JAARVERSLAG Hoge Raad voor de Justitie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "JAARVERSLAG Hoge Raad voor de Justitie"

Transcriptie

1 JAARVERSLAG 2013 Hoge Raad voor de Justitie

2

3 1 INHOUD Inleiding... 3 HRJ in het kort... 4 Beleid... 5 Enkele projecten... 6 Loopbaan... 9 Examens Vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage Examen inzake beroepsbekwaamheid Mondelinge evaluatie-examen Beleid, tendensen en evoluties Benoemingen en aanwijzingen Inleiding Kerncijfers Tendensen en evoluties Beleid en aanbevelingen Vorming Advies Controle Klachten Welke klachten behandelt de HRJ? Procedure Klachten in Gegronde klachten in Enkele beslissingen genomen in Audits en bijzondere onderzoeken Communicatie Internationaal Leden en personeel Personeel... 57

4 2 Leden Begroting Dubbele boekhouding Interne en externe controle Uitgaven... 60

5 Inleiding 3 INLEIDING Overeenkomstig artikel 151 van de Grondwet en hoofdstuk Vbis van het Gerechtelijk Wetboek heeft de Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) in 2013 doorlopend activiteiten vervuld op het vlak van: Aanwerving, selectie en benoeming van de leden van de rechterlijke orde; Behandeling van klachten over de werking van de rechterlijke organisatie; Verstrekken van adviezen aan de minister van Justitie, de regering en het parlement over de werking van de rechterlijke organisatie; Doorlichting en bijzonder onderzoek van de werking van de rechterlijke organisatie. Op het vlak van beleid heeft de Hoge Raad in 2013 gewerkt aan de uitvoering van zijn meerjarenplan Over deze activiteiten wordt gerapporteerd in dit verslag. In het bijzonder werd aandacht besteed aan de hervorming van de rechterlijke organisatie Er werd over gewaakt dat de hervormingen een voor de burger meer kwalitatieve en meer efficiënte justitie mogelijk maken; Adviezen werden verleend over de hervormingsvoorstellen van de regering; Nadat het Parlement de hervorming zal gestemd hebben zal de Hoge Raad voorstellen formuleren om de opdracht van externe controle van de Raad te versterken ten bate van de verbetering van de werkprocessen, van een modern personeelsbeleid en van een adequate reactie op disfuncties.

6 4 Inleiding HRJ IN HET KORT De Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) ijvert sinds 2000 voor een betere werking van de rechterlijke orde in België. Hij doet dat op drie manieren. Loopbaan: De HRJ organiseert de examens voor de magistratuur en draagt magistraten voor ter benoeming door de minister van Justitie. Controle: De HRJ voert externe controle uit op de werking van de rechterlijke orde, via audits, bijzondere onderzoeken en de behandeling van klachten over de werking. Advies: De HRJ neemt initiatieven en geeft adviezen ter verbetering van de werking van justitie, ten behoeve van de burger. De Hoge Raad voor de Justitie telt 44 leden die een mandaat van vier jaar uitoefenen. Om de vier jaar worden 22 magistraten verkozen door de voltallige Belgische magistratuur en worden 22 niet-magistraten aangeduid door de Senaat. Hiervoor is een meerderheid van tweederde van de stemmen nodig. De HRJ is dus een gemengde instelling. Aan het eind van hun mandaat van vier jaar kunnen de leden zich één keer herverkiesbaar stellen. In september 2012 is het vierde mandaat ( ) van start gegaan. Onafhankelijk De leden hoeven geen verantwoording af te leggen aan een externe instantie, wel aan de eigen Algemene Vergadering van de Hoge Raad, onder meer in verband met een strikt na te leven deontologie.

7 Beleid 5 BELEID De Hoge Raad voor de Justitie heeft in 2003 beslist zijn beleid voor het volgende decennium in een managementplan vast te leggen. Dit plan omvat volgende strategische doelen: de selectie en loopbaan van de magistraten optimaliseren; voorwaarden scheppen voor een beter management in de rechterlijke orde; de toezichtsbevoegdheid van de Hoge Raad professionaliseren; de adviesverlening optimaliseren; een externe samenwerkingscultuur bevorderen; een communicatiebeleid ontwikkelen; de interne werking van de Hoge Raad optimaliseren. Bij het begin van ieder mandaat (4 jaar) worden een aantal van deze doelen vertaald in projecten die opgenomen worden in een meerjarenplan. Dit plan wordt uitgevoerd gedurende het mandaat. De projecten hebben tot doel bij te dragen tot de realisatie van de voormelde strategische doelen.

8 6 Beleid Het meerjarenplan , dat op 12 december 2012 werd goedgekeurd, groepeert in drie programma s een geheel van activiteiten die het uiteindelijke doel hebben de dienstverlening van justitie aan de burger te verbeteren en zijn vertrouwen in justitie te versterken: 1. Programma De relatie tussen de burger/de maatschappij en justitie verbeteren 2. Programma Verbetering werking rechterlijke organisatie 3. Programma Verbetering dienstverlening Hoge Raad voor de Justitie De twee eerste programma s zijn extern gericht, enerzijds op de relatie burger-justitie en anderzijds op de rechterlijke organisatie. Het derde programma is intern gericht. ENKELE PROJECTEN Project Hertekenen rechterlijke organisatie In 2013 stond de hervorming van de rechterlijke organisatie centraal. Deze hervorming was een belangrijk hoofdstuk van het regeerakkoord van premier Di Rupo. De Hoge Raad voor de Justitie heeft als wettelijke opdracht advies te verlenen over de hervormingsvoorstellen. Voor de HRJ moet deze hervorming leiden tot een verbetering van de werking van Justitie en de dienstverlening aan de rechtszoekende. Met dit doel voor ogen heeft de Hoge Raad in 2013 volgende adviezen verstrekt: a) Tijdens de voorbereidende werkzaamheden betreffende de wet van 1 december 2013: de Hoge Raad verleende op 27 februari 2013 een advies over de voorontwerpen van wet over de hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en over de mobiliteit van de leden van de rechterlijke orde (zoals ze op 14 januari 2013 aan de Hoge Raad werden meegedeeld). De twee voorontwerpen werden voor parlementaire behandeling samengevoegd. Tijdens de bespreking van dit wetsontwerp in de Commissie Justitie van de Kamer werd op 18 juni 2013 de voorzitter van de HRJ gehoord. Met betrekking tot de inwerkingtreding werd door de HRJ 1 september 2014 aanbevolen i.p.v. de in de wet voorziene datum van 1 april b) Tijdens de voorbereidende werkzaamheden betreffende de wet van 18 februari 2014: op 1 juli 2013 verleende de Hoge Raad een advies over het voorontwerp van wet betreffende de invoering van een verzelfstandigd beheer voor de rechterlijke organisatie. Het wetsontwerp werd ingediend in de Kamer op 14 oktober 2013 en stond op de agenda van de Commissie Justitie van de Kamer van 5 november Op 8 november 2013 verleende de Hoge Raad een kort bijkomend advies over het wetsontwerp.

9 Beleid 7 Project Interne controlesysteem rechterlijke organisatie Hoofddoelstelling van dit project is het stimuleren van het management van een rechtbank of parket om de beheersing van de risico s bij de uitvoering van de management- en operationele activiteiten binnen de organisatie te verbeteren. In 2013 werd beslist de korpschefs kennis te laten maken met «interne controle» (IC) ten einde het gebruik ervan te stimuleren. Dit zal gebeuren aan de hand van workshops in control self assessment. Zo kan de interne organisatie verbeteren en zal de HRJ beter audits kunnen uitvoeren (die de IC in beeld brengt) en aanbevelingen doen voor de verbetering ervan. De resultaten van een audit betreffende het gebruik van beleidsplannen bij de rechtbanken van eerste aanleg wijzen duidelijk op de noodzaak om deze workshops aan te bieden. Project: Evaluatie en optimalisatie van de selectieprocedure Doel van het project is de werving van kandidaat-magistraten (vóór de benoeming) te evalueren en te optimaliseren. In het kader van de examensessie werden de examenprogramma s voor het examen inzake beroepsbekwaamheid en voor het toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage hervormd. De belangrijkste vernieuwingen zijn: 1. Het schriftelijk deel omvat het oplossen van een casus, aan de hand van een stukkenbundel of een feitenrelaas, in de door de kandidaat gekozen materie. Deze proef peilt naar de juridische kennis, het analyse-, het denk- en het redactievermogen en het vermogen om de gekozen oplossing te verantwoorden. 2. Psychologische proeven, in het bijzonder cognitief-analytische tests en persoonlijkheidsvragenlijsten, worden afgenomen. Deze zijn niet eliminerend. 3. In het mondeling deel wordt naast een verdere bespreking van de eerste proef van het schriftelijk deel ook gepeild naar de competenties die van belang zijn voor het vervullen van de functie van magistraat. Project De interne en externe communicatie van de HRJ versterken In uitvoering van zijn communicatieplan uit 2012 wil de Hoge Raad met dit project onder meer zorgen voor transparante communicatie naar buiten toe (burgers, media, magistratuur, advocatuur, minister/ FOD Justitie, parlement, etc ). In 2013 heeft de Hoge Raad een reglement uitgewerkt en goedgekeurd inzake de communicatie van verslagen van audits en bijzondere onderzoeken. Verder onthouden we uit 2013 vooral de modernisering van de website, de nieuwsbrief en het HRJ-jaarverslag. De HRJ heeft voor het eerst in 2013 een volledig vernieuwd jaarverslag uitgebracht: begrijpelijk, overzichtelijk en visueel aantrekkelijk.

10 8 Beleid Project Deontologische code leden HRJ De Hoge Raad wil het vertrouwen in de objectiviteit en de onafhankelijkheid van de HRJ vergroten door deontologische regels op te stellen en bekend te maken. In 2013 werd hieraan gewerkt binnen de deontologische cel en de verschillende commissies van de Hoge Raad. In 2014 wordt dit project afgerond.

11 Loopbaan 9 LOOPBAAN In België kan toegang tot de magistratuur enkel worden verkregen door te slagen voor een examen. Er zijn drie soorten examens: het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage, het examen inzake beroepsbekwaamheid en het mondelinge evaluatie-examen. Deze examens worden ingericht door de Hoge Raad voor de Justitie. Wie voor een magistratenexamen geslaagd is en desgevallend de stage doorlopen heeft, wordt niet automatisch magistraat. Om te beginnen blijft het wel degelijk wachten op een vacature. Eens die in het Belgisch Staatsblad verschenen is, heb je een maand tijd om je kandidaat te stellen. De Hoge Raad voor de Justitie moet de meest geschikte kandidaat voordragen voor een benoeming in een vacature van magistraat of een aanwijzing in een mandaat van korpschef Deelnemers examens Kerncijfers Voordrachten Verenigde commissie NL commissie FR commissie Totaal Vacante plaatsen Zoals in alle sectoren van de samenleving staat het belang van een goede (bij)scholing voor magistraten buiten kijf. De Hoge Raad voor de Justitie schrijft de algemene richtlijnen voor de gerechtelijke stage en de permanente opleiding van de magistraten. De opleiding wordt verzorgd door het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding.

12 10 Loopbaan EXAMENS VERGELIJKEND TOELATINGSEXAMEN TOT DE GERECHTELIJKE STAGE Het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage is bedoeld voor jonge juristen met weinig beroepservaring (minimum 1 jaar juridische ervaring) die snel een loopbaan als magistraat willen beginnen. Dit is een onrechtstreekse toegangspoort tot de magistratuur omdat de geslaagden van dit examen eerst nog een stage moeten doorlopen, alvorens ze kunnen solliciteren voor een vacante post. Aan het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage namen tijdens het gerechtelijk jaar (oproep tot kandidaatstelling in het Belgisch Staatsblad van 30 september 2013 bekendgemaakt) 222 Nederlandstalige kandidaten, 197 Franstalige kandidaten en 1 Duitstalige kandidaat deel. 29 Nederlandstalige kandidaten (of 13,0%) en 25 (of 12,5%) Franstalige kandidaten zijn geslaagd. Met het oog op een indiensttreding op 1 oktober 2014 werden er 26 plaatsen van Nederlandstalige gerechtelijke stagiairs en 22 plaatsen van Franstalige stagiairs opengesteld. DEELNEMERS Aantal 420 Man 25% Vrouw 75% Gem. leeftijd 31 jaar Balie-ervaring 73% PROFIEL GESLAAGDEN Aantal 54 Man 24% Vrouw 76% Gem. leeftijd 31 jaar Balie-ervaring 70% EXAMEN INZAKE BEROEPSBEKWAAMHEID Het examen inzake beroepsbekwaamheid kan worden beschouwd als een rechtstreekse toegangsmogelijkheid tot de magistratuur. Dit examen is bedoeld voor ervaren juristen. Hoewel de enige voorwaarde voor de inschrijving voor het examen bestaat in het bezitten van een licentie/master in de rechten, moeten geslaagden voor dit examen een beroepservaring van ten minste vijf jaar doen gelden om nuttig te kunnen solliciteren voor een plaats bij het parket, en tien jaar voor een plaats bij de zetel.

13 Loopbaan 11 Een geslaagd examen levert een getuigschrift van beroepsbekwaamheid op, dat zeven jaar geldig is te rekenen vanaf de datum van het proces-verbaal van het examen. Gedurende het gerechtelijk jaar werd een tweede zittijd van het examen inzake beroepsbekwaamheid georganiseerd. In dit verband moet worden vermeld dat het koninklijk besluit van 17 maart het koninklijk besluit van 21 september 2000 heeft gewijzigd tot vaststelling van de wijze en de voorwaarden voor de organisatie van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend examen voor toelating tot de gerechtelijke stage, teneinde de Hoge Raad voor de Justitie de mogelijkheid te bieden om jaarlijks meerdere examens te organiseren. Op basis hiervan, en in de context van de hervorming van het gerechtelijk landschap 2 heeft de Hoge Raad beslist om een tweede examen inzake beroepsbekwaamheid te organiseren aan het einde van het eerste semester van Het programma van dit tweede examen inzake beroepsbekwaamheid werd bekrachtigd door het ministerieel besluit van 24 april 2013 en in het Belgisch Staatsblad van 26 april 2013 bekendgemaakt (zie onder). Aan de tweede zittijd van het examen inzake beroepsbekwaamheid namen 200 Nederlandstalige kandidaten en 279 Franstalige kandidaten deel. 27 Nederlandstalige kandidaten (of 14%) en 28 (10%) Franstalige kandidaten zijn geslaagd. Ook gedurende het gerechtelijk jaar werd een examen inzake beroepsbekwaamheid georganiseerd. Dit examen zal worden opgenomen in het jaarverslag DEELNEMERS (2 de zittijd) Aantal 479 Man 32% Vrouw 68% Gem. Leeftijd 36 jaar Balie-ervaring 75% PROFIEL GESLAAGDEN (2 de zittijd) Aantal 55 Man 35% Vrouw 65% Gem. Leeftijd 36 jaar Balie-ervaring 80% 1 In het Belgisch Staatsblad van 27 maart 2013 bekendgemaakt. 2 Meer bepaald de splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde.

14 12 Loopbaan MONDELINGE EVALUATIE-EXAMEN Het mondelinge evaluatie-examen, dat gewoonlijk de derde toegangsweg wordt genoemd, is bedoeld voor ervaren advocaten. Om te kunnen deelnemen moet je advocaat zijn en minstens 20 jaar balie-ervaring hebben of minstens 15 jaar balie-ervaring hebben en minstens vijf jaar een functie hebben bekleed die een gedegen kennis van het recht vereist. Het mondelinge evaluatie-examen wordt tweemaal per jaar georganiseerd. De geslaagden kunnen zich, gedurende drie jaar te rekenen vanaf de datum van de afgifte van hun machtiging, kandidaat stellen voor een vacante betrekking als magistraat. Het aantal personen dat via deze weg tot de magistratuur kan toetreden, is per rechtsgebied beperkt tot 12%, naar gelang van het geval, van het totaal aantal vrederechters en rechters in de politierechtbank van het rechtsgebied van het hof van beroep (art. 187ter van het Gerechtelijk Wetboek), of van het totaal aantal rechters bij de rechtbanken van eerste aanleg, de rechtbanken van koophandel en de arbeidsrechtbanken gelegen in het rechtsgebied van het hof van beroep of van het arbeidshof (art. 191ter van het Gerechtelijk Wetboek). Aantal deelnemers aan het mondelinge evaluatie-examen in 2013: 12 Nederlandstalige kandidaten en 13 Franstalige kandidaten. Aantal geslaagden: 5 Nederlandstalige kandidaten (hetzij een slaagpercentage van 38%) en 5 Franstalige kandidaten (hetzij een slaagpercentage van 38%). DEELNEMERS Aantal 25 Man 60% Vrouw 40% Gem. leeftijd 48 jaar Balie-ervaring 23,5 jaren PROFIEL GESLAAGDEN Aantal 10 Man 60% Vrouw 40% Gem. leeftijd 51 jaar Balie-ervaring 22 jaren

15 Loopbaan 13 BELEID, TENDENSEN EN EVOLUTIES Examenbeleid Het programma van het examen inzake beroepsbekwaamheid (tweede zittijd ) werd bekrachtigd bij een ministerieel besluit van 24 april 2013, dat op 26 april 2013 in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd. De programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage voor het gerechtelijk jaar werden bekrachtigd bij ministerieel besluit van 26 september 2013, dat op 30 september 2013 in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd. In verband met die programma s benadrukken we met prioriteit de volgende punten: De benoemingscommissies hebben, na het doorvoeren van een uitgebreide evaluatie, diverse besprekingen en grondig overleg, besloten het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage en het examen inzake beroepsbekwaamheid voortaan op een nieuwe leest te schoeien en hierbij meer de nadruk te leggen op het kunnen van een kandidaat-magistraat, eerder dan op het kennen. Met de nieuwe examenvorm wordt onder meer gepeild naar het juridisch denkvermogen van de kandidaten, naar hun vermogen om een casus te analyseren en, rekening houdend met alle elementen die eigen zijn aan dit praktijkgeval, een (juridisch) correcte oplossing naar voren te schuiven die tevens een maatschappelijk effectieve oplossing is. Van de kandidaten wordt verwacht dat zij bij het formuleren van de (juridische) oplossing optimaal rekening houden met de specifieke en breed-maatschappelijke context die de casus kenmerkt. De beide examens bestaan voortaan uit twee onderdelen, een schriftelijke proef en een mondelinge proef. De psychologische testen, die aanvankelijk een proefproject waren, werden behouden in het kader van de examens inzake beroepsbekwaamheid in en werden uitgebreid tot het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage van de zittijd Deze testen kunnen een cognitief-analytische test en/of een persoonlijkheidsvragenlijst omvatten. Toch werd er een zekere soepelheid in de examenprogramma s gelaten zodat elke commissie kan beslissen of ze deze test al dan niet organiseert, of op welk moment ze deze inlast (bij de eerste schriftelijke proef of bij de tweede schriftelijke proef). Met dit project neemt de Hoge Raad voor de Justitie een voorbeeld aan de normen inzake selectieprocedures en -methoden die voor een hele brede waaier functies gehanteerd worden. Zoals voorgaande jaren zijn die testen niet eliminerend, maar dienen zij enkel om de commissie in te lichten over bepaalde competenties van de kandidaten ten aanzien van de competenties die van een magistraat mogen worden verwacht (autonomie, beslissingsbekwaamheid, stressbestendigheid enz.) en zo het onderhoud tijdens het mondelinge examengedeelte voor te bereiden.

16 14 Loopbaan Sensibiliseren en informeren De Hoge Raad voor de Justitie was opnieuw present op de jobinfobeurzen die de universiteiten voor de studenten rechten organiseren. Op die jobinfobeurzen kregen de aanwezigen informatie over de examens die de HRJ organiseert en over de loopbaanmogelijkheden binnen de magistratuur. Zo kan er bij potentiële kandidaten die anders misschien moeilijk kunnen worden bereikt, gericht en prospectief de interesse voor een loopbaan in de magistratuur worden gewekt. Burgers bewust maken van hun mogelijke toekomst binnen de magistratuur, is een investering die behouden moet blijven. Een opvallende vaststelling bij de laatstejaarsstudenten is hun stijgende belangstelling voor een loopbaan als parketmagistraat. Deels om tegemoet te komen aan het tekort aan kandidaten voor de vacatures bij de parketten, heeft de HRJ de informatie die ze op deze jobinfobeurzen verspreidt, aangepast. Net zoals de voorgaande jaren hebben de benoemingscommissies algemene infosessies georganiseerd voor de kandidaten die voor de examens zijn ingeschreven. Daarin werd vooral toelichting verschaft over de examenprogramma s, de concrete modaliteiten van de examens en over de verwachtingen van de jury s. Opdat de kandidaten zich optimaal zouden kunnen voorbereiden, zijn er diverse documenten op de website van de HRJ gezet zoals de powerpointpresentaties van de infosessies of een tijdsplanning van de examens zodat (potentiële) kandidaten ruimschoots op voorhand kunnen inschatten op welke tijdstippen zij zich dienen vrij te maken voor de diverse proeven.

17 Loopbaan 15 Tendensen en evoluties Wat het aantal inschrijvingen voor de examens betreft hebben we een vermindering waargenomen van het aantal inschrijvingen voor het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage (460 inschrijvingen ten opzichte van 590 voor de zittijd ). Het aantal inschrijvingen voor de tweede zittijd van het examen inzake beroepsbekwaamheid is relatief stabiel gebleven in verhouding tot de eerste zittijd (522 voor de tweede periode tegenover 497 voor de eerste periode). Evolutie inschrijvingen toegang tot de magistratuur Vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage Examen inzake beroepsbekwaamheid De meeste kandidaten komen van de balie, zowel voor het toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage (73%) als voor het examen inzake beroepsbekwaamheid (75%). Die cijfers zijn nog meer uitgesproken bij de geslaagden (respectievelijk 70% advocaten bij het toelatingsexamen en 80% voor het examen inzake beroepsbekwaamheid). De meeste deelnemers aan de examens zijn vrouwen (75% vrouwen tegenover 25% mannen voor het toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage en 68% vrouwen tegenover 32% mannen voor het examen inzake beroepsbekwaamheid). Bij het aantal geslaagden kunnen min of meer dezelfde verhoudingen worden vastgesteld: we zien 76% vrouwen

18 16 Loopbaan en 24% mannen geslaagd voor het toelatingsexamen en 65% vrouwen en 35% mannen geslaagd voor het examen inzake beroepsbekwaamheid. Die tendens zien we ook op Europees niveau. Voor wat het mondelinge evaluatie-examen (3 de weg) betreft werd een tegenovergestelde evolutie vastgesteld: het aantal geslaagde mannen ligt hier hoger (60%) dan het aantal geslaagde vrouwen (40%). BENOEMINGEN EN AANWIJZINGEN INLEIDING De benoemings- en aanwijzingscommissies van de HRJ dragen de magistraten voor die benoemd of aangewezen (in het geval van korpschefs) worden door de minister van Justitie. Na de dossiers te hebben onderzocht en de kandidaten te hebben gehoord, kan de commissie: ofwel een kandidaat voordragen, omdat zij bij tweederde meerderheid van haar leden van oordeel is dat hij de voor de functie vereiste kwaliteiten en competenties bezit; ofwel geen enkele kandidaat voordragen (in welk geval de vacante plaats door de Federale Overheidsdienst Justitie automatisch opnieuw wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad). De voordracht wordt meegedeeld aan de minister van Justitie. Vervolgens kan de Koning: ofwel de keuze van de commissie bekrachtigen door de kandidaat te benoemen; ofwel deze voordracht weigeren en zijn beslissing met redenen omkleden (in welk geval het dossier opnieuw wordt bezorgd aan de commissie, die een nieuwe beslissing moet nemen); ofwel de beslissing niet nemen binnen de voorgeschreven termijn van 60 dagen na de ontvangst van het proces-verbaal van voordracht; in dat geval beschikt de commissie over een termijn van 15 dagen om een aanmaning aan de Koning te betekenen; wanneer de Koning binnen 15 dagen na de betekening geen beslissing treft, staat zijn weigering gelijk met een afwijzende beslissing waartegen beroep kan worden aangetekend bij de Raad van State, en de vacature wordt dan opnieuw bekendgemaakt. Voordrachten worden slechts uitzonderlijk geweigerd (zie onder).

19 Loopbaan 17 Aantal voordrachten (CND + BAC + VBAC) ** Aantal benoemingen of aanwijzingen (CND + BAC + VBAC) ** Weigeringen (CND + BAC + VBAC) ** ** CND: Franstalige Benoemings- en aanwijzingscommissie (commission de nomination et de désignation) BAC: Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie VBAC: Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie KERNCIJFERS De Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie (BAC) De Benoemings- en aanwijzingscommissie heeft de dossiers van 489 kandidaten voor 141 vacant verklaarde plaatsen onderzocht, en heeft 132 voordrachten gedaan. Voor 2013 resulteerden 132 voordrachten in een effectieve benoeming of aanwijzing. Hoeveel kandidaten voor hoeveel plaatsen in 2013? vacante plaatsen aantal kandidaten

20 18 Loopbaan Voorgedragen als magistraat mannen vrouwen Voor 9 vacante plaatsen heeft de BAC geen enkele kandidaat voorgedragen. Verschillende redenen kunnen worden aangevoerd voor deze beslissingen: 58% 42% 61% 39% Alle kandidaten werden reeds voor een andere vacante plaats voorgedragen, werden zeer recent op een andere plaats benoemd of hadden hun kandidatuur ingetrokken (7 gevallen); zetel parket De kandidaten werden door de commissie onvoldoende bekwaam en geschikt geacht om in aanmerking te komen voor een voordracht (2 gevallen). Geen enkele voordracht werd geweigerd door de Koning (lees: de Minister van Justitie). 489 KANDIDATEN Mannen 48% Vrouwen 52% Beroepservaring: 46% magistraat, 33% advocaat, 14% gerechtelijk stagiair of 7% andere (notaris, bedrijfsjurist, parketjurist, referendaris ) 132 VOORGEDRAGEN KANDIDATEN Mannen 48% Vrouwen 52% Beroepservaring: 41% magistraat, 38% advocaat, 14% gerechtelijk stagiair of 7% andere (notaris, bedrijfsjurist, parketjurist, referendaris )

21 Loopbaan 19 De Franstalige Benoemings- en aanwijzingscommissie (CND) De Benoemings- en aanwijzingscommissie heeft de dossiers van 947 kandidaten voor 171 vacant verklaarde plaatsen onderzocht (sommige plaatsen werden meermaals vacant gesteld), en heeft 142 voordrachten gedaan. Daarvan resulteerden er 142 in een effectieve benoeming of aanwijzing. Van de in 2013 gedane voordrachten werden er twee geweigerd. Hoeveel kandidaten voor hoeveel plaatsen in 2013? vacante plaatsen aantal kandidaten Voor 25 vacante plaatsen heeft de CND geen enkele kandidaat voorgedragen. Daar zijn verscheidene redenen voor: 1. De kandidaten waren al voorgedragen voor een andere vacante plaats (14 gevallen). Wanneer een Voorgedragen als magistraat kandidaat die voor verscheidene vacante plaatsen postuleert, reeds werd voorgedragen (maar nog niet werd benoemd), heeft de commissie de gewoonte om hem niet voor te dragen voor een mannen 70% vrouwen 67% andere vacante plaats, omwille van de coherentie in haar voordrachtbeleid. Het zou immers weinig zin hebben om een kandidaat voor te dragen die kort daarna waarschijnlijk benoemd zal worden. 2. De kandidaten voor de functie beschikten niet over het vereiste profiel voor de vacante betrekking (7 gevallen). 30% zetel 33% parket 3. De (enige) kandidaat voor de functie had zijn kandidatuur ingetrokken (4 gevallen). 947 KANDIDATEN Mannen 31% Vrouwen 69% Beroepservaring: 39% magistraat, 27% advocaat, 9% gerechtelijk stagiair of 25% andere (notaris, bedrijfsjurist, parketjurist, referendaris ) 142 VOORGEDRAGEN KANDIDATEN Mannen 37% Vrouwen 63% Beroepservaring: 43% magistraat, 35% advocaat, 8% gerechtelijk stagiair of 13% andere (notaris, bedrijfsjurist, parketjurist, referendaris )

22 20 Loopbaan Twee voordrachten werden geweigerd door de Koning (lees: de minister van Justitie); weigering van de voordracht van kandidaten voor twee vacante plaatsen van rechter bij de rechtbank van eerste aanleg te Charleroi: de minister van Justitie meende dat de vergelijkingsgegevens grotendeels gebaseerd zijn op foutieve gegevens en dat hierdoor niet meer pertinent kan worden bepaald welke kandidaat het beste profiel voor de te voorziene betrekking voorlegt. Nadat de dossiers opnieuw werden bekeken en er nieuw overleg heeft plaatsgehad, heeft de commissie beslist om dezelfde twee kandidaten voor te dragen en heeft zij haar motivering gewijzigd. De kandidaten werden vervolgens door de Koning benoemd. De Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie (VBAC) De Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie (VBAC) bestaat uit de 14 Franstalige leden van de CND en de 14 Nederlandstalige leden van de BAC; ze volgt de pariteit magistraten/nietmagistraten. Ze is bevoegd om de programma s vast te leggen van het examen inzake beroepsbekwaamheid, van het toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage en van het mondelinge evaluatie-examen, maar ook om de algemene richtlijnen voor de vorming van de magistraten en de gerechtelijke stage voor te bereiden. De VBAC is ook bevoegd om kandidaten voor te dragen voor een benoeming in het gerechtelijk arrondissement Brussel, wanneer de wet vereist dat de kandidaat wettelijk tweetalig is, en voor de vacante plaatsen bij het federaal parket. Sinds 12 september 2012 wordt de VBAC voor een periode van twee jaar voorgezeten door de voorzitter van de Franstalige commissie. In 2013 is de VBAC 9 keer samengekomen, waarvan negen maal voor benoemingsdossiers, en ze heeft de dossiers van 28 kandidaten onderzocht, voor 17 vacante plaatsen. Ze heeft 14 kandidaten voorgedragen. Geen enkele voordracht werd geweigerd. Voor 3 vacante plaatsen heeft de VBAC geen enkele kandidaat voorgedragen.

23 Loopbaan 21 Voordrachten in 2013 (CND, BAC en VBAC) (*) De vacatures die in het Belgisch Staatsblad zijn bekendgemaakt en geen kandidatuur hebben ontvangen, zijn niet in de onderstaande tabel opgenomen. Deze vacatures worden automatisch opnieuw door de FOD Justitie bekendgemaakt. Type vacatures Aantal vacante plaatsen (*) Aantal kandidaten Aantal kandidaten dat werd gehoord Aantal voordrachten Aantal weigeringen Aantal benoemingen en aanwijzingen Rechter Rechtbank van 1e aanleg Fiscaal rechter Rechtbank van 1e aanleg Rechter Rechtbank van koophandel Rechter Arbeidsrechtbank Toegevoegd rechter bij het hof van beroep Toegevoegd rechter voor het rechtsgebied van het hof van arbeidshof Voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg Voorzitter van de rechtbank van koophandel Voorzitter van de arbeidsrechtbank Vrederechter Rechter Politierechtbank Substituut-procureur des Konings Substituut - procureur des Konings gespecialiseerd in fiscale aangelegenheden Substituut - arbeidsauditeur Toegevoegd substituut - procureur des Konings bij het hof van beroep Toegevoegd substituutarbeidsauditeur Procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg Arbeidsauditeur bij de arbeidsrechtbank

24 22 Loopbaan Type vacatures Aantal vacante plaatsen (*) Aantal kandidaten Aantal kandidaten dat werd gehoord Aantal voordrachten Aantal weigeringen Aantal benoemingen en aanwijzingen Plaatsvervangend rechter in de rechtbank van 1e aanleg Plaatsvervangend rechter in de rechtbank van koophandel Plaatsvervangend rechter in de arbeidsrechtbank Plaatsvervangend rechter in de politierechtbank Plaatsvervangend vrederechter Raadsheer in het hof van beroep Plaatsvervangend raadsheer in het hof van beroep Raadsheer in het arbeidshof Raadsheer in het Hof van Cassatie Substituut - procureurgeneraal Substituut-generaal bij het arbeidshof Eerste-Voorzitter Hof van cassatie Eerste Voorzitter van het hof van beroep Advocaat-generaal in het Hof van cassatie Procureur- generaal Hof van cassatie Eerste Voorzitter van het arbeidshof Eerste Voorzitter Arbeidshof Federaal magistraat bij het federaal parket Federaal procureur Totaal

25 Loopbaan 23 TENDENSEN en EVOLUTIES De magistraat van de zetel Vacatures Over het algemeen stelt zich geen probleem met betrekking tot het aantal kandidaten die voor een effectieve plaats binnen de zittende magistratuur solliciteren. Tot nu toe worden voor elke vacature voldoende kandidaturen ingediend. We melden alleen enkele moeilijkheden om een aantal plaatsen van tweetalige vrederechters te vervullen bij het gerechtelijk arrondissement van Brussel. Die vacatures moesten meermaals worden bekendgemaakt. Enkele plaatsen van plaatsvervangende rechters en plaatsvervangende raadsheren werden overigens niet vervuld door een gebrek aan een voldoende aantal kandidaten. Zoals voorgaande jaren dient het groter aantal vrouwelijke kandidaturen dan mannelijke kandidaturen te worden aangestipt, met name 62% vrouwen ten opzichte van 38% mannen. Dit gegeven moet worden gekoppeld aan het aantal deelnemers aan het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage en aan het examen inzake beroepsbekwaamheid, waaraan telkens een groter aantal vrouwen dan mannen heeft deelgenomen. De voorgedragen kandidaten zijn afkomstig uit verschillende beroepsmilieus: 58% is al magistraat, 25% is afkomstig van de balie, 8% was gerechtelijke stagiair en 9% bekleedde andere juridische functies (bijv. jurist in de overheidssector of in de privésector, parketjurist, referendaris ). gerechtelijk stagiair 8% andere 9% advocaat 25% magistraat 58% vrouwen 62% mannen 38%

26 24 Loopbaan De parketmagistraat Vacatures Het probleem van het tekort aan kandidaten voor sommige vacatures, zowel eentalig als tweetalig, in de parketten bestaat nog, ook al neemt het geleidelijk af. De commissies werden opnieuw geconfronteerd met een aantal in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakte vacatures waarvoor geen enkele kandidatuur werd ingediend. Deze plaatsen werden bijgevolg door de FOD Justitie opnieuw in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. Het betreft in hoofdzaak plaatsen van substituut-procureur des Konings (eentalig of tweetalig), van fiscale substituut en van substituut-arbeidsauditeur. Deze problematiek heeft altijd bestaan voor wat het parket van Brussel betreft en was een bijzonder aandachtspunt in het kader van de splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle- Vilvoorde. Door de organisatie van een tweede zittijd van het examen inzake beroepsbekwaamheid in mei/juni 2013 kon de situatie gunstig evolueren want een aantal geslaagden hebben zich kandidaat gesteld als substituut bij de parketten van Brussel en van Halle-Vilvoorde. De benoemings- en aanwijzingscommissies blijven echter overtuigd van de noodzaak om het huidige imago van de parketten ten aanzien van de kandidaat-magistraten te verbeteren, waarbij de nadruk dient te worden gelegd op het belang, de verantwoordelijkheid en het dynamische karakter van de functie van een parketmagistraat. Het aantal vrouwelijke (51%) en mannelijke (49%) kandidaturen voor het parket was nagenoeg gelijk. De voorgedragen kandidaten voor de parketten komen vanuit verschillende professionele achtergronden: 35% was reeds magistraat, 20% komt uit de advocatuur, 23% was gerechtelijk stagiair en 22% vervulde andere juridische functie (bijv. jurist in de overheidssector of in de privésector, parketjurist, referendaris ). andere 22% magistraat 35% vrouwen 51% mannen 49% gerechtelijk stagiair 23% advocaat 20%

27 Loopbaan 25 Beroepen bij de Raad van State Franstalige benoemings- en aanwijzingscommissie Vorderingen ingediend met betrekking tot de voordrachten die in 2013 werden gedaan door de Franstalige benoemings- en aanwijzingscommissie: o aanwijzingen tot de mandaten van korpschef: Een kandidaat heeft een beroep tot nietigverklaring ingediend tegen het koninklijk besluit houdende de aanwijzing van de eerste voorzitter van het hof van beroep te Bergen. De Raad van State heeft zich nog niet uitgesproken. o benoemingen: Nihil. Door de Raad van State in 2013 genomen beslissingen met betrekking tot de door de Franstalige benoemings- en aanwijzingscommissie vóór 2013 gedane voordrachten: Nihil. Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie Vorderingen ingediend met betrekking tot voordrachten die in 2013 werden gedaan door de Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie: Een kandidaat heeft een verzoek tot nietigverklaring ingediend tegen het koninklijk besluit houdende benoeming van een tegenkandidaat tot vrederechter van het tweede kanton te Hasselt. De Raad van State heeft zich nog niet uitgesproken over dit beroep. Een kandidaat heeft een verzoek tot nietigverklaring ingediend tegen het koninklijk besluit houdende benoeming van een tegenkandidaat tot advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie. De Raad van State heeft zich nog niet uitgesproken over dit beroep. Twee kandidaten hebben, elk afzonderlijk, een verzoek tot nietigverklaring ingediend tegen het koninklijk besluit houdende benoeming van een tegenkandidaat tot raadsheer in het Hof van Cassatie. De Raad van State heeft zich nog niet uitgesproken over deze beroepen. De Raad van State heeft in zijn arrest nr van 16 september 2013 de vordering tot nietigverklaring van het benoemingsbesluit van een kandidaat voor het vacante ambt van rechter in de arbeidsrechtbank te Leuven, met gelijktijdige benoeming in de arbeidsrechtbank te Brussel, ingewilligd. Volgend op deze vernietiging heeft de Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie in december 2013 een nieuwe voordracht gedaan voor deze vacante plaats.

28 26 Loopbaan Door de Raad van State in 2013 genomen beslissingen inzake de door de Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie vóór 2013 gedane voordrachten: De Raad van State heeft in zijn arrest nr van 29 april 2013 de afstand van geding vastgesteld in de procedure ingeleid door een kandidaat tegen het koninklijk besluit houdende weigering om hem te benoemen in de vacante betrekking waarvoor hij door de Hoge Raad voor de Justitie werd voorgedragen. BELEID EN AANBEVELINGEN Inleiding Sinds de oprichting van de Hoge Raad voor de Justitie hebben de benoemings- en aanwijzingscommissies hun plaats in het institutionele landschap ten volle bevestigd. Bij de motivering van de voordracht leggen de benoemings- en aanwijzingscommissies de kwaliteitseisen voor de vergelijking van de profielen, de objectiviteit en juridische juistheid erg hoog. Deze commissies nemen de wet en de rechtspraak van de Raad van State daarbij als leidraad. De benoemings- en aanwijzingscommissies hanteren een positieve motiveringsstijl die, uitgaande van de kwaliteiten van de meest geschikte en meest bekwame kandidaat, een vergelijking maakt met de niet-voorgedragen kandidaten, in functie van de motieven die doorslaggevend waren voor de keuze van de voorgedragen kandidaat. Door te blijven waken over de kwaliteit van de voordracht van de kandidaten, bevestigen de benoemings- en aanwijzingscommissies de hoge verwachtingen die in hen zijn gesteld. De benoemings- en aanwijzingscommissies hebben er ook uitdrukkelijk voor gekozen alle kandidaten ambtshalve te horen, niettegenstaande artikel 259ter, 4, van het Gerechtelijk Wetboek ook de mogelijkheid voorziet om enkel de kandidaten te horen die tijdig hierom verzoeken. De keuze om alle kandidaten te horen kadert eveneens in het streven om een weloverwogen afweging tussen kandidaten te kunnen maken en niet enkel op de dossierstukken te beslissen. Gerechtelijke stagiairs De benoemings- en aanwijzingscommissies betreuren momenteel nog steeds het gebrek aan duidelijke visie bij het bepalen van het aantal vacante stageplaatsen voor de gerechtelijke stagiairs. Verder zouden we een structurele oplossing moeten overwegen voor de gerechtelijke stagiairs die hun stage met gunstig gevolg hebben doorlopen en die, bij gebrek aan vacante plaatsen, pas bij het verstrijken van de tweede verlenging van hun stage kunnen worden benoemd. Op dat moment loopt hun stage immers onherroepelijk af.

29 Loopbaan 27 Ten slotte komen de gerechtelijke stagiairs voor elke vacante plaats ook uit tegen andere kandidaten die houder zijn van het attest van beroepsbekwaamheid om de gerechtelijke functies uit te oefenen, of kandidaten die reeds magistraat zijn. Elke categorie kandidaten voor een vacante plaats (gerechtelijke stagiairs, houders van het attest beroepsbekwaamheid en magistraten) heeft evenwel zijn eigen kwaliteiten en competenties. Vanuit de bekommernis om de meest geschikte en de meest competente kandidaat voor te dragen voor elke vacante plaats, moeten de benoemings- en aanwijzingscommissies voor elke plaats de delicate afweging maken tussen de kandidaten van de voormelde categorieën. Met dat oogmerk wordt onder andere rekening gehouden met de specifieke kenmerken van elke vacante plaats en met de bijzondere noden van de jurisdictie, zoals die verwoord zijn door de korpschef. De benoemingscommissies stellen evenwel vast dat het huidige aantal gerechtelijke stagiairs waarvan de stage afloopt, de weging tussen de bijzondere en specifieke kwaliteiten van de kandidaten van de diverse categorieën er niet gemakkelijker op maakt. De optie om een aantal vacante plaatsen aan de gerechtelijke stagiairs voor te behouden, dient ernstig te worden bestudeerd. Te formalistisch en rigide De commissies blijven betreuren dat artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek, of de te formalistische en rigide toepassing ervan, als pervers effect heeft dat een zeker aantal valabele kandidaten niet de kans krijgt om hun geschiktheden en competenties te laten vergelijken met die van de andere kandidaten voor een vacante plaats. Krachtens artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek moet sinds begin januari 2004 namelijk elke kandidatuur voor een benoeming of voor een aanwijzing tot korpschef in de magistratuur vergezeld zijn van (in tweevoud): alle stavingstukken met betrekking tot de studies en beroepservaring; een curriculum vitae overeenkomstig een door de minister van Justitie, op voorstel van de Hoge Raad voor de Justitie, bepaald standaardformulier. In zijn huidige formulering kan het huidige artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek moeilijk als een voorbeeld van administratieve vereenvoudiging worden beschouwd. Zo moet een kandidaat die zich kandidaat stelt voor verscheidene vacante plaatsen die in hetzelfde Belgisch Staatsblad zijn verschenen, elk van die stukken bij elke kandidaatstelling voegen. Indien de kandidaat zich er niet aan houdt, wordt zijn kandidatuur beschouwd als niet-ontvankelijk (aan deze eis moet worden voldaan op straffe van verval). Dat geldt ook als niet alle vereiste stukken binnen de maand zijn overgemaakt. Overigens begrijpen veel kandidaten op dit moment nog steeds niet precies welke stavingstukken aan de minister van Justitie moeten worden overgemaakt. De Hoge Raad voor de Justitie denkt ook na over een vereenvoudiging en een modernisering van de procedure voor de inschrijving voor de examens (online inschrijving via de website van de HRJ).

30 28 Loopbaan Hernieuwing van de mandaten van korpschef In september 2008 heeft het Grondwettelijk Hof verschillende bepalingen van de wet van 18 december vernietigd voor zoverre zij van toepassing zijn op de korpschefs van de hoven en rechtbanken. Het arrest van het Hof heeft als gevolg dat de evaluatie van de korpschef van de zetel afgeschaft is. Het probleem is dat de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek nog steeds niet werden herzien teneinde het rechtsvacuüm op te vullen dat door het arrest is ontstaan en een specifieke procedure te organiseren als een korpschef van de zetel de hernieuwing van zijn mandaat aanvraagt. In die hypothese vloeit daaruit voort dat het dossier dat aan de benoemingscommissies wordt overgemaakt enkel bestaat uit de hernieuwingsaanvraag van de uittredende korpschef zelf, met uitsluiting van elk ander objectief document (bijv. curriculum vitae, adviezen van verschillende autoriteiten...). Dat stelt uiteraard problemen voor de bevoegde commissie wanneer deze zich over de bekwaamheid en de geschiktheid moet uitspreken, behalve als ervan wordt uitgegaan dat het horen van de kandidaat (wat verplicht blijft) op zich alleen al de commissie kan overtuigen in de ene of de andere zin. Dat veroorzaakt eveneens rechtsonzekerheid in verband met de vraag van mogelijke beroepen bij de Raad van State (beroep van de korpschef waarvan het mandaat niet wordt hernieuwd, of, in geval van hernieuwing, beroep van potentiële kandidaten die belang hadden bij het openstellen van het mandaat). Er werden door de commissies punctuele oplossingen uitgedacht teneinde hun informatie aan te vullen (horen van korpschefs, verzoek aan de kandidaat om bepaalde stukken voor te leggen ). Die oplossingen zijn evenwel niet toereikend. De Hoge Raad voor de Justitie heeft herhaaldelijk maar tevergeefs aangedrongen op het wegwerken van dit rechtsvacuüm. 3 Wet van 18 december 2006 tot wijziging van de artikelen 80, 259quater, 259quinquies, 259novies, 259decies, 259undecies, 323bis, 340, 341, 346 en 359 van het Gerechtelijk Wetboek, tot herstel in dit Wetboek van artikel 324 en tot wijziging van de artikelen 43 en 43quater van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.

31 Loopbaan 29 VORMING In 2012, heeft de HRJ nieuwe richtlijnen opgesteld die in principe de komende jaren zullen gelden voor de vorming van magistraten, beroepsmagistraten en niet-beroepsmagistraten, alsook de gerechtelijke stagiairs. In twee algemene richtlijnen wordt aan het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding of IGO gevraagd zijn activiteiten binnen het eigen wettelijke kader te laten verlopen en tot een onderbouwd opleidingsplan te komen, onder meer gestoeld op een diepgaande omgevings- en behoeftenanalyse. De bijzondere richtlijnen vormen echter de hoofdbrok van de HRJ-richtlijnen inzake opleiding. Deze zijn gebaseerd op de Standards of Exellence for the Public Administration Education and Training ontwikkeld door het United Nations Department of Economic and Social Affairs (2008). Dit kader is ontwikkeld voor de opleiding van professionals met een functie in de publieke sector. Niet alle richtlijnen kunnen onmiddellijk en op een optimale manier worden uitgevoerd. Daarom zet de HRJ een aantal prioritaire lijnen uit waarop het IGO zich, volgens de HRJ, de komende jaren best concentreert. Deze prioriteiten zijn de volgende: 1. Opleidingsprogramma s uitbouwen met oriëntaties, doelstellingen en strategieën op maat gesneden van de doelgroepen; 2. Decentraliseren en technologisch vernieuwen zodat het IGO aan haar volledige doelpubliek meer opleidingen kan geven; 3. Organisatie van meer opleidingen bestemd voor Luidens de Grondwet oefent de HRJ zijn bevoegdheden met name uit op het vlak van de opleiding van rechters en ambtenaren van het Openbaar Ministerie. De wet van 31 januari 2007 verduidelijkt dat de door het IGO opgestelde opleidingsprogramma s in overeenstemming dienen te zijn met de richtlijnen die door de HRJ zijn voorbereid en bekrachtigd, voor ingeval ze betrekking hebben op de beroepsmagistraten van de rechterlijke orde, de plaatsvervangende magistraten, de raadsheren en rechters in sociale zaken, de rechters in handelszaken en de assessoren in strafuitvoeringszaken en de gerechtelijke stagiairs. de pas benoemde magistraten en de niet-beroepsmagistraten. Deze zouden minstens een basisopleiding moeten krijgen, met een bijzondere aandacht voor de rechtspleging, de deontologie en de contouren van het beroepsgeheim; 4. Optimalisering van de samenwerking met de universiteiten en de hogescholen in het kader van de bij wet voorziene mogelijkheden; 5. Terbeschikkingstelling aan de korpschefs van meer managementopleidingen of opleidingen die gericht zijn op het verwerven van niet-juridische vaardigheden die zouden kunnen bijdragen tot een verbetering van hun rechtscollege/korps, in het bijzonder op het vlak van human resources. De HRJ zal in het voorjaar van 2014 een eerste evaluatie doen van de opvolging van deze richtlijnen.

32

33 Advies 31 ADVIES In 2013 heeft de Hoge Raad voor de Justitie 12 adviezen uitgebracht ter verbetering van de werking van het gerecht. 1. Advies over het wetsontwerp tot vervanging van artikel 304 van het Gerechtelijk Wetboek (27 februari) 2. Advies over de voorontwerpen van wet over de hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en over de mobiliteit van de leden van de rechterlijke orde, zoals ze op 14 januari 2013 aan de Hoge Raad werden meegedeeld (27 februari) 3. Advies over het wetsvoorstel tot wijziging van de bepalingen van het gerechtelijk wetboek met betrekking tot de rechtzetting van materiële vergissingen of nalatigheden in de vonnissen alsook tot de uitlegging van de vonnissen (14 maart) 4. Advies over het voorontwerp van wet houdende diverse maatregelen betreffende de verbetering van de invordering van de vermogensstraffen en de gerechtskosten in strafzaken (27 maart) 5. Advies over het voorontwerp van wet betreffende de invoering van een verzelfstandigd beheer voor de rechterlijke organisatie (1 juli) 6. Advies over a) het wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek teneinde het toezicht op de gerechtelijke overheden te regelen b) het voorontwerp van wet betrekking tot het bijzonder toezicht op het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek (23 oktober)

34 32 Advies 7. Ambtshalve advies van 8 november 2013 over het wetsontwerp betreffende de invoering van een verzelfstandigd beheer voor de rechterlijke organisatie (8 november) 8. Ambtshalve advies over de bepalingen met betrekking tot het IGO vervat in het voorontwerp van wet houdende diverse dringende bepalingen betreffende Justitie (14 november) 9. Ambtshalve advies over het voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 29 maart 2004 betreffende de samenwerking met het internationaal strafgerechtshof en de internationale straftribunalen (14 november) 10. Ambtshalve advies over de bepalingen inzake de alleenzetelend rechter en raadsheer in hoger beroep vervat in het wetsontwerp van wet houdende diverse bepalingen inzake justitie (2 december) 11. Ambtshalve advies over het voorontwerp van wet tot invoering van de probatie als autonome straf in het Strafwetboek, tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en tot wijziging van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie (6 december) 12. Ambtshalve advies over het wetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek, de voorafgaande titel van het wetboek van strafvordering en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in een aantal materies (9 december) Zowel de Kamer en de Senaat als de minister van Justitie kunnen de Hoge Raad voor de Justitie om advies vragen over hun wetgevende initiatieven. De Hoge Raad kan ook het initiatief daartoe nemen. De Verenigde advies- en onderzoekscommissie is bevoegd om de adviezen of voorstellen voor te bereiden, waarna de Algemene Vergadering ze goedkeurt. Weliswaar hebben de adviezen geen formeel-bindende of zelfs maar schorsende kracht. Er wordt echter geluisterd wanneer de Raad advies uitbrengt over een wetsvoorstel of een justitiehervorming. Precies zijn samenstelling én zijn onafhankelijkheid van zowel de uitvoerende, de rechterlijke als de wetgevende macht geven de Hoge Raad voor de Justitie immers recht van spreken. De krachtlijnen van de belangrijkste adviezen:

35 Advies 33 Advies: Haal meerwaarde uit samenvoegen van rechtbanken van eerste aanleg, koophandel en arbeid samen Advies van 27 februari over de voorontwerpen van wet over de hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en over de mobiliteit van de leden van de rechterlijke orde De Hoge Raad voor de Justitie juicht de invoering van grotere gerechtelijke arrondissementen toe. Maar de HRJ formuleert in dit uitgebreide nieuwe advies ook enkele bedenkingen. Zo stelt de HRJ stelt vast dat de nieuwe of gehandhaafde arrondissementen Namen, Luxemburg, Leuven, Nijvel en Eupen zeer klein worden of blijven. Anderzijds worden sommige provinciale arrondissementen zeer groot, bijvoorbeeld Antwerpen, Gent en Bergen. Ook komt het de HRJ voor dat de schaalvergroting van de gerechtelijke arrondissementen, niet los gezien kan worden van een andere vorm van schaalvergroting, die erin zou bestaan de rechtbanken van koophandel, de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van eerste aanleg samen te voegen. De HRJ kijkt in dit advies ook vooruit naar de nieuwe beheersstructuur die nodig is om de grotere arrondissementen te runnen en schuift zijn uitgangspunten naar voor om te komen tot een werkelijk autonoom beheer van de rechterlijke organisatie Advies over de Invordering van vermogensstraffen en gerechtskosten in strafzaken Advies van 27 maart over het voortonwerp van wet houdende diverse maatregelen betreffende de verbetering van de invordering van de vermogensstraffen en de gerechtskosten in strafzaken Wanneer iemand die veroordeeld werd tot betaling van een geldboete er alles aan doet om hieraan te ontsnappen, door zijn geld en goederen bijvoorbeeld over te brengen naar het buitenland of op naam van een vriend te zetten, beschikt het parket vaak niet over de wettelijke middelen om dit geld of deze goederen op te sporen. Dit voorontwerp van wet tracht hieraan een mouw te passen door de invoering van een strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek (SUO). In het kader van zo n onderzoek zal de procureur des Konings niet alleen gewone opsporingsdaden kunnen stellen, maar, mits machtiging van een rechter, ook dwangmaatregelen kunnen nemen waarvoor normaal de onderzoeksrechter bevoegd is en bijzondere opsporingsmethoden kunnen aanwenden.

36 34 Advies De Hoge Raad vraagt zich af of het wel een goed idee is om zo n belangrijke en ingrijpende wetswijziging door te voeren via een programmawet zonder grondig overleg met de betrokken actoren en of er wel voldoende middelen zijn om deze wijziging uit te voeren. Ook meent de Hoge Raad dat het niet verantwoord is om zeer ingrijpende onderzoekmaatregelen, die normaal alleen mogelijk zijn in een gerechtelijk onderzoek naar zeer zware misdrijven, thans in een SUO toe te laten voor gelijk welk misdrijf. De HRJ stelt voor om de meest ingrijpende onderzoeksmaatregelen voor te behouden voor zware misdrijven die in de wet moeten worden opgelijst en het gebruik ervan te beperken in de tijd (10 jaar). Indien de procureur des Konings een dwangmaatregel wenst te nemen in het raam van een SUO zal hij de machtiging van een rechter moeten vragen. Hoewel de onderzoeksrechter meer vertrouwd is met de materie van de onderzoeksmaatregelen, hebben de opstellers gekozen voor een machtiging door de strafuitvoeringsrechter. Beide opties zijn verdedigbaar. De Hoge Raad vindt wel dat indien wordt gekozen voor de strafuitvoeringsrechter, er moet worden voorzien in een verplichte opleiding. De rechter die de machtiging verleent, zal enkel de wettigheid en de proportionaliteit van de maatregel mogen beoordelen. De Hoge Raad vreest dat de machtiging op die manier wordt herleid tot een formaliteit. De Hoge Raad betreurt ook dat de mogelijkheid wordt afschaft om de verbeurdverklaring uit te spreken met uitstel. Tot slot is de Hoge Raad van oordeel dat de veroordeelde de mogelijkheid moet hebben om de kosten van het SUO, die hij zal moeten betalen, te betwisten en voor te leggen aan een rechter. Advies: Hervorming. Waar blijft de aangekondigde decentralisatie? Advies van 1 juli 2013 over het voorontwerp van wet betreffende de invoering van een verzelfstandigd beheer voor de rechterlijke organisatie Op vraag van de minister van Justitie, heeft de Hoge Raad voor de Justitie een advies uitgebracht over het laatste luik van de gerechtelijke hervorming. Het voorstel van de minister van Justitie voorziet in de oprichting van twee colleges: één voor de hoven en rechtbanken en één voor het Openbaar Ministerie. Aan deze centrale organen zouden het beheer en de middelen van de rechterlijke organisatie worden toevertrouwd. Zij zouden dan die middelen verdelen over hoven, rechtbanken en parketten, en zelfs bepalen hoe deze zich moeten organiseren. De Hoge Raad is niet tegen de oprichting van een College van de zetel en een College van het openbaar ministerie. Er bestaat wel degelijk behoefte aan een centraal inspraakorgaan, al was het

37 Advies 35 maar tot begeleiding, enerzijds van de bepaling, door de Minister van Justitie en onder controle van het Parlement, van de strategische en budgettaire opties, anderzijds van de logistieke ondersteuning die noodzakelijk nog op centraal niveau moet worden geboden. Een intermediair orgaan voor de onderhandeling van de budgetten is aangewezen, doch niet in de vorm van de voorgestelde colleges. De oprichting van de colleges, zoals voorgesteld, mag niet vereenzelvigd worden met de aangekondigde operationele decentralisatie. Die moet immers, in overeenstemming met het principe van integraal management, rechtstreeks gebeuren naar de entiteiten, dit zijn de hoven, rechtbanken, parketten en auditoraten. Advies: Geef de Hoge Raad voor de Justitie eindelijk de nodige bevoegdheden inzake externe controle gerechtelijk onderzoek Advies van 23 oktober over a) het wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek teneinde het toezicht op de gerechtelijke overheden te regelen en b) het voorontwerp van wet met betrekking tot het bijzonder toezicht op het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek De Hoge Raad voor de Justitie heeft zich in het verleden reeds uitgesproken voor de mogelijkheid tot een externe controle op een lopend gerechtelijk onderzoek, voor zover dit geen aantasting uitmaakt van de onafhankelijkheid van het onderzoek. Daarvoor is een wijziging van de wet nodig. Nu deze in het vooruitzicht wordt gesteld, pleit de HRJ dat deze externe controle aan hem wordt toevertrouwd (zoals voorzien in het wetsvoorstel) en niet aan het Hof van Cassatie (zoals voorzien in het voorontwerp van wet ). De HRJ is daartoe het aangewezen orgaan vermits artikel 151 van de grondwet de bevoegdheid van externe controle aan de Hoge Raad toevertrouwt. Hij is immers onafhankelijk ten opzichte van de uitvoerende macht, de rechterlijke macht en de wetgevende macht. Wanneer evenwel de advies- en onderzoekscommissie van de HRJ onder het toezicht wordt geplaatst van het parlement, zoals in het wetsvoorstel is voorzien, dan wordt het onafhankelijk toezicht op een lopend onderzoek fundamenteel aangetast.

38 36 Advies Advies: Geen echt autonoom beheer voor de nieuwe rechtbanken en parketten Ambtshalve advies van 8 november 2013 over het wetsontwerp betreffende de invoering van een verzelfstandigd beheer voor de rechterlijke organisatie In zijn advies van 8 november 2013 heeft de Hoge Raad nogmaals erop gewezen dat er, ook in het wetsontwerp, van een echte verzelfstandiging van de rechterlijke organisatie nog steeds geen sprake is en dit gelet op de grote mate van inmenging van de uitvoerende macht in het beheer, de tekortkomingen van de organisatiestructuur van de colleges en het gebrek aan decentralisatie ten gunste van de gerechtelijke entiteiten. Advies: Laat Hoge Raad kandidaat voor Strafhof blijven voordragen Ambsthalve advies van 14 november 2013 over het voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 29 maart 2004 betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen De Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) is van oordeel dat het geen goed signaal is om de bevoegdheid om de Belgische kandidaat of kandidaten te selecteren voor een betrekking van rechter in het Internationaal Strafgerechtshof (ISG) niet meer aan zijn Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie (VBAC) toe te kennen, zoals dit voorontwerp voorstelt. De Hoge Raad werd onder meer opgericht voor het bewerkstellingen van een meer objectieve en gedepolitiseerde selectie en benoeming van magistraten. Niet alleen biedt de VBAC meer garanties inzake objectiviteit van de rangschikking der kandidaten, bovendien is zij zeer goed in staat om de kwaliteit van de kandidaten-rechters in het ISG te beoordelen. Tot slot, wenst de Hoge Raad op te merken, dat de BAC s er geen problemen mee zouden hebben om de verkorte termijnen na te leven die worden voorzien in het voorontwerp. De wil om de procedure te versnellen kan dus ook geen reden zijn om deze bevoegdheid van de VBAC af te schaffen. In plaats van het onttrekken van deze bevoegdheid aan de VBAC, verdient het volgens de Hoge Raad eerder aanbeveling te onderzoeken of de procedure die nu voorzien is voor de rangschikking van Belgische kandidaten voor rechter in het ISG niet ook kan worden toegepast op kandidaturen voor andere internationale rechtscolleges.

39 Advies 37 Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan de voordrachten voor betrekkingen van rechter in het Hof van Justitie en het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Unie of advocaat-generaal bij dit Hof, of rechter in het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Advies: Meer kosten dan baten indien hoger beroep in handen van 1 in plaats van 3 rechters Ambtshalve advies van 2 december 2013 over de bepalingen inzake de alleenzetelend rechter en raadsheer in hoger beroep vervat in het voorontwerp van wet houdende diverse dringende bepalingen inzake Justitie Dit voorontwerp stelt voor om een beroep tegen het vonnis van een politierechtbank of een vrederechter door één rechter laten behandelen in plaats van drie rechters. Ook het hoger beroep tegen vonnissen in strafzaken die zijn gewezen door een correctionele kamer met één rechter zou voortaan door één raadsheer worden behandeld. De Hoge Raad vindt dit geen goed idee. De gerechtelijke achterstand bij de behandeling van zaken in hoger beroep en de trage rechtsgang kunnen beter met andere maatregelen worden aangepakt die minder afbreuk doen aan het gezag, de legitimiteit, de objectiviteit en de kwaliteit van de beslissingen in hoger beroep. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het beperken van het aantal hogere beroepen en het beter aflijnen van de opdracht van de rechters of raadsheren in beroep. Advies: verbeter bestaande probatiewet in plaats van nieuwe straf in te voeren Ambtshalve advies van 6 december 2013 over het voorontwerp van wet tot invoering van de probatie als autonome straf in het Strafwetboek, tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en tot wijziging van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie De huidige probatiewetgeving biedt de rechter de mogelijkheid om de uitspraak van een veroordeling op te schorten of de uitvoering van een straf uit te stellen op voorwaarde dat de betrokkene bepaalde voorwaarden naleeft (zoals het volgen van een begeleiding, geen contact zoeken met zijn slachtoffer, vergoeding van het slachtoffer,,...), Houdt de veroordeelde zich niet aan de afspraken, dan kan hij alsnog veroordeeld worden (probatieopschorting) of kan de straf alsnog worden uitgevoerd (probatieuitstel). Het voorontwerp waarover de Hoge Raad voor de Justitie advies verleende, voert nu een nieuwe straf in, de zogenaamde "autonome probatiestraf", waarbij de rechter de duurtijd van de probatie kan bepalen (6 maand tot 2 jaar) en waarbij hij een vervangende gevangenisstraf of geldboete

40

41 Controle 39 CONTROLE Door klachten te behandelen, audits en bijzondere onderzoeken bij de rechterlijke orde uit te voeren, moet de Hoge Raad bijdragen aan een betere werking van justitie, ten dienste van de burger. Bovenop deze externe controles, kan de Raad ook de aanwending van interne controlemiddelen bij de rechterlijke orde systematisch doorlichten. Daartoe moeten de instanties die bevoegd zijn voor deze controles jaarlijks verslag uitbrengen aan de VAOC. De externe controle behoort tot de bevoegdheid van de Verenigde advies- en onderzoekscommissie (VAOC), en tot de bevoegdheid van de Nederlandstalige (AOC) en Franstalige (CAE) klachtencommissie van de Hoge Raad.

42 40 Controle KLACHTEN WELKE KLACHTEN BEHANDELT DE HRJ? De Hoge Raad voor de Justitie ontvangt en behandelt klachten over de werking van de rechterlijke orde. De behandeling van klachten maakt deel uit van de waaier van bevoegdheden van de Verenigde advies- en onderzoekscommissie (VAOC) van de Hoge Raad en vormt één van de instrumenten waarover deze commissie beschikt om haar toezichtsbevoegdheid op de werking van de rechterlijke orde uit te oefenen. De Hoge Raad is enkel bevoegd voor klachten over de werking van de rechterlijke orde. Zelfs als een klacht duidelijk de werking van de rechterlijke orde betreft, moet de commissie rekening houden met vijf bijkomende onbevoegdheidsgronden. Zo is de Hoge Raad niet bevoegd voor: klachten die behoren tot de strafrechtelijke of tuchtrechtelijke bevoegdheid van andere overheden; klachten over de inhoud van een rechterlijke beslissing; klachten waarvan het doel kan/kon worden bereikt door het aanwenden van een gewoon of buitengewoon rechtsmiddel; klachten die reeds behandeld zijn en geen nieuwe elementen bevatten; klachten die kennelijk ongegrond zijn. In deze gevallen verwijst de Hoge Raad de indiener van de klacht steeds naar de bevoegde instantie. Voor een klacht over een advocaat, bijvoorbeeld, verwijst de Raad door naar de stafhouder. Iedereen kan bij de Hoge Raad voor de Justitie een klacht indienen, op voorwaarde dat hij een rechtmatig belang heeft. Verder moet een klacht schriftelijk worden ingediend met handtekening, datum en identiteit van de indiener van de klacht (naam, voornaam, adres, postcode en woonplaats).

43 Controle 41 PROCEDURE Binnen de Verenigde advies- en onderzoekscommissie (VAOC) gebeurt de klachtenbehandeling door de bevoegde taalcommissie, respectievelijk door de Nederlandse taalcommissie (AOC) en de Franse taalcommissie (CAE). Klachten die zowel de Nederlandse als de Franse taalrol aangaan worden voorgelegd aan de Verenigde advies- en onderzoekscommissie (VAOC), die de zaak zelf behandelt of ze toebedeelt aan de AOC of de CAE. De klachtenprocedure bestaat uit vijf fases: 1. de ontvangst van de klacht 2. het ontvankelijkheidsonderzoek 3. het bevoegdheidsonderzoek 4. het onderzoek naar de gegrondheid van de klacht 5. de beoordeling van de klacht. Doorheen de klachtenprocedure wordt de indiener van de klacht steeds op de hoogte gebracht van de beslissingen van de commissie in zijn dossier. Indien de klacht gegrond is, kan de Hoge Raad een oplossing voorstellen aan de bevoegde rechtsinstanties, een aanbeveling formuleren of een advies verlenen om de werking van justitie te verbeteren, een bijzonder onderzoek laten instellen of een audit laten opstarten. En wat als de klacht ongegrond is? Indien de commissie geen disfunctie van de werking van de rechterlijke orde kon vaststellen, wordt het klachtendossier afgesloten. Tegen de beslissingen van de commissie kan geen beroep worden aangetekend.

44 42 Controle KLACHTEN IN 2013 Een klachtendossier kan één of meerdere klachten bevatten. Bijvoorbeeld een persoon klaagt 1) over de trage rechtsgang, 2) over de beslissing in de zaak en 3) over de partijdigheid van de rechter. In dit geval opent de commissie slechts één dossier dat uit drie klachten bestaat. In 2013 werden er 260 nieuwe dossiers ingediend. Er werden 254 dossiers afgesloten, die samen 392 klachten bevatten: 215 klachten bij de AOC en 177 klachten bij de CAE. Op 31 december 2013 waren er 113 dossiers hangende. Voor 284 klachten van de 392 (hetzij 72,45% van de klachten die in 2013 afgesloten zijn), hebben de commissies zich onbevoegd verklaard. De AOC verklaarde zich onbevoegd voor 170 klachten, de CAE voor 114 klachten. De meeste klachten van de in 2013 afgesloten dossiers hadden vooral betrekking op de inhoud van rechterlijke beslissingen (108 of 27,55%) of op andere actoren van justitie zoals bijvoorbeeld advocaten, gerechtsdeurwaarders en notarissen of hadden betrekking op de werking van andere instellingen dan de rechterlijke orde, bijvoorbeeld gevangenissen of steden en gemeenten (43 of 10,97%). Vervolgens komen de klachten over de omgang en communicatie met justitie (40 of 10,20%), het verloop van de procedure (32 of 8,16%) en de traagheid van de rechtsgang (30 of 7,65%).. Procedures slepen vaak lang, soms zelfs onaanvaardbaar lang aan. De Net zoals de vorige jaren weerspiegelt een groot aantal klachten de ontevredenheid van de burger over de rechterlijke beslissing die werd genomen in zijn zaak. Zo is de burger vaak niet akkoord met het vonnis of het arrest, met de aanstelling van een deskundige, met het sepot van een klacht door de procureur des Konings, met het (niet) uitvoeren van bepaalde onderzoeksdaden door de onderzoeksrechter etc. Sommige burgers beschouwen de Hoge Raad verkeerdelijk als een soort beroepsinstantie die rechterlijke beslissingen kan wijzigen of ongedaan maken, of zelfs in een lopende procedure kan tussenkomen om het verloop ervan een andere wending te geven. traagheid van justitie blijft één van de hoofdredenen van de ontevredenheid van de burger, naast het gevoel slecht behandeld te worden door het gerecht. Aantal klachtendossiers Nieuw Afgesloten Lopende AOC CAE Totaal de Hoge Raad eerder dan een klacht in strikte zin. Bij de behandelde klachten waren er nog andere redenen van ontevredenheid bijvoorbeeld over het gedrag van een magistraat, een griffier of een deskundige, die als ongepast of respectloos werd ervaren. Nog andere klachten omvatten een vraag om juridisch advies (16 of 4,08%) of een verzoek tot tussenkomst (16 of 4,08%) van

45 Controle 43 GEGRONDE KLACHTEN IN 2013 Van de 108 klachten (van de 392 klachten die in 2013 zijn afgesloten) waarvoor de commissies zich bevoegd hebben verklaard (zijnde 27,55%), werden er 76 ongegrond verklaard en 32 gegrond (hetzij 8,16% van het totale aantal klachten dat in 2013 werd afgesloten). Door de AOC werden er 33 klachten ongegrond verklaard en 12 klachten gegrond. De CAE verklaarde 43 klachten ongegrond en 20 klachten gegrond. De gegronde klachten gaan hoofdzakelijk over de trage rechtsgang (15 van 32 of 46,88%) en de gebrekkige communicatie met justitie (9 van 32 of 28,13%). Voornaamste redenen gegronde klachten in 2013 > Traagheid van de procedure > Gebrek in de communicatie met Justitie (zetel, parket en griffie) De klachten die ongegrond werden beoordeeld, zijn ofwel klachten waarvan het vaststond dat ze onterecht waren, ofwel klachten waarvan het onderzoek van de klacht geen onregelmatigheden had aangetoond, ofwel klachten waarvoor de commissies niet met zekerheid hebben kunnen vaststellen of ze terecht waren. Verder gebeurde het regelmatig dat de commissies een klacht ongegrond moesten verklaren omdat zij na het onderzoek van de klacht geen disfunctie van de werking van de rechterlijke orde konden vaststellen wegens het gebrek aan objectieve elementen. Dit doet zich wel eens voor bij klachten over het onbeleefd gedrag van een magistraat of bij klachten over de trage rechtsgang waarvoor de partijen zelf, of hun raadslieden, mee verantwoordelijk zijn. In een burgerlijke procedure blijven de partijen immers meester van het geding. Als zij geen actie ondernemen, kan de rechtbank de zaak ook niet bespoedigen. ENKELE BESLISSINGEN GENOMEN IN 2013 De commissie heeft de klacht niet-ontvankelijk verklaard De heren X en Y beklaagden zich over het achterhouden van gerechtelijke dossiers door het gerecht. Aangezien de heren X en Y hun klacht niet hadden ondertekend, verzocht de commissie hen om een handtekening ten einde hun klacht te kunnen regulariseren. De commissie verklaarde de klacht niet-ontvankelijk omdat de heren X en Y hadden nagelaten om hun klacht te regulariseren. Klacht waarvoor de commissie zich onbevoegd heeft verklaard De heer X had sinds enkele jaren een conflict met zijn buur over werkzaamheden die zonder vergunning werden uitgevoerd. De heer X diende hierover verschillende klachten in bij het parket, maar zijn klachten werden allemaal zonder gevolg geklasseerd. De commissie verklaarde zich

46 44 Controle onbevoegd om de klacht te behandelen omdat de klassering zonder gevolg door het parket een rechterlijke beslissing is waarop zij niet kon terugkomen. Enkele klachten waarvoor de commissie zich bevoegd heeft verklaard Klacht over het slechte beheer van een dossier bij het arbeidshof Klaagster, die raadsman is, beklaagde zich over de werking van de griffie van het arbeidshof X omdat het beroep in haar zaak onontvankelijk werd verklaard wegens een fout van de griffie. Toen zij hoger beroep aantekende, stuurde haar cliënt zijn verzoekschrift naar het arbeidshof X waar het door de griffie op 31 december 2009 in ontvangst werd genomen. Vervolgens schreef de griffie van het arbeidshof X het verzoekschrift niet in op de rol, maar verzond het per post naar de griffie van het arbeidshof Y. Hierdoor werd het verzoekschrift pas op 6 januari 2012 ingeschreven op de rol (ie. twee dagen te laat) waardoor het arbeidshof Y het hoger beroep onontvankelijk verklaarde. Hoewel de AOC begrip kan opbrengen voor de informele praktijk van het arbeidshof X inzake de feitelijke verwijzing naar het territoriaal bevoegde arbeidshof was zij van mening dat de klacht van klaagster gegrond was. Volgens de AOC is deze praktijk immers niet in overeenstemming met de wet, en mag zij zeker niet worden toegepast zonder zich ervan te vergewissen dat het verzoekschrift tot hoger beroep tijdig bij het territoriaal bevoegde arbeidshof werd ingediend. Klacht over de traagheid van de rechtspleging voor het Brusselse hof van beroep In november 2006 heeft de klager een procedure ingeleid voor de rechtbank van koophandel van Brussel om een bedrag dat een van zijn klanten niet had betaald, terug te krijgen. Hij werd in het gelijk gesteld door een vonnis van november 2010 waartegen de tegenpartij hoger beroep heeft aangetekend bij een verzoekschrift van 6 januari De zaak werd ingeleid in de hoorzitting van het hof van beroep te Brussel op 28 april 2011 en was het voorwerp van een instaatstelling. De klager heeft zich tot de CAE gericht op 10 december Luidens zijn brief gaf hij de CAE te kennen dat na de informatie die de griffie van het Brusselse hof van beroep aan zijn advocaat had meegedeeld, zijn zaak waarschijnlijk in maart 2014 zou kunnen worden gepleit, ofwel acht jaar na het begin van de procedure in eerste aanleg. Hij klaagde over de traagheid van deze procedure in hoger beroep. De CAE heeft de eerste voorzitter van het Brusselse hof van beroep ondervraagd omtrent deze situatie, onder meer met betrekking tot de audit die in 2008 werd uitgevoerd door de Hoge Raad voor de Justitie binnen dit rechtscollege teneinde de problematiek van de gerechtelijke achterstand te verhelpen. Deze laatste heeft aan de CAE geantwoord dat de procedure een regelmatig verloop kende, want eens de laatste reeks conclusies bij de griffie was ingediend (5 maart 2012), werd de zaak toegekend aan de 7de kamer van het hof en op de wachtlijst van deze kamer geplaatst. De CAE heeft het dossier in het licht van deze verklaringen opnieuw bekeken in haar vergadering van 31 januari Naar aanleiding hiervan heeft ze vastgesteld dat het dossier een behandelingsachterstand kende bij het Brusselse hof van beroep, waarbij deze achterstand structureel was en toe te schrijven aan een personeelstekort.

47 Controle 45 Bijgevolg heeft de CAE beslist om de klacht gegrond te verklaren. De CAE heeft de klager evenwel ingelicht over het feit dat de Hoge Raad voor de Justitie zich toen reeds bekommerde om de situatie van het Brusselse hof van beroep en zo een audit van dit rechtscollege had opgestart. In dat opzicht voegde de CAE eraan toe dat deze audit aanleiding gaf tot het formuleren van aanbevelingen teneinde de achterstand weg te werken, en dat de Raad de uitvoering van deze aanbevelingen actief zou opvolgen.

48 46 Controle AUDITS EN BIJZONDERE ONDERZOEKEN In 2013 heeft de Hoge Raad voor de Justitie 3 audits uitgevoerd: 1. Opvolging audit politierechtbank Brussel (9 januari 2014) 2. Audit van het beleid in de Rechtbank van Eerste aanleg te Antwerpen met betrekking tot de bijzondere mandaten (10 januari 2014) 3. Audit van het gebruik van beleidsplannen door de korpschefs (20 maart 2014) Opvolging audit politierechtbank brussel De Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) heeft in 2007 een doorlichting uitgevoerd van de politierechtbank te Brussel die resulteerde in een verslag op 10 april Onder meer via de werkingsverslagen heeft de Raad signalen ontvangen dat de werking van de politierechtbank in de gunstige zin zou zijn geëvolueerd. Door middel van een opvolging van de audit is deze evolutie onderzocht. Uit de opvolging is gebleken dat meer dan de helft van de aanbevelingen uit het auditverslag van 2008 gedeeltelijk of volledig zijn opgevolgd. De organisatie geeft zelf aan dat de bestaande verbeteringen voor een groot deel te wijten zijn aan de uitgevoerde one shot operatie en deels aan de doorlichting van de HRJ en de verandering van de algemene sfeer binnen de organisatie. Wel is vastgesteld dat er nog niet echt een structureel geheel voor de interne beheersing van de organisatie aanwezig lijkt te zijn. Hierdoor loopt de politierechtbank onder meer het risico: - niet na te kunnen gaan of de organisatie nog op de juiste koers zit ten aanzien van het uitgestippelde beleid; - niet na te kunnen gaan of de door het beleid vooropgestelde doelstellingen worden bereikt of worden bedreigd; - niet tijdig te kunnen reageren op mogelijke verstoringen en zodoende niet tijdig de gepaste beleidsmaatregelen te nemen. Het ontdubbelen van de politierechtbank bij de hervorming van het gerechtelijk landschap kan een uitgelezen kans zijn om te reflecteren over een gepast ontwerp van interne beheersing voor de nieuwe organisatie en de plaats die de bestaande en toekomstige initiatieven hierin kunnen hebben. De VAOC beveelt dan ook aan om de bestaande en toekomstige initiatieven volgens de internationale modellen van interne beheersing te organiseren en deze verder uit te werken.

49 Controle 47 Audit bijzondere mandaten Audit van het beleid in de Rechtbank van Eerste aanleg te Antwerpen met betrekking tot de bijzondere mandaten Bij de onderzoeksrechters te Antwerpen was er een ongenoegen over het binnen de rechtbank gevoerde beleid inzake de bijzondere mandaten. 4 De voorzitter, anderzijds, ervoer door de bijzondere mandaten moeilijkheden om een behoorlijk personeelsbeleid te voeren, aangezien de houders van een bijzonder mandaat niet flexibel inzetbaar zijn in de rechtbank. Beiden resulteerden ook in een moeilijke verstandhouding tussen sommige leden van de rechtbank, de onderzoeksrechters en de voorzitter, met een slechte werksfeer als gevolg. De HRJ voerde daarop een audit uit bij de rechtbank, waarvan de resultaten in een uitgebreid verslag werden beschreven, goedgekeurd op 12 december 2013, en toegelicht aan de betrokkenen. Kort samengevat komt de HRJ tot volgende conclusies: Er bestaat een duidelijk spanningsveld tussen de beleidsbevoegdheden van de voorzitter van de rechtbank en de relatief beperkte inzetbaarheid - in de verschillende geledingen van de rechtbank - van rechters die een bijzonder mandaat uitoefenen. De eindbevoegdheid en -verantwoordelijkheid voor het bepalen en het uitvoeren van het beleid van de rechtbank ligt bij de voorzitter. Het is aan de voorzitter om zijn personeelsformatie op de meest optimale wijze in te zetten tussen de verschillende kamers en afdelingen. Er is niet echt sprake van systematiek in het opvolgen, evalueren en aanpassen van het beleid. Er is nood aan een structureel geheel voor de interne beheersing van de organisatie. De voorzitter wil de rechters zo adequaat mogelijk inzetten in functie van de behoeften en noodwendigheden van de rechtbank, maar moet hierbij wel rekening houden met de wettelijke bepalingen. Bij aanwijzingen in mandaten en personeelsverschuivingen moet er steeds over worden gewaakt dat de juiste procedures strikt worden gevolgd en men over correcte en up to date informatie beschikt. Zo niet riskeert men problemen bij een eventuele procedure voor de Raad van State. De verstoorde verstandhouding tussen onderzoeksrechters en voorzitter is gaandeweg geëscaleerd, enerzijds door de aanpak van de voorzitter en zijn manier van communiceren en omgaan met mensen, anderzijds doordat een aantal onderzoeksrechters onvoldoende oog hebben voor de globale behoeften van de rechtbank en het bijzonder mandaat vertalen in een isolement dat niet meer in verhouding staat tot de vereisten van de onafhankelijke invulling van het bijzonder mandaat. Deze gespannen verhouding heeft ook een invloed op een belangrijk deel van de overige leden van de rechtbank en creëert een voedingsbodem voor bijkomende gespannen relaties en conflicten. 4 De bijzondere mandaten in een rechtbank van eerste aanleg zijn: onderzoeksrechters, beslagrechter, rechter in de jeugdrechtbank en rechter in de strafuitvoeringsrechtbank.

50 48 Controle Het probleem in de rechtbank heeft dus niet uitsluitend te maken met het beleid van de voorzitter inzake bijzondere mandaten. De HRJ doet ook aanbevelingen voor een constructieve en duurzame oplossing die moet toelaten in het nieuwe gerechtelijke landschap de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen te laten excelleren. Audit gebruik van beleidsplannen Bij de hervorming van het gerechtelijk landschap zijn de beheersbevoegdheden van de korpschefs van de nieuwe entiteiten aanzienlijk uitgebreid. Opvolging van prestaties en kwaliteit wordt binnen de nieuwe structuren noodzakelijk. De veranderingen die de hervorming met zich mee brengen, zijn ook een uitgelezen gelegenheid om binnen de gerechtelijke instanties beheerstechnieken te ontwikkelen of te versterken, om er voor te zorgen dat de rechtscolleges en de parketten zichzelf kunnen evalueren, dat ze actieplannen kunnen uitwerken en dat ze een interne beheersingssysteem ontwikkelen. Om de korpschefs bij te staan bij het invoeren van een intern beheersingssysteem in hun entiteit en bij het tot stand brengen van een meer efficiënt beheer van de rechtbank is een audit gevoerd naar het gebruik van de beleidsplannen van de korpschefs van de rechtbanken van eerste aanleg. Uit de audit is onder meer gebleken dat bijna alle rechtbanken van eerste aanleg geen actief gebruik maken van hun beleidsplannen. Er wordt ook onvoldoende aandacht geschonken aan strategische planning en aan het duidelijk formuleren van strategische en operationele doelstellingen. Er kan dan ook enkel worden geconcludeerd dat het beleidsplan als instrument momenteel niet effectief is en zijn doel mist. De VAOC heeft ook vastgesteld dat de rechtbanken van eerste aanleg niet beschikken over een interne beheersingssysteem en dus geen redelijke zekerheid kunnen bieden over het al dan niet behalen van doelstellingen. De beheersingsomgeving van de rechtbanken van eerste aanleg is weinig tot niet ontwikkeld, dit betekent dat er geen organisatiecultuur aanwezig is die beheersing van de organisatie kan faciliteren. De Hoge Raad voor de Justitie heeft als grootste aanbeveling dat er zo snel mogelijk werk dient te worden gemaakt van de implementatie van een interne beheersingssysteem. Deze aanbeveling is belangrijk voor de toekomst van de rechterlijke organisatie waar doelstellingen en middelen centraal zullen staan.

51 Controle 49 Het welslagen van de ingezette verandering is de taak en gedeelde verantwoordelijkheid van eenieder die rechtstreeks of onrechtstreeks bij de werking van justitie betrokken is. Ook de Hoge Raad voor de Justitie wenst zijn verantwoordelijkheid niet te ontlopen en heeft zijn know how aangeboden om hier actief aan mee te werken. Gelukkig biedt de HRJ nu zelf aan om workshops te organiseren. Maar we hebben meer nodig: een echte cultuurswitch, waarbij managementtips en bedrijfsjargon zoals interne beheersing geen vreemde taal meer zijn. De Tijd, 4 april 2014

52 50

53 Communicatie 51 COMMUNICATIE INLEIDING In 2013 heeft de communicatiedienst zijn courante activiteiten vervuld: Dagelijkse monitoring & reporting; Dagelijkse persrelaties ; Redactie en versturen van persberichten; Advies aan bureau/commissies/leden i.v.m. mogelijke persrelaties ; (Maandelijkse) reporting over communicatie en debriefing van leden van het bureau. Naast deze courante activiteiten is er ieder jaar ook een Jaaractieplan communicatie. Van het Jaaractieplan (2012-)2013 zijn de volgende acties gerealiseerd of nog lopend.

54 52 Communicatie JAARACTIEPLAN Interne communicatie INTERNE FLASH De interne flash informati voor de leden en collega s wordt voorlopig niet uitgevoerd maar wordt deel van een veel omvangrijkere restyling van het intranet, dat beter ontsloten zal worden. Institutionele communicatie WEBSITE De HRJ beschikt sinds dit jaar over een geheel vernieuwde website, in vier talen. Het onderhoud en de verbetering (bijvoorbeeld via gebruikersbevragingen, maar ook via de reguliere kanalen zoals reacties van gebruikers, collega s) zijn lopende processen. NIEUWSBRIEF De Nieuwsbrief is volledig vernieuwd en de adressenlijsten worden automatisch bijgehouden. De content wordt gehaald uit de online geplaatste informatie van de afgelopen maand. Dit resulteert in een vlotte, punctuele & maandelijkse verzending van up-to-date informatie. PRESENTATIES Een lay-out, in overeenstemming met de huisstijl, is gedefinieerd en de eerste powerpoints in uniforme stijl zijn aangemaakt. De aanmaak en bijsturing van deze inhoud, alsook het sensibiliseren voor het gebruik hiervan, zijn lopende processen. ANDERE PUBLICATIES Vertrekkende van de vernieuwde content op de website, worden in 2014 nieuwe publicaties gedrukt voor de HRJ.

55 Communicatie 53 Persbeleid ZIJN AFGEWERKT Template voor persbericht : een algemene lay-out die telkens terugkomt voor elke persbericht Boilerplate HRJ : een korte omschrijving van de HRJ, die als signatuur voor elk persbericht gebruikt wordt Perslijsten van contacten HRJ ZIJN LOPEND Er is een fundamentelere omvorming gestart van de klassieke bibliotheek met persoverzicht naar een informatiecentrum. Hiervoor zijn de eerste functieverschuivingen gebeurd en werden de eerste externe contacten gelegd met gelijkaardige instellingen, private bedrijven en serviceproviders. Dit hervormingsproces zal tijd vergen en moet in 2014 uitmonden in een vernieuwde interne informatiedienst. Persjaarprogramma (enkele voorbeelden) Highlight persmomenten 'De Hoge Raad heeft wel degelijk impact met zijn adviezen' (Juristenkrant, 6 november 2013) Interview de Eric Staudt, président du Conseil supérieur de la Justice (Justement, 13 maart 2013) korte persberichten over courante HRJ-activiteiten : Zie Artikels in vakpers justitie La composition du C.S.J. sur la sellette. Grosse tempête ou petit crachin? (JT, 11 oktober 2013) Commission de nomination et de désignation du C.S.J Quel bilan? Jean Pascal Thoreau (Justine, april 2013) HRJ niet mals voor wetsontwerp beheer rechterlijke organisatie (Juristenkrant, 11 september 2013)

56 54 Communicatie Artikels vakpers HRM/advocatuur/ Le CSJ donne son avis sur la réforme judiciaire (Legalword, 12 maart 2013) Un tribunal disciplinaire non permanent sanctionne les magistrats et le personnel judiciaire (Legalworld, 30 augustus 2013) Ria Mortier: nouvelle présidente du Conseil supérieur de la Justice (Legalworld, 11 september 2013) Informeren burger KLACHTEN Informatie over klachten en FAQ werden op de HRJ website geplaatst. Een uitgebreid verslag over het afhandelen van klachten in 2013 werd op de HRJ website geplaatst. Imagoacties In het kader van de promotie van de benoemingsbevoegdheid werden drie nieuwe banners aangemaakt: één voor de HRJ in het algemeen en twee voor de aanwezigheid van de HRJ op Jobbeurzen.

57 Internationaal 55 INTERNATIONAAL De Hoge Raad voor de Justitie is stichtend lid van het European Network of Councils for the Judiciary (ENCJ), dat voor de lidstaten van de Europese Unie de nationale instellingen verenigt die onafhankelijk zijn van de uitvoerende en wetgevende macht of autonomie genieten, en die verantwoordelijk zijn voor de ondersteuning van de rechterlijke orde in zijn opdracht van onafhankelijke rechtsbedeling. Het ENCJ is een internationale vereniging zonder winstoogmerk naar Belgisch recht. Het beschikt over een vast secretariaat in Brussel. De Algemene Vergadering van het Netwerk is in Sofia samengekomen van 5 tot 7 juni Het algemene thema van de vergadering was "Independence and Accountability of the Justice System. Tijdens deze bijeenkomst hebben de ongeveer 100 deelnemers de werkzaamheden van het werkjaar bekeken en de rapporten van volgende projecten goedgekeurd: Gerechtelijke hervorming in Europa - Deel II. Er zal worden ingegaan op de rol die de rechterlijke organisatie en de raden kunnen vervullen in hervormingsprocessen om een doeltreffende gerechtelijke dienstverlening te waarborgen; Minimumstandaarden inzake de evaluatie van de professionele prestatie van rechters en het niet-verplaatsbaar-zijn van leden van de rechterlijke orde; Distilleren van ENCJ richtlijnen, aanbevelingen en principes uit alle door het netwerk tot dan toe aangemaakte documenten.

58 56 Internationaal In de Sofia Declaration wordt het belang van een onafhankelijke justitie benadrukt evenals de rol die de raden voor de magistratuur vervullen om deze onafhankelijkheid veilig te stellen. Het EU rechtsbestel moet de diversiteit van de justitiesystemen respecteren, de onafhankelijkheid van het gerecht helpen beschermen en mede zorgen voor het waar maken van een doeltreffend rechtssysteem ten voordele van alle burgers. De verslagen en de Sofia Declaration kunnen worden geraadpleegd op de site van het Netwerk, Op diezelfde bijeenkomst werd beslist om tijdens het werkjaar volgende nieuwe projectgroepen op te starten: a) Onafhankelijkheid en afleggen van verantwoording ( Independence and accountability ) b) Standaarden met betrekking tot het toebedelen van zaken in rechtbanken c) Opstellen van een informatieve gids over het ENCJ netwerk. In 2013 heeft de HRJ zijn programma van bilaterale ontmoetingen voortgezet: delegaties van advocaten, rechters, procureurs en/of professoren uit Japan, Libië en Nepal werden ontvangen op de Hoge Raad.

59 Leden en personeel 57 LEDEN EN PERSONEEL LEDEN De Hoge Raad voor de Justitie bestaat uit 44 leden, 4 van deze leden vormen het Bureau. Hij bestaat uit 22 magistraten en 22 niet-magistraten (van wie 8 advocaten, 6 professoren van een universiteit of hogeschool en 8 leden uit het middenveld). De 44 leden zijn onderverdeeld in twee taalcolleges (NL/FR), waarin telkens 22 leden zitten: 11 magistraten en 11 nietmagistraten. In elke taalgroep moeten er bij de 11 nietmagistraten tenminste 4 advocaten en 3 hoogleraren zijn. In 2013 heeft een Nederlandstalig lid, niet-magistraat, ontslag genomen uit de Raad. De Senaat heeft onmiddellijk een vervanger aangewezen. PERSONEEL Op 31 december 2013 waren 43 personeelsleden in dienst: 20 niveau A (master-diploma) 9 niveau B (bachelor-diploma) 14 niveaus C en D (middelbare studies) Dit is 76 percent van de 56 betrekkingen die het personeelskader voorziet: 20 niveau A 14 niveau B 20 niveau C 2 niveau D

60

61 Begroting 59 BEGROTING DUBBELE BOEKHOUDING Voor de opmaak van haar rekeningen houdt de HRJ rekening met de principes van het deugdelijk bestuur. Sinds 2004 werd deze werkwijze vastgelegd in een door de Algemene Vergadering goedgekeurd reglement. De HRJ houdt haar rekeningen op basis van een dubbele boekhouding. Er is dus te allen tijde niet enkel inzage in de kosten en opbrengsten mogelijk, maar ook in de financiële positie en de toestand van alle bezittingen, vorderingen en schulden. Hoewel dit geen verplichting is, beoogt de HRJ daarmee een grotere transparantie en wenst de HRJ vooruit te lopen op toekomstige verplichtingen. INTERNE EN EXTERNE CONTROLE Na de opmaak worden de rekeningen van de Hoge Raad nagezien door twee commissarissen der rekeningen, die worden aangeduid door en uit de Algemene Vergadering van de leden. Daartoe voeren zij een grondig nazicht uit van de boekhoudkundige stukken. Daarna wordt de boekhouding ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering. Het Rekenhof heeft een permanente controlebevoegdheid op de rekeningen van de HRJ, die zij uitvoert in opdracht van de Kamer.

JAARVERSLAG 2012. Hoge Raad voor de Justitie

JAARVERSLAG 2012. Hoge Raad voor de Justitie JAARVERSLAG 2012 Hoge Raad voor de Justitie 3 INHOUD Inleiding... 3 Jaar van de vernieuwing... 3 HRJ in het kort... 4 Beleid... 5 Beleid in 2012... 6 Project Kennismaken met justitie voor de jeugd...

Nadere informatie

Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice. Jaarverslag 2015

Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice. Jaarverslag 2015 Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Jaarverslag 2015 Jaarverslag 2015 Verslag goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 11 mei 2016 Er bestaat

Nadere informatie

Hoge Raad voor de Justitie. Kerncijfers uit het jaarverslag 2010

Hoge Raad voor de Justitie. Kerncijfers uit het jaarverslag 2010 Hoge Raad voor de Justitie Kerncijfers uit het jaarverslag 2010 2 Inleiding In deze bundel vindt u de voornaamste elementen uit het jaarverslag 2010 van de Hoge Raad voor de Justitie, met betrekking tot

Nadere informatie

Jaarverslag Hoge Raad voor de Justitie

Jaarverslag Hoge Raad voor de Justitie Jaarverslag 2016 Hoge Raad voor de Justitie Jaarverslag 2016 Verslag goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 31 mei 2017 Il existe aussi une version française du présent

Nadere informatie

Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen

Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen Omschrijving van het advocatenkantoor, het bedrijf, de juridische dienst of het notariskantoor: FOD Justitie. Functie Antwerpen : 4. Deze plaatsen vervangen deze

Nadere informatie

INHOUD. Inhoud. Inleiding... 20

INHOUD. Inhoud. Inleiding... 20 JAARVERSLAG 2014 Inhoud 1 INHOUD Inleiding... 2 Beleid... 4 Loopbaan... 12 Examens... 13 Vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage... 13 Examen inzake beroepsbekwaamheid... 14 Mondelinge

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE INLEIDING De HRJ heeft een drievoudige opdracht die sinds 2 augustus 2000 effectief uitgeoefend wordt: Een bepalende rol spelen in het benoemingsbeleid bij de magistratuur, op

Nadere informatie

Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg.

Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg. Parketjurist Een enthousiast beginnend jurist met een analytisch en synthetisch denkvermogen en goede redactionele capaciteiten. Hij/zij werkt resultaatgericht, zowel zelfstandig als in team, en heeft

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek

Gerechtelijk Wetboek Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vter Benoemings- en aanwijzingsprocedure Afdeling I Benoemingen Art. 259ter.

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vter. Benoemings- en aanwijzingsprocedure

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vter. Benoemings- en aanwijzingsprocedure Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vter Benoemings- en aanwijzingsprocedure Afdeling I Benoemingen.

Nadere informatie

Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice. Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg.

Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice. Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg. Parketjurist Een enthousiast beginnend jurist met een analytisch en synthetisch denkvermogen en goede redactionele capaciteiten. Hij/zij werkt resultaatgericht, zowel zelfstandig als in team, en heeft

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vter. Benoemings- en aanwijzingsprocedure

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vter. Benoemings- en aanwijzingsprocedure Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vter Benoemings- en aanwijzingsprocedure Afdeling I Benoemingen Art. 259ter.

Nadere informatie

Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek i.v.m. de mandaten en de evaluatie van de korpschefs van de zittende magistratuur.

Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek i.v.m. de mandaten en de evaluatie van de korpschefs van de zittende magistratuur. Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Juni 2015 Ambtshalve advies Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek i.v.m. de mandaten en de evaluatie van de korpschefs van de

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek

Gerechtelijk Wetboek Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vquater De gerechtelijke stage Art. 259octies. 1. De Koning

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI

GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI Benoemingsvoorwaarden en loopbaan van magistraten en het gerechtspersoneel

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Aanhef Inhoudstafel Franstalige versie Raad van State belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving Titel 9 MAART 2001. - Koninklijk besluit

Nadere informatie

Jaarverslag Hoge Raad voor de Justitie. Sophie Voituron - «Bruxelles - Les salles de décision».

Jaarverslag Hoge Raad voor de Justitie. Sophie Voituron - «Bruxelles - Les salles de décision». Jaarverslag 2017 Hoge Raad voor de Justitie Sophie Voituron - «Bruxelles - Les salles de décision». Jaarverslag 2017 Verslag goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op

Nadere informatie

GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI

GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI Benoemingsvoorwaarden en loopbaan van magistraten en het gerechtspersoneel

Nadere informatie

I. Mobiliteit binnen de rechterlijke macht.

I. Mobiliteit binnen de rechterlijke macht. BIJLAGE BIJ HET ADVIES VAN DE ADVIESRAAD VAN DE MAGISTRATUUR GOEDGEKEURD TIJDENS DE ALGEMENE VERGADERING VAN 26 OKTOBER 2009 I. Mobiliteit binnen de rechterlijke macht. Krachtens artikel 151 4, van de

Nadere informatie

GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI

GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI Benoemingsvoorwaarden en loopbaan van magistraten en het gerechtspersoneel

Nadere informatie

21 MEI Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen.

21 MEI Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen. 21 MEI 1965. - Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen. HOOFDSTUK II. - Toezicht Afdeling 1. - Algemene bepaling

Nadere informatie

Hoge Raad voor de Justitie. Conseil Supérieur de la Justice

Hoge Raad voor de Justitie. Conseil Supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzake de benoemingsprocedure van magistraten (Parl. St. Kamer 2002-2003, nr. 50/2248/001)

Nadere informatie

Jaarverslag Hoge Raad voor de Justitie. Sophie Voituron - «Bruxelles - Les salles de décision».

Jaarverslag Hoge Raad voor de Justitie. Sophie Voituron - «Bruxelles - Les salles de décision». Jaarverslag 2018 Hoge Raad voor de Justitie Sophie Voituron - «Bruxelles - Les salles de décision». Jaarverslag 2018 Verslag goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op

Nadere informatie

GERECHTELIJK WETBOEK

GERECHTELIJK WETBOEK Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie GERECHTELIJK WETBOEK HOOFDSTUK Vquinquies De evaluatie van magistraten Afdeling I Algemene

Nadere informatie

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016)

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016) NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) 2016-1 (27/07/2016) Potpourri IV - Wetsontwerp van 15 juli 2016 tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende

Nadere informatie

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F.

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F. Rolnummer 5489 Arrest nr. 155/2012 van 20 december 2012 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 15 van de wet van 19 juli 2012 betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement

Nadere informatie

Rolnummer 1361. Arrest nr. 83/99 van 15 juli 1999 A R R E S T

Rolnummer 1361. Arrest nr. 83/99 van 15 juli 1999 A R R E S T Rolnummer 1361 Arrest nr. 83/99 van 15 juli 1999 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 21, 1, tweede lid, van de wet van 18 juli 1991 tot wijziging van de voorschriften van het

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vbis. Hoge Raad voor de Justitie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vbis. Hoge Raad voor de Justitie Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vbis Hoge Raad voor de Justitie Afdeling I Samenstelling Art. 259bis1.

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vquater. De gerechtelijke stage

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vquater. De gerechtelijke stage Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vquater De gerechtelijke stage Art. 259octies. [1 1. De kandidaten die zich voor het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke

Nadere informatie

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie en tot omvorming van het auditcomité van de Vlaamse Gemeenschap tot het

Nadere informatie

H O G E R A A D V O O R D E J U S T I T I E C O N S E I L S U P E R I E U R D E L A J U S T I CE

H O G E R A A D V O O R D E J U S T I T I E C O N S E I L S U P E R I E U R D E L A J U S T I CE H O G E R A A D V O O R D E J U S T I T I E C O N S E I L S U P E R I E U R D E L A J U S T I CE IJzerenkruisstraat 67 Rue de la Croix de Fer 1000 Brussel - Bruxelles Tel. 02 535 16 16 - Fax 02 535 16

Nadere informatie

Krokusplan. Projectenplan van de Hoge Raad voor de Justitie. Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice

Krokusplan. Projectenplan van de Hoge Raad voor de Justitie. Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Krokusplan Projectenplan 2017 2020 van de Hoge Raad voor de Justitie Goedgekeurd door de Algemene Vergadering op 26 januari 2017 Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Januari 2017

Nadere informatie

Verenigde Benoemings- en Aanwijzingscommissie

Verenigde Benoemings- en Aanwijzingscommissie Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Verenigde Benoemings- en Aanwijzingscommissie Jaarverslag 2000 31 juli 2002 Inhoudstafel I. INLEIDING...3 1. BEKWAAMHEIDSEXAMEN EN VERGELIJKEND

Nadere informatie

RAAD VAN STATE TITEL II. - BEVOEGDHEID VAN DE AFDELING WETGEVING

RAAD VAN STATE TITEL II. - BEVOEGDHEID VAN DE AFDELING WETGEVING RAAD VAN STATE Art. 2 TITEL II. - BEVOEGDHEID VAN DE AFDELING WETGEVING 1. De afdeling wetgeving dient van beredeneerd advies over de tekst van alle ontwerpen of voorstellen van wet, van decreet en van

Nadere informatie

Rolnummer 4151. Arrest nr. 80/2007 van 16 mei 2007 A R R E S T

Rolnummer 4151. Arrest nr. 80/2007 van 16 mei 2007 A R R E S T Rolnummer 4151 Arrest nr. 80/2007 van 16 mei 2007 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de wet van 31 januari 2007 inzake de gerechtelijke opleiding en tot oprichting van het Instituut

Nadere informatie

DEONTOLOGIE TITEL 1. ALGEMENE BEPALING. Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. TITEL 2.

DEONTOLOGIE TITEL 1. ALGEMENE BEPALING. Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. TITEL 2. DEONTOLOGIE Wet van 6 januari 2014 houdende oprichting van een Federale Deontologische Commissie en houdende de Deontologische Code voor de openbare mandatarissen 1 TITEL 1. ALGEMENE BEPALING Artikel 1

Nadere informatie

DEONTOLOGIE. Wet van 6 januari 2014 houdende oprichting van een Federale Deontologische Commissie 1 TITEL 1. ALGEMENE BEPALING.

DEONTOLOGIE. Wet van 6 januari 2014 houdende oprichting van een Federale Deontologische Commissie 1 TITEL 1. ALGEMENE BEPALING. DEONTOLOGIE Wet van 6 januari 2014 houdende oprichting van een Federale Deontologische Commissie 1 TITEL 1. ALGEMENE BEPALING Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van

Nadere informatie

Publicatie : Numac :

Publicatie : Numac : pagina 1 van 5 NL einde FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Publicatie : 2017-01-30 Numac : 2017010289 Rechtbank van eerste aanleg Leuven. - Kabinet van de voorzitter Beschikking tot vaststelling van het

Nadere informatie

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2006

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2006 Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2006 Goedgekeurd door de algemene vergadering op 30 mei 2007 INHOUDSTAFEL DEEL 1 : INSTITUTIONELE ASPECTEN...

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

REGLEMENT BETREFFENDE DE SAMENSTELLING VAN HET BUREAU VAN DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

REGLEMENT BETREFFENDE DE SAMENSTELLING VAN HET BUREAU VAN DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE REGLEMENT BETREFFENDE DE SAMENSTELLING VAN HET BUREAU VAN DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE 1. INLEIDING Het bureau van de Hoge Raad voor de Justitie (hierna «Raad» genoemd) wordt stapsgewijs opgericht in

Nadere informatie

RAAD VAN STATE. Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis)

RAAD VAN STATE. Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis) RAAD VAN STATE Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis) TITEL II. BEVOEGDHEID VAN DE AFDELING WETGEVING Art. 2 1. De afdeling wetgeving

Nadere informatie

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten Ontwerp

Nadere informatie

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2005

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2005 Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2005 Goedgekeurd door de algemene vergadering op 28 juni 2006 INHOUDSTAFEL DEEL 1 : INSTITUTIONELE ASPECTEN...

Nadere informatie

Organisatie van de rechtspraak - België

Organisatie van de rechtspraak - België Organisatie van de rechtspraak - België c) Nadere bijzonderheden over de rechterlijke instanties 1. Vredegerecht De vrederechter is de rechter die het dichtst bij de burgers staat. Hij wordt overeenkomstig

Nadere informatie

Ieder advocaat stelt vrij zijn jaarlijks vormingsprogramma samen. Het volgen van activiteiten van permanente vorming levert punten op.

Ieder advocaat stelt vrij zijn jaarlijks vormingsprogramma samen. Het volgen van activiteiten van permanente vorming levert punten op. ORDE VAN VLAAMSE BALIES REGLEMENT INZAKE PERMANENTE VORMING Artikel 1 Permanente vorming is een deontologische plicht voor ieder advocaat. Permanente vorming in de zin van dit reglement betekent zich op

Nadere informatie

(4-606) 1. Huidige benoemingsregeling voor de referendarissen bij het Hof van Cassatie en mogelijke overstap naar de magistratuur

(4-606) 1. Huidige benoemingsregeling voor de referendarissen bij het Hof van Cassatie en mogelijke overstap naar de magistratuur Wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 187bis, 191bis en 194bis Ger. W. met betrekking tot het statuut van de referendarissen bij het Hof van Cassatie (4-606) Inleiding Het wetsvoorstel tot wijziging

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 JANUARI 2016 C.14.0237.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0237.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE GENT, met kantoor te 9000 Gent, Savaanstraat 11/101, eiser, tegen V. S., verweerster,

Nadere informatie

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1659 Datum van uitspraak 20 juni 2019 Naam van de beklaagde Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000656 Notitienummer parket rechtbank

Nadere informatie

OMZENDBRIEF Nr. 161 (rev. 1)

OMZENDBRIEF Nr. 161 (rev. 1) 1000 Brussel, 7 november 2011 Waterloolaan, 115 Tel. : 02/ 552.25.42 Fax : 02 / 552.27.63 Federale Overheidsdienst Justitie --- Directoraat-generaal rechterlijke organisatie --- Dienst personeelszaken

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 20 januari 2003 betreffende het programma, de voorwaarden en de examenjury voor het praktisch bekwaamheidsexamen van de erkende boekhouders en erkende boekhouders-fiscalisten Bron

Nadere informatie

Hoofdstuk IV. De gemeenschappen en de gewesten Afdeling I. De organen. Afdeling III. De bevoegdheden

Hoofdstuk IV. De gemeenschappen en de gewesten Afdeling I. De organen. Afdeling III. De bevoegdheden Afdeling III. De bevoegdheden Art. 105. De Koning heeft geen andere macht dan die welke de Grondwet en de bijzondere wetten, krachtens de Grondwet zelf uitgevaardigd, hem uitdrukkelijk toekennen. Art.

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016

Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016 Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016 Artikel 1 Dit huishoudelijk reglement bepaalt de werking en de nadere regels volgens dewelke de Federale

Nadere informatie

KB ADMINISTRATIEF en GELDELIJK STATUUT AMBULANCIERS

KB ADMINISTRATIEF en GELDELIJK STATUUT AMBULANCIERS Administratief statuut: Delegatie mogelijk Administratief statuut: Delegatie onmogelijk Art 2. De raad kan beslissen opdrachten van dringende geneeskundige hulpverlening in de zin van artikel 11, 1, 2

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MAART 2015 F.14.0021.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0021.N RENT AND VENDING nv, met zetel te 9930 Zomergem, Oude Staatsbaan 10/A, eiseres, met als raadsman mr. Bart Coopman, advocaat

Nadere informatie

Dienstorder Nr Het Departement Aankoopcentrale zoekt een directeur voor de Cel Overheidsopdrachten

Dienstorder Nr Het Departement Aankoopcentrale zoekt een directeur voor de Cel Overheidsopdrachten Stad Brussel Departement Personeel Dienstorder Nr 6478 Ville de Bruxelles Département Personnel Het Departement Aankoopcentrale zoekt een directeur voor de Cel Overheidsopdrachten Het College heeft, in

Nadere informatie

DE LARCIER WETBOEKEN. Deel I. Burgerlijk en Gerechtelijk Recht

DE LARCIER WETBOEKEN. Deel I. Burgerlijk en Gerechtelijk Recht DE LARCIER WETBOEKEN Deel I Burgerlijk en Gerechtelijk Recht Gerechtelijk Wetboek Ger. W. p. 226 GERECHTELIJK WETBOEK p. 210 Ger. W. Art. 40 volledig vervangen Art. 40. Ten aanzien van hen die in België

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vbis. Hoge Raad voor de Justitie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vbis. Hoge Raad voor de Justitie Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vbis Hoge Raad voor de Justitie Afdeling I Samenstelling. Art.

Nadere informatie

Benoeming van de griffier

Benoeming van de griffier Benoeming van de griffier De voorzitter. De griffier heeft ons laten weten dat hij van zijn taak wenst te worden ontheven. Wij moeten dus overgaan tot de benoeming van een nieuwe griffier. Het Bureau heeft

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 MAART 2015 P.14.1796.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1796.F PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE LUIK, tegen A. S., Mr. Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van Cassatie. I.

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement. bedoeld in artikel 23 h van de Rijksoctrooiwet zoals gewijzigd per 1 juni Artikel 1 - Zetel van de Orde

Huishoudelijk reglement. bedoeld in artikel 23 h van de Rijksoctrooiwet zoals gewijzigd per 1 juni Artikel 1 - Zetel van de Orde Huishoudelijk reglement bedoeld in artikel 23 h van de Rijksoctrooiwet 1995 zoals gewijzigd per 1 juni 2014 Artikel 1 - Zetel van de Orde De Orde van Octrooigemachtigden is gevestigd te Den Haag. Artikel

Nadere informatie

1 MAART 2000. - Wet tot oprichting van een Instituut voor bedrijfsjuristen.

1 MAART 2000. - Wet tot oprichting van een Instituut voor bedrijfsjuristen. 1 MAART 2000. - Wet tot oprichting van een Instituut voor bedrijfsjuristen. ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen

Nadere informatie

Reglement voor toelating tot het eerste jaar van de Basiscyclus in gemeentelijk management

Reglement voor toelating tot het eerste jaar van de Basiscyclus in gemeentelijk management Reglement voor toelating tot het eerste jaar van de Basiscyclus in gemeentelijk management 1. OPROEP TOT KANDIDATUREN Artikel 1 Voor de toepassing van dit reglement krijgen de volgende termen de hierna

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 JUNI 2012 C.11.0735.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0735.N BELGISCHE STAAT, minister van Binnenlandse Zaken, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen A. D. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

over de bepalingen van het wetsontwerp Potpourri V met betrekking tot het lot van de korpschefs na het einde van hun mandaat

over de bepalingen van het wetsontwerp Potpourri V met betrekking tot het lot van de korpschefs na het einde van hun mandaat Ambtshalve advies over de bepalingen van het wetsontwerp Potpourri V met betrekking tot het lot van de korpschefs na het einde van hun mandaat Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2019 P.18.0422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr P.18.0422.N A M G M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen en het koninklijk besluit

Nadere informatie

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Gelet op artikel 128, 1, van de Grondwet; Gelet op de bijzondere

Nadere informatie

Verkiezing van de leden van de. Adviesraad van de magistratuur

Verkiezing van de leden van de. Adviesraad van de magistratuur Verkiezing van de leden van de Adviesraad van de magistratuur 2 februari 2018 DEEL 1 : DE HUIDIGE ADVIESRAAD VAN DE MAGISTRATUUR I. Inleiding De Adviesraad van de magistratuur werd bij wet van 8 maart

Nadere informatie

Orde van Vlaamse Balies

Orde van Vlaamse Balies Orde van Vlaamse Balies www.advocaat.be Koningsstraat 148 B 1000 Brussel T +32 (0)2 227 54 70 F +32 (0)2 227 54 79 info@advocaat.be REGLEMENT BETREFFENDE DE BEROEPSOPLEIDING HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN Artikel

Nadere informatie

Reglement voor het toelatingsexamen van accountant en/of belastingconsulent

Reglement voor het toelatingsexamen van accountant en/of belastingconsulent Reglement voor het toelatingsexamen van accountant en/of belastingconsulent 1. Algemeenheden 1.1. Het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten, afgekort IAB, dient overeenkomstig artikel

Nadere informatie

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven.

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven. HOOFDSTUK 1 Geestelijke gezondheidszorg-beroepen Afdeling 1 Wijziging van de wet van 4 april 2014 tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr.78

Nadere informatie

PROCEDUREREGLEMENT. Raad van de. Versie

PROCEDUREREGLEMENT. Raad van de. Versie PROCEDUREREGLEMENT Nederlandstalige Gewestelijke Raad van de Orde der Dierenartsen (NGROD) Versie 12.04.2016 Driekoningenplein 12, 9820 Merelbeke Tel.: 09 225.58.18 E-mail: info@ordederdierenartsen.be

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsregels

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsregels Samenvatting Maatschappijleer Rechtsregels Samenvatting door J. 867 woorden 25 mei 2013 6,8 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer dit is een gedragsregel die nageleefd moet worden, deze is afdwingbaar

Nadere informatie

Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice

Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Meerjarenplan 2005-2008 van de Hoge Raad voor de Justitie Goedgekeurd door de algemene vergadering Op 26 januari 2005 Aangepast door de algemene

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 370 Besluit van 13 september 2000 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding ontvangen op 15/03/2012;

Gelet op de aanvraag van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding ontvangen op 15/03/2012; 1/7 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 37/2012 van 9 mei 2012 Betreft: aanvraag van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding om het identificatienummer van het Rijksregister te

Nadere informatie

Advies van de Verenigde Benoemingscommissies voor het Notariaat

Advies van de Verenigde Benoemingscommissies voor het Notariaat Advies van de Verenigde Benoemingscommissies voor het Notariaat over het aantal in 2015 te benoemen kandidaat-notarissen, per taalrol DE VERENIGDE BENOEMINGSCOMMISSIE VOOR HET NOTARIAAT, werden bij brief

Nadere informatie

Internationale samenwerking in strafzaken (basisopleiding)

Internationale samenwerking in strafzaken (basisopleiding) Internationale samenwerking in strafzaken (basisopleiding) ref.: INT-044 Doelgroep Tweedejaars gerechtelijke stagiairs (voor wie deze opleiding verplicht is) Magistraten van de parketten van eerste aanleg

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 JUNI 2011 P.11.0494.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0494.N I A. O. B. C., beklaagde, eiser. II CONSULTING & PROSPECTION INTERNATIONAL nv, met zetel te 2000 Antwerpen, Tabaksvest 95/5,

Nadere informatie

Gespecialiseerde opleiding voor stagemeesters

Gespecialiseerde opleiding voor stagemeesters Gespecialiseerde opleiding voor stagemeesters ref.: SPE-092 Doelgroep Sessies 1 (voormiddag) en 2: - beginnende of toekomstige stagemeesters, die nog geen eerdere editie van deze opleiding hebben gevolgd

Nadere informatie

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : DECREET houdende de controle op de communicatie van de Vlaamse overheid Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschaps-

Nadere informatie

CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN. Huishoudelijk reglement van de commissie 1

CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN. Huishoudelijk reglement van de commissie 1 CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN Huishoudelijk reglement van de commissie 1 TITEL I UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEDEN MET BETREKKING TOT DE CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel

Nadere informatie

Administratieve geldboetes

Administratieve geldboetes Administratieve geldboetes www.luchtvaartpolitie-oostende.be HOOFDSTUK III. - Administratieve geldboeten Art. 45.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2015 C.14.0195.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0195.F 1. S. D., 2. R. D., 3. J. D., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BROUWERIJ HAACHT nv, Mr.

Nadere informatie

CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN. Statuten van de commissie 1. Artikel 1

CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN. Statuten van de commissie 1. Artikel 1 CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN Statuten van de commissie 1 Artikel 1 Voor de toepassing van deze statuten moet worden verstaan onder: 1 de wet: de wet van

Nadere informatie

REGLEMENT VAN ORDE VAN DE COMMISSIE ZORGVULDIG BESTUUR

REGLEMENT VAN ORDE VAN DE COMMISSIE ZORGVULDIG BESTUUR REGLEMENT VAN ORDE VAN DE COMMISSIE ZORGVULDIG BESTUUR TITEL 1. Definities Artikel 1. Voor de toepassing van het reglement van orde wordt verstaan onder: 1 het decreet: het decreet van 13 juli 2001 betreffende

Nadere informatie

MEERJARENPLAN

MEERJARENPLAN Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice MEERJARENPLAN 2012-2016 Goedgekeurd door de algemene vergadering op woensdag 12 december 2012 MEERJARENPLAN 2012 2016 1. Programma-aanpak Met

Nadere informatie

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE EVALUATIE VAN HET EERSTE MANDAAT 2000-2004 INHOUDSTAFEL 1. De selectie en loopbaan van de magistraten optimaliseren...

Nadere informatie

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. Officieuze coördinatie van de wet van 26 juni 2004 tot uitvoering en aanvulling van de wet van 2 mei 1995 betreffende de verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen, alsmede een vermogensaangifte

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Rolnummer 1924 Arrest nr. 81/2001 van 13 juni 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het

Nadere informatie

10 MEI 2007. - Wet betreffende de transseksualiteit

10 MEI 2007. - Wet betreffende de transseksualiteit FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 10 MEI 2007. - Wet betreffende de transseksualiteit Bron: http://www.ejustice.just.fgov.be/doc/rech_n.htm nummer document: 2007009570 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde en de registratie als zorgkundige DE

Nadere informatie

Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit

Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit (BS 11 juli 2007) Hoofdstuk I Algemene bepaling Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Hoofdstuk Il

Nadere informatie

Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Inleiding Krachtens de welzijnswet dient elke werkgever een interne dienst voor preventie en bescherming op

Nadere informatie

DE WERVING, SELECTIE, INITIËLE OPLEIDING EN LOOPBAAN VAN MAGISTRATEN IN BELGIË EN IN ENKELE ANDERE LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE DIVERSITEIT TROEF

DE WERVING, SELECTIE, INITIËLE OPLEIDING EN LOOPBAAN VAN MAGISTRATEN IN BELGIË EN IN ENKELE ANDERE LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE DIVERSITEIT TROEF Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice NOTA DE WERVING, SELECTIE, INITIËLE OPLEIDING EN LOOPBAAN VAN MAGISTRATEN IN BELGIË EN IN ENKELE ANDERE LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE DIVERSITEIT

Nadere informatie