Recht uit het hart spreken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Recht uit het hart spreken"

Transcriptie

1 Recht uit het hart spreken Een onderzoek naar de rechtspositie van minderjarige slachtoffers ten aanzien van het spreekrecht en de openbare terechtzitting Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtsgeleerdheid, Accent Strafrecht Door: D.G.B.M. van Rooij ANR: Examencommissie: mw. Mr. F.G.M. de Kort en mw. Mr. V.M. Smits Datum: 12 juli 2013 om 11:00 uur Zaal: C186 0

2 Voorwoord Voor u ligt mijn masterscriptie die mede dient tot de afsluiting van mijn studie Rechtsgeleerdheid, accent strafrecht aan de Universiteit van Tilburg. Het is een onderzoek naar de rechtspositie van minderjarige slachtoffers ten aanzien van het spreekrecht en de openbare terechtzitting. Mede door de impact van de zedenzaak Robert. M en de uitbreiding van het spreekrecht en de openbare terechtzitting, werd mijn interesse gewekt om hier nader onderzoek naar uit te voeren. Naast nationale regelgeving zal er ook gebruik worden gemaakt van internationale regelgeving. Allereerst wil ik alle mensen om mij heen bedanken voor hun begrip en betrokkenheid. In het bijzonder gaat mijn dank uit naar mijn moeder, haar steun en vertrouwen in mij is onvoorwaardelijk. Zij heeft mij geleerd om altijd door te gaan, ongeacht de situatie die zich voordoet. Daarnaast wil ik graag van de gelegenheid gebruik maken om mijn scriptiebegeleidster mw. mr. F.G.M de Kort hartelijk te bedanken. Haar nuttige feedback en goede begeleiding heeft tot de verwezenlijking van deze scriptie geleid. Tevens wil ik mw. mr. V.M. Smits en mw. mr. R. De Jong bedanken voor de bijdrage die zij hebben geleverd tot de realisatie van deze masterscriptie. Eindhoven, juni 2013 Daniëlla van Rooij 1

3 Inhoudsopgave Voorwoord p Inleiding p Het spreekrecht vanuit de nationale invalshoek p Inleiding p De ontstaansgeschiedenis p Het slachtoffer p De rechten van het slachtoffer p De eigenstandige positie van het slachtoffer p Art. 51e Sv voor de wetsuitbreiding p Het hedendaagse en uitgebreide art. 51e Sv p De reikwijdte van het spreekrecht p De ouders p Vertolking belangen p Het belang van slachtoffers en nabestaanden p Secundaire victimisatie p Conclusie p De openbare terechtzitting p Inleiding p De totstandkoming van art. 269 Sv p Art. 269 Sv voor de wetsuitbreiding p Art. 269 Sv na de wetsuitbreiding p De inhoud van de Nederlandse openbaarheidsnorm p De beperkingsgronden van art. 269 lid 1 Sv p Het slachtoffer op de zitting p Kanttekeningen ten opzichte van de openbare zitting p Privacy en het slachtoffer p Conclusie p Het spreekrecht en de openbare terechtzitting in het licht van p. 27 internationale regelgeving 4.1 Inleiding p Het verdrag inzake de rechten van het kind p Art. 12 IVRK p Guidelines on Justice in Matters involving Child Victims and p. 29 Witnesses of Crime in verhouding tot art. 51 e Sv 4.3.1Guidelines on Justice in Matters involving Child Victims and p. 30 Witnesses of Crime in verhouding tot art. 269 lid 5 Sv 4.4 Guidelines of the Committee of Ministers of the Council of Europe p. 31 on child friendly justice in verhouding tot art. 51e Sv Guidelines of the Committee of Ministers of the Council of Europe p. 33 on child friendly justice in verhouding tot art. 269 lid 5 Sv 4.5 Art. 16 IVRK en art. 17 IVBPR in verhouding tot art. 269 Sv p De spanning tussen art. 6 en 8 EVRM in verhouding tot art. 51e Sv p. 35 en art. 269 lid 5 Sv 4.7 Richtlijn inzake bescherming van slachtoffers van strafbare feiten p Conclusie p. 38 2

4 5. Juridische knelpunten p Inleiding p Knelpunten met betrekking tot het slachtoffer p Knelpunten met betrekking tot de verdachte p Overige knelpunten p Conclusie p Conclusie p Literatuurlijst p. 48 3

5 1. Inleiding Sinds 2005 kent Nederland het spreekrecht voor slachtoffers in een strafproces. Hiermee werd het mogelijk voor slachtoffers en nabestaanden van ernstige delicten om in een strafprocedure te spreken over de gevolgen die het delict voor hen heeft gehad. Dit heeft tot een hele vooruitgang voor de positie van de slachtoffers en nabestaanden van ernstige misdrijven in Nederland geleid. De laatste jaren is door invloed van een aantal maatschappelijke ontwikkelingen en de kennis die is opgedaan in de praktijk gebleken dat er behoefte ontstond om het spreekrecht verder uit te breiden. 1 Dit bracht met zich mee dat het huidige spreekrecht in de praktijk te beperkt bleek. Tot voor kort mocht namelijk enkel één nabestaande zijn of haar verhaal op de zitting houden. 2 Ook was het nog steeds niet mogelijk voor ouders om het spreekrecht uit te oefenen in een strafproces, waarbij hun minderjarig kind het slachtoffer was geworden van een ernstig delict. 3 De wet gaf deze mogelijkheid enkel aan het slachtoffer zelf en aan de eventuele nabestaande. Om gebruik te maken van het spreekrecht dient voor aanvang van de terechtzitting aan de officier van justitie (hierna: OvJ) schriftelijk kenbaar gemaakt te worden dat men een verklaring wil afleggen. 4 Naar aanleiding van onder andere de zedenzaak Robert M. heeft het spreekrecht meer aandacht gekregen. Het bleek dat het spreekrecht niet voldoende waarborgen had voor het slachtoffer. 5 Mede hierdoor heeft staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie een wetsvoorstel tot uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces ontwikkeld. De Tweede Kamer heeft op 29 mei 2012 het wetsvoorstel aangenomen. 6 Het wetsvoorstel is op 10 juli 2012 door de Eerste Kamer afgedaan als hamerstuk. 7 De wetsuitbreiding is vanaf 1 september 2012 in werking getreden. 8 Met de uitbreiding van het wetsvoorstel zijn een aantal wetswijzigingen opgetreden. Allereerst vindt er een uitbreiding van personen plaats aan wie het spreekrecht toekomt. Ten tweede wordt het mogelijk om voor maximaal 3 nabestaanden gebruik te maken van het spreekrecht tijdens de zitting. Voorheen was dit toegestaan voor 1 persoon. Door deze verandering krijgen grootouders, kleinkinderen, ooms, tantes en neven en nichten de gelegenheid om op de zitting te spreken. 9 Ten derde hebben de ouders of voogden spreekrecht gekregen jegens hun minderjarige kinderen die slachtoffer zijn geworden van ernstige misdrijven. Deze slachtoffers zijn vanwege hun jeugdige leeftijd zelf nog niet in staat om op de zitting te spreken over de gevolgen van het aangerichte misdrijf. Voor minderjarige slachtoffers die zelf op de zitting kunnen en willen spreken en die minimaal 12 jaar oud zijn, blijft deze mogelijkheid uiteraard nog steeds open staan. 10 Ten vierde is het mogelijk geworden voor het slachtoffer om een vertolker of andere woordvoerder aan te stellen om in naam van hem te spreken. Eveneens heeft artikel (hierna: art.) 269 Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) een wijziging ondergaan. 11 In dit artikel is bepaald dat in Nederland het onderzoek ter terechtzitting in het openbaar plaatsvindt. 1 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 4, p Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 1, 2 (MvT). 3 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 4 (MvT). 4 Art. 51e lid 1 Sv. 5 Rb. Amsterdam 15 december 2011, LJN BP Handelingen II 2011/12, 88, item Handelingen I 2011/12, 37, item 9. 8 Rijksoverheid, Senaat stemt in met uitbreiding spreekrecht, 9 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 3, 4 (MvT). 10 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 4 (MvT). 11 Kamerstukken II 2011/12, , nr. C, p. 3 (MvA). 4

6 Op grond van dit art. is het mogelijk dat men sluiting der deuren beveelt, indien er sprake is van één van de genoemde beperkingsgronden uit het eerste lid van art. 269 Sv. Voorheen werden minderjarige toehoorders in beginsel niet toegelaten tot de zitting. Sinds de wetsuitbreiding is dit in art. 269 Sv aangepast en verder uitgebreid. Het is nu mogelijk geworden voor minderjarig publiek van 12 tot 18 jaar om aanwezig te zijn bij een strafzaak. 12 Een gerespecteerd recht is het recht op bescherming van de privacy vastgesteld in art. 8 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM), voor kinderen is dit recht specifiek neergelegd in art. 16 Internationaal verdrag voor de rechten van het kind (hierna: IVRK). Dit zijn rechten die te allen tijde gewaardeerd moeten worden. De gelegenheid bestaat dat door het toelaten van publiek tijdens de zitting, waarbij een minderjarig slachtoffer betrokken is, deze rechten worden geschonden. Belangrijk is hoe er met dit soort knelpunten moet worden omgegaan en hoe hierin opgetreden moet worden. Een andere kwestie die ook behandeling noodzaakt, is of de wetsuitbreiding in lijn is met de regelgeving zoals die in art. 12 van het IVRK wordt weergegeven? In dit art. is vastgesteld dat een kind ongeacht diens leeftijd het recht heeft om te worden gehoord in alle aangeledenheden die hem of haar betreffen. 13 Het hoorrecht kan in lijn bezien worden met het spreekrecht en dit hoorrecht wordt verder vormgegeven in art. 21 VN-Richtlijnen en art. 44 en verder van de Guidelines on child friendly justice. 14 Aangezien in de Nederlandse wetsuitbreiding wel leeftijdsgrenzen zijn gesteld aan het spreekrecht is de kans aanwezig dat de regelgeving niet overeenkomt met art. 12 IVRK en de daaruit voortvloeiende richtlijnen. In Nederland blijft men namelijk vasthouden aan de leeftijdsgrens van 12 jaar en ouder om gebruik te maken van het spreekrecht, terwijl uit art. 12 IVRK blijkt dat een kind in de gelegenheid moet worden gesteld om zich uit te drukken betreffende de aangelegenheid die ten grondslag ligt in de rechtszaak. Het kan als merkwaardig worden geacht dat Nederland geen gehoor geeft aan internationale regelgeving. Dit brengt mij tot de volgende onderzoeksvraag: Voldoet de wetsuitbreiding op het gebied van het spreekrecht en het ter zitting zijn van (minderjarige) aanwezigen aan toepasselijke internationale regelgeving, zodat de rechtspositie van het minderjarige slachtoffer optimaal gewaarborgd is of doen er zich juridische knelpunten voor die eventuele aanpassing noodzakelijk maken? Deze vraag zal ik door middel van een aantal hoofdstukken gaan beantwoorden: In hoofstuk 2 zal het spreekrecht vanuit de nationale invalshoek worden besproken. Hier zal onder andere worden weergegeven wat er onder een slachtoffer wordt verstaan en wat zijn rechten heden ten dage zijn. Verder zal de ontstaansgeschiedenis van het spreekrecht worden behandeld. De wetsuitbreiding die onlangs is ingetreden komt hier inhoudelijk aan bod. Tevens zal de reikwijdte van het spreekrecht besproken worden. Bovendien komt in dit hoofdstuk aan bod waarom het voor slachtoffers en nabestaanden belangrijk is dat zij door middel van de uitbreiding van de wet gebruik mogen maken van een spreekrecht in strafzaken, waarbij hun minderjarige kinderen slachtoffer zijn geworden van een ernstig misdrijf. In dit hoofdstuk zal er vooral juridische literatuur en wetgeving als methoden van onderzoek worden gebruikt. In hoofdstuk 3 zal er aandacht worden besteed aan art. 269 Sv. Hierbij zal de totstandkoming van de openbare zitting worden besproken. Tevens wordt art. 269 Sv van zowel voor als na de wetsuitbreiding behandeld. 12 Kamerstukken II 2011/12, , nr. C, p. 3 (MvA). 13 Vermeer 2012, p De Jong & Heerkens 2012/47, onder

7 Ook zal inhoudelijk de Nederlandse openbaarheidsnorm aan bod komen. Verder worden de beperkingsgronden van art. 269 Sv besproken. En tot slot wordt er aandacht besteed aan het slachtoffer op de openbare zitting en de kanttekeningen die er leven met betrekking tot de uitbreiding van het vijde lid. Ik zal bij dit hoofdstuk voornamelijk juridische literatuur en wetgeving als methoden van onderzoek gaan gebruiken. In hoofdstuk 4 zal aan de hand van art. 51e Sv en het vijfde lid van art. 269 Sv worden gekeken of deze artikelen aan toepasselijke internationale regelgeving voldoen. Daarbij zal ik onder andere onderzoeken en beoordelen of de wetsuitbreiding overeen komt met de in art. 12 IVRK gestelde normen en nader uitgewerkte richtlijnen. Hiervoor zal eerst art. 12 IVRK uiteen worden gezet, zodat vervolgens een verband gelegd kan worden met het uitgebreide spreekrecht. Ook art. 44 en verder van de Guidelines of the Committee of Ministers of the Council of Europe on child-friendly justice en onder andere art. 21 van de Guidelines on Justice in Matters involving Child Victims and Witnesses of Crime zullen bij beide artikelen aan bod komen. Artikelen zoals 6 en 8 van het EVRM, 17 van het IVBPR en 16 van het IVRK zullen tevens de revue passeren. Eveneens worden toepasselijke artikelen uit de recentelijke richtlijn van het Europees Parlement en de Raad ter vaststelling van minimumnormen voor de rechten van slachtoffers van strafbare feiten kort besproken. Ter behandeling van dit hoofdstuk zal er gebruik worden gemaakt van Europese en internationale regelgeving, richtlijnen en literatuur. In hoofdstuk 5 wordt gekeken of er door de uitbreiding van het spreekrecht tegen andere juridische knelpunten wordt aangelopen. Het uitgebreide spreekrecht mag er namelijk niet voor zorgen dat de rechten van bijvoorbeeld de verdachte in gedrang komen. In de fase dat het spreekrecht door slachtoffers wordt gebruikt is er nog steeds sprake van een verdachte en nog niet van een dader. Ook is er angst voor het feit dat strafzaken een aanzienlijke vertraging oplopen door de uitbreiding van het strafrecht. Er zal gezocht worden naar mogelijke oplossingen voor deze problematiek. Ten slotte zal hoofdstuk 6 door middel van een conclusie worden afgesloten, hierbij zal de beantwoording van de hoofdvraag aan bod komen. Tevens wordt hierbij verder ingegaan op noodzakelijke punten van aanpassing met betrekking tot de wetsuitbreiding. 6

8 2. Het spreekrecht vanuit de nationale invalshoek 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het spreekrecht vanuit de nationale invalshoek besproken. Allereerst zal er met een beschrijving van de ontstaangeschiedenis van het spreekrecht worden begonnen. Vervolgens komt het slachtoffer en de rechten die hem heden ten dage toekomen aan bod. De wetsuitbreiding die onlangs is ingetreden, zal verder uitgebreid aan bod komen. Tevens zal de reikwijdte van het spreekrecht worden besproken. Bovendien laat dit hoofdstuk zien waarom het voor slachtoffers, nabestaanden en ouders van minderjarige slachtoffers belangrijk is, dat zij door middel van de uitbreiding van de wet gebruik mogen maken van het spreekrecht in strafzaken. 2.2 De ontstaansgeschiedenis Slachtofferrechten zijn de laatste jaren steeds belangrijker geworden en deze rechten zijn door de jaren heen steeds verder uitgebreid. Vanaf de invoering van de Wet Terwee 1992 is het voor een slachtoffer mogelijk geworden om zich als benadeelde partij in een strafproces te voegen om zo een schadevergoeding te vorderen van de verdachte. 15 Dit kan gezien worden als een goede stap in de richting en het slachtoffer kreeg hiermee een fundamentele basis in het strafproces. Gezien de verdere Europese ontwikkelingen op het gebied van slachtofferrechten, was het van belang dat Nederland het aangenomen kaderbesluit inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure van de Raad van de Europese Unie zou volgen. In art. 3 van het kaderbesluit is bepaald dat: Elke lidstaat waarborgt het slachtoffer de mogelijkheid om tijdens de procedure gehoord te worden en bewijselementen aan te dragen. Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat het slachtoffer slechts voorzover noodzakelijk ten behoeve van de strafprocedure wordt ondervraagd door de autoriteiten. 16 De minimumnormen uit het kaderbesluit waren voor Boris Dittrich een reden om tijdens de behandeling van de begroting in november 1999, het initiatief te nemen om het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden tijdens de zitting aan minister van Justitie Korthals voor te leggen. Dittrich vond dat het spreekrecht zou aansluiten op de Europese voortgang en op deze manier slachtoffers een sterkere positie binnen de strafprocedure te geven. 17 Minister Korthals verwierp echter de mogelijkheid van het initiatiefvoorstel, daarentegen gaf hij wel de gelegenheid om met een schriftelijke slachtofferverklaring aan de slag te gaan. 18 Het lag voor de hand dat er voor deze optie werd gekozen, omdat hiervoor geen aanpassing van het Wetboek van Strafvordering noodzakelijk was. Ook werd hiermee voorkomen dat er door het gebruik van spreekrecht door slachtoffers en nabestaanden in de rechtszaal emotionele taferelen zouden ontstaan. 19 Om gebruik te mogen maken van een schriftelijke slachtofferverklaring dient er sprake te zijn van een slachtoffer van een ernstige geweldszaak of zedenzaak. 15 Kamerstukken II 2001/02, , nr. 5, p. 1, Art. 3 Kaderbesluit van de Raad van 15 maart 2001 (2001/220/JBZ), Publicatieblad nr. L 082 van 22/3/ Kamerstukken II 2001/02, , nr. 5, p Leferink & Vos 2008, p Leferink & Vos 2008, p

9 Voor strafbare feiten ontstaan uit art. 6 Wegenverkeerswet 1994 is er eveneens de voorziening om gebruik te maken van de slachtofferverklaring. 20 Dit omdat in het artikel is bepaald dat het voor iedere verkeersdeelnemer verboden is om door zijn toedoen en schuld een verkeersongeval te veroorzaken, waardoor een ander wordt gedood of zwaar lichamelijk letsel ondervindt of zodanig lichamelijk letsel lijdt dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden ontstaat. 21 De uiteindelijke slachtofferverklaring wordt toegevoegd aan het strafdossier. Gedurende de tijd die verstreek was Dittrich niet stil blijven zitten. Inmiddels had hij namelijk een initiatiefwetsvoorstel afgerond om het spreekrecht vast te laten leggen in het Wetboek van Strafvordering. 22 In art. 302 Sv (later art. 51e Sv) werd toendertijd het volgende bepaald: 1. Het slachtoffer of diens nabestaande kan op de terechtzitting een verklaring afleggen omtrent de gevolgen die het tenlastegelegde feit, bedoeld in het tweede lid, bij hem teweeg heeft gebracht. 2. Het spreekrecht kan worden uitgeoefend indien het tenlastegelegde feit een misdrijf betreft waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld, dan wel een van de misdrijven genoemd in de artikelen 240b, 247, 248a, 248b, 249, 250, 273f, 285, 285b, 300, tweede en derde lid, 301, tweede en derde lid, 306 tot en met 308 en 318 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 6 van de Wegenverkeerswet Deze wettelijke bepaling is uiteindelijk op 1 januari 2005 in werking getreden, doordat Dittrich steun kreeg van een kleine meerderheid van de kamer. 23 Met de komst van art. 302 Sv was het mogelijk voor slachtoffers en nabestaanden van ernstige misdrijven om zich gedurende de terechtszitting uit te laten over de gevolgen die het delict veroorzaakt hadden. Eveneens werd in 2004 de schriftelijke slachtofferverklaring (hierna: SSV) landelijk geïntroduceerd. Het slachtoffer kan voor deze optie kiezen, wanneer hij of zij niet wenst te spreken tijdens de terechtszitting. De SSV kan gezien worden als een voorfase van het spreekrecht, wanneer het spreekrecht wordt gebruikt als middel om de schriftelijke slachtofferverklaring nader toe te lichten. 24 Na de inwerkingtreding van 1 januari 2005 is het spreekrecht 6 jaar later opgenomen in art. 51e Sv, door het ingevoerde wetsvoorstel , ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces. 25 Op 1 september 2012 is art. 51e Sv verder uitgebreid. 2.3 Het slachtoffer Vanuit de Raad van de Europese Unie is in het kaderbesluit, inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure, bepaald dat onder een slachtoffer wordt verstaan: de natuurlijke persoon die als direct gevolg van het handelen of nalaten dat in strijd is met de strafwetgeving van een lidstaat schade, met inbegrip van lichamelijk of geestelijk letsel, geestelijke pijn en economische schade, heeft geleden. 26 De dader van het strafbare feit heeft aan deze persoon, respectievelijk het slachtoffer, materiële of immateriële schade aangericht. 20 Kamerstukken II 2001/02, , nr. 5, p Art. 6 Wegenverkeerswet Leferink & Vos 2008, p Leferink & Vos 2008, p Lens, Pemberton & Groenhuijsen 2010, p Reparatiewet II Justitie, Versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces, stb. 2010, Art. 1 Kaderbesluit van de Raad van 15 maart 2001 (2001/220/JBZ), Publicatieblad nr. L 082 van 22/3/

10 Van belang is dat de schade moet zijn voortgebracht als gevolg van de rechtstreekse handeling of nalating van de pleger. 27 De definitie volgend uit het Kaderbesluit heeft veel overeenkomsten met de Nederlandse wetsbepaling. In art. 51a lid 1 Sv wordt namelijk als slachtoffer aangemerkt, degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of ander nadeel heeft ondervonden. Essentieel is de directe schade ontstaan uit de strafbare handeling De rechten van het slachtoffer De rechten die het slachtoffer volgens de wet toekomen zijn neergelegd in de eerste afdeling van titel IIIA van het Wetboek van Strafvordering. Deze rechten zijn ingetreden op 1 januari 2011 ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces. Allereerst dient de OvJ zorg te dragen voor een correcte bejegening ten aanzien van het slachtoffer. Hij heeft mede de taak om er voor te zorgen dat de politie het slachtoffer correct behandeld. De voorwaarde van correcte bejegening is dat erop toegezien wordt dat een onverwachte confrontatie voorafgaand aan de terechtzitting tussen het slachtoffer en de verdachte wordt vermeden. Wanneer het slachtoffer van ernstige zeden- of geweldsdelicten behoefte heeft om een gesprek met de OvJ aan te gaan, dan komt hem deze mogelijkheid toe. De OvJ zal dan voordat de terechtzitting aanvangt, verslag uitbrengen van de te verwachten situatie tijdens de zitting. 28 Verder zal na verzoek van het slachtoffer informatie aangaande het strafproces jegens de verdachte, door de politie en de OvJ worden medegedeeld. Het slachtoffer heeft eveneens recht op informatie inzake de mogelijke schadevergoeding. 29 Uit het eerste lid van art. 51b Sv volgt dat het slachtoffer recht heeft op kennisgeving van processtukken die voor hem of haar van belang kunnen zijn. De OvJ moet hiertoe toestemming verlenen. Tevens komt het slachtoffer door middel van het tweede lid het recht toe om relevante processtukken via de OvJ aan het procesdossier toe te laten voegen. Het slachtoffer heeft de gelegenheid om zich op grond van art. 51c Sv te laten bijstaan door een advocaat of een andere gemachtigde. Indien het noodzakelijk is dan kan een tolk worden ingeschakeld. Er zijn geen specifieke eisen gesteld aan het bijstaan van het slachtoffer. Deze taak kan worden uitgeoefend door een familielid, vriend of een medewerker van slachtofferhulp. Voorwaarde is wel dat de persoon beschikt over een bijzondere schriftelijke volmacht. 30 Uit art. 51 d Sv volgt dat de hierboven beschreven rechten ook van toepassing zijn op de nabestaanden van het slachtoffer volgend uit art. 51e lid 2 jo. 51f Sv. Sinds 1 januari 2005 heeft het slachtoffer spreekrecht gekregen en door de inwerkingtreding van het wetsvoorstel vindt dit recht zijn grondslag in art. 51e Sv. Het spreekrecht zal later in dit hoofdstuk uitgebreid aan bod komen. Op grond van art. 51 f lid 1 Sv kan een slachtoffer die zijn schade uit een strafbaar feit vergoed wil krijgen, zich als benadeelde partij voegen in het strafproces. Uit art. 51 g lid 1 Sv blijkt dat aan het slachtoffer een voegingsformulier wordt toegezonden door de OvJ, indien de vervolging tegen de verdachte is ingesteld Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 4 (MvT). 28 Mevis 2009, p Art. 51a Sv. 30 Bijlsma 2005, p Mevis 2009, p

11 2.3.2 De eigenstandige positie van het slachtoffer Met de komst van het spreekrecht kreeg het slachtoffer en de nabestaande een eigenstandige positie. Deze positie kwam tot stand na advies van de Raad van State, de Nederlandse Vereninging voor Rechtspraak (hierna: NVvR) en de Nederlandse Orde van Advocaten (hierna: NovA). 32 Aan het slachtoffer mogen door de rechter vragen gesteld worden die dienen tot verduidelijking. Wanneer het slachtoffer gebruik wil maken van zijn recht tot spreken, wordt hij niet beëdigd als getuige. 33 Mede door het vastgestelde art. 3 uit het Kaderbesluit van de Raad van de Europese Unie, is het niet de bedoeling dat het slachtoffer, indien dit niet strikt noodzakelijk is, door autoriteiten ondervraagd zal worden. Vragen vanuit het Openbaar ministerie (hierna: OM) en de verdediging dienen dan ook vermeden te worden, om dit te voorkomen is er bewust voor gekozen om het slachtoffer niet als getuige op te laten treden, zodat vervelende situaties worden ontweken Art. 51e Sv voor de wetsuitbreiding In het eerste lid van art. 51e Sv (oud) werd vastgesteld dat het slachtoffer of een nabestaande op de terechtzitting een verklaring kan afleggen over de gevolgen die de strafbare feiten hebben veroorzaakt. Zoals blijkt uit het vierde lid van het artikel dient er sprake te zijn van misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van 8 jaar of meer was gesteld. Strafbare feiten op het gebied van: kinderpornografie, ontucht, koppelarij, mensenhandel, bedreiging, intimidatie, verschillende soorten mishandeling, afdreiging, deelname aan aanval of vechterij, dood door schuld, zwaar lichamelijk letsel door schuld en art. 6 van de Wegenverkeerswet zijn tevens delicten die in aanmerking komen voor gebruikmaking van het spreekrecht. Het slachtoffer dient voor aanvang van de terechtzitting schriftelijk kenbaar te maken aan de OvJ dat hij van het spreekrecht gebruik wil maken, zodat de officier hem vroegtijdig kan oproepen. 35 In het tweede lid van art. 51e Sv (oud) is bepaald dat de echtgenoot of geregistreerd partner dan wel levensgezel van het slachtoffer onder een nabestaande vallen. Wanneer het niet mogelijk is om aanwezig te zijn of doordat er geen behoefte of wil is om tijdens de terechtzitting te spreken, dan mogen de ouders of de kinderen van het slachftoffer deze taak op zich nemen. Indien deze personen geen gehoor geven aan deze mogelijkheid dan kunnen de broers of zussen deze mogelijkheid overnemen. Uit het derde lid volgt dat een minderjarig slachtoffer of een nabestaande van 12 jaar of ouder het recht tot spreken mag gebruiken. Dit is ook van toepassing op een minderjarige die nog geen 12 jaar oud is, maar wel in de hoedanigheid verkeert om tot een redelijke waardering van zijn belangen te kunnen komen. Door de komst van deze wet kan de gebruikmaking van het spreekrecht door het slachtoffer of de nabestaande een bijdrage leveren aan het herstellen van aangedaan emotioneel letsel. 36 Het geven van een mondelinge verklaring tijdens de rechtszitting kan er in bepaalde gevallen toe dienen dat er verwerking van het teweeggebrachte leed zal optreden. Slachtoffers hebben het gevoel dat zij in het strafproces een waardevolle rol vervullen en meer erkenning krijgen. Dit kan bevoordelijk zijn voor het verwerken van het verdriet Kamerstukken II 2001/02, , nr. 5, p Leferink & Vos 2008, p Kamerstukken II 2001/02, , nr. 5, p Art.51e lid 1 Sv (oud). 36 Lens, Pemberton & Groenhuijsen 2010, p Leferink & Vos, p

12 Slachtoffers die gebruik maken van hun spreekrecht hebben de mogelijkheid om zich te laten ondersteunen door een advocaat of door slachtofferhulp. Het is de keus van het slachtoffer om gebruik te maken van het spreekrecht. Niemand zal het slachtoffer daartoe dwingen. Het spreekrecht is namelijk geen plicht om te spreken. 38 Een ander uitvloeisel van het spreekrecht is dat de procesdeelnemers en de rechter van de volledige informatie op de hoogte moeten worden gebracht door het slachtoffer. Men kan met eigen ogen en oren constateren hoe het met het slachtoffer of met de nabestaande is gesteld. De verklaringen die tijdens de rechtszitting worden gedaan, worden toegevoegd aan het strafdossier. De rechter kan deze informatie meenemen bij het vellen van zijn oordeel, omdat hij rechtstreeks verneemt wat de concequenties van het misdrijf voor het slachtoffer zijn geweest. Op deze manier voelt het slachtoffer zich meer betrokken bij de gehele strafprocedure. 39 Wanneer het slachtoffer zijn spreekrecht gebruikt, dan wordt de verdachte hiermee tijdens de rechtszitting direct geconfronteerd. Op deze wijze wordt aan de verdachte kenbaar gemaakt wat de impact van zijn handelen op het slachtoffer is geweest. Dit zou tot een positief effect kunnen leiden, omdat de verdachte duidelijk inziet hoeveel leed hij heeft toegebracht. Dit kan hem wellicht in de toekomst ervan weerhouden om een dergelijk misdrijf te plegen. 40 Verder kan het spreekrecht dienen tot algemene preventie, doordat het de zichtbaarheid van het slachtoffer kan vergroten. Er kan gedacht worden aan de herbevestiging van de norm en het aandeel dat het spreekrecht levert aan het geloof in de rechtsstaat Het hedendaagse en uitgebreide art. 51e Sv De indeling van art. 51e Sv heeft ook wijzigingen ondergaan. In het eerste lid is nu bepaald dat het spreekrecht gebruikt kan worden, mits er sprake is van een misdrijf waarop door de wet een gevangenisstraf van 8 jaar of meer is gesteld. 42 Eveneens volgt uit het eerste lid dat het spreekrecht toepasbaar is voor de strafbare feiten uit de artikelen 240b, 247, 248a, 248b, 249, 250, 285, 285b, 300, tweede en derde lid, 301, tweede en derde lid, 306 tot en met 308 en 318 van het Wetboek van Strafrecht en art. 6 van de Wegenverkeerswet Art. 273f lid 1 Sv is vergeleken met het oude art. 51e Sv nu verdwenen uit deze reeks delicten. In het tweede lid is nu vastgesteld dat zowel het slachtoffer, als de vader of de moeder van het kind dat de leeftijd van 12 jaar nog niet heeft bereikt, samen of individueel tijdens de terechtzitting mogen spreken over de consequenties die de strafbare feiten volgend uit het eerste lid, hebben veroorzaakt. Het spreekrecht wordt op deze manier vanuit de eigen positie van zowel het slachtoffer, de vader of de moeder gebruikt. Vereist is wel dat het minderjarig slachtoffer en de ouders in een nauwe en persoonlijke betrekking tot het kind staan. 43 Uit het art. blijkt niet dat er sprake moet zijn van gezamenlijk ouderlijk gezag over het kind, dus mocht de vader het kind niet erkend hebben dan kan hij op grond van lid 2 toch het spreekrecht uitoefenen. Het is tevens mogelijk dat andere personen dan de ouders, die het minderjarig slachtoffer binnen het gezin opnemen en het verzorging en opvoeding geven, gebruik kunnen maken van het spreekrecht. 38 Kamerstukken II 2001/02, , nr. 5, p Leferink & Vos, p Kamerstukken II 2001/02, , nr. 5, p Lens, Pemberton & Groenhuijsen 2010, p Artikel I van de Wet van 12 juli 2012, Stb. 2012, Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 6 (MvT). 11

13 Er kan hierbij gedacht worden aan stiefouders, pleegouders of andere betrokken personen. Wel is het van belang dat ook deze personen in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staan. 44 Om gebruik te kunnen maken van het spreekrecht, dient dit in voren aan de OvJ schriftelijk weer te worden gegeven, zodat een tijdige oproeping kan plaatsvinden. Uit de laatste volzin van het tweede lid volgt dat de rechter de mogelijkheid toekomt om het recht tot spreken van de ouders, andere personen van ambtswege of op vordering van de OvJ te beperken of te onthouden. Dit is toelaatbaar wanneer er sprake is van strijdigheid ten aanzien van de belangen van het minderjarige slachtoffer of wanneer ouders zich uitlaten over de strafmaat. Een voorbeeld van dergelijke strijdige belangen kunnen worden voorkomen wanneer er sprake is van een ouder die zijn kind heeft mishandeld of misbruikt. De ouder zal naar alle waarschijnlijkheid zijn eigen belang voor het belang van het kind stellen om op deze manier zichzelf in een beter daglicht te plaatsen. 45 In het derde lid van art. 51e Sv is vastgesteld dat het spreekrecht kan worden gebruikt door een nabestaande. Voordat de terechtzitting plaatsvindt, heeft de nabestaande aan de OvJ schriftelijk kenbaar gemaakt dat hij wil spreken over de nasleep die de dood van het slachtoffer op hem heeft gehad. Uit art. 51e lid 4 sub a Sv blijkt dat onder nabestaanden die het spreekrecht toekomen, de echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel vallen. Tevens volgt uit sub b van het vierde lid dat de bloedverwanten in de rechte lijn en de familieleden in de zijlijn tot de vierde graad in aanmerking komen om het spreekrecht te gebruiken. Wanneer er meer dan 3 nabestaanden aangegeven hebben om het spreekrecht te gebruiken en het lukt hen niet om te bepalen wie van hen deze taak op zich mag nemen, dan zal de rechter vervolgens deze beslissing maken. 46 In het vijfde lid is neergelegd dat minderjarige slachtoffers of nabestaanden die 12 jaar of ouder zijn, ook het recht hebben om te spreken tijdens de terechtzitting. Het spreekrecht komt een minderjarige eveneens toe wanneer hij jonger is dan 12 jaar oud, maar gezien zijn leeftijd toch in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake. In het zesde lid is bepaald dat het spreekrecht door de wettelijke vertegenwoordigers in naam van het slachtoffer kan worden gebruikt, indien het slachtoffer of de nabestaande jonger is dan 12 jaar. Vereist is dat de vertegenwoordigers niet in strijd met de belangen van de minderjarige mogen handelen. Verder blijkt dat het is toegestaan voor de vertegenwoordigers van de minderjarige om samen of ieder apart tijdens de terechtzitting te spreken over de gevolgen die de strafbare feiten bij hen hebben aangericht. De rechter kan ambtshalve of op vordering van de OvJ bepalen dat het spreekrecht niet kan worden gebruikt door de wettelijke vertegenwoordigers. Er moet dan blijken dat de vertegenwoordigers in strijd met de belangen van de minderjarige zouden handelen. 47 Het verschil tussen de ouders in het tweede lid en de wettelijke vertegenwoordigers in het zesde lid van art. 51e Sv is, dat in lid 6 de wettelijke vertegenwoordigers allereerst namens de postitie van het kind spreken. Daarna staat tevens de mogelijkheid open om te spreken over de gevolgen die het strafbare feit op hen heeft gehad. In het tweede lid spreken de ouders vanuit hun eigen positie over de gevolgen die de strafbare feiten hebben veroorzaakt en niet vanuit hun kind. 48 Uit het zevende lid volgt dat het slachtoffer of de nabestaande die feitelijk niet in staat is om te spreken over de gevolgen die het strafbare delict hem heeft aangericht, deze taak uit kan laten voeren door de echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel. 44 De Jong & Heerkens 2012/47, onder Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 4 (MvT). 46 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 3 (MvT). 47 De Jong & Heerkens 2012/47, onder Kamerstukken II 2011/12, , nr. C, p. 2, 7 (MvA). 12

14 Ook één van de bloedverwanten in de rechte lijn en die in de zijlijn tot de vierde graad zijn inbegrepen om het spreekrecht uit te mogen oefenen in naam van het slachtoffer of de nabestaande. Voornamelijk zal dit lid aan de orde zijn wanneer het slachtoffer of de nabestaande door middel van een geestelijke of fysieke beperking niet in staat is om het spreekrecht zelf te gebruiken. Ook kan er gedacht worden aan personen die zich bijvoorbeeld in coma bevinden. Er wordt dan gesproken van een afgeleid spreekrecht, er is namelijk sprake van een slachtoffer wat zelf niet de mogelijkheid heeft om het spreekrecht uit te oefenen. 49 Er kan worden opgemerkt dat slachtoffers die ouder zijn dan 12 jaar en die in staat zijn om te kunnen spreken, maar zelf op de terechtzitting niet wensen te spreken niet hun wettelijk vertegenwoordigers via lid 6 van art. 51e Sv kunnen inschakelen. De heer Teeven heeft in de memorie van antwoord hierop aangegeven dat voor een dergelijke situatie de mogelijkheid open staat om door het slachtoffer op grond van art. 51c Sv een advocaat of een bijzonder gemachtigde in te schakelen. Tevens wordt door het zevende lid van art. 51e Sv niet uitgesloten dat deze slachtoffers in bepaalde gevallen het recht tot spreken door de naaste bloedverwanten kunnen laten uitvoeren. 50 Dat er in de memorie van toelichting met betrekking tot het zevende lid wordt aangegeven dat dit lid in eerste instantie is bedoeld voor minderjarige slachtoffers en nabestaanden, betekent niet dat lid 7 geen samenhang kan hebben met de personen die buiten het zesde lid van art. 51e Sv vallen. 51 Door de komst van de wetsuitbreiding zijn er verschillende aanpassingen tot stand gekomen. Allereerst heeft er een uitbreiding van de spreekgerechtigden plaats gevonden. Uit een aantal onderzoeken en verschillende strafzaken bleek dat er behoefte ontstond om het spreekrecht verder uit te breiden. 52 Een voorbeeld hiervan is de recentelijke zedenzaak van Robert M. 53 Hierin kwam vanuit de ouders en wettelijk vertegenwoordigers van de minderjarige jonge slachtoffers sterk de behoefte naar voren om gebruik te maken van het spreekrecht tijdens de zitting. Het aantal personen dat in aanmerking komt om te spreken is verruimd. Het aantal nabestaanden dat van het spreekrecht gebruik mag gaan maken, is namelijk van 1 naar 3 personen gegaan. Tussen de nabestaanden zal overeen gekomen moeten worden wie tijdens de rechtszaak het spreekrecht op zich zal nemen. Mocht dit niet lukken dan kan de rechter beslissen wie uiteindelijk tijdens de rechtszitting mogen spreken. Nabestaanden dienen zich wel voortijdig aan te melden bij het OM, zodat zij de mogelijkheid hebben om de personen op tijd te benaderen en te informeren. Het maximum is volgens de heer Teeven op 3 personen gesteld, omdat dit het spreekrecht goed hanteerbaar zou houden, zowel op grond van de voorbereidende fase als de planning van de rechtszitting. 54 Verder laat de wet zien dat er uitbreiding rondom het spreekrecht van nabestaanden is ontstaan. Het is mogelijk voor grootouders en kleinkinderen om gebruik te maken van het recht tot spreken. Doordat er veruiming heeft plaats gevonden aan de bloedverwanten in de zijlijn tot de vierde, staat het spreekrecht ook open voor tantes en ooms en nichten en neven. Er is geen verdere rangorde aangebracht bij de bloedverwanten, wel blijft nog steeds de echtgenoot of de geregistreerd partner de eerst bevoegde persoon Aa & Groenhuijsen 2012, p Kamerstukken II 2011/12, , nr. C, p. 3 (MvA). 51 Kamerstukken II 2011/12, , nr. C, p. 3 (MvA). 52 Lens, Pemberton & Groenhuijsen Rb. Amsterdam 15 december 2011, LJN BU Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 3 (MvT). 55 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 2 (MvT). 13

15 2.5.1 De reikwijdte van het spreekrecht Na advies werd het spreekrecht uitgebreid, zodat ouders onder meer van minderjarige slachtoffers de gelegenheid krijgen om zich tijdens de rechtszitting onafhankelijk en volledig uit te laten over delicten die ten grondslag liggen in art. 51e lid 1 Sv. Wel dient de ouder een nauwe persoonlijke betrekking met het slachtoffer te hebben. Ook moet het slachtoffer onderdeel zijn van het gezin, waarin hij opvoeding en verzorging verkrijgt. De affectieve relatie met het slachtoffer geeft uiteindelijk de doorslaggevende rol. 56 Verder blijft de richtlijn aangaande het niet uitspreken van de op te leggen straf gehandhaafd. Het is namelijk niet de bedoeling dat zowel het slachtoffer, ouders van minderjarigen of nabestaanden zich uitlaten over de te wensen straf. Uit het evaluatieonderzoek van Intervict 57 is gebleken dat slachtoffers geregeld uitspraak doen over de op te leggen straf. Hierbij vindt meestal geen correctie vanuit de rechter of de verdediging plaats. Er is niet vastgesteld of de uitspraken ook daadwerkelijk invloed hadden op de strafmaat. De heer Teeven ziet geen reden om de huidige situatie met betrekking tot het uitspreken van de strafmaat te veranderen De ouders Zoals in paragraaf 1.5 is besproken, hebben ouders door de wetsuitbreiding een eigen spreekrecht gekregen op grond van het tweede lid van art. 51e Sv. Zij mogen zich uitlaten over de teweeg gebrachte gevolgen van het strafbare feit, waarbij hun kind slachtoffer is geworden. Het spreekrecht zal naar alle waarschijnlijkheid door één ouder of door alle twee de ouders worden uitgevoerd. Er dient wel waakzaam omgegaan te worden met gevallen waarin de ouders zelf belang hebben bij het mitigeren van de gevolgen van het strafbare feit. 59 Dit geldt ook wanneer uit andere omstandigheden blijkt dat de ouder niet zal spreken in het voordeel van het minderjarige slachtoffer. Een voorbeeld hiervan is dat de ouder van het minderjarige slachtoffer als verdachte in de strafzaak is aangewezen. Waardoor het naar alle waarschijnlijkheid aanneembaar is dat deze ouder zijn belangen boven het belang van het kind zal stellen. 60 Met het wetsvoorstel is het tevens mogelijk geworden dat ouders van minderjarige slachtoffers, die vanwege hun jonge leeftijd nog niet bekwaam zijn om gebruik te maken van het spreekrecht, in naam van hun kind zullen spreken. Dit was eerder nog niet mogelijk. Hierdoor is er voor de ouders sprake van een afgeleid spreekrecht. 61 Wanneer een slachtoffer door lichamelijke of geestelijke ongemakken niet capabel is om zijn spreekrecht toe te passen of gebruik te maken van een schriftelijke slachtofferverklaring, is het gewenst om op één of andere manier toch het slachtoffer te horen. 62 De voorkeur gaat in zo n situatie uit naar de ouders of andere familieleden, de echtgenoot, de geregistreerd partner of de levensgezel om zich namens het slachtoffer te uiten. Ouders van minderjarige slachtoffers worden zelf niet expliciet bestempeld als slachtoffer. De rechters in de strafzaak tegen Robert M. besliste dat de ouders niet als slachtoffer konden worden gezien. Volgens hen zou de schade niet direct voortkomen uit de ten laste gelegde strafbare feiten. 56 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 5-6 (MvT). 57 Lens, Pemberton & Groenhuijsen Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 7 (MvT). 59 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 4 (MvT). 60 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p De Jong & Heerkens 2012/47, onder Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 3-4 (MvT). 14

16 Het komt er op neer dat in de zaak Robert. M de ouders van de misbruikte kinderen niet direct maar indirect zijn geraakt en dit maakt hen geen slachtoffer. 63 De wet schrijft namelijk voor dat er sprake moet zijn van een rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit, de rechtbank gaf in de zedenzaak op 15 december 2011 verder nog aan: dat er geen ruimte bestaat om bedoelde ouders mede als slachtoffer aan te duiden. Het nadeel, hoe ernstig ook, blijft immers afgeleid van de positie van het kind. Het is vreemd dat ouders zelf niet als slachtoffer worden gezien. Uit verschillende rapporten van deskundigen in de zedenzaak is namelijk gebleken dat ouders wel degelijk nadeel van de veroorzaakte strafbare feiten, toegebracht aan hun kind, kunnen ervaren. Uit deze rapporten bleek dat de ouders met situaties als posttraumatische stress, depressies, angsten en emotionele distress te maken kregen. 64 Deze klachten kunnen gedurende geruime tijd aanwezig zijn en blijven voortduren. Vervolgens kunnen de klachten zich openbaren in het slecht verrichten van de ouderlijke taak op meerdere vlakken. Het is de vraag of het hof in de zedenzaak de beslissing, omtrent het niet verkrijgen van de positie slachtoffer voor de betrokken ouders van de rechtbank van Amsterdam in stand zal houden. 65 Er valt te verwachten dat er voor een andere beslissing wordt gekozen, omdat in de recentelijk goedgekeurde EU-richtlijn betreffende minimumnormen voor slachtoffers van misdrijven staat beschreven dat leden van de familie van het slachtoffer mogen worden gezien als geraakt door het strafbare feit. 66 Dit zou betekenen dat het hof bij behandeling van de Amsterdamse zedenzaak wellicht tot een ander besluit zou kunnen komen. De lidstaten van de EU hebben tot 25 oktober 2014 de tijd om de minimumnormen uit de EU-richtlijn te implenteren in het nationale recht. 67 Deze minimumnormen bestaan onder andere uit: het respecteren van de slachtoffers, het professioneel met slachtoffers omgaan, slachtoffers duidelijke informatie geven met betrekking tot de rechten die ze hebben, informeren over de beschikbaarheid van slachtofferhulp, het verstrekken van inlichtingen betreffende de eventuele rol die slachtoffers in het proces kunnen spelen en de mogelijkheid tot hulp om het proces bij te wonen en het erkennen en beschermen van kwetsbare slachtoffers Vertolking belangen Eveneens heeft er een uitbreiding plaatsgevonden betreffende de gelegenheid om gebruik te maken van een advocaat of vertrouwenspersoon. Onder het vorige spreekrecht was het namelijk niet mogelijk om een gemachtigde of een raadsman in naam van het slachtoffer te laten spreken. Het toestaan van een vertolker van de belangen van het slachtoffer heeft hier verandering in gebracht. Dit kan effectief werken bij slachtoffers die het niet aandurven om tijdens de zitting het woord te voeren. Ook wanneer het door andere omstandigheden niet zou gaan, is het aanstellen van een advocaat een goede optie. Indien er meerdere slachtoffers aanwezig zijn, dan kan er ook voor worden gekozen om een gezamenlijke raadsman aan te stellen om het woord te voeren. 69 De uitbreidingen zijn in art. 258 lid 6 en art. 303 lid 2 vastgelegd. 63 Rb. Amsterdam 15 december 2011, LJN BU Korver 2012, p Inmiddels heeft het Hof van Amsterdam de uitspraak van de rechtbank van Amsterdam in stand gehouden, de ouders worden juridisch niet erkend als slachtoffers. Dit is bepaald in: Hof Amsterdam 26 april 2013, LJN BZ Richtlijn 2012/29/EU (PbEU 2012, L 315/57) onder Persbericht Europese Commissie, IP/12/1066 van 4 oktober Persbericht Europese Commissie, IP/12/1066 van 4 oktober Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 4-5 (MvT). 15

17 2.8 Het belang van slachtoffers en nabestaanden Allereerst is het spreekrecht ontstaan om te kunnen voorzien in het verwerken van het strafbaar feit en het daaruit volgend leed en verdriet. Het geeft slachtoffers het gevoel dat ze een actieve rol binnen de strafprocedure vervullen. Op deze manier dragen zij hun steentje bij in het gehele proces. Ze verschaffen namelijk bruikbare informatie voor de rechter en slachtoffers kunnen de verdachte direct laten horen wat de gevolgen zijn geweest van zijn handelingen. 70 Volgens een verricht onderzoek door Slachtofferhulp Nederland kan het spreken een gunstig effect hebben op het zelfbeeld van het slachtoffer. 71 Ook kan het ervoor zorgen dat de gevoeligheid afneemt ten aanzien van het treffen van de verdachte. Het kan het slachtoffer kracht geven om op de zitting te spreken en iedereen, inclusief de verdachte, naar hem te laten luisteren. 72 Voor ouders van minderjarige slachtoffers zal het een genoegdoening geven dat zij in ieder geval de gelegenheid krijgen om zich tijdens de rechtszitting uit te laten over de gevolgen die het delict heeft veroorzaakt. Dit kan bijdragen aan het verwerkingsproces en herstel bieden aan de schade die zij hebben geleden. Door de uitbreiding van het wetsvoorstel komt het slachtoffer een nog sterkere en verbeterde positie toe, zodat zijn stem nog beter kan worden gehoord. 2.9 Secundaire victimisatie Secundaire victimisatie is: dat een slachtoffer of nabestaande de nadelen van het jegens hem gepleegde misdrijf dient te verwerken en niet beschadigd mag raken als gevolg van een onbevredigend ervaren behandeling tijdens het strafproces, bijvoorbeeld door reacties van de verdediging of door de rol van de pers rondom het strafproces. Ook gewekte verwachtingen die niet waar kunnen worden gemaakt kunnen leiden tot secundaire victimisatie. 73 Het is belangrijk dat het slachtoffer wordt voorzien van de juiste informatie betreffende het spreekrecht en de schriftelijke slachtofferverklaring. Het slachtoffer dient op een zo realistisch mogelijke manier op de hoogte te worden gesteld van de functies en emoties die een verklaring te weeg kunnen brengen. Het is van belang dat aan de orde wordt gesteld dat het geven van een mondelinge verklaring in bepaalde gevallen negatieve effecten tot gevolg kunnen hebben. Zoals het herbeleven van de traumatische ervaring. Aan het slachtoffer dient een realistische weergave van de verwachtingen gemaakt te worden, zodat secundaire victimisatie wordt getracht te voorkomen. 74 Het zal er per slachtoffer van afhangen of het gebruiken van het spreekrecht concequenties, zoals mogelijke secundaire victimisatie, met zich mee zal brengen. Het ene slachtoffer zal namelijk beter met de situatie om kunnen gaan dan het andere slachtoffer, dit heeft te maken met de mondigheid en weerbaarheid van de persoon. Ook de ernst van het misdrijf zal hierbij meespelen. 75 Het komt het slachtoffer niet toe om zich uit te laten over de toedracht van de feiten en de duur van de straf, omdat hij te maken heeft met de eigenstandige positie die hij in neemt. Wanneer het slachtoffer zich hier toch over uit zou laten, dan zou deze verklaring te vergelijken zijn met een getuigenverklaring Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 5 (MvT). 71 Leferink & Vos 2008, p Leferink & Vos 2008, p Aanwijzing spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring van 23 december 2004, Stcrt. 2004, 248, p Lens, Pemberton & Groenhuijsen 2010, p Leferink & Vos 2008, p Lens, Pemberton & Groenhuijsen 2010, p

18 2.10 Conclusie Met de komst van het spreekrecht in 2005 is er veel veranderd inzake de rechten van het slachtoffer. Het werd vanaf toen mogelijk om tijdens de terechtszitting te spreken over de gevolgen die het strafbare feit had veroorzaakt. Maar door de jaren heen is gebleken dat dit spreekrecht te beperkt was en te weinig mogelijkheden gaf voor het slachtoffer of eventuele nabestaanden. Mede door de Amsterdamse zedenzaak is besloten om het spreekrecht verder uit te breiden. Deze uitbreiding is op 1 september 2012 in werking getreden. Zowel het slachtoffer, als de ouders van een slachtoffer onder de 12 jaar, evenals de nabestaanden zijn er op vooruit gegaan. Hen komen nu meer rechten toe, ouders van minderjarige slachtoffers die de leeftijd van 12 jaar nog niet hebben bereikt, mogen zich nu gedurende de terechtszitting uitlaten over de gevolgen die het strafbare feit ten aanzien van hun kind veroorzaakt hebben. Toch kan er geconcludeerd worden dat er nog steeds beperkingen aan het spreekrecht kleven. Zo worden de ouders van een minderjarig slachtoffer niet als slachtoffer gezien, omdat zij niet rechtstreeks geraakt zijn door het misdrijf. Uit verschillende rapporten is gebleken dat de ouders wel degelijk met aanzienlijk nadeel te maken hebben. Er zijn zeker veel positieve elementen te noemen door de komst van de wetsuitbreiding, maar toch zijn er ook punten aanwezig die verbetering behoeven. 17

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.28 Verruiming spreekrecht in rechtszaal 1.9.2012 van kracht tekst bronnen Nieuwsbericht ministerie van Veiligheid en Justitie 10.7.2012; www.rijksoverheid.nl Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven,

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven, De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 22 september 2011 van Voorlichting doorkiesnummer 070-361 9721 uw kenmerk 5702623/11/6 onderwerp Advies

Nadere informatie

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr. 4 ADVIES

Nadere informatie

Recht en bijstand bij juridische procedures

Recht en bijstand bij juridische procedures Recht en bijstand bij juridische procedures In deze folder leest u meer 0900-0101 (lokaal tarief) over de juridische bijstand door Slachtofferhulp Nederland en de rechten van slachtoffers. Een wirwar van

Nadere informatie

Het adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde?

Het adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde? Het adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde? Masterscriptie S. van Eersel ANR: 583395 Universiteit van Tilburg, Faculteit Rechtswetenschappen Afstudeerrichting: Rechtsgeleerdheid, accent

Nadere informatie

Het opschrift van de Eerste afdeling van Titel IIIA van het Eerste Boek komt te luiden: EERSTE AFDELING Definities

Het opschrift van de Eerste afdeling van Titel IIIA van het Eerste Boek komt te luiden: EERSTE AFDELING Definities [2 juni 2015] Implementatie van richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van

Nadere informatie

Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring

Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring Voor u als slachtoffer of nabestaande is het mogelijk om tijdens de rechtszaak een verklaring af te leggen of in te dienen. Spreekrecht en schriftelijke

Nadere informatie

Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtswetenschappen

Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtswetenschappen Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtswetenschappen Te verdedigen tegenover de examencommissie, bestande uit: Mevrouw mr. V.M. Smits en mevrouw mr. R. Heerkens Op 19 februari 2013 te

Nadere informatie

De positie van het slachtoffer in het strafproces. 2.1. Definitie slachtoffer. 2.2. Correcte bejegening. 2. De rechten van het slachtoffer

De positie van het slachtoffer in het strafproces. 2.1. Definitie slachtoffer. 2.2. Correcte bejegening. 2. De rechten van het slachtoffer 2. De rechten van het slachtoffer 2.1. Definitie slachtoffer In de wet is een definitie van het begrip slachtoffer opgenomen: degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 176 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr.

Nadere informatie

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Wel of niet verder uitbreiden?

Wel of niet verder uitbreiden? Het spreekrecht van het slachtoffer in het strafproces Wel of niet verder uitbreiden? Masterscriptie M. Moens ANR: 1246969 Universiteit van Tilburg, Faculteit Rechtswetenschappen Afstudeerrichting: Rechtsgeleerdheid,

Nadere informatie

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten Besluit van..., houdende regels voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten (Besluit slachtoffers van

Nadere informatie

De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces.

De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces. De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces. Van spreekrecht naar adviesrecht? Naam: Steffi de Rijck ANR: S645765 Afstudeerrichting: Strafrecht Afstudeerdatum:

Nadere informatie

Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden

Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden 1 Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden Is uit oogpunt van het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden, een tweefasenproces passend binnen het Nederlandse Strafprocesrecht, mede gelet

Nadere informatie

Is het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte

Is het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte Is het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte Naam: Lisanne Burgers Studentnummer: 11112514 Email:

Nadere informatie

Advies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten

Advies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten contactpersoon De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 7 oktober 2014 Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46116548

Nadere informatie

Het slachtoffer in het strafproces

Het slachtoffer in het strafproces Het slachtoffer in het strafproces Mijn mobiele telefoon a. Staat natuurlijk al uit. b. Staat nog aan, maar die zet ik nu onmiddellijk uit. c. Omdat ik heel belangrijk ben laat ik die aanstaan, maar wel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 1 Wet van 17 december 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet schadefonds geweldsmisdrijven

Nadere informatie

Geachte heerteeven, Strekking wetsvoorstel

Geachte heerteeven, Strekking wetsvoorstel h& NEDERLANDSE r,pr VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Vefligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 2030! 2SOOEH DEN HAAG Dutem 31 oktober 20l4 Uw keuw.,k Coetectpwvoen AdvIes op het voorontwerp

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Aanwijzing spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring

Aanwijzing spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring JU Aanwijzing spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. art. 130, lid 4 Wet RO Afzender: College van procureursgeneraal Adressant:

Nadere informatie

Is zwijgen altijd goud?

Is zwijgen altijd goud? Is zwijgen altijd goud? Op welke manier kan een verruiming van het spreekrecht plaatsvinden, zonder dat er strijd ontstaat met de onschuldpresumptie ten aanzien van de verdachte? Auteur : Öznur Uzun ANR

Nadere informatie

Verdieping: Positie van het slachtoffer

Verdieping: Positie van het slachtoffer Verdieping: Positie van het slachtoffer Korte omschrijving werkvorm: In de afgelopen jaren is de positie van het slachtoffer in het strafrecht almaar versterkt, maar in de huidige wetgeving is er geen

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 27 632 Voorstel van wet van het lid Dittrich tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (invoering van spreekrecht voor

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Uitbreiding spreekrecht ex art. 51e Sv. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte.

Uitbreiding spreekrecht ex art. 51e Sv. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte. 2013 Uitbreiding spreekrecht ex art. 51e Sv. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte indien het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden

Nadere informatie

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao Aanwijzing Slachtofferzorg Parket Curaçao Samenvatting Deze aanwijzing stelt regels betreffende de bejegening van slachtoffers van misdrijven, zoals zeden, geweld- en verkeersmisdrijven. Daarbij worden

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 85 Wet van 28 februari 2013 tot implementatie van richtlijn nr. 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende

Nadere informatie

Slachtoffers hebben óók recht op hun rechten

Slachtoffers hebben óók recht op hun rechten Slachtoffers hebben óók recht op hun rechten Onderzoek naar de wijze waarop de rechten van slachtoffers met betrekking tot het spreekrecht, de schriftelijke slachtofferverklaring en de vordering tot schadevergoeding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 27 632 Voorstel van wet van de leden Dittrich en Schonewille tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (invoering van

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 3 juni 2013 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail uw kenmerk 377747 Voorlichting@rechtspraak.nl Advies Wetsvoorstel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 915 Goedkeuring van het op 7 juli 2017 te Tallinn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake internationale

Nadere informatie

Het spreekrecht van minderjarige slachtoffers: met recht een stem?

Het spreekrecht van minderjarige slachtoffers: met recht een stem? Mr. R. de Jong 1 & R. Heerkens 2 Artikelen Het spreekrecht van minderjarige slachtoffers: met recht een stem? 47 1. Inleiding Gedurende de afgelopen decennia heeft het slachtoffer een steeds prominentere

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. Geachte heer Teeven,

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. Geachte heer Teeven, NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 16december 2013 Uw kenmerk 436418 Contactpersoon J.M.A. Timmer

Nadere informatie

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen.

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen. Slachtoffer zijn van een misdrijf is ingrijpend. Het draagt bij aan de verwerking van dit leed als slachtoffers het gevoel hebben dat zij de aandacht krijgen die zij verdienen. Dat zij zo goed mogelijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 25 907 Voorkoming en bestrijding van geweld op straat Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.32 Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 bronnen Nieuwsbericht Schadefonds geweldsmisdrijven 6.6.2011; www.schadefonds.nl Wet van 6 juni 2011

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Voegen in het strafproces

Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces april 2011 U bent slachtoffer geworden van een misdrijf of overtreding en u heeft daarbij schade geleden. Eén van de mogelijkheden om uw schade vergoed

Nadere informatie

De positie van het slachtoffer in ontwikkeling: een onderzoek naar het onbeperkte spreekrecht

De positie van het slachtoffer in ontwikkeling: een onderzoek naar het onbeperkte spreekrecht De positie van het slachtoffer in ontwikkeling: een onderzoek naar het onbeperkte spreekrecht Een praktijkgericht onderzoek inzake het per 1 juli 2016 in werking getreden onbeperkte spreekrecht van het

Nadere informatie

Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht

Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht HET SPREEKRECHT VOOR SLACHTOFFERS EN NABESTAANDEN VS. RECHTEN VAN EEN VERDACHTE Een onderzoek naar de invloed van het spreekrecht voor slachtoffers en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 236 Implementatie van richtlijn 2012/29/EU van het Europees parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor

Nadere informatie

Het slachtoffer in het strafgeding

Het slachtoffer in het strafgeding Het slachtoffer in het strafgeding Scriptie Daniëlle Thijssen Naam Daniëlle Thijssen Studentnr. 6007155 Datum 12 juli 2012 Scriptiebegeleider mr. dr. M.M. Dolman 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Huidige

Nadere informatie

UITLEVEREN OF VERVOLGEN IN NEDERLAND?

UITLEVEREN OF VERVOLGEN IN NEDERLAND? UITLEVEREN OF VERVOLGEN IN NEDERLAND? W.R. Jonk, mr R. Malewicz en mr G.P. Hamer 1 Op 1 januari 2004 had het kaderbesluit betreffende het Europees aanhoudingsbevel 2 in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 133 Besluit van 20 april 2018 tot vaststelling van bedragen voor nadeel van naasten dat niet in vermogensschade bestaat (Besluit vergoeding affectieschade)

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 363 Aanpassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met uitbreiding van de categorieën van personen die recht hebben op een uitkering

Nadere informatie

33000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012

33000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012 33000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012 Nr. 75 Brief van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN. Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN. Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG 335 NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN OBD Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie IS De heer mr. F. Teeven 1 Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG 1 Den Haag, 3 december 2013 Doorkiesnummer: Faxnummer:

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces B VOORLOPIG

Nadere informatie

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2014-I

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2014-I Opgave 1 Recht van spreken Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met 4 uit het bronnenboekje. Inleiding In het tijdschrift Crimelink van mei 2012 staat een bespreking van het boek Slachtoffer-dadergesprekken

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 475 Wet van 17 november 2016, houdende implementatie van richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 610 Besluit van 27 november 2006, houdende wijziging van het Besluit videoconferentie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Het spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632

Het spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632 Het spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632 1. Inleiding Het NJCM heeft kennis genomen van het door Tweede kamerlid Dittrich

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 257 Wijziging van het urgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG.

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 28 maart 2014 Uw kenmerk 476490 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Artikel I. De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I. De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van Rijkswet op het Nederlanderschap ter verruiming van de mogelijkheden voor het ontnemen en verlies van het Nederlanderschap bij terroristische activiteiten Allen, die deze zullen zien of horen

Nadere informatie

S k~ N~DEi~LANDS~ ø~t~ VAd~DVOCAT~N ~/ van Veiligheid en Justitie. Aan de Staatssecretaris De heer mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

S k~ N~DEi~LANDS~ ø~t~ VAd~DVOCAT~N ~/ van Veiligheid en Justitie. Aan de Staatssecretaris De heer mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag N~DEi~LANDS~ ø~t~ VAd~DVOCAT~N ~/ ~ : S k~ 7, H~ r~;c~~ ~ ~. ~ ~ Aan de Staatssecretaris De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag van Veiligheid en Justitie 4 1 ~1 7 7~ Den Haag, 13 oktober

Nadere informatie

Jeugd gezond heids zorg. 0-19 jaar

Jeugd gezond heids zorg. 0-19 jaar Jeugd gezond heids zorg 0-19 jaar Ongewenst gedrag binnen het onderwijs Meldingsregeling Vertrouwenspersoon Inleiding Meldingen van machtsmisbruik Soms is er sprake van meldingen over een vorm van machtsmisbruik

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets

Leidraad voor het nakijken van de toets Leidraad voor het nakijken van de toets STRAFPROCESRECHT 14 OKTOBER 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:5187

ECLI:NL:RBOVE:2016:5187 ECLI:NL:RBOVE:2016:5187 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 29-12-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 08/955001-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Opstelten,

Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Opstelten, Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG doorkiesnummer 070 361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5692855/11/6 onderwerp Adviesaanvraag

Nadere informatie

De positie van het slachtoffer in het strafproces

De positie van het slachtoffer in het strafproces De positie van het slachtoffer in het strafproces Daniëlle van Gastel Anr: s823558 Scriptie in de strafrechtswetenschappen Universiteit van Tilburg Master Nederlands recht, accent strafrecht Begeleiders:

Nadere informatie

Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht

Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht De ontwikkelingen omtrent de positie van het slachtoffer in het strafprocesrecht - Van spreekrecht naar adviesrecht? Jolein Dortmans ANR 182544 Master

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 632 Voorstel van wet van het lid Dittrich tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (invoering van spreekrecht voor

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet ADVIES Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet Oktober 2014 1 Inleiding Een ieder heeft het recht op een eerlijk proces. Of het nu in een strafzaak of in een civiele zaak

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 975 Voorstel van wet van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

In dit informatieblad. 1 U staat er niet alleen voor

In dit informatieblad. 1 U staat er niet alleen voor Slachtoffers en Justitie In dit informatieblad krijgt u informatie over wat uw rechten als slachtoffer of nabestaande in een strafproces zijn, hoe een strafproces werkt en welke hulp beschikbaar is. Nabestaanden

Nadere informatie

2014D36200 LIJST VAN VRAGEN

2014D36200 LIJST VAN VRAGEN 2014D36200 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft over de beleidsdoorlichting slachtofferzorg (Kamerstuk 33 199, nr. 4) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Staatssecretaris

Nadere informatie

Aangifte doen En dan?

Aangifte doen En dan? www.politie.nl/slachtoffer Aangifte doen En dan? 17035-1 Informatie voor slachtoffers van een misdrijf 1 Bent u slachtoffer van een misdrijf? Is er bijvoorbeeld bij u ingebroken? Of heeft iemand u mishandeld?

Nadere informatie

Je rechten na een verkeersongeval. Rechtenbrochure Rondpunt vzw

Je rechten na een verkeersongeval. Rechtenbrochure Rondpunt vzw Je rechten na een verkeersongeval Rechtenbrochure Rondpunt vzw COLOFON Je rechten na een verkeersongeval 2018 Redactieadres Verantwoordelijke uitgever Rondpunt vzw Uitbreidingstraat 518 bus 2.01 2600 Berchem

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 JU Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat:

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

Beleidskader herstelbemiddeling ten behoeve van slachtoffers

Beleidskader herstelbemiddeling ten behoeve van slachtoffers Beleidskader herstelbemiddeling ten behoeve van slachtoffers Datum: september 2016 Status: definitief 1 Woord vooraf Voor u ligt het beleidskader voor herstelbemiddeling ten behoeve van slachtoffers. Het

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 204 26 027 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie en enkele andere wetten met betrekking tot het

Nadere informatie

Jurisprudentiebulletin

Jurisprudentiebulletin 2011, aflevering 10a Nummers: 227 228 JBS 2011, nr. 227 Rb. Amsterdam (regiezitting) 15 december 2011 LJN: BU8313 Amsterdamse zedenzaak (Robert M.). 1. Ouders zijn geen slachtoffer in de zin van de wet.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Adviesrecht van het slachtoffer

Adviesrecht van het slachtoffer Adviesrecht van het slachtoffer Een onderzoek naar de gevolgen van de uitbreiding van het spreekrecht en eventuele aanpassingen of alternatieven van het wetsvoorstel adviesrecht die deze consequenties

Nadere informatie

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 15de december 2011 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek ter zake van gezamenlijk gezag over minderjarige kinderen (Landsverordening gezamenlijk

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

3. Nationale politie Professor Groenhuijsen constateert dat het prestatieniveau van de Nederlandse politie onder de maat is. Hij is net als ik -

3. Nationale politie Professor Groenhuijsen constateert dat het prestatieniveau van de Nederlandse politie onder de maat is. Hij is net als ik - Bijlage 1 Toespraak Minister van Veiligheid en Justitie bij diner pensant, georganiseerd door Universiteit van Tilburg in sociëteit De Witte, Den Haag op 14-9-2011. 1) Inleiding Allereerst dank aan professor

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 15 juli 2009 (24.07) (OR. en) ST 12116/09 DROIPE 66 COPE 139

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 15 juli 2009 (24.07) (OR. en) ST 12116/09 DROIPE 66 COPE 139 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 15 juli 2009 (24.07) (OR. en) ST 12116/09 DROIPE 66 COPE 139 OTA van: aan: Betreft : het voorzitterschap de delegaties Voorstel voor een resolutie van de Raad en van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1. Inleiding Implementatie van de richtlijn 2014/62/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere munten tegen valsemunterij en ter vervanging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 743 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het treffen van een regeling inzake het verhoor van afgeschermde getuigen en

Nadere informatie

6/03/2015. Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie

6/03/2015. Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie 1 In Nederland is er wel een definitie van verdachte. Artikel 27 lid 1 Sv.: - Als verdachte wordt vóór de vervolging is aangevangen,

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN

Nadere informatie

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond.

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond. Rapport Een onderzoek naar klachten over het niet eerder seponeren van een strafzaak en over het doorsturen van een verzoek om schadevergoeding naar de rechtbank. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt

Nadere informatie

COLLEGE VOOR DE RECHTEN VAN DE MENS. Zijne Excellentie. dr. R.H.A. Plasterk. Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksre[aties.

COLLEGE VOOR DE RECHTEN VAN DE MENS. Zijne Excellentie. dr. R.H.A. Plasterk. Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksre[aties. S Postbus i6oot KIenesing& i- T 030 88838 88 in(o@rnon5er,rechtcn.r,i Voorzitter Grondwet 2500 EA DEN HAAG Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksre[aties dr. R.H.A. Plasterk Zijne Excellentie Postbus

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 33 176 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces C MEMORIE

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 225 Wet van 19 juni 2013 tot wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren,

Nadere informatie

Slachtoffers en Justitie

Slachtoffers en Justitie Slachtoffers en Justitie Dit informatieblad informeert u over uw rechten in een strafproces als slachtoffer of nabestaande. Het beschrijft ook hoe een strafproces werkt en welke hulp beschikbaar is. In

Nadere informatie