Benchmark G4 G4 Rapportage

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Benchmark G4 G4 Rapportage"

Transcriptie

1 Benchmark G4 G4 Rapportage Paul den Boer en Jos Frietman (KBA) Ike Overdiep (Opus 8) 22 oktober 2010

2

3 2010 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt, Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt te Nijmegen. No part of this book/publication may be reproduced in any form, by print, photo print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.

4 Inhoud Managementsamenvatting Inleiding Rendement en studieresultaten mbo, landelijk en binnen de G Risicogroep, kenmerken en afbakening Aandeel risicogroep in G4 ROC s en overige ROC s Jaarresultaat voor de risicogroep bij G4 ROC s en overige ROC s De samenstelling van de doelgroep in relatie tot het jaarresultaat van G4 ROC s Aanvullende inzichten: ontwikkelingen in de omgeving van G4 ROC's Geraadpleegde literatuur Bijlage 1 Aanvullende tabellen Bijlage 2 Verantwoording onderzoeksaanpak... 21

5 Managementsamenvatting - Het aandeel risicostudenten is bij de G4 ROC s ruim twee keer zo groot als bij de overige ROC s. Risicostudenten zijn studenten die landelijk een aanzienlijk lagere kans hebben op het behalen van een diploma dan hun medestudenten. - De 'grootste' risicocategorie zijn studenten zonder vmbo diploma afkomstig uit Armoede Probleem Cumulatie (APC)-gebieden. Zij zijn binnen de G4 ROC's ruim 3,5 keer meer aanwezig dan bij de andere ROC's. - Het jaarresultaat van de G4 ROC s in vergelijking met de overige ROC s is gunstiger naarmate de doelgroep kwetsbaarder of gecompliceerder is. - De combinatie van het gegeven dat (a) het jaarresultaat van de risicogroep beduidend lager ligt dan dat van de niet-risicogroep en dat (b) het aandeel van de risicogroep in de G4 ROC's twee keer zo groot is als dat in de overige ROC's, maakt het plausibel om te veronderstellen dat het jaarresultaat van G4 ROC s nadelig wordt beïnvloed door het relatief grote aandeel studenten uit risicodoelgroepen bij de G4 ROC s. - De complexiteit van de problemen waarmee MBO-studenten in de G4 te maken hebben (bv. vaker contacten met justitie en politie, psychiatrische zorgbehoeften, gedragsproblemen) is omvangrijker dan die van MBO studenten in andere gebieden. - Voor MBO-studenten in de G4 is er ten slotte sprake van een grootstedelijk effect; er bestaan voor jongeren veel concurrerende tijdsbestedingen in de stad en er zijn meer mogelijkheden om aan sociale controle te ontsnappen. Dat zijn de meest in het oog springende uitkomsten van deze G4 benchmark met als centrale vraag of er een relatie bestaat tussen het relatief lage jaarresultaat van de G4 ROC s en de samenstelling van hun studentenpopulatie, i.c. het aandeel risicostudenten. In het onderzoek zijn aanvullende analyses uitgevoerd op het Bron-bestand 2009, verrijkt met gegevens over APC-gebieden. Daarnaast is gebruik gemaakt van inzichten uit eerdere onderzoeken om de uitkomsten nader te kunnen verklaren. 1

6 2

7 1 Inleiding Sinds enige jaren verzamelt, vergelijkt en publiceert de Inspectie van het Onderwijs gegevens over onderwijsrendement en studieresultaten in het MBO. Daarnaast is de MBO Raad gestart met een regelmatige benchmark mbo, waarvan onlangs de vierde is verschenen onder de titel 'Bouwsteen studiesucces'. Uit de 4 e benchmark mbo kan worden afgeleid dat het jaarresultaat van de ROC s in de 4 grote steden (G4) gemiddeld lager is dan dat van de overige ROC s. Wat de oorzaken zijn van deze verschillen, laat zich uit de cijfers niet afleiden. Daartoe moeten ze verbonden worden met andere gegevens, die overeenkomsten en verschillen tussen grootstedelijke omgevingen en de rest van het land analyseren. Dat kan ook gegevens opleveren die de G4 ROC's in staat stellen te definiëren waar de mogelijkheden voor verbeteringen zitten en wat daarvoor nodig is binnen de ROC's en in hun (directe) omgeving. In dat kader hebben de G4 ROC's het initiatief genomen tot de uitvoering van een G4 benchmark. Centrale vraag is of er een relatie bestaat, en zo ja met welke verbanden, tussen het relatief lage jaarresultaat van de ROC s in de G4 en de samenstelling van hun studentenpopulatie, in het bijzonder een groep die in alle ROC's een beduidend lagere kans heeft op het behalen van een diploma; de risicostudenten. Uit eerder onderzoek is al het nodige bekend over risico's en risicostudenten. De WRR (2009, p ) vat de belangrijkste inzichten samen: - De sociaal economische status van ouders is een zeer belangrijke voorspeller van schoolsucces; - De vroegtijdige uitval van leerlingen met een laag aanvangsniveau en/of een laag schooladvies van de basisschool is relatief groot; - De risico's om de school zonder diploma te verlaten zijn aanzienlijk groter bij studenten uit armoedeprobleemcumulatiegebieden; - Daarnaast kunnen veel andere omstandigheden een rol spelen, zoals een beperkte motivatie, eenoudergezinnen, een handicap of stoornis; - De uitval onder niet-westerse allochtonen is relatief groot. Deze kan worden verklaard door een combinatie van bovengenoemde factoren: het lage opleidingsniveau van hun ouders, een laag aanvangsniveau bij de overgang naar het voortgezet onderwijs, het grotere percentage eenoudergezinnen en de hoge werkloosheid. Om de centrale vraag in dit onderzoek te beantwoorden zijn de uit deze inzichten af te leiden risico-indicatoren gerelateerd aan de Bronbestanden Waar mogelijk zijn gegevens rechtstreeks gekoppeld. Zo zijn aanvullende analyses uitgevoerd op het Bronbestand 2009, verrijkt met gegevens over armoedeprobleemcumulatiegebieden (APCG). De resultaten van deze analyses zijn te vinden in de paragrafen 2.1 tot en met 2.4 van dit rapport. Een deel van de risico-indicatoren, zoals bijvoorbeeld de SES van ouders, kan (nog) niet rechtstreeks aan de Bronbestanden gekoppeld worden. Deze worden in paragraaf 2.5 benut om de context waarbinnen de ROC's in de G4 opereren verder in te kleuren en de uitkomsten van de analyses nader te verklaren. 3

8 4

9 2 Rendement en studieresultaten mbo, landelijk en binnen de G4 2.1 Risicogroep, kenmerken en afbakening Over het algemeen worden de studieresultaten van mbo studenten niet gerelateerd aan de samenstelling van de studentenpopulatie en hun achtergrondkenmerken. De beschikbare cijfers worden tot nu toe vooral onderverdeeld naar onderwijssector, niveau en ROC. In deze paragraaf wordt gekeken hoe de groep studenten die in alle ROC's het grootste risico lopen relatief 'laag' te scoren als het gaat om studierendement, is samengesteld. In het Bronbestand 2009 is daartoe gekeken of er aanwijsbare groepen studenten zijn die, landelijk gezien, minder vaak een diploma halen dan gemiddeld. Als graadmeter voor het aantal gediplomeerden is, in navolging van de 4 e benchmark mbo, het jaarresultaat genomen 1. Voor de goede orde: de definitie van de risicogroep is gebaseerd op de deelnemers waarvoor het jaarresultaat is berekend. Dit betreft een deelpopulatie van de totale studentenpopulatie. Uit deze analyse komt naar voren dat etniciteit, vooropleiding en APC-gebied (student woont in een armoedeprobleemcumulatiegebied belangrijke risicofactoren zijn voor een slechter studieresultaat) 2. Het jaarresultaat voor alle ROC s gezamenlijk bedraagt in ,2%. De groepen studenten waarvan de resultaten zich het meest onderscheiden van dat landelijk gemiddelde zijn: niet-westerse allochtonen (55%) scoren beduidend lager dan autochtone studenten (70%); westerse allochtonen (61%) bevinden zich tussen deze twee groepen in; studenten zonder een diploma van een vmbo-opleiding halen veel minder vaak (53%) een diploma dan gemiddeld; het jaarresultaat van studenten in een APC-gebied ligt 10% lager dan dat van studenten die niet in een APCG wonen (58% vs. 68%) 3. Afbakening risicogroep Om voor de G4 benchmark de groep risicostudenten af te bakenen, zijn de hierboven genoemde kenmerken vooropleiding, etniciteit en APCG met elkaar gecombineerd. Daarbij ontstaan 42 categorieën. Hiervan hebben 22 categorieën een jaarresultaat dat minimaal 5% lager ligt dan het gemiddelde (66,2%) voor alle ROC s. Deze categorieën vormen samen de risicogroep (zie ook tabel B2 in bijlage 1). Tabel 1 geeft de samenstelling van de risicogroep weer. De risicogroep omvat per 1 oktober 2009 landelijk studenten, 23% van het totale aantal in de ROC s. 1 In bijlage 2 wordt het begrip jaarresultaat nader toegelicht. 2 Het begrip APCG wordt toegelicht in bijlage 2. 3 Tabel B1 in bijlage 1 bevat de gegevens voor alle onderscheiden kenmerken. Uit die tabel blijkt dat andere kenmerken (geslacht, leeftijd, opleidingskenmerken) minder sterk samenhangen met het jaarresultaat, en dus nauwelijks meespelen bij het afbakenen van een risicogroep.. 5

10 Tabel 1 Samenstelling en jaarresultaat van de risicogroep (gemiddelde voor alle ROC s) % APC-gebied vmbo zonder diploma 49,3 havo/vwo zonder diploma 52,6 vmbo B met diploma 57,3 vmbo K met diploma (niet-w. allochtonen) 54,2 vmbo G met diploma (niet-w. allochtonen) 58,9 vmbo T met diploma (niet-w. allochtonen) 60,2 geen APC-gebied vmbo zonder diploma 55,0 havo/vwo zonder diploma (w. en niet-w. allochtonen) 51,7 vmbo B met diploma (w. en niet-w. allochtonen) 58,2 vmbo K met diploma (niet-w. allochtonen) 53,6 vmbo T met diploma (niet-w. allochtonen) 61,1 havo/vwo met diploma (niet-w. allochtonen) 56,9 Totaal risicogroep 55,6 Definitie risicogroep De risicogroep in het MBO zijn studenten die een aanzienlijk lagere kans hebben op het behalen van een diploma dan hun medestudenten. Zij hebben geen diploma gehaald in het voortgezet onderwijs of alleen een VMBO-B diploma. Niet westerse allochtone studenten lopen ook een risico als zij een VMBO- K, G, of T-diploma hebben behaald. De kansen op studiesucces zijn bovendien niet evenredig gespreid: jongeren die in een APC-gebied wonen, lopen een grotere kans om het MBO niet met een diploma af te sluiten. Samenstelling risicogroep: a. studenten woonachtig in een APC-gebied en met een vooropleiding vmbo of havo/vwo zonder diploma of vmbo B met diploma; b. studenten woonachtig in een APC-gebied, met een vooropleiding vmbo K, G of T, en nietwesters allochtoon; c. studenten niet woonachtig in een APC-gebied, met een vooropleiding vmbo zonder diploma; d. studenten niet woonachtig in een APC-gebied, met een vooropleiding havo/vwo zonder diploma of vmbo B met diploma, en westers of niet-westers allochtoon; e. studenten niet woonachtig in een APC-gebied, met een vooropleiding vmbo K of T of havo/vwo met diploma, en niet-westers allochtoon. In de volgende paragrafen worden de G4 ROC s en de overige ROC s verder met elkaar vergeleken. Paragraaf 2.2 analyseert het aandeel van risicogroepen in studentenpopulaties van G4 ROC's en de overige. Paragraaf 2.3 kijkt naar de jaarresultaten van de risicogroep bij G4 en de overige locaties. Paragraaf 2.4 onderzoekt het verband tussen een groter aandeel van risicogroepen en (lagere) studieresultaten. 6

11 2.2 Aandeel risicogroep in G4 ROC s en overige ROC s In het hele land maakt de risicogroep iets minder dan een kwart van de studentenpopulatie uit. Bij de G4 ROC's ligt het percentage echter ver boven dat landelijk gemiddelde. Bevinding 1: Het aandeel risicostudenten in de totale studentenpopulatie is bij de G4 ROC s ruim twee keer zo groot (38%) als bij de overige ROC s (18%). Tabel 2 geeft een overzicht van het aandeel dat de verschillende groepen studenten uit de risicogroepen hebben in deze totalen. Tabel 2 Aandeel studenten in risicogroep bij G4 ROC s en overige ROC s in % G4 ROC s Overige ROC s Verschil APC-gebied vmbo zonder diploma 6,3 1,7 4,6 havo/vwo zonder diploma 0,7 0,3 0,4 vmbo B met diploma 7,5 2,8 4,7 vmbo K met diploma (niet-w. allochtonen) 4,4 0,8 3,6 vmbo G met diploma (niet-w. allochtonen) 0,4 0,1 0,3 vmbo T met diploma (niet-w. allochtonen) 4,0 0,8 3,2 Geen APC-gebied vmbo zonder diploma 5,4 5,5-0,1 havo/vwo zonder diploma (w. en niet-w. allochtonen) 0,4 0,3 0,1 vmbo B met diploma (w. en niet-w. allochtonen) 3,8 2,7 1,1 vmbo K met diploma (niet-w. allochtonen) 2,4 1,3 1,1 vmbo T met diploma (niet-w. allochtonen) 2,8 1,5 1,3 havo/vwo met diploma (niet-w. allochtonen) 0,1 0,1 - Totaal risicogroep 38,2 17,8 20,4 Bevinding 2: De 'grootste' risicocategorie bestaat uit studenten vmbo zonder diploma in APC-gebieden. Binnen de G4 ROC's is deze risicocategorie ruim 3,5 keer groter dan bij de overige ROC's. Vergelijken we de G4 ROC's en de overige ROC's voor het aandeel niet-westerse studenten, studenten met als vooropleiding een vmbo-opleiding zonder diploma en studenten die in een APC-gebied wonen, dan zijn de parallellen met tabel 2 opvallend. 4 het percentage niet-westerse allochtonen ligt bij G4 ROC s drie keer zo hoog (42%) als bij de overige ROC s (14%); bij G4 ROC s zijn meer vmbo opgeleiden zonder een diploma (12%, overige ROC s 7%); ruim een derde van de G4 deelnemers woont (37%) in een APC-gebied, 2,5 keer zo veel als bij de overige ROC s (15%). 4 Tabel B3 in bijlage 1 geeft een volledig overzicht van studenten-, sociaalgeografische en opleidingskenmerken van G4 ROC's en overige ROC's(gebaseerd op het aantal studenten per 1 oktober 2009). 7

12 2.3 Jaarresultaat voor de risicogroep bij G4 ROC s en overige ROC s Wat is het verschil in jaarresultaat tussen de risicogroep van de G4 ROC's en van de overige ROC's? Bij de G4 ROC s scoort de risicogroep een kleine 2% lager dan bij de overige ROC s. Dat verschil is aanzienlijk kleiner dan het scoreverschil voor de hele studentpopulatie (6%). Tabel 3 laat zien dat de verschillen tussen de G4 ROC's en de overige ROC's het grootst zijn in de niet- APC-gebieden. In APC-gebieden zijn de resultaten van de G4 ROC's voor bepaalde subcategorieën studenten zelfs een fractie beter dan die van opleidingen elders in het land. Dit geldt in het bijzonder voor studenten die landelijk gezien de minste kans hebben op een diploma: studenten die in een APC-gebied wonen en geen vo-diploma (vmbo of havo/vwo) hebben. 5 Tabel 3 Jaarresultaat van studenten in risicogroep bij G4 ROC's en overige ROC's in % G4 ROC s Overige ROC s Verschil APC-gebied vmbo zonder diploma 49,4 49,2 +0,2 havo/vwo zonder diploma 53,2 52,0 +1,2 vmbo B met diploma 56,8 57,8-1,0 vmbo K met diploma (niet-w. allochtonen) 54,9 52,6 +2,3 vmbo G met diploma (niet-w. allochtonen) 58,6 59,3-0,7 vmbo T met diploma (niet-w. allochtonen) 60,1 60,4-0,3 Geen APC-gebied vmbo zonder diploma 52,1 56,0-3,9 havo/vwo zonder diploma (w. en niet-w. allochtonen) 49,3 53,2-3,9 vmbo B met diploma (w. en niet-w. allochtonen) 56,8 58,9-2,1 vmbo K met diploma (niet-w. allochtonen) 51,4 55,1-3,7 vmbo T met diploma (niet-w. allochtonen) 61,1 61,1 - havo/vwo met diploma (niet-w. allochtonen) 54,7 58,5-3,8 Totaal risicogroep 54,7 56,3-1,6 Tabel B4 (bijlage 1) bevestigt dat het jaarresultaat van de G4 ROC s lager is dan dat van de overige ROC s, maar de verschillen binnen de risicogroep zijn kleiner dan de 6% die voor de gehele studentenpopulatie geldt: voor niet-westerse allochtonen bedraagt het verschil 1%; voor studenten zonder vmbo-diploma als vooropleiding bedraagt het verschil 4%; voor studenten die in een APC-gebied wonen bedraagt het verschil 3%. 5 Zie tabel 1 in paragraaf 1. 8

13 Bevinding 3: Uit de analyses valt op te maken dat het jaarresultaat van de G4 ROC s in vergelijking met de overige ROC s gunstiger is naarmate de doelgroep kwetsbaarder of gecompliceerder is. Voor studenten uit de risicogroep van buiten de APC-gebieden (de minst kwetsbare categorie binnen de risicogroep) geldt dat de G4 ROC's een lager jaarresultaat realiseren dan de overige ROC's. Een verklaring hiervoor zou onder meer gevonden kunnen worden in het 'grootstedelijk effect'. Deze verklaring wordt nader uitgewerkt in de analyses van het SCP. Daaruit bleek dat de geringere jaarresultaten of de hoge schooluitval in bepaalde buurten en steden niet volledig kan worden verklaard uit factoren als de sociale economische achtergrond van haar bewoners. Er blijkt sprake van een 'buurteffect'. De woonomgeving speelt 'een zelfstandige rol: hoe sterker verstedelijkt het woongebied, hoe groter het risico van voortijdig schoolverlaten' (Herweijer 2008:159). Verklaringen voor dit 'grootstedelijk effect' worden vooral gezocht in de cumulatie van problemen, vele alternatieve vormen van tijdsbesteding en ruimere mogelijkheden om aan sociale controle te ontsnappen. Dit effect zou, aldus de WRR, ook een verklaring kunnen zijn voor een andere bevinding die ook uit bovenstaande analyse naar voren komt, namelijk dat "de uitval in de 'betere buurten' van de G4 hoger is dan in vergelijkbare 'betere buurten' in de rest van Nederland. Kennelijk worden jongeren in de relatief betere buurten 'besmet' door de grootstedelijke problematiek in de nabijgelegen probleemwijken" (WRR, 2008: 31, 32). 2.4 De samenstelling van de doelgroep in relatie tot het jaarresultaat van G4 ROC s Om uitspraken te kunnen doen over de relatie tussen de samenstelling van de doelgroep en het jaarresultaat van de G4 ROC s ten opzichte van de overige ROC s, is gekeken naar: a. het jaarresultaat van de risicogroep in vergelijking met dat van de niet-risicogroep, en b. het verschil in aandeel van de risicogroep. Voor de studentenpopulatie als geheel ligt het gemiddelde jaarresultaat van de G4 ROC s lager dan dat van de overige ROC s: 61,9 procent versus 67,8 procent (zie tabel 4). Tabel 4 laat de verschillen in het jaarresultaat van de risicogroep en de niet-risicogroep zien. Tabel 4 Jaarresultaat voor de risicogroep en voor de niet-risicogroep G4 ROC s Overige ROC s Totaal ROC s risicogroep 54,7% 56,3% 55,6% niet-risicogroep 68,7% 71,6% 71,0% totale studentenpopulatie 61,9% 67,8% 66,2% 9

14 Figuur 1, die betrekking heeft op alle ROC's, laat zien dat het jaarresultaat van de risicogroep beduidend (ruim 15%) lager ligt dan dat van de niet-risicogroep. Dit geldt in ongeveer gelijke mate ook voor de G4 ROC's. Figuur 1 Jaarresultaat risicogroep en niet-risicogroep (alle ROC's) Jaarresultaat risicogroep alle ROC's Jaarresultaat niet-risicogroep alle ROC's 55,6% 71,0% Figuur 2 laat zien dat het aandeel van de risicogroep in de G4 ROC's twee keer zo groot is als dat in de overige ROC's 6. Figuur 2 Aandeel risicogroep ROC's G4 en overige ROC's Aandeel risicogroep ROC's G4 Aandeel risicogroep overige ROC's 48,8% 24,4% Relatie tussen samenstelling doelgroep en jaarresultaat Bevinding 4: De combinatie van het gegeven dat (a) het jaarresultaat van de risicogroep beduidend lager ligt dan dat van de niet-risicogroep en dat (b) het aandeel van de risicogroep in de G4 ROC's twee keer zo groot is als dat in de overige ROC's, maakt het plausibel om te veronderstellen dat het jaarresultaat van G4 ROC s nadelig wordt beïnvloed door het relatief grote aandeel studenten uit risicodoelgroepen bij de G4 ROC s. 6 Het gaat hier om de deelnemers voor wie het jaarresultaat is berekend (zie ook paragraaf 2.1). 10

15 2.5 Aanvullende inzichten: ontwikkelingen in de omgeving van G4 ROC's In de vorige paragrafen zijn de risicogroepen geïsoleerd uit gehele studentengroep van ROC's in Nederland. Daarbij was de aanname dat de leden van die risicogroep in heel Nederland ongeveer dezelfde kenmerken hebben, die bepalen of ze tot deze groep gerekend kunnen worden. Er zijn echter ontwikkelingen in de omgeving van ROC's die het beeld verder inkleuren. Demografische ontwikkelingen De vier grote steden 'vergroenen en verkleuren', terwijl de individualisering zich er verder heeft doorgezet dan elders in Nederland. Het aandeel niet-westerse allochtonen neemt juist in de vier grote steden toe (NIDI, CPB, 2006). In contrast met de nationale trends stijgt het percentage jongeren onder de 15 en daalt het percentage 65-plussers in de grote steden. Het percentage eenpersoonshuishoudens en eenoudergezinnen ligt in de steden op een veel hoger niveau dan elders. Een kleine meerderheid van jongeren onder de 15 in de G4 is van niet-westerse afkomst; in Nederland als geheel ligt hun aandeel op een derde daarvan, 16% gemiddeld. Deze jongeren zijn ongelijk gespreid over wijken. Bijna een op de drie basisscholen in de vier grote steden bestaat voor meer dan 80% uit allochtone leerlingen. Door de grote aantallen leerlingen uit achterstandsgroepen blijven de leerprestaties in de G4 achter en is de doorstroming naar Havo/Vwo lager dan landelijk. Het percentage leerlingen dat slaagt voor het eindexamen in het voortgezet onderwijs, ligt zeven tot tien procent lager dan elders. Het onderwijsniveau van autochtone leerlingen in de G4 ligt iets hoger dan elders, maar van allochtone leerlingen juist iets lager. De op de arbeidsmarkt kwetsbare groep van laag opgeleide en jonge allochtone jongeren is in de grote steden oververtegenwoordigd. Probleemcumulatie, complexe problemen en grootstedelijk effect Het SCP concludeert dat het risico op voortijdig schoolverlaten voor deelnemers in sterk verstedelijkte gebieden ruim 1.5 maal zo groot is als voor die in niet-verstedelijkte gebieden. Hiervoor is een aantal verklaringen te vinden: de cumulatie van problemen, de omvang en complexiteit van de problemen en een 'grootstedelijk effect'. Cumulatie van problemen Het landelijke gemiddelde percentage kinderen in achterstandswijken was in %. Dat aandeel is substantieel groter in de G4. In Amsterdam en Rotterdam bedraagt het meer dan 60% 7. Vergeleken met het Nederlandse gemiddelde leven in Rotterdam en Amsterdam veel kinderen in armoede, dat wil zeggen in bijstandsgezinnen, respectievelijk vier en drie maal zoveel. Ook het aantal achterstandsleerlingen met ouders met een laag opleidingsniveau en/of allochtone leerlingen met ouders met een laag opleidingsniveau is in Rotterdam (62,4%) en Amsterdam (53,2%) hoog. In Nederland is het gemiddeld 24%. Deze cijfers onderstrepen de intensiteit van de vragen waar deze steden voor staan. 7 Dienst O+S, Amsterdam, cijfers 2006, uit Kinderen in Tel, 2006; hierin zijn geen cijfers over Den Haag en Utrecht opgenomen. 11

16 Omvang en complexiteit van problemen De WRR schat dat circa 60% van de schooluitvallers in de G4 kan worden aangemerkt als 'overbelast'. Dit zijn leerlingen die te maken hebben met een opeenstapeling van problemen van uiteenlopende aard; variërend van beperkte vaardigheden en gedragsproblemen tot gebroken gezinnen, chronische armoede en werkloosheid, schulden, verslaving, criminaliteit in de directe omgeving, etc. Ook uit analyses van het Nederlands Jeugd Instituut blijkt dat deelnemers van het MBO ( vooral op niveau 1 en 2, waar zich landelijk gezien de problemen concentreren) in de grote stad aanzienlijk vaker met complexe en psychosociale problematiek te maken te hebben dan dezelfde groep deelnemers buiten de grote stad. Bovendien blijken de problemen van deelnemers van het MBO in de grote stad omvattender te zijn. Het gaat vaak om persoonlijke problemen in combinatie met financiële, justitiële en/of huisvestingsproblemen. Hoe dit uitpakt blijkt bijvoorbeeld in Rotterdam. Hier is door deskundigen een inschatting gemaakt van het aantal jongeren op de twee ROC's met problemen 8. Daaruit blijkt dat er bij bijna de helft van de jongeren die op BOL-opleidingen in niveau 1 en 2 zitten een grote zorgbehoefte is in de domeinen psychiatrie, psychologie en gedragsproblematiek, gevolgd door vraagstukken in financiën, huisvesting en verslaving. Een indicatie voor de invloed van de cumulatie van problemen op de kwalitatieve samenstelling van de G4 studentengroep kan tenslotte ook gevonden worden in recent CBS-onderzoek: 31% van de voortijdige schoolverlaters uit het MBO in de G-4 is verdacht geweest van een misdrijf, tegenover 23% in de rest van Nederland. Grootstedelijk effect Hierbij wordt door het SCP en de WRR gewezen op: - een cumulatie van problemen, zoals hierboven benoemd - veel alternatieve vormen van tijdsbesteding voor jongeren - ruimere mogelijkheden om aan sociale controle te ontsnappen. Vooral de laatste twee factoren zouden ook een verklaring kunnen bieden voor de kleinere kans op studiesucces voor de 'niet-risocoleerlingen' in de G-4: er zijn vele vormen van met school concurrerende tijdsbesteding die de kans op spijbelen doen toenemen. Zeker als de binding met de school zwak is, werkt dit verder spijbelen en voortijdige schooluitval in de hand, zoals uitgebreid werd geanalyseerd door de WRR en ook blijkt uit recent Amsterdams onderzoek. 9 8 Een zorgstructuur in de ROC's, vanuit het voorbeeld in Rotterdam, Rijnmond door Jeugd en Gezin, mei Door de mazen van het net, Oorzaken en achtergronden van uitval en verzuim in het MBO, Dienst O+S, Amsterdam, april

17 Bevinding 5: In de G4 leven verhoudingsgewijs veel meer kinderen in achterstandswijken, in gezinnen met weinig inkomen (vaker bijstand). De complexiteit van de problemen waarmee MBO- studenten in de G4 te maken hebben (b.v. vaker contacten met justitie en politie, psychiatrische zorgbehoeften, gedragsproblemen) is omvangrijker dan die van MBO studenten in andere gebieden. Voor MBO-studenten in de G4 is er tenslotte sprake van een grootstedelijk effect; er bestaan voor jongeren veel concurrerende tijdsbestedingen in de stad en er zijn meer mogelijkheden om aan sociale controle te ontsnappen. Het risico op voortijdig schoolverlaten in de G4 is opgeteld al met al de helft groter dan in andere gebieden. Verschillen binnen de G-4 De omvang en intensiteit van de vraagstukken is in de vier grote steden niet precies gelijk. Zo blijft in Rotterdam het aandeel hoge en middeninkomens lager dan in de andere grote steden, is de armoede relatief groot en de werkloosheid hoog. De sociaal-economische status van ouders is een belangrijke voorspeller van schoolsucces van hun kinderen. Van de vier grote steden heeft Rotterdam procentueel de meeste achterstandsleerlingen op de basisschool. De situatie in Amsterdam is enerzijds vergelijkbaar met die van Utrecht als het gaat om een hoog opleidingsniveau en banen in groeisectoren. Anderzijds vertonen de problemen rond werkloosheid en armoede overeenkomsten met de situatie in Rotterdam. Den Haag neemt een middenpositie in. De positionering van de verschillende steden kan worden geïllustreerd aan de hand van gegevens uit de Atlas voor Gemeenten. Hierin worden de 50 grootste gemeenten met elkaar vergeleken op een aantal thema's, waarvan een gedeelte jaarlijks wisselt. Aan de hand van verschillende bronnen wordt per thema een ranking gemaakt, waarbij 1 de stad is die het ten opzichte van de andere 49 'het beste' doet. Positie van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, ten opzichte van de 50 grootste gemeenten van Nederland Tabel 5 Positie van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, ten opzichte van de 50 grootste gemeenten van Nederland Bron: Atlas voor Gemeenten

18 Bevinding 6: Omvang en aard van de specifieke vraagstukken waarvoor de G4 gemeenten zich geplaatst zien verschillen. Rotterdam heeft ten opzichte van de andere steden in de G4 de meeste achterstandsleerlingen en laagopgeleiden. Ook is er relatief de meeste armoede. 14

19 Geraadpleegde literatuur - Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno Grote steden in demografisch perspectief. Periodieke Rapportage Bevolkingsvraagstukken (WPRB). NIDI report nr. 71. Den Haag: NIDI - CPB notitie Projectgroep Grotestedenbeleid, 23 oktober Vertrouwen in de school, over de uitval van 'overbelaste' jongeren, WRR, Herweijer, L. Gestruikeld voor de start, De school verlaten zonder startkwalificatie. Den Haag, SCP, Probleemdruk en zorgstructuur in het middelbaar beroepsonderwijs, NJI Onderwijs en Jeugdzorg. Utrecht, Jaarrapport 2009, Landelijke Jeugdmonitor - Onderwijs, CBS, Statline; o.a. Voortijdig schoolverlaters verdacht van misdrijf in Nederland naar woongemeente (G4) en onderwijssoort, 2007/ Dienst O+S, Amsterdam, cijfers 2006 uit Kinderen in Tel, De staat van Rotterdam, Pieken aan de Amstel 3, 2008, de economie en arbeidsmarkt in kort bestek - Rapport de aantrekkelijke stad, Onderzoek en integrale vraagstukken gemeente Den Haag, 2010 Een zorgstructuur in de ROC's, vanuit het voorbeeld Rotterdam-Rijnmond, Rotterdam, mei 2010, Ministerie van Jeugd en Gezin Francissen, L en Bosveld, W ; Door de mazen van het net. Oorzaken en achtergronden van uitval en verzuim in het MBO, april Amsterdam, dienst O+S 15

20 16

21 Bijlage 1 Aanvullende tabellen Tabel B1 - Jaarresultaat van ROC's, naar kenmerken van de student, sociaalgeografische kenmerken en opleidingskenmerken Studentkenmerken % N etnische categorie autochtoon 69, westers allochtoon 60, niet-westers allochtoon 55, leeftijdscategorie jonger dan 23 jaar 66, jaar en ouder 67, geslacht man 64, vrouw 68, vooropleiding vmbo zonder diploma 53, havo/vwo zonder diploma 61, vmbo B met diploma 64, vmbo K met diploma 67, vmbo G met diploma 71, vmbo T met diploma 71, havo/vwo met diploma 69, sociaalgeografische kenmerken APC-gebied geen APC-gebied 68, wel APC-gebied 58, opleidingskenmerken leerweg BBL 64, BOL voltijd 66, sector economie 64, techniek 66, zorg en welzijn 67, niveau 1 64, , , , Totaal 66,

22 Tabel B2 - Jaarresultaat van ROC's, naar APC, vooropleiding en etniciteit (gecombineerd) De vetgedrukte categorieën hebben een jaarresultaat dat minimaal 5% lager is dan gemiddeld en behoren daarmee tot de risicogroep % N APC-gebied vmbo zonder diploma autochtoon 50, westers allochtoon 48,2 396 niet-westers allochtoon 49, havo/vwo zonder diploma autochtoon 56,6 362 westers allochtoon 46,4 69 niet-westers allochtoon 49,4 322 vmbo B met diploma autochtoon 58, westers allochtoon 56,5 455 niet-westers allochtoon 56, vmbo K met diploma autochtoon 64, westers allochtoon 62,4 362 niet-westers allochtoon 54, vmbo G met diploma autochtoon 68, westers allochtoon 69,4 157 niet-westers allochtoon 58, vmbo T met diploma autochtoon 68, westers allochtoon 62,9 464 niet-westers allochtoon 60, havo/vwo met diploma autochtoon 67,4 699 westers allochtoon 63,9 97 niet-westers allochtoon 61,6 198 geen APC-gebied vmbo zonder diploma autochtoon 57, westers allochtoon 50, niet-westers allochtoon 49, havo/vwo zonder diploma autochtoon 66, westers allochtoon 54,5 242 niet-westers allochtoon 49,7 330 vmbo B met diploma autochtoon 68, westers allochtoon 61, niet-westers allochtoon 57, vmbo K met diploma autochtoon 71, westers allochtoon 62, niet-westers allochtoon 53, vmbo G met diploma autochtoon 75, westers allochtoon 64,5 563 niet-westers allochtoon 63,3 984 vmbo T met diploma autochtoon 73, westers allochtoon 65, niet-westers allochtoon 61, havo/vwo met diploma autochtoon 71, westers allochtoon 66,1 257 niet-westers allochtoon 56,9 209 Totaal 66,

23 Tabel B3 - Samenstelling populatie G4 ROC's en overige ROC's Studentkenmerken G4 ROC's overige ROC's % N % N etniciteit autochtoon 51, , westers allochtoon 6, , niet-westers allochtoon 42, , onbekend 0, , vooropleiding vmbo zonder diploma 11, , havo/vwo zonder diploma 2, , vmbo B+K+G met diploma 40, , vmbo T met diploma 24, , havo/vwo met diploma 2, , vooropleiding vo onbekend 19, , leeftijd jonger dan 23 jaar 78, , jaar en ouder 21, , geslacht man 49, , vrouw 50, , Sociaalgeografische kenmerken APC-gebied geen APC 62, , wel APC 37, , Opleidingskenmerken leerweg BBL 30, , BOL deeltijd 2, , BOL voltijd 64, , examendeelnemer 3, , niveau 1 4, , , , , , , , sector economie 40, , techniek 25, , zorg en welzijn 33, , groen 0,0 0 0,0 130 combinatie van sectoren 0, , Totaal 100, ,

24 Tabel B4 - Jaarresultaat G4 ROC's en overige ROC s naar student-, sociaalgeografische en opleidingskenmerken Studentkenmerken G4 ROC's overige ROC's % N % N etniciteit autochtoon 67, , westers allochtoon 59, , niet-westers allochtoon 54, , vooropleiding vmbo zonder diploma 50, , havo/vwo zonder diploma 57, , vmbo B met diploma 60, , vmbo K met diploma 62, , vmbo G met diploma 67, , vmbo T met diploma 67, , havo/vwo met diploma 71, , leeftijd jonger dan 23 jaar 61, , jaar en ouder 66, , geslacht man 58, , vrouw 65, , Sociaalgeografische kenmerken APC-gebied geen APC 64, , wel APC 56, , Opleidingskenmerken leerweg BBL 61, , BOL voltijd 61, , niveau 1 60, , , , , , , , sector economie 61, , techniek 61, , zorg en welzijn 63, , Totaal 61, ,

25 Bijlage 2 Verantwoording onderzoeksaanpak De centrale vraag van deze Benchmark G4 rapportage is of er een relatie bestaat tussen het relatief lage jaarresultaat van de ROC s in de G4 en de samenstelling van hun studentenpopulatie, in het bijzonder een groep die in alle ROC s een beduidend lagere kans heeft op het behalen van een diploma; de risicostudenten. Om de vraag te beantwoorden zijn aanvullende analyses uitgevoerd op het Bronbestand Dit bestand is daartoe verrijkt met gegevens over armoedeprobleemcumulatiegebieden (APCG). Naast de kwantitatieve gegevens uit Bron/APCG, die op leerlingenniveau aan elkaar zijn gekoppeld, is bij de verklaring van de gevonden resultaten ook gebruik gemaakt van beschikbare informatie op meer algemeen niveau (zoals CBS gegevens), inclusief gegevens die door de G4 ROC s zijn aangeleverd. De verantwoording van de onderzoeksaanpak in deze bijlage heeft betrekking op de analyses op het verrijkte Bronbestand. Er wordt ingegaan op: 1. het jaarresultaat als indicator voor studiesucces 2. het begrip armoedeprobleemcumulatiegebied (APC-gebied) 3. de afbakening van de risicogroep 1. Jaarresultaat als indicator voor studiesucces De benchmark G4 bouwt voort op de 4 e benchmark mbo, bouwsteen studiesucces. Dat houdt in dat keuzes over definities en afbakeningen zo veel mogelijk zijn geënt op de keuzes die in de benchmark mbo zijn gemaakt. In de 4 e benchmark mbo worden twee indicatoren voor studiesucces gehanteerd: het diplomaresultaat en het jaarresultaat. Het diplomaresultaat wordt alleen in algemene zin vermeld. Bij alle bevindingen die betrekking hebben op selecties en uitsplitsingen (naar bijvoorbeeld deelnemers- of opleidingskenmerken) wordt het jaarresultaat als indicator gebruikt. Daarom is in deze benchmark G4 rapportage gekozen voor jaarresultaat als indicator van studiesucces. Bij het jaarresultaat wordt gekeken naar het aantal gediplomeerden in een jaarperiode. De formule voor jaarresultaat per instelling is: (A) aantal gediplomeerde deelnemers van instelling in jaarperiode (A) aantal gediplomeerde deelnemers van instelling in jaarperiode + (B) het aantal ongediplomeerde instellingsverlaters Ten behoeve van de analyses voor de benchmark mbo is aan het Bronbestand 2009 de variabele vooropleiding toegevoegd (ontleend aan gegevens uit het Bron-VO bestand). Van 19% van de deelnemers is de vooropleiding echter niet bekend. Conform de aanpak in de benchmark mbo wordt in deze G4 rapportage het jaarresultaat berekend voor deelnemers van wie de vooropleiding bekend is. 10 Dit is het bestand dat ook de basis vormt voor de 4e benchmark mbo bouwsteen studiesucces. Het Bronbestand 2009 bevat, zij het niet voor alle deelnemers, informatie over de vooropleiding. 21

26 2. Armoedeprobleemcumulatiegebieden (APC-gebieden) In het kader van het Leerplusarrangement krijgen scholen voor voortgezet onderwijs extra middelen als op twee opeenvolgende (jaarlijkse) teldata minimaal 30% van hun leerlingen afkomstig is uit postcodegebieden die zijn aangemerkt als armoedeprobleemcumulatiegebieden. Een armoedeprobleemcumulatiegebied (APC-gebied) is een postcodegebied waarin zowel het percentage huishoudens met lage inkomens, als het percentage huishoudens met een uitkering én het percentage niet-westerse allochtonen hoger ligt dan 80% van alle postcodegebieden in Nederland (het zogenaamde 80 e percentiel). In deze benchmark G4 rapportage zijn gegevens over APC-gebieden gekoppeld aan het Bronbestand. Het wel of niet woonachtig zijn in een APC-gebied kon daarmee gebruikt worden bij de analyses en bij het afbakenen van de risicogroep. 3. Afbakening van de risicogroep Om de centrale vraag van dit onderzoek te kunnen beantwoorden, is het nodig om de groep risicostudenten af te bakenen. Er is voor gekozen de risicogroep empirisch te definiëren op basis van landelijke cijfers over mbo-studenten. De afbakening van de risicogroep is in twee stappen tot stand gekomen: a. Voor alle in het Bron-bestand aanwezige deelnemers-, sociaal-geografische (m.n. APCgebied) en opleidingskenmerken is nagegaan in hoeverre deze samenhangen met het jaarresultaat; b. Etniciteit, vooropleiding en het wel of niet woonachtig zijn in een APC-gebied blijken het sterkst samen te hangen met jaarresultaat. Deze kenmerken zijn met elkaar gecombineerd. Daarbij ontstaan 42 categorieën (zie tabel B2 in bijlage 1). Hiervan hebben 22 categorieën een jaarresultaat dat minimaal 5% lager ligt dan het landelijk gemiddelde (66,2%) voor alle ROC s. Deze 22 categorieën vormen samen de risicogroep. Met deze werkwijze is getracht een zo scherp mogelijke afbakening van de risicogroep te realiseren. De keuze van de norm - minimaal 5% lager jaarresultaat dan gemiddeld is daarbij uiteraard van invloed op de omvang van de risicogroep. Deze kan dan ook niet als absoluut worden beschouwd. 22

Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2011

Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2011 Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2011 Bouwsteen studiesucces Sectorrapportage augustus 2012 2012 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt, Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van

Nadere informatie

Benchmark middelbaar beroepsonderwijs Bouwsteen studiesucces. Sectorrapportage

Benchmark middelbaar beroepsonderwijs Bouwsteen studiesucces. Sectorrapportage Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2017 Bouwsteen studiesucces Sectorrapportage Foto omslag: Can Stock Photo / dotshock 2018 KBA Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde

Nadere informatie

Stromen door het onderwijs

Stromen door het onderwijs Stromen door het onderwijs Vanuit het derde leerjaar van het vo 2003/2004 Erik Fleur DUO/IP Juni 2013 1. Inleiding In schooljaar 2003/2004 zaten bijna 200 duizend leerlingen in het derde leerjaar van het

Nadere informatie

Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2012

Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2012 Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2012 Bouwsteen studiesucces Sectorrapportage november 2013 2013 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt, Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van

Nadere informatie

Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2016

Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2016 Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2016 Bouwsteen studiesucces Sectorrapportage juli 2017 2017 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt, Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912

Nadere informatie

VSV-cijfers. Aanval op schooluitval. RMC regio 1 Oost-Groningen. Convenantjaar Voorlopige cijfers

VSV-cijfers.  Aanval op schooluitval. RMC regio 1 Oost-Groningen. Convenantjaar Voorlopige cijfers g ) Eemsmond 46 ( 3,1 ) ) Ten Boer 22 ( 3,1 ) Loppersum 21 ( 2,1 ) Appingedam 35 ( 3,8 ) Delfzijl 71 ( 3,1 ) Haren 2 ( 1,9 ) 3 Slochteren 28 ( 2,1 ) Hoogezand-Sappemeer 94 ( 3,5 ) Menterwolde 29 ( 2,7

Nadere informatie

Studiesucces in de G4 opnieuw beoordeeld. Replicatieonderzoek naar het effect van populatieverschillen op de studieresultaten in roc s

Studiesucces in de G4 opnieuw beoordeeld. Replicatieonderzoek naar het effect van populatieverschillen op de studieresultaten in roc s Studiesucces in de G4 opnieuw beoordeeld Replicatieonderzoek naar het effect van populatieverschillen op de studieresultaten in roc s Colofon Titel Studiesucces in de G4 opnieuw beoordeeld: replicatieonderzoek

Nadere informatie

Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2010

Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2010 Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2010 Bouwsteen studiesucces Sectorrapportage september 2011 2011 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt, Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2015

Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2015 Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2015 Bouwsteen studiesucces Sectorrapportage juli 2016 2016 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt, Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912

Nadere informatie

Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2014

Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2014 Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2014 Bouwsteen studiesucces Sectorrapportage juli 2015 2015 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt, Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912

Nadere informatie

Overzichtsrapport SER Gelderland

Overzichtsrapport SER Gelderland Overzichtsrapport SER Onderwijs: MBO In opdracht van SER September 2008 Drs. J.D. Gardenier L.T. Schudde CAB Martinikerkhof 30 9712 JH Groningen 050-3115113 cab@cabgroningen.nl www.cabgroningen.nl 1 Onderwijs:

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt : een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt Harry Bierings en Robert de Vries Direct nadat zij school hadden verlaten, maar ook nog vier jaar daarna, hebben voortijdig naar verhouding vaak geen baan. Als

Nadere informatie

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n) Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens,

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens, , Toelichting bij geleverde maatwerktabellen 2006/2007 en 2007/2008* Levering: 17 februari 2010 De maatwerktabel over voortijdig schoolverlaters 2006/2007 bevat gegevens over het voortgezet onderwijs (vo)

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014 Fact sheet juni 2015 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is voor het eerst sinds enkele jaren weer gedaald. Van de bijna 140.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

VSV-cijfers. Aanval op schooluitval. RMC regio 13 Achterhoek. Convenantjaar Voorlopige cijfers

VSV-cijfers.  Aanval op schooluitval. RMC regio 13 Achterhoek. Convenantjaar Voorlopige cijfers olle 3,5 ) 54 ( 2,1 ) Twenterand 66 ( 2,3 ) Tubberge 24 ( 1,1 Olst-Wijhe 25 ( 1,6 ) Raalte 82 ( 2,3 ) Hellendoorn 61 ( 2,0 ) Wierden 53 ( 2,4 ) Almelo 207 ( 3,6 ) 1 Deventer 311 ( 4,2 ) Rijssen-Holten

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek. Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl mei 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren

B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren J.W. Veerman N. van Erve M. Poiesz Praktikon BV Postbus 6906 6503 GK Nijmegen tel. 024-3615480 www.praktikon.nl praktikon@acsw.ru.nl 2010 Praktikon

Nadere informatie

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond Onder- en overadvisering in beeld 6/7-8/9 Gemeente Helmond November 9 Mevrouw drs. Marian Calis OCGH Advies Samenvatting Een goede aansluiting tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is in

Nadere informatie

RENDEMENTEN EN DIPLOMA S

RENDEMENTEN EN DIPLOMA S 2. ONDERWIJSOPBRENGSTEN EN DEELNEMERSONTWIKKELING RENDEMENTEN EN DIPLOMA S DIPLOMA S VMBO 2-24 De rendementen vmbo zijn gebaseerd op de opbrengsten oordelen van de onderwijsinspectie. Als een leerling

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno 2006. Grote steden in demografisch perspectief

Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno 2006. Grote steden in demografisch perspectief Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno 2006 Grote steden in demografisch perspectief WPRB Werkverband Periodieke Rapportage Bevolkingsvraagstukken WPRB Ingesteld door de minister van OCW Vinger aan de

Nadere informatie

Kampen 104 ( 2,3% ) Epe 84 ( 3,1% ) Apeldoorn 474 ( 3,8% ) Rozendaal. Westervoort 62 ( 3,8% ) 65 ( 2,6. Lingewaard 87 ( 2,3% ) Ubbergen 24 ( 3,4% )

Kampen 104 ( 2,3% ) Epe 84 ( 3,1% ) Apeldoorn 474 ( 3,8% ) Rozendaal. Westervoort 62 ( 3,8% ) 65 ( 2,6. Lingewaard 87 ( 2,3% ) Ubbergen 24 ( 3,4% ) Steenw 92 ( huizen ( 4,1 ) Noordoostpolder 136 ( 3,1 ) Urk 97 ( 4,1 ) Zwa 6 18 Kampen 104 ( 2,3 ) Lelystad 310 ( 5,3 ) Dronten 138 ( 3,7 ) Oldebroek 61 ( 2,8 ) ) Zeewolde 64 ( 2,9 ) 17 Harderwijk 105 (

Nadere informatie

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013 Factsheet Jongeren buiten beeld 2013 1. Aanleiding en afbakening Het ministerie van SZW heeft CBS gevraagd door het combineren van verschillende databestanden meer inzicht te geven in de omvang en kenmerken

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen

Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen De hoofdlijnen Na een jarenlange daling stabiliseert de totale doorstroom vanuit

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

Gestruikeld voor de start

Gestruikeld voor de start Bijlagen Gestruikeld voor de start De school verlaten zonder startkwalificatie Lex Herweijer Bijlage A... 2 Bijlage bij hoofdstuk 4... 3 Bijlage bij hoofdstuk 5... 4 Sociaal en Cultureel Planbureau Den

Nadere informatie

Minder jongeren zonder startkwalificatie van school

Minder jongeren zonder startkwalificatie van school Minder jongeren zonder startkwalificatie van school 09 Aantal voortijdig schoolverlaters gedaald Lissabondoelstelling om voortijdig schoolverlaten terug te dringen bijna gehaald Meer mannen dan vrouwen

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

Minimaregelingen en schoolloopbanen Onderzoek, Informatie en Statistiek

Minimaregelingen en schoolloopbanen Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] - Minimaregelingen en schoolloopbanen Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: RMA Projectnummer: 17125 Joeke Kuyvenhoven Merel van der Wouden Willem Bosveld Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort 08 Voortijdig schoolverlaters 0c olverlaters verdacht van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort Toelichting bij geleverde everde maatwerktabellen De maatwerktabel bevat gegevens

Nadere informatie

Onderwijskansen. 2.1 Opleidingsniveau ouders

Onderwijskansen. 2.1 Opleidingsniveau ouders de staat van het onderwijs 2 Onderwijskansen Een aantal ontwikkelingen veroorzaakt grotere verschillen tussen leerlingen in kansen voor goed onderwijs. Allereerst is het opleidingsniveau van ouders steeds

Nadere informatie

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen Definitie Voortijdig schoolverlaters zijn leerlingen tot 23 jaar die het (bekostigd) onderwijs verlaten zonder dat zij een

Nadere informatie

Voortijdig Schoolverlaters 2005 Toelichting bij de tabellen

Voortijdig Schoolverlaters 2005 Toelichting bij de tabellen Voortijdig Schoolverlaters 2005 Toelichting bij de tabellen Definitie: Voortijdig schoolverlaters zijn gedefinieerd als leerlingen die het (bekostigd) onderwijs verlaten zonder dat zij een startkwalificatie

Nadere informatie

Aanval op schooluitval

Aanval op schooluitval 28AZ Windesheim Aanval op schooluitval Convenantjaar 2011-2012 Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers 28AZ - Windesheim Dit document bevat gedetailleerde cijferinformatie over Windesheim.

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017 Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze 1 Jeugdwerkloosheid Fact sheet augustus 2014 Er zijn in ruim 15.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren zijn

Nadere informatie

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Scholen in de Randstad sterk gekleurd Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse

Nadere informatie

Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie

Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie DOOR- EN UITSTROOM UIT PRAKTIJKONDERWIJS, VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS EN ENTREE-OPLEIDINGEN (COHORT 2013/14, 2014/15 EN

Nadere informatie

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten Factsheets Voortijdig Schoolverlaten Februari 2007 Inleiding Deze factsheets behoren bij de brief kenmerk BVE/INI/2007/3891 en presenteren een weergave van de nu bekende feiten en getallen over de groep

Nadere informatie

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten Factsheets Voortijdig Schoolverlaten April 2006 Inleiding In deze factsheets wordt een weergave van de nu bekende feiten en getallen over de groep voortijdig schoolverlaters in Nederland gepresenteerd.

Nadere informatie

Opbrengsten van het vmbo in de G4. Resultaten van een inspectieonderzoek naar het rendement van vmbo-scholen in de vier grote steden

Opbrengsten van het vmbo in de G4. Resultaten van een inspectieonderzoek naar het rendement van vmbo-scholen in de vier grote steden Opbrengsten van het vmbo in de G4 Resultaten van een inspectieonderzoek naar het rendement van vmbo-scholen in de vier grote steden Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 Onderzoeksvragen en opzet 7 2.1 Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen Definitie Voortijdig schoolverlaters zijn leerlingen tot 23 jaar die het (door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Nadere informatie

Opbrengsten van het vmbo in de G4. Resultaten van een inspectieonderzoek naar het rendement van vmbo-scholen in de vier grote steden

Opbrengsten van het vmbo in de G4. Resultaten van een inspectieonderzoek naar het rendement van vmbo-scholen in de vier grote steden Opbrengsten van het vmbo in de G4 Resultaten van een inspectieonderzoek naar het rendement van vmbo-scholen in de vier grote steden Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 Onderzoeksvragen en opzet 7 2.1 Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Dordtse jeugd in cijfers

Dordtse jeugd in cijfers Dordtse jeugd in cijfers stand van zaken en ontwikkelingen kerncijfers Hoe staat het met de jeugd in? Hoeveel kinderen groeien op in een bijstandsgezin? Hoeveel jongeren zijn werkloos en welk aandeel heeft

Nadere informatie

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR06062016 contactpersoon Daniël Rijckborst datum 06-06-2016 telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen

Nadere informatie

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond

Nadere informatie

Monitoring Utrechtse School: Tweede meting

Monitoring Utrechtse School: Tweede meting Monitoring Utrechtse School: Tweede meting R. Kennis M. Roelofs T. Eimers E. Keppels 29 augustus 2012 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt, Nijmegen 2012 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt,

Nadere informatie

Aanval op schooluitval

Aanval op schooluitval 28AX Hogeschool Zeeland Aanval op schooluitval Convenantjaar 2011-2012 Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers Dit document bevat gedetailleerde cijferinformatie over Hogeschool Zeeland.

Nadere informatie

1. Teller UZS in RMC Regio Utrecht

1. Teller UZS in RMC Regio Utrecht Voorblad bij Rapportage UzS oktober 2014 t/m 1 okt 2015 RMC Regio Utrecht 1. Teller uitschrijvingen zonder startkwalificatie 2. Leeswijzer 3. Conclusies en aanbevelingen 1. Teller UZS in RMC Regio Utrecht

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaten 0c het voortgezet et onderwijs in

Voortijdig schoolverlaten 0c het voortgezet et onderwijs in e088 Voortijdig schoolverlaten 0c olverlaten vanuit het voortgezet et onderwijs in Nederland en 21 gemeenten naar herkomstgroepering en geslacht Antilianen- Toelichting bij geleverde everde maatwerktabellen

Nadere informatie

Factsheets VSV. November 2005

Factsheets VSV. November 2005 Factsheets VSV November 2005 Reikwijdte en beperkingen van de cijfers In deze factsheets zijn de RMC-registraties en de Enquête beroepsbevolking twee belangrijke bronnen. Beide bieden zicht op de vsv-populatie.

Nadere informatie

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom In het Nederlands onderwijsbestel moeten kinderen op jonge leeftijd belangrijke keuzes maken die de rest van hun loopbaan beïnvloedt. De

Nadere informatie

Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap De Kinderombudsman Visie op het verlengen van de kwalificatieplicht tot 21 jaar 7 september 2015 Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Aanleiding De

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht een notitie van Onderzoek 6 juni 2014 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Toelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s:

Toelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s: Toelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s: - Jeugd en Jeugdhulpverlening - Onderwijs Oktober 2015 Ctrl/BI C. Hogervorst Het beeld dat bij dit thema naar voren komt past bij een grotere

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007 LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,

Nadere informatie

RENDEMENTEN EN DIPLOMA S

RENDEMENTEN EN DIPLOMA S 2. ONDERWIJSOPBRENGSTEN EN DEELNEMERSONTWIKKELING RENDEMENTEN EN DIPLOMA S De rendementen vmbo zijn gebaseerd op de opbrengsten oordelen van de onderwijsinspectie. Als een leerling in leerjaar drie op

Nadere informatie

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR24052017 contactpersoon Daniël Rijckborst telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen e-mail d.rijckborst@avans.nl

Nadere informatie

1 De bevolking van de regio Gelre-IJssel

1 De bevolking van de regio Gelre-IJssel 1 De bevolking van de regio Gelre-IJssel De gezondheid van de bevolking hangt samen met demografische en sociaaleconomische factoren. Zo leven lager opgeleide mannen en vrouwen gemiddeld korter dan hoog

Nadere informatie

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Onderwijs Het aandeel in de bevolking van 15 tot 64 jaar dat het onderwijs reeds heeft verlaten en hun onderwijscarrière

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

Uitval zonder diploma: Aanleiding, Kansen en Toekomstintenties

Uitval zonder diploma: Aanleiding, Kansen en Toekomstintenties ROA Titel Uitval zonder diploma: Aanleiding, Kansen en Toekomstintenties ROA Fact Sheet ROA-F-2018/18 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt ROA Research Centre For Education and the Labour Market

Nadere informatie

Verlangd basisonderwijs in de wijk Overvecht, gemeente Utrecht. Rapportage. Menno Wester

Verlangd basisonderwijs in de wijk Overvecht, gemeente Utrecht. Rapportage. Menno Wester Verlangd basisonderwijs in de wijk Overvecht, gemeente Utrecht Rapportage Menno Wester Maart 2014 Projectnummer: 34001333 Opdrachtgever: Stichting HIO 2014 ITS, Radboud Universiteit Nijmegen Behoudens

Nadere informatie

Doelstelling Percentage en streefcijfers uitval naar onderwijssoort Haaglanden Tussenstand verloop dit schooljaar

Doelstelling Percentage en streefcijfers uitval naar onderwijssoort Haaglanden Tussenstand verloop dit schooljaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters in RMC regio Haaglanden 4 e voortgangsrapportage 2012-2013 teldatum 01 oktober 2013 (versie 2) Doelstelling In het convenant Voortijdig Schoolverlaten 2012-2015 Haaglanden

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 29 juni 2016 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200

Nadere informatie

Zorg & Welzijn Rivierenland --- In-, door- en uitstroom. Erik Keppels m.m.v. Paul den Boer. Nijmegen, 19 januari 2012.

Zorg & Welzijn Rivierenland --- In-, door- en uitstroom. Erik Keppels m.m.v. Paul den Boer. Nijmegen, 19 januari 2012. Zorg & Welzijn Rivierenland --- In-, door- en uitstroom Erik Keppels m.m.v. Paul den Boer Nijmegen, 19 januari 2012 Deelrapportage 2 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt 2012 Kenniscentrum Beroepsonderwijs

Nadere informatie

Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd

Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd Notitie a Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd Juli 2014 Nelet Kuipers, team Onderwijs SQS 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

23JA Grafisch Lyceum Rotterdam

23JA Grafisch Lyceum Rotterdam 23JA Grafisch Lyceum Rotterdam Aanval op schooluitval Convenantjaar 2009-2010 Nieuwe voortijdig schoolverlaters Voorlopige cijfers w w w. a a n v a l o p s c h o o l u i t v a l. n l Convenantjaar 2009-2010

Nadere informatie

Uitleg van de figuren VO 1

Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren - VO In dit document worden de verschillende figuren nader toegelicht die in het NCO rapport Waar blijven uw oud-leerlingen? worden getoond. Voor ieder

Nadere informatie

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers Hebben laaggeschoolden een hoger risico om in armoede te belanden? Ja. Laagopgeleiden hebben het vaak

Nadere informatie

Uitval en studiesucces van Avans studenten vergeleken met de landelijke cijfers in 2017

Uitval en studiesucces van Avans studenten vergeleken met de landelijke cijfers in 2017 Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR21062018 contactpersoon Daniël Rijckborst datum 21-06-2018 telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen

Nadere informatie

Rotterdamse schoolverlaters op achterstand

Rotterdamse schoolverlaters op achterstand Relatief zwakke perspectieven voor lager opgeleiden Rotterdamse schoolverlaters op achterstand Arjen Edzes, Marten Middeldorp en Jouke van Dijk - Rijksuniversiteit Groningen. Schoolverlaters in Rotterdam

Nadere informatie

Conclusie. Over de relatie tussen laaggeletterdheid en armoede. Ingrid Christoffels, Pieter Baay (ecbo) Ineke Bijlsma, Mark Levels (ROA)

Conclusie. Over de relatie tussen laaggeletterdheid en armoede. Ingrid Christoffels, Pieter Baay (ecbo) Ineke Bijlsma, Mark Levels (ROA) Conclusie Over de relatie tussen laaggeletterdheid en armoede Ingrid Christoffels, Pieter Baay (ecbo) Ineke Bijlsma, Mark Levels (ROA) ecbo - De relatie tussen laaggeletterdheid en armoede A 1 conclusie

Nadere informatie

Van mbo en havo naar hbo

Van mbo en havo naar hbo Van mbo en havo naar hbo Dick Takkenberg en Rob Kapel Studenten die naar het hbo gaan, komen vooral van het mbo en de havo. In het algemeen blijven mbo ers die een opleiding in een bepaald vak- of studiegebied

Nadere informatie

Gediplomeerden 2015 SOMA College

Gediplomeerden 2015 SOMA College Gediplomeerden 2015 SOMA College Samenvattende rapportage van de uitkomsten van het onderzoek onder gediplomeerden van het SOMA College Utrecht, september 2016 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven

Nadere informatie

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen Definitie Voortijdig schoolverlaters zijn leerlingen tot 23 jaar die het (reguliere) onderwijs verlaten zonder dat zij een

Nadere informatie

Uitleg van de figuren PO 1

Uitleg van de figuren PO 1 Uitleg van de figuren PO 1 Uitleg van de figuren - PO In dit document worden de verschillende figuren nader toegelicht die in het NCO rapport Waar blijven uw oud-leerlingen? worden getoond. Voor ieder

Nadere informatie

Factsheet voortijdig schoolverlaten Regio Zuid-Holland Noord Schooljaar

Factsheet voortijdig schoolverlaten Regio Zuid-Holland Noord Schooljaar Factsheet voortijdig schoolverlaten Regio Zuid-Holland Noord Schooljaar 2015-2016 INHOUDSOPGAVE Samenvatting van de cijfers... 2 1 Inleiding... 3 2 Ontwikkeling aantal VSV ers... 4 2.1 VSV per onderwijsniveau...

Nadere informatie

Monitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Monitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek Monitor jeugdwerkloosheid over Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid In opdracht van: WPI en OJZ Projectnummer: (( Idske de Jong Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal, Postbus.0, AR Amsterdam

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Nieuw-West

Jeugdwerkloosheid Nieuw-West 1 Jeugdwerkloosheid Factsheet september 2014 Er zijn in ruim 26.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren zijn

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Opdrachtgevers & Netwerkpartners

Opdrachtgevers & Netwerkpartners Opdrachtgevers & Netwerkpartners van Synthese Mate van tevredenheid [Externe versie] Rapportage 2017 Ronald De Meyer Laura Beurskens-Claessens Februari 2018 2 2018 Praktikon Behoudens de in of krachtens

Nadere informatie

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013 Jaarrapport integratie 2013 Willem Huijnk Mérove Gijsberts Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlage bij hoofdstuk 2... 2 Bijlage bij hoofdstuk 3... 8 Bijlage bij hoofdstuk 4... 11 Bijlage bij hoofdstuk 5... 14 Bijlage

Nadere informatie

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Versie 2 Datum 15 oktober 2018 Status Definitief Onze referentie 1427719 Colofon Directie Projectnaam Contactpersoon Kennis/DUO Mobiliteit leraren Ministerie

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2012:

Atlas voor gemeenten 2012: BestuursBestuurs- en Concerndienst Atlas voor gemeenten 2012: de positie van Utrecht notitie van Bestuursinformatie www.onderzoek.utrecht.nl Mei 2012 Colofon uitgave Afdeling Bestuursinformatie Bestuurs-

Nadere informatie

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs, Studenten sector Onderwijs vallen vaker uit... 2 Veel uitval bij 2 e graads hbo... 3 Meer uitval van pabo studenten met mbo-achtergrond... 5 Steeds meer mannen vallen uit bij pabo... 7 Studenten met niet-westerse

Nadere informatie

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave ijs arbeid data zorg onderwijs zekerheid etenschap rg welzijn mobiliteit jn beleids- Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave Verlangd

Nadere informatie

De kenmerken van schoolverlaters en hun arbeidspositie vijf jaar later

De kenmerken van schoolverlaters en hun arbeidspositie vijf jaar later De kenmerken van schoolverlaters en hun arbeidspositie vijf jaar later Presentatie Onderwijs Research Dagen, Heerlen, 26-28 juni 2019 Astrid Pleijers en Marijke Hartgers, Centraal Bureau voor de Statistiek

Nadere informatie