HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE"

Transcriptie

1 Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2011 Goedgekeurd door de algemene vergadering op 30 mei 2012

2 INHOUDSTAFEL DEEL 1 : INSTITUTIONELE ASPECTEN DE FUNDAMENTELE DOELSTELLINGEN ORGANISATIESTRUCTUUR Samenstelling van de Hoge Raad voor de Justitie De werking van de Hoge Raad voor de Justitie De algemene vergadering De taalcolleges Het bureau De administratieve cel De deontologische cel MENSEN EN MIDDELEN Mensen Middelen EXTERNE COMMUNICATIE INTERNATIONALE BETREKKINGEN... 8 DEEL 2 : OVERZICHT VAN DE ACTIVITEITEN DE UITBOUW VAN EEN HUMANRESOURCESBELEID VOOR DE MAGISTRATUUR - VERSLAG VAN DE VERENIGDE BENOEMINGS- EN AANWIJZINGSCOMMISSIE Inleiding De uitbouw van een humanresourcesbeleid voor de magistratuur De examens Inleiding Organisatorische modaliteiten Programma s Examen inzake beroepsbekwaamheid Vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage Mondeling evaluatie-examen A) Toelichting Voordrachten voor benoeming en aanwijzing Algemene statistieken Franstalige benoemings- en aanwijzingscommissie Cijfergegevens A) Beslissing van de commissie om geen kandidaat voor te dragen B) Beslissing van de Koning om de voordracht te weigeren i

3 Commentaar Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie Cijfergegevens A) De beslissing van de commissie geen kandidaat voor te dragen B) Beslissing van de Koning de voordracht te weigeren Commentaar Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie Cijfergegevens A) Beslissing van de commissie om geen kandidaat voor te dragen B) Beslissing van de Koning om de voordracht van een kandidaat te weigeren Commentaar Beroepen bij de Raad van State Franstalige benoemings- en aanwijzingscommissie Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie Algemene commentaar op de benoemingen en aanwijzingen De opleiding HET VERSTREKKEN VAN ADVIEZEN EN VOORSTELLEN TOT VERBETERING VAN DE ALGEMENE WERKING VAN DE RECHTERLIJKE ORDE Stand van zaken Draagwijdte van de verstrekte adviezen Ambtshalve advies van 26 januari 2011 over de toepassing van het Europese betalingsbevel Advies van 30 maart 2011 over het wetsvoorstel van 10 oktober 2010 tot wijziging van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wat de verjaringstermijn van sommige misdrijven ten aanzien van minderjarigen betreft Ambtshalve advies van 30 maart 2011 over het statuut en de kwaliteit van gerecthsdeskundigen Ambtshalve advies van 19 oktober 2011 over 1) het voorstel tot herziening van artikel 152 van de Grondwet (Senaat, /1), 2) het voorstel tot herziening van artikel 157 van de Grondwet (Senaat, /1) en 3) het wetsvoorstel tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht (Senaat, /1) Advies over de plaatsvervangende rechters Advies van 30 november 2011 over de wet van 21 december 2009 tot hervorming van het hof van assisen Ambtshalve advies van 21 december 2011 over de versterking van de bevoegdheden van de Hoge Raad voor de Justitie inzake externe controle en meer bepaald in het bijzonder onderzoek HET EXTERN TOEZICHT OP DE WERKING VAN DE RECHTERLIJKE ORDE ii

4 3.1. Klachtenbehandeling Concreet verloop van de klachtenbehandeling Ontvangst van een klacht Ontvankelijkheidsonderzoek Bevoegdheidsonderzoek Onderzoek van de klacht Beoordeling en aanbeveling Analyse van de klachtendossiers die in 2011 werden behandeld Terminologische verduidelijkingen Algemeen overzicht van de klachtendossiers Afgesloten dossiers in Nieuwe dossiers per kalenderjaar: evolutie Dossiers afgesloten per kalenderjaar: evolutie Behandelingsduur van de in 2011 afgesloten dossiers Waarover handelden de klachten waarvan de dossiers in 2011 werden afgesloten? Materies van de in 2011 afgesloten dossiers De eindbeslissingen Onbevoegdheid als eindbeslissing Beslissing tot afsluiting van het dossier wegens bevoegdheid Andere redenen van afsluiting Gegronde klachten Nederlandstalige advies- en onderzoekscommissie (AOC) Klachten over de traagheid van de rechtsgang Klacht over het verloop van de procedure Klachten over de omgang en communicatie met Justitie Klacht over het gedrag en het gebrek aan eerbied van de magistraat, de deskundige of de griffier Klachten die om diverse redenen gegrond werden verklaard Verzoeken tot tussenkomst Franstalige advies- en onderzoekscommissie (Commission d avis et d enquête - CAE) Klachten over de traagheid van de rechtsgang Klacht over het verloop van de procedure Klachten over de communicatie met justitie Klachten over het gedrag van een magistraat Klachten over de objectiviteit van een magistraat iii

5 Naar een gefaseerde klachtenbehandeling met een centrale registratie Andere toezichtmiddelen Verslag over de algemene werking van de rechterlijke orde Algemeen toezicht op en bevordering van het gebruik van de middelen van interne controle binnen de rechterlijke orde Bijzonder onderzoek naar de werking van de rechterlijke orde De doorlichting van de werking van de rechterlijke orde Het management De oprichting of het herstel van een gespecialiseerd en hecht CSR-team De procedures, de opleiding en de informatie De bevordering van alternatieve wijzen van schuldbeheersing Het verkrijgen van extra middelen HET MEERJARENPLAN VAN DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE Bijlage 1 : Algemene statistieken over de voordrachten voor benoemingen en aanwijzingen Bijlage 2 : Aanbeveling inzake de justitiele behandeling van verkeersslachtoffers Bijlage 3 : Aanbeveling VAOC inzake de toepassing van het artikel 792 van het gerechtelijk wetboek. 122 iv

6 DEEL 1 : INSTITUTIONELE ASPECTEN 1. DE FUNDAMENTELE DOELSTELLINGEN Artikel 151 van de Grondwet vermeldt de belangrijkste opdrachten van de Hoge Raad voor de Justitie (HRJ): de voordracht van de kandidaten voor een benoeming tot rechter of ambtenaar van het Openbaar Ministerie; de voordracht van de kandidaten voor een aanwijzing tot korpschef; de toegang tot het ambt van rechter of van ambtenaar van het Openbaar Ministerie; de vorming van de rechters en de ambtenaren van het Openbaar Ministerie; het opstellen van standaardprofielen voor de aanwijzing van de korpschefs; het geven van adviezen en voorstellen inzake de algemene werking en de organisatie van de rechterlijke orde; het algemeen toezicht op en de bevordering van het gebruik van de interne controlemiddelen; de behandeling van klachten met betrekking tot de werking van de rechterlijke orde en het instellen van een onderzoek naar de werking van de rechterlijke orde. De artikelen 259bis-1 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek bepalen de draagwijdte van de opdrachten van de Hoge Raad. Deze opdrachten kunnen in drie grote categorieën worden ondergebracht: de opdrachten met betrekking tot de loopbaan van de magistraten: o o o o de toegang tot de magistratuur via examens of vergelijkende examens; de benoeming tot een ambt van magistraat van de zetel of van het parket via de voordracht van een kandidaat aan de minister van Justitie; de aanwijzing tot een mandaat als korpschef via de voordracht van een kandidaat aan de minister van Justitie; de opleiding van de magistraten door het opstellen van richtlijnen voor de opleiding van de magistraten en de gerechtelijke stagiairs 1 ; de opdrachten met betrekking tot de externe controle op de werking van de rechterlijke orde: o o o o de behandeling van de klachten met betrekking tot de werking van de rechterlijke orde; toezicht op en bevordering van de aanwending van de middelen van interne controle via een jaarverslag; de werking van de rechtscolleges en de korpsen via onderzoek van de werkingsverslagen, en het opmaken van een syntheseverslag; doorlichting en bijzonder onderzoek - op verzoek of ambtshalve - met betrekking tot de werking van de rechterlijke orde; de adviserende opdracht ten aanzien van de wetgevende en de uitvoerende macht: o adviezen over voorontwerpen van wet, wetsontwerpen of -voorstellen betreffende de werking van de rechterlijke orde, op verzoek of ambtshalve; 1 Sinds de inwerkingtreding op 2 februari 2008 van de wet van 31 januari 2007 inzake de gerechtelijke opleiding en tot oprichting van het Instituut voor gerechtelijke opleiding is de HRJ bevoegd om de richtlijnen voor de opleiding van de magistraten vast te leggen, en staat het Instituut voor gerechtelijke opleiding in voor de opleidingsprogramma s. 1

7 o aanbevelingen en voorstellen door de Hoge Raad betreffende alles wat de werking van de rechterlijke orde aanbelangt. Voorliggend verslag maakt de synthese van de werkzaamheden van de Hoge Raad en zijn verschillende organen gedurende het jaar 2011 en binnen het bestek van de hierboven vermelde opdrachten. In de eerste plaats is het de bedoeling de lezer een totaaloverzicht te bieden van de activiteiten van de Hoge Raad. Het is evenwel niet onbelangrijk op te merken dat een deel van de output, zoals de adviezen, de verslagen over de audits en de bijzondere onderzoeken niet in extenso in dit jaarlijks verslag zijn opgenomen, omdat de volledige tekst ervan kan worden geraadpleegd via de website van de Hoge Raad op het volgende internetadres: Het is natuurlijk steeds mogelijk bij de Hoge Raad een uitprint aan te vragen. 2. ORGANISATIESTRUCTUUR 2.1. SAMENSTELLING VAN DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE Ter herinnering, de Hoge Raad voor de Justitie telt 44 leden die een mandaat van 4 jaar uitoefenen. 22 magistraten worden verkozen door hun collega s en 22 niet-magistraten worden verkozen door de senaat met een meerderheid van tweederde van de stemmen. De leden zijn onderverdeeld in twee taalcolleges, waarin telkens 22 leden zitten: 11 magistraten en 11 niet-magistraten. Voor alle organen van de Hoge Raad geldt taalpariteit en beroepspariteit. Binnen elk college zijn twee commissies ingericht: een Benoemings- en aanwijzingscommissie (BAC), samengesteld uit 14 leden; een Advies- en onderzoekscommissie (AOC), samengesteld uit 8 leden. Deze commissies komen ook samen in verenigde commissie: de Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie (VBAC), samengesteld uit 28 leden; de Verenigde advies- en onderzoekscommissie (VAOC), samengesteld uit 16 leden. Het voorzitterschap van de Hoge Raad wordt beurtelings waargenomen door één van de vier leden van het Bureau, die elk commissievoorzitter zijn voor de volledige duur van hun mandaat. Nadia De Vroede nam het voorzitterschap van de Raad waar tot 9 september 2011 (de verjaardag van de installatie van het huidige mandaat van de HRJ). Op die datum heeft Geert VERVAEKE haar voorzitterschapsjaar van de Hoge Raad gestart. 2

8 Algemene vergadering 44 leden taal- en beroepspariteit verkozen magistraten en door de Senaat benoemde niet-magistraten Bureau Nicole Roland, Jean-Luc Cottyn, Nadia De Vroede, Geert Vervaeke paritair samengesteld uit 4 permanente leden 2 Nederlandstaligen en 2 Franstaligen 2 magistraten en 2 niet-magistraten Voorzitterschap ieder bureaulid neemt 1 jaar het voorzitterschap waar september 2008: Nicole Roland september 2009: Jean-Luc Cottyn september 2010: Nadia De Vroede september 2011: Geert Vervaeke Verenigde advies- en onderzoekscommissie : Jean-Luc Cottyn : Nadia De Vroede 16 leden taal- en beroepspariteit Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie : Geert Vervaeke : Nicole Roland 28 leden taal- en beroepspariteit Franstalige AOC Nadia De Vroede 8 leden beroepspariteit Nederlandstalige AOC Jean-Luc Cottyn 8 leden beroepspariteit Franstalige BAC Nicole Roland 14 leden beroepspariteit Nederlandstalige BAC Geert Vervaeke 14 leden beroepspariteit 2.2. DE WERKING VAN DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE De algemene vergadering Tijdens 2011 is de algemene vergadering negen keer samengekomen. De volgende documenten werden besproken en goedgekeurd: de adviezen en het verslag van een bijzonder onderzoek die door de Verenigde advies- en onderzoekscommissie werden voorbereid; de programma s van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage; het jaarverslag 2010 van de Hoge Raad; de evaluatie van het Meerjarenplan van de Hoge Raad voor de Justitie; - de functieprofielen bij het Openbaar Ministerie. De algemene vergadering heeft eveneens een actualisering van het Memorandum aan de formateur van de toekomstige federale regering, dat in 2010 werd voorbereid, goedgekeurd. Dit document werd aan alle politieke fracties bezorgd. Tijdens dit jaar heeft de algemene vergadering de HRJ geanalyseerd, zijn sterke en zwakke punten, zijn kansen en bedreigingen om zo voorstellen tot aanpassingen te formuleren. 3

9 Ook worden aan de algemene vergadering regelmatig door het bureau verschillende punten voorgelegd die betrekking hebben op het humanresourcesbeleid van de Hoge Raad. Voorts heeft de algemene vergadering de rekeningen over het boekjaar 2010 en de begroting voor het jaar 2012 goedgekeurd. Daarnaast dient te worden vermeld dat de voorzitters van de commissies regelmatig verslag hebben uitgebracht over hun commissie, zodat alle leden geïnformeerd werden over de activiteiten van de commissies waarvan ze geen deel uitmaken. De algemene vergadering heeft de verslagen van de delegaties van de HRJ in het buitenland ontvangen met betrekking tot de activiteiten die georganiseerd werden in het kader van het ENCJ of van bilaterale relaties met andere Raden. Tot slot heeft de algemene vergadering beslist op regelmatige basis externe personen uit te nodigen voor een gedachtewisseling over een specifiek thema met de leden van de HRJ: in januari, professor P. Van Orshoven, decaan rechtsfaculteit KULeuven; in oktober, mr. Paul BEKAERT, voormalig stafhouder van Brugge over het thema klassenjustitie De taalcolleges Het Franse en het Nederlandse taalcollege van de Hoge Raad hebben hun bezoeken aan de verschillende gerechtelijke arrondissementen voortgezet waarbij ze niet alleen alle justitiële actoren van het arrondissement ontmoetten, maar ook een specifiek onderhoud hadden met de korpschefs van elk arrondissement. We kunnen nu al vaststellen dat dezelfde thema s worden aangehaald en met name de staat van de lokalen, de informaticasystemen, het beleid van de HRJ inzake selectie benoemingen en opleiding van magistraten, het aanwerven van gerechtelijk personeel en de hertekening van de rechterlijke organisatie Het bureau Het bureau is het uitvoerend orgaan van de Hoge Raad. Het is paritair samengesteld uit twee Franstalige en twee Nederlandstalige leden, telkens één magistraat en één niet-magistraat. In 2011 is het bureau van de Hoge Raad negenentwintig keer bijeengekomen. Het bureau coördineert de verschillende geplande activiteiten en bespreekt de werkzaamheden van het personeel. Tijdens zijn vergaderingen coördineert het Bureau de public relations en de externe vertegenwoordiging van de Hoge Raad. Het ziet toe op de goede uitvoering van de beslissingen van de interne organen De administratieve cel De administratieve cel (artikel 22 van het huishoudelijk reglement) is bevoegd om het bureau bij te staan in alle administratieve en/of logistieke aangelegenheden. Ter herinnering, de algemene vergadering heeft beslist, vanuit de bezorgdheid voor een doelmatig beheer van de personele en materiële middelen van de Hoge Raad, om de administratieve cel een 4

10 mandaat te verlenen voor alle beslissingen daarover, onder voorbehoud van bekrachtiging zonder debat door de algemene vergadering. In 2011 is de administratieve cel zes keer bijeengekomen voor de behandeling van agendapunten over het humanresourcesbeleid en de voorbereiding van de begroting en de rekeningen. Hij onderzocht eveneens de overheidsopdrachten die werden voorgelegd. De commissarissen der rekeningen oefenden hun toezicht ex post op de regelmatigheid van de uitgaven uit. Daartoe voerden zij een grondig nazicht uit van de boekhoudkundige stukken die betrekking hebben op de rekeningen van het jaar Zij hebben hun conformiteitsverslag gerapporteerd op de algemene vergadering van 29 juni De deontologische cel De deontologische cel is belast met het onderzoek van eventuele tekortkomingen aan de deontologische verplichtingen in hoofde van de leden van de Hoge Raad voor de Justitie. De cel maakt na zijn onderzoek een verslag op voor de algemene vergadering. In 2011 hebben de leden van de deontologische cel, die op 1 oktober 2008 werden verkozen, een reglement met betrekking tot het gebruik van de s voorbereid. Dit reglement werd door de algemene vergadering van 26 januari 2011 goedgekeurd. Tijdens 2011 diende de deontologische cel geen nieuwe zaak te behandelen. 3. MENSEN EN MIDDELEN 3.1. MENSEN In de loop van 2011 onderging het vaste personeelsbestand van de Hoge Raad geen wijzigingen. Een momentopname van de administratieve structuur op 31 december 2011 levert volgend resultaat op: Leidinggevende ambtenaren - de heer Marc Bertrand, administrateur (F) - de heer Jean-Marie Siscot, administrateur (N) Secretariaat van de benoemings- en aanwijzingscommissies - 1 eerste auditeur (F) - 1 adjunct-auditeur (N) - 1 administratief deskundige (F) - 4 administratief assistenten (1 F en 3 N) Secretariaat van de advies- en onderzoekscommissies (met inbegrip van de auditcel) - 2 eerste auditeurs (1 N en 1 F) - 5 auditeurs (2 N en 3 F) - 1 opdrachthouder (N) - 3 adjunct-auditeurs (2 N en 1 F) - 1 administratief deskundige (F) - 4 administratief assistenten (2 F en 2 N) 5

11 Secretariaat van het Bureau - 3 administratief deskundigen (2 N en 1 F) - 1 administratief assistent (F) Algemene diensten 1. Secretariaat van de administrateurs - 1 administratief assistent (F) 2. Personeel - 1 administratief deskundige (N) 3. Vertaling - 1 auditeur vertaler (F) - 1 auditeur tolk (F) - 1 adjunct-auditeur tolk (N) - 1 adjunct-auditeur vertaler (N) 4. Bibliotheek / Webmaster - 1 administratief deskundige bibliothecaris preventieadviseur (F) 5. IT-department - 1 ICT-deskundige (F) - 1 administratief assistent (N) 6. Boekhouding - 1 financieel deskundige (F) 7. Communicatie en evenementen - 1 adjunct-auditeur (N) - 1 administratief deskundige (F) 8. Onthaal - 1 administratief assistent (N) 9. Logistiek - 2 administratief medewerkers (1 N en 1 F) - 2 medewerkers voor de schoonmaak (2 F) Verschillende personeelsleden hebben bij het Opleidingsinstituut van de Federale Overheid (OFO) opleidingen gevolgd, onder meer taalopleidingen en gespecialiseerde informaticacursussen MIDDELEN Voor het begrotingsjaar 2011 keurde de Kamer van volksvertegenwoordigers voor de Hoge Raad voor de Justitie een uitgavenbegroting goed van , waarvan ingeschreven is in de Begroting van de dotaties. Het resterende bedrag wordt gefinancierd door het saldo van het begrotingsjaar Daarnaast keurde de algemene vergadering van de Hoge Raad de rekeningen van het boekjaar 2010 goed. De uitgaven bedroegen ,78. 6

12 Het Rekenhof heeft de rekeningen 2010 nagezien en kwam in zijn verslag tot volgende bevinding: Na kennis te hebben genomen van het verslag van de rekeningcommissarissen van de Hoge Raad voor de Justitie ; de financiële toestand op 31 december te hebben geverifieerd ; steekproefgewijs via gekruiste verificaties de op het begrotingsjaar en/of in de loop van dat jaar vereffende uitgaven te hebben gecontroleerd ; is het Rekenhof van oordeel dat de voorgelegde rekeningen steunen op betrouwbare verantwoordingsstukken en een volledig, juist en getrouw beeld geven van de ontvangsten- en uitgavenverrichtingen alsmede van de thesaurietoestand. Het Rekenhof is van oordeel dat de voorgelegde rekeningen steunen op een passende boekhoudkundige organisatie. 4. EXTERNE COMMUNICATIE 1. De voorbereiding van een ontwerpplan van communicatie voor de HRJ wordt voortgezet in Het wordt voltooid in In 2011 is de HRJ voortgegaan met het publiceren van een elektronische nieuwsbrief, verzonden naar 2500 personen, partners van de HRJ: magistraten, advocaten, universiteiten, justitiehuizen, FOD De Hoge Raad blijft zijn website met de grootste aandacht benutten als communicatiemiddel met de burger. Zo bevat de rubriek News onder meer alle persberichten, en alle informatie over bezoeken van prominenten of buitenlandse delegaties aan de Hoge Raad. Het aantal bezoekers nam toe in vergelijking met de vorige jaren, met meer bepaald bijzondere interesse voor de infobladzijden over de modaliteiten inzake toegang tot de magistratuur, de procedure voor de indiening en de behandeling van de klachten, en de adviezen. In de loop van 2011 werd de website van de Hoge Raad per maand gemiddeld keer bezocht. Dat is ongeveer evenveel als in het vorige jaar. Via de website kan je ook in contact komen met de verschillende diensten van de HRJ. Zo hebben 900 personen om informatie gevraagd met betrekking tot de organisatie van de toegangsexamens tot de magistratuur. De website staat ook ten dienste van de beroepsmagistraten en de kandidaat-magistraten, door de publicatie van openstaande functies binnen de magistratuur en de vermelding, zodra mogelijk, van de naam van de kandidaten die door een van de benoemingscommissies werden voorgedragen voor een functie van magistraat. 3. De Hoge Raad heeft zijn jaarverslag, zoals elk jaar, bezorgd aan de overheden van de wetgevende en uitvoerende macht, net zoals aan alle korpschefs van de rechtscolleges, parketten en auditoraten. Het jaarverslag 2009 maakte het voorwerp uit van een voorstelling en een bespreking in de Commissie voor de Justitie van de Kamer op 23 november en van de Senaat op 14 december. 4. Het Bureau heeft de kans gehad om de minister van Justitie tweemaal te ontmoeten. Tijdens de ontmoeting met minister De Clerck op 17 mei 2011 ging het vooral over de middelen die nodig zijn om de pensionering van een groot aantal magistraten in de komende jaren het hoofd te bieden. De 7

13 minister wees erop dat hij een taskforce zou oprichten, waarvan de HRJ deel zou uitmaken, om de verschillende mogelijke pistes te onderzoeken. Op 22 december 2011 heeft het Bureau de kans gehad om met de nieuwe minister van Justitie, mevrouw Turtelboom, de verschillende prioritaire projecten te bekijken die in het Memorandum aan de federale regering opgenomen zijn. De minister heeft uitgelegd hoe ze op een doeltreffende manier de hervorming van de gerechtelijke organisatie wou aanpakken, en ze heeft beloofd om de HRJ hierbij te betrekken. Het is in dat kader dat de voorzitter van de HRJ wordt uitgenodigd op de vergaderingen van de taskforce die de minister heeft opgericht, om haar te adviseren bij de hervorming van het gerechtelijk landschap. Ook heeft ze de HRJ gevraagd om snel een nota voor te bereiden met de verschillende wetsontwerpen en andere ontwerpen inzake de bevoegdheden van de HRJ die ingediend zijn bij het bureau van het parlement of het voorwerp waren van een ambtshalve advies van de HRJ en meer bepaald de behandeling van de klachten, de onderzoeksbevoegdheden van de BAC s, de bevoegdheid van de VAOC inzake bijzonder onderzoek. 5. In 2011 heeft de HRJ aan de politieke partijen die het federale regeerakkoord onderhandelden zijn Memorandum voor de formateur van de federale regering overgebracht. Het betrof de geactualiseerde tekst van het Memorandum dat in 2010 is goedgekeurd. 6. Er dient nog opgemerkt te worden dat de Hoge Raad voor de Justitie in 2011 aanwezig was op de jobbeurzen van de rechtsfaculteiten van de RUG (1 december), de KULeuven (9 november), de ULg (17 november) en de UCL (23 november). 5. INTERNATIONALE BETREKKINGEN 1. De Hoge Raad voor de Justitie is stichtend lid van het European Network of Councils for the Judiciary (ENCJ), dat voor de lidstaten van de Europese Unie de nationale instellingen verenigt die onafhankelijk zijn van de uitvoerende en wetgevende macht of autonomie genieten, en die verantwoordelijk zijn voor de ondersteuning van de rechterlijke orde in zijn opdracht van onafhankelijke rechtsbedeling. Het ENCJ werd bij koninklijk besluit van 10 december 2007 (Bijlagen van het Belgisch Staatsblad van 28 januari 2008) erkend als internationale vereniging zonder winstoogmerk naar Belgisch recht. De Europese Commissie heeft beslist om het netwerk alvast tot in 2012 financiële steun te verlenen. In Brussel werd een vast secretariaat opgericht, in het kader van een dienstenovereenkomst tussen de HRJ en het ENCJ. De leden van het ENCJ-secretariaat maken gebruik van drie lokalen van de HRJ. Op uitnodiging van de Raad voor de rechtspraak van Litouwen, is de algemene vergadering van het Netwerk samengekomen in Vilnius van 8 tot 10 juni Tijdens deze bijeenkomst hebben de 90 deelnemers de werkzaamheden van het jaar voordien bekeken. Ingevolge het operationeel plan van het beleidsplan heeft de ENCJ tijdens het jaar gewerkt rond de volgende projecten: - De gerechtelijke hervormingen, - Justitie, maatschappij en media, - Minimumstandaarden en indicatoren inzake selectie, werving en benoeming, - Verzoek tot samenwerking, - Maatregelen voor het vertrouwen van de bevolking. 8

14 De verslagen kunnen worden geraadpleegd op de site van het Netwerk, 2. In 2011 heeft de HRJ zijn programma van bilaterale ontmoetingen voortgezet: In 2011 heeft de HRJ zijn programma van bilaterale ontmoetingen voortgezet: - op 20 september werd een delegatie van de Turkse Raad van rechters en procureurs ontvangen op de HRJ; - van 15 tot 17 oktober werd een delegatie van de Republika Slovenija Sodni Svet van Slovenië ontvangen op de HRJ; - op 14 oktober werd een delegatie van Japanse advocaten ontvangen op de HRJ; - van 5 tot 8 november is een delegatie van de HRJ naar Roemenië gegaan op uitnodiging van de Consiliul Superior al Magistraturii; - van 4 tot 6 december is een delegatie van de HRJ naar Rome gegaan op uitnodiging van de Consiglio Superiore della Magistratura van Italië. 9

15 DEEL 2 : OVERZICHT VAN DE ACTIVITEITEN DE UITBOUW VAN EEN HUMANRESOURCESBELEID VOOR DE MAGISTRATUUR - VERSLAG VAN DE VERENIGDE BENOEMINGS- EN AANWIJZINGSCOMMISSIE 1.1. INLEIDING De verslagen over de activiteiten van de Nederlandstalige, de Franstalige en de verenigde benoemingscommissies zijn gebundeld in een gemeenschappelijk verslag (met voor elke commissie een onderscheiden afdeling) dat door de verenigde benoemingscommissie werd goedgekeurd vooraleer het aan de algemene vergadering werd voorgelegd. De VBAC, die 28 leden telt (14 van de CND en 14 van de BAC) en volgens de pariteit magistraten/nietmagistraten is samengesteld, is bevoegd om de programma s vast te leggen van het examen inzake beroepsbekwaamheid, het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage en het mondeling evaluatie-examen, alsook om de algemene richtlijnen voor de permanente opleiding van de magistraten en de gerechtelijke stage uit te werken. De VBAC is eveneens bevoegd om kandidaten voor te dragen voor een benoeming in het gerechtelijk arrondissement van Brussel als de wet vereist dat de kandidaat wettelijk tweetalig is, en voor de vacante betrekkingen bij het federale parket. Tot en met 7 september 2010 werd het voorzitterschap van de VBAC waargenomen door de voorzitter van de Nederlandstalige BAC. Sinds 8 september 2010 wordt voor een termijn van twee jaar het voorzitterschap van de VBAC waargenomen door de voorzitter van de Franstalige CND DE UITBOUW VAN EEN HUMANRESOURCESBELEID VOOR DE MAGISTRATUUR De examens Inleiding Tijdens het gerechtelijk jaar staan de benoemingscommissies in voor de organisatie van drie examens: - het examen inzake beroepsbekwaamheid; - het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage; - het mondelinge evaluatie-examen. Deze examens zijn de toegangspoort tot de magistratuur, maar hebben telkens een ander doelpubliek: - het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage is gericht op jonge juristen die minimum één jaar juridische beroepservaring hebben; - het examen inzake beroepsbekwaamheid is, gelet op de moeilijkheidsgraad, bedoeld voor de meer ervaren juristen; - het mondelinge evaluatie-examen is gericht op advocaten met minstens twintig jaar balie-ervaring, of minstens vijftien jaar balie-ervaring + minstens vijf jaar functie die een gedegen kennis van het recht vereist. 10

16 Organisatorische modaliteiten De modaliteiten en de voorwaarden voor de organisatie van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage zijn bepaald door het koninklijk besluit van 21 september 2000 (B.S., 30 september 2000). De modaliteiten en de voorwaarden voor de organisatie van het mondelinge evaluatie-examen zijn bepaald door het koninklijk besluit van 19 april 2006 (B.S., 12 mei 2006) Programma s De programma s van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage voor het gerechtelijk jaar werden voorbereid door de Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie op 15 september Zij werden op 15 september 2010 goedgekeurd door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie en bekrachtigd bij ministerieel besluit van 23 september 2010 om te worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 september Het programma voor het mondelinge evaluatie-examen werd voorbereid door de Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie op 27 april Het programma werd op 25 mei 2005 goedgekeurd door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie en bekrachtigd bij ministerieel besluit van 4 mei 2006 om te worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 12 mei De programma s van de examens kunnen worden geraadpleegd op onze website. Met betrekking tot de examenprogramma s , stippen we de volgende aandachtspunten aan. 1) Voor het derde jaar op rij kunnen Duitstalige deelnemers aan het examen inzake beroepsbekwaamheid en het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage (op aanvraag) hun schriftelijke proef in de eigen taal afleggen. 2) Er werd opnieuw een multiplechoicetest voorzien, die moet uitmaken of een kandidaat over voldoende algemene kennis beschikt, over een juridische basiskennis en vertrouwd is met (de werking van) de rechterlijke organisatie. Wat betreft de meerkeuzevragen en de verhandeling, die net als de multiplechoice deel uitmaakt van de eerste (schriftelijke) proef, zal men slagen zodra men een gemiddelde score haalt van 12 op 20, voor beide testen samen. Het behalen van een lager resultaat voor één van de beide testen leidt derhalve niet meer tot uitsluiting. 3) Er werd beslist om het pilootproject inzake de psychologische tests als onderdeel van het examen beroepsbekwaamheid verder te zetten. Deze tests kunnen bestaan uit een cognitief-analytische test en/of een persoonlijkheidsvragenlijst. Met dit project sluit de HRJ zich aan bij de standaarden inzake selectieprocedures en methodes binnen een grote waaier van functies. Zoals vorig jaar zijn de tests niet eliminerend, maar dienen zij enkel om de commissie in te lichten over bepaalde competenties van de kandidaten met het oog op het mondelinge gedeelte. Aan de hand van de verkregen resultaten wordt het pilootproject verder geëvalueerd Examen inzake beroepsbekwaamheid Dit examen is bedoeld voor ervaren juristen. Hoewel de enige inschrijvingsvoorwaarde bestaat in het bezitten van een licentie in de rechten, moeten laureaten van dit examen een beroepservaring van ten 11

17 minste vijf jaar doen gelden om nuttig te kunnen solliciteren voor een plaats bij het parket, en tien jaar voor een plaats bij de zetel. Het getuigschrift van beroepsbekwaamheid is zeven jaar geldig nadat het werd behaald (te rekenen vanaf de datum van het proces-verbaal van het examen, cf. artikel 259bis-9, 1, van het Gerechtelijk Wetboek). Het schriftelijke deel van het examen is opgesplitst in twee proeven die op verschillende data plaatsvinden. De Nederlandstalige (BAC) en de Franstalige (CND) commissies organiseren tevens psychologische proeven die op verschillende data plaatsvinden. De BAC organiseert de cognitiefanalytische proeven voor de deelnemers aan de eerste schriftelijke proef, terwijl de persoonlijkheidstesten voor de geslaagden van de tweede schriftelijke proef worden georganiseerd. De CND organiseert wat haar betreft cognitief-analytische proeven en persoonlijkheidstesten uitsluitend voor de geslaagden van de tweede schriftelijke proef. Deelname aan de psychologische proeven is verplicht, maar de resultaten ervan zijn niet eliminerend. De proeven dienen enkel als aanvullende informatiebron voor het mondelinge examengedeelte. Tot slot dienen de kandidaten nog te slagen in een mondelinge proef. De examensessie gaf de volgende resultaten: EXAMEN INZAKE BEROEPSBEKWAAMHEID Sessie Taalrol N F inschrijvingen (waarvan 3 Duitstaligen) Schriftelijk gedeelte Opkomst 1 e proef (A) (waarvan 3 Duitstaligen) Laureaten na 1 e proef (waarvan 1 Duitstalig) Opkomst 2 e proef (waarvan 1 Duitstalig) Laureaten na 1 e en 2 e proef (waarvan 1 Duitstalig) Mondelinge gedeelte Laureaten mondelinge gedeelte (B) (waarvan 1 Duitstalig) Slaagpercentage (B/A) 8,67 % 6,45 % Uit een vergelijking tussen de ingeschreven kandidaten en de laureaten van het examen blijken de volgende voorlopige statistische gegevens: NEDERLANDSTALIG EXAMEN INZAKE BEROEPSBEKWAAMHEID EFFECTIEVE DEELNEMERS : 196 GESLAAGDEN : 17 Mannen : 38,78 % Mannen: 52,94 % Vrouwen : 61,22 % Vrouwen : 47,06 % Gemiddelde leeftijd : 35 jaar Gemiddelde leeftijd : 34 jaar Eindresultaat voor de licentie rechten: Voldoening : 52,82 % Eindresultaat voor de licentie rechten: Voldoening : 52,94 % 12

18 NEDERLANDSTALIG EXAMEN INZAKE BEROEPSBEKWAAMHEID EFFECTIEVE DEELNEMERS : 196 GESLAAGDEN : 17 Onderscheiding : 37,44 % Onderscheiding : 17,65 % Grote onderscheiding : 9,74 % Grote onderscheiding : 29,41 % 76 % van de 196 effectieve deelnemers had balieervaring, 24 % niet. ervaring, en 35,29 % Van de xx geslaagden heeft 64,71 % balie- niet. FRANSTALIG EXAMEN INZAKE BEROEPSBEKWAAMHEID EFFECTIEVE DEELNEMERS : 186 GESLAAGDEN : 12 Mannen: 39,78 % Mannen: 41,67 % Vrouwen: 60,22 % Vrouwen : 58,33 % Gemiddelde leeftijd: 36 jaar Gemiddelde leeftijd : 35 jaar Eindresultaat voor de licentie rechten: Voldoening: 39,56 % Onderscheiding: 48,35 % Grote onderscheiding: 10,99 % Grootste onderscheiding: 1,10 % 78,49 % van de 186 effectieve deelnemers had balie-ervaring; 21,51 % niet. Eindresultaat voor de licentie rechten: Voldoening : 16,67 % Onderscheiding : 50,00 % Grote onderscheiding : 33,33 % Van de 12 geslaagden heeft 66,67 % balieervaring; 33,33 % niet Vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage Dit vergelijkend examen is bedoeld voor jonge juristen met weinig beroepservaring (minimum 1 jaar juridische ervaring) die snel een loopbaan als magistraat willen beginnen. Het vormt een onrechtstreekse toegangspoort tot de magistratuur omdat de laureaten van dit examen eerst nog een stage moeten doorlopen voor ze kunnen solliciteren. De laureaten van dit examen kunnen tot gerechtelijk stagiair worden benoemd uiterlijk 3 jaar na het afsluiten van het examen. Voor het gerechtelijk jaar zijn er 26 Nederlandstalige en 22 Franstalige plaatsen van gerechtelijk stagiair vacant (indiensttreding op 1 oktober 2012). De examensessie gaf de volgende voorlopige resultaten: VERGELIJKEND TOELATINGSEXAMEN TOT DE GERECHTELIJKE STAGE Sessie Taalrol N F inschrijvingen (waarvan 2 Duitstaligen) Schriftelijk gedeelte Opkomst 1 e proef (A) (waarvan 2 Duitstaligen) Laureaten na 1 e proef (waarvan 2 Duitstaligen) 13

19 VERGELIJKEND TOELATINGSEXAMEN TOT DE GERECHTELIJKE STAGE Sessie Taalrol N F Opkomst 2 e proef (waarvan 2 Duitstaligen) Laureaten na 1 e en 2 e proef (waarvan 1 Duitstalig) Mondelinge gedeelte Laureaten mondelinge gedeelte (B) (waarvan 1 Duitstalig) Slaagpercentage (B/A) 13,30 % 10,50 % Uit een vergelijking tussen de ingeschreven kandidaten en de laureaten van het examen blijken de volgende statistische gegevens: NEDERLANDSTALIG VERGELIJKEND TOELATINGSEXAMEN TOT DE GERECHTELIJKE STAGE EFFECTIEVE DEELNEMERS : 226 GESLAAGDEN : 30 Mannen : 30,97 % Mannen : 33,33 % Vrouwen : 69,03 % Vrouwen : 66,67 % Gemiddelde leeftijd : 27 jaar Gemiddelde leeftijd : 27 jaar Eindresultaat voor de licentie rechten: Voldoening : 47,32 % Onderscheiding : 41,52 % Grote onderscheiding : 10,71 % Grootste onderscheiding : 0,45 % 63,27 % van de 226 effectieve deelnemers had balie-ervaring; 36,73 % niet. Eindresultaat voor de licentie rechten: Voldoening : 36,67 % Onderscheiding : 36,67 % Grote onderscheiding : 26,66 % Van de 30 geslaagden heeft 60 % balieervaring, en 40 % niet. Mannen : 33,33 % Vrouwen : 60,67 % Gemiddelde leeftijd : 31 jaar Eindresultaat voor de licentie rechten: Voldoening : 33,15 % Onderscheiding : 53,80 % FRANSTALIG VERGELIJKEND TOELATINGSEXAMEN TOT DE GERECHTELIJKE STAGE EFFECTIEVE DEELNEMERS : 192 GESLAAGDEN : 24 Mannen : 37,50 % Vrouwen : 62,50 % Gemiddelde leeftijd : 32 jaar Grote onderscheiding : 13,04 % 67,71 % van de 192 effectieve deelnemers had balie-ervaring; 32,29 % niet. Eindresultaat voor de licentie rechten: Voldoening : 13,04 % Onderscheiding : 65,22 % Grote onderscheiding : 21,74 % Van de 24 geslaagden heeft 58,33 % balieervaring, en 41,67 % niet. 14

20 Mondeling evaluatie-examen Het mondelinge evaluatie-examen richt zich op de ervaren advocaten. Om te kunnen deelnemen moet men hetzij minstens twintig jaar advocaat zijn geweest in hoofdberoep, hetzij vijftien jaar advocaat zijn geweest in hoofdberoep en ten minste vijf jaar een functie hebben uitgeoefend die een gedegen kennis van het recht vereist. Het mondelinge evaluatie-examen wordt tweemaal per jaar georganiseerd. De geslaagden zijn vrijgesteld van het examen inzake beroepsbekwaamheid gedurende drie jaar te rekenen vanaf de datum van de afgifte van de machtiging. Uit een vergelijking tussen de ingeschreven kandidaten en de laureaten van het examen blijken de volgende statistische gegevens : NEDERLANDSTALIG MONDELING EVALUATIE-EXAMEN Ontvankelijke kandidaturen: 13 Onontvankelijke kandidaturen: 0 Effectieve deelnemers : 12 Mannen: 9 Vrouwen: 4 Gemiddelde leeftijd: 50 jaar Gemiddelde balie-ervaring: 25 jaar Laureaten: 3 Mannen: 3 Vrouwen: 0 Gemiddelde leeftijd: 48 jaar Gemiddelde balie-ervaring: 23 jaar FRANSTALIG MONDELING EVALUATIE-EXAMEN Ontvankelijke kandidaturen: 19 Onontvankelijke kandidaturen: 4 Effectieve deelnemers : 15 Mannen: 9 Vrouwen: 6 Gemiddelde leeftijd: 51 jaar Gemiddelde balie-ervaring: 25 jaar Laureaten: 7 Mannen: 6 Vrouwen: 1 Gemiddelde leeftijd: 53 jaar Gemiddelde balie-ervaring: 28 jaar A) Toelichting a. Sinds de daling van het aantal inschrijvingen in de periode wordt opnieuw een stijging waargenomen in het aantal inschrijvingen voor de verschillende examens. Aan Nederlandstalige zijde wordt deze stijgende tendens bevestigd door het aantal inschrijvingen voor Aan Franstalige zijde is een lichte daling van het aantal ingeschreven waar te nemen. Een verdere analyse blijft zich opdringen teneinde na te gaan of het magistratenambt nog voldoende aantrekkelijk is. Volstaat het aanbod aan kandidaten om in de toekomst een voldoende groot aantal bekwame en geschikte kandidaten te selecteren, rekening houdend met de stijgende behoeften als gevolg van de leeftijdspiramide, zonder hierbij de huidige hoge kwaliteitsvereisten bij de selectie te verlagen? Ook een mogelijke correlatie tussen het afnemende aantal inschrijvingen in de periode en het 15

21 lage slaagcijfer dient te worden onderzocht 2. Het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage wint ook steeds meer aan populariteit ten aanzien van het examen inzake beroepsbekwaamheid. Binnen de HRJ is een projectgroep aan de slag die zich buigt over het uitwerken van een HRM-visie voor de magistratuur. Selectie en werving zijn hier uiteraard een onderdeel van Evolutie inschrijvingen toegang tot de magistratuur (Nederlandstalige examens) Vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage Examen inzake beroepsbekwaamheid 450 Evolutie inschrijvingen toegang tot de magistratuur (Franstalige examens) Vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage Examen inzake beroepsbekwaamheid Zie punt c. 16

22 b. De Hoge Raad voor de Justitie was opnieuw aanwezig op jobbeurzen die aan de universiteiten worden ingericht voor de rechtenstudenten. Tijdens deze jobbeurzen werd aan de aanwezigen informatie verstrekt over de door de Hoge Raad voor de Justitie georganiseerde examens en de carrièremogelijkheden binnen de magistratuur. Op deze manier kan men doelgericht en toekomstgericht bij waardevolle elementen, die anders misschien niet of moeilijk te bereiken zijn, de interesse opwekken voor een job binnen de magistratuur of als parketjurist en referendaris. De bewustmaking van potentiële valabele elementen van hun toekomstmogelijkheden binnen de magistratuur is een toekomstgerichte investering. Ze dient blijvend te worden voortgezet. Blijvende opvallende vaststelling bij de laatstejaarsstudenten is de toenemende interesse voor een carrière als parketmagistraat. Mede ingegeven door het structurele tekort aan kandidaten voor vacante plaatsen in de parketten, heeft de HRJ zijn informatieverstrekking verstrekt via jobbeurzen aan deze opvallende tendens aangepast. Met het oog op het aanwakkeren van de interesse voor de magistratuurexamens moet worden nagegaan hoe de actieve werving van geïnteresseerden in het ambt van magistraat verder kan worden uitgebreid. c. De door de Hoge Raad voor de Justitie georganiseerde magistratuurexamens zijn niet eenvoudig. Zij kennen een vrij laag slaagpercentage. Gelet op de maatschappelijke relevantie van de taken van een magistraat dient de lat zo hoog mogelijk te worden gelegd. Enkel de beste kandidaten die voldoen aan de hoogste standaard worden geselecteerd. Iedere vorm van selectie door middel van een examen is ook onvermijdelijk afhankelijk van de kandidaten die zich uiteindelijk voor het examen aanbieden. Het doel is om de bekwaamste kandidaten te selecteren. Er worden hoge eisen gesteld. Een factor die mogelijk een rol speelt bij deze lage slaagpercentages is het feit dat men onvoorbereid of onvoldoende voorbereid aan het examen deelneemt. Zoals bij ieder examen verhoogt ook bij de toekomstige magistraten de slaagkans wanneer men zich terdege heeft voorbereid. De benoemingscommissies organiseren daarom jaarlijks, voorafgaand aan de examens, infosessies (slechts enkele tientallen kandidaten per taalrol gingen in op onze uitnodiging). De Franstalige Benoemingscommissie achtte het in februari 2012 geschikt om vóór de tweede schriftelijke examenproef specifieke informatiesessies te organiseren. Zo werd er aan een hoogleraar aan de universiteit gevraagd om de kandidaten in te lichten over de gebruikte techniek voor de redactie van de samenvatting en van de kernwoorden van een vonnis, terwijl twee magistraten (een magistraat van eerste aanleg en een magistraat die zitting houdt in hoger beroep) een uiteenzetting gaven over de redactie van een burgerlijk vonnis en een strafvonnis. Deze sessies hebben het verwachte succes gehad aangezien bijna alle kandidaten die voor de tweede schriftelijke proef waren uitgenodigd ze hebben bijgewoond. Grote vernieuwing: de drie lezingen werden gefilmd en de video s werden op de website van de HRJ geplaatst, evenals het schriftelijke materiaal en de Powerpointpresentaties van de sprekers. Op die manier konden de geslaagden zich optimaal voorbereiden. d. Vanuit een streven naar een nog grotere objectiviteit bij de selectie, werd de meerkeuzevragenlijst behouden. Zij heeft als doel te peilen naar de juridische basiskennis, de kennis over de rechterlijke organisatie en de werking ervan, en de algemene ontwikkeling van de kandidaten. De resultaten van de psychometrische analyse van de meerkeuzevragenlijst zijn geanalyseerd met het oog op het optimaliseren van het systeem van de meerkeuzevragen. De leden van de benoemings- en aanwijzingscommissies zijn zich ervan bewust dat het huidige examensysteem nog verder kan en moet worden verbeterd. Op korte termijn zal worden nagegaan of het niet is aangewezen, naast de vereiste juridische basiskwaliteiten, meer aandacht te besteden aan 17

23 de intellectuele capaciteiten (bv. logisch redeneervermogen, juridisch inzicht) en aan de persoonlijkheidskenmerken van de kandidaten (bv. besluitvaardigheid, stressbestendigheid, communicatieve vaardigheden, beoordelingsvermogen). e. Met uitzondering van het mondelinge evaluatie-examen, zijn er duidelijk meer vrouwelijke deelnemers dan mannelijke. Deze tendens zet zich ook door op Europees vlak. f. Voor de derde opeenvolgende keer hadden de Duitstalige kandidaten de mogelijkheid het schriftelijk gedeelte van de examens in het Duits af te leggen (art. 259bis-9 en art. 259bis-10 Ger. W.). Maar enkel de Franstalige benoemings- en aanwijzingscommissie registreerde inschrijvingen (3 kandidaten ingeschreven voor het examen inzake beroepsbekwaamheid en 2 voor het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage). De Duitse kopijen werden verbeterd door een examencommissie van Duitstalige deskundigen, aangesteld door de Franstalige commissie (2 magistraten en 2 niet-magistraten), waarna de deskundigen bij de commissie verslag uitbrachten over hun werkzaamheden. g. De HRJ streeft voortdurend naar een optimalisering van zijn selectiemethodes. In die optiek hebben de benoemings- en aanwijzingscommissies voor de periode onderzocht om welke redenen kandidaten van het examen beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage niet voor die examens slaagden. Uit dit onderzoek is gebleken dat een groot aantal van de vastgestelde probleempunten gemeenschappelijk zijn voor het examen inzake beroepsbekwaamheid en voor het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage. Er werd vastgesteld dat de meest voorkomende motieven voor het niet-slagen in een van de magistratuurexamens betrekking hadden op: - onvoldoende analytisch vermogen (onvoldoende de gegevens tot hun samenstellende delen kunnen herleiden, patronen herkennen en inzicht krijgen in oorzaak en gevolg, onderscheid maken tussen het essentiële en het bijkomstige); - gebrekkig redeneervermogen (geen evenwichtige redenering kunnen ontwikkelen, onvoldoende probleemoplossend vermogen, onvoldoende ontwikkeld (juridisch) denkvermogen,...); - gebrek aan juridische logica; - het gebrek aan (juridische) diepgang / oppervlakkigheid/ gebrek aan persoonlijke inbreng; - naast de kwestie antwoorden / irrelevante en overbodige antwoorden; - juridische fouten en begripsverwarring; - onvoldoende kennis van de rechterlijke organisatie en de bevoegdheidsverdeling; - gebrek aan structuur ; - te onzeker en gebrek aan besluitvaardigheid; - gebrek aan overtuigingskracht; - gebrekkige communicatievaardigheden (verbale en schriftelijke) en gebrekkige taal (stijl, grammatica en spelling). h. Op 27 en 28 november 2011 hebben de leden van de Franstalige Benoemings- en aanwijzingscommissie een bezoek gebracht aan de Ecole Nationale de la Magistrature te Bordeaux (Frankrijk). Het doel van deze missie was om informatie in te winnen over de Franse selectieprocedures in het kader van het eerste vergelijkend toelatingsexamen voor de ENM (voorbehouden aan kandidaten jonger dan 31 jaar met een diploma Bac+4 of met een diploma van een institut d études politiques of met een attest dat aantoont dat je een oud-leerling van een école normale supérieure bent). Naast een bezoek aan de ENM en de infrastructuur ervan heeft de Commissie de onderdirecteur van de rekrutering en de validatie van de bekwaamheden ontmoet. Zij heeft de verschillende vergelijkende 18

24 toelatingsexamens en de selectieproeven voorgesteld. De Commissie kon eveneens een aantal collectieve beroepinlevingsexamens 3 en gesprekken met de jury 4 (individueel) bijwonen. i. In februari 2011 vertrouwde de Franstalige Benoemings- en aanwijzingscommissie via een openbare aanbesteding de opdracht toe aan het SMART 5 van de Université de Liège (Système Méthodologique d Aide à la Réalisation de Tests - ULG) om haar selectieprocedures 6 door te lichten. De doorlichting moet onder meer de vaardigheden in kaart brengen die door de verschillende schriftelijke en mondelinge proeven getoetst worden en nagaan of de huidige procedures de verwachte basisvaardigheden van de kandidaat-magistraten kunnen evalueren. Het verslag van het SMART zal aan de Benoemingscommissies van het nieuwe mandaat ( ) worden bezorgd Voordrachten voor benoeming en aanwijzing Algemene statistieken Sinds 2003 worden statistieken bijgehouden over bepaalde kenmerken van de kandidaten voor een benoeming in de magistratuur. Deze statistieken, die als bijlage 1 zijn gehecht aan het voorliggende jaarverslag, geven in grafiekvorm de volgende gegevens weer over de kandidaten 7 : - professionele herkomst van de kandidaat: magistraat, advocaat, gerechtelijk stagiair of andere (notaris, bedrijfsjurist, parketjurist, referendaris, ); - onderverdeling per geslacht. Deze informatie betreft de kandidaturen voor alle vacante plaatsen behandeld in De betrokken ambten werden onderverdeeld in volgende categorieën : - werkende magistraten, - toegevoegde magistraten, - plaatsvervangende magistraten. De benoemingscommissies wenden deze gegevens aan voor verdere analyse. Dit gebeurde onder meer reeds in het kader van een algemene reflectie over de loopbaan van de magistraten 8. Ook voor de projectgroep HRM 9 zal het beschikbare cijfermateriaal van nut zijn. De algemene statistieken worden opgenomen als bijlage. 3 Minimum 3 kandidaten. 4 De beroepinlevingsexamens en het individueel onderhoud zijn openbaar Het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage en het examen inzake beroepsbekwaamheid (schriftelijke deel en mondeling deel). 7 Zie algemene statistieken, bijlage 1. 8 Zie 9 Zie pagina

25 Franstalige benoemings- en aanwijzingscommissie Na de dossiers te hebben onderzocht en de kandidaten te hebben gehoord die daarom hebben verzocht, kan de commissie: - ofwel een kandidaat voordragen omdat zij van oordeel is dat hij de vereiste kwaliteiten bezit ; - ofwel geen enkele kandidaat voordragen (in welk geval de vacante plaats door de Federale Overheidsdienst Justitie automatisch opnieuw wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad). De voordracht wordt meegedeeld aan de minister van Justitie. Vervolgens kan de Koning: - ofwel de keuze van de commissie bekrachtigen door de kandidaat te benoemen; - ofwel deze voordracht weigeren en zijn beslissing met redenen omkleden (in welk geval het dossier opnieuw wordt bezorgd aan de commissie, die een nieuwe beslissing moet nemen); - ofwel de beslissing niet nemen binnen de voorgeschreven termijn van 60 dagen na de ontvangst van het proces-verbaal van voordracht (deze houding staat gelijk met een weigeringsbeslissing waartegen beroep kan worden aangetekend bij de Raad van State en de vacature wordt opnieuw bekendgemaakt). Twee denkbeeldige situaties vragen om commentaar : - de beslissing van de commissie geen enkele kandidaat voor te dragen; - de beslissing van de Koning de voordracht van een kandidaat te weigeren Cijfergegevens In de loop van het jaar 2011 vergaderde de Franstalige benoemingscommissie 22 keer om de benoemingsdossiers te onderzoeken die door de minister van Justitie waren bezorgd. De commissie onderzocht de dossiers van 403 kandidaten voor 118 plaatsen die vacant waren verklaard (bepaalde plaatsen werden meerdere keren vacant verklaard) en deed 100 voordrachten. 98 van die 100 voordrachten gaven aanleiding tot een benoeming of tot een aanwijzing bij koninklijk besluit. Verdeling van de 118 vacante plaatsen : Soort vacante plaats vacante plaatsen kandidaten gehoorde kandidaten voordrachten benoemingen of aanwijzingen Gemiddeld aantal kandidaten per plaats weigeringen Zetel ,1 Parket ,6 Plaatsvervangers ,5 Korpschefs ,0 Totaal ,4 20

26 Soort vacante plaats Rechter in de rechtbank van 1 e aanleg Rechter in de rechtbank van 1 e aanleg, gespecialiseerd in vacante plaatsen kandidaten opgeroepen kandidaten voor de hoorzitting voordrachten benoemingen of aanwijzingen fiscale zaken Rechter in de arbeidsrechtbank Toegevoegd rechter hof van beroep Voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg Vrederechter Politierechter weigeringen Substituutprocureur des Konings Substituutprocureur des Konings, gespecialiseerd in fiscale zaken Substituutarbeidsauditeur Toegevoegd substituutprocureur des Konings hof van beroep Procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg Arbeidsauditeur bij de arbeidsrechtbank Plaatsvervangend rechter in de rechtbank van 1 e aanleg

27 Soort vacante plaats Plaatsvervangend rechter in de rechtbank van koophandel Plaatsvervangend rechter in de arbeidsrechtbank Plaatsvervangend rechter in de politierechtbank Plaatsvervangend vacante plaatsen kandidaten opgeroepen kandidaten voor de hoorzitting voordrachten weigeringen benoemingen of aanwijzingen vrederechter Raadsheer in het hof van beroep Plaatsvervangend raadsheer in het hof van beroep Raadsheer in het Hof van Cassatie Substitutprocureurgeneraal Substitut-generaal bij het arbeidshof Totaal A) Beslissing van de commissie om geen kandidaat voor te dragen De Franstalige benoemingscommissie heeft voor 18 vacante plaatsen geen kandidaat voorgedragen. De redenen daarvoor zijn divers: 1. De kandidaten werden al voor een andere vacante plaats voorgedragen (3 gevallen). 2. Wanneer een kandidaat die voor diverse vacante plaatsen solliciteert al werd voorgedragen (maar nog niet werd benoemd), heeft de commissie in haar streven naar een coherent voordrachtbeleid de gewoonte die kandidaat niet voor een andere vacante plaats voor te dragen. Het zou immers geen enkele zin hebben een kandidaat voor te dragen die waarschijnlijk op korte termijn zal worden benoemd. 3. De kandidaten beschikten niet over de vereiste kwaliteiten (11 gevallen). 4. De Commissie maakte die keuze wanneer zij van oordeel was dat de bekwaamheden en de geschiktheid van de kandidaat niet of onvoldoende overeenstemden met het profiel van de functie waarnaar werd gesolliciteerd, of omdat er twijfel bleef bestaan over zijn motivatie. 5. Het benoemingsdossier was karig en de Commissie vond dat ze onvoldoende geïnformeerd was (1 geval). 22

28 6. De kandidaten kregen niet de vereiste meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen (3 gevallen). B) Beslissing van de Koning om de voordracht te weigeren Van de 100 voordrachten die de commissie in 2011 deed, werden er door de Koning (lees: de minister van Justitie) drie geweigerd: - weigering van de voordracht van een kandidaat voor de plaats van raadsheer bij het hof van beroep te Bergen: de minister van Justitie was van oordeel dat de voorgedragen kandidaat niet voldeed aan de benoemingsvoorwaarden. Bijgevolg heeft de belanghebbende zijn kandidaatstelling ingetrokken. Een andere kandidaat werd voorgedragen en benoemd voor deze vacante plaats; - weigering van de voordracht van een kandidaat voor de plaats van vrederechter van het kanton Fléron: de minister van Justitie vond dat de voorgedragen kandidaat niet voldeed aan de benoemingsvoorwaarden bedoeld in artikel 187 van het Gerechtelijk Wetboek. In het onderhavige geval was de vraag of de gerechtelijke stage kon worden meegeteld in de vereiste 12 jaar tijdens dewelke een gerechtelijk ambt wordt uitgeoefend om tot vrederechter benoemd te kunnen worden. De minister sprak dit tegen. De Commissie heeft haar eerste voordracht behouden en in haar motivering redeneerde ze dat de gerechtelijke stage moet worden beschouwd als een gerechtelijk ambt in de zin van het voornoemde artikel 187. Uiteindelijk stemde de minister in met de interpretatie van de Commissie en werd de kandidaat benoemd; - weigering van de voordracht van een kandidaat voor de plaats van raadsheer bij het Hof van Cassatie: de minister van Justitie was van oordeel dat de criteria die de Commissie in aanmerking neemt, het haar wettelijk niet mogelijk maakten om een tastbare vergelijking van de kwalificaties en verdiensten van de kandidaten op te stellen. De Commissie werd verzocht om een nieuwe voordracht te doen. Nadat de dossiers opnieuw werden bekeken en na een nieuw overleg bleek echter dat geen kandidaat de vereiste meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen kon verzamelen. De plaats werd opnieuw openbaar gemaakt. De onderstaande tabel geeft de evolutie van de geweigerde voordrachten voor de periode 2001 tot 2011 weer : voordrachten benoemingen of aanwijzingen Weigeringen In één geval trok de voorgedragen kandidaat zijn kandidaatstelling later in. 23

29 Commentaar a. Wat de tweetalige plaatsen van substituut-procureur des Konings in Brussel betreft, is het gebrek aan kandidaten die houder zijn van een certificaat van tweetaligheid nog altijd prangend. De situatie is weliswaar verbeterd ten gevolge van de inwerkingtreding van de wet van 18 juli , die voor bepaalde functies van magistraat in Brussel de voorwaarden inzake de kennis van de andere taal versoepelde. De hervorming van de organisatie van de taalexamens maakte het echter nog niet mogelijk het kader van de tweetalige magistraten in Brussel in te vullen. Per 31 december 2011 kon bij gebrek aan kandidaten nog niet worden voorzien in 10 tweetalige plaatsen van substituut-procureur des Konings voor Brussel. b. Zoals voorgaande jaren dient het groter aantal vrouwelijke kandidaturen dan mannelijke kandidaturen te worden aangestipt, zowel voor de plaatsen van substituut als voor de plaatsen van rechter (71 % vrouwen en 29 % mannen die kandidaat zijn voor de plaatsen van substituut - procureur des Konings; 67 % vrouwen en 33 % mannen die kandidaat zijn voor de plaatsen van rechter in de rechtbank van eerste aanleg en van toegevoegd rechter, wat de vervrouwelijking van de magistratuur bevestigt, in elk geval voor de eerste benoemingen. Dit gegeven moet worden gekoppeld aan het aandeel deelnemers aan het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage (60,67 % vrouwen en 33,33 % mannen) en aan het examen inzake beroepsbekwaamheid (60,22 % vrouwen en 39,78 % mannen). c. Elk jaar wordt er voor een aantal in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakte vacante plaatsen geen enkele kandidatuur ingediend. Het betreft in hoofdzaak plaatsen van substituut-procureur des Konings (eentalig of tweetalig), van substituut-arbeidsauditeur en van (plaatsvervangend) rechter en raadsheer. Deze plaatsen worden achteraf door de FOD Justitie opnieuw in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. d. De benoemings- en aanwijzingscommissie werd andermaal geconfronteerd met de problematiek van de plaatsvervangende magistraten, die uitgebreid wordt uiteengezet in het ambtshalve advies dat de Hoge Raad voor de Justitie daarover verleende (de algemene vergadering keurde het advies goed op 26 april 2006). Vooral de schijn van partijdigheid en de verwarring over de rollen van de actoren die bij de rechtzoekenden ontstaan in verband met plaatsvervangende magistraten zijn vraagpunten, alsook de cumulatie met justitiële mandaten. Om die redenen werden diverse plaatsen van plaatsvervangend rechter niet ingevuld. Een nieuw ambtshalve advies betreffende de plaatsvervangende rechters heeft dienaangaande aanvullende voorstellen geformuleerd Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie Na de dossiers te hebben onderzocht en de kandidaten te hebben gehoord, kan de commissie: - ofwel een kandidaat voordragen omdat zij van oordeel is dat hij de vereiste kwaliteiten bezit ; - ofwel geen enkele kandidaat voordragen (in welk geval de vacante plaats door de Federale Overheidsdienst Justitie automatisch opnieuw wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad). 11 Wet van 18 juli 2002 tot vervanging van artikel 43quinquies en tot invoeging van artikel 66 in de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken (B.S. 22 augustus 2002). 12 Advies over de plaatsvervangende rechters, aangenomen door de algemene vergadering op 19 oktober

30 De voordracht wordt meegedeeld aan de minister van Justitie. Vervolgens kan de Koning: - ofwel de keuze van de commissie bekrachtigen door de kandidaat te benoemen; - ofwel deze voordracht weigeren en zijn beslissing met redenen omkleden (in welk geval het dossier opnieuw wordt bezorgd aan de commissie die een nieuwe beslissing moet nemen); - ofwel de beslissing niet nemen binnen de voorgeschreven termijn van 60 dagen na de ontvangst van het proces-verbaal van voordracht (deze houding staat gelijk met een weigeringsbeslissing waartegen beroep kan worden aangetekend bij de Raad van State en de vacature wordt opnieuw bekendgemaakt). Twee denkbeeldige situaties vragen om commentaar : - de beslissing van de commissie geen enkele kandidaat voor te dragen; - de beslissing van de Koning de voordracht van een kandidaat te weigeren Cijfergegevens De Nederlandstalige benoemingscommissie is in keer bijeengekomen voor de behandeling van de benoemingsdossiers die de minister van Justitie had overgemaakt. De commissie heeft de dossiers van 364 kandidaten voor 119 vacante verklaarde plaatsen onderzocht, en heeft 105 voordrachten gedaan. Voor 2011 resulteerden 102 voordrachten in een effectieve benoeming of aanwijzing. Type vacante plaats vacante plaatsen kandidaten kandidaten die werden gehoord voordrachten benoemingen of aanwijzingen Gemiddeld aantal kandidaten per plaats weigeringen Zetel ,9 Parket ,4 Plaatsvervangers ,9 Korpschef ,8 Totaal ,0 Verdeling van de 119 vacante plaatsen: Soort vacante plaatsen Plaatsvervangend raadsheer Hof van beroep Plaatsvervangend rechter Arbeidsrechtbank vacante plaatsen kandidaten kandidaten die werden gehoord voordrachten weigeringen benoemingen en aanwijzingen

31 Soort vacante plaatsen Plaatsvervangend rechter Politierechtbank Plaatsvervangend rechter Rechtbank van 1 e aanleg Plaatsvervangend rechter Rechtbank van koophandel Plaatsvervangend rechter Vredegerecht Procureur des Konings Rechtbank van 1 e aanleg Procureur-generaal Hof van beroep vacante plaatsen kandidaten kandidaten die werden gehoord voordrachten weigeringen benoemingen en aanwijzingen Raadsheer Arbeidshof Raadsheer Hof van beroep Raadsheer Hof van Cassatie Rechter Arbeidsrechtbank Rechter Politierechtbank Rechter Rechtbank van 1 e aanleg Rechter Rechtbank van koophandel Substituutarbeidsauditeur Arbeidsrechtbank Substituut-procureur des Konings gespecialiseerd in fiscale aangelegenheden Rechtbank van 1 e aanleg Substituut-procureur des Konings Rechtbank van

32 Soort vacante plaatsen 1 e aanleg Toegevoegd rechter Hof van beroep Toegevoegd substituut-procureur des Konings Hof van beroep Voorzitter Arbeidsrechtbank Vrederechter Vredegerecht vacante plaatsen kandidaten kandidaten die werden gehoord voordrachten weigeringen benoemingen en aanwijzingen Totaal A) De beslissing van de commissie geen kandidaat voor te dragen Voor 17 vacante plaatsen werd geen voordracht gedaan door de Nederlandstalige benoemingscommissie. Verschillende redenen kunnen worden aangevoerd voor deze beslissing : 1. Alle kandidaten werden reeds voor een andere vacante plaats voorgedragen, werden zeer recent op een andere plaats benoemd of hadden hun kandidatuur ingetrokken (12 gevallen). 2. De kandidaten werden door de commissie onvoldoende bekwaam en geschikt geacht om in aanmerking te komen voor een voordracht (2 gevallen). 3. De enige nog nuttig voor te dragen kandidaat voldeed niet aan de benoemingsvoorwaarden of de kandidatuurstelling van de kandidaten was niet in overeenstemming met de op straffe van verval voorgeschreven vormvereisten uit artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek (1 geval) 4. Tegen de enige nog nuttig voor te dragen kandidaat liep een gerechtelijk- of een tuchtonderzoek, waardoor de commissie het niet aangewezen geacht heeft deze kandidaat voor te dragen (2 gevallen). B) Beslissing van de Koning de voordracht te weigeren Van de in 2011 gedane voordrachten werd er drie geweigerd. - Twee voordrachten van rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, met gelijktijdige benoeming in de rechtbanken van eerste aanleg te Mechelen en Turnhout : Het ging om zogenaamde technische weigeringen. Dit om toe te laten om bij een nieuwe voordracht een oplossing te kunnen bieden aan een juridisch-technisch probleem waarmee de eerste voordrachten waren behept. De commissie heeft, na aan de genoemde formele bezwaren tegemoet gekomen te zijn, een nieuwe voordracht gedaan van dezelfde kandidaten. Beide kandidaten werden na deze tweede voordracht benoemd. 27

33 - Voordracht van een toegevoegd substituut-procureur des Konings in het rechtsgebied van het hof van beroep te Gent: De voordracht werd door de Koning geweigerd op grond van de overweging dat er een lopend gerechtelijk onderzoek was tegen de voorgedragen kandidaat. Onderstaande tabel geeft de evolutie weer van het aantal weigeringen van : voordrachten benoemingen of aanwijzingen Weigeringen Commentaar a. Voor de invulling van de effectieve plaatsen binnen de zittende magistratuur stelt zich geen enkel probleem op het niveau van eerste aanleg. Voor iedere vacante plaats zijn er tot op heden voldoende kandidaten. b. De meeste de gevallen waarin de Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie geen voordracht heeft gedaan omdat er geen of onvoldoende kandidaten waren, zijn vacante plaatsen van (toegevoegd) substituut-procureur des Konings. Hetzelfde stelt men vast bij het aantal in het Belgisch Staatsblad gepubliceerde vacante plaatsen die opnieuw dienen te worden gepubliceerd omdat zich geen kandidaten hebben gemeld. Volledigheidshalve dient te worden opgemerkt dat men ook nog steeds moeilijk kandidaten vindt voor sommige vacante plaatsen van substituut-arbeidsauditeur. Het gekende probleem van een tekort aan kandidaten voor vacante (toegevoegde) plaatsen in de parketten blijft bestaan. De noodzaak van een structurele aanpak blijft dan ook actueel : het verbeteren van het huidige imago van de parketten ten aanzien van de (potentiële) kandidaat-magistraten, waarbij de nadruk dient te worden gelegd op het belang, de verantwoordelijkheid en het dynamische karakter van de functie van een parketmagistraat. 13 In één dossier had de voorgedragen kandidaat na het overzenden van de voordracht aan de FOD Justitie alsnog zijn kandidatuur ingetrokken. 14 Idem. 15 Idem. 28

34 c. Het weigeren van een voordracht blijft eerder uitzonderlijk. d. De Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie wenst alle kandidaten te horen. De kandidaten die hier zelf niet uitdrukkelijk om verzocht hebben, worden door de commissie ambtshalve uitgenodigd om te worden gehoord. Naast vragen om verduidelijking bij gegevens uit het benoemingsdossier en met betrekking tot de motivatie van de kandidaten, hebben de leden van de Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie onder meer vragen gesteld om te peilen naar integriteit, visie, omgevingsbewustzijn, plannen en organiseren, voortgangscontrole, besluitvaardigheid, gemotiveerdheid, zin voor openbare dienstverlening, communicatie en uitdrukkingsvaardigheid (luisterbereidheid, mondelinge uitdrukkingsvaardigheid en professionele relationele vaardigheid), openheid van geest en engagement, collegialiteit, zelfbeheersing, impulscontrole en stressbestendigheid. Voor de vacante plaatsen van korpschef legt de Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie sinds 2010 de kandidaten een zogenaamde postbakoefening voor. De oefening is zo uitgewerkt dat er geen specifieke voorkennis verwacht wordt van de kandidaten. Alle informatie die de kandidaten nodig hebben om de oefeningen op te lossen, wordt in de documentatie meegegeven. De oefening is toegankelijk en bruikbaar voor kandidaten met diverse opleidings- en ervaringsachtergronden. De doelstelling betreft ook het beoordelen van de gedragsvaardigheden van een deelnemer, niet diens kennis of technische competenties. Om de postbakoefening nuttig te kunnen gebruiken tijdens de werkzaamheden van de commissie, hebben de leden van de commissie in 2010 een opleiding gekregen in het observeren en beoordelen van gedragscompetenties, zowel in een specifieke oefening als tijdens een gedragsgericht interview. In de loop van 2011 zijn verdere stappen ondernomen om de selectieprocedure verder te optimaliseren, en werd onder meer een bijkomende opleiding georganiseerd om de vaardigheden van de commissieleden inzake het gebruik van de info die wordt verkregen uit de postbakoefening, in combinatie met het gebruik van de techniek van het gedragsgericht interview, nog verder aan te scherpen. e. De adviezen die de commissie ontvangt van de korpschefs bevatten niet altijd de nodige duidelijke en concrete informatie. Hoewel de wet dit niet uitdrukkelijk voorziet, was de Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie van oordeel dat zij, in geval van bijvoorbeeld onduidelijkheden in de adviezen, de adviesverlener om toelichting en verduidelijking kan vragen. Dit alles uiteraard met inachtneming van de rechten van de betrokken kandida(a)t(en). In het kader van een verdere optimalisering en professionalisering van de selectie is het wenselijk dat hiervoor een wettelijk basis wordt voorzien, en dat de onderzoeksmogelijkheden van de benoemings- en aanwijzingscommissies in concrete benoemingsdossiers verder worden uitgebreid. f. Om een beter beheer van de rechtscolleges, parketten en auditoraten mogelijk te maken en de nodige transparantie te verzekeren, delen de benoemings- en aanwijzingscommissies onmiddellijk na de beslissing hun voordrachten mee op de website van de HRJ. Het gaat om een louter informatieve mededeling waaruit geen rechten kunnen worden geput. 29

35 Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie Cijfergegevens In 2011 is de commissie 3 keer bijeengekomen voor de behandeling van de door de minister van Justitie overgezonden benoemingsdossiers. De commissie heeft de dossiers behandeld van 9 kandidaten voor 5 vacante plaatsen, en heeft 5 kandidaten voorgedragen. Voor het jaar 2011 werden alle voordrachten bekrachtigd door een koninklijk besluit tot benoeming of aanwijzing. Type vacante plaats vacante plaatsen kandidaten gehoorde kandidaten voordrachten benoemingen en aanwijzingen Gemiddeld aantal kandidaten per plaats weigeringen Zetel ,0 Parket ,0 Plaatsvervangers ,0 Totaal ,8 Verdeling van de 5 vacante plaatsen : Type vacante plaats vacante plaatsen kandidaten opgeroepen kandidaten voor de hoorzitting voordrachten weigeringen benoemingen of aanwijzingen Federaal magistraat Toegevoegd vrederechter Plaatsvervangend vrederechter Totaal A) Beslissing van de commissie om geen kandidaat voor te dragen Voor geen enkele vacante plaats heeft de commissie geen voordracht gedaan. B) Beslissing van de Koning om de voordracht van een kandidaat te weigeren In 2011 werden geen voordrachten geweigerd. 30

36 Commentaar Voor diverse vacante plaatsen die in het Belgisch Staatsblad werden bekendgemaakt, dienden zich geen kandidaten aan. De reden daarvoor is een gebrek aan kandidaten die zowel het Frans als het Nederlands machtig zijn (gebrek aan tweetalige kandidaten) Beroepen bij de Raad van State Franstalige benoemings- en aanwijzingscommissie Naar aanleiding van de voordrachten door de Franstalige benoemings- en aanwijzingscommissie werden de volgende vorderingen ingediend in 2011: a) aanwijzingen tot een mandaat van korpschef : Nihil. b) benoemingen : Nihil Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie Inzake de door de Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie in 2011 gedane voordrachten werd volgende vordering ingediend : a) aanwijzingen tot de mandaten van korpschef Nihil. b) benoemingen Nihil. Door de Raad van State in 2011 genomen beslissingen inzake de door de Nederlandstalige benoemingsen aanwijzingscommissie vóór 2011 gedane voordrachten: RvS Segers, nr van 31 januari 2011: verwerping van het beroep tot nietigverklaring tegen het koninklijk besluit van 12 januari 2006 houdende benoeming van een vrederechter in het kanton Deinze. RvS Vermeir, nr van 14 maart 2011: verwerping van het beroep tot nietigverklaring tegen het koninklijk besluit van 14 juli 2009 houdende de benoeming van een vrederechter bij het tweede kanton te Gent. RvS Clijsters, nr van 24 oktober 2011: gedeeltelijke verwerping van het beroep tot nietigverklaring tegen het koninklijk besluit van 30 december 2009 houdende benoeming van een vrederechter in het achtste kanton Antwerpen. Door de Raad van State in 2010 genomen beslissingen inzake de door de Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie vóór 2010 gedane voordrachten: 31

37 Nihil Algemene commentaar op de benoemingen en aanwijzingen a. Sinds de oprichting van de Hoge Raad voor de Justitie hebben de benoemings- en aanwijzingscommissies hun plaats binnen het institutionele landschap veroverd. Bij het motiveren van de voordracht leggen de benoemings- en aanwijzingscommissies zichzelf uiterst hoge kwaliteitseisen op inzake objectiviteit en juridische correctheid, gelet op het belang van de voordrachten zowel op maatschappelijk als op strikt juridisch vlak. De wet en de rechtspraak van de Raad van State dienen hierbij als leidraad. De benoemings- en aanwijzingscommissies hanteren een positieve motiveringsstijl die, vertrekkende vanuit de kwaliteiten van de meest bekwame en geschikte kandidaat, een vergelijking maakt met de niet voorgedragen kandidaten op basis van de motieven die tot grondslag van de keuze voor de voorgedragen kandidaat hebben gediend. Door blijvend te werken aan de verbetering van de kwaliteit van de wijze waarop de kandidaten worden voorgedragen, bevestigt de benoemings- en aanwijzingscommissie de hoge verwachtingen die op dit vlak worden gesteld. b. De benoemings- en aanwijzingscommissies betreuren nog steeds het ontbreken van een duidelijke visie bij het bepalen van het aantal vacante stageplaatsen voor gerechtelijke stagiairs. Er moet ook op gewezen worden dat het merendeel van de vacante plaatsen van substituut-procureur des Konings worden ingevuld door de benoeming van gerechtelijke stagiairs die de korte stage hebben doorlopen. Er kan eventueel ook worden nagegaan of het niet aangewezen is om bij het openstellen van de stageplaatsen rekening te houden met het aantal plaatsen dat beschikbaar is voor de korte stage (en die enkel kunnen leiden tot een benoeming tot parketmagistraat) en het aantal plaatsen beschikbaar voor de lange stage (mogelijke benoeming zetel/parket). Verder dient een structurele oplossing te worden voorzien voor de gerechtelijke stagiairs die hun stage met gunstig gevolg hebben doorlopen, en die door een gebrek aan vacante plaatsen niet vóór het einde van de tweede verlenging van hun stage kunnen worden benoemd. Op dat moment eindigt hun stage immers onherroepelijk. Tot slot moet worden opgemerkt dat de benoemingscommissies de kandidaturen van alle kandidaten voor een vacante plaats steeds op gelijke voet behandelen, zodat de gerechtelijke stagiairs voor iedere vacante plaats ook in concurrentie treden met andere kandidaten, die houder zijn van het getuigschrift van beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van gerechtelijke functies, of van kandidaten die reeds magistraat zijn. Iedere categorie van kandidaten voor een vacante plaats (gerechtelijke stagiairs, geslaagden voor het examen inzake beroepsbekwaamheid en magistraten) heeft zijn eigen specifieke kwaliteiten en bekwaamheden. Vanuit de zorg om voor iedere vacante plaats de meest bekwame en geschikte kandidaat voor te dragen, maken de benoemingscommissies voor iedere plaats afzonderlijk de delicate afweging tussen de verschillende kandidaten van de verschillende voormelde categorieën. Hierbij wordt onder meer rekening gehouden met de bijzondere kenmerken van iedere vacante plaats en de bijzondere behoeften van het rechtscollege waar de plaats vacant is. De benoemingscommissies stellen echter vast dat het huidige aantal gerechtelijke stagiairs dat het einde van hun stage nadert, de afweging tussen de bijzondere en specifieke kwaliteiten van de kandidaten uit de verschillende categorieën er niet eenvoudiger op maakt. De optie een welbepaald aantal vacante plaatsen voor te behouden voor de gerechtelijke stagiairs dient dan ook serieus te worden onderzocht. 32

38 Inzake deze problematiek kan de aandacht worden gevestigd op hoger reeds vermelde werkgroep die zich buigt over de uitbouw van een modern humanresourcesmanagement voor de magistratuur 16, alsook op de aanbeveling van de Hoge Raad voor de Justitie betreffende de gerechtelijke stage 17 en naar de door de Hoge Raad voor de Justitie in een advies over het voorontwerp van wet tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de toegang tot de magistratuur geformuleerde opmerkingen 18. c. De commissie blijft betreuren dat artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek, of een te formalistische en rigide toepassing ervan, als nefast gevolg heeft dat een aantal valabele kandidaten geen kans krijgt om hun bekwaamheid en geschiktheid te laten afwegen tegen die van de andere kandidaten voor een vacante plaats. Volgens artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek dient elke kandidatuur voor een benoeming of voor een aanwijzing tot korpschef in de magistratuur sinds begin januari 2004 op straffe van verval, ook in tweevoud vergezeld te zijn van: - alle stavingstukken met betrekking tot de studies en beroepservaring ; - een curriculum vitae overeenkomstig een door de minister van Justitie, op voorstel van de Hoge Raad voor de Justitie, bepaald standaardformulier. Het huidige artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek kan bezwaarlijk een toonbeeld van administratieve vereenvoudiging worden genoemd. Zo wordt bijvoorbeeld een kandidaat die zich kandidaat stelt voor meerdere in eenzelfde Belgisch Staatsblad gepubliceerde vacante plaatsen, verplicht om al deze stukken te voegen bij al zijn kandidaturen. Doet de kandidaat dit niet, dan wordt zijn kandidatuur als niet bestaande beschouwd (op straffe van verval!). Hetzelfde doet zich voor wanneer niet alle vereiste stukken binnen de maand worden overgemaakt. Bovendien bestaat er momenteel bij vele kandidaten nog steeds onduidelijkheid over welke stavingstukken precies aan de minister van Justitie dienen te worden overgemaakt. Ondanks het feit dat een eventuele tekortkoming aan de kandidatuurstelling reeds in het begin van de benoemingsprocedure kan worden vastgesteld, worden ook nu nog voor de kandidaten wiens kandidatuur de toets aan artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek niet heeft doorstaan adviezen gevraagd aan de verschillende bevoegde adviesverleners (korpschefs en vertegenwoordigers van de balie). Het volledige dossier voor de betrokken kandidaat wordt samengesteld en overgemaakt aan de benoemings- en aanwijzingscommissie met vermelding dat de kandidatuurstelling niet conform artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek is. De commissie herhaalt dat zij zich vragen stelt bij het feit dat de hele benoemingsprocedure wordt doorlopen voor een kandidatuur die als niet bestaande wordt beschouwd. Bovendien heeft de commissie vastgesteld dat kandidaten vaak niet op de hoogte zijn van enig probleem met hun kandidatuur, hetgeen een paar keer tot gênante situaties heeft geleid wanneer dit tijdens de hoorzitting aan de kandidaten werd meegedeeld 19. Het verdient dan ook de voorkeur dat de kandidaten door de Federale Overheidsdienst Justitie zo spoedig mogelijk worden ingelicht over het bestaan van een eventueel probleem met hun kandidatuurstelling. 16 Zie pagina Aanbeveling betreffende de gerechtelijke stage, goedgekeurd door de algemene vergadering op 30 juni Zie Publicaties/Adviezen. 18 Advies over het voorontwerp van wet tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de toegang tot de magistratuur, goedgekeurd door de algemene vergadering op 26 april Zie Publicaties/Adviezen. 19 Naar aanleiding hiervan hebben de Nederlandstalige en de Franstalige BAC beslist om zelf de kandidaten van wie de kandidatuur niet conform artikel 287sexies Ger.W. blijkt, zo spoedig mogelijk hierover alsnog in te lichten, maar ze kunnen dit enkel doen eens in het bezit van het dossier. 33

39 De toepassing van artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek blijft er aldus voor zorgen dat een groot aantal kandidaten nutteloos hebben gekandideerd voor een vacante plaats, enkel en alleen omdat ze niet binnen de maand de juiste stukken hadden overgemaakt (stukken die ze vaak reeds meerdere malen hadden overgemaakt bij eerdere kandidatuurstellingen). Daarnaast heeft de commissie in een aantal gevallen niet kunnen overgaan tot een voordracht omdat de kandidatuurstelling van geen van de kandidaten voor een vacante plaats voldeed aan de vereisten van artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek. Buiten het feit dat een aantal valabele kandidaturen verloren gaan, leidt artikel 287sexies Ger.W. tot verwarring en kafkaiaanse toestanden, waarbij nutteloze inspanningen worden gevraagd van de bevoegde adviesverleners en van de gevatte benoemingscommissies, terwijl de kandidaten hierdoor ten onrechte in de veronderstelling blijven dat er voor hun kandidatuur geen vuiltje aan de lucht is. De commissie dringt dan ook aan op een aanpassing van artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek. Een mogelijke en eenvoudige aanpassing zou kunnen bestaan in het verlengen van de termijn waarbinnen de nodige stukken kunnen worden overgemaakt DE OPLEIDING Sinds 2 februari 2008, datum waarop de wet van 31 januari 2007 inzake de gerechtelijke opleiding en tot oprichting van het Instituut voor gerechtelijke opleiding 21 (IGO) van kracht werd, is het voortaan dit instituut dat bevoegd is voor het opmaken van de opleidingsprogramma s van de magistraten en de gerechtelijke stagiairs. Zij moeten programma s ook uitvoeren en evalueren. De wet heeft evenwel bepaald dat de Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie bevoegd blijft voor het opstellen van de richtlijnen betreffende de opleidingen van de beroepsmagistraten, de plaatsvervangende magistraten en de gerechtelijke stagiairs, die worden bekrachtigd door de algemene vergadering van de Hoge Raad. Op 18 juni 2008 heeft de VBAC de richtlijnen bekrachtigd inzake de gerechtelijke opleiding die werden voorbereid door de Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie op 4 juni De VBAC achtte het niet nodig nieuwe richtlijnen uit te werken voor 2009 en 2010, vermits gedurende die periode het IGO zich voornamelijk heeft toegelegd op de invoering van de eigen organisatie en de toepassing van de meest dringende opleidingen, met name de wettelijk verplichte opleidingen voor de magistraten en de gerechtelijke stagiairs. In de loop van 2011 heeft een werkgroep binnen de HRJ zich meermaals gebogen over de verdere ontwikkeling van nieuwe richtlijnen. Vorig jaar werd reeds gekozen voor de «Standards of Excellence for Public Administration Education and Training», ontwikkeld door het Department of Economic and Social Affairs van de Verenigde Naties (2008) als meest geschikte model. Er werd gekozen voor dit kader omdat het uitgewerkt werd voor de overheid en met de bedoeling opleidingen te voorzien gedurende de uitoefening van de functie. De werkgroep heeft zich ook in 2011 toegelegd op de aanpassing van het kader aan de realiteit en de noden van de gerechtelijke functies. Het ontwerp van richtlijnen dat resulteert uit de toepassing van deze Standards of Excellence op de gerechtelijke opleiding wordt in de loop van 2012 voorgelegd aan de algemene vergadering ter bekrachtiging vooraleer meegedeeld te worden aan het IGO. Bovendien namen de voorzitters van de benoemings- en aanwijzigingscommissies in 2011 deel aan de vergaderingen van de Raad van bestuur van het IGO, waarvan ze van rechtswege deel uitmaken (De 20 Bv. binnen een termijn van zestig dagen na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad, zoals voor het overmaken van het beleidsplan voor de vacante plaatsen van korpschef. 21 BS 2 februari

40 voorzitter van de Franstalige benoemings- en aanwijzingscommissie is eveneens voorzitter van deze Raad van bestuur). * * * 35

41 2. HET VERSTREKKEN VAN ADVIEZEN EN VOORSTELLEN TOT VERBETERING VAN DE ALGEMENE WERKING VAN DE RECHTERLIJKE ORDE 2.1. STAND VAN ZAKEN Tijdens het jaar 2011 heeft de Hoge Raad voor de Justitie 7 adviezen verstrekt : - op 26 januari 2011, een ambtshalve advies over de toepassing van het Europese betalingsbevel ; - op 30 maart 2011, een advies over het wetsvoorstel van 10 oktober 2010 tot wijziging van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wat de verjaringstermijn van sommige misdrijven ten aanzien van minderjarigen betreft ; - op 30 maart 2011, een ambtshalve advies over het statuut en de kwaliteit van gerechtsdeskundigen ; - op 19 oktober 2011, een advies over de plaatsvervangende rechters ; - op 19 oktober 2011, een ambtshalve advies over 1) het voorstel tot herziening van artikel 152 van de Grondwet (Senaat, /1), 2) het voorstel tot herziening van artikel 157 van de Grondwet (Senaat, /1) en 3) het wetsvoorstel tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht (Senaat, /1) ; - op 30 november 2011, een advies over de wet van 21 december 2009 tot hervorming vanhet hof van assisen ; - op 21 december 2011, een ambtshalve advies over de versterking van de bevoegdheden van de Hoge Raad voor de Justitie inzake externe controle en meer bepaald in het bijzonder onderzoek. De adviezen worden steeds, net als de andere documenten van de HRJ, bekendgemaakt via de website van de HRJ DRAAGWIJDTE VAN DE VERSTREKTE ADVIEZEN Ambtshalve advies van 26 januari 2011 over de toepassing van het Europese betalingsbevel De Europese betalingsbevelprocedure is een eenzijdige procedure voor de invordering van opeisbare, specifieke bedragen die, na een louter formele tot hoogstens marginale controle van de grond van de zaak, de eiser een betalingsbevel oplevert dat, bij stilzitten van de daarvan in kennis gestelde schuldenaar, uitmondt in een uitvoerbare titel. Enkel wanneer de schuldenaar een verweerschrift indient wordt er overgegaan naar een gewone tegensprekelijke procedure. Doordat de verantwoordelijkheid en het initiatief bij de schuldenaar wordt gelegd spreekt men van omkering van het geschil. Het gaat om een procestechniek die in verschillende Europese landen succesvol wordt toegepast, maar die in België eerder uitzonderlijk is. De HRJ heeft een inventaris opgesteld van de belangrijkste problemen i.v.m. de toepassing van de Verordening (EG) n 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure, en stelt ook oplossingen voor. De HRJ dringt er bij de minister van Justitie op aan deze problemen op te lossen, al naar gelang het geval, via de evaluatieprocedure voorzien in artikel 32 van de Verordening, via het Europees Justitieel Netwerk in Burgerlijke en Handelszaken, via een Belgische uitvoeringswetgeving (zoals in Nederland, Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk), via omzendbrieven of op een andere manier. 36

42 Advies van 30 maart 2011 over het wetsvoorstel van 10 oktober 2010 tot wijziging van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wat de verjaringstermijn van sommige misdrijven ten aanzien van minderjarigen betreft Dit wetsvoorstel beoogt de verjaringstermijn van sommige misdrijven (seksueel misbruik en seksuele verminking) tegen minderjarigen jonger dan 16 jaar, die momenteel tien jaar bedraagt, op dertig jaar brengen. Het wetsvoorstel wil niet het aanvangspunt van de verjaringstermijn wijzigen. Voor dergelijke misdrijven begint de verjaringstermijn te lopen wanneer het slachtoffer de leeftijd van 18 jaar bereikt. De HRJ wenst dat de misdrijven met betrekking tot iedere vorm van moreel, fysiek en seksueel misbruik tegen minderjarigen vermeld worden in artikel 21bis van de Voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering. Voor die misdrijven moet het aanvangspunt van de verjaring identiek zijn, aangezien de context waarin die daden werden gepleegd het kind dat er het slachtoffer van werd, verhindert om klacht in te dienen zodra de feiten werden gepleegd. Het debat dat momenteel in de Senaat wordt gevoerd over een eventuele verlenging van de verjaringstermijn voor seksuele verminking en seksueel misbruik, moet worden uitgebreid naar alle misdrijven van seksueel, fysiek en moreel misbruik tegen minderjarigen. De HRJ stelt vast dat artikel 2 van het wetsvoorstel niet de misdrijven opneemt die betrekking hebben op handel met het oog op seksuele uitbuiting, zoals bedoeld in artikel 433quinquies, 1, 1 e lid, 1, van het Strafwetboek. De HRJ is van oordeel dat het debat dat vandaag wordt gevoerd, ook over die misdrijven moet handelen. De verlenging tot dertig jaar van de verjaringstermijn voor de misdrijven bedoeld in de artikelen 372 tot 377, 379, 380 (seksueel misbruik) en 409 (seksuele verminking) van het Strafwetboek De HRJ is geen voorstander van het voorstel om de verjaringstermijn tot dertig jaar te verlengen voor de misdrijven die bedoeld zijn in de artikelen 372 tot 377, 379, 380 (seksueel misbruik) en 409 (seksuele verminking) van het Strafwetboek. Het tijdstip waarop de verjaringstermijn begint te lopen De HRJ is er daarom voorstander van de verjaringstermijn van tien jaar te behouden, maar staat gunstig tegenover een ander aanvangspunt van die verjaringstermijn, met name wanneer het slachtoffer de leeftijd van 25 jaar bereikt. De bewijzen De HRJ doet dan ook de aanbeveling om te investeren in de ontwikkeling van nieuwe onderzoeks- en bewijstechnieken. De begeleiding van de slachtoffers De hulpverlening aan de slachtoffers moet toegankelijker en zichtbaarder worden dan nu het geval is. Ook moeten de diensten worden versterkt. 37

43 Tot slot dringt de HRJ erop aan dat, in het kader van de gerechtelijke procedure, de magistraten, zodra een opsporingsonderzoek of een gerechtelijk onderzoek is geopend, de slachtoffers onmiddellijk de weg wijzen naar de diensten slachtofferhulp. De preventie Opdat seksueel misbruik op het ogenblik van de feiten zelf of zo snel mogelijk erna kan worden ontdekt, zijn nog belangrijkere maatregelen nodig Ambtshalve advies van 30 maart 2011 over het statuut en de kwaliteit van gerecthsdeskundigen De Hoge Raad meent dat het de hoogste tijd is dat er een wettelijke kader komt dat toelaat de kwaliteit en integriteit van de gerechtsdeskundigen te garanderen. Er wordt voorgesteld om een nationale lijst van gerechtsdeskundigen te creëren waarop enkel deskundigen kunnen worden opgenomen die gecertificeerd zijn door beroepsverenigingen die zelf aan bepaalde voorwaarden moeten te voldoen. De rechter mag, behoudens uitzonderlijke omstandigheden, enkel deskundigen aanstellen die op deze lijst voorkomen. De certificatievereisten zouden onder meer betrekking moeten hebben op de initiële en permanente opleiding van de deskundigen, zijn beroepservaring, zijn kennis van de wettelijke bepalingen inzake het deskundigenonderzoek en de deontologie Ambtshalve advies van 19 oktober 2011 over 1) het voorstel tot herziening van artikel 152 van de Grondwet (Senaat, /1), 2) het voorstel tot herziening van artikel 157 van de Grondwet (Senaat, /1) en 3) het wetsvoorstel tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht (Senaat, /1) De Hoge Raad pleit reeds lang voor een grondige hervorming van het tuchtrecht. Hoewel de voorstellen tot wijziging van de grondwet en het wetsvoorstel niet alle suggesties volgen die de Hoge Raad in eerdere adviezen heeft geformuleerd, juicht hij de voorgestelde hervorming van het tuchtrecht over het geheel genomen toe. Toch formuleert de Hoge Raad enkele bedenkingen, waarvan de belangrijkste als volgt kunnen worden samengevat: - de juridische bezwaren tegen het toekennen van de discipline aan de Hoge Raad zijn onjuist; - niet alleen de tucht, maar ook de evaluatieprocedure dient te worden verbeterd; - de invoering van de overplaatsing als tuchtmaatregel is een slecht idee; - ook niet-magistraten zouden deel moeten uitmaken van de tuchtorganen; - de voorgestelde regeling met betrekking tot de verjaring is gebrekkig; - gelet op de externe controle die hij uitoefent, zou ook de Hoge Raad een zaak rechtstreeks aanhangig moeten kunnen maken bij de tuchtrechtbank; - De benoemings- en aanwijzingscommissies van de Hoge Raad moeten op de hoogte worden gebracht van het bestaan van lopende straf- en tuchtprocedures en van veroordelingen; - De bevoegdheden van de Hoge Raad inzake externe controle mogen niet worden beperkt door het bestaan lopende tuchtonderzoeken. 38

44 Advies over de plaatsvervangende rechters Zolang het huidige systeem blijft bestaan, stelt de Hoge Raad voor de Justitie, naast de oplossingen die hij al in zijn advies van 26 april 2006 aanreikte, het volgende voor : Opleiding Vermits van de plaatsvervangende rechters of raadsheren moeilijk kan worden geëist dat zij voorafgaandelijk het examen inzake beroepsbekwaamheid zouden afleggen, dienen zij verplicht te worden binnen het jaar na hun eedaflegging een specifieke basisopleiding te volgen die door het IGO wordt georganiseerd. De plaatsvervangende rechters en raadsheren die op dit ogenblik al actief zijn, zouden die opleiding moeten kunnen volgen binnen de twee jaar na de inwerkingtreding van de wetswijziging. Voorts zouden de plaatsvervangende rechters en raadsheren specifieke, door het IGO georganiseerde, opleidingen moeten kunnen volgen over de rechtsmateries die zij als plaatsvervangende rechter of raadsheer dienen te behandelen. Inkorting van de duurtijd van de functie en evaluatie De plaatsvervangende rechters of raadsheren worden benoemd voor een termijn van vijf jaar, die hernieuwbaar is op voorwaarde dat zij aantonen dat zij de voor hen georganiseerde basisopleiding en specifieke opleidingen hebben gevolgd en zij door de korpschef van het rechtscollege of het parket (waarbij zij gedelegeerd zijn) waar zij als plaatsvervangende rechter of raadsheer optreden positief worden geëvalueerd. De wet zal dan moeten bepalen dat het evaluatiesysteem voor de benoemde magistraten mutatis mutandis eveneens van toepassing wordt op de plaatsvervangende rechters. In voorkomend geval gebeurt in de vredegerechten en in de politierechtbanken de evaluatie niet door de korpschef maar door de magistraat-titularis. Financiële voorwaarden De plaatsvervangende rechters en raadsheren moeten per vacatie presentiegeld ontvangen. In dezelfde gedachtegang moeten de plaatsvervangende rechters of raadsheren onder dezelfde voorwaarden als de werkende magistraten aanspraak kunnen maken op een arbeidsongevallenverzekering. Toegang tot de magistratuur Soms hebben de plaatsvervangende rechters of raadsheren het werk van de magistraat-titularis geheel of gedeeltelijk op zich genomen. De voorwaarden van de derde toegangsweg zouden op mildere wijze moeten worden toegepast (derde toegangsweg bis). De plaatsvervangende rechters of raadsheren die regelmatig effectief zitting hebben gehouden, zouden, onder de hierna vermelde voorwaarden, een examen kunnen afleggen dat vergelijkbaar is met het examen voorzien voor advocaten met meer dan twintig jaar balie-ervaring : - het bewijs leveren van 5 jaar effectieve ervaring als plaatsvervangend rechter of raadsheer, aan de hand van een attest waarin de korpschef of, voor de vredegerechten en de politierechtbanken, de voorzitter van de betrokken algemene vergadering, voor elk jaar de prestaties oplijst ; 39

45 - de IGO-basisopleiding voor plaatsvervangende rechters of raadsheren hebben gevolgd; - een gunstige evaluatie als plaatsvervangende rechter of raadsheer hebben verkregen; - 15 jaar balie-ervaring hebben, waarvan 5 jaar als plaatsvervangend rechter of plaatsvervangend raadsheer, zoals hierboven vermeld. De plaatsvervangende rechters en raadsheren die op dit ogenblik werkzaam zijn, zouden onder dezelfde voorwaarden kunnen gebruik maken van die derde toegangsweg bis, in zoverre zij hun functie al vijf jaar uitoefenen. Leeftijdsvoorwaarde De leeftijdsvoorwaarden voor titularis of voor plaatsvervanger zouden identiek moeten zijn (momenteel moet een kandidaat-vrederechter ten minste 35 jaar zijn, terwijl een kandidaat voor de functie van plaatsvervangend vrederechter 30 jaar moet zijn) Advies van 30 november 2011 over de wet van 21 december 2009 tot hervorming van het hof van assisen Ruim een jaar na de inwerkingtreding van de nieuwe wet is het nog te vroeg om een allesomvattende analyse hiervan te maken, maar nu al is duidelijk dat de nieuwe regeling, enerzijds, een aantal oude problemen niet heeft opgelost en, anderzijds, een aantal nieuwe praktische problemen heeft veroorzaakt. De Hoge Raad gaf in zijn advies van 28 januari 2009 al aan dat de hervorming (zoals het invoeren van het gezamenlijk beraad over de schuldvraag, de verplichting om de beslissing te motiveren en het voorzien van een beperkte vorm van hoger beroep), de eigenheid en het opzet van de assisenprocedure dermate aantasten, dat de procedure wordt uitgehold. Nu de invoering van een echt hoger beroep onafwendbaar lijkt, versterkt dit alleen maar deze vaststelling, nog los van de principiële en praktische bezwaren die tegen de organisatie van een volwaardig hoger beroep in het bestaande systeem zijn in te brengen. De Hoge Raad kan dan ook niet anders dan concluderen dat er vandaag nog meer - dan voorheen al het geval was - argumenten pleiten in het voordeel van de afschaffing van het hof van assisen. In geval de wetgever zou beslissen om het assisenproces toch te behouden, wil de Hoge Raad ook wijzen op de problemen die zich in de huidige procedure stellen. Na het horen van verschillende ervaren assisenvoorzitters is immers gebleken dat de assisenprocedure door de hervorming - die tot doel had om de procedure te vereenvoudigen, te versnellen, efficiënter en goedkoper te maken en het aantal assisenprocessen terug te dringen momenteel tal van praktische problemen kent die het realiseren van de beoogde doelstellingen in de weg staat. De procedure is met andere woorden vooralsnog niet eenvoudiger, niet sneller, niet efficiënter en niet goedkoper dan voor de hervorming. 40

46 Ambtshalve advies van 21 december 2011 over de versterking van de bevoegdheden van de Hoge Raad voor de Justitie inzake externe controle en meer bepaald in het bijzonder onderzoek Op grond van de analyse van de vastgestelde problemen bij de uitoefening van zijn bevoegdheid inzake bijzonder onderzoek binnen de huidige wettelijke beperkingen, formuleert de HRJ duidelijke voorstellen tot verbetering, hetgeen een wijziging van de wet impliceert. WAT BETREFT DE BEVOEGDHEDEN VAN DE HRJ Het doel van het bijzonder onderzoek Het onderzoek slaat op de disfuncties binnen de rechterlijke organisatie: - structurele en organisatorische disfuncties; - individuele disfuncties. Aan de AOC kan eveneens worden toegestaan haar onderzoek te coördineren met een onderzoek dat gevoerd wordt door het Comité P wanneer voor de coherentie van die twee onderzoeken het geheel van de strafrechtketen moet worden onderzocht. Het verzoek tot onderzoek Het onderzoek wordt beslist door de Advies- en onderzoekscommissie. Wanneer het verzoek uitgaat van de minister van Justitie of van een van de federale wetgevende Kamers, opent de Advies- en onderzoekscommissie een bijzonder onderzoek. Het gezagsorgaan dat het onderzoek voert Het onderzoek wordt door de AOC gevoerd, die aan de betrokken korpschef kan vragen om onderzoekshandelingen uit te voeren en hiervan verslag uit te brengen. De toegang tot een lopend gerechtelijk dossier De AOC heeft, zonder toestemming van een korpschef, toegang tot de gegevens van het gerechtelijk, burgerlijk of strafrechtelijk, zelfs niet afgesloten, dossier, die ze nodig heeft om haar onderzoek uit te voeren. Indien er een risico bestaat dat het gebruik van de dossiergegevens een inbreuk zou kunnen zijn op de onafhankelijkheid van de rechter of van de magistraat van het Openbaar Ministerie of op het verloop van een lopende gerechtelijke of tuchtrechtelijke procedure, moet de Advies- en onderzoekscommissie zich uitspreken over de opening, uitvoering of al dan niet voortzetting van het onderzoek en haar besluit motiveren. De hoorzitting door de VAOC De opgeroepen personen, hierbij inbegrepen de personen die geen deel uitmaken van de rechterlijke orde, moeten verplicht worden om te verschijnen op de hoorzittingen. De gehoorde personen behouden het recht om verklaringen af te leggen die gedekt zijn door het beroepsgeheim. 41

47 De AOC wendt zich rechtstreeks tot de tuchtrechtelijke overheid De AOC moet het tuchtrechtelijke orgaan kunnen verwittigen wanneer een lid van de rechterlijke orde niet meewerkt met de HRJ en het is de opdracht van deze overheid om te beslissen om al dan niet een tuchtrechtelijke vordering in te stellen. De AOC moet ook, wanneer ze aanwijzingen over disfuncties vaststelt, kunnen beschikken over het recht zich rechtstreeks te wenden tot de tuchtrechtelijke instantie 11. Het beknopte en analytische verslag van het bijzonder onderzoek Het onderzoeksverslag moet inzicht geven in de structurele en specifieke aanbevelingen in het licht van de vaststellingen die erin worden opgenomen. Het verslag van het bijzonder onderzoek moet de inhoud van de gevoerde hoorzittingen of de analyse van de dossiers niet systematisch hernemen. In elk geval worden de verklaringen die gedekt zijn door het beroepsgeheim niet vermeld in het verslag. De AOC beslist aan wie het rapport wordt overgemaakt (enkel aan de minister van Justitie of aan het Parlement en aan het betrokken korps of in ruimere zin aan alle korpschefs en via de website van de HRJ). WAT BETREFT DE INTERNE REORGANISATIE VAN DE VAOC Een doeltreffende, efficiënte en snelle controle over de werking van justitie, zowel in het algemeen als in specifieke procedures kan worden bereikt met minder risico s en uitgaven door een eenvoudige herziening van de organieke wet van de HRJ en een reorganisatie ervan. * * * 42

48 3. HET EXTERN TOEZICHT OP DE WERKING VAN DE RECHTERLIJKE ORDE 3.1. KLACHTENBEHANDELING De klachtenbehandeling maakt deel uit van het bevoegdheidspakket van de verenigde advies- en onderzoekscommissie (VAOC) van de Hoge Raad voor de Justitie, en vormt één van de instrumenten waarover die commissie beschikt om haar toezichtbevoegdheid op de werking van de rechterlijke orde uit te oefenen. De klachtbevoegdheid ligt vervat in artikel 259bis-15 van het Gerechtelijk Wetboek. Elke klacht die betrekking heeft op disfuncties in het gerecht, kan bij de Hoge Raad ingediend worden. Het is de taak van de Hoge Raad om die klachten te behandelen, de opvolging ervan te verzekeren en aanbevelingen te formuleren. Binnen de VAOC gebeurt de klachtenbehandeling per taalcommissie, namelijk door de Franstalige klachtencommissie (CAE) en de Nederlandstalige klachtencommissie (AOC). De klachten over de werking van de rechterlijke orde langs Nederlandstalige kant worden behandeld door de AOC. De klachten die betrekking hebben op de rechterlijke orde langs Franstalige en Duitstalige kant worden door de CAE behandeld. De klachten die zowel de Nederlandstalige als de Franstalige taalrol betreffen, worden voorgelegd aan de VAOC, die kan beslissen om zelf de klacht te behandelen dan wel om ze door te verwijzen naar de Franstalige of de Nederlandstalige commissie. De communicatie met de klager verloopt in de taal waarin de klacht werd opgesteld Concreet verloop van de klachtenbehandeling 43

49 Ontvangst van een klacht Bij ontvangst van een klacht maakt het secretariaat een klachtdossier aan dat wordt geregistreerd onder een referentienummer. Binnen de tien dagen wordt aan de klager een ontvangstbericht gestuurd, samen met een informatiebrochure over de klachtenprocedure bij de Hoge Raad. Elk klachtdossier wordt geregistreerd. Naast referenties die identificatie van de klager mogelijk maken, krijgt het dossier ook referenties die verwijzen naar de onderscheiden klachttypes die het dossier bevat. Niet zelden immers formuleert een klager in een enkele brief verschillende klachten. Elke klacht wordt geïdentificeerd en afzonderlijk onderzocht, en het dossier wordt slechts afgesloten wanneer alle geformuleerde klachten werden behandeld Ontvankelijkheidsonderzoek Het ontvankelijkheidsonderzoek filtert de klachtdossiers hoofdzakelijk op grond van de vorm: enkel schriftelijke, ondertekende en gedagtekende dossiers die de volledige identiteit van de klager bevatten, komen in aanmerking voor behandeling (art. 259bis-15, 2, Gerechtelijk Wetboek). Deze vormvoorwaarden worden niettemin zo ruim mogelijk geïnterpreteerd om de drempel tot de Hoge Raad voor iedereen zo laag mogelijk te houden. Zo wordt bijvoorbeeld een fax met handtekening aanvaard. Bij een klacht die niet aan één van de formele voorwaarden voor ontvankelijkheid beantwoordt, krijgt de klager gedurende een maand de gelegenheid om zijn klacht te regulariseren. Daarna is de klacht definitief onontvankelijk wanneer de klager de gevraagde regularisatie niet heeft uitgevoerd. Een klacht per is in principe niet ontvankelijk wegens het ontbreken van de handtekening. In dat geval wordt de klager gevraagd zijn klacht schriftelijk te bevestigen: een gehandtekende afdruk van de volstaat daarvoor. Bij de ontvankelijkheidstoets van een klacht zullen de klachtencommissies ook het rechtmatig belang van de klager onderzoeken. Wanneer bijvoorbeeld een klacht wordt ingediend over het trage verloop van een procedure door iemand die zelf niet betrokken is bij het geding, ook niet zijdelings, oordeelt de commissie dat er geen rechtmatig belang is. Anonieme klachten zijn veeleer zeldzaam en kunnen per definitie niet geregulariseerd worden Bevoegdheidsonderzoek 22 Het bevoegdheidsonderzoek is de tweede filter en betreft de grond van de klachten die in het klachtendossier voorkomen. De Hoge Raad is alleen bevoegd voor klachten die de werking van de rechterlijke orde betreffen (artikel 259bis-15, 1, Gerechtelijk Wetboek). Zelfs indien een klacht duidelijk de werking van de rechterlijke orde betreft, moet de klachtencommissie nog vijf bijkomende onbevoegdheidsgronden in acht nemen. Zo moet zij zich 22 Voor concrete voorbeelden, zie punt Afsluiting wegens onbevoegdheid. 44

50 krachtens artikel 259bis-15, 3, van het Gerechtelijk Wetboek in de volgende vijf gevallen onbevoegd verklaren: 1) Klachten die behoren tot de strafrechtelijke of tuchtrechtelijke bevoegdheid van andere overheden (art. 259bis-15, 3, 1 Gerechtelijk Wetboek) Het betreft hier klachten die onder de strafrechtelijke bevoegdheid van de procureur des Konings of onder de tuchtrechtelijke bevoegdheid van de korpschef of andere overheden vallen (vb. de syndicus van de gerechtsdeurwaarders, de stafhouder van de advocaten, ) 23. De wet voorziet dat de klager in dergelijke gevallen doorverwezen kan worden naar de bevoegde overheden. Indien de klacht duidelijk en welomschreven is, stuurt de commissie ze vaak zelf rechtstreeks door aan de bevoegde overheid. Meestal wordt hiervoor eerst de goedkeuring van de klager gevraagd, tenzij de klachtencommissie meent dat de beweerde feiten absoluut voor onderzoek aan de bevoegde overheid moeten worden aangegeven. 24 Die overheid is - overeenkomstig de bepaling van artikel 259bis-15, 3, laatste lid van het Gerechtelijk Wetboek - op haar beurt gehouden de commissie op gemotiveerde wijze in te lichten over het gevolg dat aan de klacht werd gegeven. De mogelijkheid tot doorverwijzing is niet beperkt tot de klachtbevoegdheid, maar wordt herhaald in artikel 259bis-19, 2bis van het Gerechtelijk Wetboek dat betrekking heeft op al de bevoegdheden van de Hoge Raad. Wanneer de Hoge Raad bij het uitvoeren van zijn opdrachten vaststelt dat de tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van een lid van de rechterlijke orde mogelijks in het gedrang komt, moeten deze gegevens worden overgemaakt aan de bevoegde tuchtoverheid. De tuchtoverheid beslist autonoom welk gevolg hieraan gegeven wordt, maar moet de Hoge Raad hierover op gemotiveerde wijze informeren. 2) Klachten met betrekking tot de inhoud van een rechterlijke beslissing (art. 259bis-15, 3, 2 Gerechtelijk Wetboek) De Hoge Raad mag zich niet inlaten met klachten aangaande de inhoud van rechterlijke beslissingen vermits dit zou indruisen tegen de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Het begrip rechterlijke beslissing wordt ruim geïnterpreteerd en omvat niet alleen beschikkingen, vonnissen en arresten uitgesproken door een rechter, maar slaat op iedere gerechtelijke beslissing die in het kader van een gerechtelijke procedure wordt genomen 25. 3) Klachten waarvan het doel via het aanwenden van een gewoon of buitengewoon rechtsmiddel kan of kon worden bereikt (art. 259bis-15, 3, 3 Gerechtelijk Wetboek) Een klacht komt in principe slechts in aanmerking voor behandeling wanneer alle andere ter beschikking staande wettelijke middelen en procedures zijn uitgeput. Hieronder worden niet alleen de klassieke rechtsmiddelen begrepen, maar al de rechtsmiddelen en procedures die de burger ter beschikking heeft (of had) om het gewenste doel te bereiken Artikel 404 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt: Op diegenen die hun ambtsplichten verzuimen of door hun gedrag afbreuk doen aan de waardigheid van hun ambt, kunnen de tuchtstraffen [ ] worden toegepast. De tuchtstraffen [ ] kunnen tevens worden opgelegd aan personen die de taken van hun ambt verwaarlozen en zodoende afbreuk doen aan de goede werking van justitie of aan het vertrouwen in die instelling. 24 Artikel 259bis-19, 2 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt: Wanneer een lid van de Hoge Raad bij de uitoefening van zijn opdrachten kennis krijgt van een misdaad of wanbedrijf, moet hij overeenkomstig artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering de bevoegde procureur des Konings onverwijld in kennis stellen. 25 Voor concrete voorbeelden, zie punt c). 26 Parl. St. Kamer, , nr. 1677/1,

51 De Hoge Raad moet zich dus onbevoegd verklaren indien de klager zijn doel kan of kon bereiken via het aantekenen van verzet, hoger beroep of cassatieberoep, maar bijvoorbeeld ook indien overeenkomstig de artikelen 793 tot 801 van het Gerechtelijk Wetboek een vordering tot uitlegging of verbetering van een beslissing kan worden ingesteld, in het geval er in de gewezen beslissing verschrijvingen of misrekeningen voorkomen. 4) Klachten die al zijn behandeld en die geen nieuwe gegevens bevatten (art. 259bis-15, 3, 4 Gerechtelijk Wetboek) Indien een klager na een beslissing van de klachtencommissie in een schrijven aandringt om de beslissing te herzien, zal dit eerder als een navolgend stuk in het oorspronkelijk dossier worden behandeld. Er wordt met andere woorden geen nieuw dossier geopend. De commissie zal dan nagaan of er in dit navolgend schrijven door de klager voldoende elementen worden aangereikt om het dossier eventueel te heropenen. Is dit het geval, dan wordt de klager op de hoogte gebracht van de heropening van het dossier. Is dit niet het geval, dan wordt meegedeeld dat de commissie haar beslissing handhaaft. 5) Klachten die kennelijk ongegrond zijn (art. 259bis-15, 3, 5 Gerechtelijk Wetboek) Wanneer niet duidelijk is waarop een klacht slaat of de klacht moeilijk te begrijpen is, zal de commissie steeds om verduidelijking binnen een bepaalde termijn vragen. Die werkwijze is nuttig gebleken want meestal komt hierop binnen de gevraagde termijn een antwoord en wordt de klacht verder in overweging genomen. Blijkt uit de overgemaakte stukken dat de klager wordt bijgestaan door een advocaat, dan vraagt de commissie de toestemming van de klager om met die advocaat contact op te nemen teneinde de klacht te laten verduidelijken. Aan de klager wordt soms ook aangeraden om zich te laten bijstaan door een familielid of een justitiehuis om de klacht helder te formuleren. Slechts indien de indiener van de klacht (of zijn raadsman) ondanks herhaaldelijk aandringen niet reageert binnen de opgegeven termijn of indien de aanvullende informatie geen verduidelijking brengt, wordt de klacht kennelijk ongegrond bevonden Onderzoek van de klacht Wanneer de commissie zich bevoegd verklaart voor het behandelen van de klacht, wordt er meestal in een volgende fase informatie opgevraagd bij de gerechtelijke instanties, de klager en/of zijn advocaat. Wanneer al de gevraagde informatie is verzameld, wordt het volledige dossier opnieuw op commissie gebracht met een voorstel van beslissing over de gegrondheid. Als de commissie meent dat het onderzoek volledig is gevoerd, wordt er voor elke klacht een eindbeslissing genomen. Al de stappen en beslissingen die in het dossier worden genomen, worden genoteerd op de dossierfiche, zodat de leden op elk ogenblik op de hoogte zijn van het verloop van het klachtdossier. In eerste instantie tracht de klachtencommissie steeds zoveel mogelijk informatie op te vragen bij de klager zelf. Zo wordt regelmatig een kopie gevraagd van rechterlijke beslissingen of van officiële stukken. De klager is evenwel niet steeds in het bezit van deze documenten. Vaak vraagt de commissie dan aan de klager of ze voor verdere informatie contact mag opnemen met zijn of haar raadsman. 46

52 In eerder uitzonderlijke gevallen wordt de klager uitgenodigd om zijn klacht mondeling te komen toelichten. Wanneer de klacht handelt over bijvoorbeeld een strafonderzoek, het verloop van een procedure of de houding van een magistraat, heeft de klager dikwijls niet zelf de nodige informatie of gegevens. De commissie neemt dan contact op met de gerechtelijke overheden om de nodige informatie te bekomen. Deze uitwisseling van informatie verloopt meestal vlot. De commissie is van oordeel dat, zo nodig, rechtstreeks informatie kan gevraagd worden aan de betrokken magistraat zelf. Uiteraard wordt de directe korpschef hiervan ook steeds op de hoogte gebracht Beoordeling en aanbeveling Bij de beoordeling van de gegrondheid van een klacht gaan de advies- en onderzoekscommissies na of er een disfunctie in de werking van de rechterlijke orde heeft plaatsgevonden. Voor de HRJ is er sprake van een disfunctie wanneer de aan de rechtzoekende geleverde dienst niet conform is met wat legitiem kan verwacht worden van de openbare dienstverlening door de rechterlijke orde 27. De HRJ is immers van mening dat het zoeken naar een fout of verantwoordelijkheid van de magistraat een te enge visie is op het begrip disfunctie. Ook andere aspecten kunnen aan de basis liggen van een gegronde klacht, zoals bijvoorbeeld de werking van de dienst, de formulering van wetgeving, het bestaan van tegenstrijdige instructies, gewoontes of wettelijke bepalingen. Indien er geen disfunctie wordt vastgesteld, wordt de klacht door de commissie als ongegrond afgewezen. Wanneer alle klachten uit het dossier onderzocht werden, wordt de klager schriftelijk geïnformeerd over de beslissing(en) samen met de redenen voor die beslissing(en). Het dossier wordt daarmee afgesloten. Volgens de wet bestaat tegen de beslissingen van de commissie geen rechtsmiddel. Reacties van klagers en van magistraten-korpschefs op de beslissing worden evenwel steeds met de nodige ernst geanalyseerd en kunnen leiden tot de heropening van het klachtdossier. Wordt de klacht gegrond verklaard, dan stelt de commissie de klager en de betrokken instantie eveneens van die beoordeling in kennis. De commissie kan aan de betrokken instanties (en zodoende indirect ook de andere rechtscolleges) en de minister van Justitie aanbevelingen doen die het bedoelde probleem kunnen oplossen, en voorstellen formuleren ter verbetering van de algemene werking van de rechterlijke orde. Deze aanbevelingen en voorstellen worden rechtstreeks ter kennis gebracht van de betrokken instanties en tevens gepubliceerd op de website van de Hoge Raad voor de Justitie ( en in het jaarverslag (zie bijlagen 2 en 3). Zo worden de inzichten van de commissie ook dienstig bij het parlementair werk. Soms is het niet aangewezen om een probleem dat wordt aangeklaagd bij de Hoge Raad te beoordelen op zijn gegrondheid. De wetgever heeft aan de Hoge Raad de bevoegdheid gegeven om disfuncties die aan het licht komen te remediëren. Zo kunnen de klachtencommissies pogen de standpunten van de klager en de betrokken instantie uit te klaren teneinde tot een oplossing te komen voor het gestelde probleem 28. Indien het probleem betrekking heeft op een persoonlijk conflict tussen twee partijen is het vaak niet mogelijk of wenselijk om de klacht van één der partijen gegrond te verklaren. Indien het 27 Deze definitie van een disfunctie werd aangenomen op de verenigde advies- en onderzoekscommissie van 29 september Parl. St. Kamer, , nr. 1677/1,

53 probleem kan worden opgelost door de tussenkomst van de klachtencommissie - eventueel via bemiddeling - dan zal het dossier worden afgesloten zonder een beoordeling over gegrondheid, maar wordt het dossier geregistreerd als opgelost via bemiddeling. Klachten over de werking van justitie inspireren de Hoge Raad tevens in het kader van zijn ambtshalve adviezen. Zij kunnen eveneens een bron van inspiratie zijn voor het Parlement en de minister van Justitie wanneer deze de aanbevelingen en voorstellen van de Hoge Raad aanwenden om voor de aangeklaagde problemen meer algemene oplossingen te ontwikkelen. De behandeling van een klacht kan tenslotte ook aanleiding geven tot het opstarten van een bijzonder onderzoek. We zien dus dat een klacht aanleiding kan geven tot verschillende initiatieven vanuit de Hoge Raad, maar dat betekent niet automatisch dat de klager hiermee geholpen is in zijn individuele geval. Het individuele geval wordt hier overstegen en de klager ziet dat niet steeds. Aan de beoordeling van de Hoge Raad zijn immers geen rechtsgevolgen verbonden: zijn bevoegdheden zijn louter van bemiddelende en adviserende aard. Het is belangrijk dat de mensen dit op voorhand weten en dit tijdens de procedure voor ogen houden. Anders kan dit voor de klager die zich met (te) hoge verwachtingen tot de Hoge Raad heeft gewend tot teleurstelling of ergernis leiden Analyse van de klachtendossiers die in 2011 werden behandeld Terminologische verduidelijkingen Zoals hoger aangegeven kan een klachtdossier bestaan uit een of meerdere klachten. Nemen we het voorbeeld van iemand die klaagt: - over de traagheid van een rechtsgang; - over het uitgesproken vonnis; - over de vermeende partijdigheid van de rechter. 48

54 In dit geval zal de commissie slechts één enkel dossier openen, dat drie klachten omvat die binnen hetzelfde dossier worden behandeld. 29 Het voordeel van dat onderscheid bestaat erin dat de klager per aparte klacht binnen zijn klachtdossier een antwoord ontvangt, zodat hij de diverse aspecten van zijn dossier kan begrijpen, en een duidelijke toelichting kan krijgen over het type klachten waarvoor de Hoge Raad bevoegd is. We verduidelijken dat het niet altijd gemakkelijk is om de diverse klachten binnen eenzelfde klachtdossier van elkaar te onderscheiden en ze in categorieën op te delen. Zoals eerder al werd aangegeven, wordt een klachtdossier dat diverse klachten omvat, pas afgesloten wanneer voor elk van de klachten in het dossier een eindbeslissing gewezen is. De dossiers waarin ten minste één klacht nog niet afgesloten was op 31 december 2009, worden dus in de tabel vermeld als "hangende" 30. Het feit dat verschillende eindbeslissingen worden genomen binnen eenzelfde dossier, verklaart dat er meer eindbeslissingen zijn dan afgesloten dossiers. We verstaan onder: - nieuwe dossiers: de dossiers die binnen het kalenderjaar worden geregistreerd. Daarbij geldt de datum van ontvangst van de klacht bij de Hoge Raad als criterium; - afgesloten dossiers: de dossiers waarbij voor elk van de klachten een eindbeslissing is gewezen uiterlijk op 31 december van het jaar. Deze dossiers kunnen ofwel in datzelfde jaar of in de voorgaande jaren geopend zijn; - hangende dossiers: de dossiers die nog niet waren afgesloten op 31 december van het jaar, en die ofwel in datzelfde jaar, ofwel in één van de voorgaande jaren geopend waren; - behandelingsduur: de termijn tussen de datum waarop een dossier is geopend en de datum van afsluiting van een dossier. - trefwoorden: geven kernachtig weer waarover de klachten handelen : Hierna worden de diverse trefwoorden per thema (zie de onderstaande tabel 2) weergegeven) : o Omgang en communicatie met justitie : - Communicatie met de magistraat van de zetel ; - Communicatie met de magistraat van het parket ; - Communicatie met de griffie ; - Communicatie met het secretariaat van het parket. Deze klachten betreffen bijvoorbeeld het onbeantwoord blijven van brieven van de klager, een onjuist of laattijdig antwoord op een brief, een vermeende uiting van de rechter op de terechtzitting o o Beslissing niet meegedeeld door de griffie. Kritiek op rechterlijke beslissing: - Kritiek op het vonnis ; - Kritiek op het arrest ; - Kritiek op het sepot. Wanneer de klager het oneens is met een vonnis of een arrest, met de aanstelling van een deskundige, met het niet uitvoeren van onderzoeksdaden door de onderzoeksrechter, met het sepot van een klacht door de procureur, enz., wordt zijn klacht in deze categorie 29 Indien de klager de Hoge Raad echter bij tussenpozen diverse klachtenbrieven stuurt, die alle betrekking hebben op verschillende zaken, zullen er verschillende dossiers worden geopend. 30 Zie tabel 1, kolom 3. 49

55 ondergebracht. o Traagheid van de rechtsgang : - Lange duur van de rechtspleging ; - Lange duur van het beraad ; - Lange duur van het deskundigenonderzoek. In deze categorie worden de klachten over het lang duren van de rechtsgang ondergebracht, bijvoorbeeld wanneer de wettelijke termijn voor de uitspraak van een rechterlijke beslissing overschreden werd, wanneer de uitspraak herhaaldelijk werd uitgesteld, wanneer een deskundigenonderzoek lang duurt. Bij de klachten over het trage verloop van een deskundigenonderzoek gaat het soms slechts in schijn om traagheid (de partijen gaan niet in op de vragen van de deskundige, maar vaak legt laatstgenoemde het incident niet voor aan de rechter). o Houding en gebrek aan eerbied van magistraat, deskundige, griffier : - Gedrag/gebrek aan eerbied van de magistraat : klachten over de houding of de uitingen van de magistraat op de terechtzitting die door de klager als agressief of misplaatst werden ervaren ; - Gedrag/gebrek aan eerbied van de griffier : klachten over onder meer de wijze waarop een klager door de diensten van een griffie werd bejegend of ingelicht, of klachten over de houding van de griffier op de terechtzitting ; - Gedrag/gebrek aan eerbied van de deskundige : vaak klachten over het al dan niet in aanmerking nemen door de deskundige van door de klager aangebrachte argumenten of documenten. o Verloop van de procedure : klachten over bijvoorbeeld de volgorde van pleiten voor de rechtbank, verlies van een dossier, o Partijdigheid van de magistraat /van de deskundige : - Partijdigheid van de magistraat ; - Partijdigheid van de deskundige. De magistraat of de deskundige gaf door zijn gedrag de schijn van een vooroordeel ten voordele van één van de partijen. o o o o o o Niet-begrijpen van de rechterlijke beslissing : het betreft klachten waarbij de klager de beslissing van de rechter niet begrijpt, bijvoorbeeld wegens het gebruik van juridisch jargon. Geen uitstaans met de werking van de rechterlijke orde : deze klachten handelen bijvoorbeeld over het optreden van de politie, de behandeling van een gedetineerde of geïnterneerde in een gevangenis, administratieve beslissingen, Toegang tot het gerecht / kostprijs van justitie : slaat op klachten over onder meer justitiehuizen, bureaus voor rechtsbijstand, Verzoek om juridisch advies : het betreft vragen van allerlei aard die klagers stellen, bijvoorbeeld: hoe verloopt een procedure, wat te doen indien men niet akkoord gaat met een sepot, is het opportuun om hoger beroep in te stellen, Kritiek op de wetgeving : wanneer de rechtzoekende zich beklaagt over het incoherente, afwijkende of lacunaire karakter van de wetgeving, valt zijn klacht onder deze categorie. Tenuitvoerlegging / betekening van de beslissing : betreft klachten over de procedures die volgen op de uitspraak van de rechterlijke beslissing. o Klacht over een advocaat/stafhouder/notaris/gerechtsdeurwaarder/voorlopig bewindvoerder : - Klacht over een advocaat : betreft klachten van allerlei aard over het optreden van een advocaat (het onbeantwoord laten van brieven, onduidelijke of te hoge erelonen, ); - Klacht over een stafhouder : betreft klachten over de houding van een stafhouder of van de raad van de orde inzake een geschil tussen de klager en zijn advocaat ; - Klacht over een notaris : betreft klachten van allerlei aard over het optreden van een notaris (het onbeantwoord laten van brieven, onduidelijke erelonen of vertraging in de uitvoering van de toevertrouwde opdracht, ); 50

56 o o o o - Klacht over een gerechtsdeurwaarder : betreft klachten van allerlei aard over het optreden van een gerechtsdeurwaarder; - Klacht over een voorlopig bewindvoerder : betreft klachten van allerlei aard over de uitvoering van zijn mandaat door de voorlopig bewindvoerder (het onbeantwoord laten van brieven, het niet opstellen van de jaarlijkse rekeneningen, ). Andere : betreft klachten die in geen van de bovenvermelde categorieën onder te brengen zijn. Onmogelijk te bepalen : betreft klachten die dermate slecht verwoord zijn dat het niet mogelijk is te achterhalen waarover de klager zich beklaagt, niettegenstaande de eventueel aanvullende informatie die aan klager werd gevraagd. Verzoek tot tussenkomst : het gaat niet om een klacht maar om een vraag om hulp van iemand die zich tot de administratie of tot justitie wil richten. Gebruik van talen in gerechtszaken : dit trefwoord wordt gebruikt wanneer klager vindt dat de taal van de rechtspleging niet in overeenstemming is met het voorschrift van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken Algemeen overzicht van de klachtendossiers Tabel 1: Nieuwe dossiers, afgesloten dossiers en hangende dossiers in NIEUWE DOSSIERS AFGESLOTEN DOSSIERS HANGENDE DOSSIERS CAE AOC CAE AOC CAE AOC Totaal 274 Totaal 307 Totaal Afgesloten dossiers in 2011 In de loop van het jaar 2011 werden 307 dossiers afgesloten: 169 bij de AOC en 138 bij de CAE. 89,57 % (n=275) van deze dossiers werd door burgers ingediend. 3,26 % (n=10) van de dossiers werd door advocaten ingediend. 3,26 % (n=10) van de dossiers werd door een lid van de rechterlijke orde ingediend. 3,91 % (n=12) van de dossiers werd via diensten aan de Hoge Raad toegestuurd Zo gebeurt het dat aan de Hoge Raad klachten worden overgemaakt door de minister van Justitie, de federale ombudsman, de stedelijke ombudsdienst, etc. 51

57 Afgesloten dossiers Nieuwe dossiers per kalenderjaar: evolutie Grafiek 1: Nieuwe dossiers per kalenderjaar: evolutie Het aantal nieuwe dossiers in 2011 is gedaald in vergelijking met 2010 (274 t.o.v. 347) Dossiers afgesloten per kalenderjaar: evolutie Grafiek 2: Dossiers afgesloten per kalenderjaar: evolutie AOC CAE Totaal Men kan in 2011 een daling ten opzichte van 2010 vaststellen voor het aantal afgesloten dossiers: 307 dossiers afgesloten in dossiers afgesloten in

Hoge Raad voor de Justitie. Kerncijfers uit het jaarverslag 2010

Hoge Raad voor de Justitie. Kerncijfers uit het jaarverslag 2010 Hoge Raad voor de Justitie Kerncijfers uit het jaarverslag 2010 2 Inleiding In deze bundel vindt u de voornaamste elementen uit het jaarverslag 2010 van de Hoge Raad voor de Justitie, met betrekking tot

Nadere informatie

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2009

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2009 Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2009 Goedgekeurd door de algemene vergadering op 23 juni 2010 INHOUDSTAFEL DEEL 1 : INSTITUTIONELE ASPECTEN...

Nadere informatie

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2008

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2008 Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2008 Goedgekeurd door de algemene vergadering op 24 juni 2009 INHOUDSTAFEL DEEL 1 : INSTITUTIONELE ASPECTEN...

Nadere informatie

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2006

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2006 Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2006 Goedgekeurd door de algemene vergadering op 30 mei 2007 INHOUDSTAFEL DEEL 1 : INSTITUTIONELE ASPECTEN...

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2010 Goedgekeurd door de algemene vergadering op 29 juni 2011 INHOUDSTAFEL DEEL 1 : INSTITUTIONELE ASPECTEN...

Nadere informatie

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2005

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2005 Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2005 Goedgekeurd door de algemene vergadering op 28 juni 2006 INHOUDSTAFEL DEEL 1 : INSTITUTIONELE ASPECTEN...

Nadere informatie

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2007

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2007 Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2007 Goedgekeurd door de algemene vergadering op 28 mei 2008 INHOUDSTAFEL DEEL 1 : INSTITUTIONELE ASPECTEN...

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE INLEIDING De HRJ heeft een drievoudige opdracht die sinds 2 augustus 2000 effectief uitgeoefend wordt: Een bepalende rol spelen in het benoemingsbeleid bij de magistratuur, op

Nadere informatie

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2003 INHOUDSTAFEL Deel 1 : Institutionele aspecten...1 1. De fundamentele doelstellingen en het Managementplan...1

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Aanhef Inhoudstafel Franstalige versie Raad van State belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving Titel 9 MAART 2001. - Koninklijk besluit

Nadere informatie

Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg.

Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg. Parketjurist Een enthousiast beginnend jurist met een analytisch en synthetisch denkvermogen en goede redactionele capaciteiten. Hij/zij werkt resultaatgericht, zowel zelfstandig als in team, en heeft

Nadere informatie

Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice. Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg.

Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice. Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg. Parketjurist Een enthousiast beginnend jurist met een analytisch en synthetisch denkvermogen en goede redactionele capaciteiten. Hij/zij werkt resultaatgericht, zowel zelfstandig als in team, en heeft

Nadere informatie

H O G E R A A D V O O R D E J U S T I T I E C O N S E I L S U P E R I E U R D E L A J U S T I CE

H O G E R A A D V O O R D E J U S T I T I E C O N S E I L S U P E R I E U R D E L A J U S T I CE H O G E R A A D V O O R D E J U S T I T I E C O N S E I L S U P E R I E U R D E L A J U S T I CE IJzerenkruisstraat 67 Rue de la Croix de Fer 1000 Brussel - Bruxelles Tel. 02 535 16 16 - Fax 02 535 16

Nadere informatie

Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice. Jaarverslag 2015

Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice. Jaarverslag 2015 Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Jaarverslag 2015 Jaarverslag 2015 Verslag goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 11 mei 2016 Er bestaat

Nadere informatie

Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice. Hoge Raad voor de Justitie

Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice. Hoge Raad voor de Justitie Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie Jaarverslag 2002 INHOUDSTAFEL DEEL 1 : DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE IN 2002 1 1. FUNDAMENTELE DOELSTELLINGEN EN OPDRACHTEN

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 20 januari 2003 betreffende het programma, de voorwaarden en de examenjury voor het praktisch bekwaamheidsexamen van de erkende boekhouders en erkende boekhouders-fiscalisten Bron

Nadere informatie

JAARVERSLAG Hoge Raad voor de Justitie

JAARVERSLAG Hoge Raad voor de Justitie JAARVERSLAG 2013 Hoge Raad voor de Justitie 1 INHOUD Inleiding... 3 HRJ in het kort... 4 Beleid... 5 Enkele projecten... 6 Loopbaan... 9 Examens... 10 Vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke

Nadere informatie

Jaarverslag Hoge Raad voor de Justitie

Jaarverslag Hoge Raad voor de Justitie Jaarverslag 2016 Hoge Raad voor de Justitie Jaarverslag 2016 Verslag goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 31 mei 2017 Il existe aussi une version française du présent

Nadere informatie

DEONTOLOGIE. Wet van 6 januari 2014 houdende oprichting van een Federale Deontologische Commissie 1 TITEL 1. ALGEMENE BEPALING.

DEONTOLOGIE. Wet van 6 januari 2014 houdende oprichting van een Federale Deontologische Commissie 1 TITEL 1. ALGEMENE BEPALING. DEONTOLOGIE Wet van 6 januari 2014 houdende oprichting van een Federale Deontologische Commissie 1 TITEL 1. ALGEMENE BEPALING Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van

Nadere informatie

DEONTOLOGIE TITEL 1. ALGEMENE BEPALING. Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. TITEL 2.

DEONTOLOGIE TITEL 1. ALGEMENE BEPALING. Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. TITEL 2. DEONTOLOGIE Wet van 6 januari 2014 houdende oprichting van een Federale Deontologische Commissie en houdende de Deontologische Code voor de openbare mandatarissen 1 TITEL 1. ALGEMENE BEPALING Artikel 1

Nadere informatie

21 MEI Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen.

21 MEI Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen. 21 MEI 1965. - Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen. HOOFDSTUK II. - Toezicht Afdeling 1. - Algemene bepaling

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek

Gerechtelijk Wetboek Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vquater De gerechtelijke stage Art. 259octies. 1. De Koning

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016

Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016 Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016 Artikel 1 Dit huishoudelijk reglement bepaalt de werking en de nadere regels volgens dewelke de Federale

Nadere informatie

VERGELIJKEND EXAMEN VOOR BEVORDERING DOOR OVERGANG NAAR EEN HOGER NIVEAU VAN HET ADMINISTRATIEF EN LOGISTIEK PERSONEEL VAN DE GEINTEGREERDE POLITIE

VERGELIJKEND EXAMEN VOOR BEVORDERING DOOR OVERGANG NAAR EEN HOGER NIVEAU VAN HET ADMINISTRATIEF EN LOGISTIEK PERSONEEL VAN DE GEINTEGREERDE POLITIE ADMINISTRATIEF EN LOGISTIEK PERSONEEL VAN DE GEINTEGREERDE (CALog) - VERGELIJKEND EXAMEN VOOR BEVORDERING DOOR OVERGANG NAAR EEN HOGER NIVEAU - - In uitvoering van art. VII.10 UBPol organiseert de dienst

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2012. Hoge Raad voor de Justitie

JAARVERSLAG 2012. Hoge Raad voor de Justitie JAARVERSLAG 2012 Hoge Raad voor de Justitie 3 INHOUD Inleiding... 3 Jaar van de vernieuwing... 3 HRJ in het kort... 4 Beleid... 5 Beleid in 2012... 6 Project Kennismaken met justitie voor de jeugd...

Nadere informatie

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc 1 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van de Federale Commissie Rechten van de Patiënt ingesteld bij artikel 16 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

Krokusplan. Projectenplan van de Hoge Raad voor de Justitie. Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice

Krokusplan. Projectenplan van de Hoge Raad voor de Justitie. Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Krokusplan Projectenplan 2017 2020 van de Hoge Raad voor de Justitie Goedgekeurd door de Algemene Vergadering op 26 januari 2017 Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Januari 2017

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde en de registratie als zorgkundige DE

Nadere informatie

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie en tot omvorming van het auditcomité van de Vlaamse Gemeenschap tot het

Nadere informatie

Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek i.v.m. de mandaten en de evaluatie van de korpschefs van de zittende magistratuur.

Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek i.v.m. de mandaten en de evaluatie van de korpschefs van de zittende magistratuur. Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Juni 2015 Ambtshalve advies Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek i.v.m. de mandaten en de evaluatie van de korpschefs van de

Nadere informatie

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5,

Nadere informatie

Hoge Raad voor de Justitie. Conseil Supérieur de la Justice

Hoge Raad voor de Justitie. Conseil Supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzake de benoemingsprocedure van magistraten (Parl. St. Kamer 2002-2003, nr. 50/2248/001)

Nadere informatie

MOTIE VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE EEN RAAD VOOR DE JUSTITIE, JA. MAAR OM WAT TE DOEN?

MOTIE VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE EEN RAAD VOOR DE JUSTITIE, JA. MAAR OM WAT TE DOEN? H OGE R AAD VOOR DE J USTITIE C ONSEIL S UPERIEUR DE LA J USTICE Stephaniesquare Louizalaan - avenue Louise 65 b1 1050 Brussel - Bruxelles Tel. 02/535.16.16 - Fax 02/535.16.20 MOTIE VAN DE ALGEMENE VERGADERING

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vbis. Hoge Raad voor de Justitie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vbis. Hoge Raad voor de Justitie Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vbis Hoge Raad voor de Justitie Afdeling I Samenstelling Art. 259bis1.

Nadere informatie

RAAD VAN STATE TITEL II. - BEVOEGDHEID VAN DE AFDELING WETGEVING

RAAD VAN STATE TITEL II. - BEVOEGDHEID VAN DE AFDELING WETGEVING RAAD VAN STATE Art. 2 TITEL II. - BEVOEGDHEID VAN DE AFDELING WETGEVING 1. De afdeling wetgeving dient van beredeneerd advies over de tekst van alle ontwerpen of voorstellen van wet, van decreet en van

Nadere informatie

Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice

Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Meerjarenplan 2005-2008 van de Hoge Raad voor de Justitie Goedgekeurd door de algemene vergadering Op 26 januari 2005 Aangepast door de algemene

Nadere informatie

Orde van Vlaamse Balies

Orde van Vlaamse Balies Orde van Vlaamse Balies www.advocaat.be Koningsstraat 148 B 1000 Brussel T +32 (0)2 227 54 70 F +32 (0)2 227 54 79 info@advocaat.be REGLEMENT BETREFFENDE DE BEROEPSOPLEIDING HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN Artikel

Nadere informatie

ADMINISTRATIEF EN LOGISTIEK PERSONEEL VAN DE GEINTEGREERDE POLITIE

ADMINISTRATIEF EN LOGISTIEK PERSONEEL VAN DE GEINTEGREERDE POLITIE ADMINISTRATIEF EN LOGISTIEK PERSONEEL VAN DE GEINTEGREERDE POLITIE (CALog) VERGELIJKEND EXAMEN VOOR BEVORDERING DOOR OVERGANG NAAR EEN HOGER NIVEAU In uitvoering van art. VII.10 UBPol organiseert de directie

Nadere informatie

Reglement voor toelating tot het eerste jaar van de Basiscyclus in gemeentelijk management

Reglement voor toelating tot het eerste jaar van de Basiscyclus in gemeentelijk management Reglement voor toelating tot het eerste jaar van de Basiscyclus in gemeentelijk management 1. OPROEP TOT KANDIDATUREN Artikel 1 Voor de toepassing van dit reglement krijgen de volgende termen de hierna

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd

Nadere informatie

REGLEMENT BETREFFENDE DE SAMENSTELLING VAN HET BUREAU VAN DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

REGLEMENT BETREFFENDE DE SAMENSTELLING VAN HET BUREAU VAN DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE REGLEMENT BETREFFENDE DE SAMENSTELLING VAN HET BUREAU VAN DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE 1. INLEIDING Het bureau van de Hoge Raad voor de Justitie (hierna «Raad» genoemd) wordt stapsgewijs opgericht in

Nadere informatie

INHOUD. Inhoud. Inleiding... 20

INHOUD. Inhoud. Inleiding... 20 JAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD Inleiding... 2 Beleid... 4 Loopbaan... 12 Examens... 13 Vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage... 13 Examen inzake beroepsbekwaamheid... 14 Mondelinge

Nadere informatie

WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT. Boek XIII

WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT. Boek XIII WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT Boek XIII Inhoud BOEK XIII. - Overleg... 3 TITEL 1. - De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven Algemene organisatie... 3 TITEL 2. - Bijzondere raadgevende commissies... 4 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Ieder advocaat stelt vrij zijn jaarlijks vormingsprogramma samen. Het volgen van activiteiten van permanente vorming levert punten op.

Ieder advocaat stelt vrij zijn jaarlijks vormingsprogramma samen. Het volgen van activiteiten van permanente vorming levert punten op. ORDE VAN VLAAMSE BALIES REGLEMENT INZAKE PERMANENTE VORMING Artikel 1 Permanente vorming is een deontologische plicht voor ieder advocaat. Permanente vorming in de zin van dit reglement betekent zich op

Nadere informatie

27 APRIL Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen

27 APRIL Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen 27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen BS 04/06/2007 gdp 1 / 6 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Artikel 1. Met het

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk bij de directie Europees recht van de FOD Buitenlandse Zaken - Presentatie

Vrijwilligerswerk bij de directie Europees recht van de FOD Buitenlandse Zaken - Presentatie Vrijwilligerswerk bij de directie Europees recht van de FOD Buitenlandse Zaken - Presentatie Jacobs Marie (december 2014) 1 Vrijwilligerswerk bij de directie Europees recht van de FOD Buitenlandse Zaken

Nadere informatie

VR DOC.0332/2BIS

VR DOC.0332/2BIS VR 2017 3103 DOC.0332/2BIS Voorontwerp van decreet tot oprichting van het Overlegcomité Welzijn, Volksgezondheid en Gezin DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid

Nadere informatie

Onbezoldigde stage bij de directie Europees recht van de FOD Buitenlandse Zaken Presentatie

Onbezoldigde stage bij de directie Europees recht van de FOD Buitenlandse Zaken Presentatie Onbezoldigde stage bij de directie Europees recht van de FOD Buitenlandse Zaken Presentatie Marie Jacobs Liesbet Van den Broeck (september 2016) 1 Onbezoldigde stage bij de directie Europees recht van

Nadere informatie

Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen

Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen Omschrijving van het advocatenkantoor, het bedrijf, de juridische dienst of het notariskantoor: FOD Justitie. Functie Antwerpen : 4. Deze plaatsen vervangen deze

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel

Nadere informatie

Benoeming van de griffier

Benoeming van de griffier Benoeming van de griffier De voorzitter. De griffier heeft ons laten weten dat hij van zijn taak wenst te worden ontheven. Wij moeten dus overgaan tot de benoeming van een nieuwe griffier. Het Bureau heeft

Nadere informatie

GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI

GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI Benoemingsvoorwaarden en loopbaan van magistraten en het gerechtspersoneel

Nadere informatie

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 59bis van de Grondwet. Artikel 2 Het samenwerkingsakkoord

Nadere informatie

HOOFDSTUK I Algemeen. Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet.

HOOFDSTUK I Algemeen. Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet. Decreet tot instelling van een Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen en tot vaststelling van de algemene regelen inzake de erkenning en de subsidiëring van de milieu- en natuurverenigingen HOOFDSTUK I Algemeen

Nadere informatie

Decreet van 5 mei 2006 houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal

Decreet van 5 mei 2006 houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal Decreet van 5 mei 2006 houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal (B.S.17.VII.2006) 1 Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende de erkenning

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vbis. Hoge Raad voor de Justitie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vbis. Hoge Raad voor de Justitie Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vbis Hoge Raad voor de Justitie Afdeling I Samenstelling. Art.

Nadere informatie

Artikel 1. - Er wordt een Ombudsdienst Pensioenen bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu opgericht.

Artikel 1. - Er wordt een Ombudsdienst Pensioenen bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu opgericht. Bijlage 1 Koninklijk besluit van 27 april 1997 tot instelling van een Ombudsdienst Pensioenen met toepassing van artikel 15, 5 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vquater. De gerechtelijke stage

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vquater. De gerechtelijke stage Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vquater De gerechtelijke stage Art. 259octies. [1 1. De kandidaten die zich voor het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke

Nadere informatie

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK II - DE HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK II - DE HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN KONINKLIJK BESLUIT VAN 4 APRIL 2003 TOT INSTELLING VAN EEN HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRAND-WEERDIENSTEN EN TWEE SUPRA-PROVINCIALE OPLEIDINGSRADEN VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN.

Nadere informatie

Gelet op de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, artikel 51;

Gelet op de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, artikel 51; Koninklijk besluit van 27 september 2015 betreffende het programma, de voorwaarden en de examenjury voor het praktisch bekwaamheidsexamen van de erkende boekhouders en erkende boekhouders-fiscalisten Bron

Nadere informatie

Gespecialiseerde opleiding voor stagemeesters

Gespecialiseerde opleiding voor stagemeesters Gespecialiseerde opleiding voor stagemeesters ref.: SPE-092 Doelgroep Sessies 1 (voormiddag) en 2: - beginnende of toekomstige stagemeesters, die nog geen eerdere editie van deze opleiding hebben gevolgd

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE. Aanhef

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE. Aanhef Gecoördineerde versie van het huishoudelijk reglement opgesteld in uitvoering van artikel 259bis-6, 3 van het Gerechtelijk Wetboek en goedgekeurd door de algemene vergadering op 4 oktober 2000 Aanhef Dit

Nadere informatie

Presentatie van het Managementplan van de Hoge Raad voor de Justitie

Presentatie van het Managementplan van de Hoge Raad voor de Justitie Presentatie van het Managementplan van de Hoge Raad voor de Justitie Het strategisch luik Strategisch luik De missie: Wat is onze kerntaak? Waarom bestaan we? Wat doen we en wat willen we ermee bereiken?

Nadere informatie

1 HOEVEEL PLAATSEN WORDEN VACANT VERKLAARD?

1 HOEVEEL PLAATSEN WORDEN VACANT VERKLAARD? De Dienst Rekrutering en Selectie (DPRS) organiseert een vergelijkend examen om hoofdinspecteurs van politie via bevordering door overgang naar een hoger kader (van basisnaar middenkader) aan te werven.

Nadere informatie

Vanzelfsprekend staan alle betrekkingen open voor zowel vrouwen als mannen. Geïnteresseerden kunnen zich inschrijven tot 1 april 2011.

Vanzelfsprekend staan alle betrekkingen open voor zowel vrouwen als mannen. Geïnteresseerden kunnen zich inschrijven tot 1 april 2011. INTERNE KANDIDATUUR: HOOFDINSPECTEUR VAN POLITIE (MIDDEN) De Directie van de rekrutering en van de selectie (DSR) organiseert een vergelijkend examen om hoofdinspecteurs van politie via bevordering door

Nadere informatie

DIENSTNOTA 2016/ OBJET : PERSONEELSDIENST AANWERVINGS- EN BEVORDERINGSEXAMEN VOOR DIRECTEUR (A7)

DIENSTNOTA 2016/ OBJET : PERSONEELSDIENST AANWERVINGS- EN BEVORDERINGSEXAMEN VOOR DIRECTEUR (A7) DIENSTNOTA 2016/ OBJET : PERSONEELSDIENST AANWERVINGS- EN BEVORDERINGSEXAMEN VOOR DIRECTEUR (A7) We informeren de leden van het gemeentepersoneel dat ons bestuur de vereiste bekendmaking verspreidt in

Nadere informatie

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. Officieuze coördinatie van de wet van 26 juni 2004 tot uitvoering en aanvulling van de wet van 2 mei 1995 betreffende de verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen, alsmede een vermogensaangifte

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek

Gerechtelijk Wetboek Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vter Benoemings- en aanwijzingsprocedure Afdeling I Benoemingen Art. 259ter.

Nadere informatie

PERSMEDEDELING VAN HET KONINKLIJK VERBOND VAN VREDE- EN POLITIERECHTERS

PERSMEDEDELING VAN HET KONINKLIJK VERBOND VAN VREDE- EN POLITIERECHTERS PERSMEDEDELING VAN HET KONINKLIJK VERBOND VAN VREDE- EN POLITIERECHTERS Aansluitend op zijn persmededeling dd. 24 november 2017, neemt de raad van bestuur van het Koninklijk Verbond van Vrede- en Politierechters

Nadere informatie

EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE (EPSO)

EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE (EPSO) 17.11.2010 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 312 A/1 V (Adviezen) BESTUURLIJKE PROCEDURES EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE (EPSO) AANKONDIGING VAN ALGEMEEN VERGELIJKEND ONDERZOEK EPSO/AST/111/10

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000), P5_TA(2002)0430 Europees netwerk voor justitiële opleiding * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van de Franse Republiek met het oog op de aanneming van het besluit van de

Nadere informatie

SOLVAY NV HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITE. De leden van het Auditcomité worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van twee jaar.

SOLVAY NV HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITE. De leden van het Auditcomité worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van twee jaar. SOLVAY NV HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITE I. SAMENSTELLING VAN HET AUDITCOMITÉ 1. Aantal leden - Duur van de mandaten Het Auditcomité telt minstens vier leden. De leden van het Auditcomité

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vter. Benoemings- en aanwijzingsprocedure

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vter. Benoemings- en aanwijzingsprocedure Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vter Benoemings- en aanwijzingsprocedure Afdeling I Benoemingen.

Nadere informatie

CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN. Statuten van de commissie 1. Artikel 1

CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN. Statuten van de commissie 1. Artikel 1 CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN Statuten van de commissie 1 Artikel 1 Voor de toepassing van deze statuten moet worden verstaan onder: 1 de wet: de wet van

Nadere informatie

GECOÖRDINEERDE STATUTEN PER 8 JUNI 2018

GECOÖRDINEERDE STATUTEN PER 8 JUNI 2018 GECOÖRDINEERDE STATUTEN PER 8 JUNI 2018 Deze statuten werden opgesteld op 15 februari 1974 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 april 1974, werden gewijzigd ingevolge een beslissing van de

Nadere informatie

Audit Parket van BERGEN Sectie verkeerszaken Afdelingen BERGEN en DOORNIK

Audit Parket van BERGEN Sectie verkeerszaken Afdelingen BERGEN en DOORNIK Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Juni 2017 Audit Parket van BERGEN Sectie verkeerszaken Afdelingen BERGEN en DOORNIK Verslag goedgekeurd op 22 juin 2017 door de Verenigde advies-

Nadere informatie

BS 05/03/2018. In voege vanaf 05/03/2018, tenzij anders bepaald (cf. art. 9)

BS 05/03/2018. In voege vanaf 05/03/2018, tenzij anders bepaald (cf. art. 9) 28 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor de medische verkiezingen zoals bedoeld in artikel 211, 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige

Nadere informatie

GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI

GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI Benoemingsvoorwaarden en loopbaan van magistraten en het gerechtspersoneel

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement. opgesteld in uitvoering van artikel 259bis-6, 3 van het Gerechtelijk Wetboek

Huishoudelijk reglement. opgesteld in uitvoering van artikel 259bis-6, 3 van het Gerechtelijk Wetboek Huishoudelijk reglement opgesteld in uitvoering van artikel 259bis-6, 3 van het Gerechtelijk Wetboek en goedgekeurd door de algemene vergadering op 4 oktober 2000 - Gecoördineerde versie Wijzigingen door

Nadere informatie

wijziging statuten 2013 Gemeentelijke Sportraad Affligem

wijziging statuten 2013 Gemeentelijke Sportraad Affligem wijziging statuten 2013 Gemeentelijke Sportraad Affligem HOOFDSTUK I: DOELSTELLING Artikel 1 De sportraad heeft in het algemeen tot doel de sport, de lichamelijke opvoeding en de openluchtrecreatie te

Nadere informatie

Artikel 1. In de gemeente Destelbergen wordt een gemeentelijke Adviesraad voor Lokale Economie (ALE) opgericht.

Artikel 1. In de gemeente Destelbergen wordt een gemeentelijke Adviesraad voor Lokale Economie (ALE) opgericht. 23 mei 2013 DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Overwegende dat de gemeenteraad in uitvoering van de artikelen 199 en 200 van het Gemeentedecreet

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Zetel : Ministerie van Justitie Poelaertplein 3 Tel. : 02/504.66.21 tot 23 Fax : 02/504.70.00 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER O. ref. : 10

Nadere informatie

Advies van de Executive Board van het Europees Netwerk van Raden voor de. Justitie (ENRJ) over de aanvraag van de Krajowa Rada Sądownictwa uit Polen.

Advies van de Executive Board van het Europees Netwerk van Raden voor de. Justitie (ENRJ) over de aanvraag van de Krajowa Rada Sądownictwa uit Polen. Advies van de Executive Board van het Europees Netwerk van Raden voor de Justitie (ENRJ) over de aanvraag van de Krajowa Rada Sądownictwa uit Polen. Het ENRJ heeft een verzoek tot samenwerking ontvangen

Nadere informatie

HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE FCE-VVB

HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE FCE-VVB HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE FCE-VVB Dit H.R. is ter uitvoering van artikel 21 van de statuten van de Vereniging opgesteld. Het betreft de werking van de Raad van Bestuur. Ter herinnering, onze Vereniging

Nadere informatie

Advies van de Verenigde Benoemingscommissies voor het Notariaat

Advies van de Verenigde Benoemingscommissies voor het Notariaat Advies van de Verenigde Benoemingscommissies voor het Notariaat over het aantal in 2015 te benoemen kandidaat-notarissen, per taalrol DE VERENIGDE BENOEMINGSCOMMISSIE VOOR HET NOTARIAAT, werden bij brief

Nadere informatie

Hoge Raad voor de Justitie

Hoge Raad voor de Justitie Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie Jaarverslag 2000 31 juli 2002 Inhoudstafel WAAROM EEN HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE?... 6 HOOFDSTUK 1 : VOORSTELLING VAN

Nadere informatie

Statuten Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur

Statuten Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur Statuten Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur Artikel 1. Oprichting Het gemeentebestuur richt, op initiatief van de milieuverenigingen van Dilbeek, een gemeentelijke adviesraad voor milieu en

Nadere informatie

- De kandidaten die niet in aanmerking werden genomen bij een vorige selectie, kunnen opnieuw hun kandidatuur indienen.

- De kandidaten die niet in aanmerking werden genomen bij een vorige selectie, kunnen opnieuw hun kandidatuur indienen. De Dienst Rekrutering en Selectie (DRP-RS) organiseert een vergelijkend examen om hoofdinspecteurs van politie via bevordering door overgang naar een hoger kader (van basisnaar middenkader) aan te werven.

Nadere informatie

DECREET STRATEGISCHE ADVIESRADEN goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 9 juli 2003 HOOFDSTUK I. Definities en toepassingsgebied.

DECREET STRATEGISCHE ADVIESRADEN goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 9 juli 2003 HOOFDSTUK I. Definities en toepassingsgebied. DECREET STRATEGISCHE ADVIESRADEN goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 9 juli 2003 HOOFDSTUK I Definities en toepassingsgebied Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Nadere informatie

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten Ontwerp

Nadere informatie

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening.

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening. 5 JULI 1994. - Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening. BS : 16-09-1994 in voege 16/09/1994 (art. 11) Gewijzigd door: KB BS in voege blz 04/07/2004

Nadere informatie

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2004 Goedgekeurd door de algemene vergadering op 29 juni 2005 INHOUDSTAFEL DEEL 1 : INSTITUTIONELE ASPECTEN...

Nadere informatie

VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL HUISHOUDELIJK REGLEMENT ONDERWIJSRAAD

VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL HUISHOUDELIJK REGLEMENT ONDERWIJSRAAD VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL HUISHOUDELIJK REGLEMENT ONDERWIJSRAAD Hoofdstuk I: Samenstelling van de Onderwijsraad. Art. 1: Dit reglement werd opgesteld in uitvoering van en rekening houdend met de bepalingen

Nadere informatie

Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van accountant

Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van accountant Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van accountant De Wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen biedt de houders van een diploma opgenomen

Nadere informatie

REGLEMENT VOOR HET VERGELIJKEND WERVINGSEXAMEN VOOR DE FUNCTIE VAN ATTACHÉ-INFORMATICUS (M/V) (niveau A) met voldoende kennis van het Nederlands

REGLEMENT VOOR HET VERGELIJKEND WERVINGSEXAMEN VOOR DE FUNCTIE VAN ATTACHÉ-INFORMATICUS (M/V) (niveau A) met voldoende kennis van het Nederlands REGLEMENT VOOR HET VERGELIJKEND WERVINGSEXAMEN VOOR DE FUNCTIE VAN ATTACHÉ-INFORMATICUS (M/V) (niveau A) met voldoende kennis van het Nederlands Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement legt een twee jaar

Nadere informatie

MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR

MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR Publicatie : 2002-07-17 MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR 26 JUNI 2002. - Koninklijk besluit houdende oprichting van een Federale Commissie voor de Verkeersveiligheid en een Interministerieel Comité

Nadere informatie

Jaarverslag Hoge Raad voor de Justitie. Sophie Voituron - «Bruxelles - Les salles de décision».

Jaarverslag Hoge Raad voor de Justitie. Sophie Voituron - «Bruxelles - Les salles de décision». Jaarverslag 2017 Hoge Raad voor de Justitie Sophie Voituron - «Bruxelles - Les salles de décision». Jaarverslag 2017 Verslag goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op

Nadere informatie