3 e Jaarlijkse voortgangsrapportage

Transcriptie

1 Maasboulevard 123 Postbus AB Rotterdam T F WATERBEHEERSPLAN e Jaarlijkse voortgangsrapportage ROTTERDAM, MEI 2006 DROGE VOETEN EN SCHOON WATER

2 INHOUDOPGAVE INHOUDOPGAVE... 2 Inleiding... 3 Inleiding... 3 Financiën Waterbeheersplan Realisatie... 4 RAPPORTAGE Wateraan- en afvoer en peilbeheer Waterkwaliteit/KRW Water & RO en gebiedsplannen Stedelijk Water Riolering Zuiveringenbeheer Operationeel beheer en onderhoud watersyteem Vergunningverlening en handhaving Monitoring en gegevensbeheer...22 INHOUDOPGAVE... 2 Inleiding... 4 Inleiding... 4 Financiën Waterbeheersplan Realisatie... 5 RAPPORTAGE Wateraan- en afvoer en peilbeheer Waterkwaliteit/KRW Water & RO en gebiedsplannen Stedelijk Water Riolering Zuiveringenbeheer Operationeel beheer en onderhoud watersyteem Vergunningverlening en handhaving Monitoring en gegevensbeheer...23 INHOUDOPGAVE... 2 Inleiding... 4 Financiën Waterbeheersplan Realisatie... 5 RAPPORTAGE Wateraan- en afvoer en peilbeheer Waterkwaliteit/KRW Water & RO en gebiedsplannen Stedelijk Water Riolering Zuiveringenbeheer Operationeel beheer en onderhoud watersyteem Vergunningverlening en handhaving...22 Pagina 2

3 9. Monitoring en gegevensbeheer...23 Pagina 3

4 INLEIDING De voormalige beheersgebieden van Schieland en de Krimpenerwaard kennen verschillende waterbeheersplannen, en verschillende cycli met betrekking tot de programmering en rapportage. Het waterbeheersplan voor het gebiedsdeel Schieland kent vanuit het verleden de volgende cyclus: Jaarplanning, die voor het daaropvolgende jaar met een doorkijk van drie volgende jaren in uw vergadering van november bij de behandeling van de begroting wordt aangeboden; Verzoek om verzamelkrediet WBP, die in de vergadering van maart wordt geagendeerd; Voortgangsrapportage, die jaarlijks in uw vergadering van juni en gelijktijdig met de jaarrekening wordt geagendeerd. De onderhavige rapportage betreft de voortgangsrapportage. Hierin wordt ingegaan op de uitvoering van de verschillende maatregelen en bijbehorende activiteiten, zoals deze zijn beschreven in hoofdstuk 5 van het WBP van Schieland. Het integrale waterbeheersplan voor het voormalige beheersgebied van de Krimpenerwaard kent een dergelijke programmering en rapportage cyclus niet. Om toch een integraal beeld van de voortgang in de werkzaamheden als gevolg van het WBP binnen het gehele beheersgebied te bieden, wordt aan de hand van de negen thema s uit het WBP van Schieland waar mogelijk ingegaan op het gehele beheersgebied van Schieland en de Krimpenerwaard. Daarmee biedt deze voortgangsrapportage uw vergadering een goed algemeen beeld van werkzaamheden die ten behoeve van het waterbeheer (peil- en waterkwaliteitsbeheer) zijn verricht in 2005, met een doorloop tot mei De fusie en de daaruit voortvloeiende integratie van de verschillende organisaties hebben in het jaar 2005 de nodige aandacht gevraagd. Het effect hiervan heeft niet geleid tot ontoelaatbare situaties noch de continuïteit in het dagelijkse werk van ons hoogheemraadschap geschaad. Daar waar nodig is tijdig begrip gevraagd voor de situatie die de fusie met zich heeft meegebracht. Eind 2005 is begonnen met de voorbereidingen voor een nieuw waterbeheersplan voor het gehele beheersgebied van Schieland en de Krimpenerwaard. Daarin wordt het beleid voor het hele gebied op hoofdlijnen geïntegreerd, en worden de ambities en plannen voor de komende jaren aangegeven voor de periode De vaststelling van het nieuwe Waterbeheersplan is voorzien in de tweede helft van dit jaar. Met het oog op de vastlegging van de maatregelen die voortvloeien uit de Europese Kaderrichtlijn Water zal dat plan in 2008/2009 opnieuw moeten worden herzien. Pagina 4

5 FINANCIËN In bijlage I vindt u een overzicht van de voortgang van de investeringen uit het waterbeheersplan voor de planperiode Dit overzicht wijkt enigszins af van het Waterbeheersplan zoals is opgenomen in de meerjarenbegroting die zich richt op de periode Het financieel overzicht is verdeeld in drie onderdelen: het vastgestelde plan ( Waterbeheersplan ) de gevoteerde investeringen ( Gevoteerd ) en de gerealiseerde investeringen ( Realisatie ). Deze onderwerpen worden achtereenvolgens toegelicht voorzien van een samenvatting van de financiële resultaten. 1. Waterbeheersplan Het vastgestelde investeringsvolume voor de planperiode bedraagt 40 miljoen. Over deze planperiode wordt in deze voortgangsrapportage gerapporteerd (kolom 1, bijlage I). Ter informatie is in het investeringsoverzicht tevens gerapporteerd over het totale investerings-volume dat binnen het Waterbeheersplan wordt geraamd (kolom 2, bijlage I). Het betreft hier alle voor de periode 2003 t/m 2010 geraamde investeringen met een totaal investeringsvolume van 85 miljoen. De investeringen in de periode zijn enerzijds gebaseerd op vastgestelde investeringsplannen zoals het project Peil 2010 en het Waterplan Krimpen a/d IJssel, en anderzijds op extrapolatie van jaarlijks geraamde bedragen tot Deze investeringsramingen zijn alle opgenomen in de meerjarenbegroting Realisatie Van het voor planperiode vastgestelde investeringsvolume van 40 miljoen is inmiddels 35 miljoen via kredieten beschikbaar gesteld (kolom 3, bijlage I). Op dit aspect lijkt het waterbeheersplan dus redelijk op schema te liggen. Tot medio mei 2006 is op de gevoteerde kredieten een bedrag van 23,5 miljoen uitgegeven (inclusief verplichtingen). Dit betekent dat van de gevoteerde kredieten nog 11,5 miljoen resteert (33%), verdeeld over watersystemen ( 8,7 miljoen en waterketen ( 2,8 miljoen. De uitgaven zijn ten opzichte van de vorige rapportage in een stroomversnelling gekomen. Dit komt doordat voor veel projecten de voorbereidingsfase voorbij is en de uitvoering is gestart. Voorbeelden van projecten waarbij op deze wijze grote bedragen zijn uitgegeven zijn het project Peil 2010 ( 15 miljoen van de 20 miljoen) en het transportsysteem Gouda/Waddinxveen/Moordrecht ( 4,7 miljoen van de 4,6 miljoen krediet). In de vorige WBP rapportage was er voor deze projecten nog maar 5 miljoen uitgegeven. Pagina 5

6 RAPPORTAGE 1. Wateraan- en afvoer en peilbeheer WB21/Nationaal Bestuursakkoord Water In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW, 2003) zijn op grond van het advies Waterbeheer 21e eeuw (WB21) afspraken gemaakt die tot doel hebben om het watersysteem in 2015 op orde te hebben en te houden. Deze afspraken hebben in de eerste plaats betrekking op het voorkomen van wateroverlast. Andere aandachtspunten zijn watertekort en de grondwaterproblematiek. In het WBP Schieland is hiermee al zo veel mogelijk rekening gehouden. Om te bepalen of het systeem op orde is, is het watersysteem met behulp van computermodellen getoetst aan de werknormen voor wateroverlast volgens het NBW. Daarbij wordt tevens gekeken naar het mogelijke effect van klimaatontwikkelingen (o.a. toename van de neerslagintensiteit). In augustus is dit onderzoek afgerond. Het resultaat van het onderzoek is de zogenaamde wateropgave, dat wil zeggen het bergend wateroppervlak dat per polder moet worden gegraven om het systeem aan de normen te laten voldoen. Vooruitlopend hierop zijn en worden sinds 2003 onder de noemer van het project Peil 2010 maatregelen uitgevoerd om de capaciteit van het watersysteem te vergroten, en daarmee de kans op wateroverlast te verkleinen. Deze zogenaamde geen spijt maatregelen bestaan voornamelijk uit extra oppervlaktewaterberging, afvoercapaciteit en bemaling. Voor deze voorzieningen wordt deels gebruik gemaakt van subsidiegelden van het Rijk (eenmalige NBW-gelden) en de EU ( Interreg, TRUST ). Aan de hand van de uitkomst van de toetsing op wateroverlast zullen nieuwe maatregelen worden uitgewerkt en een herprioritering worden uitgevoerd van de Peil 2010-maatregelen. Het systeem van de Krimpenerwaard is eveneens getoetst aan de werknormen van het NBW. Een rapportage terzake van het ingenieursbureau BCC is in het najaar 2003 aangeboden aan de verenigde vergadering van de Krimpenerwaard. Hierbij is uitgegaan van het geplande systeem na landinrichting. Dit is getoetst aan het maximum-klimaatscenario voor De huidige toetsing geeft voldoende inzicht in mogelijk te verwachten knelpunten en de wateropgave. Er is derhalve geen aanleiding de toetsing op dit moment te herhalen gericht op het middenscenario dan wel het huidige systeem. In het kader van het veenweidepact en het ontwerp van een nieuw watersysteem zal opnieuw de faalkans worden bepaald. In het kader van het NBW loopt landelijk een discussie over de verantwoordelijkheid en taakverdeling inzake grondwater. Primair gaat het hierbij om problemen in het stedelijke gebied met te hoge en te lage grondwaterstanden. Vertrekpunt hierbij is dat de eigenaar dan wel de gemeente - als beheerder van de stedelijke buitenruimte - verantwoordelijk zou moeten zijn voor het treffen van maatregelen. De taakverdeling wordt t.z.t. vastgelegd in de nieuwe Waterwet en/of de Wet gemeentelijke watertaken. Met de provincie zijn procesafspraken gemaakt over het ontwikkelen van GGOR (Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime). In het NBW is aangegeven dat dit in 2010 beschikbaar zou moeten zijn. De ontwikkeling van GGOR heeft een nauwe samenhang met de voorbereiding van de peilbesluiten, die eens per tien jaar moeten worden herzien. Daarom is in afwijking van het NBW door provincie en waterschappen afgesproken dat het GGOR voor Zuid-Holland in 2015 gereed zal zijn. Pagina 6

7 Gezamenlijk met andere regionale waterbeheerders in Zuidwest Nederland (waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat) is eind 2005 een uitgebreid onderzoek afgerond naar de beschikbaarheid van zoet water in droge perioden, en mogelijkheden om de situatie in zeer droge jaren te optimaliseren. Enerzijds is daarbij gekeken naar de aanvoer en de verdeling van zoet water. Anderzijds is bezien welke beperkingen er zijn en zijn aanbevelingen gedaan om droogte- en zoutgevoelige functies niet op plaatsen te situeren waar een verhoogd risico op een tekort bestaat. Geconcludeerd is verder dat alle onderzochte structurele maatregelen tegen de watertekorten niet rendabel zijn. Daarmee is acceptatie van droogteschade en een goede communicatie daarover een belangrijke uitkomst van het onderzoek. Het bestuur zal over de uitkomsten worden geadviseerd. Schieland is de droge zomer van 2003 goed doorgekomen. De wateraanvoer via andere waterbeheerders heeft goed gewerkt. De afhankelijkheid van derden is echter groot. Er bestaat dan ook een reële kans op een tekort aan zoet water in (extremere) droge zomers. Belangrijke afspraken hierover met de betrokken waterbeheerders zijn in 2005 vastgelegd in het waterakkoord voor de Kleinschalige Wateraanvoervoorziening Midden Holland (KWA) en het herziene waterakkoord Hollandse IJssel. Daarnaast zijn in vervolg op het zgn. Kierbesluit voor het Haringvliet afspraken over de (geringe) consequenties hiervan voor HHSK vastgelegd in het Nader besluit beheer Haringvlietsluizen HHSK. Wettelijk beheersinstrumentarium In het beheersgebied van Schieland en de Krimpenerwaard zijn meer dan 150 peilgebieden aanwezig, met elk hun eigen oppervlaktewaterpeil. Overeenkomstig de Wet op de Waterhuishouding worden de na te streven waterpeilen vastgesteld in zogenaamde peilbesluiten. Dit gebeurt per waterstaatkundige eenheid, waarbinnen in de meeste gevallen meerdere peilgebieden aanwezig zijn (polders of boezemstelsels). De voorbereiding van een peilbesluit vergt een brede inventarisatie en afweging van alle betrokken belangen. De waterpeilen worden in beginsel voor 10 jaar vastgesteld in het peilbesluit via de daarvoor geldende procedure. Na vaststelling van het peilbesluit worden de eventueel benodigde voorzieningen gerealiseerd (stuwen, waterscheidingen, pompen) en worden de nieuwe waterpeilen ingesteld. In 2005 is het peilbesluit voor de Rotteboezem vastgesteld. De voorbereiding van de peilbesluiten voor Rotterdam Centrum c.a. en Rotterdam Noord c.a. (excl. Zestienhoven) en voor het gecombineerde peilbesluit van de polder Prins Alexander en de Eendragtspolder is in 2005 vrijwel afgerond. De vaststelling van deze peilbesluiten is voorzien in Daarnaast wordt in 2006 de voorbereiding gestart van peilbesluiten voor de polder Bleiswijk c.a., de Zuidplaspolder, polder De Wilde Veenen en polder Zestienhoven. Afhankelijk van het Veenweidepact zal zo mogelijk ook een peilbesluit voor de Krimpenerwaard (exclusief Krimpen) worden voorbereid. De onderhoudsplicht van de wateren wordt geregeld via de zgn. legger van watergangen en kunstwerken. Momenteel wordt er gewerkt aan een handreiking voor het opstellen van leggers, zodat het beleid van de beide fusie waterschappen wordt samengevoegd. Verwacht wordt dat deze handreiking in het tweede kwartaal van 2006 gereed komt. Na het gereed komen van de handreiking zal aan de hand van dit document gestart worden met het opstellen van nieuwe leggers. Binnen het HHSK wordt de Intwis-module Watis geïmplementeerd. Binnen deze module is een functie opgenomen om op een eenvoudige wijze een nieuwe legger tot stand te Pagina 7

8 brengen. In hoeverre dit voor HHSK ook mogelijk is, zal na de implementatie van de module nader worden onderzocht. Pagina 8

9 2. Waterkwaliteit/KRW De Europese Kaderrichtlijn Water In het jaar 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water vastgesteld. Hoofddoelen van deze wet zijn het beschermen en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Voor het oppervlaktewater ligt het accent hierbij op de ecologische waterkwaliteit. Voor de chemische waterkwaliteit worden op basis van de KRW voor een aantal stoffen specifieke normen ontwikkeld. de (verbetering van de) chemische kwaliteit wordt daarnaast vooral als een randvoorwaarde gezien voor de ecologie van het water. De implementatie van de KRW wordt binnen Nederland tot stand gebracht via 7 zgn. deelstroomgebieden, waarin alle overheden (gemeenten, waterschappen, provincies en Rijk) nauw samenwerken. Het gebied van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard ligt, samen met zeven andere waterschappen, in het deelstroomgebied Rijn West. De samenwerking moet via een aantal vooraf geplande stappen, werkend van grof naar fijn, leiden tot de vaststelling van doelen, maatregelen en kosten rond eind 2007, waarna beheersplannen van de verschillende overheden daarmee in lijn worden gebracht en het (deel-)stroomgebiedsbeheersplan kan worden opgesteld. Om de samenwerking en kennisuitwisseling tussen de vele partijen binnen dit deelstroomgebied tot stand te brengen is een intensieve bestuurlijke en ambtelijke overlegstructuur opgetuigd. In 2005 is met de partijen binnen Rijn West een rapportage vastgesteld over de geplande maatregelen uit het huidige beleid en de effecten voor de waterkwaliteit die daarvan verwacht worden. In de rapportage zijn tevens richtlijnen opgenomen voor de daarop volgende fase, de globale verkenning. Deze is medio 2005 van start gegaan. De waterschappen hebben hierin het voortouw genomen om alle overheidspartijen en relevante belangenbehartigers bij het proces te betrekken. Doel van de globale verkenning is om met alle partijen de bandbreedte (uiterste grenzen) van de mogelijke doelen, maatregelen en kosten in beeld te brengen. Aan het begin van dit proces zijn door het hoogheemraadschap bilaterale gesprekken gevoerd met alle gemeenten, waarna voor het beheersgebied een werkgroep van overheden en een klankbordgroep van belangenbehartigers is gevormd. Er is deskundigheid en menskracht van een adviesbureau ingehuurd om de rollen van het waterschap in dit intensieve proces goed te kunnen uitvoeren. De rapportage over de globale verkenning zal in mei 2006 gereed zijn. Op grond hiervan zullen de randvoorwaarden en ambities voor de werkelijke doelen en maatregelen nader worden bepaald. Een aspect waaraan in 2005 ook veel aandacht is besteed is het opstellen van het in de KRW voorgeschreven monitoringplan. Samen naar goed water in de Krimpenerwaard In de Krimpenerwaard is in aansluiting op het project Samen naar schoon water in peilgebied Bergambacht in 2003 gestart met de 1ste fase van Samen naar goed water in de Krimpenerwaard. De 1ste fase stond in het teken van het gezamenlijk formuleren van doelstellingen en het vaststellen van maatregelen om deze doelstellingen te bereiken. April 2006 is het startsein gegeven voor de 2 de fase met de vaststelling van het plan Samenwerken met ambitie. Met de start van de 2 de fase heeft ook de gemeente Krimpen aan den IJssel zich aangesloten bij het samenwerkingsverband. Hiermee werken er nu 14 partijen samen. Samen naar goed water in de Krimpenerwaard biedt met name een goed platform om met alle betrokken partijen te werken aan het bereiken van doelstellingen vanuit Kaderrichtlijn Water. Pagina 9

10 Uitvoering waterkwaliteitsmaatregelen Parallel aan alle beleidsmatige ontwikkelingen worden in de lijn van het Waterbeheersplan ook concrete verbeteringsmaatregelen uitgevoerd. Voorbeelden hier van zijn: - Het maaibeheer van de watergangen is afgestemd op de ruimte die de watergang biedt om een bepaalde mate van begroeiing toe te staan. Dit beleid is als pilot in 2004 opgesteld onder de naam Ecokleurenkoers. In 2005 is verder gegaan met het uitvoeren van dit aangepaste maaibeheer - De Bergse Plassen zijn in de afgelopen jaren gesaneerd (baggeren vervuilde waterbodem). Vervolgens is een reeks van inrichtings- en beheersmaatregelen genomen, waaronder het wegvangen van een grote hoeveelheid vis. Gedurende de afgelopen jaren is de helderheid/doorzicht van de plas toegenomen op verschillende momenten is er sprake van bodemzicht. Hierdoor is goede voorwaarden ontstaan voor een goede waterkwaliteit. Op verschillende plaatsen in de Achterplas zijn waterplanten aangebracht en door de helderheid van het water kunnen deze goed ontkiemen. In het Berg en broek park is gestart met de aanleg van een paaiplaats voor snoek als onderdeel voor het visstandbeheer. In 2006 zal deze aanleg afgerond worden. - In samenhang met andere inrichtingsmaatregelen (ondermeer het project Peil 2010) worden waar mogelijk natuurvriendelijke oevers aangelegd. Van de stimuleringsregeling voor derden wordt inmiddels met enige regelmaat gebruik gemaakt. De oevers en afmetingen van nieuwe of te verbeteren watergangen en waterpartijen afgestemd op de aanwezigheid van enige begroeiing. De uitgangspunten hiervoor zijn beschreven in een Programma van eisen voor Peil Zo veel mogelijk worden ook derden (gemeenten, ontwikkelaars) gestimuleerd om deze uitgangspunten te hanteren. Zie voor verdere maatregelen ook paragraaf 4 (stedelijk water) Pagina 10

11 3. Water & RO en gebiedsplannen Westergouwe Westergouwe ligt ten westen van Gouda in het zuidoostelijke puntje van de Zuidplaspolder, een polder die in de Nota Ruimte is aangewezen als grootschalige verstedelijkingslocatie. In het plangebied van Westergouwe worden tot woningen en een groenblauwe overgangszone tussen de nieuwe woonwijk en het restveengebied gerealiseerd. Deze groenblauwe zone heeft naast een recreatieve functie tevens een functie als natte ecologische verbindingszone. Westergouwe wordt een waterrijke en groene wijk met zowel koop- als huurwoningen. De woningen liggen op het grondgebied van Gouda (146 ha) en de groen-blauwe zone zal op het grondgebied van Moordrecht worden gerealiseerd (51 ha). Door de minister is, op basis van het advies van de werkgroep onder leiding van de heer van Tielrooij, in 2005 ingestemd met de realisatie van de woonwijk, onder nadere voorwaarden ten aanzien van financiering, waterkwaliteit, waterkwantiteit en veiligheid. Eind 2005 zijn de onderzoeksresultaten naar deze onderwerpen en de waterhuishoudkundige randvoorwaarden verwerkt in een gezamenlijk opgestelde notitie die als basis diende voor de waterparagraaf. Daarnaast vormt de notitie het startpunt voor de nadere detaillering van de inrichting en waterhuishoudkundige structuur die verder uitgewerkt zal worden in een waterhuishoudingsplan voor de wijk. De toekomstige waterhuishoudkundige situatie zoals geschetst in de waterparagraaf voldoet aan de voorwaarden die gesteld zijn door VROM, Provincie en hoogheemraadschap. Ook aan de recente eisen voortkomend uit het Nationaal Bestuursakkoord Water en de Kaderrichtlijn Water wordt voldaan. Driehoek RZG Het planproces voor de Driehoek RZG Zuidplas wordt in de huidige fase aangestuurd door een stuurgroep bestaande uit de vijf Zuidplasgemeenten, de provincie Zuid- Holland, de gemeente Rotterdam en ons hoogheemraadschap. In het voorjaar van 2006 is het Intergemeentelijke Structuurplan voor de Driehoek RZG Zuidplas door de gemeenteraden van de Vijf Zuidplasgemeenten vastgesteld. Op 25 april is de herziening van het streekplan Zuid-Holland Oost voor de Zuidplas vastgesteld door de Provinciale Staten. Met het bereiken van deze mijlpaal gaat het planproces een nieuwe fase in, die van het opstellen van bestemmingsplannen. Momenteel worden vier bestemmingsplannen voorzien: éen voor het glastuinbouwbedrijfslandschap, éen voor het restveen- en waterparelgebied, éen voor verstedelijking-west en éen voor de verstedelijking in de Gouweknoop. Het moeten globale bestemmingsplannen worden, ze zijn gemeentegrensoverschrijdend, wat betekent dat centrale regie vanuit de stuurgroep van belang is/blijft. Tegelijkertijd wordt de organisatiestructuur van het project verkend. Om de ontwikkeling van het gebied van de grond te krijgen wordt gedacht aan een gemeenschappelijke regeling tussen de vijf Zuidplasgemeenten, de provincie en de gemeente Rotterdam. Ons hoogheemraadschap zal hierin niet deelnemen. Ter voortzetting van de tot nu toe voorspoedig verlopen samenwerking zal tussen de vijf Zuidplasgemeenten, de provincie en het hoogheemraadschap halverwege 2006 een Regionaal Bestuursakkoord Water voor het plangebied worden afgesloten. Hierin zal de adviserende rol van het hoogheemraadschap in de stuurgroep worden vastgelegd. Pagina 11

12 Waterkansenkaart Zuidplaspolder Met het opstellen van de nota Water en ruimtelijke ordening in Schieland heeft ons hoogheemraadschap in 2001 een eerste stap gezet om een proactieve rol te spelen in de ruimtelijke planvorming. Betreffende nota heeft aanzienlijke invloed gehad op de Interregionale Structuurvisie voor de Driehoek RZG. Ter beïnvloeding van het Intergemeentelijke Structuurplan en de streekplanherziening heeft het hoogheemraadschap samen met de afdeling water van de provicie Zuid-Holland in de loop van 2005 een waterkansenkaart voor de Zuidplaspolder opgesteld. Het doel van de waterkansenkaart was om te bekijken op welke manier de grootschalige functieverandering in het plangebied kan worden aangewend om de veerkracht en de duurzaamheid van het watersysteem en de waterkering te vergroten. In dit kader is het belangrijke bestuursbesluit genomen om in de Zuidplaspolder, in tegenstelling tot wat gebruikelijk is bij verstedelijking, te streven naar het tenminste handhaven maar bij voorkeur vergroten van peilgebieden. Om enigszins gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de veiligheidsrisico s en de maatregelen die genomen kunnen worden om de risico s te minimaliseren, heeft de provicie Zuid-Holland in samenwerking met de waterkeringsdeskundigen van het hoogheemraadschap een studie gedaan naar de overstromingsrisico s in de Zuidplaspolder. De resultaten van deze studie zijn, voor zover ruimtelijk relevant, verwerkt in de waterkansenkaart. De analyseresultaten van de waterkansenkaart hebben een vrijwel directe doorwerking gekregen in structuur- en streekplan. Een ander belangrijk resultaat voor het hoogheemraadschap is dat in de partiële herziening van het streekplan Zuid Holland Oost voor de Zuidplaspolder de eis is vastgelegd, dat aanleghoogten, in overleg met het hoogheemraadschap, in de voorschriften van het bestemmingsplan moeten worden opgenomen. Waar de rest van Nederland nog volop discussie voert over nut, noodzaak en mogelijkheden om dit te doen, heeft het hoogheemraadschap de provincie van nut en noodzaak weten te overtuigen. Hierop mag het hoogheemraadschap met recht trots zijn. Het is op dit moment moeilijk te voorzien of dit punt in de toekomst nog (juridische) complicaties gaat opleveren. Voor de nieuwe planfase die nu van start gaat, waarin de bestemmingsplannen zullen worden opgesteld is het van groot belang om tijdig een eigen visie te hebben op de gewenste oppervlaktewaterpeilen, zodat uitspraken over gewenste aanleghoogten gedaan kunnen worden. Het opstellen van een peilenplan voor de polder, heeft vooruitlopend op de geplande waterstructuurplannen de hoogste prioriteit (zie ook hoofdstuk 1, Wettelijk instrumentarium). Eendragtspolder Het noordelijk deel van de Eendragtspolder is nu nog agrarisch gebied en zal duurzaam worden ingericht met twee nieuwe hoofdfuncties: waterberging én recreatie. Vier gebiedspartners (gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle, provincie Zuid-Holland, Recreatieschap Rottemeren en het hoogheemraadschap) hebben hiervoor eind 2002 een intentieverklaring ondertekend. De Eendragtspolder wordt vóór 2010 heringericht tot een recreatiegebied van 300 ha met een waterberging van 4 miljoen m3. Vanwege de in 2004 toegekende NBWsubsidie dient de waterberging eind 2008 te zijn gerealiseerd. De waterberging wordt ingericht in de vorm van een waterplas en een plasdrasgebied. De waterplas biedt diverse recreatieve mogelijkheden en krijgt misschien ook een internationale roeibaan. In het plasdrasgebied kan de toekomstige bezoeker ongestoord struinen en de natuur beleven. Fiets-, wandel- en kanoroutes maken deel uit van het plan. Als het gehele Pagina 12

13 recreatiegebied in 2010 klaar is, kan er volop worden gewandeld, gefietst, gekanood en mogelijk ook geroeid. In juli 2005 is de Samenwerkingsovereenkomst (SOK) Eendragtspolder ondertekend, waarin afspraken zijn vastgelegd over de financiën en de planning. Tevens is in 2005 hard gewerkt aan het bestemmingsplan en een vertaling ervan in een inrichtingsplan. Verder is een Realisatieovereenkomst (ROK) opgesteld, waarover op 3 maart 2006 overeenstemming tussen de partners is bereikt. De intentie is dat deze ROK eind juni 2006 wordt ondertekend. Landinrichting Krimpenerwaard In de Krimpenerwaard is een landinrichting in uitvoering. In de voorbereiding van de landinrichting is begin jaren 90 van de vorige eeuw de functietoekenning vastgelegd. In dat verband zal voor zo n 2.500ha de functie wijzigen van agrarisch in natuur. Met de functietoekenning is destijds echter niet of nauwelijks rekening gehouden met het watersysteem. Met de veranderende inzichten in het kader van WB21 en de meer sturende rol van water in het achterhoofd is door de provincie gevraagd om het landinrichtingspan nog eens te licht houden om hierover in het kader van een te sluiten veenweidepact (overeenkomst tussen provincie en het gebied) mogelijk nieuwe afspraken te maken. Het hoogheemraadschap heeft een belangrijke rol in deze herijking van het Raamplan. De inbreng wordt geleverd vanuit de eigen verantwoordelijkheid voor het watersysteem. Pagina 13

14 4. Stedelijk Water Het hoogheemraadschap werkt aan de verbetering van het watersysteem en de afvalwaterketen in bestaand stedelijk gebied en een duurzame inrichting bij nieuwbouw ontwikkelingen. Het hoogheemraadschap is bij alle fasen (bestemmingplan, inrichtingsplan, waterhuishoudkundigplan, uitvoering en beheer) van nieuwbouwontwikkelingen en grootschalige herinrichtingen betrokken. Doelstelling is een duurzame inrichting van het watersysteem en de afvalwaterketen. Hieronder staat een overzicht van enkele belangrijke grote nieuwbouwprojecten en herinrichtingen die op dit moment in ontwikkeling of uitvoering zijn. Gemeente Rotterdam Bergschenhoek Bleiswijk Capelle a/d IJssel Gouda Moordrecht Waddinxveen Zoetermeer Ontwikkeling Nesselande (wonen) Polder Zestienhoven (wonen en bedrijven) Brainpark- Kralingsezoom (bedrijven) Nieuw Crooswijk (herinrichting wonen) Centraal stationgebied Hoekse Park, Wilderszijde (wonen) Prisma (bedrijven) Overbuurtse polder (glastuinbouw) Rozenburcht (wonen) Westergouwe (wonen) Gouwepark (bedrijven) Triangel (wonen) Doelwijk (bedrijven) Nieuw Centrum (wonen en bedrijven) Oosterheem (wonen) Waterplannen, verbeteringsmaatregelen stedelijk gebied Het hoogheemraadschap werkt samen met de gemeenten aan de verbeteringen van het watersysteem in bestaand stedelijk gebied. Dit gebeurt onder andere door het opstellen van waterplannen en de uitvoering van de hierin opgenomen verbeteringsmaatregelen. De inpassing van de wateropgave die volgt uit de NBW en de gevolgen van de KRW zullen in de komende jaren extra aandacht vragen. Op dit moment zijn er binnen het gebied van Schieland en de Krimpenerwaard vier Waterplannen vastgesteld: Krimpen aan den IJssel, Rotterdam, Gouda en Zoetermeer. Rotterdam werkt aan een nieuw integraal stedelijk waterplan dat eind 2006 klaar moet zijn. Daarnaast wordt gewerkt aan deelgemeentelijke Waterplannen voor Rotterdam Centrum, Kralingen/Crooswijk, Prins Alexander en Delfshaven. In Capelle aan den IJssel en de Krimpenerwaardgemeenten (K5) wordt eveneens gewerkt aan het opstellen van waterplannen. Beleiduitgangspunt is dat in ieder geval alle gemeenten met een wateropgave op korte termijn een waterplan hebben; zo mogelijk in Voor de overige gemeenten geldt evenzo dat een waterplan wenselijk is; alleen kan hier ten aanzien van de realisatie een langere periode voor worden genomen (2010) In 2006 worden waterkwaliteitsspoorstudies uitgevoerd in alle (deel)gemeenten waar dit nog niet is gebeurd. Het hoogheemraadschap draagt bij in de kosten voor het uitvoeren van maatregelen die voortkomen uit het waterkwaliteitsspoor en ook aan opstellen en uitvoeren van waterplannen. In juni 2005 is de bijdrage aan het opstellen van stedelijk waterplannen bestuurlijk vastgesteld op 50%. Pagina 14

15 5. Riolering Bijdrageregelingen algemeen De gelijkschakeling van het beleid van de voormalige fusiepartners ten aanzien van afkoppelen, glastuinbouw, riolering buitengebied en IBA s en de daarbij behorende bijdrageregelingen is voorbereid in Het nieuwe beleid is inmiddels vastgesteld in de verenigde vergadering van maart Basisinspanning en waterkwaliteitsspoor Vrijwel alle gemeenten hebben de planvorming voor de basisinspanning gereed en hebben de benodigde verbeteringsmaatregelen uitgevoerd of zijn bezig met de voorbereiding. Aansluitend voert het hoogheemraadschap een waterkwaliteitsspoortoetsing uit om vast te stellen of er nog aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn. De kosten hiervan worden voor 100% door het hoogheemraadschap betaald. Op dit moment zijn enkele onderzoeken in uitvoering. Het komende jaar zullen de nog resterende toetsingen worden uitgevoerd. De maatregelen die volgen uit het waterkwaliteitsspoor zullen uiterlijk in 2010 moeten zijn uitgevoerd. Het hoogheemraadschap draagt onder bepaalde voorwaarden bij in de kosten van uitvoering van de maatregelen die hieruit voortkomen. Buitengebied In 2004 hebben de laatste gemeenten in het beheersgebied van Schieland de aansluitplannen voor de ongerioleerde panden in het buitengebied afgerond. De gemeenten zijn nu bezig met de realisatie van de aansluitingen. Het grootste deel van de aansluitingen zal in de periode tot 2007 worden gerealiseerd. Gemeenten kunnen aanspraak maken op een bijdrage van het hoogheemraadschap voor riolering van het buitengebied. In de afgelopen periode zijn enkele bijdragen verleend. Ook in 2005 zijn in dit verband nog definitieve toezeggingen gedaan aan enkele gemeenten. Glastuinbouw Voor de volledige aansluiting van de glastuinbouw lopen drie projecten waarin het hoogheemraadschap in de planvorming participeert. Het betreft een rioleringsproject voor het gebied rond de Bredeweg (Zevenhuizen- Moerkapelle, Waddinxveen) waar uiteindelijk 175 hectare glas moet worden aangesloten. In Zevenhuizen-Moerkapelle zal in 2006/2007 ook voor de Knibbelweg e.o. ca. 100 ha bestaande glastuinbouw een rioleringsplan opgesteld moeten worden. In Bleiswijk wordt een pilotproject bestaande glastuinbouw gerioleerd. Tevens wordt in Bleiswijk ca.170 ha nieuw glas ontwikkeld, planontwikkeling en uitvoering loopt al vanaf Afkoppelen In de periode 2005/2006 zijn ca. 15 plannen voor het afkoppelen van schoon verhard oppervlak van de riolering ingediend. Uitkering van de bijdrage zal na uitvoering van de plannen plaatsvinden. Afvalwaterplannen Afvalwaterplannen richten zich op een optimalisatie van de afvalwaterketen. Er is gestart met het afvalwaterplan Bergschenhoek. Eind maart 2006 is het Afvalwaterplan Pagina 15

16 Bergschenhoek gereed gekomen. Gebleken is dat het nemen van een extra maatregel in het rioolstelsel lagere maatschappelijke kosten geeft dan het nemen van maatregelen in rioolgemaal en persleiding. De resultaten van het afvalwaterplan worden in 2006 voorgelegd voor bestuurlijke besluitvorming. In de komende periode tot en met 2007 zullen afvalwaterplannen worden opgesteld voor het verzorgingsgebied van de awzi Kortenoord en voor de awzi De Groote Zaag. Gegevensbeheer In 2004 en 2005 is het gegevensbeheersysteem RIOKEN geïmplementeerd en zijn de rioleringsgegevens voor een belangrijk deel ingevoerd. In 2006 kan dit project worden afgerond waarna alle rioleringsgegevens van Schieland en de Krimpenerwaard op een eenvoudige manier te ontsluiten zijn. 6. Zuiveringenbeheer Realiseren en renoveren afvalwatertransportsystemen Het afvalwatertransportsysteem Gouda/Waddinxveen/Moordrecht is in aanleg. Na een jarenlange voorbereiding is in 2005 circa 9,7 km persleiding aangelegd voor de aansluiting van de bedrijventerreinen Distripark (gemeente Waddinxveen) en Gouwepark (gemeente Gouda en Moordrecht) op de awzi Kortenoord. In november 2005 is opdracht verleend voor de bouw van de bijbehorende rioolgemalen Distripark en Gouwepark. Deze worden in 2006 gerealiseerd. Voor de afvoer van het afvalwater afkomstig van de nieuwe wijk Nesselande, is in de afgelopen jaren door Rotterdam samen met het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard het transportstelsel Nesselande ontwikkeld. Het gemaal draait sinds 1 maart Het afvalwater wordt naar de awzi Kortenoord getransporteerd. Het rioolgemaal met de bijbehorende persleiding wordt sinds 1 maart 2005 door HHSK beheerd. Door gemeentewerken Rotterdam en HHSK is een Beheersovereenkomst Nesselande opgesteld en is in maart 2006 ondertekend. De geurbestrijding op het gemaal vergt het komende jaar nog de nodige aandacht. Door de gemeenten Bleiswijk en Zoetermeer wordt gezamenlijk gewerkt aan de totstandkoming van het bedrijventerrein Prisma gelegen aan de Zoetermeerselaan. Het hiervan afkomstige afvalwater zal via het Zoetermeerse rioolstelsel naar het verzorgingsgebied van de awzi Harnaschpolder worden afgevoerd. HHSK realiseert samen met de gemeente Bleiswijk het transportsysteem naar dit verzorgingsgebied, bestaande uit het rioolgemaal Zoetermeerselaan en persleiding. De voorbereidende werkzaamheden hiervan zijn in 2005 afgerond. De benodigde grond van het rioolgemaal is in maart 2006 verworven. In mei 2006 is gestart met de aanbesteding van het werk. In 2005 hebben het bestuur van HHSK en van de gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle ingestemd met de vervanging van rioolgemaal Zevenhuizen-West door de aanleg van een vrijvervalleiding van rioleringsgebied Zevenhuizen-West naar rioolgemaal Zevenhuizen. Dit is financieel gunstiger dan de eerder geplande leeftijdsrenovatie. De persleiding rioolgemaal De Vijf Boeken moet worden vervangen om voldoende capaciteit en bedrijfszekerheid te garanderen. De huidige persleiding, gelegen in de waterkering, is in de loop der jaren verzakt. In 2005 zijn voorbereidingswerkzaamheden uitgevoerd (o.a. ecoscan, archeologische verkenning) voor de aanleg van een nieuwe persleiding buiten het dijklichaam. In april 2006 is het werk aanbesteed. De hoofdfinancier van dit project is de gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel. Pagina 16

17 Beheren van transportsystemen en zuiveringsinstallaties HHSK wil in 2010 voldoen aan de Kyoto doelstellingen. Daartoe is als eerste aanzet met ingang van 1 januari kwh van de in te kopen elektriciteit voor het zuiveringenbeheer als groene stroom ingekocht. In april 2006 is het Milieubeleidsplan van de afdeling Zuiveringenbeheer herzien. Medio 2003 is het rapport uitgebracht over het STOWA-onderzoek naar het voorkomen van endotoxinen op awzi s. Deze ziekteverwerkers vormen een bedreiging voor de gezondheid van de medewerkers op de zuiveringsinstallaties. Over de resultaten is voorlichting gegeven aan de medewerkers. In 2004 is een vervolgonderzoek gestart naar de daadwerkelijke belasting per medewerker. De definitieve rapportage is in maart 2005 ontvangen. De risico s zijn klein als er bij schoonmaakwerkzaamheden het bedrijfswater niet verneveld wordt door spuiten en enkele installatieonderdelen (zoals roostergoedverwijdering) zijn ingepakt en afgesloten. Deze maatregelen zijn in 2005 volledig doorgevoerd door HHSK. Capelle a/d IJssel wil de mogelijkheid op de awzi Kralingseveer open houden om kantoorgebouwen en parkeergelegenheid ontwikkelen, het zogenaamde dubbelgrondgebruik. Sinds 2005 overlegd HHSK met een projectontwikkelaar naar de haalbaarheid van het dubbelgrondgebruik op de awzi Kralingseveer. In 2005 is een haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar de aanvoertoeren awzi Groenedijk. Deze aanvoertoren is de laatste stankbron en zal of gerenoveerd moeten worden of uit bedrijf worden genomen en worden vervangen door een rechtstreekse aanvoerleiding naar het grofvuilrooster. De resultaten van de haalbaarheidsstudie zullen in 2006 worden voorgelegd voor bestuurlijke besluitvorming. Optimaliseren en ontwikkelen van transport-en zuiveringsprocessen In 2004 is in eigen beheer een studie uitgevoerd naar vervanging slibontwatering awzi Groenedijk. De uitkomst van deze studie is dat de slibontwatering op de awzi Groenedijk niet wordt vervangen. Het slib van deze awzi wordt vanaf maart 2004 getransporteerd en vergist op de awzi Kralingseveer. Hierdoor vindt een besparing in de exploitatie plaats. In 2005 is gestart om het slib in te dikken met behulp van de bestaande centrifuges om te besparen op transportkosten. Op de awzi Groenedijk is een nieuwe beluchterregeling geïmplementeerd op basis van een redoxmeting. In april 2006 is een continue ammoniummeting aangeschaft die een onderdeel wordt van deze regeling. De beluchterregeling wordt dan gelijk aan die van de awzi Ammerstol. Het onderzoek zal ongeveer een jaar duren. Verwacht wordt dat biologische fosfaatverwijdering zal worden gestimuleerd. De stand van zaken van de uitvoering van de maatregelen genoemd in het beleidsrapport Doorgaan op de ingeslagen weg, beleidsvisie zuiveren en transporteren van afvalwater ( ) zijn in dit voortgangsrapport geïntegreerd. In 2005 is het een addendum van de beleidsvisie voor het deelgebied van de Krimpenerwaard ambtelijk afgerond. Onderdelen van het addendum zullen worden opgenomen in het Waterbeheersplan van HHSK. Pagina 17

18 7. Operationeel beheer en onderhoud watersyteem Het onderhoud en de instandhouding van het watersysteem is één van de basistaken van het waterschap. Belangrijke aspecten hierbij zijn het maaien en baggeren van de watergangen, en het onderhouden en waar nodig vernieuwen van gemalen, stuwen, duikers en andere voorzieningen. Uiteraard voor zover het onderhoud van deze voorzieningen bij het hoogheemraadschap ligt. In het WBP zijn een aantal maatregelen opgenomen die betrekking hebben op de regeling en optimalisatie van het operationele beheer en onderhoud van het watersysteem. Onderhoud en onderhoudsplicht van de wateren In samenhang met de legger (zie hoofdstuk 1 onder Wettelijk instrumentarium) zullen nog op een aantal punten verschuivingen in de onderhoudsplicht plaatsvinden tussen de betrokken partijen. Hierover wordt voorafgaand overleg gepleegd. Uitgangspunt is dat overdracht plaatsvindt zonder achterstallig onderhoud. De overdracht van de onderhoudsplicht van hoofdwatergangen van gemeenten aan HHSK is gedeeltelijk officieel, gedeeltelijk officieus geregeld. De overdracht van de NS, het Rijk (snelwegen) en de provincie moet nog geregeld worden. Het baggeren van de hoofdwatergangen is een arbeids- en kostenintensieve activiteit. Het is voor het waterkwantiteitsbeheer, maar ook voor de waterkwaliteit en de belevingswaarde, van groot belang dat de wateren op een voldoende diepte worden gebracht en gehouden. De kosten van het baggeren zijn, mede door de intensieve voorbereiding, de afgelopen jaren fors toegenomen. Ook blijkt de baggeraanwas groter te zijn dan in de voorgaande jaren is aangenomen. Dit geldt zowel in het landelijke als het stedelijke gebied. De baggerachterstanden in het Schielandse gebied zijn zo goed als ingelopen, veel waterhuishoudkundige knelpunten zijn gebaggerd en er is gestart met de ontmanteling van het baggerdepot in de Eendragtspolder te Zevenhuizen. Voor het stedelijke gebied zijn in samenwerking met de gemeenten baggerplannen opgesteld. Daarbij is met succes een beroep gedaan op de Subbied-regeling, waardoor in het verleden ontstane achterstanden in veel gevallen versneld zijn of worden weggewerkt. In het Schielandse deel van het beheersgebied wordt het onderhoud van de watergangen uitgevoerd conform de ecokleurenkoers (zie ook elders in deze rapportage). Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de ecologische waarden. Het ecologisch perspectief is daarmee steeds meer een vast onderdeel van het dagelijks beheer en onderhoud. Bij het uitbesteden van het onderhoud wordt steeds meer de samenwerking met de gemeenten gezocht. Hierbij worden twee vliegen in één klap geslagen: het werkt kostenbesparend en de ecologische werkwijze wordt ook bij de gemeenten geïntroduceerd. Daarnaast bevordert een eenduidige uitvoering de transparantie naar de burger. In de komende jaren zal de ecokleurenkoers ook in de Krimpenerwaard worden ingevoerd. Onderhoud gemalen en kunstwerken In de afgelopen jaren zijn alle gemalen in het beheersgebied van Schieland opgenomen in een onderhoud beheersprogramma. Met behulp van dit systeem is het waterschap in staat om op gestructureerde en bedrijfseconomisch verantwoorde wijze onderhoudswerkzaamheden in te plannen op basis van inspecties. Bovendien kan actief gestuurd worden om uitval en storingen te beperken terwijl de kosten gelijkmatiger over jaren gespreid kunnen worden. Het systeem wordt nog verder uitgebreid met alle Pagina 18

19 bedienbare objecten van enige importantie in het beheersgebied. Ook in de Krimpenerwaard is dit programma geïntroduceerd. Het (groot) onderhoud aan de peilregelende objecten (stuwen en gemalen) is uiteraard essentieel is voor de basistaak droge voeten. Op het polder/boezemgemaal Abraham Kroes zijn in dit kader alle elektrische installaties geheel vervangen. Verder is de pomp van gemaal Hitland vervangen en tegelijkertijd de capaciteit ervan vergroot. De vervanging van een aantal verouderde gemalen en vervanging of plaatsing van andere regelende kunstwerken in de Krimpenerwaard is voorzien in het Landinrichtingsplan; zie ook paragraaf 3. Het afgelopen jaar is het besturingssysteem voor de gemalen omgezet naar de nieuwe Windowsversie. In de planperiode zijn in het gebied van Schieland geen grootschalige investeringen gedaan voor het vervangen van duikers. Wel zijn incidenteel enkele duikers aangepakt. De activiteiten zijn vooralsnog voornamelijk, conform planning, beperkt gebleven tot inventarisatie van problematische situatie. Calamiteiten zorgsysteem In het eerste jaar van de fusie is voor al aandacht besteed aan het opleiden van de medewerkers; alle betrokkenen in de calamiteitenorganisatie hebben een basiscursus gekregen waarbij ook een kleine crisisoefening is gehouden. Daarmee is een eerste basis gelegd om in 2006 een volledig oefenprogramma uit te kunnen voeren. Daarnaast is verder gewerkt aan de meest essentiële onderdelen van de bestrijdingsplannen. Naast de integratie van de plannen ten aanzien van hoog buitenwater is vooral gewerkt aan bestrijdingsplannen voor het uitvallen van rioolgemalen (en persleidingbreuken) en voor hevige neerslag. Aan de hand van de risico inventarisatie die in het voorjaar van 2006 wordt afgerond zullen deze plannen in een groter kader worden geplaatst. Met de verdere uitwerkingen van de bestrijdingsplannen en de ervaringen van de opleidingen en oefeningen wordt voorzien dat in 2007 het totaal pakket van calamiteitenplan, supplementen en bestrijdingsplannen integraal herzien wordt. Uitvoeringsprogramma Peil 2010 In het afgelopen jaar zijn weer een aantal belangrijke stappen gezet in de uitvoering van het Programma Peil 2010 en daarmee de doelrealisatie van de bestrijding van wateroverlast in het Schieland-gebied. Diverse maatregelen zijn afgerond en de werken overgedragen aan Beheer, terwijl de uitvoeringsvoorbereiding van andere projecten voortvarend is voortgezet. Een kort overzicht van de afgeronde maatregelen: De maatregelen in het Hoge en Lage Bergse Bos (verbreding van de verbindingen tussen de polder en het recreatiegebied en het realiseren van enkele automatische stuwen) zijn afgerond. De diverse werken zijn medio 2005 officieel in gebruik genomen. Uit de eerste resultaten bij stevige regenval blijkt dat het risico op wateroverlast sterk is gereduceerd De maatregelen in het Fascinatio-gebied (verbetering van de afvoer uit het s Gravenweggebied en het bemalingsgebied Groene Wetering door het aanleggen van diverse duikers onder de A16 en de metrobaan ter hoogte van de Kralingse Zoom, gecombineerd met het gemaal Fascinatio dat behalve een waterafvoerende ook een toevoerfunctie heeft naar de hooggelegen uitleglocatie Fascinatio) zijn afgerond Pagina 19

20 In Ommoord is het nieuwe gemaal Ommoord opgeleverd en is de Hoofdwatergang ten noorden van de Pres. Rooseveltweg verbreed en zijn grote duikers aangelegd om ook het water uit de nog te verbreden zuidtak goed te kunnen transporteren. Ook is uit de inventarisatie van de grote duikers onder de doorgaande wegen en de Metro gebleken dat met uitzondering van de duiker bij de Violingras de duikers redelijk tot goed functioneren en kostbare reparaties dan wel nieuwbouw niet nodig zijn. Wat de in voorbereiding zijnde Peil 2010-maatregelen betreft, is het volgende te melden: Nu de deelgemeente Prins Alexander ruimte in haar begroting heeft gevonden, is de duikervervanging aan de Kralingseweg bestedingsgereed gemaakt en zal in 2006 uitvoering plaatsvinden. NB. Voor het gebied s Gravenweg is het helaas nog niet zover. Daar heeft de Deelgemeente nog steeds geen middelen voor gevonden, zodat dit project nog niet in voorbereiding is genomen. De bouw van het nieuwe gemaal Jasonweg met persleiding in het Argonautenweggebied is opgestart en zal ook in 2006 worden afgerond. De verbreding van de Hoofdwatergang Bleiswijk-Zuid en de bouw van het nieuwe gemaal Bleiswijk Zuid aan de Rotte zijn van start gegaan. De aanleg van een robuuste waterstructuur in de Zuidplaspolder vanaf de verbinding onder de A12 ter hoogte van de Noordelijke Dwarsweg via de 4 e en 3 e Tocht naar gemaal A. Kroes komt langzamerhand en stapsgewijs dichterbij. De verbinding onder de A12 is nu in het laatste ontwerpstadium gekomen. De aanbesteding samen met ProRail wordt in de loop van 2006 voorzien. De samenwerking met de Grondbank RZG Zuidplaspolder heeft in 2005 de eerste positieve resultaten opgeleverd nu de eerste percelen voor verbreding van de 4 e Tocht van de Grondbank zijn gekocht. De voorbereiding van het multifunctionele waterberging- en recreatieproject Eendragtspolder is voortgezet en heeft een nieuwe mijlpaal bereikt door het tekenen van een Samenwerkingsovereenkomst tussen de projectpartners. De kwaliteit van de uitvoering wordt in belangrijke mate gegarandeerd door een passende voorbereiding en planning. Vooral bij de grotere, complexe projecten is dit een weerbarstige materie gebleken. Zowel in het stedelijke als landelijke gebied is er een grote druk van procedurele verplichtingen (grondverwerving, flora- en fauna aspecten, ontgrondings- en aanlegvergunningen, kapvergunningen, bestemmingsplanwijzigingen en inrichtingsplannen die samen met de medeoverheden tot een goed einde moeten worden gebracht). Tevens is in de meeste gevallen een uitgebreid vooronderzoek nodig, zoals KLIC-meldingen inzake ondergrondse leidinginfrasructuur, geotechnisch onderzoek, archeologisch onderzoek en onderzoek naar niet ontplofte munitie op en in de nabijheid van de projectlocaties. Zelfs ondanks deze grote inspanningen werden we van tijd tot tijd onaangenaam verrast door complicaties die zich tijdens de uitvoering voor deden. Een bijzonder knelpunt is de problematiek van de ondergrondse kabels en leidingen, en dan vooral die leidingen die pas tijdens de aanlegactiviteiten letterlijk zichtbaar worden. Daardoor kon ook in 2005 niet voorkomen worden dat de planning van deze complexe projecten is uitgelopen. In het uitvoeringstraject zelf is door allerlei maatregelen de vertraging tot een minimum beperkt. De financiële projectsturing kende veel aandacht voor de mogelijkheden tot meeliften met andere projecten en het werk-met-werk maken. Ook was er veel aandacht voor het op de juiste wijze managen van aanbestedingsprocessen. Er zijn o.a. bij de bouw van Pagina 20

21 het gemaal Ommoord positieve ervaringen opgedaan met de in Waterschapsland nog relatief onbekende Design & Construct contracten, die niet alleen de realisatietijd beperken, maar ook een veel minder groot beslag doen op de eigen capaciteit. Andere Waterschappen hebben reeds belangstelling getoond voor deze aanpak. De contacten met de instanties met wie medefinancieringsafspraken zijn gemaakt, zoals de provincie Zuid-Holland (POP-regeling; het Plattelands Ontwikkelingsprogramma POP is een door de provincies gecoördineerde Europese subsidie), SenterNovem (de subsidie in het kader van de 100 miljoen NBW-regeling), de EU (de INTERREG-subsidie t.b.v. het project TRUST) en diverse Gemeenten zijn in het afgelopen jaar systematisch onderhouden. Door deze aandacht en door de stipte wijze waarop over de besteding van de middelen verantwoording wordt afgelegd, heeft HHSK een uitstekende naam bij deze instanties opgebouwd en er zijn dan ook geen problemen op het subsidiefront opgetreden. Om e.e.a. intern in goede banen te blijven leiden is wel veel aandacht vanuit de organisatie nodig. Zonder een goed draagvlak, zowel intern als extern, is succesvolle uitvoering van het programma Peil 2010 onmogelijk. Daarom is veel aandacht besteed aan de relaties met andere afdelingen binnen het Hoogheemraadschap. De relatie met de Stuurgroep Peil 2010 was zeer productief. Met een brede insteek is ook veel aandacht besteed aan de externe communicatie, zowel richting andere bestuursorganen, ambtelijke diensten van partners en bewonersgroeperingen, ondernemers en direct omwonenden. Het bewustzijn van de waterproblematiek is bij onze partners, zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau, sterk gegroeid. Veelal worden bewonersbijeenkomsten gezamenlijk georganiseerd en nemen onze partners onze visie en onze projecten integraal mee bij de uitvoering van hun communicatiebeleid naar bewoners, belangen groepen en lokale ondernemers. Hiermee is het afgelopen jaar wederom veel vooruitgang geboekt. Pagina 21