AFSTUDEERONDERZOEK WELL WELL-Gezondheidskeurmerk. Leyla Gülbey & Nevim Günes

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AFSTUDEERONDERZOEK WELL WELL-Gezondheidskeurmerk. Leyla Gülbey & Nevim Günes"

Transcriptie

1 AFSTUDEERONDERZOEK WELL WELL-Gezondheidskeurmerk Leyla Gülbey & Nevim Günes

2 Leyla Gülbey & Nevim Günes AFSTUDEERONDERZOEK WELL WELL-Gezondheidskeurmerk Studenten Naam: Leyla Gulbey Studentnummer: Tel: & Naam: Nevim Gunes Studentnummer: Tel: & Gegevens begeleider (school): Begeleider: Dhr. A. M. J. Notenboom School: De Haagse Hogeschool Opleiding: Bouwkunde Adres: Johanna Westerdijkplein 75 Postcode: 2521 EN Plaats: Den Haag Beoordelaar: Beoordelaar: Dhr. J.W. Thijs School: De Haagse Hogeschool Opleiding: Bouwkunde Adres: Johanna Westerdijkplein 75 Postcode: 2521 EN Plaats: Den Haag Gegevens opdrachtgever: Begeleider: Dhr. Edward Prendergast Naam bedrijf: mobius consult Telefoon: Mail: 1

3 Leyla Gülbey & Nevim Günes Voorwoord Voor u ligt de scriptie van Nevim Güneş en Leyla Gülbey. De scriptie is geschreven voor de docenten van de Haagse Hogeschool, het ingenieursbedrijf mobius consult en de geïnteresseerden die veel meer willen weten over de inhoud van WELL-Standaard en hoe dit vertaald is tot een QuickScan/rekentool waarmee een gebouw getoetst kan worden aan WELL eisen. Deze scriptie is geschreven in het kader van onze afstuderen aan de opleiding Bouwkunde aan de Haagse Hogeschool Den Haag en in opdracht van het afstudeerstagebedrijf mobius consult. Om dit onderzoek en scriptie tot stand te brengen zijn we vanaf februari tot en met juni hiermee bezig geweest. In dit adviesrapport wordt een Amerikaans gezondheidskeurmerk voor gebouwen vertaald naar Nederlandse versie met de bijbehorende eisen en regelgeving. Daarbij worden ook vergelijkingen uitgevoerd tussen de WELL-Standaard met keurmerken en wetgevingen als BREEAM-NL (Nieuwbouw & Renovatie), GPR, Bouwbesluit 2012 en Overheidseisen. Naast deze onderzoeken zal er ook een QuickScan opgesteld worden waarmee een casus getoetst worden. Dit onderzoek geeft duidelijkheid over de inhoud van het WELL-gezondheidskeurmerk. Aan de hand van dit onderzoek kan het bedrijf mobius consult zijn klanten adviseren om een WELL-certificaat aan te vragen of juist te vermijden. Ook kan het bedrijf vanuit het onderzoek zijn klanten adviseren waarmee ze rekening kunnen houden vanaf het begin van een proces om een gezond gebouw te ontwerpen en realiseren. Dit onderzoek kan ook gebruikt worden voor het CBRE B.V. die bezig is om het WELL Standaard uit te bereiden. Er zitten producten in die zij zelf nog niet hebben onderzocht of uitgevoerd. Dit kan een aanleiding/basisproduct zijn om een begin te maken aan een nieuw onderzoek. Voor de totstandkoming van dit adviesrapport willen wij onderstaande personen hartelijke bedanken voor het hulp en tijd dat ze ons aanboden tijdens het gehele afstudeertraject. Achter de namen zijn hun functies met het bijbehorende bedrijf genoteerd. Mark Noteboom: Edward Prendergast: Rodica Teodorescu F.E.G. (Florian) de Lange Tim Habraken Michael Koorn Docent bij Haagse Hogeschool Algemeen directeur bij mobius consult Senior-Adviseur Bouwfysica en Duurzaamheid bij Ministerie van Financiën Contractmanager DBFMO bij Ministerie van Financiën Senior Consultant bij CBRE B.V. Exploitatiemanager bij Safire services van het gebouw van Ministerie van Financiën Den Haag, 24 mei 2017 Leyla Gülbey Nevim Güneş 2

4 Leyla Gülbey & Nevim Günes Samenvatting In Verenigde Staten is een keurmerk ontwikkeld, die een positief effect creëert op de gezondheid, het comfort en het welzijn van gebouwgebruikers. Dit is de WELL-Standaard. Omdat dit een nieuw keurmerk is, is er beperkte kennis in Nederland en zijn er veel bedrijven die hierover informatie willen. Het ingenieursbureau mobius consult is een van die bedrijven. Om de kennis van mobius consult uit te bereiden over WELL-Standaard, is er een onderzoek verricht. Met deze kennis kan het bedrijf zijn opdrachtgevers informeren of het nuttig kan zijn om een aanvraag in te dienen voor een WELL-certificaat. Als het blijkt dat de opdrachtgevers geen budget of tijd hebben om een aanvraag te doen, kan het bedrijf ook zijn opdrachtgevers adviseren om rekening te houden met bepaalde eisen uit de WELL-Standaard, die een grote invloed hebben op de gezondheid, het comfort en het welzijn van de gebouwgebruikers, zonder een certificaat hierbij te behalen. Vanuit de vraag van mobius consult is er een hoofdvraag opgesteld voor het onderzoek. Deze hoofdvraag luidt: Wat houdt het WELL- gezondheidskeurmerk in en hoe kan dit vertaald worden tot een QuickScan/rekentool waaraan een casus getoetst kan worden? Als start van het onderzoek is een literatuuronderzoek uitgevoerd om een letterlijke vertaling van de WELL-Standaard te krijgen. Om deze onderzoeksmethode te versterken zijn daarnaast interviews gehouden. Er zijn overeenkomsten bepaald tussen de WELL-Standaard en BREEAM-NL, GPR, Bouwbesluit 2012 en andere Overheidseisen. Daarna is procesbeschrijving gemaakt voor WELLcertificering met de betrokken partijen. Er is onderscheid gemaakt tussen verschillende ontwerp- en realisatiefases en wanneer, wie, welke bewijslast moet aanleveren. Ten slotte is er een QuickScan instrument gemaakt waarmee het gebouw van Ministerie van Financiën getoetst is. Dit gebouw heeft een score van 2 behaald en is niet geschikt voor certificering. Tijdens de toetsing is er weer gebruik gemaakt van literatuuronderzoek, interviews, observaties en experimenteel onderzoek. WELL heeft als belangrijk doelgroep gebouweigenaren die de waarde van het vastgoed willen verhogen en organisaties die er onderscheidend werkklimaat willen bieden. Uit het onderzoek bleek dat vanaf de initiatieffase al rekening moet worden gehouden om een WELL-certificaat te behalen. Er moet een partij worden aangewezen, die verantwoordelijkheid gaat worden voor deze taak. Deze partij moet de andere partijen adviseren waarmee ze rekening moeten houden tijdens het hele bouwproces. Met dit onderzoek kan mobius consult zijn opdrachtgever adviseren waarmee ze rekening moeten houden tijdens het gehele WELL-certificeringsproces. Ook kan mobius consult een QuickScan-tool gebruiken om te concluderen wat voor label het gebouw kan krijgen voor het huidige situatie of welke verbeteringen tot een hoger label kunnen leiden. Tijdens het onderzoek is er gebruik gemaakt van het literatuuronderzoek (WELL-Standaard), interviews met deskundigen, experimenteel onderzoek, vergelijkend onderzoek en observaties in het gebouw zelf. Door beperkte tijdspanne zijn aantal onderzoeken globaal uitgevoerd. Voor het vervolgonderzoek kunnen deze uitgebreider onderzocht worden. Dit zijn o.a. verwijzingen waaraan voldaan moeten, eisen die niet passen in de Nederlandse werkcultuur en het weghalen van eisen die al verplicht zijn. 3

5 Leyla Gülbey & Nevim Günes Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Samenvatting... 3 Begrippenlijst Inleiding Aanleiding Probleemstelling Doelstelling Afbakening Opdrachtomschrijving Onderzoeksvraag Deelvragen Werkwijze en onderzoeksmethode Literatuuronderzoek Praktijkgericht onderzoek Leeswijzer De taakverdeling WELL-gezondheidskeurmerk Afkomst en algemene informatie WELL-standaard Inhoud WELL-standaard Typologieën van de WELL-standaard Verwijzingen Scoreopbouw Bewijsvoering Deelconclusie Overeenkomsten WELL met andere keurmerken en Nederlandse wetgeving Aanpak vergelijkingen

6 Leyla Gülbey & Nevim Günes 3.2 Overeenkomsten met BREEAM-NL Overeenkomsten WELL met GPR Overeenkomsten WELL met Bouwbesluit Deelconclusie vergelijkingen QuickScan Opbouw QuickScan Programma van Eisen Deelconclusie Proces Contractvormen Betrokken partijen Bewijsvoering Proceschecklist Waarom een proceschecklist? Hoe kan de proceschecklist toegepast worden? Deelconclusie Casus KV7 Ministerie van Financiën Proces van het project Bronnen van gegevens project Technische gegevens Resultaten van het gebouw in QuickScan Totaalscore van de casus Deelconclusie Varianten van WELL-certificaat Core and Shell Building

7 Leyla Gülbey & Nevim Günes 6.8 WELL-eisen en Nederlandse cultuur Deelconclusie Conclusie De aanbevelingen Het nawoord Discussie Bibliografie Afbeeldingenlijst Tabellenlijst Bijlagen... 0 Bijlage 1: Verwijzingen... 1 Bijlage 2: Overeenkomsten... 3 Bijlage 3: QuickScan... 4 Bijlage 4: Proceschecklist... 5 Bijlage 5: Casus implementatie in QuickScan... 6 Bijlage 5: Interviews

8 Leyla Gülbey & Nevim Günes Begrippenlijst Begrip BREEAM-NL (Nieuwbouw en Renovatie) Bouwbesluit 2012 Core and Shell Deel-eisen Duurzaamheid: Geannoteerde documenten Goud label GPR: IWBI Building O-Punten Outputspecificaties Overheidseisen P-punten Platina label Prestatie-eisen Proceschecklist QuickScan Typologie Verzekeringsbrieven Uitleg Is hét instrument om integraal de duurzaamheid van nieuwe gebouwen en renovatieprojecten te meten en te beoordelen. Het Bouwbesluit is een verzameling bouwtechnische voorschriften waaraan alle bouwwerken in Nederland moeten voldoen1 Het casco van het gebouw De (deel) eisen van het prestatie-eisen, er zijn in totaal 206 deelesien in WELL-gezondheidskeurmerk. Gezondheid en welzijn binnen de gebouwen en de gebouwde omgeving De verklarende documenten die aantonen dat de eisen gerealiseerd zijn, zoals tekeningen, beleidsdocumenten et cetera. Een label die behaald wordt wanneer 40% optimalisatie gerealiseerd is naast de verplichte eisen. GPR Gebouw meet duurzaamheid van woning- en utiliteitsbouw. Een software voor iedere bouwfase: beleid, ontwerp, realisatie en renovatie. Het is een instituut die WELL heeft ontwikkeld (Internationaal WELL Building Institute Nieuw en bestaande interieur Nieuw en bestaande gebouwen Optimalisatie punten Outputspecificatie kan een vraagspecificatie of een programma van eisen kunnen zijn. In geval van de casus was het een programma van eisen waarin alle eisen worden vermeld. Nederlandse wet en regelgeving Verplichte punten Hoogste label die behaald kan worden bij de WELLgezondheidskeurmerk wanneer 80% van de optimalisatie punten gerealiseerd worden. De hoofdeisen die WELL hanteert. Een hulpmiddel (checklist) die het beheren van het WELL-proces eenvoudiger maakt. Een Excel-tool waarin het project gegevens ingevuld worden om te toetsen of er een WELL-certificaat behaald is. Een typologie is een onderverdeling van een groep objecten op basis van (een aantal) kenmerken van deze objecten2. Formulieren die ingevuld moeten worden door de verantwoordelijk partij. Daarmee wordt gegarandeerd dat het voldoet aan de WELL-eisen. 1 (Wikipedia, 2017) 2 (Encyclo, 2017) 7

9 Leyla Gülbey & Nevim Günes Voorschriften WELL-assessors WELL-deskundige WELLgezondheidskeurmerk WELL-scorekaart Zilver label Onder (deel-) eisen die in de WELL staan. Een deel-eis heeft meerdere voorschriften. De WELL-deskundige die van de IWBI komt om controles uit te voeren. De WELL-adviseur die het WELL-proces bewaakt en WELLcertificaat aanvraagt. De WELL Building Standard is een nieuw keurmerk dat ontwikkeld is om op wetenschappelijke basis een aanvulling te zijn op de bestaande duurzaamheidsinstrumenten. Een scorekaart waarin de WELL-score wordt weergegeven. Laagste label die behaald wordt indien alle verplichte eisen voldaan worden. 8

10 Leyla Gülbey & Nevim Günes 1 Inleiding In de ene helft van ons leven offeren we ons leven op om geld te verdienen, in de andere offeren we geld om weer gezond te worden. En al die tijd gaan gezondheid en leven er zachtjesaan vandoor Voltaire 1.1 Aanleiding Voltaire heeft het leven in één zin samengevat: mensen brengen een groot deel van hun leven in een gebouw door, bijvoorbeeld door te werken of te rusten. Een van de belangrijkste factoren die de gezondheid stimuleert, is daglicht of zonlicht, maar op de meest optimale tijden om te genieten van een daglicht zitten mensen binnen. Veel mensen worden daardoor depressief. Ook stressfactoren dragen bij aan achteruitgang van de gezondheid van de gebouwgebruikers. De gezondheidsklachten verschillen tussen een paar dagen ziek zijn en tot burn-outklachten. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)-gegevens heeft 14.4% 3 van alle werknemers een burn-out. Het percentage geeft het weer hoe belangrijk het is dat mensen zich goed voelen. 1.2 Probleemstelling Gebouwen spelen een belangrijke rol in het leven en daarom heeft een aantal instituten onderzoek gedaan naar gezonde gebouwen, zoals Internationaal WELL Building Instituut (IWBI). Hierbij is het doel om de gebouwen gezonder te maken en daardoor een beter leefklimaat te bieden voor gebruikers, met als gevolg een hogere productiviteit en een lager ziekteverzuim. Veel oude gebouwen voldoen niet aan een gezond binnenklimaat dat nodig is om gezond te kunnen leven. Om de prestatie van een gebouw aan te geven, zijn allerlei duurzaamheids- en gezondheidscertificaten ontwikkeld. Om een hoog label te behalen en de gebouwen aantrekkelijk te maken voor de personen zijn zware eisen gesteld aan de certificeringen. Deze certificeringen zijn vaak moeilijk te begrijpen wegens een ingewikkelde opbouw, de maatregelen die hierbij toegepast worden en de kosten die hierbij meegenomen worden. 1.3 Doelstelling Tegenwoordig is er een speciaal gezondheidskeurmerk dat pas op de markt is gebracht: het WELLgezondheidskeurmerk. Veel bedrijven weten niet wat het WELL-gezondheidskeurmerk inhoudt en hoe ze dit kunnen toepassen op hun eigen projecten. Voor ingenieursbureau mobius consult is ook niet bekend wat dit gezondheidskeurmerk inhoudt. Het doel van dit onderzoek is daarom om een advies uit te brengen over het WELL-gezondheidscertificaat voor gebouwen aan het onafhankelijke ingenieursbureau mobius consult. 3 (CBS/TNO, 2017) 9

11 Leyla Gülbey & Nevim Günes 1.4 Afbakening Het WELL-gezondheidskeurmerk is een nieuw en breed onderwerp. Daarom worden kaders bepaald voor dit onderzoek. Om een concreet onderzoek te kunnen verrichten, worden hieronder de afbakeningen opgesomd: Het onderzoek gaat over wat het WELL-gezondheidskeurmerk inhoudt. Er wordt onderzoek verricht naar de (eisen van de) overeenkomsten met andere keurmerken. Er wordt een QuickScan opgesteld en daarin wordt een casus geïmplementeerd. 1.5 Opdrachtomschrijving In deze paragraaf worden de onderzoeksvraag en de daarbij horende deelvragen behandeld. Door deze vragen te beantwoorden, komt een adviesrapport tot stand Onderzoeksvraag Op basis van het probleem is een hoofdvraag opgesteld. Deze luidt: Wat houdt het WELLgezondheidskeurmerk in en hoe kan dit vertaald worden tot een QuickScan/rekentool waaraan een casus getoetst kan worden? Deelvragen Naast de hoofdvraag is een aantal deelvragen opgesteld om tot een antwoord te kunnen komen. De volgende deelvragen zijn opgesteld: 1. Wat houdt het WELL-gezondheidskeurmerk in? (Hoofdstuk 1) 2. Wat zijn de overeenkomsten tussen WELL en BREEAM-NL, GPR, Bouwbesluit 2012 en de Overheidseisen? (Hoofdstuk 2) 3. Hoe kan de WELL-standaard vertaald worden tot een QuickScan/rekentool? (Hoofdstuk 3) 4. Hoe is de procesopbouw van WELL-certificering? (Hoofdstuk 4) 5. Wat is het resultaat van een casus die in de opgestelde QuickScan geïmplementeerd wordt? (Hoofdstuk 5) 1.6 Werkwijze en onderzoeksmethode Om het WELL-gezondheidskeurmerk te kunnen onderzoeken, is gekozen voor kwalitatief onderzoek. Het kwalitatief onderzoek bestaat uit literatuuronderzoek en praktijkgericht onderzoek Literatuuronderzoek Naar de inhoud van het WELL-gezondheidskeurmerk en de vergelijking met andere keurmerken is een literatuuronderzoek verricht. Hierbij is de bestaande kennis verzameld en zijn de uitkomsten tussen het WELL-gezondheidskeurmerk en de overige keurmerken/nl-wetgeving vastgesteld in een conclusie. Bij het onderdeel vergelijking is elke deel-eis opgezocht in andere keurmerken en overheidseisen. Ook bij het onderdeel casus implementeren heeft een literatuuronderzoek plaatsgevonden. De benodigde kennis is uit de outputspecificaties van de casus gehaald. 10

12 Leyla Gülbey & Nevim Günes Praktijkgericht onderzoek Bij het praktijkgericht onderzoek zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd, te weten: experimenteel onderzoek, observatie en interviews. Experimenteel onderzoek De kennis die opgedaan is bij het literatuuronderzoek wordt uitgebreid door een experimenteel onderzoek te verrichten. Dit experimenteel onderzoek is bij het onderzoek naar QuickScan toegepast. Om te kunnen toetsen of de gebouwen in aanmerking komen voor een WELL-certificaat is een QuickScan opgesteld. Om de QuickScan te kunnen testen, is een casus geïmplementeerd in de QuickScan. Het experimenteel onderzoek is ook bij het onderdeel proceschecklist van toepassing. Observatie Om de casus te kunnen implementeren in de QuickScan is een kantoorgebouw onderzocht. De benodigde kennis is opgedaan door het gebouw te observeren. Interview Om extra kennis op te doen en de open vragen te kunnen beantwoorden, is een aantal interviews gehouden met de gebouwbeheerder en de contractmanager en duurzaamheidsadviseur van het Ministerie van Financiën. Relevantie Het WELL-gezondheidskeurmerk is een nieuw keurmerk waar nog onduidelijkheden over bestaan. Zo is het de vraag waarom het keurmerk nodig is en of er overeenkomsten zijn met andere keurmerken. Dit onderzoek moet deze vragen beantwoorden. Aan de hand van dit onderzoek kunnen de bouwfysisch adviseurs als mobius consult hun klanten adviseren om een aanvraag te doen voor een WELL-certificaat of juist rekening te houden met aantal aspecten vanuit de WELL-standaard. Er is vraag naar de kennis om toekomstgericht te kunnen werken. 1.7 Leeswijzer Dit rapport is verdeeld in een aantal hoofdstukken. In elk hoofdstuk wordt een deelvraag behandeld. In hoofdstuk 1 wordt het WELL-gezondheidskeurmerk besproken. Vervolgens worden in hoofdstuk 2 de overeenkomsten met andere keurmerken beschreven. Daarna wordt in hoofdstuk 3 de QuickScan besproken. Na de QuickScan wordt in hoofdstuk 4 het WELL-proces behandeld. In hoofdstuk 5 wordt de QuickScan besproken en in hoofdstuk 6 wordt de conclusie getrokken. Als laatst worden in hoofdstuk 7 de aanbevelingen en in hoofdstuk 8 het nawoord geschreven. De bijlagen worden in een apart document ingeleverd. 11

13 Leyla Gülbey & Nevim Günes 1.8 De taakverdeling Dit onderzoek is verricht door Leyla Gülbey en Nevim Günes. De taakverdeling wordt in onderstaande tabel 1 weergegeven. In sommige gevallen hebben beide studenten samengewerkt aan een onderzoek, zoals algemeen onderzoek naar de inhoud van de WELL-standaard. De zeven WELL-onderdelen zijn verdeeld in twee delen. Hierbij heeft Leyla Gulbey de onderdelen Lucht, Water en Licht onderzocht en Nevim Gunes de onderdelen Voeding, Fitness, Comfort en Welzijn. Deze verdeling is ook aangehouden in de andere onderzoeken. Zo heeft Leyla bij het onderzoek naar de overeenkomsten weer Lucht, Water en Licht onderzocht en Nevim de andere onderdelen. De implementatie van de casus is ook op deze manier onderzocht. Taak Leyla Gülbey Nevim Günes WELL-gezondheidskeurmerk Lucht X Water X Voeding X Licht X Fitness X Comfort X Welzijn X Overeenkomsten X X QuickScan X Proces X Casus X X Tabel 1 Taakverdeling 12

14 Leyla Gülbey & Nevim Günes 2 WELL-gezondheidskeurmerk 2.1 Afkomst en algemene informatie WELL-standaard 4 WELL is een gezondheidskeurmerk dat door de Amerikaanse vastgoedorganisatie Delos is ontwikkeld. In 2014 is dit overgedragen aan het Internationale WELL Building Institute. In totaal is tien jaar onderzoek verricht naar deze standaard, waarin alleen aspecten voorkomen waarvan voldoende wetenschappelijk bewijs is dat ze een positief effect hebben op de gezondheid, het comfort en het welzijn van gebouwgebruikers. De laatste drie jaar is het onderzoek verder gecontroleerd door een peerreview van artsen, wetenschappers en professioneels uit de industrie. 2.2 Inhoud WELL-standaard In de WELL-standaard komen zeven onderdelen aan bod. Dit zijn Lucht, Water, Voeding, Licht, Fitness, Comfort en Welzijn (zie Afbeelding 1). Het onderdeel Lucht houdt de luchtkwaliteit binnen en rondom het gebouw in. Er moet een aangename luchtkwaliteit gerealiseerd worden zodat in het gebouw een comfortabele werksfeer gecreëerd kan worden. Het onderdeel Water omvat alle drinkwaterkwaliteit met de bijbehorende mogelijkheden om bij een waterstation te kunnen komen. Voeding heeft eisen gesteld aan het bevorderen van gezond eetgedrag van de gebouwgebruikers, zoals een laag suikergehalte van alle voedingsmiddelen die in het gebouw worden verkocht. In het onderdeel Licht staan eisen die te maken hebben met het kunstlicht en daglicht dat in en buiten het gebouw van belang is, zoals de verlichtingssterkte van de kunstverlichting en de daglichttoetreding vanuit de ramen in het gebouw. Het onderdeel Fitness stimuleert de gebouwgebruikers om meer te bewegen. Dit wordt bijvoorbeeld gerealiseerd door middel van aantrekkelijke gangen en trappenhuizen. Om het comfort in het gebouw goed realiseerbaar te maken, is hier ook een aantal eisen aan gesteld. Deze zijn onder andere het voorkomen van geluidoverlast tussen bepaalde ruimtes en verstelbare stoelen en tafels. Ten slotte worden eisen voor het onderdeel Welzijn gesteld. Hierbij wordt meer het geestelijk welzijn verbeterd door bijvoorbeeld extra verlofdagen te geven bij een ziekte of zwangerschapsverlof. Ook is flexwerken een onderdeel hiervan. Afbeelding 1 WELL-onderdelen 4 (Ir. T.C. Beuker, 2017) 13

15 Leyla Gülbey & Nevim Günes De zeven onderdelen van de WELL-standaard zijn verdeeld onder honderd prestatie-eisen. Elk onderdeel heeft zijn specifieke aantal prestatie-eisen. Daarnaast heeft elke prestatie-eis zijn eigen deeleisen waaraan nog aantal voorschriften is gekoppeld. Zie Afbeelding 2 voor een duidelijk beeld. Afbeelding 2 WELL-standaard verdeling In de digitale bijlage is een vertaling van WELL-gezondheidskeurmerk te vinden. De WELL-standaard is van het Engels naar het Nederlands vertaald. 2.3 Typologieën van de WELL-standaard De WELL-standaard kent in totaal drie typologieën. Deze zijn Core & Shell, en Building. Hierbij is het mogelijk om een keuze te maken tussen drie verschillende typologieën om een certificaat aan te vragen. Core & Shell houdt het casco van het gebouw in. New and Existing is geschikt wanneer voor één deel van het gebouw een certificaat behaald dient te worden en Building geldt voor het gehele gebouw. 5 Zie Afbeelding 3 voor een schematische uitleg. Afbeelding 3 WELL- typologieën Naast deze drie typologieën is het ook mogelijk om drie labels te behalen voor elke typologie. Deze zijn Zilver, Goud en Platina. Meer uitleg hierover komt in paragraaf 2.5 aan bod. 5 (Habraken, 2017) 14

16 Leyla Gülbey & Nevim Günes 2.4 Verwijzingen Het WELL-gezondheidskeurmerk is een Amerikaans keurmerk en wordt dus voornamelijk in de Verenigde Staten toegepast. De WELL-eisen zijn dus gebaseerd op Amerikaanse regels en daarom wordt telkens verwezen naar de lokale Amerikaanse eisen. Naast de Verenigde Staten beginnen andere landen ook gebruik te maken van WELL. Tot dusver is er echter nog geen aangepaste versie van WELL beschikbaar voor andere landen. De vergelijkbare eisen in andere landen die anders zijn dan de Amerikaanse, worden door de bedrijven doorgegeven aan het bedrijf IWBI. IWBI doet hier verder onderzoek naar en beslist of de eisen gelijkwaardig zijn. De Europese eisen zijn in meeste gevallen strenger dan de Amerikaanse eisen, maar dat moet nog gevalideerd worden. Aangezien WELL een vrij nieuw keurmerk is, is er nog maar weinig informatie over de gelijkwaardigheid van de eisen. Daarom is onderzoek gedaan naar de verwijzingen tijdens het WELL-onderzoek. Wegens de geringe tijd was het niet mogelijk om diepgaand onderzoek uit te voeren. De Amerikaanse verwijzingen is vergeleken met de Nederlandse/Europese eisen. Daarbij is gekeken of er een vergelijkbare eis van toepassing is. Het onderzoek was lastig omdat niet alle verwijzingen te vinden waren op het internet en sommige verwijzingen lang waren. De eisen zijn daarom globaal doorgenomen om de benodigde informatie eruit te halen. In het geval dat er geen gelijkwaardige eisen werden gevonden, werden de eisen van de verwijzingen aangenomen. In de bijlage 1 Verwijzingen is de volledige lijst van verwijzingen en de gelijkwaardige eisen te vinden. 2.5 Scoreopbouw De WELL-standaard houdt drie typologieën in, namelijk: Core & Shell, en Building. Voor deze drie typologieën is het ook mogelijk om drie verschillende labels te behalen. Deze zijn Zilver, Goud en Platina. De puntentelling die in de WELL-standaard gehanteerd wordt, bestaat uit de P- en O-punten. De P- punten staan voor de verplichte punten die behaald moeten worden om een minimale score en dus ook het minimale (Zilver-)label te behalen. De O-punten staan voor de optimalisatiepunten die dienen om het minimale label te verhogen tot een label als Goud of Platina. Voor elke deel-eis die onder de prestatie-eisen valt, kunnen P- of O-punten behaald worden. Het kan ook het geval zijn dat voor een deel geen punt toegekend wordt. Deze vakken worden dan grijs gemarkeerd in de QuickScan/rekentool. De totale deelpunten worden gekoppeld aan het gehele prestatie-punt, waarvan er één punt te behalen is. Zie Tabel 1 hieronder waarin alle maximale P- en O- punten worden weergegeven voor alle drie de typologieën. Onderdelen Core and Shell Maximale Maximale Maximale Maximale Buildings Maximale P-punten O-punten P-punten O-punten P-punten LUCHT WATER VOEDING LICHT FITNESS COMFORT WELZIJN TOTAAL Tabel 2 WELL Puntenstelling Maximale O- punten 15

17 Leyla Gülbey & Nevim Günes Om een Zilver-label te behalen, moeten alle P-punten behaald zijn. Om het Zilver-label te verhogen tot een Goud-label moet nog 40% van alle totale O-punten behaald worden. Voor een Platina-label dient dan nog 80% van de O-punten behaald te worden. Zie tabel 2 voor de drie verschillende labels met het aantal benodigde P- en O-punten. ZILVER GOUD PLATINA Core and Shell New and Existing New and Existing Buildings Tabel 3 WELL-certificatie labels P O P O P O 26 Niet nodig (= 40%) (= 80%) 36 Niet nodig (= 40%) (= 80%) 41 Niet nodig (= 40%) (= 80%) 2.6 Bewijsvoering Zoals ieder ander toetsinstrument vraagt WELL ook bewijsmateriaal om aan te tonen dat de eisen behaald zijn. De bewijslast van WELL is verdeeld in drie categorieën, te weten: verzekeringsbrieven, geannoteerde documenten en controles ter plaatse. De eerste categorie bevat de eisen waarbij een formulier ingevuld moet worden door de verantwoordelijke partij. In de tweede categorie worden de eisen genoemd waarbij een document, zoals een tekening of verslag, nodig is en de derde categorie houdt de plaatselijke controles in zoals een prestatietest en visuele inspecties. In paragraaf 5.3 wordt dit onderdeel verder uitgelegd. 2.7 Deelconclusie Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat de WELL-standaard een nieuw keurmerk is waarin zeven onderdelen opgenomen zijn. Dit zijn Lucht, Water, Voeding, Licht, Fitness, Comfort en Welzijn. Deze zeven onderdelen worden onderverdeeld in honderd prestatie-eisen die verder verdeeld worden in onderdelen met bijbehorende voorschriften met specifieke parameters en statistieken. Daarnaast is dit certificaat bedoeld voor drie typologieën, namelijk: Core & Shell, en New and Existing Building. Dit houdt in dat een certificaat kan worden aangevraagd voor het casco, voor nieuwe en bestaande interieurs en voor nieuwe en bestaande gebouwen. Om het gevraagde certificaat te behalen, zijn punten toegekend voor elk onderdeel met de eisen die daaronder vallen. Deze punten kunnen de verplichte P-punten of O-punten zijn. Als een project voldoet aan alle P-punten, dan kan een minimaal label behaald worden, oftewel een Zilver-label. Om een hoger label dan Goud te behalen, moet nog 40% van de O-punten behaald worden. Ten slotte is 80% van de O-punten benodigd voor een Platina-label. In de WELL-standaard wordt telkens verwezen naar de Amerikaanse normen. Om deze standaard in Nederland gebruiksvriendelijk te kunnen maken, moeten minimaal de Europese en Nederlandse normen gehanteerd worden. Aangezien de wet- en regelgeving in Europa behoorlijk streng is, wordt algemeen aangenomen dat de Europese en Nederlandse normen voor bepaalde onderdelen van WELL hoger zijn in vergelijking met de Amerikaanse wet- en regelgeving. Om dit duidelijker te maken, is extra onderzoek benodigd. Ten slotte wordt geconcludeerd dat de bewijsvoering tijdens WELL-proces plaatsvindt door middel van drie soorten bewijsvoeringen. Dit zijn verzekeringsbrieven, geannoteerde documenten en controles ter plaatse. 16

18 Leyla Gülbey & Nevim Günes 3 Overeenkomsten WELL met andere keurmerken en Nederlandse wetgeving Voor dit onderzoek is een aantal vergelijkingen uitgevoerd. Deze vergelijkingen houden een aantal keurmerken/wettelijke eisen in. Deze keurmerken zijn als volgt: BREAAM-NL, GPR, Bouwbesluit 2012 en Overheidseisen. Het doel van deze vergelijking is om inzicht te geven in wat het WELL-certificaat inhoud. Hiermee kan een beeld worden gegeven van op welke manier de gevraagde eisen vanuit WELL terugkomen in de keurmerken en wetgevingen. Uit de vergelijking kan ook worden afgeleid dat sommige eisen die al eerder getoetst zijn aan de BREEAM-NL, GPR, Bouwbesluit 2012 en Overheidseisen niet meer getoetst hoeven te worden. Als een gebouw bijvoorbeeld een BREEAM-NL-certificaat heeft behaald, kan geconcludeerd worden dat die punten al voldoen aan de gevraagde eisen vanuit WELL. Hierbij is bijvoorbeeld een extra test niet meer nodig, aangezien met het BREEAM-NL-certificaat al aangetoond is dat aan de gevraagde eis voldaan is. Dit geldt ook voor het GPR-keurmerk, Bouwbesluit 2012 en Overheidseisen. Hieronder zijn de keurmerken een voor een beschreven met het behaalde resultaat. De resultaten van de overeenkomsten zijn in een Excel documenten te vinden in bijlage Aanpak vergelijkingen Zoals eerder uitgelegd, heeft het gezondheidskeurmerk WELL zeven onderdelen. Hieronder vallen honderd prestatie-eisen en 206 deel-eisen. De deel-eisen zijn weer verdeeld in voorschriften met parameters en statistieken, zie Afbeelding 4. Om de overeenkomsten te kunnen bepalen tussen het gezondheidskeurmerk WELL en de andere keurmerken en/of regelgevingen BREEAM-NL, GPR, Bouwbesluit 2012 en Overheidseisen worden vergelijkingen opgesteld. 01 LUCHTKWALITEITSNORM PART1 : Normen voor vluchtige stoffen a1: Formaldehyde niveau b1:totaal vluchtige organische stoffen Afbeelding 4 Voorbeeld WELL-eisen Prestatie-eisen Deel-eisen Voorschriften met parameters en statistieken Om een goed onderzoek te kunnen verrichten, wordt ieder voorschrift met parameters en statistieken individueel onderzocht in BREEAM-NL, GPR, Bouwbesluit 2012 en Overheidseisen. Voor elke prestatie-eis moeten de minimale gevraagde voorschriften voldaan worden om één punt te kunnen krijgen. Zoals eerder uitgelegd, is ieder voorschrift individueel onderzocht. Wanneer bleek dat alle gevraagde (van toepassing zijnde) eisen geheel terugkwamen in de onderzochte richtlijnen, is dit aangegeven met Ja (J). In het geval dat sommige eisen wel terugkomen en een aantal niet, is dit aangegeven met Gedeeltelijk (G). In geval dat geen eisen van WELL terug te vinden zijn in de richtlijnen, is dit aangeduid met Nee (N). In WELL wordt vaak verwezen naar andere documenten waaraan de gevraagde eisen moeten voldoen. Dit is ook het geval bij de andere richtlijnen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de Nederlandse norm (NEN). Wegens een gebrek aan tijd, kennis en ervaring zijn deze verwijzingen niet onderzocht. Bij zulke gevallen zijn de overeenkomsten aangenomen als Gedeeltelijk (G) omdat niet bekend is welke onderdelen wel en niet overeenkomen. 17

19 Leyla Gülbey & Nevim Günes Dutch Green Building Council (DGBC) heeft ook onderzoek verricht naar de overeenkomsten tussen WELL, BREEAM-NL en de Nederlandse wetgeving. Op basis van het onderzoek van DGBC kan dit onderzoek gevalideerd worden. Het onderzoek van DGBC betreft de verplichte eisen die vanuit WELL gevraagd worden. Voor dit onderzoek worden ook de optimalisatie-eisen meegenomen om zo veel mogelijk informatie uit de vergelijkingen te halen. Daarnaast is niet bekend in hoeverre DGBC zich heeft verdiept in de puntentelling van de WELL-standaard. Hiermee wordt bedoeld dat niet bekend is of DGBC de vergelijkingen heeft uitgevoerd op basis van prestatie-eisen en deel-eisen of juist de voorschriften van de zeven onderdelen van WELL. Uit het onderzoek van DGBC is een tabel voortgekomen die schematisch de overeenkomsten weergeeft in credit, zie Tabel 4. Tabel 4 Vergelijking WELL met BREEAM-NL 3.2 Overeenkomsten met BREEAM-NL Wat houdt BREEAM-NL in? BREEAM staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method en komt oorspronkelijk uit Groot-Brittannië. DGBC is de netwerkorganisatie voor duurzaam bouwen en vastgoed. Deze heeft samen met de marktpartijen de BREEAM-NL-richtlijn geschikt gemaakt voor de Nederlandse markt. BREEAM-NL is een beoordelingsmethode die de duurzaamheidprestatie van gebouwen bepaald door middel van een certificering. Deze beoordelingsmethode is verdeeld in vier keurmerken, namelijk: Nieuwbouw en Renovatie, In-Use, Gebiedsontwikkeling en Sloop en Demontage. Overeenkomsten BREEAM-NL Voor dit onderdeel wordt de WELL-standaard vergeleken met de beoordelingsrichtlijn BREEAM-NL. De zeven onderdelen van WELL worden vergeleken met de eisen vanuit BREEAM-NL. De overeenkomsten worden hieruit afgeleid en bepaald in percentages voor elk onderdeel. In de volgende zeven onderdelen wordt een korte uitleg gegeven over de overeenkomsten en waar ze voornamelijk te vinden zijn in BREEAM-NL. Ook is voor elk onderdeel een tabel opgesteld die het aantal functies en de behorende percentages weergeeft. 18

20 Leyla Gülbey & Nevim Günes Lucht Lucht bestaat uit 27 prestatie-eisen en 69 deel-eisen en de deel-eisen komen voor het merendeel terug in het onderdeel gezondheid van BREEAM-NL. Daarnaast zijn er losse deel-eisen die in de onderdelen water, energie en vervuiling terugkomen. Het luchtonderdeel komt voor 14% geheel overeen met BREEAM-NL en voor 10% gedeeltelijk overeen. Zie Tabel 5. Tabel 5 WELL-onderdeel Lucht overeenkomsten met BREEAM-NL BREEAM_NL Overeenkomsten Lucht Functies Percentage Ja (J) 10 14% Gedeeltelijk (G) 7 10% Nee (N) 52 75% Totaal % Water Water bestaat uit 8 prestatie-eisen en 19 deel-eisen. Er is slechts één deel-eis die overeenkomt met BREEAM-NL en dat is legionella. Het wateronderdeel wordt anders opgevat in BREEAM-NL dan in WELL. In WELL wordt vooral de waterkwaliteit behandeld, terwijl in BREEAM-NL vooral het waterverbruik van het gebouw wordt behandeld. Het wateronderdeel komt voor 5% geheel overeen met BREEAM-NL, zie Tabel 6. Tabel 6 WELL-onderdeel Water overeenkomsten met BREEAM-NL BREEAM_NL Overeenkomsten Water Functies Percentage Ja (J) 1 5% Gedeeltelijk (G) % Nee (N) 18 95% Totaal % Voeding Onder het onderdeel Voeding vallen in totaal 15 prestatie-eisen en 26 deel-eisen. In WELL zijn geen eisen te vinden die geheel terugkomen in BREEAM-NL. Daarnaast is er slechts één onderdeel dat gedeeltelijk terugkomt in BREEAM-NL en dit is de opslagcapaciteit van koel- en vriesopslag die onder Energiezuinige koel- en vriesopslag van BREEAM-NL valt. Dit houdt een percentage van 4% van de totale deel-eisen in. De rest van de delen die geheel niet terug komen bedraagt 96%. Verder zijn geen eisen gesteld aan voeding vanuit BREEAM-NL omdat dit certificaat zich niet direct op de gezondheid van het personeel richt die vanuit voeding bevorderd kan worden. In de tabel hiernaast wordt het percentage van de overeenkomsten duidelijk gemaakt. Tabel 7 WELL-onderdeel Voeding overeenkomsten met BREEAM-NL BREEAM_NL Overeenkomsten Voeding Functies Percentage Ja (J) % Gedeeltelijk (G) 1 4% Nee (N) 25 96% Totaal % Licht Licht bestaat uit 11 prestatie-eisen en 18 deel-eisen. Zoals in de tabel weergegeven is, komen 11 deel-eisen geheel overeen met BREEAM- NL en komen 5 deel-eisen gedeeltelijk overeen. Daarnaast komen 2 deel-eisen niet terug in BREEAM. Dat zijn zichtbare lichtdoorlaatbaarheid (visible transmittance (VT)) en uniforme kleurtransmissie. Bij zichtbare lichtdoorlaatbaarheid gaat het om daylight glass en vision glass en bij kleurtransmissie gaat het om zichtbare lichttransmissie van golflengten die tussen de 400 en 650 variëren. De onderdelen die geheel overeenkomen, zijn vooral de kunstverlichting en lichthinder. Dit maakt dat 61% van de eisen geheel, 28% gedeeltelijk en 11% niet overeenkomt, zie Tabel 8. Tabel 8 WELL-onderdeel Licht overeenkomsten met BREEAM- NL BREEAM_NL Overeenkomsten Licht Functies Percentage Ja (J) 11 61% Gedeeltelijk (G) 5 28% Nee (N) 2 11% Totaal % 19

21 Leyla Gülbey & Nevim Günes Fitness Onder het fitnessonderdeel vallen 7 onderdelen met bijbehorende 17 deel-eisen. Voor dit onderdeel zijn net als voor het onderdeel voeding geen geheel overeenkomende eisen te vinden. Er zijn echter wel gedeeltelijk voorkomende eisen te vinden met een percentage van 18%. Deze vallen onder de eisen Afstand tot basisvoorzieningen en Alternatief vervoer die in BREEAM-NL zijn opgesteld. De rest van de onderdelen die niet terugkomen in BREEAM-NL bedragen een percentage van 82%. Zie de tabel hiernaast voor het onderdeel Fitness. Tabel 9 WELL-onderdeel Fitness overeenkomsten met BREEAM- NL BREEAM_NL Overeenkomsten Fitness Functies Percentage Ja (J) % Gedeeltelijk (G) 3 18% Nee (N) 14 82% Totaal % Comfort Het onderdeel comfort van de WELL-standaard kent in totaal 12 prestatie-eisen met 22 deel-eisen. Ook hier zijn geen geheel voorkomende eisen te vinden. Er is wel een aantal onderdelen, zoals akoestiek, thermisch comfort en temperatuurregeling, dat gedeeltelijk terugkomt. Deze bedragen een percentage van 27%. De resterende 73% komt niet terug in BREEAM-NL. Dit is te zien in de tabel hiernaast. Tabel 10 WELL-onderdeel Comfort overeenkomsten met BREEAM-NL BREEAM_NL Overeenkomsten Comfort Functies Percentage Ja (J) % Gedeeltelijk (G) 6 27% Nee (N) 16 73% Totaal % Welzijn Het onderdeel welzijn kent 17 onderdelen met 35 deel-eisen. Vijf daarvan komen gedeeltelijk terug in BREEAM-NL en deze bedragen 14% van de totale deel-eisen van het onderdeel Welzijn. Het gaat hierbij om onderdelen als gebruikershandleiding en gebouwflexibiliteit. De andere eisen vanuit WELL zijn niet terug te vinden in BREEAM-NL en bedragen 86% (zie de tabel hiernaast). Tabel 11 WELL-onderdeel Welzijn overeenkomsten met BREEAM-NL BREEAM_NL Overeenkomsten Welzijn Functies Percentage Ja (J) % Gedeeltelijk (G) 5 14% Nee (N) 30 86% Totaal % Conclusie Uit de vergelijking van WELL met BREEAM-NL is een totaalresultaat ontstaan waarbij de verdelingen als geheel voorkomend (Ja), gedeeltelijk voorkomend (Gedeeltelijk) en niet voorkomend (Nee) zijn te vinden. Deze overeenkomsten zijn verdeeld in de zeven onderdelen van WELL met het aantal bijbehorende functies. Ten slotte levert dit een eindresultaat met een percentage voor een totale uitslag van alle zeven onderdelen. Hierbij komt 11% van WELL geheel terug in BREEAM-NL, 13% gedeeltelijk en 76% helemaal niet, zie Tabel 12. Op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat er relatief weinig overeenkomsten zijn tussen WELL en BREEAM-NL. Tabel 12 Overzicht WELL-overeenkomsten met BREEAM_NL met: Lucht Water Voeding Licht Fitness Comfort Welzijn Totaal Percentage BREEAM-NL Ja % Gedeeltelijk % Nee % Totaal

22 Leyla Gülbey & Nevim Günes 3.3 Overeenkomsten WELL met GPR Wat houdt GPR in? GPR-gebouw is een meetinstrument dat de duurzaamheid van woning- en utiliteitsgebouwen meet. Dit meetinstrument kan toegepast worden voor bouwfases als beleid, ontwerp, realisatie en renovatie. GPR wordt verdeeld in vijf thema s. Dit zijn Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde. Aan elk thema zijn eisen met bijbehorende punten toegekend. Als gebruik wordt gemaakt van duurzame eisen, dan verleent het programma pluspunten aan het gebouw. Bij een eis die niet als duurzaam wordt beschouwd en die slecht is voor het milieu, worden juist minpunten toegekend aan het gebouw. Overeenkomsten GPR met de onderdelen van WELL De zeven onderdelen van WELL-standaard worden vergeleken met de algehele GPR Gebouw meetinstrument. Hierbij worden de onderdelen van WELL per paragraaf hieronder opgesteld en wordt een korte uitleg gegeven over de inhoud van de vergelijkingen en waar de punten van WELL terug te vinden zijn in het GPR-programma. Bij elk onderdeel is ook een bijbehorende tabel opgesteld met het aantal functies dat geheel (Ja), gedeeltelijk (Gedeeltelijk) of niet (Nee) terugkomt. Naast de functies zijn ook de percentages weergegeven voor dat onderdeel. Lucht Het onderdeel lucht met 27 prestatie-eisen en 69 deel-eisen heeft geen eisen die geheel overeenkomen met GPR. Een aantal deel-eisen van WELL komt gedeeltelijk terug in GPR. De onderdelen uit GPR waarin WELL-eisen voorkomen, zijn Gezondheid, Energie en Milieu. Dit is 29% van het gehele luchtonderdeel. De andere deel-eisen komen niet overeen, met een percentage van 71% (zie de tabel hiernaast). Tabel 13 WELL-onderdeel Lucht overeenkomsten met GPR GPR Overeenkomsten Lucht Functies Percentage Ja (J) % Gedeeltelijk (G) 20 29% Nee (N) 49 71% Totaal % Water Het onderdeel water heeft ook net als het onderdeel lucht geen gehele overeenkomsten met GPR, maar wel gedeeltelijke overeenkomsten. Het onderdeel heeft vergeleken met lucht wel minder gedeeltelijke overeenkomsten. Slechts twee deel-eisen komen gedeeltelijk overeenkomen en dit houdt een percentage van 11% in voor het gehele onderdeel water. Deze eisen zijn te vinden in de onderdelen Gezondheid en Milieu. De rest van de delen, met een percentage van 89%, komen niet terug in GPR (zie de tabel hiernaast). Tabel 14 WELL-onderdeel Water overeenkomsten met GPR GPR Overeenkomsten Water Functies Percentage Ja (J) % Gedeeltelijk (G) 2 11% Nee (N) 17 89% Totaal % Voeding Voor het onderdeel voeding zijn geen overeenkomsten te vinden. Dit is uit de tabel hiernaast af te lezen. Tabel 15 WELL-onderdeel Voeding overeenkomsten met GPR GPR Overeenkomsten Voeding Functies Percentage Ja (J) % Gedeeltelijk (G) % Nee (N) % Totaal % 21

23 Leyla Gülbey & Nevim Günes Licht Het onderdeel licht heeft ook geen overeenkomsten die geheel terugkomen in GPR. Wel zijn er relatief veel gedeeltelijke overeenkomsten. Deze bedragen 78% van de totale deel-eisen. De overeenkomsten uit GPR betreffen de thema s Gezondheid en Energie. De rest van de eisen, met een percentage van 22%, komen niet terug in GPR (zie de tabel hiernaast). Tabel 16 WELL-onderdeel Licht overeenkomsten met GPR GPR Overeenkomsten Licht Functies Percentage Ja (J) % Gedeeltelijk (G) 14 78% Nee (N) 4 22% Totaal % Fitness Fitness heeft ook geen deel-eisen die geheel terugkomen in GPR. Er is wel een aantal gedeeltelijke overeenkomsten, die 24% bedragen. Deze onderdelen bestaan uit de thema s Toekomstwaarde en Gebruikskwaliteit uit GPR. De rest van de delen zijn niet te vinden in GPR (zie de tabel hiernaast). Tabel 17 WELL-onderdeel Fitness overeenkomsten met GPR GPR Overeenkomsten Fitness Functies Percentage Ja (J) % Gedeeltelijk (G) 4 24% Nee (N) 13 76% Totaal % Comfort Het onderdeel comfort kent veel gedeeltelijke overeenkomsten maar geen eisen die geheel overeenkomen. De onderdelen die gedeeltelijk overeenkomen, bedragen in totaal 67%. Deze delen van WELL zijn terug te vinden in de thema s Energie, Gezondheid en Gebruikskwaliteit van GPR. Tabel 18 WELL-onderdeel Comfort overeenkomsten met GPR GPR Overeenkomsten Comfort Functies Percentage Ja (J) % Gedeeltelijk (G) 14 64% Nee (N) 8 36% Totaal % Welzijn De vijf delen van welzijn uit WELL komen gedeeltelijk terug in de thema s Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde uit GPR. Dit betreft een percentage van 15% voor het gehele welzijn onderdeel. Tabel 19 WELL-onderdeel Welzijn overeenkomsten met GPR GPR Overeenkomsten Welzijn Functies Percentage Ja (J) % Gedeeltelijk (G) 5 14% Nee (N) 30 86% Totaal % Conclusie De vergelijking tussen WELL met GPR is op dezelfde manier uitgevoerd als de vergelijking tussen WELL en BREEAM-NL. Uit de resultaten is voortgekomen dat 0% van de totale onderdelen geheel overeenkomt, 29% gedeeltelijk en 71% niet. Zie Tabel 20 voor overzicht. Tabel 20 Overzicht WELL-overeenkomsten met GPR met: Lucht Water Voeding Licht Fitness Comfort Welzijn Totaal Percentage GPR Ja 0% Gedeeltelijk % Nee % Totaal

24 Leyla Gülbey & Nevim Günes 3.4 Overeenkomsten WELL met Bouwbesluit 2012 De WELL-eisen zijn gericht op de gezondheid van de bewoners en hierbij gaat het niet alleen om voldoende daglicht en een goed ventilatieontwerp. Drinkwaterkwaliteit, comfort en welzijn van de gebruikers zijn bijvoorbeeld ook belangrijke aspecten. Voor dit onderzoek was het de bedoeling om een vergelijking te maken tussen WELL en Bouwbesluit, maar uit het eerste deelonderzoek bleek dat Bouwbesluit niet volledig aansluit op WELL. Aangezien de Bouwbesluit-eisen gebouw gerelateerd zijn en vooral over de bouwkwaliteit gaan, is besloten om ook overheidseisen mee te nemen. Drinkwaterkwaliteit wordt bijvoorbeeld in de Drinkwaterwet behandeld en dit komt niet terug in Bouwbesluit. Hieronder worden per WELL-onderdeel de overeenkomsten met Bouwbesluit en NLwetgeving uitgelegd. Lucht Het onderdeel lucht komt voor 16% overeen met de Overheidseisen en Bouwbesluit 2012, vooral met betrekking tot onderdelen als ventilatieontwerp en luchtsnelheid. Daarnaast zijn andere onderdelen zoals luchtkwaliteit, Vluchtige Organisch Stoffen (VOS), asbestgebruik en rookverbod in utiliteitsgebouwen door de overheid wettelijk geregeld. Om de luchtkwaliteit te kunnen bewaken, worden wettelijke eisen gesteld aan materiaalkeuze. Dit betreft niet specifiek het materiaal maar de grondstoffen. De luchtkwaliteit van Nederland is beter dan die van Verenigde Staten en daarom zijn geen extra strenge maatregelen nodig om de luchtkwaliteit te verbeteren. Ook de verontreinigende stoffen worden niet of met mate gebruikt, zoals asbest, lood, polychloorbifenyl en kwik. Veel stoffen zijn Europees geregeld, zoals VOS. Hiernaast wordt het resultaat van de vergelijking weergegeven. Tabel 21 WELL-onderdeel Lucht overeenkomsten met BB2012 en Overheidseisen Overheidseisen Overeenkomsten Lucht Functies Percentage Ja (J) 11 16% Gedeeltelijk (G) 1 1% Nee (N) 57 83% Totaal % Water De waterkwaliteit van Nederland voldoet aan de WELL-eisen. Drinkwaterbedrijven zijn verplicht kwartaaltesten uit te voeren voor het drinkwater, maar niet alle genoemde onderdelen worden per kwartaal getest. Sommige onderdelen worden op aanvraag van de gebruiker getest. Dat komt vooral bij grote bedrijven en ziekenhuizen voor. Van de onderdelen die niet getest worden en niet genoemd zijn in wettelijke eisen wordt aangenomen dat ze niet aan de eisen voldoen, omdat daar geen bewijzen van zijn. Het wateronderdeel komt voor 53% overeen met de wettelijke eisen, zie Tabel 22. Er zijn ook eisen die niet overeenkomen, met name de waterbehandelingseisen. In de Verenigde Staten voldoet de drinkwaterkwaliteit niet aan de WELL-eisen en daarom worden eisen gesteld om het drinkwater te behandelen voordat het geconsumeerd wordt. In Nederland wordt het drinkwater door de waterbedrijven behandeld. Omdat niet alle WELL-voorschriften in Nederland gecontroleerd hoeven te worden, ontbreken een aantal van deze gegevens. In geval dat de eisen niet voldaan zijn, dan moeten er extra maatregelen getroffen worden om de waterkwaliteit voor het gebouw te verbeteren. Aangezien dit niet bekend is, wordt aangenomen dat het niet voldoet aan de eisen. Tabel 22 WELL-onderdeel Water overeenkomsten met BB2012 en Overheidseisen Overheidseisen Overeenkomsten Water Functies Percentage Ja (J) 10 53% Gedeeltelijk (G) % Nee (N) 9 47% Totaal % 23

25 Leyla Gülbey & Nevim Günes Voeding Bij het onderdeel voeding komt één prestatie-eis overeen met de wettelijke eisen en dat is de voedingswaarde-informatie. In Nederland worden het aantal calorieën, de macronutriënten (zoals eiwitten en vet) en de micronutriënten (zoals vitamines, ijzer en calcium) weergegeven op de verpakking van voedingsmiddelen en dranken. Er zijn geen andere wettelijke verplichtingen op voedingsgebied. In Nederland wordt veel aandacht besteed aan verantwoord, eerlijk voedsel, maar er zijn geen wettelijke verplichtingen voor extra gezond voedsel. Hiernaast zijn de resultaten in de tabel 23 weergegeven. Tabel 23 WELL-onderdeel Voeding overeenkomsten met BB2012 en Overheidseisen Overheidseisen Overeenkomsten Voeding Functies Percentage Ja (J) 1 4% Gedeeltelijk (G) % Nee (N) 25 96% Totaal % Licht NEN wordt gebruikt om werplekverlichting te ontwerpen en er zijn geen onderdelen die terugkomen in WELL, zie Tabel 24. Het merendeel van de WELL-eisen wordt wel gerealiseerd, maar is niet wettelijk verplicht, zoals automatische zonwering. Daardoor zijn er geen overeenkomsten met de Nederlandse wetgeving. DGBC heeft ook onderzoek gedaan naar de overeenkomsten 6 van WELL met de wettelijke eisen en daaruit blijkt ook dat het onderdeel licht niet overeenkomt met de wettelijke eisen. Tabel 24 WELL-onderdeel Licht overeenkomsten met BB2012 en Overheidseisen Overheidseisen Overeenkomsten Licht Functies Percentage Ja (J) % Gedeeltelijk (G) % Nee (N) % Totaal % 6 (DGBC, 2016) 24

26 Leyla Gülbey & Nevim Günes Fitness, Comfort en Welzijn De WELL-onderdelen fitness, comfort en welzijn hebben geen overeenkomsten met de overheidseisen, zie Tabel 25, 26 en 27. De genoemde onderdelen worden wel vaak toegepast bij projecten, maar dit is niet verplicht. Nederland besteedt veel aandacht aan het comfort en welzijn van de gebruikers vanwege toekomstgericht bouwen. In sommige gevallen zijn de wettelijke eisen niet zo zwaar als de WELL-eisen, zoals de akoestiekeisen. Tabel 25 WELL-onderdeel Fitness overeenkomsten met BB2012 en Overheidseisen Overheidseisen Overeenkomsten Fitness Functies Percentage Ja (J) % Gedeeltelijk (G) % Nee (N) % Totaal % Tabel 26 WELL-onderdeel Welzijn overeenkomsten met BB2012 en Overheidseisen Overheidseisen Overeenkomsten Welzijn Functies Percentage Ja (J) % Gedeeltelijk (G) % Nee (N) % Totaal % Conclusie Tabel 27 WELL-onderdeel Comfort overeenkomsten met BB2012 en Overheidseisen Overheidseisen Overeenkomsten Comfort Functies Percentage Ja (J) % Gedeeltelijk (G) % Nee (N) % Totaal % De WELL-onderdelen lucht en water komen het meest overeen met de overheidseisen. De andere onderdelen komen niet overeen met de wettelijke eisen, zie Tabel 28. Dat betekent dat slechts 10% van de WELL gedekt wordt door wettelijke eisen en alle andere eisen moeten nog gerealiseerd moeten worden. Tabel 28 Overzicht WELL-overeenkomsten met BB2012 en Overheidseisen met: Lucht Water Voeding Licht Fitness Comfort Welzijn Totaal Percentage Overheidseisen / Bouwbesluit Ja % Gedeeltelijk % Nee % Totaal Deelconclusie vergelijkingen Zoals in het begin van dit hoofdstuk uitgelegd is, was het doel om een inzicht te geven in de overeenkomsten tussen de WELL en andere keurmerken, zoals BREEAM-NL, GPR, Bouwbesluit en Overheidseisen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de overeenkomsten minder groot zijn dan verwacht. Dat laat ook zien hoe belangrijk het WELL-gezondheidskeurmerk voor gebouwen is. De overeenkomsten met BREEAM-NL waren in totaal 11% geheel, 13% gedeeltelijk en 76% niet. De onderdelen lucht en licht hebben de meeste overeenkomsten. Met GPR zijn er geen gehele overeenkomsten, maar de eisen komen voor 29% gedeeltelijk overeen met de WELL. Hierbij scoren de onderdelen lucht, licht en comfort het meest. De resultaten van de vergelijkingen met Bouwbesluit 2012 en overheidseisen zijn als volgt: alleen de onderdelen lucht en water komen overeen en het gemiddelde percentage voor de eisen die geheel terugkomen is 10%. Daarnaast komt 3% van de eisen gedeeltelijk terug. 25

27 Leyla Gülbey & Nevim Günes 4 QuickScan Dit hoofdstuk bevat een uitleg van de QuickScan die opgesteld is om een gebouw te kunnen toetsen aan de WELL-standaard. Op basis van deze QuickScan ontstaat een resultaat in de vorm van de score waaraan het gebouw voldoet. Door middel van documenten als outputspecificaties, tekeningen, leveranciersgegevens en opnames kan de QuickScan ingevuld worden. Een adviesbureau kan de QuickScan invullen om een beeld van het gebouw te geven aan de gebouweigenaar. Hiermee kan het adviesbureau de gebouweigenaar adviseren of het nuttig zal zijn om een aanvraag in te dienen voor een WELL-certificaat. Ook kan de gebouwbeheerder deze taak zelf op zich nemen. Hiermee kan hij de onderdelen van de WELL-standaard verdelen over de werknemers die er vanuit hun functie meer over weten. De QuickScan is te vinden in een digitale bijlage (USB) en daarnaast is er een pdf-versie te vinden in bijlage Opbouw QuickScan Om te achterhalen aan welke eisen een gebouw voldoet en welk label de huidige staat behaalt, moet een toetsing plaatsvinden op basis van een beschikbare rekentool. Uit het onderzoek naar het WELLcertificaat is gebleken dat er in Nederland geen methode is waarmee deze test afgenomen kan worden. Vanuit deze vraag is daarom een QuickScan/rekentool opgesteld met de eisen van de WELL-standaard om een test af te kunnen nemen voor een casus die gehanteerd kan worden. Deze QuickScan wordt beschikbaar gemaakt voor drie soorten typologieën, namelijk Core & Shell, New and Existing en Buildings (zie afbeelding 3). Door invoer van de gegevens ontstaat er een resultaat voor de drie typologieën. Aan de hand van deze resultaten kan er afgewogen worden voor welke van de drie typologieën een certificaat aangevraagd wil worden. Ook is het mogelijk om hierbij de verbeterpunten uit te halen voor een betreffend label. De QuickScan bestaat uit de zeven onderdelen van de WELL-standaard, namelijk: Lucht, Water, Voeding, Licht, Fitness, Comfort en Welzijn. Deze onderdelen zijn onderverdeeld in honderd prestatieeisen. Daarna wordt elke prestatie-eis verdeeld in een aantal deel-eisen. Deze zijn weer verdeeld in voorschriften met specifieke parameters en statistieken. Zie hieronder een korte uitleg voor meer duidelijkheid: Onderdeel (vb Voeding): - Prestatiecijfer (vb. 38. Fruit en groente): o Delen (vb. Deel 1): Voorschriften met specifieke parameters en statistieken (vb. A en B). 26

28 Leyla Gülbey & Nevim Günes Core and Shell WELL VOEDING eisen Eis punten Deel punten Project x Buildings Core and Shell Buildings Normen / Waarde Eenheid Checklist (ja=1 nee=2) Gebruiksfase (ja=1 nee=2) Gebouw x Voldoet/ Voldoet niet --- P P --- P P 38. FRUIT EN GROENTEN --- Deel 1: Variatie fruit en groenten Als vast voedsel verkocht of uitgedeeld is op een dagelijkse basis op het terrein van (of onder contract met) het projecteigenaar, dan is er keuze van ten minste één van de volgende: a. Tenminste: - 2 fruit (zonder toegevoegde suiker) 2 stuk voldoet niet - 2 soorten van niet-gebakken groenten 2 stuk voldoet niet b. Ten minste 50% van de beschikbare opties zijn fruit en / of niet-gebakken groenten 50 % ONWAAR Deel 2: Bevordering van fruit en groenten Cafetaria s die geëxploiteerd of in opdracht van de project eigenaar zijn, indien aanwezig de volgende ontwerp interventies: a. Saladebar of een soortgelijke-salade verstrekkende sectie die met een afstand gepositioneerd is van de muren, dienen 360 toegankelijk te zijn = 360 voldoet niet b. Groenten en fruit zijn duidelijk zichtbaar via beeldscherm of door middel van kleurenfoto's op het menu ONWAAR c. Groentegerechten staan aan het begin van het voedsel dienstlijn ONWAAR d. Fruit of fruitgerechten liggen in een schaal of in een stand van het uitgang van de locatie ONWAAR --- Afbeelding 5 QuickScan geheel Om te kunnen achterhalen hoe de QuickScan in elkaar zit, wordt hieronder een uitleg gegeven over de inhoud en gebruik van de QuickScan. Hierbij is Afbeelding 5 gegeven met de belangrijke gegevens die nodig zijn als gebruik wordt gemaakt van de QuickScan. Deze afbeelding is slechts één prestatiecijfer van het onderdeel Voeding. Alle eisen vanuit WELL zijn ingevoerd in de QuickScan om een score te verkrijgen. Er zijn drie manieren om gegevens in te voeren in de QuickScan. Dit zijn de drie roze vakken die onder Project X vallen in Afbeelding 5 De eerste manier is om de QuickScan in te vullen als een checklist. Hierbij kan met behulp van documenten onderzocht worden of het gevraagde eis al voldoet of juist niet. Dit is in te voeren met een 1 voor Ja en een 2 voor Nee. Manier 2 verloopt ook op deze wijze, maar de een wordt ingevoerd tijdens de ontwerpfase en de ander tijdens de gebruiksfase. Bij manier 2 moet het gebouw al in gebruik zijn om te kunnen controleren. Uit bijvoorbeeld opnames en interviews met werknemers kunnen de gegevens worden achterhaald en ingevoerd in de QuickScan. Bij de derde manier worden de gevraagde waarden als cijfers ingevoerd. Hierbij worden gegevens als minimum/maximum of gemiddelde eenheden gevraagd. Door deze drie soorten invoermanieren te hanteren, ontstaat er een resultaat als voldoet/voldoet niet voor elke voorschrift. Onder deze drie roze rijen is in de vakken van voorschriften met een roze vak aangegeven welk van de drie manieren toegepast moet worden. Een voorbeeld hiervan is Deel 1, voorschrift B. Hierachter wordt het vak onder manier 2, Gebruiksfase, roos gemarkeerd. Het is dan alleen mogelijk om in dat vak een gegeven in te voeren. Om het voorgaande overzichtelijker te maken, wordt er in Afbeelding 6 (zie volgende pagina) op ingezoomd. 27

29 Leyla Gülbey & Nevim Günes Manie Manier Manie Resulta Normen / Waarde Eenheid Checklist (ja=1 nee=2) Gebruiksfase (ja=1 nee=2) Gebouw x Voldoet/ Voldoet niet 38. FRUIT EN GROENTEN Deel 1: Variatie fruit en groenten Als vast voedsel verkocht of uitgedeeld is op een dagelijkse basis op het terrein van (of onder contract met) het projecteigenaar, dan is er keuze van ten minste één van de volgende: a. Tenminste: - 2 fruit (zonder toegevoegde suiker) 2 stuk voldoet niet - 2 soorten van niet-gebakken groenten 2 stuk voldoet niet b. Ten minste 50% van de beschikbare opties zijn fruit en / of niet-gebakken groenten 50 % ONWAAR 0 Mogelijk e invoer Deel 2: Bevordering van fruit en groenten Cafetaria s die geëxploiteerd of in opdracht van de project eigenaar zijn, indien aanwezig de volgende ontwerp interventies: a. Saladebar of een soortgelijke-salade verstrekkende sectie die met een afstand gepositioneerd is van de muren, dienen 360 toegankelijk te zijn = 360 voldoet niet b. Groenten en fruit zijn duidelijk zichtbaar via beeldscherm of door middel van kleurenfoto's op het menu ONWAAR c. Groentegerechten staan aan het begin van het voedsel dienstlijn ONWAAR d. Fruit of fruitgerechten liggen in een schaal of in een stand van het uitgang van de locatie ONWAAR Afbeelding 6 QuickScan deel 1 De resultaten met voldoet/voldoet niet van deze invoeringen worden in de laatste drie kolommen van Afbeelding 6 weergegeven. Deze resultaten zijn weer gekoppeld aan de eis- en deelpunten die in de zes kolommen van Afbeelding 6 worden weergegeven. Deze kunnen de mogelijke P- of O-punten zijn voor dat prestatievoorschrift. De totale P- en O-punten per onderdeel van de standaard resulteren in een sheet met tabellen en grafieken. Naast de sheet van Voeding is er bijvoorbeeld een bijbehorende sheet met Voedingsuitslagen. De zeven onderdelen van de WELL-standaard zijn zo verdeeld in Excel dat dit uiteindelijk resulteert in een eindresultaat. Deze sheet heeft dezelfde opbouw met tabellen en grafieken als de uitslagen van de zeven onderdelen van WELL. Zie Afbeelding 7 hieronder voor een algemeen overzicht. 28

30 Leyla Gülbey & Nevim Günes Afbeelding 7 Eindresultaat In Tabel 1 op Afbeelding 7 komen de resultaten te staan waarin alle behaalde P- en O-punten voor de drie typologieën gekoppeld zijn aan de zeven onderdelen. In Tabel 2 komen de resultaten van de maximale P- en O-punten te staan voor de zeven onderdelen. Deze twee tabellen zijn ook in de grafieken weergegeven. Ook zijn in Tabel 3 de berekeningen en de eindscores voor de drie typologieën weergegeven. Deze eindscores zijn gekoppeld aan een tabel waarin de drie labels te zien zijn. Hieruit kan worden opgemaakt aan welk label het gebouw voldoet. Nadat een gebouw getoetst is met behulp van de QuickScan wordt het een resultaat/de scorekaart als Afbeelding 8 hieronder weergegeven. Afbeelding 8 WELL-scorekaart 29

31 Leyla Gülbey & Nevim Günes 4.2 Programma van Eisen De QuickScan kan toegepast worden als een Programma van Eisen (PvE) voor bijvoorbeeld de gebouweigenaars en huurders die de gezondheid van hun werknemers willen verbeteren. Aan de hand van deze PvE kunnen ze al vanaf het begin van een project rekening houden met de eisen. Dit kost hen minder tijd en budget dan als ze er midden in het bouwproces achter komen dat ze iets moeten aanpassen en dan moeten proberen om het in het project te integreren. Daarnaast is het mogelijk om de punten te integreren in het project terwijl er geen certificaat voor wordt aangevraagd. Hiermee voldoet het gebouw toch aan de eisen die van belang zijn voor de gezondheid, het comfort en het welzijn van gebouwgebruikers. Er is dan echter geen certificaat dat kan dienen als keurmerk voor het gebouw. 4.3 Deelconclusie Uit het onderzoek naar hoe de WELL-standaard vertaald kan worden in een tool, is een QuickScan in een Excelbestand opgesteld. Hiermee kan een berekening worden uitgevoerd voor een project om te concluderen of het gebouw voldoet aan de WELL-eisen voor de drie typologieën. De QuickScan is bedoeld voor de gebouweigenaars die een beeld willen van de huidige score van hun gebouw volgens de WELL-standaard. Dit onderzoek kan worden uitgevoerd door een adviesbureau of een gebouwbeheerder. Ook kan IWBI gebruikmaken van deze tool wanneer besloten wordt om een Nederlandse versie van de WELL-standaard te ontwikkelen. Wel zijn dan extra ontwikkelingen en aanpassingen benodigd om de tool te optimaliseren. Met de QuickScan ontstaat een resultaat in de vorm van een scorekaart die behaald kan worden bij een aanvraag als alle gegevens correct ingevuld worden. 30

32 Leyla Gülbey & Nevim Günes 5 Proces In het vorige hoofdstuk is de QuickScan behandeld die als PvE dient voor de opdrachtgever. De QuickScan dient ook als tool voor de WELL-deskundige om de WELL-score te kunnen bepalen. Om een doorlopend WELL-proces te kunnen creëren, wordt een proceschecklist gemaakt die als hulpmiddel gaat dienen voor de WELL-deskundige. De proceschecklist maakt het bewaken van WELLproces vanaf definitiefase tot en met de gebruiksfase mogelijk. De proceschecklist is te vinden in de bijlage 4. De volgende onderwerpen worden in dit hoofdstuk behandeld: de contractvorm, de betrokken partijen en de benodigde bewijsvoering. Daarnaast wordt de proceschecklist behandeld en wordt uitgelegd hoe deze toegepast kan worden bij projecten. 5.1 Contractvormen Om een gepaste contractvorm te kunnen bepalen, is onderzoek gedaan naar de contractvormen die vaker in Nederland toegepast worden, zie Tabel 29. Er is een Multi-criteria-analyse opgesteld om een passende contractvorm te kunnen definiëren. Deze analyse heeft drie criteria die belangrijk zijn voor het WELL-proces. De criteria zijn de scheiding tussen de fasen, of er een samenwerking plaatsvindt vanaf de Schets Ontwerp (SO) fase en wie de verantwoording voor de gemaakte producten neemt. Tabel 29 Meest toegepaste contractvormen De genoemde criteria zijn belangrijk voor het WELL-proces, want om de gevraagde eisen realiseerbaar te maken, mag er geen duidelijke scheiding zijn tussen de fasen. Aangezien veel WELL-eisen tijdens de ontwerpfase al meegenomen moeten worden en daarbij de bewijsvoering soms in realisatiefase en gebruiksfase kan zijn, wordt dit als een doorlopende fase gedefinieerd. Een ander aandachtpunt is dat een samenwerking plaatsvindt vanaf de SO-fase om de deskundigheid van andere partijen te kunnen benuttigen. Het laatste criterium, verantwoording, is belangrijk omdat de deskundigen in het WELL-proces hun eigen verantwoording nemen voor de gerealiseerde eisen. De deskundigen moeten hierbij verzekeringsbrieven ondertekenen die als bewijsvoering dienen. Daarmee garanderen de deskundigen dat hun afgeronde taak volgens de WELL-eis gerealiseerd is. 31

33 Leyla Gülbey & Nevim Günes De contractvormen traditioneel (groen) en geïntegreerd (geel) zijn onderzocht om de gepaste contractvorm te kunnen kiezen. Tabel 30 Contractvormen Contractvormen Definitiefase t/m Gebruiksfase Samenwerking vanaf SO-fase Verantwoordelijke Traditioneel - - Opdrachtgever Nee DB & DC - - Opdrachtnemer Nee DBM(O) -/+ - / + Eén opdrachtnemer Nee DBFM - + Opdrachtnemer Nee DBFMO + + Opdrachtnemer Ja Voldoet het aan het WELLproces? Zoals te zien is in Tabel 30 passen de geïntegreerde contractvormen het best bij een WELL-proces. Als eerst is het traditioneel contractvorm onderzocht en daaruit bleek dat deze contractvorm geheel niet past bij het WELL-proces. Daarnaast is onderzocht welke geïntegreerde contractvormen het meest toegepast worden bij projecten die in Nederland gerealiseerd worden. Hieruit bleek dat Design and Building of Construct (DB & DC), Design, Build, Maintain en Operate (DBM(O)), Design, Build, Finance en Maintain (DBFM) en Design, Build, Finance, Maintain en Operate (DBFMO) de alternatieven zijn. Uit het onderzoek blijkt dat DBFMO de meest passende contractvorm is. Uit het Tabel 30 blijkt dat er een doorlopende fase is vanaf de definitiefase (DF) tot en met de gebruiksfase (GF). Ook is er een samenwerking vanaf de SO-fase tijdens een bouwproces. Daarnaast neemt ieder partij verantwoording van zijn eigen producten. 5.2 Betrokken partijen Om een doorlopend WELL-proces te kunnen realiseren, is het belangrijk om van tevoren te weten welke partijen een rol spelen in het proces en in welke fase. Alle partijen vanaf de definitiefase tot en met de gebruiksfase worden in Tabel 31 aangegeven. De meeste partijen die genoemd zijn in Tabel 31 komen bij bijna alle bouwprojecten voor. De partijen die ter aanvulling betrokken worden, zijn de tuinarchitect en het cateringbedrijf. De eisen die vooral bij het onderdeel welzijn gesteld zijn, moeten echt gerealiseerd worden door een deskundige. De eisen zijn bijvoorbeeld dat de natuur betrokken moet worden in het gebouw, zoals wandplanten, potplanten, een serre of een tuin, zie Afbeelding 9. Daarnaast moeten voldoende gereedschappen aanwezig zijn om de planten te kunnen verzorgen. Tabel 31 Betrokken partijen van het WELL-proces Ontwikkelaar Eigenaar/ huurder Architect Interieurarchitect Bouwfysisch adviseur Gebouwbeheerder Aannemer W- adviseur E- adviseur Installateur Tuinarchitect Cateringbedrijf Er zijn ook eisen gesteld aan de omgeving, zoals groenvoorzieningen om het gebouw heen zoals een tuin Afbeelding 9 Wandplanten in het kantoor 32

34 Leyla Gülbey & Nevim Günes of potplanten. Ook voorzieningen als banken waarop mensen kunnen zitten, fonteinen, kunst en andere natuurelementen die een levendige sfeer creëren, worden door de tuinarchitect gerealiseerd. Het cateringbedrijf is voornamelijk voor het onderdeel voeding belangrijk. Het cateringbedrijf is dan verantwoordelijk voor het opstellen van de varianten van (gezonde) voedingsmiddelen en voor het duidelijk aangeven van bijvoorbeeld de ingrediënten en calorieën. In het onderdeel voeding zijn veel eisen die een cateringbedrijf moet realiseren en daarom is het belangrijk dat ze voor de gebruiksfase ingeschakeld worden. Zo kan het cateringbedrijf een plan opstellen voor de voeding en het restaurant waarin de WELL-eisen terugkomen. In het WELL-proces speelt de gebouwbeheerder een belangrijke rol, doordat er veel bewijsvoering verzameld moet worden tijdens de gebruiksfase. Er is ook aantal eisen dat gerealiseerd moet worden tijdens de gebruiksfase, zoals een enquête om te kunnen achterhalen hoe tevreden de gebruikers zijn over bijvoorbeeld de temperatuur, het comfort en het welzijn. Alle verbeterpunten worden opgepakt door de gebouwbeheerder en de gebruikers worden daarover geïnformeerd. Daarnaast kunnen de gebouwbeheerder en de opdrachtgevers de mogelijke problemen/klachten oplossen. 5.3 Bewijsvoering De bewijsvoering is bij alle keurmerken en toets instanties een belangrijk onderdeel, want daarmee wordt aangetoond dat het product voldoet aan de eisen. WELL heeft hierbij een duidelijke bewijsmaterialenlijst aangegeven. Zoals al eerder beschreven is, heeft WELL 100 prestatie-eisen en 206 deel-eisen. In de WELL Building Standaard worden alle benodigde bewijsmaterialen per deel-eis aangegeven. WELL heeft drie categorieën voor bewijsvoering opgesteld, te weten: verzekeringsbrieven (Letters of Assurance), geannoteerde documenten (Annotated Documents) en controles ter plaatse (On-site Checks), zie Afbeelding 10. Afbeelding 10 Bewijsvoering uit de WELL-standaard 33

35 Leyla Gülbey & Nevim Günes De aspecten waarvan een verzekeringsbrief gevraagd wordt, hoeven meestal niet op een andere manier aangetoond te worden. De verzekeringsbrieven zijn bedoeld voor de deskundigen die de betreffende eis gerealiseerd hebben. Zij vullen de verzekeringsbrief in en daarmee verzekeren ze de IWBI dat de producten voldoen aan de WELL-eisen. In de tweede categorie worden de bewijsmaterialen per deeleis aangegeven, bijvoorbeeld in de vorm van een tekening, berekening, model of verslag. De IWBI moet de betreffende documenten ontvangen om te kunnen beoordelen of het gebouw voldoet aan de eisen. De derde en de laatste categorie is dat controles ter plaatse uitgevoerd worden om te kunnen zien (waarnemen) dat het betreffende onderdeel voldoet aan de WELL-standaard. De controle kan een prestatietest, een meting of een visueel inspectie zijn. De testen en metingen zijn bedoeld voor de eisen, zoals het VOS-gehalte en het Koolstofdioxide (CO 2) gehalte van de luchtkwaliteit. De visuele inspecties zijn bijvoorbeeld bedoeld om te beoordelen of er voldoende kunst is in het gebouw en hoe de kleurencombinatie is. Kortom, de eisen waarvoor verzekeringsbrieven worden opgestuurd, worden niet gecontroleerd maar daarvan wordt aangenomen dat eraan is voldaan. De documenten die opgestuurd worden, worden doorgenomen en als blijkt dat de documenten voldoen aan de eisen, komen de WELL-assessors controles ter plaatse uitvoeren. Als blijkt dat aan alle eisen is voldaan, wordt een label (certificaat) uitgegeven. Dat label kan Zilver, Goud of Platina zijn. 5.4 Proceschecklist Het bewaken en sturen van een WELL-proces is ingewikkeld, want er zijn veel eisen die door verschillende partijen gelijktijdig uitgevoerd worden. Daarnaast moet een prestatie-eis door verschillende partijen en in verschillende fasen uitgevoerd worden. Dat is te zien is in Afbeelding 11, waarbij prestatie-eis 1 bestaat uit meerdere deel-eisen en iedere deel-eis door een andere partij wordt gerealiseerd. Zo zijn de interieurarchitect en de aannemer verantwoordelijk voor deel-eis 1 en is de Werktuigbouwkundig (W) adviseur verantwoordelijk voor deel-eisen 2 en 3. Normen </> Waarde Eenheid Verantwoordelijke 01 LUCHTKWALITEITSNORM DEEL 1 : Normen voor vluchtige stoffen a1: Formaldehyde niveau < 27 mg/m³ b1:totaal vluchtige organische stoffen (los onderzoeken en bij elkaar optellen) < 500 μg / m³ Interieur architect / aannemer DEEL 2: Normen voor fijn stof en anorganische gassen a2: Koolmonoxide < 23,5 mg/m³ b2: PM₂.₅ < 15 μg/m³ c3: PM₁₀ < 50 μg/m³ d3: Ozon < 51 mg/m³ DEEL 3: Radon a4: Radon (algemeen in nieuwbouw) < 4 pci / L Afbeelding 11 WELL-proces deel 1 W-adviseur W-adviseur In het tweede deel van de proceschecklist worden de fasen en de bewijsvoeringen per eis behandeld. De fasen vanaf de definitiefase tot en met de gebruiksfase zijn bovenaan de kolom weergegeven. De fasen die van toepassing zijn, worden per eis met donkerblauw aangegeven. De eerste fase die gekleurd is, geeft aan wanneer een begin gemaakt moet worden. In die fase geeft de WELL-deskundige door aan de verantwoordelijke partij om aan die eis te denken tijdens het ontwerpen of realiseren. De laatste kolom geeft aan wanneer de benodigde bewijsvoering klaar moet zijn, zie Afbeelding 12 (zie volgende pagina). Bij de eerste eis wordt bijvoorbeeld aangegeven dat de interieurarchitect in de Definitief Ontwerp (DO) fase rekening moet houden met de eis van vluchtige stoffen (deel-eis 1) en dat de 34

36 Leyla Gülbey & Nevim Günes aannemer daar in de realisatiefase rekening mee moet houden zodat hij bijvoorbeeld geen afwijkende materialen toepast. Uiteindelijk wordt deze eis door de WELL-deskundige ter plaatse gecontroleerd. De taak van de WELL-deskundige is om te weten in welke fase welke eisen gerealiseerd moet worden, de verantwoordelijke partijen sturen tijdens het proces en uiteindelijk controleren of het proces uitgevoerd is volgens de WELL-eisen. Verantwoordelijke Fasen Verzekeringsbrieven Geannoteerde documenten DF SO VO DO TO RF GF Interieur architect / aannemer On-Site Controles (ter plekke) PRESTATIE TEST Compleet? W-adviseur PRESTATIE TEST Afbeelding 12 WELL-proces deel Waarom een proceschecklist? In Afbeelding 13 wordt een gedeelte van een WELL-proces weergegeven. Zoals te zien is in de afbeelding variëren zowel de verantwoordelijke partij als de fasen waarin de eis gerealiseerd wordt. Daarnaast wordt iedere deel-eis afzonderlijk van elkaar aangetoond. Zoals te zien is bij prestatie-eis 2 Rookverbod wordt voor deel-eis 1 een beleidsdocument verwacht, terwijl van deel-eis 2 ter plaatse gecontroleerd wordt. Dat maakt het bewaken en besturen van het proces ingewikkeld, aangezien er 100 prestatie en 206 deel-eisen zijn. Zonder een proceschecklist zou de WELL-deskundige het proces met moeite beheren, omdat het niet mogelijk is om alle eisen, de verantwoordelijke partij, de fase en de bewijsvoering te onthouden. Dit proceschecklist maakt het beheren en sturen van het proces eenvoudiger, omdat alle eisen en de acties al genoemd zijn. De taak van de WELL-deskundige is om aan het begin van elke fase de checklist door te nemen om de bijbehorende partijen aan te sturen en de afgeronde taken te controleren en afvinken. Daarnaast kan de WELL-deskundige de stand van zaken doornemen en indien nodig ondersteuning bieden aan de verantwoordelijke partijen. WELL Lucht eisen Normen Verantwoordelijke Fasen Verzekeringsbrieven Geannoteerde documenten DF SO VO DO TO RF GF 01 LUCHTKWALITEITSNORM Interieur architect / DEEL 1 : Normen voor vluchtige stoffen aannemer a1: Formaldehyde niveau b1:totaal vluchtige organische stoffen (los onderzoeken en bij elkaar optellen) On-Site Controles (ter plekke) PRESTATIE TEST Compleet? DEEL 2: Normen voor fijn stof en anorganische gassen W-adviseur PRESTATIE TEST a2: Koolmonoxide b2: PM₂.₅ c3: PM₁₀ d3: Ozon DEEL 3: Radon W-adviseur PRESTATIE TEST a4: Radon (algemeen in nieuwbouw) 02 ROOKVERBOD DEEL 1: Binnen rookverbod Architect BELEIDSDOCUMENT a5: Het is verboden om in het gebouw te roken of e-sigaret te gebruiken. DEEL 2: Buiten het gebouw Architect VISUELE INSPECTIE a1: Rookverbod binnen 7.5 m (vanaf entree, te penen ramen en deuren). b: Rookverbod op alle dekken, terrassen, balkons, daken en andere regelmatig bezette buitenruimtes van het gebouw. c: Binnen de 7,5m vanuit entree etc. worden de gevaren van roken aangeduid en er moeten borden langs alle paden binnen de afstand van 30m gezet worden. 03 VENTILATIE DOELTREFFENDHEID DEEL 1: Ventilatie ontwerp W-adviseur MEP a6: Ventilatie capaciteit voldoet aan ASHRAE b6: Het gebouw voldoet aan ASHRAE , in geval van natuurlijke ventilatie moet het buitenlucht kwalitiet binnen 1,6 km voldoen aan EPA NAAQS of moet 95% van alle uren voldoen aan luchtkwaliteit standaard van WELL. Afbeelding 13 WELL-proces 35

37 Leyla Gülbey & Nevim Günes Hoe kan de proceschecklist toegepast worden? In paragraaf 5.1 is geadviseerd om een geïntegreerde contractvorm te gebruiken bij de WELL-projecten. In de definitiefase worden de meeste partijen geselecteerd om te contracteren. De proceschecklist dient dan als hulpmiddel om de benodigde partijen te bepalen en geeft een beeld van in welke fasen ze actief worden. Aan de hand van de proceschecklist kan de opdrachtgever dus een beeld krijgen van welke partijen aanwezig moeten zijn. Nadat de partijen gecontracteerd zijn, dient de proceschecklist als een basisplanning voor de verantwoordelijke partijen. De WELLdeskundige dient de proceschecklist aan te passen door de namen van de betrokken partijen te wijzigen. Daarna wordt de definitieve proceschecklist opgestuurd naar de betrokken partijen. De partijen/verantwoordelijken dienen de gegevens die voor hen van toepassing zijn te gebruiken voor hun eigen planning. Zo kunnen de partijen het proces volgen en de deadlines voor de bewijsvoering halen. Daarnaast gebruikt de WELL-deskundige de proceschecklist om het hele proces te kunnen beheren en aansturen. Stap 1 Stap 2 Stap 3 Opdrachtgever gebruikt het als basis om de partijen te selecteren en contracteren. De gecontracteerde partijen gebruiken het als basis om zijn eigen planning op te stellen en eigen proces te bewaken. De WELL-assessor gebruikt het om het WELL-proces te bewaken en aansturen. 5.5 Deelconclusie Het proces om een WELL-certificaat te behalen ziet er als volgt uit. Ten eerste is het belangrijk dat het een doorlopend proces is, waarbij de fasen niet afzonderlijk van elkaar zijn. Daarnaast moet een samenwerking plaatsvinden vanaf de SO-fase. Deze aspecten zijn van belang om de eisen in één keer goed te laten verlopen. Als laatste is het belangrijk dat iedere partij zelf de verantwoording neemt voor zijn uitgevoerde taken en gemaakte producten. Op basis van de genoemde criteria is onderzoek gedaan naar een passende contractvorm. Daaruit blijkt dat de contractvorm DBFMO het beste aansluit bij het WELL-proces. Hierbij zijn ook de partijen opgesteld die verantwoordelijke zijn voor elke deel-eis. In het Exceldocument (zie digitale Bijlage USB) wordt per deel-eis aangegeven wanneer deze gerealiseerd moet worden en in welke fase de bewijsvoeringen klaar moeten zijn. Daarnaast wordt aangegeven op welke wijze de bewijsvoering plaats moet vinden. Dit kan op drie verschillende manieren: een verzekeringsbrief die door de deskundige is ingevuld en ondertekend en waarmee hij garandeert dat te hebben voldaan aan de gevraagde eisen, de bewijsdocumenten zoals tekeningen, modellen en verslagen die opgestuurd worden naar IWBI ter controle en een plaatselijke controle. Hierna kan pas een label aan het gebouw toegekend worden. Om het WELL-proces te kunnen bewaken, is een proceschecklist opgesteld. Deze wordt op drie manieren gebruikt. Ten eerste dient het als een basisdocument voor de opdrachtgever om de benodigde partijen te kunnen bepalen en contracteren. Daarnaast dient het voor de gecontracteerde partijen als een basisdocument om hun eigen planning met deadlines voor de bewijsvoering te bepalen. Hiermee kunnen de partijen ook hun eigen proces beheren en aansturen. Tot slot dient het als een checklist voor de WELL-deskundige om het hele proces te beheren en de betrokken partijen aan te sturen. 36

38 Leyla Gülbey & Nevim Günes 6 Casus KV7 Ministerie van Financiën Dit hoofdstuk beschrijft de implementatie van gegevens van een project. In dit geval is het gebouw van Ministerie van Financiën. De gegevens worden ingevoerd in de QuickScan die in het voorgaande hoofdstuk is opgesteld. Afbeelding 14 Foto van het Ministerie van Financiën Onderdeel van deze implementatie is het gebouw van het Ministerie van Financiën, zie Afbeelding 14. De verzamelde data en analyse van het Ministerie van Financiën zijn onderdeel van de QuickScan. Uit de QuickScan komt een score, die op een WELL-scorekaart wordt weergegeven. De casus Ministerie van Financiën heeft het WELL-certificaat niet verkregen. De QuickScan is daarna gebruikt om de varianten met verbeterde labels voor de drie typologieën te kunnen opstellen. Dit hoofdstuk bevat ten eerste de algemene gegevens van het gebouw. Daarna volgen de resultaten van de implementatie per onderdeel en in zijn geheel, weergegeven als tekst en in een tabel. Hierna komt een deelconclusie aan bod, en de varianten voor hogere labels zoals Zilver, Goud en Platina om de huidige score van het gebouw te kunnen verhogen. Tijdens het onderzoek zijn een aantal eisen naar voren gekomen die niet in Nederland worden toegepast of waarnaar geen vraag is. Onder het kopje WELL-eisen en Nederlandse cultuur staat een uitleg over deze eisen. Ook voor dit onderdeel is een deelconclusie beschikbaar. 37

39 Leyla Gülbey & Nevim Günes 6.1 Proces van het project Voor dit onderzoek is het gebouw van het Ministerie van Financiën, dat aan Korte Voorhout 7 in Den Haag ligt, als casus genomen. Getoetst is of het gebouw in aanmerking komt voor het WELLcertificaat. Dit gebouw is eind 2008 opgeleverd na een renovatie. Tijdens de renovatie is gebruikgemaakt van een Publiek-Private Samenwerkingsvorm (PPS). Deze samenwerkingsvorm houdt in dat een overheid en een of meer private ondernemingen samenwerken. Deze PPS-constructie is vastgelegd in een DBFMO-contract. Consortium (gebouwbeheerder) beschikt bij deze overeenkomst over alle specialismen zoals een bank die financieel ondersteunt, een architect, ingenieursbureau, aannemers, projectontwikkelaars, catering en schoonmaak. Dit gebouw is een Rijksverzamelgebouw. Hierin bevindt zich naast het Ministerie van Financiën ook het Rijksvastgoedbedrijf. Tijdens de renovatie van het gebouw is getracht deze duurzaam te houden. Dit blijkt uit het BREEAM-NL (In- Use) certificaat met drie sterren dat het gebouw behaald heeft. Naast duurzaamheid is rekening gehouden met de architectonische kwaliteit van het gebouw. Het voornaamste kenmerk van de gebouwen van de rijksoverheid is beton. Dit komt voort uit het Brutalisme. Tijdens de renovatie is geprobeerd dit te behouden. Hiervoor is onder andere glas gebruikt. Afbeelding 16 Foto van het atrium van het Ministerie van Financiën Afbeelding 15 3D-visualisatie van het Ministerie van Financiën 6.2 Bronnen van gegevens project De outputspecificaties (OS) van het Ministerie van Financiën is als een PvE aangenomen toen de casus geïmplementeerd werd. Alle punten die uit de OS hieruit zijn gehaald, zijn ingevoerd in een QuickScan. Naast gegevens uit de outputspecificatie zijn gegevens uit interviews (zie bijlage 5), tekeningen, s en onderzoeken gehaald. Voor een aantal punten waarover geen informatie te vinden was, werden aannames als gegevens ingevoerd. Ook zijn bepaalde overheidseisen aangenomen die voor elk bedrijf gelden. 38

40 Leyla Gülbey & Nevim Günes 6.3 Technische gegevens Het gebouw heeft een rechthoekige vorm van circa 100 meter bij 150 meter met een bruto vloeroppervlakte (BVO) van vierkante meter. Binnen in het gebouw zijn twee binnentuinen gecreëerd. Onder de grond bevinden zich twee kelderverdiepingen met daarboven vijf bouwlagen voor kantoorvertrekken. Zie Afbeelding 17 voor een plattegrond en een doorsnede van het gebouw. De letters op de plattegrond geven de verschillende kantoorvleugels aan met verschillende maatvoeringen en structuren. De zes hoekpunten zijn gelijkwaardige stijgpunten. In het gebouw zijn 1733 kantoorwerkplekken gerealiseerd. Het Ministerie van Financiën maakt gebruik van totaal 1443 kantoorwerkplekken. De rest van de kantoorvertrekken is in het bezit van het Rijksvastgoedbedrijf dat zich ook in het gebouw bevindt. Een ander kenmerk van het gebouw is het Internationale Toegankelijkheidssymbool (ITS) dat hierop is aangebracht. Afbeelding 17 Plattegrond en doorsnede Ministerie van Financiën 39

41 Leyla Gülbey & Nevim Günes 6.4 Resultaten van het gebouw in QuickScan Na de gegevens van de casus te implementeren in de QuickScan is voor elk onderdeel een resultaat te onderscheiden. De resultaten van de drie typologieën zijn elk op een aparte scorekaart te zien. In dit hoofdstuk van het rapport elk onderdeel van de WELL-standaard onder aparte kopjes met een korte toelichting op de aspecten die laag of hoog scoren in de QuickScan beschreven. Eerst komt het onderdeel Lucht aan bod en daarna de onderdelen Water, Voeding, Licht, Fitness, Comfort en Welzijn. In deze onderdelen worden de resultaten met de behaalde P- en O- punten voor Core and Shell beschreven. De resultaten van de twee andere typologieën ( en New and Existing Building) staan in de bijbehorende tabellen. De QuickScanresultaten van de Casus wordt in bijlage 6 bijgevoegd. Luchtresultaat Ministerie van Financiën Het onderdeel Lucht bestaat uit 11 P-punten en 7 O- punten. In totaal zijn dit 18 punten, zie Tabel 32. Het gebouw van Ministerie van Financiën heeft 4 P- punten van de 11 P-punten behaald. Ook heeft het gebouw 1 O-punt behaald, (zie Tabel 32). De eisen waaraan voldaan is, zijn bijvoorbeeld luchtkwaliteit, schimmelgroei, asbest en lood en een schoonmaakplan. Het onderdeel Lucht bevat veel eisen voor de luchtkwaliteit en de monitoring van luchtkwaliteit, zoals een beeldscherm dat het CO 2- gehalte van de lucht weergeeft. Daarnaast bevat dit onderdeel aantal eisen waar de meeste voorschriften aan voldoen, maar omdat één voorschrift niet voldoet worden geen punten toegekend. WELL stelt ook eisen voor de rapportage aan IWBI als beleidsplan, bedieningsdocumenten et cetera. De casus voldoet niet aan deze rapportages die volgens WELL opgesteld moeten worden. In Tabel 32 staan het aantal behaalde en het maximale aantal punten wat behaald kan worden. Daarnaast toont Tabel 33 de scorekaart van het onderdeel Lucht. Tabel 34 Aantal behaalde punten op het onderdeel Lucht Core and Shell Buildings Behaalde P's (PA) Behaalde P's (PA) Behaalde P's (PA) Behaalde O's (OA) Behaalde O's (OA) Behaalde O's (OA) Tabel 33 Maximaal aantal punten voor het onderdeel Lucht Max P's (TP) Max P's (TP) Max P's (TP) Max O's (TO) Max O's (TO) Max O's (TO) Tabel 32 Scorekaart van het onderdeel Lucht FAIL ZILVER GOUD PLATINA Core and Shell Buildings

42 Leyla Gülbey & Nevim Günes Waterresultaat Ministerie van Financiën Hoewel de waterkwaliteit van Nederland hoger is dan die van de WELL-standaarden, scoort het onderdeel water laag bij de WELL-standaard. Deze paragraaf van dit onderzoek besteedt aandacht aan de waterkwaliteit. Daaronder vallen opgeloste metalen, verontreinigingen en smaakeigenschappen van water. Water bestaat uit 7 punten voor de typologie Core and Shell waarvan 5 P- punten en 2 O-punten zijn. Van de in totaal 7 punten, zijn 2 P-punten behaald. Dat komt doordat meerdere voorschriften onder dezelfde deel-eis vallen. Zo valt onder de prestatie-eis 32 een deel-eis die uit 8 voorschriften bestaat waaraan voldaan moet worden. Ten eerste zijn de gegevens van het waterbedrijf Dunea als uitgangspunt genomen. De drinkwaterwet van de overheid onderzoekt de voorschriften die niet per kwartaal gemeten worden. De maximale wettelijke waarden zijn hoger dan de WELL-eisen en daarom wordt aangenomen dat het onderdeel water niet voldaan is. De wettelijk normen en de aanwezige waarden verschillen van elkaar. De aanwezige waarden zijn lager dan de wettelijke normen. Als de genoemde voorschriften getest zouden worden, voldoen ze aan de WELL-eisen. Daarom is het mogelijk om waterbedrijven in het begin van het proces te laten testen volgens de WELL-voorschriften te laten meten. Als blijkt dat de voorschriften desondanks niet voldoen, kunnen maatregelen genomen worden om de gevraagde P-punten te behalen. In Tabel 35 en 36 staan de andere 2 typologieën als en Buildings. Deze hebben één prestatie-eis meer, omdat één punt niet van toepassing was bij Core and Shell. In Tabel 37 staat de scorekaart van de drie typologieën. Tabel 37 Aantal behaalde punten op het onderdeel Water Core and Shell Buildings Behaalde P's (PA) Behaalde P's (PA) Behaalde P's (PA) Behaalde O's (OA) Behaalde O's (OA) Behaalde O's (OA) 0 Tabel 36 Maximaal aantal punten voor het onderdeel Water Max P's (TP) Max P's (TP) Max P's (TP) Max O's (TO) Max O's (TO) Max O's (TO) Tabel 35 Scorekaart van het onderdeel Water FAIL ZILVER GOUD PLATINA Core and Shell Buildings

43 Leyla Gülbey & Nevim Günes Voedingsresultaat Ministerie van Financiën Voor het onderdeel Voeding uit de WELL-standaard wordt laag gescoord voor alle drie typologieën. De conceptscores voor de drie typologieën zijn 0, zie Tabel 38. Zo is voor de typologie Core and Shell 0 van de 2 P-punten behaald en 0 van de 5 O-punten, zie Tabel 39. Hieronder staan de tabel 40 die de resultaten voor het onderdeel voeding aangeven. In de tabel 40 zijn ook de resultaten van de twee andere typologieën weergegeven (kolom 2 en 3). De laatste tabel toont de eindscore van deze drie typologieën voor het onderdeel Voeding. Voor Core and Shell zijn geen punten behaald. Dit komt voornamelijk doordat strenge eisen gesteld zijn aan de ingrediënten die in deze gevraagde voedingsmiddelen zitten. Daarnaast moeten de voedingsmiddelen altijd gelabeld en duidelijk te zien zijn voor het personeel. Tabel 38 Aantal behaalde punten op het onderdeel Voeding Core and Shell Buildings Behaalde P's (PA) Behaalde P's (PA) Behaalde P's (PA) Behaalde O's (OA) Behaalde O's (OA) Behaalde O's (OA) Tabel 39 Maximaal aantal punten voor het onderdeel Voeding Max P's (TP) Max P's (TP) Max P's (TP) Max O's (TO) Max O's (TO) Max O's (TO) Tabel 40 Scorekaart van het onderdeel Voeding FAIL ZILVER GOUD PLATINA Core and Shell Buildings Lichtresultaat Ministerie van Financiën Het onderdeel Licht van de typologie Core and Shell bestaat uit 5 prestatie-eisen (zie tabel 41), waarvan 1 P- punt en 4 O-punten. De casus heeft op dit onderdeel 10 punten behaald voor de typologie Core and Shell. De andere typologieën hebben in totaal 11 prestatie-eisen waarvan 4 P-punten, zie tabel 42. De score voor dit onderdeel is een 3 omdat de casus niet alle P-punten behaalt, zie tabel 43. Het onderdeel Licht gaat voornamelijk over de daglicht- en zonlichttoetreding, kunstmatige verlichting en zonweringen om verblinding en lichthinder te voorkomen. Tabel 42 Aantal behaalde punten op het onderdeel Licht Core and Shell Buildings Behaalde P's (PA) Behaalde P's (PA) Behaalde P's (PA) Behaalde O's (OA) Behaalde O's (OA) Behaalde O's (OA) Tabel 41 Maximaal aantal punten voor het onderdeel Licht Max P's (TP) Max P's (TP) Max P's (TP) Max O's (TO) Max O's (TO) Max O's (TO) Tabel 43 Scorekaart van het onderdeel Licht FAIL ZILVER GOUD PLATINA Core and Shell Buildings

44 Leyla Gülbey & Nevim Günes Fitnessresultaat Ministerie van Financiën Het onderdeel Fitness scoort in vergelijking met Voeding hoog voor het gebouw van Ministerie van Financiën. De conceptscore voor Core and Shell is een 8, waardoor het gebouw een gouden label krijgt. Voor dit onderdeel is het enige P-punt behaald. Voor de O-punten zijn er 3 van de punten behaald. Zie de tabellen 44, 45 en 46 waarin ook de resultaten staan van de andere twee typologieën. Voor deze typologie, Core and Shell scoort het gebouw hoog omdat in en rondom het gebouw genoeg beweegvoorzieningen aanwezig zijn. Tabel 44 Aantal behaalde punten op het onderdeel Fitness Core and Shell Buildings Behaalde P's (PA) Behaalde P's (PA) Behaalde P's (PA) Behaalde O's (OA) Behaalde O's (OA) Behaalde O's (OA) Tabel 45 Maximaal aantal punten voor het onderdeel Fitness Max P's (TP) Max P's (TP) Max P's (TP) Max O's (TO) Max O's (TO) Max O's (TO) Tabel 46 Scorekaart van het onderdeel Fitness FAIL ZILVER GOUD PLATINA Core and Shell Buildings Comfortresultaat Ministerie van Financiën Voor dit onderdeel van de WELL-standaard is voor het gebouw van Ministerie van Financiën hoog gescoord voor de typologie Core and Shell. Het gebouw scoort een 7 en behaalt een gouden label. Het voldoet aan alle 3 P-punten en 1 van de 2 O-punten. Zie Tabellen 47, 48 en 49 die ook de andere twee typologieën weergeven. Bijna alle aspecten van het onderdeel comfort voldoen aan de gevraagde waardes. Zo is aandacht besteed aan de onderdelen geluid en toegankelijkheid van het gebouw. Aangezien in dit gebouw ook functionele werkplekken zijn gerealiseerd, zijn de punten eenvoudig te behalen. Tabel 48 Scorekaart van het onderdeel Comfort Tabel 47 Aantal behaalde punten op het onderdeel Comfort Core and Shell Buildings Behaalde P's (PA) Behaalde P's (PA) Behaalde P's (PA) Behaalde O's (OA) Behaalde O's (OA) Behaalde O's (OA) Tabel 49 Maximaal aantal punten voor het onderdeel Comfort Max P's (TP) Max P's (TP) Max P's (TP) Max O's (TO) Max O's (TO) Max O's (TO) FAIL ZILVER GOUD PLATINA Core and Shell Buildings

45 Leyla Gülbey & Nevim Günes Welzijnsresultaat Ministerie van Financiën Het onderdeel Welzijn scoort lager dan de hierboven genoemde onderdelen. Het gebouw heeft 1 van de 3 P- punten behaald en geen van de 4 O-punten. Het gebouw scoort een 1 op dit onderdeel. Zie de Tabellen 50 en 51 voor de behaalde en het maximale aantal punten voor dit onderdeel en de bijbehorende scorekaart. Voor de typologie Core en Shell zijn vanuit Welzijn minder aspecten gevraagd in vergelijking met het totale aantal aspecten. Hierbij zijn vaak eisen gesteld aan enquêteresultaten, subsidies en verklaringen voor verschillende aspecten. Deze voldoen niet, waardoor het gebouw op dit onderdeel laag scoort, zie Tabel 52. Tabel 51 Aantal behaalde punten op het onderdeel Welzijn Core and Shell Buildings Behaalde P's (PA) Behaalde P's (PA) Behaalde P's (PA) Behaalde O's (OA) Behaalde O's (OA) Behaalde O's (OA) 0 Tabel 50 Maximaal aantal punten voor het onderdeel Welzijn Max P's (TP) Max P's (TP) Max P's (TP) Max O's (TO) Max O's (TO) Max O's (TO) Tabel 52 Scorekaart van het onderdeel Welzijn FAIL ZILVER GOUD PLATINA Core and Shell Buildings

46 Leyla Gülbey & Nevim Günes 6.5 Totaalscore van de casus In de paragrafen 6.1 tot en met 6.4 staan per onderdeel alle scores per typologie. Elk onderdeel heeft een eigen score. De totale score van de casus is een 2, zie tabel 55. De reden dat de casus zo laag scoort is dat niet alle P-punten behaald worden. De typologie Core and Shell bevat in totaal 26 P- punten en 28 O-punten, zie tabel 56. In totaal zijn 12 P- punten en 9 O-punten behaald door het gebouw voor alle zeven onderdelen. De behaalde P- en O-punten van andere typologieën staan in tabel 53. Als in de huidige situatie een WELL-certificaat aangevraagd zou worden, kreeg het gebouw van Ministerie van Financiën geen label. Zodoende voldoet deze casus niet aan WELL-gezondheidskeurmerk. Hoofdstuk 6.7 bespreekt varianten om een label te behalen. In dat hoofdstuk staan per typologie de eisen om een zilveren, gouden of platina label te krijgen. De varianten staan ook in een Excel-document in digitale bijlage. Er is geen printversie van de onderdeel varianten. Tabel 53 Totaal behaalde punten voor de casus Ministerie van Financiën Core and Shell Buildings Behaalde P's (PA) Behaalde P's (PA) Behaalde P's (PA) Behaalde O's (OA) Behaalde O's (OA) Behaalde O's (OA) Tabel 54 Totaal maximaal aantal punten voor de casus Ministerie van Financiën Core and Shell Buildings Max P's (TP) Max P's (TP) Max P's (TP) Max O's (TO) Max O's (TO) Max O's (TO) MAX TOTAAL MAX TOTAAL MAX TOTAAL Tabel 55 Scorekaart van de casus Ministerie van Financiën FAIL ZILVER GOUD PLATINA Core and Shell Buildings Deelconclusie De deelconclusie van dit onderdeel is als volgt: deze casus voldoet niet aan WELLgezondheidskeurmerk omdat de totale score een 2 is. Dat betekent dat het gebouw van het Ministerie van Financiën geen WELL-certificaat kan behalen tenzij verbeteringen worden aangebracht. De eindscore van het gebouw voor het WELL-gezondheidskeurmerk varieert per onderdeel. Op het onderdeel Lucht scoort het gebouw een 1 voor de typologie Core and Shell en een 2 voor New and Existing en Buildings. De score van het onderdeel Water is voor alle drie typologieën een 2. Het onderdeel voeding van de WELL-standaard heeft meest laagst gescoord. Aan geen van de eisen voor dit onderdeel is voldaan. Voor de typologie Core and Shell scoort het onderdeel Licht het hoogst met een 10. De andere twee typologieën, en New and Existing Buildings scoren een 3 omdat ze niet alle verplichte P-punten behalen. Voor het onderdeel Fitness behaalt het gebouw een Gouden label. De score van de typologieën Core and Shell en New and Existing is een 8 en van buildings een 7. Het onderdeel comfort behaalt ook een gouden label voor de typologie Core and Shell omdat de score een 7 is. Het gebouw voldoet echter niet aan de andere twee typologieën. Ook het onderdeel Welzijn voldoet niet. De score op dit onderdeel is een 1. Zoals uit deze paragraaf blijkt, scoren enkele onderdelen hoog maar het merendeel heeft 45

47 Leyla Gülbey & Nevim Günes verbeteringen nodig. Hoeveel verbeteringen nodig zijn, verschilt per typologie vanwege de verschillende P- en O-punten die van toepassing zijn. 6.7 Varianten van WELL-certificaat Het WELL-gezondheidskeurmerk heeft drie typologieën: Core and Shell (casco), (nieuw en bestaand interieur) en buildings (nieuwe en bestaande gebouwen). Het WELL-gezondheidscertificaat heeft drie labelsoorten: Zilver, Goud en Platina. WELLscores lopen van 1 tot en met 10. Op basis van deze scores wordt een label gegeven. Ieder project wordt getoetst en hierbij hoort een bepaalde score. Voor de eerste vier punten wordt geen label gegeven. In dat geval voldoet het project niet omdat het de verplichte P-punten niet behaald heeft. In hoofdstuk 2 staat meer over de score en de eisen. Wanneer alle verplichte eisen behaald zijn, wordt een zilveren label uitgegeven. Voor een gouden label is het verplicht om 40% van de optimalisatie-eisen te behalen en voor een platina label is dat 80% van de optimalisaties. Om een beeld te krijgen van hoe moderne gebouwen scoren voor het WELL-certificaat wordt in een casus getoetst op WELL. WELL is bedoeld voor kantoorgebouwen en daarom gaat de casus over een kantoorgebouw. De casus gaat over het gebouw van het Ministerie van Financiën en dit wordt getoetst voor alle typologieën van het WELL-gezondheidscertificaat. De casus behaalt voor alle typologieën een score van 2. Dat komt doordat het niet alle P-punten behaald zijn. Om de opdrachtgever een beeld te geven worden varianten opgesteld. De varianten geven aan welke eisen de gebouweigenaar/gebouwhuurder moeten verbeteren om een label te krijgen. Voor alle typologieën is een variant opgesteld. Dit zijn in totaal negen varianten. Zo is variant 1 de typologie Core and Shell met een zilveren label. Alle typologieën hebben drie varianten: Zilver, Goud en Platina. Aangezien er drie typologieën zijn, komt dit neer op negen varianten in totaal. In de digitale bijlage Varianten staan de varianten in een Excel-formaat. Voor de drie labels zijn er ook specifieke kleuren toegepast ter verduidelijking. De kleurcodes zijn als volgt: Varianten voor een zilveren label: geel Varianten voor een gouden label: blauw Varianten voor een platina label: oranje Nu volgt een uitleg van de varianten per typologie Core and Shell Core and Shell, met andere woorden het casco van het gebouw, is bedoeld voor het gebouw gerelateerde eisen. Hierbij kan gedacht worden aan de basiseisen voor bijvoorbeeld daglichttoetreding, luchtkwaliteit en waterkwaliteit. De certificaten voor deze typologieën zijn bedoeld voor onder andere de projectontwikkelaar en andere gebouweigenaren die een certificaat voor hun gebouw willen om met meerwaarde te kunnen verkopen. Het behaalde WELL-certificaat wordt als een merknaam gezien voor het gebouw. Zilver (score 6) Zoals in de inleiding van de paragraaf uitgelegd is, is het verplicht om aan alle eisen (P-punten) te voldoen om een label te krijgen. Vooral de eisen van het onderdeel Lucht van het gebouw van Ministerie van Financiën is nog niet voldaan. Hierbij gaat het om de luchtkwaliteit zoals bevorderen van het rookverbod in en om het gebouw, extra ventilatiecapaciteit en minder verontreinigende materialen. Met een aantal punten wordt doorgaans rekening gehouden maar hierbij wordt geen plan of een point-by-pointverhaal geschreven. Voor bepaalde onderdelen (zoals prestatie-eis 12, 46

48 Leyla Gülbey & Nevim Günes vochtigheidsmanagement) wordt een plan of point-by-pointverhaal verwacht vanuit de WELLstandaard. Bij het onderdeel voeding hoort bijvoorbeeld gezonder voedsel verkopen dat een laag suikergehalte en een allergenenlabel heeft. Bij het onderdeel welzijn horen folders om bewoners of gebruikers te informeren over WELL en gezondheid. Als alle verplichte punten (P-punten) verbeterd worden, is de score 6. Een zilveren label kan ook met een score van 5 behaald worden, maar de casus heeft een 6 gescoord vanwege de optimalisaties. De scores van de typologieën en Buildings zijn 3 omdat niet alle verplichte punten behaald zijn voor die typologieën, zie Tabel 56. Tabel 56 Variant zilveren label van de typologie Core and Shell Core and Shell New and Existing New and Existing Buildings Tabel 57 Variant gouden label van de typologie Core and Shell FAIL ZILVER GOUD PLATINA Core and Shell New and Existing New and Existing Buildings Goud (score 7) Onder de tweede variant van Core and Shell vallen de eisen die eenvoudig te behalen zijn. Met eenvoudig worden de eisen bedoeld die voor een groot deel behaald zijn zoals de eis (bij het onderdeel Lucht) 14 luchtinfiltratie management. In Nederland wordt veel aandacht besteed aan de luchtinfiltratie van een gebouw bij het ontwerp en tijdens de realisatiefase. Daardoor voldoet het gebouw aan die eis, maar wordt geen gedetailleerd plan geschreven over de luchtdichtheid van het gebouw. Een dergelijk plan moet ook de risico s en oplossingen behandelen. De verplichte punten worden behaald wanneer het ontbrekende plan alsnog opgesteld wordt. Aan enkele WELL-eisen kan door een verbetering voldaan worden, zoals sommige deuren zelfsluitend maken. Door extra waterautomaten te plaatsen kunnen extra O-punten behaald worden bij het onderdeel water. Daarnaast voldoen sommige onderdelen net niet aan de onderdelen water omdat geen periodiek onderhoud uitgevoerd wordt en bewijzen over de luchtzuiveringsinstallatie nog niet opgestuurd zijn aan IWBI. De overige punten die niet behaald zijn, kunnen behaald worden door maatregelen te nemen bij de onderdelen Voeding, Fitness, Comfort en Welzijn. Veranderingen in voeding zijn eenvoudiger uit te voeren dan veranderen voor andere onderdelen omdat deze niet aan het gebouw gerelateerd zijn en niet afhankelijk zijn van de gebruikers. Door kunstmatige stoffen te benoemen in de ingrediënten van voeding en door gedetailleerd voedingsmiddelen aan te geven kunnen punten gescoord worden. Ook het aangeven van het aantal calorieën, totale suikergehalte et cetera op een bordje of een etiket dragen bij aan een hogere score. Bovendien zijn deze punten uit te besteden aan een cateringbedrijf. Het is de bedoeling dat de eisen zichtbaar zijn en daarmee de visuele inspectie mogelijk zijn. Als de bovengenoemde niet behaalde onderdelen voeding, fitness, comfort en welzijn gerealiseerd en hiermee dus verbeterd worden, wordt een 7 gescoord. De andere twee typologieën, en Building hebben een score van 4 behaald omdat ze niet aan alle eisen (P-punten) voldeden, zie Tabel

49 Leyla Gülbey & Nevim Günes Platina (score 9) Om een platina label voor het gebouw van Ministerie van Financiën te kunnen behalen moet 80% van de optimalisaties gerealiseerd worden, zie Tabel 58 voor een weergave van dit label. De optimalisaties zijn voornamelijk nodig bij de onderdelen lucht, voeding en welzijn. Om de optimalisaties te kunnen bepalen is getracht zo min mogelijk ingrepen te doen. Van een eventuele ingreep moeten de gebruikers zo min mogelijk last hebben. Bij het onderdeel lucht kan software of een app ontwikkeld worden die de buitenluchtkwaliteit bewaakt en aangeeft of de ramen geopend kunnen worden. Daarnaast kan bij het onderdeel voeding extra eetruimte gecreëerd worden door extra apparaten te plaatsen zoals een koelkast. Bij het onderdeel welzijn worden extra punten behaald door meer verlichting aan te brengen op de plekken waar natuur wordt uitgestraald. Tabel 58 Variant platina label van de typologie Core and Shell FAIL ZILVER GOUD PLATINA Core and Shell New and Existing New and Existing Buildings De typologie heeft betrekking op het interieur van een gebouw. De eisen die onder deze typologie vallen zijn aan het interieur gerelateerd. Deze materialen gaan bijvoorbeeld over het materiaal dat de luchtkwaliteit en het comfort beïnvloedt. Dit certificaat voor New and Existing is onder andere bedoeld voor degenen die een verdieping van een gebouw hebben gehuurd en die de productiviteit en het comfort van de werknemers of gebruikers willen verhogen. Zilver (score 6) Voor deze typologie gelden meerdere eisen dan het typologie Core and Shell. Deze zijn voornamelijk gericht op het interieur, waaronder het VOS-gehalte en verontreinigende stoffen. Ook gelden eisen op het gebied van voeding, zoals een lager suikergehalte en gezond voedsel aantrekkelijk maken door dit in het begin van de voedsellijn te plaatsen. Daarnaast gelden eisen op het gebied van verlichting, zoals de gezichtsscherpte tijdens het werken. Akoestiek valt onder comfort en kan verbeterd worden. Als laatste worden veel punten behaald bij het onderdeel welzijn. Een van de eisen van welzijn waaraan nog beter voldaan kan worden, is een periodieke enquête houden over de tevredenheid van de gebruikers. Het is mogelijk met deze enquêteresultaten de kwaliteit van het gebouw te verbeteren. Daarnaast kunnen meer punten gescoord worden door in het gebouw informatiefolders voor gebruikers over WELL te plaatsen. Door natuurelementen toe te passen in het gebouw kunnen punten ook behaald worden. Het gebouw in de huidige casus heeft al natuurelementen, maar door verlichting toe te voegen wordt dit aantrekkelijker. De score voor de typologie Core and Shell is een 6. Zie Tabel 59 voor de score van andere typologieën, wanneer een zilveren label behaald is voor het interieur. Tabel 59 Variant zilveren label van de typologie FAIL ZILVE GOUD PLATI Core and Shell New and Existing New and Existing Buildings

50 Leyla Gülbey & Nevim Günes Goud (score 7) Om een gouden label te kunnen krijgen moet een aantal optimalisaties plaatsvinden, maar omdat het huidige situatie van het gebouw vanzelf optimalisaties heeft is geen behoefte aan een intensieve verbetering. Een uitrolmat gebruiken in de entree levert een punt op. Kleine aanpassingen, zoals sommige deuren zelfsluitend maken, kunnen voor punten zorgen. Ook door de periodieke onderhoudsbewijzen en -gegevens onder andere voor het onderdeel water op te sturen worden punten behaald. Bij het onderdeel voeding zijn punten te verdienen door de porties van de voeding aan te passen. Zie Tabel 60 voor de score van andere typologieën, wanneer een zilveren label behaald is voor het interieur. Tabel 60 Variant gouden label van de typologie FAIL ZILVE GOUD PLATI Core and Shell New and Existing New and Existing Buildings Platina (score 9) Om een platina label te behalen moet 80% van de optimalisaties gerealiseerd worden. Om de optimalisaties te kunnen bepalen is getracht om zo min mogelijk ingrepen te doen. Van eventuele ingrepen moeten de gebruikers zo min mogelijk last hebben. Bij het eerste onderdeel bestaan de optimalisaties bij het onderdeel lucht voornamelijk uit de luchtgegevens bijhouden, monitors plaatsen in het gebouw om de luchtkwaliteit en temperatuur aan te geven. Aangezien in de werkruimten ramen zijn die open kunnen, is het van belang om software te gebruiken die de gebruikers stimuleert om de ramen te openen of juist niet te openen. Het tweede onderdeel waar punten behaald kunnen worden is voeding. Dit kan door extra eetruimte te creëren of een serre om kruiden te verbouwen. Bij het onderdeel licht kan de huidige verlichting vervangen worden door verlichting die de kleurweergave-index R9 bevat. Dat is meestal ledverlichting. Ook verstelbare hoge stand-bureaus zorgen voor extra punten. De hoogste score is te behalen bij het onderdeel welzijn. Extra vergoedingen voor de werknemers beschikbaar maken en jaarlijks vrijwilligerswerk organiseren voor de werknemers levert punten op. Ook een transparante bedrijfsvoering draagt bij aan het aantal punten. Een transparante bedrijfsvoering kan gerealiseerd worden door documenten online beschikbaar te maken voor de werknemers zodat zij documenten over het bedrijf kunnen lezen (JUST-programma). Ook kunst plaatsen helpt om meer punten te behalen. De scorekaart Tabel 61 geeft de scores van alle typologieën weer. Tabel 61 Variant platina label van de typologie FAIL ZILVE GOUD PLATI Core and Shell New and Existing New and Existing Buildings

51 Leyla Gülbey & Nevim Günes Building Het Buildings certificaat is combinatie van Core and Shell en. Door deze combinatie zijn meer eisen van toepassing. Het is lastig om een Platina label te behalen voor deze typologie omdat 80% van alle eisen behaald moet worden. Sommige eisen passen niet bij de Nederlandse cultuur. Daarover staat in paragraaf 6.8 meer. De P-punten en O-punten variëren bij de typologieën Core and Shell en. Alle P-punten van Core and Shell en gelden ook voor Buildings, omdat deze typologie een combinatie is van de andere twee typologieën. Zo is bij de voedingsprestatie-eis 43 (over kunstmatige ingrediënten) voor de typologieën en Buildings een P- punt terwijl het voor Core and Shell een O-punt is, zie Tabel 62. De typologie Buildings heeft zodoende meer P-punten dan andere twee typologieën. Tabel 62 QuickScan onderdeel Voeding, prestatie-eis 43 O P P 43. KUNSTMATIGE INGREDIËNTEN 0 Deel 1: Kunstmatige stof etiketteren Alle levensmiddelen die worden verkocht of uitgedeeld op een dagelijkse basis op het terrein van (of onder contract met) de eigenaar van het project zijn moeten gelabeld worden om aan te geven of ze het volgende bevatten: a. Kunstmatige kleurstoffen b. Kunstmatige smaakstoffen Deze verschillen van P-punten en O-punten zorgen voor verschillende scores wanneer de varianten worden opgesteld voor Buildings. Tabel 63 laat zien dat wanneer een zilveren label behaald wordt voor New and Existing Buldings, de score voor Core and Shell automatisch een 7 is. In paragraaf wordt niet per label uitgelegd wat de varianten zijn, aangezien Buildings een mix is van Core and Shell en New and Existing. De tabellen 63, 64 en 65 geven de scores per typologie weer. In de digitale bijlage staat een pdf met eisen per variant. Tabel 63 Variant zilveren label van de typologie buildings FAIL ZILVE GOUD PLATI Core and Shell New and Existing New and Existing Buildings Tabel 64 Variant gouden label van de typologie buildings FAIL ZILVE GOUD PLATI Core and Shell New and Existing New and Existing Buildings Tabel 65 Variant platina label van de typologie buildings FAIL ZILVE GOUD PLATINA Core and Shell New and Existing New and Existing Buildings

52 Leyla Gülbey & Nevim Günes 6.8 WELL-eisen en Nederlandse cultuur WELL is een Amerikaans gezondheidscertificaat dat gebaseerd is op Amerikaanse normen en cultuur. Daarom worden sommige eisen vanuit WELL niet gebruikt in Nederland. Ze zijn vanzelfsprekend in andere delen van de wereld maar maken geen deel uit van de Nederlandse cultuur. Op basis van de resultaten uit het onderzoek van het bedrijf CBRE, is aan te raden om sommige eisen vanuit WELL bij voorkeur niet in Nederland toe te passen omdat deze eisen niet in Nederlandse werkcultuur passen. In de volgende paragrafen worden de eisen verder uitgelegd. Lucht Luchtrecirculatie is in Verenigde Staten een standaard systeem terwijl het in Nederland relatief zeldzaam is. In Nederland wordt alleen verse lucht gebruikt voor ventilatie omdat de buitenlucht van hoge kwaliteit is. Ook voor de VOS-emissie van producten gelden in Verenigde Staten strenge eisen, terwijl vanwege de Europese richtlijnen alle Nederlandse producten een lage VOS-emissie hebben op het gebied van verf, lijm en dergelijke. Bestrijdingsmiddelen zijn ook door Europese richtlijnen geregeld waardoor geen extra maatregelen binnen Nederland nodig zijn. Voeding Bij het onderdeel voeding vraagt WELL-gezondheidskeurmerk een certificaat voor verantwoordelijke voedselproductie op het gebied van landbouw. Dit soort certificaten worden niet in Nederland gebruikt. Daarom is het van belang om voor de Nederlandse versie van WELL om vergelijkbare certificaten te gebruiken of om op een andere manier aan te tonen. Fitness Bij het fitnessonderdeel gaat een van de eisen over actieve meubels. Voor actieve meubels worden het loopbandbureau, fietsbureau, draagbare bureaupedaal of stepmachine aangeraden. Een aantal bedrijven past dit soort actieve meubels toe om bewegen te stimuleren maar deze worden niet actief gebruikt 7. Actieve meubels zijn zodoende niet geïntegreerd in de Nederlandsen cultuur. 7 (Habraken, 2017) 51

53 Leyla Gülbey & Nevim Günes Welzijn Welzijn is gebaseerd op het comfort en het welzijn van werknemers of gebruikers. Daarom is het merendeel van deze eisen gericht op de gebruikers. Een van de eisen gaat bijvoorbeeld over slaapondersteuning op de werkplek. Slapen op kantoor is een eis die niet toe te passen is in Nederland omdat het niet past in de Nederlandse cultuur. Uit een interview met CBRE blijkt dat Nederlandse werknemers het vreemd vinden wanneer een collega zegt een dutje te gaan doen 7, terwijl dit in Azië vanzelfsprekend is. Voor een reisbeleid gelden meestal ook geen eisen in Nederland. Een voorbeeld van een dergelijke eis is dat een werknemer een vriend(in) of familielid mag meenemen voor een binnenlandse zakenreis of een internationale reis die langer dan twee weken gaat duren. Nederland is een klein land en daarom is het niet nodig om een lange zakenreis in het land te houden. Het openbaar vervoer maakt het mogelijk om in korte tijd een bestemming te bereiken en daarom is het niet nodig om te overnachten tijdens de zakenreizen. De bovengenoemde eisen gelden niet in Nederland en daarom zijn gelijkwaardige eisen nodig voor de WELL-NL. 6.9 Deelconclusie De casus van het Ministerie van Financiën voldoet niet aan de eisen van de WELL en daarom zijn varianten voor het gebouw van Ministerie van Financiën met verschillende labels opgesteld. De varianten zijn verdeeld per typologie voor de labels Zilver, Goud en Platina. Varianten opstellen voor het zilveren label was eenvoudiger dan de andere twee typologieën omdat de alle P-punten verplicht gerealiseerd moesten worden om een label te kunnen krijgen. Voor de varianten van het gouden label zijn eerst de eisen aangevinkt die om een verslag, plan of periodieke bewijzen vragen. Vervolgens kwamen de eisen aan bod die eenvoudig te behalen zijn zonder de gebruikers te storen. Te denken valt aan kunst plaatsen. De varianten opstellen voor platina was lastiger dan Zilver en Goud label omdat 80% van de totale O-punten van WELL behaald moeten worden. Bij deze drie varianten is eerst bepaald welke eisen niet passen bij de Nederlandse cultuur, zoals eisen voor een rustbed en loopbandbureau. De eisen die van toepassing kunnen zijn in de Nederlandse werkcultuur zijn meegenomen om de varianten op te stellen. Bij Core and Shell en was dat eenvoudiger dan bij Buildings, omdat voor Buildings meer eisen gelden. De meeste eisen die meegenomen zijn voor de varianten hoorden bij de onderdelen lucht, voeding en welzijn. De andere onderdelen voldeden al en daarom waren weinig opties beschikbaar. 52

54 Leyla Gülbey & Nevim Günes 7 Conclusie Uit het onderzoek is gebleken dat de WELL-standaard een nieuw keurmerk is waarin zeven onderdelen met honderd prestatie-eisen opgenomen zijn. Deze onderdelen zijn Lucht, Water, Voeding, Licht, Fitness, Comfort en Welzijn. Elke prestatie-eis bestaat uit diverse voorschriften. Daarnaast is dit keurmerk geschikt voor drie typologieën: Core and Shell, en New and Existing Buildings. Voor deze drie typologieën is het mogelijk om drie labels te behalen: Zilver, Goud en Platina. WELL-gezondheidskeurmerk is voornamelijk bedoeld voor gebouweigenaren die een hogere leef kwaliteit willen bieden aan de gebouwgebruikers. Uit een vergelijking van dit gezondheidskeurmerk met andere Nederlandse keurmerken en wet- en regelgevingen bleek dat deze weinig overeenkomsten met elkaar vertonen. Sommige eisen vanuit WELL kwamen zelfs geheel niet voor. Dit is zodoende een geheel nieuw keurmerk waarbij andere eisen gelden dan die gebruikelijk zijn in Nederland. Om dit WELL-certificaat te behalen moet een perfect proces doorlopen worden. Hierbij moeten alle partijen al vanaf het begin van het proces bekend en betrokken zijn. Ook hebben deze partijen regelmatig interactie. Uit het onderzoek blijkt dat een DBFMO-contractvorm het beste past bij deze certificering. Om te achterhalen voor welk label een gebouw in aanmerking komt, is een QuickScan opgesteld in het programma Excel. Door gegevens in te voeren van een gebouw geeft het programma de bijbehorende scores. Deze toetsing heeft plaatsgevonden voor het gebouw van het Ministerie van Financiën. Hierbij zijn alle gegevens ingevoerd waarover bewijslast beschikbaar was. Voor de rest van de gegevens zijn aannames gedaan om een eindresultaat te krijgen. Het gebouw heeft voor de toetsing een 2 gescoord en komt daarom niet in aanmerking voor het WELL-gezondheidskeurmerk. Op basis van het huidige onderzoek wordt aangeraden om vanaf het begin van een proces rekening te houden met de WELL-eisen. Zo is het mogelijk een label te krijgen voor het WELLgezondheidskeurmerk. 53

55 Leyla Gülbey & Nevim Günes 8 De aanbevelingen Het WELL-gezondheidskeurmerk is een nieuw keurmerk dat deskundigen zoals artsen en wetenschappers onderzocht hebben. Van de eisen die in het keurmerk zijn opgenomen, is bewezen dat ze een positieve invloed hebben op de gezondheid, het comfort en welzijn van werknemers van het bedrijf. Voor dit keurmerk gelden zware en diepgaande eisen. Het zijn geen globale eisen waarvoor compensatie mogelijk is. WELL heeft drie typologieën die voor drie verschillende doelgroepen gelden. Core and Shell is bedoeld voor projectontwikkelaars die hun gebouwen willen bouwen en met meerwaarde verkopen. De typologie is bedoeld voor de doelgroep die bijvoorbeeld één laag van een gebouw huurt en voor die verdieping een WELL-certificaat wil behalen om de productiviteit van werknemers te verhogen. De derde typologie is voor de doelgroep die een gebouw wil laten bouwen en gebruiken. Om een WELL-certificaat te behalen dient de aanvrager de benodigde documenten in bij het IWBI. Dit instituut controleert of aan alle eisen voldaan is. Als alle eisen voldaan zijn en de producten compleet ingeleverd zijn, komt een partij van WELL Institute vanuit Verenigde Staten om ter plekke een controle uit te voeren. Als blijkt dat aan alle onderdelen van de WELL-standaard voldaan is, krijgt het gebouw een certificaat. WELL blijft een prijzig keurmerk, omdat een partij vanuit de Verenigde Staten naar Nederland moet vliegen. Voor een kantoorgebouw met een BVO van circa vierkante meter kost het ongeveer ,- om een certificaat te behalen. De positieve invloed van WELLeisen op de gezondheid, het comfort en welzijn van gebruikers is bewezen. Hierdoor wordt aangeraden om tijdens de ontwerpfase rekening te houden met WELL-eisen. Op basis van het huidige onderzoek wordt de opdrachtgever, mobius consult, aangeraden om zijn opdrachtgevers te informeren over zodat de opdrachtgevers weten waarom ze dit WELLgezondheidskeurmerk van belang zouden moeten vinden. Als de bedoeling is om de naam WELLcertificaat te gebruiken om meerwaarde te creëren voor een verkoop, wordt dat aangeraden. Als de naam echter wordt gebruikt voor de productiviteit van de gebouwgebruikers en de naam geen doel op zich is, wordt juist aangeraden om het gebouw te ontwerpen volgens de WELL-standaard. Het budget dat voor de certificering nodig is, kunnen de gebouweigenaars/gebouwhuurders voor andere doeleinden gebruiken. Tijdens het adviseren van de opdrachtgevers van mobius consult, neemt het bedrijf mobius consult het werk van IWBI over. Wanneer een opdrachtgever een WELL-keurmerk wil behalen, wordt mobius consult aangeraden om meer onderzoek te verrichten naar de verwijzingen vanuit de Amerikaanse normen met gelijkwaardige Europese of Nederlandse normen. Het integreren van de huidige WELL in de Nederlandse markt is complex waardoor eerst een onderzoek moet plaatsvinden om een WELL-NL te kunnen ontwerpen. Dan pas zou het mogelijk zijn om gebouwen volgens de WELL-standaard te realiseren. 54

56 Leyla Gülbey & Nevim Günes 9 Het nawoord WELL was een onbekend onderwerp voor ons. Voor het huidige onderzoek kenden we deze standaard niet. Tijdens de vierjarige studie hebben wij gewerkt met BREEAM-NL en GPR. Vanuit het bedrijf mobius consult hebben wij de opdracht gekregen om naar het WELL-gezondheidskeurmerk een onderzoek naar te starten. Uit het onderzoek bleek dat WELL een nieuw keurmerk is dat zich nog ontwikkelt. Eerst hebben we onderzoek gedaan naar de inhoud van de standaard. Vervolgens hebben we WELL vergeleken met andere keurmerken en de Europese en Nederlandse wet- en regelgeving. Hierbij werd ook het proces onderzocht en beschreven dat bij een WELL-certificering doorlopen moet worden. Ook is een QuickScan opgesteld in Excel, waarin later de data over het gebouw van Ministerie van Financiën geïmplementeerd werden. WELL is oorspronkelijk een Engelstalig document. Daarom hadden we moeite om dit te begrijpen. Om deze reden werd het document vertaald naar het Nederlands. Daarna zijn we lang bezig geweest om de Amerikaanse normen waarnaar het verwezen werd op te zoeken en te begrijpen. Dit nam veel tijd in beslag en was op een gegeven moment niet meer uit te voeren. Ook hadden we moeite met het vinden van een gebouw om te toetsen met de opgestelde QuickScan. Tijdens het onderzoek naar de WELL-inhoud kwamen we erachter dat de standaard alleen geschikt was voor kantoorgebouwen. De casus moest een nieuw of een pas gerenoveerd kantoorgebouw zijn, omdat we uit de eisen al konden opmaken dat oude kantoorgebouwen niet zouden voldoen aan de standaard. De vraag naar nieuwbouwprojecten is klein, omdat een groot deel kantoorgebouwen leegstaan. Dit maakte het complex om een geschikt kantoorgebouw te vinden. Daarom ging mobius consult actief op zoek naar beschikbare kantoren. De planning moest aangepast worden, omdat dit zoekwerk langer duurde dan oorspronkelijk gepland was. De taken die we na de toetsing zouden onderzoeken hebben we naar voren geschoven om tijdverlies te voorkomen. Nadat we een casus aangeboden kregen, ging het proces op een versnelde manier door. Dit kwam ook doordat alle partijen met ons meewerkten om dit snel en verzorgd af te ronden. Hierbij bedanken we zodoende mobius consult en het Ministerie van Financiën voor hun medewerking. Om dit lange zoekproces de volgende keer te verbeteren zullen we al vanaf het begin van het traject actief bezig moeten zijn om een casus te vinden. Misschien is het een volgende keer niet mogelijk om de planning te wijzigen, bijvoorbeeld omdat de planning een vast doorloopproces bevat. Dit zorgt voor tijdverlies. De samenwerking gedurende het afstudeertraject ging zonder problemen. De taakverdeling was duidelijk en wij overlegden continu. De samenwerking met het bedrijf mobius consult ging ook soepel, maar aan het begin van het proces hadden wij minder contact met het bedrijf. Dit kwam deels doordat wij druk en zelfstandig bezig waren om de standaard te vertalen. Bij een volgende samenwerking moeten we meer met het bedrijf overleggen en samenwerken. Nevim Güneş Leyla Gülbey Den Haag, mei

57 Leyla Gülbey & Nevim Günes 10 Discussie Dit onderzoek is voortgekomen uit een letterlijke vertaling van de originele WELL-standaard. Tijdens het onderzoek is gebruikgemaakt van interviews, bureauonderzoek, literatuuronderzoek, experimenteel onderzoek, vergelijkend onderzoek en observaties. Daarnaast is de verkregen feedback van deskundigen verwerkt in het onderzoek. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat dit onderzoek valide is. Tijdens de toetsing van de casus waren de verwachtingen hoger dan het eindresultaat. Uit de interviews en documenten bleek dat de gebouwen van Ministeries altijd hogere eisen hanteren dan reguliere gebouwen. Het onderzochte gebouw is pas gerenoveerd en heeft een BREEAM-NL-certificaat met drie sterren behaald. Hierdoor was de verwachting van het eindresultaat een score van 4 of net voldoende. Het onderzoek heeft extra producten en onderzoeken opgeleverd voor het WELL Institute. Hiermee kan het instituut verdere onderzoeken uitvoeren wanneer het besluit om een Nederlandse versie van de WELL-standaard te ontwikkelen. Ook hebben het bedrijf mobius consult en de Haagse Hogeschool meer kennis en inzicht gekregen over de inhoud van de WELL-standaard, hoe deze toegepast wordt in projecten en of ze partijen kunnen adviseren om het WELL-certificaat aan te vragen. Bij de overeenkomstenbepaling tussen WELL en BREEAM is gebruikgemaakt van BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie. Wanneer met behulp van de overeenkomsten de gegevens van behaalde BREEAM-NL-certificaat ingevoerd zou worden in de casusopdracht, werd bekend dat het gebouw een BREEAM-NL In-Use heeft behaald in plaats van BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie. De implementatie kon daardoor niet uitgevoerd worden. Daardoor kostte de casusopdracht meer tijd dan ervoor ingepland was. Hiermee is duidelijk geworden dat de overeenkomsten tussen WELL en BREEAM-NL uitgebreid moeten worden door de eerstvolgende partijen die hier een verder onderzoek naar zullen verrichten. Ook moeten de andere BREEAM-NL-keurmerken zoals In-Use, Gebiedsontwikkeling en Sloop en Demontage onderzocht worden om dit onderzoek naar vergelijkingen soepel te laten verlopen. Een volgend verkennend onderzoek kan zich buigen over de verwijzingen van alle eisen voor Europese en Nederlandse normen die door WELL gevraagd worden. Ook kunnen de WELL-eisen weggehaald worden waarvan op basis van steekproeven geconcludeerd is dat ze niet werken in de Nederlandse cultuur. Het is daarnaast mogelijk om de eisen die in Nederland behaald moeten worden, weg te halen uit de WELL-standaard. Zo worden alleen punten onderzocht die een hogere eis stellen dan de eisen vanuit de Nederlandse wet- en regelgeving. 56

58 Leyla Gülbey & Nevim Günes Bibliografie CBS/TNO. (2017, mei 25). CBS en TNO: Een op de zeven werknemers heeft burnoutklachten. Opgehaald van Centraal Bureau voor de Statistiek: CBS en TNO: Een op de zeven werknemers heeft burn-outklachten DGBC. (2016). BREEAM-NL Nieuwbouw & Renovatie en WELL:. Rotterdam: DGBC. Encyclo. (2017). Typologie. Opgehaald van Encyclo: Habraken, T. (2017, Maart 14). WELL-gezondheidskeurmerk. (L. G. Gunes, Interviewer) Ir. T.C. Beuker. (2017). WELL VOOR BOUWFYSISCHE. BOUWFYSICA BINNENKLIMAAT, Wikipedia. (2017, April 7). Bouwbesluit. Opgehaald van Wikipedia: 57

59 Leyla Gülbey & Nevim Günes Afbeeldingenlijst Afbeelding 1 WELL-onderdelen Afbeelding 2 WELL-standaard verdeling...14 Afbeelding 3 WELL- typologieën...14 Afbeelding 4 Voorbeeld WELL-eisen Afbeelding 5 QuickScan geheel Afbeelding 6 QuickScan deel Afbeelding 7 Eindresultaat Afbeelding 8 WELL-scorekaart Afbeelding 9 Wandplanten in het kantoor Afbeelding 10 Bewijsvoering uit de WELL-standaard Afbeelding 11 WELL-proces deel Afbeelding 12 WELL-proces deel Afbeelding 13 WELL-proces Afbeelding 14 Foto van het Ministerie van Financiën Afbeelding 16 3D-visualisatie van het Ministerie van Financiën Afbeelding 15 Foto van het atrium van het Ministerie van Financiën Afbeelding 17 Plattegrond en doorsnede Ministerie van Financiën

60 Leyla Gülbey & Nevim Günes Tabellenlijst Tabel 1 Taakverdeling...12 Tabel 2 WELL Puntenstelling Tabel 3 WELL-certificatie labels...16 Tabel 4 Vergelijking WELL met BREEAM-NL Tabel 5 WELL-onderdeel Lucht overeenkomsten met BREEAM-NL...19 Tabel 6 WELL-onderdeel Water overeenkomsten met BREEAM-NL...19 Tabel 7 WELL-onderdeel Voeding overeenkomsten met BREEAM-NL...19 Tabel 8 WELL-onderdeel Licht overeenkomsten met BREEAM-NL...19 Tabel 9 WELL-onderdeel Fitness overeenkomsten met BREEAM-NL Tabel 10 WELL-onderdeel Comfort overeenkomsten met BREEAM-NL Tabel 11 WELL-onderdeel Welzijn overeenkomsten met BREEAM-NL Tabel 12 Overzicht WELL-overeenkomsten met BREEAM_NL Tabel 13 WELL-onderdeel Lucht overeenkomsten met GPR...21 Tabel 14 WELL-onderdeel Water overeenkomsten met GPR...21 Tabel 15 WELL-onderdeel Voeding overeenkomsten met GPR...21 Tabel 16 WELL-onderdeel Licht overeenkomsten met GPR Tabel 17 WELL-onderdeel Fitness overeenkomsten met GPR Tabel 18 WELL-onderdeel Comfort overeenkomsten met GPR Tabel 19 WELL-onderdeel Welzijn overeenkomsten met GPR Tabel 20 Overzicht WELL-overeenkomsten met GPR Tabel 21 WELL-onderdeel Lucht overeenkomsten met BB2012 en Overheidseisen Tabel 22 WELL-onderdeel Water overeenkomsten met BB2012 en Overheidseisen Tabel 23 WELL-onderdeel Voeding overeenkomsten met BB2012 en Overheidseisen Tabel 24 WELL-onderdeel Licht overeenkomsten met BB2012 en Overheidseisen Tabel 25 WELL-onderdeel Fitness overeenkomsten met BB2012 en Overheidseisen Tabel 26 WELL-onderdeel Welzijn overeenkomsten met BB2012 en Overheidseisen Tabel 27 WELL-onderdeel Comfort overeenkomsten met BB2012 en Overheidseisen Tabel 28 Overzicht WELL-overeenkomsten met BB2012 en Overheidseisen Tabel 29 Meest toegepaste contractvormen Tabel 30 Contractvormen Tabel 31 Betrokken partijen van het WELL-proces Tabel 32 Scorekaart van het onderdeel Lucht Tabel 33 Maximaal aantal punten voor het onderdeel Lucht Tabel 34 Aantal behaalde punten op het onderdeel Lucht Tabel 35 Scorekaart van het onderdeel Water...41 Tabel 36 Maximaal aantal punten voor het onderdeel Water...41 Tabel 37 Aantal behaalde punten op het onderdeel Water...41 Tabel 38 Aantal behaalde punten op het onderdeel Voeding Tabel 39 Maximaal aantal punten voor het onderdeel Voeding Tabel 40 Scorekaart van het onderdeel Voeding Tabel 41 Maximaal aantal punten voor het onderdeel Licht Tabel 42 Aantal behaalde punten op het onderdeel Licht Tabel 43 Scorekaart van het onderdeel Licht Tabel 44 Aantal behaalde punten op het onderdeel Fitness Tabel 45 Maximaal aantal punten voor het onderdeel Fitness Tabel 46 Scorekaart van het onderdeel Fitness

61 Leyla Gülbey & Nevim Günes Tabel 47 Aantal behaalde punten op het onderdeel Comfort Tabel 48 Scorekaart van het onderdeel Comfort Tabel 49 Maximaal aantal punten voor het onderdeel Comfort Tabel 50 Maximaal aantal punten voor het onderdeel Welzijn Tabel 51 Aantal behaalde punten op het onderdeel Welzijn Tabel 52 Scorekaart van het onderdeel Welzijn Tabel 53 Totaal behaalde punten voor de casus Ministerie van Financiën Tabel 54 Totaal maximaal aantal punten voor de casus Ministerie van Financiën Tabel 55 Scorekaart van de casus Ministerie van Financiën Tabel 56 Variant zilveren label van de typologie Core and Shell Tabel 57 Variant gouden label van de typologie Core and Shell Tabel 58 Variant platina label van de typologie Core and Shell Tabel 59 Variant zilveren label van de typologie Tabel 60 Variant gouden label van de typologie Tabel 61 Variant platina label van de typologie Tabel 62 QuickScan onderdeel Voeding, prestatie-eis Tabel 63 Variant zilveren label van de typologie buildings Tabel 64 Variant gouden label van de typologie buildings Tabel 65 Variant platina label van de typologie buildings

62 Bijlagen

63 Leyla Gülbey & Nevim Günes Bijlage 1: Verwijzingen Hoofdstuk Amerikaanse normen Nederlandse normen 03. Deel 1 Ventilatie Ontwerp (Ventilation Design) 04. Deel 1 Interieur verf en coatings (Interior paints and coatings) 04. Deel 1, 2, 3, 4 - Interieur verf en coatings - Interieur kleefstoffen en afdichtingsmiddelen - Vloerbedekking - Isolatie (-Interior paints and coatings -Interior adhesives and sealants -Flooring -Insulation) 04. Deel 2 Interieur kleefstoffen en afdichtingsmiddelen (Interior adhesives and sealants) 04. Deel 5 Meubilair en Inrichting (Furniture and furnishings) 10. Deel 1 Bestrijdingsmiddelen gebruiken (Pesticide use) ASHRAE (Ventilation Rate Procedure or IAQ Procedure) Bouwbesluit/NEN 1087 ASHRAE (including the Bouwbesluit/ NEN 1087 Natural Ventilation Procedure) California Air Resources Board (CARB) 2007 of South Coast Air Quality Management District EG Richtlijn verfproducten (VOS) (SCAQMD) Rule 1113 (RICHTLIJN 2004/42/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT California Department of Public Health (CDPH) Standard Method v for VOC emissions. South Coast Air Quality Management District (SCAQMD) Rule 1168, July for VOC content. ANSI/BIFMA e Furniture Sustainability Standard - Chapter 3 of the San Francisco Environment Code Integrated Pest Management (IPM) program. The City of San Francisco Department of the Environment's (SFE) Hazard Tier Review Process 11. Deel 2 Lood vermindering U.S. EPA 40 CFR Part (Lead abatement) U.S. EPA 40 CFR Part Deel 3 Asbest vermindering (Asbestos abatement) 11. Deel 4 Polychloorbifenyl vermindering (Polychlorinated biphenyl abatement) 14. Deel 1 Lucht Lekkage Testen (Air leakage testing) 21. Deel 1 Verplaatsing Ventilatie Ontwerp en Applicatie (Displacement ventilation design and application) 21. Deel 2 Systeem prestatie (System performance) 24. Deel 2 Laag-emissie Verbranding Bron (Low-emission combustion sources) 24. Deel 4 Bouwkundig installatie (Construction equipment) 40. Deel 1 Voedselallergie labelen (Food allergy labeling) 48. Deel 1 Alternatieve voeding (Food alternatives) 49. Deel 1 & 2 Duurzame landbouw (Sustainable agriculture) U.S. EPA 40 CFR Part 745 Asbestos Hazard Emergency Response Act (AHERA) s Asbestos Model Accreditation Plan (MAP) National Standards for Hazardous Air Pollutants (NESHAP) Asbestos-Containing Materials in Schools Rule (40 CFR part 763) U.S. EPA Steps to Safe PCB Abatement Activities ASHRAE Guideline the National Institute of Building Sciences (NIBS) Guideline System Performance Evaluation ASHRAE Guidelines RP-949 ASHRAE's UFAD Guide (Design, Construction and Operations of Underfloor Air Distribution Systems Computational Fluid Dynamics (CFD) - ASHRAE (Thermal Environmental Conditions for Human Occupancy) California s South Coast Air Quality Management District - EN DE RAAD) - - RICHTLIJN 2009/128/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Rijks Instituut voor Volksgezondheid en milieu NEN-EN en Ventilatie en luchtdoorlatendheid van gebouwen U.S. EPA Tier 4 PM emissions standards - U.S. EPA or California Air Resources Board approved FDA in 21 C.F.R EU Regulatie NR 1169/2011 FDA in 21 C.F.R Federally Certified Organic labeling Deel 2 Menselijke landbouw Humane Certified labeling - - 1

64 Leyla Gülbey & Nevim Günes (Humane agriculture) 67. Deel 3 Buurt connectie (Neighborhood connectivity) 72. Deel 1 Toegankelijkheid en bruikbaarheid (Accessibility and usability) 73. Deel 3 Zitplaats flexibiliteit (Seat flexibility) 76. Deel 1 Geventileerde thermisch omgeving (Ventilated thermal environment) 76. Deel 2 Natuurlijke thermale aanpassing (Natural thermal adaptation) 81. Deel 1 Wandbouw gegevens (Wall construction specifications) 83. Deel 1 Lobby's en andere gemeenschappelijke ruimtes (Lobbies and other common spaces) 86. Deel 1 Inhoud bezetters enquête (Occupant survey content) 95. Deel 1 Geest en gedrag ondersteuning (Mind and behavior support) 97. Deel 1 Materiaal informatie (Material information) 98. Deel 1 Programma deelname transparantie (Transparency program participation) LEED BD+C: New Construction "Surrounding - density and diverse uses" ADA Standards for Accessible Design ITS-keurmerk ISO 21542: Building Construction - Accessibility and Usability of the Built Environment, Appendix B: Standards. HFES 100 standard or BIFMA G1 - guidelines. ASHRAE Standard Section 5.3 ISO 7730:2005 en/of CEN Standard EN 15251:2007 Standard Comfort Zone Compliance ASHRAE Standard Section 5.4, Adaptive Comfort Model ISO 7730:2005 en/of CEN Standard EN 15251:2007 Noise Isolation Class (NIC) ASHRAE Standard for thermal comfort The Occupant Indoor Environmental Quality (IEQ) Survey - Employee Assistance Programs (EAPs) - Health Product Declaration USGBC's LEED v4 MR-credit: Building Product Disclosure and Optimization - Material Ingredients, Option 1: material ingredient reporting. The JUST-program International Living Future Institute G4 Sustainability Reporting Guidelines Luchtgeluid isolatie

65 Leyla Gülbey & Nevim Günes Bijlage 2: Overeenkomsten 3

66 WELL onderdeel Lucht overeenkomsten met andere keurmerken en BB2012 en Overheidseisen BREEAM_NL Overeenkomsten Lucht GPR Overeenkomsten Lucht Overheidseisen Overeenkomsten Lucht Functies Percentage Functies Percentage Functies Percentage Ja (J) 10 14% Ja (J) % Ja (J) 11 16% Gedeeltelijk (G) 7 10% Gedeeltelijk (G) 20 29% Gedeeltelijk (G) 1 1% Nee (N) 52 75% Nee (N) 49 71% Nee (N) 57 83% Totaal % Totaal % Totaal % Lucht (BREEAM-NL) Grafiektitel Grafiektitel 14% 10% 0% 29% 16% 1% 75% 71% 83% 1

De WELL Building Standard Een introductie

De WELL Building Standard Een introductie De WELL Building Standard Een introductie ing. Antwan van Haaren Senior adviseur duurzame leefomgeving, DGMR 15 juni 2017 DGMR is méér dan een raadgevend ingenieursbureau DGMR anticipeert op veranderingen

Nadere informatie

Discussiebijeenkomst Breeam In-Use Wat levert het op voor de gebruiker?

Discussiebijeenkomst Breeam In-Use Wat levert het op voor de gebruiker? Dutch Green Building Week, 16 september 2013 ANWB & Techniplan Adviseurs 1. Introductie (15.15 15.25 uur) 2. Vraagstelling DGBC Stefan van Uffelen (15.25 15.30 uur) 3.1. Discussie in workshopvorm deel

Nadere informatie

Het beoordelen van gezondheid en welzijn bij gebouwen Synergie tussen BREEAM-NL In-Use en WELL

Het beoordelen van gezondheid en welzijn bij gebouwen Synergie tussen BREEAM-NL In-Use en WELL www.breeam.nl Het beoordelen van gezondheid en welzijn bij gebouwen Synergie tussen BREEAM-NL In-Use en WELL Mei 218 Onderdeel van Analyse naar de synergie tussen BREEAM-NL In-Use en WELL Building Standard

Nadere informatie

BREEAM NL Nieuwbouw. Management 12% Gezondheid en Welzijn 15% Energie 19% Transport 8% Water 6% Materialen 12.5% Afval 7.5% 10% Landgebruik & Ecologie

BREEAM NL Nieuwbouw. Management 12% Gezondheid en Welzijn 15% Energie 19% Transport 8% Water 6% Materialen 12.5% Afval 7.5% 10% Landgebruik & Ecologie BREEAM NL Nieuwbouw Categorie Weging Management 12% Gezondheid en Welzijn 15% Waste Land Use & Ecology Pollution Energie 19% Materials Transport 8% Management Water 6% Materialen 12.5% Afval 7.5% Water

Nadere informatie

Kosten en tarieven BREEAM-NL Certificering 2019

Kosten en tarieven BREEAM-NL Certificering 2019 Document 3.2.2d, November 2018 Wat zijn de kosten voor een certificering met BREEAM-NL in 2019? Let op: het gaat hier om de kosten voor certificering, niet om de kosten voor het inschakelen van een BREEAM-NL

Nadere informatie

Een slim, duurzaam gebouw hoe maak je dat?

Een slim, duurzaam gebouw hoe maak je dat? Een slim, duurzaam gebouw hoe maak je dat? Donderdag 10 november Jan Kadijk, Hoofd DGBC Academy 2 3 4 6 7 8 9 DGBC: Onze rollen Stimuleren Communiceren Verbinden Inspireren Opleiden Certificeren BREEAM:

Nadere informatie

Kosten en tarieven BREEAM-NL Certificering 2019

Kosten en tarieven BREEAM-NL Certificering 2019 Document 3.2.2d, November 2018 Wat zijn de kosten voor een certificering met BREEAM-NL in 2019? Let op: het gaat hier om de kosten voor certificering, niet om de kosten voor het inschakelen van een BREEAM-NL

Nadere informatie

BREEAM NL en de relatie tot bodemenergie

BREEAM NL en de relatie tot bodemenergie BREEAM NL en de relatie tot bodemenergie Edwin van Noort Dutch Green Building Council Inleiding tot BREEAM NL DGBC is opgericht in juni 2008 Marktinitiatief: zorg voor 1 gemeenschappelijke taal in vastgoed

Nadere informatie

BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie en WELL de verschillen en overeenkomsten

BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie en WELL de verschillen en overeenkomsten www.breeam.nl BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie en WELL de verschillen en overeenkomsten December 216 Onderdeel van BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie is sinds 21 hét keurmerk in Nederland om integraal de

Nadere informatie

Informatieblad BREEAM-NL voor bouwbedrijven BREEAM-NL VOOR BOUW BEDRIJVEN

Informatieblad BREEAM-NL voor bouwbedrijven BREEAM-NL VOOR BOUW BEDRIJVEN Informatieblad BREEAM-NL voor bouwbedrijven BREEAM-NL VOOR BOUW BEDRIJVEN Inhoudsopgave Aanleiding en doel 1 Ontwikkeling BREEAM in Nederland 2 Het certificeringsproces 2.1 Score 2.2 Beschikbare hulpmiddelen

Nadere informatie

1. Meten van duurzaamheid 2. Het instrument BREEAM 3. BREEAM: hoe werkt het? 4. Proces en kwaliteitsborging 13-10-2015 3

1. Meten van duurzaamheid 2. Het instrument BREEAM 3. BREEAM: hoe werkt het? 4. Proces en kwaliteitsborging 13-10-2015 3 1 2 Meten is weten 1. Meten van duurzaamheid 2. Het instrument BREEAM 3. BREEAM: hoe werkt het? 4. Proces en kwaliteitsborging 13-10-2015 3 Waarde duurzaam gebouw JLL nov 2013: Twee-derde van ondervraagden

Nadere informatie

Netwerkbijeenkomst Duurzaam integraal ontwerpen

Netwerkbijeenkomst Duurzaam integraal ontwerpen Netwerkbijeenkomst Duurzaam integraal ontwerpen 18 november 2009 Deerns raadgevende ingenieurs bv Klokgebouw 125 Strijp-S S Terrein 5617 AB Eindhoven Tel. 088 374 0220 Ir. E. Lousberg Ir. E. Kerkhof Ir.

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende

Nadere informatie

Onderwerp Implementatie en onderhoud Gemeentelijke Prestatie Richtlijn (GPR) Gebouw 2014

Onderwerp Implementatie en onderhoud Gemeentelijke Prestatie Richtlijn (GPR) Gebouw 2014 Bemeente Haarlemmermeer Nota van B&W Onderwerp Implementatie en onderhoud Gemeentelijke Prestatie Richtlijn (GPR) Gebouw 2014 Portefeuillehouder John Nederstigt Collegevergadering 21 Oktober 2014 inlichtingen

Nadere informatie

Bijlage F1. Referentielijst voor museumgebouwen. Versie Toepasbaar voor BREEAM-NL In-Use 2014 Uitgiftedattum: 7 januari 2014

Bijlage F1. Referentielijst voor museumgebouwen. Versie Toepasbaar voor BREEAM-NL In-Use 2014 Uitgiftedattum: 7 januari 2014 Bijlage F1 Referentielijst voor museumgebouwen Versie 1.0.2 Toepasbaar voor BREEAM-NL In-Use 2014 Uitgiftedattum: 7 januari 2014 Dutch Green Building Council Bijlage voor BREEAM-NL In-Use 2014 Versie 1.0

Nadere informatie

BREEAM-NL Nieuwbouw & Renovatie en WELL: de verschillen en overeenkomsten

BREEAM-NL Nieuwbouw & Renovatie en WELL: de verschillen en overeenkomsten BREEAM-NL Nieuwbouw & Renovatie en WELL: de verschillen en overeenkomsten BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie is sinds 21 hét keurmerk in Nederland om integraal de duurzaamheid van gebouwen mee te beoordelen.

Nadere informatie

Procedure BREEAM-NL Innovatiecredits. Versie 4.0 oktober 2016

Procedure BREEAM-NL Innovatiecredits. Versie 4.0 oktober 2016 oktober 2016 Procedure BREEAM-NL Innovatiecredits LET OP: NEEM ALTIJD CONTACT OP MET DE DGBC INDIEN U VAN PLAN BENT EEN INNOVATIECREDIT IN TE DIENEN. I NDIEN DE INNOVATIECREDIT PAS WORDT INGEDIEND SAMEN

Nadere informatie

Hoe krijg je het eerste volledig WELL gecertificeerde gebouw van Nederland?

Hoe krijg je het eerste volledig WELL gecertificeerde gebouw van Nederland? brings concepts to life Hoe krijg je het eerste volledig WELL gecertificeerde gebouw van Nederland? Bastiaan Beerens Peter Buurman Adviseur Bouwfysica en Gezonde Gebouwen - WELL AP Sustainability Director

Nadere informatie

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Studiehadleiding Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Naam onderwijseenheid: Methoden en vaardigheden voor praktijkonderzoek Code onderwijseenheid: HBOMIGV015MV Jaar: Onderwijsperiode:

Nadere informatie

Instructie verlengen en hercertificeren van BREEAM- NL In-Use. Versie 1.0, november 2015

Instructie verlengen en hercertificeren van BREEAM- NL In-Use. Versie 1.0, november 2015 Instructie verlengen en hercertificeren van BREEAM- NL In-Use, november 2015 Instructie verlengen en hercertificeren BREEAM-NL In-Use Dit document omschrijft de wijze waarop BREEAM-NL In-Use certificaten

Nadere informatie

Dé BREEAM Uitdaging het onderzoeksvoorstel

Dé BREEAM Uitdaging het onderzoeksvoorstel 63 Dé BREEAM Uitdaging het onderzoeksvoorstel BREEAM-NL In Use is, als het gaat om de gebouwde omgeving te verduurzamen, een heel bruikbaar instrument. Wij, Sannie Verweij van Gebouwinzicht en Robert Sengers

Nadere informatie

BREEAM-NL Algemeen Oktober 2013. Part of the BRE Trust

BREEAM-NL Algemeen Oktober 2013. Part of the BRE Trust BREEAM-NL Algemeen Oktober 2013 Part of the BRE Trust Dutch Green Building Council Algemeen Opgericht 1 juni 2008 Marktinitiatief: zorg voor één gemeenschappelijke taal voor duurzaamheid in vastgoed Onafhankelijke

Nadere informatie

Nieuwbouw Faxx gebouw, Veemarktkwartier Tilburg

Nieuwbouw Faxx gebouw, Veemarktkwartier Tilburg Nieuwbouw Faxx gebouw, Veemarktkwartier Tilburg BREEAM Excellent**** 6 juli 2015 Voorstellen Andre Dröge Adviseur duurzame leefomgeving o.a. BREEAM-NL assessor/expert Nieuwbouw en in-use Trainer assessoren

Nadere informatie

Gezondheid, Welzijn & Productiviteit in Kantoren

Gezondheid, Welzijn & Productiviteit in Kantoren Gezondheid, Welzijn & Productiviteit in Kantoren Colofon Deze publicatie is een co-productie van de leden van de Kopgroep Gezondheid en Comfort en de Dutch Green Building Council. De volgende gezondheid-

Nadere informatie

Uw partner in bouwend Nederland!

Uw partner in bouwend Nederland! De Blaay-Van den Bogaard Raadgevende Ingenieurs B.V. Bouwend Nederland kan niet meer zonder virtual ontwerpen en gecertificeerde realisatie van projecten. Opdrachtgevers verwachten een integraal ontwerp

Nadere informatie

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren Competenties Luuk van Paridon Overzicht waar ik nu sta: Afbeelding 1: Spinnenweb competenties De groene lijn geeft aan welke competenties ik tot nu toe behaald heb (zie Afbeelding 1). De competenties die

Nadere informatie

Case study Nieuwbouw DC Conakryweg Amsterdam

Case study Nieuwbouw DC Conakryweg Amsterdam Case study Nieuwbouw DC Conakryweg Amsterdam Beschrijving van het project Aan de Conakryweg te Amsterdam, wordt in het voorjaar 2018 gestart met de realisering van een nieuw distributiecentrum voor Caprev

Nadere informatie

BREEAM-NL In-Use Portfolio-aanpak Jaarlijks

BREEAM-NL In-Use Portfolio-aanpak Jaarlijks BREEAM-NL Instructieblad 116, november 2018 Dit document beschrijft de werkwijze voor het certificeren van een portfolio middels de BREEAM-NL In-Use portfolio-aanpak Jaarlijks, inclusief aandachtspunten

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie

WTC Utrecht. De échte waarde van vastgoed. Francesco Franchimon. BAM Bouw en Techniek Blue Building Institute

WTC Utrecht. De échte waarde van vastgoed. Francesco Franchimon. BAM Bouw en Techniek Blue Building Institute WTC Utrecht De échte waarde van vastgoed Francesco Franchimon BAM Bouw en Techniek Blue Building Institute Waarde gebruiker: Belangrijkste kapitaal: Bedrijfsmiddel Arbeidskapitaal Loon Huisvesting Energie

Nadere informatie

Hoge duurzaamheidsambities realiseren met de efficientie van Lean?

Hoge duurzaamheidsambities realiseren met de efficientie van Lean? Hoge duurzaamheidsambities realiseren met de efficientie van Lean? Perfectie Waarde Pull Waardestroom Flow Lean en BREEAM stappenplan Een oplossing om de efficientie van de realisatie van duurzame kwaliteit

Nadere informatie

Social Action Research Plan

Social Action Research Plan Social Action Research Plan Social media project Studenten Dennis Visschedijk 438332 Aileen Temming 474094 Stefan Ortsen 481295 Niels Konings 449822 Renee Preijde 482835 Opdrachtgever Stal te Bokkel Daniëlle

Nadere informatie

WELL voor Frisse Scholen

WELL voor Frisse Scholen Foto: Michel Kievits WELL voor Frisse Scholen Tim Beuker 1, Froukje van Dijken 1 en Antwan van Haaren 2 1 BBA Binnenmilieu 2 DGMR Bouw De WELL Building Standard is een steeds vaker gebruikt instrument

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Naam auteur(s) Nijenhuis, N Vakgebied Natuurkunde Titel Wiskunde bij Natuurkunde: de afgeleide Onderwerp Wiskunde natuurkunde transfer Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Aanvullende interpretatie greenleaseovereenkomst

Aanvullende interpretatie greenleaseovereenkomst Aanvullende interpretatie greenleaseovereenkomst Versie 1.0, november 2014 Aanvullende interpretatie greenleaseovereenkomst M IDDELS HET INTERPRETATIEDOCUMENT, TE DOWNLOADEN OP BREEAM.NL, IS DEZE AANVULLENDE

Nadere informatie

Toelichting op de wijzigingen die ten behoeve van Nee onderwerp van. retail zijn doorgevoerd, maar ook op kantoren van beoordeling

Toelichting op de wijzigingen die ten behoeve van Nee onderwerp van. retail zijn doorgevoerd, maar ook op kantoren van beoordeling Wijzigingen document bij BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik versie 2012 v 1.02, 12 juni 2012. De wijzigingen van 2011 v2.11 naar 2012 v1.02. Vraagcode A, B, G Onderwerp Wijzigingen naar BREEAM-NL BBG

Nadere informatie

Interpretatiedocument update: 30 juni Schema BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie 2014 v1.01

Interpretatiedocument update: 30 juni Schema BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie 2014 v1.01 Interpretatiedocument update: 30 juni 2015 Schema BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie 2014 v1.01 Toelichting Dit document bevat interpretaties van voor de meest actuele versie van BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie

Nadere informatie

Inhoud. Het belang van ramen en een aangenaam uitzicht in de werkomgeving

Inhoud. Het belang van ramen en een aangenaam uitzicht in de werkomgeving Het belang van ramen en een aangenaam uitzicht in de werkomgeving ir. H.IJ. (Hester) Hellinga Faculteit Bouwkunde, Leerstoel Bouwfysica 17-04-2008 NVvA Symposium, Zeist Inhoud 02 1. Onderwerp van het onderzoek

Nadere informatie

BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie Wijzigingen

BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie Wijzigingen Van BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie v1.01 naar BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie v2 Aangemaakt: februari 2017 Inleiding Paragraaf 2.6 Tekst greenlease en casco voorwaarden is aangepast en in lijn gebracht

Nadere informatie

FEDEC ROADMAP 'OVERZICHT VAN INSTRUMENTEN MET BETREKKING OP ENERGIEBESPARING'

FEDEC ROADMAP 'OVERZICHT VAN INSTRUMENTEN MET BETREKKING OP ENERGIEBESPARING' FEDEC ROADMAP 'OVERZICHT VAN INSTRUMENTEN MET BETREKKING OP ENERGIEBESPARING' INHOUDSOPGAVEN INTRODUCTIE 2 BREEAM NL 3 MEERJARENAFSPRAKEN 5 ENE RGIE-AUDIT 7 ENERGIELABEL VOOR WONINGEN 9 Introductie FedEC

Nadere informatie

CASESTUDY DUURZAME NIEUWBOUW DINTELOORD

CASESTUDY DUURZAME NIEUWBOUW DINTELOORD CASESTUDY DUURZAME NIEUWBOUW DINTELOORD PROJECTTEAM Opdrachtgever: Bouwmanagement: Aannemer: E-installateur: W-installateur: Koeling: Adviseurs: Van Oers United B.V. Van Vliet Bouwmanagement B.V. Bouwonderneming

Nadere informatie

Aantoonbaar duurzaam materiaalgebruik. Kwantificeren van milieuprestaties van gebouwen

Aantoonbaar duurzaam materiaalgebruik. Kwantificeren van milieuprestaties van gebouwen Aantoonbaar duurzaam materiaalgebruik Kwantificeren van milieuprestaties van gebouwen Aanleiding Het schaarser worden van grondstoffen maakt zorgvuldig omgaan met bouwmaterialen (nog) belangrijker! Wat

Nadere informatie

Duurzaamheid Van ambitie naar werkelijkheid

Duurzaamheid Van ambitie naar werkelijkheid Provinciekantoor Houtplein te Haarlem Duurzaamheid Van ambitie naar werkelijkheid 15 juni 2013 Ir. J.W. (Jack) Ponsteen Cauberg-Huygen raadgevende ingenieurs BV Even voorstellen ir. Jack Ponsteen Vestigingsmanager

Nadere informatie

Architecture Governance

Architecture Governance Architecture Governance Plan van aanpak Auteur: Docent: Stijn Hoppenbrouwers Plaats, datum: Nijmegen, 14 november 2003 Versie: 1.0 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. PROBLEEMSTELLING EN DOELSTELLING...

Nadere informatie

De échte waarde van vastgoed. Een introductie van de WELL building standard Healthy Workplace congres 30 november 2017

De échte waarde van vastgoed. Een introductie van de WELL building standard Healthy Workplace congres 30 november 2017 De échte waarde van vastgoed Een introductie van de WELL building standard Healthy Workplace congres 30 november 2017 CONSULT van AM Real Estate Development Wij geloven dat huisvesting volledig ten dienste

Nadere informatie

PRODUCTGEGEVENS VOOR CERTIFICERING WELL versie 2

PRODUCTGEGEVENS VOOR CERTIFICERING WELL versie 2 PRODUCTGEGEVENS VOOR CERTIFICERING WELL versie 2 INBLAASWOL WELL v2 werkt met een puntensysteem. In totaal zijn er bij elk project 110 punten te verdienen. Voor elke optimalisatie geldt een maximum aantal

Nadere informatie

duurzaamheidsscores Stadhuiskwartier Deventer

duurzaamheidsscores Stadhuiskwartier Deventer Stadhuiskwartier Deventer BAM Utiliteitsbouw heeft zich gecommitteerd aan de 5 pijlers van Bewuste Bouwers Uitgegeven: 01 januari 2014 Geldig tot: 31 december 2014 Directie Bewuste Bouwers: Voorwaarden

Nadere informatie

Ontwikkelen van BREEAM Outstanding voor gebouw The Edge

Ontwikkelen van BREEAM Outstanding voor gebouw The Edge Ontwikkelen van BREEAM Outstanding voor gebouw The Edge Seminar Duurzaam bouwen met Staal 3 september 2015 Over C2N Enkele recente projecten: C2N is een ona+ankelijke vastgoedadviseur, gespecialiseerd

Nadere informatie

ATLAS - TU/E DUURZAAMHEID EN GEZONDHEID 27 SEPTEMBER 2016

ATLAS - TU/E DUURZAAMHEID EN GEZONDHEID 27 SEPTEMBER 2016 ATLAS - TU/E DUURZAAMHEID EN GEZONDHEID 27 SEPTEMBER 2016 VOORSTELLEN Olaf Oosting Peter van Mierlo ONGEZONDE GEBOUWEN ONGEZONDE GEBOUWEN ONGEZONDE GEBOUWEN ONGEZONDE GEBOUWEN ONGEZONDE GEBOUWEN ONGEZONDE

Nadere informatie

Nieuwe energieprestatienorm

Nieuwe energieprestatienorm Nieuwe energieprestatienorm >> Als het gaat om energie en klimaat De tools Uw weg vinden in de nieuwe energieprestatienorm, wie helpt u daarbij? Heeft u hem al in huis, de nieuwe energieprestatienorm NEN

Nadere informatie

Dutch Green Building Council: Netwerkorganisatie met een missie: het verduurzamen van de gebouwde omgeving

Dutch Green Building Council: Netwerkorganisatie met een missie: het verduurzamen van de gebouwde omgeving Dutch Green Building Council: Netwerkorganisatie met een missie: het verduurzamen van de gebouwde omgeving Over de DGBC Stichting Dutch Green Building Council (DGBC) is een onafhankelijke netwerkorganisatie

Nadere informatie

Versie 2. Opdracht deel B 07-12-2014. Inhoud. Raoul Vos Hogeschool Leiden Studentnummer: 1088675

Versie 2. Opdracht deel B 07-12-2014. Inhoud. Raoul Vos Hogeschool Leiden Studentnummer: 1088675 Versie 2 07-12-2014 Opdracht deel B Inhoud Raoul Vos Hogeschool Leiden Studentnummer: 1088675 Inhoudsopgave: Inleiding:... 3 Opdracht deel A Analyse... 3 Opdracht deel B Inhoud... 3 Opdracht deel C Website...

Nadere informatie

Netwerk Groene Bureaus Themabijeenkomst BREEAM-NL 6 december Jeroen van Haasteren

Netwerk Groene Bureaus Themabijeenkomst BREEAM-NL 6 december Jeroen van Haasteren Netwerk Groene Bureaus Themabijeenkomst BREEAM-NL 6 december 2013 Jeroen van Haasteren !! Programma 1. Intro DGBC 2. Waarom en hoe verduurzamen? 3. Hoe werkt certificeren? 4. Ecologische credits in operationele

Nadere informatie

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning?

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning? 1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat deel met een korte bespreking wat een omgevingsvergunning is en wat vergunningsvrij bouwen is. De achtergrond en doelstellingen van de belangrijkste regelingen (de Wet algemene

Nadere informatie

Duurzame gebiedsontwikkeling Driehoek Het Zand Gemeente Ridderkerk

Duurzame gebiedsontwikkeling Driehoek Het Zand Gemeente Ridderkerk Duurzame gebiedsontwikkeling Driehoek Het Zand Gemeente Ridderkerk M. Koorn 7-12-2017 INHOUD 1 Inleiding... 3 1.1 Duurzame gebiedsontwikkeling... 3 1.2 Ambitie Ridderkerk... 3 2 DRIEHOEK HET ZAND... 5

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER

BEOORDELINGSFORMULIER Faculteit Geesteswetenschappen Versie maart 2015 BEOORDELINGSFORMULIER MASTER SCRIPTIES Eerste en tweede beoordelaar vullen het beoordelingsformulier onafhankelijk van elkaar in. Het eindcijfer wordt in

Nadere informatie

Trends in duurzaam bouwen

Trends in duurzaam bouwen Trends in duurzaam bouwen De ontwikkeling naar energie neutraal bouwen en duurzaam materiaalgebruik auteur ir. W.D. Wormgoor ZOETERMEER - MOOK - GRONINGEN - ROERMOND - DÜSSELDORF - BONN - BERLIJN - PARIJS

Nadere informatie

Uw aanspreekpunt. voor

Uw aanspreekpunt. voor Uw aanspreekpunt voor Nieman & Tauw hebben de krachten gebundeld. Twee gerenommeerde ingenieursbureaus met een gemeenschappelijke visie over het ontzorgen van de klant en het integraal adviseren. Om de

Nadere informatie

Bijeenkomst Bouwstenen voor sociaal GPR en verder met gedeeld belang

Bijeenkomst Bouwstenen voor sociaal GPR en verder met gedeeld belang Bijeenkomst Bouwstenen voor sociaal GPR en verder met gedeeld belang 17 september 2015 Marit Béguin beguin@w-e.nl W/E adviseurs Organisatie: Stichting, sinds 1979 Missie: Bijdragen aan duurzaam gebouwde

Nadere informatie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van

Nadere informatie

Case study. EDC Hollister

Case study. EDC Hollister Case study EDC Hollister Projectomschrijving In Oud Gastel, Boekerman 2 wordt een distributiecentrum ontwikkeld. Hollister zal (het grootste deel) van het pand gaan huren. Het gaat om een distributiecentrum

Nadere informatie

1.8 DUURZAME SLOOP HEEFT DE TOEKOMST

1.8 DUURZAME SLOOP HEEFT DE TOEKOMST 1.8 DUURZAME SLOOP HEEFT DE TOEKOMST Peter Diepenhorst, ontwikkelingsmanager Delta Projectontwikkeling Stefan van Uffelen, directeur Dutch Green Building Council Jan van t Westeinde, senior manager Sustainability

Nadere informatie

Technical Inspection Service (T.I.S.) in een notendop

Technical Inspection Service (T.I.S.) in een notendop Technical Inspection Service (T.I.S.) in een notendop Wat is TIS? Seconed voert als Technical inspection Service (T.I.S.) onafhankelijke beoordelingen uit betreffende de technische bouwkwaliteit van bouwwerken,

Nadere informatie

BREEAM-NL Gebied 2018

BREEAM-NL Gebied 2018 BREEAM-NL Gebied 2018 Workshop BREEAM Congres 16 april 2019 Maikel de Laat Part of the BRE Trust Onderdeel van Kennismaking Foto 1 Maikel de Laat m.delaat@dgbc.nl Inhoud 1. Update 2. Pilot 3. Case 4. Promotie

Nadere informatie

Aanbeveling analysemethode voor het Informatiebeveiligingsbeleid van de HVA. Arjan Dekker

Aanbeveling analysemethode voor het Informatiebeveiligingsbeleid van de HVA. Arjan Dekker Aanbeveling analysemethode voor het Informatiebeveiligingsbeleid van de HVA Arjan Dekker 25 mei 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Analysemethoden 2 2.1 Kwalitatieve risicoanalyse......................

Nadere informatie

De nazorg van pleegzorg voor pleegouders

De nazorg van pleegzorg voor pleegouders 2014 Onderzoek en Innovatie Projectresultaat Dit onderzoek is verricht ten behoeve van het studieonderdeel Onderzoek &innovatie van de opleiding Pedagogiek aan de HAN te Nijmegen De nazorg van pleegzorg

Nadere informatie

Interpretatiedocument. BREEAM-NL In-Use 2016 v1.0

Interpretatiedocument. BREEAM-NL In-Use 2016 v1.0 Interpretatiedocument BREEAM-NL In-Use 2016 v1.0 14 januari 2019 Toelichting Dit document bevat interpretaties van de BREEAM-NL In-Use 2016 v1.0 Beoordelingsrichtlijn. Voor een beoordeling geldt daarmee

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK CLIËNTERVARINGSONDERZOEK Huishoudelijke Hulp Gemeente Loppersum Wmo Support Datum: 15 maart 2017 Versie: Definitief 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 3 2.1 Waarom huisbezoeken?... 3 2.2 Leeswijzer... 3 3

Nadere informatie

2. Omschrijving en kenmerken van de nieuwbouw Noorderpoort Bornholmstraat

2. Omschrijving en kenmerken van de nieuwbouw Noorderpoort Bornholmstraat N O T I T I E Datum 26 augustus 2014 Kenmerk 131004 Notitie - Tekst website NP Project NP Bornholmstraat, Groningen Betreft Voorstel Casestudy t.b.v. publicatie op website 1. Inleiding Door de uitwisseling

Nadere informatie

van aken architecten BREEAM CASESTUDY 1067 VERBOUWING KANTOORGEBOUW KONINGSWEG 101 S- HERTOGENBOSCH

van aken architecten BREEAM CASESTUDY 1067 VERBOUWING KANTOORGEBOUW KONINGSWEG 101 S- HERTOGENBOSCH van aken architecten BREEAM CASESTUDY 1067 VERBOUWING KANTOORGEBOUW KONINGSWEG 101 S- HERTOGENBOSCH 23-11- 2012 casestudy t.b.v. bewijslast ontwerpfase MAN 9 projectnaam: opdrachtgever: locatie: Verbouwing

Nadere informatie

MOBI PROCES BESCHRIJVING

MOBI PROCES BESCHRIJVING MOBI METHODIEK VOOR EEN OBJECTIEVE BEVEILIGINGSINVENTARISATIE PROCES BESCHRIJVING HAVENBEDRIJF AMSTERDAM INHOUDSOPGAVE MOBI voor havenfaciliteiten... 2 INLEIDING... 2 ALGEMEEN... 2 PROCES SCHEMA... 5 BIJLAGEN...

Nadere informatie

BREEAM-NL NIEUWBOUW EN RENOVATIE 2014 Versie 2.0

BREEAM-NL NIEUWBOUW EN RENOVATIE 2014 Versie 2.0 BREEAM-NL NIEUWBOUW EN RENOVATIE 2014 Versie 2.0 GLASWOL EN MINERALE WOL ISOLATIE MET ECOSE TECHNOLOGY Het keurmerk BREEAM.nl staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method

Nadere informatie

Installatietechnisch en bouwfysisch Adviseur Nieuwbouw Campus Rachelsmolen

Installatietechnisch en bouwfysisch Adviseur Nieuwbouw Campus Rachelsmolen Nota van Inlichtingen Installatietechnisch en bouwfysisch Adviseur Nieuwbouw Campus Rachelsmolen Aanbesteding Aanbestedende Dienst: Referentie: Installatietechnisch en bouwfysisch Adviseur Nieuwbouw Campus

Nadere informatie

Stappenplan BREEAM-NL In-Use

Stappenplan BREEAM-NL In-Use Versie 1.0, augustus 2016 BREEAM-NL In-Use faciliteert een integrale benadering op duurzaamheid voor bestaande bouw met drie onderdelen (asset, beheer en gebruik) met doorrekening op de negen aandachtsgebieden.

Nadere informatie

Onze Ambitie : De gemeente OOsterhOut wil een DuurzAme gemeente zijn en een Actieve bijdrage leveren AAn een schone, veilige

Onze Ambitie : De gemeente OOsterhOut wil een DuurzAme gemeente zijn en een Actieve bijdrage leveren AAn een schone, veilige duurzaam bouwen in duurzaam bouwen in U overweegt om een kavel te kopen in de Contreie. Overweeg dan vooral ook om dat energiezuinig en duurzaam te doen. De gemeente Oosterhout heeft namelijk een regeling

Nadere informatie

Kiwa N.V. 3/12/14. Roy Senden. Partner for progress

Kiwa N.V. 3/12/14. Roy Senden. Partner for progress Roy Senden Partner for progress 1 Brandpreventie Academy Namens Brandpreventie Academy hartelijk welkom Introductie Wat doet Kiwa 3 Data Uitfasering regeling 2002 31-8-2014 (audits) 31-12-2014 (certificaten)

Nadere informatie

Stappenplan BREEAM-NL In-Use

Stappenplan BREEAM-NL In-Use BREEAM NL InUse faciliteert een integrale benadering op duurzaamheid voor bestaande bouw met drie onderdelen (asset, beheer en gebruik) met doorrekening op de negen aandachtsgebieden. Om een gefundeerde

Nadere informatie

EEN EI HOORT ERBIJ. Literatuuronderzoek NLT

EEN EI HOORT ERBIJ. Literatuuronderzoek NLT EEN EI HOORT ERBIJ Literatuuronderzoek NLT Voedingsdeskundigen Roshano Dewnarain, Lisa Hamminga, Ruben Bouwsma, Sarah Falcone V4b Natuur Leven en Techniek Begeleider: M.Wijnhold 1 Inhoudsopgave Inleiding...

Nadere informatie

PRODUCTGEGEVENS VOOR CERTIFICERING WELL versie 2

PRODUCTGEGEVENS VOOR CERTIFICERING WELL versie 2 PRODUCTGEGEVENS VOOR CERTIFICERING WELL versie 2 GLASWOL EN MINERALE WOL MET ECOSE -TECHNOLOGIE WELL v2 werkt met een puntensysteem. In totaal zijn er bij elk project 110 punten te verdienen. Voor elke

Nadere informatie

Praktijkgericht onderzoek - Easysteppers

Praktijkgericht onderzoek - Easysteppers Praktijkgericht onderzoek - Easysteppers Opdrachtgever: Naam studenten: Wil Peters Saleha Mughal & Marloes Boers Studentnummers: 500694382 & 500683615 Plaats: Amsterdam Datum: 13 juni 2017 Opleiding: Naam

Nadere informatie

Wijziging Regeling gewijzigd formulier voor aanvraag bouwvergunning

Wijziging Regeling gewijzigd formulier voor aanvraag bouwvergunning VROM Wijziging Regeling gewijzigd formulier voor aanvraag bouwvergunning Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 12 december 2003, nr. MJZ2003125642, Centrale

Nadere informatie

Risicoklasse-indeling van drinkwaterinstallaties

Risicoklasse-indeling van drinkwaterinstallaties Risicoklasse-indeling van drinkwaterinstallaties Beheerder document: Vewin-Platform Controle & Handhaving Vewin Postbus 90611 2509 LP Den Haag Datum: Augustus 2018 Versie: 3.4 Dit document is te vinden

Nadere informatie

WONINGBOUW VERRIJCKT 7 STAPPEN OM JE DROOMHUIS TE BOUWEN

WONINGBOUW VERRIJCKT 7 STAPPEN OM JE DROOMHUIS TE BOUWEN WONINGBOUW VERRIJCKT 7 STAPPEN OM JE DROOMHUIS TE BOUWEN WWW.BOUWENMETVERTROUWEN.BE INFORMATIE NODIG? WWW.BOUWENMETVERTROUWEN.BE VOOR WONINGBOUW VERRIJCKT BETEKENT SLEUTEL OP DE DEUR OOK; EERLIJKHEID EN

Nadere informatie

Betere energieprestaties met Nuon Stadswarmte. Kansen voor woningcorporaties, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars

Betere energieprestaties met Nuon Stadswarmte. Kansen voor woningcorporaties, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars Betere energieprestaties met Nuon Stadswarmte Kansen voor woningcorporaties, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars Betere energieprestaties met stadswarmte Bestaande woningen, nieuwbouwwoningen en

Nadere informatie

Interpretatiedocument update: 30 juni 2015. Schema BREEAM-NL In-Use 2014 v1.0

Interpretatiedocument update: 30 juni 2015. Schema BREEAM-NL In-Use 2014 v1.0 Interpretatiedocument update: 30 juni 2015 Schema BREEAM-NL In-Use 2014 v1.0 Dit document bevat interpretaties van actuele versies van de BREEAM-NL In-Use Beoordelingsrichtlijn. Voor een beoordeling geldt

Nadere informatie

Plan van aanpak. Namen Studenten: Tim Smit Bhanu Sharma Ryan Pool Paulo Bruns Denzel Seca

Plan van aanpak. Namen Studenten: Tim Smit Bhanu Sharma Ryan Pool Paulo Bruns Denzel Seca Plan van aanpak Namen Studenten: Tim Smit 500630016 Bhanu Sharma 500709428 Ryan Pool 500713831 Paulo Bruns 500716331 Denzel Seca 500672845 Klas: MMT1F Team: 2 Minor: Marketing Tomorrow Vak: Online Marketing

Nadere informatie

TVVL lezing EAE BREEAM. 15 feb 2017

TVVL lezing EAE BREEAM. 15 feb 2017 TVVL lezing EAE BREEAM 15 feb 2017 introductie Jean Frantzen Adviseur Duurzaam Bouwen DGMR Bouw bv Breeam Expert 2 Inhoud Intro Duurzaam? Doelen stellen Meten Breeam Breeam voor EAE 3 Waarom de bouw verduurzamen?

Nadere informatie

onderzoek met een missie

onderzoek met een missie company profile 1 2 3 4 5 6 7 8 9 onderzoek met een missie steeds meer gebouwbeheerders, gebouweigenaren, installatie- en adviesbedrijven, facilitair managers en werkgevers beseffen het belang van een

Nadere informatie

Eigentijdse leeromgeving Gezonde gebouwen Efficiënt vastgoed.

Eigentijdse leeromgeving Gezonde gebouwen Efficiënt vastgoed. Eigentijdse leeromgeving Gezonde gebouwen Efficiënt vastgoed www.stevensvandijck.nl Van klaslokaal naar eigentijdse leeromgeving Benthem Crouwel Architekten, foto Jannes Linders. Wie zijn wij? Stevens

Nadere informatie

Nieuwbouw logistiek centrum te Venlo TRAVELLER. Casestudie

Nieuwbouw logistiek centrum te Venlo TRAVELLER. Casestudie Nieuwbouw logistiek centrum te Venlo TRAVELLER Casestudie 2 INHOUD GEBOUWINFORMATIE... 3 INNOVATIE EN MILIEUVRIENDELIJKE ONTWERPMAATREGELEN... 4 MILIEU-IMPACT REDUCTIE BOUWPLAATS:... 4 BREEAM-NL ASPECTEN:...

Nadere informatie

Interpretatiedocument update: 29 juli Schema BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik Interpretatiedocument bij versie 2.0 (en 2.01 en bij 2.

Interpretatiedocument update: 29 juli Schema BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik Interpretatiedocument bij versie 2.0 (en 2.01 en bij 2. Interpretatiedocument update: 29 juli 2011 Schema BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik Interpretatiedocument bij versie 2.0 (en 2.01 en bij 2.02) Toelichting Dit document bevat interpretaties van actuele

Nadere informatie

Samenvatting Onderzoek Pilot ISO Milieuprestatiemeting

Samenvatting Onderzoek Pilot ISO Milieuprestatiemeting Samenvatting Onderzoek Pilot ISO 14001 Milieuprestatiemeting 28 november 2018 door Mart van Assem N181101 VERSI E 28 NOVEMB ER 2018 SAMENVATTING ONDERZOEK PILOT ISO 14001 MILIEUPRESTATIEMETING 1 1 Achtergrond

Nadere informatie

Vraagcode is nu samenstelling nummer + 3 categorieletters + A of B of G voor Asset, Beheer of Gebruik. Dus bijvoorbeeld Asset wordt 08ENE001A

Vraagcode is nu samenstelling nummer + 3 categorieletters + A of B of G voor Asset, Beheer of Gebruik. Dus bijvoorbeeld Asset wordt 08ENE001A Wijzigingendocument bij BREEAM-NL Bestaande Bouw & versie 2.1, 3 februari 2012 Vraagcode A,B,G Onderwerp Wijzigingen naar BREEAM-NL BBG 2011-v2.1 (van v2.03) alle alle Vraagnummering 01MAN001B Opleiding

Nadere informatie

BREEAM-NL Infra. Keurmerk voor duurzame infrastructuur. Jeroen van Haasteren DGBC

BREEAM-NL Infra. Keurmerk voor duurzame infrastructuur. Jeroen van Haasteren DGBC BREEAM-NL Infra Keurmerk voor duurzame infrastructuur Jeroen van Haasteren DGBC Inhoud Introductie DGBC Introductie BREEAM Toelichting BREEAM-NL Infra Tot slot Vragen De Dutch Green Building Council Primaire

Nadere informatie

Interpretatiedocument update: 17 maart 2015. Schema BREEAM-NL In-Use 2014 v1.0

Interpretatiedocument update: 17 maart 2015. Schema BREEAM-NL In-Use 2014 v1.0 Interpretatiedocument update: 17 maart 2015 Schema BREEAM-NL In-Use 2014 v1.0 Dit document bevat interpretaties van actuele versies van de BREEAM-NL In-Use Beoordelingsrichtlijn. Voor een beoordeling geldt

Nadere informatie

Uw partner in bouwend Nederland!

Uw partner in bouwend Nederland! De Blaay-Van den Bogaard Raadgevende Ingenieurs B.V. Bouwend Nederland kan niet meer zonder virtual ontwerpen en gecertificeerde realisatie van projecten. Opdrachtgevers verwachten een integraal ontwerp

Nadere informatie

BOUW VAN HET NIEUWE ADMINISTRATIEF CENTRUM

BOUW VAN HET NIEUWE ADMINISTRATIEF CENTRUM BOUW VAN HET NIEUWE ADMINISTRATIEF CENTRUM VAN DE GEMEENTE ETTERBEEK Technisch rapport betreffende de energie- en milieuprestatie-indicatoren Juni 2015 Verspreiding: Jaspers-Eyers Architects Bureau d Architecture

Nadere informatie

Nieuwbouw Landrover Jaguar Kia Apeldoorn. Breeam Casestudy

Nieuwbouw Landrover Jaguar Kia Apeldoorn. Breeam Casestudy Nieuwbouw Landrover Jaguar Kia Apeldoorn Breeam Casestudy 1. Projectdata Opdrachtgever Website Project Gebouwtype Locatie Architect Omvang Oplevering BRL-versie Certificaat Van Mossel - Jaguar Landrover

Nadere informatie