STUDIE Fiscaal Recht. VAK Vennootschapsbelasting. ONDERDEEL Voorbeeldverslag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STUDIE Fiscaal Recht. VAK Vennootschapsbelasting. ONDERDEEL Voorbeeldverslag"

Transcriptie

1 STUDIE Fiscaal Recht VAK Vennootschapsbelasting ONDERDEEL Voorbeeldverslag Jaar: Bachelor 3 Periode: Blok 6 Uitgifte:

2 1 Copyright EasyLecture Voorwoord Wij van EasyLecture willen het graag easy houden, daarom hebben wij besloten om een samenvatting te maken waarmee ook jullie, fiscaal recht studenten, heel gemakkelijk de stof kunnen leren. Onze samenvatting is gemaakt aan de hand van de werkgroepen en hoorcolleges. Geld verdienen met leren??? Wij zoeken meer nalezers! Stuur ons een mail bij interesse. Omdat wij de kwaliteit heel belangrijk vinden en overtuigd zijn dat de kwaliteit goed is, hanteren wij vanaf nu een niet-goed-geld-terug-garantie. Deze samenvatting dient als aanvulling en niet ter vervanging van de verplichte stof. Vanzelfsprekend is nadruk en verspreiding van de samenvatting verboden. Ben je van mening dat easy jou heeft geholpen, zorg er dan voor dat je jouw exemplaar niet doorgeeft en daarmee dat wij kunnen blijven bestaan. Bekijk onze website: Like ons op facebook en blijf op de hoogte van eventuele aanbiedingen. Blok 8 verkopen wij de samenvatting Europees en Internationaal belastingrecht Succes met voorbereiden en natuurlijk met je tentamen!

3 2 Copyright EasyLecture INHOUDSOPGAVE 1 Werkgroep Wat is eigen vermogen en wat is vreemd vermogen? Eigen vermogen Onderscheid eigen vermogen en vreemd vermogen Hoe zit het met de leningen uit de casus?... 8

4 3 Copyright EasyLecture 1 WERKGROEP WAT IS EIGEN VERMOGEN EN WAT IS VREEMD VERMOGEN? Eigen vermogen Het kenmerk van eigen vermogen (kapitaal) is dat het eigen vermogen niet als winst wordt aangemerkt. Hetgeen dat als kapitaal in de onderneming van een lichaam wordt gebracht, leidt niet tot vergroting van de winst, terwijl terugbetaling van kapitaal evenmin de winst beïnvloedt. De stortingen, noch de terugbetalingen van het kapitaal vormen immers voordelen uit onderneming als bedoeld in art. 3.8 Wet IB Om de winst van een lichaam zo zuiver mogelijk te berekenen, wordt in de VPB van een materieel kapitaalbegrip uitgegaan. Dat wil zeggen dat niet de vorm of de naam beslissend is voor wat onder kapitaal wordt verstaan. In HR 18 oktober 1950, wordt de kapitaalverstrekking dan ook omschreven als 'hetgeen door de leden aan de vereniging aldus wordt afgestaan, dat het gaat behoren tot het voor de schulden van het lichaam aansprakelijke en in het risico van het bedrijf der vereniging delende vermogen, zonder dat daartegenover voor het lid aanspraken ontstaan, die het karakter hebben van vorderingen, welke met die van andere schuldeisers op één lijn kunnen worden gesteld en waarvan het bedrag ook door eventuele door het lichaam te lijden verliezen niet wordt aangetast'. Vormen van kapitaalinbreng Aandeelhouders, leden, participanten enz. kunnen een lichaam in verschillende vormen kapitaal verschaffen. Hierna volgt een overzicht van de vormen zoals ze zich kunnen voordoen bij een nv of bv in de VPB. We maken onderscheid tussen formeel kapitaal en informeel kapitaal. Formeel kapitaal 1. Nominaal gestort kapitaal Het nominaal gestort kapitaal is het gedeelte van het geplaatste kapitaal dat door de aandeelhouder is volgestort. Indien het nominaal kapitaal in een vreemde valuta luidt (dat is: een andere valuta dan degene die wordt gebruikt voor de berekening van het belastbaar bedrag), wordt het bedrag van de inbreng bij de storting omgerekend in euro's of de valuta die van toepassing is op grond van art. 7, lid 5, Wet VPB Agio Reeds in HR 16 juni 1920, is uitgemaakt dat niet als winst kan worden aangemerkt hetgeen bij uitgifte van aandelen wordt gestort boven het nominaal bedrag en het karakter van kapitaalinbreng heeft. Agio behoort dus tot het voor de VPB gestorte kapitaal. Informeel kapitaal In het HR 3 april 1957, BNB 1957/165* (M.J.H. Smeets) kwam het begrip informeel kapitaal aan de orde. De Hoge Raad overwoog: - 'dat er gevallen zijn, waarin voor de toepassing van het belastingrecht moet worden aangenomen, dat inbreng van kapitaal in een naamloze vennootschap heeft plaatsgevonden, niettegenstaande van een storting op de aandelen geen sprake was en zelfs niet heeft kunnen zijn, omdat het gehele maatschappelijke kapitaal der naamloze vennootschap was geplaatst en door betaling van het nominale bedrag der aandelen was volgestort;

5 4 Copyright EasyLecture - dat zulk een geval zich voordoet, indien een moedermaatschappij als houdster van de aandelen ener dochteronderneming enkel op grond van de voor haar in die hoedanigheid tot de dochteronderneming bestaande verhouding aan deze een voordeel in geld of goederen doet toekomen, dat zij onder gelijke omstandigheden aan een van haar onafhankelijke onderneming niet zou hebben verschaft; - dat toch in dat geval door de dochteronderneming een voordeel wordt genoten, dat zijn oorzaak uitsluitend in de interne verhouding tussen haar en haar aandeelhoudster vindt, waardoor in fiscaal-rechtelijke zin kapitaal wordt ingebracht'. De hierboven weergegeven omschrijving van informeel kapitaal kan worden ontleed in enkele elementen die kenmerkend zijn voor dit begrip. 1. Bij de inbreng van informeel kapitaal vindt geen storting op aandelen plaats. Bij de inbreng van informeel kapitaal is geen sprake van storting op aandelen. Dit in tegenstelling tot onder andere agio dat tegelijkertijd met de storting van het nominaal kapitaal kan ontstaan. 2. De inbreng van informeel kapitaal vindt plaats door de aandeelhouder als zodanig. De inbreng geschiedt door de aandeelhouder als zodanig. Het aan het lichaam ter beschikking gestelde kapitaal is afkomstig van de aandeelhouder in zijn hoedanigheid van aandeelhouder. Treedt de aandeelhouder in een andere hoedanigheid op dan is geen sprake van informeel kapitaal. 3. De inbreng van informeel kapitaal moet bewust geschieden. De aandeelhouder dient zich er bewust van te zijn dat hetgeen door hem wordt ingebracht informeel kapitaal is. Onduidelijk is of ook de vennootschap zich bewust moet zijn van de inbreng van informeel kapitaal. Uit de jurisprudentie valt dit niet af te leiden. Vergelijk in dit verband HR 31 mei 1978, BNB 1978/252* (H.J. Hofstra) en HR 18 februari 1987 waar steeds slechts van bewustheid bij de aandeelhouder wordt gesproken. Verseput merkt hierover op: 'Naar mijn mening is de wetenschap van de vennootschap zonder belang'. Den Boer, Strik en De Vries menen wel dat ook het lichaam zich bewust dient te zijn van de inbreng van informeel kapitaal. Volgens deze auteurs zal bij een voor de vennootschap voordelige transactie dan ook alleen sprake zijn van informeel kapitaal, indien het lichaam het ingebrachte kapitaal in de commerciële boekhouding als (informeel) kapitaal heeft verantwoord. 4. De inbreng van informeel kapitaal speelt zich af in de vermogenssfeer of in de kostenbatensfeer. Informeel kapitaal wordt ingebracht in de vorm van geld of goederen, aldus HR 3 april Deze zinsnede sluit echter niet uit dat inbreng in een andere vorm dan geld of zaken, bijvoorbeeld gratis dienstverlening door een aandeelhouder, plaatsvindt. Inbreng in de vorm van vermogensbestanddelen (geld, goederen maar ook immateriële activa) is inbreng in de vermogenssfeer. Inbreng in de vorm van gratis diensten enz. speelt zich af in de kosten-batensfeer. Bij deze laatste vorm is typerend dat de bevoordeling zich bij de bevoordeelde vennootschap manifesteert in de vorm van een kostenbesparing, terwijl de aandeelhouder opbrengsten (baten) derft. In de volgende twee paragrafen wordt nader ingegaan op de inbreng van informeel kapitaal in de vermogens- en de kosten-batensfeer. Informeel kapitaal in de vermogenssfeer De inbreng van informeel kapitaal in de vermogenssfeer is met het hierboven aangehaalde arrest gesanctioneerd door de Hoge Raad. Met een voorbeeld kan de inbreng in de vermogenssfeer nader worden toegelicht.

6 5 Copyright EasyLecture Voorbeeld: Aandeelhouder X, particulier, levert voor aan zijn bv een machine die een waarde in het economische verkeer heeft van Zowel X als de bv zijn zich bewust van het onzakelijke karakter van de transactie. Omdat de aandeelhouder een particulier is, heeft de transactie geen gevolgen voor zijn inkomen in de zin van de IB. Voor de bv wordt voor de VPB informeel kapitaal geconstateerd tot een bedrag van Boekhoudkundig verwerkt de bv dit als volgt: Machine Aan kas/bank Aan informeel kapitaal Indien de aandeelhouder van de bv zelf ook een bv is, verloopt de uitwerking anders. Uitgaande van dezelfde gegevens met de aanvulling dat de machine op de balans van de aandeelhouder voor is gewaardeerd, dient nu wel een correctie bij de aandeelhouder plaats te vinden. De reden hiervoor is dat de aandeelhouder zelf ook ondernemer is en de onzakelijke handeling zich afspeelt in haar ondernemingssfeer. Met name art. 3.8 Wet IB 2001 noodzaakt tot correctie, omdat de aandeelhouder zich een voordeel heeft laten ontgaan dat zij, had zij zakelijk gehandeld, als winst zou hebben genoten. Boekhoudkundig wordt het voorgaande als volgt verwerkt bij de aandeelhouder/bv: Deelneming dochter * Kas/bank Aan machine Aan winst * * In deze posten is de winstcorrectie verwerkt. De dochter/bv boekt dezelfde journaalpost als in het eerste deel van het voorbeeld. Informeel kapitaal in de kostensfeer De fiscale behandeling van inbreng in de kosten-batensfeer is deels door de jurisprudentie en deels door de wetgever vastgelegd. Onderscheid moet worden gemaakt tussen de situatie waarin de aandeelhouder ter zake van het informeel kapitaal onder het winstregime valt, en de situatie waarin de aandeelhouder geen ondernemer is (of niet als ondernemer optreedt) Onderscheid eigen vermogen en vreemd vermogen Een aandeelhouder kan bij het verstrekken van vermogen aan een vennootschap in meerdere hoedanigheden optreden. Hij kan behalve als aandeelhouder, ook als verschaffer van vreemd vermogen (als crediteur) optreden. Omdat de fiscale gevolgen verbonden aan het verstrekken van eigen en vreemd vermogen verschillen, is het van belang te weten in welke gevallen de verstrekking van vermogen door een aandeelhouder fiscaalrechtelijk als lening dan wel als eigen vermogen moet worden aangemerkt. Het meest opvallende verschil in de behandeling van eigen en vreemd vermogen is de behandeling van de vergoeding voor het ter beschikking stellen van het vermogen. Dividend, de vergoeding over het eigen vermogen, komt niet in mindering op de winst van de uitkerende vennootschap. Rente, de vergoeding over het vreemd vermogen, komt wel ten laste van de winst van de debiteur. Indien de ontvanger van het dividend en de rente een aan de IB onderworpen belastingplichtige is, worden de ontvangen voordelen bij hem direct of indirect belast (hetzij door het daadwerkelijk in aanmerking

7 6 Copyright EasyLecture nemen van de voordelen, hetzij door toepassing van de vermogensrendementsheffing). Indien de ontvanger een aan de VPB onderworpen lichaam is, valt hem eenzelfde behandeling ten deel, behalve voor dividend afkomstig van een vennootschap waarin het lichaam een deelneming heeft. Voor dit dividend geldt doorgaans de deelnemingsvrijstelling. Het blijft dus onbelast. Uiteraard speelt bij het voorgaande de vraag wat onder een geldlening moet worden verstaan. Daarover heeft de Hoge Raad zich uitgelaten in zijn arrest van 8 september 2006, betreffende de kwalificatie van een lening die belanghebbende als debiteur bij één van haar aandeelhouders had opgenomen. In het voor de voormalige kapitaalsbelasting gewezen arrest overweegt de Hoge Raad: 'Noch de omstandigheid dat de geldverstrekking door een onafhankelijke derde niet zou hebben plaatsgevonden zonder dat door belanghebbende of een zustervennootschap zekerheid was gesteld, respectievelijk dat de geldverstrekking is geschied op onzakelijke voorwaarden, noch de omstandigheden dat de terugbetalingsverplichting voorwaardelijk is en dat de terugbetaling onzeker is, ontnemen aan de geldverstrekking het karakter van een geldverstrekking met een daarbij voor de ontvanger geschapen terugbetalingsverplichting. Die terugbetalingsverplichting verleent aan een geldverstrekking het kenmerk van een lening.' Bepalend voor de aanwezigheid van een lening is dus of het geleende bedrag moet worden terugbetaald. Daarbij doet niet ter zake of de terugbetaling voorwaardelijk of onzeker is. Evenmin is van belang of de lening ook door een onafhankelijke derde zou zijn verstrekt en of er zekerheden zijn gesteld. In het verleden heeft een aantal malen ter discussie gestaan of hetgeen onder de naam lening (door een aandeelhouder) aan een vennootschap ter beschikking werd gesteld, ook voor de VPB als lening moest worden behandeld. Uit de rechtspraak valt af te leiden dat de civielrechtelijke vorm waarin de verstrekking van het vermogen heeft plaats gevonden, beslissend is. Rekwalificatie is dus in principe niet mogelijk. Op deze regel zijn echter een drietal uitzonderingen, namelijk als er sprake is van 1. een schijnlening; 2. een bodemlozeputlening; of 3. een deelnemerschapslening. In deze drie gevallen wordt een geldlening fiscaalrechtelijk als kapitaal gezien. Als eenmaal vaststaat dat een geldverstrekking met de civielrechtelijke vorm van een geldlening niet de vorm heeft van een schijnlening, een bodemlozeputlening of deelnemerschapslening, is fiscaalrechtelijk ook sprake van een geldlening. Daarmee staat de behandeling van deze lening overigens nog niet vast. Binnen de fiscaalrechtelijke categorie geldleningen moet namelijk nog onderscheid worden gemaakt tussen 'gewone' leningen en onzakelijke leningen. Schijnlening Een schijnlening doet zich voor als partijen een geldverstrekking naar buiten toe als lening presenteren terwijl zij in werkelijkheid de bedoeling hebben een kapitaalverstrekking tot stand te brengen. Dat wil zeggen: in werkelijkheid is, naar burgerlijk recht beoordeeld, een verstrekking van eigen vermogen tot stand gebracht. Bodemlozeputlening Een bodemlozeputlening is aan de orde indien een aandeelhouder aan zijn deelneming ex art. 13 Wet VPB 1969 een lening verstrekt waaraan voor hem als crediteur (geheel of gedeeltelijk) geen waarde toekomt omdat deze niet (of niet volledig) zal kunnen worden terugbetaald. Deze

8 7 Copyright EasyLecture uitzondering werd geformuleerd in HR 27 januari 1988: 'Van deze regel is ook uitgezonderd het geval dat een belastingplichtige op grond van zijn positie als aandeelhouder in een vennootschap in welke hij een deelneming in de zin van artikel 13 houdt, aan deze vennootschap een geldlening verstrekt onder zodanige omstandigheden dat aan de uit die lening voortvloeiende vordering, naar hem reeds aanstonds duidelijk moet zijn geweest, voor het geheel of voor een gedeelte geen waarde toekomt omdat het door hem ter leen verstrekte bedrag niet of niet ten volle zal kunnen worden terugbetaald, zodat het geheel of gedeeltelijk zijn vermogen voor zover dat niet bestaat uit de aandelen in de dochtervennootschap blijvend heeft verlaten'. In zijn arrest geeft de Hoge Raad vervolgens aan dat voor zover vaststaat dat de lening niet zal kunnen worden terugbetaald, zij deel uitmaakt van de kostprijs van de deelneming. Aan een bodemlozeputlening kan een zakelijk motief zijn verbonden. Dit manifesteert zich als een moedervennootschap aan haar deelneming geld uitleent met het doel dat de deelneming deze gelden zal aanwenden voor het aflossen van niet met de deelneming of de moeder gelieerde crediteuren. Het aflossen van deze crediteuren zal in het zakelijk belang zijn van de moeder bijvoorbeeld als zij in de toekomst nog als afnemer van deze crediteuren wil optreden of als zij haar reputatie als betrouwbare handelspartner wil veiligstellen. Ook in dit geval is evenwel sprake van een bodemlozeputlening die als kapitaal wordt beschouwd omdat de moedervennootschap de geldlening niet zou hebben verstrekt indien de deelneming niet haar dochtervennootschap zou zijn geweest.* Deelnemerschapslening Een deelnemerschapslening doet zich voor als een lening onder zodanige voorwaarden wordt verstrekt dat de crediteur met het door hem uitgeleende bedrag in zekere mate deel heeft in de onderneming van de debiteur. Anders dan de schijnlening en de bodemlozeputvordering is de deelnemerschapslening uitdrukkelijk verankerd in de wet. Zij wordt (in ieder geval vanaf 2007) geacht te vallen onder de tekst van art. 10, lid 1, onderdeel d, Wet VPB 1969 en is dus een lening die onder zodanige voorwaarden is aangegaan dat zij feitelijk functioneert als eigen vermogen van de debiteur. De voorwaarden waarom het in dit verband gaat, zijn uitgewerkt in de rechtspraak. Deze wordt in de volgende paragraaf ter sprake gebracht. De voorwaarden waaraan art. 10, lid 1, onderdeel d, Wet VPB 1969 refereert, zijn, zoals vermeld, uitgewerkt in de rechtspraak. Een belangrijk arrest in dit verband is HR 11 maart Volgens dit arrest dient een deelnemerschapslening aan de volgende kenmerken te voldoen: a. zij draagt een winstafhankelijke rente; b. de hoofdsom waarover zij verschuldigd is, is bij alle concurrente vorderingen achtergesteld; c. de hoofdsom heeft geen vaste looptijd en is slechts opeisbaar in geval van faillissement, surseance van betaling of liquidatie. In latere rechtspraak zijn de kenmerken die zijn vastgelegd in onderdelen a en c enigszins verruimd. HR 25 november 2005, vermeldt in dit verband dat ook sprake is van een winstafhankelijke rente als de vergoeding over de lening voor ten minste 7/8-deel van de winst afhankelijk is (dat wil zeggen: vrijwel geheel winstafhankelijk is). Daarnaast is in dit arrest beslist dat kenmerk c ook is vervuld als de looptijd van de lening meer dan vijftig jaren bedraagt. Onzakelijke geldlening Indien een lening fiscaal niet tot kapitaal wordt gekwalificeerd, wordt de civielrechtelijke vorm van de lening ook fiscaal gevolgd. Zoals vermeld betekent dat echter niet dat daarmee de behandeling van deze categorie geldleningen vaststaat. Binnen deze categorie moet namelijk worden

9 8 Copyright EasyLecture onderscheiden tussen geldleningen die het gewone fiscale regime voor geldleningen volgen en zogenoemde onzakelijke geldleningen die aan een afwijkend fiscaal regime zijn onderworpen. In HR 25 november 2011 zijn de belangrijkste regels die gelden voor de onzakelijke geldlening (of beter: de geldlening met een onzakelijk debiteurenrisico) vastgelegd. In dit arrest geeft de Hoge Raad tevens aan welke plaats de onzakelijke geldlening inneemt ten opzichte van de hiervoor behandelde gerekwalificeerde geldleningen en de overige geldleningen. Uit de rechtspraak die tot nog toe is gewezen over de onzakelijke geldlening valt op te maken dat een onzakelijke geldlening niet alleen kan worden verstrekt door een moeder aan een dochtermaatschappij, maar ook omgekeerd door een dochter aan een moeder of nog anders: tussen zustermaatschappijen. Om te bepalen of een lening onzakelijk is kan worden gekeken naar de volgende elementen met betrekking tot het debiteurenrisico: - Is er sprake van een zakelijke rente? - Zou een onafhankelijke derde hetzelfde rentepercentage vragen? - Zou een onafhankelijke derde dezelfde risico s aanvaarden? 1.2 HOE ZIT HET MET DE LENINGEN UIT DE CASUS? Gas NV leent 100 miljoen uit aan Finance AG Hier is sprake van een deelnemerschapslening: - De rente is winstafhankelijk; - De lening is achtergesteld bij de ander schuldeisers van Finance AG; - De looptijd is 55 jaar (dit is langer dan 50 jaar). De journaalpost ziet er dan als volgt uit: Kapitaalstorting aan kas Gas NV leent 50 miljoen uit aan Pompstation BV tegen een rente van 3%. De rente die de bank zou vragen (zakelijke rente) is 8%. - 3% van 50 miljoen is 1,5 miljoen - 5% van 50 miljoen is 2,5 miljoen Gas NV verkrijgt de rente. De journaalposten voor Gas NV zien er als volgt uit: Kas Aan rente Deelneming Aan rente Pompstation BV betaalt de rente. De journaalposten voor Pompstation BV zien er als volgt uit: Rente Aan kas Rente Aan kapitaal

10 9 Copyright EasyLecture Gas NV leent 25 miljoen uit aan Schaliegas BV tegen een rente van 10%. De marktrente is 5%. In een normale situatie zou de journaalpost voor Gas NV er als volgt uit zien: Kas Aan rente Omdat er geen zakelijke rente wordt gehanteerd wordt de journaalpost als volgt gecorrigeerd: Kas Aan rente Aan (verkapt) dividend De journaalpost voor Schaliegas BV ziet er als volgt uit: Rente Dividend Aan kas Gas NV maakt 1 miljoen kosten om gas aan Voetbalclub Vitesse te leveren. Ze hadden het gas ook kunnen verkopen tegen een prijs van 1,5 miljoen. De kosten worden afgetrokken van de winst. De journaalpost voor Gas NV ziet er als volgt uit: Dividend Aan winst Vitesse krijgt gratis gas. De journaalpost bij Vitesse ziet er als volgt uit: Verwarmingskosten Aan kapitaal

11 10 Copyright EasyLecture 2 HOORCOLLEGE 21/03/ INLEIDING Tijdens dit vak kijken we voornamelijk naar het positieve recht. Er komt ook steeds meer aandacht voor de morele kant van de vennootschapsbelasting. Dit heeft met name betrekking op de belastingheffing bij de grote ondernemingen. Huishoudelijke mededelingen Zoals we gewend zijn is dit vak opgebouwd uit onderwijsgroepen, practica en hoorcolleges. Dit vak zijn er zeven problemen, dit omdat er één onderwijsgroep wegvalt door tweede paasdag. Dit vak zijn er vier practica. De eerste betreft het bachelorwerkstuk. Verder moeten we een noot, advies en tentamenvraag (met antwoord) maken. Er zijn vijf hoorcolleges van vier uur. 2.2 RELATIE IB & VPB Belang Vpb In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is de vennootschapsbelasting niet de grootste belastingopbrengst. De loon- en inkomensheffing, premies en omzetbelasting hebben een grotere opbrengt. De vennootschapsbelasting brengt zo 16 a 17 miljard per jaar op. In het jaar 2017 liep de vennootschapsbelasting iets terug met vergelijking tot Dat komt omdat er voor 2016 heel veel voorlopige aanslagen waren opgelegd. De belastingdienst had wat achterstand met het verwerken daarvan. In 2016 hebben ze dus een inhaalslag gemaakt. Het is echter wel zo dat de vennootschapsbelasting een belangrijke rol speelt voor de internationale bedrijven om te bepalen waar zij hun onderneming willen vestigen. Zo biedt Nederland tax rulings. Ze maken afspraken met bedrijven over hoeveel belasting ze moeten betalen. Dit geeft de bedrijven zekerheid. Internationaal gezien is Nederland een belastingparadijs, en dus een aantrekkelijke vestigingsplaats. Andere landen zijn het vaak niet eens met dit systeem. Nederland is echter niet het enige land dat aantrekkelijk is. Onze grootste concurrenten zijn Ierland en Luxemburg. De internationale afspraken komen steeds meer in het nieuws. Een voorbeeld hiervan is Apple. Apple wordt beticht van verboden staatssteun door Ierland. Apple moet van de Europese Commissie 13 miljard terugbetalen. In perspectief: in Nederland brengt de vennootschapsbelasting 16 miljard per jaar op. Nederland is hiervoor ook aangesproken, bijvoorbeeld over de afspraken met Starbucks. Het percentage voor de vennootschapsbelasting is 25%. Effectief betalen grote bedrijven echter 0 5% Kenmerken Vpb Subject: Wie is er aan onderworpen? Dat zijn de lichamen. Een lichaam hoeft niet perse een rechtspersoon te zijn. De Vpb wordt geheven bij wege van aanslag. Het is een directe belasting. In formele zin wil dat zeggen dat je een aanslag krijgt van de inspecteur. Economisch wil dat zeggen dat degene die de belasting moet betalen, dus degene die de aanslag krijgt ook degene zou moeten zijn die de belasting draagt.

12 11 Copyright EasyLecture Object: De vennootschapsbelasting wordt geheven over de winst. In de Wet Vpb zit een schakelbepaling. Artikel 8 Vpb verwijst naar de Wet Inkomstenbelasting voor het bepalen van de winst. Tarief: Over de eerste schijf betaal je 20%, over de tweede schijf betaal je 25%. In 2017 is de eerste schijf tot Dit loopt wel op. In 2021 zal dit zijn. Het verloop van deze verhoging ziet er als volgt uit: Jaar Eerste schijf Samenwerkingsverbanden A is een natuurlijk persoon. Hij heeft zijn eigen BV. A is onderworpen aan de Inkomstenbelasting. De BV is onderworpen aan de vennootschapsbelasting. Er wordt vaak gekozen voor een BV. Dat kan zijn voor de beperkte aansprakelijkheid. Maar in de praktijk is dat niet helemaal waterdicht, als je een fout maakt kun je dat niet altijd op je BV schuiven. Het marginale tarief kan voor goed draaiende ondernemingen lager zijn in de Vpb dan in de IB. Het toptarief in de IB is 52% en in de Vpb is dat 25%. Natuurlijk zijn er nog wel vrijstellingen enzovoort. Maar voor grote ondernemingen is het voordeliger om een BV te hebben. B en C richten samen een VOF op. Als er winst wordt gemaakt gaan B en C belasting betalen. Dit is omdat de VOF transparant is. Voor de belastingheffing kijken we door de VOF heen. B en C betalen inkomstenbelasting. D en E kiezen ervoor om allebei een eigen BV op te richten en die BV s gaan samen een VOF aan. De VOF is transparant dus de winst wordt toegerekend aan de BV s. De BV s zijn onderworpen aan de Vpb. Als ieder zijn eigen BV heeft kun je je er allebei zelf voor kiezen om de winst op te potten of juist uit te keren. Ook kunnen ze allebei zelf bepalen hoeveel loon ze krijgen als ze bij hun eigen BV in loondienst zijn. Voor een VOF geldt dat de VOF transparant is, dat betekend dat B en C belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting. Rechtsgrond Vpb Er is maar een slechte rechtsgrond voor het heffen van Vpb. Er valt wel iets voor te zeggen om geen Vpb te heffen. We hebben ook al inkomstenbelasting. Waarom zou je dat ook nog eens met

13 12 Copyright EasyLecture vennootschapsbelasting willen heffen? Lichamen kunnen geen belasting dragen, je kan je BV geen pijn doen, maar je raakt altijd de achterliggende persoon. De BV is een gedachtenconstructie van mensen. Je ziet toch in alle landen een Vpb. Waarom dan toch Vpb? - Als je alleen belasting heft bij winstuitkering kan de belastingbetaling (IB) heel lang worden uitgesteld. En kan de belastingheffing uiteindelijk zelfs verdwijnen door bijvoorbeeld grensoverschrijding. - Niet alle aandeelhouders zijn binnenlands belastingplichtig. - Een open-nv heeft een institutioneel karakter. - Het past om volgens de belastingbeginselen in het bronland te heffen. Je maakt gebruik van de faciliteiten in een land, daarbij past het om in dat land de belasting te heffen. Ieder land kent dus wel een Vbp, maar niet ieder land hanteert hetzelfde systeem. We kennen de volgende systemen. Deze worden zo uitgewerkt aan de hand van voorbeelden. - Klassieke stelsel - Stelsel van volledige integratie - Verrekening stelsel Functie van de Vpb ten opzichte van de IB. Je kan cumulerend heffen. Dit is een economische dubbele heffing. Een voordeel wordt twee keer bij verschillende personen belast. Zo vindt er een soort discriminatie plaats. Arbeidsinkomen wordt maar een keer belast. Dat geldt ook voor huur en rente. Deze worden ook maar één keer belast. Dividend wordt wel twee keer belast. Kapitaalmarkten worden daar enorm door beïnvloed. Juridische dubbele heffing als een voordeel twee maal bij dezelfde persoon wordt belast. Je kan ook complementair heffen. De Vpb kan worden gezien als een voorheffing op de inkomstenbelasting. Je verrekend de Vpb dan met de IB. Je kan ook kiezen voor verrekening bij de uitkering van dividend. Klassiek stelsel Vennootschap: Winst Vpb (40%) 400 -/- Winst na Vpb 600 Dividend 300 Winstreservering 300 Aandeelhouder: Dividend IB (30%/60%) /- Besteedbaar Schatkist Vpb (40%) IB (30%/60%) Schatkist Voor de inkomstenbelasting maken we onderscheid tussen een arme aandeelhouder die 30% belasting betaalt en een rijke aandeelhouder die 60% belasting betaalt.

14 13 Copyright EasyLecture Dit laat zien dat de arme aandeelhouder veel te veel belasting betaald. Over al zijn inkomen betaald hij 30%, maar over het inkomen dat gegenereerd is bij de vennootschap betaald hij 49%. Want 49% van is 490. Terwijl de rijke aandeelhouder slechts 58% (58% van is 580) betaalt over het inkomen van de vennootschap, terwijl hij over zijn overige inkomen 60% betaalt. In het systeem zit dus iets merkwaardigs. In Nederland hanteren we ook dit systeem. In het college werd de opgave meegegeven om te berekenen wat er gebeurd als we alles uitkeren in plaats van de helft. Hieronder geven we dat ter voorbeeld: Vennootschap: Winst Vpb (40%) 400 -/- Winst na Vpb 600 Dividend 600 Winstreservering 0 Aandeelhouder: Dividend IB (30%/60%) /- Besteedbaar Schatkist Vpb (40%) IB (30%/60%) Schatkist Opmerkelijk is dat de arme aandeelhouder nu 58% (!) over de winst van de vennootschap betaald. Dat is niet te vergelijken met de 30% die hij over zijn andere inkomen betaald. De rijke aandeelhouder betaalt 76% over de winst van de vennootschap. In plaats van minder betaalt hij nu meer dan zijn tarief voor de inkomstenbelasting. Stelsel van volledige integratie Dit is helemaal het andere uiterste en sluit niet meer aan bij het uitkeren van dividend. Hier wordt eigenlijk gezegd dat de vennootschap transparant is. De aandeelhouder betaald over de volledige winst. De betaalde Vpb wordt gezien als voorheffing. Vennootschap: Winst Vpb (40%) 400 -/- Winst na Vpb 600 Dividend 300 winstreservering 300 Dit zijn dezelfde veronderstellingen die we net hadden.

15 14 Copyright EasyLecture Aandeelhouder: Inkomen IB (30%/60%) Belastingtegoed /- Te betalen Besteedbaar Schatkist Je ziet dat de belastingdruk bij de arme aandeelhouder precies gelijk is aan de belastingdruk op de rest van zijn inkomen. Alles wordt belast tegen 30%. Het systeem werkt dus neutraal. Ook de rijke aandeelhouder betaalt hetzelfde als hetgeen hij over de rest van zijn inkomen betaalt. Theoretisch is het een heel mooi systeem. Er zitten echter een heleboel praktische bezwaren aan. Je wordt belast voor de winst van je vennootschap, ongeacht of er wat wordt uitgekeerd. Als je ib-tarief hoger is je vpb-tarief moet je dus bij betalen. Dit systeem werkt mooi als je het hele jaar aandeelhouder bent. Maar als je in een jaar 10 verschillende aandeelhouders hebt, moet je de winst in 10 stukjes gaan knippen. Dat is praktisch onhaalbaar. Verrekening Dit is een soort tussenweg. Het verrekeningsstelsel sluit aan bij het moment van de winstuitdeling. Je hebt hier allerlei varianten van. Zo zijn er landen met een gesplitst tarief. De uitgedeelde winst wordt lager belast dan de inhouden winst. Ook kan er naar de dividendaftrek worden gekeken. Als je dividenden uitkeert mag je dat in mindering brengen op je winst. Dat zou betekenen dat als je al je winst uitkeert dat je vpb-grondslag nul is. Je kan het ook integreren op aandeelhoudersniveau. Een deel van het dividend kan worden vrijgesteld. We hebben dit heel lang in Nederland gehad voor kleine bedragen (de eerste 500 gulden). Het gaat dus om het verrekenen van de vpb met de inkomstenbelasting. Je kan het geheel (volledig) verrekenen of gebruik maken van een partiële Vpb-verrekening. Heel veel landen hebben een verrekeningsstelsel gehad. Hoe gaat het verrekeningsstelsel in zijn werk? Kijk goed naar deze berekeningen. Het zou wel eens terug kunnen komen op het tentamen (docent). Volledige verrekening: Vennootschap: Winst Vpb 40% 400 -/- Winst na vpb 600 Dividend` 300 Winstreservering 300

16 15 Copyright EasyLecture Aandeelhouder Dividend Brutering /- Inkomen IB (30%/60%) Belastingtegoed / Schatkist De aandeelhouder krijgt dividend van 300, hij moet daar eerst de vpb bij optellen die op die 300 heeft gedrukt. Dus hoeveel vpb is er betaald voordat de vennootschap 300 kon uitkeren. De winst na vpb is 600, de helft is uitgekeerd, daar drukt ook de helft van de vpb op. De helft van 400 is 200. Er moet belasting worden betaald over het inkomen. Maar de algemeen geheven vennootschapsbelasting wordt teruggegeven aan de aandeelhouder. Het systeem lijkt heel evenwichtig maar steeds meer landen in Europa hebben dit systeem afgeschaft omdat het slecht werkt in grensoverschrijdende situaties. Want als het woonland anders is als het bronland, zal het bronland de vpb niet terug willen geven omdat ze de IB niet heffen. Het woonland zal ook niet terug willen geven omdat ze nooit Vpb hebben geheven. Dit heeft geleid tot geschillen bij het HvJEU, het Hof heeft gezegd dat er gevallen zijn waarin het woonland toch moet teruggeven, maar dat is niet hoger dan de inkomstenbelasting die is geheven. CONCLUSIE: De vpb is een directe belasting van winst van lichamen. Nederland en de meeste EUlidstaten hebben een klassiek stelsel. 2.3 SUBJECTIEVE BELASTINGPLICHT In hoofdstuk 1 van de Vennootschapsbelasting vind je wie subjectief er belastingplichtig is. Dat geldt voor de binnenlandse belastingplichtige en voor de buitenlandse belastingplichtige. De rest van de Vpb gaat over het object van heffing. Voor de binnenlandse belastingplichtige staat het object van heffing in hoofdstuk 2. Voor de buitenlandse belastingplichtige staat het object van heffing in hoofdstuk 3. De vennootschapsbelasting wordt geheven over de winst. En het is een belasting die wordt geheven bij lichamen. Dat hoeft niet perse een rechtspersoon te zijn. Artikel 1 Vpb verwijst naar een directe belasting, dat wil zeggen dat degene die de belasting betaald wordt geacht degene te zijn die de belasting draagt. De Vpb geeft zelf geen omschrijving van een lichaam en geeft ook geen kenmerken. De Vpb geeft een opsomming van lichamen die onderworpen zijn aan de Vpb. Deze staan vermeld in artikel 2 en 3 Vpb. In artikel 2 Vpb staan ook een aantal ficties die voor de heffing van de vpb heel erg van belang zijn. Artikel 2 Vpb binnenlandse belastingplichtige - Lid 1, letter a: NV, BV en open-cv, andere vennootschappen op aandelen. Dat laatste kan zijn een vennootschap die volgens buitenlands recht is opgericht maar in Nederland is gevestigd. Een open-cv is een Commanditaire Vennootschap. Dit is een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid. De CV kan zo zijn ingericht dat

17 16 Copyright EasyLecture toetreding alleen kan plaatsvinden met toestemming van alle vennoten. Als dit zo is dan is het gericht op persoonlijke samenwerking en is het niet onderworpen aan de vennootschapsbelasting. Dit is een gesloten-cv. Maar als je de belangen kan vervreemden zonder toestemming van de vennoten zou dit oneigenlijke concurrentie met de BV en de NV kunnen zijn, daarom is de open-cv onderworpen aan de Vpb. - Lid 1, letter b: Coöperatie. Dit zijn samenwerkingsverbanden, komt met name voor in de agrarische sector. Maar ook de Rabobank is een Coöperatie. En je ziet heel veel belastingconstructies met coöperaties omdat een coöperatie heel vaak niet onderworpen is aan de inhouding van dividendbelasting. - Lid 1, letter c: Onderlinge waarborgmaatschappijen. Bijv. verenigingen die zich bezighouden met verzekeringen. - Lid 1, letter d: Verenigingen/stichtingen in de volkshuisvesting. Dat zijn de woningcoöperaties. Een voorbeeld daarvan is Vestia. Vestia is de afgelopen jaren veel in het nieuws geweest omdat ze zich bezig hield met derivaten. Daarmee heeft ze een gigantisch verlies geleden. - Lid 1, letter e: Verenigingen en stichtingen, indien en voor zover een onderneming wordt gedreven. - Lid 1, letter f: Fondsen Voor Gemene Rekening. Lijkt op een NV maar dan zonder rechtspersoonlijkheid. - Lid 1, letter g: Publiekrechtelijke rechtspersonen voor zover zij een onderneming drijven. Dit is met ingang van 2015 zo. Dat is om oneigenlijke concurrentie te voorkomen. Stel dat de gemeente een hoveniersbedrijf begint, die zich ook richt op tuinen en sportvelden. Als die niet onderworpen was aan de Vpb zou dit tot oneerlijke concurrentie met andere hoveniersbedrijven. - Lid 2: Ondernemingen gedreven door de Staat. Tijdens de parlementaire behandeling kwam zelfs de vraag of de belastingdienst onderworpen moest zijn aan de Vpb. Dit gaat wel erg ver, en is gewoon een vorm van werkverschaffing. J Tijdens het tentamen zal er geen vraag gesteld worden over lid 2 (ondernemingen gedreven door de Staat) Verenigingen en stichtingen zijn alleen maar onderworpen aan de Vpb indien en voor zover zij een onderneming drijven. Wanneer drijf je een onderneming (artikel 2 lid 1 onder e Vpb)? Dat is op dezelfde wijze vormgegeven als voor de IB. Uit de jurisprudentie blijkt dat er sprake moet zijn van: 1. Een duurzame organisatie: eenmalig iets doen wil niet zeggen dat je onderworpen bent aan de Vpb. 2. Van kapitaal en arbeid: een stichting die alleen belegt (dus heeft alleen kapitaal) is niet onderworpen aan de Vpb. 3. Gericht op deelname aan het economisch verkeer: een studentenvereniging met een besloten karakter is niet gericht op deelname aan het economisch verkeer. Maar als die vereniging een café gaat beheren, waar iedereen welkom is wordt ze wel vpb-plichtig. 4. Met oogmerk om winst te behalen: dit wordt door de Hoge Raad geobjectiveerd, als je winst maakt wordt je ook geacht is te beogen. In je statuten opnemen ik streef niet naar winst, is onvoldoende om buiten de vennootschapsbelasting te blijven. Artikel 4 Vpb voegt nog toe: de vereniging die in concurrentie treedt met andere ondernemingen die wel vpb-plichtig zijn, is ook Vpb plichtig. Dat geldt ook voor verenigingen of stichtingen die zich bezighouden met het verzorgen van pensioenen en vut-uitkeringen.

18 17 Copyright EasyLecture Vb. Efteling-arrest Is de Efteling onderworpen aan de Vpb? Het statutaire doel van de Efteling was de lichamelijke ontwikkelingen van inwoners van de gemeente. En het bevorderen van het toerisme in de gemeente. Volgens de statuten was er dus sprake van een ideëel doel. Hoge Raad: - Gaan de soort en omvang van de activiteiten ten koste van andere ondernemingen die wel onderworpen zijn aan de Vpb met dezelfde activiteiten? - Op nog geen 50 km gelegen van de Efteling lagen andere recreatieparken die wel Vpb-plichtig waren. De Efteling treedt dus in concurrentie. Het feit dat de Efteling niet Vpb-plichtig is, zou leiden tot een ongewenste bevoordeling van de Efteling. De Efteling is subjectief belastingplichtig. Voor de belastingheffing van artikel 2 gaat het om lichamen die in Nederland zijn gevestigd. Maar wanneer ben je nu in Nederland gevestigd? Artikel 4 lid 1 AWR: of een lichaam gevestigd in Nederland is afhankelijk van de omstandigheden. De Hoge Raad gaf als invulling dat de plaats van de feitelijke leiding van belang is. Dit is de plaats waar de belangrijke bestuursbesluiten plaatsvinden. Meestal is dat de plaats waar de directie woonachtig is. Vaak wordt natuurlijk geprobeerd om een lichaam inwoner te laten zijn van een tax-haven. Artikel 2 lid 4 Vpb: dit is een belangrijke fictie: als je naar Nederlands recht bent opgericht ben je voor de heffing van de Vpb altijd binnenlands belastingplichtig, dus belastingplichtig in Nederland. Een Engelse Ltd. is in Nederland belastingplichtig als hij hier zijn onderneming drijft op grond van de AWR. Een naar Nederlands opgerichte BV dat als zijn activiteiten in Engeland heeft is ook in Nederland belastingplichtig op grond van de Vpb. Dat kan wel zorgen voor een dreiging van dubbele of soms zelfs driedubbele heffing. De oplossing daarvoor wordt gegeven in belastingverdragen. Het verdrag zegt waar je inwoner bent. Je bent voor verdragstoepassing inwoner in een bepaald land. Dat land mag dan heffen. Dat land kan er alleen maar over heffen als het nationale recht daar mogelijkheid voor biedt. Er moet dus aan twee voorwaarden zijn voldaan: het verdrag moet heffing toestaan, en de nationale wetgeving moet de toepassing mogelijk maken. Deze fictie geldt niet voor alle bepalingen voor de Vpb, voor bepaalde artikelen wordt de fictie uitgesloten. Dat is bijvoorbeeld voor de toepassing van de deelnemingsvrijstelling en het regime van de fiscale eenheid. Vermogensetikettering Voor de opgesomde lichamen in artikel 2 lid 1 onder a, b, c en d Vpb, veronderstellen we dat ze voor hun gehele vermogen onderneming drijven. Dan heb je dus niet meer het vraagstuk van vermogensetikettering. Dit staat in artikel 2 lid 5 Vpb. Bij de verenigingen en stichtingen hebben we wel te maken met het vraagstuk van vermogensetikettering. Deze staan ook niet genoemd in de opsomming. Hier moeten we ons wel de vraag stellen of iets tot het ondernemingsvermogen hoort of tot de particuliere sfeer. Dat onderscheid maken hoeft niet altijd voordelig te zijn. Bijvoorbeeld als je met je belaste activiteiten winst maakt en met de niet belaste activiteiten juist verlies. De winst wordt dan belast, maar het verlies is niet aftrekbaar.

19 18 Copyright EasyLecture Voor culturele instellingen is er een bijzondere bepaling. Artikel 2 lid 9 Vpb: Culturele instellingen kunnen er voor kiezen om onderneming te drijven voor hun gehele vermogen. De keuze die ze maken geldt wel voor 10 jaar. Ze kunnen dus niet ieder jaar wisselen. Zie ook artikel 5b lid 4 AWR. Artikel 3 Wet Vpb Buitenlandse belastingplichtigen Ook hier kennen we een opsomming van de belastingplichtigen: - Lid 1, letter a: Verenigingen en andere rechtspersonen - Lid 2, letter b: Open-CV en andere kapitaalvennootschappen - Lid 1, letter c: doelvermogens, dit zijn bijvoorbeeld buitenlandse Trusts. Hier zit vermogen in. - Lit 1, letter d: antimisbruikbepaling voor lichamen in de Nederlandse Antillen (hoef je niet te weten voor het tentamen) Voor deze entiteiten geldt dat ze belast worden voor het Nederlands inkomen dat ze genieten. Lid 2 en 3 bevatten een non-discriminatiebepaling voor de buitenlandse verenigingen en stichtingen. Hoe ziet dat er nu uit? Voor binnenlandsbelastingplichtigen. Een voorbeeld: BV M heeft een dochter in Nederland (BV D1) en heeft in Engeland een filiaal (vaste inrichting), een dochter (Ltd. D2) en onroerend goed. Als je binnenlands belastingplichtig bent wordt belasting geheven overeenkomstig hoofdstuk 2. BV M wordt belast over het wereldinkomen, waar je het ook verdient. Er zijn bepalingen die op dit beginsel inbreuk maken. BV M houdt alle aandelen van BV D1, de winst wordt dan enkel belast bij BV D1, in verband met de toepassing van de deelnemingsvrijstelling. Als D2 winst maakt wordt dat ook niet bij M belast, ook dankzij de deelnemingsvrijstelling. Het filiaal wordt ook niet meer (sinds 2012) belast, daar kennen we een quasi-objectvrijstelling voor. Resultaten (winsten en verliezen) voor onroerende zaken kunnen ook buiten de heffing worden gehouden. De uitzondering daarop zijn de liquidatieverliezen. Voor buitenlandse belastingplichtigen (hoofdstuk 3 Vpb) ziet dat er anders uit. Het feit dat M en D1 winst maken in Engeland is niet van belang voor de Nederlandse belastingplicht. BV D2 moet in Nederland belasting betalen. Onder heel bijzondere omstandigheden is de Engelse M onderworpen aan de Nederlandse Vpb voor voordelen die ze haalt met D2. Dit komt later nog verder ter sprake.

20 19 Copyright EasyLecture Voor de V.I. geldt dat de M daar in Nederland belasting over moet betalen. Oprichting/vestiging Nederlands recht Vreemd recht NL gevestigd Binnenlands belastingplichtig Binnenlands belastingplichtig Verdragsland gevestigd Beperkt binnenlands Buitenlands belastingplichtig belastingplichtig Niet-verdragsland gevestigd Binnenlands belastingplichtig Buitenlands belastingplichtig Subjectieve vrijstellingen - Artikel 5 Vpb: voor lichamen met een sociaal motief o Landgoederen, pensioenfondsen, zorginstellingen, landbouw, onderlinge schadeverzekeringen, uitvaarten, ziektekostenverzekeraars, uitvoerders verzekeringswetten, bibliotheken - Artikel 6 Vpb: beperking administratieve lasten bij verenigingen of stichtingen met hele kleine winst. De winst mag dan in het lopende jaar maximaal zijn, of in de vier voorgaande jaar maximaal Zie artikel 2 lid 1 onder e en artikel 3 lid 2 Vpb. - Artikel 6a Vpb: voor beleggingsinstellingen, voornamelijk met oog op de concurrentie. CONCLUSIE: - Sommige lichamen zijn subjectief belastingplichtig op grond van hun rechtsvorm. Dit geldt bijv. voor de NV en de BV. - Sommige lichamen zijn slechts subjectief belastingplichtig op grond van activiteiten (drijven van een onderneming). Geldt voor stichtingen en verenigingen. - Onderscheid tussen subjectieve binnenlandse versus buitenlandse belastingplicht van de belang voor het object van heffing. 2.4 OBJECTIEVE BELASTINGPLICHT We splitsen dit toe op de objectieve belastingplicht van binnenlandse belastingplichtigen. Ogenschijnlijk is het heel simpel. We kijken naar de systematiek aan de hand waarvan de winst wordt bepaald. In de praktijk en tentamenvragen leidt het echter tot heel veel fouten. Het gaat met name om het zakelijk en onzakelijk handelen. Wanneer ligt iets in de ondernemingssfeer of wanneer ligt iets in de kapitaalsfeer van de vennootschap? En wat zijn de gevolgen daarvan? We kijken naar het verschil tussen totaalwinst en jaarwinst. En de (informele)kapitaalstortingen en (verkapte)onttrekkingen.

21 20 Copyright EasyLecture Jaarwinst vs. totaalwinst De totaalwinst dat is het voordeel dat gedurende de gehele subjectieve belastingplicht van het lichaam wordt gerealiseerd. Die totaalwinst moeten we verdelen en toerekenen aan verschillende jaren (jaarwinst), aan de hand van goedkoopmansgebruik. Vpb gaat nagenoeg alleen over het bepalen van de totaalwinst. Aan het einde van de onderneming vindt een eindafrekening van de voordelen die nog niet tot uitdrukking zijn gekomen plaats. Voor de voorperiode geldt dat de BV pas belastingplichtig is bij oprichting. De resultaten van de voorperiode worden toegerekend aan de eerste dag van oprichting. De winst uit de voorperiode is dus ook gewoon belast. De totaalwinst wordt toegerekend aan verschillende boekjaren. Het boekjaar is over het algemeen gelijk met het kalenderjaar. Je mag ook een ander boekjaar aanhouden. Voor de IB zijn daar vereisten voor, voor de Vpb zijn er geen vereisten, zie ook artikel 7 lid 5 Vpb. Je mag voor de Vpb gewoon kiezen hoe je de boekjaren aanhoudt. Ook mag je voor de Vpb een andere valuta gebruiken. De commerciële jaarrekening moet in dezelfde vreemde valuta zijn, en de aard van de onderneming moet het hanteren van een vreemde valuta rechtvaardigen. Je moet je keuze maken voor ten minste 10 jaar. Natuurlijk moet de belasting wel in euro s worden overgemaakt aan de belastingdienst. Artikel 7 Vpb: belastbaar bedrag Jaarwinst A Aftrekbare giften B -/- Belastbare winst A B Te verrekenen verliezen C -/- Belastbaar bedrag A B C De aftrekbare giften is in de Vpb niet zo n grote post. Dat komt omdat wat in de inkomstenbelasting als gift wordt aangeduid, in de Vpb vaak als reclamekosten is aangemerkt. Als een vennootschap een gift geeft zal dat vaak een bepaald doel hebben. Een negatieve winst wordt aangeduid als een verlies. Je kunt een verlies verrekenen met het jaar ervoor (carry back) of je kunt het in de komende 9 jaar verrekenen (carry forward). Dit kan er dus voor zorgen dat je totaal van je jaarwinsten hoger is dan je totaalwinst. Artikel 8 Vpb wijst naar artikel 3.8 Wet IB (totaalwinst) en naar artikel 3.25 Wet IB (goedkoopmansgebruik). De schakelbepaling geldt, tenzij: - De wet anders bepaalt. Deze uitzondering is heel belangrijk, een voorbeeld hiervan is de deelnemingsvrijstelling. Die geldt wel in de Vpb maar niet in de IB. - Verschil in wezen tussen belastingplichtigen in de IB en de Vpb. Een voorbeeld zou kunnen zijn als er fouten zijn gemaakt in de bepaling van de jaarwinst door onjuist voorraad waardering.

22 21 Copyright EasyLecture Artikel 3.8 Wet IB: Winst uit onderneming is het bedrag van gezamenlijke voordelen die onder welke naam en in welke vorm dan ook, worden verkregen uit een onderneming. Hieruit volgt dat winst at arm length wordt vastgesteld, alsof het onafhankelijke derden zijn. Dit is gecodificeerd in artikel 8b Wet Vpb. De naam doet er niet toe, het gaat erom in welke vorm je het hebt gekregen over verkocht/gegeven. Het gaat om: - Verrekenprijzen tussen verbonden lichamen - OECD Transfer Pricing Guidelines: deze richtlijn geeft aan hoe je moet toetsen of de prijzen at arm length zijn. Je kunt kijken naar de prijs die wordt gehanteerd wordt bij derden, of je kunt rekenen met een percentage enzovoort. - Documentatieverplichting. De bedrijven moeten documenteren hoe ze tot de prijs zijn gekomen. De verwijzing naar at arms length handelen is in de wet opgenomen onder internationale druk. Andere landen vonden dat Nederland bedrijven bevoordeelde bij de verrekenprijzen tussen verbonden lichamen. Artikel 3.25 Wet IB: De winst van een vennootschap kun je op twee manieren bepalen. 1. Resultatenrekening: je maakt een winst-en-verliesrekening, aan de hand daarvan bepaal je de winst. Winst en verliesrekening Baten Winst Lasten XXX XXX Het verschil tussen de baten en de lasten is de winst. 2. Een andere manier is de vermogensvergelijking Eindevermogen 31/12 A Beginvermogen 1/1 B -/- Vermogensmutatie C Kapitaalstortingen D -/- Onttrekkingen E + Winst F Bij kapitaalstortingen wordt het vermogen wel vergroot maar dit is geen winst. Bij onttrekkingen wordt het vermogen wel kleiner, maar dit is geen verlies. Uit beide systemen moet dezelfde winst komen Kapitaalstorting Wat verstaan we onder kapitaalstortingen in de Vpb? - Nominaal gestort kapitaal (=formeel kapitaal). Dit is het kapitaal dat wordt gestort op basis van de statuten van de vennnootschap. - Agio (=formeel kapitaal) - Informeel kapitaal, dat is: o Geen storting op aandelen o Bewust voordeel doen toekomen. Bijv. de DGA verkoopt zijn pand voor een te lage prijs aan de vennootschap. Dit is een kapitaalstorting, want de vennootschap wordt hierdoor bevoordeeld.

23 22 Copyright EasyLecture o Op grond van vennootschappelijke verhoudingen Voorbeeld van een informele kapitaalstorting: X verkoopt een winkelpand met marktwaarde van voor aan BV A. Er is hier een bevoordeling van de vennootschap. Die vloeit voort uit de relatie tussen de BV en de aandeelhouder. Journaalpost bij BV A voor de heffing van de Vpb: Pand Aan kas Aan kapitaal Als de BV de volgende dag het pand verkoopt maakt de BV ook geen winst. Als hulpmiddel kun je de transactie verzakelijken. Bij een zakelijke transactie zou je pand aan kas boeken. In principe maakt de DGA dan over aan de BV. Dat is kas aan kapitaalstorting. Dat maakt bij elkaar weer de journaalpost die we net zagen. Je kunt de winst bepalen aan de hand van vermogensvergelijking: Eindevermogen 31/ Beginvermogen 1/ /- Vermogensmutatie Kapitaalstortingen /- Onttrekkingen 0 + Winst Onttrekkingen Onttrekkingen zijn uitgaven voor doeleinden die vreemd zijn voor het bedrijf. Een winstuitdeling is een bewuste bevoordeling van de kapitaalverschaffer als zodanig, dit levert een verarming voor de vennootschap op. Winstuitdeling kan door middel van dividend. Maar je kan dividend ook verkapt of vermomd uitkeren.

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015 Waarom een VBI of een FBI? De VBI en de FBI zijn faciliteiten die collectief belleggen faciliteren. Fiscaal bezien kan je ruwweg - (collectief) beleggen op twee manieren vormgeven. Een belastingplichtige

Nadere informatie

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Wet VPB 1969 In een themanummer over vastgoedfinanciering kan een bijdrage over de fiscale aspecten niet ontbreken. In dit artikel gaan wij in op de

Nadere informatie

ABN AMRO Investment Management B.V. Jaarrekening 2013

ABN AMRO Investment Management B.V. Jaarrekening 2013 Jaarrekening 2013 Pagina 1 van 12 INHOUD Pagina Directieverslag 3 Balans per 31 december 2013 4 Winst- en verliesrekening 2013 5 Toelichting algemeen 6 Toelichting op de balans per 31 december 2013 8 Toelichting

Nadere informatie

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting.

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. 1. Algemeen systeem. De wet voorziet in diverse gedetailleerde

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17 Inhoud Lijst van afkortingen 15 Studiewijzer 17 Inleiding belastingrecht 19 Deel 1 Inkomstenbelasting 26 1 Algemene uitgangspunten 29 1.1 Wie moet belasting betalen? (art. 1.1 en 1.2 Wet IB) 29 1.2 Waarover

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

Checklist Deelnemingsvrijstelling

Checklist Deelnemingsvrijstelling Checklist Deelnemingsvrijstelling Wie een (persoonlijke) holding bezit met daarin aandelen in een werkmaatschappij, zal al snel achter het belang van de deelnemingsvrijstelling komen. De deelnemingsvrijstelling

Nadere informatie

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 2

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 2 Programma voor vandaag Problemen bij winstbepaling uitgaande van de vermogensvergelijking. Winstberekening door vermogensvergelijking Onttrekkingen Stortingen 1 Winstberekeningsmethoden De fiscale winst

Nadere informatie

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Gegevens belastingplichtige Naam Adres Postcode Plaats Telefoon Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Regeling functionele valuta van toepassing dit boekjaar? Ingangsdatum Valutacode Factor Koers Vpb aangifte

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38029 30 december 2014 Vennootschapsbelasting. Fiscale eenheid. Wijziging van het besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/4620M,

Nadere informatie

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de vierde druk /V Lijst van afkortingen / XIII Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1.1 Het onderwerp / 1 1.2 Historisch overzicht / 2 1.3 Een eerste verkenning van het begrip totale winst

Nadere informatie

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling

De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus School of Economics Bachelorscriptie NADRUK VERBODEN De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Naam Wopke

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22561 29 april 2016 Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht 25 april 2016 nr. DGB 2016/1731M

Nadere informatie

Transparante Vennootschap

Transparante Vennootschap Transparante Vennootschap Er is een Transparante Vennootschap (hierna: TV) ingevoerd. Een TV is een naamloze vennootschap (hierna NV) of een besloten vennootschap (hierna: BV) die verzcht heeft om voor

Nadere informatie

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24 Inhoud Lijst van afkortingen 13 Studiewijzer 15 Inleiding belastingrecht 17 Deel 1 Inkomstenbelasting 24 1 Algemene uitgangspunten 26 1.1 Wie moet belasting betalen? (art. 1.1 en 1.2 Wet IB) 26 1.2 Waarover

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening C. Olmtak LL.M. KPMG Tax & Legal Services Curaçao, 17 augustus 2011 De onzakelijke lening Vennootschappen hebben een continue financieringsbehoefte in het kader van de uitoefening van hun ondernemingsactiviteiten.

Nadere informatie

2010 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 2

2010 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 2 Programma voor vandaag Problemen bij winstbepaling uitgaande van de vermogensvergelijking. Winstberekening door vermogensvergelijking Onttrekkingen Stortingen 1 Winstberekeningsmethoden De fiscale winst

Nadere informatie

Blok 10: IS 1: tarieven, gelieerde partijen, onderkapitalisatie, belastingparadijzen, fiscale eenheid

Blok 10: IS 1: tarieven, gelieerde partijen, onderkapitalisatie, belastingparadijzen, fiscale eenheid Blok 10: IS 1: tarieven, gelieerde partijen, onderkapitalisatie, belastingparadijzen, fiscale eenheid Vennootschapsbelasting (IS). 1. Algemeen. Vennootschappen. De vennootschapsbelasting (Impuesto sobre

Nadere informatie

Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting

Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting Groninger Fiscale Eenheid Hoorcollegeaantekeningen Vennootschapsbelasting Dit product wordt aangeboden als aanvulling op de verplichte stof voor het vak. De carrièrecommissie accepteert geen enkele verantwoordelijkheid

Nadere informatie

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001 Onderwerpen: Korte uitleg heffingssysteem inkomstenbelasting Korte uitleg heffingssysteem vennootschapsbelasting Vrijstellingen en heffingskortingen Aflossen eigenwoningschuld Familielening eigen woning

Nadere informatie

2010 -- HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 1

2010 -- HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 1 Programma voor vandaag Subject van de Vpb Vrijstellingen Object van de Vpb Regels winstbepaling Problemen bij winstbepaling Globaal evenwicht Uitgangspunt Belasting over de winst mag bij de verschillende

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting -- Deel 1

Vennootschapsbelasting -- Deel 1 Programma voor vandaag Subject van de Vpb Vrijstellingen Object van de Vpb Regels winstbepaling Problemen bij winstbepaling 1 Globaal evenwicht Uitgangspunt Belasting over de winst mag bij de verschillende

Nadere informatie

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2004

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2004 Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2004 Kalenderjaar 2004 of boekjaar eindigend in 2004 Eilandgebied: Uiterste inleverdatum: Terugontvangst: Dit aangiftebiljet is bestemd voor: Binnenlandse belastingplichtigen.

Nadere informatie

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9 Lenen van de BV HOOFDSTUK 1: BEGRIP Wat bedoelen we hier met lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt

Nadere informatie

Elektronische winstaangifte

Elektronische winstaangifte Elektronische winstaangifte De wettelijke bepalingen en de invulling daarvan In het Programma Overheidsloket 2000 heeft het toenmalige kabinet reeds bepaald dat in het jaar 2002 minimaal 25% van de publieke

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico Hoofdstuk 1: Begrip Wat bedoelen w e h i e r m e t lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt van en ter beschikking stelt aan uw BV. In dit hoofdstuk spreken we

Nadere informatie

Interne rente bij de vaste inrichting

Interne rente bij de vaste inrichting 3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne

Nadere informatie

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 Vonnisnummer : 1993-040 (op CD rom Jurdoc 1994-040) Datum : 27 april 1994 Rechters : mrs. Warnink, Moltmaker en Ilsink Middel : winst Artikel : 6 Belastingjaar

Nadere informatie

Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2

Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2 Collegeaantekeningen Belastingrecht 2 Week 2 2017-2018 Belastingrecht 2 - HC 3 13 september 2017 Deelnemingsvrijstelling (art. 13 Wet VPB) BV M (moedermaatschappij) heeft 100% aandelen in BV D (dochtermaatschappij).

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a.

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a. Fiscale eenheid Impact spoedmaatregelen februari 2019 dr. A. Rozendal 1 Agenda Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 2 Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 3 Inleiding Voordelen

Nadere informatie

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal

Onzakelijke lening. Nog steeds niet alles duidelijk. Tilburg University. Masterthesis Fiscale Economie. Door : Hanife Senal Tilburg University Onzakelijke lening Nog steeds niet alles duidelijk Masterthesis Fiscale Economie Door : Hanife Senal Studentnummer : 730835 Examencommissie : Drs. F.J. Elsweier Prof. Dr. J.A.G. van

Nadere informatie

138 De Pensioenwereld in 2014

138 De Pensioenwereld in 2014 17 138 De Pensioenwereld in 2014 Beleggingen 139 EU-claims: geen grijs gedraaide plaat Auteurs: Susan Groot Koerkamp en Erwin Nijkeuter In de meeste Europese landen worden of werden buitenlandse pensioenfondsen

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 1 juli 2010

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 1 juli 2010 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 1 juli 2010 7 juli 2010 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 1 juli 2010 2 Winst- en verliesrekening over de periode

Nadere informatie

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA NIBE-SVV, 2013 1. Wat is een rioolrecht? A. Een belasting. B. Een bestemmingsheffing. C. Een retributie. 2. De omzetbelasting is een (1) belasting in

Nadere informatie

SPO. Jaarrekening 2015

SPO. Jaarrekening 2015 SPO Jaarrekening 2015 Inhoudsopgave 1. Inhoud 1.Jaarverslag... 3 1. Oprichting... 3 2. Samenwerking Proper Stok... 3 3. Personeel... 3 4. Fiscale positie... 3 2.Jaarrekening... 4 Balans per 31 december

Nadere informatie

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen Bewijslastverdeling Hoogte en behandeling rentevergoeding afwaarderingen Criteria Internationale (mis)match Leningkwalificatie + behandeling

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa Handelsdebiteuren 1.624

Nadere informatie

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen

Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen J.F.H.M. Knevels RV FB Stelling Rente is in Nederland NIET aftrekbaar, tenzij.. 2 1 vreemd vermogen vs eigen vermogen Fiscale hoofdregel: - Vergoeding op eigen vermogen

Nadere informatie

Fiscale aandachtspunten bij de structurering van Investeringsfondsen

Fiscale aandachtspunten bij de structurering van Investeringsfondsen Fiscale aandachtspunten bij de structurering van Investeringsfondsen 1. Inleiding In dit memorandum gaan wij in op een aantal fiscale aspecten die een rol kunnen spelen bij het opzetten van een (particulier)

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening De onzakelijke lening dé nachtmerrie voor fiscalisten Naam : Ayrien Bholasingh Opleiding : Master Fiscale Economie Universiteit : Universiteit van Amsterdam Studentennummer : 5773911 Begeleider : dr. mr.

Nadere informatie

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord V Lijst van gebruikte afkortingen XIII HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 1.1 Totaalwinst, transfer pricing mismatches en art. 10b Wet VPB 1969 1 1.2 Probleemstelling 3 1.2.1 Aanleiding voor

Nadere informatie

ABN AMRO Basic Funds N.V. Jaarrekening 2013

ABN AMRO Basic Funds N.V. Jaarrekening 2013 Jaarrekening 2013 Pagina 1 van 12 INHOUD Pagina Directieverslag 3 Balans per 31 december 2013 4 Winst- en verliesrekening 2013 5 Toelichting algemeen 6 Toelichting op de balans per 31 december 2013 8 Toelichting

Nadere informatie

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA NIBE-SVV, 2015 1. Wat is een rioolrecht? A. Een belasting. B. Een bestemmingsheffing. C. Een retributie. 2. De omzetbelasting is een (1) belasting in

Nadere informatie

SPO B.V. Jaarrekening 2016

SPO B.V. Jaarrekening 2016 SPO B.V. Jaarrekening 2016 INHOUDSOPGAVE pagina 1. Jaarverslag 1 2. Jaarrekening Balans 2 Winst- en verliesrekening 4 Toelichting op de jaarrekening 5 Ondertekening 10 3. Overige gegevens 11 1. Jaarverslag

Nadere informatie

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Jaarverslag december 2015

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Jaarverslag december 2015 Jaarverslag 2015 31 december 2015 JAARVERSLAG 2015 Inhoudsopgave Verslag van de directie 2 Jaarrekening 2015 - Balans per 31 december 2015 3 - Winst- en verliesrekening over het jaar 2015 4 - Algemene

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa

Nadere informatie

BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014

BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014 BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014 Jaarrekening is vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 24 april 2014 R. Mooij Jaarverslag 2014 31 december 2014 JAARVERSLAG

Nadere informatie

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd.

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd. Onderneemt u vanuit meerdere bv s, dan kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om de bv s een fiscale eenheid te laten vormen. Zowel in de vennootschapsbelasting als in de omzetbelasting is een fiscale eenheid

Nadere informatie

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2012

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2012 Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2012 Kalenderjaar 2012 of boekjaar eindigend in 2012 Datum van uitreiking: Uiterste datum van indiening: 30 juni 2013 Terugontvangst: Dit aangiftebiljet is bestemd

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingrecht niveau 6 Niveau

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingrecht niveau 6 Niveau EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Financieel-Administratief Diploma('s) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Eamen Belastingrecht niveau 6 Niveau Vergelijkbaar met hbo Versie 1-0 Geldig

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs Het realiseren van vermogen vanuit een vennootschap Juni 2013 Maurice de Clercq Programma Realiseren van vermogen 1. Inleiding 2. Emigratie België 3. Luxemburg/ Curaçao

Nadere informatie

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2010

Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2010 Definitief aangiftebiljet winstbelasting 2010 Kalenderjaar 2010 of boekjaar eindigend in 2010 Uiterste inleverdatum: Terugontvangst: Dit aangiftebiljet is bestemd voor: Binnenlandse belastingplichtigen.

Nadere informatie

JAARREKENING 2012 ROM-D HOLDING NV

JAARREKENING 2012 ROM-D HOLDING NV JAARREKENING 2012 ROM-D HOLDING NV Datum: 24 juni 2013 Noordendijk 250 Postbus 310 3300 AH Dordrecht T (078) 770 80 95 E info@rom-d.nl JAARREKENING ROM- D HOLDING NV 2012 - BLADZIJDE 2 BALANS PER 31 DECEMBER

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Vakblad Financiële Planning Terbeschikkingstelling: een update Kluwer Online Research Auteur: Drs. J.E. van den Berg[1] Tussen november 2011 en mei 2012 zijn enkele belangrijke uitspraken en arresten verschenen

Nadere informatie

IB winst Uitwerkingen Jaarwinst

IB winst Uitwerkingen Jaarwinst IB winst Uitwerkingen Jaarwinst pnt Eind vermogen voor verkoop 194.558 Correctie ivm toepassing HIR 22.500 2 alles of niets minder afschrijving 3.713 2 bij correctie commerciele fiscale afschrijving 18.787

Nadere informatie

JAARREKENING 2012 ROM-D CAPITAL BV

JAARREKENING 2012 ROM-D CAPITAL BV JAARREKENING 2012 ROM-D CAPITAL BV Datum: 24 juni 2013 Noordendijk 250 Postbus 310 3300 AH Dordrecht T (078) 770 80 95 E info@rom-d.nl JAARREKENING ROM- D CAPITAL BV 2012 - BLADZIJDE 2 BALANS PER 31 DECEMBER

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2015. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2015. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2015 Balans per 30 juni 2015 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2015 31 december 2014 Vaste activa Immateriële vaste activa

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2015...

Nadere informatie

Tip! Het onderbrengen van het bedrijfspand in een aparte bv maakt een toekomstige bedrijfsoverdracht gemakkelijker te structureren en te financieren.

Tip! Het onderbrengen van het bedrijfspand in een aparte bv maakt een toekomstige bedrijfsoverdracht gemakkelijker te structureren en te financieren. Als directeur-grootaandeelhouder (dga) bent u in de unieke positie om zaken te doen met uw eigen bv. Partijen moeten dan wel zakelijk met elkaar omgaan en afspraken moeten goed zijn vastgelegd. Wie de

Nadere informatie

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage.

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. 1 Bijlage 2: aandeelhouders Vul bijlage 2 in als het gaat om: een besloten vennootschap; een naamloze vennootschap

Nadere informatie

Vraag 1. Bereken het belastbare bedrag van Franses B.V. Vermeld tevens de van toepassing zijnde wetsartikelen.

Vraag 1. Bereken het belastbare bedrag van Franses B.V. Vermeld tevens de van toepassing zijnde wetsartikelen. Tentamen Vennootschapsbelasting 1, VP1VS2FE01 Opgave 1 Franses B.V. beschikt over de volgende gegevens over 2010: 1. Commercieel beginvermogen 400.000 2. Commercieel eindvermogen 550.000 3. Stille reserves

Nadere informatie

Rotterdams Vastgoedfonds VI CV. Halfjaarcijfers 2010

Rotterdams Vastgoedfonds VI CV. Halfjaarcijfers 2010 Halfjaarcijfers 2010 INHOUDSOPGAVE Blad Balans per 30 juni 2010 3 Winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010 4 Kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening (x 1.000)... 3 2.1 Balans per 31 12 2016 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening

Nadere informatie

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 3

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 3 Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38087 7 juli 2017 Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon 3 april 2017 nr. 2017/116 Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling

Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Onzakelijke geldleningen en de terbeschikkingstellingsregeling Yentl Delahaije Fiscale Economie ANR: 674951 Datum 18 April 2013 Begeleidende docent Drs. J.J.H. Gortzak Examencommissie Prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen

Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen 1 Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 3 april 2017, nr. 2017/116, De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening Tijdschrift voor Fiscaal Ondernemingsrecht, De onzakelijke lening Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: TFO 2014/134.1 Bijgewerkt tot: 15-07-2014 Auteur: Prof. mr. dr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 533 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enkele andere belastingwetten in verband met de introductie van een regeling voor

Nadere informatie

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2011

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2011 Halfjaarcijfers 2011 INHOUD Blad Balans per 30 juni 2011 3 Winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011 4 Kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011

Nadere informatie

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2010

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2010 Halfjaarcijfers 2010 INHOUD Blad Balans per 30 juni 2010 3 Winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010 4 Kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010

Nadere informatie

Fiscale mogelijkheden van het land Curaçao en de randvoorwaarden. Maurice de Clercq 11 april 2011

Fiscale mogelijkheden van het land Curaçao en de randvoorwaarden. Maurice de Clercq 11 april 2011 Fiscale mogelijkheden van het land Curaçao en de randvoorwaarden Maurice de Clercq 11 april 2011 Onderwerpen Gebiedsafbakening Het land Curaçao Niet BESgebied (Bonaire, St. Eustatius en Saba) Mogelijkheden

Nadere informatie

Dubbele winst bij verliezen Rechtpraak Hoge Raad biedt nieuwe kansen over de grens

Dubbele winst bij verliezen Rechtpraak Hoge Raad biedt nieuwe kansen over de grens Dubbele winst bij verliezen Rechtpraak Hoge Raad biedt nieuwe kansen over de grens Op 1 maart van dit jaar heeft de Nederlandse Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan in een Nederbelgische situatie.

Nadere informatie

Curaçaos fiscaal vestigingsklimaat Fiscaal aantrekkelijke investeringslichamen en regelingen

Curaçaos fiscaal vestigingsklimaat Fiscaal aantrekkelijke investeringslichamen en regelingen Curaçaos fiscaal vestigingsklimaat Fiscaal aantrekkelijke investeringslichamen en regelingen Auteurs: V.L.M. Bonifacio-Pieters MSc en J.J. Job MSc 1 Behalve voor het zonnige weer, de uitgestrekte zandstranden,

Nadere informatie

Gevraagd 1. Wat is het fiscale gevolg voor Manager BV van de liquidatie van IJzerwerken BV?

Gevraagd 1. Wat is het fiscale gevolg voor Manager BV van de liquidatie van IJzerwerken BV? Oefententamen VPB (2) BLR4.2 FACBLR0142/8342/9042 jan 2010 Vraagstuk 1 Manager BV heeft in 2002 een tweetal deelnemingen aangeschaft, te weten Betonwerken BV en IJzerwerken BV. Voor Betonwerken BV betaalde

Nadere informatie

De onzakelijke lening:

De onzakelijke lening: Na de baanbrekende arresten in 2011 en 2012 over de onzakelijke lening, is er de afgelopen jaren nog veel (verfijnende) jurisprudentie verschenen. De auteur behandelt deze jurisprudentie en verwacht dat

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2012

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2012 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 30 juni 2012 28 augustus 2012 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 30 juni 2012 2 Winst- en verliesrekening over

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 30 juni 2011 25 augustus 2011 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 30 juni 2011 2 Winst- en verliesrekening over

Nadere informatie

Schiphol Group. Jaarverslag

Schiphol Group. Jaarverslag Schiphol Group Jaarverslag 2014 12. Winstbelastingen in de jaarrekening In deze paragraaf worden alle jaarrekeningposten met betrekking tot winstbelastingen toegelicht. Deze zijn onder te verdelen in winstbelasting

Nadere informatie

Elsevier Belastingcongres 2009

Elsevier Belastingcongres 2009 Elsevier Belastingcongres 2009 Reorganisaties Prof.mr. Gerard Meussen Radboud Universiteit Nijmegen/BDO 26.11.2009 G.T.K. Meussen 1 Inkomstenbelasting, leningen in box 1 of gefacilieerd in box 3 De terbeschikkingstellingsregelingen

Nadere informatie

Ministerie van Financiën

Ministerie van Financiën Ministerie van Financiën Bijlage 1: Algemeen INSPECTIE DER BELASTINGEN CURAÇAO Indien deze bijlage niet voldoende is, kunt u een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 17 Bijlage 2: aandeelhouders

Nadere informatie

$ 100,000 (2punten) Pand gebruik genot $ 417,500 50% $ 208,750 Boekwaarde $ 250,000 -/- 1 Hypotheek $ 100,000 +/+ 1.

$ 100,000 (2punten) Pand gebruik genot $ 417,500 50% $ 208,750 Boekwaarde $ 250,000 -/- 1 Hypotheek $ 100,000 +/+ 1. Opgave 1 Activa Fiscale Werkelijke Passiva Fiscale Werkelijke boekwaarde waarde boekwaarde waarde Alternatief per goed Bedrijfspand 250,000 350,000 Kapitaal 337,500 667,500 getal 2 (x3) Voorraad 200,000

Nadere informatie

De onzakelijke lening opzij

De onzakelijke lening opzij De onzakelijke lening opzij Door: M.R. Haanraadts Studentnummer: 325456 Begeleider: M.H.M. Smeets Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 1.1 Aanleiding tot het onderzoek... 1 1.2 Probleemstelling... 2 1.3 Methode

Nadere informatie

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage.

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. 1 Bijlage 2: aandeelhouders Vul bijlage 2 in als het gaat om: een besloten vennootschap; een naamloze vennootschap

Nadere informatie

Uw bv s als fiscale eenheid in De belangrijkste voor- en nadelen op een rij. whitepaper

Uw bv s als fiscale eenheid in De belangrijkste voor- en nadelen op een rij. whitepaper 13.07.16 Uw bv s als fiscale eenheid in 2016 De belangrijkste voor- en nadelen op een rij whitepaper In dit whitepaper: Onderneemt u vanuit meerdere bv s, dan kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om de bv

Nadere informatie

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage.

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. 1 Bijlage 2: aandeelhouders Vul bijlage 2 in als het gaat om: een besloten vennootschap; een naamloze vennootschap

Nadere informatie

- Algemene toelichting 3. - Balans per 31 december Winst- en verliesrekening over het jaar Toelichting op de balans 6

- Algemene toelichting 3. - Balans per 31 december Winst- en verliesrekening over het jaar Toelichting op de balans 6 Inhoudsopgave Verslag van de directie 2 Jaarrekening 2012 - Algemene toelichting 3 - Balans per 31 december 2012 4 - Winst- en verliesrekening over het jaar 2012 5 - Toelichting op de balans 6 - Toelichting

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 788 Wijziging van de Wet op de dividendbelasting 1965, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met de introductie

Nadere informatie

Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland

Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van PM; Gelet op artikel 37 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Nadere informatie

Bij veel organisaties zie je een tussenstap tussen het daadwerkelijke bedrijf en de mensen erachter:

Bij veel organisaties zie je een tussenstap tussen het daadwerkelijke bedrijf en de mensen erachter: Fiscaal recht Vennootschapsbelasting Wet op de Vennootschapsbelasting belasting geheven over lichamen. Box 1 Inkomsten uit werk en woning (eenmanszaak) Box 2 Aandelenkapitaal in organisatie >5% (aanmerkelijk

Nadere informatie

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Eindhoven Jaarverslag 2005

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Eindhoven Jaarverslag 2005 Bewaarbedrijf Am N.V. Eindhoven Jaarverslag 2005 1 Bewaarbedrijf Am N.V. Eindhoven Jaarverslag 2005 Inhoudsopgave Verslag van de directie 3 Jaarrekening 2005 Algemene toelichting 4 Balans per 31 december

Nadere informatie

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, u kunt dan een een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 13

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, u kunt dan een een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 13 Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, u kunt dan een een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 13 Bijlage 2: aandeelhouders Vul bijlage 2 in als het gaat om: een besloten vennootschap;

Nadere informatie

Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting

Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting Maarten Jan Brouwer Jan Pieter van Eck Disclaimer vooraf: sinds het opstellen van deze presentatie, is het

Nadere informatie

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011

Update Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011 Update Winstbelasting Peter Furer 11 november 2011 Programma Voorkomen verliesverdamping Overig VAMIL of crisisafschrijving Zelfstandigenaftrek (Bestel)auto van de zaak Onzakelijke leningen Voorkomen verliesverdamping

Nadere informatie

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK

VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Voorwoord bij de tweede druk VOORWOORD BIJ DE TWEEDE DRUK Dit boek gaat over onzakelijke leningen. De onzakelijke lening is een fiscaal leerstuk dat geheel in de rechtspraak tot ontwikkeling is gekomen.

Nadere informatie

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie

Nadere informatie

Rapport aan CBL Vennootschap B.V. inzake de jaarrekening 2016

Rapport aan CBL Vennootschap B.V. inzake de jaarrekening 2016 Rapport aan CBL Vennootschap B.V. inzake de jaarrekening Inhoudsopgave Jaarstukken Jaarrekening Aanvullende speci caties Totaal aantal pagina's van de jaarstukken: 14 Jaarstukken Jaarrekening van CBL Vennootschap

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie