Nota van antwoord. Reacties op zienswijzen. Ontwerp projectplan: Projectplan Ferwerderadiel - Leeuwarderadeel Uitvoeringsmaatregelen

Transcriptie

1 WFN Nota van antwoord Reacties op zienswijzen Ontwerp projectplan: Projectplan Ferwerderadiel - Leeuwarderadeel Uitvoeringsmaatregelen 1. Inleiding Op grond van de inspraakverordening Wetterskip Fryslân heeft het waterschap in de periode van 30 november 2015 t/m 8 janauri 2016 het ontwerp projectplan Projectplan Ferwerderadiel - Leeuwarderadeel Uitvoeringsmaatregelen ter inzage gelegd. In totaal zijn er 8 zienswijzen binnengekomen. Deze worden hierna behandeld. De volgende ingelanden hebben een zienswijze ingediend: Zienswijzen ingediend door: Nr. adres postcode / woonplaats intern kenmerk 1. Piebewei LH, Hallum (WFN ) 2. Aldlansdyk LK, Koarnjum (WFN ) 3. Mariengaarderweg TM, Hallum (WFN ) 4. Aldlansdyk LK, Koarnjum (WFN ) 5. Martenawei PE, Koarnjum (WFN ) 6. Mariengaarderweg TM, Hallum (WFN ) 7. Witewei TB, Stiens (WFN ) 8. Postbus AC, Apeldoorn (WFN ) 2. Inhoud van de zienswijzen Algemeen Het projectplan: Ferwerderadiel Leeuwarderadeel Uitvoeringsmaatregelen, waartegen indieners bedenkingen hebben, heeft tot doel een juridische basis te verkrijgen voor de maatregelen die genomen worden ter verbetering van het watersysteem. De maatregelen zijn gericht op de verbetering van de afwatering, het verbeteren van de ecologische waterkwaliteit en het verminderen van de onderhoudsfrequentie. De aanleg of wijziging van de waterstaatswerken betreft het verbreden van watergangen, vergroten van duikers, aanbrengen en/of verplaatsen van schouwdammen en vervangen en automatiseren van stuwen. Specifiek 2.1 Bewoners: Piebewei 12, 9074 LH, Hallum (WFN ) De zienswijze heeft betrekking op maatregel BI 5 Verbreden en verruimen van het schouwwater in de Noordermieden (projectplan, pagina 6) Indiener vindt herprofilering van het schouwwater, benoemd bij maatregel BI5, niet nodig. Verder geeft indiener aan dat zijn perceel niet toegankelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden om maatregel BI5 uit te voeren. WFN

2 In het projectplan wordt al aangegeven dat verbreding van de bij deze maatregel genoemde schouwwateren nodig is om de waterafvoer uit een laag gelegen gebied, ver verwijderd van gemaal Ald Piip, te verbeteren. In het Watergebiedsplan Ferwerderadiel Leeuwarderadiel vastgesteld door het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân op 15 november 2011, waarop het projectplan is gebaseerd, wordt de maatregel benoemd op pagina 23, idem onder BI5 verbreden en verruimen schouwwatergang in de Noordermieden. Het verzoek van indiener, om zijn perceel kadastraal bekend HLM05G 388, niet te betreden om maatregel BI5 uit te voeren, kan gehonoreerd worden. Voor de werkzaamheden om het schouwwater te herprofileren is het namelijk niet nodig om genoemd perceel te betreden, aangezien het schouwwater langs dit perceel niet wordt hergeprofileerd, behalve ter plaatse van dwarsprofiel 10. Dit is echter minimaal en kan vanaf de wegzijde worden uitgevoerd. Wel dient het schouwwater gebaggerd te worden. Het bestuur honoreert de zienswijze gedeeltelijk. Het schouwwater genoemd bij maatregel BI5 wordt wel verbreed. De betreding van het land van indiener blijft beperkt tot het baggeren van het schouwwater. 2.2 Bewoners: Aldlansdyk 5, 9056 LK, Koarnjum (WFN ) De zienswijze heeft betrekking op maatregel BI 2 Verruimen Coarnjumer Feart, aanbrengen dammen en ophogen maaiveld Indiener vindt dat door de uitvoering van het plan zijn bedrijfsvoering overhoop wordt gehaald. Indiener is het niet eens met de hiervoor geboden schadevergoeding, zoals vermeld in de gebruiksovereenkomst d.d. 1 april De uitvoering van het plan voor indiener betekent dat de kadastraal bekende percelen gemeente Jelsum sectie E de nummers 781, 783, 784, 785, 786, 1029 en 1030 in eigendom van indiener over een bepaalde periode, in overleg met de aannemer gebruikt moeten worden om werkzaamheden samenhangende met maatregel BI 2 uit te kunnen voeren. Dit betekent dat een oppervlakte van ca m 2 in eigendom van indiener tijdelijk in de genoemde periode niet kan worden gebruikt. De vergoeding (schadeloosstelling en gewassenschade- en mestschadevergoeding) wordt conform de Schadevergoedingsregeling Waterstaatswerken Wetterskip Fryslân (verder te noemen: Schadevergoedingsregeling) aan indiener uitbetaald. Aanpassing van het gestelde in het projectplan in hoofdstuk 7 vindt het waterschap dan ook niet nodig Indiener geeft aan dat de in bezit name van zijn land groter is dan de 5% grens die genoemd staat in het projectplan onder hoofdstuk 7.3. Indiener geeft ter onderbouwing aan: U gaat daar bij mij overheen, daarnaast maakt u het voor mij voor langere tijd onmogelijk om het perceel met kadastraal nummer Jelsum E781 en Jelsum E 783 te beweiden met mijn melkkoeien. In de toegang van dat perceel maakt u immers een 'verse kade' en daarachter wilt u nog een werkterrein. Het deel van het perceel dat dan rest, is bovendien te klein voor mijn koppel koeien. Dit perceel kan ik voor langere tijd niet inzetten voor beweiding met mijn melkkoeien. De totale oppervlakte, die dan door uw werkzaamheden wordt beïnvloed bedraagt dan 3,3260 ha, dit is 24 procent van mijn huiskavel! Ook al worden de werkzaamheden in de winter uitgevoerd om de overlast te beperken, dan nog beïnvloedt u mijn beweidingsregime negatief. Ik ga er vanuit dat de gronden opnieuw ingezaaid moeten worden en op basis daarvan concludeer ik dat de gronden in het groeiseizoen minimaal 3 maanden niet volledig te gebruiken zijn. WFN Pagina 2 van 18

3 Ik wil naast de vergoeding voor de door het Wetterskip gebruikte oppervlakte, een fatsoenlijke vergoeding voor de overlast op mijn dagelijkse bedrijfsvoering. Ik stel voor dat u de weidepremie van FrieslandCampina vergoedt. De enige manier om de overlast te beperken, is de koeien op te stallen zolang ik de bovengenoemde gronden niet volledig kan gebruiken. Als tweede punt wil ik de Melkveewet onder de aandacht brengen. U stelt dat het waterschap onderzocht en geconcludeerd heeft dat er door het vergraven van het schouwpad geen situaties zijn waarvoor conform artikel 7.4 van de Waterwet sprake is dat de schade redelijkerwijs niet ten laste komt van rechthebbenden. Ik wil u wijzen op een nieuwe ontwikkeling. In 2016 treedt de Melkveewet in werking. Alle grond die een melkveebedrijf kwijtraakt t.o.v. het referentiejaar 2014 dient aangevuld te worden met vervangende grond, anders moet de betreffende melkveehouder zijn veestapel inkrimpen. Dit laatste is voor mij van toepassing, als u het schouwpad vergraaft! Welke oplossing heeft u hiervoor in gedachten? Het schouwpad dat vergraven wordt, is eigendom van Wetterskip Fryslân. De indiener raakt geen eigen grond kwijt. Voor zowel definitieve als tijdelijke in bezit name verstrekt het waterschap een vergoeding die gebaseerd is op de Schadevergoedingsregeling. In de rechtspraak (Raad van State, uitspraak /1/2, datum: 2 december 2015) is bevestigd dat de werkwijze van het waterschap om normbedragen te hanteren, vermeld in de Schadevergoedingsregeling, voor het vaststellen van vergoedingen in verband met schade als gevolg van aanleg of wijziging van waterstaatswerken, niet onredelijk is. De omstandigheden die indiener noemt, namelijk: aanleg van een verse kade, daarachter een werkterrein, terrein kan langere tijd niet ingezet worden voor beweiding, aanpassing Melkveewet in 2016, zijn geen redenen om het schadevergoedingsbedrag hoger te stellen dan het geformuleerde in de Schadevergoedingsregeling. Het waterschap ziet geen reden om de weidepremie van Friesland Campina aan indiener te vergoeden. De te verstrekken gewassenschade- en de mestschadevergoeding acht het waterschap toereikend ook voor wat betreft eventuele schade die indiener ondervindt wegens het mislopen van de premie die Friesland Campina anders aan indiener zou vergoeden en eventuele schade die indiener lijdt als gevolg van de te wijzigen Melkveewet. Voor het laatste onderdeel van de zienswijze meldt het waterschap dat de te vergraven grond in verband met het verbreden van wateren plaatsvindt op gronden in eigendom van het waterschap. Het eventuele nadeel dat indiener ondervindt als hij minder grond kan opgeven, wordt naar de mening van het waterschap voldoende gecompenseerd door het voordeel dat indiener heeft gehad door gebruik te kunnen maken van grond dat in eigendom van het waterschap is. Zie hiervoor de motivatie zoals dat vermeld staat in onderdeel 7.1 onder punt 4 (pagina 9) van het projectplan. De schade die indiener meldt wordt besproken tijdens het afsluiten van de gebruiksovereenkomst. Op basis van de dan verkregen informatie maakt het waterschap een afweging of deze schade voor vergoeding in aanmerking komt. Indien minnelijke overeenstemming hierover niet bereikt wordt, stelt het waterschap een apart schadebesluit vast. Voor het overige geldt het gestelde in de laatste alinea vermeld onder hoofdstuk 7.3 van het projectplan. Indiener kan eventueel een aanvullend verzoek om schadevergoeding indienen op basis van artikel 7.14 Waterwet Indiener vraagt aan welke kant van de vaart de bagger gedeponeerd wordt. : Voor het baggeren van het hoofdwater bij de dwarsprofielen 1 t/m 3, benoemd op de overzichtstekening, bijlage 2, behorend bij het projectplan, zal de baggerspecie aan de westzijde van de vaart gedeponeerd worden. Conform de WFN Pagina 3 van 18

4 Schadevergoedingsregeling Waterstaatswerken ontvangt indiener hiervoor een vergoeding. Dit wordt indiener, na het uitgevoerde werk, bekend gemaakt bij besluit. Tegen dit besluit staat rechtsbescherming open. Het betreft hier een informatieve vraag. Het wel of niet honoreren van deze zienswijze is niet van toepassing Indiener mist in het plan, het kadaster om te bepalen waar de gerechtigheden van het Wetterskip eindigen. Op de overzichtstekening vermeld in bijlage 2 van het projectplan wordt inzichtelijk gemaakt de kadastrale eigendomsgrenzen, inclusief het eigendom van het waterschap. Bovendien wordt voorafgaande het werk, met behulp van GPS, de eigendomsgrenzen uitgezet. Op deze wijze wordt ook voor indiener inzichtelijk gemaakt waar de eigendomsgrenzen zich bevinden. Het betreft hier een informatieve vraag. Het wel of niet honoreren van deze zienswijze is niet van toepassing Indiener vraagt of er een nulmeting plaatsvindt voordat de werkzaamheden plaatsvinden. Dit om te kunnen bepalen of de schade volledig hersteld wordt. Het is gebruikelijk voorafgaande het werk dat de aannemer een nulmeting uitvoert van de locaties en aanvoerroutes waar hij gebruik van maakt. Uitgangspunt is echter geen volledige schadevergoeding. Zie hiervoor het gestelde onder de beantwoording van zienswijze Mocht echter blijken dat er na uitvoering van het werk sprake is van structuurschade dan komt deze nog voor vergoeding in aanmerking. Uitgangspunt voor het bepalen van de hoogte van deze schade is gebaseerd op het normbedrag vermeld in de Schadevergoedingsregeling. Schade als gevolg van beschadigingen aan eigendommen (onrechtmatige daad) komt ten laste van de aannemer. Het betreft hier een informatieve vraag. Het wel of niet honoreren van deze zienswijze is niet van toepassing Indiener wil een clausule in de overeenkomst over vervolgschade. Dit voor de situatie dat de schade niet binnen één groeiseizoen is hersteld. : Het waterschap ziet geen reden om een dergelijke clausule op te nemen in de gebruiksovereenkomst die ter afhandeling van de schade wordt afgesloten met een rechthebbende. Bij het vaststellen van de gewassenschadevergoeding, die berekend wordt conform de staffel vermeld in artikel 2 lid 3 van de Schadevergoedingsregeling, wordt in voldoende mate rekening gehouden met het groeiseizoen waarbinnen indiener schade ondervindt. Mocht indiener vinden dat hij ondanks de belangenafweging onevenredige schade heeft geleden als gevolg van het besluit (projectplan) dan kan hij op basis van artikel 7.14 Waterwet een verzoek tot schadevergoeding indienen bij het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân (zie hiervoor ook 7.3 onder punt 2 van het projectplan). WFN Pagina 4 van 18

5 2.2.7 Indiener maakt kenbaar dat hij in 2016 nog m³ bagger van de werkzaamheden van het Wetterskip uit 2015 moet verwerken. De beperkingen die daaruit voortvloeien zijn voor mij als indiener dit jaar (2016) meer dan voldoende. De omstandigheid dat indiener baggerspecie heeft ontvangen, als gevolg van door het waterschap in 2015 uitgevoerde baggerwerk, staat los van het bestreden besluit (projectplan). De verplichting in verband met deze ontvangst vloeit voort uit artikel 5.23 lid 2 Waterwet (ontvangstplicht specie en maaisel voor rechthebbenden). Voor het baggerwerk, uitgevoerd in 2015, heeft het waterschap aan indiener een vergoeding verstrekt in verband met de ontvangst van baggerspecie, op basis van de Schadevergoedingsregeling. Ook wegens de ontvangst van het baggerwerk benoemd in het projectplan wordt aan indiener schadevergoeding toegekend. Het Wetterskip ziet dan ook niet af van de in het projectplan beoogde baggerwerkzaamheden, omdat indiener nog baggerspecie moet verwerken als gevolg van baggerwerk uit Het betreft hier een informatieve vraag. Het wel of niet honoreren van deze zienswijze is niet van toepassing. 2.3 Bewoners: Mariengaarderweg 47, 9047 TM, Hallum Zienswijze heeft betrekking op maatregel BI 13 Verbreden en verdiepen Hijumer Feart Indiener heeft bezwaar tegen het verbreden van de Hijumer Feart, omdat het aangrenzende perceel te smal wordt om te bewerken. Dit ook omdat de verbreding plaatsvindt over een lengte van 750 m. : De Hijumer Feart wordt aan beide zijden met 1,5 m verbreed. Het perceel van indiener is langs deze vaart vóór het werk is m breed en wordt aldus ca. 60,5 70,5 m breed. Deze afname komt procentueel overeen met 2,5%. Deze afname is naar het oordeel van het waterschap een dusdanig geringe versmalling dat het de bewerking niet beïnvloedt Indiener maakt kenbaar dat hij bezwaar heeft dat het onderhoud aan het water in de toekomst gaat veranderen. Tot nu toe vindt het onderhoud plaats met een maaiboot. Medewerkers van het waterschap hebben echter kenbaar gemaakt dat voor het vervolg het onderhoud vanaf de kant gaat plaatsvinden. Gezien de gewassen die indiener verbouwt, anders voor beweiding, lijdt hij dan veel schade. De wijze waarop het onderhoud van het water plaatsvindt, maakt geen onderdeel uit van het bestreden besluit. Deze zienswijze wordt dan ook in het kader van de besluitvorming van het projectplan niet meegewogen. Het waterschap heeft overigens de bevoegdheid behoudens fysieke belemmeringen het onderhoud te verrichten op het eigendom van aanliggende eigenaren aan hoofdwateren, op basis van artikel 5.23 lid 1 Waterwet (gedogen van onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan waterstaatswerken). Het betreft hier een informatieve vraag. Het wel of niet honoreren van deze zienswijze is niet van toepassing WFN Pagina 5 van 18

6 Indiener heeft bezwaar over de benoemde maatvoering van de duikers, met name voor wat betreft de duikers die in de dammen worden aangelegd. Indiener wenst dat er duikers komen met een grotere diameter. 315 mm is een standaard diameter voor duikers onder (schouw)dammen die op hoofdwateren uitkomen die voldoende is om een norm bui af te voeren Indiener meldt zijn ongenoegen over het zoveelste project in zijn gemeente (Vijfhuizen, Elfstedenproject). Verder voelt indiener zich niet serieus genomen, aangezien hij nog geen overeenstemming heeft met het Wetterskip inzake de afhandeling van dit project met betrekking tot de grond. Het waterschap begrijpt het ongenoegen dat indiener ondervindt als gevolg van meerdere projecten die plaatsgevonden hebben en zullen plaats vinden op zijn eigendom. De benoemde projecten dienen echter verschillende doelen en kennen verschillende partijen, planningen en financieringsstromen. Voorts is overeenstemming met het waterschap over de wijze waarop in bezit name plaatsvindt van gronden om de waterstaatswerken aan te leggen of te wijzigen geen voorwaarde voor het vaststellen van een projectplan. Het waterschap regelt de afspraken over het vergoeden van schade wegens de in bezit name van gronden in een gebruiksovereenkomst. Als deze overeenstemming niet bereikt wordt zal het waterschap een schadevergoedingsbesluit (eventueel in combinatie met een gedoogbeschikking) vaststellen waarin rechtsbescherming geboden wordt. 2.4 Bewoners: Aldlansdyk 9, 9056 LK, Koarnjum Zienswijze heeft betrekking op maatregel BI 2 Verruimen Coarnjumer Feart en aanbrengen dammen en ophogen maaiveld Indiener heeft bezwaar tegen de te vergraven breedte van het water. Hierdoor ontstaat ter plaatse van de dwarsprofielen 20 tot en met 22 een sloot van 9,5 meter breed, wat te breed wordt gevonden. Hierdoor wordt de hoeveelheid te ontvangen hekkelspecie/riet ook meer volgens de eigenaar. Daarnaast ontstaat er blijvende schade als gevolg van het verkleinen van de plaatsingsruimte ten aanzien van de mestwet. De maatregelen die genomen worden, dienen om het waterbeheer te verbeteren. Deze maatregelen zijn gericht op de verbetering van de afwatering, het verbeteren van de ecologische waterkwaliteit en het verminderen van de onderhoudsfrequentie. Het waterschap verwacht dan ook met het verbreden van het water een kleinere belasting voor wat betreft betreding van onderhoudsmaterieel voor rechthebbenden, dan in de huidige situatie. De grond die vergraven wordt is eigendom van Wetterskip Fryslân. De indiener raakt geen eigen grond kwijt. Voor het overige verwijst het waterschap naar de beantwoording bij zienswijze WFN Pagina 6 van 18

7 2.4.2 Indiener verwacht dat het onderhoud niet minder wordt door verbreding van de vaart. Het is volgens indiener een illusie van het waterschap dat het onderhoud minder wordt. Door verbreding van de vaart ontstaat er een groter doorstroomprofiel. Dit betekent dat de water aan- en afvoer beter gewaarborgd is. Naar verwachting is hierdoor het tot op heden uitgevoerde zomeronderhoud (hekkelen) niet meer nodig. De frequentie van het uit te voeren onderhoud vermindert, inclusief de wegvallende last die indiener tot op heden ondervindt van het uit te voeren zomeronderhoud, voor het ontvangen van hekkelspecie Indiener vindt het voorgestelde taludprofiel van 1:2 te steil, bijvoorbeeld ter plaatse van dwarsprofiel 17. Een flauwer talud heeft de voorkeur, zodat koeien beter uit de sloot kunnen drinken. Het waterschap heeft gekozen voor een taludprofiel van 1:2 voor het gehele traject langs de vaart. Een flauwer talud is technisch gezien niet nodig en neemt meer ruimte(beslag) in Indiener wil dat de kadastrale grens wordt aangehouden bij het vergraven/verruimen van de watergang. Dit is akkoord: het waterschap houdt de kadastrale grenzen aan. Het bestuur honoreert de zienswijze. De kadastrale grenzen worden aangehouden bij het vergraven/verruimen van de watergang benoemt onder maatregel BI Indiener vraagt naar de werkwijze van het inkorten van de drainagebuizen. Deze moeten handmatig worden opgezocht en doorgesneden. Dit mag niet tijdens het vergraven met de kraanbak gebeuren omdat de buizen dan omhoog worden getrokken. Verder wil indiener dat de drainagebuizen inclusief eindbuizen tot net binnen het talud worden ingekort, in verband met maaien en hekkelen. Akkoord. In het bestek wordt opgenomen hetgeen indiener vraagt. Het gevraagde wordt toegevoegd aan hoofdstuk 6 Uitvoering. Het bestuur honoreert de zienswijze. WFN Pagina 7 van 18

8 2.4.6 Indiener vraagt naar de planning van de werkzaamheden. Er moet overleg plaatsvinden wanneer de duiker nr. 51 vervangen wordt en hoelang dit duurt, in verband met de beweiding van de koeien die 2 maal daags over de betreffende dam lopen. De uitvoeringsplanning is nog niet bekend. Zodra de aannemer de werkzaamheden aanvangt zal dit detail met de indiener worden besproken. Het betreft hier een informatieve vraag. Het wel of niet honoreren van deze zienswijze is niet van toepassing Indiener wil bij de nieuwe schouwdam nr. 20, betonliggers gebruiken in plaats van een gronddam. Indiener geeft aan dat hij daarvoor betonliggers wil aanleveren. Als de buren van indiener verklaren dat zij ermee akkoord gaan dat er een betonligger wordt geplaatst in plaats van een groene dam, gronddam, dan zal het waterschap dit verzoek honoreren. Als voorwaarde geldt dan dat de betonliggers om niet aan het waterschap worden verstrekt. Het betreft hier een informatieve vraag. Indiener kan middels een verklaring van de buren kenbaar maken dat er een betonligger wordt geplaatst. Het wel of niet honoreren van deze zienswijze is niet van toepassing Indiener vraagt zich af of één meter breedte tussen het betonpad en de nieuwe insteek van de watergang, bij dwarsprofielen 18 en 19, niet te klein is in verband met de kans dat het betonpad verzakt. Bij dwarsprofiel 18 wordt onder de waterlijn afgegraven, wat volgens indiener niet de afspraak was. De conclusie, 0p basis van een (eenvoudig) stabiliteitsonderzoek, is dat het waterschap hier geen risico s moet nemen. De veiligheidsfactor voldoet in de huidige situatie al niet aan de normaal geldende richtlijnen. Verbreding van de watergang met vermindering van de bermbreedte tot 1 meter, leidt tot meer risico s tot afschuiving van het landbouwpad. Het bestuur honoreert de zienswijze. De situatie aan de zijde van het betonpad wordt niet gewijzigd Indiener geeft aan dat hij belangstelling heeft voor 150 m3 vrijkomende grond. De zienswijze valt buiten het bestek van het bestreden besluit. Het waterschap is eigenaar van de grond, in het bestek wordt opgenomen dat de aannemer zorgt voor de verwerking. Het waterschap meldt het verzoek aan de aannemer. Het is vervolgens aan de aannemer om te bepalen of de grond gebruikt wordt op andere locaties binnen het project of dat de grond aan indiener verstrekt kan worden. Het betreft hier een informatieve vraag. Het wel of niet honoreren van deze zienswijze is niet van toepassing. WFN Pagina 8 van 18

9 WFN Pagina 9 van 18

10 Indiener heeft de voorkeur dat de watergang ter plaatse van de dwarsprofielen 20, 21 en 22 aan de oostkant wordt verbreed, in plaats van aan de westkant zoals in het ontwerp-projectplan staat vermeld, Op deze wijze vindt er geen verstoring plaats van de drainage aan de westkant. Conform verzoek van indiener vindt de verbreding plaats aan de oostkant. Het projectplan wordt aangepast voor hoofdstuk 3 onderdeel BI2. Het bestuur honoreert de zienswijze Indiener geeft aan dat hij geen grondtransporten wil over zijn percelen ten behoeve van het ophogen van percelen van derden. Het waterschap is bevoegd eigendommen te betreden voor het aanleggen of wijzigen van waterstaatswerken. Dit is geregeld in artikel 5.24 Waterwet. Het is aan het waterschap en de aannemer om te bepalen wat de meest doelmatige- en minst belastende rijroute is voor de grondtransporten. De gevraagde toezegging kan dan ook niet aan indiener gegeven worden. De wijze en tijdstip van uitvoering zal tijdig aan de indiener worden voorgelegd. 2.5 Bewoners: Martenawei 4, 9056 PE, Koarnjum (WFN ) Zienswijze heeft betrekking op maatregel BI 2 Verruimen Coarnjumer Feart en aanbrengen dammen en ophogen maaiveld Indiener geeft aan dat hij als gevolg van de verbreding van de vaart schade lijdt in verband met de nieuwe Melkveewet (1). Verder wil indiener vergoeding voor verlies van grond wat hij al 25 jaar in gebruik heeft en waardoor er door verjaring rechten zijn ontstaan (2). Indiener geeft voorts aan dat hij het redelijk vindt als er door het verlies van grond iets ruimte wordt gegeven bij toekomstige dempingen of nieuwbouw, om dan niet volledig te hoeven compenseren (3). Ad. 1 Voor de eventuele schade als gevolg van de invoering van de nieuwe Melkveewet verwijst het waterschap naar de beantwoording onder zienswijze Ad. 2 Het waterschap verwijst indiener hiervoor naar het verwoorde in het projectplan onder hoofdstuk 7.1. Samengevat ziet het waterschap geen reden, naast de al verstrekte vergoeding gebaseerd op de Schadevergoedingsregeling een extra vergoeding aan indiener te verstrekken. Het waterschap maakt verder kenbaar dat van eigendomsverkrijging door verjaring geen sprake kan zijn. De kadastrale registratie van het waterschapseigendom geldt hierbij als uitgangspunt / bewijs. Ook bij het uit te voeren onderhoud van de wateren gold als uitgangpunt dat het waterschap gebruik maakte van het schouwpad in eigendom van het waterschap. Dit is in de communicatie naar betrokkenen bij het uit te voeren onderhoud kenbaar gemaakt. Ad. 3 WFN Pagina 10 van 18

11 De gevraagde toezegging geeft het waterschap niet. Verzoeken voor dempingen of andere handelingen die watervergunningsplichtig zijn worden afzonderlijk beoordeeld op basis van de Waterwet en Keur. Bovendien zou een dergelijke toezegging tot precedentwerking leiden naar andere ingelanden waar soortgelijke werken worden uitgevoerd. In deze situatie dus bij het verbreden van wateren Indiener verzoekt om de uitgegraven grond zelf te benutten. Indiener geeft aan dat hij een perceel wil ophogen dat nu vaak onder water komt. Dit perceel ligt bij dwarsprofiel 14. Indiener geeft aan dat honorering van zijn verzoek als voordeel heeft dat de grond niet zo ver hoeft te worden afgevoerd. Tot slot verwacht indiener dat de kosten voor het ophogen van het land ook deels door het waterschap worden betaald. Voor het gebruik van vrijkomende grond door indiener verwijzen wij naar het antwoord bij zienswijze Als het in het kader van het werk mogelijk is dat de vrijkomende grond gebruikt kan worden voor door indiener gewenste ophoging van zijn perceel, dan zijn de kosten hiervoor volledig voor indiener. Het ligt niet in de rede dat het waterschap (deels) bijdraagt in deze kosten. De ophoging is immers niet in het belang van het waterschap, maar in het belang van indiener Indiener vraagt of de dwarsprofielen in spiegelbeeld vermeld staan en vraagt of dit misschien gebruikelijk is. Nee. De dwarsprofielen op de tekeningen staan niet in spiegelbeeld vermeld. Dwarsprofielen moeten worden gelezen alsof er in de richting wordt gekeken van dwarsprofiel nr. 1 naar nr.2. Het betreft hier een informatieve vraag. Het wel of niet honoreren van deze zienswijze is niet van toepassing Indiener vindt dat de tochtsloot te breed wordt, vooral bij de profielen 8 t/m 14. Daar wordt het water opeens 8 tot 9 meter breed. Indiener vraagt wat de reden is dat het bij deze profielen 2 tot 3 meter breder wordt. Het waterschap verwijst hiervoor naar de beantwoording bij zienswijze Indiener geeft aan dat er bij profiel 14 aan de overkant een kade wordt opgehoogd. Indiener meldt dat het perceel op dat punt erg laag is, zodat er bij veel regenval zijn perceel nog meer onder water komt dan nu. Indiener vraagt of er bij het berekenen voldoende naar de verschillen in hoogtes van de percelen is gekeken. WFN Pagina 11 van 18

12 De kans dat er water op het perceel komt neemt juist af in de nieuwe situatie ten opzichte van de huidige situatie. Door verbreding van het hoofdwater ontstaat er meer berging en een groter doorstroomprofiel dat de afvoer van water verbetert. De ophoging van de dammen, genoemd bij maatregel BI 2 in het projectplan leidt er niet toe dat indiener extra wateroverlast ondervindt Indiener vindt het talud (van de oever) wel iets minder steil mag worden, Dit is beter voor het bewerken van het land en veedrenking. Voor de beantwoording verwijzen wij naar het geantwoorde bij zienswijze Bewoners: p/a Mariengaarderweg 45, 9074 TM, Hallum Zienswijze heeft betrekking op maatregel BI 13 Verbreden en verdiepen Hijumer Feart Indiener vindt dat de Hijumervaart, langs perceel, kadastraal bekend Hijum F 1252, voldoende breed is. Zowel voor de huidige als toekomstige afwatering. Wel wordt de afwatering belemmerd door het verouderde type stuw dat bij Hijum in de Hijumer Feart ligt, omdat deze gauw verstopt raakt. Bij vervanging van deze stuw door een moderner type zou dit probleem opgelost zijn. De besluitvorming voor het verbreden van de Hijumer Feart is gebaseerd op het uitgangspunt geformuleerd in het Watergebiedsplan Ferwerderadiel Leeuwarderadeel, pagina 23, maatregel BI 13. Samengevat is de reden voor het verbreden van de vaart: er komt meer doorstroomprofiel beschikbaar, waardoor minder frequent onderhoud in de zomer nodig is. Inderdaad wordt in het projectplan besloten om de stuw Hijum te vervangen en te automatiseren. Hetgeen indiener voorstelt wordt met het bestreden besluit gerealiseerd Indiener geeft aan dat de waterschapsdoelstelling: de verbetering van de ecologische waterkwaliteit door het aanleggen van een geleidelijk aflopende oever, ten koste gaat van onder andere zijn grond. De ecologische verbetering van dit soort maatregelen is naar de mening van indiener? onvoldoende aangetoond. In het projectplan vindt geen besluitvorming plaats om het taludprofiel van het water te wijzigen en wel om deze meer geleidelijk te laten aflopen. Het huidige taludprofiel van 1:2 blijft ongewijzigd. Voor de onderbouwing voor de ecologische verbetering van de maatregel verwijzen wij naar het gestelde in het Watergebiedsplan Ferwerderadiel Leeuwarderadiel, pagina 23 bij maatregel BI 13.Gezorgd wordt dat er in de zomerperiode minder vaak onderhoud aan het water hoeft plaats te vinden. Hierdoor vindt minder verstoring plaats van ecologische waarden in het water. WFN Pagina 12 van 18

13 2.6.3 Indiener geeft aan dat hij het betreurt dat er grond voor water vergraven wordt langs zijn perceel. Het betreft akkerbouwgrond van de hoogste kwaliteit, die ten opzichte van de omgeving vrij hoog gelegen is. Het gaat hier om heel waardevolle grond, die op 7 december 1816, dus dit jaar precies tweehonderd jaar geleden, aangekocht is door zijn voorouder. Bovendien is de grondprijs die door het Wetterskip wordt geboden minder dan de huidige verkoopwaarde van de grond. Het waterschap realiseert zich dat indiener een (groot) belang heeft om bewerkbare grond zoveel als mogelijk te behouden. In deze heeft het waterschap een belangenafweging gemaakt tussen het belang van een goede waterhuishouding (verbeteren water aan- en afvoer, ecologische toestand e.d.) en het eigenaarsbelang. Voor de verdere motivering wordt verwezen naar het gestelde onder hoofdstuk 5 van het projectplan (Effecten van het plan). Bij het vergoeden van de schade die indiener lijdt als gevolg van het vergraven van land voor water geldt het uitgangspunt zoals dat vermeld staat in artikel 2 lid 1 van de Schadevergoedingsregeling. Er vindt vergoeding plaats van 90% van de waarde in het economisch verkeer, vergoeding van 100% van de inkomensschade en van de schade in het kader van mestwetgeving, volgens lid 4 (van de Schadevergoedingsregeling) op basis van afkoop. De afwikkeling van de schade vindt plaats middels het afsluiten van een gebruiksovereenkomst. Als geen overeenstemming wordt bereikt, dan zal het waterschap een schadevergoedingsbesluit (eventueel in combinatie met een gedoogbeschikking) vaststellen waarin rechtsbescherming geboden wordt Indiener is het er niet mee eens dat de Hijumervaart vanaf zijn grond gehekkeld zal worden. Indiener geeft aan dat de Hijumervaart nu met een maaiboot wordt schoongehouden. Het hekkelen zal volgens het plan door het Wetterskip plaatsvinden. Dit betekent dat indiener er geen zeggenschap in heeft wanneer dit plaatsvindt. In het projectplan wordt gesproken over het één keer in de zomerperiode schonen van de watergang. Dat betekent onherroepelijk schade aan de gewassen of het onbeteeld laten van een deel van het perceel. Bij sloten die we zelf moeten hekkelen kunnen we dit zelf plannen op een tijdstip dat er geen schade aan de gewassen plaatsvindt. Bij het hekkelen door het Wetterskip zullen zijn gewassen, bijvoorbeeld tarwe, suikerbieten of groenbemester, of in de zomer ook bijvoorbeeld uien of pootaardappelen, beschadigd worden. De bevoegdheid om het onderhoud aan wateren vanaf het land van rechthebbenden (eigenaren en pachters) uit te voeren ontleent het waterschap aan het gestelde in artikel 5.23 Waterwet (gedoogplicht). Echter de keuze over de wijze van het uit te voeren onderhoud valt buiten het bestek van het bestreden besluit. Met het vaststellen van het projectplan vindt besluitvorming plaats over aanleg of wijziging van waterstaatswerken en dus niet de keus om in het vervolg het onderhoud uit te voeren vanaf het land. Ook de discussie dat rechthebbenden schade lijden als gevolg van het uit te voeren onderhoud vanaf het land valt buiten het bestek van het bestreden besluit. Het is overigens voor eigen risico als een rechthebbende gewassen teelt in de beschermingszone. Een rechthebbende wordt geacht rekening te houden met de publiekrechtelijke beperking die op zijn land rust in verband met het door het waterschap uit te voeren onderhoud. Bovendien vindt voor tweezijdig onderhoud plaats. Rechthebbenden aan beide zijden van een water worden hiermee gelijkelijk belast. WFN Pagina 13 van 18

14 2.6.5 Indiener geeft aan dat het plan ook de aanleg van diverse dammen op plekken waar nu geen dam ligt behelst. Er is sprake van een nieuwe dam in de Kuorfeart (Koervaart) ter hoogte van de Hijumervaart. Uit cultuur historisch oogpunt is het zeer te betreuren als de Kuorfeart, die altijd een open verbinding met de Hijumervaart heeft gehad, door een dam van de Hijumervaart wordt afgesloten. : In de Kuorfeart, ter plaatse van de Hijumervaart, is dit niet aan de orde. In het projectplan vindt geen besluit plaats over de aanleg van een dam in de Kuorfeart. De Kuorfeart blijft in openverbinding met de Hijumervaart. Wel worden er onderhoudsdammen langs de Kuorfeart aangelegd, zie ook zienswijze Het betreft hier een vraag over aanleg van een dam (in de Kuorfeart) waar in het bestreden projectplan geen besluitvorming over plaatsvindt. Het wel of niet honoreren van deze zienswijze is niet van toepassing Indiener geeft aan dat hij tegen de aanleg van (onderhouds) dammen is, die in het projectplan onder H3 BI13 Verbreden en verdiepen Hijumer Feart(1) worden genoemd. Ook is indiener het er niet mee eens dat het onderhoud in het vervolg plaatsvindt vanaf het land, in plaats van met een maaiboot. Indiener geeft aan dat de Koervaart net als de Hijumervaart tot nu toe met een maaiboot wordt gehekkeld en schoon gehouden, wat hem ecologisch beter lijkt dan het met een grote kraan hekkelen van de sloten (2). Verder brengt de aanleg van dammen grondtransport met zich mee dat, voor wat betreft de twee hiervoor genoemde dammen, over zijn grond zal moeten plaatsvinden, waar geen schadevergoeding tegenover staat. (3) Ad. 1 Met de aanleg van de onderhoudsdammen wordt bereikt dat het land van rechthebbenden minder wordt betreden en het onderhoud aan het water doelmatiger plaatsvindt (minder omrijden). Ad. 2 Hiervoor wordt verwezen naar de beantwoording bij zienswijze Ad. 3 Het grondtransport om de dammen aan te leggen vindt éénmalig plaats. Dit gebeurt op de minst bezwarende wijze en de indiener wordt hiervan ruim van te voren op de hoogte gesteld/geïnformeerd Indiener meldt de omissie dat de maatregelen die getroffen worden langs de Kuorfeart (Koevaart) niet in het projectplan worden genoemd, terwijl dit wel de bedoeling is. : Aanleg van nieuwe onderhoudsdammen vindt plaats langs de Hijumer Feart én langs de Kuorfeart. Dit staat vermeld in het projectplan onder H3 BI13 Verbreden en verdiepen Hijumer Feart, nummers 9, 10 en 11, zie ook tekening bijlage 7. Het betreft hier te treffen maatregelen langs de Kuorfeart, waar in het bestreden projectplan wel besluitvorming over plaatsvindt. Het wel of niet honoreren van deze zienswijze is niet van toepassing. WFN Pagina 14 van 18

15 2.6.8 Indiener geeft aan dat naar zijn mening de enige nuttige aanpassing is het vervangen van de huidige stuw bij Hijum door een ander type stuw. De huidige stuw raakt namelijk snel verstopt. Bij een nieuw type stuw, die het Wetterskip al op veel plekken in gebruik heeft, treedt dit probleem niet op, omdat maaisel en andere losse materialen daar over heen kunnen stromen. Verwezen wordt naar de beantwoording bij zienswijze Bewoners: Witewei 2, 9051 TB, Stiens (WFN ) Zienswijze heeft betrekking op maatregel BI 7 Verruimen hoofdwater De Wurge ten noorden van Stiens Samengevat meldt indiener dat hij bezwaar heeft tegen de aanleg van een schouwpad op het perceel, kadastraal bekend als HIJUM F 303, groot 1 ha, 54 a en 70 ca en de aanleg van onderhoudsdammen. Dit betekent dat indiener een deel van het perceel in gebruik moeten afstaan en hun erf de natuurlijke bescherming door de watergang verliest. Hierdoor wordt het erf voor onbevoegde derden toegankelijk over de aan te leggen onderhoudsdammen (1). Indiener. is verder van mening dat aan het ontwerpbesluit onvoldoende onderzoek naar de feiten en de af te wegen belangen ten grondslag ligt (2). Ad. 1 Met het bestreden besluit wordt bij maatregel benoemd onder BI 7 geen schouwpad aangelegd. Het nu bestaande schouwpad (de strook grond in eigendom van het waterschap, grenzend aan het water) wordt juist vergraven voor water, in verband met het verbreden van het hoofdwater De Wurge. Wel zal in het vervolg het onderhoud ook plaatsvinden vanaf het perceel van indiener. Het onderhoud aan het water vindt overigens tweezijdig plaats, het ene jaar vanaf betreffende perceel het ander vanaf de andere kant van de vaart. Bij het verbreden van het water wordt de oever met een profiel van 1:2 aangelegd, waarbij geen afbreuk plaatsvindt van de natuurlijke bescherming van het erf. Het waterschap draagt zorg voor het voorzien van hekwerken op onderhoudsdammen tussen twee eigenaren. Ad. 2 Het projectplan is gebaseerd op het door het algemeen bestuur vastgestelde Watergebiedsplan Ferwerderadiel Leeuwarderadeel. Voor de maatregelen die benoemd staan in het Watergebiedsplan hebben er onderzoeken plaatsgevonden om de knelpunten in de waterhuishouding te inventariseren en op te lossen Indiener vindt dat het gebruik van zijn perceel voor het onderhoud van het hoofdwater voor hem een te grote ingreep is. Het perceel heeft volgens de indiener een woonbestemming en geen agrarische bestemming (verlengstuk van de tuin / erf). Indiener vindt het dan ook gerechtvaardigd dat er vanaf zijn perceel geen onderhoud plaatsvindt aan het water. Temeer omdat hij plannen heeft voor een minicamping. Het bestreden besluit (projectplan) ziet niet op de wijze- en locatie waar vanaf het onderhoud plaatsvindt. In het projectplan wordt besloten over de aanleg of wijziging van waterstaatswerken. Voorts wijzigt de publiekrechtelijke beperking die indiener ondervindt c.q. kan ondervinden van het door het waterschap uit te voeren onderhoud aan WFN Pagina 15 van 18

16 het water niet. In de huidige situatie heeft het waterschap al de bevoegdheid, op basis van artikel 5.23 Waterwet om het onderhoud vanaf het perceel van indiener uit te voeren Indiener meldt dat hij geen bedrijfsmatig voordeel heeft door de maatregelen die het waterschap wil treffen ter verbetering van de waterhuishouding. Indiener geeft verder aan dat het nut en noodzaak om de Wurge te verbreden ontbreekt. Hij heeft nooit problemen ondervonden. Met het treffen van de maatregelen om knelpunten op te lossen in de waterhuishouding wordt een algemeen belang gediend. Het is inherent aan een besluit van algemene strekking wat een projectplan is dat de ene burger meer voordelen ondervindt dan een andere burger. Dat indiener bedrijfsmatig niet direct voordelen heeft bij de maatregelen die het waterschap treft om waterhuishoudkundige problemen op te lossen, is geen reden om af te zien van de te treffen maatregelen op het perceel van indiener. Het nut van en de noodzaak voor de te treffen maatregelen worden onderbouwd in het Watergebiedsplan Ferwerderadiel Leeuwarderadiel onder maatregel BI 7 en in het projectplan, hoofdstuk 3, BI 7 Verruimen hoofdwater De Wurge ten noorden van Stiens Indiener heeft bezwaren dat hij baggerspecie moet ontvangen. Dit is volgens indiener voor hem veel bezwaarlijker dan voor eigenaren van agrarische percelen. Indiener meldt dat zijn perceel grenzend aan De Wurge momenteel in gebruik is als tuin. Aan de beleving van een tuin in het buitengebied wordt enorm afbreuk gedaan als deze plotseling vanaf alle kanten is te betreden door derden. Juist vanwege deze vrijheid, privacy en ruimte zijn wij in het buitengebied gaan wonen. De ontvangstplicht voor baggerspecie vloeit voort uit artikel 5.23 lid 2 Waterwet. Een rechthebbende (eigenaar of pachter) dient de ontvangst van specie en maaisel te gedogen. De last die indiener ondervindt is beperkt tot een ontvangst van baggerspecie gemiddeld eenmaal in de 24 jaar. Het najaarsonderhoud vindt jaarlijks plaats. Echter omdat het onderhoud vanaf beide zijden van het water plaatsvindt, krijgt indiener slecht eenmaal per 2 jaar te maken met de betreding door onderhoudsmateriaal en het ontvangen van de hekkelspecie. De situatie beoordelend vindt het waterschap het gerechtvaardigd dat het onderhoud, ondanks het gebruik van de grond als tuin, ook plaatsvindt vanaf betreffend perceel. Dit mede gezien de grootte van het perceel en het feitelijk gebruik. Ten overvloede melden wij dat het bestreden besluit, projectplan (besluit aanleg of wijziging van waterstaatswerken) niet ziet op de wijze- en frequentie waarop het onderhoud wordt uitgevoerd, maar op de aanleg en wijziging van waterstaatswerken Indiener verzoekt tot het aanbrengen van een fysieke afscheiding (hek) op de schouwdammen. WFN Pagina 16 van 18

17 Het waterschap plaatst een hek op schouwdammen (onderhoudsdammen) als deze dam gelegen is op de erfscheiding tussen twee eigenaren. Waar dit het geval is bij indiener vindt deze aanleg plaats. Voor het overige wordt verwezen naar de beantwoording onder Het bestuur honoreert de zienswijze en wel door plaatsing van een hek op de erfscheiding Met het voornemen om voortaan het onderhoud vanaf mijn perceel uit te voeren is sprake van waardedaling. Voor de beantwoording verwijzen wij naar het gestelde onder Indiener vraagt waarom op het projectplan de Crisis- en herstelwet van toepassing is. : In de Crisis- en herstelwet wordt het besluit, projectplan (besluit aanleg of wijziging van waterstaatswerken ex. artikel 5.4 Waterwet), in bijlage I onder punt 7.3 benoemd als een besluit waarop de Crisis- en Herstelwet op van toepassing is. De bepalingen van deze wet zijn dus ook van toepassing op het bestreden besluit. Het betreft hier een informatieve vraag. Het wel of niet honoreren van deze zienswijze is niet van toepassing Indiener geeft aan dat door het verbreden van hoofdwater De Wurge het voor reeën niet meer mogelijk is om over het water te springen. Dit kunnen ze nu nog wel. Het is onvoldoende onderzocht in de besluitvorming en niet meegenomen in de belangenafweging. : De verbreding van de vaart is 3 m. De vaart is nu ongeveer 7 m breed en wordt dus 10 m breed. Binnen het waterschap is navraag gedaan bij een ecologisch medewerker van het waterschap of verbreding van het water ertoe leidt dat het territorium voor reeën aantoonbaar verslechtert en wat hier de gevolgen van zijn. De ecologisch medewerker heeft hierover het volgende kenbaar gemaakt. Op basis van uitgevoerd onderzoek kan gesteld worden dat ten gevolge van het verbreden van de Wurge het territorium van de reeën in het gebied niet zodanig verkleind wordt dat dit reden is om af te zien van het verbreden van het hoofdwater. 2.8 Bewoners: Goadyk 1, 9051 TD, Stiens (WFN De zienswijze heeft betrekking op maatregel BI 7 Verruimen hoofdwater De Wurge ten noorden van Stiens. De ingebrachte zienswijzen zijn dezelfde als verwoord onder zienswijze 3.7. De beantwoording op die zienswijze wordt hier dan ook, voor de beantwoording van de onderhavige zienswijze, als herhaald en ingelast beschouwd. WFN Pagina 17 van 18

18 3. Het dagelijks bestuur besluit 1. De zienswijzen benoemd onder 2.1.1, 2.4.4, 2.4.5, 2.4.8, , geheel of gedeeltelijk te honoreren en hiervoor het projectplan te wijzigen. De redenen hiervoor staan vermeld onder de betreffende zienswijze. 2. De zienswijzen benoemd onder: 2.2.1, 2.2.2, 2.2.6; 2.3.1, 2.3.3, 2.3.4; 2.4.1, 2.4.2, 2.4.3, ; 2.5.1, 2.5.2, 2.5.4, 2.5.5, 2.5.6; 2.6.1, 2.6.2, 2.6.3, 2.6.4, 2.6.6, 2.6.8; 2.7.1, 2.7.2, 2.7.3, 2.7.4, 2.7.6, 2.7.8; niet te honoreren en hiervoor het projectplan niet te wijzigen. De redenen hiervoor staan vermeld onder de betreffende zienswijze. 3. De zienswijze benoemd onder 2.8 te beantwoorden conform de beantwoording bij zienswijze 2.7. Het gestelde in deze zienswijze is namelijk inhoudelijk hetzelfde als zienswijze Het projectplan definitief vast te stellen, met inachtneming van de ingediende zienswijzen. De zienswijzen benoemd onder: 2.2.3, 2.2.4, 2.2.5, 2.2.7; 2.3.2; 2.4.6, 2.4.7, 2.4.9; 2.5.3; 2.6.5, 2.6.7; 2.7.7; zijn informatieve vragen. Het wel of niet honoreren van deze zienswijze is niet van toepassing. Het projectplan is met inachtneming van de ingediende zienswijze vastgesteld op., te Leeuwarden. Hoogachtend, het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân, ir. P.A.E. van Erkelens, Dijkgraaf. Ir. E. M. van der Kuil Secretaris-directeur a.i. WFN Pagina 18 van 18