat gebeurt er na de controle?

Deel I - Wat gebeurt er na de controle? Inhoudstafel Deel I - Wat gebeurt er na de controle? 1. U bekent... 3 1.1. Hoe doet u dat?... 3 1.2. Wat is een samengestelde erkenning?...................... 4 1.3. Kunt u terugkomen op uw bekentenis?...

Nadere informatie

BELASTINGREGLEMENT OP FILM- EN EROTISCHE VOORSTELLINGEN

BELASTINGREGLEMENT OP FILM- EN EROTISCHE VOORSTELLINGEN Goedgekeurd door de gemeenteraad op 23 november 2015 (treedt in werking op 1 januari 2016) Gewijzigd door de gemeenteraad op 14 december 2015 Gewijzigd door de gemeenteraad op 25 september 2017 (treedt

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling My Lawyer Info Monard D Hulst www.monard-dhulst.be Onderwerp De vereffening van vennootschappen vereenvoudigd Datum 7 juni 2012 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen

Nadere informatie

Algemeen reglement betreffende de vestiging en de invordering van gemeentebelastingen. Datum van de beraadslaging van de gemeenteraad: 26 juni 2014

Algemeen reglement betreffende de vestiging en de invordering van gemeentebelastingen. Datum van de beraadslaging van de gemeenteraad: 26 juni 2014 GEMEENTE UKKEL Algemeen reglement betreffende de vestiging en de invordering van gemeentebelastingen. Datum van de beraadslaging van de gemeenteraad: 26 juni 2014 De raad, Gelet op artikel 117 van de nieuwe

Nadere informatie

GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT

GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 3 december 2013 Besluit nummer: 2013_GR_01291 Onderwerp: DIVASS- dienst Belastingen - Belastingreglement op de tweede verblijven voor het aanslagjaar

Nadere informatie

Inhoudstafel. Deel I. DIRECTE BELASTINGEN 11

Inhoudstafel. Deel I. DIRECTE BELASTINGEN 11 Inhoudstafel Deel I. DIRECTE BELASTINGEN 11 Titel 1. De aangifte 13 Hoofdstuk 1. Doel van de aangifte en te vermelden gegevens 13 Hoofdstuk 2. De aangifteplichtigen 15 Afdeling 1. Principe 15 Afdeling

Nadere informatie

BELASTINGREGLEMENT OP DE OPSLAGPLAATSEN

BELASTINGREGLEMENT OP DE OPSLAGPLAATSEN gh BELASTINGREGLEMENT OP DE OPSLAGPLAATSEN Goedgekeurd door de gemeenteraad van 18 december 2013 Gewijzigd door de gemeenteraad van 17 december 2014 Bekendgemaakt op 19 december 2013, 22 december 2014

Nadere informatie

Bewaartermijn van boeken en documenten

Bewaartermijn van boeken en documenten Bewaartermijn van boeken en documenten Een praktisch overzicht Waarover gaat het? Aan de hand van deze brochure proberen wij een antwoord te geven op volgende vragen: Wat moet er bijgehouden worden? Hoe

Nadere informatie

Voorafgaande opmerking bij de circulaire nr. Ci.RH.421/628.803

Voorafgaande opmerking bij de circulaire nr. Ci.RH.421/628.803 Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten Circulaire nr. Ci.RH.421/628.803 (AAFisc Nr. 30/2013) dd. 22.07.2013 Berekening van de Ven.B Rechtspersonenbelasting Berekening van de RPB Afzonderlijke

Nadere informatie

Afz.: ONTVANGK. DIKSMUIDE WOUMENWEG DIKSMUIDE. SADEGHI Dariush Lange Veldstraat(D) Diksmuide

Afz.: ONTVANGK. DIKSMUIDE WOUMENWEG DIKSMUIDE. SADEGHI Dariush Lange Veldstraat(D) Diksmuide Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Afz.: ONTVANGK. DIKSMUIDE WOUMENWEG 49 8600 DIKSMUIDE SADEGHI Dariush Lange Veldstraat(D) 24 8600 Diksmuide Aanslagbiljet personenbelasting

Nadere informatie

Aanbevelingen in verband met de oproepingen tot de algemene vergadering

Aanbevelingen in verband met de oproepingen tot de algemene vergadering Mededeling FSMA_2013_06 dd. 27 februari 2013 Aanbevelingen in verband met de oproepingen tot de algemene vergadering Toepassingsveld: De Belgische emittenten waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de

Nadere informatie

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen

Nadere informatie

GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES

GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES Zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van Hamme van 18 juni 2014. HOOFDSTUK 1: TOEPASSINGSGEBIED... 2 HOOFDSTUK 2: SANCTIES... 2 AFDELING 1:

Nadere informatie

Voorstel van vereenvoudigde aangifte Inkomstenjaar 2018 (aanslagjaar 2019)

Voorstel van vereenvoudigde aangifte Inkomstenjaar 2018 (aanslagjaar 2019) FD FINANCIËN Afz.: B 92500-9050 GENT Voorstel van vereenvoudigde aangifte Inkomstenjaar 2018 (aanslagjaar 2019) Mevrouw Mijnheer Bij deze brief ontvangt u een voorlopige belastingberekening op basis van

Nadere informatie

Taksreglement betreffende het gebruik van een woonplaats door een bewoner die niet in de bevolkingsregisters is ingeschreven.

Taksreglement betreffende het gebruik van een woonplaats door een bewoner die niet in de bevolkingsregisters is ingeschreven. Taksreglement betreffende het gebruik van een woonplaats door een bewoner die niet in de bevolkingsregisters is ingeschreven. De gemeenteraad, in openbare vergadering van 11/12/2017, heeft het ondervermeld

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 JANUARI 2014 F.12.0197.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0197.F C. E., Mr. Xavier Thiébaut, advocaat bij de balie te Luik, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van

Nadere informatie

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd. 02.05.2014.

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd. 02.05.2014. Nieuwigheden in de aangifte aanslagjaar 2014 in de belasting van niet-inwoners Buitenlandse vennootschappen, verenigingen, instellingen of lichamen die een onderneming exploiteren of zich met verrichtingen

Nadere informatie

Voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de vestigingen.

Voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de vestigingen. BELASTINGREGLEMENT OP DE VESTIGINGEN ARTIKEL 1: HET BELASTBAAR VOORWERP Voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de vestigingen. ARTIKEL 2: TARIEF EN BEREKENING

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v DEEL 1. DE AANGIFTE. Inleiding Hoofdstuk 1. De aangifteplichtigen Hoofdstuk 2. De aangiftetermijn...

INHOUD. Voorwoord... v DEEL 1. DE AANGIFTE. Inleiding Hoofdstuk 1. De aangifteplichtigen Hoofdstuk 2. De aangiftetermijn... INHOUD Voorwoord............................................................ v DEEL 1. DE AANGIFTE Inleiding............................................................. 3 De aangifteplichtigen..................................................

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

Reglement. Gemeentebelasting op de vestiging van nietcommerciële. Vastgesteld door de gemeenteraad op 22 oktober 2015

Reglement. Gemeentebelasting op de vestiging van nietcommerciële. Vastgesteld door de gemeenteraad op 22 oktober 2015 Reglement Gemeentebelasting op de vestiging van nietcommerciële rechtspersonen Vastgesteld door de gemeenteraad op 22 oktober 2015 Bekendgemaakt op www.maldegem.be op 28 oktober 2015 Argumentatie Niet-commerciële

Nadere informatie

tijdelijke moeilijke financiële of economische situatie Opgelet

tijdelijke moeilijke financiële of economische situatie Opgelet Zelfstandigen die zich in een tijdelijke moeilijke financiële of economische situatie bevinden, kunnen vragen om vrijgesteld te worden van de betaling van hun sociale bijdragen. Kunnen in aanmerking komen:

Nadere informatie

Reglement Administratieve Sancties. Politiezone HEKLA. Gemeente EDEGEM

Reglement Administratieve Sancties. Politiezone HEKLA. Gemeente EDEGEM - 1 - Reglement Administratieve Sancties Politiezone HEKLA Gemeente EDEGEM Goedgekeurd in de gemeenteraad op 18 april 2007. - 2 - HOOFDSTUK I: TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Dit reglement is - behoudens andersluidende

Nadere informatie

AANVRAAG VOOR VRIJSTELLING VAN SOCIALE BIJDRAGEN ALS ZELFSTANDIGE

AANVRAAG VOOR VRIJSTELLING VAN SOCIALE BIJDRAGEN ALS ZELFSTANDIGE AANVRAAG VOOR VRIJSTELLING VAN SOCIALE BIJDRAGEN ALS ZELFSTANDIGE Voor wie? Zelfstandigen die zich in een tijdelijke moeilijke financiële of economische situatie bevinden, kunnen vragen om vrijgesteld

Nadere informatie

MINISTERIE VAN FINANCIEN VAN BELGIE Administratie der directe belastingen VERKLARENDE NOTA 276 INT. (Not.) (A) 1999 "Het formulier 276 Int.-Aut. is aangepast voor computerverwerking en dient bijgevolg

Nadere informatie

1 Wettelijke grondslagen

1 Wettelijke grondslagen Handleiding Financiële Personeelsadministratie Einde Boek 2 Hoofdstuk 2 : Aangifte inzake personenbelasting - bezoldigingsfiche 281.10 en het fiscaal attest 281.25 Inhoudstafel en bijlage 1 Wettelijke

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. In dit besluit

Nadere informatie

Circulaire 2017/C/30 betreffende de artikelen 45 t.e.m. 50 van de programmawet van

Circulaire 2017/C/30 betreffende de artikelen 45 t.e.m. 50 van de programmawet van Home > Recente wijzigingen > Circulaire 2017/C/30 betreffende de artikelen 45 t.e.m. 50 van de programmawet van 01.07.2016 Samenvatting Deze circulaire bespreekt de door de programmawet van 01.07.2016

Nadere informatie

De wijzigingen aan de regelgeving

De wijzigingen aan de regelgeving aangeboden door www.boekhouder.be De bijzondere aanslag van 309% wordt versoepeld De wetgever heeft zeer recent een wetswijziging gepubliceerd die voorziet in een versoepeling van de bijzondere aanslag

Nadere informatie

Aanslagtermijnen in de inkomstenbelastingen

Aanslagtermijnen in de inkomstenbelastingen Aanslagtermijnen in de inkomstenbelastingen Marc WAUMAN Advocaat Aanslagtermijn Begrip - periode waarin de belastingadministratie rechtsgeldig een aanslag mag vestigen - hierbuiten: verjaring Soorten:

Nadere informatie

3. OPDRACHTBRIEF. Tussen de ondergetekenden: Danielle Arijs BIBF Ondernemingsnummer 0478.319.767. Als mandataris van A & D BOEKHOUDASS GCV

3. OPDRACHTBRIEF. Tussen de ondergetekenden: Danielle Arijs BIBF Ondernemingsnummer 0478.319.767. Als mandataris van A & D BOEKHOUDASS GCV 3. OPDRACHTBRIEF Tussen de ondergetekenden: Danielle Arijs BIBF Ondernemingsnummer 0478.319.767 Kantoor houdende te KLAPSTRAAT 58 1790 AFFLIGEM Als mandataris van A & D BOEKHOUDASS GCV Met zetel te KLAPSTRAAT

Nadere informatie

Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting.

Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting. Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting. TOELICHTING De kaaimantaks is een doorkijkbelasting in de personen- en de rechtspersonenbelasting waarbij inkomsten ontvangen door een juridische

Nadere informatie

Hoelang moet een onderneming haar documenten bewaren?

Hoelang moet een onderneming haar documenten bewaren? A C C O U N T A N T S B E L A S T I N G C O N S U L E N T E N Hoelang moet een onderneming haar documenten bewaren? Vaak wordt de vraag gesteld hoelang een onderneming haar facturen, haar rekeninguittreksels

Nadere informatie

Deeleconomie: de btw-aspecten

Deeleconomie: de btw-aspecten Newsflash Deeleconomie: de btw-aspecten Eerder bespraken we al het nieuwe regime in de inkomstenbelasting voor inkomsten uit de deeleconomie. Activiteiten ontplooien in de deeleconomie heeft echter ook

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Bron : Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Nadere informatie

Voor welke belastingplichtigen geldt die vrijstelling? Iedere aan de Belgische personenbelasting onderworpen belastingplichtige komt in aanmerking.

Voor welke belastingplichtigen geldt die vrijstelling? Iedere aan de Belgische personenbelasting onderworpen belastingplichtige komt in aanmerking. 1/7 Leidraad voor de terugvordering van de roerende voorheffing op de eerste schijf van 640 EURO aan gewone dividenden uit aandelen of rechten van deelneming De programmawet van 25 december 2017 bevat

Nadere informatie

Human Resources Sixco Policy

Human Resources Sixco Policy 1. Inleiding Wanneer u België verlaat naar aanleiding van een tewerkstelling in het buitenland, is het belangrijk om na te gaan of u na uw vertrek uit België belastbaar blijft in België en of u bij voortduur

Nadere informatie

De nieuwe W.C.O. regels

De nieuwe W.C.O. regels De nieuwe W.C.O. regels Luc Sterkens 1 Agenda - Situering - Belangrijke wijzigingen - Bijkomende aansprakelijkheid voor de cijferberoeper - Bedenkingen - Vragen 2 Opmerking - Seminarie voor cijferberoepers

Nadere informatie

Extracten van het wetboek van vennootschappen

Extracten van het wetboek van vennootschappen Extracten van het wetboek van vennootschappen Art. 533bis. [ 1 1. De oproepingen tot de algemene vergadering van een vennootschap waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een markt als

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

(van toepassing vanaf )

(van toepassing vanaf ) Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 januari 2017 tot vaststelling van de modaliteiten van het gunstregime toepasselijk op de successierechten bij overdracht van familiale ondernemingen

Nadere informatie

BELASTINGKREDIET van toepassing in de PERSONENBELASTING (art. 289bis, 290, 2 en 291, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)

BELASTINGKREDIET van toepassing in de PERSONENBELASTING (art. 289bis, 290, 2 en 291, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992) Identiteit:... Repertoriumnr.:... Ondernemingsnr. of nationaal nr.:... BELASTINGKREDIET van toepassing in de PERSONENBELASTING (art. 289bis, 290, 2 en 291, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen

Nadere informatie

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen dd. 16 december 2005

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen dd. 16 december 2005 Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen dd. 16 december 2005 Rol nr 02-6031-A-02-6439-A - Aanslagjaar 1998 Des frais professionnels effectués en vue de réduire le montant des impôts ne

Nadere informatie

(van toepassing vanaf ) HOOFDSTUK I. - Definities.

(van toepassing vanaf ) HOOFDSTUK I. - Definities. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 januari 1999 betreffende het verlaagd tarief van de successierechten in geval van overdracht van kleine en middelgrote ondernemingen (van toepassing

Nadere informatie

RAAD advies van 7 januari De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen

RAAD advies van 7 januari De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen RAAD advies van 7 januari 2000 De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen Het koninklijk besluit van 3 juli 1996 betreffende de

Nadere informatie

Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting. Aan alle ambtenaren INHOUDSTAFEL

Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting. Aan alle ambtenaren INHOUDSTAFEL pagina 1 van 6 Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting CIRC 05.02.04/1 Circulaire nr. Ci.RH.241/561.364 (AOIF 8/2004) dd. 05.02.2004 BEDRIJFSVOORHEFFING Inkomen

Nadere informatie

Vennootschappen ontbinden vóór 1 oktober 14 tegen 10%

Vennootschappen ontbinden vóór 1 oktober 14 tegen 10% Vennootschappen ontbinden vóór 1 oktober 14 tegen 10% In onze vorige nieuwsbrief kwam de overgangsmaatregel aan bod opgenomen in de programmawet van 28 juni 2013 waarmee, voor vennootschappen die niet

Nadere informatie

Doorkijkbelasting: mogelijk een nieuw begrip in de Belgische fiscaliteit

Doorkijkbelasting: mogelijk een nieuw begrip in de Belgische fiscaliteit Doorkijkbelasting: mogelijk een nieuw begrip in de Belgische fiscaliteit Fiscale Wenken nr. 2014/08 Het is gekend dat de fiscus de laatste jaren transparantie wenst te krijgen in het buitenlands financieel

Nadere informatie

OPDRACHTBRIEF. in deze overeenkomst de beroepsbeoefenaar genoemd,

OPDRACHTBRIEF. in deze overeenkomst de beroepsbeoefenaar genoemd, Tussen de ondergetekenden: OPDRACHTBRIEF Naam +Voornaam IAB - erkenningsnummer Nat.Nr. Kantoor houdende te Stationsstraat 1 te 3520 Zonhoven Als mandataris van Coda Boekhouders en Fiscalisten BVBA Met

Nadere informatie

De inkomsten uit de deeleconomie

De inkomsten uit de deeleconomie De inkomsten uit de deeleconomie Belastingregeling Inkomstenbelasting EIGEN BELASTINGREGELING (Programmawet van 1.7.2016, BS 4.7.2016, Ed. 2) Deze regelgeving voorziet dat: de winst of baten die voortkomen

Nadere informatie

Voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de inname van de openbare weg door:

Voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de inname van de openbare weg door: BELASTINGREGLEMENT OP DE INNAME VAN DE OPENBARE WEG ARTIKEL 1: HET BELASTBAAR VOORWERP Voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de inname van de openbare weg

Nadere informatie

Aftrek voor risicokapitaal

Aftrek voor risicokapitaal Opgave 275C 1/2 Benaming :............... Ondernemingsnummer :... Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen Aftrek voor risicokapitaal AANSLAGJAAR

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling II. Echtscheiding door onderlinge toestemming. Art.

Nadere informatie

OPROEPING OM DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 9 MEI 2017 BIJ TE WONEN

OPROEPING OM DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 9 MEI 2017 BIJ TE WONEN F L U X Y S B E L G I U M Naamloze Vennootschap Kunstlaan 31-1040 Brussel BTW BE 0402 954 628 RPR Brussel OPROEPING OM DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 9 MEI 2017 BIJ TE WONEN De raad van bestuur van

Nadere informatie

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010 CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010 Federale Overheidsdienst Brussel, 31 maart 2010 FINANCIEN ----------------------------------------- Personenbelasting. Administratie van de ondernemings- Bijzondere bijdrage

Nadere informatie

- Louter toevallige onregelmatigheden: 250 EUR per aangifte. 50 EUR per betaling

- Louter toevallige onregelmatigheden: 250 EUR per aangifte. 50 EUR per betaling AFDELING 1 : AANGIFTEVERPLICHTING I. Aangifte bedoeld in artikel 53, 1, eerste lid, 2, van het Wetboek A. Niet indienen 1.000 per aangifte B. Laattijdig indienen 100 per aangifte en per maand vertraging1

Nadere informatie

BELASTINGREGLEMENT OP DE ONBEBOUWDE KAVELS IN EEN NIET-VERVALLEN VERKAVELING

BELASTINGREGLEMENT OP DE ONBEBOUWDE KAVELS IN EEN NIET-VERVALLEN VERKAVELING Goedgekeurd door de gemeenteraad van 18 december 2013 Gewijzigd door de gemeenteraad op 22 september 2014 Gewijzigd door de gemeenteraad op 17 december 2014 (treedt in werking op 1 januari 2015) Gewijzigd

Nadere informatie

TC/95/86. Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;

TC/95/86. Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid; TC/95/86 BERAADSLAGING Nr. 95/58 VAN 24 OKTOBER 1995, GEWIJZIGD OP 12 MEI 1998, BETREFFENDE DE MEDEDELING BUITEN HET NETWERK VAN SOCIALE GEGEVENS VAN PERSOONLIJKE AARD DOOR DE INSTELLINGEN VAN SOCIALE

Nadere informatie

INTERN REGLEMENT ZONNEWIND CVBA

INTERN REGLEMENT ZONNEWIND CVBA INTERN REGLEMENT ZONNEWIND CVBA AFDELING 1 : VOORAFGAANDE BEPALINGEN Artikel 1.1: Bij toepassing van artikel 37 van de Statuten wordt een intern reglement opgesteld. Zonder strijdig te zijn met de bindende

Nadere informatie

Reglement: algemene gemeentelijke heffing voor bedrijven

Reglement: algemene gemeentelijke heffing voor bedrijven Reglement: algemene gemeentelijke heffing voor bedrijven Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de gemeente een jaarlijkse algemene

Nadere informatie

1. Wanneer mag uw controleur onverwachts langskomen?

1. Wanneer mag uw controleur onverwachts langskomen? 1. Wanneer mag uw controleur onverwachts langskomen? 1.1. MAG UW CONTROLEUR EIGENLIJK WEL ONVERWACHTS LANGSKOMEN? Noch inzake de directe belastingen, noch inzake de btw bestaat er een bepaling die de controleambtenaren

Nadere informatie

Bekendmaking volgens art. 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur.

Bekendmaking volgens art. 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur. GEMEENTERAAD Bekendmaking reglement/verordening Zitting van 28 februari 2019 Bekendmaking volgens art. 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur. Het gemeenteraadsbesluit van 28 februari 2019 over:

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 19 maart 2012 ADVIES 2012-19 met betrekking tot de weigering om een afschrift van het volledige

Nadere informatie

GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT

GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 3 december 2013 Besluit nummer: 2013_GR_01281 Onderwerp: DIVASS- dienst Belastingen - Belastingreglement op de pompen voor de aanslagjaren 2014 tot

Nadere informatie

Vrijstelling sociale bijdragen voor zelfstandigen in staat van behoefte

Vrijstelling sociale bijdragen voor zelfstandigen in staat van behoefte Vrijstelling sociale bijdragen voor zelfstandigen in staat van behoefte 1. Principe van de vrijstelling Zelfstandigen in staat van behoefte of in een andere toestand die de staat van behoefte benadert,

Nadere informatie

BELASTINGREGLEMENT AANGAANDE DE INNAME VAN OPENBAAR DOMEIN

BELASTINGREGLEMENT AANGAANDE DE INNAME VAN OPENBAAR DOMEIN BELASTINGREGLEMENT AANGAANDE DE INNAME VAN OPENBAAR DOMEIN COLOFON Uitgave stadsbestuur Halen, Markt 14, 3545 Halen Ontwerp & realisatie Tekst - stadsbestuur Halen Ontwerp - dienst Communicatie stad Halen

Nadere informatie

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen K.B. nr. 10 KONINKLIJK BESLUIT NR. 10 VAN 29 DECEMBER 1992, MET BETREKKING TOT DE UITOEFENINGSMODALITEITEN VAN DE KEUZEN, BEDOELD IN DE ARTIKELEN 15, 5, DERDE LID EN 25TER, 1, TWEEDE LID, 2, TWEEDE LID,

Nadere informatie

Inlichtingenformulier

Inlichtingenformulier Inlichtingenformulier SOCIALE VERZEKERING TEN VOORDELE VAN ZELFSTANDIGEN IN MOEILIJKHEDEN, GECONFRONTEERD MET EEN AANZIENLIJKE DALING VAN DE OMZET OF VAN ZIJN INKOMSTEN DIE HEM IN EEN ZODANIGE ECONOMISCHE

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015 Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015 Het model van het aangifteformulier voor aj. 2015 is verschenen in het Belgisch Staatsblad

Nadere informatie

Personenbelasting en aanvullende belastingen - Belasting

Personenbelasting en aanvullende belastingen - Belasting Federale verheidsdienst FINANCIEN Afz.: Team Inning Antwerpen 2 Kruisbogenhofstraat 24 2500 Lier Algemene Administratie van de Fiscaliteit Rep.-Nr. : pagina : 1 / 5 Personenbelasting en aanvullende belastingen

Nadere informatie

berekening en tarieven

berekening en tarieven Page 1 of 6 Leven - Schenken en Erven Schenkingsrechten in Vlaanderen: tarieven Net zoals bij successies worden de heffingen op schenkingen, de belastbare basis en de eventuele vrijstellingen door elk

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN Wijma Juridisch Advies. 1. Definities

ALGEMENE VOORWAARDEN Wijma Juridisch Advies. 1. Definities ALGEMENE VOORWAARDEN Wijma Juridisch Advies Definities Dienstverlener: Wijma Juridisch Advies Opdrachtgever: iedere partij (natuurlijke of rechtspersoon) die een overeenkomst met Wijma Juridisch Advies

Nadere informatie

Versie van 10-03-2011 DEEL X Titel V Hoofdstuk I Bepaling van de bedrijfsvoorheffing Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2.

Versie van 10-03-2011 DEEL X Titel V Hoofdstuk I Bepaling van de bedrijfsvoorheffing Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2. Versie van 10-03-2011 DEEL X Titel V Hoofdstuk I Bepaling van de bedrijfsvoorheffing Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2. Belastbare inkomsten 3. Inkomsten van de kinderen ten laste 4.

Nadere informatie

Aanvraag voor vrijstelling van sociale bijdragen als zelfstandige

Aanvraag voor vrijstelling van sociale bijdragen als zelfstandige Aanvraag voor vrijstelling van sociale bijdragen als zelfstandige Voor wie? De zelfstandige die zich in een tijdelijke moeilijke economische of financiële situatie bevindt, kan een vrijstelling vragen

Nadere informatie

Aanvraag van het verminderd tarief van successierechten voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen

Aanvraag van het verminderd tarief van successierechten voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen Aanvraag van het verminderd tarief van successierechten voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen Vlaamse Belastingdienst Vaartstraat 16, 9300 AALST Tel. 053 72 24 40 Fax 053 72 23 75 E-mail:

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN SCSZ/05/69 1 BERAADSLAGING NR. 05/026 VAN 7 JUNI 2005 M.B.T. DE RAADPLEGING VAN HET WACHTREGISTER DOOR DE DIENST VOOR ADMINISTRATIEVE CONTROLE VAN HET RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING

Nadere informatie

STAP 4: Bekendmakingen: neerlegging & publicatie

STAP 4: Bekendmakingen: neerlegging & publicatie VZW2009.book Page 109 Tuesday, October 20, 2009 4:08 PM DEEL 4: IS UW VZW (WETTELIJK EN ORGANISATORISCH) UP-TO-DATE? 109 STAP 4: Bekendmakingen: neerlegging & publicatie 228. Eenmaal men de voorgaande

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën www.minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci. RH 331/598.621 (AOIF 37/2010). Personenbelasting. Kind ten laste. Alleenstaande belastingplichtige met kind.

Nadere informatie

Reglement Starterscontract

Reglement Starterscontract Reglement Starterscontract Artikel 1 Situering De Stad Gent, zijnde het College van Burgemeester en Schepenen, kan onder de voorwaarden bepaald in dit reglement, een toelage toekennen aan startende ondernemers,

Nadere informatie

Vak III. inkomsten van onroerende goederen. uitgangspunt bij de belastbare grondslag. België. Kadastraal Inkomen. Brutohuur. Buitenland.

Vak III. inkomsten van onroerende goederen. uitgangspunt bij de belastbare grondslag. België. Kadastraal Inkomen. Brutohuur. Buitenland. uitgangspunt bij de belastbare grondslag Vak III België Kadastraal Inkomen Brutohuur Buitenland inkomsten van onroerende goederen Brutohuur Brutohuurwaarde Hoe wordt het kadastraal inkomen betekend? Elk

Nadere informatie

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten (van toepassing vanaf 01.01.2017) Artikel 60bis 1. In afwijking van de artikelen 48 en 48², worden het successierecht en het recht van overgang

Nadere informatie

SOLIDARITEITSREGLEMENT

SOLIDARITEITSREGLEMENT SOLIDARITEITSREGLEMENT Vastgesteld door de raad van bestuur op 14 juni 2004 TITEL I. Doel 1. Het Solidariteitsfonds voor advocaten en gerechtsdeurwaarders is opgericht op 10 juni 2004, als een vereniging

Nadere informatie

Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties

Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties REGLEMENT Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties Hoofdstuk 1: Toepassingsgebied, vaststellingsmodaliteiten en aangewezen ambtenaar Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel

Nadere informatie

Voorwoord... 1. De gebruiksaanwijzing... 3

Voorwoord... 1. De gebruiksaanwijzing... 3 i INHOUDSTAFEL Voorwoord................................................. 1 De gebruiksaanwijzing....................................... 3 Deel 1: De identiteitskaart van de vzw..........................

Nadere informatie

Aangifte aanslagjaar 2016 (toestand van 01.01.2016 t/m 31.12.2016)

Aangifte aanslagjaar 2016 (toestand van 01.01.2016 t/m 31.12.2016) GEMEENTEBELASTING OP DE BARS EN RENDEZ-VOUSHUIZEN Aangifte aanslagjaar 2016 (toestand van 01.01.2016 t/m 31.12.2016) Belastingreglement d.d. 30.11.2015 voor kennisneming aangenomen namens de Gouverneur

Nadere informatie

1 van 6. Voorwaarden voor het sluiten van een Winwinlening. Aan welke voorwaarden moet de kredietnemer voldoen?

1 van 6. Voorwaarden voor het sluiten van een Winwinlening. Aan welke voorwaarden moet de kredietnemer voldoen? Winwinlening Voorwaarden voor het sluiten van een Winwinlening Aan welke moet de kredietnemer voldoen? Op de datum waarop hij een Winwinlening sluit, moet de kredietnemer een KMO zijn in Vlaanderen. Een

Nadere informatie

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier. Ref: Accom AFWIJKING 2004/1

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier. Ref: Accom AFWIJKING 2004/1 ADVIES- EN CONTROLECOMITE OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS Ref: Accom AFWIJKING 2004/1 Samenvatting van het advies met betrekking tot een vraag om afwijking van de regel die het bedrag beperkt

Nadere informatie

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen 7 september 2015 Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen Deze checklist heeft betrekking op rechtstreekse investeringen in een Startersvennootschap.

Nadere informatie

Privacy en bescherming van de persoonsgegevens.

Privacy en bescherming van de persoonsgegevens. Privacy en bescherming van de persoonsgegevens. A & D Boekhoudkantoor staat in voor de verwerking van heel wat gegevens. Een deel van deze gegevens hebben betrekking op persoonsgegevens en in dit kader

Nadere informatie

Toelichting bij het jaaroverzicht van dividenden en interesten

Toelichting bij het jaaroverzicht van dividenden en interesten Toelichting bij het jaaroverzicht van dividenden en interesten U ontvangt/ontving in de loop van de maand april/mei van KBC een jaaroverzicht van dividenden en interesten, eventueel samen met de eigenlijke

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/12/016 BERAADSLAGING Nr. 95/58 VAN 24 OKTOBER 1995, GEWIJZIGD OP 12 MEI 1998 EN OP 7 FEBRUARI 2012, BETREFFENDE

Nadere informatie

OPROEPING VOOR DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 8 MEI 2018

OPROEPING VOOR DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 8 MEI 2018 F L U X Y S B E L G I U M Naamloze Vennootschap Kunstlaan 31-1040 Brussel BTW BE 0402 954 628 RPR Brussel OPROEPING VOOR DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 8 MEI 2018 De raad van bestuur van Fluxys Belgium

Nadere informatie