CLASS ACTIONS IN HET ECONOMISCH RECHT. EEN COLLECTIEVE BESCHERMING VOOR DE CONSUMENT EN ONDERNEMING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CLASS ACTIONS IN HET ECONOMISCH RECHT. EEN COLLECTIEVE BESCHERMING VOOR DE CONSUMENT EN ONDERNEMING"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar CLASS ACTIONS IN HET ECONOMISCH RECHT. EEN COLLECTIEVE BESCHERMING VOOR DE CONSUMENT EN ONDERNEMING Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Annelies Van Langenhove (studentennr ). Promotor: Reinhard Steennot Commissaris: Renzo van der Bruggen

2

3 VOORWOORD Deze masterproef kwam tot stand in het kader van mij masteropleiding Rechten aan de Universiteit van Gent. Het is niet zonder trots dat ik deze scriptie, als eindpunt in mijn studies Rechten, presenteer. Ik heb bewust gekozen voor de collectieve rechtsvordering als onderwerp voor mijn masterproef. Gedurende mijn studiejaren aan de Universiteit van Gent ontwikkelde ik een grote interesse in het economisch recht. Tijdens de lessen van het vak Consumentenbescherming groeide mijn bewustzijn over de zwakke positie van de consument in de maatschappij. Er werd gewezen op een noodzaak aan een rechtsinstrument Hoewel er in principe twee academiejaren over deze masterproef zijn gegaan, zijn het toch de afgelopen maanden die intensief en bepalend zijn geweest voor deze studie. De mensen die me bij dit werk geholpen hebben, wil ik bedanken. Mijn speciale dank gaat uit naar mijn promotor professor Reinhard Steennot, bij wie ik steeds terecht kon voor vragen en advies. Tevens wil ik mijn commissaris Renzo van der Bruggen bedanken voor de feedback. Speciale dank gaat ook uit naar mijn ouders, zus en de mensen om me heen die me de laatste maanden en gedurende vijf jaar gesteund en gemotiveerd hebben. Annelies Van Langenhove Gent, 13 mei 2015

4

5 INHOUDSTABEL INLEIDING... 1 METHODOLOGIE... 4 RECHTSVRAGEN... 6 DEEL 1 De Collectieve rechtsvordering... 8 Afdeling 1 Begrippenkader... 8 Hoofdstuk 1 Collectieve rechtsvordering... 8 Hoofdstuk 2 Collectieve Schade A. Substantiële massaschade B. Strooischade Hoofdstuk 3 De vertegenwoordigde groep Hoofdstuk 4 De groepsvertegenwoordiger Hoofdstuk 5 Akkoord tot Collectief Herstel Hoofdstuk 6 Illustratie Afdeling 2 Belang van de collectieve rechtsvordering Hoofdstuk 1 Doelstellingen van de collectieve rechtsvordering Trigger Effect Doelstellingen van de wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel Belang van de collectieve rechtsvordering A. Substantiële massaschade B. Strooischade Hoofdstuk 2 Praktische belemmeringen Hoofstuk 3 Argumenten pro en contra een collectieve rechtsvordering Inleiding Argumenten pro een collectieve rechtsvordering Argumenten contra een collectieve rechtsvordering Conclusie Hoofdstuk 4 Collectieve rechtsvordering als structureel antwoord Hoofdstuk 5 Amerikaanse excessen Afdeling 3 Actoren Hoofdstuk 1 Inleiding Hoofdstuk 2 Consument Hoofdstuk 3 Onderneming Hoofdstuk 4 Gerechtelijk apparaat Afdeling 4 Inhoudelijke bespreking... 41

6 Hoofdstuk 1 De groepsvertegenwoordiger Inleiding Toegewezen rechtsvordering Vertegenwoordiging Uitzondering op belangvereiste Hoedanigheidsvoorwaarden A. Consumentenverenigingen B. Andere verenigingen Geen ad hoc verenigingen Maatschappelijk doel Geen economische activiteit C. Consumentenombudsdienst D. Inflexibele regeling Vereniging als groepsvertegenwoordiger A. Vereniging met rechtspersoonlijkheid als ideological plaintiff B. Struikelblokken voor een groepslid als groepsvertegenwoordiger C. Voordelen van een rechtspersoon als groepsvertegenwoordiger Class-entity doctrine Expertise en financiële stabiliteit Financiering Conclusie Hoofdstuk 2 De (ontvankelijkheids)voorwaarden Inleiding Ontvankelijkheidsvoorwaarden A. Gemeenschappelijkheidsvereiste B. Doelmatig karakter Begrip Doelmatigheidscriterium als beschermingselement Het tweesporenbeleid omkaderd door formele voorwaarden B. Verplichte onderhandelingsfase C. Akkoord tot collectief herstel Vergoeding Geen erkenning van aansprakelijkheid D. Beslissing ten gronde E. Schadeafwikkeling Conclusie... 73

7 Hoofdstuk 3 De vertegenwoordigde groep Inleiding Optiesystemen A. Optiesysteem met inclusie B. Optiesysteem met exclusie C. Onherroepelijk karakter van het optierecht Territoriale afbakening Kennisgeving Conclusie Hoofdstuk 4 Rechter als case manager Inleiding Exclusief Bevoegde rechter A. Voordelen van de centralisatie B. Gevaren Taak van de rechter als case manager A. Flexibele regeling De rechter als case manager Blijvende saisine Uitzondering op het adagium le criminel tient le civil en état B. Ontvankelijkheid C. Keuze van het optiesysteem D. Subcategorieën E. Homologatie Conclusie Deel II Rechtsvergelijkend deel Afdeling 1 Europese initiatieven Afdeling 2 De Scandinavische class action: Zweden Hoofdstuk 1 Zweden Inleiding Kenmerken van de Zweedse groepsactie A. Pluralisme, Pragmatisme en Procedureel karakter B. Formele kenmerken C. Risico-overeenkomsten als bijzonder financieringsalternatief Case Law A. Binnen de rechtbank Bespreking collectieve schadezaken

8 2. Tussenbesluit B. Buiten de rechtbank Pre-trial settlements Groepsacties voor de Publieke Klachtenraad Kritiek van tegenstanders Hoofdstuk 2 Conclusie DEEL III Eigen inzichten Deel IV Conclusie BIBLIOGRAFIE BIJLAGEN

9 INLEIDING 1. Wetten dienen om de sterken in te tomen en de zwakkeren te beschermen. Dit citaat van de Franse filosoof Charles de Montesquieu betreft de kern van de nieuwe wet die het voorwerp uitmaakt van deze masterproef. De wet voert een rechtsvordering tot collectief herstel in om de consument te beschermen tegen onrechtmatige handelingen van de onderneming. De consument wordt als zwakkere beschouwd in haar relatie met de sterke onderneming. Het citaat wijst alsook op het belang van de wetgeving in een rechtsstelsel teneinde gelijkheid en rechtvaardigheid te creëren tussen de verschillende schakels in de maatschappij. De behoefte aan een nieuw rechtsinstrument is het gevolg van de ontwikkelingen in onze samenleving. De moderne samenleving is gericht op massaproductie, massaconsumptie en massa-informatie. Massaschade aan een grote groep consumenten is een logisch gevolg. Er is aldus een noodzaak om de ondernemingen in te tomen en de zwakkeren te beschermen tegen deze sterken. Jaren na de invoering van de eerste class action in Europa is ook de Belgische wetgever tot inzicht gekomen dat haar wetgeving een nieuw rechtsinstrument nodig heeft. Zij opteert voor de invoering van een rechtsvordering tot collectief herstel om consumenten beter te beschermen tegen inbreuken van grote ondernemingen. De invoering van de rechtsvordering tot collectief herstel gebeurt bij de wet van 28 maart 2014 tot invoeging van titel 2 Rechtsvordering tot collectief herstel in boek XVII Bijzondere rechtsprocedures van het Wetboek economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek XVII in boek I van het Wetboek economisch recht (hierna: wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel). De inwerkingtreding van de wet is geregeld in artikel XVII. 6 WER. Het artikel bepaalt dat de Koning de bevoegdheid heeft om de inwerkingtreding van de wet te bepalen. De datum van inwerkingtreding is 1 september De wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel maakt deel uit van het Wetboek economisch recht. Het Wetboek economisch recht is samengesteld uit achttien boeken die zeer uiteenlopende materies behandelen. Dit wetboek werd gecreëerd door de speciale techniek van kaderwetgeving. De hoofdbetrachting van het Wetboek is een "algemeen, duidelijk en duurzaam" wettelijk kader uit te werken. Het Wetboek is dus een verzameling van alle wetgeving in het economisch recht (behalve faillissementswetgeving). Het Wetboek probeert derhalve de drie hoofddoelstellingen van het 1 Art. 4 KB 4 april

10 economisch recht te garanderen: de vrijheid van ondernemen, de eerlijkheid van de economische transacties en de bescherming van de consument 2. De wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel is voornamelijk gericht op de bescherming van de consument. Daarnaast raakt de wet eveneens aan de eerlijkheid van de transacties, daar de wet de oneerlijke handelspraktijken van de ondernemingen tracht te verminderen. De essentie van het rechtsinstrument is de mogelijkheid tot bundeling van verschillende individuele rechtsvordering met een gemeenschappelijke oorzaak. Daarnaast maakt de wet deel uit van het Belgisch privaat procesrecht. Ze voert een nieuw soort rechtsvordering in die wordt gekenmerkt door eigen procedureregels. De wet bestaat grotendeels uit een beschrijving van de procedurele stappen die de partijen moeten doorlopen. De procedureregels lopen in lijn met het gemeen gerechtelijk recht, maar kennen ook enkele uitzonderingen en nieuwigheden. Zo verplicht de nieuwe wet de partijen tot onderhandelen. Daarom spreken we over het zogenaamde tweesporenbeleid van de wet. De wetgever verklaart deze nieuwe regels vanuit de consumentenbescherming en de efficiëntie die de procedure moet waarborgen. 2. De collectieve rechtsvordering is een nieuw rechtsinstrument dat nog niet gekend was in het Belgische recht. De voedbodem van de vordering is class action uit het Amerikaans recht. De Belgische variant kent echter grote verschillen met de Amerikaanse versie. De verschillen zijn een gevolg van de verschillende mentaliteitsgedachten in het Amerikaanse en het Europese/Belgische rechtssysteem. Bovendien heeft de Belgische wetgever de wet strikt geregeld om de Amerikaanse excessen van de class action-regeling te voorkomen. De rechtsvordering tot collectief herstel is een rechtsvordering die de verzoeker in staat stelt om in naam van een groep consumenten een rechtsvordering in te stellen die leidt tot een uitspraak van een vonnis met gezag van gewijsde. De rechtsvordering is een aanvullend rechtsbeschermingsinstrument. Ze heeft enkele specifieke kenmerken. Zo worden de rechtbanken van eerste aanleg exclusief bevoegd gemaakt voor het behandelen van deze rechtsvordering. Verder wordt er strikt geregeld wie kan optreden als groepsvertegenwoordiger: enkel consumentenverenigingen, verenigingen die aan de voorwaarden voldoen en autonome openbare dienst kunnen een collectieve rechtsvordering instellen. Er is geen mogelijkheid tot gebruik van ad hoc verenigingen en stichtingen. De wet voorziet eveneens in specifieke bepalingen omtrent de verplichte maatregelen tot bekendmaking en de verplichte onderhandelingsfase is typerend voor deze rechtsvordering

11 Het is belangrijk om op te merken dat de wet geen nieuwe materiële rechten voor consumenten creëert. Wat de wet wel doet, is een nieuwe procedurele mogelijkheid invoeren om de bestaande consumentenrechten af te dwingen. De wettelijke regeling bestaat uit strikt formele voorwaarden. Deze voorwaarden moeten de valkuilen van de class action naar Amerikaans recht vermijden. Het gaat dus om een procedurele maatregel waarmee de consumentenrechten in de praktijk effectief kunnen worden afgedwongen. Dit is heel belangrijk. De bescherming van de rechten van de consument bestaat immers uit twee onderdelen. Enerzijds is het belangrijk dat de wet normen invoert die de consumenten beschermen. Dit betreft materieelrechtelijk regels. Anderzijds is het ook essentieel dat die inhoudelijke rechten kunnen worden afgedwongen via procedurele weg. Vòòr de invoering van de wet van 28 maart 2014 inzake de rechtsvordering tot collectief herstel kon de consument enkel gebruik maken van de gemeenrechtelijke maatregelen, namelijk de individuele rechtsvordering. Dit leverde echter heel wat praktische problemen op. De problemen verbonden aan de individuele vordering weerhielden veel consumenten om naar de rechtbank te stappen en hun rechten effectief af te dwingen. 3. De invoering van een collectieve rechtsvordering in het economisch recht zorgt voor een modernisaties van de sanctiemechanismen. Naast de stakingsvordering en de geldboete, kan een onderneming nu ook verplicht worden een schadevergoeding te betalen aan een groep van consumenten. De consumenten bundelen hun krachten (lees: vorderingen) in één groepsvordering. De groepsvertegenwoordiger stelt deze vordering in bij de rechtbank. Vanuit het oogpunt van de consument lijkt dit een nuttig en efficiënt instrument om hun rechten af te dwingen. Vanuit het standpunt van de ondernemingen leek het daarentegen geen goede zaak. De ondernemingen zullen immers sneller geconfronteerd worden met hoge schadevergoedingen die zij moeten betalen. De hoop van de wetgever is om binnen tien jaar nog geen uitspraak te hebben van het hof van beroep, dan pas zou de vordering een echt succes genoemd kunnen worden. De achterliggende gedachte van deze hoop is dat partijen de zaak onderling afhandelen, zodat ze niet langer afhankelijk zijn van het gerechtelijk apparaat. De wetgever wil aldus de partijen stimuleren om een minnelijk akkoord te sluiten. Dit verklaart het tweesporenbeleid van de wet. De partijen moeten verplicht eerst een onderhandelingsfase doorlopen. Indien deze onderhandelingen niet tot een succes leiden, dan zal de rechter de zaak ten gronde onderzoeken. In deze masterproef wil ik een analyse maken van het belang van dit nieuwe rechtsinstrument als beschermingsinstrument voor de consument en voor de ondernemingen. Ik zal me in het bijzonder 3

12 toespitsen op de vraag of deze regeling een meerwaarde kan betekenen in het Belgisch recht. Ook de bescherming van het gerechtelijk apparaat staat op het programma. Niemand kan de toekomst voorspellen, men kan evenwel een beoordeling geven over de gehoopte werking van het instrument. De praktijk is onvoorspelbaar, maar juridische stimulans in de goede richting is zeker een goed uitgangspunt. METHODOLOGIE 4. De nieuwe wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel hoort zowel thuis in het economisch recht als in het privaat procesrecht. Dit heeft tot gevolg dat de wet kan worden besproken vanuit twee verschillende perspectieven, nl. vanuit een procesrechtelijk en een materieelrechtelijk perspectief. Het procesrechtelijk perspectief is gericht op de bespreking van de procedureregels. Dit is een formalistische kijk op de wet. Hier ligt de nadruk op de verschillende procedurele stappen die moeten worden genomen en de afwijkingen van het algemeen procesrecht. Bij een materieelrechtelijke bespreking gebeurt de analyse op basis van de ratio s van de wet. Hierbij wordt de wet in de economische realiteit geplaatst om na te gaan of het de doelstellingen effectief kan bereiken. Het materieelrechtelijk perspectief kan ook gezien worden als een teleologische bespreking van de wet. Hier gaat de aandacht uit naar de redenen en het (de) doel(en) van de wet. De analyse van de wet vanuit de twee perspectieven is zeer interessant. De nieuwe wet heeft immers impact op zowel materieelrechtelijk als formeelrechtelijk vlak. Het is echter praktisch niet mogelijk om in deze masterproef de nieuwe wet vanuit de twee oogpunten grondig en volledig te analyseren. Omwille van deze praktische hindernis, heb ik gekozen om de nieuwe wet te bestuderen vanuit materieelrechtelijk oogpunt. Mijn interesse voor het economisch recht. Dit verklaart mijn keuze voor de bespreking van de materieelrechtelijke gevolgen van de wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel. 5. Deze masterproef bestaat uit twee onderdelen. Het eerste deel bestaat uit een analyse van de collectieve rechtsvordering zoals deze is ingevoerd in het Belgisch recht. Aan de hand van een begrippenkader zal ik een idee trachten te geven wat de collectieve rechtsvordering inhoudt. Vervolgens zal ik het belang van de wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel bestuderen. Hierbij komen de doelstellingen van de wet aan bod, alsook de belemmeringen die de individuele consument in de praktijk verhinderen een rechtsvordering in te stellen. Er wordt ook een overzicht gegeven van de argumenten die pleiten voor en tegen de invoering van het rechtsinstrument. In dit gedeelte wil ik tevens de excessen van de Amerikaanse class action- 4

13 regeling aankaarten die een reden zijn voor de strikt gereglementeerde Belgische wet. Daarna zal ik wijzen op de belangen van de verschillende actoren in de collectieve procedure. Tenslotte volgt de inhoudelijke analyse van de wet. De inhoudelijke bespreking is opgedeeld in vier hoofdstukken, gebaseerd op de vier bouwstenen van de wet. De analyse is gericht op de materieelrechtelijke kant van de wet. Ik heb ervoor gekozen om mijn bespreking te beperken tot de uitwerking van het nieuwe rechtsinstrument op de rechten van de consument en de onderneming. Om die reden ga ik niet dieper in op de praktische werking van het rechtsinstrument in het licht van de verschillende consumentenrechten. Bij de bespreking van de wet vanuit materieelrechtelijk perspectief is het onontbeerlijk om ook aandacht te besteden aan de procedurele stappen in de wet. De procedurele stappen en formaliteiten weerspiegelen immers het doel van de wet: meer bescherming geven aan de consument. Vanuit formalistisch oogpunt is de wet dan ook zo samengesteld dat de rechter de mogelijkheid heeft om in te grijpen als er misbruiken optreden. De wet probeert zowel meer bescherming te bieden aan de consument als de belangen van de verschillende partijen te verzoenen. Of de wet ook effectief slaagt in dit opzet, zal doorheen deze masterpaper worden onderzocht. Voor dit eerste onderdeel van mijn masterproef heb ik me voornamelijk gebaseerd op de parlementaire voorbereidingen van de wet. Zowel de memorie van toelichting als de artikelsgewijze bespreking van de wet zijn een goed beginpunt voor de bespreking van de Belgische collectieve rechtsvordering. Daarnaast heb ik ook het proefschrift van doctor Stefaan Voet 3 doorgenomen voor de bespreking van de wet. In het tweede deel van dit werkstuk vindt u een rechtsvergelijkend gedeelte. Dit gedeelte bestaat uit een introductie van de Europese initiatieven omtrent de collectieve rechtsvordering. Vervolgens volgt er een functionele rechtsvergelijking met de class action in Zweden. Aan de hand van de rechtszaken en de juridische praktijk wordt nagegaan of het rechtsinstrument de vooropgestelde doelstellingen verwezenlijkt. Ik heb gekozen voor de rechtsvergelijking met een Scandinavische land eerder dan met onze buurlanden, omdat ik meer interesse heb voor deze landen. De Scandinavische landen staan bekend als efficiënt en vooruitstrevend. Op basis van de functionele rechtsvergelijking wil ik nagaan of in de regeling omtrent de class action ook deze efficiëntie en progressiviteit is ingebouwd. 3 S. VOET, Een Belgische vertegenwoordigde collectieve rechtsvordering, Antwerpen, Intersentia, 2012, (hierna verkort S. VOET, Een Belgische rechtsvordering). 5

14 Een probleem bij deze functionele rechtsvergelijking is de hoeveelheid aan bronnen. De taalbarrière verhindert me om een groot aantal bronnen te raadplegen. De meerderheid van de bronnen zijn geschreven in het Zweeds. Het gaat immers om een nationale regeling die enkel van toepassing is binnen de landsgrenzen. Voor de bespreking van de class action regeling in Zweden heb ik me voornamelijk gebaseerd op de bijdrage van Per Henrik Lindblom 4. De bron is afkomstig van de vader van de Zweedse groepsactie. Om die reden neem ik de bron aan als erg gezaghebbend. Een tweede bron die ik heb aangewend is de commentaar op het Europese Witboek 5 betreffende schadevergoedingsacties wegens schending van de communautaire mededingingsregels. Dit document geeft een rechtsvergelijkend overzicht over de regelgeving in landen zoals Zweden, Denemarken, Noorwegen, Nederland en Frankrijk. De Europese beleidsdiscussie kunnen dus ook dienen als een bron voor de rechtsvergelijking. De uiteenzetting over de collectieve rechtsvordering in het Belgische recht zal een erg theoretische uiteenzetting zijn. Door de recente invoering van de wet bestaan er nog geen rechtspraktijk over het rechtsinstrument. De wet is op dit moment wel het voorwerp van een beroep tot vernietiging bij het Grondwettelijk Hof 6. RECHTSVRAGEN 6. In deze masterpaper zal ik de nieuwe wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel analyseren met het oog op de volgende hoofdvragen. - Biedt de nieuwe wet een betere en efficiëntere bescherming voor de consumenten in hun relatie tot ondernemingen? Kan de procedurele regeling van de wet de werking van het rechtsinstrument in de praktijk verhinderen? - Creëert de wet een goede balans tussen de rechten van de consumenten en de rechten van de ondernemingen? - Is het rechtsinstrument vanuit rechtsvergelijkend perspectief een meerwaarde voor de consumentenbescherming? 4 P.H.LINDBLOM, Group Litigation in Scandinavia, ERA Forum 2009, Volume 10, (7-35) (hierna verkort P.H. LINDBLOM, Group Litigation). 5 R. GAUDET, Lessons learned from Swedish, Danish, Dutch, and Norwegian class actions. Comments on the White Paper on Damages Actions for Breach of the EC Antitrust Rules COM(2008) 165 Final, (hierna verkort R. GAUDET, Comments on White Paper). In een witboek geeft de Europese Commissie een uiteenzetting over hoe zij bepaalde doelen wil bereiken. Vaak worden in een witboek al concrete voorstellen uitgewerkt en toegelicht, zie 6 Zaken nr en nr aanhangig bij het Grondwettelijk Hof, zie 6

15 7

16 DEEL 1 DE COLLECTIEVE RECHTSVORDERING Afdeling 1 Begrippenkader 7. Het is belangrijk om een begrippenkader op te stellen wanneer we een nieuw rechtsinstrument bespreken. Sommige definities zijn reeds gekend in de juridische wereld, andere definities behoeven extra uitleg. De definities van de verschillende begrippen helpen ons bovendien om het toepassingsgebied van de vordering af te bakenen? De definities die eigen zijn aan de rechtsvordering tot collectief herstel zijn terug te vinden in hoofdstuk 13, titel 2, boek I van het Wetboek van economisch recht. Artikel I.21 WER geeft de definities van de belangrijke begrippen 7. Hoofdstuk 1 Collectieve rechtsvordering 8. De rechtsvordering tot collectief herstel is de rechtsvordering die tot doel heeft een collectieve schade te herstellen 8. Dit is hoe de wet de nieuwe rechtsvordering omschrijft. Veelzeggend over de inhoud van het begrip is zij dus niet. De rechtsvordering tot collectief herstel heeft nood aan een ruimere omschrijving en verdient dit ook. De rechtsvordering kan omschreven worden als een rechtsvordering die de verzoeker in staat stelt om, in naam van een groep personen en zonder vooraf een volmacht van de leden van de groep te hebben verkregen, een rechtsvordering in te stellen, leidend tot een uitspraak van een vonnis met gezag van gewijsde. Het gezag van gewijsde geldt zowel ten opzichte van de verzoeker en de verweerder(s) als ten opzichte van de leden van deze groep 9. Deze definitie onthult al meer over het nieuwe rechtsinstrument. Het dekt de belangrijkste aspecten van het concept, maar naar mijn mening mist er echter één aspect in de definitie, namelijk de verwijzing naar de gemeenschappelijke oorzaak. Dit is een van de ontvankelijkheidsvoorwaarden van de rechtsvordering. De collectieve rechtsvordering kan ook omschreven worden als een rechtsvordering door een relatief groot aantal slachtoffers die als gevolg van één of een reeks met elkaar verbonden handelingen of nalatigheden van één beweerd aansprakelijke partij of een specifiek omschreven groep beweerd aansprakelijke partijen een gelijkaardig nadeel hebben geleden, en wier rechtsvordering gezamenlijk 7 Art. 2 wet tot invoeging van titel 2 "Rechtsvordering tot collectief herstel" in boek XVII "Bijzondere rechts procedures" van het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek XVII in boek I van het Wetboek van economisch recht, BS 29 april Dit artikel verwijst naar deze definities. 8 Art. I. 21, 3 WER. 9 Memorie van toelichting, Parl.St. Kamer , nr /001, 7 (hierna verkort: Memorie van toelichting). 8

17 zou kunnen worden uitgeoefend om te kunnen genieten van een schaaleffect dat zowel de belangen kan dienen van de slachtoffers, als van de verweerders, als van het gerechtelijk apparaat 10. De rechtsvordering tot collectief herstel is aldus een bundeling van rechtsvorderingen met een gemeenschappelijke oorzaak in één rechtsvordering, die wordt ingesteld door een groepsvertegenwoordiger. Deze treedt op in naam en voor rekening van de groep die schade heeft geleden ten gevolge van die oorzaak, zonder dat de groepsleden procespartij zijn. De leden van de groep zijn wel gebonden door de uitkomst van de collectieve zaak. Net zoals er verschillende definities bestaan voor de term, bestaan er ook verschillende woorden om het rechtsinstrument te benoemen. Synoniemen zijn voor collectieve rechtsvordering, groepsactie, collectieve schade actie, collective redress of class action. 9. De officiële benaming van het rechtsinstrument is de rechtsvordering tot collectief herstel. Doorheen dit werkstuk zal ik voornamelijk de term collectieve rechtsvordering gebruiken, omdat deze term verwijst naar de titel van dit werkstuk. De officiële term zal ook gehanteerd worden bij de bespreking van de wet. In het gedeelte over de excessen van de Amerikaanse class action, zal ik de Engelstalige benaming gebruiken. In het rechtsvergelijkend gedeelte zal ik de term groepsactie te hanteren. Ik heb gekozen voor een afgebakend terminologiegebruik om verwarring tussen de verschillende regelingen te vermijden. Er bestaat immers geen 100% correcte vertaling voor class action of grupprättegång, omdat het rechtsinstrument verschillende kenmerken heeft in de verschillende landen De rechtsvordering tot collectief herstel mag niet verward worden met de techniek van de samenvoeging van vorderingen. Bij deze techniek zijn alle eisers de facto partij bij de procedure en zal elke rechtsvordering afzonderlijk worden beoordeeld 12. De collectieve rechtsvordering daarentegen laat toe dat slachtoffers hun vorderingen bundelen, zonder dat het noodzakelijk is dat elk slachtoffer formeel partij is in het geding. Of er een collectieve of individuele uitspraak wordt gedaan over de zaak is afhankelijk van de rechtsvordering die wordt ingesteld. De collectieve rechtsvordering leidt tot een collectieve uitspraak over de zaak, terwijl de techniek van de samenvoeging een individuele uitspraak over elke zaak geeft. 10 Wijziging tot deontologische regels NOAB om collectieve vorderingen toe te laten en te begeleiden 1 (geraadpleegd op 24 februari 2015). 11 E. STOOP, Class action, Ad Rem 2008, Afl. 5, S. LODEWIJCKX en J. WILLEMS, Class actions: massaschade voor ondernemingen en verzekeraars?, Orde dag 2011, afl. 54, 56. 9

18 De laatste techniek volstaat niet om de partijen te stimuleren tot het sluiten van een akkoord. De samenvoeging bemoeilijkt immers het sluiten van een minnelijk akkoord, omdat elke partij afzonderlijk akkoord moet gaan. Dit is niet het geval bij de collectieve rechtsvordering. De groepsacties kunnen worden uitgeoefend door één partij die namens de volledige gedefinieerde klasse in rechte optreedt. Dit zal bevorderend zijn voor het sluiten van een minnelijk akkoord (zie infra). Hoofdstuk 2 Collectieve Schade 11. Collectieve schade is het geheel van alle individuele schade die een gemeenschappelijke oorzaak heeft en die leden van een groep hebben geleden 13. De definitie is ruim en betreft zowel materiële als lichamelijke schade. Collectieve schade treedt op bij collectieve schadegevallen of massaschadegevallen. Dit zijn zaken waarin een groot aantal schadelijders betrokken zijn bij de afwikkeling van een geschil met één of een beperkt aantal schadeveroorzakers en waaraan dezelfde of soortgelijke feitelijke en/of juridische vragen ten grondslag liggen 14. Het kan ook worden omschreven als de som van alle individuele schade met eenzelfde oorzaak die door een groot aantal personen of rechtspersonen geleden wordt 15. Bij een meer procedurele kijk op het begrip is er sprake van massaschade wanneer de omvang van het geschil zowel voor de rechterlijke macht als voor de advocatuur en overige actoren van justitie, bijzondere moeilijkheden doet rijzen 16. Het begrip collectieve schade toont de complexiteit van een collectieve procedure. 12. Er zijn drie belangrijke componenten bij collectieve schadegevallen: (1) grote (niet kwantificeerbare) aantallen schadelijders zijn met elkaar verbonden door (2) gemeenschappelijke feitelijke en/of juridische geschilpunten (3) naar aanleiding van het normovertredend gedrag van één of ene beperkt aantal schadeveroorzakers 17. De belangrijkste component is de gemeenschappelijke feitelijke en/of juridische geschilpunten. Deze component zal doorslaggevend zijn bij het onderzoek naar de ontvankelijkheid van de collectieve rechtsvordering (zie infra). Het begrip collectieve schade kan verschillende soorten schade inhouden die verschillen naargelang hun oorzaak, hun omvang en hun natuur, maar met elkaar verbonden zijn door feitelijke en/of 13 Art. I. 21, 1 WER. 14 I.N. TZANKOVA, Strooischade. Een verkennend onderzoek naar een nieuw rechtsfenomeen, Den Haag, SDU Uitgevers, 2005, 15; I.N. TZANKOVA, Toegang tot het recht bij massaschade, Deventer, Kluwer, 2007, Voorstel van wetsontwerp betreffende de procedures tot collectieve schadeafwikkeling, (geraadpleegd 3 maart 2015). 16 P. TAELMAN en Ph. THION, Bundeling van vorderingen, TPR 2003, , nr S. VOET, Een Belgische rechtsvordering, supra voetnoot 4, 15, nr

19 rechtskwesties. Deze ruime definitie maakt het mogelijk om binnen eenzelfde procedure met elkaar verbonden feitelijk en/of rechtskwesties te behandelen 18. Dit zorgt voor een efficiënte verdeling van ingezette middelen. Het is aldus niet vereist dat de benadeelde slachtoffers een identieke schade hebben geleden. De schade kan verschillen in omvang of in aard. De enige vereiste om van collectieve schade te spreken is dat er een gemeenschappelijke oorzaak bestaat. Bij de toepassing van de Belgische wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel is de gemeenschappelijke oorzaak de schending van een wettelijk voorschrift of een contract waardoor de consument schade lijdt. De wet bepaalt uitdrukkelijk in welke gevallen de wet van toepassing zal zijn (zie infra). 13. De collectieve schade (of massaschade) kan worden onderverdeeld in twee soorten schade, namelijk de substantiële massaschade en de strooischade. Het onderscheid zit voornamelijk in de omvang van de schade. Deze onderverdeling zal later in dit werkstuk van belang blijken. A. Substantiële massaschade 14. Substantiële massaschadegevallen worden gekenmerkt door een groot aantal schadelijders die een grote schade lijden. De potentiële baten van een individuele rechtsvordering, i.e. schadevergoeding die op het einde van het proces kan worden ontvangen, overstijgen de kosten ervan. Substantiële schade kan op haar beurt worden onderverdeeld in (1) gefixeerde of rampschade en (2) sluipschade. (1) Men spreekt over gefixeerde schade, rampschade of mass disaster accidents indien de schade wordt aangericht door één enkele gebeurtenis die perfect in de tijd te fixeren is 19. De slachtoffers kunnen vrij eenvoudig worden vastgesteld, ze werden immers allen blootgesteld aan dezelfde gebeurtenis op hetzelfde moment en op dezelfde plaats 20. Voorbeelden van gefixeerde schade in België zijn de crash op de airshow te Oostende in 1997 en de gasontploffing in Gellingen in (2) Sluipschade 22 daarentegen is de schade die voortspruit uit een reeks in de tijd gespreide gebeurtenissen of blootstellingen (ook wel van mass exposure accidents ). De schade is het gevolg van de zogenaamde serial injuries waarbij de schade pas na verloop van tijd ontstaat of manifest wordt. 18 Artikelsgewijze bespreking, Parl.St. Kamer , nr /001, 16 (hierna verkort Artikelsgewijze bespreking). 19 I.N. TZANKOVA, Toegang tot het recht bij massaschade, Deventer, Kluwer, 2007, 3; L. SCHUERMANS, Het paard van Troje is niet opgetuigd, RW , nr. 19, E. DE BAERE, Procederen in zaken van massaschade: naar een class action in Belgisch recht?, TPR 2007, afl. 1, 12, nr Voorbeelden zie S. VOET, Een Belgische rechtsvordering, supra voetnoot 4, De term sluipschade komt van Spier zie J. SPIER, Sluipende Schade. Oratie, Deventer, Kluwer, 1990,

20 Deze soort schade gaat in de praktijk veelal gepaard met onduidelijkheden over de oorzaak van de schade en over de groep schadelijders. Bij substantiële massaschade gaat het om individueel verhaalbare rechtsvorderingen ( individually recoverable claims ), omdat bij het instellen van een individuele rechtsvordering de potentiële baten opwegen tegen de kosten. B. Strooischade 15. Strooischade is net het tegenovergestelde van substantiële massaschade. Het wordt gekenmerkt door een kleine schade die toegebracht wordt aan een groot aantal personen. De strooischade verwijst naar de materiële waarde of de marktwaarde van de schade, die niet noodzakelijk overeenstemt met de emotionele waarde die mensen hechten aan bepaalde objecten 23. Elk van de schadelijders lijdt slechts een geringe schade die het instellen van een individuele rechtsvordering niet kan rechtsvaardigen. De schadelijders zullen niet overgaan tot de vordering van een compensatie omdat de kosten voor het instellen van een individuele rechtsvordering de baten ervan zullen overtreffen. Hier speelt het probleem van de rational apathy of rationele desinteresse (zie infra). Dit fenomeen wordt gekenmerkt door een kosten-baten analyse, waarbij de vergoeding die de procedure zal teweegbrengen niet zal opwegen tegen de kosten 24. De getroffen personen zullen niet naar de rechtbank stappen om hun rechten af te dwingen. Men spreekt van individueel niet verhaalbare rechtsvorderingen ( individually non recoverable claims ) 25. Een collectieve rechtsvordering zal de problematiek van de rationele desinteresse verhelpen 26. Door het optreden als groep zullen de kosten voor de individuele consument immers aanzienlijk verminderen. Hoofdstuk 3 De vertegenwoordigde groep 16. De vertegenwoordigde groep bestaat uit het geheel van consumenten die individueel benadeeld zijn door de collectieve schade en worden vertegenwoordigd in de rechtsvordering tot collectief herstel (art. I.21, 2 WER). In deze definitie is het begrip consument erg belangrijk. Een consument is 23 G. VANDE WALLE, Conflictafhandeling bij collectieve schade: op zoek naar herstel, Orde dag 2001, afl. 54, I.N. TZANKOVA, Strooischade. Een verkennend onderzoek naar een nieuw rechtsfenomeen, Den Haag, Sdu Uitgevers, 2005, 16; I.N. TZANKOVA, Toegang tot het recht bij massaschade, Deventer, Kluwer, 2007, S. VOET, Een Belgische rechtsvordering, supra voetnoot 4, 15-16, nr Diana Struyven (directeur van het Europees Departement bij het Verbond van Belgische Ondernemingen) is van oordeel dat de collectieve rechtsvordering geen oplossing biedt in gevallen van strooischade. Het biedt immers niet zozeer de consumenten een compensatie, maar komt voornamelijk ten goede aan de maatschappij. Zie D. STRUYVEN, De groepsvordering of class action : een valkuil voor bedrijven en consumenten?, Orde dag 2011, afl. 54,

21 iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachtsof beroepsactiviteit vallen (art. I. 1, 2 WER). Het groepslid is de benadeelde consument die deel uitmaakt van de vertegenwoordigde groep en die op het einde van de procedure een individueel recht kan laten gelden op een deel van de schadevergoeding, ingeval van een positieve uitspraak. 17. De samenstelling van de groep is afhankelijk van het optiesysteem dat wordt toegepast. Er zijn twee verschillende optiesystemen, nl. optiesysteem met inclusie en optiesysteem met exclusie. Het optiesysteem met inclusie (opt-in) wordt omschreven als het systeem waarin enkel deel uitmaken van de groep, de consumenten benadeeld door de collectieve schade die de wil hebben geuit deel uit te maken van de groep 27. Bij dit systeem kunnen alle benadeelde consumenten expliciet hun wil uiten om tot de vertegenwoordigde groep te behoren. Dit heeft tot gevolg dat de uitspraak enkel aan deze consumenten tegenwerpelijk zal zijn en dat enkel zij recht zullen hebben op een individuele schadevergoeding. Het optiesysteem met exclusie (opt-out) houdt net het tegenovergestelde in. Artikel I.21, 4 WER omschrijft het als het systeem waarin deel uitmaken van de groep, alle consumenten benadeeld door de collectieve schade, behoudens zij die hun wil hebben geuit er geen deel van uit te maken. In dit geval bestaat de vertegenwoordigde groep uit alle benadeelde consument, behalve degenen die hun wil hebben geuit om geen deel uit te maken van de groep. Geen uitoefening van het optierecht betekent dat je lid bent van de vertegenwoordigde groep. Bij beide systemen heeft de uitoefening van het optierecht belangrijke gevolgen. Eens men deel uitmaakt van de groep zal de consument gebonden zal zijn door de uitspraak. Bijgevolg verliest hij zijn individueel recht op toegang tot de rechter voor dat geval verliezen. Dit is een van de kenmerken van de rechtsvordering tot collectief herstel (zie hoofdstuk 1). Later in dit werkstuk zal het effect hiervan nader onderzocht worden. 18. De groepsleden zijn geen partij in de procedure. Ze hebben geen rechtstreeks inspraak in de procedure. Daarenboven heeft de Raad van State beslist dat de leden van de groep ook niet kunnen beschouwd worden als derden. Rechtsmiddelen zoals derdenverzet en vrijwillige tussenkomst zijn derhalve uitgesloten Art. I.21, 5 WER. 28 Adv.RvS /1, Parl.St. Kamer , nr /001,

22 Volledigheidshalve dient ook vermeld te worden dat consumenten die in het buitenland verblijven deel kunnen uitmaken van de groep. Dit is enkel mogelijk via het optiesysteem met inclusie In hetzelfde artikel dat een definitie geeft van de consument wordt ook een definitie gegeven van de onderneming. Dit is elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft, alsmede zijn verenigingen. Door de verwijzing naar de consument en de onderneming bakent de wet haar toepassingsgebied af. De collectieve rechtsvordering kan enkel worden aangewend in consumentengeschillen, ook wel B2C geschillen genoemd (Business to Consumers). Dit zijn geschillen tussen ondernemingen en consumenten. Hoofdstuk 4 De groepsvertegenwoordiger 20. De groepsvertegenwoordiger is de vereniging die namens de groep optreedt in een rechtsvordering tot collectief herstel, of de autonome openbare dienst bedoeld in artikel XVI.5 WER 30. Hij vertegenwoordigt de afwezige groepsleden in de collectieve procedure. Er bestaan specifieke vereisten 31 voor wie kan optreden als groepsvertegenwoordiger. Er zijn goede redenen waarom de wetgever heeft gekozen om de bevoegdheid enkel toe te kennen aan verenigingen en openbare diensten. Dit wordt verder uitgebreid besproken Afdeling 3 Bouwstenen van de wet. Hoofdstuk 5 Akkoord tot Collectief Herstel 21. Als laatste vermeld artikel I.21 WER de definitie over een akkoord tot collectief herstel. Dit is het akkoord tussen de groepsvertegenwoordiger en de verweerder dat het herstel van een collectieve schade regelt. Dit akkoord wordt voorgelegd ter homologatie voor de rechtbank. De homologatie beëindigt de procedure tot collectief herstel. Homologatie door de rechter betekent dat het akkoord dezelfde waarde krijgt als een gerechtelijke uitspraak, met gezag van gewijsde tot gevolg. Om die reden moet het akkoord aan een aantal voorwaarden voldoen om door de rechter te kunnen worden gehomologeerd. Dit wordt ook verder in deze masterproef besproken. Hoofdstuk 6 Illustratie 22. Dit begrippenkader vormt een houvast voor de lezer tijdens het lezen van dit werkstuk. De begrippen die hier worden besproken, zijn essentieel voor het begrijpen van de werking van de nieuwe rechtsvordering. 29 Art. XVII. 38, 1 WER. 30 Art. I.21, 6 WER. 31 Art. XVII. 39 WER. 14

23 Voor een beter overzicht van de inhoud van deze begrippen, verwijs ik naar onderstaande illustratie 32. Onderneming X verkoopt elektronicaproducten aan consumenten. Consument A koopt een gsm, consument B een gps en consument C koopt een draagbare computer. De consument geniet een wettelijke garantie op de aangekochte goederen. In geval van defect geeft de garantie hem recht op de kosteloze herstelling of de vervanging van het goed (te kiezen door de consument, maar in functie van wat mogelijk en redelijk is). Indien de herstelling of de vervanging buitensporig of onmogelijk is of niet binnen een redelijke termijn kan worden uitgevoerd, heeft de consument het recht om een prijsverlaging of de ontbinding van het verkoopcontract te eisen 33. De wettelijke garantietermijn bedraagt twee jaar, maar de beperkt deze termijn in haar algemene voorwaarden tot een termijn van één jaar. De beperking van de garantietermijn is onrechtmatig 34 en heeft tot gevolg dat de consumenten geen beroep meer kunnen doen op een kosteloze herstelling of vervanging na het verstrijken van één jaar na hun aankoop. De elektronicaproducten zijn niet van de beste kwaliteit. De producten ondervinden problemen na ongeveer dertien maanden na de aankoop. Door de inkorting van de garantietermijn hebben de consumenten geen recht meer op een kosteloos herstel of vervanging van het goed. De consumenten leiden een collectieve (materiële) schade. De schade voor consument A bedraagt slechts 1/5 van de schade aan de laptop van consument C. Ondanks het feit dat de consumenten verschillende goederen hebben gekocht en de omvang van de schade varieert van goed tot goed, hebben zij de mogelijkheid om hun krachten te bundelen door een collectieve rechtsvordering. De gemeenschappelijke oorzaak van de schade is de schending van artikel 1649octies BW en artikel VI. 83, 14 WER door de onderneming. Een vereniging zoals Test Aankoop stelt als groepsvertegenwoordiger een rechtsvordering tot collectief herstel in namens de consumenten. Consumenten A, B en C maken deel uit van de groep 35. Alle ontvankelijkheidsvoorwaarden zijn vervuld. Indien de rechter beslist dat het optiesysteem met inclusie van toepassing is, dan zullen de consumenten A, B en C hun wil moeten uiten om deel uit te 32 De illustratie is gebaseerd op het voorbeeld uit de artikelsgewijze bespreking van de wet zie Artikelsgewijze bespreking, supra voetnoot 18, Art. 1649quater, 2 BW. 34 Art. 1649quater, 1 in fine bepaalt dat de wettelijke garantietermijn voor tweedehandsgoederen korter mag zijn dan twee jaar zonder dat die termijn korter mag zijn dan één jaar. 35 In realiteit zou het aantal benadeelde consument tientallen bedragen. Dit is een simplistisch voorbeeld om het overzichtelijk te houden. 15

24 maken van de groep. Indien de rechter beslist dat het optiesysteem met exclusie van toepassing is, hoeven de consumenten niets te ondernemen, tenzij ze geen deel willen uitmaken van de groep. De groepsvertegenwoordiger Test Aankoop en de onderneming onderhandelen. Dit is een verplichting ex. artikel XVII. 45 WER. Indien de onderhandelingen succesvol zijn, maken de partijen een akkoord tot collectief herstel op. Dit wordt ook wel een minnelijk akkoord genoemd. Dit akkoord houdt een oplossing in voor het conflict tussen beide partijen. Deze oplossing wordt vervolgens voorgelegd aan de rechter. Indien het voldoet aan alle voorwaarden, wordt het akkoord gehomologeerd. Dit beëindigt de procedure. Consument A collectieve rechtsvordering Consument B COLLECTIEVE SCHADE Test Aankoop Onderneming Consument C AKKOORD TOT COLLECTIEF HERSTEL HOMOLOGATIE 16

25 Afdeling 2 Belang van de collectieve rechtsvordering Hoofdstuk 1 Doelstellingen van de collectieve rechtsvordering 1 TRIGGER EFFECT 23. De wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel wordt gekenmerkt door het trigger effect 36. Dit verwijst naar het feit dat een wetgevend initiatief er meestal pas komt naar aanleiding van één of meerdere gebeurtenissen. De aanleiding of trigger voor de creatie van de wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstelzijn de massaschadegevallen die geen volwaardige juridische oplossing krijgen door het deficit van het Belgisch privaat procesrecht. De voornaamste rechtvaardigingsgrond voor de collectieve rechtsvordering is de evolutie in de sociale verhoudingen. Economische en technologische ontwikkelingen hebben die verhoudingen intenser en complexer gemaakt. Het gevolg is dat er enerzijds grote groepen individuen ontstaan wiens subjectieve rechten op identieke wijze kunnen worden geschonden. Hun individuele belangen worden gecollectiviseerd door eenzelfde of soortgelijke feitelijke en/of juridische geschilpunten (gemeenschappelijkheidsvereiste, zie infra). Anderzijds is het bewustzijn van bestaande collectieve belangen groter geworden 37. De collectieve rechtsvordering vertegenwoordigt derhalve een belangrijk maatschappelijke meerwaarde 38. Om adequate toegang tot het gerecht ex. artikel 6 EVRM te waarborgen, moet in een aangepast procesrechtelijk instrument worden voorzien. Het recht is immers een maatschappij-organiserend instrument dat zich noodgedwongen moet aanpassen aan de evolutie 39. Met het oog op de bescherming van die collectieve belangen heeft de wetgever een rechtsvordering tot collectief herstel ingevoerd, waardoor de collectieve belangen in één procedure kunnen behandeld worden. 2 DOELSTELLINGEN VAN DE WET INZAKE DE RECHTSVORDERING TOT COLLECTIEF HERSTEL 24. De wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel heeft één hoofddoelstelling, namelijk bijdragen tot een betere naleving en verdediging van de consumentenrechten 40. De wet wil zowel de 36 S. VOET, Class actions en aanverwante instrumenten inzake collectief procederen in Europa: een procesrechtelijke status questionis, Tijdschrift voor Mediation en Conflictmanagement 2008, afl. 2, S. VOET, Een Belgische rechtsvordering, supra voetnoot 4, 55, nr B. ALLEMEERSCH en M. PIERS, De invoering in België van een class action naar Amerikaans model. Tu quoque, Gallia? in G. CLOSSET-MARCHAL en J. VAN COMPERNOLLE (eds.), Naar een class action in het Belgisch recht?, Brugge, die Keure, 2008, S. VOET, Een Belgische rechtsvordering, supra voetnoot 4, Memorie van toelichting, supra voetnoot 10, 5. 17

26 bescherming voor de consumenten vergroten als de ondernemingen aanzetten tot een betere naleving van de consumentenrechten. Daarenboven wil de wet met de invoering van dit rechtsinstrument zorgen voor meer efficiëntie bij het gerechtelijk systeem. De wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel heeft aldus drie doelstellingen: (1) Bescherming van de consument; (2) Gedragsmodificatie bij ondernemingen; en (3) Efficiëntie De wet creëert een nieuw rechtsinstrument dat naast de individuele rechtsvordering komt te staan. De bescherming van de consument wordt gegarandeerd door de verbetering van de toegang tot het gerecht. De invoering van de rechtsvordering geeft de consumenten de mogelijkheid om hun individuele rechtsvorderingen te bundelen. De financiële drempel tot het gerecht voor de individuele consument wordt hierdoor verlaagd. Daarenboven is de vereniging als groepsvertegenwoordiger een betrouwbare schakel om de consumenten te vertegenwoordigen bij onderhandelingen met de onderneming. Deze elementen moeten ervoor zorgen dat de consument een effectieve toegang tot het gerecht, waardoor hij zijn rechten kan afdwingen. De effectieve afdwinging van de rechten vergroot de rechtsbescherming voor de consument. Ten tweede strekt de collectieve rechtsvordering ertoe alle onwettelijke praktijken van ondernemingen die vele eisers treffen te doen stoppen of te voorkomen 41. De rechtsvordering heeft een afschrikkende werking ten opzichte van de daders van de inbreuken 42. Het verhoogde risico op het betalen van grote schadevergoedingen schrikt hen af om in de toekomst nog inbreuken op de wet te begaan. Dit stopt vervalsing en oneerlijke concurrentie binnen het economisch systeem en leidt tot voordelen voor de economie en de maatschappij in haar geheel. Ten derde wil de wet de werking van het gerechtelijk apparaat efficiënter maken. De wet laat dat verschillende rechtsvorderingen met een gemeenschappelijke oorzaak worden gebundeld en in één procedure worden afgehandeld. Dit voorkomt dat verschillende rechters over de individuele vorderingen uitspraak moeten doen. Enerzijds bespaart het tijd en middelen, daar er slechts één rechter de verschillende individuele vorderingen afhandelt. Anderzijds vermijdt het tegenstrijdige uitspraken. Die kunnen een gevoel van onrechtvaardigheid oproepen bij de consumenten, wanneer 41 Memorie van toelichting, supra voetnoot 10, Memorie van toelichting, supra voetnoot 10,

27 de rechter in de ene zaak besliste tot een toekenning van een schadevergoeding en een andere rechter in een andere zaak niet. Op die manier vermijdt het ook dat de benadeelde consumenten of de onderneming een hoger beroep instellen. De wet zorgt aldus voor een schaalbesparing en een stabiele en geharmoniseerde gerechtelijke oplossing De behandeling van de verschillende rechtsvorderingen in één procedure zorgt eveneens voor rechtszekerheid. De consumenten krijgen allen eenzelfde uitspraak. Voor de onderneming is de afhandeling van de collectieve procedure het einde van de confrontatie met zijn inbreuk op de wetgeving. Zij zal in de toekomst niet meer of amper geconfronteerd worden met individuele rechtsvorderingen, omdat alle consumenten die deel uitmaken van de vertegenwoordigde groep zullen gebonden zijn door de uitkomst van de zaak 44. Het is dan ook de bedoeling van de wetgever om zoveel mogelijk consumenten te laten deel uitmaken van de vertegenwoordigde groep. De wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel is ingevoerd met het oog op de bescherming van de consument en een schaalvoordeel voor de maatschappij. 26. Als opmerking wil ik vermelden dat u de doelstelling van de wet dient te onderscheiden van de doelstelling van het rechtsinstrument. De collectieve rechtsvordering is het voorwerp van de wet. Haar doelstelling is het herstel van de geleden schade. Dit rechtsinstrument wordt aangewend door de schadelijders met het oog op een financiële compensatie. Ze heeft dus hoofdzakelijk een compensatiefunctie. Het rechtsinstrument en haar functie zijn essentieel voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de wet. 3 BELANG VAN DE COLLECTIEVE RECHTSVORDERING 27. Het belang van de collectieve rechtsvordering schuilt voornamelijk in haar herstelfunctie. Door deel uit te maken van de groep, kan de individuele consument aanspraak maken op een individueel herstel van zijn schade ofwel in natura, zijnde een vervanging of herstel van het goed, ofwel in de vorm van een vergoeding. Op het eerste zicht lijkt de wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel geen rekening te houden met de speciale sanctiemechanismen die in het consumentenrecht bestaan. De herstelfunctie is verschillend bij substantiële massaschade en strooischade. 43 Memorie van toelichting, supra voetnoot 10, Art. XVII. 49, 4 en art. XVII. 54, 5 WER. 19

Rechtsvordering tot collectief herstel

Rechtsvordering tot collectief herstel Rechtsvordering tot collectief herstel Class Actions in België 3 september 2014 Minervastraat 5 1930 ZAVENTEM T +32 (0)2 275 00 75 F +32 (0)2 275 00 70 www.contrast -law.be Rechtsvordering tot collectief

Nadere informatie

DE GROEPSVORDERING De introductie van een rechtsvordering tot collectief herstel in ons Belgisch recht. December 2013

DE GROEPSVORDERING De introductie van een rechtsvordering tot collectief herstel in ons Belgisch recht. December 2013 DE GROEPSVORDERING De introductie van een rechtsvordering tot collectief herstel in ons Belgisch recht December 2013 De groepsvordering: waarom? Consumenten hebben heel wat rechten. Maar deze worden vaak

Nadere informatie

BELGIË Consumentenbescherming - Inleiden van een

BELGIË Consumentenbescherming - Inleiden van een BELGIË Consumentenbescherming - Inleiden van een rechtsvordering tot collectief herstel De wet van 28 maart 2014 die een titel 2 De rechtsvordering tot collectief herstel invoegt in het boek XVII van het

Nadere informatie

N Collectief herstel A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL/AS 715-2014 ADVIES. over

N Collectief herstel A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL/AS 715-2014 ADVIES. over N Collectief herstel A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL/AS 715-2014 ADVIES over EEN ONTWERP VAN WET TOT INVOEGING VAN TITEL 2 RECHTSVORDERING TOT COLLECTIEF HERSTEL IN EEN BOEK XVII BIJZONDERE GERECHTELIJKE

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N KMO-beleid Class Action A03 Brussel, 17 december 2009 MH/SL/JDH ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over EEN WETSONTWERP BETREFFENDE DE PROCEDURES TOT COLLECTIEVE SCHADEAFWIKKELING

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

N Class action A Brussel, 4 oktober 2016 MH/SL/AS ADVIES. over DE EVALUATIE VAN DE WETGEVING OVER HET COLLECTIEF HERSTEL

N Class action A Brussel, 4 oktober 2016 MH/SL/AS ADVIES. over DE EVALUATIE VAN DE WETGEVING OVER HET COLLECTIEF HERSTEL N Class action A Brussel, 4 oktober 2016 MHSLAS 754-2016 ADVIES over DE EVALUATIE VAN DE WETGEVING OVER HET COLLECTIEF HERSTEL Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO WTC III (17 e verd.) - Simon Bolivarlaan

Nadere informatie

CONSUMENTENOMBUDSDIENST PROCEDUREREGLEMENT

CONSUMENTENOMBUDSDIENST PROCEDUREREGLEMENT CONSUMENTENOMBUDSDIENST PROCEDUREREGLEMENT Laatst aangepast 08/02/2016 Inhoudsopgave HOOFDSTUK I: Definities HOOFDSTUK II: Behandeling van consumentengeschillen door de ondernemingen Artikel 1: Interne

Nadere informatie

WETSONTWERP BETREFFENDE DE PROCEDURES TOT COLLECTIEVE SCHADEAFWIKKELING. Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen

WETSONTWERP BETREFFENDE DE PROCEDURES TOT COLLECTIEVE SCHADEAFWIKKELING. Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen WETSONTWERP BETREFFENDE DE PROCEDURES TOT COLLECTIEVE SCHADEAFWIKKELING Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Art. 2.

Nadere informatie

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T Rolnummer 4045 Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 468, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21

Nadere informatie

Derde nota van wijziging. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Derde nota van wijziging. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 34 608 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de afwikkeling van massaschade in een collectieve actie mogelijk te maken (Wet afwikkeling massaschade

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

Uitgereikt aan Uitgereikt aan Uitgereikt aan. Repertorium nummer 1. op op op. Datum van. Rolnumrner. Niet aan te bieden aan de ontvanger

Uitgereikt aan Uitgereikt aan Uitgereikt aan. Repertorium nummer 1. op op op. Datum van. Rolnumrner. Niet aan te bieden aan de ontvanger Volgnummer kamer Uitgereikt aan Uitgereikt aan Uitgereikt aan Repertorium nummer 1 Datum van op op op Rolnumrner Niet aan te bien aan ontvanger Tussenvonnis Tegenspraak In als 'Test Niels Keizer l

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Wet betreffende bescherming van bedrijfsgeheimen

Wet betreffende bescherming van bedrijfsgeheimen Wet betreffende bescherming van bedrijfsgeheimen FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be Problematiek en inleiding

Nadere informatie

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T Rolnummer 3739 Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 413bis tot 413octies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij

Nadere informatie

The Dutch Collective Settlements Act and Private International Law Aspecten van Internationaal Privaatrecht in de WCAM

The Dutch Collective Settlements Act and Private International Law Aspecten van Internationaal Privaatrecht in de WCAM The Dutch Collective Settlements Act and Private International Law Aspecten van Internationaal Privaatrecht in de WCAM Dr. Hélène van Lith Supervisor: Prof. Filip De Ly Co-Supervisor: Dr. Xandra Kramer

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Ombudsman voor de Handel Procedurereglement 27/03/2017

Ombudsman voor de Handel Procedurereglement 27/03/2017 Ombudsman voor de Handel Procedurereglement 27/03/2017 Procedurereglement (Reglement) Het Reglement van de Ombudsman voor de Handel heeft als doel om een oplossing aan te reiken bij geschillen tussen een

Nadere informatie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen

Nadere informatie

Ombudsdienst Consumentengeschillen Advocatuur OCA

Ombudsdienst Consumentengeschillen Advocatuur OCA Orde van Vlaamse Balies www.advocaat.be Procedurereglement Staatsbladsstraat 8 B 1000 Brussel T +32 (0)2 227 54 70 F +32 (0)2 227 54 79 info@advocaat.be ondernemingsnummer 0267.393.267 Ombudsdienst Consumentengeschillen

Nadere informatie

VERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE

VERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE ! VERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE St.AR probeert zoveel mogelijk ingewikkelde juridische woorden te vermijden. Dat is niet altijd mogelijk. In deze lijst vindt u een omschrijving aan van de meest voorkomende

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

Rolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T

Rolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T Rolnummers 6797 en 6800 Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel III.26 van het Wetboek van economisch recht, gesteld door de Vrederechter

Nadere informatie

CONSULTATIEVERSIE JULI 2014

CONSULTATIEVERSIE JULI 2014 CONSULTATIEVERSIE JULI 2014 WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK EN HET WETBOEK VAN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING TENEINDE DE AFWIKKELING VAN MASSASCHADE IN EEN COLLECTIEVE ACTIE MOGELIJK TE MAKEN VOORONTWERP

Nadere informatie

De wet op de marktpraktijken. Procedure en sancties. TALLON Advocaat. larcier

De wet op de marktpraktijken. Procedure en sancties. TALLON Advocaat. larcier De wet op de marktpraktijken Procedure en sancties TALLON Advocaat larcier VII De Bibliotheek Handelsrecht Voorwoord bij de Reeks Mededinging, Handelspraktijken en Intellectuele Rechten Voor- en DEEL I.

Nadere informatie

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 FEBRUARI 2011 C.09.0548.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0548.F R. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B. C., Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

N Collectief herstel A2 Brussel, 11 oktober 2017 MH/SL/AS ADVIES. over

N Collectief herstel A2 Brussel, 11 oktober 2017 MH/SL/AS ADVIES. over N Collectief herstel A2 Brussel, 11 oktober 2017 MH/SL/AS 771-2017 ADVIES over EEN AANPASSING VAN HET WETBOEK ECONOMISCH RECHT: B2B-BESCHERMREGELS RECHTSVORDERING TOT COLLECTIEF HERSTEL goedgekeurd door

Nadere informatie

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 29 MEI 2000 C.96.0188.N/1 Nr. C.96.0188.N.- VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 1000 Brussel, Martelaarsplein, 19,

Nadere informatie

Wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen, B.S. 21 september 2004

Wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen, B.S. 21 september 2004 Wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen, B.S. 21 september 2004 Art. 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van

Nadere informatie

2. Soorten en verband

2. Soorten en verband Bij dit alles moet de rechter de rechten van verdediging eerbiedigen. Dit betekent dat hij, wanneer hij de rechtsgrond wenst te wijzigen en aan te passen, de debatten dient te heropenen om partijen toe

Nadere informatie

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving:

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Afdeling I: De oorspronkelijke wet van 5 juli 1998 en de diverse wetswijzigingen: Bij wet van 5 juli 1998 2 werd een titel IV toegevoegd aan het Gerechtelijk

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de afwikkeling van massaschade in een collectieve actie mogelijk te maken VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Zijne Excellentie Drs. S.A. Blok Ministerie van Veiligheid en Justitie. 31 januari /10.083/SD/Mge

Zijne Excellentie Drs. S.A. Blok Ministerie van Veiligheid en Justitie. 31 januari /10.083/SD/Mge mr. J.M. Lammers directeur economische zaken Zijne Excellentie Drs. S.A. Blok Ministerie van Veiligheid en Justitie A d r e s / A d d r e s s 'Malietoren' Bezuidenhoutseweg 12 Den Haag P o s t a d r e

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893 RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK IXe KAMER A R R E S T nr. 199.862 van 25 januari 2010 in de zaak A. 187.639/IX-5893 In zake : Dennis X. bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Karel S.

Nadere informatie

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek,

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek, Recht is alomtegenwoordig. Of het nu gaat om een verbod iets te doen (door het rood licht rijden), een verplichting iets te doen (deelnemen aan verkiezingen), een werkwijze die men dient na te leven (procesrecht)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 FEBRUARI 2015 P.13.0908.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0908.N J W S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Kurt Mollekens, advocaat bij de balie te Mechelen, tegen I M (roepnaam D),

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Kruispuntbank voertuigen A04 Brussel, 29 september 2010 MH/MG/AS ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over HET WETSONTWERP HOUDENDE DE OPRICHTING VAN DE KRUISPUNTBANK

Nadere informatie

Hieronder volgt dus de beknopte verklaring van enkele termen die in de arresten van het Hof worden gebruikt.

Hieronder volgt dus de beknopte verklaring van enkele termen die in de arresten van het Hof worden gebruikt. Kort lexicon tot nut van de rechtzoekende, waarin enige uitleg wordt gegeven van de meest gangbare geschreven rechtstaal van het Hof van Cassatie en van het parket bij dit Hof ( 1 ). Dit korte lexicon

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet

Nadere informatie

Een nieuwe balans. Interimrapport Fundamentele herbezinning Nederlands burgerlijk procesrecht

Een nieuwe balans. Interimrapport Fundamentele herbezinning Nederlands burgerlijk procesrecht Een nieuwe balans Interimrapport Fundamentele herbezinning Nederlands burgerlijk procesrecht Prof. mr. W.D.H. Asser Prof. mr. H.A. Groen Prof. mr. J.B.M. Vranken m.m.v. mevrouw mr. I.N. Tzankova Boom Juridische

Nadere informatie

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling Hoofdstuk 5 RECHTSBIJSTAND Voorafgaandelijke bepaling Gewaarborgd schadegeval Art.21 De bepalingen van de overige hoofdstukken van deze overeenkomst zijn van toepassing op Rechtsbijstand voor zover ze

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de collectieve afwikkeling van massavorderingen verder te vergemakkelijken (Wet tot wijziging van de Wet collectieve

Nadere informatie

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016)

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016) NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) 2016-1 (27/07/2016) Potpourri IV - Wetsontwerp van 15 juli 2016 tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende

Nadere informatie

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T Rolnummer 4418 Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 301, 2, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 7 van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 MEI 2008 C.05.0223.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0223.F AXA BELGIUM, naamloze vennootschap, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. B. P., 2. AXA BELGIUM, naamloze

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4851 Arrest nr. 47/2010 van 29 april 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 1675/15 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Luik. Het

Nadere informatie

HET VRIJ BEROEP NA HET WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT

HET VRIJ BEROEP NA HET WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT HET VRIJ BEROEP NA HET WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT HET VRIJ BEROEP NA HET WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT Béatrice Ponet Gert Straetmans (eds.) Antwerpen Cambridge Het vrij beroep na het Wetboek van Economisch

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 JANUARI 2015 P.14.0564.N/l Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0564.N inverdenkinggestelde, eiseres, met als raadsman mr. toor te kiest,. _ advocaat bij de balie te Gent, met kan - waar de eiseres

Nadere informatie

ADR en consument. Een rechtsvergelijkende Studie naar de mogelijkheden van alternatieve geschillenoplossing. Kluwer Deventer. W.A.

ADR en consument. Een rechtsvergelijkende Studie naar de mogelijkheden van alternatieve geschillenoplossing. Kluwer Deventer. W.A. ADR en consument Een rechtsvergelijkende Studie naar de mogelijkheden van alternatieve geschillenoplossing W.A. Jacobs Kluwer Deventer 1998 Inhoudsopgave Lijst van afkortingen xv HOOFDSTUK I PLAN VAN BEHANDELING

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019 Datum van inontvangstneming : 23/01/2019 Samenvatting C-759/18-1 Zaak C-759/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2012 P.11.1808.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1808.N I 1. F P M E P, beklaagde, 2. B L J M F, beklaagde, eisers, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met

Nadere informatie

Waarborg Rechtsbijstand Beroepsaansprakelijkheid by Hiscox

Waarborg Rechtsbijstand Beroepsaansprakelijkheid by Hiscox Waarborg Rechtsbijstand Beroepsaansprakelijkheid by Hiscox 2 Beroepsaansprakelijkheid by Hiscox Waarborg Rechtsbijstand PJ0419 1 Sectie I: Voorwerp van de waarborg Deze waarborg Rechtsbijstand is een uitbreiding

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MAART 2015 F.14.0021.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0021.N RENT AND VENDING nv, met zetel te 9930 Zomergem, Oude Staatsbaan 10/A, eiseres, met als raadsman mr. Bart Coopman, advocaat

Nadere informatie

(2002/C 42/07) Gelet op de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst ( 1 ), inzonderheid op artikel 43, lid 1,

(2002/C 42/07) Gelet op de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst ( 1 ), inzonderheid op artikel 43, lid 1, C 42/8 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 15.2.2002 II (Voorbereidende besluiten krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie) Initiatief van het Koninkrijk Belgiº en het

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. Rolnummer 2268 Arrest nr. 29/2002 van 30 januari 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Ouderschapsplannen in België De verblijfplaats van kinderen na scheiding Prof. dr. Charlotte Declerck Docent personen- en samenlevingsrecht UHasselt Advocaat Wet 18 juli 2006 tot het bevoorrechten van

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Vertaling C-629/18-1 Zaak C-629/18 Prejudiciële verwijzing Datum van ontvangst: 8 oktober 2018 Verwijzende rechter: Sofiyski gradski sad (Bulgarije) Datum van de

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

DE PROCEDUREGIDS. Stappenplan voor civiele, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke geschillen. Frederic Eggermont Saskia Kerkhofs

DE PROCEDUREGIDS. Stappenplan voor civiele, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke geschillen. Frederic Eggermont Saskia Kerkhofs DE PROCEDUREGIDS DE PROCEDUREGIDS Stappenplan voor civiele, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke geschillen Frederic Eggermont Saskia Kerkhofs Antwerpen Cambridge De proceduregids. Stappenplan voor

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0224.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0224.N L S P V H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1. L F, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 FEBRUARI 2012 C.11.0463.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0463.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. C. G., 2. F.S.,

Nadere informatie

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Prof. dr. Jan Wouters Maarten Vidal Instituut voor Internationaal Recht K.U. Leuven www.internationaalrecht.be

Nadere informatie

Voorwaarden: ARTIKEL 1 Definities Aanbieder Afspraak: Algemene Voorwaarden: Beloning: Contract: Gedragscode Linkd: Promotiemateriaal

Voorwaarden: ARTIKEL 1 Definities Aanbieder Afspraak: Algemene Voorwaarden: Beloning: Contract: Gedragscode Linkd: Promotiemateriaal Voorwaarden: ARTIKEL 1 Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: Aanbieder: aanbieder(s) van Producten met wie Linkd op enig moment samenwerkt, zoals omschreven in de Overeenkomst.

Nadere informatie

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST SAMENWERKINGSOVEREENKOMST Gesloten tussen: Knooppunt vzw, Met maatschappelijke zetel te 2140 Borgerhout, Te Boelaerlei 37, KBO 0818.484.416 Hier rechtsgeldig vertegenwoordigd door [naam], [functie] Hierna:

Nadere informatie

Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten

Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten Monografieen BW B49a Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten Mr. D.W.F. Verkade Advocaat-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden Kluwer - Deventer - 2009 Inhoud WOORD VOORAF V ENIGE AFKORTINGEN

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 3859 Arrest nr. 191/2006 van 5 december 2006 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 728, 2, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 130 Wet van 20 maart 2019 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de afwikkeling van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Rolnummer 4790. Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T

Rolnummer 4790. Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T Rolnummer 4790 Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 73 van de programmawet (I) van 27 december 2006, gesteld door de Vrederechter van het

Nadere informatie

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 37/2019 van 6 februari 2019

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG); Advies nr. 37/2019 van 6 februari 2019 1/6 Advies nr. 37/2019 van 6 februari 2019 Betreft: Adviesaanvraag over een voorontwerp van wet tot wijziging van Boek XVII "Bijzondere rechtsprocedures" van het Wetboek van economisch recht en van het

Nadere informatie

Extern standpunt. Workshop FOD Economie 22/5/13. Zakenrecht & zakelijke zekerheden 2011-12 1. Prof.Dr. R. Feltkamp

Extern standpunt. Workshop FOD Economie 22/5/13. Zakenrecht & zakelijke zekerheden 2011-12 1. Prof.Dr. R. Feltkamp Extern standpunt Workshop FOD Economie 22/5/13 Prof. Dr. K. Byttebier Hoogleraar VUB (Vz. PREC) Advocaat (Everest) Prof. Dr. R. Feltkamp Docent VUB (PREC-BuCo) Advocaat (MODO) Zakenrecht & zakelijke zekerheden

Nadere informatie

Ontslag wegens dringende reden

Ontslag wegens dringende reden Ontslag wegens dringende reden C. ENGELS -Kluwer a Wolters Kluwer business Inhoud V 1- Begrip I 1.1. Wettelijke definitie 1 1.2. Ontleding van de definitie I 1.2.1. Vereisten 1 1.2.2. Eerste vereiste:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 FEBRUARI 2014 P.12.0989.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest P.12.0989.N J C K J, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Eric Pringuet, advocaat bij de balie te Gent, tegen BELGISCHE STAAT, fod Financiën,

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

De ontvankelijkheid van belangengroepen bij rechtszaken 1

De ontvankelijkheid van belangengroepen bij rechtszaken 1 De ontvankelijkheid van belangengroepen bij rechtszaken 1 Inleiding Steeds vaker stappen belangenorganisaties naar de rechter om hun doelstellingen en belangen te verdedigen en in rechte af te dwingen.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 SEPTEMBER 2008 C.07.0207.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0207.F MAATSCHAPPIJ VOOR INTERCOMMUNAAL VERVOER VAN BRUSSEL, Mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B. X. I.

Nadere informatie

Class actions: massaschade voor ondernemingen en verzekeraars?

Class actions: massaschade voor ondernemingen en verzekeraars? Class actions: massaschade voor ondernemingen en verzekeraars? SANDRA LODEWIJCKX EN JO WILLEMS [1] De invoering van een wettelijke regeling inzake class actions [2] of collectieve schadevorderingen of

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N EUROPA - ADR A2 Brussel, 26 mei 2011 MH/SL/AS A D V I E S over DE RAADPLEGING VAN DE EUROPESE COMMISSIE OVER HET GEBRUIK VAN ALTERNATIEVE GESCHILLENBESLECHTING

Nadere informatie

DEEL I. ALIMENTATIE ALS (DRINGENDE) VOORLOPIGE MAAT- REGEL: TOEKENNING VAN HET ONDERHOUD TUSSEN ECHTGENOTEN Gerd Verschelden... 1

DEEL I. ALIMENTATIE ALS (DRINGENDE) VOORLOPIGE MAAT- REGEL: TOEKENNING VAN HET ONDERHOUD TUSSEN ECHTGENOTEN Gerd Verschelden... 1 INHOUD VOORWOORD............................................ xv DEEL I. ALIMENTATIE ALS (DRINGENDE) VOORLOPIGE MAAT- REGEL: TOEKENNING VAN HET ONDERHOUD TUSSEN ECHTGENOTEN Gerd Verschelden.....................................

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 19 december

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 19 december A D V I E S Nr. 1.589 ----------------------------- Zitting van dinsdag 19 december 2006 ---------------------------------------------------- Voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 5 maart 2002

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2015 / Datum van uitspraak 02 november 2015 Rolnummer op JGR 2015/BB/35 Arbeidshof te Brussel elfde kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2015/BB/35 p. 2 COLLECTIEVE

Nadere informatie

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht)

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) Steeds meer worden we in de rechtspraktijk geconfronteerd met internationale echtscheidingen op basis van de volgende elementen:

Nadere informatie

Belangrijkste gegevens van het dossier

Belangrijkste gegevens van het dossier Advies- en controlecomité op de onafhankelijkheid van de commissaris Ref : Accom AFWIJKING 2006/9 Samenvatting van het advies dd. 21 september 2006 met betrekking tot een vraag om afwijking van de regel

Nadere informatie

Gelet op de adviesaanvraag van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, ontvangen op 21 juni 2018;

Gelet op de adviesaanvraag van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, ontvangen op 21 juni 2018; 1/6 Advies 81/2018 van 5 september 2018 Betreft: Wijziging van de wet van 22 betreffende de rechten van de patiënt - Hoofdstuk 10 - artikel 65 van het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake gezondheidszorg

Nadere informatie

De boekhoudkundige ruling. Congres IEC - IAB 5 oktober 2017

De boekhoudkundige ruling. Congres IEC - IAB 5 oktober 2017 De boekhoudkundige ruling Congres IEC - IAB 5 oktober 2017 1 Audio = kanaal: 1 I. De Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN) 3 De CBN - 1/3 1. De CBN is een autonome instelling met rechtspersoonlijkheid

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JANUARI 2011 C.09.0306.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0306.F 1. K. J.-P., 2. G. E. Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen WAALS GEWEST, Mr. Antoine De Bruyn,

Nadere informatie

Recente ontwikkeling inzake aansprakelijkheidsverzekering en productaansprakelijkheid

Recente ontwikkeling inzake aansprakelijkheidsverzekering en productaansprakelijkheid Recente ontwikkeling inzake aansprakelijkheidsverzekering en productaansprakelijkheid Lunchseminarie 17 november 2016 HUGO KEULERS JO WILLEMS HÉLOÏSE FOSTIER SANDRA LODEWIJCKX MARIJN DE RUYSSCHER Het lijden

Nadere informatie

Analyse van de algemene commentaren ontvangen tijdens de openbare raadpleging die door het IBR werd georganiseerd en standpunt van het IBR

Analyse van de algemene commentaren ontvangen tijdens de openbare raadpleging die door het IBR werd georganiseerd en standpunt van het IBR ONTWERP VAN NORM MET BETREKKING TOT DE CONTRACTUELE CONTROLE VAN KMO S EN KLEINE (I)VZW S EN STICHTINGEN EN DE GEDEELDE WETTELIJK VOORBEHOUDEN OPDRACHTEN BIJ KMO S EN KLEINE (I)VZW S EN STICHTINGEN Analyse

Nadere informatie

Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten] Vorige versie(s)

Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten] Vorige versie(s) Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten] Vorige versie(s) Afdeling IV (art. 1649bis tot 1649octies) ingevoegd bij art. 3 W. 1 september 2004 (B.S., 21 september 2004), met

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2014 S.13.0069.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.13.0069.N M. H. Mr. Pierre Van Hooland, avocaat bij de balie te Brussel, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister

Nadere informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie 23 mei 2016 BESLISSING nr. 2016-6 over de weigering om toegang te geven tot het veiligheidsrapport van de reactor van Doel 3 (FBC/2016/03)

Nadere informatie