PRESTATIE MOTIVATIE VMBO PERSOONLIJKE RAPPORTAGE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PRESTATIE MOTIVATIE VMBO PERSOONLIJKE RAPPORTAGE"

Transcriptie

1 PMT Results 1 10/27/2015 PRESTATIE MOTIVATIE VMBO PERSOONLIJKE RAPPORTAGE

2 PMT Results 2 10/27/2015 Gegevens deelnemer Algemeen School Schooltype VMBO Rotterdam VMBO TL Klassecode 281 Naam John Verbruggen Afnamedatum 7 maart :46:00

3 PMT Results 3 10/27/2015 PRESTATIEMOTIVATIE TEST - A Schaal Stanine Kwalificatie Prestatiemotief 3 laag Actieve Faalangst 5 gemiddeld Passieve Faalangst 3 laag Sociale Wenselijkheid 3 laag Typologie De gemiddelde De optimaal gemotiveerde de pragmatische matige PrestatieMotivatie matige Faalangst drijfveer? zoekend? Hecht naast de school ook aan nevenactivteiten veel waarde, plant weinig, niet hoog faalangstig, raakt niet gauw diep in de put van een slechte prestatie, gematigde reacties bij tegenvallers, kent geen hoge pieken en diepe dalen. hoge PrestatieMotivatie lage Faalangst uitdaging succes-oriëntatie - willen excelleren - leiding geven - competition seekers Zelfverzekerd en bereid risico's te nemen, niet bang om fouten te maken, doorzetter, verleggen ven grenzen, een slechte prestatie motiveert juist om het de volgende keer beter te doen, hecht veel waarde aan de studie, kunnen goed plannen, moeilijk werk en examens vormen uitdagingen, stellen zich uitdagende maar realistische doelen, optimistisch. matige PrestatieMotivatie lage Faalangst beroepsgericht Weinig interesse in de gevolgde studie, stelt zich niet zo vaak uitdagende doelen in het leven, behalen van optimale competentie staat niet hoog op het verlanglijstje, kiest vaak de makkelijkste weg, met zo min mogelijk inspanning de studie afronden, lage faalangst, zelfverzekerde, praktische levensgenieter, meer gericht op persoonlijke interesses en praktische zaken. De actief faalangstige de perfectionist de passief faalangstige redelijke PrestatieMotivatie hoge Faalangst overdrive zeer hoge PrestatieMotivatie hoge Faalangst overdrive lage PrestatieMotivatie hoge Faalangst vermijdt mislukking Werkt in overdrive om succes te boeken, werkt extreem hard aangestuurd door negatieve emoties, vermijdt falen door streven naar succes. De combinatie faalangst-prestatiemotivatie heeft geen negatieve invloed op de schoolresultaten. Dit kan verkeerd uitpakken, nog harder werken reduceert de angst niet, durft geen tijd voor ontspanning te nemen, vaak moeten anderen het ontgelden als het tegenzit. Perfectionisme dient men niet te verwarren met het streven naar uitmuntendheid (excellence), perfectionisten stellen zich onrealistische en onbereikbare doelen, perfectionisme is een negatieve drijfveer, aangestuurd door faalangst. Perfectionisme is een intense competitie met zichzelf. Men legt zichzelf een prestatie op, gevolgd door een eigen beoordeling,en is daar erg bang voor. Hoge niveaus van boosheid naar zichzelf en anderen toe als het tegenzit. Gemotiveerd door hun angst om te falen, onderpresteerders in stressvolle situaties, piekeren over de gevolgen van falen, bang voor uitdaging en competitie, kiest bij voorkeur makkelijke taken, lage perceptie van competentie. Onderprestatie is in nogal wat gevallen echter niet zozeer het gevolg van faalangst maar van een slechte voorbereiding op taken. De tegenvallende schoolresultaten heeft in dit geval veel meer te maken met het gebrek aan inspanning dan met angst. Vlak voor een proefwerk schakelen sommigen over naar een actievere strategie maar dan is het meestal te laat. de apathische zeer lage PrestatieMotivatie lage Faalangst aanvaardt mislukking Studeren staat onderaan het activiteitenlijstje, het eindresultaat interesseert hem niet zoveel, bij een goede prestatie geniet hij er niet veel van, bij tegenvallers is hij niet kwaad of ongelukkig. En als eens een planning wordt opgemaakt, wordt daar weer snel van afgeweken want andere actviteiten hebben voorrang. Bij extreme vormen nergens in geinteresseerd, gebrek aan enige motivatie, verwacht falen ongeacht de persoonlijke inzet en vervalt in onverschilligheid of apathie.

4 PMT Results 4 10/27/2015 De waardering van de taak (motieven tot aantrekking of vermijding) en de inschatting van de kansen op succes of mislukking leidt tot: óf een optimale prestatiemotivatie (hoge prestatiemotivatie/ lage faalangst) óf een actief faalangstige motivatie (hoge prestatiemotivatie/ hoge faalangst) óf passief faalangstige motivatie (lage prestatiemotivatie/ hoge faalangst) óf apathische motivatie (lage prestatiemotivatie/ lage faalangst). Bij faalangstigen is het inmiddels gebruikelijk te spreken van perfectionisten of actieve vermijders tegenover uitstellers, opgevers of passieve vermijders. Perfectionisten leren juist heel veel, zeer nauwgezet en uit het hoofd. Hun studeertechnieken zijn inefficiënt. En als er iets misgaat raken ze in paniek. Uitstellers en vermijders verminderen hun spanning door niet mee te doen. Ze houden zich met allerlei belangrijke andere dingen bezig. En beschermen zich tegen zelfwaardeverlies bij een mindere prestatie. Deze laatste vorm van faalangst kan in meerdere of mindere mate voorkomen en is altijd lastig en onvoordelig.

5 PMT Results 5 10/27/2015 De schalen van de PMT - A Prestatiemotief wordt gedefinieerd als de tendens om te presteren, zowel in de ogen van anderen als van zichzelf. Een relatief stabiele persoonlijkheidseigenschap die in specifieke situaties leidt tot presteren. Actieve faalangst is een dispositie die actueel wordt in die situaties die relatief ongestructureerd zijn (weinig overzicht, complex, nieuw en onbekend) en die op enigerlei wijze een voor de persoon belangrijk karakter hebben. In dergelijke ongestructureerde en stressvolle taaksituaties kan actieve faalangst iemand in een optimale spanningstoestand brengen, waardoor deze beter zal gaan functioneren dan onder normale omstandigheden het geval is. Passieve faalangst, de angst om te falen, daarentegen heeft meestal nadelige gevolgen op de prestaties in ongestructureerde en stressvolle taaksituaties. Sociale wenselijkheid. Sociale wenselijkheid wordt tot slot gedefinieerd als de neiging om zich in het algemeen naar anderen toe goed voor te doen. Ook wordt sociale wenselijkheid gezien als een uiting van het zoeken naar sociale waardering Situatiespecifiek Prestatiemotief: Stanine: 3 Kwalificatie: laag De leerling beoordeelt van zichzelf de bereidheid zich in te zetten, te presteren op school en in de studie. Bij lagere score: wil zich niet (meer) inzetten voor school. De vermijdingstendens komt voor bij leerlingen met een lage P score. Bij hogere score: wil zich juist erg inzetten voor school. Uit onderzoeken naar leerkrachtbeoordelingen blijkt dat leerlingen met een hoge P-score door hun leraren vaker werden gezien als een voorbeeldige leerling en als introvert. Leerlingen met een lage P score werden vaker beoordeeld als lastig en als extravert. Leerlingen met een hoge P score worden als meer oplettend, meer persoonlijk verantwoordelijk en meer volhardend beoordeeld dan leerlingen met een lage P score. Passieve faalangst: Stanine: 3 Kwalificatie: laag Zodanige spanningsgevoeligheid dat in stress-situaties (bijv. proefwerk) beneden het werkelijke kunnen wordt gepresteerd. Hoe hoger de score hoe banger het is om het fout te doen. Hoe lager de score hoe minder een leerling daar last van heeft. Angst kan in twee componenten worden onderverdeeld: angst en vermijding. Correlationele analyses wijzen uit dat leerlingen met een hoge passieve faalangstscore wel angstig blijken te zijn, maar niet meer vermijding te vertonen dan leerlingen met een lage F- score. Over het algemeen zijn de correlaties tussen de PMT-A schalen en intelligentietests laag. Correlaties tussen P en intelligentietests zijn vrijwel altijd positief. Correlaties met de F- schaal zijn meestal negatief en voor de F+ schaal positief. Te ververwachten is dat leerlingen met een hoge F- score op een intelligentietest tot minder goede prestaties komen vanwege het gecompliceerde en mogelijk stressvolle karakter van de opdrachten. Actieve faalangst: Stanine: 5 Kwalificatie: gemiddeld In het geval van actieve faalangst is er sprake van spanning die de alertheid verhoogt en daardoor tot betere prestaties leidt dan in het geval deze spanning niet aanwezig zou zijn. Hoe hoger de score hoe meer druk de leerling nodig heeft om te kunnen presteren. Leerlingen met een hoge actieve faalangst-score ervaren weinig angst en vertonen minder vermijdingsgedrag. Er is een vrij consistente relatie is tussen actieve faalangst en het concept eigen bekwaamheid: leerlingen met een hoge F+ score ervaren zichzelf als meer bekwaam in taaksituaties dan leerlingen met een lage F+ score. F+ correleert hoog met impulsiviteit: het niet verdragen van uitstel. Sociale wenselijkheid: Stanine: 3 Kwalificatie: laag De mate waarin de leerling de neiging heeft sociaal wenselijke antwoorden te geven (dat wat hij/zij denkt dat men wil horen). Hoe hoger de score hoe meer het kind het een ander naar de zin wil maken (zelfdefensief). Bij lage score gaat het graag zijn/haar eigen gang (zelf-kritisch).

6 PMT Results 6 10/27/2015 Kenmerken van taaksituaties Het effect van faalangst op de prestaties De structuur van de taaksituatie en de moeilijkheidsgraad van de taak zijn determinerend voor het effect van faalangst op prestaties. Hoog passief faalangstigen presteren beter in taaksituaties die relatief in hoge mate gestructureerd zijn en een relatief lage moeilijkheidsgraad hebben. Deze leerlingen functioneren het beste bij gemakkelijke taken (of taken die op een gemakkelijke manier worden gepresenteerd door bijv. bepaalde leerstof in kleine eenheden of overzichtelijk aan te bieden) in gestructureerde situaties waarbij de onzekerheid of onduidelijkheid tot een minimum gereduceerd worden. Hoog actief faalangstigen presteren beter in taaksituaties die relatief ongestructureerd zijn en een relatief hoge moeilijkheidsgraad hebben. Deze leerlingen mogen de taak op moeilijker wjze gepresenteerd krijgen. Deze leerlingen functioneren het beste bij moeilijkere taken in een relatief ongestructureerde omgeving. Het effect van prestatiemotivatie op de prestaties Taaksituaties die een standaard van excellence (absoluut of relatief, zoals de vergelijking met vroegere prestaties) impliceren en die de gelegenheid tot taakzelfstandigheid (persoonlijke inzet) bieden, geven de hoogste correlaties met prestatiemotivatie. Als de intrinsieke aspecten in de taaksituatie domineren, komen hoog gemotiveerden tot betere prestaties dan laag gemotiveerden. De verschillen in prestaties tussen hoog en laag gemotiveerden kunnen gereduceerd worden door extrinsieke kenmerken, waarbij de prestaties van laag gemotiveerden stijgen. De standaard als evaluerend criterium kan tussen indviduen verschillen. Eenzelfde verrichting kan door de een als mislukking worden ervaren en door de ander als succes. Extrinsieke reinforcements Laag gemotiveerden worden gestimuleerd door extrinsieke reinfocements (sociale pressie, materiele of sociale beloningen, leefsituatie, verbale of nonverbale waardering). De intrinsieke sitiatiekenmerken werken niet bij laag gemotiveerden omdat het prestatiemotief in te geringe mate aanwezig is. De extrinsieke kenmerken werken wel omdat ze aan andere motieven appeleren. Onder de aanname dat een dergelijk ander motief (bijvoorbeeld affiliatiemotief) aanwezig is, kan bij een laaggemotiveerde leerling ingespeeld worden op bijvoorbeeld diens gevoeligheid voor sociaal contact door extra aandacht te geven aan de begeleiding van de deze leerling bij diens studeergedrag. De beloning voor de leerling bij een goede prestatie is echter niet zozeer de voldoening over de prestatie als zodanig, maar primair gelegen in de affiliatiesfeer. Wel is denkbaar dat een leerling die aanvankelijk tot presteren komt door extrinsieke reinforcements als uitvloeisel daarvan gevoelig wordt voor intrinsieke presteren vanuit het prestatiemotief. De ervaring van het presteren heeft een moitverende werking. intrinsieke situatieaspecten voor het prestatiemotief T+ taakzelfstandigheid is relevant T- taakzelfstandigheid is niet relevant U+ standaard van excellence is relevant U- standaard van excellence is niet relevant extrinsieke kenmerken E+ extrinsieke reinforcements zijn relevant E- extrinsieke reinforcements zijn niet relevant intrinsieke situatieaspecten voor de faalangstvariabelen S+ relatief hoge mate van structuur is relevant S- relatief hoge mate van structuur is niet relevant M+ relatief hoge moeilijkheidsgraad is relevant M- relatief hoge moeilijkheidsgraad is niet relevant

7 PMT Results 7 10/27/2015 Kenmerken van taaksituaties voor passief faalangstige leerlingen - optimaal presteren P hoog T+ U+ E- S+ M lage passieve faalangst hoge passieve faalangst P laag T- U- E+ S+ M- Kenmerken van taaksituaties voor actief faalangstige leerlingen - optimaal presteren P hoog T+ U+ E- S- M lage actieve faalangst hoge actieve faalangst P laag T- U- E+ S- M+

8 PMT Results 8 10/27/2015 Resultaten van de PMT - A De PMT-A maakt bij het interpreteren van de resultaten gebruik van stanines. De stanines lopen op van één tot en met negen. Scoor je een stanine van één tot en met drie dan betekent dit dat je onder het gemiddelde scoort van de vooraf vastgestelde normgroep. Een stanine van vier tot en met zes betekent dat je gemiddeld scoort ten opzichte van de normgroep. Scoor je een stanine van zeven tot en met negen dan betekent dit dat je bovengemiddeld of hoog scoort ten opzichte van de normgroep. De stanines van de PMT-A zijn normaal verdeeld. Deze normaal verdeling is als volgt: Stanine Frequentie % Kwalificatie Stanine 1 Stanine 2 Stanine 3 Stanine 4 Stanine 5 Stanine 6 Stanine 7 Stanine 8 Stanine 9 4% 7% 12% 17% 20% 17% 12% 7% 4% zeer laag laag tamelijk laag laaggemiddeld gemiddeld hooggemiddeld tamelijk hoog hoog zeer hoog Mocht je bijvoorbeeld op de negatieve faalangstschaal een twee scoren dan betekent dit dat 7% van de vooraf geselecteerde normgroep hetzelfde heeft gescoord op deze schaal. 4% van de normgroep heeft lager dan jou gescoord en 89% van de normgroep heeft een hogere faalangstscore behaald op de dominantieschaal. Een stanine score van twee op de negatieve faalangstschaal betekent dat je niet passief faalangstig bent. De Prestatie Motivatie Test voor (Pre-)Adolescenten (PMTA) geeft een indruk van de prestatiemotivatie (P) die kinderen hebben ten aanzien van schoolse taken. Daarnaast meet de test of en in welke mate een leerling passief faalangstig (F-) of actief faalangstig (F+) is. Een score van 7, 8 of 9 op de P-schaal betekent dat de leerling (zeer) gemotiveerd is voor schoolse taken. Een lage score van 1, 2 of 3 geeft aan dat de leerling een (zeer) zwakke motivatie heeft voor het leveren van schoolprestaties. Een score van 7, 8 of 9 op de F- schaal betekent dat de leerling bij het leveren van schoolprestaties belemmerd wordt door faalangst. Een score van 7, 8 of 9 op de F+ schaal geeft daarentegen aan dat een leerling extra druk nodig heeft om tot prestaties te komen. Een hoge score op de Sociale Wenselijkheidsschaal schaal betekent dat de leerling zijn antwoorden afstemt op wat zijn omgeving wenst in plaats van zijn eigen mening weer te geven. De scores dienen dan met nog meer voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden.

9 PMT Results 9 10/27/2015 Motivatie en Faalangst Prestatiesituaties en uitdagingen vermijden Sommige leerlingen zijn vooral gemotiveerd vanuit de vrees voor een mislukking. Vanuit een onrealistisch laag concept van de eigen begaafdheid, vermijden ze zoveel mogelijk prestatiesituaties. Als dit niet mogelijk blijkt, hebben ze een voorkeur voor zeer gemakkelijke of zeer moeilijke taken (onrealistisch aspiratieniveau). Dergelijke taken betekenen geen echte uitdaging. Een eventuele mislukking wordt vooral toegeschreven aan het eigen gebrek aan begaafdheid en een eventueel succes eerder aan externe factoren zoals o.m. de gemakkelijkheid van de taak of het toeval. In klassikaal onderwijs blijkt er veelal een negatieve samenhang te bestaan tussen de negatieve faalangst en het prestatieniveau (hoe hoger de negatieve faalangst, des te lager het prestatieniveau). Adaptief onderwijs moet erop gericht zijn die samenhang te reduceren. Uit onderzoek blijkt, dat vooral negatief faalangstige leerlingen beter gaan presteren als de leraar zeer duidelijk aangeeft wat van de leerlingen verwacht wordt, als hij het onderwijs sterk gestructureerd laat verlopen, enz. Studiemotivatie Ouders en onderwijsgevenden verwachten dat scholieren en studenten zich inzetten voor de taken die op school aangeboden worden. Leraren verwachten dat de doelen die ze zelf vooropstellen worden overgenomen door de scholieren en studenten. Het is evenwel niet uitgesloten dat jongeren slechts gedeeltelijk die doelen overnemen en voor zichzelf nog andere doelen hebben die niet of minder met het onderwijs te maken hebben. De redenen waarom men zich inzet voor schooltaken kunnen zeer divers zijn: men wil kennis opdoen; men wil veel weten over een bepaald vak; men wil slagen voor het examen; men wil zijn ouders plezieren; men wil een lange vakantiereis maken; enz. Maar ook buiten de school zijn er allerlei interessante mogelijkheden die in competitie komen met de schooltaken (hobby's, sport, ontspanning, enz.). Het ligt voor de hand dat men als jongere probeert een balans te vinden tussen schooltaken en andere interessante activiteiten buiten de school. Dit zoeken naar een evenwicht moet men bijgevolg niet altijd omschrijven als demotivatie. Er is niet alleen de competitie met activiteiten buiten de school. Het is ook mogelijk dat scholieren en studenten van mening zijn dat schools leren en presteren niet (meer) leidt tot positief gewaardeerde gevolgen, maar eerder tot negatieve, door de leerling ongewenste gevolgen (mislukking, tijdverlies, stress, minderwaardigheidsgevoelens, enz.). Studiemotivatie en motiveren van lerenden zijn derhalve complexe aangelegenheden. Cognitieve ontwikkeling en sociaal-affectieve behoeften De school, leraren en ouders verwachten dat leerlingen op school leren, het geleerde instuderen en nu en dan bewijzen dat ze het geleerde in verschillende situaties kunnen gebruiken. Men verwacht juiste antwoorden op vragen gesteld tijdens de les en goede prestaties op toetsen en examens. Voor veel leerkrachten is het bevorderen van de cognitieve ontwikkeling dé belangrijkste doelstelling van het onderwijs. Maar voor sommige leerlingen vormt de school en de klas(-groep) een situatie waarin ze met leeftijdgenoten samenleven als gelijken. In een dergelijke situatie komen ook de sociaal-affectieve behoeften aan bod. Leerlingen kunnen dus naar school komen met bedoelingen die verschillend zijn van deze die leraren hebben. Op deze wijze ontstaat dus een competitie met de verwachtingen van de leraar. Vandaar dat men vaak hoort dat leerlingen graag naar school gaan, "omdat de pauzes zo leuk zijn" en "omdat ze een gezellige klas" hebben. Een aantal ongewenste gedragingen - althans vanuit het standpunt van de leerkrachten - moet dus niet altijd beschouwd worden als uitingen van demotivatie, maar als het resultaat van een wedijver tussen verschillende interesses. De leerling weegt m.a.w. af hoeveel tijd en energie hij/zij zal besteden aan zijn/haar uiteenlopende interesses. Leerlingen zullen dus verschillend omgaan met de verwachtingen van de school en met de taken die worden aangeboden. Bereidheid om gebruik te maken van de leermogelijkheden op school wordt o.a. bepaald door de subjectieve inschatting van het belang van het aanbod, maar ook door vroegere ervaringen. "Ik ga mij hiervoor inzetten, omdat ik gehoord heb dat dit belangrijk kan zijn voor volgend schooljaar". En "vorig jaar kon ik dit soort van oefeningen goed oplossen". Het aanbod in de klas wordt dus beoordeeld en dit beoordelingsproces wordt op zijn beurt beïnvloed door ervaringen, persoonlijke doelen en interesses en door bepaalde opvattingen over wat tegenwoordig belangrijk is. Motivatie is dus niet een soort statisch gegeven dat er is of niet is, of in een bepaalde mate aanwezig is. Het is realistischer om het al dan niet gemotiveerd zijn (of in een bepaalde mate gemotiveerd zijn) te beschouwen als een proces waarin het belang van de school en van de daarbij horende verwachtingen en taken worden afgewogen in een dynamisch proces. Het is een dynamisch proces omdat allerlei positieve of negatieve ervaringen (in de school, maar ook er buiten) en de verwachtingen vanwege leerkrachten (en ouders) en het belang van bepaalde schooltaken wisselend worden beoordeeld. Motivatie is dus niet een vast gegeven, maar kan veranderen.

10 PMT Results 10 10/27/2015 Faalangst Een beetje faalangst heeft een mens zelfs nodig. Wanneer de spanning die hierbij ontstaat gericht wordt op de taak zelf, is er sprake van gerichte spanning. Het resultaat zal door de verhoogde spanning, de positief, licht opgewonden staat ("flow") zelfs beter zijn. Het wordt een probleem als je met de spanning niet meer kan omgaan en faalangst de prestaties gaan belemmeren. Onderzoek wijst steeds weer uit dat ongeveer 10 % van alle jongeren tussen 12 en 14 jaar last hebben van faalangst. Vlaams onderzoek noemt bij kinderen van 10/11 jaar een percentage van 8%. Onderzoek van KPC Groep van 1996 wijst uit dat maar liefst 24% van alle eindexamenleerlingen in Nederland last hebben van examenvrees, een speciale vorm van faalangst. Het is een levenskunst om prestaties te leveren zonder dat de opgeroepen spanning je leven zo onder druk zet. De meeste leerlingen die aan een faalangstreductietraining meedoen zijn geen echte probleemgevallen, maar hebben een steuntje in de rug nodig. Slechts bij hoge uitzondering zijn er leerlingen met een ernstige vorm van faalangst, die doorverwezen moeten worden naar professionele hulpverlening. Faalangst is een situatie-gebonden angst. Daartegenover staat angst die vast bij een persoon hoort of is gaan horen. Deze angst als persoonlijkheidstrek of levenstrek doet zich in allerlei situaties voor, en gedurende meerdere jaren. Zo op het eerste gezicht lijkt dat soms op faalangst, maar het is veel ernstiger. De faalangstige leerling wil mislukken vermijden. Niet zozeer om de mislukking zelf maar vooral om de gevolgen ervan. Kleinere kinderen zijn bevreesd om de affectie van de ouders te verliezen. Bij oudere kinderen groeit de angst om niet aan de verwachtingen van de de ouders te kunnen voldoen, hen verdriet aan te doen of een leerkracht die ze graag mogen te ontgoochelen. Geleidelijk kunnen ook het oordeel van de medeleerlingen, de plaats in de groep en vooral de zelfwaarde belangrijke bronnen van angst worden. Ten slotte is er de angst om de angst. ("de examens zijn in aantocht", "ik weet dat ik weer echt zal afzien"), ze zijn bang voor de lichamelijke symptomen, de stress, de buikpijn, de slapeloosheid, de herexamens. Hoog faalangstigen hebben een erg twijfelachtig besef van zelfwaarde. Presteren, succes scoren, mislukkingen vermijden zijn continue pogingen om te ontkennen dat ze zichzelf maar niks vinden. Faalangst is een gevoel. Leerlingen zijn bang dat ze door een slechte prestatie de waardering van hun ouders, klasgenoten en leerkrachten verliezen, of het geloof in eigen kunnen. Faalangstigen zijn slechte voorspellers: ze geloven dat de kans op mislukken erg groot is. Onze sterk prestatiegerichte maatschappij werkt faalangst in de hand. Scholen staan onder druk om succesvolle leerlingen af te leveren. Dat veroorzaakt veel nutteloze stress zoals faalangst. Iedereen is bang om bij een belangrijke taak te falen. Faalangst stimuleert de ene leerling tot beter presteren, maar werkt bij de andere verlammend. Wie last heeft van hogere passieve faalangst presteert onder zijn mogelijkheden. Bij elke taak is hij al bij voorbaat bang die niet tot een goed einde te kunnen brengen. Faalangst ontstaat onder twee voorwaarden. Enerzijds gelooft de leerling dat als hij mislukt een aantal belangrijke waarden worden bedreigd: 1. De leerling is bang een gevoel van zelfwaarde te verliezen. ("Ik kan toch niks") 2. Hij vreest een negatieve waardering door zijn leerkracht, ouders of klasgenoten. ("Dommerd!") 3. Hij is ook bang de geborgenheid en persoonlijke relaties met ouders of leerkrachtte verliezen. ("Dat had ik niet verwacht van jou") 4. Zijn eigen ambities voor studie en beroep komen in het gedrang. ("Ik wil wiskunde blijven volgen, maar als ik dit jaar misluk kan dat niet meer"). Anderzijds schat de leerling - vaak ten onrechte -zijn kansen op succes laag in. Prestatiemotivatie, een tendens om te presteren in de vorm van streven naar succes, en faalangst, in de vorm van vermijden van mislukking, is bij iedereen aanwezig. Prestatiemotivatie is de mate waarin iemand gedrag toont dat erop gericht is prestaties te leveren en sucessen te boeken. Elementen van prestatiemotivatie zijn het streven naar competentie in het eigen werk, hard werken en waardering hebben voor hard werken. Inzet en volharding zijn van belang, evenals het stellen van persoonlijke doelen en het gericht willen verwezenlijken van deze concrete doelen. Deze relatief stabiele "persoonlijkheidstrekken" correleren weinig of niet met elkaar. Dit wil zeggen dat elke intensiteit van prestatiemotivatie kan samen voorkomen met elke intensiteit van faalangst. De sterkte van iemands prestatiebehoefte laat niet toe iets te zeggen over diens faalangst. Het gaat over 'relatief' stabiele "persoonlijkheidskenmerken" omdat gebleken is dat de intensiteit van de prestatiebehoefte kan verhoogd worden en die van faalangst verlaagd door specifieke training. Prestatiemotivatie verwijst naar de taakspanning waarmee een iemand een uitdaging aanpakt. Hoe taakgericht werkt hij/zij? Daarnaast geven de scores op actieve en passieve faalangst een beeld van de manier waarop een persoon met een uitdaging, met stress omgaat.

11 PMT Results 11 10/27/2015 Actieve en Passieve Faalangst Vroeger werd er onderscheiden tussen positieve en negatieve faalangst. Een positief faalangstige leerling zou door de angst om te mislukken verhoudingsgewijs tot juist goede resultaten komen. Vraag echter niet ten koste van hoeveel inspanning. En, ondanks mooie resultaten toch niet zo'n positief verschijnsel. Negatieve faalangst was gereserveerd voor leerlingen die door angstgevoelens juist onder hun niveau presteren. Maar, in beide gevallen is het van belang een normatief etiket als positief of negatief te vermijden. De theorie van de negatief en positief faalangstigen is achterhaald. Er is gewoon faalangst. Faalangst is wel een interactie tussen de leerling en de gebeurtenissen in zijn omgeving. Faalangstigen kunnen daarop actief of passief reageren (actief en passief faalangstig). Ze kunnen meer of minder lijden onder faalangst (hoge en lage faalangst). Degenen met een lage faalangst beleven de druk van een uitdaging als een aansporing tot grotere inzet en concentratie. Hoge faalangst (of angst voor schaamte, afwijzing of andere verwachte sociale gevolgen van angst) is destructief voor de prestatiemotivatie. Veelal reageert men door vermijdingsgedrag of als dit niet mogelijk is wordt het zelfbeeld beschermd door een zeer laag aspiratieniveau, waaraan makkelijk te voldoen valt dan wel een zeer hoog onhaalbaar aspiratieniveau. In een schoolsetting zijn deze personen veelal onderpresteerders. passieve faalangst Passieve faalangst ontstaat als de kinderen het idee hebben dat hun inspanning nergens toe leidt. Hoe meer je je inspant, hoe groter de teleurstelling. Bovendien wil niemand zichzelf dom vinden: liever lui dan dom... Omdat inspanning toch alleen maar leidt tot teleurstelling, besteden ze hun tijd 'beter': ze vervallen tot dagdromen, spijbelen of opstandig gedrag. Hun studiemethode is slordig en oppervlakkig en ze besteden weinig aandacht aan hun huiswerk. Deze leerlingen reageren reageren passief en stellen het studeren alsmaar uit, hebben een gebrekkige concentratie, vluchten in andere activiteiten, waardoor hun slaagkansen verminderen en zo worden ze steeds meer gespannen en angstiger. Gedurende de examens leveren ze overdreven inspanningen en twijfelen voortdurend aan zichzelf. Met als gevolg een ondermaatse prestatie. Degenen met hoge faalangst beoordelen zichzelf en hun prestaties veeleer negatief, ongeacht hun capaciteiten en de voorbereiding op een taak. Dat zijn de pessimisten. Daarom zijn ze gevoelig voor prestatiedruk van welke aard ook: tijdsdruk, strenge instructies, negatieve opmerkingen, de aanwezigheid van observators of nadelige vergelijkingen met medeleerlingen. Ze proberen de onaangename angsttoestand te verminderen of te laten verdwijnen. Maar dit gaat vaak gepaard met minder efficiënt gedrag. Zich concentreren gaat niet goed meer omdat ze de mislukking al voorspellen. Ze denken al aan de gevolgen ervan. Intussen ervaren ze hun eigen lichamelijke spanning: hartkloppingen, zweten, gestoorde ademhaling In de omgeving zoeken ze een geruststelling zoals een aanmoediging van de leraar, een instemmend knikken of de waarneming dat medeleerlingen het ook niet kunnen. Soms vluchten de leerlingen met faalangst mentaal of fysiek weg van de studietaak en -evaluatie. Ze zijn weinig gemotiveerd om te presteren. Ze dromen weg of ze studeren zo weinig mogelijk. Ze keren zich van de taak af of ze gaan zelfs niet naar het examen. We kunnen ze passief faalangstige leerlingen noemen. De schoolresultaten vallen tegen maar dat heeft in dit geval veel meer te maken met het gebrek aan inspanning dan met angst. Vlak voor de examenperiode schakelen sommigen over naar een actievere strategie maar dan is het meestal te laat. Een uitstelgedrag (plannen uitstellen, beloftes doen, niet nakomen van beloften) is problematisch als het zich steeds herhaalt en zo chronisch wordt. Een uitsteller weet wat hij wil, wil dit ook doen, probeert dit te doen, doet dit niet of slaagt er niet in het te doen. De boodschap hier is ACTIEF aan de slechte gewoonte willen werken en jezelf niet bedriegen en geen uitvluchten verzinnen. Deze kinderen vermijden hun angst door de confrontatie met de situatie uit de weg te gaan. Ze gaan er bij voorbaat al vanuit dat, hoe goed ze ook zullen leren, de positieve resultaten uit zullen blijven. Deze kinderen zijn vaak minder geliefd bij de leerkrachten, omdat deze kinderen worden gezien als kinderen met een slechte werkhouding. De gedragspatronen die we hier zien, zijn spijbelen en het vermijden van de confrontatie met medeleerlingen. Door dit gedrag wordt de kans op mislukken dan weer groter (verlies van diploma, status- vermindering, aanzien, succes). En kan tenslotte in een depressie eindigen. actieve faalangst Sommige studenten worden zeer actief en studeren overdreven en perfectionistisch, hebben voortdurend negatieve ideeën over de afloop, zijn paniekerig bij examens, slapen onvoldoende en zijn aldus kandidaten voor black-outs. Perfectionisme is een negatieve motivatie en berust typisch op angst, voornamelijk negatieve faalangst. Indien men haalbare doelen nastreeft (succes-seeking), is dit een gezonde prestatiemotivatie, mits de focus gericht blijft gericht blijft op persoonlijke doelstellingen. Indien

12 PMT Results 12 10/27/2015 deze variant van perfectionisme louter gericht is op het winnen in een competitie met anderen, is deze succes-seeking ook niet positief te achten. Leerlingen met een hogere faalangst reduceren hun angst inderdaad soms door alles perfect te leren. Ze behalen dan ook relatief goede tot zeer goede resultaten. Hier heeft de combinatie faalangst - prestatiemotivatie geen negatieve invloed op de schoolresultaten. We spreken in dit geval van actief faalangstige leerlingen. Dat er faalangst achter zit, wordt duidelijk als deze ijverige leerling geen afstand kan nemen, nooit ontspanning durft te nemen en te weinig slaapt. Nog anderen wisselen hard werken en stilvallen af. Actieve (positieve) faalangst ontstaat door een combinatie van faalangst met hoge prestatiemotivatie. Deze kinderen werken hard om zo goed mogelijke resultaten te halen. Ze besteden veel tijd aan de voorbereiding van hun huiswerk waardoor ze weinig tijd voor ontspanning, sporten of met vrienden te spelen. Deze groep leerlingen is vaak geliefd bij de ouders en de leerkrachten, omdat ze goed presteren op school. Deze faalangstige kinderen presteren wel hoog, maar dat kan plotseling veranderen. De angst blijft bestaan. Niet zelden zijn ze er van overtuigd dat ze laag gescoord hebben, terwijl ze feitelijk goede leerprestaties geleverd hebben. Leerkrachten zien hen vaak als modelkinderen, waardoor zij hun angsten en gering zelfbeeld nauwelijks opmerken. Vroeger noemde men dit positieve faalangst (de druk nodig om tot prestatie te komen), maar echt positief kunnen we de begeleidende verschijnselen niet noemen. Op langere termijn zijn er negatieve gevolgen. Deze kinderen zijn kwetsbaar, want als het hun te veel wordt, storten ze in en gaan ze proefwerken etc. verzuimen. Op dat moment komen ze meer in de situatie van de passief faalangstige. Men geeft dan op in een ultieme poging om de angst te vermijden. De angst blijft echter actief. Op lange termijn is er kans op oververmoeidheid en onvoldoende kennis van de leerstof. De angst kan plotseling weer opduiken, bijvoorbeeld als de leraar een hoeveel extra stof voor het examen, proefwerk, etc. opgeeft. Ook bouwt de leerling door de tragere vorderingen geleidelijk ook een achterstand op met mede-leerlingen. Zowel voor actief als passief faalangstigen is een studieplan ( 'barometer') noodzakelijk. Voor de eerste groep omdat men anders blijft plakken in het oude patroon van perfectionistisch werken. Voor de tweede groep omdat men anders niet aan het werk toekomt.

13 PMT Results 13 10/27/2015 Cohortonderzoek VOCL De in het Voortgezet Onderwijs Cohort Leerlingen VOCL 89, 93 en 99 ( een representatieve steekproef onder zo'n leerlingen, op circa 200 scholen) gemeten PMT-K-achtige prestatiemotivatie is duidelijk trait georiënteerd. De analyses op het VOCL-materiaal wijzen uit dat prestatiemotivatie een relatief belangrijke (en onafhankelijke) voorspeller is van vorderingen (zoals de voortgang op de leerjarenladder) - en ook van 'voortijdig schoolverlaten' - en van geaggregeerde variabelen zoals het gemiddeld cijfer op het eindrapport. Bovendien gaat het in een aantal gevallen om 'echte' voorspelling in de tijd, en niet 'alleen maar' om voorspelling in termen van (multipele) regressie. Met 'echte voorspelling' in de tijd wordt bedoeld dat de bijvoorbeeld in het derde leerjaar gemeten prestatiemotivatie blijkt samen te hangen met het gemiddeld cijfer twee jaar later. Het concept prestatiemotivatie blijkt betrouwbaar te kunnen worden gemeten met de PMT-K of daarvan afgeleide tests. Tevens blijkt de stabiliteit ervan een stijgend patroon te vertonen in de eerste drie jaren van het voortgezet onderwijs. De validiteit ervan blijkt in VOCL onder andere uit de correlaties met andere variabelen. De hoogste correlatie treedt op met de gerapporteerde huiswerktijd (ongeveer.50). Het is een van de belangrijkste resultaten van veel onderwijskundig onderzoek dat de 'time on task' (of de 'effectieve leertijd') van invloed is op de prestaties (ofwel 'oefening baart kunst'). In het voortgezet onderwijs speelt het huiswerk hierbij een voorname rol. De leerlingen met een hogere prestatiemotivatie besteden relatief - hun intelligentie in aanmerking genomen en ten opzichte van de leerlingen in hetzelfde onderwijstype - meer tijd aan hun huiswerk en zullen daarom hogere cijfers op de proefwerken behalen en daarom een grotere kans hebben om over te gaan en in hogere onderwijstypen terecht te komen. Kuyper, Van der Werf & Lubbers (2000) rapporteren de voorspelling van het gemiddeld cijfer op de schoolonderzoeken (HAVO-5) dan wel het gemiddeld cijfer op het laatste rapport (VWO-5) van de leerlingen van de bovenbouwstudie VOCL 89. De belangrijkste drie voorspellers bij de HAVO-leerlingen zijn: tekstbegrip Nederlands in leerjaar 3 (ß =.32), prestatiemotivatie in leerjaar 5 (ß =.23) en actieve faalangst in leerjaar 5 (ß =.18) De belangrijkste drie voorspellers bij de VWO-leerlingen zijn prestatiemotivatie in leerjaar 5 (ß =.26), de gecombineerde score op de entreetoets in leerjaar 1 (ß =.20) en prestatiemotivatie in leerjaar 3 (ß =.18). In deze analyses was ook de huiswerktijd als voorspellende variabele opgenomen. In geen van beide analyses leverde deze een significante bijdrage aan de voorspelling. Dit heeft vermoedelijk te maken met het al eerder gesignaleerde gegeven dat de relatief zwakkere leerlingen meer tijd aan hun huiswerk moeten besteden dan hun meer intelligente klasgenoten. Overigens zijn de (enkelvoudige) correlaties tussen huiswerktijd en gemiddeld cijfer in dit materiaal wel positief, zij het zeer laag (.09 in HAVO en.13 in VWO). Een belangrijke opmerking is dat uit deze resultaten niet mag worden geconcludeerd dat de huiswerktijd er niet toe doet. Voor vrijwel elke individuele leerling zal een verhoging van de huiswerktijd met bijvoorbeeld gemiddeld een uur per dag een gunstige invloed hebben op de cijfers, en in sommige gevallen het verschil uit maken tussen overgaan of blijven zitten. In correlationele analyses 'over leerlingen' (en dus ook in multiple regressie analyses) komt dit er niet uit. Ook voor het VMBO (VOCL'99 cohort) geldt dat schoolloopbaansucces voorspeld wordt door de gecombineerde score op de entreetoets en prestatiemotivatie. Het effect van de entreetoets is weliswaar veel groter, maar door het sterke gecombineerde effect valt af te leiden dat leerlingen die bij de aanvang hoog presteren ook hoog gemotiveerd zijn. Leerlingen hebben voornamelijk twee manieren om hun schoolloopbaan gunstig te beïnvloeden. De ene manier is om op school goed op te letten, het huiswerk goed te maken, en vooral de proefwerken goed te leren. Leerlingen die hoger scoren op 'prestatiemotivatie' zijn over het geheel genomen meer geneigd om dergelijke gedragingen te vertonen (de correlatie tussen prestatiemotivatie en huiswerktijd is ongeveer.50). Wat betreft het goed voorbereiden van proefwerken onstaat mogelijk een sociaal dilemma. Naarmate de 'wet van Posthumus' meer geldig is voor de huidige docenten in het voortgezet onderwijs, geldt in sterkere mate dat het wel loont om je als individuele leerling beter voor te bereiden dan bij eerdere proefwerken, maar dat het niet helpt als de hele klas zich beter gaat voorbereiden. Een 'Posthumus docent' zal vasthouden aan zijn/haar eigen gemiddelde en de klas schiet er dus weinig mee op; of wellicht is het volgende proefwerk extra moeilijk. Zo zouden de leerlingen in een klas elkaar kunnen opzwepen tot steeds grotere inspanningen. Het is individueel gunstig een bepaald gedrag te vertonen, maar als iedereen dat doet is het voor het collectief ongunstig.

14 PMT Results 14 10/27/2015 Typologie Profielen van hoogbegaafde leerlingen van Betts en Neihart ( George T. Betts & Maureen Neihart, Profiles of the Gifted and Talented. (Gifted Child Quarterly, volume 32 No 2, spring ), gekoppeld aan mogelijke uitslagen op de PMT test. Onderpresteren bij (hoog)begaafden kan zich op verschillende manieren manifesteren. Betts en Neihart (1988; 2010) gaan daarbij uit van het onderscheid in zes profielen die verschillen in (gedrags)kenmerken, behoeften en hierop afgestemde begeleiding. Waarschijnlijk passend profiel De succesvolle, aangepaste leerling PM Stanine 789 (3) hoog ( laag ) F- Stanine (3) gemiddeld tot hoog ( laag ) F+ Stanine (5) gemiddeld tot hoog ( gemiddeld ) SW Stanine 789 (3) hoog ( laag ) Een hoge SW-score maakt test niet zonder meer betrouwbaar. Omschrijving Deze leerling levert goede prestaties. Deze leerling is perfectionistisch ingesteld en wil graag "succesvol" blijven. Hierdoor worden risico's vermeden en kan deze leerling zich afhankelijk opstellen van volwassenen, bijvoorbeeld door (onnodig) bevestiging of goedkeuring te zoeken van de leerkracht om zeker te weten dat iets "goed" is en om te voorkomen dat er fouten gemaakt worden. Deze leerling is erg gevoelig voor en gericht op het voldoen aan verwachtingen van anderen. Vermijdt risico, angst voor falen, extrinsieke motivatie, accepterend en conformerend. Indices van begaafdheid schoolprestaties prestatietests intelligentietests nominatie door de leerkracht Behoeften tekortkomingen (zwakke kanten) leren zien uitgedaagd worden risico s leren nemen assertiviteitstraining (versterking van) autonomie hulp tegen de verveling passend curriculum assertiviteitsvaardigheden aanleren creativiteit ontwikkelen zelfkennis verbeteren zelfstandige studievaardigheden aanleren Deze leerling presteert niet naar eigen vermogen. Er is daarom sprake van relatief onderpresteren. Als deze leerling niet gestimuleerd wordt om te gaan met uitdagingen boven het beheersingsniveau (de zone van naaste ontwikkeling), bestaat het risico op het ontwikkelen van faalangst en onderduikend gedrag. Begeleiding van school versneld en verrijkt curriculum ontwikkelen van persoonlijke interesses vooraf testen, uitsluitend leerstof die nog niet beheerst wordt contact met ontwikkelingsgelijken, mogelijkheden om samen te werken met peers ontwikkeling van vaardigheden voor zelfstandig leren bieden van mentorschappen begeleiding van school- en beroepsloopbaan bieden van activiteiten die de leerling uitdagen om uit de comfortzone te treden ontwikkelen van vaardigheden voor zelfstandig leren verdiepingsmogelijkheden bieden

15 PMT Results 15 10/27/2015 De zelfstandige, zelfsturende leerling Waarschijnlijk passend profiel PM Stanine 789 (3) hoog ( laag ) F- Stanine 456 (3) gemiddeld ( laag ) F+ Stanine 456 (5) gemiddeld ( gemiddeld ) SW Stanine 123 (3) laag ( laag ) Omschrijving De zelfsturende autonome leerling heeft schoolresultaten die passen bij zijn/haar capaciteiten. Deze leerling heeft goede sociale vaardigheden, is intrinsiek gemotiveerd, werkt zelfstandig, ontwikkelt eigen doelen, werkt zonder bevestiging, gepassioneerd, is creatief, komt op voor eigen opvattingen en neemt risico. Deze leerling komt op voor eigen opvattingen, heeft een goed zelfregulerend vermogen, is veerkrachtig en beschikt over zelfinzicht en zelfacceptatie. Om de eigen doelen na te streven, durft de zelfsturende autonome leerling risico s te nemen en te leren uit fouten. Indices van begaafdheid schoolresultaten prestatietests intelligentietests creativiteitstest nominatie door de leerkracht, klasgenoot, ouders, zichzelf Behoeften feedback over sterke kanten en mogelijkheden langdurige, faciliterende relaties aanmoediging om risico s te nemen, niet alleen voor zeker te gaan stimuleren om nieuwe richtingen te kiezen en onafhankelijkheid te vergroten support team, meer ondersteuning, niet minder Hoewel dit de ideale leerling lijkt, blijft het alsnog belangrijk ook deze autonome leerling te ondersteunen. De focus ligt hierbij vooral op het zo veel mogelijk faciliteren van mogelijkheden tot onbegrensd leren. Begeleiding van school ontwikkelen van een lange-termijn geïntegreerd studieplan versneld en verrijkt curriculum belemmeringen in tijd en plaats tot groeien wegnemen bied een grote verscheidenheid aan mogelijkheden om te versnellen en te verdiepen vooraf testen, uitsluitend leerstof die nog niet beheerst wordt persoonlijke mentor begeleiding van school- en beroepsloopbaan vervroegde toelating in vervolgopleiding flexibele toepassing van schoolbeleid en schoolregels bespreek wat succes van je vraagt

16 PMT Results 16 10/27/2015 De uitdagende creatieve leerling Waarschijnlijk passend profiel PM Stanine 789 (3) hoog ( laag ) F- Stanine 456 (3) gemiddeld ( laag ) F+ Stanine 456 (5) gemiddeld ( gemiddeld ) SW Stanine 123 (3) laag ( laag ) Omschrijving De uitdagende creatieve leerling komt heel creatief uit de hoek met bijzondere oplossingen, maar staat ook heel kritisch in de wereld. Dit uit zich in het ter discussie stellen van (gedrags-)regels en niets zo maar aannemen (ook niet van de leerkracht, die hij of zij uitdaagt en corrigeert). Deze leerling heeft discussie nodig om uitgedaagd en geboeid te blijven en komt op een eerlijke en (te) directe manier op voor zijn/haar mening. Deze leerling is heel inconsistent in werkwijze en gedrag, waardoor hij/zij wisselende resultaten behaalt. Deze leerling trekt alles in twijfel, krijgt hierdoor veel negatieve feedback en ontwikkelt hierdoor een negatief zelfbeeld. Hij/zij is competitief ingesteld en kan grote stemmingswisselingen laten zien. Slechte zelfcontrole, (hyper)actieve benadering. Indices van begaafdheid nominatie door medeleerlingen nominatie door ouders nominatie door volwassene buiten het gezin interviews geleverde prestaties creativiteitstests Behoeften aansluiting bij anderen aanleren van tact, flexibiliteit, zelfbewustzijn en zelfcontrole minder druk tot aanpassen aanmoediging van creativiteit strategieën aanleren om te kunnen omgaan met psychologische kwetsbaarheid Deze leerling heeft behoefte aan erkenning van zijn sterke kanten, wil graag gezien worden, met name voor zijn creativiteit. Wanneer deze leerling onvoldoende uitgedaagd wordt, zal hij geneigd zijn de leerkracht bezig te houden, bijvoorbeeld door clownesk gedrag. Begeleiding van school tolerant klimaat zoveel mogelijk bij passende leerkracht plaatsen cognitieve en sociale vaardigheden trainen directe, duidelijke en heldere communicatie met de leerling geef ruimte voor gevoelsuitingen beloon creatief denken (nieuwe invalshoeken en gedachten) mentorhulp bij de vorming van een positief zelfbeeld directe instructie in interpersoonlijke vaardigheden leren omgaan met falen zelfwaardering opbouwen coach voor doelgericht kiezen en handelen gedragscontracten

17 PMT Results 17 10/27/2015 De risicoleerling (dropout) Waarschijnlijk passend profiel PM Stanine 123 (3) laag ( laag ) F- Stanine 123 (3) laag ( laag ) F+ Stanine (5) gemiddeld tot hoog ( gemiddeld ) SW Stanine 123 (3) laag ( laag ) Omschrijving Bij deze leerling is het vaak niet of te laat duidelijk dat hij hoogbegaafd is. Deze leerling is creatief en over het algemeen erg gevoelig. De risicoleerling is niet meer gemotiveerd voor schoolse taken en zoekt buitenschoolse (spanningsvolle) activiteiten om uitgedaagd te blijven. Deze leerling spijbelt vaak, werkt inconsistent en maakt taken niet af. Hierdoor behaalt hij/zij vaak lagere prestaties. Tevens is een laag zelfbeeld kenmerkend voor dit profiel. Dit uit zich in verwaarlozing of isolatie, verstoring van situaties, verzet tegen autoriteit, heel kritisch zijn ten opzichte van zichzelf en anderen en een defensieve houding. Hij/zij plaatst zichzelf buiten de klas, voelt zich niet geaccepteerd en voelt zich snel aangevallen of afgewezen. Indices van begaafdheid analyse van verzameld werk informatie van leerkrachten uit het verleden discrepantie tussen intelligentiescore en geleverde prestaties inconsistenties in prestaties creativiteitstest nominatie door begaafde medeleerlingen bewezen prestaties in niet-schoolse settings Behoeften intensieve ondersteuning veiligheid en structuur individueel programma alternatieven (nieuwe kansen) een andere omgeving als alternatief confrontatie en verantwoordelijkheid professionele counseling (individueel, in een groep, of met gezin) extra aandacht bij vaardigheidsontwikkeling richting en korte termijn doelen Deze leerling is op school slechts nog fysiek aanwezig, maar voelt en toont zich niet echt betrokken, of neemt zelfs onregelmatig deel aan het onderwijs. Deze leerling loopt gevaar om buiten het school systeem te raken (dropout) en (zonder diploma) het onderwijs verlaat. De drop-out is een absolute onderpresteerder (presteert gemiddeld of minder) en heeft baat bij alternatieve leerervaringen. Begeleiding van school verwachtingen op peil houden, niet naar beneden bijstellen niet traditionele studievaardigheden organiseren verdieping en mentorschap aanbieden coachen met betrekking tot de schoolloopbaan veerkracht bevorderen (flexibiliteit) bespreek alternatieve leerervaringen buiten de klas met de ouders/begeleiders in gesprek gaan groepstherapie

18 PMT Results 18 10/27/2015 De onderduikende leerling Waarschijnlijk passend profiel PM Stanine 123 (3) laag ( laag ) F- Stanine 789 (3) hoog ( laag ) F+ Stanine 123 (5) laag ( gemiddeld ) SW Stanine 789 (3) hoog ( laag ) Een hoge SW-score maakt test niet zonder meer betrouwbaar. Omschrijving De onderduikende leerling doet er alles aan om niet erkend te worden als begaafde leerling en ondermijnt hierdoor het belang van zijn/haar ontwikkeling. Ziet de begaafdheid niet als waardevol, ontkent de begaafdheid en wil geen ander werk doen dan andere leerlingen, doet niet mee in programma s voor meer begaafde leerlingen. Hij neemt graag een apart imago aan, hetgeen de aandacht afleidt van zijn begaafdheid. Hij spijbelt bij toetsen en vermijdt uitdagingen. Deze leerling kampt met onzekerheid en faalangst. In de perceptie van deze leerling is het halen van goede punten en sociaal geaccepteerd worden onverenigbaar. Omdat sociale acceptatie zo belangrijk is voor deze leerling, wil deze geen uitzonderingspositie en hij/zij vermijdt daarom elke uitdaging. De onderduikende leerling heeft echter moeite een plek binnen de groep te vinden en wisselt daarom vaak in vriendschappen. Heeft (vrijwel) geen band met de leerkracht/groep. Is onzeker over welke richting te volgen, weet niet goed wat hij/zij zelf eigenlijk zou willen en streeft dan ook vrijwel geen eigen doelen na. Indices van begaafdheid nominatie door medeleerlingen nominatie door ouders prestatietests IQ-tests prestaties doen en laten herkenning door begripvolle docent Behoeften vrijheid om keuzes te maken netwerk van peers aanmoedigen van talenten leren conflicten expliciet te maken zelfbegrip en zelfacceptatie gehoord en serieus genomen worden rolmodellen Deze leerling past zich te veel aan en kan mede hierdoor psychosomatische klachten ontwikkelen (hoofdpijn, buikpijn). Er bestaat een risico dat deze leerling zich verder terugtrekt, depressief wordt en uiteindelijk uitvalt in het onderwijs door gebrek aan een reëel perspectief op de eigen mogelijkheden. Begeleiding van school geef inzicht in concepten als sociale verschijnselen leeromgeving creëren waarin de leerling zich thuis voelt sexe rolmodellen bieden (vooral voor meisjes) directe instructie in sociale vaardigheden bespreek de nadelen van succes bied ondersteuning en informatie bij de planning van opleidings- en beroepsmogelijkheden help bij het opzetten van steungroepen toestaan om niet altijd optimaal te presteren doorgaan met informeren over opleidings- en beroepsmogelijkheden niet participeren in speciale activiteiten accepteren

PRESTATIE MOTIVATIE VMBO PERSOONLIJKE RAPPORTAGE

PRESTATIE MOTIVATIE VMBO PERSOONLIJKE RAPPORTAGE PMT Results 1 8/23/2014 PRESTATIE MOTIVATIE VMBO PERSOONLIJKE RAPPORTAGE PMT Results 2 8/23/2014 Gegevens deelnemer Algemeen School Schooltype CSG Rotterdam VWO Klassecode 282 Naam Janine Beerens Afnamedatum

Nadere informatie

Profielen van begaafde en getalenteerde leerlingen. Bron: Betts & Neihart (1988, 2010), vertaald en bewerkt door D. Dams (2013)

Profielen van begaafde en getalenteerde leerlingen. Bron: Betts & Neihart (1988, 2010), vertaald en bewerkt door D. Dams (2013) Profielen van begaafde en getalenteerde leerlingen Bron: Betts & Neihart (1988, 2010), vertaald en bewerkt door D. Dams (2013) De aangepaste succesvolle leerling Bij de aangepaste succesvolle leerling

Nadere informatie

Excellente leerlingen die (niet) excelleren

Excellente leerlingen die (niet) excelleren Talent voor excelleren! KPC, 5 november 2009 Excellente leerlingen die (niet) excelleren Dr Lianne Hoogeveen Centrum voor Begaafdheidsonderzoek (CBO) www.ru.nl/socialewetenschappen/cbo http://www.youtube.com/watch?v=yuldyzvb_ny

Nadere informatie

Opsporen hoogbegaafde onderpresteerders

Opsporen hoogbegaafde onderpresteerders Zorgteam Kompas Gereformeerde Basisscholen Midden Nederland Opsporen hoogbegaafde onderpresteerders Wat is onderpresteren? Onderpresteren is langdurig minder presteren dan op grond van iemands capaciteiten

Nadere informatie

Uitslagen PMT-K-2 test gekoppeld aan Profielen Hoogbegaafde leerlingen Betts en Neihart (herziene versie 2010) APS oktober 2013

Uitslagen PMT-K-2 test gekoppeld aan Profielen Hoogbegaafde leerlingen Betts en Neihart (herziene versie 2010) APS oktober 2013 Uitslagen PMT-K-2 test gekoppeld aan Profielen Hoogbegaafde leerlingen Betts en Neihart (herziene versie 2010) APS oktober 2013 Wanneer een kind de PMT-K-2 test gemaakt heeft, moet de uitslag geinterpreteerd

Nadere informatie

Wat is (hoog)begaafdheid?

Wat is (hoog)begaafdheid? Wat is (hoog)begaafdheid? Er is geen eenduidige wetenschappelijke definitie van (hoog)begaafdheid. Toch bieden de diverse theorieën en modellen relevante aanknopingspunten voor een werkdefinitie die bruikbaar

Nadere informatie

brede interesse specifieke, diepgaande interesses kennishonger leergierig ontwikkelingspotentieel hoogbewust zijn creërend (denk)vermogen

brede interesse specifieke, diepgaande interesses kennishonger leergierig ontwikkelingspotentieel hoogbewust zijn creërend (denk)vermogen productief Dabrowski: overexcitabilities asynchroon gevoelig complex Dweck: FIXED vs growth mindset intens scherpe waarneming plezier in creëren origineel snel opvallend gevoel voor humor rijke fantasie

Nadere informatie

Voorwoord en doel van dit document

Voorwoord en doel van dit document Inhoud Voorwoord en doel van dit document 1 2 Inleiding 3 4 (Hoog)Begaafdheid, een beschrijving 5 6 7 Profielen van hoogbegaafde leerlingen 1. 2. 8 3. 4. 5. 6. 9 Risico s voor hoogbegaafde leerlingen in

Nadere informatie

HOE WERKT FAALANGST? WAT IS FAALANGST?

HOE WERKT FAALANGST? WAT IS FAALANGST? HOE WERKT FAALANGST? WAT IS FAALANGST? Faalangst kan omschreven worden als de angst om te mislukken in situaties waarin men beoordeeld wordt (of denkt beoordeeld te worden) en de behoefte om mislukkingen

Nadere informatie

7Omgaan met faalangst

7Omgaan met faalangst DC 7Omgaan met faalangst 1 Inleiding Faalangst kan jouw leerprestaties behoorlijk in de weg staan. In dit thema lees je iets over de oorzaken van faalangst en geven we je tips om ermee om te gaan. De inhoud

Nadere informatie

Studeren en Leren Vorm VWO PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN. Naam Z

Studeren en Leren Vorm VWO PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN. Naam Z Studeren en Leren Vorm VWO PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN Naam Z Gegevens deelnemer Algemeen Naam Naam Z Leeftijd 18 Geslacht man Afnamedatum 17 Oktober 2012 Normgroep VWO 6 Opleiding atheneum Klas/jaar 6

Nadere informatie

COMPETENTIEBELEVINGSPROFIEL VROEG - ADOLESCENTEN PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN

COMPETENTIEBELEVINGSPROFIEL VROEG - ADOLESCENTEN PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN COMPETENTIEBELEVINGSPROFIEL VROEG - ADOLESCENTEN PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN Naam Z Gegevens deelnemer Algemeen Naam Naam Z Leeftijd 14 Geslacht Normgroep Sociale wenselijkeheid man jongens 12 t/m 15 jaar

Nadere informatie

Begaafdheid begeleiden!

Begaafdheid begeleiden! Begaafdheid begeleiden! Hellevoetsluis 24 november 2014 Liesbet Gommans M.Sc. orthopedagoog / schoolpsycholoog Centrum voor Begaafdheidsonderzoek () www.ru.nl/its/cbo 1 Programma Introductie Leren..? Signaleren:

Nadere informatie

TMA Talentenanalyse Sara Berger

TMA Talentenanalyse Sara Berger TMA Talentenanalyse Kandidaat-rapportage samenvatting 5-2-2018 Sara Berger Inhoudsopgave Inleiding Betekenis van de scores Consistentie Beschrijving van de persoonlijkheid Kwaliteiten en valkuilen overzicht

Nadere informatie

2. Definitie. Inhoud. 1. Visie op het kind 2. Definitie 3. Doelgroep 4. Selectie&voortgang 5. Verantwoordelijkheid&communicatie

2. Definitie. Inhoud. 1. Visie op het kind 2. Definitie 3. Doelgroep 4. Selectie&voortgang 5. Verantwoordelijkheid&communicatie Beleidsprotocol Plusklas Dit protocol beschrijft kort en bondig onze visie op hoogbegaafdheid, de mogelijkheden die wij kunnen bieden aan de doelgroep en de vertaling naar de dagelijkse praktijk in school.

Nadere informatie

Protocol Hoogbegaafdheid

Protocol Hoogbegaafdheid Protocol Hoogbegaafdheid De RK Daltonbasisschool St. Plechelmus hanteert het Protocol Hoogbegaafdheid van haar bestuur de Dr. Schaepmanstichting. Dit protocol is in 2009 gemaakt en binnen het bestuur is

Nadere informatie

Verslag symposium donderdag 7 juni

Verslag symposium donderdag 7 juni Verslag symposium donderdag 7 juni Als afsluiting van het project OnderwijsBewijs werd 7 juni jongstleden voor de PRE-mentoren van de deelnemende scholen en andere geïnteresseerden een symposium gehouden.

Nadere informatie

Ouderavond CBO-Groepsscreening Stedelijk Gymnasium Breda

Ouderavond CBO-Groepsscreening Stedelijk Gymnasium Breda Ouderavond CBO-Groepsscreening Stedelijk Gymnasium Breda Drs. Mariska Poelman Orthopedagoog/ GZ-psycholoog Coördinator CBO-Groepsscreening Docent ECHA RCSW RU Nijmegen Centrum voor BegaafdheidsOnderzoek

Nadere informatie

TMA Talentenanalyse. Kandidaat-rapportage samenvatting. Sara Berger 15 april 2013

TMA Talentenanalyse. Kandidaat-rapportage samenvatting. Sara Berger 15 april 2013 TMA Talentenanalyse Kandidaat-rapportage samenvatting Sara Berger 15 april 2013 Minervum 7444 4817 ZG Breda T 0162 51 59 02 I www.mectraining.nl E info@mectraining.nl Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Betekenis

Nadere informatie

Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk) Naam: Wouter van Straten Adviseur: Floor Meijer Datum: 15 maart 2014

Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk) Naam: Wouter van Straten Adviseur: Floor Meijer Datum: 15 maart 2014 Naam: Adviseur: Floor Meijer Datum: 15 maart 2014 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op alle afgeronde onderdelen. 2 Algemeen werk- en denkniveau Ver beneden - gemidde ld Ver bovengemidde ld Algemene

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

TMA Talentenanalyse. Kandidaat-rapportage samenvatting. Demo Kandidaat 29 augustus 2011

TMA Talentenanalyse. Kandidaat-rapportage samenvatting. Demo Kandidaat 29 augustus 2011 TMA Talentenanalyse Kandidaat-rapportage samenvatting Demo Kandidaat 29 augustus 2011 Waddenring 24 2993 VE Barendrecht T 0180 848044 I www.priman.nl E info@priman.nl Inhoudsopgave: 1. Inleiding 3 2. Betekenis

Nadere informatie

Toelichting bij de MZO screening voor ouders

Toelichting bij de MZO screening voor ouders Toelichting bij de MZO screening voor ouders 1 Copyright 2014 Bureau Perspectief Amsterdam Zie voor meer informatie www.motivatiezelfonderzoek.nl 2 De schalen van de MZO screening De MZO screening is gericht

Nadere informatie

INFOAVOND OVER FAALANGST MET ILSE DEWITTE

INFOAVOND OVER FAALANGST MET ILSE DEWITTE INFOAVOND OVER FAALANGST MET ILSE DEWITTE op 14 NOVEMBER 2006 IN OLV-college Ilse Dewitte overdonderde het publiek (meer dan 200 ouders en leerkrachten waren aanwezig!) al meteen met een onmogelijke opdracht.

Nadere informatie

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens. D. Emo. Naam.

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens. D. Emo. Naam. Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens Persoonlijkheidstest (MPT-BS) Status Voltooid Voltooid Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek Emailadres

Nadere informatie

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam:

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam: Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-M) Status Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek 12 mei 2014 Emailadres Inleiding Motivatie & Leerstijlen

Nadere informatie

Competenties De Fontein

Competenties De Fontein Competenties De Fontein We werken met de volgende 4 competenties: 1. Verantwoordelijkheid 2. Samenwerken 3. Organisatie en planning, zelfstandigheid 4. Motivatie - In klas 1 wordt gewerkt aan de volgende

Nadere informatie

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-H) D Demo. Naam. 5 januari 2014

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-H) D Demo. Naam. 5 januari 2014 Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-H) Status Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek Emailadres D Demo 5 januari 2014 D@Demo.com Inleiding Motivatie

Nadere informatie

Hoogbegaafdheid en onderpresteren

Hoogbegaafdheid en onderpresteren Hoogbegaafdheid en onderpresteren Onderwijs Praktijk Texel Hoogbegaafdheid en onderpresteren Veel kinderen weten niet dat leren leuk kan zijn en weten niet wat ze nodig hebben om zich minder ellendig te

Nadere informatie

Wendbaarheid: een inleiding

Wendbaarheid: een inleiding Wendbaarheid: een inleiding Rollen en functies veranderen snel. Dit vraagt dat medewerkers zich voortdurend moeten kunnen aanpassen. Wendbaarheid is de manier waarmee iemand kan omgaan met veranderende

Nadere informatie

Bijlage 2. Persoonlijkheidskenmerken

Bijlage 2. Persoonlijkheidskenmerken Bijlage 2. Persoonlijkheidskenmerken Persoonlijkheid wordt beschouwd als een consistente interne structuur die bestaat uit disposities die het gedrag richting geven. 1. Dominantie Deze personen houden

Nadere informatie

Profielen van begaafde leerlingen

Profielen van begaafde leerlingen Profielen van begaafde leerlingen Begaafdheid kan op verschillende manieren in zichtbaar gedrag tot uiting komen. Aangezien persoonlijkheid het resultaat is van ervaring en aanleg, worden ook begaafde

Nadere informatie

BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE

BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE GOOD PRACTICES De onderbouwing van de beperking van de onderwijsparticipatie blijkt uit het VO Aanmeldformulier Amsterdam 2009-2010, niet ouder dan een half jaar, plus diagnostische

Nadere informatie

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Zelfbeeld Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Een kind dat over het algemeen positief over zichzelf denkt, heeft meer zelfvertrouwen.

Nadere informatie

De informatie uit dit rapport is vertrouwelijk. Bewaar dit rapport dus op een veilige plek!

De informatie uit dit rapport is vertrouwelijk. Bewaar dit rapport dus op een veilige plek! George Washington Inhoud Introductie... 2 Bridge Theorie... 3 Bridge Antwoordgedrag...4 Bridge Quickscan...5 Bridge Dimensie Overzicht - Besturen... 6 Bridge Dimensie Overzicht - Uitvoer...7 Bridge Dimensie

Nadere informatie

HOOGBEGAAFD? Verschillende theorieën en modellen; verschil in nadruk

HOOGBEGAAFD? Verschillende theorieën en modellen; verschil in nadruk Enschede, 21 oktober 2014 Hoogbegaafd en. Lianne Hoogeveen HOOGBEGAAFD? Verschillende theorieën en modellen; verschil in nadruk Meest gangbaar op dit moment in Nederland (en daarbuiten): een multidimensionaal,

Nadere informatie

Uitdagend? Voor wie? Hoe maak je een leeromgeving uitdagend voor leerlingen met zeer hoge capaciteiten?

Uitdagend? Voor wie? Hoe maak je een leeromgeving uitdagend voor leerlingen met zeer hoge capaciteiten? Uitdagend? Voor wie? Hoe maak je een leeromgeving uitdagend voor leerlingen met zeer hoge capaciteiten? Donders Ontmoet Onderwijs 2017 Dr. Lianne Hoogeveen Radboud Centrum Sociale Wetenschappen (RadboudCSW)

Nadere informatie

RAPPORT CARRIEREWAARDEN I

RAPPORT CARRIEREWAARDEN I RAPPORT CARRIEREWAARDEN I Van: B Steerneman Administratienummer: Datum: 31 Aug 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant Orga Prepublish 1. Inleiding Carrièrewaarden zijn persoonlijke kenmerken die maken

Nadere informatie

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant RAPPORT PF Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Persoonlijke flexibiliteit is uw vermogen om met grote uitdagingen en veranderingen

Nadere informatie

TMA Talentenanalyse. Kandidaat-rapportage samenvatting. Paul van der Voorbeeld 10 januari 2013

TMA Talentenanalyse. Kandidaat-rapportage samenvatting. Paul van der Voorbeeld 10 januari 2013 TMA Talentenanalyse Kandidaat-rapportage samenvatting Paul van der Voorbeeld 10 januari 2013 Parkstraat 4 4818 SJ Breda T +31(0)76-5657286 I www.humanmobilitygroup.nl E info@humanmobility.nl Inhoudsopgave

Nadere informatie

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email:

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email: Rapportage Competenties Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 16.06.2015 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 16.06.2015 / Competenties (QPN) 2 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op de competenties

Nadere informatie

Zelfsturend leren met een puberbrein

Zelfsturend leren met een puberbrein Zelfsturend leren met een puberbrein Jacqueline Saalmink In het hedendaagse voortgezet onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfsturend leren. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over vaardigheden

Nadere informatie

Persoonlijk Rapport Junior Scan

Persoonlijk Rapport Junior Scan Persoonlijk Rapport Junior Scan Persoonlijke gegevens Naam test junior Datum test 02/09/2011 (17:19) Jouw ondernemersprofiel In vergelijking met het branche normprofiel geeft jouw profiel het volgende

Nadere informatie

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Doelen Zicht op basisbehoeftes van leerlingen om gemotiveerd te kunnen werken; Zelfdeterminatietheorie

Nadere informatie

Signaalkaart Jongeren

Signaalkaart Jongeren Signaalkaart Jongeren Naam: Mike de Boer Inhoudsopgave Inleiding... 3 Signaalkaart Mike... 5 Toelichting op de uitslag... 6 Pagina 2 van 8 Inleiding Op 14 maart 2014 heeft Mike de Boer de Signaalkaart

Nadere informatie

Handboek Faalangstreductie/Examenvreestraining 2015-2016

Handboek Faalangstreductie/Examenvreestraining 2015-2016 Handboek Faalangstreductie/Examenvreestraining 2015-2016 INHOUD 1. INLEIDING... 3 2. INFORMATIE FAALANGST... 3 3. SELECTIEPROCEDURE... 4 4. TRAINING... 5 5. ORGANISATIE... 5 Handboek Leerlingbegeleiding

Nadere informatie

25 belangrijke feiten vooraf - kennisquiz passend onderwijs (hoog)begaafde leerlingen

25 belangrijke feiten vooraf - kennisquiz passend onderwijs (hoog)begaafde leerlingen 25 belangrijke feiten vooraf - kennisquiz passend onderwijs (hoog)begaafde leerlingen Soort spel en inhoudelijk doel Dit spel heeft iets weg van Triviant. Het doel van het spel is om in groepjes van min.

Nadere informatie

WORKSHOP JONGEREN MOTIVEREN

WORKSHOP JONGEREN MOTIVEREN WORKSHOP JONGEREN MOTIVEREN Onderwijssymposium ANAI Alkmaar Michiel Stadhouders 13 januari 2014 Programmavoorstel 60 minuten In tweetallen: wat is motivatie voor jou? 1. Jongeren & motivatie 2. Kijken

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 5107-7085 Datum 10.11.2017 Leerkrachtversie Informant: Jan Jansen Leerkracht INLEIDING DESSA 2/23 Inleiding De DESSA is een vragenlijst

Nadere informatie

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum: Rapportage Competenties Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 24.03.2016 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 24.03.2016 / Competenties (QPN) 2 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op de competenties

Nadere informatie

Aangaan. Feedback kan maken maar ook breken

Aangaan. Feedback kan maken maar ook breken Op basis van wetenschappelijk onderzoek is psychologe Carol Dweck tot het inzicht gekomen dat niet iemands IQ, vaardigheden en talenten bepalend zijn voor succesvol leven, maar vooral de waarmee mensen

Nadere informatie

Doelgroep en toelatingscriteria Plusklassen Samenwerkingsverband Kop van Noord-Holland

Doelgroep en toelatingscriteria Plusklassen Samenwerkingsverband Kop van Noord-Holland Doelgroep en toelatingscriteria Plusklassen Samenwerkingsverband Kop van Noord-Holland Doelgroep De leerlingen binnen de Plusklassen zijn hoogbegaafd. Ze hebben een hoge intelligentie (hoger dan 130) en

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan De ontwikkeling van vrouwen en meisjes in het rugby heeft de afgelopen jaren flink aan momentum gewonnen en de beslissing om zowel heren als dames uit te laten komen op het sevenstoernooi van de Olympische

Nadere informatie

Bevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen

Bevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen Pagina 2 van 17 Naam: Maarten de Boer Afnamedatum: 16.12.2011 09:28 Normgroep: Bevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen Pagina 3 van 17 NEO-PI-R Uitgebreide interpretatie van de resultaten

Nadere informatie

E-Assessment Voorbeeldrapportage

E-Assessment Voorbeeldrapportage E-Assessment Voorbeeldrapportage Mw. A. Noniem, alle gegevens uit deze rapportage zijn fictief Datum: 27-07-2011 Opgesteld door: Scherp Management Assessment Handtekening: Inhoudsopgave Inleiding... 2

Nadere informatie

Krachtvelden 30 januari Daan Demo

Krachtvelden 30 januari Daan Demo Krachtvelden 30 januari 2019 Waar ligt jouw kracht? Weet jij waar je echt goed in bent? Heb jij verborgen kwaliteiten? Hoe zien anderen jou? Als je je kwaliteiten kent, weet je wat je te bieden hebt en

Nadere informatie

Faalangst WAT IS HET EN WAT KAN JE ER AAN DOEN?

Faalangst WAT IS HET EN WAT KAN JE ER AAN DOEN? Faalangst WAT IS HET EN WAT KAN JE ER AAN DOEN? Opzet Workshop 1 Testje 2 Achtergrond van faalangst 3 Tips en aanpak voor de dagelijkse praktijk 4 Faalangst en het staatsexamen 5 Rondvraag/conclusie 1

Nadere informatie

Handboek. Faalangstreductie/Examenvreestraining

Handboek. Faalangstreductie/Examenvreestraining Handboek Faalangstreductie/Examenvreestraining 2016-2017 INHOUD 1. INLEIDING... 3 2. INFORMATIE FAALANGST... 3 3. SELECTIEPROCEDURE... 6 4. TRAINING... 7 5. ORGANISATIE... 7 Nb: daar waar "hij" staat kan

Nadere informatie

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld.

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld. Betrokkenheid Autonomie Competentie Relatie leerkracht Relatie leerlingen De behoefte aan autonomie De behoefte aan competentie De behoefte aan een goede relatie met de leerkracht De behoefte aan goede

Nadere informatie

Wat is faalangst? Faalangst treedt op in situaties waar een taak moet worden volbracht Dit brengt spanning teweeg Men heeft angst voor:

Wat is faalangst? Faalangst treedt op in situaties waar een taak moet worden volbracht Dit brengt spanning teweeg Men heeft angst voor: Faalangst treedt op in situaties waar een taak moet worden volbracht Dit brengt spanning teweeg Men heeft angst voor: Wat is faalangst? Het mislukken op zich en de gevolgen ervan. Teleurstellen van de

Nadere informatie

StudieThermometer. Temperatuur wat aan de lage kant? Mw Demo Kandidaat Instelling Demo

StudieThermometer. Temperatuur wat aan de lage kant? Mw Demo Kandidaat Instelling Demo StudieThermometer Mw Demo Kandidaat 27-11 - 2018 Temperatuur wat aan de lage kant? Instelling Demo Beste Demo, Goed dat je de StudieThermometer hebt ingevuld! Het helpt je om te bekijken of alles goed

Nadere informatie

Handboek. Faalangstreductie/Examenvreestraining

Handboek. Faalangstreductie/Examenvreestraining Handboek Faalangstreductie/Examenvreestraining 2016-2017 INHOUD 1. INLEIDING... 3 2. INFORMATIE FAALANGST... 3 3. SELECTIEPROCEDURE... 6 4. TRAINING... 7 5. ORGANISATIE... 7 Nb: daar waar "hij" staat kan

Nadere informatie

Human Performance Contextscan Persoonlijke rapportage

Human Performance Contextscan Persoonlijke rapportage Human Performance Contextscan Persoonlijke rapportage Bedrijf FlowQ Coach Max Wildschut Cliëntcode 2167 Wachtwoord u295gr Datum 26 oktober 2008 2008 FlowQ www.flowq.nl V-HPC0801 Rapportage 2167 Pagina

Nadere informatie

volledig oneens geen eens volledig oneens mening eens Ik kan het niet verdragen als ik belangrijke zaken de mist in laat gaan.

volledig oneens geen eens volledig oneens mening eens Ik kan het niet verdragen als ik belangrijke zaken de mist in laat gaan. ZELFONDERZOEK Inleiding Met behulp van dit eenvoudige zelfonderzoek kunt u nagaan of, en zo ja, in welke mate uw denken rationeel en irrationeel is. Het zelfonderzoek omvat in totaal 58 uitspraken. Deze

Nadere informatie

Vergelijking tussen: Functie: General Manager Dijkhuis BV Afnamedatum: :26:42 Kandidaat: Verbaan, Jan Afnamedatum: :05:43

Vergelijking tussen: Functie: General Manager Dijkhuis BV Afnamedatum: :26:42 Kandidaat: Verbaan, Jan Afnamedatum: :05:43 Competentie match Score per domein Competentiescan Pagina 1 van 14 Score per schaal Competentiescan Pagina 2 van 14 Schaalscores per domein Werk Sociaal Toelichting bij de grafiek. In deze grafiek staan

Nadere informatie

Hoogbegaafdheid info. Cijfers 3. Welk percentage van de hoogbegaafde leerlingen krijgt een VWO advies? Antwoord: Slechts 64% (Guldemont, 2003)

Hoogbegaafdheid info. Cijfers 3. Welk percentage van de hoogbegaafde leerlingen krijgt een VWO advies? Antwoord: Slechts 64% (Guldemont, 2003) Cijfers 1 Hoeveel hoogbegaafde leerlingen zijn er statistisch gezien in jouw klas? 2,5% (Vele bronnen) Cijfers 2 Hoeveel A-leerlingen zijn er statistisch gezien in jouw klas? 25% (Cito) Cijfers 3 Welk

Nadere informatie

Wat is er met motivatie aan de hand?

Wat is er met motivatie aan de hand? Wat is er met motivatie aan de hand? Hans Kuyper GION, mei 2011 Een op veel middelbare scholen voorkomend verschijnsel is dat de leerlingen aan het begin van de eerste klas behoorlijk gemotiveerd zijn

Nadere informatie

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL 1 Locatie: BS de Kameleon Middelzand 3501 1788ES Julianadorp Contactgegevens: Eureka SO HB onderwijs Locatie: BS De Kameleon Middelzand 3501 1788 ES Julianadorp Tel: 0223-690078

Nadere informatie

Rapportage Drijfveren en Cultuur. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Rapportage Drijfveren en Cultuur. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum: Rapportage Drijfveren en Cultuur Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 05.04.2016 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 05.04.2016 / Drijfveren en Cultuur 2 Inleiding Wat motiveert je? Waar krijg jij

Nadere informatie

CRE-W. Instrument over creatief denken in organisaties. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport

CRE-W. Instrument over creatief denken in organisaties. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport CRE-W Instrument over creatief denken in organisaties HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Basisrapport INLEIDING CRE-W 2/7 Inleiding De CRE-W is een vragenlijst die de mate van creatief denken van

Nadere informatie

Beroepsmatige instelling Bij beroepsmatige instelling wordt gekeken naar wat u motiveert en welke doelstellingen u op werkgebied heeft.

Beroepsmatige instelling Bij beroepsmatige instelling wordt gekeken naar wat u motiveert en welke doelstellingen u op werkgebied heeft. Pagina 1 van 21 BIP-werkgerelateerde persoonlijkheidsvragenlijst Dit rapport geeft een overzicht van uw positie op de vier persoonlijkheidsdimensies die relevant zijn voor het functioneren in een werkomgeving:

Nadere informatie

Resultaten 1 6/30/2016 VWO COMPETENTIEPROFIEL EN NIVEAU

Resultaten 1 6/30/2016 VWO COMPETENTIEPROFIEL EN NIVEAU Resultaten 1 6/30/2016 VWO COMPETENTIEPROFIEL EN NIVEAU Resultaten 2 6/30/2016 PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN Naam ABCDE Resultaten 3 6/30/2016 Gegevens deelnemer School Naam Algemeen College Naam ABCDE Afnamedatum

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord... 10

Inhoud. Voorwoord... 10 Voorwoord................................................................... 10 Hoofdstuk 1 Wat weten we over leren? Wat is het nut van verrijking?.....................................................................

Nadere informatie

Motivatievragenlijst. MQ rapport. de heer Piet Hollander. 29 oktober 2002

Motivatievragenlijst. MQ rapport. de heer Piet Hollander. 29 oktober 2002 Motivatievragenlijst MQ rapport de heer Piet Hollander 29 oktober 2002 Dit rapport is gegenereerd door een instrument behorende tot het SHL Human Resource Management System. Het gebruik van enig instrument

Nadere informatie

(Hoog)begaafde protocol OBS Prins Claus

(Hoog)begaafde protocol OBS Prins Claus (Hoog)begaafde protocol OBS Prins Claus Linschoten juli 2017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Visie... 3 Doelgroep... 3 Signaleren... 4 Onderpresteerders... 4 Onderwijsbehoeften... 4 Begeleiding...

Nadere informatie

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs Ons Onderwijs Kwaliteit in onderwijs Voorwoord Bij Marianum staat de ontwikkeling van de leerling voorop. Wij staan voor aantrekkelijk en afgestemd onderwijs, gemotiveerde leerlingen en goede eindresultaten.

Nadere informatie

Begeleiding en coaching van begaafde (potentiële) drop-outs. Slim Begeleiden maart 2018

Begeleiding en coaching van begaafde (potentiële) drop-outs. Slim Begeleiden maart 2018 Begeleiding en coaching van begaafde (potentiële) drop-outs T A L E N T Slim Begeleiden Albert Kaput Regionaal Support Netwerk voor Creativiteit en talentontwikkeling Arnhem - Nijmegen In ontwikkeling...

Nadere informatie

Profielen van begaafde leerlingen

Profielen van begaafde leerlingen Profielen van begaafde leerlingen Begaafdheid kan op verschillende manieren in zichtbaar gedrag tot uiting komen. Aangezien persoonlijkheid het resultaat is van ervaring en aanleg, worden ook begaafde

Nadere informatie

OVERDRACHTSFORMULIER. en voor de afdeling mavo - havo - atheneum (Omcirkelen wat van toepassing is).

OVERDRACHTSFORMULIER. en voor de afdeling mavo - havo - atheneum (Omcirkelen wat van toepassing is). OVERDRACHTSFORMULIER Geachte collega, De hierna te noemen leerling is op onze school aangemeld voor leerjaar en voor de afdeling mavo - havo - atheneum (Omcirkelen wat van toepassing is). Graag ontvangen

Nadere informatie

TH-MI Motivation Indicator. Brown Jeremy Manager Brainwave Ltd.

TH-MI Motivation Indicator. Brown Jeremy Manager Brainwave Ltd. Brown Jeremy Manager Brainwave Ltd. TH-MI Motivation Indicator Dit rapport werd gegenereerd op 30-08-2013 door White Alan van Brainwave Ltd.. De onderliggende data dateren van 30-08-2013. OVER DE MOTIVATION

Nadere informatie

Met ingang van het schooljaar hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid.

Met ingang van het schooljaar hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid. Beleid rond begaafdheid voor leerlingen van De Vosseschans Met ingang van het schooljaar 2009-2010 hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid. Dit wil niet zeggen dat

Nadere informatie

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan De zorg en begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking moet erop gericht zijn dat de persoon een optimale kwaliteit

Nadere informatie

Persoonlijkheidsprofiel. Anoniem

Persoonlijkheidsprofiel. Anoniem Anoniem 2012 1. Inleiding Dit is jouw persoonlijkheidsprofiel. Het profiel is gebaseerd op de antwoorden die jij hebt gegeven in de vragenlijst. Jouw antwoorden zijn vergeleken met die van een grote groep

Nadere informatie

Kinderen met weinig zelfvertrouwen gebruiken vaak de woorden nooit en altijd.

Kinderen met weinig zelfvertrouwen gebruiken vaak de woorden nooit en altijd. ZELFVERTROUWEN Zelfvertrouwen is het vertrouwen dat je in jezelf hebt. Zelfvertrouwen hoort bij ieder mens en het betekent dat je een reëel zelfbeeld hebt, waarin ruimte is voor sterke kanten, maar ook

Nadere informatie

BPS visiestuk. Het Fons Vitae wil talent herkennen, erkennen, stimuleren en faciliteren.

BPS visiestuk. Het Fons Vitae wil talent herkennen, erkennen, stimuleren en faciliteren. BPS visiestuk Het Fons Vitae is sinds 2014 een BegaafdsheidsProfielSchool (BPS). De school is trots dit keurmerk te mogen voeren en is zich bewust van de verantwoordelijkheid die dit met zich meebrengt.

Nadere informatie

Appendix A Checklist voor visible learning inside *

Appendix A Checklist voor visible learning inside * Appendix A Checklist voor visible learning inside * * Op www.bazalt.nl/lerenzichtbaarmaken kunt u dit formulier downloaden en vervolgens printen. Het is belangrijk dat de medewerkers van de school deze

Nadere informatie

E-assessment Voorbeeldrapporta ge. Mw. A. Noniem VOORBEELD

E-assessment Voorbeeldrapporta ge. Mw. A. Noniem VOORBEELD E-assessment Voorbeeldrapporta ge Mw. A. Noniem Inhoudsopgave Inleiding... Samenvatting voor HRM/Management... Functieomschrijving & Bedrijfsvisie... Testkeuze... Testresultaten... 3 Persoonlijkheid inleiding...

Nadere informatie

Leerlingprofielen in het voortgezet onderwijs

Leerlingprofielen in het voortgezet onderwijs Leerlingprofielen in het voortgezet onderwijs In deze leerlingprofielen wordt per onderwijsniveau een beschrijving gegeven van kenmerken en eigenschappen van leerlingen die passen bij dat onderwijsniveau.

Nadere informatie

Faalangst. Informatie en tips voor ouders en verzorgers

Faalangst. Informatie en tips voor ouders en verzorgers Faalangst Informatie en tips voor ouders en verzorgers Wat is faalangst? Faalangst is angst die optreedt in situaties waarin er bepaalde prestaties van uw kind worden verlangd. Het is de angst om niet

Nadere informatie

Talentenanalyse Gabriëlle van der Meulen 5 mei 2010

Talentenanalyse Gabriëlle van der Meulen 5 mei 2010 Gabriëlle van der Meulen 5 mei 2010 Talentenanalyse ceylonpoort 5-25 2037 AA Haarlem T 023-5463747 I www. E webdiscussie@ Inhoudsopgave: 1. Inleiding 3 2. Betekenis van de scores 3 3. Consistentie 3 4.

Nadere informatie

1 Het sociale ontwikkelingstraject

1 Het sociale ontwikkelingstraject 1 Het sociale ontwikkelingstraject Tijdens de schoolleeftijd valt de nadruk sterk op de cognitieve ontwikkeling. De sociale ontwikkeling is in die periode echter minstens zo belangrijk. Goed leren lezen,

Nadere informatie

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Jouw uitslag... 4 Pagina 2 van 8 1. Inleiding Hallo Sander, Dit is de uitslag van jouw Ik-Wijzer. Hierin staat wat jij belangrijk vindt en wat je minder belangrijk vindt.

Nadere informatie

Worden het er nu steeds meer?

Worden het er nu steeds meer? Worden het er nu steeds meer? Hoogbegaafde leerlingen in onderwijs en zorg Radboud Recharge, 6 oktober 2018 Dr. Lianne Hoogeveen Radboud Centrum Sociale Wetenschappen (RadboudCSW) www.rcsw.nl CBO Talent

Nadere informatie

Protocol Hoogbegaafdheid KBS St. Anna April 2015

Protocol Hoogbegaafdheid KBS St. Anna April 2015 Protocol Hoogbegaafdheid KBS St. Anna April 2015 Laatst bijgewerkt: Instemming/advies MR: Instemming/advies team: Datum Ondertekening 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Wat verstaan we onder (hoog)begaafdheid:...

Nadere informatie

Stimulerend signaleren

Stimulerend signaleren Stimulerend signaleren SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Desirée Houkema /thema/stimulerend signaleren Talenten worden zichtbaar als ze gestimuleerd worden productief Dabrowski: overexcitabilities

Nadere informatie