Nut en noodzaak van Bedrijvenpark A1 te Deventer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nut en noodzaak van Bedrijvenpark A1 te Deventer"

Transcriptie

1 Nut en noodzaak van Bedrijvenpark A1 te Deventer dr. E.Louw 9 mei 2011

2 Nut en noodzaak van Bedrijvenpark A1 te Deventer Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van: Vereniging Woonmilieu Epse Auteur: dr. Erik Louw 9 mei 2011 Technische Universiteit Delft Jaffalaan 9, 2628 BX Delft Tel. (015) Fax (015) mailbox@otb.tudelft.nl Copyright 2011 by OTB Research Institute for Housing, Urban and Mobility Studies No part of this report may be reproduced in any form by print, photo print, microfilm or any other means, without written permission from the copyright holder.

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Onderzoeksvraag Opbouw van de rapportage De markt voor bedrijventerreinen en kantoren Inleiding De markt voor bedrijventerreinen Algemene kenmerken De markt voor bedrijventerreinen in Deventer De kantorenmarkt Algemene kenmerken De kantorenmarkt in Deventer Trendanalyse Inleiding Bedrijventerreinen Kantoren Documenten analyse Inleiding Ramingen Ramingen voor bedrijventerreinen Ramingen voor kantoren Beleidsdocumenten Vraag-aanbod vergelijking Doelgroepen Exploitatieplan Bedrijvenpark A Conclusie Bronnen

4 1 Inleiding 1.1 Onderzoeksvraag De Vereniging Woonmilieu Epse (VWE) heeft het van de Technische Universiteit Delft gevraagd de nut en noodzaak van het geplande bedrijventerrein Bedrijvenpark A1 te Deventer te onderzoeken. Deze vereniging voort sinds 1990 oppositie tegen de plannen van de gemeente Deventer om aan de Gorsselse kant van de A1 een bedrijventerrein te ontwikkelen. Omdat de procedures voor de planning van het Bedrijvenpark A1 de laatste stadia ingaan heeft VWE behoefte aan een expert opinion over de verschillende rapporten waarmee nut en noodzaak van het terrein worden onderbouwd. Het onderhavige rapport geeft daar invulling aan. 1.2 Opbouw van de rapportage Het rapport bestaat uit drie inhoudelijke hoofdstukken en een conclusie. In hoofdstuk twee wordt een beeld gegeven van de markt voor bedrijventerreinen en kantoren. Eerst wordt ingegaan op de algemene kenmerken van deze markten. Daarna worden deze markten in Deventer geanalyseerd. In hoofdstuk drie worden de belangrijkste trends beschreven die nu en in de toekomst de markten voor bedrijventerreinen en kantoren beïnvloeden. Deze zijn belangrijk om een beeld te krijgen van de toekomstige vraag naar bedrijventerreinen en kantoren. In hoofdstuk vier worden de verschillende beleidsdocumenten over de planning en realisatie van Bedrijvenpark A1 geanalyseerd. Het gaat daarbij zowel om de verschillende ramingen over de vraag naar bedrijventerreinen en kantoren, als over de gemeentelijke beleidsdocumenten over bedrijventerreinen en kantoren. Het rapport wordt afgesloten met een aantal conclusies over nut en noodzaak van Bedrijvenpark A1. 2

5 2 De markt voor bedrijventerreinen en kantoren 2.1 Inleiding De ontwikkeling van bedrijventerreinen is sterk verweven met de ontwikkeling van bedrijfsgebouwen en kantoren. Om de argumentatie bij de ontwikkeling van een bedrijventerrein te kunnen begrijpen is het daarom nodig een algemeen beeld te hebben over hoe de markt voor bedrijfsgebouwen en kantoren werkt. In feite is de markt voor bedrijventerreinen een afgeleide van de markt voor bedrijfsgebouwen en kantoren. Bedrijven zoeken in eerste instantie bedrijfshuisvesting. Wanneer blijkt dat nieuwbouw voor hen het beste alternatief is gaan ze op zoek naar een bouwkavel of betrekken ze een gebouw dat door een projectontwikkelaar is gerealiseerd. In dit laatste geval heeft de projectontwikkelaar de grond verworven en een gebouw gerealiseerd. Dit hoofdstuk is alsvolgt opgebouwd. Allereerst wordt een kort overzicht gegeven van de algemene kenmerken van de markt voor bedrijventerreinen. Daarna wordt ingegaan op de markt voor bedrijventerreinen in Deventer. Voor de kantorenmarkt is dezelfde aanpak gekozen. Allereerst wordt gekeken naar de markt in zijn algemeenheid en volgens wordt ingegaan op de markt in Deventer. 2.2 De markt voor bedrijventerreinen Algemene kenmerken De markt voor bedrijventerreinen is onderdeel van de vastgoedmarkt, welke bestaat uit de markt voor (bouw)grond en gebouwen. Een belangrijk kenmerk van de vastgoedmarkt is dat deze zeer conjunctuur gevoelig is. Wanneer de economie niet of minder hard groeit, heeft dat gevolgen voor de vraag naar gebouwen. Bij een recessie zien we dan ook direct een vermindering van de vraag naar bedrijfsgebouwen en kantoren. Dit komt omdat veel bedrijven hun investerings- en verhuisplannen uit- of afstellen. Wanneer de economie later weer groeit neemt ook de vraag na verloop van tijd weer toe. Andere gevolgen van een recessie zijn prijsdalingen en leegstand. Omdat bij een recessie de vraag naar bedrijfsgebouwen daalt, daalt ook de vraag naar bouwkavels op bedrijventerreinen. Dit is duidelijk te zien in figuur 2.1 waarin de groei van de economie (ontwikkeling van het bruto binnenlandsproduct) is afgezet tegen de uitgifte van bouwgrond op bedrijventerreinen. In de periode tussen 1978 en 2010 is de Nederlandse economie vier keer getroffen door een recessie (rond 1982, 1991, 2001 en 2009) met een daarbij sterke daling van de uitgifte. Ook de huidige recessie is duidelijk in de grafiek te zien: in 2009 was de uitgifte minder dan de helft van Omdat recessies een steeds terugkerend verschijnsel zijn mogen we de effecten daarvan zoals leegstand en lagere uitgifte niet per definitie zien als structurele (langdurige) effecten die langdurig zullen aanhouden. Het zelfde geldt voor perioden waarin de economie groeit. De dan hoge uitgifte cijfers mogen niet zonder meer in de toekomst worden doorgetrokken. 3

6 Figuur Hectare Uitgifte op bedrijventerreinen (netto hectare) en groei van het bruto binnenlands product tussen 1978 en 2010 in Nederland Uitgifte Groei bruto binnenlandsproduct Bron: Integraal Bedrijventerreinen Informatie Systeem en CBS-StatLine. Leegstand op bedrijventerreinen staat momenteel volop in de belangstelling. Bij deze discussie moet onderscheid worden gemaakt tussen leegstaande bedrijfsgebouwen en leegstaande kantoren. Hoewel exacte cijfers ontbreken bestaat de indruk dat de leegstand bij bedrijfsgebouwen in vergelijking tot die bij kantoren beperkt is. Het makelaarskantoor DTZ Zadelhoff schatte in 2007 het leegstandpercentage op bedrijventerreinen op 4,5% (voor kantoren was dit aandeel toen 12,6%). Andere onderzoeken op verschillende bedrijventerreinen bevestigen dit beeld. Over het algemeen is de leegstand laag, maar op bepaalde bedrijventerreinen kan deze wel oplopen tot 20%. Sinds 2007 is de leegstand bij bedrijfsgebouwen wel gestegen, maar als percentage van de totale voorraad aan bedrijfsgebouwen is het nog altijd beperkt tot 5-6%. Een deel van de leegstand wordt veroorzaakt doordat de vraag naar bedrijfsruimte laag is. Deze leegstand duurt over het algemeen kort en lost zich vaak vanzelf op. Een zekere mate van leegstand is zelfs gewenst om bedrijven die op zoek zijn naar bedrijfsruimte vestigingsalternatieven te bieden. Deze zogenaamde frictieleegstand bedraagt 4 à 5%. Een ander deel van de leegstand is de zogenaamde structurele leegstand. Dit zijn panden die gedurende lange tijd leeg staan omdat ze niet meer aansluiten op de vraag van bedrijven. Het gaat dan bijvoorbeeld om oude fabriekshallen. Deze leegstand is veel problematischer dan de frictieleegstand omdat de markt de structurele leegstand niet zelf kan oplossen De markt voor bedrijventerreinen in Deventer De gemeente Deventer heeft 6 bedrijventerreinen, waarvan 4 in de kern Deventer. In totaal gaat het om 290 hectare netto oppervlak (totaal uitgegeven aan bedrijven). Eind 2009 was hiervan 285 uitgegeven aan bedrijven. Vijf hectare was beschikbaar voor uitgifte. Wanneer wordt gekeken naar de ontwikkeling van voorraad uitgeefbaar bedrijventerrein en de uitgifte in de afgelopen 20 jaar dan blijkt dat tot eind jaren negentig van de vorige eeuw de gemeente Deventer over een ruime voorraad uitgeefbaar terrein beschikte (zie figuur 2.2). Rond de eeuwwisseling daalde zowel de uitgifte als de voorraad uitgeefbaar terrein. Gemiddeld werd in de jaren negentig 4

7 jaarlijks 7,8 hectare bedrijventerrein uitgegeven. In de eerste 10 jaar van deze eeuw was dit gemiddeld 2,6 hectare. Voor deze daling zijn twee mogelijke verklaringen te geven: 1. De vraag naar bouwkavels op bedrijventerreinen is verminderd door een autonome vraagvermindering. 2. Het hoeveelheid uitgeefbaar terrein is kleiner geworden waardoor er minder terrein kan worden uitgegeven (het aanbod is schaars). Figuur Hoeveelheid uitgeefbaar bedrijventerrein en uitgifte in de gemeente Deventer tussen 1988 en Hectare Uitgeefbaar aan begin van jaar Uitgifte Bron: Integraal Bedrijventerreinen Informatie Systeem De hoeveelheid uitgeefbaar bedrijventerrein bestaat uit twee componenten. Er is een hoeveelheid die bouwrijp is en direct kan worden uitgegeven aan bedrijven. Deze hoeveelheid wordt terstond uitgeefbaar genoemd. Daarnaast is er een hoeveelheid die niet-terstond uitgeefbaar is. Dit is de hoeveelheid bedrijventerrein die in (vastgestelde) bestemmingsplannen is opgenomen, maar nog niet bouwrijp is gemaakt. In figuur 2.3 is de opbouw van de hoeveelheid uitgeefbaar bedrijventerrein in de gemeente Deventer weergegeven. Hieruit blijkt dat vanaf 1996 tot 2003 deze hoeveelheid zeer sterk is gedaald. Aanvankelijk deed deze daling zich vooral voor bij de hoeveelheid niet terstond uitgeefbaar. Na 2006 is er alleen nog direct uitgeefbaar terrein aanwezig. Omdat de hoeveelheid uitgeefbaar terrein hierdoor structureel op een laag niveau is komen te liggen, is het aannemelijk dat dit lage aanbod deels verantwoordelijk is voor de lage uitgifte. Wanneer Bedrijvenpark A1 tot de hoeveelheid uitgeefbaar bedrijventerreinen zou worden gerekend, dan neemt de hoeveelheid niet terstond uitgeefbaar met ca. 55 hectare toe. 5

8 Figuur Opbouw van de hoeveelheid uitgeefbaar bedrijventerrein in de gemeente Deventer tussen 1988 en Hectare Niet terstonduitgeefbaar Terstond uitgeefbaar Bron: Integraal Bedrijventerreinen Informatie Systeem. De aanleg van bedrijventerreinen wordt vaak beargumenteerd met het werkgelegenheidsargument. Wanneer een gemeente onvoldoende nieuwe bedrijventerreinen aanlegt, zal de werkgelegenheidsontwikkeling daar onder lijden. Omdat de figuren 2.2 en 2.3 aangeven dat dit argument op Deventer van toepassing zou kunnen zijn, wordt in figuur 2.4 de ontwikkeling van werkgelegenheid in Deventer vergeleken met de werkgelegenheidsontwikkeling in de andere gemeenten in de Stedendriehoek. In deze gemeenten was de afgelopen 10 jaar wel een ruimte hoeveelheid uitgeefbaar terrein aanwezig. Uit de figuur blijkt dat de werkgelegenheidsontwikkeling van Deventer sinds 1996 niet veel afwijkt van de ontwikkeling in het totale Stedendriehoekgebied en vaak beter scoort dan de andere gemeenten in de regio. In de afgelopen jaren heeft het de beperkte hoeveelheid uitgeefbaar bedrijventerrein de werkgelegenheidsontwikkeling in vergelijking met de andere regio gemeenten dus niet negatief beïnvloed. Exacte cijfers over de leegstand in bedrijfsruimten in Deventer zijn schaars. In de Bedrijventerreinenvisie van de Gemeente Deventer (2011) wordt een leegstandspercentage van 5-6% genoemd. Vooral in het Havenkwartier is de leegstand hoog. Uit andere bronnen is de zogenaamde aanbod-voorraad ratio bekend. Hoewel deze ratio niet precies de leegstand weergeeft omdat het aanbod niet alleen bestaan uit leegstaande panden, is het wel een redelijk betrouwbare benadering voor de leegstand. Volgens DTZ Zadelhoff bedroeg deze ratio in 2009 in Deventer iets meer dan 5%. Medio 2010 was dit iets meer dan 4%. Ondanks de recessie liggen deze percentages bij het niveau van de frictieleegstand. 6

9 Figuur Ontwikkeling van de werkgelegenheid in de gemeenten in de region Stedendriehoek in de periode (index 1996 =100) Index 1996 = Epe Deventer Apeldoorn Voorst Lochem Zutphen Brummen Totaal Bron: ABF Vastgoedmonitor en LISA.nl (voor laatste drie jaar). 2.3 De kantorenmarkt Algemene kenmerken Evenals de bedrijventerreinenmarkt is de kantorenmarkt sterk afhankelijk van de conjunctuur. Wanneer het economisch goed gaat stijgt de vraag naar kantoorruimte (opname genoemd) en omgekeerd. Figuur 2.5 geeft dit goed weer. Tijdens de recessies nam het aanbod van kantoorruimte toe en daalde de opname. Opvallend is dat na 2000 het aanbod sterk steeg en de opname daar duidelijke bij achterbleef. Het hoge aanbod van 6,5 miljoen m² in 2010 weerspiegeld ook het hoge leegstandspercentage van iets meer dan 13%. 7

10 Figuur 2.5 Opname en aanbod op de Nederlandse kantorenmarkt in de periode 1981 tot en met Oppervvlak (x m) Opname Aanbod Bron: Tijdschrift Vastgoedmarkt (verschillende jaargangen) De kantorenmarkt in Deventer Eind 2008 bedroeg de voorraad kantoorruimte in Deventer ongeveer m². Eind 2002 was dit nog m² (Bak, 2003 en 2010). Dit is een stijging van ruim 17%. In dezelfde periode nam in Nederland de voorraad kantoorruimte met iets meer dan 12,5% toe. Dit betekent dat de voorraad kantoorruimte in Deventer de afgelopen jaren relatief sterk is gestegen. In figuur 2.6 is de ontwikkeling van de kantorenmarkt in Deventer weergegeven voor de periode Hierbij valt op dat het aanbod gedurende de gehele periode veel hoger lag dan de opname. Deventer wijkt hiermee dus niet af van het nationale beeld (zie figuur 2.5). Opvallend is verder dat er zich rond geen piek in de opname heeft voorgedaan, zoals landelijk wel het geval was. Hierdoor vertoont het opnameniveau de afgelopen tien jaar een dalende trend. In de eerste vijf jaar van deze eeuw lag het gemiddelde opnameniveau duidelijk hoger als tussen 2006 en Figuur 2.6 Vierkanter meters Aanbod en opname van kantoorruimte in Deventer in de periode 2001 tot en met opname aanbod *De opname in 2011 is nog niet bekend. Bron: Dynamics (2007 en 2011). 8

11 Exacte cijfers over de leegstand zijn niet voorhanden. Wanneer wordt afgaan op de aanbod-voorraad ratio als benadering voor de leegstand, dan bedraagt de leegstand begin 2011 bijna 27%. Dit betekent dat ongeveer een kwart van de voorraad kantoren in Deventer leeg staat. Tevens kan geconstateerd worden dat de leegstand in Deventer in vergelijking tot het Nederlandse gemiddelde van 13% zeer hoog is. Ook in vergelijking met de kantorenmarkt in de Randstad, scoort Deventer slecht. Zowel in de Randstad als in Deventer is de aanbod-voorraad ratio de afgelopen jaren toegenomen, maar de toename in Deventer was verhoudingsgewijs groter dan in de Randstad (zie figuur 2.7). De leegstand in Deventer lijkt voor een belangrijk deel structureel te zijn: de invloed van de conjunctuur is er wel (zie daling ratio tussen 2006 en 2008) maar dit brengt de ratio niet noemenswaardig omlaag. Figuur % Aanbod-voorraad ratio in Deventer en de Randstad (de vier grote steden) in de periode 2003 tot en met % 20% 15% 10% 5% Aanbod-voorraad ratio Deventer Aanbod-voorraad ratio Randstad 0% Bron: Gebaseerd op Dynamics (2007 en 2011). 9

12 3 Trendanalyse 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt kort stilgestaan bij een aantal trends die de markten van bedrijventerreinen en kantoren beïnvloeden. Het gaat daarbij zowel om ontwikkelingen die de vraag naar bedrijventerreinen en kantoren beïnvloeden, als om het beleid dat wordt gevoerd. Deze trends zijn belangrijk om de ramingen over de vraag naar bedrijventerreinen en kantoren in perspectief te kunnen plaatsen. De ramingen die worden gebruikt om het Bedrijvenpark A1 te onderbouwen worden in het volgende hoofdstuk geanalyseerd. Wanneer belangrijke trends niet in deze ramingen zijn verwerkt, worden de ramingen minder geloofwaardig. 3.2 Bedrijventerreinen De aanleg van bedrijventerreinen is in veel gemeenten een belangrijk instrument in het kader van het economisch beleid. Het aantrekken van nieuwe bedrijven en het accommoderen van de groei van de werkgelegenheid zijn de belangrijkste argumenten om nieuwe bedrijventerreinen aan te leggen. Door de structuurverandering van de economie neemt de betekenis van dit argument echter snel in betekenis af. De industrie, waarvoor bedrijventerreinen van oudsher werden ontwikkeld, neemt langzaam in betekenis af. Daarentegen neemt de dienstensector aan betekenis toe. Inmiddels is meer dan de helft van de beroepsbevolking werkzaam in de deze sector. Deze ontwikkeling zien we ook terug in de samenstelling van de werkgelegenheid op bedrijventerreinen. Het grootste deel van de werkgelegenheid is daar weliswaar nog steeds afkomstig uit de industriële en logistieke sector, maar dit aandeel neemt af, terwijl het aandeel werkgelegenheid in de dienstensector juist toeneemt (Weterings et al., 2008). Volgens de meest recente lange termijn ramingen van het Centraal Planbureau (2005) vraagt de groei van de werkgelegenheid tot 2020 nog om een uitbreiding van het areaal bedrijventerreinen. Na 2020 is alleen nog een uitbreiding van het areaal nodig in het scenario met de hoogste economische groei. De vraag naar bedrijventerreinen wordt echter niet alleen door deze zogenaamde uitbreidingsvraag bepaald. Er is ook de zogenaamde vervangingsvraag die in de toekomst steeds belangrijker zal worden (Renes & Weterings, 2009). Dit is de vraag die ontstaat omdat oude bedrijventerreinen aan de voorraad worden onttrokken omdat bedrijven zijn weggetrokken of zijn uitgeplaatst. Ook worden deze oude locaties voor bedrijven minder aantrekkelijk omdat ze vaak moeilijk bereikbaar zijn en dicht bij woonwijken liggen. Bedrijven trekken weg omdat hun oude panden en terreinen niet meer aan de eisen van de ondernemers voldoen. De maatvoering, indeling en uitstraling van deze panden zijn onvoldoende afgestemd op de eisen van moderne bedrijfsruimtegebruikers. Nieuwe panden voldoen daar wel aan waardoor veel bedrijven van een oud naar een nieuw pand verhuizen. Doordat er maar weinig bedrijven zijn die deze oude panden in gebruik willen nemen, neemt het aanbod ervan toe. Het deel van leegstand dat hieraan is toe te schrijven wordt structurele leegstand genoemd. De kans dat deze panden weer in gebruik zullen worden genomen is heel klein. Een oplossing is de gebouwen af te breken en het gebied een andere functie te geven (bijvoorbeeld wonen). Deze vervangingsvraag wordt naast de veranderende eisen van bedrijven ook in de hand gewerkt door de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen. De vaak relatief goedkope nieuwbouw die daar op maat is afgestemd op de eisen van moderne gebruikers, is een aantrekkelijk alternatief tegenover het verbouwen van oude bedrijfspanden. Op de markt van bedrijventerreinen is dit proces van doorstro- 10

13 ming als geruime tijd gaande. De hoge uitgifte in de jaren negentig van de vorige eeuw ging gepaard met een snelle groei van de hoeveelheid verouderde bedrijventerreinen. Het is om deze reden dat de herstructurering van bestaande bedrijventerreinen steeds meer aandacht krijgt. In toenemende mate investeren overheden in deze herstructurering en probeert men de oude terreinen aantrekkelijk te houden voor bedrijven. Of dit beleid werkelijk succesvol zal zijn hangt in belangrijke mate samen met de wijze waarop overheden omgaan met de aanleg van nieuwe terreinen. Het VROM-raad advies over bedrijventerreinen uit 2006 stelt dat het bedrijventerreinenbeleid nog te eenzijdig is gericht op de aanleg van nieuwe terreinen. Eerder had de Sociaal Economische Raad (1999) al aanbevolen de zogenaamde SER-ladder te hanteren bij de planning van bedrijventerreinen. Het idee achter deze ladder is dat gemeenten pas nieuwe terreinen mogen aanleggen, als zij kunnen aantonen dat intensivering van het ruimtegebruik en herstructurering van verouderde bedrijventerreinen onvoldoende capaciteit oplevert. Hoewel de SER-ladder beleidsmatig wordt onderschreven in vele beleidsnota s en het Convenant Bedrijventerreinen , wordt deze in de praktijk maar zeer sporadisch toegepast. Dit terwijl het convenant is ondertekend door het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de (toenmalige) ministers van VROM, EZ en BZK en dus zou mogen rekenen op een breed draagvlak. 3.3 Kantoren In de (vak)literatuur worden vele trends bij de vraag naar kantoorruimte beschreven. Vaak gaat het daarbij om trends die sterk met elkaar samenhangen en analytisch moeilijk van elkaar zijn te scheiden. Bovendien zijn het trends die zich nu manifesteren en waarvan het niet bekend is in hoeverre ze structureel op lange termijn zullen doorwerken. Het gaat daarbij om de volgende ontwikkelingen: Kwaliteit van de kantoorgebouwen. Er is een trend naar meer duurzame en energiezuinige kantoorgebouwen ( groene gebouwen, energie zuinige gebouwen, Cradle to Cradle ontwerpen, etc.). Deze trend wordt voor een belangrijk deel te worden ingevuld door de bouw van nieuwe gebouwen en leidt derhalve tot een grotere vervangingsvraag, waarbij oude gebouwen worden vervangen door kwalitatief andere en betere kantoorgebouw. Een grotere flexibiliteit in het arbeidsvolume per bedrijf. Er is een duidelijke trend waarbij het aandeel werknemers per bedrijf met een vast dienstverband, daalt. Het aandeel van het werk dat wordt verricht door de zogenaamde flexibele schil (dat zijn uitzendkrachten, werknemers met een tijdelijk contact en ZZP-ers) wordt daarentegen steeds groter. Welke invloed deze trend heeft op het ruimtegebruik is nog niet onderzocht, maar het is aannemelijk dat hierdoor per saldo het ruimtegebruik in kantoren daalt. Immers, verwacht mag worden dat bedrijven niet voor elke tijdelijke arbeidsplaats een permanente werkplek zullen aanhouden. Bovendien zullen ZZP-ers een (belangrijk) deel van hun werkzaamheden niet bij de opdrachtgever verrichten. Het Nieuwe Werken (HNW). Het Nieuwe Werken betekent dat werknemers niet meer op een vaste plaats en op vaste tijdstippen werken. Werknemers kunnen daardoor een deel van hun werkzaamheden buiten het kantoor en/of buiten reguliere kantooruren verrichten. Voor bedrijven betekent dit dat zij veel efficiënter met kantoorruimte kunnen omgaan en derhalve per werknemer minder kantoorruime nodig hebben. Per saldo zal de ruimte behoefte per werknemer. fte dalen. Op zich is dit geen nieuwe ontwikkeling. In werkelijkheid daalt het ruimtegebruik per werknemer al sinds begin deze eeuw. In 2002 bedroeg het ruimtegebruik per werknemer nog 26,6 m². In 2010 was dit gedaald tot 19,8 m² per werknemer (Van Leeuwen, 2010). 1 Op korte termijn wordt een verdere daling voorzien (Twijnstra Gudde, 2010). 1 Er zijn goed reden om aan te nemen dat deze ontwikkeling al voor 2000 is ontstaan. 11

14 Een ander effect van HNW is dat er vraag ontstaat naar een andere kwaliteit kantoorruimte. Er is minder behoefte aan kantoorwerkplekken en meer aan ruimtes voor samenwerking (en ontmoetingen) en klantontvangst. Ook zijn er geluiden die zeggen dat door HNW de vraag naar grote kantoorgebouwen zal dalen en er meer behoefte is aan multifunctionele en flexibele kantoren die goed bereikbaar zijn. Het Nieuwe Werken leidt dus ook tot een kwaliteitsverandering van de kantoorgebouwen. Hierdoor wordt de vervangingsvraag gestimuleerd. Schaarste op de arbeidsmarkt en hoger kennisniveau. Alle prognoses over de arbeidsmarkt gaan er van uit dat er door de vergrijzing schaarste aan arbeidskrachten zal ontstaan. Dit zorgt voor concurrentie tussen werkgevers om de beste medewerkers. Een goede fysieke werkomgeving (locatie en gebouw) zal bij deze concurrentieslag een rol spelen. Dit geldt vooral voor kenniswerkers waarvan verwacht wordt dat hun aantal sterk zal stijgen. Wanneer de hogere eisen aan gebouwen niet in de bestaande voorraad kunnen worden gerealiseerd zal dit leiden tot vervangingsvraag. Samenvattend kan gesteld worden dat deze trends duiden op een lager ruimtegebruik per medewerker (de kantoorquotiënt) dan we nu gewend zijn. De ramingen over de in de toekomst benodigde hoeveelheid kantoorruimte houden hier vaak geen rekening mee. Een ander effect van HNW is dat per bedrijf minder kantoorruimte nodig is. Hoewel de gevraagde hoeveelheid kantoorruimte ook afhangt van de (vaak wisselende) organisatiestructuren van ondernemingen, is per saldo het effect van HNW dat grote kantoorgebouwen minder aantrekkelijk worden. Verder zijn er verschillende aanwijzingen dat de kwaliteitseisen die aan kantoorgebouwen worden gesteld zullen veranderen. Van deze verandering in kwaliteitseisen zal een verhuisdynamiek uitgaan die een vervangingsvraag oproept. Hoe groot deze vervangingsvraag zal zijn, hangt af van de mate waarin nieuwbouw in de toekomst mogelijk is en de overheid het huidige probleem met de leegstand gaat aanpakken. Wanneer de overheid de nu ruime mogelijkheden voor kantorennieuwbouw in stand laat kan de vervangingsvraag groot blijven. Wanneer deze mogelijkheden worden beperkt en/of de renovatie van bestaande kantoorgebouwen wordt gestimuleerd kan de vervangingsvraag dalen. In tegenstelling tot het bedrijventerreinenbeleid, staat het beleid ten aanzien van kantoorontwikkeling nog in de kinderschoenen. Veel gemeenten hebben weliswaar kantorennota s opgesteld, maar deze gaan vooral over het aanbieden van voldoende bouwlocaties voor kantoren. Beleid voor verouderde kantorenlocaties of ter bestrijding van leegstand onder kantoren is nauwelijks aanwezig. De aandacht hiervoor is pas zeer recent ontstaan. 12

15 4 Documenten analyse 4.1 Inleiding De noodzaak om een bedrijventerreinen aan te leggen wordt vaak beargumenteerd met behoefteramingen. In het geval van Bedrijvenpark A1 is dit ook het geval. In dit hoofdstuk worden deze ramingen geanalyseerd en becommentarieerd. Tevens worden de beleidsdocumenten over het bedrijventerreinen en kantoren beleid bestudeerd om na te gaan in hoeverre de ramingen en beleid met elkaar in overeenstemming zijn. 4.2 Ramingen Voorafgaand aan de aanleg van veel bedrijventerreinen worden vaak ramingen over de vraag naar deze terreinen gemaakt. Er zijn verschilleden typen ramingen, elk met zijn eigen voor- en nadelen. Algemeen kenmerk van ramingen is echter dat zij per definitie een onzekerheidsmarge hebben. Ze zijn eerder richtinggevend dan voorspellend van aard. Daarom wordt vaak met scenario s gewerkt welke de bandbreedte aangeven waarbinnen de vraag zich naar alle waarschijnlijkheid zal afspelen. In zijn algemeenheid geldt dat het moeilijker is ramingen te maken voor een laag ruimtelijke schaalniveau dan voor een hoger ruimtelijk schaalniveau. Dit komt doordat modellen niet met alle lokale factoren rekening kunnen houden, maar ook omdat feitelijke ontwikkelingen op een laag ruimtelijk schaalniveau vaak worden beïnvloed door incidentele voorvallen (bijvoorbeeld een grote uitgifte aan één groot bedrijf). Op een hoger ruimtelijk schaalniveau vallen deze incidenten vaak tegen elkaar weg. In het in 2009 door de gemeenteraad van Deventer goedgekeurde Bestemmingsplan Bedrijvenpark A1 wordt verwezen naar de volgende ramingen: Bedrijventerreinenvisie Regio Stedendriehoek (Stec Groep, 2007). Regionale Structuurvisie Stedendriehoek 2030 (Regio Stedendriehoek 2007). Economische Programmering- en Ontwikkelingsdocument (EPO) Regio Stedendriehoek (Twijnstra Gudde, 2009). Kantorenonderzoek Deventer 2009 (Gemeente Deventer 2009). Daarnaast staan er ook ramingen in de Bedrijventerreinenvisie van de gemeente Deventer (2011) vermeld. Deze ramingen worden hierna op chronologisch volgorde geanalyseerd Ramingen voor bedrijventerreinen Bedrijventerreinenvisie Regio Stedendriehoek (Stec Groep, 2007) De raming komt tot een vraag naar bedrijventerreinen in Deventer voor de periode van 118,1 netto hectare. In de periode wordt de vraag op 30,1 hectare netto geraamd. Er is geen rekening gehouden met eventuele vervangingsvraag. De raming die de Bedrijventerreinenvisie hanteert is door de Provincie Gelderland in 2006 opgesteld. Deze raming is gemaakt met de zogenaamde BLM-methodiek waarbij prognoses over de werkgelegenheid worden vertaald in vraag naar bedrijventerreinen. Deze methode is door het Centraal Planbureau ontwikkeld en verondersteld dat het aandeel van de werkgelegenheid op bedrijventerreinen verder zal toenemen. Daarnaast gaat de methode uit van een verdere extensivering van het ruimtege- 13

16 bruik (meer ruimte per werkzame persoon). Deze veronderstellingen hebben een groter effect op de uiteindelijke vraag naar bedrijventerreinen dan de groei van de werkgelegenheid (zie tabel 4.1) en zijn in strijd met het de uitgangspunten van de SER-ladder, die uitgaat van intensivering van het ruimtegebruik en een beperking van de aanleg van nieuwe terreinen door zwaar in te zetten op de herstructurering van bestaande terreinen. Letterlijk staat in het Convenant Bedrijventerreinen : Een zorgvuldige planning van bedrijventerreinen begint bij een consequente toepassing van de SERladder (p. 12). Bij de raming van de Bedrijventerreinenvisie gebeurt dit laatste dus niet, waardoor de onderbouwing van naar bedrijventerreinen in Deventer feitelijk in strijd is met Nationale en regionale beleidsuitgangspunten. De ramingen zijn beleidsarm, en trekken daardoor impliciet het in het verleden gevoerde beleid en de daarbij behorende marktcondities door in de toekomst. Tabel 4.1 Groei in procenten van de uitbreidingsvraag naar bedrijventerreinen tussen 2002 en 2020 uitgesplitst naar componenten en CPB-scenario s. Regional Communities Strong Europe Transatlantic Market Global Economy Groei werkgelegenheid Toename aandeel werkgelegenheid op bedrijventerreinen Groei ruimtegebruik per werkzame persoon (terreinquotiënt) Totaal Bron: Arts et al., 2005, pagina In de raming wordt uitgegaan van het Global Economy (GE) scenario. Dit is het scenario met de hoogste werkgelegenheidsgroei (zie tabel 4.1). De argumentatie hiervoor is: Planologisch moet immers rekening gehouden worden met de maximale economisch groei en vraag naar bedrijventerreinen (p. 12). Ook deze argumentatie is in strijd met het huidige beleid. In het Convenant Bedrijventerreinen wordt gesteld dat de ondertekenende partijen het Transatlantic Market (TM) scenario als uitgangspunt nemen bij het opstellen en beoordelen van de uitbreidingsvraag naar bedrijventerreinen (p. 2). Welk effect de keuze van de scenario s heeft op de vraag naar bedrijventerreinen in Deventer wordt in tabel 4.2 weergegeven. Hieruit blijkt dat het effect aanzienlijk is. Wordt bijvoorbeeld uitgegaan van het Regional Communities scenario dan bedraagt de geraamde vraag tot 2020 ruim 47 hectare. Wordt uitgegaan van het Global Economy scenario dat is de vraag bijna tweeëneenhalf keer zo groot. Tabel 4.2 Uitbreidingsvraag naar bedrijventerreinen in Deventer in de perioden en in netto hectare Regional Communities 47,4-3,9 Strong Europe 90,7 15,6 Transatlantic Market 103,2 15,2 Global Economy 118,1 35,4 Bron: Provincie Gelderland, Regionale Structuurvisie Stedendriehoek 2030 (Regio Stedendriehoek 2007) 14

17 De raming die in deze structuurvisie wordt gebruikt is in 2005 opgesteld door ABF Research. Hierbij wordt het (oude) European Coördination scenario van het CPB gebruikt. Het CPB had toen drie scenario s waarvan het European Coördination scenario het zogenaamde middenscenario was. Voor de periode wordt de vraag naar bedrijventerreinen op ongeveer 140 hectare netto geschat. Gecorrigeerd voor de andere tijdsperiode waarop deze raming betrekking heeft ligt de uitkomst tussen de uitkomsten van het TM en GE-scenario uit tabel 4.2. Dus aan de bovenkant van de totale bandbreedte aan scenario s. De methode die ABF Research gebruikt lijkt sterk op de BLM-methodiek en staat daarom aan dezelfde kritiek bloot. Economische Programmering- en Ontwikkelingsdocument (EPO) Regio Stedendriehoek (Twijnstra Gudde, 2009) In dit document zijn de veranderingen in het nationale bedrijventerreinen beleid voor het eerst vermeld. Niet langer wordt het GE-scenario gehanteerd maar het TM-scenario. Ook wordt gesteld dat de Regio Stedendriehoek de SER-Lader wil toepassen. De raming die gebruikt wordt is een actualisatie uit 2009 van Gelderse bedrijventerreinenraming behorende bij het Ontwerp Structuurvisie Bedrijventerreinen van de provincie Gelderland. Daarin worden enkele kritische opmerkingen gemaakt over de BLM-ramingen die eerder in 2006 voor de COROPregio Zuidwest Overijssel zijn gemaakt. In vergelijking tot de landelijke ramingen viel deze namelijk op door de zeer hoge vraag naar bedrijventerreinen. Een analyse naar de oorzaken hiervan en contact met het CPB (door de onderzoekers van de provincie Gelderland) heeft uitgewezen dat het afwijkende regionale ontwikkelingspad zeer waarschijnlijk het gevolg is van een samenloop van omstandigheden. Een aantal bepalende factoren en omstandigheden hebben allen min of meer toevallig een opwaartse invloed op het onderzoeksresultaat voor het COROP-gebied Zuidwest Overijssel. (Provincie Gelderland, 2009, p. 27). Het ging daarbij om de volgende factoren (Provincie Gelderland, 2007, p. 1): Een hogere groeiverwachting van de regionale werkgelegenheid; (veel) hoger regionale terreinquotiënten in het basisjaar 2001 voor belangrijke sectoren als de nijverheid, logistieke dienstverlening en consumentendiensten; (veel) hoger regionaal groeitempo van de toekomstige terreinquotiënten. Op basis van deze uitkomst is de raming van de gemeente Deventer opnieuw uitgevoerd maar dan met gemiddelde kengetallen. Hiermee worden de extreme uitkomsten geneutraliseerd en ontstaat volgens de onderzoeker een consistenter ontwikkelingsbeeld (Provincie Gelderland, 2009, p. 27). In tabel 4.3 zijn de verschillen tussen de twee varianten van de raming weergegeven. Het valt op dat de herberekende raming (variant 2) aanzienlijk lager uitvalt dan de oorspronkelijke raming (variant 1). In variant 1 blijft er tot 2040 een uitbreidingsvraag bestaan, al wordt die wel steeds kleiner. In variant 2 is er na 2026 sprake van een negatieve groei. Dit betekent dat het totale oppervlak dat de gemeente Deventer voor bedrijventerreinen nodig heeft na 2026 jaarlijks met 2 hectare daalt. In het EPO document wordt deze discussie niet genoemd en wordt uitgegaan van oorspronkelijke raming (variant 1). De nieuwe berekening (variant 2) wordt niet genoemd, nog wordt aangegeven waarom variant 1 wordt gekozen en niet variant 2. De gemeente Deventer sluit zich overigens in haar Bedrijventerreinenvisie wel aan bij de kritische opmerkingen van de provincie Gelderland. De in tabel 4.3 genoemde vraag naar bedrijventerreinen betreft uitsluitend de uitbreidingsvraag. In het EPO document wordt ook ingegaan op de vervangingsvraag. Deze wordt voor Deventer op gemiddeld 0,8 hectare per jaar geschat. Hoe dit cijfer tot stand is gekomen is niet duidelijk. Hoog is dit cijfer echter niet in de context van de totale jaarlijkse vervangingsvraag in de Stedendriehoek van 7,3 hectare. 15

18 Tabel 4.3 Gemiddelde jaarlijkse uitbreidingsvraag voor bedrijventerreinen in de gemeente Deventer in twee varianten per periode in hectare (TM-scenario). Variant 1: Deventer gekoppeld aan BLM-uitkomsten voor COROP-regio Zuidwest Overijssel Variant 2: Deventer berekend op basis van gemiddelde kengetallen. Historische uitgifte ,2 5, ,0 4, ,7 0, ,1-2,1 Totaal ,5 4,9 Bron: Provincie Gelderland, 2009, p. 27 (bewerking ). In het EPO document wordt nog een argument genoemd waarom de te verwachten vraag naar bedrijventerreinen in Deventer boven het niveau van variant 1 plus de vervangingsvraag zal liggen. Er wordt op gewezen dat er binnen de Stedendriehoek regionale afspraken zijn over de opvang van de regionale behoefte. Hiervoor zijn terreinen in Apeldoorn (Apeldoorn Zuid) en Deventer (Bedrijvenpark A1) aangewezen. Gesteld wordt dat dit in de praktijk een hogere ruimtebehoefte voor Deventer betekent. Hoewel deze argumentatie op zich juist is, is het weer een voorbeeld van het uitsluitend meetellen van invloeden die de vraag opwaarts beïnvloeden. Door de keuze voor variant 1 is dit al gebeurd en door het meetellen van effecten van regionale afspraken gebeurd dit weer. Bedrijventerreinenvisie Gemeente Deventer (2011) In dit document worden geen nieuwe ramingen gemaakt. Wel worden verschillende ramingen en kengetallen op een rij gezet. Door het gemiddelde hiervan te nemen, wordt een gemiddelde vraag geschat. Deze komt uit 6,1 hectare per jaar (zie tabel 4.4). Dit cijfer is inclusief de vervangingsvraag en de bovenregionale vraag. De 6,1 hectare wordt gebruikt als uitgangspunt voor de vergelijking tussen vraag en aanbod (zie volgende paragraaf). Het berekenen van de vraag door het nemen een gemiddelde van verschillende ramingen is een opzich discutabele opzet omdat de discussie altijd zal gaan over welke ramingen wel en welke niet worden gebruikt om het gemiddelde te berekenen. Er zijn namelijk meer ramingen voorhanden dan in tabel 4.4 worden genoemd. Echter, bij de ramingen in tabel 4.4 zijn evenveel ramingen met een hoge uitkomst als met een lage uitkomst aanwezig (beide 4 ramingen). Wat dit betreft is er dus een evenwichtige keuze gemaakt. Dit neemt echter het methodisch bezwaar tegen de ramingen (geen rekening houden met beleidseffecten) niet weg. In de Bedrijventerreinenvisie (Gemeente Deventer, 2011) wordt over Bedrijvenpark A1 opgemerkt de een voorstadhalte van de NS voor dit terrein randvoorwaardelijk is (p. 36). Dit omdat de gemeente inzet op een verbeterde interne en externe bereikbaarheid. Voor zover bekend komt een halte bij Bedrijvenpark A1 niet in de plannen van NS of ProRail voor. Hieruit kan geconcludeerd worden dat er binnen afzienbare tijd niet aan deze randvoorwaarde tegemoet zal worden gekomen. 2 2 Vervoerstechnisch lijkt een halte bij Bedrijvenpark A1 een slechte keuze. Voorstadshaltes bij woonwijken hebben een veel groter potentie om vervoer te genereren dan voorstadshaltes bij werklocaties. 16

19 Tabel 4.4 Vraag naar bedrijventerreinen in Deventer tot en met 2020 volgens verschillende scenario s. Aandeel Deventer in provincie (netto oppervlak) Aandeel Deventer in provincie (uitgifte) Aandeel Deventer in Zuidwest Overijssel (netto oppervlak) Aandeel Deventer in Zuidwest Overijssel (uitgifte) Uitbreidingsvraag Vervangingsvraag Boven regionale vraag Totale vraag Vraag per jaar 38, ,3 3,9 19, ,2 2,2 113, ,4 10,4 131, ,4 11,9 EPO Stedendriehoek* 66 9,6 3,8 79,4 6,6 Provincie Gelderland variant 1** 74,5 10,8 3,7 89 7,4 Provincie Gelderland variant 2** 31,1 10,8 1,6 43,5 3,6 Extrapolatie IBIS 3,5 Gemiddelde 6,1 *Dit is feitelijk variant 1 van de Provincie Gelderland berekend met het TM-scenario. **Deze varianten zijn zeer waarschijnlijk met het TM-scenario berekend. Bron: Gemeente Deventer (2011), bewerking. Economische Verkenning 2009 (Gemeente Deventer 2009) In dit document worden verschillende van de hiervoor besproken ramingen aangehaald. Tevens wordt vermeld dat de gemeente Deventer al jaren in de geest van de SER-ladder handelt door de grote aandacht die het heeft voor de herstructurering van bedrijventerreinen. Dit is ontegenzeggelijk waar, maar het is geen argument ter onderbouwing van het gebruik van ramingen met een hoge vraag naar bedrijventerreinen. De parameters die in de ramingen zijn gebruikt, zijn namelijk niet op dit beleid gebaseerd. Ze zijn gebaseerd op oude waarden waarin het effect de SER-ladder nog niet zijn meegenomen. Het zijn bovendien de scenario s met de hoogste economisch groei, die met dit effect het minste rekening houden Ramingen voor kantoren De vraag naar kantoren in Deventer wordt onderbouwd met ramingen van Buck Consultants International (BCI) uit 2002 en van de provincie Gelderland (zie: Gemeente Deventer 2009). BCI heeft met drie scenario s de nieuwbouwbehoefte tot 2020 in beeld gebracht. In het scenario met de hoogste economische groei is er jaarlijks behoefte aan m² kantoorruimte. Volgens het scenario met de laagste economisch groei is dit m². De methode waarmee deze raming is gemaakt kan niet worden geanalyseerd omdat deze niet bekend is. Wel kan gesteld worden dat het een oude raming is die van recente inzichten geen gebruik heeft kunnen maken. Daarmee is de BCI-raming ongeschikt ter onderbouwing van het beleid. De raming van de provincie Gelderland dateert uit Ook voor deze raming is niet bekend hoe deze tot stand is gekomen. De provincie Gelderland gebruikt de vier CPB-scenario s. De uitkomsten daarvan liggen lager dan de ramingen van BCI (zie figuur 4.1). Bovendien laat de raming van de provincie Gelderland een steeds lagere groei van de vraag naar kantoren zien, terwijl de BCI-raming een 17

20 constant groeipad tot 2020 laat zien. Dit laatste is onrealistisch gezien de trends in de kantorenmarkt die wijzen op een steeds lager ruimtegebruik per werknemer (zie paragraaf 3.3). De raming van de provincie Gelderland heeft wat dit betreft een realistischer gehalte omdat de vraag naar kantoorruimte wel afneemt. Figuur Ramingen voor de gemiddelde jaarlijkse uitbreidingsvraag voor kantoren in Deventer per scenario en periode in vierkante meters Vierkante meters BCI maximum scenario BCI midden scenario BCI laag scenario Prov. Gelderland GE scenario Prov. Gelderland TM scenario Prov. Gelderland SE scenario Prov. Gelderland RC scenario Bron: Gemeente Deventer (2009) en Provincie Gelderland (2006). Ondanks dat de BCI raming verouderd is en geen rekening houdt met de verwachte daling in het ruimtegebruik, lijkt de gemeente Deventer in het Kantorenonderzoek 2009 een voorkeur uit te spreken voor het hoogste groeiscenario van BCI. Het argument hiervoor is dat dit scenario het beste de extrapolatie van het gemiddelde opnameniveau benadert. Nog afgezien van de hiervoor genoemde argumenten is dit een niet valide argument. Zowel BCI als de provincie Gelderland hebben de uitbreidingsvraag berekend. Dit is niet gelijk de opname welke bestaat uit de verkochte en verhuurde kantoorruimte, ongeacht of dit nieuwbouw of bestaande bouw is. Omdat onder normale omstandigheden altijd een deel van de opname in de bestaande bouw zal geschieden, 3 is de opname niet geschikt om een keuze voor een bepaald scenario voor de nieuwbouw te beargumenteren. De uitbreidingsvraag en de opname zijn onvergelijkbare grootheden. 4.3 Beleidsdocumenten In beleidsdocumenten worden bedrijventerreinen meestal beargumenteerd met een vergelijking tussen vraag en aanbod en een argumentatie betreffende het karakter van het betreffende terrein. Vaak gaat het bij dit laatste om de doelgroep waarvoor het terrein wordt ontwikkeld. Bij het Bedrijvenpark A1 is er ook een argumentatielijn via regionale afspraken. 3 Jaar reeksen over het aandeel opname in de nieuwbouw en bestaande bouw voor Deventer zijn niet voorhanden. Voor 2006 zijn deze aandelen wel bekend. In dit jaar kwam 49% van de opname in Deventer tot stand in de nieuwbouw (Dynamis, 2007). 18

21 4.3.1 Vraag-aanbod vergelijking Zoals in paragraaf 2.3 al duidelijk werd is het aanbod van bouwkavels in Deventer sinds 2003 zeer klein. Uit de verschillende vraagramingen bleek dat er in de toekomst vraag is naar deze bouwkavels: ook wanneer het laagste scenario wordt gehanteerd (zie figuur 4.2). Figuur Hectare Vraag-aanbod* confrontatie bedrijventerreinen in Deventer voor de periode tot en met 2020 in netto hectare. Hoogste scenario Gemeentelijk keuze Aanbod inclusief A1 en Bathmen Laagste scenario Huidig aanbod *In de figuur is geen rekening gehouden met ruimtewinst door herstructurering en restruimte op bedrijventerreinen. In totaal gaat het hierbij om enkele (maximaal 5) hectaren. Dit beïnvloed het totaal beeld van de afbeelding niet. Bron: Gemeente Deventer (2009), bewerking. Het enige waarover getwist kan worden is het tempo waarmee de vraag naar bouwkavels zich zal voordoen. Gezien de huidige economisch situatie lijkt het bijna uitgesloten dat het uitgifte tempo zich op het niveau van het hoogste scenario zal afspelen. Bij de keuzevariant van de gemeente zal het aanbod inclusief Bedrijvenpark A1 tot ongeveer 2020 voldoende zijn om aan de vraag te voldoen. Wanneer echter het laagste scenario werkelijkheid wordt heeft Deventer in 2020 te maken met een groot overschot aan bouwgrond op bedrijventerreinen. Wat alle ramingen in figuur 4.2 gemeen hebben is dat ze allemaal beleids arm zijn. Ze trekken het decennia lang gevoerde bedrijventerreinen beleid door in de toekomst en houden geen rekening met de beleidswijziging die zich tussen 2005 en 2010 heeft voltrokken en zijn vastgelegd in het Convenant Bedrijventerreinen. Dit beleid dat volgens de verschillende beleidsdocumenten van de Regio Stedendriehoek en de gemeente Deventer in de regio en de gemeente zullen worden geïmplementeerd, zijn niet verwerkt in de ramingen waarmee hetzelfde beleid wordt onderbouwd. Tegelijkertijd wordt in de ramingen van de gemeente Deventer wel de bovenregionale vraag meegerekend die ontstaat door het regionaal bedrijventerreinen beleid. Op consequente wijze worden dus wel het beleid dat de ruimte vraag verhoogt in de ramingen meegenomen, maar niet het beleid dat de ruimtevraag kan verlagen (zoals de SER-ladder). Wanneer de regio en de gemeente het nieuwe beleid consequent uitvoeren dan is het reëel om aan te nemen dat de vraag naar bouwgrond op bedrijventerreinen onder de keuzevariant van de gemeente komt te liggen. Mogelijk komt de vraag dan in de buurt te liggen van de Gelderse variant 2 met het TM-scenario. Dit betekent dat er een vraag is tot en met 2020 van bijna 27 hectare netto. Het gebruik van deze variant wordt dan hetzelfde CPB-scenario gehanteerd als in het Convenant Bedrijventerrei- 19

22 nen (namelijk het TM-scenario). Bovendien kunnen de aanpassing van de parameters in het model worden gezien als een benadering van de effecten van het nieuwe bedrijventerreinen beleid. 4 Een vergelijking tussen vraag en aanbod van nieuwbouwkantoren wordt in het Kantorenonderzoek uit 2009 gemaakt welke is weergegeven in figuur 4.3. Hieruit blijkt dat vanaf 2011 het aanbod de vraag ruimschoots overstijgt. Dit ondanks de constatering in paragraaf dat de vraagramingen van BCI onrealistisch hoog zijn. Wanneer wordt uitgegaan van het TM-scenario (het scenario dat in het Convenant Bedrijventerreinen wordt gebruikt) dan zou de vraag tot 2020 iets minder dan m² kantoorruimte bedragen. Volgens de gemeentelijke plannen zou het aanbod dan op bijna m² staan. De conclusie kan niet anders luiden dan dat er sprake is van een duidelijk overaanbod. In het Kantorenonderzoek wordt dit ook geconstateerd en wordt een gematigd kantorenprogramma van m² voorgesteld. In die situatie ligt het aanbod echter nog steeds op het maximale vraagniveau van de verouderde BCI-raming uit Figuur 4.3 Vraag-aanbod confrontatie behoefte aan nieuwbouwkantoren in Deventer voor de periode tot en met 2020 in vierkante meters.* *Vraag hoog, midden en laag zijn de BCI-ramingen. Vraag GE, TM en SE zijn de ramingen van de Provincie Gelderland (2006). Bron: Gemeente Deventer (2009, p. 18). De gemeente rekent de huidige leegstand niet tot het aanbod. Volgens de jongste cijfers is dit aanbod bijna m². In theorie zou dit aanbod dus voldoende moeten zijn om aan de vraag volgens het TM-scenario te voldoen. Echter een deel van de huidige leegstaande kantorenvoorraad moet als ver- 4 Bij deze parameters gaat het om het aandeel van de werkgelegenheid op bedrijventerreinen en het ruimtegebruik per werknemer (de terreinquotiënt). 20

23 ouderd worden beschouwd (ook bij kantoren bestaat er een vervangingsvraag). Het zal moeilijk, zo niet onmogelijk zijn hiervoor bedrijven te interesseren. Hoe groot de vervangingsvraag is, is echter niet bekend (zie ook: Gemeente Deventer, 2009, p. 12). Het is echter ook onrealistisch het huidige aanbod als geheel kansloos te bestempelen. Cijfers van Dynamis (2011) stellen dat 3% (2.800 m²) van het aanbod bestaat uit nieuwbouw. Dit deel is zonder meer verhuurbaar. Daarnaast zal ook een deel van de niet-nieuwbouw gebouwen verhuurbaar zijn of verhuurbaar gemaakt kunnen worden. Wanneer we dit aandeel conservatief op een derde schatten dan resulteert dit altijd nog in een aanbod van bijna m². Genoeg om aan de helft van de vraag volgens het TM-scenario te voldoen. Op Bedrijvenpark A1 is ruimte om in totaal m² kantoorruimte te realiseren. Dit is ruim voldoende om aan de vraag van het TM-scenario te voldoen. Er dreigt dan zelfs een overaanbod van m². Met dit overaanbod op Bedrijvenpark A1 en het huidige aanbod van m² is het niet verantwoord om op Bedrijvenpark A m² kantoorruimte te realiseren. De kans op een nog hogere leegstand in de bestaande voorraad en/of op het Bedrijvenpark A1 is zeer groot. De doelstelling die de gemeente zich stelt om de kantorenmarkt in balans te ontwikkelen (Gemeente Deventer, 2009, p. 19) zal zeer waarschijnlijk niet bereikt worden. Ook de beleidsmatige keuze die in het Kantorenonderzoek 2009 wordt gemaakt om stevig in te zetten op de ontwikkeling van het kantorenprogramma A1 in combinatie met restrictief maatwerkbeleid ten aanzien van nieuwbouw buiten A1 (p. 21) is onverstandig. Een gezonde kantorenmarkt is gebaat bij aanbod op verschillende locatietypen. Wanneer de gemeente haar kaarten grotendeels op Bedrijvenpark A1 inzet wordt dit niet bereikt. Makelaars hebben in de het Kantorenonderzoek 2009 aangegeven dat er twee goede locaties voor de nieuwbouw van kantoren zijn: Bedrijvenpark A1 en het NS-station. Aan dit signaal uit de markt wordt dus onvoldoende gehoor gegeven Doelgroepen Volgens het bestemmingsplan (p ) wordt het Bedrijvenpark A1 ontwikkeld voor vestiging van nieuwe (boven) regionale bedrijven die hechten aan een zichtlocatie vanaf de snelweg, goede bereikbaarheid, uitstraling en etalerende architectuur. Er kunnen zich bedrijven vestigen tot maximaal milieucategorie 3.2 of eventueel milieucategorie 4 indien bedrijven kunnen aantonen dat ze voldoen aan de milieueisen voor categorie 3.2 bedrijven. De doelstelling van Bedrijvenpark A1 is volgens het bestemmingsplan (p. 28): Het voorzien in de behoefte aan bedrijventerreinen voor de gemeente Deventer, naast de vestiging van te verplaatsen bedrijven vanuit andere delen van Deventer ook voor nieuwe hoogwaardige bedrijvigheid, met bijbehorende architectuur, goed aangesloten op het snelwegennet. Op pagina 31 kunnen we lezen: Het bedrijvenpark is als zichtlocatie aan de rijksweg A1 primair bedoeld voor hoogwaardige bedrijvigheid en kantoren, maar ook dat het bedrijvengedeelte een functioneel ontwerp krijgt. Uit deze zeer verschillende typeringen kan worden geconcludeerd dat het Bedrijvenpark A1 geen speciaal profiel krijgt of voor een heel specifieke doelgroep wordt ontwikkeld. Het gaat om een zogenaamd modern gemengd bedrijventerrein waar vele type bedrijven zich kunnen vestigen. Ook het feit dat op Bedrijvenpark A1 ruimte is voor in totaal m² kantoorruimte onderstreept dit. Het Bedrijvenpark A1 zal daarom een normaal bedrijventerrein worden dat zich nauwelijks onderscheid van andere terreinen die heden worden ontwikkeld. Dit ondanks de term hoogwaardig, dat anders doet vermoeden. 21

ACTUALISATIE UITGIFTETEMPO BEDRIJVENTERREINEN Stec Groep aan gemeente Apeldoorn (concept)

ACTUALISATIE UITGIFTETEMPO BEDRIJVENTERREINEN Stec Groep aan gemeente Apeldoorn (concept) ACTUALISATIE UITGIFTETEMPO BEDRIJVENTERREINEN Stec Groep aan gemeente Apeldoorn (concept) Stec Groep B.V. Peije Bruil en Guido van der Molen Juni 2012 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1 2. CONCLUSIES EN ADVIEZEN

Nadere informatie

ONDERZOEKSMEMORANDUM

ONDERZOEKSMEMORANDUM ONDERZOEKSMEMORANDUM Een tentatieve berekening van de uitbreidingsvraag naar bedrijventerreinen in de WGR-regio Noord- Veluwe volgens de Overijsselse uitgangspunten Algemeen In 2015 heeft de provincie

Nadere informatie

Herstructurering een fiasco

Herstructurering een fiasco Herstructurering een fiasco Bouwstenen voor een nieuw bedrijventerreinenbeleid Milieudefensie: een wereld te winnen Herstructurering een fiasco Bouwstenen voor een nieuw bedrijventerreinenbeleid Colofon

Nadere informatie

BOVENREGIONAAL BEDRIJVENTERREIN HOEKSCHE WAARD. Notitie over het door Buck Consultants uitgevoerde onderzoek naar nut en noodzaak

BOVENREGIONAAL BEDRIJVENTERREIN HOEKSCHE WAARD. Notitie over het door Buck Consultants uitgevoerde onderzoek naar nut en noodzaak BOVENREGIONAAL BEDRIJVENTERREIN HOEKSCHE WAARD Notitie over het door Buck Consultants uitgevoerde onderzoek naar nut en noodzaak Juni 2006 Han Olden STOGO onderzoek + advies Niasstraat 1 3531 WR Utrecht

Nadere informatie

Opmerkingen bij het eindrapport van ETIN

Opmerkingen bij het eindrapport van ETIN Op verzoek van de gemeente Apeldoorn heeft het Ruimtelijk Planbureau gekeken naar de offerte van ETIN adviseurs van 3 april 2007: Onderzoek behoefte nieuwe bedrijventerreinen Stedendriehoek. Inmiddels

Nadere informatie

Aanbod bedrijventerreinen

Aanbod bedrijventerreinen Staat van 2014 Aanbod bedrijventerreinen Wat is de index van het uitgeefbare oppervlak (2002 = 100)? Ten opzichte van 2002 is er nog 57% uitgeefbaar terrein over Vergelijking in de tijd (Index uitgeefbaar

Nadere informatie

downloadbaar document, behorende bij bijlage I

downloadbaar document, behorende bij bijlage I Monitor Uitvoeringsstrategie Plabeka Voortgangsrapportage 2009-2010 downloadbaar document, behorende bij bijlage I Definities monitor B.V. en verschillen met andere bronnen Om een foute interpretatie van

Nadere informatie

BIJLAGE A KENGETALLEN In deze bijlage geven we in overzichtelijke tabellen de kengetallen weer die gebruikt zijn ter bepaling van de effecten van het kantoren- en bedrijventerreinenprogramma voor de regio

Nadere informatie

ONDERZOEKMEMORANDUM. Bedrijventerreinenproblematiek Stedendriehoek. Inleiding en samenvatting

ONDERZOEKMEMORANDUM. Bedrijventerreinenproblematiek Stedendriehoek. Inleiding en samenvatting ONDERZOEKMEMORANDUM Bedrijventerreinenproblematiek Stedendriehoek Inleiding en samenvatting Momenteel is in de Stedendriehoek een hevige discussie gaande over de ontwikkeling van een nieuw regionaal bedrijventerrein

Nadere informatie

Vraag 6 Hoe groot is de vloeroppervlakte van de bedrijfsruimte die u denkt nodig te hebben voor uw uitbreiding- of verplaatsingsplannen?

Vraag 6 Hoe groot is de vloeroppervlakte van de bedrijfsruimte die u denkt nodig te hebben voor uw uitbreiding- of verplaatsingsplannen? Conclusie Tot 2020 wordt een behoefte naar bedrijventerrein in de gemeente Zijpe geraamd van circa 5 hectare. Dit is ook de oppervlakte die in de planningsopgave in de provinciale structuurvisie is opgenomen.

Nadere informatie

VERZONDEN - 4.11.13 uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 1101231 31 oktober 2013

VERZONDEN - 4.11.13 uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 1101231 31 oktober 2013 gemeentebestuur,..,.. r^fw Postbus 15 PURMEREND JSj 1440 AA Purmerend V telefoon 0299-452452 telefax 0299-452124 Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Team Economie Aan de gemeenteraad van Purmerend VERZONDEN

Nadere informatie

Vraag en aanbod Bedrijventerreinen in de Duin- en Bollenstreek

Vraag en aanbod Bedrijventerreinen in de Duin- en Bollenstreek Vraag en aanbod Bedrijventerreinen in de Duin- en Bollenstreek Marktanalyse Opdrachtgever: Kamer van Koophandel Den Haag en Vereniging Bedrijfsleven Duin- en Bollenstreek ECORYS Nederland BV Ahmed Hamdi

Nadere informatie

Leegstand van kantoren, 1991-2013

Leegstand van kantoren, 1991-2013 Leegstand van kantoren, 1991-2013 Conclusie In Nederland is een overaanbod van kantoorvloeroppervlakte. Gemiddeld 16% van het kantoorvloeroppervlakte staat leeg in 2013. Dit percentage neemt nog steeds

Nadere informatie

Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol

Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol Hoofdrapport 4 maart 2013 Inhoudsopgave 1. Aanleiding en context pagina 3 3. Geografische afbakening pagina 4 4. Ontwikkeling

Nadere informatie

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar.

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar. Bestaande overcapaciteit aan bedrijventerreinen In de stadsregio Arnhem-Nijmegen bestaat een groot overaanbod aan bedrijventerreinen. Voor de periode 2016-2025 bedraagt dit minstens 150 ha. Van het bestaande

Nadere informatie

Second opinion raming vraag naar bedrijventerreinen

Second opinion raming vraag naar bedrijventerreinen Second opinion raming vraag naar bedrijventerreinen in Enschede dr. Erik Louw & prof. dr. Willem Korthals Altes 12 februari 2014 Second opinion raming vraag naar bedrijventerreinen in Enschede Dit onderzoek

Nadere informatie

Bedrijventerrein Kapelpolder (Maassluis) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Bedrijventerrein Kapelpolder (Maassluis) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Bedrijventerrein Kapelpolder (Maassluis) Maatschappelijke Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Bedrijventerrein Kapelpolder, gemeente Maassluis A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht

Nadere informatie

Behoefteraming bedrijventerreinen Zuid-Holland. Stec Groep Hub Ploem Bestuurlijk overleg Midden-Holland 2 oktober 2017

Behoefteraming bedrijventerreinen Zuid-Holland. Stec Groep Hub Ploem Bestuurlijk overleg Midden-Holland 2 oktober 2017 Behoefteraming bedrijventerreinen Zuid-Holland Stec Groep Hub Ploem Bestuurlijk overleg Midden-Holland 2 oktober 2017 Uitgifte blijft achter, aanbod blijft stijgen 1200 1000 800 600 400 200 0 2012 2013

Nadere informatie

Leegstand van kantoren,

Leegstand van kantoren, Indicator 23 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland is een overaanbod

Nadere informatie

Debet & Credit november

Debet & Credit november Debet & Credit november Balans van de Gelderse kantorenmarkt 2011 DEBET & CREDIT, RÉSUME VAN DE ONDERZOEKSRESULTATEN inleiding De leegstandsproblematiek van kantoren staat in het centrum van de belangstelling

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Kromme Gouwe, Gemeente Gouda

Factsheet bedrijventerrein Kromme Gouwe, Gemeente Gouda Factsheet bedrijventerrein Kromme Gouwe, Gemeente Gouda Factsheet bedrijventerrein Kromme Gouwe, Gemeente Gouda A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van de maatschappelijke en economische

Nadere informatie

Werken. Historie en beleid

Werken. Historie en beleid H 5.3 Resultaten per thema De groei van het areaal bedrijventerrein is in de komende periode lager dan in de afgelopen periode en herstructurering wordt steeds belangrijker. Verdere verdienstelijking van

Nadere informatie

Gemeente Oegstgeest. Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg. 11 maart 2015

Gemeente Oegstgeest. Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg. 11 maart 2015 Gemeente Oegstgeest Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg 11 maart 2015 DATUM 11 maart 2015 TITEL Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg OPDRACHTGEVER

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam

Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van

Nadere informatie

Oost-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Oost-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Oost-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Oost-Nederland (*1. m²) 43.8 4.136 2.481 Overig Nederland In de oostelijke provincies is ruim 13% van

Nadere informatie

1. VRAAGAANBODANALYSE

1. VRAAGAANBODANALYSE BIJLAGE A 1. VRAAGAANBODANALYSE In deze bijlage gaan we in op het aanbod en de vraag op lokaal, regionaal en bovenregionaal niveau. In paragraaf 1 zetten we de aanpak uiteen. Daarna leest u achtereenvolgens

Nadere informatie

Noord-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Noord-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Noord-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Noord-Nederland (*1. m²) 46.787 643 973 1.222 Drenthe Friesland Groningen Overig Nederland De drie noordelijke

Nadere informatie

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding Inleiding De werkgelegenheid in Haarlemmermeer is in 2015 aanzienlijk gestegen. Het aantal werkzame personen is toegenomen met 1,4% (1.700). Het totaal komt hiermee op ruim 119.000 arbeidsplaatsen (voltijds)

Nadere informatie

Contra-expertise behoefteraming bedrijventerrein Lokerbroek

Contra-expertise behoefteraming bedrijventerrein Lokerbroek Contra-expertise behoefteraming bedrijventerrein Lokerbroek Rapporteur: Peter Louter Opdrachtgever: Milieudefensie Contactpersoon bij opdrachtgever: Klaas Breunissen Bureau Louter Rotterdamseweg 183c 2629

Nadere informatie

Vergrijzing, verkleuring en individualisering. Voor wie verstandig handelt!

Vergrijzing, verkleuring en individualisering. Voor wie verstandig handelt! Vergrijzing, verkleuring en individualisering Trendsamenvatting Naam Definitie Scope Conclusies Invloed Impact Bronnen Vergrijzing, verkleuring en individualisering De wereldbevolking neemt toe, waarbij

Nadere informatie

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004 Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004 Hoofdrapport Samenstelling: Dr. L. Broersma & Drs D. Stelder, Sectie Ruimtelijke Economie, FEW, RuG Prof. Dr. J. van Dijk, Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen,

Nadere informatie

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar In de vorige nieuwsbrief in september is geprobeerd een antwoord te geven op de vraag: wat is de invloed van de economische situatie op de arbeidsmarkt? Het antwoord op deze vraag was niet geheel eenduidig.

Nadere informatie

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09 HAAGSE MONITOR ECONOMISCHE RECESSIE 7 Deze monitor geeft zowel prognoses als gerealiseerde cijfers weer. Het vaststellen van gerealiseerde cijfers kost tijd, maar worden, zodra deze bekend zijn, in de

Nadere informatie

HET ONDERBOUWEN VAN NUT EN NOODZAAK VAN BEDRIJVENTERREINEN. Een kritische beschouwing over de praktijk van marktonderzoek

HET ONDERBOUWEN VAN NUT EN NOODZAAK VAN BEDRIJVENTERREINEN. Een kritische beschouwing over de praktijk van marktonderzoek HET ONDERBOUWEN VAN NUT EN NOODZAAK VAN BEDRIJVENTERREINEN Een kritische beschouwing over de praktijk van marktonderzoek Utrecht, september 2007 Han Olden INHOUDSOPGAVE 0. Inleiding... 3 1. Hoge economische

Nadere informatie

Zuid-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Zuid-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Zuid-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Zuid-Nederland (*1. m²) 42.2 2.15 5.518 Overig Nederland Het totale oppervlak aan kantoormeters in en

Nadere informatie

De Toekomst van Bedrijventerreinen. Gusta Renes

De Toekomst van Bedrijventerreinen. Gusta Renes De Toekomst van Bedrijventerreinen Gusta Renes Inleiding Beeldvorming bedrijventerreinen Veel (nieuwe) bedrijventerreinen Veel grond beschikbaar voor uitgifte Weinig samenwerking tussen gemeenten Lage

Nadere informatie

Inventarisatie vraag en aanbod Waalweelde West

Inventarisatie vraag en aanbod Waalweelde West Inventarisatie vraag en aanbod Waalweelde West Op verzoek van de provincie Gelderland hebben we een uitsnede van vraag en aanbod gemaakt voor het gebied Waalweelde west. Gemeenten behorende tot regio Waalweelde

Nadere informatie

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002)

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002) Rapportage producentenvertrouwen oktober/november 2002 Inleiding In de eerste Economische Barometer van Breda heeft de Hogeschool Brabant voor de eerste keer de resultaten gepresenteerd van haar onderzoek

Nadere informatie

Samenvatting. De Kvk en IKE hebben de onderzoeksresultaten aangeboden aan het College van B&W van Etten- Leur.

Samenvatting. De Kvk en IKE hebben de onderzoeksresultaten aangeboden aan het College van B&W van Etten- Leur. JJuunni i 22 Uitkomsten Ruimtebehoefteonderzoek Gemeente Etten-Leur Samenvatting De provincie Noord-Brabant en de gemeente Etten-Leur zijn een onderzoek gestart naar de meest geschikte locatie voor een

Nadere informatie

Leegstand van bedrijfsruimten in Noord-Holland

Leegstand van bedrijfsruimten in Noord-Holland Leegstand van bedrijfsruimten in Noord-Holland Inhoud Blz. 1 Inleiding 1 2 Leegstand bedrijfsruimten 3 3 Typering leegstand 6 Bijlage 1 Contactpersonen 9 Uitgevoerd in opdracht van: Provincie Noord-Holland

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Zuid- en Oost-Gelderland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten

Nadere informatie

Noordwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Noordwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Noordwest- Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Noordwest- (*1. m²) 38.116 11.59 Overig In Noordwest- ligt circa 23% van de landelijke kantorenvoorraad.

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel

Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van

Nadere informatie

Midden-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Midden-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Midden-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Midden-Nederland (*1. m²) 42.674 95 6.46 Overig Nederland In de regio Midden-Nederland ligt circa 14%

Nadere informatie

Bedrijventerrein De Mient (Capelle a/d IJssel) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Bedrijventerrein De Mient (Capelle a/d IJssel) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Bedrijventerrein De Mient (Capelle a/d IJssel) Maatschappelijke waarde Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Bedrijventerrein De Mient, gemeente Capelle a/d IJssel A. Inleiding Deze factsheet geeft

Nadere informatie

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding Inleiding De werkgelegenheid in Haarlemmermeer is in 2014 vrijwel gelijk gebleven. Het aantal werkzame personen nam af met 238; een daling van 0,2%. Het totaal komt hiermee op 117.550 full-time arbeidsplaatsen.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio / datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Provincie als regisseur kantorenmarkt

Provincie als regisseur kantorenmarkt Provincie als regisseur kantorenmarkt Spielburg of scheidsrechter? Inhoud: een concurrerend vestigingsmilieu voor kantoren met een evenwichtige vraagaanbod situatie (kwantitatief en kwalitatief) Regels:

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktprognose

Regionale arbeidsmarktprognose Provincie Zeeland Afdeling Economie Regionale arbeidsmarktprognose 2012-2013 Inleiding Begin juni 2012 verscheen de rapportage UWV Arbeidsmarktprognose 2012-2013 Met een doorkijk naar 2017". Hierin worden

Nadere informatie

Actualisatie ruimtevraag. bedrijventerreinen, Gemeente Rijssen-Holten

Actualisatie ruimtevraag. bedrijventerreinen, Gemeente Rijssen-Holten Actualisatie ruimtevraag bedrijventerreinen, 2008-2020 Uitgave STOGO onderzoek + advies Postbus 691 3430 AR Nieuwegein 030-2334342 info@stogo.nl www.stogo.nl Opdrachtgever Auteurs dr. M.H. Stijnenbosch

Nadere informatie

BIJLAGE D KANTOREN-, HOTEL- EN WONINGMARKT WEERT

BIJLAGE D KANTOREN-, HOTEL- EN WONINGMARKT WEERT BIJLAGE D KANTOREN-, HOTEL- EN WONINGMARKT WEERT Kantorenmarkt Weert Tot 2020 zeer beperkte behoefte aan nieuwe kantoorruimte in Weert, er is al meer dan voldoende aanbod van kantoorruimte, toevoegen van

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio en datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Bedrijfsruimtemarkt zuidwest-nederland Zuid-Holland en Zeeland

Bedrijfsruimtemarkt zuidwest-nederland Zuid-Holland en Zeeland Landelijke marktontwikkelingen Na een korte opleving in 211 viel de opname van bedrijfsruimte in 212 opnieuw terug. Tegen de verwachting in bleef het aanbod echter redelijk stabiel. Wel wordt een steeds

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Marktonderzoek bedrijventerreinen gemeente Dalfsen. Bestuurlijke eindrapportage 28 februari 2014

Marktonderzoek bedrijventerreinen gemeente Dalfsen. Bestuurlijke eindrapportage 28 februari 2014 Marktonderzoek bedrijventerreinen gemeente Dalfsen Bestuurlijke eindrapportage 28 februari 2014 Inleiding BMC heeft in opdracht van de gemeente Dalfsen een marktonderzoek uitgevoerd naar de lokale behoefte

Nadere informatie

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding Inleiding De werkgelegenheid in Haarlemmermeer is in 2016 aanzienlijk gestegen. Het aantal banen is toegenomen met 1% (1.500). Het totaal komt hiermee op 154.100 ( Bron CBS). Belangrijkste punten Nog nooit

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Kantorenmarkt Zuid-Nederland (9M 2018)

Kantorenmarkt Zuid-Nederland (9M 2018) De regio Zuid-Nederland telt circa 4.3.5 inwoners en heeft 1.953.88 arbeidsplaatsen, verdeeld over 349.85 vestigingen (Bronnen: CBS en Lisa). De regio bestaat uit de provincies Limburg, Noord- Brabant

Nadere informatie

Trendrapportage Economie Arnhem

Trendrapportage Economie Arnhem Trendrapportage Economie Arnhem Onderzoek en Statistiek Augustus 2018 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Samenvatting 4 3 Vraag 5 3.1 Werkgelegenheid in Arnhem 5 3.2 Ontwikkelingen in de tijd 6 3.3 Arnhem in

Nadere informatie

Stand van zaken bedrijventerreinen - uitgifte en aanbod - Regio Groningen-Assen

Stand van zaken bedrijventerreinen - uitgifte en aanbod - Regio Groningen-Assen Stand van zaken bedrijventerreinen - uitgifte en aanbod - Regio Groningen-Assen IJkmoment 1-1-2015 Versie 1.1 Regio Groningen-Assen Groningen, 26 maart 2015 Inleiding Jaarlijks stellen de deelnemers aan

Nadere informatie

Kantorenmarkt Den Bosch

Kantorenmarkt Den Bosch Kantorenmarkt Den Bosch Medio 2017 DO RESEARCH www.doresearch.nl Kantorenmarkt Den Bosch, 1 e halfjaar 2017 De gemeente Den Bosch telt bijna 155.000 inwoners en circa 96.700 arbeidsplaatsen verdeeld over

Nadere informatie

Oktober Regionale Recessie Barometer Rotterdam. Economische verwachting tot 2011

Oktober Regionale Recessie Barometer Rotterdam. Economische verwachting tot 2011 Economische verwachting tot 2011 Oktober 2009 CONCLUSIES Zakelijke diensten, zorg en logistiek hebben een belangrijk aandeel in de Rotterdamse werkgelegenheid. Verwachte daling van werkgelegenheid in Rotterdam

Nadere informatie

Bijlage 4 (bij Kantorenstrategie Eindhoven, 2012 2020) Onderbouwing berekening nieuwbouwbehoefte aan kantoren in Eindhoven

Bijlage 4 (bij Kantorenstrategie Eindhoven, 2012 2020) Onderbouwing berekening nieuwbouwbehoefte aan kantoren in Eindhoven Bijlage 4 (bij Kantorenstrategie Eindhoven, 2012 2020) Onderbouwing berekening nieuwbouwbehoefte aan kantoren in Eindhoven Uit: Bijlagenboek bij STEC rapportage Naar een sterke Eindhovense kantorenmarkt

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Noord-Gelderland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Noord-Holland

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Noord-Holland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Noord-Holland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Feiten en cijfers Brabantse bedrijventerreinen Toelichting, 11 juli 2017 Provincie Noord-Brabant

Feiten en cijfers Brabantse bedrijventerreinen Toelichting, 11 juli 2017 Provincie Noord-Brabant Feiten en cijfers Brabantse bedrijventerreinen 2017 Toelichting, 11 juli 2017 Provincie Noord-Brabant O 2/33 Feiten en cijfers Brabantse bedrijventerreinen 2017 11 juli 2017 Inhoud Samenvatting 5 1. Inleiding

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Flevoland

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Flevoland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas

Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van de maatschappelijke en economische

Nadere informatie

Datum : 3 december 2013 Onze referentie : 13.305 / HP Onderwerp : onderbouwing verhuisdynamiek in gemeente Neder-Betuwe

Datum : 3 december 2013 Onze referentie : 13.305 / HP Onderwerp : onderbouwing verhuisdynamiek in gemeente Neder-Betuwe GEM Kesteren Zuid De heer Alkema Datum : 3 december 2013 Onze referentie : 13.305 / HP Onderwerp : onderbouwing verhuisdynamiek in gemeente Neder-Betuwe Geachte heer Alkema, U vroeg ons onderzoek te doen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Drenthe / Overijssel datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

KANTOREN NOORD-NEDERLAND Drenthe, Friesland en Groningen

KANTOREN NOORD-NEDERLAND Drenthe, Friesland en Groningen Landelijke marktontwikkelingen Mede dankzij enkele grote transacties in diverse steden bereikte de opname van kantoorruimte de eerste maanden van 2012 een (onverwacht) hoog niveau. Deze goede start zette

Nadere informatie

Ladder toets kantoorruimte Landgoed De Reehorst

Ladder toets kantoorruimte Landgoed De Reehorst Ladder toets kantoorruimte Landgoed De Reehorst Stec Groep aan Join Ontwikkeling Guido van der Molen en Peter Stopel 22 september 2016 Ladder toets kantoorruimte Landgoed De Reehorst 2 Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven

Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven 23 juni 2015 Managementsamenvatting Status: Managementsamenvatting Datum: 23 juni 2015 Een product van: Bureau Stedelijke Planning bv Silodam

Nadere informatie

HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS januari 2010

HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS januari 2010 Pagina // Bijlage HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS uari Deze monitor geeft zowel prognoses als gerealiseerde cijfers weer. Het vaststellen van gerealiseerde cijfers kost tijd, maar worden, zodra deze bekend

Nadere informatie

Regionale Landbouw spreiding van bevolking en werkgelegenheid

Regionale Landbouw spreiding van bevolking en werkgelegenheid Regionale Landbouw spreiding van bevolking en werkgelegenheid H 4 Regionale spreiding van bevolking en werkgelegenheid Als we de wisselwerking tussen de mens en zijn leefomgeving willen analyseren, dan

Nadere informatie

Actualisering ruimtebehoefte. bedrijventerreinen. Gemeente Wierden

Actualisering ruimtebehoefte. bedrijventerreinen. Gemeente Wierden Actualisering ruimtebehoefte Gemeente Wierden Uitgave STOGO onderzoek + advies Postbus 691 3430 AR Nieuwegein 030-2334342 info@stogo.nl www.stogo.nl Opdrachtgever Gemeente Wierden Auteurs Guiselaine Capella

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. Midden-Holland t.a.v. tafel Economie, Onderwijs en Arbeidsmarkt Postbus AH Gouda

Gedeputeerde Staten. Midden-Holland t.a.v. tafel Economie, Onderwijs en Arbeidsmarkt Postbus AH Gouda Gedeputeerde Staten Contact M. Verwaal T 070-441 77 14 m.verwaal@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Midden-Holland t.a.v. tafel Economie,

Nadere informatie

1. STADSREGIO ARNHEM/NIJMEGEN

1. STADSREGIO ARNHEM/NIJMEGEN BIJLAGE A 1. STADSREGIO ARNHEM/NIJMEGEN 1.1 Westervoortsedijk/ t Broek, Arnhem Algemene kenmerken Oppervlakte (netto ha) Totale oppervlakte: 130,0 ha. Netto uitgeefbaar: 14,8 ha. Levensfase Bedrijventerrein

Nadere informatie

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Regionale economische prognoses 2016

Regionale economische prognoses 2016 Regionale economische prognoses 2016 Themabericht Rogier Aalders De breed gedragen economische groei in 2016 leidt tot productiegroei in alle sectoren en in alle regio s De Randstad, en daarbinnen vooral

Nadere informatie

Bedrijventerrein Kerkerak (Sliedrecht) Waardeloos of waardevol? Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Bedrijventerrein Kerkerak (Sliedrecht) Waardeloos of waardevol? Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Bedrijventerrein Kerkerak (Sliedrecht) Waardeloos of waardevol? Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Factsheet bedrijventerrein Kerkerak, Gemeente Sliedrecht A. Inleiding Deze factsheet geeft

Nadere informatie

Economische barometer juni 2012

Economische barometer juni 2012 20/19171 Economische barometer juni 20 In de periode juli 2009 tot en met januari 20 is maandelijks een overzicht gegeven van een aantal belangrijke economische kengetallen. Deze overzichten zijn terug

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg

Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van de maatschappelijke en economische

Nadere informatie

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal Persbericht PB14 56 11 9 214 15.3 uur CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal Meer werklozen aan de slag Geen verdere daling aantal banen, lichte groei aantal vacatures Aantal banen

Nadere informatie

TNO Bouwprognoses SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011

TNO Bouwprognoses SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011 TNO Bouwprognoses 2011-2016 SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011 In opdracht van: Ministerie van BZK 15 december 2011 Delft, TNO 1 Miljoen Euro 1 Samenvatting De TNO Bouwprognoses zijn

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Limburg datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

2. Globale analyse 2015

2. Globale analyse 2015 2. Globale analyse 2015 2.1. Tekort 2015 We zien dat de economie aantrekt. Dat zien we ook terug in Enschede. We nemen groei en dynamiek waar van bedrijven op de toplocaties (met name Kennispark en de

Nadere informatie

1 Economie in Nederland: omslag of afkoeling? Intelligence Group, 7 november 2018 Auteur: Arjan Ruis

1 Economie in Nederland: omslag of afkoeling? Intelligence Group, 7 november 2018 Auteur: Arjan Ruis Intelligence Group, 7 november 8 Auteur: Arjan Ruis Economie in Nederland: omslag of afkoeling? Het gaat economisch gezien erg goed in Nederland. Sinds halverwege 3 is er onafgebroken sprake van economische

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio West- en Midden-Brabant

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio West- en Midden-Brabant De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio West- en datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Bedrijfsruimtemarkt zuid-nederland Limburg en Noord-Brabant

Bedrijfsruimtemarkt zuid-nederland Limburg en Noord-Brabant Landelijke marktontwikkelingen Na een korte opleving in 2011 viel de opname van bedrijfsruimte in 2012 opnieuw terug. Tegen de verwachting in bleef het aanbod echter redelijk stabiel. Wel wordt een steeds

Nadere informatie

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen Analyse ontwikkeling leerlingaantallen Naar aanleiding van de 1 oktobertelling 2014 heeft VGS Adivio weer een korte analyse uitgevoerd waarbij onderzocht is in hoeverre de leerlingaantallen onderhevig

Nadere informatie

Bedrijventerrein Vijfsluizen (Schiedam) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Bedrijventerrein Vijfsluizen (Schiedam) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Bedrijventerrein Vijfsluizen (Schiedam) Maatschappelijke waarde Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Factsheet bedrijventerrein Vijfsluizen Gemeente Schiedam FACTSHEET BEDRIJVENTERREIN VIJFSLUIZEN,

Nadere informatie

Regio Amsterdam. Kantorenvisie. Januari 2011 Beukenhorst, Hoofddorp. Lichte stijging opnameniveau 2010

Regio Amsterdam. Kantorenvisie. Januari 2011 Beukenhorst, Hoofddorp. Lichte stijging opnameniveau 2010 Research Kantorenvisie Regio Amsterdam Januari 2011 Beukenhorst, Hoofddorp Lichte stijging opnameniveau De totale opname van kantoorruimte in de regio Amsterdam in bedraagt 268.317 m², hetgeen een lichte

Nadere informatie

CPB juniraming 2010: Ook lagere economische groeiverwachtingen voor Breda

CPB juniraming 2010: Ook lagere economische groeiverwachtingen voor Breda CPB juniraming 2010: Ook lagere economische groeiverwachtingen voor Breda 1. Inleiding In juni 2010 heeft het Centraal Planbureau nieuwe verwachtingen gepresenteerd over de ontwikkelingen van de Nederlandse

Nadere informatie

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie