Derde rapport (juli 2014)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Derde rapport (juli 2014)"

Transcriptie

1 Doet de grootte ertoe? Een vergelijkend onderzoek naar de factoren voor succes en/of falen van hervormingen aan de lokale schaal Derde rapport (juli 2014) Koenraad De Ceuninck en Kristof Steyvers

2

3 Inhoudstafel Lijst tabellen Lijst figuren ii iii Managementsamenvatting 5 1. Waarom schaalhervormingen doorvoeren? 7 > 1.1. Schaalhervormingen in golven 7 > 1.2. Types van besluitvormingsprocessen 9 2. Schaalhervormingen in een Vlaamse context 11 > 2.1. Groen- en witboeken 12 > 2.2. Kader voor vrijwillige fusie 14 > 2.3. Evaluatie kader voor vrijwillige fusie Succes- en faalfactoren in het buitenland 18 > 3.1. Lessen uit Denemarken 18 > 3.2. Lessen uit Nederland 22 > 3.3. Lessen uit Duitsland 24 > 3.4. Lessen uit Frankrijk Lessen voor Vlaanderen Besluit 36 Referenties 40 Beleidsaanbevelingen 43 i

4 Lijst tabellen ii

5 Lijst figuren iii

6

7 Managementsamenvatting Voorliggend rapport is het derde en laatste binnen het project Doet de grootte ertoe? Een vergelijkend onderzoek naar de factoren voor succes en/of falen van hervormingen aan de lokale schaal. Dit rapport, dat gelezen moet worden samen met de twee voorgaande, wil een antwoord bieden op de drievoudige vraagstelling binnen dit onderzoek, namelijk (1) op welke manier verlopen besluitvormingsprocessen rond dit type schaalhervormingen, (2) welke zijn de succes- en faalfactoren bij dit type hervormingen en finaal, (3) welke lessen kan Vlaanderen hieruit trekken? In het kader van dit onderzoek werden eerder reeds twee rapporten gepubliceerd 1. Het eerste gaf een overzicht van schaalhervormingen binnen een Europese naoorlogse context. Daaruit leren we vooral dat de debatten over schaalhervormingen in de meeste landen langsheen vergelijkbare lijnen lopen. De mate waarin en de manier waarop schaalhervormingen effectief worden doorgevoerd verschillen echter grondig van elkaar. Dat heeft voor een deel te maken met de verschillende startposities rond schaal, maar evenzeer met bepaalde bredere bestuurlijke tradities, niet in het minst de manier waarop besluitvorming in de verschillende landen verloopt. In het tweede rapport lag de focus vervolgens op een viertal landen, namelijk Nederland, Denemarken, Duitsland en Frankrijk. Er werd nagegaan welke hervormingen er de afgelopen decennia op de politieke agenda stonden en al dan niet werden doorgevoerd en hoe de besluitvorming daaromtrent verliep. 1 De Ceuninck, K. & Steyvers K., Een vergelijkend onderzoek naar de factoren voor succes en/of falen van hervormingen aan de lokale schaal. Eerste tussentijds rapport (juni 2012). Leuven, Steunpunt beleidsrelevant onderzoek. De Ceuninck, K. & Steyvers K., Een vergelijkend onderzoek naar de factoren voor succes en/of falen van hervormingen aan de lokale schaal. Tweede tussentijds rapport (augustus 2013). Leuven, Steunpunt beleidsrelevant onderzoek. 5

8 Het derde en laatste rapport maakt gebruik van de conclusies uit de twee voorgaande rapporten om op die manier de centrale onderzoeksvragen te beantwoorden. Eerst wordt er stilgestaan bij het waarom van schaalhervormingen. Vervolgens schetsen we de Vlaamse context (waaronder het kader voor vrijwillige fusie) vooraleer we meerdere succes- en faalfactoren uit de buitenlandse cases identificeren. Daaruit willen we ten slotte lessen te trekken voor Vlaanderen. We sommen die lessen hieronder kort op, voor de verdere uitwerking verwijzen we naar pp Les 1, fusies zijn een middel om de lokale bestuurskracht te vergroten, ze zijn geen doel op zich Les 2, maak werk van sterk beleidsondernemerschap Les 3, werk aan een bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak Les 4, meten is weten Les 5, werk aan een duidelijke procedure voor samenvoeging 6

9 1. Waarom schaalhervormingen doorvoeren? > 1.1. Schaalhervormingen in golven In voorliggend onderzoek ligt de focus op schaalhervormingen en in het bijzonder gemeentelijke fusies en hun mogelijke alternatieven. Het eerste rapport in het kader van dit onderzoek heeft aangetoond dat schaal- en functionele hervormingen in meerdere Europese landen de laatste decennia onderwerp uitmaakten van het politieke debat. De belangrijkste motieven voor die hervormingen zijn hoofdzakelijk terug te vinden in de vele maatschappelijke veranderingen sinds de jaren 60. Zowel demografische evoluties, economische en sociale veranderingen, de opkomst van nieuwe technologieën, de uitbouw van de welvaartsstaat, het groeiend takenpakket voor de gemeenten, hebben er allemaal voor gezorgd dat de gemeenten zich moesten aanpassen aan die veranderende realiteit. Een grotere schaalgrootte werd in vele Europese landen gezien als een manier om de gemeenten te versterken (Swianiewicz, 2010; Baldersheim & Rose, 2010). In die zin moeten schaalhervormingen gezien worden als een middel, geen doel op zichzelf. Ze zijn een middel om de lokale besturen te versterken waaraan bovendien meerdere voordelen zijn verbonden. Sterkere gemeenten zijn doorgaans minder kwetsbaar, waardoor ze hun takenpakket beter kunnen uitvoeren. Bovendien zijn sterkere lokale besturen in staat om een groter takenpakket op zich te nemen wat meteen de weg opent voor een decentralisering van bevoegdheden naar het lokale bestuursniveau. Skaburskis (2004) somt enkele bijkomende redenen op waarom staten hun lokale overheden samenvoegen. Zo is het volgens hem al lang een gegeven dat lokale besturen de controle kwijt zijn over grote economische entiteiten. Opschaling wordt in een economisch sterk veranderende wereld gezien als noodzakelijk wil men toch enige 7

10 controle behouden. Bovendien verhoogt gemeentelijke samenvoeging de gemeentelijke bestuurskracht en verlaagt het de kosten die verbonden zijn aan politieke besluitvorming. Het is nu eenmaal eenvoudiger om tot beslissingen te komen met minder spelers op het veld. Meligrana (2004) voegt daaraan toe dat de kern van het probleem te maken heeft met het feit dat gemeentegrenzen in de loop van de jaren dikwijls niet zijn meegegroeid met de omvang van economische uitdagingen, milieuproblemen, sociale en regionale herverdelingsvragen en een steeds verdergaande verstedenlijking. Aanpassingen van die grenzen dringen zich bijgevolg op. Uit zijn onderzoek bleek alvast dat het niet langer samenvallen van functionele gemeentelijke (of stedelijke) schalen met politieke schalen in veel landen een belangrijke reden was om te sleutelen aan de grenzen van de lokale besturen. Het niet langer samenvallen van die functionele en bestuurlijke schalen kan volgens Kuhlmann en Wollmann aanleiding geven tot twee mogelijke reacties die zij typeren als Type I en Type II lokale besturen (2011). In het eerste geval kiest men voor consolidatie. Lokale besturen worden dan op een grotere schaal georganiseerd waarop men zoveel mogelijk functies ent. De logica daarachter is dat als de functionele schaal toeneemt, de bestuurlijke schaal moet volgen. De gemeenteraad wordt in dit model gezien als controlerend en beleidsbepalend instrument. Daartegenover staat Type II waarin men diversifieert. Hier staat de functionaliteit voorop. De bestuurlijke schaal wordt in dit model aangepast aan de taak of de functionele noodzaak. Gemeenten werken in dit model in meerdere verbanden samen voor verschillende opdrachten en bevoegdheden. Vaak gaat het dan om zogenaamde single purpose verbanden. De democratische legitimiteit lijkt in dit model minder noodzakelijk. Het is, bovenstaande overwegingen in acht genomen, dan ook niet verwonderlijk dat ook Vlaanderen het debat omtrent schaalvergroting van de lokale besturen heropende. Bij haar 8

11 aantreden in 2009 maakte de Vlaamse regering ( ) meteen duidelijk dat ze een lans wou breken voor nieuwe fusies. Uit de Vlaamse profielschets 2013 blijkt dat 85 Vlaamse gemeenten (omgerekend toch 31,8 % van de Vlaamse gemeenten) geen inwoners telt. 166 gemeenten (53,9 % van het totaal) haalt de kaap van de inwoners niet (Agentschap voor Binnenlands Bestuur, 2013). Het is, mede op basis van de twee voorgaande rapporten, duidelijk geworden dat de Vlaamse gemeenten daarmee laag scoren. De gemiddelde schaalgrootte van de Vlaamse gemeenten is kleiner dan die in vergelijkbare landen en regio s. > 1.2. Types van besluitvormingsprocessen De beschrijvingen van de cases in de twee vorige rapporten hebben duidelijk aangetoond dat er meerdere manieren zijn om gemeenten samen te voegen. De besluitvorming daaromtrent verloopt niet overal gelijk en vloeit vaak voort uit nationale verschillende tradities. Skaburskis (2004) onderscheidt daarbij een open proces of een gesloten besluitvorming. Evengoed kan men echter een onderscheid maken tussen een top-down proces en een bottom-up proces. De uiteindelijke keuze hangt volgens deze auteur af van de mate waarin lokale besturen worden gezien als onafhankelijke entiteiten, de ernst van de veronderstelde problemen, de mate van conflict dat het fusievoorstel genereert en het geloof dat men al dan niet heeft in een open proces waarbij plaats is voor een brede waaier aan participatie. Een open proces zal leiden tot gemeentelijke samenvoegingen op een graduele manier, die tot stand komen op vraag van lokale gemeenschappen of diegenen die hen vertegenwoordigen, namelijk de lokale politici. It may consider the objective of local autonomy very important, more important than administrative efficiency or short-term viability, and help to bring about a participatory process that lets local governments and their constituents find their own 9

12 solutions (Skaburskis, 2004, pp ). In een dergelijk proces bestaat de rol van de centrale overheid erin om een wettelijk kader uit te werken, op te treden als facilitator of conflictbeheerser, daar waar dat nodig is. It may adopt, or threaten to adopt, a parental role to help resolve local disputes in ways that balance the competing jurisdictions rights to act independently and be free from the dominance of larger municipalities. Verder ziet de auteur in dit model een rol weggelegd voor de centrale overheid als financier van studiewerk omtrent de schaalhervormingen. Op die manier kan men de lokale besturen op een objectieve manier informeren omtrent de mogelijke opties die ze kunnen nemen. Een dergelijk hervormingsproces zal uiteraard niet altijd mogelijk zijn. Daar waar de conflicten of de belangen te groot zijn (bijvoorbeeld bij een verregaande inkomstenherverdeling), zal de centrale overheid zich genoodzaakt zien om unilateraal hervormingsplannen door te voeren, de auteur spreekt in die context over een gesloten besluitvorming. In dergelijke gevallen, zo waarschuwt Skaburskis, kan het jaren duren vooraleer bepaalde wonden zijn geheeld. Vanzelfsprekend zijn er ook tussenvormen van besluitvormingstypes mogelijk. De zonet beschreven situaties lijken uitersten te zijn op een continuüm. Daartussen bevinden zich hybride besluitvormingstypes die een centraal opgelegde besluitvorming combineren met elementen van inspraak en participatie van onderuit. In de praktijk blijken die mengvormen ook de meest succesvolle processen van besluitvorming te zijn. De Deense case is hier een mooi voorbeeld van (zie verder). Beide uitersten dragen immers enkele inherente faalfactoren met zich mee. Wie centraal verregaande hervormingen oplegt zal met hevige weerstand geconfronteerd worden, een gebrek aan draagvlak en tegencoalities. Wie alles over laat aan de vrijwilligheid loopt het risico met een tegenvallend resultaat te eindigen. 10

13 2. Schaalhervormingen in een Vlaamse context Toen de Vlaamse regering in 2009 aankondigde werk te willen maken van het aanmoedigen van vrijwillige fusies was het uiteraard niet de eerste keer dat de Vlaamse gemeenten geconfronteerd werden met het schaalvraagstuk. Zowel in de jaren 60 als in de jaren 70 werden er in België schaalhervormingen voor middel van gemeentelijke fusies doorgevoerd (De Ceuninck, 2009). Toch verbaasde het veel politici dat de Vlaamse regering dit zo nadrukkelijk naar voor schoof, zowel in het regeerakkoord als in de beleidsnota s van de bevoegde minister. Het onderwerp gold immers lange tijd als een taboe binnen de Vlaamse politieke ruimte. Dat taboe vindt zijn oorsprong deels in de manier waarop de grootschalige fusieoperatie van 1976 is doorgevoerd. De fusies werden toen opgelegd door de centrale overheid (in case de regering Tindemans I, een coalitie tussen christendemocraten en liberalen). Er werden weliswaar adviezen ingewonnen van de gemeenten, maar door het uiteenlopende karakter ervan was het voor de regering bijzonder moeilijk om daar ook werkelijk rekening mee te houden. Het gevolg was dat de uiteindelijke beslissing over de nieuwe gemeentegrenzen werd genomen door een kleine groep politici binnen de regering. Politici met goede contacten in Brussel konden op die manier wegen op de uiteindelijke beslissing (political localism), iets wat anderen of diegenen die niet tot een meerderheidspartij behoorden veel minder konden. De fusies werden op verschillende manieren gemotiveerd (Michel, 1982). Ze wilden een einde maken aan de lokale versnippering die tot dan enorme proporties aannam. Zo wilde men een gelijke verdeling van de lusten en de lasten bewerkstellingen door gemeenten die volledig op een naburige stad waren aangewezen met die laatste samen te voegen. De belangrijkste reden voor het doorvoeren van de fusies was echter het opnieuw financieel gezond 11

14 maken van de lokale financiën. Zeker in de allerkleinste gemeenten was de situatie allesbehalve rooskleurig. Het gevolg was dat die gemeenten nauwelijks in staat waren hun taken naar behoren uit te voeren en al evenmin in staat waren om daarvoor geschoold personeel in dienst te nemen. Het versterken van de gemeenten met bijkomende bevoegdheden na de fusieoperatie werd in de debatten omtrent de fusies eveneens als motief genoemd, maar is achteraf zo goed als dode letter gebleven. Maes (1982, p. 728) wees in die context op het onvoltooid karakter van de hervorming. Na het doorvoeren van de fusies bleek al snel dat men toch kon spreken van een positieve bilan (Maes, 1982). Er waren weliswaar tekortkomingen, maar de meeste gemeenten waren erop vooruit gegaan. Dat uitte zich in een sterker ambtelijk apparaat wat de gemeenten minder kwetsbaar maakte. Ook de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening ging erop vooruit. Bovendien boden er zich, mede door de toegenomen financiële middelen, meer mogelijkheden aan. Zo werden gemeenten op meerdere vlakken actief waar ze voorheen afwezig bleven. We denken dan in de eerste plaats aan sport, cultuur en vrije tijd (Ackaert & Dekien, 1989). De manier waarop de operatie werd doorgevoerd heeft er echter voor gezorgd dat er lange tijd een taboe is blijven hangen over gemeentelijke fusies. In veel gemeenten heeft het vele jaren geduurd vooraleer iedereen de samenvoegingsoperatie had verteerd. Vlaanderen is in die zin een kenmerkend voorbeeld van een gesloten en top-down fusieproces. > 2.1. Groen- en witboeken Al in het regeerakkoord van de Vlaamse regering ( ) werd duidelijk dat men wilde inzetten op sterke lokale besturen enerzijds en een sterke Vlaamse overheid anderzijds. Om dat eerste doel te bereiken zou werk worden gemaakt van een interne staatshervorming 12

15 die zou moeten leiden tot meer homogene pakketten en sleuteltaken per bestuurslaag (Vlaamse regering, 2009). In de beleidsnota Binnenlands Bestuur (2009) werden die principes verder uitgewerkt. De strategische doelstelling een interne staatshervorming werd vertaald in meerdere operationele doelstellingen, waaronder het aanmoedigen van vrijwillige fusies. De Vlaamse regering zou onderzoeken of het mogelijk was om ondersteuning te bieden aan die gemeenten die de stap zetten om vrijwillig te fusioneren. Andere operationele doelstellingen hadden het over meer bevoegdheden voor de gemeenten, een sluitende lijst van provinciale bevoegdheden (met een grondgebonden karakter) en een drastische vereenvoudiging van de vele intermediaire structuren en organen. Dat het de Vlaamse regering menens was met haar intentie om die vrijwillige fusies aan te moedigen, bleek in 2010 bij de publicatie van haar Groenboek (juli 2010). Daarin werd door de bevoegde minister Bourgeois duidelijk een lans gebroken voor nieuwe fusies in Vlaanderen. Ze werden expliciet naar voren geschoven als een middel om de bestuurskracht van de gemeenten te versterken. De minister gaf echter onmiddellijk aan dat er geen draagvlak bestaat voor een grootschalige top-down operatie zoals België die in de jaren 70 had meegemaakt (Bourgeois, 2010, p. 21). De situatie zal gemeente per gemeente moeten bekeken worden en bovendien moet er een draagvlak voor bestaan bij zowel de politici als de bevolking, aldus nog de minister. Een verdere uitwerking van die visie kwam er in het Witboek van de minister in april Daarin werd de aanzet gegeven voor een kader voor vrijwillige fusie. Hiermee wilde men vrijwillige fusies van gemeenten ondersteunen vanuit de Vlaamse overheid. Die fusies zouden bottom-up vorm moeten krijgen. De schaalvergroting die de fusies met zich meebrengen heeft volgens de minister meerdere voordelen (2011, p. 31). Daarbij wordt ook expliciet verwezen naar buitenlands onderzoek (voornamelijk uit Nederland) waaruit luidens het Witboek blijkt dat de professionaliteit 13

16 van het ambtelijk apparaat toeneemt na een schaalvergroting. De gefusioneerde gemeenten blijken beter in staat om zich te specialiseren, wat de kwetsbaarheid van de organisatie doet afnemen. Ten twee blijkt ook de strategische denkkracht van gemeenten toe te nemen, waardoor ze beter in staat zijn om grootschalige projecten te realiseren. Ook de kwaliteit van de bestuurders neemt toe, evenals de positie van de gemeente als gesprekspartner tegenover andere bestuurlijke partners zoals andere gemeenten, provincie of centrale overheid. Ten slotte neemt ook de kwaliteit van de dienstverlening toe. Zowel de professionaliteit als de klantgerichtheid hebben baat bij een schaalvergroting. > 2.2. Kader voor vrijwillige fusie Om die fusies van gemeenten aan te moedigen werkte de Vlaamse regering in haar Witboek een kader voor vrijwillige fusies uit (2011, pp ). Dat kader bestond uit zowel een financiële als een inhoudelijke ondersteuning voor de gemeenten die vrijwillig wensten te fusioneren op 1 januari Het financiële luik bestond uit een fusiebonus en een garantie voor het gemeentefonds. De fusiebonus was een extra financiële injectie om bepaalde transitiekosten die een fusie genereert te compenseren. De garantie van het gemeentefonds hield in dat het aandeel van de nieuwe gemeente gedurende de eerste legislatuur na een fusie minstens even groot zou zijn als de som van de aandelen van de vroegere gemeenten. De inhoudelijke ondersteuning bestond uit een ondersteuningsteam die de gemeenten zou bijstaan bij het doorvoeren van de fusie. Dit team zou bestaan uit experten van het Agentschap Binnenlands Bestuur, de provinciegouverneur, de VVSG en eventueel aangevuld met de nodige externe expertise. 14

17 De Vlaamse regering toont met beide maatregelen aan dat men leert uit de fouten van het verleden. Na de fusies van 1976 klonk immers de kritiek dat de gemeenten bij het fusioneren grotendeels aan hun lot werden overgelaten. Veel begeleiding bij het doorvoeren van de fusies hebben ze niet gekregen. De beloofde financiële steun is er ook maar ten dele gekomen (De Ceuninck, 2009). Beide maatregelen moeten gezien worden als een middel om de gemeenten over de streep te trekken en het lokaal draagvlak voor fusies te doen groeien. Waar Vlaanderen (en bij uitbreiding België) dus voorheen een gesloten en top-down fusieproces hebben gekend, kiest men nu duidelijk voor een open procesaanpak die bottom-up vorm moet krijgen. Om dit alles vorm te geven werd door het Agentschap voor Binnenlands Bestuur in samenwerking met KPMG en Eubelius een modeldossier opgemaakt met als case een mogelijke fusie tussen de gemeenten Kruibeke en Beveren (Agentschap voor Binnenlands Bestuur, 2011). Politici uit die twee Oost-Vlaamse gemeenten hadden interesse getoond voor een mogelijke fusie. Het uitlekken van de plannen, en de vele negatieve reacties die ze hebben losgeweekt, was echter voldoende om die plannen in 2010 naar de prullenmand te verwijzen (De Standaard, 17 december 2009; 24 juli 2010). > 2.3. Evaluatie kader voor vrijwillige fusie Het hoeft weinig betoog dat het kader voor de vrijwillige fusie bezwaarlijk een succes kan worden genoemd in termen van het aantal effectief gerealiseerde samenvoegingen. Geen enkele gemeente liet officieel verstaan interesse te hebben voor een fusie met één of meerdere buurgemeenten. Wellicht kunnen meerdere oorzaken worden opgesomd waarom dit kader in de praktijk nagenoeg dode letter bleef, maar de belangrijkste oorzaak is ongetwijfeld het gebrek aan een draagvlak voor nieuwe 15

18 schaalhervormingen bij lokale politici. Dat is een cruciale voorwaarde, vermits het net de bedoeling was om het proces bottom-up vorm te geven. De fusievoorstellen moesten precies van hen komen. Een tweede oorzaak moet gezocht worden in de negatieve ervaringen die de gemeenten hebben met schaalaanpassingen (De Ceuninck, 2009). Bij het doorvoeren van de fusies in de jaren 70 was de inspraak vanuit de gemeenten bijzonder beperkt. Zowel over de opportuniteit (fusie of geen fusie) als over de partnerkeuze (met wie fusioneren?) hadden de gemeenten nauwelijks inspraak. De nieuwe gemeentegrenzen werden door de regering uitgetekend en de meeste gemeenten hadden zich er zich grotendeels naar te schikken. De manoeuvreerruimte bleek in ieder geval beperkt. Die besluitvormingsoperatie heeft voor heel wat onvrede gezorgd die in bepaalde gemeenten doorwerkt tot vandaag. Het heeft ervoor gezorgd dat de fusies steeds in een taboesfeer zijn blijven hangen en dat maar weinigen zich geroepen voelden om het thema terug op de agenda te plaatsen. Ook de timing was ongelukkig. De Vlaamse regering lanceerde het kader voor vrijwillige fusies in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober De lokale politici brachten dit thema echter niet in de campagne uit angst om daardoor electorale schade op te lopen. Bovendien was ook de timing die de Vlaamse regering voorstelde bijzonder strak. Het kader voor vrijwillige fusie werd gelanceerd in De minister stelde daarin voor dat de gemeenten al in het voorjaar van 2011 de principiële beslissing zouden kenbaar maken om te fusioneren, iets wat nergens is gebeurd. Toch zijn we niet helemaal negatief. Het debat wordt op zijn minst opnieuw gevoerd en dat is op zich al een verdienste. Bovendien ligt er nu vanuit Vlaanderen een kader op tafel met incentives en 16

19 ondersteuning voor die gemeenten die de stap naar een vrijwillige fusie willen zetten. Eén en ander vond ook een doorvertaling in de Vlaamse partijprogramma s naar aanleiding van de Vlaamse verkiezingen in mei 2014 (Plas, 2014). Nagenoeg alle Vlaamse partijen schuiven nieuwe fusies uitdrukkelijk naar voor als een middel om de lokale bestuurskracht te versterken. Groen en Vlaams Belang gaan daarin duidelijk het verst, CD&V en N-VA benadrukken dan weer dat nieuwe fusies enkel kunnen voor zover die op vrijwillige manier tot stand komen. 17

20 3. Succes- en faalfactoren in het buitenland Er mogen dan wel goede redenen zijn om schaal- en/of functionele hervormingen door te voeren, dat betekent geenszins dat het doorvoeren ervan eenvoudig is. Het tweede rapport in het kader van dit onderzoek heeft duidelijk aangetoond dat de besluitvormingsprocessen die onlosmakelijk verbonden zijn aan structurele hervormingen bijzonder complex zijn. Bovendien zijn ze niet los te koppelen van de vele belangen die op het spel staan. Het falen van verschillende hervormingsvoorstellen in Frankrijk is exemplarisch in die context. Christiansen en Klitgaard (2010) wijzen er terecht op dat vele regeringen het al moeilijk hadden om grootschalige hervormingen door te voeren. In essentie komt dat doordat die hervormingen steeds gevolgen hebben voor de verdeling van politieke en economische macht. Een herverdeling van kosten en baten brengt altijd winnaars en verliezers met zich mee. Het spreekt voor zich dat die laatste zich bijgevolg zullen organiseren om de geplande hervorming bij te sturen en indien mogelijk zelfs te verhinderen. In het tweede rapport van dit onderzoek werden vier landen tegen het licht gehouden en werd bekeken hoe die landen omgaan met schaalhervormingen. We trachten in dit rapport op een synthetische manier tot conclusies te komen en succes- en faalfactoren te identificeren in de bestudeerde besluitvormingsprocedures. We overlopen daarom de belangrijkste conclusies die we trekken uit de vier besproken landen. Vervolgens trachten we daaruit lessen te trekken voor Vlaanderen. > 3.1. Lessen uit Denemarken In de literatuur is men het erover eens dat de hervormingsoperatie die Denemarken de afgelopen jaren doorvoerde kan gezien worden 18

21 als een geslaagde schaalhervorming. Dat bleek recent nog in Nederland, waar in een rapport van de kenniskamer Modernisering van de bestuurlijke inrichting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (MBZK) uitgebreid naar Denemarken werd gekeken. Dr. Klaartje Peeters somt daarin meerdere redenen op waarom de hervorming in Denemarken kan gezien worden als een geslaagde hervorming. Het meest interessant noemt zij de besluitvorming over de bestuurlijke hervorming zelf. Zeker de sturing van die besluitvorming door de nationale overheid kan als een succes worden gezien. Ten eerste heeft de regering goed gebruik gemaakt van de omstandigheden. Hoewel er geen opschaling van de gemeenten zat aan te komen, heeft de regering toch gebruik gemaakt van een policy window dat zich aandiende in de zomer van Verder werd er een spel op het getouw gezet waarbij tegenstanders werden uitgeschakeld en bondgenoten werden ingeschakeld. Bovendien ging de operatie ook gepaard met sterk beleidsondernemerschap. Daarin was een grote rol weggelegd voor de minister van Binnenlandse Zaken Lars Løkke Rasmussen, die het hele land is rondgereisd om mensen te overtuigen van de onontkoombaarheid van de hervormingen. Uiteindelijk bleek volgens Peeters op 1 januari 2005 hoe succesvol de hele operatie is geweest. Amper zeven gemeenten (waaronder vijf kleine eilandgemeenten) voldeden niet aan de voorwaarden opgelegd door de regering. Alle andere Deense gemeenten hadden één of meerdere fusiepartners gevonden. Uit die vaststelling trekt ze dan ook meerdere lessen (MBZK, 2013): De overvaltechniek heeft gewerkt. De gemeenten hadden onvoldoende tijd om te reageren of het proces te verhinderen. Ze kregen van de regering amper zes maanden om een fusiepartner te vinden, een opdracht waarin de overgrote meerderheid van de gemeenten is geslaagd. 19

22 Naast de overvaltechniek heeft ook de tijdsdruk gewerkt. Het gevolg van die krappe timing was dat de gemeenten onmiddellijk op zoek gingen naar fusiepartners, uit angst om alleen achter te blijven of in een gedwongen fusie terecht te komen. Hervormen gaat gemakkelijker in goede tijden. De gemeenten kregen in Denemarken geen financiële prikkels om te fusioneren. Maar in die bewuste periode ging het goed met de Deense economie en dus met de overheidsfinanciën in het algemeen. Economisch goede tijden zijn aantrekkelijke tijden voor grootschalige bestuurlijke ingrepen. Dit is een opvallende vaststelling, want in Vlaanderen is de redenering vaak omgekeerd. Hier worden hervormingen noodzakelijk geacht in economisch moeilijke tijden wanneer het water de weinig bestuurskrachtige gemeenten aan de lippen staat. Burgers werden wel degelijk betrokken in het fusieproces. Dit gebeurde door burgerraadplegingen die in 63 gemeenten door burgers werden afgedwongen. Opvallend gegeven daarbij was dat men dan niet zozeer tegen de fusies als dusdanig was, maar wel opteerde voor een andere fusiepartner dan die waarvoor de lokale politici in eerste instantie kozen. In de meerderheid van de gemeenten werd de beslissing van de betrokken gemeenteraden echter gewoon gevolgd en werd er dus geen burgerraadpleging gehouden. Peeters besluit dan ook door te stellen dat het goed is om over een visie te beschikken, maar dat je bij het doorvoeren van schaalhervormingen op een gegeven moment gewoon iets moet doen (MBZK, 2013, p. 51). Bovendien is er volgens haar ook niets mis met van bovenaf opgelegde opschalingen, mits ze van onderop worden vormgegeven. De Deense situatie leert ons ook dat hervormen gemakkelijker gaat in financieel gunstige tijden en dat lokale politici meer waarde hechten aan kleine gemeenten dan de bevolking. Tegelijk nuanceert ze ook. Een vermindering van het aantal 20

23 gemeenten door fusies leidt niet per definitie tot minder bestuurlijke drukte. Zolang verantwoordelijkheden en bevoegdheden verdeeld blijven over meerdere bestuurslagen, blijven er coördinatie- en afstemmingsproblemen. Die laatste worden echter gereduceerd in een context van regio s met een gesloten taakstelling, zoals in Denemarken nu het geval is. Wat misschien wel het meest verbaasd is de snelheid waarmee de fusies in Denemarken werden doorgevoerd. Een strakke timing werd gecombineerd met sterk beleidsondernemerschap. Dat leidde in korte tijd tot een resultaat dat eigenlijk beter was dan datgene wat men voorop had gesteld. Een dergelijk besluitvormingsproces vormt steeds een afweging tussen een transparant en inclusief proces enerzijds en een gesloten proces anderzijds. Christiansen en Klitgaard spreken in de Deense context van een veil of vagueness die over het besluitvormingsproces hing (2010). Centrale beleidsondernemers hebben op een handige manier gebruik weten te maken van een beleidsvenster om het kader voor de schaalhervorming te bepalen en daarin bindende keuzes te maken. Het afschaffen van de Deense provincies in 2007 is volgens Christiansen en Klitgaard een perfect voorbeeld van die strategie (2010, pp ). Binnen nagenoeg alle hervormingsvoorstellen die op tafel lagen speelde het afschaffen van de provincies een marginale of zelfs helemaal geen rol. Dat verklaart waarom de vereniging van de Deense provincies aanvankelijk weinig geloof hechtte dat het ooit zover zou komen. Het dreigement was in het verleden immers ook meerdere keren op de politieke agenda opgedoken om vervolgens telkens opnieuw te verdwijnen. Dat het wel degelijk de bedoeling was van de regering om de provincies af te schaffen werd lange tijd verzwegen. Het kwam dan ook als een verrassing toen de regering in april 2004 bekend maakte dat ze de 14 provincies wilde vervangen door 5 regio s. Het zorgde er alvast voor 21

24 dat de vereniging van Deense provincies over onvoldoende tijd beschikte om te reageren tegen het regeringsvoorstel. > 3.2. Lessen uit Nederland Een tweede case die we bekeken was Nederland, een buurland dat traditioneel vaak als referentiepunt dienst doet voor België (of Vlaanderen). Nederland heeft bovendien een lange geschiedenis wanneer het over gemeentelijke samenvoegingen gaat. Er vinden nagenoeg jaarlijks fusies plaats waardoor het totaal aantal Nederlandse gemeenten door de jaren heen is gedaald van in 1900 tot 403 in 2014 (Abma, 2013). Lange tijd was het aantal inwoners van een gemeente daarbij richtinggevend. Men ging ervan uit dat kleine gemeenten vanzelf sterker zouden worden door hen te fusioneren en zo meer inwoners te geven. Vanaf de jaren 80 werden vraagtekens geplaatst bij dit beleid. Het schaalcriterium verdween wat naar de achtergrond om plaats te maken voor de knelpuntbenadering. Daarmee verwees men naar bestuurlijke knelpunten waarvoor een fusie een oplossing kon zijn. Een fusie werd pas wenselijk wanneer een gemeente knelpunten formuleerde. Bovendien moet worden aangetoond dat een fusie een oplossing kan bieden voor die knelpunten. Vanaf 2002, met de komst van de kabinetten Balkenende, veranderde het fusiebeleid opnieuw van focus. De top-down aanpak die tot dan nagenoeg de norm was maakte plaats voor een bottom-up aanpak van het fusiebeleid. Voortaan moesten fusies dus van onderop komen. Het fusiebeleid werd overgelaten aan de gemeente- en de provinciebesturen. Er moest een draagvlak voor bestaan bij de betrokken besturen en de provinciebesturen speelden daarbij vaak een faciliterende rol. Ondanks die vernieuwde aanpak werden er ook in die periode ( ) herindelingen doorgevoerd in Nederland. Op zich is dat vrij uniek in Europa, want in vele Europese landen waar men voor die aanpak kiest, zien we het aantal fusies snel dalen. 22

25 De komst van het kabinet Rutte II zorgde er vanaf 2012 voor dat het herindelingsbeleid nog een versnelling hoger schakelde. In het regeerakkoord was sprake van de creatie van gemeenten met minstens inwoners. Daarmee deed het inwonercriterium opnieuw haar intrede in het fusiedebat. Die grotere gemeenten zijn volgens de regering noodzakelijk om de gemeenten te wapenen om extra taken op zich te nemen die de regering wil doorschuiven naar de lokale besturen. Die verschuiving van bevoegdheden naar de lokale besturen is geen recent gegeven. Al sinds de jaren 80 koppelt men in Nederland decentralisaties aan het herindelingsbeleid, iets wat Denemarken trouwens ook doet. Hierdoor zijn de Nederlandse lokale besturen een belangrijke uitvoerder geworden van rijksbeleid (MBZK, 2013, p. 22). Al gaat het dan vaak om medebewindstaken, het (soms veronderstelde) onvermogen om nieuwe rijkstaken op zich te nemen is dan vaak een voorbode voor een nieuwe opschaling van gemeenten. Die decentralisaties spelen zich voornamelijk af op het terrein van de sociale wetgeving en welzijn (Abma, 2013, pp ). Ook in de huidige regeerperiode (kabinet Rutte) worden opnieuw heel wat taken vanuit de rijksoverheid overgeheveld naar de gemeenten, denk maar aan heel wat zorgtaken in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Daarmee gaat Nederland duidelijk de Scandinavische weg op, waar heel wat welzijnstaken door de lokale besturen worden uitgevoerd. Die decentralisaties steunen doorgaans op drie motieven. Ten eerste steunen ze op de gedachte dat gemeenten die taken efficiënter kunnen uitvoeren. Dat laatste betekent dat men op die manier hoopt te bezuinigen. Het tweede motief heeft te maken met de lokale terreinkennis die de gemeenten hebben. Die zorgt ervoor dat ze beter in staat zijn de lokale noden en behoeften te detecteren en daardoor effectiever kunnen optreden. Het derde motief stelt dat het verschuiven van verantwoordelijkheden naar de lokale besturen 23

26 ook zorgt voor een groter democratisch gehalte van de besluitvorming. Via de gemeenteraad (of andere inspraakorganen) is inspraak immers makkelijker te realiseren op lokaal vlak dan op hogere politieke echelons. Extra bevoegdheden naar de gemeenten decentraliseren als een manier om schaalhervormingen vooruit te helpen lijkt in Nederland goed te werken om die laatste ook van onderop vorm te geven. Bovendien moet dit gezien worden in combinatie met recente beleidskaders in Nederland die stellen dat herindelingen beter moeten gemotiveerd worden (Abma, 2013, pp ). Een belangrijk instrument daarin zijn bestuurskrachtmetingen uitgevoerd door adviesbureaus of visitatiecommissies. Die bestuurskrachtmetingen worden in Nederland al meerdere jaren gebruikt om de gemeenten te confronteren met hun eigen sterktes en zwaktes. Op die manier kunnen gemeenten zich spiegelen met anderen gemeenten en leren waar ze kunnen verbeteren. De resultaten van die metingen leiden dan wel niet één op één tot fusies, maar zijn voor veel gemeenten toch de aanleiding om ernstig over een fusie na te denken. In vele gevallen leidt dit ook effectief tot een herindeling (Korsten e.a., 2007). > 3.3. Lessen uit Duitsland Duitsland vormde de derde case in het voorgaande rapport van dit onderzoek. De federale structuur van Duitsland en de eenmaking in 1990 hebben ervoor gezorgd dat het schaaldebat in de verschillende Länder anders werd gevoerd en tot andere resultaten heeft geleid (De Ceuninck & Steyvers, 2013). West-Duitsland werd al met fusies geconfronteerd in de jaren 60 en 70, in Oost-Duitsland was het wachten tot na de Duitse eenmaking vooraleer er een gelijkaardig proces op gang kwam. De fusies in West-Duitsland kwamen er grotendeels omwille van het klassieke argument, namelijk een gebrek aan voldoende 24

27 schaalgrootte voor de lokale besturen. Daarbij werd de ondertussen bekende wortel en stok politiek ingezet (Wollmann, 2010). Eerst was er een periode van vrijwilligheid waarbinnen de lokale besturen werden aangezet om te fusioneren. Daarbij werd ook ruimte voorzien voor inspraak van de bevolking, maar verder dan hoorzittingen of het organiseren van adviserende commissies ging dat meestal niet. In de meeste Länder leidde die politiek niet tot een bevredigend resultaat. Het gevolg was vrijwel steeds dat er werd overgeschakeld op verplichte fusies die door de parlementen van de Länder werden opgelegd. Ook Oost-Duitsland heeft vanaf 1990 een gelijkaardig traject afgelegd. In meerdere deelstaten werd wetgeving aangenomen die het aantal gemeenten drastisch naar omlaag haalde. Daarbij moet vermeld worden dat ook het tweede bestuursniveau in die hervormingen betrokken werd. In verschillende deelstaten werden de districten (Kreise) door middel van fusies op een grotere leest geschoeid. Sinds enkele jaren kent Duitsland een derde golf van schaalhervormingen, die zich zowel in de voormalige Oost- als West- Duitse deelstaten afspeelt (Kuhlmann, 2011; Vetter, 2013). Dat heeft voor een deel te maken met de dalende inwonersaantallen van de landelijke gemeenten, een probleem dat zich voornamelijk in de voormalige Oost-Duitse deelstaten manifesteert. Toch zijn er ook in West-Duitsland recent initiatieven ontwikkeld om opnieuw grondig te sleutelen aan de schaalgrootte van de lokale besturen. Zo loopt er sinds 2010 in de deelstaat Rijnland-Palts (gelegen in het Westen van Duitsland) een hervormingstraject om de tweede bestuurslaag (dus de Kreise, niet de gemeenten) op te schalen. Het is opvallend dat de overheid daarbij inspanningen levert om een draagvlak te creëren bij de bevolking voor die hervormingen. Die inspanningen gaan veel verder dan het obligate debat in de gemeenteraad of een eventuele volksraadpleging. Men organiseerde er regionale conferenties met 25

28 politici, experts en burgers. Daarnaast werden ook jury s aangesteld bestaande uit burgers om te peilen naar hun verwachtingen van de hervormingen. Daarnaast werden er ook online surveys georganiseerd. Het toont alvast aan dat het mogelijk is om actief te werken aan een draagvlak voor schaalhervormingen. Vaak ontbreekt het immers aan dat laatste waardoor het moeilijk is om bij lokale politici en de bevolking steun te vinden voor schaalhervormingen. > 3.4. Lessen uit Frankrijk Als laatste case bespraken we in het vorige rapport Frankrijk. Dat land heeft dan wel weinig tot geen ervaring met gemeentelijke fusies, toch kunnen we ook uit de Franse case lessen trekken die relevant zijn voor Vlaanderen. We denken daarbij aan de rol die de cumulatie van politieke mandaten er speelt of aan de gevolgen van een verregaande versnippering voor de gemeentelijke bestuurskracht. Al sinds de jaren 70 tot op heden worden er inspanningen geleverd om hervormingen aan te brengen aan het lokaal bestuursniveau in Frankrijk (De Ceuninck & Steyvers, 2013; Council of European Municipalities and Regions, 2013). Zo ondernam men in de jaren 70 pogingen om gemeentelijke fusies door te voeren. Het bleef echter bij pogingen die in de praktijk dode letter bleven. Dat had voor een groot stuk te maken met de hevige weerstand die werd geboden door lokale politici op hogere bestuursniveaus. Zowel op nationaal niveau als in de departementen als in de regio s hebben lokale mandatarissen zich steeds verzet tegen schaalhervormingen aan de lokale besturen. Het cumuleren van politieke mandaten is in Frankrijk immers een wijdverspreid fenomeen. Daardoor is een objectief bondgenootschap ontstaan over de partijgrenzen heen van cumulards die een conservatieve lobby vormen tegen betekenisvolle wijzigingen aan de subnationale bestuursopbouw. 26

29 Het uitblijven van fusies heeft ervoor gezorgd dat men in Frankrijk al vrij snel greep naar het instrument van de intergemeentelijke samenwerking om beleid vorm te geven. In de praktijk heeft dit echter geleid tot een wildgroei aan samenwerkingsverbanden die de bestuurlijke versnippering alleen maar hebben vergroot. Het duurde tot in de jaren 90 van de vorige eeuw vooraleer men in Frankrijk de noodzaak inzag om enige orde aan te brengen in dat complex bovenlokaal landschap. De oprichting van de communautés in 1999 zorgde voor een vereenvoudiging van het bestuurlijke landschap, omdat alle bestaande vormen van intergemeentelijke samenwerking die eigen belastingen hieven verplicht werden om zich om te vormen tot één van de drie soorten communautés. Het werd echter vrij snel duidelijk dat er zich in Frankrijk een systeem met twee snelheden ontwikkelde. Het rurale Frankrijk, met kleine gemeenten voorop, kwam tegenover het stedelijke Frankrijk te staan waar er zich een sterke groei manifesteerde van de stedelijke agglomeraties. Die sterke groei kreeg op bestuurlijk vlak navolging. Er ontwikkelde zich op vele plaatsen een netwerk van bestuursstructuren met een eigen politieke agenda. Vooral de Franse departementen kwamen daardoor onder druk te staan. In de landelijke streken vervulden zij hun functies als vanouds, maar in de sterk verstedelijkte gebieden sloten zij niet langer aan bij de sterk gegroeide stedelijke context. Eén en ander heeft uiteindelijk geleid tot de oprichting van de commissie Balladur, die in 2009 meerdere voorstellen formuleerde om het Franse bestuurlijke landschap te hervormen. Veel van die voorstellen (waaronder het stimuleren van gemeentelijke fusies en het omvormen van de communautés tot volwaardige gemeenten) hebben het uiteindelijk niet gehaald in wetgeving of concrete beleidsinitiatieven. In 2010 en 2013 werden wel meerdere wettelijke initiatieven goedgekeurd (Council of European Municipalities and Regions, 2013). De wetgeving uit 2010 zorgde ervoor dat 27

30 gemeentelijke fusies werden aangemoedigd, maar zonder dat daar ook incentives tegenover stonden. De wetgeving uit 2013 introduceerde meerdere wijzigingen aan het lokaal kiessysteem en voorzag in een nieuw statuut voor metropole gebieden. Voortaan kunnen de Fransen een deel van hun gemeentelijke vertegenwoordigers in intercommunale verbanden rechtstreeks verkiezen (meerbepaald de eerste op de lijst). De tweede hervorming, namelijk de creatie van volwaardige metropole besturen in de grootste Franse steden (die met meer dan inwoners), had heel wat voeten in de aarde. Men wilde een speciaal statuut in het leven roepen voor die stedelijke gebieden en hen de volheid van bevoegdheden geven die ze nodig hebben om hun rol te kunnen spelen. Opmerkelijk is dat die nieuwe besturen de rol van de departementen overnemen, wiens bevoegdheden ze volledig op zich nemen. Het spreekt voor zich dat die nieuwe metropolen een grotere schaal hebben, waar vroeger de stedelijke agglomeraties soms uit meerdere departementen bestonden. Voor de drie grootste steden (Parijs, Lyon en Marseille) werd een apart statuut voorzien. Net voor de finale stemming in de Senaat is Parijs echter geschrapt uit het wetsvoorstel. Dat betekent in de praktijk dat het bestuur van Parijs een complex gegeven blijft, met een rol voor de gemeenten, de departementen en de regio s. Uit het Franse voorbeeld onthouden we vooral dat een extreme versnippering en een wel heel beperkte schaalgrootte van de gemeenten aanleiding zijn voor een complex intergemeentelijk landschap, dat zich anders ontwikkelt in de landelijke gebieden tegenover de stedelijke gebieden. 28

31 4. Lessen voor Vlaanderen In dit luik formuleren we meerdere aanbevelingen die kunnen gezien worden als lessen voor Vlaanderen. Ze vormen een combinatie van lessen die we trekken uit de buitenlandse cases, conclusies uit de (internationale) literatuur en lessen die we trekken uit de evaluatie van de huidige Vlaamse bestuurlijke context. Die lessen zijn uiteraard niet exhaustief, maar vormen alvast een aanzet om het schaal- en fusiedebat in Vlaanderen te stofferen. Les 1, fusies zijn een middel om de lokale bestuurskracht te vergroten, ze zijn geen doel op zich De eerste les die we trekken uit onze buitenlandse cases en uit de literatuur is wellicht één van de belangrijkste aspecten in het fusiedebat, namelijk de waarom vraag. Wie pleit voor nieuwe fusies moet duidelijk maken waarom die noodzakelijk zijn en voor welke bestuurlijke problemen ze een oplossing zijn. De meerwaarde moet met andere woorden duidelijk worden aangetoond. In Nederland is men daar heel consequent in. Het herindelingsbeleid wordt er gekoppeld aan een sterk decentraliseringsbeleid. Indien men de gemeenten extra bevoegdheden wil toeschuiven, dan moet men ze eerst versterken door ze een grotere schaal te geven. Het herindelingsbeleid is er dus meer een middel dan een doel op zich. Ook in Denemarken was het versterken van de gemeenten en het uitbreiden van hun takenpakket een argument pro fusie. Fusies moeten dan ook gezien worden als een middel om de lokale bestuurskracht te vergroten en als een manier om de weg te openen naar een ruimer takenpakket voor de lokale besturen. De vraag die daarbij centraal hoort te staan is de vraag naar welk soort gemeenten we willen? Indien er wordt gekozen voor sterke lokale besturen met een ruim(-er) takenpakket, dan kunnen fusies een middel zijn om dat doel te bereiken. 29

32 Les 2, maak werk van sterk beleidsondernemerschap Het is ondertussen duidelijk geworden dat het doorvoeren van schaalhervormingen en fusies in het bijzonder geen sinecure is. Wie tot schaalhervormingen beslist zal geconfronteerd worden met veel weerstand en zal dus bereid moeten zijn om tegen de stroom in te varen. Daarvoor zal sterk beleidsondernemerschap noodzakelijk zijn. Als de fusies in België in de jaren 70 alles bij elkaar vlot werden doorgevoerd dan heeft dat voor een groot stuk te maken met de vastberadenheid van de toenmalige minister Michel die verantwoordelijk was voor die operatie (De Ceuninck, 2009). Een gelijkaardige vaststelling deed men in Denemarken waar minister Rasmussen lof kreeg voor de manier waarop hij dat dossier heeft aangepakt (Vrangbaek, 2010, p. 213). De Vlabest concludeerde in haar evaluatie van de interne staatshervorming dat het uitblijven van grote doorbraken (zoals fusies) deels kan verklaard worden door het ontbreken van collectief politiek leiderschap (Vlabest, 2013). De interne staatshervorming, zo schreef de adviesraad, hoort een project te zijn van de hele Vlaamse regering, niet enkel van één minister. Die conclusie is terecht en geldt zeker voor nieuwe fusies. Die zullen, ook op Vlaams niveau, moeten kunnen steunen op een breed politiek draagvlak ondersteund door sterk politiek leiderschap. Als het daaraan ontbreekt dan zijn verdere pogingen al op voorhand mislukt. Les 3, werk aan een bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak Eén van de belangrijkste oorzaken voor het mislukken van de vrijwillige fusies is het beperkte draagvlak bij lokale politici en bij uitbreiding bij de bevolking. Er zal dan ook moeten gewerkt worden aan het creëren en versterken van een dergelijk draagvlak, zeker als men fusies van onderuit wil gerealiseerd zien (zoals het kader van de interne staatshervorming voorzag). 30

33 Opnieuw kunnen we inspiratie halen uit Nederland en Denemarken. In beide landen verwierven de lokale besturen extra bevoegdheden na een schaalvergroting. Het kan voor lokale politici alvast een stimulans zijn om te pleiten voor fusies. Na een fusie zullen ze immers over meer zeggenschap beschikken indien hun takenpakket verruimt. De lokale besturen financieel versterken kan eveneens een manier zijn om het draagvlak bij lokale besluitvormers te vergroten. De fusiebonus die de Vlaamse overheid in het vooruitzicht stelde kan dan ook positief worden geëvalueerd, al moet de omvang ervan uiteraard voldoende groot zijn. Toch leren de buitenlandse voorbeelden ons ook dat men er met vrijwilligheid alleen zelden komt. Een dwingend karakter zal dan ook noodzakelijk zijn. Opnieuw levert Denemarken hier relevante ervaring. De keuze om te fusioneren werd er centraal opgelegd (zie les 2) maar lokaal kregen de gemeenten vrijheid in de partnerkeuze. Je zou dit proces gestuurde vrijwilligheid kunnen noemen. Die ruimte voor een lokale invulling zou alvast kunnen helpen om het draagvlak bij lokale politici te versterken. Of er een draagvlak voor nieuwe fusies bestaat bij de bevolking weten we eigenlijk niet. In Vlaanderen werd daarrond recent geen onderzoek gedaan. De Deense case leert ons alvast dat de publieke weerstand, waarvan men vermoedde dat die vrij groot zou zijn, eigenlijk beperkt was. In Nederland deed Abma (2013) een gelijkaardige vaststelling. Hoewel herindeling zelden fanclubs onder de bevolking kent, stemden veel inwoners uit de betreffende gemeenten toch na de gewenste discussie in met een herindelingsvoorstel-van onderop. Burgers erkenden daarmee dat de gemeentelijke organisaties niet langer in staat waren om het werk en een voldoende omvang, tempo en op een voldoende niveau uit te voeren. Ook in Vlaanderen redeneert men vaak dat mensen een soort emotionele reflex hebben als het over hun gemeente gaat. Zeker voor de oudere generaties zal dat kloppen. Toch lijkt het er 31

34 sterk op dat met de huidige niveaus van mobiliteit veel mensen vooral belang hechten aan een degelijke dienstverlening tegen een betaalbare prijs. Een draagvlak bij de bevolking voor gemeentelijke fusies komt er uiteraard niet vanzelf. Duitsland leert ons alvast dat er aan een draagvlak kan gewerkt worden. In Rijnland-Palts vinden we een treffend voorbeeld terug van de manier waarop dat kan gebeuren. Het is duidelijk dat dergelijke inspanningen verder moeten gaan dan het organiseren van een obligate volksraadpleging waarbij de inwoners eenmalig hun mening kunnen geven. Er moeten intensieve inspanningen geleverd worden waarbij men in dialoog treedt met de bevolking om te peilen naar hun verwachtingen omtrent een mogelijke fusie. Les 4, meten is weten Nederland werkt al enkele jaren met bestuurskrachtmetingen. Die laatste zijn een instrument om te meten hoe sterk (en dus bestuurskrachtig) een gemeente precies is. Het gaat dan om het proberen bepalen van de mate waarin en de manier waarop een gemeente haar maatschappelijke opgaven kan realiseren. Deze metingen leggen duidelijk de sterke en de zwakke punten bloot in de gemeentelijke organisatie. Op die manier helpen ze de gemeenten om zichzelf te vergelijken met andere gemeenten en moeten ze gezien worden als een leerproces. De resultaten van een bestuurskrachtmeting helpen op hun beurt om het schaaldebat te objectiveren. De Vlabest besteedde hier overigens uitgebreid aandacht aan in een initiatiefadvies uit 2013 (Vlabest, 2013). Vlaanderen heeft tot op heden een beperkte ervaring met dergelijke bestuurskrachtmetingen. Enkele plattelandsgemeenten werden doorgelicht, maar een grootschalige bestuurskrachtmeting van alle lokale besturen in Vlaanderen is er nog niet geweest (De Peuter e.a., 32

Dr. Koenraad De Ceuninck Centrum voor lokale politiek Universiteit Gent

Dr. Koenraad De Ceuninck Centrum voor lokale politiek Universiteit Gent Dr. Koenraad De Ceuninck Centrum voor lokale politiek Universiteit Gent Interne staatshervorming Wat? Context? Doel? Regioscreening Wat? Doel? Evaluatie interne staatshervorming Uitgevoerd in opdracht

Nadere informatie

Lezing 4 «Gemeenten op ware grootte? Over schaal en bestuurskracht van lokale besturen»

Lezing 4 «Gemeenten op ware grootte? Over schaal en bestuurskracht van lokale besturen» Lezing 4 «Gemeenten op ware grootte? Over schaal en bestuurskracht van lokale besturen» Prof. Dr. Kristof Steyvers (UGent Centrum voor Lokale Politiek) + Reflectie van Guido Decoster (ABB) 1 STRUCTUUR

Nadere informatie

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Brussel, 10 september 2003 091003_AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen Advies Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 2. Krachtlijnen van het advies... 3 3. Advies...4 3.1.

Nadere informatie

Prof. Dr. Kristof Steyvers Dr. Koenraad De Ceuninck Centrum voor lokale politiek Universiteit Gent

Prof. Dr. Kristof Steyvers Dr. Koenraad De Ceuninck Centrum voor lokale politiek Universiteit Gent Prof. Dr. Kristof Steyvers Dr. Koenraad De Ceuninck Centrum voor lokale politiek Universiteit Gent Interne staatshervorming Wat? Context? Doel? Regioscreening Wat? Doel? Bestuurskracht en schaalvergroting

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed en Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en armoedebestrijding

Nadere informatie

Groenboek Interne Staatshervorming: Samenvatting

Groenboek Interne Staatshervorming: Samenvatting Groenboek Interne Staatshervorming: Samenvatting 1. Knelpuntenanalyse Zes knelpunten vormen de basis van de analyse van onze Vlaamse Bestuurlijke organisatie a. Verrommeling op Intermediair niveau De drie

Nadere informatie

REGIONALE SAMENWERKING IN VLAANDEREN DE AGENDA

REGIONALE SAMENWERKING IN VLAANDEREN DE AGENDA REGIONALE SAMENWERKING IN VLAANDEREN DE AGENDA Filip De Rynck 1 Gebied of regio: een kruispunt Verschillende ratio s laden schalen op: met verlengd lokaal bestuur en met Vlaamse planningsregio s (eerder

Nadere informatie

Inhoudstafel INLEIDING...2

Inhoudstafel INLEIDING...2 ontwerp ruimtelijk structuurplan Turnhout Inhoudstabel Inhoudstafel INLEIDING...2 DEEL 1 INFORMATIEF GEDEELTE...8 INLEIDING: ANALYSE VAN DE RUIMTELIJKE CONTEXT...11 HOOFDSTUK I: SITUERING & GESCHIEDENIS...12

Nadere informatie

> KEN JE GEMEENTE EN GA ERMEE AAN DE SLAG!

> KEN JE GEMEENTE EN GA ERMEE AAN DE SLAG! > KEN JE GEMEENTE EN GA ERMEE AAN DE SLAG! > > DE GEMEENTE: WAT, WAAR, HOE EN WAAROM? Simpel gezegd is een gemeente een stuk grondgebied met een eigen bestuur, dat verkozen is door en verantwoording aflegt

Nadere informatie

Interne staatshervorming: Hoe zit dat nu? WELKOM

Interne staatshervorming: Hoe zit dat nu? WELKOM Interne staatshervorming: Hoe zit dat nu? WELKOM Koen Loete Voorzitter Resoc Meetjesland, Leiestreek en Schelde Welkom& inleiding Programma Kris Snijckers Raadgever binnenlands bestuur Kabinet Minister

Nadere informatie

Onderzoek Bestuurlijke Toekomst van Nuenen door PvdA Nuenen

Onderzoek Bestuurlijke Toekomst van Nuenen door PvdA Nuenen Onderzoek Bestuurlijke Toekomst van Nuenen door PvdA Nuenen In ons verkiezingsprogramma van 2014-2018 1 hebben we vastgesteld dat: Nuenen een armlastige gemeente is. Om weer een gezonde gemeente te worden,

Nadere informatie

To be or not to be? Lokale besturen in Vlaanderen.

To be or not to be? Lokale besturen in Vlaanderen. To be or not to be? Lokale besturen in Vlaanderen. 1 To be or not to be? 2 To be or not to be? Te zijn of niet te zijn, dat is de kwestie; of het nobeler is om te lijden onder alles wat het wrede lot je

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum : Nijkerk, 2 november 2015 Betreft : Actieplan lokale rekenkamers Telefoon : 033-2473435 E-mail : info@nvrr.nl

Nadere informatie

Evaluatie Klachtencommissariaat. Conclusies en aanbevelingen

Evaluatie Klachtencommissariaat. Conclusies en aanbevelingen Evaluatie Klachtencommissariaat Conclusies en aanbevelingen Rekenkamercommissie gemeente Enschede 3 maart 2016 1 Aanleiding Met ingang van 1 januari 2015 heeft de gemeente Enschede een functie Klachtencommissaris.

Nadere informatie

Filip De Rynck UGent. Kennisplatform Intergemeentelijke Samenwerking Ieper, 19 februari 2019

Filip De Rynck UGent. Kennisplatform Intergemeentelijke Samenwerking Ieper, 19 februari 2019 Filip De Rynck UGent Kennisplatform Intergemeentelijke Samenwerking Ieper, 19 februari 2019 DE AGENDA 1. Intergemeentelijke samenwerking: kosten en baten, kritisch bekijken 2. Bestuurskracht onder druk

Nadere informatie

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking Brussel, 5 juli 2006 050706_Advies_kaderdecreet_Vlaamse_ontwikkelingssamenwerking Advies over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking 1. Inleiding Op 24 mei 2006 heeft Vlaams minister

Nadere informatie

Betreft: Herindelingsontwerp samenvoeging provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

Betreft: Herindelingsontwerp samenvoeging provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland Leeuwarden 15 oktober 2013 Aan: Ministerie van BZK, Postbus 20011, 2500 AE Den Haag Betreft: Herindelingsontwerp samenvoeging provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland Zienswijze Noordvleugelprovincie

Nadere informatie

De gemeenteraad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug in vergadering bijeen op 28 februari 2013.

De gemeenteraad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug in vergadering bijeen op 28 februari 2013. Utrechtse Heuvelrug Utrechtse Heuvelrug Motie Provinciale herindeling De gemeenteraad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug in vergadering bijeen op 28 februari 2013. Overwegende dat: De Minister van Binnenlandse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 595 Samenvoeging van de gemeenten Rijnwaarden en Zevenaar Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 30 januari 2017 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Verkiezingen Tweede Kamer 2012

Verkiezingen Tweede Kamer 2012 Verkiezingen Tweede Kamer 2012 Nederlandse politieke partijen langs de Europese meetlat Europese Unie dr. Edwin van Rooyen 10-9-2012 PvdA, VVD en SP zijn voorstander van het vergroten van de controle op

Nadere informatie

Bestuurlijke scenario s: pro s en contra s. Linze Schaap

Bestuurlijke scenario s: pro s en contra s. Linze Schaap Bestuurlijke scenario s: pro s en contra s Linze Schaap Bestuurlijke scenario's: pro's en contra's Dr. Linze Schaap Universitair Hoofddocent Tilburgse School voor Politiek en Bestuur Tilburg Center for

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 359 Samenvoeging van de gemeenten Ambt Montfort en Roerdalen Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding Dit wetsvoorstel stelt een samenvoeging

Nadere informatie

Resultaten van de maturiteitsscan procesoptimalisatie in de publieke sector

Resultaten van de maturiteitsscan procesoptimalisatie in de publieke sector Resultaten van de maturiteitsscan procesoptimalisatie in de publieke sector Ann Peirs, Geert Brandt, Partners Covista 15 mei 2015 Intro maturiteitsmodel 150 medewerkers uit de publieke sector waren aanwezig

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van

Nadere informatie

Samen werken aan goed openbaar bestuur

Samen werken aan goed openbaar bestuur Samen werken aan goed openbaar bestuur SAMEN WERKEN AAN GOED OPENBAAR BESTUUR Gemeenten, provincies, waterschappen, het Rijk, de EU en hun samenwerkingsverbanden vormen samen het openbaar bestuur in ons

Nadere informatie

De opgave. Drie gelijkwaardige gemeenten Sterke lokale identiteit Bestuur dicht bij bevolking Bestaande samenwerkingsvormen

De opgave. Drie gelijkwaardige gemeenten Sterke lokale identiteit Bestuur dicht bij bevolking Bestaande samenwerkingsvormen De opgave + Drie gelijkwaardige gemeenten Sterke lokale identiteit Bestuur dicht bij bevolking Bestaande samenwerkingsvormen - Kwetsbare eigen organisatie Beperkte investeringsbudgetten Onvoldoende slagkracht

Nadere informatie

De 7 stappen van je participatieproces - handleiding

De 7 stappen van je participatieproces - handleiding De 7 stappen van je participatieproces - handleiding 1 1) Doelstellingen helder krijgen De eerste vraag die we moeten beantwoorden is niet Hoe gaan we dit doen? maar wel vragen zoals: - Waarom doen we

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 589 Samenvoeging van de gemeenten Dodewaard, Echteld en Kesteren Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding Het advies van de Raad van State

Nadere informatie

SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017

SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017 Provinciaal Blad van Zuid-Holland SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Woord vooraf Inleiding 13

Inhoudsopgave. Woord vooraf Inleiding 13 Woord vooraf 11 1 Inleiding 13 1.1 De schaalgrootte van de lokale politiezones: vraagstuk tijdens de politiehervorming 13 1.2 De schaalgrootte van de lokale politiezones: vraagstuk na de politiehervorming

Nadere informatie

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat Jef Smulders & Bart Maddens KU Leuven Instituut voor de Overheid Faculteit Sociale Wetenschappen Tel: 0032 16 32 32 70 Parkstraat

Nadere informatie

Het middenbestuur in relatie tot de lokale overheid. Meneer de Voorzitter,

Het middenbestuur in relatie tot de lokale overheid. Meneer de Voorzitter, Het middenbestuur in relatie tot de lokale overheid Meneer de Voorzitter, Graag lever ik een bijdrage aan de discussie over het middenbestuur. Ik zal daarbij ook in gaan op de gevolgen die dat heeft voor

Nadere informatie

Het proces van staatshervorming bestuurskundig geanalyseerd

Het proces van staatshervorming bestuurskundig geanalyseerd Het proces van staatshervorming bestuurskundig geanalyseerd SBOV-studiedag Brussel, 6 oktober 2009 Dieter Vanhee 1 Onderzoeksproject 2 Situering 13/06/04 10/06/07 14/07/08 16/02/09 1 2 3 4 5 6 08/10/08

Nadere informatie

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer AUTEURS Jonathan Desdemoustier, onderzoeker-doctorandus, Smart City Institute, HEC-Liège, Universiteit van Luik (België)

Nadere informatie

Het BEL-model: Uniek in Nederland

Het BEL-model: Uniek in Nederland 1 2 Het BEL-model: Uniek in Nederland Het BEL-model: Uniek in Nederland 3 De BEL werkt! 4 Opgave De BEL werkt! 5 Opgave Kwaliteitsmeting bestuur Gezamenlijk onderzoek naar kwaliteit afzonderlijke gemeenten

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders van de gemeente. Geacht college,

Burgemeester en Wethouders van de gemeente. Geacht college, - stuurskracht/regio,..s/ POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Burgemeester en Wethouders van de gemeente Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon J. van der Wal BEL/ES Doorkiesnummer +31235143465 walj@noord-holland.

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2016-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2016-I Aanwijzing voor de kandidaat Als in een vraag staat dat je een hoofd- of kernconcept moet gebruiken, dan gebruik je in het antwoord die elementen uit de omschrijving van het hoofd- of kernconcept die nodig

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie Vlaamse Ouderenraad vzw 26 augustus 2011 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel VLAAMSE OUDERENRAAD Advies

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

RUZIE OVER DE FUSIE?

RUZIE OVER DE FUSIE? RUZIE OVER DE FUSIE? resultaten van een enquête onder gemeentebestuurders en raadsleden in Noord-Holland, Utrecht en Flevoland Amsterdam, november 2011 Projectnummer: 1578 ERGO: BUREAU VOOR MARKT- EN BELEIDSONDERZOEK

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED, DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN,

Nadere informatie

EUROPEAN DISABILITY FORUM...

EUROPEAN DISABILITY FORUM... Deïnstitutionalisering en de rechten van personen met een handicap perspectief van Europese Unie... An-Sofie Leenknecht, EDF Human Rights Officer, Brussel, 26 november 2014 EUROPEAN DISABILITY FORUM Vertegenwoordigen

Nadere informatie

Gemeentelijke herindeling en lokale politiek. Rob (P.R.) van Doorn

Gemeentelijke herindeling en lokale politiek. Rob (P.R.) van Doorn Gemeentelijke herindeling en lokale politiek Rob (P.R.) van Doorn Gemeentelijke herindeling en lokale politiek Feiten en overwegingen 1. Inleiding Tijdens het eerste deel van de lopende kabinetsperiode

Nadere informatie

Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking

Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen - Nederland Brussel, april 2014 CVN heeft

Nadere informatie

GRIFFIE POLITIEKE TERMIJN AGENDA

GRIFFIE POLITIEKE TERMIJN AGENDA GRIFFIE POLITIEKE TERMIJN AGENDA 2014-2018 Intentie Met dit document willen de fracties van de gemeenteraad van De Wolden de intentie uitspreken om, evenals in de voorgaande periodes, een Politieke Termijn

Nadere informatie

Vacature: volkspartij

Vacature: volkspartij pagina 1 van 5 (/) VACATURE: VOLKSPARTIJ Vacature: volkspartij 16 OKTOBER 2010 OM 00:00 UUR De christen-democraten wilden ooit van het label volkspartij af. EMMANUEL GERARD vraagt zich af waarom het opnieuw

Nadere informatie

Ruimte voor verandering Transitie Ruimtelijke Ordening

Ruimte voor verandering Transitie Ruimtelijke Ordening Ruimte voor verandering Transitie Ruimtelijke Ordening een tussentijdse balans Netwerk organisatiebeheersing, 7 juni 2012 Christophe Pelgrims, transitiemanager Decreet van 1999: ontvoogding Beleidscontext

Nadere informatie

12. Lovendegem, Waarschoot en Zomergem intensievere samenwerking goedkeuring.

12. Lovendegem, Waarschoot en Zomergem intensievere samenwerking goedkeuring. GR 27.06.2017 12. Lovendegem, Waarschoot en Zomergem intensievere samenwerking goedkeuring. De N-VA-fractie wenst volgend amendement in te dienen namelijk de vervanging van het collegevoorstel: 12. Lovendegem,

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 6 maart 2009 betreffende de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - ontwerp van decreet houdende de wijziging van het decreet van 30 april 2009 betreffende de organisatie

Nadere informatie

Memo aan de Achterhoekse gemeenteraadsleden

Memo aan de Achterhoekse gemeenteraadsleden Memo aan de Achterhoekse gemeenteraadsleden 16 november 2017 In september-oktober 2017 is het dagelijks bestuur van Regio Achterhoek bij alle gemeenteraden op bezoek geweest om het samenwerkingsvoorstel

Nadere informatie

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Prof. dr. Jan Wouters Maarten Vidal Instituut voor Internationaal Recht K.U. Leuven www.internationaalrecht.be

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

STATUTEN STEDELIJKE RAAD VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (GROS) ZOTTEGEM

STATUTEN STEDELIJKE RAAD VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (GROS) ZOTTEGEM STATUTEN STEDELIJKE RAAD VOOR (GROS) ZOTTEGEM ARTIKEL 1. STATUS De Stedelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking Zottegem, afgekort GROS Zottegem, werd opgericht op 12 juni 2008 Hij is als adviesorgaan

Nadere informatie

nr. 274 van KURT DE LOOR datum: 17 december 2014 aan LIESBETH HOMANS Administratie Binnenlands Bestuur - Juridische adviezen

nr. 274 van KURT DE LOOR datum: 17 december 2014 aan LIESBETH HOMANS Administratie Binnenlands Bestuur - Juridische adviezen SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 274 van KURT DE LOOR datum: 17 december 2014 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE

Nadere informatie

DE VLAAMSE RUIMTELIJKE PLANNINGSPRIJS 2014 Een initiatief van de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning Met steun van de Vlaamse Regering

DE VLAAMSE RUIMTELIJKE PLANNINGSPRIJS 2014 Een initiatief van de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning Met steun van de Vlaamse Regering DE VLAAMSE RUIMTELIJKE PLANNINGSPRIJS 2014 Een initiatief van de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning Met steun van de Vlaamse Regering 1. vooraf In 2014 organiseert de VRP de Vlaamse Ruimtelijke

Nadere informatie

Evaluatie van Open Bedrijvendag

Evaluatie van Open Bedrijvendag Evaluatie van Open Bedrijvendag Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel April 2011 Samenvatting De Open Bedrijvendag

Nadere informatie

Subsidieregeling bevorderen intergemeentelijke samenwerking Zuid-Holland 2015

Subsidieregeling bevorderen intergemeentelijke samenwerking Zuid-Holland 2015 Subsidieregeling bevorderen intergemeentelijke samenwerking Zuid-Holland 2015 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013; Overwegende

Nadere informatie

VR DOC.0432/1

VR DOC.0432/1 VR 2018 0405 DOC.0432/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring

Nadere informatie

EINDELIJK EEN PUBLIEKRECHTELIJK KADER VOOR GEDECENTRALISEERDE VLAAMS-FRANSE SAMENWERKING

EINDELIJK EEN PUBLIEKRECHTELIJK KADER VOOR GEDECENTRALISEERDE VLAAMS-FRANSE SAMENWERKING EINDELIJK EEN PUBLIEKRECHTELIJK KADER VOOR GEDECENTRALISEERDE VLAAMS-FRANSE SAMENWERKING Prof. dr. Jan Wouters en Maarten Vidal * Hoewel in de praktijk lokale, gedecentraliseerde overheden (gemeenten,

Nadere informatie

Reflectie provinciale toetsingsavonden Synthese

Reflectie provinciale toetsingsavonden Synthese Structuurintegratie Het werkveld is voorstander van een hervorming van de structuren, maar enkel als de basis gehoord wordt en er bottom-up gewerkt wordt. Het matrixmodel, dat ook in de synthesetekst naar

Nadere informatie

VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID

VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID Advies 2016-17 / 29.09.2016 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1 algemeen 3 3.2 geringe traditie 4 3.3 aanvullende werking

Nadere informatie

Langemark-Poelkapelle doorgelicht

Langemark-Poelkapelle doorgelicht Langemark-Poelkapelle doorgelicht bestuurskrachtmeting van plattelandsgemeenten Situering van de studie interne staatshervorming witboek en groenboek discussie bestuurskracht: opdrachten vs. schaalgrootte

Nadere informatie

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk Nationale landschappen: aandacht en geld nodig! 170610SC9 tk 7 Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzoek

Nadere informatie

Geachte heer/mevrouw,

Geachte heer/mevrouw, Van: Aan: Onderwerp: Brief gemeente Utrechtse Heuvelrug met zienswijze Noordvleugelprovincie Datum: dinsdag, 1 oktober 2013 14:05:40 Bijlagen: Verzonden brief UH met Zienswijze Noordvleugelprovincie.pdf

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 818 Samenvoeging van de gemeenten Arcen en Velden en Venlo Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding Het advies van de Raad van State wordt

Nadere informatie

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014. Advies van 7 september 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

3. Inspraak - Participatie aan het beleid

3. Inspraak - Participatie aan het beleid kwaad berokkenen. Vaak is de zorgverlener zich dus niet bewust van de gevolgen van zijn handelingen (vandaar de be tussen haakjes). Voor Vlaanderen bestaat er een Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling.

Nadere informatie

Nederland is helemaal geen representatieve democratie

Nederland is helemaal geen representatieve democratie 8 sept 2013 Nederland is helemaal geen representatieve democratie Politici in Nederland zeggen dat Nederland een representatieve democratie is. Dat roept een paar vragen op. Allereerst wat een representatieve

Nadere informatie

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid Brussel, 9 november 2005 091105_ Advies Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding... 3 2. Advies...

Nadere informatie

Handboek sportraden. Weet raad met je sportraad

Handboek sportraden. Weet raad met je sportraad Weet raad met je sportraad Dat kan eveneens een doorslaggevend argument zijn voor het moeilijk aantrekken van jongeren. Honoreren kan met een vrijwilligersvergoeding: ofwel terugbetaling van de werkelijke

Nadere informatie

Studiedag Vrouwen innoveren en inspireren op het platteland. 18 oktober 2011

Studiedag Vrouwen innoveren en inspireren op het platteland. 18 oktober 2011 TOESPRAAK DOOR KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW, ZEEVISSERIJ EN PLATTELANDSBELEID Studiedag Vrouwen innoveren en inspireren op het platteland

Nadere informatie

De beleidsnota Omgeving

De beleidsnota Omgeving Briefadvies De beleidsnota Omgeving 2014-2019 Briefadvies over de beleidsnota Omgeving 2014-2019 Datum van goedkeuring 9 december 2014 Volgnummer 2014 039 Coördinator + e-mailadres Sandra Sliwa, sandra.sliwa@minaraad.be

Nadere informatie

M E M O. We zien de oplossing niet in grote schaalvergroting naar 1 of 2 gemeenten. We zoeken het in de samenwerking vanuit de inhoud.

M E M O. We zien de oplossing niet in grote schaalvergroting naar 1 of 2 gemeenten. We zoeken het in de samenwerking vanuit de inhoud. M E M O Aan : gemeenteraad Wormerland Van : college van burgemeester en wethouders Datum : 5 februari 2015 Onderwerp : Gezamenlijke reactie Colleges Beemster, Edam- Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Waterland,

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2009-821- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 33 van 7

Nadere informatie

Briefadvies. Complex Project Tussennota Complex Project Havengebied Antwerpen. Brussel, 24 juli 2018

Briefadvies. Complex Project Tussennota Complex Project Havengebied Antwerpen. Brussel, 24 juli 2018 Briefadvies Complex Project Tussennota Complex Project Havengebied Antwerpen Brussel, 24 juli 2018 Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@salv.be

Nadere informatie

TOESPRAAK DOOR KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW, ZEEVISSERIJ EN PLATTELANDSBELEID

TOESPRAAK DOOR KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW, ZEEVISSERIJ EN PLATTELANDSBELEID TOESPRAAK DOOR KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW, ZEEVISSERIJ EN PLATTELANDSBELEID 20 jaar VLARIO 29 maart 2011 Meneer de Voorzitter,

Nadere informatie

Meneer de voorzitter, meneer de Gouverneur, meneer de Provinciegriffier, geachte leden van de deputatie, waarde collega s,

Meneer de voorzitter, meneer de Gouverneur, meneer de Provinciegriffier, geachte leden van de deputatie, waarde collega s, Meneer de voorzitter, meneer de Gouverneur, meneer de Provinciegriffier, geachte leden van de deputatie, waarde collega s, De budgetbesprekingen zijn traditioneel een moment om stil te staan bij de provincie

Nadere informatie

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 1589 (2011-2012) Nr. 7 27 juni 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid

Nadere informatie

BEL Combinatie. De eerste geprivatiseerde gemeente van Nederland

BEL Combinatie. De eerste geprivatiseerde gemeente van Nederland BEL Combinatie De eerste geprivatiseerde gemeente van Nederland BEL Combinatie 3 De eerste geprivatiseerde gemeente van Nederland 5 Opgave Kwaliteitsmeting bestuur Gezamenlijk onderzoek naar kwaliteit

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende

Nadere informatie

De meerjarige ondernemingsplannen binnen de Vlaamse overheid Les plans d entreprises pluriannuels au sein de l administration Flamande

De meerjarige ondernemingsplannen binnen de Vlaamse overheid Les plans d entreprises pluriannuels au sein de l administration Flamande De meerjarige ondernemingsplannen binnen de Vlaamse overheid Les plans d entreprises pluriannuels au sein de l administration Flamande Martin Ruebens Secretaris-generaal Departement Kanselarij en Bestuur

Nadere informatie

LOKALE DEMO- CRATIE IN DE STEIGERS ISVW UITGEVERS

LOKALE DEMO- CRATIE IN DE STEIGERS ISVW UITGEVERS LOKALE DEMO- CRATIE IN DE STEIGERS ISVW UITGEVERS VOORWOORD De lokale democratie is toe aan groot onderhoud. Met de decentralisaties in het sociaal domein de grootste bestuurlijke operatie van de afgelopen

Nadere informatie

Toekomstvisie gemeente Weesp

Toekomstvisie gemeente Weesp Toekomstvisie gemeente Weesp Leeswijzer Hoofdstuk 1 (Aanleiding) en 2 (Proces tot nu toe) geven de context voor het uitvoeren van het bestuurskrachtonderzoek en het opstellen van deze toekomstvisie. In

Nadere informatie

Samen beter, samen sterker: een nieuw begin?

Samen beter, samen sterker: een nieuw begin? Samen beter, samen sterker: een nieuw begin? Samen De toekomst tegemoet? beste inwoner, op het moment dat u deze brochure uit de brievenbus haalt, heeft u misschien al opgevangen dat er een eventuele gemeentefusie

Nadere informatie

1. Samenvatting. 2. De Belgische energiemarkt. 2.1 Liberalisering van de energiemarkt

1. Samenvatting. 2. De Belgische energiemarkt. 2.1 Liberalisering van de energiemarkt PERSDOSSIER Inhoud 1. Samenvatting... 2 2. De Belgische energiemarkt... 2 3. Hoe maakt Poweo het verschil?... 3 4. Poweo: meest competitieve elektriciteitsaanbod in Wallonië volgens Test-Aankoop... 4 5.

Nadere informatie

Mededeling Vlaamse Regering. Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces

Mededeling Vlaamse Regering. Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces Mededeling Vlaamse Regering Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces 1. Context Na het leggen van de grondvesten van een nieuw systeem van Vlaamse openbare statistieken door de

Nadere informatie

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1]

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1] Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1] Ten gevolge van de goedkeuring van de bisconceptnota betreffende de organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen,

Nadere informatie

Uitbreiding studieomvang

Uitbreiding studieomvang Infofiche Uitbreiding studieomvang Om te voldoen aan internationale verwachtingen en de studiedruk te verlagen, werd de mogelijkheid gecreëerd de masteropleidingen in de humane wetenschappen te verlengen

Nadere informatie

Advies van de Executive Board van het Europees Netwerk van Raden voor de. Justitie (ENRJ) over de aanvraag van de Krajowa Rada Sądownictwa uit Polen.

Advies van de Executive Board van het Europees Netwerk van Raden voor de. Justitie (ENRJ) over de aanvraag van de Krajowa Rada Sądownictwa uit Polen. Advies van de Executive Board van het Europees Netwerk van Raden voor de Justitie (ENRJ) over de aanvraag van de Krajowa Rada Sądownictwa uit Polen. Het ENRJ heeft een verzoek tot samenwerking ontvangen

Nadere informatie

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat Jef Smulders & Bart Maddens KU Leuven Instituut voor de Overheid Faculteit Sociale Wetenschappen Tel: 0032 16 32 32 70 Parkstraat

Nadere informatie

Voorstelnummer: Houten, 27 augustus 2013

Voorstelnummer: Houten, 27 augustus 2013 Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2013-057 Houten, 27 augustus 2013 Onderwerp: Raadsvoorstel Zienswijze Noordvleugelprovincie Beslispunten: 1. In te stemmen met de zienswijze van de gemeente Houten op het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 358 Gemeentelijke herindeling van een aantal gemeenten in het westelijk deel van Midden-Limburg Nr. 3 HERDRUK 1 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding

Nadere informatie

Sterk en Toekomstbestendig bestuur Regio Gelderland

Sterk en Toekomstbestendig bestuur Regio Gelderland Sterk en Toekomstbestendig bestuur Regio Gelderland Inspelen op een veranderende omgeving Roel Wever 7 april 2014 Rivierenland Een samenwerkingsproject van Provincie Gelderland en VNG Gelderland 1 De essenties

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 817 Samenvoeging van de gemeenten Helden, Kessel, Maasbree en Meijel Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding Het advies van de Raad van State

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 9a 24 138 Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet

Nadere informatie

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner Bij iedere vraag uit de veranderplanner is hier een korte toelichting gegeven. Dit kan helpen bij het invullen van de vragen van de Veranderplanner. 1.

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

Geopolitiek van de Hernieuwbare Energie van 2010 tot 2020: uitdagingen en opportuniteiten voor Vlaanderen

Geopolitiek van de Hernieuwbare Energie van 2010 tot 2020: uitdagingen en opportuniteiten voor Vlaanderen Geopolitiek van de Hernieuwbare Energie van 2010 tot 2020: uitdagingen en opportuniteiten voor Vlaanderen Prof. dr. David Criekemans Steunpunt Buitenlands Beleid & Universiteit Antwerpen SERVAcademie 3

Nadere informatie