Leergebied Mens en Natuur Uitgebreide opleidingsbeoordeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Leergebied Mens en Natuur Uitgebreide opleidingsbeoordeling"

Transcriptie

1 BEOORDELINGSRAPPORT Leergebied Mens en Natuur Uitgebreide opleidingsbeoordeling Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad Biologie Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Techniek voltijd/deeltijd Hogeschool Inholland

2

3 Lange Voorhout ED Den Haag T (070) F (070) I E info@hobeon.nl BEOORDELINGSRAPPORT Leergebied Mens en Natuur Uitgebreide opleidingsbeoordeling Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad Biologie CROHO Natuurkunde CROHO Scheikunde CROHO Wiskunde CROHO Techniek CROHO voltijd/deeltijd Hogeschool Inholland Hobéon Certificering Datum 21 april 2016 Auditpanel Drs. W.G. van Raaijen (voorzitter) C.M Clarijs (lid kernpanel) Referent Dr. M.C.L. Timmermans Vak-panelleden Drs. T.M. Dias Pedro Gomes E.H.M.H. de Kleijn Prof. Dr. G. Zwaneveld Student R. van Krieken Secretaris Drs. R.F.H.M. Stapert

4

5 INHOUDSOPGAVE 1. BASISGEGEVENS 7 2. SAMENVATTING INLEIDING De lerarenopleidingen van Inholland Leergebied Mens en Natuur Ontwikkelingen sinds de vorige accreditatie (2009) Clustervisitatie en inrichting van de audit OORDELEN OP HET NIVEAU VAN DE STANDAARDEN ALGEMEEN EINDOORDEEL AANBEVELINGEN 89 BIJLAGE I Scoretabellen 91 BIJLAGE II Programma, werkwijze en beslisregels 95 BIJLAGE III Geraadpleegde documenten 103 BIJLAGE IV Overzicht auditpanel 105

6

7 1. BASISGEGEVENS NAAM INSTELLING Status instelling Resultaat instellingstoets kwaliteitszorg NAAM OPLEIDINGEN Registratienummer croho Domein/sector croho Oriëntatie opleidingen Hogeschool Inholland Bekostigd n.v.t. Opleidingen tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad - Biologie - Natuurkunde - Scheikunde - Wiskunde - Techniek Biologie Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Techniek Educatie HBO Niveau opleidingen Graad en titel opleidingen Bachelor Bachelor of Education Aantal studiepunten opleidingen 240 Afstudeerrichtingen AVO /(v)mbo Locatie Amstelveen Varianten opleidingen Joint programme Onderwijstaal Voltijd - Deeltijd nvt Nederlands Datum audit 18 november 2015 Contactpersoon opleidingen Jeanieke Kuijper-Rustenburg Jeanieke.kuijper@inholland.nl Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding leraar vo 2 e graad, Hogeschool Inholland, versie 3.0 7

8 Basisgegevens opleidingen in het Leergebied Mens en Natuur In de tabellen wordt onderscheid gemaakt in NVAO-definitie en Inholland-definitie. De verplicht aan te leveren kengetallen volgens de NVAO-definitie, betreffen alleen die studenten die voor de eerste keer in het hbo instromen. Bij de tweedegraads lerarenopleidingen van Inholland is dat maar een deel van de instroom. Daarom worden hieronder de kengetallen ook weergegeven voor de totale groep studenten. De opleiding Techniek neemt in dit verband een bijzondere positie in, omdat Inholland deze opleiding uitsluitend als kopopleiding aanbiedt. Kengetallen Biologie NVAO definitie Instroom voltijd deeltijd Uitval uit het eerste jaar voltijd 67% 67% 100% 100% 100% - deeltijd 50% - 100% 100% - - Uitval uit de bachelor voltijd deeltijd Rendement voltijd deeltijd 100 % 100 % - Hogeschool Inholland, versie 3.0 8

9 Kengetallen Biologie Inholland definitie Instroom (aantal) voltijd deeltijd Uitval uit het eerste jaar voltijd 75 % 40 % 50% 100% - 63% deeltijd 20% - 100% 33% 40% 40% Uitval uit de bachelor voltijd - 25% 20% deeltijd 17% - - Rendement voltijd 100% - 80% deeltijd 83% 100% 100% Kengetallen Natuurkunde NVAO definitie Instroom voltijd deeltijd Uitval uit het eerste jaar voltijd % - deeltijd Uitval uit de bachelor voltijd deeltijd Rendement voltijd 100% - - deeltijd Hogeschool Inholland, versie 3.0 9

10 Kengetallen Natuurkunde Inholland definitie Instroom (aantal) voltijd deeltijd Uitval uit het eerste jaar voltijd - 50% 100% - 100% - deeltijd - 50% 50% - 56% - Uitval uit de bachelor voltijd - 50% 100% deeltijd Rendement voltijd 50% - - deeltijd 67% 100% - Kengetallen Scheikunde NVAO definitie Instroom voltijd deeltijd Uitval uit het eerste jaar voltijd - 50% 50% 100% 100% - deeltijd Uitval uit de bachelor voltijd % deeltijd Rendement voltijd deeltijd Hogeschool Inholland, versie

11 Kengetallen Scheikunde Inholland definitie Instroom (aantal) voltijd deeltijd Uitval uit het eerste jaar voltijd 50% 27% 75% 100% 75% - deeltijd 20% 20% 100% 100% 50% - Uitval uit de bachelor voltijd % deeltijd Rendement voltijd deeltijd 100% 100% - Kengetallen Wiskunde NVAO definitie Instroom voltijd deeltijd Uitval uit het eerste jaar voltijd 50% 50% 100% 100% 50% - deeltijd 100% % - Uitval uit de bachelor voltijd deeltijd Rendement voltijd deeltijd Hogeschool Inholland, versie

12 Kengetallen Wiskunde Inholland definitie Instroom (aantal) voltijd deeltijd Uitval uit het eerste jaar voltijd 40% 83% 100% 60% 50% - deeltijd 57% 36% - 25% 50% - Uitval uit de bachelor voltijd - 33% - deeltijd 67% 33% 29% Rendement voltijd deeltijd 33% 67% - Kopopleiding Techniek Er zijn thans nog geen studenten die de kopopleiding Techniek volgen. Hogeschool Inholland, versie

13 2. SAMENVATTING Ten geleide De tweedegraads lerarenopleidingen van het Domein Onderwijs & Innovatie (O&I) van Hogeschool Inholland leiden studenten op tot tweedegraads leraar Islamgodsdienst, Godsdienst-Levensbeschouwing, Nederlands, Frans, Duits, Engels, Biologie, Natuurkunde, Scheikunde, Wiskunde, Techniek, Aardrijkskunde, Geschiedenis, Maatschappijleer, Bedrijfseconomie, Algemene Economie, Gezondheidszorg & Welzijn en Pedagogiek. Deze door het panel beoordeelde opleidingen vertonen een verstrekkende gelijkenis, qua (1) doelstelling, oriëntatie, structuur, didactische vormgeving en reikwijdte van de onderwijsleeromgeving, (2) wijze van toetsen en beoordelen, (3) deskundigheid personeel, (4) studiebegeleiding, (5) voorzieningen en (6) systematiek en implementatie van de interne kwaliteitszorg. Dit maakte het voor het panel mogelijk op algemeen niveau kwalitatieve uitspraken te doen die voor alle onderzochte opleidingen gelden. Die verstrekkende gelijkenis werkt ook door in de rapportages van het panel over de onderscheiden opleidingen. Dit geldt dan a fortiori voor de opleidingen binnen één Leergebied. In dit geval het Leergebied Mens en Natuur. OPLEIDING BIOLOGIE Onderwerp 1. Beoogde eindkwalificaties Generieke kenmerken Alle hierboven genoemde en door het panel onderzochte opleidingen tot leraar 2 e graad vo (in het vervolg genoemd de tweedegraads lerarenopleidingen ) van Hogeschool Inholland baseren zich aantoonbaar op de landelijke SBL-competenties en op de generieke en vakspecifieke kennisbases en zij hebben alle regelmatig contact hierover met vakgenoten en het werkveld. Dit gebeurt o.a. in ADEF-verband of in overleggen met vakgenoten in 10 voor de leraar of in andere landelijke vakgroep-overleggen en in de diverse overleggen met de opleidingsscholen. Bij de tweedegraads lerarenopleidingen spelen de beroepsgerichtheid en de integratie van praktijk en theorie een grote rol. Uitgaande van het motto Samen leren en samen leven in een open, multiculturele leeromgeving ontwikkelt de student internationale, interculturele kennis, vaardigheden en attitudes door samen te leren, samen te werken en samen te leven in een stimulerende leer- en werkomgeving. Deze visie sluit goed aan op de visie op leren binnen het Leergebied Mens en Natuur. Tevens sluit de visie aan op de Common European Principles for Teacher Competences and Qualifications, die specifieke richtlijnen bieden voor leraren en hun opleiding op het Europese niveau. De tweedegraads lerarenopleidingen profileren zich duidelijk door hun ambitie leraren op te willen leiden die vakoverstijgend kunnen denken en handelen (wat door de keuze van de Leergebieden als organisatorische bedding sterk wordt bevorderd) en die erop gericht zijn te werken aan: (i) de eigen taalvaardigheid, (ii) de normatieve professionele ontwikkeling met aandacht voor burgerschap, multiculturaliteit, identiteit, waarden en zingeving (Bildung) en (iii) de voortdurende kwalitatieve versterking van de eigen onderwijsomgeving op basis van eigen onderzoek met gebruikmaking van de nieuwste inzichten omtrent begeleiding van leerlingen, didactische vaardigheden en educatieve toepassingen van ICT. Het auditpanel heeft voorts vastgesteld dat alle lerarenopleidingen op schema liggen qua invoering van de twee afstudeerrichtingen: havo/vwo en (v)mbo. Hogeschool Inholland, versie

14 Op grond van bovenstaande sterke punten (1) doelstelling met grote nadruk op Samen leren en samen leven in een open, multiculturele leeromgeving enerzijds en op een duidelijke integratie tussen praktijk en theorie anderzijds en (2) de ambitie normatieve professionals op te leiden die vakoverstijgend kunnen denken en handelen en die gericht zijn op de ontwikkeling van de eigen taalvaardigheid en op de voortdurende kwalitatieve versterking van de onderwijsomgeving waarin ze zich bevinden op basis van eigen onderzoek is het auditpanel van oordeel, dat alle door het panel beoordeelde tweedegraads lerarenopleidingen van Hogeschool Inholland een goed voor Standaard 1 verdienen. Opleiding Biologie De hierboven beschreven generieke kenmerken zijn alle onverkort van toepassing op de opleiding Biologie. Voorts heeft deze opleiding op overtuigende wijze aangetoond dat zij de kennisbasis Biologie als leidraad hanteert voor de doelstelling en inrichting van het vakspecifieke deel van haar opleidingsprogramma. Op grond hiervan en op grond van bovenvermelde sterke generieke punten is het auditpanel van oordeel, dat de tweedegraads lerarenopleiding Biologie van Hogeschool Inholland inderdaad een goed voor Standaard 1 verdient. Onderwerp 2. Programma Het auditpanel heeft vastgesteld dat de opleiding Biologie een samenhangende structuur heeft waarbinnen alle beoogde eindkwalificaties een betekenisvolle plaats hebben gekregen via de onderscheiden generieke en vakspecifieke vakken, de praktijkgerichte werkvormen ( learning by doing and reflection ) en een gevarieerd palet van leer- en onderzoeksopdrachten, telkens resulterend in een product en/of gedrag. Het programma bevat een mooi competentiegericht didactisch concept, waarbinnen docenten als vakdidactisch rolmodel een leerrijk voorbeeld vormen voor hun studenten. De opleiding werkt met up-to-date en relevante bronnen en verdiepende studiematerialen. Een ander sterk punt van de opleiding is de duidelijk herkenbare onderzoekslijn. Studenten kunnen zich tijdens de opleiding goed voorbereiden op de praktijk, omdat het programma, mede dankzij het grote professionele netwerk van de docenten, een sterke en voortdurende gerichtheid kent op de schoolpraktijk en de ontwikkelingen daarbinnen. Het panel is ook positief over de belangrijke rol die de werkplekbegeleider van de (opleidings)school speelt bij de begeleiding en coaching van de studenten. De opleiding is sterk gericht op (de onderbouw) van het vmbo. Dit is een krachtig selling point. Het is wel van belang dat de opleiding voldoende aandacht houdt voor de bovenkant van het vak de gerichtheid op havo/vwo en mbo. Deze oordelen wegend komt het auditpanel voor de tweedegraads lerarenopleiding Biologie bij de Standaarden 4 (vormgeving programma) tot het oordeel goed en bij Standaarden (2, 3 en 5 (oriëntatie, inhoud en aansluiting programma) tot het oordeel voldoende. Onderwerp 3. Personeel Alle door het panel beoordeelde tweedegraads lerarenopleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur voeren een weldoordacht personeelsbeleid uit. Een personeelsbeleid, dat de docenten van de opleiding Biologie in ruime mate in staat stelt zich te ontwikkelen en zich in te zetten voor het opleiden van de studenten maar ook voor het verder ontwikkelen van het Biologie-programma. Het panel is overtuigd van de vakkennis en de didactische kwaliteit van de docenten van de opleiding Biologie en is zeer te spreken over de voorbeeldrol die zij voor hun studenten vervullen. Het auditpanel is, ten slotte, van oordeel dat het management op doeltreffende wijze aan de slag is gegaan om de werkdruk binnen het leergebied aan te pakken. Het auditpanel komt voor de opleiding Biologie bij Standaard 6 (kwalificaties personeel) tot het oordeel goed. Een aandachtspunt is wel het ontbreken van een technisch onderwijsassistent (TOA) / practicum-assistent. Studenten ervaren dat als een gemis. Hogeschool Inholland, versie

15 Onderwerp 4. Voorzieningen Het auditpanel is van oordeel dat alle door het panel beoordeelde tweedegraads lerarenopleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur beschikken over de ruimtelijke en materiële voorzieningen die de onderwijsprocessen in voldoende mate ondersteunen. Wel verdient het, ook naar het oordeel van de docenten en studenten, aanbeveling extra te investeren in practica-faciliteiten voor de opleiding Biologie. Een voorziening waar de studenten zeer tevreden over zijn, is het DIB (Digitaal Inleveren en Beoordelen), waardoor zij snel inhoudelijke feedback kunnen krijgen op hun ingeleverde producten. Het auditpanel is voorts overtuigd van de goede kwaliteit van de studiebegeleiding en de informatievoorziening door de opleiding. De studenten zijn ook zeer tevreden over de kleinschaligheid en de persoonlijke aandacht door hun docenten, die ook goed bereikbaar zijn. Dit brengt het auditpanel voor de tweedegraads lerarenopleiding bij Standaard 7 (huisvesting en voorzieningen) tot het oordeel voldoende en bij Standaard 8 (begeleiding) tot het oordeel goed voor de opleiding Biologie. Onderwerp 5. Kwaliteitszorg Het auditpanel heeft bij alle door hem beoordeelde tweedegraads lerarenopleidingen in het Leergebied Mens en Natuur geconstateerd dat zij, mede dankzij hun evaluaties onder hun belangrijkste stakeholders, goed zicht hebben op de eigen sterke en zwakke punten. De opleidingen werken en dat is ook bij de opleiding Biologie zichtbaar met een integraal kwaliteitszorg- systeem, waarin de PDCA-cyclus jaarlijks op alle niveaus rondgemaakt wordt. Daarbij zijn de opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken. Tot slot heeft het panel waargenomen dat de opleiding aantoonbare verbetermaatregelen heeft genomen die overtuigend zijn qua uitvoering, en resultaten. Op basis van deze conclusie komt het auditpanel voor de tweedegraads opleiding Biologie op Standaard 9 (periodiek evalueren) tot het oordeel goed. Onderwerp 6. Toetsing De tweedegraads lerarenopleiding Biologie heeft haar toetssysteem op orde en zij toetst op een inzichtelijke, valide en betrouwbare manier met behulp van gevarieerde toetsvormen of de studenten de beoogde (eind)kwalificaties hebben bereikt. Wel constateert het panel, dat de correctiemodellen nog niet in alle gevallen gedetailleerd zijn uitgewerkt en dat de opleiding het vier-ogenprincipe nog niet in alle gevallen heeft geëffectueerd. Het auditpanel vindt het overigens wel een sterk punt van alle door hem beoordeelde opleidingen in het Leergebied Mens en Natuur dat de examencommissie voor de borging van de kwaliteit van de afstudeerproducten een afstudeercommissie heeft gemandateerd, waarvan de leden steekproefsgewijs afstudeerassessments bijwonen en als eerste beoordelaars betrokken zijn bij de beoordelingen van de praktijkonderzoeken in de afstudeerfase. Bovendien speelt de (deel)examencommissie een cruciale en effectieve rol bij de borging van de kwaliteit van de tentamens en examens en van de daarbij behorende beoordelingskaders. Het panel is van oordeel dat de opleiding op de goede weg is met het doorvoeren van aanpassingen in het curriculum om tot reductie van het aantal summatieve toetsen te komen. Gelet op de aandachtspunten m.b.t. de correctiemodellen en de toepassing van het vierogenprincipe, volstaat het panel met een voldoende voor Standaard 10 (toetsing). Onderwerp 7. Gerealiseerde eindkwalificaties Het auditpanel is van oordeel dat de studenten in hun afstudeerwerken hebben aangetoond, dat zij op basis van een probleemstelling een duidelijke onderzoeksvraag kunnen formuleren, die zij vervolgens met behulp van verschillende methoden naar behoren onderzoeken. De gekozen thema s zijn relevant voor de beroepspraktijk, het literatuuronderzoek is voldoende opgebouwd en de onderzoeken leiden tot bruikbare suggesties ter verbetering van de actuele praktijk. Hogeschool Inholland, versie

16 Kortom, via hun afstudeerwerken hebben de Biologie afgestudeerden laten zien dat zij op het vereiste bachelor-niveau beschikken over de competenties van een start-bekwame tweedegraads leraar Biologie. Ook de beoordeelde portfolio s laten dit zien, en wel op basis van de daarin opgenomen bewijsmaterialen. Ten slotte zij opgemerkt, dat de alumni en de vertegenwoordigers uit het werkveld tevreden zijn over het gerealiseerde niveau van de Biologie-afgestudeerden. Deze punten in overweging nemende komt het auditpanel voor de opleiding Biologie op Standaard 11 (gerealiseerde eindkwalificaties) tot het oordeel voldoende. Algemene conclusie De ruim gekwalificeerde docenten van de tweedegraads lerarenopleiding Biologie van Hogeschool Inholland zorgen ervoor dat het afnemende werkveld (in de regio) kan beschikken over start-bekwame tweedegraads leraren Biologie voor de scholen in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Het auditpanel komt op grond van de beslisregels van de NVAO tot het eindoordeel voldoende voor de tweedegraads lerarenopleiding Biologie van Hogeschool Inholland. Hogeschool Inholland, versie

17 OPLEIDING NATUURKUNDE Onderwerp 1. Beoogde eindkwalificaties Generieke kenmerken Alle in het Ten geleide vermelde en door het panel onderzochte opleidingen tot leraar 2 e graad vo (in het vervolg genoemd de tweedegraads lerarenopleidingen ) van Hogeschool Inholland baseren zich aantoonbaar op de landelijke SBL-competenties en op de generieke en vakspecifieke kennisbases en zij hebben regelmatig contact hierover met vakgenoten en het werkveld. Dit gebeurt o.a. in ADEF-verband of in overleggen met vakgenoten in 10 voor de leraar of in andere landelijke vakgroep-overleggen en in de diverse overleggen met de opleidingsscholen. Bij de tweedegraads lerarenopleidingen spelen de beroepsgerichtheid en de integratie van praktijk en theorie een grote rol. Uitgaande van het motto Samen leren en samen leven in een open, multiculturele leeromgeving ontwikkelt de student internationale, interculturele kennis, vaardigheden en attitudes door samen te leren, samen te werken en samen te leven in een stimulerende leer- en werkomgeving. Deze visie sluit goed aan op de visie op leren binnen het leergebied Mens en Natuur. Tevens sluit de visie aan op de Common European Principles for Teacher Competences and Qualifications, die specifieke richtlijnen bieden voor leraren en hun opleiding op het Europese niveau. De tweedegraads lerarenopleidingen profileren zich duidelijk door hun ambitie leraren op te willen leiden die vakoverstijgend kunnen denken en handelen (wat door de keuze van de Leergebieden als organisatorische bedding sterk wordt bevorderd) en die erop gericht zijn te werken aan: (i) de eigen taalvaardigheid, (ii) de normatieve professionele ontwikkeling met aandacht voor burgerschap, multiculturaliteit, identiteit, waarden en zingeving (Bildung) en (iii) de voortdurende kwalitatieve versterking van de eigen onderwijsomgeving op basis van eigen onderzoek met gebruikmaking van de nieuwste inzichten omtrent begeleiding van leerlingen, didactische vaardigheden en educatieve toepassingen van ICT. Het auditpanel heeft voorts vastgesteld dat alle lerarenopleidingen op schema liggen qua invoering van de twee afstudeerrichtingen: havo/vwo en (v)mbo. Op grond van bovenstaande sterke punten (1) doelstelling met grote nadruk op Samen leren en samen leven in een open, multiculturele leeromgeving enerzijds en op een duidelijke integratie tussen praktijk en theorie anderzijds en (2) de ambitie normatieve professionals op te leiden die vakoverstijgend kunnen denken en handelen en die gericht zijn op de ontwikkeling van de eigen taalvaardigheid en op de voortdurende kwalitatieve versterking van de onderwijsomgeving waarin ze zich bevinden op basis van eigen onderzoek is het auditpanel van oordeel, dat alle door het panel beoordeelde tweedegraads lerarenopleidingen van Hogeschool Inholland een goed voor Standaard 1 verdienen. Opleiding Natuurkunde De in hierboven beschreven generieke kenmerken zijn alle onverkort van toepassing op de opleiding Natuurkunde. Voorts heeft deze opleiding op overtuigende wijze aangetoond dat zij de kennisbasis Natuurkunde als leidraad hanteert voor de doelstelling en inrichting van het vakspecifieke deel van haar opleidingsprogramma. Op grond hiervan en op grond van bovenvermelde sterke generieke punten is het auditpanel van oordeel, dat de tweedegraads lerarenopleiding Natuurkunde van Hogeschool Inholland inderdaad een goed voor Standaard 1 verdient. Hogeschool Inholland, versie

18 Onderwerp 2. Programma Het auditpanel heeft vastgesteld dat de opleiding Natuurkunde een samenhangende structuur heeft waarbinnen alle beoogde eindkwalificaties een betekenisvolle plaats hebben gekregen via de onderscheiden generieke en vakspecifieke vakken, de praktijkgerichte werkvormen ( learning by doing and reflection ) en een gevarieerd palet van leer- en onderzoeksopdrachten, telkens resulterend in een product en/of gedrag. Het programma bevat een mooi competentiegericht didactisch concept, waarbinnen de docenten als vakdidactisch rolmodel een leerrijk voorbeeld vormen voor hun studenten. De opleiding werkt met up-to-date en relevante bronnen en verdiepende studiematerialen. Een ander sterk punt van de opleiding is de duidelijk herkenbare onderzoekslijn. Studenten kunnen zich tijdens de opleiding goed voorbereiden op de praktijk, omdat het programma, mede dankzij het grote professionele netwerk van de docenten, een sterke en voortdurende gerichtheid kent op de schoolpraktijk en de ontwikkelingen daarbinnen. Het panel is ook positief over de belangrijke rol die de werkplekbegeleider van de (opleidings)school speelt bij de begeleiding en coaching van de studenten. De opleiding is sterk gericht op (de onderbouw) van het vmbo. Dit is een krachtig selling point. Het is wel van belang dat de opleiding voldoende aandacht houdt voor de bovenkant van het vak de gerichtheid op havo/vwo en mbo. Deze oordelen wegend komt het auditpanel voor de tweedegraads lerarenopleiding Natuurkunde bij de Standaarden 4 (vormgeving programma) tot het oordeel goed en bij Standaarden (2, 3 en 5 (oriëntatie, inhoud en aansluiting programma) tot het oordeel voldoende. Onderwerp 3. Personeel Alle door het panel beoordeelde tweedegraads lerarenopleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur voeren een weldoordacht personeelsbeleid uit. Een personeelsbeleid, dat de docenten van de opleiding Natuurkunde in ruime mate in staat stelt zich te ontwikkelen en zich in te zetten voor het opleiden van de studenten maar ook voor het verder ontwikkelen van het Natuurkunde-programma. Het panel is overtuigd van de vakkennis en de didactische kwaliteit van de docenten van de opleiding Natuurkunde en is zeer te spreken over de voorbeeldrol die zij voor hun studenten vervullen. Het auditpanel is, ten slotte, van oordeel dat het management op doeltreffende wijze aan de slag is gegaan om de werkdruk binnen het leergebied aan te pakken. Het auditpanel komt voor de opleiding Natuurkunde bij Standaard 6 (kwalificaties personeel) tot het oordeel goed. Een aandachtspunt is wel het ontbreken van een technisch onderwijsassistent (TOA) / practicum-assistent. Studenten ervaren dat als een gemis. Onderwerp 4. Voorzieningen Het auditpanel is van oordeel dat alle door het panel beoordeelde tweedegraads lerarenopleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur beschikken over de ruimtelijke en materiële voorzieningen die de onderwijsprocessen in voldoende mate ondersteunen. Wel verdient het, ook naar het oordeel van de docenten en studenten, aanbeveling extra te investeren in practica-faciliteiten voor de opleiding Natuurkunde. Een voorziening waar de studenten zeer tevreden over zijn, is het DIB (Digitaal Inleveren en Beoordelen), waardoor zij snel inhoudelijke feedback kunnen krijgen op hun ingeleverde producten. Het auditpanel is voorts overtuigd van de goede kwaliteit van de studiebegeleiding en de informatievoorziening door de opleiding. De studenten zijn ook zeer tevreden over de kleinschaligheid en de persoonlijke aandacht door hun docenten, die ook goed bereikbaar zijn. Dit brengt het auditpanel voor de tweedegraads lerarenopleiding Natuurkunde bij Standaard 7 (huisvesting en voorzieningen) tot het oordeel voldoende en bij Standaard 8 (begeleiding) tot het oordeel goed. Hogeschool Inholland, versie

19 Onderwerp 5. Kwaliteitszorg Het auditpanel heeft bij alle door hem beoordeelde tweedegraads lerarenopleidingen in het Leergebied Mens en Natuur geconstateerd dat zij, mede dankzij hun evaluaties onder hun belangrijkste stakeholders, goed zicht hebben op de eigen sterke en zwakke punten. De opleidingen werken en dat is ook bij de opleiding Natuurkunde zichtbaar met een integraal kwaliteitszorg- systeem, waarin de PDCA-cyclus jaarlijks op alle niveaus rondgemaakt wordt. Daarbij zijn de opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken. Tot slot heeft het panel waargenomen dat de opleiding Natuurkunde aantoonbare verbetermaatregelen heeft genomen die overtuigend zijn qua uitvoering, en resultaten. Op basis van deze conclusie komt het auditpanel voor de tweedegraads opleiding Natuurkunde bij Standaard 9 (periodiek evalueren) tot het oordeel goed. Onderwerp 6. Toetsing De tweedegraads lerarenopleiding Natuurkunde heeft haar toetssysteem op orde en zij toetst op een inzichtelijke, valide en betrouwbare manier met behulp van gevarieerde toetsvormen of de studenten de beoogde (eind)kwalificaties hebben bereikt. Wel constateert het panel, dat de correctiemodellen nog niet in alle gevallen gedetailleerd uitgewerkt en dat de opleiding het vierogenprincipe nog niet in alle gevallen heeft geëffectueerd. Het auditpanel vindt het overigens wel een sterk punt van alle door hem beoordeelde opleidingen in het Leergebied Mens en Natuur dat de examencommissie voor de borging van de kwaliteit van de afstudeerproducten een afstudeercommissie heeft gemandateerd, waarvan de leden steekproefsgewijs afstudeerassessments bijwonen en als eerste beoordelaars betrokken zijn bij de beoordelingen van de praktijkonderzoeken in de afstudeerfase. Bovendien speelt de (deel)examencommissie een cruciale en effectieve rol bij de borging van de kwaliteit van de tentamens en examens en van de daarbij behorende beoordelingskaders. Het panel is van oordeel dat de opleiding Natuurkunde op de goede weg is met het doorvoeren van aanpassingen in het curriculum om tot reductie van het aantal toetsen te komen. Gelet op de aandachtspunten m.b.t. de correctiemodellen en de toepassing van het vierogenprincipe, volstaat het panel met een voldoende voor Standaard 10 (toetsing). Onderwerp 7. Gerealiseerde eindkwalificaties Het auditpanel is van oordeel dat de student in het afstudeerwerk heeft aangetoond op basis van een probleemstelling een duidelijke onderzoeksvraag te kunnen formuleren en die vervolgens met behulp van verschillende methoden naar behoren te onderzoeken. Het gekozen thema is relevant voor de beroepspraktijk, het literatuuronderzoek is voldoende opgebouwd en het onderzoek leidt tot bruikbare suggesties ter verbetering van de actuele praktijk. Kortom, via het afstudeerwerk heeft de Natuurkunde-afgestudeerde laten zien op het vereiste bachelor-niveau te beschikken over de competenties van een start-bekwame tweedegraads leraar Natuurkunde. Ook het beoordeelde portfolio laat dit zien, en wel op basis van de daarin opgenomen bewijsmaterialen. Ten slotte zij opgemerkt, dat de alumni en de vertegenwoordigers uit het werkveld tevreden zijn over het gerealiseerde niveau van de Natuurkunde-afgestudeerde. Deze punten in overweging nemende komt het auditpanel voor de opleiding Natuurkunde op Standaard 11 (gerealiseerde eindkwalificaties) tot het oordeel voldoende. Hogeschool Inholland, versie

20 Algemene conclusie De ruim gekwalificeerde docenten van de tweedegraads lerarenopleiding Natuurkunde van Hogeschool Inholland zorgen ervoor dat het afnemende werkveld (in de regio) kan beschikken over start-bekwame tweedegraads leraren Natuurkunde voor de scholen in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Het auditpanel komt op grond van de beslisregels van de NVAO tot het eindoordeel voldoende voor de tweedegraads lerarenopleiding Natuurkunde van Hogeschool Inholland. Hogeschool Inholland, versie

21 OPLEIDING SCHEIKUNDE Onderwerp 1. Beoogde eindkwalificaties Generieke kenmerken Alle in het Ten geleide vermelde en door het panel onderzochte opleidingen tot leraar 2 e graad vo (in het vervolg genoemd de tweedegraads lerarenopleidingen ) van Hogeschool Inholland baseren zich aantoonbaar op de landelijke SBL-competenties en op de generieke en vakspecifieke kennisbases en zij hebben regelmatig contact hierover met vakgenoten en het werkveld. Dit gebeurt o.a. in ADEF-verband of in overleggen met vakgenoten in 10 voor de leraar of in andere landelijke vakgroep-overleggen en in de diverse overleggen met de opleidingsscholen. Bij de tweedegraads lerarenopleidingen spelen de beroepsgerichtheid en de integratie van praktijk en theorie een grote rol. Uitgaande van het motto Samen leren en samen leven in een open, multiculturele leeromgeving ontwikkelt de student internationale, interculturele kennis, vaardigheden en attitudes door samen te leren, samen te werken en samen te leven in een stimulerende leer- en werkomgeving. Deze visie sluit goed aan op de visie op leren binnen het leergebied Mens en Natuur. Tevens sluit de visie aan op de Common European Principles for Teacher Competences and Qualifications, die specifieke richtlijnen bieden voor leraren en hun opleiding op het Europese niveau. De tweedegraads lerarenopleidingen profileren zich duidelijk door hun ambitie leraren op te willen leiden die vakoverstijgend kunnen denken en handelen (wat door de keuze van de Leergebieden als organisatorische bedding sterk wordt bevorderd) en die erop gericht zijn te werken aan: (i) de eigen taalvaardigheid, (ii) de normatieve professionele ontwikkeling met aandacht voor burgerschap, multiculturaliteit, identiteit, waarden en zingeving (Bildung) en (iii) de voortdurende kwalitatieve versterking van de eigen onderwijsomgeving op basis van eigen onderzoek met gebruikmaking van de nieuwste inzichten omtrent begeleiding van leerlingen, didactische vaardigheden en educatieve toepassingen van ICT. Het auditpanel heeft voorts vastgesteld dat alle lerarenopleidingen op schema liggen qua invoering van de twee afstudeerrichtingen: havo/vwo en (v)mbo. Op grond van bovenstaande sterke punten (1) doelstelling met grote nadruk op Samen leren en samen leven in een open, multiculturele leeromgeving enerzijds en op een duidelijke integratie tussen praktijk en theorie anderzijds en (2) de ambitie normatieve professionals op te leiden die vakoverstijgend kunnen denken en handelen en die gericht zijn op de ontwikkeling van de eigen taalvaardigheid en op de voortdurende kwalitatieve versterking van de onderwijsomgeving waarin ze zich bevinden op basis van eigen onderzoek is het auditpanel van oordeel, dat alle door het panel beoordeelde tweedegraads lerarenopleidingen van Hogeschool Inholland een goed voor Standaard 1 verdienen. Opleiding Scheikunde De hierboven beschreven generieke kenmerken zijn alle onverkort van toepassing op de opleiding Scheikunde. Voorts heeft deze opleiding op overtuigende wijze aangetoond dat zij de kennisbasis Scheikunde als leidraad hanteert voor de doelstelling en inrichting van het vakspecifieke deel van haar opleidingsprogramma. Op grond hiervan en op grond van bovenvermelde sterke generieke punten is het auditpanel van oordeel, dat de tweedegraads lerarenopleiding Scheikunde van Hogeschool Inholland inderdaad een goed voor Standaard 1 verdient. Onderwerp 2. Programma Het auditpanel heeft vastgesteld dat de opleiding Scheikunde een samenhangende structuur heeft waarbinnen alle beoogde eindkwalificaties een betekenisvolle plaats hebben gekregen via de onderscheiden generieke en vakspecifieke vakken, de praktijkgerichte werkvormen ( learning by doing and reflection ) en een gevarieerd palet van leer- en onderzoeksopdrachten, telkens resulterend in een product en/of gedrag. Hogeschool Inholland, versie

22 Het programma bevat een mooi competentiegericht didactisch concept, waarbinnen de docenten als vakdidactisch rolmodel een leerrijk voorbeeld vormen voor hun studenten. De opleiding werkt met up-to-date en relevante bronnen en verdiepende studiematerialen. Een ander sterk punt van de opleiding is de duidelijk herkenbare onderzoekslijn. Studenten kunnen zich tijdens de opleiding goed voorbereiden op de praktijk, omdat het programma, mede dankzij het grote professionele netwerk van de docenten, een sterke en voortdurende gerichtheid kent op de schoolpraktijk en de ontwikkelingen daarbinnen. Het panel is ook positief over de belangrijke rol die de werkplekbegeleider van de (opleidings)school speelt bij de begeleiding en coaching van de studenten. De opleiding is sterk gericht op (de onderbouw) van het vmbo. Dit is een krachtig selling point. Het is wel van belang dat de opleiding voldoende aandacht houdt voor de bovenkant van het vak de gerichtheid op havo/vwo en mbo. Deze oordelen wegend komt het auditpanel voor de tweedegraads lerarenopleiding Scheikunde bij de Standaarden 4 (vormgeving programma) tot het oordeel goed en bij Standaarden (2, 3 en 5 (oriëntatie, inhoud en aansluiting programma) tot het oordeel voldoende. Onderwerp 3. Personeel Alle door het panel beoordeelde tweedegraads lerarenopleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur voeren een weldoordacht personeelsbeleid uit. Een personeelsbeleid, dat de docenten van de opleiding Scheikunde in ruime mate in staat stelt zich te ontwikkelen en zich in te zetten voor het opleiden van de studenten maar ook voor het verder ontwikkelen van het Scheikunde-programma. Het panel is overtuigd van de vakkennis en de didactische kwaliteit van de docenten van de opleiding Scheikunde en is zeer te spreken over de voorbeeldrol die zij voor hun studenten vervullen. Het auditpanel is, ten slotte, van oordeel dat het management op doeltreffende wijze aan de slag is gegaan om de werkdruk binnen het leergebied aan te pakken. Het auditpanel komt voor de opleiding Scheikunde bij Standaard 6 (kwalificaties personeel) tot het oordeel goed. Een aandachtspunt is wel het ontbreken van een technisch onderwijsassistent (TOA) / practicum-assistent. Studenten ervaren dat als een gemis. Onderwerp 4. Voorzieningen Het auditpanel is van oordeel dat alle door het panel beoordeelde tweedegraads lerarenopleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur beschikken over de ruimtelijke en materiële voorzieningen die de onderwijsprocessen in voldoende mate ondersteunen. Wel verdient het, ook naar het oordeel van de docenten en studenten, aanbeveling extra te investeren in practica-faciliteiten voor de opleiding Scheikunde. Een voorziening waar de studenten zeer tevreden over zijn, is het DIB (Digitaal Inleveren en Beoordelen), waardoor zij snel inhoudelijke feedback kunnen krijgen op hun ingeleverde producten. Het auditpanel is voorts overtuigd van de goede kwaliteit van de studiebegeleiding en de informatievoorziening door de opleiding. De studenten zijn ook zeer tevreden over de kleinschaligheid en de persoonlijke aandacht door hun docenten, die ook goed bereikbaar zijn. Dit brengt het auditpanel voor de tweedegraads lerarenopleiding Scheikunde bij Standaard 7 (huisvesting en voorzieningen) tot het oordeel voldoende en bij Standaard 8 (begeleiding) tot het oordeel goed. Hogeschool Inholland, versie

23 Onderwerp 5. Kwaliteitszorg Het auditpanel heeft bij alle door hem beoordeelde tweedegraads lerarenopleidingen in het Leergebied Mens en Natuur geconstateerd dat zij, mede dankzij hun evaluaties onder hun belangrijkste stakeholders, goed zicht hebben op de eigen sterke en zwakke punten. De opleidingen werken en dat is ook bij de opleiding Scheikunde zichtbaar met een integraal kwaliteitszorg- systeem, waarin de PDCA-cyclus jaarlijks op alle niveaus rondgemaakt wordt. Daarbij zijn de opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken. Tot slot heeft het panel waargenomen dat de opleiding Scheikunde aantoonbare verbetermaatregelen heeft genomen die overtuigend zijn qua uitvoering, en resultaten. Op basis van deze conclusie komt het auditpanel voor de tweedegraads opleiding Scheikunde bij Standaard 9 (periodiek evalueren) tot het oordeel goed. Onderwerp 6. Toetsing De tweedegraads lerarenopleiding Scheikunde heeft haar toetssysteem op orde en zij toetst op een inzichtelijke, valide en betrouwbare manier met behulp van gevarieerde toetsvormen of de studenten de beoogde (eind)kwalificaties hebben bereikt. Wel constateert het panel, dat de correctiemodellen nog niet in alle gevallen gedetailleerd uitgewerkt en dat de opleiding het vierogenprincipe nog niet in alle gevallen heeft geëffectueerd. Het auditpanel vindt het overigens wel een sterk punt van alle door hem beoordeelde opleidingen in het Leergebied Mens en Natuur dat de examencommissie voor de borging van de kwaliteit van de afstudeerproducten een afstudeercommissie heeft gemandateerd, waarvan de leden steekproefsgewijs afstudeerassessments bijwonen en als eerste beoordelaars betrokken zijn bij de beoordelingen van de praktijkonderzoeken in de afstudeerfase. Bovendien speelt de (deel)examencommissie een cruciale en effectieve rol bij de borging van de kwaliteit van de tentamens en examens en van de daarbij behorende beoordelingskaders. Het panel is van oordeel dat de opleiding Scheikunde op de goede weg is met het doorvoeren van aanpassingen in het curriculum om tot reductie van het aantal toetsen te komen. Gelet op de aandachtspunten m.b.t. de correctiemodellen en de toepassing van het vierogenprincipe, volstaat het panel met een voldoende voor Standaard 10 (toetsing). Onderwerp 7. Gerealiseerde eindkwalificaties Het auditpanel is van oordeel dat de studenten in hun afstudeerwerken hebben aangetoond, dat zij op basis van een probleemstelling een duidelijke onderzoeksvraag kunnen formuleren, die zij vervolgens met behulp van verschillende methoden naar behoren onderzoeken. De gekozen thema s zijn relevant voor de beroepspraktijk, het literatuuronderzoek is voldoende opgebouwd en de onderzoeken leiden tot bruikbare suggesties ter verbetering van de actuele praktijk. Kortom, via hun afstudeerwerken hebben de Scheikunde-afgestudeerden laten zien dat zij op het vereiste bachelor-niveau beschikken over de competenties van een startbekwaam tweedegraads leraar Scheikunde. Ook de beoordeelde portfolio s laten dit zien, en wel op basis van de daarin opgenomen bewijsmaterialen. Ten slotte zij opgemerkt, dat de alumni en de vertegenwoordigers uit het werkveld tevreden zijn over het gerealiseerde niveau van de Scheikunde-afgestudeerden. Deze punten in overweging nemende komt het auditpanel voor de opleiding Scheikunde op Standaard 11 (gerealiseerde eindkwalificaties) tot het oordeel voldoende. Hogeschool Inholland, versie

24 Algemene conclusie De ruim gekwalificeerde docenten van de tweedegraads lerarenopleiding Scheikunde van Hogeschool Inholland zorgen ervoor dat het afnemende werkveld (in de regio) kan beschikken over start-bekwame tweedegraads leraren Scheikunde voor de scholen in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Het auditpanel komt op grond van de beslisregels van de NVAO tot het eindoordeel voldoende voor de tweedegraads lerarenopleiding Scheikunde van Hogeschool Inholland. Hogeschool Inholland, versie

25 OPLEIDING WISKUNDE Onderwerp 1. Beoogde eindkwalificaties Generieke kenmerken Alle in het Ten geleide vermelde en door het panel onderzochte opleidingen tot leraar 2 e graad vo (in het vervolg genoemd de tweedegraads lerarenopleidingen ) van Hogeschool Inholland baseren zich aantoonbaar op de landelijke SBL-competenties en op de generieke en vakspecifieke kennisbases en zij hebben regelmatig contact hierover met vakgenoten en het werkveld. Dit gebeurt o.a. in ADEF-verband, in overleggen met vakgenoten in 10 voor de leraar of in andere landelijke vakgroep-overleggen en in de diverse overleggen met de opleidingsscholen. Bij de tweedegraads lerarenopleidingen spelen de beroepsgerichtheid en de integratie van praktijk en theorie een grote rol. Uitgaande van het motto Samen leren en samen leven in een open, multiculturele leeromgeving ontwikkelt de student internationale, interculturele kennis, vaardigheden en attitudes door samen te leren, samen te werken en samen te leven in een stimulerende leer- en werkomgeving. Deze visie sluit goed aan op de visie op leren binnen het leergebied Mens en Natuur. Tevens sluit de visie aan op de Common European Principles for Teacher Competences and Qualifications, die specifieke richtlijnen bieden voor leraren en hun opleiding op het Europese niveau. De tweedegraads lerarenopleidingen profileren zich duidelijk door hun ambitie leraren op te willen leiden die vakoverstijgend kunnen denken en handelen (wat door de keuze van de Leergebieden als organisatorische bedding sterk wordt bevorderd) en die erop gericht zijn te werken aan: (i) de eigen taalvaardigheid, (ii) de normatieve professionele ontwikkeling met aandacht voor burgerschap, multiculturaliteit, identiteit, waarden en zingeving (Bildung) en (iii) de voortdurende kwalitatieve versterking van de eigen onderwijsomgeving op basis van eigen onderzoek met gebruikmaking van de nieuwste inzichten omtrent begeleiding van leerlingen, didactische vaardigheden en educatieve toepassingen van ICT. Het auditpanel heeft voorts vastgesteld dat alle lerarenopleidingen op schema liggen qua invoering van de twee afstudeerrichtingen: havo/vwo en (v)mbo. Op grond van bovenstaande sterke punten (1) doelstelling met grote nadruk op Samen leren en samen leven in een open, multiculturele leeromgeving enerzijds en op een duidelijke integratie tussen praktijk en theorie anderzijds en (2) de ambitie normatieve professionals op te leiden die vakoverstijgend kunnen denken en handelen en die gericht zijn op de ontwikkeling van de eigen taalvaardigheid en op de voortdurende kwalitatieve versterking van de onderwijsomgeving waarin ze zich bevinden op basis van eigen onderzoek is het auditpanel van oordeel, dat alle door het panel beoordeelde tweedegraads lerarenopleidingen van Hogeschool Inholland een goed voor Standaard 1 verdienen. Opleiding Wiskunde De hierboven beschreven generieke kenmerken zijn alle onverkort van toepassing op de opleiding Wiskunde. Voorts heeft deze opleiding op overtuigende wijze aangetoond dat zij de kennisbasis Wiskunde als leidraad hanteert voor de doelstelling en inrichting van het vakspecifieke deel van haar opleidingsprogramma. Op grond hiervan en op grond van bovenvermelde sterke generieke punten is het auditpanel van oordeel, dat de tweedegraads lerarenopleiding Wiskunde van Hogeschool Inholland inderdaad een goed voor Standaard 1 verdient. Hogeschool Inholland, versie

26 Onderwerp 2. Programma Het auditpanel heeft vastgesteld dat de opleiding Wiskunde een samenhangende structuur heeft waarbinnen alle beoogde eindkwalificaties een betekenisvolle plaats hebben gekregen via de onderscheiden generieke en vakspecifieke vakken, de praktijkgerichte werkvormen ( learning by doing and reflection ) en een gevarieerd palet van leer- en onderzoeksopdrachten, telkens resulterend in een product en/of gedrag. Het programma bevat een mooi competentiegericht didactisch concept, waarbinnen de docenten als vakdidactisch rolmodel een leerrijk voorbeeld vormen voor hun studenten. De opleiding werkt met up-to-date en relevante bronnen en verdiepende studiematerialen. Een ander sterk punt van de opleiding is de duidelijk herkenbare onderzoekslijn. Studenten kunnen zich tijdens de opleiding goed voorbereiden op de praktijk, omdat het programma, mede dankzij het grote professionele netwerk van de docenten, een sterke en voortdurende gerichtheid kent op de schoolpraktijk en de ontwikkelingen daarbinnen. Het panel is ook positief over de belangrijke rol die de werkplekbegeleider van de (opleidings)school speelt bij de begeleiding en coaching van de studenten. Deze oordelen wegend komt het auditpanel voor de tweedegraads lerarenopleiding Wiskunde bij de Standaarden 2 en 4 (oriëntatie en vormgeving programma) tot het oordeel goed en bij Standaarden 3 en 5 (inhoud en aansluiting programma) tot het oordeel voldoende. Onderwerp 3. Personeel Alle door het panel beoordeelde tweedegraads lerarenopleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur voeren een weldoordacht personeelsbeleid uit. Een personeelsbeleid, dat de docenten van de opleiding Wiskunde in ruime mate in staat stelt zich te ontwikkelen en zich in te zetten voor het opleiden van de studenten maar ook voor het verder ontwikkelen van het wiskunde-programma. Het panel is overtuigd van de vakkennis en de didactische kwaliteit van de docenten van de opleiding Wiskunde en is zeer te spreken over de voorbeeldrol die zij voor hun studenten vervullen. Het auditpanel is, ten slotte, van oordeel dat het management op doeltreffende wijze aan de slag is gegaan om de werkdruk binnen het leergebied aan te pakken. Het auditpanel komt voor de opleiding Wiskunde bij Standaard 6 (kwalificaties personeel) tot het oordeel goed. Onderwerp 4. Voorzieningen Het auditpanel is van oordeel dat alle door het panel beoordeelde tweedegraads lerarenopleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur beschikken over de ruimtelijke en materiële voorzieningen die de onderwijsprocessen in voldoende mate ondersteunen. Een voorziening waar de studenten zeer tevreden over zijn, is het DIB (Digitaal Inleveren en Beoordelen), waardoor zij snel inhoudelijke feedback kunnen krijgen op hun ingeleverde producten. Het auditpanel is voorts overtuigd van de goede kwaliteit van de studiebegeleiding en de informatievoorziening door de opleiding. De studenten zijn ook zeer tevreden over de kleinschaligheid en de persoonlijke aandacht door hun docenten, die ook goed bereikbaar zijn. Dit brengt het auditpanel voor de tweedegraads lerarenopleiding Wiskunde bij Standaard 7 (huisvesting en voorzieningen) tot het oordeel voldoende en bij Standaard 8 (begeleiding) tot het oordeel goed. Onderwerp 5. Kwaliteitszorg Het auditpanel heeft bij alle door hem beoordeelde tweedegraads lerarenopleidingen in het Leergebied Mens en Natuur geconstateerd dat zij, mede dankzij hun evaluaties onder hun belangrijkste stakeholders, goed zicht hebben op de eigen sterke en zwakke punten. De opleidingen werken en dat is ook bij de opleiding Wiskunde zichtbaar met een integraal kwaliteitszorg- systeem, waarin de PDCA-cyclus jaarlijks op alle niveaus rondgemaakt wordt. Daarbij zijn de opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken. Hogeschool Inholland, versie

27 Tot slot heeft het panel waargenomen dat de opleiding Wiskunde aantoonbare verbetermaatregelen heeft genomen die overtuigend zijn qua uitvoering, en resultaten. p basis van deze conclusie komt het auditpanel voor de tweedegraads opleiding Wiskunde bij Standaard 9 (periodiek evalueren) tot het oordeel goed. Onderwerp 6. Toetsing De tweedegraads lerarenopleiding Wiskunde heeft haar toetssysteem op orde en zij toetst op een inzichtelijke, valide en betrouwbare manier met behulp van gevarieerde toetsvormen of de studenten de beoogde (eind)kwalificaties hebben bereikt. Wel constateert het panel, dat de correctiemodellen nog niet in alle gevallen gedetailleerd uitgewerkt en dat de opleiding het vierogenprincipe nog niet in alle gevallen heeft geëffectueerd. Het auditpanel vindt het overigens wel een sterk punt van alle door hem beoordeelde opleidingen in het Leergebied Mens en Natuur dat de examencommissie voor de borging van de kwaliteit van de afstudeerproducten een afstudeercommissie heeft gemandateerd, waarvan de leden steekproefsgewijs afstudeerassessments bijwonen en als eerste beoordelaars betrokken zijn bij de beoordelingen van de praktijkonderzoeken in de afstudeerfase. Bovendien speelt de (deel)examencommissie een cruciale en effectieve rol bij de borging van de kwaliteit van de tentamens en examens en van de daarbij behorende beoordelingskaders. Het panel is van oordeel dat de opleiding Wiskunde op de goede weg is met het doorvoeren van aanpassingen in het curriculum om tot reductie van het aantal toetsen te komen. Gelet op de aandachtspunten m.b.t. de correctiemodellen en de toepassing van het vierogenprincipe, volstaat het panel met een voldoende voor Standaard 10 (toetsing). Onderwerp 7. Gerealiseerde eindkwalificaties Het auditpanel is van oordeel dat de studenten in hun afstudeerwerken hebben aangetoond, dat zij op basis van een probleemstelling een duidelijke onderzoeksvraag kunnen formuleren, die zij vervolgens met behulp van verschillende methoden naar behoren onderzoeken. De gekozen thema s zijn relevant voor de beroepspraktijk, het literatuuronderzoek is voldoende opgebouwd en de onderzoeken leiden tot bruikbare suggesties ter verbetering van de actuele praktijk. Kortom, via hun afstudeerwerken hebben de wiskunde-afgestudeerden laten zien dat zij op het vereiste bachelor-niveau beschikken over de competenties van een start-bekwame tweedegraads leraar Wiskunde. Ook de beoordeelde portfolio s laten dit zien, en wel op basis van de daarin opgenomen bewijsmaterialen. Ten slotte zij opgemerkt, dat de alumni en de vertegenwoordigers uit het werkveld tevreden zijn over het gerealiseerde niveau van de Wiskunde-afgestudeerden. Deze punten in overweging nemende komt het auditpanel voor de opleiding Wiskunde op Standaard 11 (gerealiseerde eindkwalificaties) tot het oordeel voldoende. Algemene conclusie De ruim gekwalificeerde docenten van de tweedegraads lerarenopleiding Wiskunde van Hogeschool Inholland zorgen ervoor dat het afnemende werkveld (in de regio) kan beschikken over start-bekwame tweedegraads leraren Wiskunde voor de scholen in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Het auditpanel komt op grond van de beslisregels van de NVAO tot het eindoordeel voldoende voor de tweedegraads lerarenopleiding Wiskunde van Hogeschool Inholland. Hogeschool Inholland, versie

28 OPLEIDING TECHNIEK Algemene conclusie Naar het oordeel van het panel beantwoorden de doelstelling, reikwijdte en inrichting van het programma van de kopopleiding Techniek volledig aan de eisen die aan een tweedegraads lerarenopleiding worden gesteld. Ook de inrichting en de kwaliteitsborging van het toetsen & beoordelen zijn in orde. Het weldoordachte personeelsbeleid van het Leergebied Mens en Natuur stelt bovendien de betreffende docenten en het team Onderwijskunde/pedagogiek zeer wel in staat het programma van de kopopleiding uit te voeren op een wijze die het de studenten mogelijk maakt de beoogde eindkwalificaties te verwerven. Het panel is, kortom, overtuigd van de vakkennis en de didactische kwaliteit van de docenten die voor de kopopleiding worden ingezet. Samenvattend is het panel van oordeel dat alle voorwaarden zijn vervuld om een kwalitatief verantwoorde kopopleiding Techniek uit te voeren. PEDAGOGISCH DIDACTISCH GETUIGSCHRIFT (PDG-traject) EN EDUCATIEVE MINOR Algemene conclusie Alle kwaliteitskenmerken van de tweedegraads lerarenopleidingen van Inholland komen terug in het PDG-traject en in de Educatieve Minor Beroepsonderwijs: beide hebben een solide en praktijkgericht programma en beide zullen worden uitgevoerd door ruim gekwalificeerde docenten wier onderwijskundige kennis, vakkennis en didactische kwaliteit hen zeer wel in staat stellen de betreffende programma s op verantwoorde wijze uit te voeren, wat in dit geval betekent dat zij PDG-studenten inderdaad kunnen opleiden tot leraren die voldoende geëquipeerd zijn om in het mbo benoembaar te zijn en dat zij de hbo-studenten die een Educatieve Minor volgen, inderdaad inzicht kunnen verschaffen in hun geschiktheid voor het leraarschap. Het oordeel van het panel is positief. Den Haag, 21 april 2016 drs. W.G. van Raaijen, voorzitter drs. R.F.H.M. Stapert, secretaris Hogeschool Inholland, versie

29 3. INLEIDING 3.1. De lerarenopleidingen van Inholland Organisatie De achttien tweedegraads lerarenopleidingen van Inholland maken deel uit van het Domein Onderwijs & Innovatie (O&I) en zij zijn gebundeld in zogeheten leergebieden. Redenen voor deze bundeling zijn: ontwikkelingen in het werkveld (brede basis), vakinhoudelijke en didactische ontwikkelingen, leren in vakoverstijgende studententeams en ook efficiëntie. De tweedegraads lerarenopleidingen zijn geordend in de volgende vijf leergebieden: Leergebied Mens en Levensbeschouwing o Opleidingen: Islamgodsdienst, Godsdienst-Levensbeschouwing Leergebied Mens en Taal o Opleidingen: Nederlands, Frans, Duits, Engels Leergebied Mens en Natuur o Opleidingen: Biologie, Natuurkunde, Scheikunde, Wiskunde, Techniek Leergebied Mens en Maatschappij o Opleidingen: Aardrijkskunde, Geschiedenis, Maatschappijleer, Bedrijfseconomie, Algemene Economie Leergebied Mens en Zorg o Opleidingen: Gezondheidszorg & Welzijn, Pedagogiek Het panel beschouwt deze bundeling als een krachtig kwaliteitsinstrument met behulp waarvan de ontwikkeling naar een vakoverstijgende benadering in het onderwijs sterk wordt bevorderd. Inrichting Alle achttien tweedegraads lerarenopleidingen zijn ingericht op basis van een aantal gezamenlijke uitgangspunten die zich als volgt laten samenvatten: 1. De beroepscompetenties, de kennisbases (inclusief generieke kennisbasis en kennisbasis ICT) en de profielpunten vormen het uitgangspunt voor de inhoud van de opleidingen (standaard 1). 2. Elk curriculum is opgebouwd volgens drie ontwikkelingsfasen: beroepsgeschikt (propedeusegetuigschrift), professionaliseringsbekwaam (einde jaar 3) en start-bekwaam (afstudeerniveau) (standaard 3 en 11). 3. Elke opleiding is als volgt ingedeeld: Het kerncurriculum (165 EC): inhoudelijke vakbekwaamheid als leraar staat centraal. Het profieldeel (75 EC): vrije keuze, afstudeerrichting havo/vwo of vmbo/mbo in relatie tot de proeve van vakdidactische bekwaamheid, praktijkonderzoek in de afstudeerfase en de afrondende praktijk kenmerken dit onderdeel van de opleidingen. 4. Elk curriculum is opgebouwd uit drie inhoudelijke leerlijnen (standaard 2, 3 en 4): vakinhoudelijke en vakdidactische lijn. onderwijskundige en pedagogische lijn. praktijklijn / slb-lijn. 5. De opleidingen kennen maatwerktrajecten (voltijd, deeltijd, versnelde deeltijd voor kandidaten met een passende vooropleiding, KOP-traject en door de examencommissie verleende vrijstellingen) en via de inrichting van elk curriculum zelf (zie standaard 5). 6. Er zijn geen verschillen in de inhoud en toetsing van het opleidingsprogramma tussen de voltijd- en deeltijd varianten. Hogeschool Inholland, versie

30 Onderzoek De educatieve lectoraten van het domein zijn sinds september 2014 gebundeld onder één onderzoeksgroep Onderwijzen en leren in diversiteit. De onderzoekgroep verricht onderzoek op vier thema s: Teaching, Learning & Technology, Pedagogische opdracht, Taal in interactie en Studiesucces. Het onderzoek is gericht op de versterking van de interne opleidingspraktijk van de lerarenopleidingen van het domein en, conform Samen Opleiden, Opleiden met scholen, op de externe opleidingspraktijk (scholen). Voor de lerarenopleidingen heeft dit geleid tot de inrichting van afstudeerkringen, betrokkenheid van docenten bij kenniskringen, onderzoek met studenten in opleidingsscholen en de inrichting van het keuzeonderwijs. De onderzoeksgroep doet tevens onderzoek naar en adviseert over effectieve methoden van opleiden binnen Hogeschool Inholland. Kopopleidingen Inholland biedt ook kopopleidingen aan. Het zijn eenjarige tot een tweedegraads bevoegdheid leidende voltijd opleidingen (60 ec s) bedoeld voor studenten die een bachelor-graad hebben behaald in de opleidingen zoals vermeld in de zogeheten Tabel Verwante Opleidingen Kopopleidingen Uitgangspunt is, dat de studenten dankzij hun vooropleiding reeds deskundig zijn op de betreffende vakgebieden en over de vereiste onderzoeksvaardigheden beschikken. Pedagogisch Didactisch Getuigschrift (PDG-traject) en Educatieve Minor Beroepsonderwijs Inholland biedt ook een PDG-traject (60 ec) en een Educatieve Minor Beroepsonderwijs (30 ec) aan. Het PDG-traject is bestemd voor onbevoegde deelnemers (meestal zij-instromers) die voor minimaal 0,4 fte werkzaam zijn als docent binnen de beroepsvoorbereidende educatieve sector. Kandidaten moeten al een hbo-opleiding hebben afgerond of aantoonbaar beschikken over hbo denk- en werkniveau. Het PDG-traject kan in twee of in drie semesters worden afgerond. De Educatieve Minor is bedoeld voor studenten hbo/wo die zich tijdens hun bachelor willen oriënteren op een carrière in het beroepsonderwijs in een verwant vak. De studenten zijn vrij een leerwerkplek in het vmbo of mbo te kiezen. Inholland heeft vooralsnog alleen een Educatieve Minor uitgewerkt ten behoeve van studenten van de vak-bachelors in de sector Techniek. Daarna, indien daar vraag naar is, zal zij ook Educatieve Minoren ontwerpen voor studenten van de vak-bachelors in andere sectoren, zoals economie en zorg Leergebied Mens en Natuur Binnen het leergebied Mens en Natuur biedt Inholland de volgende tweedegraads lerarenopleidingen aan: Biologie, Natuurkunde, Scheikunde, Wiskunde en Techniek. De opleiding Techniek kent alleen studenten in de zogeheten kopopleiding, een eenjarige voltijdse variant van 60 ec., bedoeld voor studenten met een afgeronde bacheloropleiding in een zelfde of verwante discipline. De programma s van kop-opleidingen, dus ook het programma van de kopopleiding Techniek zijn vrijwel uitsluitend gericht op algemeen beroepsvoorbereidende vakken. Binnen het leergebied Mens en Natuur bestaat een vanzelfsprekende samenhang tussen Biologie, Natuurkunde en Scheikunde omdat vanuit eenzelfde natuurwetenschappelijk kader wordt gedacht. Wiskunde is daarbij een passende aanvulling omdat de transfer van wiskundige kennis en vaardigheden vaak knelpunten oplevert die via samenwerking op school ondervangen kunnen worden. Verder leunen Natuurkunde en Scheikunde op wiskundige logica in hun wetenschapsontwikkeling. Hogeschool Inholland, versie

31 Het leergebied Mens en Natuur speelt met haar vakoverschrijdende benadering goed in op de ontwikkelingen binnen het werkveld zoals de vakcolleges Techniek, de technasia en de tendens om het onderwijs havo/vwo en vmbo/mbo in te richten in leergebieden. Kopopleidingen Wiskunde, Natuurkunde en Scheikunde Bevindingen Het Leergebied Mens en Natuur heeft drie kopopleidingen in uitvoering: Wiskunde, Natuurkunde en Scheikunde. 1 Het zijn eenjarige voltijd opleidingen (60 ec s) bedoeld voor studenten die een bachelor-graad hebben behaald in de opleidingen zoals vermeld in de zogeheten Tabel Verwante Opleidingen Kopopleidingen Uitgangspunt is, dat de studenten dankzij hun vooropleiding reeds deskundig zijn op de betreffende vakgebieden en over de vereiste onderzoeksvaardigheden beschikken. Een ander belangrijk uitgangspunt is, dat de school de beste plek is om de student voor te bereiden op het leraarschap. De programma s van de betreffende kopopleidingen zijn aantoonbaar gebaseerd op de (algemene) SBL-competenties en op de generieke kennisbasis. Zij zijn vrijwel uitstuitend gericht op algemene beroepsvoorbereidende vakken en voorts sterk vanuit de vakdidactiek en de schoolpraktijk ingericht. De interne kwaliteitszorg van de kopopleidingen valt geheel onder het regime van het Domein Onderwijs & Innovatie. Het panel is daar positief over. Ook de inrichting, uitvoering en kwaliteitsborging van het toetsen & beoordelen (inclusief de twee assessments) vallen geheel onder het regime van het Leergebied Mens en Natuur. Ook hier is het panel positief over. Oordeel Het panel is van oordeel, dat de doelstelling, reikwijdte, inrichting en uitvoering van de programma s van de kopopleidingen Wiskunde, Natuurkunde en Scheikunde volledig beantwoorden aan de eisen die aan een tweedegraads lerarenopleiding worden gesteld. Ook de inrichting, uitvoering en kwaliteitsborging van het toetsen & beoordelen zijn in orde. Kopopleiding Techniek Inholland biedt de tweedegraads lerarenopleiding Techniek uitsluitend aan als kopopleiding, een eenjarige voltijd opleiding (60 ec s) bedoeld voor studenten die een wo bachelor-graad hebben behaald in Industrieel Ontwerpen of Industrial Design en voor studenten die een hbo bachelor-graad hebben behaald in Werktuigbouwkunde of Industrieel Productontwerpen. Er zijn thans nog geen studenten die de kopopleiding Techniek volgen. Dit betekent dat de bevindingen van het panel geen betrekking (kunnen) hebben op de feitelijke uitvoering. Wel heeft het panel zich een oordeel kunnen vormen over de uitgangspunten, doelstelling, reikwijdte en inrichting van het programma en over de kwaliteit van de voorwaarden waaronder en de context waarbinnen Inholland de kopopleiding Techniek aanbiedt. 1 Instroom Natuurkunde Scheikunde Wiskunde o Hogeschool Inholland, versie

32 1. De kopopleiding Techniek hanteert als uitgangspunt dat de studenten dankzij hun vooropleiding reeds deskundig zijn op het gebied van Techniek en over de vereiste onderzoeksvaardigheden beschikken. Een ander belangrijk uitgangspunt van de kopopleiding Techniek is, dat de school de beste plek is om de student voor te bereiden op het leraarschap. Geheel in lijn met deze uitgangspunten is het programma van de kopopleiding vrijwel uitsluitend gericht op algemene beroepsvoorbereidende vakken en voorts sterk vanuit de schoolpraktijk ingericht. In termen van de beoogde eindkwalificaties formuleert het panel het als volgt: de kopopleiding Techniek baseert zich aantoonbaar op de landelijke SBL-competenties en op de generieke kennisbasis. Iets wat geheel past in de filosofie van waaruit alle kopopleidingen dus ook de kopopleiding Techniek zijn bedacht. 2. Geheel in lijn met haar uitgangspunt, dat de school de plek bij uitstek is om de student voor te bereden op het leraarschap, staat in het programma van de kopopleiding Techniek het werkplekleren centraal, waarbij de studenten zullen worden begeleid door specifiek in die taak geschoolde praktijkbegeleiders. De conceptuele onderwijseenheden richten zich op de kernconcepten en methodieken van de generieke kennisbasis en op vakdidactiek en pedagogiek. Het is met name het werkplekleren (voorbereiding, uitvoering en reflectie) waar de samenhang van het programma zichtbaar wordt. Een programma dat zal worden uitgevoerd door een klein team van kerndocenten uit het Leergebied Mens en Natuur (voornamelijk uit het team Onderwijskunde/Pedagogiek), wier kwaliteit het panel bij de andere opleidingen van het leergebied reeds als goed kwalificeerde. 3. De interne kwaliteitszorg van de kopopleiding Techniek valt geheel onder het regime van het Leergebied Mens en Natuur. De in te zetten evaluatieve instrumenten zijn dan ook gelijk aan die van de andere opleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur. Het panel is daar positief over. 4. De beoordeling van de praktijkopdrachten vormt het hart van het toetssysteem. De werkplekbegeleider (een docent van de praktijkschool die de student gedurende het jaar begeleidt) geeft een beoordelingsadvies bij diverse prtaktijkopdrachten. De opleiding stelt vervolgens het oordeel vast. Daarnaast vinden er twee assessments plaats. Een tussenassessment halverwege de opleiding en een assessment Start-bekwaam ter afsluiting. De inrichting, uitvoering en kwaliteitsborging van de beoordelingen en de twee assessments vallen geheel onder het regime van het Domein Onderwijs & Innovatie. Het oordeel van het panel wijkt dan ook niet af van het oordeel dat het panel bij de andere opleidingen binnen dit Domein (in casu binnen het Leergebied Mens en Natuur) heeft geformuleerd. Ten slotte Bovenstaande uitgangspunten en kenmerken worden volledig zichtbaar gemaakt in de kopopleidingen die wel reeds in uitvoering zijn, zoals bijvoorbeeld in de kopopleidingen Wiskunde, Scheikunde en Natuurkunde. De uitgangspunten en kenmerken zijn aldaar gerealiseerd in een werkbare en door het panel positief beoordeelde praktijk. Reden voor het panel de uitvoering van de kopopleiding Techniek met vertrouwen tegemoet te zien. Algemene conclusie Naar het oordeel van het panel beantwoorden de doelstelling, reikwijdte en inrichting van het programma van de kopopleiding Techniek volledig aan de eisen die aan een tweedegraads lerarenopleiding worden gesteld. Ook de inrichting en de kwaliteitsborging van het toetsen & beoordelen zijn in orde. Het weldoordacht personeelsbeleid van het Leergebied Mens en Natuur stelt bovendien de betreffende docenten (voornamelijk uit het team Onderwijskunde / Pedagogiek) zeer wel in staat het programma van de kopopleiding uit te voeren op een wijze die het de studenten mogelijk maakt de beoogde eindkwalificaties te verwerven. Het panel is, kortom, overtuigd van de vakkennis en de didactische kwaliteit van de docenten die voor de kopopleiding worden ingezet. Samenvattend is het panel van oordeel dat alle voorwaarden zijn vervuld om een kwalitatief verantwoorde kopopleiding Techniek uit te voeren. Hogeschool Inholland, versie

33 3.3. Ontwikkelingen sinds de vorige accreditatie (2009) Generieke ontwikkelingen Het visitatiepanel (2009) gaf de opleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur enkele aanbevelingen mee. De internationale oriëntatie: door de aard van de opleidingen is de internationale ambitie overigens bescheiden, er wordt immers opgeleid voor het Nederlands onderwijs. Onderzoek: onderzoeksvaardigheden van docenten, onderzoek in het curriculum en samenwerking met de lectoraten (zie standaard 2). Praktijkleren: versterken van de contacten met het werkveld in het kader van het praktijkleren (zie standaard 2. Het panel signaleerde dat studenten minder tevreden waren over informatievoorziening (zie standaard 8). Het panel beschouwde de toenmalige huisvesting als krap en de bibliotheekvoorziening als beperkt (zie standaard 7). Eén van de bredere aanbevelingen van het vorige visitatiepanel had betrekking op de relatie tussen enerzijds de vakoverstijgende inhoud van de leergebieden en anderzijds het praktijkleren. Sinds de vorige visitatie hebben de opleidingen relaties ontwikkeld met zeven opleidingsscholen. Sinds de vorige accreditatie heeft Hogeschool Inholland een turbulente periode achter de rug, met als gevolg fors dalende studentenaantallen 2, ook voor de lerarenopleidingen. Dit heeft geleid tot de aanscherping en hogeschoolbrede uitvoering van het kwaliteitszorgkader. Alle tweedegraads lerarenopleidingen hebben sterke focus gelegd op het definiëren en uitvoeren van processen, met bijzondere aandacht voor onderwijskwaliteit, toetsen en beoordelen en kwaliteit eindwerken. Ook heeft de hogeschool geïnvesteerd in het optimaal uitvoeren van de planning & control-cycli. In dit verband wil het panel reeds in deze Inleiding opmerken, dat de lerarenopleidingen van Hogeschool Inholland inmiddels een groot aantal substantiële kwaliteitsverbeteringen hebben gerealiseerd. Reden om thans niet langer meer achteruit te kijken maar vooruit. Opleidingsgerichte aanpassingen De opleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur hebben hun overkoepelende visie op het leraarschap expliciet vastgelegd in Visie en Verantwoording Leergebied Mens en Natuur. Belangrijk element in die visie is weliswaar het opleiden tot vakbekwame docenten in een schoolvak, maar de ambities van de lerarenopleidingen Mens & Natuur reiken verder dan de bevoegdheid in een vak. Zij willen studenten voorbereiden om vanuit het eigen vak een bijdrage te leveren aan het geven van vakoverstijgend onderwijs, in de vorm van bijvoorbeeld science-onderwijs. Het is, naar het oordeel van het panel, van grote waarde dat de opleidingen die vakoverstijgende ambitie hebben vastgelegd waardoor zij inderdaad mede richting geeft aan de invulling van de respectieve opleidingsprogramma s. De op de landelijk vastgestelde Bekwaamheidseisen (2006) aansluitende eindkwalificaties van de opleidingen zijn in de zogeheten Competentiewijzer uitgewerkt in taakomschrijvingen en gedragskenmerken. Op deze wijze hebben de opleidingen een belangrijk hulpmiddel in handen om de validiteit van het toetsen & beoordelen te borgen. Internationalisering heeft inmiddels binnen het Leergebied verder gestalte gekregen via bijvoorbeeld het internationale project Formative assessment of Mathematics Teaching and Learning. Het betreft een internationale samenwerking in het kader van het Life Long Learning Programme van de EU. 2 Het aantal aanmeldingen van nieuwe studenten neemt sinds 2013 weer toe. In zijn er voor de 18 opleidingen samen 530 studenten aangemeld voor het eerste jaar. Hogeschool Inholland, versie

34 3.4. Clustervisitatie en inrichting van de audit Clustervisitatie De beoordeling van de tweedegraads lerarenopleidingen van Inholland vond plaats binnen het cluster tweedegraads lerarenopleidingen. De visitatie binnen dit cluster is uitgevoerd door de visitatiebureaus Hobéon en NQA, waarbij Hobéon de tweedegraads lerarenopleidingen van zes hogescholen en NQA de tweedegraads lerarenopleidingen van drie hogescholen heeft beoordeeld. Voorafgaand aan deze audits hebben NQA en Hobéon met elkaar en met de NVAO afgestemd over de opzet van de audits en de samenstelling van de auditpanels. Inrichting audit De audit had betrekking op de volgende tweedegraads lerarenopleidingen: Algemene Economie, Bedrijfseconomie, Maatschappijleer, Geschiedenis, Aardrijkskunde, Wiskunde, Biologie, Natuurkunde, Scheikunde, Techniek, Nederlands, Engels, Duits en Frans, Pedagogiek, Gezondheidszorg en Welzijn, Islamgodsdienst en Godsdienst-Levensbeschouwing. Deze tweedegraads opleidingen vertonen onderling grote verwantschap, reden waarom zij alle in onderlinge samenhang zijn ge-audit tijdens een meerdaagse visitatie, gedurende welke ook de Opleidingsschool ZAAM / ROC TOP is gevisiteerd. Op de eerste dag heeft het kernpanel de generieke onderwerpen besproken. Dit kernpanel bestond uit twee domeindeskundigen, een referent en een student van een tweedegraads lerarenopleiding van een andere hogeschool. Hobéon leverde de voorzitter en de (coördinerend) secretaris voor het kernpanel. Na de generieke auditdag volgde een driedaagse audit van de vakopleidingen, geclusterd in de zogeheten Leergebieden, inclusief kopopleiding, educatieve minor en Pedagogisch Didactisch Getuigschrift. Per combinatie van opleidingen binnen een Leergebied 3 werden de vakdeskundigen uit het panel aan het opgesplitste kernpanel toegevoegd. Naast de voorzitter van Hobéon vervulde één van de twee domeindeskundigen uit het kernpanel in het parallelle gesprek ook de rol van (technisch) voorzitter. De vierde auditdag kende een middagsessie waarin het kernpanel zijn bevindingen op hoofdlijnen naar de hogeschool heeft teruggekoppeld. De vijfde dag kende een ochtendsessie gewijd aan een audit van de Opleidingsschool ZAAM-ROCTOP. De voorliggende rapportage bevat per standaard een generieke en een vakspecifieke paragraaf. Nota bene Bevindingen met betrekking tot de Opleidingsschool ZAAM / ROC TOP heeft het panel opgenomen in afzonderlijke rapportage. 3 Zie programma. Hogeschool Inholland, versie

35 4. OORDELEN OP HET NIVEAU VAN DE STANDAARDEN 4.1. Beoogde eindkwalificaties Standaard 1: De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Toelichting NVAO: De beoogde eindkwalificaties passen wat betreft niveau en oriëntatie (bachelor of master; hbo of wo) binnen het Nederlandse kwalificatieraamwerk. Ze sluiten bovendien aan bij de actuele eisen die in internationaal perspectief vanuit het beroepenveld en het vakgebied worden gesteld aan de inhoud van de opleiding. Voor zover van toepassing zijn de beoogde eindkwalificaties tevens in overeenstemming met relevante wet- en regelgeving. Bevindingen - generiek Visie op leren Alle opleidingen van Inholland, dus ook de onderhavige, gaan uit van het principe van competentiegericht onderwijs. Hierbij wordt het aanleren van kennis en vaardigheden gekoppeld aan handelen in de praktijk. De aankomende leraar moet bij het leren in staat worden gesteld zijn kennis en inzicht (het kennen) en het praktisch handelen (het kunnen) effectief te integreren. Deze beroepsgerichtheid speelt een grote rol in de opleidingen. Om praktijk en theorie goed te kunnen integreren, bevorderen de opleidingen actief, betekenisgericht, toepassingsgericht, zelfstandig en samenwerkend leren van de student. De studenten leren concepten en vaardigheden vanuit verschillende perspectieven en in verschillende situaties toe te passen. Visie op opleiden van leraren 1. De docent is pedagogisch-didactisch bekwaam en heeft organisatorische kwaliteiten waarbij verbetering centraal staat. Dit vraagt om opleiders die in staat zijn de scholingsvraag en de behoefte aan inhoudelijke innovatie van en met het beroepenveld te articuleren en voor en met hen kwalitatief uit te werken. 2. Het opleiden van leraren vindt plaats in samenwerking met het beroepenveld en kenmerkt zich door partnerschappen die daarbij dienstig zijn De belangrijkste context waarin de aanstaande leraar datgene wat hij geleerd heeft kan toepassen, is de werkplek binnen de (opleidings)school. Vanuit deze context neemt hij vragen en leerdoelen mee die vragen om theoretische verdieping en interactie met medestudenten en lerarenopleiders. 3. Omgaan met (levensbeschouwelijke) diversiteit van de leraar is voorwaardelijk In de grootstedelijke context van de Randstad is het van belang dat studenten kennis maken met de diversiteit aan multiculturele en levensbeschouwelijke achtergronden van hun toekomstige leerlingen. Studenten moeten leren hier waarde(n)vol mee om te gaan om zo de multiculturele samenleving verder vorm te geven. Een eigen opvatting van normatieve professionaliteit is daarbij onontbeerlijk. 4. Onderwijsvernieuwing en onderwijsinnovatie moeten onderwijs flexibel maken Het gebruik van digitale leeromgevingen, die bij initieel onderwijs en bij werkgerelateerd leren een toegevoegde waarde hebben, maakt flexibel onderwijs en begeleiding mogelijk. Maatwerk wordt hierdoor (beter) mogelijk. Hogeschool Inholland, versie

36 Beroepsprofiel en opleidingsprofiel Beoogde eindkwalificaties In generieke zin richten de opleidingen zich op de eindkwalificaties, gebaseerd op de eisen die landelijk en internationaal aan een leraar worden gesteld. Voor de tweedegraadsleraar zijn die eisen zichtbaar gemaakt in de zeven SBL-competentiegebieden 4 : (1) interpersoonlijk competent, (2) pedagogisch competent, (3) vakinhoudelijk en didactisch competent, (4) organisatorisch competent, (5) competent in het samenwerken met collega s, (6) competent in het samenwerken met de omgeving en (7) competent in zelfreflectie en ontwikkeling. Kennisbasis Alle onderzochte lerarenopleidingen, dus ook de onderhavige, hebben de zeven SBLcompetentiegebieden op, naar het oordeel van het panel, overtuigende wijze via een inzichtelijke matrix telkens in verband gebracht met de vijf Dublin Descriptoren en zij hebben daarmee tevens de negen domeinen van de generieke kennisbasis op het niveau van doelstellingen geïncorporeerd: (1) leren in diverse contexten, (2) didactiek en leren, (3) communicatie, interactie en groepsdynamica, (4) ontwikkeling van de adolescent, (5) leerlingen met speciale behoeften, (6) professionele docent, (7) Nederlands onderwijssysteem, (8) pedagogische kwaliteit en (9) diversiteit en onderwijs. De hierboven genoemde domeinen van de generieke kennisbasis en de kennisbasis ICT beschrijven de body of knowledge van alle tweedegraads leraren van Inholland. Een body of knowledge die vervolgens ten grondslag ligt aan alle (ook de vakspecifieke) competenties. Internationale oriëntatie Inholland gaat binnen de tweedegraads lerarenopleidingen uit van het motto samen leren en samen leven in een open, multiculturele leeromgeving. De student ontwikkelt internationale, interculturele en (binnen het Leergebied Mens en Levensbeschouwing) interreligieuze kennis, vaardigheden en attitudes door samen te leren, samen te werken en samen te leven in een stimulerende leer- en werkomgeving. Deze visie sluit goed aan op de visie op leren binnen het leergebied Mens en Natuur. Tevens sluit de visie aan op de Common European Principles for Teacher Competences and Qualifications, die specifieke richtlijnen bieden voor leraren en hun opleiding op het Europese niveau. Profilering De lerarenopleidingen van Inholland profileren zich door leraren op te leiden die: 1. in staat zijn vakoverstijgend te denken en te handelen iets wat door de keuze van de Leergebieden als organisatorische bedding inderdaad sterk wordt bevorderd; 2. gericht werken aan hun eigen taalvaardigheid en aan het vermogen om taalontwikkelend les te kunnen geven; 3. gericht zijn op normatieve professionele ontwikkeling met aandacht voor burgerschap, multiculturaliteit, identiteit, waarden en zingeving (Bildung); 4. gericht zijn op de voortdurende kwalitatieve versterking van hun eigen onderwijs, dat van hun team en dat van de school, op basis van eigen onderzoek met gebruikmaking van de nieuwste inzichten omtrent begeleiding van leerlingen, didactische vaardigheden en educatieve toepassingen van ICT. 4 Het gaat hier om de bij wet (Wet op Beroepen in het Onderwijs BIO) vastgelegde competenties, die onder begeleiding van de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) tot stand zijn gekomen. Hogeschool Inholland, versie

37 Onderzoek De lerarenopleidingen hebben zich tot doel gesteld studenten op te leiden die in staat zijn praktijkgericht onderzoek uit te voeren, waarbij het vooral gaat om het bijstellen van het eigen gedrag of om het ontwikkelen van voorstellen voor verbeteringen op micro- en mesoniveau. Inholland plaatst het onderzoek binnen haar tweedegraads lerarenopleidingen uitdrukkelijk in functie van de voortdurende kwalitatieve versterking van de eigen beroepsuitoefening als leraar en als lid van een team. Dit is geheel in lijn met het hierboven genoemde 4 e profielkenmerk. Het gaat hier dan ook om praktijkonderzoek dat de student zicht geeft op de factoren die het handelen van zichzelf, van collega's en van leerlingen beïnvloeden, en op de effecten van dat handelen. Bevindingen Opleiding Biologie Beoogde eindkwalificaties Biologie De hierboven geschetste generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Biologie. Belangrijk profielkenmerk van de opleiding Biologie is maar dat geldt ook voor de andere opleidingen binnen het leergebied de vakoverstijgende dimensie: de opleiding leidt studenten op die vakoverstijgend bekwaam zijn. Dit betekent niet dat zij zelfstandig moeten kunnen lesgeven in de verwante leergebied-vakken, maar wel dat zij vakoverstijgend moeten kunnen samenwerken en via actieve ondersteuning een bijdrage moeten kunnen leveren aan projecten binnen het leergebied Mens en Natuur, in het bijzonder t.b.v. het science-onderwijs. Kennisbasis Biologie De kennisbasis Biologie vormt het fundament voor met name SBL-competentie 3: vakinhoudelijk en vakdidactisch competent. De kennisbasis Biologie omvat meerdere domeinen met daarbinnen specifieke onderwerpen. Zonder gedetailleerd in te gaan op de concrete inhoud van de eindkwalificaties, volgt hieronder een korte aanduiding van deze domeinen: Biologische eenheid molecuul cel orgaansysteem organisme populatie ecosysteem aarde; Zelfregulatie cel orgaansysteem organisme ecosysteem aarde en zelforganisatie; Interactie molecuul cel orgaansysteem cel organisme populatie ecosysteem; Reproductie orgaansysteem cel organisme; Evolutie molecuul organisme populatie aarde; Aanpalende vakken scheikunde natuurkunde wiskunde gezondheidszorg & welzijn aardrijkskunde; Beroepskennis vakdidactische kennis kennis over biologische kennis biologische kennis in voor leerlingen relevante contexten; Vaardigheden natuurwetenschappelijke vaardigheden biologische vakvaardigheden. De opleiding Biologie heeft per domein en daarbinnen per specifiek onderwerp elk onderdeel van de kennisbasis Biologie gekoppeld aan onderdelen van haar opleidingsprogramma en zij heeft die koppeling zorgvuldig en gedetailleerd in kaart gebracht in Kennisbasis en onderwijseenheden opleiding Biologie. Daarmee heeft zij tevens duidelijk gemaakt dat Competentie 3 stevig in het programma is verankerd. Hogeschool Inholland, versie

38 Contacten met het werkveld Leergebied Mens en Natuur Het auditpanel heeft vastgesteld dat de docenten van de opleidingen binnen het leergebied vele landelijke contacten onderhouden, onder andere door hun vertegenwoordiging in het project 10 voor de leraar. Ook participeren de opleidingen in belangrijke externe werkgroepen, zoals het Algemeen Directeurenoverleg Educatieve Faculteiten (ADEF), het European Teachers Educational Network en het overleg met de opleidingsscholen. Voorts houden de opleidingen binnen het leergebied Mens en Natuur feeling met actuele ontwikkelingen via bijvoorbeeld: Deelname aan regionale samenwerking ten behoeve van ondersteuning van bètadocenten in het voortgezet onderwijs, tussen hoger onderwijsinstellingen en voortgezet onderwijs: Bèta steunpunt Amsterdam (Bètapartners); IT s Academy etc. Deelname aan landelijk vak-overleg LVO. Actief lidmaatschap van o.a. VELON (vereniging voor lerarenopleiders), IVN en KNVV (Biologie), NVON, AOB (participeren in Onderwijscoöperatie), NVVW. Jaarlijkse deelname VELON/VELOV-congres voor lerarenopleiders. Gedeeltelijke aanstelling in het voortgezet onderwijs. Deelname aan congressen (bijvoorbeeld "Respect") Tot slot is het van belang erop te wijzen dat de docenten van de opleiding ook via hun studenten, die immers in de praktijk stagelopen, contact met het werkveld hebben. Opleiding Biologie Het bovenstaande is onverkort van toepassing op de opleiding Biologie. Oordeel Opleiding Biologie: goed Het auditpanel is bijzonder positief over de beoogde eindcompetenties waarin de opleiding een sterke nadruk legt op: (i) Samen leren en samen leven in een open, multiculturele leeromgeving met een duidelijke integratie tussen praktijk en theorie, (ii) onderzoek gericht op het beïnvloeden van het handelen van de student zelf, van zijn collega s en van zijn leerlingen en op de effecten van dat handelen en (iii) de ambitie normatieve professionals op te leiden die vakoverstijgend kunnen denken en handelen en gericht zijn op de ontwikkeling van hun eigen taalvaardigheid en voortdurende kwalitatieve versterking van de onderwijskundige omgeving waarin ze zich bevinden. Voorts heeft de opleiding op overtuigende wijze aangetoond dat zij de kennisbasis Biologie als leidraad hanteert voor de doelstelling en inrichting van het vakspecifieke deel van het opleidingsprogramma. Dit brengt het auditpanel voor de opleiding Biologie tot het oordeel goed voor Standaard 1. Bevindingen Opleiding Natuurkunde De reeds eerder geschetste generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Natuurkunde. Belangrijk profielkenmerk van de opleiding Natuurkunde is maar dat geldt ook voor de andere opleidingen binnen het leergebied de vakoverstijgende dimensie: de opleiding leidt studenten op die vakoverstijgend bekwaam zijn. Dit betekent niet dat zij zelfstandig moeten kunnen lesgeven in de verwante leergebied-vakken, maar wel dat zij vakoverstijgend moeten kunnen samenwerken en via actieve ondersteuning een bijdrage moeten kunnen leveren aan projecten binnen het leergebied Mens en Natuur, in het bijzonder t.b.v. het science-onderwijs. Hogeschool Inholland, versie

39 Kennisbasis Natuurkunde De kennisbasis Natuurkunde vormt het fundament voor met name SBL-competentie 3: vakinhoudelijk en vakdidactisch competent. De kennisbasis Natuurkunde omvat meerdere domeinen met daarbinnen specifieke onderwerpen. Zonder gedetailleerd in te gaan op de concrete inhoud van de eindkwalificaties, volgt hieronder een korte aanduiding van deze domeinen: Krachten & Bewegingen, Vloeistoffen, Warmte, Golven & Geluid; Elektriciteit & Magnetisme; Licht; Fundamentele Natuurkunde; Materie; Universum; Toegepaste Natuurkunde; Fysische Informatica; Scheikunde; Wiskunde; Mens & Natuur; Onderzoek & Experiment; Historische, filosofische en maatschappelijke aspecten. De opleiding Natuurkunde heeft per domein en daarbinnen per specifiek onderwerp elk onderdeel van de kennisbasis Natuurkunde gekoppeld aan onderdelen van haar opleidingsprogramma en zij heeft die koppeling zorgvuldig en gedetailleerd in kaart gebracht in Kennisbasis en onderwijseenheden opleiding Natuurkunde. Daarmee heeft zij tevens duidelijk gemaakt dat Competentie 3 stevig in het programma is verankerd. Contacten met het werkveld Leergebied Mens en Natuur Het auditpanel heeft vastgesteld dat de docenten van de opleidingen binnen het leergebied vele landelijke contacten onderhouden, onder andere door hun vertegenwoordiging in het project 10 voor de leraar. Ook participeren de opleidingen in belangrijke externe werkgroepen, zoals het Algemeen Directeurenoverleg Educatieve Faculteiten (ADEF), het European Teachers Educational Network en het overleg met de opleidingsscholen. Voorts houden de opleidingen binnen het leergebied Mens en Natuur feeling met actuele ontwikkelingen via bijvoorbeeld: Deelname aan regionale samenwerking ten behoeve van ondersteuning van bètadocenten in het voortgezet onderwijs, tussen hoger onderwijsinstellingen en voortgezet onderwijs: Bèta steunpunt Amsterdam (Bètapartners); IT s Academy etc. Deelname aan landelijk vak-overleg LVO. Actief lidmaatschap van o.a. VELON (vereniging voor lerarenopleiders), IVN en KNVV (Biologie), NVON, AOB (participeren in Onderwijscoöperatie), NVVW. Jaarlijkse deelname VELON/VELOV-congres voor lerarenopleiders. Gedeeltelijke aanstelling in het voortgezet onderwijs. Deelname aan congressen (bijvoorbeeld "Respect") Tot slot is het van belang erop te wijzen dat de docenten van de opleiding ook via hun studenten, die immers in de praktijk stagelopen, contact met het werkveld hebben. Opleiding Natuurkunde Het bovenstaande is onverkort van toepassing op de opleiding Natuurkunde. Oordeel Opleiding Natuurkunde: goed Het auditpanel is bijzonder positief over de beoogde eindcompetenties waarin de opleiding een sterke nadruk legt op: (i) Samen leren en samen leven in een open, multiculturele leeromgeving met een duidelijke integratie tussen praktijk en theorie, (ii) onderzoek gericht op het beïnvloeden van het handelen van de student zelf, van zijn collega s en van zijn leerlingen en op de effecten van dat handelen en (iii) de ambitie normatieve professionals op te leiden die vakoverstijgend kunnen denken en handelen en gericht zijn op de ontwikkeling van hun eigen taalvaardigheid en voortdurende kwalitatieve versterking van de onderwijskundige omgeving waarin ze zich bevinden. Voorts heeft de opleiding op overtuigende wijze aangetoond dat zij de kennisbasis Natuurkunde als leidraad hanteert voor de doelstelling en inrichting van het vakspecifieke deel van het opleidingsprogramma. Dit brengt het auditpanel voor de opleiding Natuurkunde tot het oordeel goed voor Standaard 1. Hogeschool Inholland, versie

40 Bevindingen Opleiding Scheikunde De reeds eerder geschetste generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Scheikunde. Belangrijk profielkenmerk van de opleiding Scheikunde is maar dat geldt ook voor de andere opleidingen binnen het leergebied de vakoverstijgende dimensie: de opleiding leidt studenten op die vakoverstijgend bekwaam zijn. Dit betekent niet dat zij zelfstandig moeten kunnen lesgeven in de verwante leergebied-vakken, maar wel dat zij vakoverstijgend moeten kunnen samenwerken en via actieve ondersteuning een bijdrage moeten kunnen leveren aan projecten binnen het leergebied Mens en Natuur, in het bijzonder t.b.v. het science-onderwijs. Kennisbasis Scheikunde De kennisbasis Scheikunde vormt het fundament voor met name SBL-competentie 3: vakinhoudelijk en vakdidactisch competent. De kennisbasis Scheikunde omvat meerdere domeinen met daarbinnen specifieke onderwerpen. Zonder gedetailleerd in te gaan op de concrete inhoud van de eindkwalificaties, volgt hieronder een korte aanduiding van deze domeinen: Basisbegrippen Chemische reacties Analytische chemie Atoomstructuur Periodiek systeem en elementen Binding Thermochemie en Thermodynamica Gassen, Vloeistoffen en vaste stoffen Reactiekinetiek Chemisch evenwicht Zuren en basen Elektrochemie Spectroscopie Scheidingsmethoden Organische chemie Biochemie Toegepaste wiskunde Natuurkunde Verbredende onderwerpen Chemisch practicum. De opleiding Scheikunde heeft per domein en daarbinnen per specifiek onderwerp elk onderdeel van de kennisbasis Scheikunde gekoppeld aan onderdelen van haar opleidingsprogramma en zij heeft die koppeling zorgvuldig en gedetailleerd in kaart gebracht in Kennisbasis en onderwijseenheden opleiding Scheikunde. Daarmee heeft zij tevens duidelijk gemaakt dat Competentie 3 stevig in het programma is verankerd. Contacten met het werkveld Leergebied Mens en Natuur Het auditpanel heeft vastgesteld dat de docenten van de opleidingen binnen het leergebied vele landelijke contacten onderhouden, onder andere door hun vertegenwoordiging in het project 10 voor de leraar. Ook participeren de opleidingen in belangrijke externe werkgroepen, zoals het Algemeen Directeurenoverleg Educatieve Faculteiten (ADEF), het European Teachers Educational Network en het overleg met de opleidingsscholen. Voorts houden de opleidingen binnen het leergebied Mens en Natuur feeling met actuele ontwikkelingen via bijvoorbeeld: Deelname aan regionale samenwerking ten behoeve van ondersteuning van bètadocenten in het voortgezet onderwijs, tussen hoger onderwijsinstellingen en voortgezet onderwijs: Bèta steunpunt Amsterdam (Bètapartners); IT s Academy etc. Deelname aan landelijk vak-overleg LVO. Actief lidmaatschap van o.a. VELON (vereniging voor lerarenopleiders), IVN en KNVV (Biologie), NVON, AOB (participeren in Onderwijscoöperatie), NVVW. Jaarlijkse deelname VELON/VELOV-congres voor lerarenopleiders. Gedeeltelijke aanstelling in het voortgezet onderwijs. Deelname aan congressen (bijvoorbeeld "Respect") Tot slot is het van belang erop te wijzen dat de docenten van de opleiding ook via hun studenten, die immers in de praktijk stagelopen, contact met het werkveld hebben. Opleiding Scheikunde Het bovenstaande is onverkort van toepassing op de opleiding Scheikunde. Hogeschool Inholland, versie

41 Oordeel Opleiding Scheikunde: goed Het auditpanel is bijzonder positief over de beoogde eindcompetenties waarin de opleiding een sterke nadruk legt op: (i) Samen leren en samen leven in een open, multiculturele leeromgeving met een duidelijke integratie tussen praktijk en theorie, (ii) onderzoek gericht op het beïnvloeden van het handelen van de student zelf, van zijn collega s en van zijn leerlingen en op de effecten van dat handelen en (iii) de ambitie normatieve professionals op te leiden die vakoverstijgend kunnen denken en handelen en gericht zijn op de ontwikkeling van hun eigen taalvaardigheid en voortdurende kwalitatieve versterking van de onderwijskundige omgeving waarin ze zich bevinden. Voorts heeft de opleiding op overtuigende wijze aangetoond dat zij de kennisbasis Scheikunde als leidraad hanteert voor de doelstelling en inrichting van het vakspecifieke deel van het opleidingsprogramma. Dit brengt het auditpanel voor de opleiding Scheikunde tot het oordeel goed voor Standaard 1. Bevindingen Opleiding Wiskunde De reeds eerder geschetste generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Wiskunde. Belangrijk profielkenmerk van de opleiding Wiskunde is maar dat geldt ook voor de andere opleidingen binnen het leergebied de vakoverstijgende dimensie: de opleiding leidt studenten op die vakoverstijgend bekwaam zijn. Dit betekent niet dat zij zelfstandig moeten kunnen lesgeven in de verwante leergebied-vakken, maar wel dat zij vakoverstijgend moeten kunnen samenwerken en via actieve ondersteuning een bijdrage moeten kunnen leveren aan projecten binnen het leergebied Mens en Natuur, in het bijzonder t.b.v. het science-onderwijs. Kennisbasis Wiskunde De kennisbasis Wiskunde vormt het fundament voor met name SBL-competentie 3: vakinhoudelijk en vakdidactisch competent. De kennisbasis Wiskunde omvat meerdere domeinen met daarbinnen specifieke onderwerpen. Zonder gedetailleerd in te gaan op de concrete inhoud van de eindkwalificaties, volgt hieronder een korte aanduiding van deze domeinen: Domein 0: Wiskundige vak-competenties Categorieën: 1. Denken en redeneren, 2. Argumenteren, 3. Communiceren, 4. Modelleren, 5. Probleem formuleren en oplossen, 6. Representatie, 7. Gebruik van symbolen, formele en technische taal en bewerkingen, 8. Gebruik van wiskundige hulpmiddelen en gereedschappen, 9. Onderzoeken, 10. Toepassen, 11. Omgaan met concepten Domein 1: Analyse Categorieën: 1. Functiebegrip, 2. Differentiaalrekening, 3. Integraalrekening, 4. Rijen en reeksen, 5. Differentiaalvergelijkingen, 6. Complexe getallen Domein 2: Meetkunde Categorieën: 1. Vlakke meetkunde, 2. Ruimtemeetkunde, 3. Analytische meetkunde, 4. Gonio-/trigonometrie Domein 3: Algebra Categorieën: 1. Elementaire algebra, 2. Getalverzamelingen, 3. Bewijstechnieken, 4. Matrixrekenen Domein 4: Statistiek Categorieën: 1. Beschrijvende statistiek, 2. Combinatoriek en kansrekening, 3. Kansverdelingen, 4. Verklarende statistiek Domein 5: Wiskunde overig Categorieën: 1. Grafentheorie, 2. Lineair programmeren, 3. Geschiedenis van de wiskunde, 4. Abstracte structuren Hogeschool Inholland, versie

42 De opleiding Wiskunde heeft per domein en daarbinnen per categorie elk onderdeel van de kennisbasis Wiskunde gekoppeld aan onderdelen van haar opleidingsprogramma en zij heeft die koppeling zorgvuldig en gedetailleerd in kaart gebracht in Kennisbasis en onderwijseenheden opleiding Wiskunde. Daarmee heeft zij tevens duidelijk gemaakt dat Competentie 3 stevig in het programma is verankerd. Contacten met het werkveld Het auditpanel heeft vastgesteld dat de docenten van de opleidingen binnen het leergebied vele landelijke contacten onderhouden, onder andere door hun vertegenwoordiging in het project 10 voor de leraar. Ook participeren de opleidingen in belangrijke externe werkgroepen, zoals het Algemeen Directeurenoverleg Educatieve Faculteiten (ADEF), het European Teachers Educational Network en het overleg met de opleidingsscholen. Voorts houden de opleidingen binnen het leergebied Mens en Natuur feeling met actuele ontwikkelingen via bijvoorbeeld: Deelname aan regionale samenwerking ten behoeve van ondersteuning van bètadocenten in het voortgezet onderwijs, tussen hoger onderwijsinstellingen en voortgezet onderwijs: Bèta steunpunt Amsterdam (Bètapartners); IT s Academy etc. Deelname aan landelijk vak-overleg LVO. Actief lidmaatschap van o.a. VELON (vereniging voor lerarenopleiders), IVN en KNVV (Biologie), NVON, AOB (participeren in Onderwijscoöperatie), NVVW. Jaarlijkse deelname VELON/VELOV-congres voor lerarenopleiders. Gedeeltelijke aanstelling in het voortgezet onderwijs. Deelname aan congressen (bijvoorbeeld Respect ) Tot slot is het van belang erop te wijzen dat de docenten van de opleiding ook via hun studenten, die immers in de praktijk stagelopen, contact met het werkveld hebben. Opleiding Wiskunde Het bovenstaande is onverkort van toepassing op de opleiding Wiskunde. Oordeel Opleiding Wiskunde: goed Het auditpanel is bijzonder positief over de beoogde eindcompetenties waarin de opleiding een sterke nadruk legt op: (i) Samen leren en samen leven in een open, multiculturele leeromgeving met een duidelijke integratie tussen praktijk en theorie, (ii) onderzoek gericht op het beïnvloeden van het handelen van de student zelf, van zijn collega s en van zijn leerlingen en op de effecten van dat handelen en (iii) de ambitie normatieve professionals op te leiden die vakoverstijgend kunnen denken en handelen en gericht zijn op de ontwikkeling van hun eigen taalvaardigheid en voortdurende kwalitatieve versterking van de onderwijskundige omgeving waarin ze zich bevinden. Voorts heeft de opleiding op overtuigende wijze aangetoond dat zij de kennisbasis Wiskunde als leidraad hanteert voor de doelstelling en inrichting van het vakspecifieke deel van het opleidingsprogramma. Dit brengt het auditpanel voor de opleiding Wiskunde tot het oordeel goed voor Standaard 1. PDG-traject en Educatieve Minor Bevindingen De eindkwalificaties voor het PDG-traject zijn vrijwel gelijk aan de pedagogisch-didactische eindkwalificaties van de reguliere lerarenopleidingen: de zeven SBL-competenties op niveau Startbekwaam en de generieke kennisbasis. Voor de studenten van de Educatieve minor gelden eveneens de 7 SBL-competenties, die zij moeten kunnen aantonen op niveau 1 2. Hogeschool Inholland, versie

43 De eindkwalificaties van het PDG-traject en van de Educatieve Minor zijn, zoals dat ook bij de 4-jarige lerarenopleidingen het geval is, geordend naar vijf kerntaken: (1) verzorgen van onderwijs, (2) begeleiden van leerlingen, (3) ontwerpen van onderwijs, (4) afstemmen en verbinden van de leeromgeving en (5) het leren als professional en het onderzoeken van de onderwijspraktijk. Oordeel Alle generieke kwaliteitskenmerken zoals het panel die bij de tweedegraads lerarenopleidingen heeft geïdentificeerd bij doelstelling en profiel, zijn ook van toepassing op het PDG-traject en de Educatieve Minor. Het oordeel van het panel is positief. Hogeschool Inholland, versie

44 Programma vierjarige tweedegraads lerarenopleidingen Standaard 2: De oriëntatie van het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en/of de beroepspraktijk. Toelichting NVAO: Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het beroepenveld en het vakgebied. Bevindingen - generiek Alle tweedegraads opleidingen van Inholland kennen een sterke gerichtheid op de praktijk: (1) leren in de praktijk en reflectie op dat leren in het 1e, 2 e en 3 e jaar, (2) assessment startbekwaam in het 4 e jaar, (3) praktijk onderzoek in afstudeerfase. Dat leren in de praktijk geschiedt, zo heeft het panel bij de opleidingen kunnen waarnemen, aan de hand van betekenisvolle opdrachten (beroepstaken) die, al naargelang de fase waarin de student zich bevindt complexer en veelomvattender worden. Dit is geheel in lijn met de visie van Inholland op leren waarin het praktijkleren centraal staat. In de programma s van haar tweedegraads lerarenopleidingen heeft het praktijkleren de volgende concrete inrichting: In de propedeuse heeft praktijkleren een omvang van 12 EC. Met Oriëntatie op Studie en Beroep en het Instituutspracticum in het eerste semester maakt de student kennis met het beroep van leraar en de verschillende soorten onderwijs waartoe zijn opleiding opleidt. Vanaf het tweede semester in de propedeuse heeft de student zelf een rol in de uitvoering van onderwijs op de praktijkplaats. Het praktijkleren heeft in studiejaar 2 een omvang van 12 EC en in studiejaar 3 een omvang van 11 EC (in periode 1-3). Aan het eind van deze fase van de studie werkt de student op de scholen op het niveau professionaliseringsbekwaam. In het vierde studiejaar van zijn opleiding is de student hoofdzakelijk in de beroepspraktijk actief, verzorgt zelfstandig het onderwijs op zijn vakgebied en voert daarbij alle kerntaken 5 uit van de leraar (niveau startbekwaam). In studiejaar 4 betreft praktijkleren 28 EC en 10 EC praktijkonderzoek afstudeerfase. Tijdens het praktijkleren speelt de werkplekbegeleider van de (opleidings)school een belangrijke rol. De opleidingen verzorgen trainingen voor werkplekbegeleiders gericht op begeleiding en coaching van de studenten. In worden normeringsbijeenkomsten georganiseerd waarin werkplekbegeleiders en instituutsopleiders een gezamenlijk referentiekader ontwikkelen t.b.v. de beoordeling van het praktijkleren. De instituutsopleider is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de begeleiding en beoordeling van studenten. Hij bezoekt de student op de werkplek, overlegt met de werkplekbegeleider en beoordeelt het niveau van het functioneren in de praktijk aan de hand van de indicatoren in de competentiewijzer. Aldus hebben de onderzochte opleidingen een sterke en voortdurende gerichtheid op de schoolpraktijk en op de ontwikkelingen daarbinnen. Een gerichtheid die ook nog eens wordt versterkt door het grote professionele netwerk waarover het docentencorps beschikt. Het panel is zeer te spreken over de intensieve wijze waarop tweedegraads lerarenopleidingen van Inholland hun relaties met het werkveld benutten om het leren in de praktijk op een hoog niveau te brengen en te houden. 5 De beoogde eindkwalificaties heeft Inholland geordend naar vijf kerntaken: (1) verzorgen van onderwijs, (2) begeleiden van leerlingen, (3) ontwerpen van onderwijs, (4) afstemmen en verbinden van de leeromgeving en (5) het leren als professional en het onderzoeken van de onderwijspraktijk. Hogeschool Inholland, versie

45 Bevindingen Opleiding Biologie De hierboven geschetste generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Biologie. De ontwikkeling van beroepsvaardigheden Zo ergens, dan is het in het praktijkleren dat de oriëntatie op het beroepenveld zichtbaar wordt. Hierboven heeft het panel reeds geschetst hoe de lerarenopleidingen van Inholland dit principe van praktijkleren concreet vorm geven. Analyse van het Biologie opleidingsprogramma laat zien dat deze generieke kenmerken en deze O&I-brede aanpak onverkort van toepassing zijn op de opleiding Biologie. De opleiding is sterk gericht op (de onderbouw) van het vmbo. Dit is een krachtig selling point. Het is wel van belang dat de opleiding voldoende aandacht houdt voor de bovenkant van het vak de gerichtheid op havo/vwo en mbo. Tijdens de visitatie bleek overigens, dat de biologiestudenten positief waren over de aansluiting van het onderwijs op de praktijk. Vanaf het eerste studiejaar is in alle vakken de transfer naar de praktijk van de stage- en opleidingsschool zichtbaar. Studenten ontwikkelen op school bijvoorbeeld lessenseries en toetsen die zij in de praktijk ook daadwerkelijk toepassen. Tijdens de lessen reflecteren zij met behulp van hun docenten op de uitvoering hiervan. Gebruik van materialen/literatuur De opleiding maakt volgens het auditpanel gebruik van up-to-date bronnen die van goed niveau zijn en relevant voor zowel de theoretische scholing, de praktijk van experimenteren en de onderwijspraktijk waarmee de studenten te maken krijgen. Daarnaast gebruiken docenten, zo blijkt uit de gesprekken en uit de documentatie, vaak verdiepende vakspecifieke materialen. Interactie opleiding lectoraat De opleiding Biologie stuurt, evenals de andere opleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur, het concrete onderzoekonderwijs aan vanuit de competentie reflectie en zelfsturing, en daarbij gaat het dan om de ontwikkeling van een onderzoekende houding, het toepassen van kennis uit onderzoek en het zelf onderzoek uitvoeren. De oriëntatie op het beroepenveld is hier zichtbaar in de sterk praktijk- georiënteerde thematiek. Daarbij speelt het lectoraat Teaching, Learning and Technology een actieve ondersteunende rol om het praktijkgericht onderzoek van de studenten nog sterker te verbinden met de onderzoeksvragen uit het werkveld. Het onderzoeksonderwijs van de opleiding Biologie en van de overige opleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur, ligt binnen de pedagogische / onderwijskundige leerlijn waarin studenten onderzoeksvaardigheden ontwikkelen aan de hand van het uitvoeren van concreet praktijkonderzoek. De leerlijn onderzoek ziet er in alle curricula als volgt uit: Propedeuse: Observatieonderzoek (4 ec); Studiejaar 2: Ontwerponderzoek (4 ec); Studiejaar 3: Survey onderzoek (3 ec) en Casestudy (3 ec); Studiejaar 4: Praktijkonderzoek afstudeerfase (10 ec). Deze leerlijn onderzoek is uitgebreid/aangevuld met een aantal vakspecifieke Biologieonderwijseenheden, gericht op vakinhoudelijke onderzoeksvaardigheden: Studiejaar 1: Ecologie Land-1 (2 ec) Studiejaar 2: Ecologie Water (3 ec) Studiejaar 3: Gedrag (3 EC) Contact met het werkveld De opleiding Biologie maakt evenals de andere opleidingen binnen het leergebied gebruik van de Veldadviesraad (VAR) Mens en Natuur die een belangrijke rol speelt bij de verdere ontwikkeling van de opleiding. Zie voorts onder Standaard 1. Hogeschool Inholland, versie

46 Oordeel Opleiding Biologie: voldoende Het auditpanel heeft vastgesteld dat de opleiding Biologie, mede dankzij het professionele netwerk van de docenten, een sterke en voortdurende gerichtheid heeft op de schoolpraktijk en op de ontwikkelingen daarbinnen. Het panel is ook positief over de belangrijke rol die de werkplekbegeleider van de (opleidings)school speelt bij de begeleiding en coaching van de studenten, het gebruik van up-to-date en relevante bronnen en relevante studiematerialen. Gelet op het aandachtpunt m.b.t. de oriëntatie op (de onderbouw van) het vmbo, volstaat het panel met het oordeel voldoende voor Standaard 2. Bevindingen Opleiding Natuurkunde De reeds eerder geschetste generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Natuurkunde. De ontwikkeling van beroepsvaardigheden Zo ergens, dan is het in het praktijkleren dat de oriëntatie op het beroepenveld zichtbaar wordt. Hierboven heeft het panel reeds geschetst hoe de lerarenopleidingen van Inholland dit principe van praktijkleren concreet vorm geven. Analyse van het Natuurkunde opleidingsprogramma laat zien dat deze generieke kenmerken en deze O&I-brede aanpak onverkort van toepassing zijn op de opleiding Natuurkunde. De opleiding is sterk gericht op (de onderbouw) van het vmbo. Dit is een krachtig selling point. Het is wel van belang dat de opleiding voldoende aandacht houdt voor de bovenkant van het vak de gerichtheid op havo/vwo en mbo. Tijdens de visitatie bleek overigens, dat de Natuurkunde-studenten positief waren over de aansluiting van het onderwijs op de praktijk. Vanaf het eerste studiejaar is in alle vakken de transfer naar de praktijk van de stage- en opleidingsschool zichtbaar. Studenten ontwikkelen op school bijvoorbeeld lessenseries en toetsen die zij in de praktijk ook daadwerkelijk toepassen. Tijdens de lessen reflecteren zij met behulp van hun docenten op de uitvoering hiervan. Gebruik van materialen/literatuur De opleiding maakt volgens het auditpanel gebruik van up-to-date bronnen die van goed niveau zijn en relevant voor zowel de theoretische scholing, de praktijk van experimenteren en de onderwijspraktijk waarmee de studenten te maken krijgen. Daarnaast gebruiken docenten, zo blijkt uit de gesprekken en uit de documentatie, vaak verdiepende materialen. Interactie opleiding lectoraat De opleiding Natuurkunde stuurt, evenals de andere opleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur, het concrete onderzoekonderwijs aan vanuit de competentie reflectie en zelfsturing, en daarbij gaat het dan om de ontwikkeling van een onderzoekende houding, het toepassen van kennis uit onderzoek en het zelf onderzoek uitvoeren. De oriëntatie op het beroepenveld is hier zichtbaar in de sterk praktijk- georiënteerde thematiek. Daarbij speelt het lectoraat Teaching, Learning and Technology een actieve ondersteunende rol om het praktijkgericht onderzoek van de studenten nog sterker te verbinden met de onderzoeksvragen uit het werkveld. Het onderzoeksonderwijs van de opleiding Natuurkunde en van de overige opleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur, ligt binnen de pedagogische / onderwijskundige leerlijn waarin studenten onderzoeksvaardigheden ontwikkelen aan de hand van het uitvoeren van concreet praktijkonderzoek. De leerlijn onderzoek ziet er in alle curricula als volgt uit: Propedeuse: Observatieonderzoek (4 ec); Studiejaar 2: Ontwerponderzoek (4 ec); Studiejaar 3: Survey onderzoek (3 ec) en Casestudy (3 ec); Studiejaar 4: Praktijkonderzoek afstudeerfase (10 ec). Contact met het werkveld De opleiding Natuurkunde maakt, evenals de andere opleidingen binnen het leergebied gebruik van de veldadviesraad (VAR) Mens en Natuur die een belangrijke rol speelt bij de verdere ontwikkeling van de opleiding. Zie voorts onder Standaard 1. Hogeschool Inholland, versie

47 Oordeel opleiding Natuurkunde: voldoende Het auditpanel heeft vastgesteld dat de opleiding Natuurkunde, mede dankzij het professionele netwerk van de docenten, een sterke en voortdurende gerichtheid heeft op de schoolpraktijk en op de ontwikkelingen daarbinnen. Het panel is ook positief over de belangrijke rol die de werkplekbegeleider van de (opleidings)school speelt bij de begeleiding en coaching van de studenten, het gebruik van up-to-date en relevante bronnen en verdiepende studiematerialen. Gelet op het aandachtpunt m.b.t. de oriëntatie op (de onderbouw van) het vmbo, volstaat het panel met het oordeel voldoende voor Standaard 2. Bevindingen Opleiding Scheikunde De reeds eerder geschetste generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Scheikunde. De ontwikkeling van beroepsvaardigheden Zo ergens, dan is het in het praktijkleren dat de oriëntatie op het beroepenveld zichtbaar wordt. Hierboven heeft het panel reeds geschetst hoe de lerarenopleidingen van Inholland dit principe van praktijkleren concreet vorm geven. Analyse van het Scheikunde opleidingsprogramma laat zien dat deze generieke kenmerken en deze O&I-brede aanpak onverkort van toepassing zijn op de opleiding Scheikunde. De opleiding is sterk gericht op (de onderbouw) van het vmbo. Dit is een krachtig selling point. Het is wel van belang dat de opleiding voldoende aandacht houdt voor de bovenkant van het vak de gerichtheid op havo/vwo en mbo. Tijdens de visitatie bleek dat de scheikundestudenten positief waren over de aansluiting van het onderwijs op de praktijk. Vanaf het eerste studiejaar is in alle vakken de transfer naar de praktijk van de stage- en opleidingsschool zichtbaar. Studenten ontwikkelen op school bijvoorbeeld lessenseries en toetsen die zij in de praktijk ook daadwerkelijk toepassen. Tijdens de lessen reflecteren zij met behulp van hun docenten op de uitvoering hiervan. Gebruik van materialen/literatuur De opleiding maakt volgens het auditpanel gebruik van up-to-date bronnen die van goed niveau zijn en relevant voor zowel de theoretische scholing, de praktijk van experimenteren en de onderwijspraktijk waarmee de studenten te maken krijgen. Daarnaast gebruiken docenten, zo blijkt uit de gesprekken en uit de documentatie, vaak verdiepende (vakspecifieke) materialen. Interactie opleiding lectoraat De opleiding Scheikunde stuurt, evenals de andere opleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur, het concrete onderzoekonderwijs aan vanuit de competentie reflectie en zelfsturing, en daarbij gaat het dan om de ontwikkeling van een onderzoekende houding, het toepassen van kennis uit onderzoek en het zelf onderzoek uitvoeren. De oriëntatie op het beroepenveld is hier zichtbaar in de sterk praktijk- georiënteerde thematiek. Daarbij speelt het lectoraat Teaching, Learning and Technology een actieve ondersteunende rol om het praktijkgericht onderzoek van de studenten nog sterker te verbinden met de onderzoeksvragen uit het werkveld. Het onderzoeksonderwijs van de opleiding Scheikunde en van de overige opleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur, ligt binnen de pedagogische / onderwijskundige leerlijn waarin studenten onderzoeksvaardigheden ontwikkelen aan de hand van het uitvoeren van concreet praktijkonderzoek. De leerlijn onderzoek ziet er in alle curricula als volgt uit: Propedeuse: Observatieonderzoek (4 ec); Studiejaar 2: Ontwerponderzoek (4 ec); Studiejaar 3: Survey onderzoek (3 ec) en Casestudy (3 ec); Studiejaar 4: Praktijkonderzoek afstudeerfase (10 ec). Hogeschool Inholland, versie

48 Contact met het werkveld De opleiding Scheikunde maakt, evenals de andere opleidingen binnen het leergebied gebruik van de veldadviesraad (VAR) Mens en Natuur die een belangrijke rol speelt bij de verdere ontwikkeling van de opleiding. Zie voorts onder Standaard 1. Oordeel Opleiding Scheikunde: voldoende Het auditpanel heeft vastgesteld dat de opleiding Scheikunde, mede dankzij het professionele netwerk van de docenten, een sterke en voortdurende gerichtheid heeft op de schoolpraktijk en op de ontwikkelingen daarbinnen. Het panel is ook positief over de belangrijke rol die de werkplekbegeleider van de (opleidings)school speelt bij de begeleiding en coaching van de studenten, het gebruik van up-to-date en relevante bronnen en verdiepende studiematerialen. Gelet op het aandachtpunt m.b.t. de oriëntatie op (de onderbouw van) het vmbo, volstaat het panel met het oordeel voldoende voor Standaard 2. Bevindingen Opleiding Wiskunde De reeds eerder geschetste generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Wiskunde. De ontwikkeling van beroepsvaardigheden Zo ergens, dan is het in het praktijkleren dat de oriëntatie op het beroepenveld zichtbaar wordt. Reeds eerder heeft het panel geschetst hoe de lerarenopleidingen van Inholland dit principe van praktijkleren concreet vorm geven. Analyse van het Wiskunde opleidingsprogramma laat zien dat deze generieke kenmerken en deze O&I-brede aanpak onverkort van toepassing zijn op de opleiding Wiskunde. Tijdens de visitatie bleek dat de wiskunde-studenten positief waren over de aansluiting van het onderwijs op de praktijk. Vanaf het eerste studiejaar is in alle vakken de transfer naar de praktijk van de stage- en opleidingsschool zichtbaar. Studenten ontwikkelen op school bijvoorbeeld lessenseries en toetsen die zij in de praktijk ook daadwerkelijk toepassen. Tijdens de lessen reflecteren zij met behulp van hun docenten op de uitvoering hiervan. Gebruik van materialen/literatuur De opleiding maakt volgens het auditpanel gebruik van up-to-date bronnen die van goed niveau zijn en relevant voor zowel de theoretische scholing, de praktijk van experimenteren en de onderwijspraktijk waarmee de studenten te maken krijgen. Daarnaast gebruiken docenten, zo blijkt uit de gesprekken en uit de documentatie, vaak verdiepende (vakspecifieke) materialen. Interactie opleiding lectoraat De opleiding Wiskunde stuurt, evenals de andere opleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur, het concrete onderzoekonderwijs aan vanuit de competentie reflectie en zelfsturing, en daarbij gaat het dan om de ontwikkeling van een onderzoekende houding, het toepassen van kennis uit onderzoek en het zelf onderzoek uitvoeren. De oriëntatie op het beroepenveld is hier zichtbaar in de sterk praktijk- georiënteerde thematiek. Daarbij speelt het lectoraat Teaching, Learning and Technology een actieve ondersteunende rol om het praktijkgericht onderzoek van de studenten nog sterker te verbinden met de onderzoeksvragen uit het werkveld. Het onderzoeksonderwijs van de opleiding Wiskunde en van de overige opleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur, ligt binnen de pedagogische / onderwijskundige leerlijn waarin studenten onderzoeksvaardigheden ontwikkelen aan de hand van het uitvoeren van concreet praktijkonderzoek. De leerlijn onderzoek ziet er in alle curricula als volgt uit: Propedeuse: Observatieonderzoek (4 ec); Studiejaar 2: Ontwerponderzoek (4 ec); Studiejaar 3: Survey onderzoek (3 ec) en Casestudy (3 ec); Studiejaar 4: Praktijkonderzoek afstudeerfase (10 ec). Hogeschool Inholland, versie

49 Contact met het werkveld De opleiding Wiskunde maakt, evenals de andere opleidingen binnen het leergebied gebruik van de veldadviesraad (VAR) Mens en Natuur die een belangrijke rol speelt bij de verdere ontwikkeling van de opleiding. Zie voorts onder Standaard 1. Oordeel Opleiding Wiskunde: goed Het auditpanel heeft vastgesteld dat de opleiding Wiskunde, mede dankzij het professionele netwerk van de docenten, een sterke en voortdurende gerichtheid heeft op de schoolpraktijk en op de ontwikkelingen daarbinnen. Het panel is ook positief over de belangrijke rol die de werkplekbegeleider van de (opleidings)school speelt bij de begeleiding en coaching van de studenten, het gebruik van up-to-date en relevante bronnen en verdiepende studiematerialen. Reden voor een oordeel goed voor Standaard 2. Hogeschool Inholland, versie

50 Standaard 3: De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Toelichting NVAO: De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Bevindingen - generiek Ten geleide Hieronder beschrijft het panel de algemene kenmerken van programma s van de achttien onderzochte lerarenopleidingen. Het panel is van oordeel dat de opleidingen een weldoordachte en samenhangende structuur hebben waarbinnen alle beoogde eindkwalificaties een betekenisvolle plaats hebben gekregen via de onderscheiden generieke vakken, de praktijkgerichte werkvormen en een gevarieerd palet van leer- en onderzoeksopdrachten, telkens resulterend in een product en/of gedrag. Om zijn positief oordeel inzichtelijk te maken en kracht bij te zetten heeft het panel besloten de verschillende generieke onderdelen van de onderwijsprogramma's uitvoerig te beschrijven. Inrichting Grondstructuur Elk opleidingsprogramma bestaat uit 240 EC, gelijkmatig verdeeld over de vier studiejaren. Elk studiejaar is opgebouwd uit vier perioden van vijftien EC. In de eerste twee studiejaren kent elke periode ongeveer vijf onderwijseenheden. Kerncurriculum In het kerncurriculum (165 EC) staat de vakbekwaamheid als leraar centraal. De student verwerft alle kennis en vaardigheden die hij als leraar en vakdocent moet beheersen. Dit deel van het programma bevat zowel de vakkennisbasis als de generieke kennisbasis. Het biedt bovendien een werkveldoriëntatie op de schoolsoorten waartoe een tweedegraadsbevoegdheid opleidt, en leert de studenten omgaan met de specifieke leervoorkeuren van leerlingen van die schoolsoorten. Leerlijnen Vakinhoudelijke en vakdidactische leerlijn: De vakinhoudelijke en didactische lijn richt zich voornamelijk op de ontwikkeling van de kennisbasis van de student, waarbij het gaat om kennis over vakinhouden en vakdidactiek. De specifieke kennis van het schoolvak waarin de leraar lesgeeft, neemt een belangrijke plaats in. De leraar moet de lerende die kennis bijbrengen. Dat houdt in dat de leraar boven de stof moet staan en de vakkennis in de volle actualiteit en breedte moet beheersen. Dat betekent een gedegen kennis van de body of knowledge, die gebaseerd is op de landelijk overeengekomen kennisbasis van het vak maar ook gerelateerd is aan de inhoud en de volle breedte van het schoolvak dat de leraar in de praktijk geacht wordt te verzorgen. Onderwijskundige en pedagogische leerlijn (owk/peda) met een pedagogische dimensie en een onderwijskundige dimensie. De pedagogische dimensie is in het eerste studiejaar gericht op pedagogisch handelen en groepsdynamica. Gekozen is voor een theoretische oriëntatie die als basis kan dienen voor een meer praktijkgerichte benadering in het tweede studiejaar: klassenmanagement 1 en 2. De studenten hebben dan meer praktijkervaring waar op aangesloten kan worden. In het derde studiejaar is er expliciete aandacht voor verschillen tussen leerlingen (diversiteit, passend onderwijs in de klas, leerlingbegeleiding). In het vierde jaar ligt de focus op mesoniveau (werken in de schoolcontext) en metaniveau o.a. explicitering van eigen pedagogische handelen in de onderwijseenheid visie op onderwijs. Hogeschool Inholland, versie

51 De onderwijskundige dimensie is gericht op de relatie tussen didactiek en leren. Met name in het tweede studiejaar ligt hier het accent op (o.a. leren en leerprocessen, betekenisvol leren, educatieve ICT, toetsen en beoordelen). Leerlijn onderzoek is geïntegreerd in owk/peda, bereidt voor op de eisen van het praktijkonderzoek in de afstudeerfase en is inhoudelijk verweven met onderwijskundige en pedagogische thema s. De opleidingen sturen het concrete onderzoekonderwijs aan vanuit de competentie reflectie en zelfsturing, waarbij het gaat om de ontwikkeling van een onderzoekende houding, het toepassen van kennis uit onderzoek en het zelf onderzoek uitvoeren. De leerlijn onderzoek kent de volgende onderdelen: propedeuse: observatieonderzoek, waaronder literatuuronderzoek (4 EC) studiejaar 2: ontwerponderzoek (4 EC) studiejaar 3: survey onderzoek (3 EC) en Casestudy (3 EC) studiejaar 4: praktijkonderzoek afstudeerfase (10 EC) Praktijk/SLB-lijn richt zich op het productief maken van alle kennis in de complexe beroepspraktijk door het uitvoeren van beroepstaken en het reflecteren op de ontwikkeling als professional. Centraal staan het concrete handelen van de student in de praktijk en de reflectie op zijn ontwikkeling als professional. De student wordt begeleid door werkplekbegeleiders en de studieloopbaanbegeleider (Slb er). Vrije keuze In het derde jaar kan de student keuzeonderwijs volgen (15 EC). Hij kan een verdiepend pakket kiezen dat door de tweedegraads lerarenopleidingen samengesteld is. Mogelijkheden in zijn: (a) ICT & Onderwijs, (b) Speciale leerlingenzorg en passend onderwijs in VO en MBO en (c) Levensbeschouwing. De student kan het keuzeonderwijs eveneens benutten om een tweede bevoegdheid te behalen. Dit is mogelijk voor studenten Natuurkunde, Scheikunde, en voor Algemene Economie of Bedrijfseconomie. Ook kan de student kiezen voor een verbredend pakket van 15 EC, verzorgd door andere opleidingen van Inholland of hij kan zelf een pakket samenstellen uit onderdelen van andere hogescholen in binnen- of buitenland. Voor alle verbredende pakketten is toestemming van de examencommissie vereist. Afstudeerrichting Vanaf kiest elke student één van de twee, wettelijk vastgestelde, afstudeerrichtingen (begeleiden en onderwijzen van leerlingen in het vmbo/mbo; begeleiden en onderwijzen van leerlingen van de onderbouw van havo/vwo). De afstudeerrichting omvat in totaal 60 EC en bestaat in jaar 4 uit: vakspecifieke verdieping (5 EC) verdieping pedagogische bekwaamheid (10 EC): werken in schoolcontext, visie op onderwijs proeve van vakdidactische bekwaamheid (5 EC) en afrondende praktijk (18 EC) assessment start-bekwaam(2 EC) praktijkonderzoek afstudeerfase (10 EC). Samenhang in het programma De tweedegraads lerarenopleidingen kennen, naar het oordeel van het panel een samenhangend programma: de ontwikkeling tot start-bekwaamleraar verloopt cyclisch en gefaseerd. In het curriculum worden drie opleidingsniveaus onderscheiden: beroepsgeschikt, professionaliseringsbekwaam en startbekwaam. In elk studiejaar komen alle competenties aan bod, ze worden daarbij steeds verdiept, verbreed en verrijkt conform de drie niveaus, elk opleidingsprogramma is, zoals reeds vermeld, opgebouwd uit drie inhoudelijke leerlijnen die een sterke verticale opbouw hebben, een onderwijseenheid is in de regel thematisch ingericht waarbinnen theorieverwerving, training van vaardigheden, leren door het uitvoeren van opdrachten geïntegreerd aan bod komen. Hogeschool Inholland, versie

52 Internationale gerichtheid Binnen alle tweedegraads lerarenopleidingen krijgt internationalisering gestalte door (1) het bestuderen van buitenlandse (met name Engelstalige) literatuur, (2) aandacht voor crossculturele vaardigheden (onderdeel van generieke onderwijseenheid diversiteit), (3) het bestuderen van methoden en benaderingen in het onderwijs buiten Nederland, (4) deelname aan excursies en (5) de mogelijkheid om in het buitenland leerervaringen op te doen. In de onderwijseenheid Nederlands Onderwijssysteem (propedeuse, 2 EC) moeten studenten op hoofdlijnen de kenmerken en de structuur van het Nederlands onderwijssysteem op macroniveau beschrijven en op onderdelen vergelijken met onderwijssystemen in omringende landen. In de onderwijseenheid Werken in de schoolcontext (studiejaar 4, 5 EC) wordt een internationale vergelijking toegepast op de beroepscontext van leraren. Binnen het Leergebied Mens en Natuur Internationalisering heeft, zoals reeds eerder vermeld, binnen het Leergebied verder gestalte gekregen via het internationale project Formative assessment of Mathematics Teaching and Learning. Het betreft een internationale samenwerking in het kader van het Life Long Learning Programme van de EU. Deelname aan excursies en leren in het buitenland (Frankrijk) zijn voor de voltijdse studenten leraar Biologie aanbevolen en worden aan deeltijdstudenten aangeboden. Zodra de politieke situatie in Jemen verbetert, wordt een gezamenlijk vierjarig project met de VU en het Freudenthal Instituut gecontinueerd. Het betreft de ontwikkeling van een vakoverstijgend curriculum Natuurkunde, Scheikunde, Biologie en Wiskunde. Bevindingen Opleiding Biologie Verbinding eindkwalificaties programma Analyse van het Biologie opleidingsprogramma laat zien, dat de reeds eerder beschreven generieke kenmerken onverkort van toepassing zijn op de opleiding Biologie. Het auditpanel heeft voorts vastgesteld dat de opleiding op constructieve wijze, in de verschillende onderdelen van haar programma, de profielkenmerken van de lerarenopleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur een duidelijke plaats heeft gegeven. Bijvoorbeeld: Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Mijn vak in het vmbo Weer en meteorologie Concept en context Inleiding Analyse Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Gebruik van ICT in het Onderwijs Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Beschrijvende statistiek Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Duurzaamheid Reis naar de maan Experimenteren 2 Experimenteren 1 Natuurkunde Scheikunde-Biologie Vakoverstijgend onderwijs Natuurkunde Scheikunde Biologie Wetenschap & Ethiek Biologie Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Analyse van het Biologie opleidingsprogramma leert bovendien, dat de programmaonderdelen in het curriculum expliciet gericht zijn op de generieke kennisbasis, de kennisbasis Biologie en op de daarmee samenhangende (beoogde) eindkwalificaties. In de studiehandleidingen van de verschillende programmaonderdelen maakt de opleiding per studiejaar duidelijk op welke onderdelen van de generieke en/of vakspecifieke kennisbasis het programmaonderdeel aansluit. Hogeschool Inholland, versie

53 Het panel heeft tevens vastgesteld dat de opleiding in haar studiehandleidingen van het eerste studiejaar bij iedere onderwijseenheid ook het verband met de ICT-kennisbasis heeft gelegd. De koppeling met de ICT-kennisbasis wordt door de opleiding ieder studiejaar verder uitgewerkt. Daar waar het specifiek de opleiding Biologie betreft, wordt de relatie tussen de vakspecifieke eindkwalificaties en de programmaonderdelen zichtbaar in de Proeve van Vakdidactische Bekwaamheid en in bijvoorbeeld de vakken Chemie voor biologen, Celbiologie, Dierkunde, Ecologie, Seksualiteit, Genetica, Leefstijl & Biologie, Embryologie, Menskunde, Evolutie. Bij de vakken Experimenteren 1 (jaar 1), Vakdidactiek NaSk (jaar 2), Proeve van vakdidactische bekwaamheid (jaar 3), Het leerling practicum natuurkunde (jaar 3) en Afrondende vakdidactiek scheikunde (keuze, jaar 4) wordt expliciet aandacht besteed aan vakdidactiek. Verder wordt bij ieder vak gesproken over pre- en misconcepten, horende bij de behandelde theorie. Ontwikkeling onderzoeksvaardigheden Het panel heeft geconstateerd dat het programma Biologie naast een experimenteerlijn ook een onderzoekslijn kent: in het eerste studiejaar gaat het om observatieonderzoek. Studenten observeren hun pedagogisch gedrag met een video-opname en een zelf ontworpen observatieformulier op basis van literatuuronderzoek. Tijdens het ontwerponderzoek in het tweede studiejaar onderzoeken ze onder andere welke interventies zij op de stageschool kunnen inzetten om bijvoorbeeld het leerproces van de leerlingen te verbeteren. In het derde studiejaar houden zij in het kader van surveyonderzoek onder meer enquêtes in de praktijk, terwijl de casestudy die zij moeten uitvoeren gericht is op een leerling van de stageschool met een specifieke leer- of onderwijsbehoefte. Tot slot ronden zij het vierde studiejaar af met het praktijkonderzoek afstudeerfase. Het auditpanel heeft tijdens de visitatie vastgesteld dat studenten de onderzoekslijn herkennen, hier positief over zijn en dat deze ook zichtbaar is in de producten die de studenten inleveren. Dat zij bij het onderdeel observatieonderzoek ook lessen moeten opnemen vinden studenten confronterend, maar leerzaam. Vakdidactische lijn Vakdidactiek heeft een belangrijke plaats in het Biologiecurriculum. Deze is impliciet en expliciet zichtbaar: er is een aantal onderwijseenheden specifiek ingericht voor vakdidactiek (Vakdidactiek Menskunde in jaar 1; Embryologie & vakdidactiek in jaar 3; Proeve van vakdidactische bekwaamheid in jaar 4) en er zijn onderwijseenheden waar vakdidactiek wordt besproken via voorbeelden en opdrachten (zoals Inleiding biologie & ICT, Seksualiteit in jaar 1; Dierkunde-2 en Leefstijl & Biologie in jaar 2). De opdrachten worden waar mogelijk op de (stage)school uitgevoerd of getest en kenmerken zich door toenemende complexiteit. Oordeel Opleiding Biologie: voldoende Het auditpanel is van oordeel dat de opleiding Biologie een samenhangende structuur heeft waarbinnen alle beoogde eindkwalificaties een betekenisvolle plaats hebben gekregen via de onderscheiden generieke vakken, de Biologie-vakken, de praktijkgerichte werkvormen en via een gevarieerd palet van leer- en onderzoeksopdrachten, telkens resulterend in een product en/of gedrag. De opleiding Biologie heeft een herkenbare onderzoekslijn, waar studenten positief over zijn. Al deze punten tezamen brengen het auditpanel tot het oordeel voldoende voor Standaard 3. Hogeschool Inholland, versie

54 Bevindingen Opleiding Natuurkunde Verbinding eindkwalificaties programma Analyse van het Natuurkunde opleidingsprogramma laat zien, dat de reeds eerder beschreven generieke kenmerken onverkort van toepassing zijn op de opleiding Natuurkunde. Het auditpanel heeft voorts vastgesteld dat de opleiding op constructieve wijze, in de verschillende onderdelen van haar programma, de profielkenmerken van de lerarenopleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur een duidelijke plaats heeft gegeven. Bijvoorbeeld: Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Mijn vak in het vmbo Weer en meteorologie Concept en context Inleiding Analyse Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Gebruik van ICT in het Onderwijs Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Beschrijvende statistiek Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Duurzaamheid Reis naar de maan Experimenteren 2 Experimenteren 1 Natuurkunde Scheikunde-Biologie Vakoverstijgend onderwijs Natuurkunde Scheikunde Biologie Wetenschap & Ethiek Biologie Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Analyse van het Natuurkunde opleidingsprogramma leert voorts, dat de programmaonderdelen in het curriculum expliciet gericht zijn op de generieke kennisbasis, de kennisbasis Natuurkunde en op de daarmee samenhangende (beoogde) eindkwalificaties. In de studiehandleidingen van de verschillende programmaonderdelen maakt de opleiding per studiejaar duidelijk op welke onderdelen van de generieke en/of vakspecifieke kennisbasis het programmaonderdeel aansluit. Het panel heeft tevens vastgesteld dat de opleiding in haar studiehandleidingen van het eerste studiejaar bij iedere onderwijseenheid ook het verband met de ICT-kennisbasis heeft gelegd. De koppeling met de ICT-kennisbasis wordt door de opleiding ieder studiejaar verder uitgewerkt. Daar waar het specifiek de opleiding Natuurkunde betreft, wordt de relatie tussen de vakspecifieke eindkwalificaties en de programmaonderdelen zichtbaar in de Proeve van Vakdidactische Bekwaamheid en in bijvoorbeeld de vakken Kracht & Bewegen, Warmte & Vloeistoffen, Atomen en Kernen, Elektrochemie en Scheikunde, Elektriciteit en Magnetisme, Golven en Geluid, Fundamentele Natuurkunde, Elektrodynamica. Bij de vakken Experimenteren 1 (jaar 1), Vakdidactiek NaSk (jaar 2), Proeve van Vakdidactische Bekwaamheid Natuurkunde (jaar 3), Het leerlingpracticum natuurkunde (jaar 3) en Afrondende vakdidactiek scheikunde (keuze, jaar 4) wordt expliciet aandacht besteed aan vakdidactiek. Verder wordt bij ieder vak gesproken over pre- en misconcepten, horende bij de behandelde theorie. Ontwikkeling onderzoeksvaardigheden Het panel heeft geconstateerd dat het programma Natuurkunde naast een experimenteerlijn ook een onderzoekslijn kent: in het eerste jaar gaat het om observatieonderzoek. Studenten observeren hun pedagogisch gedrag met een videoopname en een zelf ontworpen observatieformulier op basis van literatuuronderzoek. Tijdens het ontwerponderzoek in het tweede jaar onderzoeken ze onder andere welke interventies zij op de stageschool kunnen inzetten om bijvoorbeeld het leerproces van de leerlingen te verbeteren. In het derde studiejaar houden zij in het kader van surveyonderzoek onder meer enquêtes in de praktijk, terwijl de casestudy die zij moeten uitvoeren gericht is op een leerling van de stageschool met een specifieke leer- of onderwijsbehoefte. Tot slot ronden zij het vierde studiejaar af met het praktijkonderzoek afstudeerfase. Hogeschool Inholland, versie

55 Het auditpanel heeft tijdens de visitatie vastgesteld dat studenten de onderzoekslijn herkennen, hier positief over zijn en dat deze ook zichtbaar is in de producten die de studenten inleveren. Dat zij bij het onderdeel observatieonderzoek ook lessen moeten opnemen vinden studenten confronterend, maar leerzaam. Oordeel Opleiding Natuurkunde: voldoende Het auditpanel is van oordeel dat de opleiding Natuurkunde een samenhangende structuur heeft waarbinnen alle beoogde eindkwalificaties een betekenisvolle plaats hebben gekregen via de onderscheiden generieke vakken, de Natuurkunde-vakken, de praktijkgerichte werkvormen en via een gevarieerd palet van leer- en onderzoeksopdrachten, telkens resulterend in een product en/of gedrag. De opleiding Natuurkunde heeft een herkenbare onderzoekslijn, waar studenten positief over zijn. Al deze punten tezamen brengen het auditpanel tot het oordeel voldoende voor Standaard 3. Bevindingen Opleiding Scheikunde Verbinding eindkwalificaties programma Analyse van het Scheikunde opleidingsprogramma laat zien, dat de reeds eerder beschreven generieke kenmerken onverkort van toepassing zijn op de opleiding Scheikunde. Het auditpanel heeft voorts vastgesteld dat de opleiding in de verschillende onderdelen van haar programma op constructieve wijze de profielkenmerken van de lerarenopleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur een duidelijke plaats heeft gegeven. Bijvoorbeeld: Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Mijn vak in het vmbo Weer en meteorologie Concept en context Inleiding Analyse Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Gebruik van ICT in het Onderwijs Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Beschrijvende statistiek Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Duurzaamheid Reis naar de maan Experimenteren 2 Experimenteren 1 Natuurkunde Scheikunde-Biologie Vakoverstijgend onderwijs Natuurkunde Scheikunde Biologie Wetenschap & Ethiek Biologie Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Analyse van het Scheikunde opleidingsprogramma leert, dat de programmaonderdelen in het curriculum expliciet gericht zijn op de generieke kennisbasis, de kennisbasis Scheikunde en op de daarmee samenhangende (beoogde) eindkwalificaties. In de studiehandleidingen van de verschillende programmaonderdelen maakt de opleiding per studiejaar duidelijk op welke onderdelen van de generieke en/of vakspecifieke kennisbasis het programmaonderdeel aansluit. Het panel heeft tevens vastgesteld dat de opleiding in haar studiehandleidingen van het eerste studiejaar bij iedere onderwijseenheid ook het verband met de ICT-kennisbasis heeft gelegd. De koppeling met de ICT-kennisbasis wordt door de opleiding ieder studiejaar verder uitgewerkt. Daar waar het specifiek de opleiding Scheikunde betreft, wordt de relatie tussen de vakspecifieke eindkwalificaties en de programmaonderdelen zichtbaar in de Proeve van Vakdidactische Bekwaamheid en in bijvoorbeeld de vakken Zuren en Basen, Organische Chemie, Elektrochemie en Scheikunde, Biochemie, Analytische Chemie. Bij de vakken Experimenteren 1 (jaar 1), Vakdidactiek NaSk (jaar 2), Het leerlingpracticum Scheikunde (jaar 3), Het leerlingpracticum Natuurkunde (keuze, jaar 3) en Proeve van Vakdidactische Bekwaamheid Scheikunde (jaar 4) wordt expliciet aandacht besteed aan vakdidactiek. Verder wordt bij ieder vak gesproken over pre- en misconcepten, horende bij de behandelde theorie. Hogeschool Inholland, versie

56 Ontwikkeling onderzoeksvaardigheden Het panel heeft geconstateerd dat het programma Scheikunde naast een experimenteerlijn ook een onderzoekslijn kent: in het eerste jaar gaat het om observatieonderzoek. Studenten observeren hun pedagogisch gedrag met een video-opname en een zelf ontworpen observatieformulier op basis van literatuuronderzoek. Tijdens het ontwerponderzoek in het tweede jaar onderzoeken ze onder andere welke interventies zij op de stageschool kunnen inzetten om bijvoorbeeld het leerproces van de leerlingen te verbeteren. In het derde studiejaar houden zij in het kader van surveyonderzoek onder meer enquêtes in de praktijk, terwijl de casestudy die zij moeten uitvoeren gericht is op een leerling van de stageschool met een specifieke leer- of onderwijsbehoefte. Tot slot ronden zij het vierde studiejaar af met het praktijkonderzoek afstudeerfase. Het auditpanel heeft tijdens de visitatie vastgesteld dat studenten de onderzoekslijn herkennen, hier positief over zijn en dat deze ook zichtbaar is in de producten die de studenten inleveren. Dat zij bij het onderdeel observatieonderzoek ook lessen moeten opnemen vinden studenten confronterend, maar leerzaam. Oordeel Opleiding Scheikunde: voldoende Het auditpanel is van oordeel dat de opleiding Scheikunde een samenhangende structuur heeft waarbinnen alle beoogde eindkwalificaties een betekenisvolle plaats hebben gekregen via de onderscheiden generieke vakken, de Scheikunde-vakken, de praktijkgerichte werkvormen en via een gevarieerd palet van leer- en onderzoeksopdrachten, telkens resulterend in een product en/of gedrag. De opleiding Scheikunde heeft een herkenbare onderzoekslijn, waar studenten positief over zijn. Al deze punten tezamen brengen het auditpanel tot het oordeel voldoende voor Standaard 3. Bevindingen Opleiding Wiskunde Verbinding eindkwalificaties programma Analyse van het Wiskunde opleidingsprogramma laat zien, dat de reeds eerder beschreven generieke kenmerken onverkort van toepassing zijn op de opleiding Wiskunde. Het auditpanel heeft voorts vastgesteld dat de opleiding in de verschillende onderdelen van haar programma op constructieve wijze de profielkenmerken van de lerarenopleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur een duidelijke plaats heeft gegeven. Bijvoorbeeld: Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Mijn vak in het vmbo Weer en meteorologie Concept en context Inleiding Analyse Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Gebruik van ICT in het Onderwijs Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Beschrijvende statistiek Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Duurzaamheid Reis naar de maan Experimenteren 2 Experimenteren 1 Natuurkunde Scheikunde-Biologie Vakoverstijgend onderwijs Natuurkunde Scheikunde Biologie Wetenschap & Ethiek Biologie Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Analyse van het Wiskunde opleidingsprogramma leert, dat de programmaonderdelen in het curriculum expliciet gericht zijn op de generieke kennisbasis, de kennisbasis Wiskunde en op de daarmee samenhangende (beoogde) eindkwalificaties. In de studiehandleidingen van de verschillende programmaonderdelen maakt de opleiding per studiejaar duidelijk op welke onderdelen van de generieke en/of vakspecifieke kennisbasis het programmaonderdeel aansluit. Hogeschool Inholland, versie

57 Het panel heeft tevens vastgesteld dat de opleiding in haar studiehandleidingen van het eerste studiejaar bij iedere onderwijseenheid ook het verband met de ICT-kennisbasis heeft gelegd. De koppeling met de ICT-kennisbasis wordt door de opleiding ieder studiejaar verder uitgewerkt. Daar waar het specifiek de opleiding Wiskunde betreft, wordt de relatie tussen de vakspecifieke eindkwalificaties en de programmaonderdelen zichtbaar in de Proeve van Vakdidactische Bekwaamheid en in bijvoorbeeld de vakken Integraalrekening, Ruimtemeetkunde, Algebra, Parameterfuncties, Continue dynamische modellen en Complexe getallen. De vakdidactiek krijgt gedurende de opleiding aandacht in bijvoorbeeld de volgende onderdelen: (jaar 1) het vak Vakdidactiek Wiskunde en in de jaren hierna bevatten de diverse vakken expliciete vakdidactische opdrachten: (in jaar 1) Redeneren en bewijzen, (jaar 2) Algebra en Ruimtemeetkunde, (jaar 3) Functies meer variabelen en (jaar 4) de Proeve van Vakdidactische Bekwaamheid Wiskunde. Ontwikkeling onderzoeksvaardigheden Het panel heeft geconstateerd dat het programma Wiskunde een onderzoekslijn kent: in het eerste jaar gaat het om observatieonderzoek. Studenten observeren hun pedagogisch gedrag met een video-opname en een zelf ontworpen observatieformulier op basis van literatuuronderzoek. Tijdens het ontwerponderzoek in het tweede jaar onderzoeken ze onder andere welke interventies zij op de stageschool kunnen inzetten om bijvoorbeeld het leerproces van de leerlingen te verbeteren. In het derde studiejaar houden zij in het kader van surveyonderzoek onder meer enquêtes in de praktijk, terwijl de casestudy die zij moeten uitvoeren gericht is op een leerling van de stageschool met een specifieke leer- of onderwijsbehoefte. Tot slot ronden zij het vierde studiejaar af met het praktijkonderzoek afstudeerfase. Het auditpanel heeft tijdens de visitatie vastgesteld dat studenten de onderzoekslijn herkennen, hier positief over zijn en dat deze ook zichtbaar is in de producten die de studenten inleveren. Dat zij bij het onderdeel observatieonderzoek ook lessen moeten opnemen vinden studenten confronterend, maar leerzaam. Oordeel Opleiding Wiskunde: voldoende Het auditpanel is van oordeel dat de opleiding Wiskunde een samenhangende structuur heeft waarbinnen alle beoogde eindkwalificaties een betekenisvolle plaats hebben gekregen via de onderscheiden generieke vakken, de Wiskunde-vakken, de praktijkgerichte werkvormen en via een gevarieerd palet van leer- en onderzoeksopdrachten, telkens resulterend in een product en/of gedrag. De opleiding Wiskunde heeft een herkenbare onderzoekslijn, waar studenten positief over zijn. Al deze punten tezamen brengen het auditpanel tot het oordeel voldoende voor Standaard 3. Hogeschool Inholland, versie

58 Standaard 4: De vormgeving van het programma zet aan tot studeren en biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Toelichting NVAO: Het didactisch concept is in lijn met de beoogde eindkwalificaties en de werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Factoren, die betrekking hebben op het programma en die de studievoortgang belemmeren worden zoveel mogelijk weggenomen. Studenten met een functiebeperking krijgen bovendien op dit aspect extra studieloopbaanbegeleiding. Bevindingen - generiek Het onderwijs van de lerarenopleidingen is competentiegericht. Elk van de drie inhoudelijke leerlijnen kent een specifieke competentiegerichte opleidingsdidactiek. De opleidingen maken gebruik van verschillende werk- en begeleidingsvormen: (onderzoeks)opdrachten, hoor- en werkcolleges, simulaties, excursies, praktijkleren binnen de hogeschool, maar ook en vooral binnen de reële werkomgeving (de school), begeleidingsbijeenkomsten en zelfstudie. Als voorbeeld moge het volgende gelden: De vakinhoudelijke en vakdidactische leerlijn. Het leren in deze leerlijn is een actief, doelgericht proces in een leeromgeving binnen de hogeschool die lijkt op de beroepsomgeving en in een leeromgeving binnen de reële beroepsomgeving (de school). Daartoe werken de opleidingen met integrale onderwijseenheden waarin het leren via realistische opdrachten verweven is met het leren via kennisoverdracht en training. De opleidingen werken met een grote diversiteit aan werkvormen zoals hoorcolleges, werkcolleges, werken aan opdrachten in subgroepen, debatgroepen, presenteren en het uitvoeren van praktijkopdrachten in de school dat laatste overigens in nauwe samenwerking met de betreffende scholen. Onderwijskunde en pedagogiek Binnen de onderwijseenheden van de leerlijn onderwijskunde/pedagogiek wordt een beroep gedaan op verschillende vormen van leren en ontwikkelen. In de theoretisch georiënteerde onderwijseenheden richten de opleidingen zich op het ontwikkelen van conceptuele kennis zoals theorieën over ontwikkelingsprocessen bij jongeren en leer- en motivatieprocessen. In de meer methodische onderwijseenheden richten de opleidingen zich op het ontwikkelen van procedurele kennis (vaardigheden), gericht op het toepassen van instructiemodellen, de methodische aanpak bij het ontwerpen van toetsing, enz. Daarnaast zijn er onderwijseenheden waarin de opleidingen meer het accent leggen op het ontwikkelen van interpersoonlijke en pedagogische competenties: opbouwen relatie/interactie met leerlingen individueel en in groepsverband en communicatie in breder verband (teams, ouders, stages/bedrijven in mbo). Samengevat stelt het panel dat de onderzochte lerarenopleidingen hun programma s hebben vormgegeven op een wijze die past bij het didactisch concept het panel vat dit samen als: learning by doing and reflection - dat vervolgens geheel in lijn is met de visie van Inholland op leren. Hogeschool Inholland, versie

59 Bevindingen Opleiding Biologie Vakinhoudelijk en vakdidactische leerlijn De hierboven geschetste generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Biologie. Anders gezegd, ook de opleiding Biologie werkt met onderwijseenheden waarin het leren via realistische opdrachten verweven is met en afgewisseld wordt met kennisoverdracht en met het trainen van vaardigheden. Dit geschiedt via hoorcolleges, werkcolleges, practica, veldwerk, excursies, opdrachten in subgroepen, trainingen, experimenteer-sessies en individuele begeleiding op maat. Leergebied Mens en Natuur Uitgangspunt van het vakoverstijgende onderwijs Mens en Natuur is dat het accent ligt op multidisciplinaire thema s (invalshoeken Wiskunde, Biologie, Natuurkunde en Scheikunde) aan de hand van probleemsituaties die ontleend zijn aan de werkelijkheid en waarbij een verbinding is van inhoud en didactiek. Elke onderwijseenheid is op een projectmatige manier vormgegeven. De toetsvorm hierbij heeft de vorm van een product. Voorbeelden zijn een meetrapport (Experimenteren), een ontwerp (Reis naar de maan), weergerelateerde practica (Weer en Meteorologie) en onderwijsmateriaal (Duurzaamheid). Studenten van de verschillende opleidingen werken samen in projectgroepen. Het panel heeft enkele producten van die multidisciplinaire projectgroepen gezien en is daar positief over. Kortom een sterk punt. De rol van de docent is die van projectbegeleider. De Biologiestudenten zijn daar tevreden over, zo bleek in de gesprekken tijdens de audit. Uit de documentatie en de gesprekken tijdens de audit blijkt, dat de opleidingen van het Leergebied Mens en Natuur de vakdidactiek in bepaalde onderwijseenheden een expliciete plaats hebben gegeven. Het gaat hierbij om de verweving van vakinhoudelijke kennisverwerving en didactische toepassing. De wijze waarop dit plaatsvindt, zo blijkt uit de respectieve programma s, is voor de opleidingen binnen het leergebied grotendeels gelijk. Het gaat om het uitvoeren van opdrachten(ontwerpen van lessen, ontwikkelen van lesmateriaal en presentaties) waarmee tegelijkertijd wordt beoogd dat de studenten zich de vakkennis en vaardigheden eigen te maken. Werkvormen zijn hoorcolleges, werkcolleges, trainingen, excursies, veldwerk en leren aan de hand van specifieke opdrachten. Studenten ontwikkelen de vakinhoudelijke kennis door het verwerken van de vakliteratuur gecombineerd met het toepassen ervan in hun didactisch handelen. Voorbeeld van verbindingen van vak-inhouden met didactische ontwikkeling is voor alle vakken de in geïntroduceerde Proeve van vakdidactische bekwaamheid (inhoud en vakdidactiek met vertaling naar onderbouw havo/vwo of vmbo/mbo, concept en context met reflectie op inzet van ICT). Ten slotte zij vermeld, dat bij alle practica een relatie wordt gelegd met de onderwijspraktijk waarmee de verweving van inhoudelijke expertise met vakdidactische vaardigheden sterk tot uitdrukking komt. Opleiding Biologie Bovenstaande bevindingen zijn onverkort van toepassing op de opleiding Biologe. Oordeel Opleiding Biologie: goed Het auditpanel is van oordeel dat de opleiding Biologie een krachtige, effectieve en herkenbare competentiegerichte opleidingsdidactiek kent met passende werkvormen die zich vertalen in learning by doing and reflection. Een aanpak die geheel in lijn is met de visie van Inholland op leren. De vakdidactische aanpak en de werkvormen zijn voorts zodanig sterk, dat dat de vakoverstijgende (multidisciplinaire) scholing inderdaad kan worden gerealiseerd. Al deze punten tezamen brengen het auditpanel tot het oordeel goed voor Standaard 4. Hogeschool Inholland, versie

60 Bevindingen Opleiding Natuurkunde Vakinhoudelijk en vakdidactische leerlijn De reeds eerder geschetste generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Natuurkunde. Anders gezegd, ook de opleiding Natuurkunde werkt met onderwijseenheden waarin het leren via realistische opdrachten verweven is met en afgewisseld wordt met kennisoverdracht en met het trainen van vaardigheden. Dit geschiedt via hoorcolleges, werkcolleges, opdrachten in subgroepen, trainingen, experimenteer-sessies en individuele begeleiding op maat. Leergebied Mens en Natuur Uitgangspunt van het vakoverstijgende onderwijs (science-onderwijs) Mens en Natuur is dat het accent ligt op multidisciplinaire thema s (invalshoeken Wiskunde, Biologie, Natuurkunde en Scheikunde) aan de hand van probleemsituaties die ontleend zijn aan de werkelijkheid en waarbij een verbinding is van inhoud en didactiek. Elke onderwijseenheid is op een projectmatige manier vormgegeven. De toetsvorm hierbij heeft de vorm van een product. Voorbeelden zijn een meetrapport (Experimenteren), een ontwerp (Reis naar de maan), weergerelateerde practica (Weer en Meteorologie) en onderwijsmateriaal (Duurzaamheid). Studenten van verschillende opleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur werken samen in projectgroepen. Het panel heeft enkele producten van die multidisciplinaire projectgroepen gezien en is daar positief over. Kortom een sterk punt. De rol van de docent is die van projectbegeleider. De studenten zijn daar tevreden over, zo bleek in de gesprekken tijdens de audit. Uit de documentatie en de gesprekken tijdens de audit blijkt, dat de opleidingen van het leergebied Mens en Natuur de vakdidactiek in bepaalde onderwijseenheden een expliciete plaats hebben gegeven. Het gaat hierbij om de verweving van vakinhoudelijke kennisverwerving en didactische toepassing. De wijze waarop dit plaatsvindt, zo blijkt uit de respectieve programma s, is voor de opleidingen binnen het leergebied grotendeels gelijk. Het gaat om het uitvoeren van opdrachten(ontwerpen van lessen, ontwikkelen van lesmateriaal en presentaties) waarmee tegelijkertijd wordt beoogd dat de studenten zich de vakkennis en vaardigheden eigen te maken. Werkvormen zijn hoorcolleges, werkcolleges, trainingen en leren aan de hand van specifieke opdrachten. Studenten ontwikkelen de vakinhoudelijke kennis door het verwerken van de vakliteratuur gecombineerd met het toepassen ervan in hun didactisch handelen. Voorbeeld van verbindingen van vakinhouden met didactische ontwikkeling zijn voor alle vakken de in geïntroduceerde Proeve van vakdidactische bekwaamheid (inhoud, vakdidactiek met vertaling in havo/vwo (onderbouw) of vmbo/mbo) concept en context met reflectie op inzet van ICT in het onderwijs. Ten slotte zij vermeld, dat bij alle practica een relatie wordt gelegd met de onderwijspraktijk, waarmee de verweving van inhoudelijke expertise met vakdidactische vaardigheden sterk tot uitdrukking komt. Opleiding Natuurkunde Bovenstaande bevindingen zijn onverkort van toepassing op de opleiding Natuurkunde. Oordeel Opleiding Natuurkunde: goed Het auditpanel is van oordeel dat de opleiding Natuurkunde een krachtige, effectieve en herkenbare competentiegerichte opleidingsdidactiek kent met passende werkvormen die zich vertalen in learning by doing and reflection. Een aanpak die geheel in lijn is met de visie van Inholland op leren. De vakdidactische aanpak en de werkvormen zijn voorts zodanig sterk dat de vakoverstijgende (multidisciplinaire) scholing inderdaad kan worden gerealiseerd. Al deze punten tezamen brengen het auditpanel tot het oordeel goed voor Standaard 4. Hogeschool Inholland, versie

61 Bevindingen Opleiding Scheikunde Vakinhoudelijk en vakdidactische leerlijn De reeds eerder geschetste generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Scheikunde. Anders gezegd, ook de opleiding Scheikunde werkt met onderwijseenheden waarin het leren via realistische opdrachten verweven is met en afgewisseld wordt met kennisoverdracht en met het trainen van vaardigheden. Dit geschiedt via hoorcolleges, werkcolleges, opdrachten in subgroepen, trainingen, experimenteer-sessies en individuele begeleiding op maat. Leergebied Mens en Natuur Uitgangspunt van het vakoverstijgende onderwijs (science-onderwijs) Mens en Natuur is dat het accent ligt op multidisciplinaire thema s (invalshoeken Wiskunde, Biologie, Natuurkunde en Scheikunde) aan de hand van probleemsituaties die ontleend zijn aan de werkelijkheid en waarbij een verbinding is van inhoud en didactiek. Elke onderwijseenheid is op een projectmatige manier vormgegeven. De toetsvorm hierbij heeft de vorm van een product. Voorbeelden zijn een meetrapport (Experimenteren), een ontwerp (Reis naar de maan), Weergerelateerde practica (Weer en Meteorologie) en onderwijsmateriaal (Duurzaamheid). Studenten van verschillende opleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur werken samen in projectgroepen. Het panel heeft enkele producten van die multidisciplinaire projectgroepen gezien en is daar positief over. Kortom een sterk punt. De rol van de docent is die van projectbegeleider. De studenten zijn daar tevreden over, zo bleek in de gesprekken tijdens de audit. Uit de documentatie en de gesprekken tijdens de audit blijkt, dat de opleidingen van het leergebied Mens en Natuur de vakdidactiek in bepaalde onderwijseenheden een expliciete plaats hebben gegeven. Het gaat hierbij om de verweving van vakinhoudelijke kennisverwerving en didactische toepassing. De wijze waarop dit plaatsvindt, zo blijkt uit de respectieve programma s, is voor de opleidingen binnen het leergebied grotendeels gelijk. Het gaat om het uitvoeren van opdrachten(ontwerpen van lessen, ontwikkelen van lesmateriaal en presentaties) waarmee tegelijkertijd wordt beoogd dat de studenten zich de vakkennis en vaardigheden eigen te maken. Werkvormen zijn hoorcolleges, werkcolleges, trainingen en leren aan de hand van specifieke opdrachten. Studenten ontwikkelen de vakinhoudelijke kennis door het verwerken van de vakliteratuur gecombineerd met het toepassen ervan in hun didactisch handelen. Voorbeeld van verbindingen van vak-inhouden met didactische ontwikkeling zijn voor alle vakken de in geïntroduceerde Proeve van vakdidactische bekwaamheid (inhoud en vakdidactiek met vertaling naar onderbouw havo/vwo of vmbo/mbo, concept en context met reflectie op inzet van ICT). Ten slotte zij vermeld, dat bij alle practica een relatie wordt gelegd met de onderwijspraktijk, waarmee de verweving van inhoudelijke expertise met vakdidactische vaardigheden sterk tot uitdrukking komt. Opleiding Scheikunde Bovenstaande bevindingen zijn onverkort van toepassing op de opleiding Scheikunde. Oordeel Opleiding Scheikunde: goed Het auditpanel is van oordeel dat de opleiding Scheikunde een krachtige, effectieve en herkenbare competentiegerichte opleidingsdidactiek kent met passende werkvormen die zich vertalen in learning by doing and reflection. Een aanpak die geheel in lijn is met de visie van Inholland op leren. De vakdidactische aanpak en de werkvormen zijn voorts zodanig sterk dat de vakoverstijgende (multidisciplinaire) scholing inderdaad kan worden gerealiseerd. Al deze punten tezamen brengen het auditpanel tot het oordeel goed voor Standaard 4. Hogeschool Inholland, versie

62 Bevindingen Opleiding Wiskunde Vakinhoudelijk en vakdidactische leerlijn De reeds eerder geschetste generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Wiskunde. Anders gezegd, ook de opleiding Wiskunde werkt met onderwijseenheden waarin het leren via realistische opdrachten verweven is met en afgewisseld wordt met kennisoverdracht en met het trainen van vaardigheden. Dit geschiedt via hoorcolleges, werkcolleges, opdrachten in subgroepen, trainingen en individuele begeleiding op maat. Leergebied Mens en Natuur Uitgangspunt van het vakoverstijgende onderwijs Mens en Natuur is dat het accent ligt op multidisciplinaire thema s (invalshoeken Wiskunde, Biologie, Natuurkunde en Scheikunde) aan de hand van probleemsituaties die ontleend zijn aan de werkelijkheid en waarbij een verbinding is van inhoud en didactiek. Elke onderwijseenheid is op een projectmatige manier vormgegeven. De toetsvorm hierbij heeft de vorm van een product. Voorbeelden zijn een ontwerp (Reis naar de maan), een dossier (Weer en Meteorologie) en onderwijsmateriaal (Duurzaamheid). Studenten van verschillende opleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur werken samen in projectgroepen. Het panel heeft enkele producten van die multidisciplinaire projectgroepen gezien en is daar positief over. Kortom een sterk punt. De rol van de docent is die van projectbegeleider. De studenten zijn daar tevreden over, zo bleek in de gesprekken tijdens de audit. Uit de documentatie en de gesprekken tijdens de audit blijkt, dat de opleidingen van het leergebied Mens en Natuur de vakdidactiek in bepaalde onderwijseenheden een expliciete plaats hebben gegeven. Het gaat hierbij om de verweving van vakinhoudelijke kennisverwerving en didactische toepassing. De wijze waarop dit plaatsvindt, zo blijkt uit de respectieve programma s, is voor de opleidingen binnen het leergebied grotendeels gelijk. Het gaat om het uitvoeren van opdrachten(ontwerpen van lessen, ontwikkelen van lesmateriaal en presentaties) waarmee tegelijkertijd wordt beoogd dat de studenten zich de vakkennis en vaardigheden eigen te maken. Werkvormen zijn hoorcolleges, werkcolleges, trainingen, en leren aan de hand van specifieke opdrachten. Studenten ontwikkelen de vakinhoudelijke kennis door het verwerken van de vakliteratuur gecombineerd met het toepassen ervan in hun didactisch handelen. Voorbeeld van verbindingen van vak-inhouden met didactische ontwikkeling zijn voor alle vakken de in geïntroduceerde Proeve van vakdidactische bekwaamheid (inhoud en vakdidactiek met vertaling naar onderbouw havo/vwo of vmbo/mbo, concept en context met reflectie op inzet van ICT). Dit onderdeel staat nog aan het begin van de invoering, maar de eerste resultaten hiervan, in de vorm van een nog beperkt aantal door de studenten uitgewerkte Proeven, zien er veelbelovend uit. Opleiding Wiskunde Bovenstaande bevindingen zijn onverkort van toepassing op de opleiding Wiskunde. Oordeel Opleiding Wiskunde: goed Het auditpanel is van oordeel dat de opleiding Wiskunde een krachtige, effectieve en herkenbare competentiegerichte opleidingsdidactiek kent met passende werkvormen die zich vertalen in learning by doing and reflection. Een aanpak die geheel in lijn is met de visie van Inholland op leren. De vakdidactische aanpak en de werkvormen zijn voorts zodanig sterk dat de vakoverstijgende (multidisciplinaire) scholing inderdaad kan worden gerealiseerd. Al deze punten tezamen brengen het auditpanel tot het oordeel goed voor Standaard 4. Hogeschool Inholland, versie

63 Standaard 5: Het programma sluit aan bij de kwalificaties van de instromende studenten. Toelichting NVAO: De gehanteerde toelatingseisen zijn realistisch met het oog op de beoogde eindkwalificaties. Bevindingen - generiek De tweedegraadslerarenopleidingen kennen verschillende toelatingseisen afhankelijk van het vakgebied. Meer in het algemeen geldt voorts: Studenten die al een hbo-, wo- of pabo-diploma hebben, komen in aanmerking (na goedkeuring van de examencommissie) om een versneld programma in deeltijd te volgen. Studenten die ouder zijn dan 21 jaar en niet voldoen aan de toelatingseisen leggen een 21+-toets af, bestaande uit Nederlands, Engels en één of meerdere vaktoetsen. Voor studenten (ook jonger dan 21 jaar) met een verkeerd pakket wordt een deficiëntietoets aangeboden, zoals de wiskunde B toets voor havisten met wiskunde A die de opleiding Wiskunde willen volgen. Studenten met een buitenlandse vooropleiding waarvan het diploma is gelijkgesteld aan het Nederlandse diploma van havo, vwo of mbo-4 (incl. eisen per vakgebied) moeten een bewijs overleggen waaruit blijkt dat zij de Nederlandse taal beheersen op niveau B2 volgens het Europese Referentiekader. De opleidingen besteden veel zorg aan de toelating van studenten. Zij zetten verschillende middelen in om studie- en beroepsvoorlichting te geven, waarbij zowel docenten als studenten betrokken zijn: decanencontacten met havo, vwo en mbo-instellingen in de regio; open dagen/avonden de mogelijkheid om te komen proefstuderen op de website staan naast praktische en inhoudelijke informatie ook voorlichtingsfilmpjes. Met ingang van het studiejaar heeft Inholland de Studiekeuzecheck (SKC) voor voltijdstudenten ingevoerd. De SKC bestaat uit lessen ter kennismaking met het docentschap en het vak- en leergebied, een intakegesprek aan de hand van een motivatiebrief en een digitale geschiktheidstest. De SKC wordt afgerond met een studieadvies aan de student waarin de opleiding aangeeft of zij de opleiding geschikt acht voor de student. Door de SKC beoogt de opleiding dat studenten meer overwogen en beter gemotiveerd aan de studie beginnen. De resultaten van de SKC en het studieadvies zijn tevens uitgangspunt bij de start van de studieloopbaanbegeleiding in het eerste studiejaar. De begeleiding kan dan beter worden toegespitst op de student. Studenten worden individueel ondersteund ten behoeve van de aanpak van eventuele deficiënties. 1. Bevindingen Opleiding Biologie De hierboven geschetste generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Biologie. Alle opleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur hebben vanaf 2010 gekampt met een daling van de instroom. Hoewel het dieptepunt voorbij is, blijft het aantal studenten een aandachtspunt. De opleidingen hebben de volgende maatregelen genomen om de instroom te bevorderen: Campagnes en wervingsacties, w.o. via Youtube en LinkedIn. Werving van voor on-, onder-, nevenbevoegde docenten in samenwerking met Partnerscholen en alumni. Deze activiteiten vonden plaats op de partnerscholen. Verhogen frequentie open dagen. Organiseren van meeloopdagen. Speciale folders voor verkorte trajecten. Relatiebeheerders en Instituutsbegeleiders (IB ers) verzorgen voorlichtingsbijeenkomsten op VO-scholen. Hogeschool Inholland, versie

64 In de gesprekken tijdens de audit meldden de studenten dat zij tevreden zijn over de aansluiting op hun vooropleiding. Een beeld dat overeenkomt met de uitkomsten van NSE Oordeel Opleiding Biologie: voldoende Het Biologie-programma sluit voldoende aan op de beginkwalificaties van de studenten. Ook bieden de docenten volgens de studenten voldoende ondersteuning bij aanvang van de studie. Het auditpanel is voorts van oordeel dat de opleiding Biologie gepaste maatregelen neemt in verband met de kleine instroom van studenten. Op basis van deze overwegingen komt het auditpanel bij Standaard 5 tot het oordeel voldoende. 2. Bevindingen Opleiding Natuurkunde De reeds eerder geschetste generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Natuurkunde. Alle opleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur hebben vanaf 2010 gekampt met een daling van de instroom. Hoewel het dieptepunt voorbij is, blijft het aantal studenten een aandachtspunt. De opleidingen hebben de volgende maatregelen genomen om de instroom te bevorderen: Campagnes en wervingsacties, w.o. via Youtube en LinkedIn. Werving van voor on-, onder-, nevenbevoegde docenten in samenwerking met Partnerscholen en alumni. Deze activiteiten vonden plaats op de partnerscholen. Verhogen frequentie open dagen. Organiseren van meeloopdagen. Speciale folders voor verkorte trajecten. Relatiebeheerders en Instituutsbegeleiders (IB ers) verzorgen voorlichtingsbijeenkomsten op VO-scholen. In de gesprekken tijdens de audit meldden de studenten dat zij tevreden zijn over de aansluiting op hun vooropleiding. Een beeld dat overeenkomt met de uitkomsten van NSE Oordeel Opleiding Natuurkunde: voldoende Het Natuurkunde-programma sluit voldoende aan op de beginkwalificaties van de studenten. Ook bieden de docenten volgens de studenten voldoende ondersteuning bij aanvang van de studie. Het auditpanel is voorts van oordeel dat de opleiding Natuurkunde gepaste maatregelen neemt in verband met de kleine instroom van studenten. Op basis van deze overwegingen komt het auditpanel bij Standaard 5 tot het oordeel voldoende. 3. Bevindingen Opleiding Scheikunde De reeds eerder geschetste generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Scheikunde. Alle opleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur hebben vanaf 2010 gekampt met een daling van de instroom. Hoewel het dieptepunt voorbij is, blijft het aantal studenten een aandachtspunt. De opleidingen hebben de volgende maatregelen genomen om de instroom te bevorderen: Campagnes en wervingsacties, w.o. via Youtube en LinkedIn. Werving van voor on-, onder-, nevenbevoegde docenten in samenwerking met Partnerscholen en alumni. Deze activiteiten vonden plaats op de partnerscholen. Verhogen frequentie open dagen. Organiseren van meeloopdagen. Speciale folders voor verkorte trajecten. Relatiebeheerders en Instituutsbegeleiders (IB ers) verzorgen voorlichtingsbijeenkomsten op VO-scholen. Hogeschool Inholland, versie

65 In de gesprekken tijdens de audit meldden de studenten dat zij tevreden zijn over de aansluiting op hun vooropleiding. Een beeld dat overeenkomt met de uitkomsten van NSE Oordeel Opleiding Scheikunde: voldoende Het Scheikunde-programma sluit voldoende aan op de beginkwalificaties van de studenten. Ook bieden de docenten volgens de studenten voldoende ondersteuning bij aanvang van de studie. Het auditpanel is voorts van oordeel dat de opleiding Scheikunde gepaste maatregelen neemt in verband met de kleine instroom van studenten. Op basis van deze overwegingen komt het auditpanel bij Standaard 5 tot het oordeel voldoende. 4. Bevindingen Opleiding Wiskunde De reeds eerder geschetste generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Wiskunde. De instroom in de opleiding Wiskunde is, na het dieptepunt in 2010, goed te noemen. De opleidingen hebben de volgende maatregelen genomen om de instroom te bevorderen: Campagnes en wervingsacties, w.o. via Youtube en LinkedIn. Werving van voor on-, onder-, nevenbevoegde docenten in samenwerking met Partnerscholen en alumni. Deze activiteiten vonden plaats op de partnerscholen. Verhogen frequentie open dagen. Organiseren van meeloopdagen. Speciale folders voor verkorte trajecten. Relatiebeheerders en Instituutsbegeleiders (IB ers) verzorgen voorlichtingsbijeenkomsten op VO-scholen. Reclame door zittende studenten. In de gesprekken tijdens de audit meldden de studenten dat zij tevreden zijn over de aansluiting op hun vooropleiding. Een beeld dat overeenkomt met de uitkomsten van NSE In periode 1 wordt bij inleiding analyse een groot deel van havo programma herhaald. Voor studenten wordt dan onmiddellijk helder waar de manco s zitten. Oordeel Opleiding Wiskunde: voldoende Het wiskunde-programma sluit voldoende aan op de beginkwalificaties van de studenten. Ook bieden de docenten volgens de studenten voldoende ondersteuning bij aanvang van de studie. Het auditpanel is voorts van oordeel dat de opleiding Wiskunde gepaste maatregelen neemt om de instroom te bevorderen. Op basis van deze overwegingen komt het auditpanel bij Standaard 5 tot het oordeel voldoende Programma PDG-traject en Educatieve Minor Bevindingen PDG-traject Het PDG-traject (60 ec s ) is vooral maatwerk. Via een uitgebreid intakegesprek, conform de opzet Raamwerk zij-instroom in Beroep 6 bepaalt de opleiding wat nodig is om de student in staat te stellen de beoogde eindkwalificaties te verwerven. De ervaring van de student en de mogelijkheden om de eigen werkomgeving (binnen de mbo-instelling) als leerwerkomgeving te kunnen gebruiken spelen daarin een belangrijke rol. De Leer-werkactiviteiten en de bijbehorende begeleidingsagenda worden op maat vastgesteld. De lerarenopleiding en de mbo-instelling zijn samen verantwoordelijk voor de inhoud en de kwaliteit waarbij het opleidingsinstituut als kwalificerende/certificerende instelling eindverantwoordelijk is. Het 6 Het Raamwerk is gebaseerd op de wettelijke context, bestaande schoolpraktijken en op een analyse van daarin gesignaleerde knelpunten. Het Raamwerk is goedgekeurd door het Algemeen Directeurenoverleg Educatieve Faculteiten (ADEF). Hogeschool Inholland, versie

66 programma van het PDG-traject is dan ook tot stand gekomen in samenwerking met de opleidingsscholen, in casu de opleidingsscholen met een mbo-afdeling. Analyse van het programma laat zien, dat het PDG-traject drie hoofdbestanddelen kent: 1. Instituutsdeel met onderwijseenheden die Inholland aanbiedt. De leeropbrengsten (voornamelijk cognitieve kennisproducten die de kwalitatieve basis van het handelen in de praktijk borgen) worden opgenomen in het bekwaamheidsdossier (portfolio). 2. Praktijkdeel binnen de werkomgeving (de mbo-instelling) van de deelnemer, gericht op de leerresultaten zoals Inholland met de betreffende mbo-instelling is overeengekomen. Het gaat hier om afspraken met betrekking tot (kern)taken, activiteiten en het benutten van begeleiding en van het leerpotentieel van de werkplek. De reflectie op het functioneren in de praktijk neemt de student op in het bekwaamheidsdossier. 3. Verbinding instituut en mbo-instelling: instituut en instelling volgen samen de persoonlijke professionele ontwikkeling van de student via diens bekwaamheidsdossier dat zij voorts gebruiken voor de integrale beoordeling van die student. Het bekwaamheidsdossier bevat gegevens met betrekking tot (i) de koppeling van theorie en ervaringskennis en (ii) de reflectie op professioneel handelen. Het bekwaamheidsdossier is daarmee de schakel tussen de onderdelen 1 en 2. Analyse van het programma laat voorts zien, dat Inholland de vijf thema s uit het landelijk Raamwerk voor PDG (Ambachtelijk meesterschap in de 21e eeuw Begeleiding van de mbostudent Beroepspraktijk Visie op beroepsonderwijs en visie op docentschap Eigen ontwikkeling) in de drie programmaonderdelen heeft verwerkt. Met de mbo-scholen heeft Inholland afspraken gemaakt over de begeleiding van de student op de werkplek. Bij opleidingsscholen betreft het gecertificeerde begeleiders en bij andere instellingen eist Inholland dat de begeleider minimaal een tweedegraadsbevoegdheid heeft en aantoonbaar beschikt over coachingservaring. De begeleiders moeten bovendien minimaal 2 klokuren per week per student beschikbaar zijn. Het PDG-traject zal worden uitgevoerd door de lerarenopleiders die ook verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de beroepsgerichte afstudeerrichting binnen de tweedegraads bacheloropleidingen. Oordeel PDG-traject Alle kwaliteitskenmerken die het panel bij de tweedegraads bacheloropleidingen heeft geïdentificeerd bij de inhoud en inrichting van de programma s en bij de betrokken docenten, zijn ook hier van toepassing. Het oordeel van het panel is positief. Bevindingen Educatieve Minor Beroepsonderwijs Conform de Kopopleiding bestaat de minor uit een praktijkdeel (15 ec s) gericht op het lesgeven (voorbereiding, uitvoering en reflectie) in technische vakken in het vo/bve en uit een conceptueel deel (15 ec s), gericht op (vak)didactiek, pedagogiek en persoonlijke ontwikkeling. Bij dat laatste gaat het vooral om soft skills (conflicthantering, omgaan met vragen) en om competenties m.b.t. leiderschap en communicatie. Om eventuele doorstroom naar de Kopopleiding zo soepel mogelijk te laten verlopen, zal binnen de Educatieve Minor zoveel mogelijk de volgtijdelijkheid van het Kopopleidingsprogramma als uitgangspunt worden genomen. De betreffende Educatieve Minor zal worden uitgevoerd door lerarenopleiders die ook verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de tweedegraads bacheloropleidingen in het Leergebied Mens en Natuur. Oordeel Educatieve Minor Alle kwaliteitskenmerken die het panel bij de betreffende tweedegraads bacheloropleidingen heeft geïdentificeerd bij de inhoud en inrichting van de programma s en bij de betrokken docenten, zijn ook hier van toepassing. Het oordeel van het panel is positief. Hogeschool Inholland, versie

67 4.3. Personeel Standaard 6: Het personeel is gekwalificeerd en de omvang ervan is toereikend voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Toelichting NVAO: De feitelijk bij het personeel aanwezige expertise sluit aan bij de eisen gesteld aan een hbo-opleiding. Bevindingen - generiek Het totale docententeam van de tweedegraads lerarenopleidingen bestaat per 1 september 2015 uit 63 docenten (38,4 fte). Afgezet tegen het totaal aantal studenten betekent dit een docent-studentratio van 1:26,5. Alle docenten geven in principe zowel in de voltijd- als in de deeltijdopleidingen les. Om de basiskwaliteit van het curriculum duurzaam te blijven borgen en innovatie mogelijk te maken, ontvangen de tweedegraads lerarenopleidingen aanvullende financiering. Analyse van de CV s van de vakdocenten van alle onderzochte opleidingen laat zien, dat zij allen beschikken over het vereiste opleidingsniveau, over de noodzakelijke onderwijskundige professionaliteit en over voldoende ervaring in of relaties met het werkveld. Docenten hebben een mastergraad en/of een eerstegraads onderwijsbevoegdheid. Zij hebben voorts affiniteit met ICT en beschikken over de basisvaardigheden ten aanzien van de elektronische leeromgeving. De lijn onderwijskunde/pedagogiek wordt verzorgd door docenten uit het opleidingsteam van Onderwijskunde/Pedagogiek. In dit team hebben acht van de negen docenten een mastergraad. Eén van de docenten is gepromoveerd. Ook acht van de negen docenten zijn didactisch bevoegd; een docent start met de BDB. Een docent is geregistreerd in het VELONberoepsregister. In de afgelopen jaren zijn binnen het Domein Onderwijs & Innovatie diverse initiatieven ontwikkeld om de kwaliteit van de docenten te verhogen en beter te borgen: het professionaliseringstraject van instituutsopleiders, opleiden van schoolopleiders door VELON en de ontwikkeling van een lerarenregister. Uit de gesprekken met de docenten bleek het panel inderdaad, dat allen in de gelegenheid zijn (1) hun onderzoeksvaardigheden verder te ontwikkelen via o.a. deelname aan kenniskringen van de lectoraten, (2) hun bekwaamheid in toetsen & beoordelen aan te scherpen (o.a. via het BKE-programma) en (3) een VELON-registratie als lerarenopleider te behalen. Verder is er, naar het oordeel van het panel ook nog voldoende ruimte voor eigen professionaliseringsactiviteiten, vakinhoudelijk of anderszins. Al deze ontwikkelingsmogelijkheden worden tijdens de jaarlijkse gesprekken in de personeelsevaluatiecyclus besproken met de leidinggevende. Tijdens deze gesprekken worden ook de resultaten van de docent besproken, mede aan de hand van studentevaluaties over het gegeven onderwijs, project- en andere resultaten. De uitkomsten en afspraken van deze gesprekken worden schriftelijk vastgelegd in het personeelsdossier. Inholland heeft in 2014 een ontwikkeltraject gestart: het programma LeerKRACHT. Doelstellingen waren de verbetering van de samenwerking tussen de teams en het ontwikkelen van een cultuur waarin gezamenlijk werken aan versterking van onderwijskwaliteit in de vorm van lesbezoek, gezamenlijke lesvoorbereiding en reflectie centraal staat. Hieraan hebben inmiddels in totaal twintig medewerkers deelgenomen. LeerKRACHT wordt ook gecontinueerd in Hogeschool Inholland, versie

68 Bevindingen Opleiding Biologie Leergebied Mens en Natuur Alle opleidingsdocenten binnen het leergebied Mens en Natuur beschikken over een vakspecifieke Master. Op het terrein van vakdidactiek houdt binnen elke opleiding minimaal één docent contact met landelijke overlegorganen. Eén van de docenten is gepromoveerd. Binnen de HRM-cyclus en de personele schouw bewaakt het Leergebied Mens en Natuur het niveau van vakdidactische bekwaamheid en faciliteert het zijn opleidingsdocenten om zich nader te verdiepen op specifiek vakdidactische onderwerpen. Tijdens de audit heeft het panel ook de werkdruk binnen het leergebied besproken. Volgens de docenten wordt deze voornamelijk veroorzaakt door de uitgebreide taak die zij vervullen en vanwege de uitbreiding van het aantal contacturen voor voltijdstudenten. Het auditpanel heeft vastgesteld, dat het management thans alle taakomschrijvingen duidelijk in kaart heeft gebracht en dat hierdoor inmiddels duidelijk is wie hoeveel tijd aan welke taken besteedt. Opleiding Biologie De opleiding Biologie speelt zich meer en meer af op de werkplek (de school) van de student. De rol van de instituutsopleiders, de opleiders in de school en in het bijzonder de rol van de opleidingsdocent is daarmee veranderd. Ten slotte: het auditpanel heeft bij de opleiding Biologie een team ontmoet met bekwame en ruim gekwalificeerde docenten die met veel enthousiasme de opleiding verzorgen. Studenten zijn zeer tevreden over de deskundigheid van hun docenten en over de voorbeeldrol die zij vervullen. Een aandachtspunt is wel het ontbreken van een technisch onderwijsassistent (TOA) / practicum-assistent. Studenten ervaren dat als een gemis. Oordeel Opleiding Biologie: goed Het auditpanel heeft geconstateerd dat het Leergebied Mens en Natuur beschikt over een weldoordacht personeelsbeleid dat docenten in ruime mate in staat stelt zich te ontwikkelen en in te zetten voor de opleiding en de studenten. Het panel is overtuigd van de vakkennis en de didactische kwaliteit van de Biologie-docenten en de voorbeeldrol die zij voor hun studenten vervullen. Het auditpanel komt daarom voor de opleiding Biologie bij Standaard 6 tot het oordeel goed. Het auditpanel is voorts van oordeel dat het management op doeltreffende wijze aan de slag is gegaan om de werkdruk binnen het leergebied aan te pakken. Bevindingen Opleiding Natuurkunde Leergebied Mens en Natuur Alle opleidingsdocenten binnen het leergebied Mens en Natuur beschikken over een vakspecifieke Master. Op het terrein van vakdidactiek houdt binnen elke opleiding minimaal één docent contact met landelijke overlegorganen. Binnen de HRM-cyclus en de personele schouw bewaakt het Leergebied Mens en Natuur het niveau van vakdidactische bekwaamheid en faciliteert het zijn opleidingsdocenten om zich nader te verdiepen op specifiek vakdidactische onderwerpen. Tijdens de audit heeft het panel ook de werkdruk binnen het leergebied besproken. Volgens de docenten wordt deze voornamelijk veroorzaakt door de uitgebreide taak die zij vervullen en vanwege de uitbreiding van het aantal contacturen voor voltijdstudenten. Het auditpanel heeft vastgesteld, dat het management thans alle taakomschrijvingen duidelijk in kaart heeft gebracht en dat hierdoor inmiddels duidelijk is wie hoeveel tijd aan welke taken besteedt. Hogeschool Inholland, versie

69 Opleiding Natuurkunde De opleiding Natuurkunde speelt zich meer en meer af op de werkplek (de school) van de student. De rol van de instituutsopleiders, de opleiders in de school en in het bijzonder de rol van de opleidingsdocent is daarmee veranderd. Ten slotte: het auditpanel heeft bij de opleiding Natuurkunde een team ontmoet met bekwame en ruim gekwalificeerde docenten die met veel enthousiasme de opleiding verzorgen. Studenten zijn zeer tevreden over de deskundigheid van hun docenten en over de voorbeeldrol die zij vervullen. Een aandachtspunt is wel het ontbreken van een technisch onderwijsassistent (TOA) / practicum-assistent. Studenten ervaren dat als een gemis. Oordeel Opleiding Natuurkunde: goed Het auditpanel heeft geconstateerd dat het Leergebied Mens en Natuur beschikt over een weldoordacht personeelsbeleid dat docenten in ruime mate in staat stelt zich te ontwikkelen en in te zetten voor de opleiding en de studenten. Het panel is overtuigd van de vakkennis en de didactische kwaliteit van de Natuurkunde-docenten en de voorbeeldrol die zij voor hun studenten vervullen. Het auditpanel komt daarom voor de opleiding Natuurkunde bij Standaard 6 tot het oordeel goed. Het auditpanel is voorts van oordeel dat het management op doeltreffende wijze aan de slag is gegaan om de werkdruk binnen het leergebied aan te pakken. Bevindingen Opleiding Scheikunde Leergebied Mens en Natuur Alle opleidingsdocenten binnen het leergebied Mens en Natuur beschikken over een vakspecifieke Master. Op het terrein van vakdidactiek houdt binnen elke opleiding minimaal één docent contact met landelijke overlegorganen. Binnen de HRM-cyclus en de personele schouw bewaakt het Leergebied Mens en Natuur het niveau van vakdidactische bekwaamheid en faciliteert het zijn opleidingsdocenten om zich nader te verdiepen op specifiek vakdidactische onderwerpen. Tijdens de audit heeft het panel ook de werkdruk binnen het Leergebied besproken. Volgens de docenten wordt deze voornamelijk veroorzaakt door de uitgebreide taak die zij vervullen en vanwege de uitbreiding van het aantal contacturen voor voltijdstudenten. Het auditpanel heeft vastgesteld, dat het management thans alle taakomschrijvingen duidelijk in kaart heeft gebracht en dat hierdoor inmiddels duidelijk is wie hoeveel tijd aan welke taken besteedt. Opleiding Scheikunde De opleiding Scheikunde speelt zich meer en meer af op de werkplek (de school) van de student. De rol van de instituutsopleiders, de opleiders in de school en in het bijzonder de rol van de opleidingsdocent is daarmee veranderd. Ten slotte: het auditpanel heeft bij de opleiding Scheikunde een team ontmoet met bekwame en ruim gekwalificeerde docenten die met veel enthousiasme de opleiding verzorgen. Studenten zijn zeer tevreden over de deskundigheid van hun docenten en over de voorbeeldrol die zij vervullen. Een aandachtspunt is wel het ontbreken van een technisch onderwijsassistent (TOA) / practicum-assistent. Studenten ervaren dat als een gemis. Oordeel Opleiding Scheikunde: goed Het auditpanel heeft geconstateerd dat het Leergebied Mens en Natuur beschikt over een weldoordacht personeelsbeleid dat docenten in ruime mate in staat stelt zich te ontwikkelen en in te zetten voor de opleiding en de studenten. Het panel is overtuigd van de vakkennis en de didactische kwaliteit van de Scheikunde-docenten en de voorbeeldrol die zij voor hun studenten vervullen. Het auditpanel komt daarom voor de opleiding Scheikunde bij Standaard 6 tot het oordeel goed. Het auditpanel is voorts van oordeel dat het management op doeltreffende wijze aan de slag is gegaan om de werkdruk binnen het leergebied aan te pakken. Hogeschool Inholland, versie

70 Bevindingen Opleiding Wiskunde Leergebied Mens en Natuur Alle opleidingsdocenten binnen het leergebied Mens en Natuur beschikken over een vakspecifieke Master. Op het terrein van vakdidactiek houdt binnen elke opleiding minimaal één docent contact met landelijke overlegorganen. Binnen de HRM-cyclus en de personele schouw bewaakt het Leergebied Mens en Natuur het niveau van vakdidactische bekwaamheid en faciliteert het zijn opleidingsdocenten om zich nader te verdiepen op specifiek vakdidactische onderwerpen. Tijdens de audit heeft het panel ook de werkdruk binnen het leergebied besproken. Volgens de docenten wordt deze voornamelijk veroorzaakt door de uitgebreide taak die zij vervullen en vanwege de uitbreiding van het aantal contacturen voor voltijdstudenten. Het auditpanel heeft vastgesteld, dat het management thans alle taakomschrijvingen duidelijk in kaart heeft gebracht en dat hierdoor inmiddels duidelijk is wie hoeveel tijd aan welke taken besteedt. Opleiding Wiskunde De opleiding Wiskunde speelt zich meer en meer af op de werkplek (de school) van de student. De rol van de instituutsopleiders, de opleiders in de school en in het bijzonder de rol van de opleidingsdocent is daarmee veranderd. Ten slotte: Het auditpanel heeft bij de opleiding Wiskunde een team ontmoet met bekwame en ruim gekwalificeerde docenten die met veel enthousiasme de opleiding verzorgen. Studenten zijn zeer tevreden over de deskundigheid van hun docenten en over de voorbeeldrol die zij vervullen. Oordeel Opleiding Wiskunde: goed Het auditpanel heeft geconstateerd, dat het Leergebied Mens en Natuur beschikt over een weldoordacht personeelsbeleid dat docenten in ruime mate in staat stelt zich te ontwikkelen en in te zetten voor de opleiding en de studenten. Het panel is overtuigd van de vakkennis en de didactische kwaliteit van de Wiskunde-docenten en de voorbeeldrol die zij voor hun studenten vervullen. Het auditpanel komt daarom voor de opleiding Wiskunde bij Standaard 6 tot het oordeel goed. Het auditpanel is voorts van oordeel dat het management op doeltreffende wijze aan de slag is gegaan om de werkdruk binnen het leergebied aan te pakken. Hogeschool Inholland, versie

71 4.4. Voorzieningen Standaard 7: De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn toereikend voor de realisatie van het programma. Bevindingen - generiek Sinds 2010 huurt Inholland voor de tweedegraads lerarenopleidingen een gebouw in Amstelveen waarbinnen studenten en docenten elkaar gemakkelijk kunnen vinden. Op diverse verdiepingen zijn er werk- en studieplekken voor studenten beschikbaar. Daarnaast is ook het computerlokaal regelmatig beschikbaar voor studenten die op de opleiding willen werken aan hun opdrachten. De kleinschaligheid van de locatie, de goede bereikbaarheid met het OV en de paarkeermogelijkheden zijn pluspunten. Rooster- en lokaalwijzingen worden op monitoren bekendgemaakt en zijn voor studenten ook thuis of via een app zichtbaar. De onderwijsruimten zijn bijna allemaal voorzien van beamers en bijbehorende PC s. In het hele gebouw is Wi-Fi beschikbaar. De dienst Facilitaire Zaken is verantwoordelijk voor de huisvesting en materiële voorzieningen van de verschillende locaties van Inholland. Elke locatie heeft een Servicepunt waar studenten en medewerkers terecht kunnen met vragen op het gebied van facilitaire zaken en studie gerelateerde onderwerpen. Inholland beschikt, naar het oordeel van het panel over de voorzieningen die de onderwijsprocessen in voldoende mate ondersteunen. Bevindingen Opleidingen van het Leergebied Mens en Natuur Studenten van het Leergebied Mens en Natuur zijn tevreden over de huisvesting en materiële voorzieningen. Ze zijn vooral tevreden over het DIB (Digitaal Inleveren en Beoordelen) en de snelheid waarmee zij nu feedback krijgen op hun ingeleverde producten. Gelet op de (kantoor-achtige) aard van het gebouw waar de opleidingen Biologie, Natuurkunde en Scheikunde worden verzorgd, maken deze drie opleidingen gebruik van laboratoriumfaciliteiten van een van de partnerscholen. Het verdient, naar het oordeel van het panel en naar het oordeel van de docenten en de studenten, aanbeveling extra te investeren in eigen practica-faciliteiten voor deze drie opleidingen. 1. Oordeel Opleiding Biologie: voldoende Het auditpanel is van oordeel dat de opleiding Biologie de beschikking heeft over ruimtelijke en materiële voorzieningen die de onderwijsprocessen in voldoende mate ondersteunen en komt daarom op Standaard 7 tot het oordeel voldoende. 2. Oordeel Opleiding Natuurkunde: voldoende Het auditpanel is van oordeel dat de opleiding Natuurkunde de beschikking heeft over ruimtelijke en materiële voorzieningen die de onderwijsprocessen in voldoende mate ondersteunen en komt daarom op Standaard 7 tot het oordeel voldoende. 3. Oordeel Opleiding Scheikunde: voldoende Het auditpanel is van oordeel dat de opleiding Scheikunde de beschikking heeft over ruimtelijke en materiële voorzieningen die de onderwijsprocessen in voldoende mate ondersteunen en komt daarom op Standaard 7 tot het oordeel voldoende. 4. Oordeel Opleiding Wiskunde: voldoende Het auditpanel is van oordeel dat de opleiding Wiskunde de beschikking heeft over ruimtelijke en materiële voorzieningen die de onderwijsprocessen in voldoende mate ondersteunen en komt daarom op Standaard 7 tot het oordeel voldoende. Hogeschool Inholland, versie

72 Standaard 8: De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten bevorderen de studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen - generiek Studieloopbaanbegeleiding Naar het oordeel van het panel is de studieloopbaanbegeleiding in goede handen bij de achttien onderzochte opleidingen. Elke studentengroep (met een omvang van rond de 15 studenten) heeft, ten behoeve van de studievoortgang, een studieloopbaanbegeleider en ontvangt studieloopbaanbegeleiding. De functie van slb is drieledig: informeren van studenten, studievoortgang monitoren en ondersteunen van persoonlijke en professionele ontwikkeling: De slb er informeert studenten over (onderwijs)organisatorische zaken. De slb er monitort de studievoortgang van studenten. Hij heeft hiertoe ten minste twee maal per jaar een studievoortgangsgesprek met de student. Hij heeft inzicht in de studieresultaten middels PeopleSoft. Slb speelt het eerste jaar de belangrijkste rol in de begeleiding van de studenten. Studieloopbaanbegeleiding is verweven met de andere leerlijnen, juist met het oog op de ondersteunende functie van de slb er bij de integratie van onderwijs en praktijk. De slb er helpt de student bij het sturen van zijn leerproces, waarbij de competentie reflectie en zelfsturing centraal staat. Hij ondersteunt deze door groepsbijeenkomsten waarin thema s vanuit de studie en de praktijk worden besproken en waarop samen wordt gereflecteerd, o.a. in de vorm van intervisie en videoreflectie. Voor de praktijkleerlijn stellen studenten een persoonlijk ontwikkelplan (POP) op en leggen zij een bekwaamheidsdossier aan met bewijslast ten aanzien van hun competentieontwikkeling. De slb er ondersteunt de studenten door tijdens de slbbijeenkomsten aandacht te besteden aan het opstellen en werken aan het POP. Langstudeerders begeleiding. Voor langstudeerders wordt een TalentSense-test ingezet. Aan de hand van de uitslag vindt een gesprek plaats met de student en wordt gerichte vervolgbegeleiding ingezet. Informatievoorziening Ook de informatievoorziening beantwoordt aan de eisen waarnaar standaard 8 verwijst. Voor informatievoorziening naar studenten en docenten maken de opleidingen gebruik van Insite, de digitale omgeving van de hogeschool: via de ontvangen studenten de nieuwsbrieven met informatie over uiteenlopende onderwijs gerelateerde onderwerpen; op Blackboard zijn studiehandleidingen, procedures en leermaterialen, waaronder weblectures, te vinden; LeerNetwerk Educatie (LNE) is een web-omgeving voor communicatie- en informatievoorziening, de leeromgeving en de ondersteunende processen van het domein O&I. Daarbinnen draaien verschillende specifieke toepassingsgebieden zoals Onderwijsplein, Praktijkplein, EduWiki, Nieuwsbrief-applicatie en een aantal kleinere toepassingen; weekmail docenten: wekelijkse nieuwsbrief voor docenten over diverse onderwerpen. Ten slotte: de docenten zijn goed bereikbaar voor de studenten, zo bleek in gesprekken tijdens het locatiebezoek. Hogeschool Inholland, versie

73 1. Bevindingen Opleiding Biologie Studenten van de opleiding Biologie zijn zeer tevreden over de studiebegeleiding en informatievoorziening. Ze ervaren de kleinschaligheid van de opleiding als prettig en zij vinden dat ze veel persoonlijke aandacht krijgen bij hun studie. De Slb-docenten zijn goed bereikbaar en zij kennen hun studenten goed. Oordeel Opleiding Biologie: goed Het auditpanel is overtuigd van de goede kwaliteit van de studiebegeleiding en informatievoorziening door de opleiding Biologie. De biologiestudenten zijn zeer tevreden over de kleinschaligheid en de persoonlijke aandacht en bereikbaarheid van hun docenten. Dit brengt het auditpanel bij Standaard 8 tot het oordeel goed. 2. Bevindingen Opleiding Natuurkunde Studenten van de opleiding Natuurkunde zijn zeer tevreden over de studiebegeleiding en informatievoorziening. Ze ervaren de kleinschaligheid van de opleiding als prettig en zij vinden dat ze veel persoonlijke aandacht krijgen bij hun studie. De Slb-docenten zijn goed bereikbaar en zij kennen hun studenten goed. Oordeel Opleiding Natuurkunde: goed Het auditpanel is overtuigd van de goede kwaliteit van de studiebegeleiding en informatievoorziening door de opleiding Natuurkunde. De natuurkundestudenten zijn zeer tevreden over de kleinschaligheid en de persoonlijke aandacht en bereikbaarheid van hun docenten. Dit brengt het auditpanel bij Standaard 8 tot het oordeel goed. 3. Bevindingen Opleiding Scheikunde Studenten van de opleiding Scheikunde zijn zeer tevreden over de studiebegeleiding en informatievoorziening. Ze ervaren de kleinschaligheid van de opleiding als prettig en zij vinden dat ze veel persoonlijke aandacht krijgen bij hun studie. De Slb-docenten zijn goed bereikbaar en zij kennen hun studenten goed. Oordeel Opleiding Scheikunde: goed Het auditpanel is overtuigd van de goede kwaliteit van de studiebegeleiding en informatievoorziening door de opleiding Scheikunde. De scheikundestudenten zijn zeer tevreden over de kleinschaligheid en de persoonlijke aandacht en bereikbaarheid van hun docenten. Dit brengt het auditpanel bij Standaard 8 tot het oordeel goed. 4. Bevindingen Opleiding Wiskunde Studenten van de opleiding Wiskunde zijn zeer tevreden over de studiebegeleiding en informatievoorziening. Ze ervaren de kleinschaligheid van de opleiding als prettig en zij vinden dat ze veel persoonlijke aandacht krijgen bij hun studie. De Slb-docenten zijn goed bereikbaar en zij kennen hun studenten goed. Oordeel Opleiding Wiskunde: goed Het auditpanel is overtuigd van de goede kwaliteit van de studiebegeleiding en informatievoorziening door de opleiding Wiskunde. De wiskundestudenten zijn zeer tevreden over de kleinschaligheid en de persoonlijke aandacht en bereikbaarheid van hun docenten. Dit brengt het auditpanel bij Standaard 8 tot het oordeel goed. Hogeschool Inholland, versie

74 4.5. Kwaliteitszorg Standaard 9: De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Toelichting NVAO: De opleiding bewaakt de kwaliteit van de beoogde eindkwalificaties, het programma, het personeel, de voorzieningen, de toetsing en de gerealiseerde eindkwalificaties via regelmatige evaluaties. De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan realisatie van de streefdoelen. Bij de interne kwaliteitszorg worden de opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen - generiek Alle door het panel beoordeelde tweedegraads lerarenopleidingen werken met een integraal kwaliteitszorgsysteem, waarin het doorlopen van de plan-do-check-act-cyclus (kortweg PDCAcyclus) op alle niveaus en in alle onderdelen van de organisatie richtinggevend is en uitgevoerd wordt. Vooral dat laatste wil het panel hier reeds benadrukken: de PDCA-cyclus wordt door de achttien onderzochte opleidingen inderdaad uitgevoerd en op een wijze die, naar het oordeel van het panel, inmiddels heeft geleid tot substantiële verbeteringen binnen de betreffende opleidingen. En dan gaat het om bijvoorbeeld: de vakinhoudelijke aansluiting op de respectieve kennisbases, de validiteit en stroomlijning van het toetsen& beoordelen, de begeleiding van studenten, de onderzoekscomponent binnen de respectieve programma s en de samenwerking met scholen. Uit de documentatie met betrekking tot de interne kwaliteitszorg 7 blijkt, dat bij alle onderzochte opleidingen de betreffende opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken zijn bij de evaluatie van de respectieve opleidingen. Uitgangspunten zijn: (1) kwaliteitszorg betreft het primaire proces en de ondersteunende processen en vindt plaats op alle niveaus, (2) kwaliteitszorg is een planmatig uitgevoerd continu en cyclisch proces en (3) kwaliteitszorg omvat naast de bepaling van de kwaliteit ook de uitvoering van verbeteracties en de definiëring van beoogde kwaliteit. In het Jaarplan van het Domein O&I zijn de verbeter- en ontwikkeldoelstellingen beschreven. op het niveau van de gezamenlijke tweedegraads lerarenopleidingen, op het niveau van de leergebieden en op het niveau van de specifiek opleidingen. Evaluaties worden uitgevoerd conform het Kwaliteitshandboek van het Domein O&I. Het is een meerjarig beleidsdocument dat periodiek wordt geëvalueerd en bijgesteld. De meest recente bijstelling betreft de implementatie van de Inholland-onderwijscyclus die wordt gehanteerd als basiscyclus voor planvorming, uitvoering, evaluatie en bijstelling van het onderwijs. Het eigenaarschap ligt bij de onderwijsteams. De tweedegraads lerarenopleidingen operationaliseren het kwaliteitshandboek door middel van een Jaarplan kwaliteitszorg. Hierin wordt vastgelegd hoe, wanneer en welke aspecten van de verschillende processen worden geëvalueerd, wat de prestatie-indicatoren zijn, hoe de resultaten worden geanalyseerd en hoe verdere voortgang is ingericht. Het jaarplan wordt vastgesteld door het managementteam. De uitvoering, analyse en terugkoppeling van de onderzoeken is belegd bij het opleidingsteam (eigenaarschap). Van de resultaten van alle evaluatieve onderzoeken onder de stakeholders worden rapportages gemaakt door de onderwijsteams. De verschillende resultaten worden samengevoegd in de jaarlijkse meta-evaluatie die het mogelijk maakt dat resultaten in samenhang bekeken worden. 7 Bijvoorbeeld: Voor het Voetlicht Jaarplan Kwaliteitszorg ; Resultaten Onderwijsevaluaties ; Medewerkerstevredenheidsonderzoek Hogeschool Inholland, versie

75 De meta-evaluatie is het uitgangspunt voor het vaststellen van de verbeteracties en vormt zo ook de input voor (een deel van) het jaarplan van de lerarenopleidingen dat de centrale coördinatie vormt. Leergebieden en opleidingen leggen hun verbeteracties voor wat betreft onderwijseenheden vast. De docenten verbeteren de onderdelen van de studiehandleidingen aan de hand van de mondelinge en schriftelijke evaluaties. Bevindingen Leergebied Mens en Natuur Het auditpanel heeft geconstateerd, dat de opleidingen binnen het Leergebied Mens en Natuur, in aansluiting op hetgeen uiteengezet is in het generieke gedeelte, periodiek wordt geëvalueerd aan de hand van reële streefdoelen. Die periodieke evaluaties leiden en daar gaat het natuurlijk om tot concrete en doelgerichte verbeteracties waarvan de uitvoering systematisch wordt gemonitord. Het gaat hier dan om bijvoorbeeld de volgende verbeteracties: intensivering samenwerking met het lectoraat Teaching, Learning and Technolgy, het verder ontwikkelen van de relaties met de stagescholen naar het niveau van de opleidingsscholen, uitbreiding van het aantal contacturen vakinhoud en vakdidactiek, het verminderen van het aantal summatieve toetsen en de start van een pilot om de vakdidactische bekwaamheid van de student in de afstudeerfase explicieter vorm te geven. De opleiding Wiskunde heeft in aan deze pilot (Proeve van Vakdidactische Bekwaamheid) deelgenomen. Op grond van de pilot is zijn enkele onderdelen inmiddels aangepast. 1. Bevindingen Opleiding Biologie De hierboven geschetste generieke bevindingen en de bevindingen op het niveau van het Leergebied Mens en Natuur zijn onverkort van toepassing op de opleiding Biologie. Oordeel Opleiding Biologie: goed Het auditpanel heeft geconstateerd, dat de opleiding Biologie, mede door haar evaluaties onder haar belangrijkste stakeholders, goed zicht heeft op haar eigen sterke en zwakke punten. Ook de opleiding Biologie werkt met een integraal kwaliteitszorgsysteem, waarin de PDCA-cyclus jaarlijks op alle niveaus wordt rondgemaakt. Daarbij zijn de opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken. Tot slot heeft het panel waargenomen dat de opleiding Biologie aantoonbare verbetermaatregelen heeft genomen die overtuigend waren qua uitvoering en resultaten. Op basis van deze conclusie komt het auditpanel voor de opleiding Biologie bij Standaard 9 tot het oordeel goed. 2. Bevindingen Opleiding Natuurkunde De hierboven geschetste generieke bevindingen en de bevindingen op het niveau van het Leergebied Mens en Natuur zijn onverkort van toepassing op de opleiding Natuurkunde. Oordeel Opleiding Natuurkunde: goed Het auditpanel heeft geconstateerd, dat de opleiding Natuurkunde, mede door haar evaluaties onder haar belangrijkste stakeholders, goed zicht heeft op haar eigen sterke en zwakke punten. Ook de opleiding Natuurkunde werkt met een integraal kwaliteitszorgsysteem, waarin de PDCAcyclus jaarlijks op alle niveaus wordt rondgemaakt. Daarbij zijn de opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken. Tot slot heeft het panel waargenomen dat de opleiding Natuurkunde aantoonbare verbetermaatregelen heeft genomen die overtuigend waren qua uitvoering en resultaten. Op basis van deze conclusie komt het auditpanel voor de opleiding Natuurkunde bij Standaard 9 tot het oordeel goed. Hogeschool Inholland, versie

76 3. Bevindingen Opleiding Scheikunde De hierboven geschetste generieke bevindingen en de bevindingen op het niveau van het Leergebied Mens en Natuur zijn onverkort van toepassing op de opleiding Scheikunde. Oordeel Opleiding Scheikunde: goed Het auditpanel heeft geconstateerd, dat de opleiding Scheikunde, mede door haar evaluaties onder haar belangrijkste stakeholders, goed zicht heeft op haar eigen sterke en zwakke punten. Ook de opleiding Scheikunde werkt met een integraal kwaliteitszorgsysteem, waarin de PDCAcyclus jaarlijks op alle niveaus wordt rondgemaakt. Daarbij zijn de opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken. Tot slot heeft het panel waargenomen dat de opleiding Scheikunde aantoonbare verbetermaatregelen heeft genomen die overtuigend waren qua uitvoering en resultaten. Op basis van deze conclusie komt het auditpanel voor de opleiding Scheikunde bij Standaard 9 tot het oordeel goed. 4. Bevindingen Opleiding Wiskunde De hierboven geschetste generieke bevindingen en de bevindingen op het niveau van het Leergebied Mens en Natuur zijn onverkort van toepassing op de opleiding Wiskunde. Oordeel Opleiding Wiskunde: goed Het auditpanel heeft geconstateerd, dat de opleiding Wiskunde, mede door haar evaluaties onder haar belangrijkste stakeholders, goed zicht heeft op haar eigen sterke en zwakke punten. Ook de opleiding Wiskunde werkt met een integraal kwaliteitszorgsysteem, waarin de PDCAcyclus jaarlijks op alle niveaus wordt rondgemaakt. Daarbij zijn de opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken. Tot slot heeft het panel waargenomen dat de opleiding Wiskunde aantoonbare verbetermaatregelen heeft genomen die overtuigend waren qua uitvoering en resultaten. Op basis van deze conclusie komt het auditpanel voor de opleiding Wiskunde bij Standaard 9 tot het oordeel goed. Hogeschool Inholland, versie

77 4.6. Toetsing Standaard 10: De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing. Toelichting NVAO: De toetsen en de beoordeling zijn valide, betrouwbaar en voor studenten inzichtelijk. De examencommissie van de opleiding borgt de kwaliteit van de tentaminering en examinering. Bevindingen - generiek Beleid De lerarenopleidingen hebben hun visie op toetsen en beoordelen op strategisch en operationeel niveau beschreven in het Toetsbeleid van Tweedegraads Lerarenopleidingen Het toetsbeleid beschrijft de keuzen, maatregelen en voorzieningen om de kwaliteit van toetsen en beoordelen te verantwoorden, te bewaken en te borgen. Naar het oordeel van het panel laat de uitvoering van dat beleid zien, dat de opleidingen inderdaad de prestaties van hun studenten op een inzichtelijke, valide, en betrouwbare manier toetsen en beoordelen. Dat is voor lerarenopleidingen extra gewichtig, omdat zij haar studenten, ook wat betreft het toetsen & beoordelen het goede voorbeeld moet geven. Wel is het panel, samen met de opleidingen, van oordeel dat het aantal toetsingen een te groot beslag legt op hun organisatorische en logistieke capaciteit, terwijl ook met een geringer aantal toetsingen alle beoogde competenties kunnen worden gemeten. De opleidingen zijn inmiddels begonnen de curricula zodanig te herinrichten dat inderdaad kan worden volstaan met een geringer aantal toetsingen, zonder dat de reikwijdte van die toetsingen geringer wordt. Uitgangspunten Alle door het panel onderzochte tweedegraads lerarenopleidingen hanteren de volgende uitgangspunten: Toetsen is een integraal onderdeel van het onderwijsleerproces. Toetsing sluit aan op het competentiegericht leren en opleiden en gaat (waar mogelijk en passend) uit van beroepsgerelateerde situaties. De aard van de leerlijnen bepaalt mede de keuze van de toetsvorm. Afhankelijk van wat de opleidingen toetsen, hanteren zij een van de volgende toetsvormen: kennistoets, beroepsproduct, praktijkopdracht, reflectieverslag, onderzoeksverslag, praktijkbeoordeling, praktijkdossier / bekwaamheidsdossier, assessment startbekwaam, proeve van vakdidactische bekwaamheid, digitale landelijke kennistoets (LKT) en vaardigheidstoets. De inhoud en vorm van de toetsen wordt afgestemd op de functie, de toetscriteria, de plaats in het curriculum en de opleidingsfase van de student. De studie-investering door de student en de ontwikkel-, afname- en beoordelingsinvestering door de docent zijn in verhouding met het gewicht dat aan de toets wordt toegekend. De opleidingen dragen er zorg voor dat wordt voldaan aan de kwaliteitscriteria van validiteit, betrouwbaarheid en transparantie en er sprake is van een beredeneerd en samenhangend toetssysteem. De docent als lerarenopleider geeft het goede voorbeeld aan de studenten wat betreft de inrichting en vormgeving van het eigen toetsbeleid, het beoordelen van de studenten en het reflecteren op eigen handelen. Het toetsen in de vakinhoudelijke en -didactische lijn is primair de verantwoordelijkheid van de vakdocenten. De toetsen in de onderwijskunde/pedagogische lijn vallen onder verantwoordelijkheid van de vakgroep pedagogiek/onderwijskunde. Bij de toetsing in de praktijk spelen de werkplekbegeleiders een adviserende rol. Onafhankelijke, voor die taak geschoolde, assessoren worden ingezet voor het beoordelen van het praktijkonderzoek afstudeerfase en het assessment startbekwaam. Hogeschool Inholland, versie

78 Kwaliteitsborging Het Domein Onderwijs & Innovatie heeft één (centrale) examencommissie voor alle tweedegraads lerarenopleidingen. Er zijn drie deelexamencommissies, waarvan één voor de tweedegraads lerarenopleidingen. De centrale examencommissie heeft naast leden uit het eigen domein ook een extern lid. De leden van de deelexamencommissies worden benoemd op basis van hun expertisegebieden op het terrein van de betreffende (groep van) tweedegraads lerarenopleidingen. Elke deelexamencommissie heeft ten minste vier leden. Onder de deelexamencommissie ressorteert een toetscommissie en een afstudeercommissie. De kerntaak van examencommissie is de kwaliteit van de tentamens en examens te borgen. De examencommissie wijst voorts de examinatoren aan op basis van een competentieprofiel. Daarmee hebben de opleidingen een belangrijke waarborg voor de kwaliteit van het toetsen & beoordelen. Voorts speelt de examencommissie een cruciale rol in de kwaliteitsbewaking van de beoordelingskaders die de examinatoren bij de verschillende hanteren. De examencommissie heeft voor de borging van de kwaliteit van de afstudeerproducten de afstudeercommissie gemandateerd, die bestaat uit 7 leden. Zij wonen steekproefsgewijs assessments bij (twee per ronde) en zijn als eerste beoordelaar betrokken bij de beoordelingen van de praktijkonderzoeken in de afstudeerfase. In het verlengde hiervan beveelt het panel aan, dat de examencommissie de reeds ingevoerde kalibreersessies continueert om de examinatoren in staat te blijven stellen tot een gemeenschappelijke gedragslijn te komen met betrekking tot (1) de interpretatie en toepassing van de beoordelingskaders waarmee zij geacht worden te werken en met betrekking tot (2) de onderbouwing van de oordelen (scores) bij elke van de in het betreffende beoordelingskader opgenomen items. 1. Bevindingen Opleiding Biologie De hierboven vermelde generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Biologie. Onder Standaard 9 meldde het panel reeds, dat de tweedegraads lerarenopleidingen inmiddels begonnen zijn met het doorvoeren van aanpassingen in het curriculum om tot reductie van het aantal summatieve toetsen te komen zo ook de opleiding Biologie. Het auditpanel heeft tijdens de audit een selectie van Biologie-toetsen bestudeerd en is daar positief over. Het is van oordeel dat de opleiding goede variatie in toetsen aanbiedt, zoals: schriftelijke tentamens, ontwerpen van lessenseries, praktijkverslagen, persoonlijke dossiers. Voor alle bestudeerde toetsten geldt, dat ze aansluiten op de in de betreffende studiehandleiding geformuleerde leerdoelen. Het panel heeft samenvattend geconstateerd dat de opleiding: voldoende variatie in de toetsen hanteert; heldere beoordelingscriteria toepast; hanteerbare matrijzen gebruikt; complexere opdrachten door de jaren heen hanteert die ook een toenemende mate van zelfstandigheid van de student vragen; onderwerpen en daaraan gekoppelde opdrachten in de toetsen heeft opgenomen die relevant zijn voor de beroepspraktijk. Aandachtspunt: het panel merkt op, dat het vier-ogenprincipe nog niet in alle gevallen zichtbaar is in de beoordelingen. Het verdient aanbeveling om een standaard formulier hiervoor te ontwerpen (en te gebruiken) waarop alle elementen waarop gecontroleerd / gelet wordt, zijn opgenomen. Ten slotte: studenten meldden tijdens het auditgesprek dat zij de leerdoelen, de inhoud en de opbouw van de toetsen en de beoordeling duidelijk vinden. De toetsen zijn representatief voor wat zij geleerd hebben en zij krijgen goede feedback, aldus de studenten. Hogeschool Inholland, versie

79 Oordeel Opleiding Biologie: voldoende Het auditpanel heeft vastgesteld dat de opleiding Biologie haar toetssysteem op orde heeft. Zij toetst op een inzichtelijke, valide en betrouwbare manier en met behulp van gevarieerde toetsvormen of de studenten de beoogde (eind)kwalificaties hebben bereikt. De (deel)examencommissie speelt een cruciale rol bij de borging van de kwaliteit van de tentamens en examens en van de daarbij behorende beoordelingskaders. Het panel vindt ook een sterk punt dat leden van de afstudeercommissie steekproefsgewijs afstudeerassessments bijwonen en als eerste beoordelaar betrokken zijn bij de beoordeling van afstudeeronderzoeken. Tot slot is het panel van oordeel dat de opleiding Biologie de goede weg is ingeslagen om tot een reductie van het aantal toetsen te komen. Gelet op het aandachtspunt volstaat het panel met het oordeel voldoende bij Standaard 10 voor de opleiding Biologie. 2. Bevindingen opleiding Natuurkunde De reeds eerder vermelde generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Natuurkunde. Onder Standaard 9 meldde het panel reeds, dat de tweedegraads lerarenopleidingen inmiddels begonnen zijn met het doorvoeren van aanpassingen in het curriculum om tot reductie van het aantal summatieve toetsen te komen zo ook de opleiding Natuurkunde. Het auditpanel heeft tijdens de audit een selectie van Natuurkunde-toetsen bestudeerd en is daar positief over. Het is van oordeel dat de opleiding een goede variatie in toetsen aanbiedt, zoals: schriftelijke tentamens, ontwerpen van lessenseries, praktijkverslagen, persoonlijke dossiers. Voor alle bestudeerde toetsten geldt, dat ze aansluiten op de in de betreffende studiehandleiding geformuleerde leerdoelen. Het panel heeft samenvattend geconstateerd dat de opleiding: voldoende variatie in de toetsen hanteert; heldere beoordelingscriteria toepast; hanteerbare matrijzen gebruikt; complexere opdrachten door de jaren heen hanteert die ook een toenemende mate van zelfstandigheid van de student vragen; onderwerpen en daaraan gekoppelde opdrachten in de toetsen heeft opgenomen die relevant zijn voor de beroepspraktijk. Aandachtspunt: het panel merkt op, dat het vier-ogenprincipe nog niet in alle gevallen zichtbaar is in de beoordelingen. Het verdient aanbeveling om een standaard formulier hiervoor te ontwerpen (en te gebruiken) waarop alle elementen waarop gecontroleerd / gelet wordt, zijn opgenomen. Ten slotte: studenten meldden tijdens het auditgesprek dat zij de leerdoelen, de inhoud en de opbouw van de toetsen en de beoordeling duidelijk vinden. De toetsen zijn representatief voor wat zij geleerd hebben en zij krijgen goede feedback, aldus de studenten. Oordeel Opleiding Natuurkunde: voldoende Het auditpanel heeft vastgesteld dat de opleiding Natuurkunde haar toetssysteem op orde heeft. Zij toetst op een inzichtelijke, valide en betrouwbare manier en met behulp van gevarieerde toetsvormen of de studenten de beoogde (eind)kwalificaties hebben bereikt. De (deel)examencommissie speelt een cruciale rol bij de borging van de kwaliteit van de tentamens en examens en van de daarbij behorende beoordelingskaders. Het panel vindt ook een sterk punt dat leden van de afstudeercommissie steekproefsgewijs afstudeerassessments bijwonen en als eerste beoordelaar betrokken zijn bij de beoordeling van afstudeeronderzoeken. Tot slot is het panel van oordeel dat de opleiding Natuurkunde de goede weg in is geslagen om tot een reductie van het aantal toetsen te komen. Gelet op het aandachtspunt volstaat het panel met het oordeel voldoende bij Standaard 10 voor de opleiding Natuurkunde. Hogeschool Inholland, versie

80 3. Bevindingen opleiding Scheikunde De reeds eerder vermelde generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Scheikunde. Onder Standaard 9 meldde het panel reeds, dat de tweedegraads lerarenopleidingen inmiddels begonnen zijn met het doorvoeren van aanpassingen in het curriculum om tot reductie van het aantal summatieve toetsen te komen zo ook de opleiding Scheikunde. Het auditpanel heeft tijdens de audit een selectie van Scheikunde-toetsen bestudeerd en is daar positief over. Het is van oordeel dat de opleiding een goede variatie in toetsen aanbiedt, zoals: schriftelijke tentamens, ontwerpen van lessenseries, praktijkverslagen, persoonlijke dossiers. Voor alle bestudeerde toetsten geldt, dat ze aansluiten op de in de betreffende studiehandleiding geformuleerde leerdoelen. Het panel heeft samenvattend geconstateerd dat de opleiding: voldoende variatie in de toetsen hanteert; heldere beoordelingscriteria toepast; hanteerbare matrijzen gebruikt; complexere opdrachten door de jaren heen hanteert die ook een toenemende mate van zelfstandigheid van de student vragen; onderwerpen en daaraan gekoppelde opdrachten in de toetsen heeft opgenomen die relevant zijn voor de beroepspraktijk. Aandachtspunt: het panel merkt op, dat het vier-ogenprincipe nog niet in alle gevallen zichtbaar is in de beoordelingen. Het verdient aanbeveling om een standaard formulier hiervoor te ontwerpen (en te gebruiken) waarop alle elementen waarop gecontroleerd / gelet wordt, zijn opgenomen Ten slotte: studenten meldden tijdens het auditgesprek dat zij de leerdoelen, de inhoud en de opbouw van de toetsen en de beoordeling duidelijk vinden. De toetsen zijn representatief voor wat zij geleerd hebben en zij krijgen goede feedback, aldus de studenten. Oordeel Opleiding Scheikunde: voldoende Het auditpanel heeft vastgesteld dat de opleiding Scheikunde haar toetssysteem goed op orde heeft. Zij toetst op een inzichtelijke, valide en betrouwbare manier en met behulp van gevarieerde toetsvormen of de studenten de beoogde (eind)kwalificaties hebben bereikt. De (deel)examencommissie speelt een cruciale rol bij de borging van de kwaliteit van de tentamens en examens en van de daarbij behorende beoordelingskaders. Het panel vindt ook een sterk punt dat leden van de afstudeercommissie steekproefsgewijs afstudeerassessments bijwonen en als eerste beoordelaar betrokken zijn bij de beoordeling van afstudeeronderzoeken. Tot slot is het panel van oordeel dat de opleiding Scheikunde de goede weg in is geslagen om tot een reductie van het aantal toetsen te komen. Het toetssysteem van de opleiding is, zoals gezegd, op orde. Gelet op het aandachtspunt volstaat het panel met het oordeel voldoende bij Standaard 10 voor de opleiding Scheikunde. 4. Bevindingen opleiding Wiskunde De reeds eerder vermelde generieke kenmerken zijn onverkort van toepassing op de opleiding Wiskunde. Onder Standaard 9 meldde het panel reeds, dat de tweedegraads lerarenopleidingen inmiddels begonnen zijn met het doorvoeren van aanpassingen in het curriculum om tot reductie van het aantal summatieve toetsen te komen zo ook de opleiding Wiskunde. Het auditpanel heeft tijdens de audit een selectie van Wiskunde-toetsen bestudeerd en is daar positief over. Het is van oordeel dat de opleiding een goede variatie in toetsen aanbiedt, zoals: schriftelijke tentamens, ontwerpen van lessenseries, praktijkverslagen, persoonlijke dossiers. Voor alle bestudeerde toetsten geldt, dat ze aansluiten op de in de betreffende studiehandleiding geformuleerde leerdoelen. Hogeschool Inholland, versie

81 Het panel heeft samenvattend geconstateerd dat de opleiding: voldoende variatie in de toetsen hanteert; heldere beoordelingscriteria toepast; hanteerbare matrijzen gebruikt; complexere opdrachten door de jaren heen hanteert die ook een toenemende mate van zelfstandigheid van de student vragen; onderwerpen en daaraan gekoppelde opdrachten in de toetsen heeft opgenomen die relevant zijn voor de beroepspraktijk. Aandachtspunt: het panel merkt op, dat het vier-ogenprincipe nog niet in alle gevallen zichtbaar is in de beoordelingen. Het verdient aanbeveling om een standaard formulier hiervoor te ontwerpen (en te gebruiken) waarop alle elementen waarop gecontroleerd / gelet wordt, zijn opgenomen Ten slotte: studenten meldden tijdens het auditgesprek dat zij de leerdoelen, de inhoud en de opbouw van de toetsen en de beoordeling duidelijk vinden. De toetsen zijn representatief voor wat zij geleerd hebben en zij krijgen goede feedback, aldus de studenten. Oordeel Opleiding Wiskunde: voldoende Het auditpanel heeft vastgesteld dat de opleiding Wiskunde haar toetssysteem goed op orde heeft. Zij toetst op een inzichtelijke, valide en betrouwbare manier en met behulp van gevarieerde toetsvormen of de studenten de beoogde (eind)kwalificaties hebben bereikt. De (deel)examencommissie speelt een cruciale rol bij de borging van de kwaliteit van de tentamens en examens en van de daarbij behorende beoordelingskaders. Het panel vindt ook een sterk punt dat leden van de afstudeercommissie steekproefsgewijs afstudeerassessments bijwonen en als eerste beoordelaar betrokken zijn bij de beoordeling van afstudeeronderzoeken. Tot slot is het panel van oordeel dat de opleiding Wiskunde de goede weg in is geslagen om tot een reductie van het aantal toetsen te komen. Gelet op het aandachtspunt volstaat het panel met het oordeel voldoende bij Standaard 10 voor de opleiding Wiskunde. 5. Bevindingen PDG-traject De inrichting en kwaliteitsborging van de toetsingen zijn gelijk aan die van de tweedegraads bacheloropleidingen. De theoretisch georiënteerde onderdelen worden schriftelijk getoetst. De methodische en praktijkgericht onderdelen worden getoetst aan de hand ontwerpopdrachten, reflectieve opdrachten en via peer-assessment. Het PDG-traject wordt afgesloten met het Assessment Startbekwaam conform de reguliere bacheloropleidingen. Oordeel PDG-traject Alle kwaliteitskenmerken die het panel bij de betreffende tweedegraads bacheloropleidingen heeft geïdentificeerd bij de inrichting en kwaliteitsborging van het toetsen & beoordelen, zijn ook hier van toepassing. Het oordeel van het panel is positief. 6. Bevindingen Educatieve Minor De inrichting en kwaliteitsborging van de toetsingen zijn gelijk aan die van de tweedegraads bacheloropleidingen. De theoretisch georiënteerde onderdelen worden schriftelijk getoetst. De methodische en praktijkgericht onderdelen worden getoetst aan de hand een ontwerpopdracht, en een reflectieve opdracht. Onderdeel van de minor is het zogeheten Ontwikkelgesprek dat de examinator en een gecertificeerde assessor uit de onderwijspraktijk aan het einde van de minor met de student voeren. Dit gesprek resulteert in een oordeel over de geschiktheid van de student voor het leraarschap en in een aan dat oordeel gekoppeld ontwikkeladvies. Oordeel Educatieve Minor Alle kwaliteitskenmerken die het panel bij de betreffende tweedegraads bacheloropleidingen heeft geïdentificeerd bij de inrichting en kwaliteitsborging van het toetsen & beoordelen, zijn ook hier van toepassing. Het oordeel van het panel is positief. Hogeschool Inholland, versie

82 4.7. Gerealiseerde eindkwalificaties Standaard 11: De opleiding toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd. Toelichting NVAO: Het gerealiseerde niveau blijkt uit de resultaten van tussentijdse en afsluitende toetsen, de eindwerken en de wijze waarop afgestudeerden in de praktijk of in een vervolgopleiding functioneren. Bevindingen - generiek Wijze waarop afgestudeerden in de praktijk functioneren Uit evaluaties startbekwaamheidsonderzoek onder alumni en scholen en uit de gesprekken tijdens de audit blijkt, dat zowel de afgestudeerden als de vertegenwoordigers uit het werkveld tevreden zijn over het gerealiseerde niveau van de afgestudeerden. En dan gaat het om hun beroepsrol als vakdeskundige, als leraar in de klas, lid van het team en ontwikkelaar. In die opzichten acht het werkveld de afgestudeerden deskundig, bekwaam en betrokken. Sterk punt acht men ook en dat is, naar het oordeel van het panel, het positieve effect van de indeling in Leergebieden het vermogen van de afgestudeerden als vakdeskundige over de grenzen van het eigen vak te kijken en te handelen. In totaal heeft het kern- en vakpanel bij elke opleiding vier eindwerken bestudeerd. Zowel portfolio s als afstudeeronderzoeksverslagen. 8 Het algemeen beeld is, dat alle afgestudeerden inderdaad via hun portfolio s en eindwerken hebben aangetoond het vereiste bachelor-niveau te hebben bereikt. Bevindingen Opleiding Biologie Eigen oordeel van het auditpanel over het gerealiseerde niveau Het auditpanel heeft vier eindwerken beoordeeld: twee portfolio s (deeltijdstudenten) en twee afstudeerwerken (een deeltijd, een voltijd). Het auditpanel is van oordeel, dat de studenten in deze eindwerken aantonen dat zij het niveau hebben bereikt dat van een start-bekwame tweedegraads leraar Biologie mag worden verwacht. Portfolio s: de portfolio s met de bewijsmaterialen voor de verschillende competenties zagen er gestructureerd uit. Uit de geleverde bewijsmaterialen blijkt, dat de studenten de beoogde competenties op het vereiste niveau hebben verworven. Afstudeerwerken: de studenten hebben aangetoond dat zij op basis van een probleemstelling een duidelijke onderzoeksvraag kunnen formuleren, die zij vervolgens met behulp van verschillende methoden naar behoren onderzoeken. De gekozen thema s waren relevant voor de beroepspraktijk, het literatuuronderzoek was voldoende opgebouwd en de onderzoeken leidden tot bruikbare suggesties ter verbetering van de actuele praktijk. Bij drie van de vier eindwerken kwam het panel tot een beoordeling vergelijkbaar met die van de betreffende examinatoren. Bij één eindwerk (afstudeerwerk) kwam het panel tot een lagere, maar niettemin voldoende, waardering. Oordeel Opleiding Biologie: voldoende Het auditpanel is van oordeel dat de studenten in hun eindwerken hebben aangetoond, dat zij op het vereiste bachelor niveau beschikken over de competenties van een start-bekwame tweedegraads leraar Biologie. 8 Van enkele opleidingen heeft het panel in verband met het zeer geringe aantal afstudeerders minder eindwerken bestudeerd. Voor de opleiding Natuurkunde bijvoorbeeld slechts twee. Hogeschool Inholland, versie

83 Bevindingen Opleiding Natuurkunde Eigen oordeel van het auditpanel over het gerealiseerde niveau Het auditpanel heeft twee eindwerken beoordeeld: een portfolio (voltijdstudent) en een afstudeerwerk (voltijdstudent). Het auditpanel is van oordeel, dat de student in deze eindwerken aantoont het niveau te hebben bereikt dat van een start-bekwame tweedegraads leraar Natuurkunde mag worden verwacht. Portfolio: het portfolio met de bewijsmaterialen voor de verschillende competenties zag er gestructureerd uit. Uit de geleverde bewijsmaterialen blijkt, dat de student de beoogde competenties op het vereiste niveau heeft verworven. Afstudeerwerk: de student heeft aangetoond op basis van een probleemstelling een duidelijke onderzoeksvraag te kunnen formuleren en die vervolgens met behulp van verschillende methoden naar behoren te kunnen onderzoeken. Het gekozen thema was relevant voor de beroepspraktijk, het literatuuronderzoek was voldoende opgebouwd en het onderzoeken leidde tot bruikbare suggesties ter verbetering van de actuele praktijk. Het panel kwam bij de twee eindwerken tot een beoordeling vergelijkbaar met die van de betreffende examinatoren. Oordeel Opleiding Natuurkunde: voldoende Het auditpanel is van oordeel dat de student in de eindwerken heeft aangetoond op het vereiste bachelor niveau te beschikt over de competenties van een start-bekwame tweedegraads leraar Natuurkunde. Bevindingen Opleiding Scheikunde Eigen oordeel van het auditpanel over het gerealiseerde niveau Het auditpanel heeft vier eindwerken beoordeeld: twee portfolio s (een deeltijdstudent, een voltijd student) en twee afstudeerwerken (een deeltijd, een voltijd). Het auditpanel is van oordeel, dat de studenten in deze eindwerken aantonen dat zij het niveau hebben bereikt dat van een start-bekwame tweedegraads leraar Scheikunde mag worden verwacht. Portfolio s: de portfolio s met de bewijsmaterialen voor de verschillende competenties zagen er gestructureerd uit. Uit de geleverde bewijsmaterialen blijkt, dat de studenten de beoogde competenties op het vereiste niveau hebben verworven. Afstudeerwerken: de studenten hebben aangetoond dat zij op basis van een probleemstelling een duidelijke onderzoeksvraag kunnen formuleren, die zij vervolgens met behulp van verschillende methoden naar behoren onderzoeken. De gekozen thema s waren relevant voor de beroepspraktijk, het literatuuronderzoek was voldoende opgebouwd en de onderzoeken leidden tot bruikbare suggesties ter verbetering van de actuele praktijk. Het panel kwam bij alle vier eindwerken tot een beoordeling vergelijkbaar met die van de betreffende examinatoren. Oordeel Opleiding Scheikunde: voldoende Het auditpanel is van oordeel dat de studenten in hun eindwerken hebben aangetoond, dat zij op het vereiste bachelor niveau beschikken over de competenties van een start-bekwame tweedegraads leraar Scheikunde. Hogeschool Inholland, versie

84 Bevindingen Opleiding Wiskunde Eigen oordeel van het auditpanel over het gerealiseerde niveau Het auditpanel heeft vier eindwerken beoordeeld: twee portfolio s (een deeltijdstudent, een voltijd student) en twee afstudeerwerken (een deeltijd, een voltijd). Het auditpanel is van oordeel, dat de studenten in deze eindwerken aantonen dat zij het niveau hebben bereikt dat van een start-bekwame tweedegraads leraar Wiskunde mag worden verwacht. Portfolio s: de portfolio s met de bewijsmaterialen voor de verschillende competenties zagen er gestructureerd uit. Uit de geleverde bewijsmaterialen blijkt, dat de studenten de beoogde competenties op het vereiste niveau hebben verworven. Afstudeerwerken: de studenten hebben aangetoond dat zij op basis van een probleemstelling een duidelijke onderzoeksvraag kunnen formuleren, die zij vervolgens met behulp van verschillende methoden naar behoren onderzoeken. De gekozen thema s waren relevant voor de beroepspraktijk, het literatuuronderzoek was voldoende opgebouwd en de onderzoeken leidden tot bruikbare suggesties ter verbetering van de actuele praktijk. Aanbeveling: naar het oordeel van het panel zou de keuze van het onderwerp van het afstudeeronderzoek beperkt moeten worden tot de kern van het aanstaande wiskundeleraarschap, dat wil zeggen in principe een vakdidactisch probleem (van de student of het wiskundeteam van de school). Het aanleggen van een database met mogelijke onderwerpen en onderwerpen die afgestudeerden hebben onderzocht, voorzien van de bijbehorende verslagen, kan de studenten helpen bij hun keuzeproces om tot een goed afstudeeronderzoeksonderwerp te komen. Het panel kwam bij alle vier eindwerken tot een beoordeling vergelijkbaar met die van de betreffende examinatoren. Oordeel Opleiding Wiskunde: voldoende Het auditpanel is van oordeel dat de studenten in hun eindwerken hebben aangetoond, dat zij op het vereiste bachelor niveau beschikken over de competenties van een start-bekwame tweedegraads leraar Wiskunde. Hogeschool Inholland, versie

85 5. ALGEMEEN EINDOORDEEL 1. Opleiding Biologie De betrokken en ruim gekwalificeerde docenten van de tweedegraads lerarenopleiding Biologie zorgen ervoor dat het afnemende werkveld (in de regio) kan beschikken over start-bekwame tweedegraads leraren Biologie voor scholen in het voortgezet of middelbaar beroepsonderwijs. Het bijzonder praktijkgerichte programma met gevarieerde werkvormen ( learning by doing and reflection ) en de focus op het opleiden van normatieve professionals die vakoverstijgend kunnen denken en handelen, zijn hierbij belangrijke elementen. Het panel wil nogmaals refereren aan: de vakoverstijgende benadering, zichtbaar in projecten uitgevoerd door studenten uit de verschillende opleidingen binnen het leergebied Mens en Natuur; de prominente plaats die de integratie theorie en praktijk inneemt in het programma; de valide, inzichtelijke en betrouwbare toetspraktijk; de docenten die als vakdidactisch rolmodel een leerrijk voorbeeld zijn voor hun studenten; de grote aandacht voor de persoonlijke ondersteuning van de studenten; de focus van de onderzoeksopdrachten op de versterking van de eigen onderwijspraktijk van de student; de effectiviteit van het interne kwaliteitszorgsysteem. De Standaarden 1 (beoogde eindkwalificaties), 4 (vormgeving programma), 6 (kwalificaties personeel), 8 begeleiding) en 9 (kwaliteitszorg) beoordeelt het panel met een goed. De Standaarden 2, 3 en 5 (oriëntatie, inhoud en aansluiting programma), 7 (ruimtelijke en materiële infrastructuur), 10 (toetsen) en 11 (gerealiseerde eindkwalificaties) beoordeelt het panel met een voldoende. Het panel komt op grond van de beslisregels van de NVAO tot het eindoordeel voldoende voor de tweedegraads lerarenopleiding Biologie van Hogeschool Inholland. 2. Opleiding Natuurkunde De betrokken en ruim gekwalificeerde docenten van de tweedegraads lerarenopleiding Natuurkunde zorgen ervoor dat het afnemende werkveld (in de regio) kan beschikken over start-bekwame tweedegraads leraren Natuurkunde voor scholen in het voortgezet of middelbaar beroepsonderwijs. Het bijzonder praktijkgerichte programma met gevarieerde werkvormen ( learning by doing and reflection ) en de focus op het opleiden van normatieve professionals die vakoverstijgend kunnen denken en handelen, zijn hierbij belangrijke elementen. Het panel wil nogmaals refereren aan: de vakoverstijgende benadering, zichtbaar in projecten uitgevoerd door studenten uit de verschillende opleidingen binnen het leergebied Mens en Natuur; de prominente plaats die de integratie theorie en praktijk inneemt in het programma; de valide, inzichtelijke en betrouwbare toetspraktijk; de docenten die als vakdidactisch rolmodel een leerrijk voorbeeld zijn voor hun studenten; de grote aandacht voor de persoonlijke ondersteuning van de studenten; de focus van de onderzoeksopdrachten op de versterking van de eigen onderwijspraktijk van de student; de effectiviteit van het interne kwaliteitszorgsysteem. De Standaarden 1 (beoogde eindkwalificaties), 4 (vormgeving programma), 6 (kwalificaties personeel), 8 (begeleiding) en 9 (kwaliteitszorg) beoordeelt het panel met een goed. De Standaarden 2, 3 en 5 (oriëntatie, inhoud en aansluiting programma), 7 (ruimtelijke en materiële infrastructuur), 10 (toetsen) en 11 (gerealiseerde eindkwalificaties) beoordeelt het panel met een voldoende. Het panel komt op grond van de beslisregels van de NVAO tot het eindoordeel voldoende voor de tweedegraads lerarenopleiding Natuurkunde van Hogeschool Inholland. Hogeschool Inholland, versie

86 3. Opleiding Scheikunde De betrokken en ruim gekwalificeerde docenten van de tweedegraads lerarenopleiding Scheikunde zorgen ervoor dat het afnemende werkveld (in de regio) kan beschikken over startbekwame tweedegraads leraren Scheikunde voor scholen in het voortgezet of middelbaar beroepsonderwijs. Het bijzonder praktijkgerichte programma met gevarieerde werkvormen ( learning by doing and reflection ) en de focus op het opleiden van normatieve professionals die vakoverstijgend kunnen denken en handelen, zijn hierbij belangrijke elementen. Het panel wil nogmaals refereren aan: de vakoverstijgende benadering, zichtbaar in projecten uitgevoerd door studenten uit de verschillende opleidingen binnen het leergebied Mens en Natuur; de prominente plaats die de integratie theorie en praktijk inneemt in het programma; de valide, inzichtelijke en betrouwbare toetspraktijk; de docenten die als vakdidactisch rolmodel een leerrijk voorbeeld zijn voor hun studenten; de grote aandacht voor de persoonlijke ondersteuning van de studenten; de focus van de onderzoeksopdrachten op de versterking van de eigen onderwijspraktijk van de student; de effectiviteit van het interne kwaliteitszorgsysteem. De Standaarden 1 (beoogde eindkwalificaties), 4 (vormgeving programma), 6 (kwalificaties personeel), 8 (begeleiding) en 9 (kwaliteitszorg) beoordeelt het panel met een goed. De Standaarden 2, 3 en 5 (oriëntatie, inhoud en aansluiting programma), 7 (ruimtelijke en materiële infrastructuur), 10 (toetsen) en 11 (gerealiseerde eindkwalificaties) beoordeelt het panel met een voldoende. Het panel komt op grond van de beslisregels van de NVAO tot het eindoordeel voldoende voor de tweedegraads lerarenopleiding Scheikunde van Hogeschool Inholland. 4. Opleiding Wiskunde De betrokken en ruim gekwalificeerde docenten van de tweedegraads lerarenopleiding Wiskunde zorgen ervoor dat het afnemende werkveld (in de regio) kan beschikken over startbekwame tweedegraads leraren Wiskunde voor scholen in het voortgezet of middelbaar beroepsonderwijs. Het bijzonder praktijkgerichte programma met gevarieerde werkvormen ( learning by doing and reflection ) en de focus op het opleiden van normatieve professionals die vakoverstijgend kunnen denken en handelen, zijn hierbij belangrijke elementen. Het panel wil nogmaals refereren aan: de vakoverstijgende benadering, zichtbaar in projecten uitgevoerd door studenten uit de verschillende opleidingen binnen het leergebied Mens en Natuur; de prominente plaats die de integratie theorie en praktijk inneemt in het programma; de valide, inzichtelijke en betrouwbare toetspraktijk; de docenten die als vakdidactisch rolmodel een leerrijk voorbeeld zijn voor hun studenten; de grote aandacht voor de persoonlijke ondersteuning van de studenten; de focus van de onderzoeksopdrachten op de versterking van de eigen onderwijspraktijk van de student; de effectiviteit van het interne kwaliteitszorgsysteem. De Standaarden 1 (beoogde eindkwalificaties), 2 en 4 (oriëntatie en vormgeving programma), 6 (kwalificaties personeel), 8 (begeleiding) en 9 (kwaliteitszorg) beoordeelt het panel met een goed. De Standaarden 3 en 5 (inhoud en aansluiting programma), 7 (ruimtelijke en materiële infrastructuur), 10 (toetsen) en 11 (gerealiseerde eindkwalificaties) beoordeelt het panel met een voldoende. Het panel komt op grond van de beslisregels van de NVAO tot het eindoordeel voldoende voor de tweedegraads lerarenopleiding Wiskunde van Hogeschool Inholland. Hogeschool Inholland, versie

87 5. Opleiding Techniek Naar het oordeel van het panel beantwoorden de doelstelling, reikwijdte en inrichting van het programma van de kopopleiding Techniek volledig aan de eisen die aan een tweedegraads lerarenopleiding worden gesteld. Ook de inrichting en de kwaliteitsborging van het toetsen & beoordelen zijn in orde. Het weldoordachte personeelsbeleid van het Leergebied Mens en Natuur stelt bovendien de betreffende docenten en het team Onderwijskunde/pedagogiek zeer wel in staat het programma van de kopopleiding uit te voeren op een wijze die het de studenten mogelijk maakt de beoogde eindkwalificaties te verwerven. Het panel is, kortom, overtuigd van de vakkennis en de didactische kwaliteit van de docenten die voor de kopopleiding worden ingezet. Samenvattend is het panel van oordeel dat alle voorwaarden zijn vervuld om een kwalitatief verantwoorde kopopleiding Techniek uit te voeren. 6. PDG-traject en de Educatieve Minor Het PDG-traject en de Educatieve Minor hebben beide een solide en praktijkgericht programma en zullen worden uitgevoerd door ruim gekwalificeerde docenten wier onderwijskundige kennis, vakkennis en didactische kwaliteit hen zeer wel in staat stellen de betreffende programma s op verantwoorde wijze uit te voeren, wat in dit geval betekent dat zij PDG-studenten inderdaad kunnen opleiden tot leraren die voldoende geëquipeerd zijn om in het mbo benoembaar te zijn en dat zij de hbo studenten die een Educatieve Minor volgen, inderdaad inzicht kunnen verschaffen in hun geschiktheid voor het leraarschap. Het oordeel van het panel is positief. Hogeschool Inholland, versie

88 Hogeschool Inholland, versie

89 6. AANBEVELINGEN Generiek Houdt de Leergebied-benadering in ere. Zij is een unique selling point en anticipeert op ontwikkelingen binnen het voortgezet onderwijs. Ten behoeve van de kwaliteit van het beoordelingsproces beveelt het panel aan, dat de examencommissie kalibreersessies systematisch voortzet om examinatoren in staat te blijven stellen een gemeenschappelijke gedragslijn te ontwikkelen met betrekking tot (1) de interpretatie en toepassing van de beoordelingskaders waarmee zij geacht worden te werken en (2) de onderbouwing van de oordelen (scores) bij elke van de in het betreffende beoordelingskader opgenomen items. Zet vaart, zo beveelt het panel aan, achter de herziening van het toetssysteem naar een geringer aantal toetsingen. Het huis is thans op orde. Vermijd overregulering en over-detaillering in protocollen, procedures en uitgebreide beoordelingskaders. Maak beheerst gebruik van de verantwoordingsmechanismen. Opleidingen Leergebied Mens en Natuur Voor de practicumfaciliteiten maken de opleidingen Biologie, Natuurkunde en Scheikunde hoofdzakelijk gebruik van de faciliteiten van een vo-school in de buurt. Dat is goed voor het ontwerpen, voorbereiden en uitvoeren van leerlingenproeven en demonstratiepractica, maar niet voldoende om docenten en studenten eigen onderzoek en experimenten te laten uitvoeren op een niveau passend bij een hbo opleiding. Het panel beveelt dan ook aan extra te investeren in eigen practicumfaciliteiten en voorts, in het verlengde hiervan, over te gaan tot het aanstellen van een TOA / practicum-assistent ten behoeve van de studenten. Het panel beveelt de opleidingen Biologie, Natuurkunde en Scheikunde aan meer aandacht te besteden aan de bovenkant van hun vakgebied iets wat ook relevant is voor studenten die willen doorstomen naar de aanpalende eerstegraads lerarenopleiding maar ook voor de tweedegraads leraren die geconfronteerd worden met leerlingen van een meer dan gemiddeld niveau. Opleiding Wiskunde: naar het oordeel van het panel zou de keuze van het onderwerp van het afstudeeronderzoek beperkt moeten worden tot de kern van het aanstaande wiskundeleraarschap, dat wil zeggen in principe een vakdidactisch probleem (van de student of het wiskundeteam van de school). Het aanleggen van een database met mogelijke onderwerpen en onderwerpen die afgestudeerden hebben onderzocht, voorzien van de bijbehorende verslagen, kan de studenten helpen bij hun keuzeproces om tot een goed afstudeeronderzoeksonderwerp te komen. Hogeschool Inholland, versie

90 Hogeschool Inholland, versie

91 BIJLAGE I Scoretabellen I.A BIOLOGIE Scoretabel paneloordelen Hogeschool Inholland hbo-bachelor opleiding tot leraar vo 2 e graad Biologie voltijd/ deeltijd Onderwerpen / Standaarden Beoogde eindkwalificaties Standaard 1. Beoogde eindkwalificaties Programma Standaard 2. Oriëntatie programma Standaard 3. Inhoud programma Standaard 4. Vormgeving programma Standaard 5. Aansluiting programma Personeel Standaard 6. Kwalificaties personeel Voorzieningen Standaard 7. Huisvesting en materiële voorzieningen Standaard 8. Studiebegeleiding en informatievoorziening Kwaliteitszorg Standaard 9. Periodiek evalueren Toetsing Standaard 10.Toetsing Gerealiseerde eindkwalificaties Standaard 11. Eindkwalificaties Oordeel G V V G V G V G G V V Eindoordeel V Hogeschool Inholland, versie

92 I.B NATUURKUNDE Scoretabel paneloordelen Hogeschool Inholland hbo-bachelor opleiding tot leraar vo 2 e graad Natuurkunde voltijd/ deeltijd Onderwerpen / Standaarden Beoogde eindkwalificaties Standaard 1. Beoogde eindkwalificaties Programma Standaard 2. Oriëntatie programma Standaard 3. Inhoud programma Standaard 4. Vormgeving programma Standaard 5. Aansluiting programma Personeel Standaard 6. Kwalificaties personeel Voorzieningen Standaard 7. Huisvesting en materiële voorzieningen Standaard 8. Studiebegeleiding en informatievoorziening Kwaliteitszorg Standaard 9. Periodiek evalueren Toetsing Standaard 10.Toetsing Gerealiseerde eindkwalificaties Standaard 11. Eindkwalificaties Oordeel G V V G V G V G G V V Eindoordeel V Hogeschool Inholland, versie

93 I.C SCHEIKUNDE Scoretabel paneloordelen Hogeschool Inholland hbo-bachelor opleiding tot leraar vo 2 e graad Scheikunde voltijd/ deeltijd Onderwerpen / Standaarden Beoogde eindkwalificaties Standaard 1. Beoogde eindkwalificaties Programma Standaard 2. Oriëntatie programma Standaard 3. Inhoud programma Standaard 4. Vormgeving programma Standaard 5. Aansluiting programma Personeel Standaard 6. Kwalificaties personeel Voorzieningen Standaard 7. Huisvesting en materiële voorzieningen Standaard 8. Studiebegeleiding en informatievoorziening Kwaliteitszorg Standaard 9. Periodiek evalueren Toetsing Standaard 10.Toetsing Gerealiseerde eindkwalificaties Standaard 11. Eindkwalificaties Oordeel G V V G V G V G G V V Eindoordeel V Hogeschool Inholland, versie

94 I.D WISKUNDE Scoretabel paneloordelen Hogeschool Inholland hbo-bachelor opleiding tot leraar vo 2 e graad Wiskunde voltijd/ deeltijd Onderwerpen / Standaarden Beoogde eindkwalificaties Standaard 1. Beoogde eindkwalificaties Programma Standaard 2. Oriëntatie programma Standaard 3. Inhoud programma Standaard 4. Vormgeving programma Standaard 5. Aansluiting programma Personeel Standaard 6. Kwalificaties personeel Voorzieningen Standaard 7. Huisvesting en materiële voorzieningen Standaard 8. Studiebegeleiding en informatievoorziening Kwaliteitszorg Standaard 9. Periodiek evalueren Toetsing Standaard 10.Toetsing Gerealiseerde eindkwalificaties Standaard 11. Eindkwalificaties Oordeel G G V G V G V G G V V Eindoordeel V Hogeschool Inholland, versie

95 BIJLAGE II Programma, werkwijze en beslisregels Programma Tweedegraads Lerarenopleidingen Inholland Overzicht panelleden Panel Naam Rol Kernpanel Drs.W.G. (Willem) van Raaijen Voorzitter Drs. C.M. (Cor) Clarijs Domeindeskundige R. (Roel) van Krieken Studentlid Referent Dr. M.C.L. (Miranda) Timmermans Referent opleidingsschool Vakdeskundigen Prof. Dr. F. (Folkert) Kuiken Vakdeskundige Nederlands Drs. L. (Linda) Heijmans Vakdeskundige Frans M.J.G. (Maarten) Wierdsma Vakdeskundige Engels Dhr. T. (Ton) Janssen Vakdeskundige Duits Prof. Dr. R.J.F.M. (Rob) van der Vaart Vakdeskundige Aardrijkskunde Dr. P. (Paul) Holthuis Vakdeskundige Geschiedenis/Maatschappijleer Drs. H.R. (Hans) Goudsmit Vakdeskundige Algemene Economie/Bedrijfseconomie Drs. T.M. (Teresa) Dias Pedro Gomes Vakdeskundige Biologie E.H.M.H. (Emiel) de Kleijn Vakdeskundige Natuurkunde/Scheikunde Prof. Dr. G. (Bert) Zwaneveld Vakdeskundige Wiskunde Dr. M. (Marian) Adriaansen Vakdeskundige Gezondheidszorg & Welzijn Dr. P. (Paul) Vermeer Vakdeskundige Godsdienst Dr. M. (Mohamed) Ajouaou Vakdeskundige Islamgodsdienst Secretarissen Drs. R.F.H.M. (Rob) Stapert Secretaris Drs. L. (Lisette) Blom-van Veen Secretaris Programma Locatie: Data locatiebezoek opleiding: Professor J.H. Bavincklaan 7, 1183 AT Amstelveen. Tel: Maandag 16 tot en met donderdag 19 november 2015 Daarnaast bezoekt een deel van het auditpanel de opleidingsschool ZAAM / ROC TOP (20 november 2015) Hogeschool Inholland, versie

96 Dag 1 Maandag 16 november (Generiek) Overzicht panelleden Panel Voorzitter Kernpanel deskundige Studentlid Referent Secretaris Naam Drs.W.G. (Willem) van Raaijen Drs. C.M. (Cor) Clarijs R. (Roel) van Krieken Dr. M.C.L. (Miranda) Timmermans Drs. R.F.H.M. (Rob) Stapert Programma Tijd Ruimte Gesprekspartners (incl. functies/rollen) Gespreksonderwerpen Inloop & ontvangst auditpanel Startoverleg Gezamenlijk - vooroverleg Presentatie Kennismaking MT en vaststellen agenda - eigenheid opleiding / positionering & Management & Coördinatoren Marij Urlings (domeindirecteur O&I) Jeanette Breekveldt (manager O&O a.i.) Mip van Suchtelen (teamleider owk/peda, portefeuillehouder praktijk en opleidingsscholen) Susanne Görlich (teamleider M&T, portefeuillehouder onderzoek, lerarenopleider Duits, coördinator EP, SLB er, lid curriculumcie) profilering - ambities - hbo-niveau - relatie beroepenveld - internationale oriëntatie - onderzoeksdimensie Pauze / Intern overleg auditpanel - intern overleg - bestudering documenten ter inzage Parallel Examencommissie (waaronder toetscommissie) Karim el Hani (vz examencie, lerarenopleider bedrijfseconomie, instituutsopleider, SLB er) Rob van de Sande (secr. examencie, lid afstudeercie, lerarenopleider owk/ped) Ivo Kreemers (vz toetscie, lerarenopleider wiskunde, SLB er, instituutsopleider) Judith Revet (lid afstudeercie, vz curriculumcie, coördinator kopopleiding, lerarenopleider owk/ped, onderzoeksbegeleider) Generieke aspecten opleidingen - bevoegdheden, taken en rollen - relatie tot het management - (relatie tot de toetscommissie) - kwaliteitsborging toetsen en beoordelen - kwaliteitsborging afstuderen - aspecten kopopleidingen, educatieve minor en PDG. Parallel Open spreekuur - bestudering documenten ter inzage Lunch auditpanel - intern overleg - bestudering documenten ter inzage Hogeschool Inholland, versie

97 Tijd Ruimte Gesprekspartners (incl. functies/rollen) Gespreksonderwerpen Parallel Kwaliteitszorg, Curriculumcommissie en Opleidingscommissie Judith Revet (vz curriculumcie, lid afstudeercie, coördinator kopopleiding, lerarenopleider owk/ped, onderzoeksbegeleider) Auke van Nie (lid curriculumcie, lerarenopleider natuurkunde/scheikunde, instituutsopleider, lid DMR) Reinier Cuperus (voorzitter OC, student dt godsdienst-levenbeschouwing) Juliëtte van Deursen (secretaris OC, lerarenopleider godsdienst-levenbeschouwing en geschiedenis, coördinator afstudeerfase, lid curriculumcie, lid afstudeercie, instituutsopleider, onderzoeksbegeleider, SLB er) Mip van Suchtelen (teamleider owk/peda) Jeanieke Kuijper (beleidsadviseur) Generieke aspecten opleidingen - onderwijscyclus - evaluatie van resultaten - maatregelen tot verbetering - betrekken van medewerkers, studenten, alumni, werkveld / rol bij de interne kwaliteitszorg - mate van betrokkenheid in het besluitvormingsproces - interactie met het management - monitoring & verantwoording Parallel Rondleiding - verificatie opleidingsspecifieke voorzieningen Pauze / Intern overleg auditpanel - intern overleg - bestudering documenten ter inzage Parallel Onderwijs & Onderzoek Rick de Graaff (lector Taaldidactiek) Jeroen Onstenk (lector Pedagogisch handelen) Jeroen Bottema (lid lectoraat TL&T) Susanne Görlich (portefeuillehouder onderzoek, teamleider M&T, lerarenopleider Duits, coördinator EP, SLB er, lid curriculumcie) Arnout Prince (lerarenopleider owk/ped, onderzoeksdocent RWOF, onderzoeksbegeleider) Niek de Wilde (examencie, lerarenopleider godsdienst-levensbeschouwing, SLB er, lid afstudeercie, relatiebeheerder opleidingsschool, onderzoeksbegeleider) Generieke aspecten opleidingen - lectoraat en kenniskring - interactie onderwijs en onderzoek - onderzoekslijn Parallel Lesbezoek - bezoek specifieke lessituaties/bijwonen van lessen o.i.d Pauze / Intern overleg auditpanel - intern overleg - bestudering documenten ter inzage Alumni / Werkveldvertegenwoordiging Generieke aspecten opleidingen Ewald Weiss (lid BVC, opleidingsschool NOA, directeur/bestuurder Calandlyceum) Hans van der Linden (coördinator opleidingsbureau opleidingsschool ROWF) Patrick Rietveld (schoolopleider opleidingsschool College de Meer van Stichting ZAAM) Klaas Loeve (lid VAR M&M, schoolopleider opleidingsschool AONHW Kai Munk) Alumni Naoverleg Gezamenlijk - naoverleg Gespreksonderwerpen Alumni: - kwaliteit en relevantie van de opleiding (programma, docenten) - functioneren in de praktijk of vervolgopleiding Gespreksonderwerpen Werkveld: - actuele ontwikkelingen en doorvertaling naar programma - andere wensen vanuit het werkveld - eigen inkleuring opleiding - stage en begeleiding - onderzoekscomponent - gerealiseerd niveau Hogeschool Inholland, versie

98 Dag 3 Woensdag 18 november 2015 (Specifiek Leergebied: Mens & Natuur) Overzicht panelleden Panel Naam Voorzitter/Kernpanel deskunndige Drs. C.M.(Cor) Clarijs Studentlid R. (Roel) van Krieken Secretaris Drs. R.F.H.M. (Rob) Stapert Vakauditoren Ochtend E.H.M.H. (Emiel) de Kleijn (NA/SK) Drs. T.M. (Teresa) Dias Pedro Gomes (BI) Vakauditor Middag - Ochtendprogramma (Natuurkunde/Scheikunde en Biologie) Tijd Ruimte Gesprekspartners (incl. functies/rollen) Gespreksonderwerpen Inloop & ontvangst auditpanel - vooroverleg Startoverleg Gezamenlijk Levensbeschouwing & Natuur Startoverleg Natuurkunde/Scheikunde en Biologie - vooroverleg Gemeenschappelijk Leergebied Mens & Natuur Auke van Nie (lid curriculumcie, lerarenopleider natuurkunde/scheikunde, instituutsopleider, lid curriculumcie, lid van DMR) Nelly Michon (lerarenopleider wiskunde, SLB er, instituutsopleider, onderzoeksbegeleider) Rogier van de Hoef (lerarenopleider biologie, aardrijkskunde en G&W, lid afstudeercie, praktijkbegleider, onderzoeksbegeleider, assessor) Judith Revet (lid afstudeercie, vz curriculumcie, coördinator kopopleiding, lerarenopleider owk/ped, onderzoeksbegeleider) Gezamenlijke aspecten opleidingen binnen leergebied - nader te bepalen Pauze / Intern overleg auditpanel - intern overleg - bestudering documenten ter inzage Docenten (waaronder afstudeerbegeleiders en - beoordelaars) Auke van Nie (lid curriculumcie, lerarenopleider natuurkunde/scheikunde, instituutsopleider, lid van DMR) Maurits Hartendorp (lerarenopleider natuurkunde, educatieve ICT) Stieneke Kruijer (lerarenopleider scheikunde, instituutsopleider, SLB er) Rogier van de Hoef (lerarenopleider biologie, aardrijkskunde en gezondheidszorg & welzijn, lid afstudeercie, instituutsopleider, onderzoeksbegeleider, assessor) Lilli-jan Rohof (lerarenopleider biologie en gezondheidszorg & welzijn, instituutsopleider, SLB er, assessor, relatiebeheerder opleidingscholen) Judith Revet (lerarenopleider owk/ped, onderzoeksbegeleider, lid afstudeercie, vz curriculumcie, coördinator kopopleiding) Specifieke aspecten opleiding - inhoud en vormgeving programma - eigen inkleuring programma - onderzoekslijn - lectoraat en kenniskring - interactie onderwijs en onderzoek - praktijkcomponenten / stage - internationale component - aansluiting instromers - relatie docenten beroepenveld - eigen deskundigheid docenten - opleidingsspecifieke voorzieningen - toetsen en beoordelen - borging niveau 9 Dit startoverleg vindt plaats met de twee auditpanels die deze dag parallel werken, te weten Levensbeschouwing en Natuur. Het kernpanel brieft alle auditoren tenminste over de bevindingen van de generieke auditdag. Hogeschool Inholland, versie

99 Tijd Ruimte Gesprekspartners (incl. functies/rollen) Gespreksonderwerpen Studenten Specifieke aspecten opleiding - aansluiting - kwaliteit en relevantie programma - studeerbaarheid / studiebegeleiding - kwaliteit docenten - opleidingsspecifieke voorzieningen - toetsen en beoordelen Pauze / Intern overleg auditpanel - intern overleg - bestudering documenten ter inzage Materiaalinzage - bestudering documenten ter inzage Naoverleg Natuurkunde/Scheikunde en Biologie - naoverleg (Werk)Lunch (auditpanels ochtend en middag) - intern overleg Middagprogramma (Kopopleidingen, Educatieve minor en PDG) Tijd Ruimte Gesprekspartners (incl. functies/rollen) Gespreksonderwerpen Startoverleg Kopopleidingen, educatieve minor en PDG - vooroverleg Materiaalinzage - bestudering documenten ter inzage Pauze / Intern overleg auditpanel - intern overleg - bestudering documenten ter inzage Docenten (waaronder afstudeerbegeleiders en - beoordelaars) Judith Revet (coördinator kopopleiding, lid afstudeercie, vz curriculumcie, lerarenopleider owk/ped, onderzoeksbegeleider) Jolanda Sepers (coördinator kopopleiding, lerarenopleider owk/ped, onderzoeksbegeleider, assessor, instituutsopleider, PDG) Gitte Buitelaar (PDG, educatieve minor, coördinator master leren en innoveren, onderwijskundig ontwerper) Jolanda Dekker (PDG, educatieve minor, lerarenopleider gezondheidszorg & welzijn en owk/ped, instituutsopleider, SLB er) Specifieke aspecten - inhoud en vormgeving programma - eigen inkleuring programma - onderzoekslijn - lectoraat en kenniskring - interactie onderwijs en onderzoek - praktijkcomponenten / stage - internationale component - aansluiting instromers - relatie docenten beroepenveld - eigen deskundigheid docenten - opleidingsspecifieke voorzieningen - toetsen en beoordelen - borging niveau Studenten Specifieke aspecten - aansluiting - kwaliteit en relevantie programma - studeerbaarheid / studiebegeleiding - kwaliteit docenten - opleidingsspecifieke voorzieningen - toetsen en beoordelen Pauze / Intern overleg auditpanel - intern overleg - bestudering documenten ter inzage Naoverleg Kopopleidingen, educatieve minor en PDG - naoverleg Hogeschool Inholland, versie

100 Dag 4 Donderdag 19 november 2015 (Specifiek Leergebied: Mens & Natuur) Overzicht panelleden Panel Voorzitter Studentlid Secretaris Vakauditor Ochtend Naam Drs. C.M (Cor). Clarijs R. (Roel) van Krieken Drs. R.F.H.M. (Rob) Stapert Prof. Dr. G. (Bert) Zwaneveld Ochtendprogramma (Wiskunde) Tijd Ruimte Gesprekspartners (incl. functies/rollen) Gespreksonderwerpen Inloop & ontvangst auditpanel Startoverleg Gezamenlijk Zorg & Natuur 10 - vooroverleg Startoverleg Wiskunde - vooroverleg Pauze / Intern overleg auditpanel - intern overleg - bestudering documenten ter inzage Docenten (waaronder afstudeerbegeleiders en - beoordelaars) Nelly Michon (lerarenopleider wiskunde, SLB er, instituutsopleider, onderzoeksbegeleider) Rob Velder (lerarenopleider wiskunde, praktijkbegleider) Judith Revet (lerarenopleider owk/ped, onderzoeksbegeleider, lid afstudeercie, vz curriculumcie, coördinator kopopleiding) Specifieke aspecten opleiding - inhoud en vormgeving programma - eigen inkleuring programma - onderzoekslijn - lectoraat en kenniskring - interactie onderwijs en onderzoek - praktijkcomponenten / stage - internationale component - aansluiting instromers - relatie docenten beroepenveld - eigen deskundigheid docenten - opleidingsspecifieke voorzieningen - toetsen en beoordelen - borging niveau Studenten Specifieke aspecten opleiding - aansluiting - kwaliteit en relevantie programma - studeerbaarheid / studiebegeleiding - kwaliteit docenten - opleidingsspecifieke voorzieningen - toetsen en beoordelen Pauze / Intern overleg auditpanel - intern overleg - bestudering documenten ter inzage (Werk)Lunch / Materiaalinzage - bestudering documenten ter inzage Naoverleg Wiskunde - naoverleg 10 Dit startoverleg vindt plaats met de twee auditpanels die deze dag parallel werken, te weten Zorg en Natuur. Het kernpanel brieft alle auditoren tenminste over de bevindingen van de generieke auditdag. Hogeschool Inholland, versie

101 Werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende voltijd en deeltijd opleidingen is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde Beoordelingskader accreditatiestelsel hoger onderwijs van 19 december Daarin staan de standaarden vermeld waarop een auditpanel zich bij de uitgebreide opleidingsbeoordeling van een opleiding moet richten en de criteria aan de hand waarvan het panel zijn oordeel over de opleiding moet bepalen. Op basis van de door opleiding geleverde documentatie heeft het auditpanel zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de variant(en). De visitatie was gericht op een verificatie van de bevindingen uit de documentenanalyse en het verkrijgen van aanvullende informatie over de inhoud van het programma. Dit geschiedde door gesprekken met vertegenwoordigers van de opleiding, studenten en het werkveld, die waren te kenschetsen als gesprekken tussen vakgenoten. De verificatie door het auditpanel geschiedde door verscheidene malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en aan de hand van additionele documentatie en - daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. Na overleg met de betreffende opleiding heeft het auditpanel met in achtneming van de daartoe strekkende regels van de NVAO en op basis van zijn documentanalyse en de daaruit voortvloeiende specifieke aandachtspunten de keuze van de gesprekspartners vastgesteld. Een open spreekuur maakte deel uit van het programma. Het auditpanel heeft geconstateerd, dat de betreffende opleiding het open spreekuur tijdig en op correcte wijze onder de aandacht heeft gebracht van studenten en medewerkers. Tijdens het locatiebezoek heeft het auditpanel at random een aantal lessen / colleges / practica bezocht en met de daar aanwezige studenten gesproken Het oordeel van het auditpanel vastgelegd in een conceptrapport werd aan de opleiding voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp onvoldoende, voldoende, goed of excellent scoren. Hobéon heeft de beslisregels toegepast, zoals deze zijn opgesomd in het Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs, 19 december Wanneer er sprake is van verschillende varianten van een opleiding (bijvoorbeeld: voltijd, deeltijd en duaal), dan moet uit de beoordeling blijken dat voor elke variant de kwaliteit is gewaarborgd op grond van de standaarden uit het betreffende beoordelingskader om te komen tot een positief eindoordeel over de opleiding. Indien een opleiding onder één CROHO-registratie wordt aangeboden op meerdere locaties, kan de opleiding alleen voor accreditatie in aanmerking komen als uit de beoordeling blijkt dat elke locatie voldoet aan de in het betreffende kader genoemde kwaliteitsstandaarden. Hogeschool Inholland, versie

102 Uitgebreide opleidingsbeoordeling Het eindoordeel over een opleiding is in elk geval onvoldoende indien standaard 1, 10 of 11 als onvoldoende beoordeeld wordt. Een onvoldoende bij standaard 1 kan niet leiden tot het toekennen van een herstelperiode door de NVAO. Het eindoordeel over een opleiding kan alleen goed zijn indien tenminste alle standaarden minimaal voldoende zijn en 5 standaarden als goed worden beoordeeld; waaronder in elk geval standaard 11. Het eindoordeel over een opleiding kan alleen excellent zijn indien tenminste alle standaarden minimaal goed worden bevonden en 5 standaarden als excellent worden beoordeeld; waaronder in elk geval standaard 11. Hogeschool Inholland, versie

103 BIJLAGE III Geraadpleegde documenten Kritische Reflectie Leergebied Mens en Natuur september 2015 met als Bijlagen o De zeven SBL Competenties o Competenties, Dublin Descriptoren en Niveau o Curricula Mens en Natuur - Biologie Natuurkunde Scheikunde - Wiskunde - Kopopleiding Techniek o Overzicht Onderzoeksleerlijn o Overzicht Toelatingseisen o NSE in overzicht / Medewerkerstevredenheidsonderzoek 2013 o Uitwerking 4 Competentiegebieden Medewerkers en Personele Schouw o Organigram Domein Onderwijs en Innovatie o Onderwijscyclus o Tabellen Kwaliteitszorg o Resultaten Landelijke Kennistoets 2015 o Procedure Kwaliteitsborging Toetsen en Beoordelen o Verschillen Inhoudelijke Gerichtheid Afstudeerrichtingen o Afstudeerkringen o Onderwijscyclus, Stakeholders en Leden Commissies o Addendum Kopopleidingen Visie en Verantwoording Tweedegraads lerarenopleidingen Hogeschool Inholland Verantwoording van het vierjarig curriculum van het Leergebied Mens en Natuur Common European Principles for Teacher Competences and Qualifications Kennisbasis: Biologie Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Competentiewijzer Studiehandleiding Leren en Leerprocessen Kopopleiding Kritische reflectie Pedagogische Didactisch Getuigschrift september 2015 Landelijk Raamwerk Pedagogisch Didactisch Getuigschrift OER Jaarverslag examencommissie 2014 Studiehandleiding Assessment Startbekwaam Opmaat: Kwaliteitsmanagementplan Domein Onderwijs en Innovatie Voor het voetlicht: Jaarplan kwaliteitszorg Resultaten Onderwijsevaluaties Notitie Internationalisering aan de 2 e graads lerarenopleidingen VO Notitie Onderzoek Praktijk / Kader Onderzoek in het Afstuderen Hogeschool Inholland Kader Leerlijn Onderzoek in HBO Bachelor Curriculum Handleiding praktijkonderzoek afstudeerfase Afstudeercommissie Jaarplan Onderwijzen en Leren in Diversiteit: Onderzoeksagenda Jaarverslag Domein Onderwijs Leren en Levensbeschouwing Verslagen Veldadviesraad en opleidingscommissie CV s van docenten Leergebied Mens en Natuur Representatieve selectie van gemaakte en beoordeelde toetsen Literatuurlijsten van de betreffende vier opleidingen Eindwerken in het kader van het afstuderen o Biologie: vier afstudeerwerken van drie studenten: o Natuurkunde: twee afstudeerwerken van een student: o Scheikunde: vier afstudeerwerken van twee studenten: o Wiskunde: vier afstudeerwerken van drie studenten: o Kopopleiding Natuurkunde: een eindwerk: Hogeschool Inholland, versie

104 Hogeschool Inholland, versie

105 BIJLAGE IV Overzicht auditpanel Samenstelling, expertise en korte functiebeschrijvingen (cv s) van voorzitter, leden en secretaris. Expertise Panelleden Naam inclusief titulatuur Drs. W.G. van Raaijen voorzitter De heer drs. C.M. Clarijs deskundige Prof. Dr. G. Zwaneveld Vakdeskundige Wiskunde R. van Krieken studentlid Prof. Dr. F. Kuiken Vakdeskundige Nederlands Drs. L. Heijmans Vakdeskundige Frans Drs. M.J.G. Wierdsma Vakdeskundige Engels dhr. A.M.T.M. Janssen Vakdeskundige Duits Prof. Dr. R.J.F.M. van der Vaart Vakdeskundige Aardrijkskunde Dr. P. Holthuis Vakdeskundige Geschiedenis/Maatschappijleer Drs. H.R. Goudsmit Vakdeskundige Algemene Economie/Bedrijfseconomie Drs. T.M. Dias Pedro Gomes Vakdeskundige Biologie E.H.M.H. de Kleijn Vakdeskundige Natuur- en scheikunde Dr. M.J.M. Adriaansen Vakdeskundige Gezondheidszorg & Welzijn Dr. P. Vermeer Vakdeskundige Godsdienst Dr. M. Ajouaou Vakdeskundige Islamgodsdienst Auditing en kwaliteitszorg Onderwijs en toetsing Werkveld Vakinhoud Internationaal x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x Student zaken x Dr. M.C.L. Timmermans Referent opleidingsschool x x x x Hogeschool Inholland, versie

106 NVAO getrainde secretarissen (2010) Drs. R.F.H.M. Stapert Drs L. Blom-Van Veen Korte functiebeschrijvingen panelleden 1 De heer Van Raaijen is partner bij Hobéon en veelvoudig betrokken geweest bij audits, waaronder accreditatieaudits. 2 De heer Clarijs is voorzitter van het College van Bestuur van de Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Breda e.o. 3 De heer Zwaneveld is hoogleraar professionalisering van onderwijsgevenden, in het bijzonder in het wiskundeonderwijs en het informaticaonderwijs; sinds 2011 met emeritaat. 4 De heer Krieken is vierdejaars student-lid aan de lerarenopleiding aardrijkskunde van de HU. 5 Mevrouw Timmermans is lector LeerKRACHT Pabo Avans Hogeschool; voorheen projectleider Vereniging Hogescholen en coördinator Opleiden in de school Pabo Groenewoud/Pabo Arnhem. 6 De heer Kuiken is wetenschappelijk directeur Instituut voor Nederlands Taalonderwijs en Taaladvies (INTT), Universiteit van Amsterdam en bijzonder hoogleraar Nederlands als tweede taal, Leerstoelgroep Nederlandse Taalkunde, Universiteit van Amsterdam. 7 Mevrouw Heijmans is lerarenopleider Frans aan het Instituut voor Leraar en School (ILS) van de HAN. 8 De heer Wierdsma is vanaf januari 1991 lerarenopleider Engels aan de Christelijke Hogeschool Windesheim. 9 dhr. A.M.T.M. Janssen is docent Duits aan Fontys Leraren Opleiding Tilburg. 10 De heer Van der Vaart is Dean bij de University College Utrecht, Honours Dean Universiteit Utrecht en Vice Rector for Learning & Teaching, Universiteit Utrecht. 11 De heer Holthuis is vakdidacticus geschiedenis aan het Universitair Centrum voor Leraren Opleidingen te Groningen, thans Gedrags- en Maatschappij Wetenschappen (GMW). 12 De heer Goudsmit is projectleider Landelijk Expertisecentrum Economie en handel en Vakdidacticus Algemene Economie/Management & Organisatie (M&O) Vrije Universiteit Amsterdam; voorheen docent in het vo en hbo. 13 Mevrouw Dias Pedro Gomes is projectmanager en docent biologie binnen het domein Educatie en Beweging van Hogeschool Windesheim; voorheen docent in het vo en wo. 14 De heer De Kleijn is senior curriculumontwikkelaar scheikunde/natuurwetenschappen, Stichting Leerplan Ontwikkeling en coördinator van de Nederlandse bètaolympiaden; voorheen docent natuuren scheikunde in het vo. 15 Mevrouw Adriaansen is lector Innovatie in de Care (HAN) en coördinator Transferpunt Vaardigheidsonderwijs; voorheen docent verpleegkunde en coördinator van de Master Advanced Nursing Practice bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). 16 De heer Vermeer is Universitair Docent (UD) empirische religiewetenschappen, Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen aan de Radboud Universiteit en vakdidacticus Levensbeschouwing aan de Radboud Docentenacademie. 17 dr. M. Ajouaou is universitair docent theologie aan de VU Amsterdam en de Katholieke Universiteit Leuven, tevens sectieleider aan de VU Amsterdam. Daarnaast is hij hoofd Islamitische geestelijke verzorging bij het Ministerie van Justitie. Hogeschool Inholland, versie

107 Op 12 mei 2015 heeft de NVAO goedkeuring gegeven aan de samenstelling van het auditpanel t.b.v. de beoordeling van de bestaande opleidingen hbo-bachelor Opleiding tot Leraar Voortgezet Onderwijs van de tweede graad in Nederlands, Frans, Engels, Duits, Aardrijkskunde, Geschiedenis, Maatschappijleer, Algemene Economie, Bedrijfseconomie, Biologie, Natuurkunde, Scheikunde, Wiskunde, Gezondheidszorg & Welzijn, Godsdienst en Islamgodsdienst van Hogeschool Inholland. Daarnaast hebben er tussentijds een aantal wijzigingen in de panelsamenstelling plaatsgevonden, die door de NVAO schriftelijk zijn bevestigd. De NVAO heeft de voordracht van het panel geregistreerd onder nummer De door alle panelleden ondertekende onafhankelijkheids- en geheimhoudingsverklaringen zijn in het bezit van de NVAO. In deze verklaring verklaren de panelleden gedurende tenminste vijf jaar voorafgaand aan de audit geen zakelijke noch persoonlijke binding te hebben gehad met de betrokken instelling -anders dan die in het kader van de werkzaamheden als lid van het auditpanel van het Evaluatiebureau-, die een volstrekt onafhankelijke oordeelvorming ten positieve of ten negatieve zou kunnen beïnvloeden. Hogeschool Inholland, versie

108 Hogeschool Inholland, versie

Uitgebreide opleidingsbeoordeling. Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad Frans Duits Engels Nederlands voltijd/deeltijd

Uitgebreide opleidingsbeoordeling. Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad Frans Duits Engels Nederlands voltijd/deeltijd BEOORDELINGSRAPPORT Leergebied Mens en Taal Uitgebreide opleidingsbeoordeling Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad Frans Duits Engels Nederlands voltijd/deeltijd Hogeschool Inholland

Nadere informatie

Uitgebreide opleidingsbeoordeling

Uitgebreide opleidingsbeoordeling BEOORDELINGSRAPPORT Leergebied Mens en Levensbeschouwing Uitgebreide opleidingsbeoordeling Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad Islamgodsdienst Godsdienst-Levensbeschouwing voltijd/deeltijd

Nadere informatie

,nvao. les. Gegevens Naam instelling Datum aanvraag Graad opleiding Varianten opleiding Afstudeerrichtingen Bijkomend

,nvao. les. Gegevens Naam instelling Datum aanvraag Graad opleiding Varianten opleiding Afstudeerrichtingen Bijkomend ,nvao 7 nederlands- ulaamse accreditatieorganisatie les datum 31 oktober 2016 onderwerp Besluit accreditatie hbo-bachelor Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad van de Hogeschool

Nadere informatie

Uitgebreide opleidingsbeoordeling

Uitgebreide opleidingsbeoordeling BEOORDELINGSRAPPORT Leergebied Mens en Zorg Uitgebreide opleidingsbeoordeling Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad Gezondheidszorg en Welzijn Pedagogiek voltijd/deeltijd Hogeschool

Nadere informatie

Kritische reflectie voor de beperkte opleidingsbeoordeling. (naam opleiding) (naam Academie) Avans Hogeschool. Colofon

Kritische reflectie voor de beperkte opleidingsbeoordeling. (naam opleiding) (naam Academie) Avans Hogeschool. Colofon Kritische reflectie voor de beperkte opleidingsbeoordeling (naam opleiding) (naam Academie) Avans Hogeschool Colofon datum. schrijver status. ii Kritische Reflectie (naam opleiding) (maand + jaar) Avans

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor fnvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie @S 1(UI ït Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool NAO nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool Datum: 1 oktober

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool m a o v nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool datum 31

Nadere informatie

11 mei , 13, 14, 15, 26 oktober april 2016 ja, positief besluit van 16 april 2015

11 mei , 13, 14, 15, 26 oktober april 2016 ja, positief besluit van 16 april 2015 nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit datum 29 juli 2016 onderwerp Besluit accreditatie hbo-bacheior Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Financial Services Management van de Hogeschool NCOI

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Financial Services Management van de Hogeschool NCOI nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Financial Services Management van de Hogeschool NCOI datum 31 oktober

Nadere informatie

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013 Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013 NVAO 10 juni 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Definitie 6 3 Toetsingskaders 7 4 Werkwijze 12 pagina 2 1 Inleiding 1.1 Vooraf Beoordeling kwaliteit opleidingsschool

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool datum 29 december

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bedrijfskunde van de Hogeschool NCOi

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bedrijfskunde van de Hogeschool NCOi nuao nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bedrijfskunde van de Hogeschool NCOi datum 30 november 2017 onderwerp

Nadere informatie

Beperkte opleidingsbeoordeling. Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad Cluster Bèta+ voltijd/deeltijd

Beperkte opleidingsbeoordeling. Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad Cluster Bèta+ voltijd/deeltijd BEOORDELINGSRAPPORT Beperkte opleidingsbeoordeling Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad Cluster Bèta+ voltijd/deeltijd Fontys Lerarenopleiding Tilburg- Fontys Hogescholen Lange

Nadere informatie

Ontwikkelingen in afstudeerrichtingen lerarenopleidingen HAN ILS. 13 april 2016

Ontwikkelingen in afstudeerrichtingen lerarenopleidingen HAN ILS. 13 april 2016 Ontwikkelingen in afstudeerrichtingen lerarenopleidingen HAN ILS 13 april 2016 Het komende uurtje... 14.15-14.35 uur Implementatie afstudeerrichtingen HAN ILS 14.35 14.45 uur Uitwisseling 14.45-15.05 uur

Nadere informatie

: 6 december 2016 : 5 maart Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuwe opleiding van de NVAO (Start. 2014, nr 36791).

: 6 december 2016 : 5 maart Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuwe opleiding van de NVAO (Start. 2014, nr 36791). ,nvao r nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie it Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Docent Muziek van de Fontys Hogescholen datum 28 februari 2017

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool ,nuao r nederlands - viaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool datum 29 september 2017 onderwerp

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor nuao nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Logistics Engineering van de NHTV internationale hogeschool Breda datum

Nadere informatie

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. {nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. datum 29

Nadere informatie

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor , nvao v nederlands - viaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Pedagogisch Management Kinderopvang van de Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

Beperkte opleidingsbeoordeling. Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad cluster Alfa voltijd/deeltijd

Beperkte opleidingsbeoordeling. Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad cluster Alfa voltijd/deeltijd BEOORDELINGSRAPPORT Beperkte opleidingsbeoordeling Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad cluster Alfa voltijd/deeltijd Fontys Lerarenopleiding Tilburg- Fontys Hogescholen Lange

Nadere informatie

Samenvatting aanvraag International Teacher Education Lower Secondary (ITELS) NHL Hogeschool

Samenvatting aanvraag International Teacher Education Lower Secondary (ITELS) NHL Hogeschool Samenvatting aanvraag International Teacher Education Lower Secondary (ITELS) NHL Hogeschool Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen Contactgegevens

Nadere informatie

hbo-master Leraar Algemene Economie (90 ECTS) 18 april2o12 deeltijd 31 mei 2011

hbo-master Leraar Algemene Economie (90 ECTS) 18 april2o12 deeltijd 31 mei 2011 G. nuao nederlands - vlaamse acteditatìeorganisatíe Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Leraar Algemene Economie van de Hogeschool van Amsterdam datum

Nadere informatie

Beperkte opleidingsbeoordeling. hbo-bacheloropleidingen Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad

Beperkte opleidingsbeoordeling. hbo-bacheloropleidingen Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad BEOORDELINGSRAPPORT Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleidingen Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad voltijd/deeltijd Fontys Lerarenopleiding Sittard Fontys Hogescholen

Nadere informatie

Kwaliteit van toetsing

Kwaliteit van toetsing Kwaliteit van toetsing Scholingsdag HAN, 3 oktober 2012 Desirée Joosten-ten Brinke Open Universiteit Fontys Lerarenopleiding Tilburg Programma Kennismaking 9:45 Het borgen van toetskwaliteit Gerealiseerd

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). m ao * nederiands-viaam se accreditatie organisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Nadere informatie

Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen nvao w nederlands-vlaamse accreditatie organisatie ït Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen datum 31 juli 2017

Nadere informatie

Protocol PDG en educatieve minor

Protocol PDG en educatieve minor Protocol PDG en educatieve minor 28 april 2014 Inhoud Protocol voor beoordelingen door de NVAO van de kwaliteit van de afstudeerrichtingen algemeen vormend onderwijs en beroepsgericht onderwijs, het traject

Nadere informatie

Beperkte opleidingsbeoordeling. Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad cluster Gamma voltijd/deeltijd

Beperkte opleidingsbeoordeling. Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad cluster Gamma voltijd/deeltijd BEOORDELINGSRAPPORT Beperkte opleidingsbeoordeling Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad cluster Gamma voltijd/deeltijd Fontys Lerarenopleiding Tilburg- Fontys Hogescholen Lange

Nadere informatie

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel. nvao 7 nederiands-aiaam se accreditatie organisatie datum 31 juli 2017 onderwerp Besluit accreditatie hbo-bachelor Creatieve Therapie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (005584) uw kenmerk UITCVB17/20969

Nadere informatie

Landelijke kennistoetsen als onderdeel van peer-review? Landelijke constructieteamdag 20 april Henk Fuchs en Gitte Hoogland

Landelijke kennistoetsen als onderdeel van peer-review? Landelijke constructieteamdag 20 april Henk Fuchs en Gitte Hoogland Landelijke kennistoetsen als onderdeel van peer-review? Landelijke constructieteamdag 20 april 2017 - Henk Fuchs en Gitte Hoogland Programma Voorstelronde Peer-review: hoe werkt het precies? Toelichting

Nadere informatie

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832). nvao w nederlands -vlaa m se accreditatieorganisatie sluit Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Juridisch medewerker van de Hogeschool van

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen {nvao r nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM College van Bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Media,

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool Rotterdam ,nvao w nederlands-vlaamse accreditatieorganisatie es lult Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool Rotterdam datum Gegevens

Nadere informatie

Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool

Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool NVAO, 3 maart 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Definitie 5 3 Beoordelingskader 6 4 Werkwijze 12 pagina 2 1 Inleiding In de kwaliteitsagenda voor het opleiden van leraren

Nadere informatie

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland 17 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wanneer een Toets Nieuwe Opleiding? 4 3 Werkwijze Toets Nieuwe Opleiding 5 4 Aanvraagdossier ten behoeve van

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor rwao w nederlands - viaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Docent Muziek van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten datum

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Oefentherapie Cesar van de Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Oefentherapie Cesar van de Hogeschool Utrecht ,nuao F n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Oefentherapie Cesar van de Hogeschool

Nadere informatie

Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische opleidingsschool (RAOS)

Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische opleidingsschool (RAOS) Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische (RAOS) Wat? (Kwaliteitsstandaarden NVAO) Hoe? Wanneer? Door wie? Bij wie? Output Standaard 1: Beoogde eindkwalificaties 1. De heeft een geëxpliciteerde

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Hogeschool Utrecht nvao nederiands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor International Business and Languages van de Hogeschool Utrecht

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor nvao w n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie ; fluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Aarde en Economie van de Vrije Universiteit

Nadere informatie

hbo-bachelor Sociaal-Juridische Dienstverlening (240 ECTS) 22 oklober 2012 voltijd, deeltijd

hbo-bachelor Sociaal-Juridische Dienstverlening (240 ECTS) 22 oklober 2012 voltijd, deeltijd se a ccr editati eorgani sati e Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor SociaalJuridische Dienstverlening van de Hanzehogeschool roningen datum 7 mei2013

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool ,nvao r nederlands-vlaam se accreditatie organisatie S uif Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool datum

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de Haagse Hogeschool nvao neder/ands - viaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de Haagse Hogeschool datum 29

Nadere informatie

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven 10 SPECIFIEKE FACULTAIRE BEPALINGEN Faculteit Educatie A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven Artikel 32 Inschrijving voor cursussen 3A De student is

Nadere informatie

: 29 april 2016 : 17 mei 2016

: 29 april 2016 : 17 mei 2016 m a o w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot een oordeel positief onder voorwaarden van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Bachelor of Nursing

Nadere informatie

31 oktober t/m 12 januari 2017 maart 2017

31 oktober t/m 12 januari 2017 maart 2017 sw ao r nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Positief oordeel over de kwaliteit van de opleidingen hbo-bachelor Tweedegraads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels, Nederlands en Spaans van de University

Nadere informatie

Het belang van goed geformuleerde learning outcomes in het kader van accreditatie en erkenning

Het belang van goed geformuleerde learning outcomes in het kader van accreditatie en erkenning Het belang van goed geformuleerde learning outcomes in het kader van accreditatie en erkenning Esther van den Heuvel Beleidsmedewerker Internationalisering 17 Maart 2011 Beoogde learning outcomes Na afloop

Nadere informatie

Protocol TNO Educatieve Master

Protocol TNO Educatieve Master Protocol TNO Educatieve Master NVAO 14 maart 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze toets nieuwe opleiding educatieve master (womaster) 4 3 Toelichting op het beoordelingskader beperkte toets nieuwe opleiding

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Expertleerkracht Primair Onderwijs van de Hogeschool

Nadere informatie

De indeling van de sector Onderwijs

De indeling van de sector Onderwijs De indeling van de sector Onderwijs Elke sector is opgedeeld in vijf tot acht subsectoren. Deze sector is ingedeeld in acht subsectoren: 1 Lerarenopleiding basisonderwijs 2 Tweedegraads lerarenopleiding

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt, 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt, 2014, nr 36791). ,nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad

Nadere informatie

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Maritiem Officier van de Hogeschool Rotterdam

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Maritiem Officier van de Hogeschool Rotterdam nvao w nederiands - vlaamse accreditatieorganisatie es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Maritiem Officier van de Hogeschool Rotterdam datum 31 augustus

Nadere informatie

Uitgebreide opleidingsbeoordeling. Opleidingen tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad traject Nederlands, Wiskunde, Engels deeltijd

Uitgebreide opleidingsbeoordeling. Opleidingen tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad traject Nederlands, Wiskunde, Engels deeltijd BEOORDELINGSRAPPORT Uitgebreide opleidingsbeoordeling Opleidingen tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad traject Nederlands, Wiskunde, Engels deeltijd Saxion Next Lange Voorhout 14 2514 ED

Nadere informatie

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Toegepaste Wiskunde van de Hogeschool van Amsterdam

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Toegepaste Wiskunde van de Hogeschool van Amsterdam m a o r nederlands - v/aamse accreditatieorganisatie es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Toegepaste Wiskunde van de Hogeschool van Amsterdam datum

Nadere informatie

15 november januari Kader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

15 november januari Kader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832). ,nvao w nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie esiuif Wijzigingsbesluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Business Studies Logistiek van Hogeschool

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor ,nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Fontys Hogescholen datum 31 mei

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Zuyd Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Zuyd Hogeschool nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Zuyd Hogeschool datum 31 augustus 2017 onderwerp

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Fontys Hogescholen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Fontys Hogescholen nuao v nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Fontys Hogescholen datum 31 mei 2017 onderwerp

Nadere informatie

Beperkte opleidingsbeoordeling. Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad Wiskunde. Christelijke Hogeschool Windesheim

Beperkte opleidingsbeoordeling. Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad Wiskunde. Christelijke Hogeschool Windesheim BEOORDELINGSRAPPORT Beperkte opleidingsbeoordeling Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad Wiskunde voltijd Christelijke Hogeschool Windesheim Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,wao v nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam datum 30 november

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

ArtEZ hbo-bachelor Muziektherapie (240 EC) 11 november 2016 Bachelor of Arts voltijd Enschede. 21 maart juni en 4 juli 2016 oktober 2016

ArtEZ hbo-bachelor Muziektherapie (240 EC) 11 november 2016 Bachelor of Arts voltijd Enschede. 21 maart juni en 4 juli 2016 oktober 2016 nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Muziektherapie van ArtEZ en het toekennen van het bijzonder (kwaliteits)kenmerk

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor nuao nederiands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Stichting NTI Hogeschool datum 31 mei

Nadere informatie

Uitgebreide opleidingsbeoordeling. Opleidingen tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad reguliere traject deeltijd

Uitgebreide opleidingsbeoordeling. Opleidingen tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad reguliere traject deeltijd BEOORDELINGSRAPPORT Uitgebreide opleidingsbeoordeling Opleidingen tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad reguliere traject deeltijd Saxion Next Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070)

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam nuao w nederlands -vlaam se accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam datum 29 juli 2016 Onderwerp

Nadere informatie

Beoordelingskader Bijzonder (Kwaliteits)Kenmerk Ondernemen

Beoordelingskader Bijzonder (Kwaliteits)Kenmerk Ondernemen Beoordelingskader Bijzonder (Kwaliteits)Kenmerk Ondernemen september 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordeling van het bijzonder kenmerk ondernemen 5 3 Beoordeling standaarden 10 pagina 2 1 Inleiding Vanuit

Nadere informatie

juli juli 2015

juli juli 2015 ,mao w n e d e rla n d s- vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Integraal Bouwmanagement van de

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor nvao nederlands-vlaam se accreditatieorganisatie Bes fluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor International Business and Languages van de Hogeschool van

Nadere informatie

,nuao. Besluit. Gegevens Naam instelling Datum aanvraag Graad opleiding Varianten opleiding Afstudeerrichtingen Bijkomend

,nuao. Besluit. Gegevens Naam instelling Datum aanvraag Graad opleiding Varianten opleiding Afstudeerrichtingen Bijkomend ,nuao r nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit datum 29 juli 2016 onderwerp Besluit accreditatie hbo-bachelor Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad van de Hogeschool

Nadere informatie

Stand van zaken ontwikkeling afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL

Stand van zaken ontwikkeling afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL 160624 Stand van zaken afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL Inleiding: Vanaf november 2015 is een projectgroep van NHL- en werkveldcollega s bezig geweest met de kaders voor de afstudeerrichtingen

Nadere informatie

Accreditatieportret Fontys Hogescholen

Accreditatieportret Fontys Hogescholen Instellingstoets kwaliteitszorg, Fontys Hogescholen Accreditatieportret Fontys Hogescholen Het accreditatieportret geeft een overzicht van alle NVAO besluiten met betrekking tot accreditatie en toets nieuwe

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Christelijke Hogeschool Ede

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Christelijke Hogeschool Ede swqo r nederlands - Vlaamse accreditatieorganisatie luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Christelijke Hogeschool Ede

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool van Amsterdam m ao F nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool van Amsterdam datum 29 september

Nadere informatie

: 8 maart 2016 : 3 juni 2016

: 8 maart 2016 : 3 juni 2016 ,nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot een oordeel positief onder voorwaarden van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Sportmanagement van

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam ,nvao w nederlands-vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Universiteit van Amsterdam datum 29 juli 2016

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht ,nvao v nederiands - vlaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht datum 30 november 2017 onderwerp

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Verpleegkunde van de Breederode Hogeschool

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Verpleegkunde van de Breederode Hogeschool ,mwo w n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie BB ü Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Verpleegkunde van de

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor ,nuao ~ nederlands~ vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Toegepaste Wiskunde van NHL Hogeschool datum 30

Nadere informatie

20 november februari 2014

20 november februari 2014 Besluit Besluit strekkende tot het verlengen van accreditatietermijn tot in totaal zes jaar van de opleiding hbo-bachelor Communication and Multimedia Design van de Zuyd Hogeschool datum Gegevens 29 augustus

Nadere informatie

10 oktober november april 2017 ja, positief besluit van 28 juni 2012

10 oktober november april 2017 ja, positief besluit van 28 juni 2012 ,nuao y nederiands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de Saxion Hogeschool

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Medische Hulpverlening van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Medische Hulpverlening van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen ,nuao w nederlands - Vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Medische Hulpverlening van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen datum

Nadere informatie

Uitgebreide opleidingsbeoordeling

Uitgebreide opleidingsbeoordeling BEOORDELINGSRAPPORT Uitgebreide opleidingsbeoordeling hbo-bachelor Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Duits, Engels, Frans, Geschiedenis, Scheikunde, Aardrijkskunde, Economie,

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van bestuur Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Tuinbouw & Agribusiness van de Hogeschool Inholland

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Tuinbouw & Agribusiness van de Hogeschool Inholland nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Tuinbouw & Agribusiness van de Hogeschool Inholland datum 29 september

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor International Business and Languages van de Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen ,m)ao r nederlands -vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen datum 31 augustus

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek van Stenden Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek van Stenden Hogeschool ,nvao w nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek van Stenden Hogeschool

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Tweedegraads lerarenopleidingen Beperkte opleidingsbeoordeling Netherlands Quality Agency (NQA) December 2015 2/181 NQA BOB, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen: Tweedegraads

Nadere informatie

REGELING EN BEOORDELINGSKADER BEOORDELING AFSTUDEERRICHTINGEN GGZ AGOOG

REGELING EN BEOORDELINGSKADER BEOORDELING AFSTUDEERRICHTINGEN GGZ AGOOG REGELING EN BEOORDELINGSKADER BEOORDELING AFSTUDEERRICHTINGEN GGZ AGOOG Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E info@hobeon.nl REGELING EN BEOORDELINGSKADER

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool Inholland

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool Inholland nvao v nederlands-ulaamse accreditatie organisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool Inholland datum 31 juli 2017 onderwerp

Nadere informatie

23 maart april Kader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr. 9832).

23 maart april Kader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr. 9832). nuao w nederlands- alaamse accreditatieorganisatie»es Besluit strekkende tot een oordeel voldoende onder voorwaarden van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Pedagogisch Educatief Medewerker

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt.2014, nr. 9832).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt.2014, nr. 9832). n ed erl a n d s - v I a a m s e a ccr ed t tati eor gani sati e Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Facility Management van

Nadere informatie