VSV-cijfers. Aanval op schooluitval. RMC regio 13 Achterhoek. Convenantjaar Voorlopige cijfers

Transcriptie

1 olle 3,5 ) 54 ( 2,1 ) Twenterand 66 ( 2,3 ) Tubberge 24 ( 1,1 Olst-Wijhe 25 ( 1,6 ) Raalte 82 ( 2,3 ) Hellendoorn 61 ( 2,0 ) Wierden 53 ( 2,4 ) Almelo 207 ( 3,6 ) 1 Deventer 311 ( 4,2 ) Rijssen-Holten 59 ( 1,6 ) 12 Borne 38 ( 2,0 ) Heng 177 ( 2 t ) Hof van Twente 55 ( 1,9 ) Lochem 68 ( 2,6 ) Haaksbergen 33 ( 1,6 ) mmen 4,2 ) Zutphen 139 ( 3,8 ) Berkelland 103 ( 2,7 ) ) Doesburg 40 ( 4,1 ) Bronckhorst 73 ( 2,2 ) Doetinchem 177 ( 3,9 ) 13 Oost Gelre 89 ( 3,2 ) Winterswijk 71 ( 2,9 ) -cijfers RMC regio 13 Achterhoek Montferland 92 ( 3,1 ) Oude IJsselstreek 106 ( 3,1 ) Aalten 61 ( 2,6 ) jn Aanval op schooluitval Convenantjaar Voorlopige cijfers Venlo 279 ( 3,6 )

2 Convenantjaar Voorlopige cijfers RMC-regio 13 Achterhoek 2 RMC-regio 13: Achterhoek Dit document bevat gedetailleerde cijferinformatie over RMC-regio Achterhoek. De tabellen zijn gebaseerd op de voorlopige cijfers van het schooljaar Deze cijfers zijn tevens gebruikt om in februari 2010 de Tweede Kamer in te lichten middels de cijferbrief. Overzichten van alle RMC-regio s zijn opgenomen in de cijferbijlage bij deze brief. De brief en de bijlage zijn te downloaden op Tabel 1: aantal en percentage nieuwe vsv ers totaal in RMC-regio 13 RMC-regio Achterhoek , ,1-8,4

3 Convenantjaar Voorlopige cijfers RMC-regio 13 Achterhoek Aalten Berkelland Bronckhorst Doesburg Doetinchem Montferland Oost Gelre Oude IJsselstreek Winterswijk Figuur 1: ontwikkeling percentage nieuwe vsv ers Tabel 2: ontwikkeling, aantal en percentage nieuwe vsv ers per gemeente Achterhoek , ,1-8,4 Aalten , ,6-18,7 Berkelland , ,7 15,7 Bronckhorst , ,2 4,3 Doesburg , ,1-14,9 Doetinchem , ,9-5,3 Montferland , ,1-5,2 Oost Gelre , ,2-28,2 Oude IJsselstreek , ,1 8,2 Winterswijk , ,9-28,3

4 Convenantjaar Voorlopige cijfers RMC-regio 13 Achterhoek 4 Onderwijskenmerken Tabel 3: diplomakenmerken nieuwe vsv ers Achterhoek , ,1-8,4 vo zonder vmbo-dipl. in schooljaar vo met vmbo-dipl. in schooljaar , ,0-23, , ,9-41,2 mbo , ,5 0,5 Tabel 4: nieuwe vsv ers in het vo Achterhoek , ,1-27,7 brug , ,7 0,0 lwoo , ,7-54,8 brug , ,3 100,0 lwoo 3-4 bb-lw , ,4-17,9 lwoo 3-4 kb-lw , ,6-60,0 lwoo 3-4 tl-gl , ,3 100,0 vmbo 3-4 bb-lw , ,8-62,7 vmbo 3-4 kb-lw , ,5-36,4 vmbo 3-4 tl-gl , ,3 3,6 havo , ,0 50,0 vwo , ,3-36,4 Tabel 5: nieuwe vsv ers in het mbo Achterhoek , ,5 0,5 bol , ,4-60,5 bol , ,8-2,1 bol , ,4 0,0 bol , ,8 38,9 bbl , ,5-6,3 bbl , ,3 10,5 bbl , ,4 11,4 bbl , ,6-37,5

5 Convenantjaar Voorlopige cijfers RMC-regio 13 Achterhoek 5 Achtergrondkenmerken Tabel 6: nieuwe vsv ers naar geslacht Achterhoek , ,1-8,4 man , ,5-10,7 vrouw , ,6-4,8 Tabel 7: nieuwe vsv ers naar leeftijd Achterhoek , ,1-8,4 13 of lager , ,4-13, , ,7-21, , ,7-44, , ,0-26, , ,0-39, , ,4 33, , ,1 2, , ,9-28, , ,8-7, , ,5-1,9 Tabel 8: nieuwe vsv ers naar etniciteit Achterhoek , ,1-8,4 autochtoon , ,8-4,5 niet-westerse allochtonen , ,1-23,5 westerse allochtonen , ,6-10,6 onbekend , ,3-47,4 generatie allochtoon 1e generatie allochtoon , ,9-9,2 2e generatie allochtoon , ,1 2,3

6 Convenantjaar Voorlopige cijfers RMC-regio 13 Achterhoek 6 Tabel 9: nieuwe vsv ers naar woonachtig in armoedeprobleemcumulatie-gebieden Achterhoek , ,1-8,4 niet woonachtig in APCG , ,0-8,3 woonachtig in APCG , ,3-11,1 Toelichting berekeningswijze Definitie nieuwe vsv er Wanneer een leerling van 12 tot 23 jaar gedurende een schooljaar het onderwijs verlaat zonder startkwalificatie (diploma op havo, vwo of mbo 2, 3 of 4 niveau ), dan wordt deze leerling gerekend tot voortijdig schoolverlater (vsv er). Jaarlijks wordt er op 1 oktober (T) gekeken welke leerlingen het voorgaande jaar (T-1) stonden ingeschreven. Wanneer een leerlingen op 1 oktober (T) niet meer ingeschreven staat en nog niet in het bezit is van een startkwalificatie, dan is dit volgens de definitie een voortijdig schoolverlater. Leerlingen die gedurende het schooljaar uitvallen, maar op 1 oktober ook weer zijn ingeschreven worden niet beschouwd als voortijdig schoolverlater. Landelijke en regionale cijfers In dit deel van de Atlas worden de regionale cijfers weergegeven. Deze zijn uitsluitend gebaseerd op de in- en uitschrijvingen die onderwijsinstellingen aan de IB-groep leveren voor bekostiging. Op landelijk niveau kan een aantal correcties worden toegepast voor een kleine groep jongeren die niet tot de groep vsv ers behoort. Het gaat hier om leerlingen op het voortgezet speciaal onderwijs (VSO), examenleerlingen en overige leerlingen die niet voor bekostiging zijn aangemeld. Deze correcties zijn niet van toepassing op de cijfers op regionaal, gemeentelijk en onderwijsinstellingniveau. Het ontbreken van de examendeelnemers, de overige niet-bekostigde deelnemers en de vavo deelnemers verlaagt het aantal nieuwe vsv ers, omdat deze deelnemers aan het begin van het schooljaar niet worden meegeteld en daardoor ook geen nieuwe voortijdig schoolverlaters kunnen worden. Aan de andere kant worden de deelnemers die, zonder een startkwalificatie, doorstromen als examendeelnemer, als overige niet-bekostigde deelnemer of als deelnemer aan het vso of praktijkonderwijs geteld als nieuwe vsv er. Dit geeft een verhogend effect op het aantal vsv ers. Het verhogende effect is groter dan het verlagende effect, zodat per saldo op regio-, gemeente- en instellingsniveau meer nieuwe vsv ers worden geteld dan op landelijk niveau. Specifieke groepen De vsv-telling op basis van Bron kan in meer of mindere mate afwijken van het aantal vsv ers op basis van eigen administratie. Een kleine groep jongeren wordt meegeteld als vsv er terwijl deze jongeren wél een opleiding volgen die (rechtstreeks) opleidt tot een startkwalificatie. Het gaat bijvoorbeeld om leerlingen die nu zonder startkwalificatie overstappen naar het particulier onderwijs (bijvoorbeeld Luzac of Schoevers), naar een opleiding in het buitenland of naar speciaal onderwijs. Deze leerlingen worden in de berekening als vsv er geteld, doordat deze instellingen (nog) niet zijn aangesloten op Bron. Ook jongeren die een diploma mbo-1 én een betaalde baan hebben, worden noodgedwongen als vsv er meegerekend. Zij zijn volgens de Wet educatie en beroepsonderwijs geen vsv er, maar worden wel in het vsv-cijfer meegeteld. Dit, omdat in Bron geen arbeidsmarktgegevens zijn opgenomen en niet is te zien welke vsv er een betaalde baan heeft. Op dit moment lopen er verschillende onderzoeken om de omvang van deze specifieke groepen in beeld te krijgen. Uiteindelijk kan deze informatie op landelijk niveau leiden tot een beperkte bijtelling van de vsv-cijfers. Echter, aangezien deze situatie op regionaal niveau al aanwezg was in de nul-meting, heeft dit voor de berekening van de prestatiebonus geen gevolgen. Belangrijk is op te merken dat diverse factoren van invloed kunnen zijn op het aantal vsv ers. Zo zijn er verschillende sociaaleconomische kenmerken op regioniveau die van invloed zijn op het vsv-risico van de onderwijspopulatie. Dit zijn factoren als het aandeel huishoudens met uitkeringen, lage inkomens en niet-westerse allochtonen in de regio. Ook het onderwijsniveau speelt een rol. Bij onderwijsinstellingen die verhoudingsgewijs meer leerlingen in niveau 1 en 2 hebben dan andere instellingen is het risico om uit te vallen hoger.

7 Deze brochure is een uitgave van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Productie: Projectdirectie Voortijdig Schoolverlaten Ontwerp: Balyon, Bron: DUO, Uitgave: maart 2010 Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.