Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek i.v.m. de mandaten en de evaluatie van de korpschefs van de zittende magistratuur.
|
|
- Wouter Cools
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Juni 2015 Ambtshalve advies Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek i.v.m. de mandaten en de evaluatie van de korpschefs van de zittende magistratuur. Kamer, /001
2 Ambtshalve advies Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek i.v.m. de mandaten en de evaluatie van de korpschefs van de zittende magistratuur (Kamer, /001) Goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 24 juni 2015 Er bestaat ook een Franse versie van dit advies. Il existe aussi une version française de cet avis. U kunt dit document raadplegen of downloaden op de website van de Hoge Raad voor de Justitie of via onderstaande QR code: Hoge Raad voor de Justitie IJzerenkruisstraat 67 B-1000 Brussel Tel: +32 (0)
3 Inhoud I. Inleiding... 1 II. De huidige wettelijke reglementering met betrekking tot de duur, de hernieuwbaarheid en de evaluatie van de korpschefs... 1 A. De duur en de hernieuwbaarheid van het mandaat... 1 B. Evaluatie van de korpschefs De wettelijke regeling Arrest van het Grondwettelijk Hof van 1 september III. Het wetsvoorstel... 2 IV. Beoordeling door de Hoge Raad... 3 A. Afschaffing van de evaluatie van de korpschefs van de zetel... 3 B. De invoering van een niet-hernieuwbaar mandaat van 7 jaar voor de korpschefs van de zetel... 3
4
5 1 I. Inleiding De Hoge Raad voor de Justitie (hierna de Hoge Raad ) heeft reeds verschillende adviezen verleend over de duur, de hernieuwbaarheid en de evaluatie van de korpschefs van rechtbanken, hoven en parketten 1. Gelet op het belang dat hij aan de materie hecht, heeft hij beslist een ambtshalve advies te geven over het wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek in verband met de mandaten en de evaluatie van de korpschefs van de zittende magistratuur (Kamer, /001) (hierna het wetsvoorstel ). Onder de punten I en II worden de bestaande reglementering en het wetsvoorstel voorgesteld. Punt III bevat de beoordeling van het wetsvoorstel. II. De huidige wettelijke reglementering met betrekking tot de duur, de hernieuwbaarheid en de evaluatie van de korpschefs A. De duur en de hernieuwbaarheid van het mandaat De korpschefs van de zittende en staande magistratuur worden, op voordacht van de Hoge Raad, door de Koning aangewezen voor een mandaat van vijf jaar (art. 259quater, 1, Ger.W.). Behalve de mandaten van eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en van procureur-generaal bij dat hof, die niet hernieuwbaar zijn, zijn de mandaten van korpschef één keer onmiddellijk hernieuwbaar in hetzelfde rechtscollege. De korpschef die een hernieuwing van zijn mandaat wenst te bekomen dient hiertoe, uiterlijk op het einde van de 52 ste maand van het eerste mandaat een verzoek te richten aan de minister van Justitie die het verlengingsdossier aan de bevoegde Benoemings- en Aanwijzingscomissie (hierna BAC ) van de Hoge Raad zendt (art. 259quater, 3bis, Ger.W.). De voordracht door de BAC neemt de vorm aan van een aanvaarding of weigering van de verlenging. Er is geen concurrentie van andere kandidaten. Indien het mandaat niet wordt verlengd, valt het open. B. Evaluatie van de korpschefs 1. De wettelijke regeling De wet voorziet in een omstandige evaluatieprocedure voor de korpschefs in twee fases (in het tweede en het vijfde jaar van het mandaat) en in de oprichting van een evaluatiecollege (art. 259novies, 9 en 10, Ger.W.). In de loop van het tweede jaar van het eerste mandaat 2 vindt er een follow-upgesprek plaats over de uitvoering van het beleidsplan met de bevoegde kamer van het evaluatiecollege (ten vroegste in de achttiende maand). Een verslag van het follow-upgesprek wordt bij het evaluatiedossier gevoegd. Het evaluatiecollege kan uiterlijk in de loop van de 24ste maand eventueel aanbevelingen formuleren ingegeven door het followupgesprek. 1 Ambtshalve advies van 28 juni 2006 over de bepalingen inzake het mandaat en de evaluatie van de korpschefs vervat in het wetsontwerp tot wijziging van diverse bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de evaluatie van de magistraten en de mandaten van korpschef, en tot wijziging van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken; Advies van 22 februari 2006 over het voorontwerp van wet tot wijziging van de mandaten van de korpschefs; Ambtshalve advies van 25 januari 2012 over het voorontwerp van wet tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de mandaten van de korpschefs 2 Indien het mandaat wordt verlengd, dan gaat het follow-upgesprek over de invoering van het functioneringsplan dat de korpschef heeft opgesteld in het vijfde jaar van zijn eerste mandaat.
6 2 De tweede fase, de eigenlijke evaluatie, begint op zijn vroegst in de loop van de 54ste maand op grondslag van: Het verslag van het follow-upgesprek; het functioneringsverslag opgesteld door de korpschef; de verplichte adviezen van het DG Rechterlijke Orde, de algemene of korpsvergadering en de facultatieve adviezen; en de evaluatiegesprekken tussen de korpschef en het evaluatiecollege. Het evaluatiecollege stelt een voorlopige beoordeling op. De korpschef kan hierop opmerkingen formuleren. De definitieve met redenen omklede beoordeling wordt uiterlijk 70 dagen voor het einde van het mandaat opgesteld en meegedeeld aan de korpschef. De belangrijkste stukken van het evaluatiedossier worden tegelijkertijd meegedeeld aan de minister van Justitie. Die stukken maken deel uit van het verlengingsdossier dat de minister aan de bevoegde BAC meedeelt wanneer de korpschef de verlening van zijn mandaat vraagt. Sinds het arrest nr. 122/2008 van 1 september 2008 (infra) worden de korpschefs van de zetel evenwel niet meer geëvalueerd. 2. Arrest van het Grondwettelijk Hof van 1 september 2008 Bij arrest nr. 122/2008 van 1 september 2008 vernietigde het Grondwettelijk Hof de door de wet van 18 december 2006 ingevoerde bepalingen inzake evaluatie in zoverre zij van toepassing zijn op de korpschefs van de hoven en rechtbanken. Het Hof was van oordeel dat de onmogelijkheid om een mandaat van korpschef van de zittende magistratuur te evalueren, voortvloeit uit artikel 151, 6, van de Grondwet en dat de wetgever die zulk een evaluatie toch doorvoert, een identieke behandeling invoert tussen twee categorieën van magistraten voor wie de Grondwetgever een verschillende behandeling heeft voorzien. Bovendien meende het Hof dat de bepalingen inzake de samenstelling en werking van het evaluatiecollege toelaten dat overheden die niet behoren tot de rechterlijke macht zich in de rechterlijke macht mengen. De betrokken bepalingen geven immers stemrecht aan een magistraat van het Rekenhof die wordt aangewezen door de voorzitter van dat Hof en aan een specialist HR die wordt aangewezen door de minister van Justitie op voorstel van de minister van Ambtenarenzaken. Volgens het Hof maakt dit een schending uit van de scheiding der machten die op een discriminerende wijze afbreuk doet aan de onafhankelijkheid die artikel 151, 1, van de Grondwet waarborgt. III. Het wetsvoorstel De indieners van het wetsvoorstel zijn van oordeel dat het mandaat van de korpschefs van de zetel moet worden teruggebracht tot een niet hernieuwbare duur van zeven jaar zonder evaluatie, zoals werd voorzien in 1998 toen het mandaat van korpschef werd ingevoerd. Doordat de korpschefs van de zetel ingevolge het arrest van het Grondwettelijk Hof niet meer geëvalueerd worden, gebeurt de hernieuwing van hun mandaat praktisch automatisch en oefenen zij in feite een mandaat van tien jaar uit. De indieners van het wetsvoorstel vinden dit te lang. Voor de korpschefs van het openbaar ministerie behoudt het wetsvoorstel de bestaande situatie, met dien verstande dat de samenstelling van het evaluatiecollege enigszins wordt gewijzigd en de procedure wordt aangepast aan het feit dat ze voortaan enkel zal gelden voor de korpschefs van het openbaar ministerie.
7 3 IV. Beoordeling door de Hoge Raad De verdienste van het wetsvoorstel bestaat erin dat de wettelijke leemte wordt opgevuld die is ontstaan na bovenvermeld arrest van het Grondwettelijk Hof. De Hoge Raad vindt de voorgestelde wetswijzigingen echter niet goed. A. Afschaffing van de evaluatie van de korpschefs van de zetel De Hoge Raad meent dat het onderscheid dat de Grondwet met betrekking tot de evaluatie van de korpschefs maakt tussen de zetel en het openbaar ministerie onderscheid dat door het wetsvoorstel wordt bevestigd - niet (meer) verantwoord is in het kader van een modern management. De recente hervormingen hebben de reeds bestaande verantwoordelijkheden en opdrachten van de korpschefs van de zetel op het vlak van management nog aanzienlijk uitgebreid, zodat het belang van een evaluatie van hun beleid voor de goede werking van Justitie nog is toegenomen. Afgezien van het feit dat deze evaluatie onontbeerlijk is in het kader van een eventuele hernieuwing van het mandaat, is zij ook van belang in geval de betrokkene later kandidaat zou zijn voor een mandaat van korpschef in een ander korps. De Hoge Raad herhaalt daarom zijn voorstel uit : In plaats van de evaluatie af te schaffen zou het nodige moeten gedaan worden om de evaluatie van de korpschefs van de zetel in overeenstemming te brengen met de Grondwet. Dit kan door deze evaluatie expliciet te voorzien in art. 151, 6, van de Grondwet en door de bepalingen van het gerechtelijk wetboek inzake de samenstelling en werking van het evaluatiecollege aan te passen aan de bezwaren geuit door het Grondwettelijk Hof. De Hoge Raad meent bovendien dat het evaluatiesysteem dient te worden verbeterd: De evaluatie dient ernstiger en professioneler te gebeuren. Er moet vermeden worden dat de evaluatie een routineuze en obligate oefening wordt. Op dit moment is enkel een eindbeoordeling goed of onvoldoende mogelijk. De eindbeoordeling zou meer gedifferentieerd moeten kunnen zijn. Onder die voorwaarden kunnen er ook betekenisvolle gevolgen aan de evaluatie worden toegekend in het kader van de hernieuwing van het mandaat. Bij een eindbeoordeling zeer goed zou het huidige systeem kunnen worden behouden, waarbij het verlengingsdossier van de korpschef, zonder concurrentie van andere kandidaten, voor aanvaarding of weigering wordt overgemaakt aan de bevoegde BAC. Bij een eindbeoordeling goed zou de plaats vacant worden verklaard en zou de uittredende korpschef die de hernieuwing van zijn mandaat vraagt in concurrentie komen met andere kandidaten. In deze twee gevallen dient de betrokken korpschef een geactualiseerd beleidsplan voor te leggen. Bij een eindbeoordeling onvoldoende zou de plaats vacant worden verklaard zonder dat de korpschef nog kan postuleren voor de betrokken plaats, verbod eventueel uit te breiden tot andere plaatsen van korpschef gedurende een bepaalde periode. Wat betreft de gevolgen van de gedifferentieerde eindbeoordeling wenst de Hoge Raad in zijn huidige samenstelling dit voorstel van 2012 aan te passen: zelfs wanneer de korpschef een beoordeling zeer goed krijgt, zou de plaats vacant moeten worden verklaard en zou de uittredende korpschef concurrentie moet kunnen krijgen van andere kandidaten. B. De invoering van een niet-hernieuwbaar mandaat van 7 jaar voor de korpschefs van de zetel De Hoge Raad pleit voor het behoud van de huidige regeling die voorziet in een mandaat van vijf jaar dat één keer, na een gunstige evaluatie, onmiddellijk hernieuwbaar is in hetzelfde rechtscollege. Ongeacht de verdiensten en titels van een kandidaat-korpschef en de grondigheid van de selectie, is het niet uit te sluiten dat in de loop van het mandaat toch blijkt dat een korpschef van de zetel niet goed functioneert. Er dient dan via de evaluatie tijdig te kunnen worden bijgestuurd of ingegrepen. Een mandaat van vijf jaar mét evaluatie is daartoe beter geëigend dan een mandaat van 7 jaar zonder evaluatie, dat in zo n geval te lang is. 3 Ambtshalve advies van 25 januari 2012 over het voorontwerp van wet tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de mandaten van de korpschefs
8 4 Anderzijds, is een termijn van 7 jaar, voor een korpschef die goed functioneert, relatief kort om zijn beleidsplan volledig te realiseren en te optimaliseren. Twee mandaten van vijf jaar zijn dan beter. Afgezien van de vraag of het verschil in duur van het mandaat dat door het wetsvoorstel wordt ingevoerd tussen zetel en openbaar ministerie verantwoord is, zal dit voor gevolg hebben dat hun mandaten niet meer op hetzelfde moment aflopen. Dit beperkt de mogelijkheden van een uittredende korpschef van de zetel om zich kandidaat te stellen voor een vacante plaats van korpschef van het openbaar ministerie en omgekeerd. Bovendien stelt dit onderscheid een probleem voor de taalwisseling die door de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken wordt voorgeschreven voor de mandaten van korpschef in of bij het Hof van Cassatie en het hof van beroep te Brussel en die veronderstelt dat ze gelijktijdig verstrijken. Tot slot schetste de Hoge Raad in zijn advies van 2012 het juridisch kluwen dat het resultaat was van de opeenvolgende wetswijzigingen inzake de duur en hernieuwbaarheid van de mandaten van de korpschefs. De voorgestelde wijzigingen en de daarmee gepaard gaande overgangsbepalingen zullen de situatie niet vereenvoudigen *** - - -
over de bepalingen van het wetsontwerp Potpourri V met betrekking tot het lot van de korpschefs na het einde van hun mandaat
Ambtshalve advies over de bepalingen van het wetsontwerp Potpourri V met betrekking tot het lot van de korpschefs na het einde van hun mandaat Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice
Nadere informatieGERECHTELIJK WETBOEK
Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie GERECHTELIJK WETBOEK HOOFDSTUK Vquinquies De evaluatie van magistraten Afdeling I Algemene
Nadere informatieHOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE
HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE INLEIDING De HRJ heeft een drievoudige opdracht die sinds 2 augustus 2000 effectief uitgeoefend wordt: Een bepalende rol spelen in het benoemingsbeleid bij de magistratuur, op
Nadere informatieKrokusplan. Projectenplan van de Hoge Raad voor de Justitie. Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice
Krokusplan Projectenplan 2017 2020 van de Hoge Raad voor de Justitie Goedgekeurd door de Algemene Vergadering op 26 januari 2017 Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Januari 2017
Nadere informatieHOOFDSTUK Vter. <Ingevoegd bij W /47, art. 46, Inwerkingtreding : > Benoemings en aanwijzingsprocedure.
HOOFDSTUK Vter. Benoemings en aanwijzingsprocedure. Afdeling I.
Nadere informatieGerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vter. Benoemings- en aanwijzingsprocedure
Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vter Benoemings- en aanwijzingsprocedure Afdeling I Benoemingen.
Nadere informatieceit Jus la de r ueirépuls isen Co etiit Jus de voor da Hoge
Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Juni 2017 Advies Advies over het voorontwerp van wet tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten teneinde de
Nadere informatieGerechtelijk Wetboek
Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vter Benoemings- en aanwijzingsprocedure Afdeling I Benoemingen Art. 259ter.
Nadere informatieWet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten
Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,
Nadere informatieGerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vter. Benoemings- en aanwijzingsprocedure
Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vter Benoemings- en aanwijzingsprocedure Afdeling I Benoemingen Art. 259ter.
Nadere informatieHoge Raad voor de Justitie. Conseil Supérieur de la Justice
Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzake de benoemingsprocedure van magistraten (Parl. St. Kamer 2002-2003, nr. 50/2248/001)
Nadere informatieHoge Raad voor de Justitie. Conseil Supérieur de la Justice. Handleiding voor de evaluatie van magistraten
Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie Handleiding voor de evaluatie van magistraten 1 Inhoudstafel Hoofdstuk 1: Ter inleiding Hoofdstuk 2: Wettelijk kader
Nadere informatieRolnummer Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T
Rolnummer 5847 Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 347-2 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Luik. Het
Nadere informatieSTRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1
STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een
Nadere informatieNOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016)
NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) 2016-1 (27/07/2016) Potpourri IV - Wetsontwerp van 15 juli 2016 tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende
Nadere informatieOMZENDBRIEF Nr. 161 (rev. 1)
1000 Brussel, 7 november 2011 Waterloolaan, 115 Tel. : 02/ 552.25.42 Fax : 02 / 552.27.63 Federale Overheidsdienst Justitie --- Directoraat-generaal rechterlijke organisatie --- Dienst personeelszaken
Nadere informatieWETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s.
WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s.) TOELICHTING De wet van 28 maart 2000 tot invoeging van een procedure
Nadere informatieRechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen
Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen Omschrijving van het advocatenkantoor, het bedrijf, de juridische dienst of het notariskantoor: FOD Justitie. Functie Antwerpen : 4. Deze plaatsen vervangen deze
Nadere informatieGerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vquater. De gerechtelijke stage
Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vquater De gerechtelijke stage Art. 259octies. [1 1. De kandidaten die zich voor het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke
Nadere informatieGerechtelijk Wetboek
Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vquater De gerechtelijke stage Art. 259octies. 1. De Koning
Nadere informatieDe Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,
KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE
Nadere informatieNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring
DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de
Nadere informatieArtikel 7 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 31 januari 2003, wordt vervangen door wat volgt:
Uittreksel van decreet van 6 juli 2005 houdende de wijziging van diverse decreten, wat het statuut van de mandaathouders in de aan het Vlaams Parlement verbonden instellingen betreft [ ] HOOFDSTUK III
Nadere informatieHof van Cassatie van België
13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als
Nadere informatie(plaats & XX XX XXXX datum) De vrederechter van het kanton XXX
(plaats & XX XX X datum) De vrederechter van het kanton Geachte vrederechter, Betreft: voorlopig bewind Het is u bekend dat ik bij vonnis van als voorlopig bewindvoerder aangesteld werd voor De beschermde
Nadere informatieI n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r
I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(
Nadere informatieA R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.
Rolnummer 1924 Arrest nr. 81/2001 van 13 juni 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het
Nadere informatieVerslag over het bijzonder onderzoek naar de werking van de rechterlijke orde naar aanleiding van de zaal Fortis SYNTHESE
H O G E R A A D V O O R D E J U S T I T I E C O N S E I L S U P E R I E U R D E L A J U S T I C E Stephaniesquare Louizalaan - avenue Louise 65 b1 1050 Brussel - Bruxelles Tel. 02/535.16.16 - Fax 02/535.16.20
Nadere informatieAdvies van de Executive Board van het Europees Netwerk van Raden voor de. Justitie (ENRJ) over de aanvraag van de Krajowa Rada Sądownictwa uit Polen.
Advies van de Executive Board van het Europees Netwerk van Raden voor de Justitie (ENRJ) over de aanvraag van de Krajowa Rada Sądownictwa uit Polen. Het ENRJ heeft een verzoek tot samenwerking ontvangen
Nadere informatiebetreffende een belangenconflict
stuk ingediend op 1704 (2011-2012) Nr. 1 5 juli 2012 (2011-2012) Motie van de heren Joris Van Hauthem en Wim Van Dijck betreffende een belangenconflict verzendcode: IED 2 Stuk 1704 (2011-2012) Nr. 1 TOELICHTING
Nadere informatieHof van Cassatie van België
1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING
Nadere informatieTitel. Inhoudstafel Tekst Begin
J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Aanhef Inhoudstafel Franstalige versie Raad van State belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving Titel 9 MAART 2001. - Koninklijk besluit
Nadere informatieRolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T
Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten
Nadere informatieArtikel 13b, eerste lid Eveneens onder verwijzing naar het voorgaande: of 75 en onderscheidenlijk de Hoge Raad' dient te vervallen.
Excellentie, Met uw brief van 23 april 2008 hebt u ons ter consultatie toegezonden het conceptwetsvoorstel Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie. Het conceptwetsvoorstel geeft ons aanleiding
Nadere informatieMOTIE VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE EEN RAAD VOOR DE JUSTITIE, JA. MAAR OM WAT TE DOEN?
H OGE R AAD VOOR DE J USTITIE C ONSEIL S UPERIEUR DE LA J USTICE Stephaniesquare Louizalaan - avenue Louise 65 b1 1050 Brussel - Bruxelles Tel. 02/535.16.16 - Fax 02/535.16.20 MOTIE VAN DE ALGEMENE VERGADERING
Nadere informatieGECOÖRDINEERDE STATUTEN PER 8 JUNI 2018
GECOÖRDINEERDE STATUTEN PER 8 JUNI 2018 Deze statuten werden opgesteld op 15 februari 1974 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 april 1974, werden gewijzigd ingevolge een beslissing van de
Nadere informatieRolnummer 1361. Arrest nr. 83/99 van 15 juli 1999 A R R E S T
Rolnummer 1361 Arrest nr. 83/99 van 15 juli 1999 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 21, 1, tweede lid, van de wet van 18 juli 1991 tot wijziging van de voorschriften van het
Nadere informatieA R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F.
Rolnummer 5489 Arrest nr. 155/2012 van 20 december 2012 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 15 van de wet van 19 juli 2012 betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement
Nadere informatieWet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit
Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit (BS 11 juli 2007) Hoofdstuk I Algemene bepaling Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Hoofdstuk Il
Nadere informatieHof van Cassatie van België
10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.
Nadere informatie(4-606) 1. Huidige benoemingsregeling voor de referendarissen bij het Hof van Cassatie en mogelijke overstap naar de magistratuur
Wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 187bis, 191bis en 194bis Ger. W. met betrekking tot het statuut van de referendarissen bij het Hof van Cassatie (4-606) Inleiding Het wetsvoorstel tot wijziging
Nadere informatieA R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.
Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,
Nadere informatieI. Mobiliteit binnen de rechterlijke macht.
BIJLAGE BIJ HET ADVIES VAN DE ADVIESRAAD VAN DE MAGISTRATUUR GOEDGEKEURD TIJDENS DE ALGEMENE VERGADERING VAN 26 OKTOBER 2009 I. Mobiliteit binnen de rechterlijke macht. Krachtens artikel 151 4, van de
Nadere informatieHof van Cassatie van België
28 OKTOBER 2008 P.08.0706.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.08.0706.N I H T V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, ter rechtszitting bijgestaan
Nadere informatieHof van Cassatie van België
21 NOVEMBER 2007 P.07.1193.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.07.1193.F T. M., moeder van de minderjarge J.W., tegen W. R., vader van de minderjarige J.W. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het in
Nadere informatieRAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893
RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK IXe KAMER A R R E S T nr. 199.862 van 25 januari 2010 in de zaak A. 187.639/IX-5893 In zake : Dennis X. bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Karel S.
Nadere informatieSYNTHESEVERSLAG OVER DE EVALUATIE VAN DE MAGISTRATEN
1 SYNTHESEVERSLAG OVER DE EVALUATIE VAN DE MAGISTRATEN (goedgekeurd door de Algemene vergadering op 26 februari 2003) 1. De doelstellingen van de wet zijn dubbelzinnig De wet van 22 december 1998 voegde
Nadere informatieRAAD VAN STATE TITEL II. - BEVOEGDHEID VAN DE AFDELING WETGEVING
RAAD VAN STATE Art. 2 TITEL II. - BEVOEGDHEID VAN DE AFDELING WETGEVING 1. De afdeling wetgeving dient van beredeneerd advies over de tekst van alle ontwerpen of voorstellen van wet, van decreet en van
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam
Nadere informatieHof van Cassatie van België
12 SEPTEMBER 2014 C.13.0232.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0232.N SYRAL BELGIUM nv, met zetel te 9300 Aalst, Burchtstraat 10, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer V. SKOURIS, Voorzitter van het Hof van Justitie d.d.: 4 februari 2008 aan: de heer
Nadere informatieGERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI
Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI Benoemingsvoorwaarden en loopbaan van magistraten en het gerechtspersoneel
Nadere informatieDatum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994
Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 24 MEI 1994. - Wet tot oprichting van een wachtregister voor vreemdelingen die zich vluchteling verklaren of die vragen om als vluchteling te worden erkend. ALBERT ll,
Nadere informatieDe Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
1/5 Advies nr 15/2010 van 21 april 2010 Betreft: voorontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de toegangsvoorwaarden voor het publiek tot sommige lokalen van het Algemeen Rijksarchief en het
Nadere informatieAudit Parket van BERGEN Sectie verkeerszaken Afdelingen BERGEN en DOORNIK
Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Juni 2017 Audit Parket van BERGEN Sectie verkeerszaken Afdelingen BERGEN en DOORNIK Verslag goedgekeurd op 22 juin 2017 door de Verenigde advies-
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 218 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling
Nadere informatieDe Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 29 / 95 van 27 oktober 1995 ------------------------------------------- O. ref. : 10 / A / 95 / 029 BETREFT : Ontwerp van koninklijk
Nadere informatie==================================================================== Artikel 1
Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de verlening van toevoegingen in strafzaken
Nadere informatieAfsprakenkader omtrent de deelname aan extramurale activiteiten door jongeren in gemeenschapsinstellingen
Afsprakenkader omtrent de deelname aan activiteiten door jongeren in gemeenschapsinstellingen Verantwoording Het arrest Ingevolge het arrest van Grondwettelijk Hof nr. 49 van 13 maart 2008 m.b.t. het derde
Nadere informatieUitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN ENERGIE, WONEN, STEDEN EN SOCIALE ECONOMIE,
Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 47, 1, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale huisvestingsmaatschappij met betrekking tot de verhuring
Nadere informatieHof van Cassatie van België
4 SEPTEMBER 2007 P.07.0894.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.07.0894.N I. P. M. M. H., verdachte, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Pol Vandemeulebroucke, advocaat bij de balie te Antwerpen.
Nadere informatieBeslissing D L betreffende het van kracht worden van de wijziging van de luchthavengelden op de luchthaven Brussel-Nationaal.
Beslissing D-2018-02-L betreffende het van kracht worden van de wijziging van de luchthavengelden op de luchthaven Brussel-Nationaal. Kruidtuinlaan 50 bus 72 1000 Brussel www.regul.be Inhoudsopgave 1.
Nadere informatieA R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen.
Rolnummer 2540 Arrest nr. 17/2003 van 28 januari 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Het
Nadere informatieHof van Cassatie van België
12 JUNI 2008 C.07.0236.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0236.N 1. D.K.L, en, 2. K.R., eisers, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te
Nadere informatieBeslissing nr V/M 11 van 7 april 2011
Beslissing nr. 2011 - V/M 11 van 7 april 2011 Zaak MEDE-V/M-08/0021: UGC Belgium NV / Kinepolis Group NV I. Overzicht van de relevante procedurevoorgaanden 1. De procedurele voorgaanden zijn weergegeven
Nadere informatieRAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES
RVV- 509 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over het ontwerp van koninklijk besluit houdende oprichting van de bijzondere raadgevende commissie Verbruik binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en tot
Nadere informatieHof van Cassatie van België
20 JUNI 2006 P.06.0527.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0527.N 1. M. L. J. M., verdachte, met als raadsman mr. Johan Speecke, advocaat bij de balie te Kortrijk, 2. V. N. C. C., verdachte,
Nadere informatieBENELUX ~ A 2003/2/7 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF ARRET. du 24 mai En cause : TEXACO BELGIUM SA. contre COUCKY SPRL
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2003/2/7 ARRET du 24 mai 2004 En cause : TEXACO BELGIUM SA contre COUCKY SPRL Langue de la procédure : le français ARREST van 24 mei 2004 Inzake : TEXACO BELGIUM
Nadere informatieRolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T
Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,
Nadere informatieHof van Cassatie van België
8 MEI 2012 P.11.1908.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1908.N I R. L. M. P., inverdenkinggestelde. eiser, met als raadsman mr. Michaël Verstraeten, advocaat bij de balie te Gent. II M. G.
Nadere informatieMEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN
Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de modernisering van het loopbaanbeleid en de introductie van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen MEMORIE VAN TOELICHTING
Nadere informatieStandpunt van de Orde van Vlaamse Balies betreffende het deskundigenonderzoek
Standpunt van de Orde van Vlaamse Balies betreffende het deskundigenonderzoek Het deskundigenonderzoek neemt in de burgerlijke procedure een belangrijke plaats in. Hoewel de rechters niet verplicht zijn
Nadere informatieHOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen
GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling II. Echtscheiding door onderlinge toestemming. Art.
Nadere informatiePUBLIC. Brussel, 2 februari 2010 (03.02) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 5931/10 LIMITE JUR 56 INST 25 COUR 12
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 februari 2010 (03.02) (OR. fr) 5931/10 LIMITE PUBLIC JUR 56 INST 25 COUR 12 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Groep vrienden van het voorzitterschap
Nadere informatieRolnummer 4499. Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T
Rolnummer 4499 Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 14, 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals dat artikel
Nadere informatieHof van Cassatie van België
13 DECEMBER 2016 P.16.1103.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1103.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN CASSATIE, verzoeker tot vernietiging van een vonnis, eiser, inzake van M V, beklaagde.
Nadere informatieDE LARCIER WETBOEKEN. Deel I. Burgerlijk en Gerechtelijk Recht
DE LARCIER WETBOEKEN Deel I Burgerlijk en Gerechtelijk Recht Gerechtelijk Wetboek Ger. W. p. 226 GERECHTELIJK WETBOEK p. 210 Ger. W. Art. 40 volledig vervangen Art. 40. Ten aanzien van hen die in België
Nadere informatieHof van Cassatie van België
29 JANUARI 2019 P.18.0422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr P.18.0422.N A M G M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR
Nadere informatieA. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.
Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve
Nadere informatiePERSMEDEDELING VAN HET KONINKLIJK VERBOND VAN VREDE- EN POLITIERECHTERS
PERSMEDEDELING VAN HET KONINKLIJK VERBOND VAN VREDE- EN POLITIERECHTERS Aansluitend op zijn persmededeling dd. 24 november 2017, neemt de raad van bestuur van het Koninklijk Verbond van Vrede- en Politierechters
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid
Nadere informatieMinisteriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 47, 1, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale
n Vlaamse Regering ~- Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 47, 1, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale huisvestingsmaatschappij met betrekking
Nadere informatieTWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid
Nadere informatieHof van Cassatie van België
22 MEI 2012 P.11.1808.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1808.N I 1. F P M E P, beklaagde, 2. B L J M F, beklaagde, eisers, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof
Nadere informatieRolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T
Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te
Nadere informatieHof van Cassatie van België
11 JUNI 2013 P.13.0780.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest **101 **7819 Nr. P.13.0780.N B L, persoon tegen wie een Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd, eiser, met als raadsman mr. Freddy Mols,
Nadere informatieRolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T
Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.
Nadere informatieHof van Cassatie van België
4 MAART 2015 P.14.1796.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1796.F PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE LUIK, tegen A. S., Mr. Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van Cassatie. I.
Nadere informatieReglement voor de Ledenraad van Coöperatie Qurrent U.A.
Versie d.d. 11/26-11-2014 RwC/GJ/CvG ondwerk\oa\oa14\74679635.reglq3 Reglement voor de Ledenraad van Coöperatie Qurrent U.A. Begripsomschrijving Artikel 1 Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan
Nadere informatieDe boekhoudkundige ruling. Congres IEC - IAB 5 oktober 2017
De boekhoudkundige ruling Congres IEC - IAB 5 oktober 2017 1 Audio = kanaal: 1 I. De Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN) 3 De CBN - 1/3 1. De CBN is een autonome instelling met rechtspersoonlijkheid
Nadere informatieCommissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 12 februari 2018 ADVIES 2018-8 met betrekking tot de toegang informatie die in een databank aanwezig
Nadere informatieREGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Beslissing BESLISSING-2009I2I8-06 Tot afsluiting van de administratieve sanctieprocedure gericht tegen Lampiris S.A. Toepassing van
Nadere informatieRolnummer 618. Arrest nr. 65/94 van 14 juli 1994 A R R E S T
Rolnummer 618 Arrest nr. 65/94 van 14 juli 1994 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 335, 3, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de rechtbank van eerste aanleg
Nadere informatieHof van Cassatie van België
5 NOVEMBER 2013 P.12.1784.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1784.N R A C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Henry Van Burm, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
Nadere informatieHof van Cassatie van België
24 FEBRUARI 2012 C.11.0463.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0463.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. C. G., 2. F.S.,
Nadere informatieHoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice. Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg.
Parketjurist Een enthousiast beginnend jurist met een analytisch en synthetisch denkvermogen en goede redactionele capaciteiten. Hij/zij werkt resultaatgericht, zowel zelfstandig als in team, en heeft
Nadere informatieA R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 285bis, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Raad van State.
Rolnummer 3054 Arrest nr. 106/2005 van 15 juni 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 285bis, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Raad van State. Het
Nadere informatieHof van Cassatie van België
2 JUNI 2015 P.15.0224.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0224.N L S P V H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1. L F, burgerlijke
Nadere informatiegeraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),
P5_TA(2002)0430 Europees netwerk voor justitiële opleiding * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van de Franse Republiek met het oog op de aanneming van het besluit van de
Nadere informatieGERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI
Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI Benoemingsvoorwaarden en loopbaan van magistraten en het gerechtspersoneel
Nadere informatie