De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces."

Transcriptie

1 De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces. Van spreekrecht naar adviesrecht? Naam: Steffi de Rijck ANR: S Afstudeerrichting: Strafrecht Afstudeerdatum: Examencommissie: - Scriptiebegeleidster: Mw. mr. drs. Van Noorloos - Tweede beoordelaar: Mw. mr. Walther

2 Inhoudsopgave Lijst van gebruikte afkortingen 3 Voorwoord 4 Inleiding 5 H1: Het slachtoffer Inleiding Definitie Ontwikkelingen in de positie van slachtoffers in het strafproces Hoedanigheden Het slachtoffer als benadeelde partij Het slachtoffer als getuige Het slachtoffer als spreekgerechtigde Rechten Algemene rechten Kennisneming en toevoeging van processtukken Bijstand en vertegenwoordiging Spreekrecht De nabestaanden Tussenconclusie 24 H2: De verdachte Inleiding Definitie Rechten Het recht op een eerlijk proces Verdedigingsrechten 29 1

3 2.4 Tussenconclusie 32 H3: De (verdere) uitbreiding van het spreekrecht Inleiding Aanleiding voor het wetsvoorstel Samenhang van het wetsvoorstel met het tweefasenproces Inhoud van het wetsvoorstel Tussenconclusie 38 H4: Analyse Inleiding Voor- en nadelen voor het slachtoffer Voor- en nadelen voor de verdachte Oordeel over het conceptwetsvoorstel Tussenconclusie 46 H5: Conclusie 48 Epiloog 51 Bibliografie 52 2

4 Lijst van gebruikte afkortingen Appl.no. Applicatienummer d.d. De dato e.a. En anderen EHRM Europees Hof voor de Rechten van de Mens e.v. En volgende EVRM Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden Gw Grondwet HR Hoge Raad der Nederlanden IVBPR Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten j Juncto LOVS Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht Ministerie V&J Ministerie van Veiligheid & Justitie m.nt. Met noot MvT Memorie van Toelichting N.B. Nota bene N.J. Nederlandse Jurisprudentie nr. Nummer NVvR Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak OM Openbaar Ministerie p. Pagina P-G Procureur-Generaal Rb. Rechtbank r.o. Rechtsoverweging Stb. Staatsblad Stcrt. Staatscourant Wet RO Wet op de Rechterlijke Ordening WODC Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum WvSr Wetboek van Strafrecht WvSv Wetboek van Strafvordering 3

5 Voorwoord Met trots presenteer ik u mijn scriptie ter afronding van de master Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Tilburg. Het afstudeerproces was een intensieve maar leerzame periode, welke begon met de zoektocht naar een geschikt onderwerp. Deze zoektocht kwam ten einde zodra ik van het conceptwetsvoorstel ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces kennis nam. Mijn juridisch hart lag al tijdens de studie HBO-rechten bij het strafrecht en de verscheidenheid aan meningen omtrent het strafproces trok mij erg aan. De keuze voor een onderwerp was dan ook snel gemaakt. Minder snel ging het daadwerkelijk schrijven van de scriptie. Het bleek veel lastiger te zijn dan gedacht, om naast een fulltime baan een studie af te ronden. Dat ik de studie uiteindelijk toch met goed gevolg heb afgerond, is voor mij dan ook een mijlpaal waar ik enorm trots op ben! Deze mijlpaal had ik echter nooit bereikt zonder de hulp van mijn scriptiebegeleidster mevrouw Van Noorloos en de steun van mijn ouders, partner en werkgever. Bedankt voor jullie geduld! 4

6 Inleiding Op 1 januari 2011 is de Wet ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces 1 in werking getreden. Dit heeft geleid tot de artikelen 51a tot en met 51h Wetboek van Strafvordering (hierna: WvSv). Deze artikelen geven slachtoffers en hun nabestaanden 2 een aantal rechten, zoals o.a. het recht op informatie (tijdens het opsporingsonderzoek/het strafproces), het recht op kennisneming van processtukken en toevoeging van processtukken aan het strafdossier en een spreekrecht ter terechtzitting. Ondanks het feit dat slachtoffers in 2011 dus meer rechten hebben gekregen vindt staatssecretaris Teeven dat één van deze rechten alweer dient te worden uitgebreid. Hij heeft daarom een conceptwetsvoorstel 3 ingediend dat pleit voor aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces. Het bestaande spreekrecht, dat is vastgelegd in art. 51e WvSv, is in het Nederlandse strafprocesrecht ingevoerd op 1 januari en biedt het slachtoffer de mogelijkheid om, ononderbroken en zonder ondervraging, ter terechtzitting een verklaring af te leggen over de gevolgen die het misdrijf voor hem heeft (gehad). Zoals gezegd wil staatssecretaris Teeven dat spreekrecht nu uitbreiden, in die zin dat het slachtoffer naast het bestaande spreekrecht, ook gebruik kan maken van een adviesrecht. Dit adviesrecht geeft het slachtoffer, de nabestaanden en andere personen aan wie het spreekrecht is toegekend de mogelijkheid zich uit te laten over de beslissingen die de rechter in de strafzaak moet nemen, zoals bijvoorbeeld over de schuld van de verdachte en de (hoogte van de) straf. Het reeds bestaande spreekrecht blijft daarnaast bestaan en staat los van het adviesrecht. Het slachtoffer kan tijdens de zitting kiezen of hij enkel gebruik wil maken van zijn spreekrecht, van zowel zijn spreekrecht als zijn adviesrecht of van geen van beide rechten. De rechter, die de regie heeft tijdens de zitting, zal aan het slachtoffer aangeven wanneer het spreekrecht overgaat in adviesrecht. 5 Het slachtoffer dat op de terechtzitting een verklaring aflegt die belastend is voor de verdachte, moet er wel rekening mee houden dat hij door de verdachte ondervraagd kan worden. De verdachte moet namelijk wel de gelegenheid krijgen om de verklaring van het slachtoffer te betwisten. Het slachtoffer wordt dan ook als getuige beëdigd. 1 Stb. 2010,1. 2 Conform art. 51d WvSv zijn de artt. 51a t/m 51c WvSv van overeenkomstige toepassing op nabestaanden in de zin van art. 51e, derde en vierde lid, en op de personen, bedoeld in art. 51f, tweede lid WvSv. 3 Wetsvoorstel ter aanvulling van het spreekrecht, Rijksoverheid 5 oktober 2013, (zoek op aanvulling spreekrecht). 4 Stb. 2004, Teeven breidt spreekrecht slachtoffers verder uit, Rijksoverheid 5 oktober 2013, (zoek op uitbreiding spreekrecht). 5

7 Hoe verhoudt deze voorgenomen uitbreiding van het spreekrecht zich tot de rechten die de verdachte in het strafproces heeft? Worden zijn rechten op deze manier niet (ongeoorloofd) ingeperkt? Ik ben van plan daar middels dit onderzoek antwoord op te geven. Daarnaast wil ik antwoord geven op de vraag of het conceptwetsvoorstel naar mijn mening (in deze vorm) aangenomen zou moeten worden. De onderzoeksvraag die centraal staat in dit onderzoek luidt dan ook: Hoe verhoudt het conceptwetsvoorstel ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces zich tot de rechten die de verdachte in dit proces heeft en zou het conceptwetsvoorstel in deze vorm aangenomen moeten worden? Om deze vraag te kunnen beantwoorden zal ik gebruik maken van de methode literatuurstudie. Daarbij zal ik me verdiepen in boeken, (wetenschappelijke) artikelen, wetten (voornamelijk het Wetboek van Strafvordering), parlementaire stukken (zoals (concept)wetsvoorstellen) en jurisprudentie. Ik ga eerst onderzoeken hoe het tot op heden gesteld is met de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces. Ik zal daarbij voornamelijk gebruik maken van de artikelen 51a t/m 51h WvSv. Daarnaast zal ik me verdiepen in de verschillende hoedanigheden die het slachtoffer aan kan nemen tijdens het strafproces. Daarna ga ik een aantal rechten die de verdachte (tijdens het strafproces) heeft, en die van belang zijn voor dit onderzoek, bespreken. Vervolgens is in hoofdstuk drie het conceptwetsvoorstel van staatssecretaris Teeven aan de beurt; wat was de aanleiding voor het indienen van dit voorstel en hoe ziet het conceptwetsvoorstel er inhoudelijk uit? In hoofdstuk vier vindt de analyse van het conceptwetsvoorstel plaats. In dat hoofdstuk beschrijf ik wat de voor- en nadelen voor zowel slachtoffers als verdachten zijn. Tot slot zal ik in de conclusie (hoofdstuk vijf) de onderzoeksvraag beantwoorden. 6

8 Hoofdstuk 1: Het slachtoffer 1.1 Inleiding Jaarlijks wordt gemiddeld 1 op de 4 burgers slachtoffer van criminaliteit. 6 Gelet op dat aantal zou je verwachten dat er binnen het strafproces veel aandacht wordt besteed aan slachtoffers. Helaas dat is echter niet altijd het geval (geweest). Slachtoffers kwamen voornamelijk voor in de hoedanigheid van aangever en getuige, waarbij niet naar de eigen rechten en belangen van deze slachtoffers werd gekeken. 7 De reden daarvoor is dat het strafproces werd gezien als een zaak tussen de overheid en de verdachte. 8 Het belang van de waarheidsvinding, het vaststellen van schuld en het formuleren van een bijpassende straf stond voorop. 9 Slachtoffers speelden slechts een geringe rol, zij voelden zich niet erkend en hadden weinig vertrouwen in de rechtvaardigheid die de overheid moest bieden. Ze zagen het juist als onrechtvaardig dat de overheid meer aandacht had voor de verdachte en de dader. 10 Tot aan het laatste kwartaal van de vorige eeuw, toen de aandacht voor slachtoffers sterk begon toe te nemen en zij steeds meer rechten kregen. In paragraaf 1.3 zal ik meer vertellen over de ontwikkelingen in de positie van slachtoffers en in paragraaf 1.5 over de (voor dit onderzoek van toepassing zijnde) rechten. 1.2 Definitie In de Van Dale wordt een slachtoffer omschreven als iemand die buiten zijn schuld lichamelijke, financiële of geestelijke schade lijdt. Schade kan men op vele manieren lijden, bijvoorbeeld door een verkeersongeval, bedrijfsongeval, ramp, calamiteit, ziekte, geweld of ander strafbaar feit. Iedere burger loopt de kans om in zijn leven slachtoffer te worden van een ongeval of criminaliteit. 11 Er zijn dus verschillende soorten slachtoffers. Binnen de groep van slachtoffers vormen slachtoffers van criminaliteit een bijzondere soort. Bijzonder omdat de schadeveroorzakende burger (de dader) met opzet de normen van de samenleving heeft overtreden. Daarmee wordt dus niet alleen het slachtoffer in zijn belangen geraakt maar ook de samenleving als geheel. 6 Ministerie V&J, Rapport: Recht doen aan slachtoffers, 22 februari 2013, p Groenhuijsen & Penders 1989, p Groenhuijsen 1996a, p Groenhuijsen 2008, p Ministerie V&J, Rapport: Recht doen aan slachtoffers, 22 februari 2013, p Ministerie V&J, Rapport: Recht doen aan slachtoffers, 22 februari 2013, p

9 Om die reden hebben slachtoffers van criminaliteit meer behoefte aan herstel van rechtvaardigheid en vertrouwen dan andere slachtoffers. Herstel van vertrouwen is belangrijk om weer adequaat te kunnen functioneren in de maatschappij. 12 In deze scriptie staan de slachtoffers van criminaliteit centraal. De definitie die artikel 51a lid 1 Wetboek van Strafvordering daar aan geeft, luidt: Als slachtoffer wordt aangemerkt degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of ander nadeel heeft ondervonden. Met het slachtoffer wordt gelijkgesteld de rechtspersoon die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of ander nadeel heeft ondervonden. Uit artikel 51a lid 1 WvSv blijkt dat, naast natuurlijke personen, ook rechtspersonen slachtoffer kunnen zijn van criminaliteit. Het zal daarbij voornamelijk gaan om materiële schade die wordt geleden door bijvoorbeeld winkels, transportbedrijven of horecaondernemingen, maar het kan ook zo zijn dat eigenaren of werknemers van de rechtspersoon zelf schade (zowel materieel als immaterieel) hebben geleden, bijvoorbeeld door een overval Ontwikkelingen in de positie van slachtoffers in het strafproces De afgelopen jaren hebben er voor slachtoffers, op het vlak van het spreekrecht, een hoop veranderingen plaatsgevonden. De belangrijkste veranderingen betreffen de invoering van het spreekrecht in en de uitbreiding daarvan in 2011 (door middel van de Wet versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces) 15. Laatstgenoemde uitbreiding is voortgevloeid uit een rapport van de Europese Commissie d.d. 16 februari 2004, waarin duidelijk werd gemaakt dat het Nederlandse beleid niet volledig voldeed aan Kaderbesluit 2001/220/BJZ 16 inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure. 12 Ministerie V&J, Rapport: Recht doen aan slachtoffers, 22 februari 2013, p Ministerie V&J, Rapport: Recht doen aan slachtoffers, 22 februari 2013, p Artikel 302 e.v. WvSv. 15 Stb. 2010, Dit Kaderbesluit is inmiddels vervangen door Richtlijn 2012/29/EU betreffende de vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten. 8

10 Er vonden echter niet alleen op het gebied van het spreekrecht veranderingen plaats ten behoeve van slachtoffers. In 1983 werden bijvoorbeeld al verplichtingen opgelegd aan de lidstaten die deelnamen aan het Europees Verdrag inzake de schadeloosstelling van slachtoffers van geweldsmisdrijven. Dit verdrag is in Nederland geïmplementeerd middels de Wet schadefonds geweldsmisdrijven. 17 Daarna volgden nog een aantal Aanbevelingen van de Raad van Europa over de bejegening van slachtoffers, bijstand aan slachtoffers, bemiddeling in strafzaken, rechten van de verdediging en intimidatie van getuigen. 18 Tevens werd in 1985 een belangrijke resolutie aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, te weten de Basic Principles of Justice for Victims of Crime and Abuse of Power. Deze resolutie ziet op vergoeding van de schade door de dader en het verstrekken van een uitkering aan slachtoffers die ernstig lichamelijk of geestelijk letsel ondervinden van een misdrijf. 19 De resolutie is gericht aan de lidstaten maar slachtoffers kunnen hier niet direct een beroep op doen. Er zijn ook geen sancties verbonden aan het niet naleven van deze regels door de Nederlandse Staat. In paragraaf werd verder reeds uiteen gezet dat de inwerkingtreding van de Wet Terwee van belang is geweest, omdat deze een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de versterking van de positie van slachtoffers. Deze wet verruimde namelijk de mogelijkheden voor slachtoffers om zich te voegen in het strafproces. Tevens werd er een aparte afdeling 20 in het Wetboek van Strafvordering opgenomen, waarin de benadeelde partij werd erkend als een volwaardige deelnemer aan het strafproces. 21 Ook het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), en daarmee samenhangend het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), zijn van groot belang voor slachtoffers. Vooral artikel 6 EVRM is belangrijk. In dit artikel is het recht op een eerlijk proces (fair trial) vastgelegd, welk artikel niet langer enkel ziet op de rechten van de verdachte maar ook op die van het slachtoffer. 22 Het slachtoffer kan bijvoorbeeld een beroep doen op lid 1 van artikel 6 EVRM wanneer hij zich voegt als benadeelde partij in het strafproces. 23 Ook kan het slachtoffer, op grond van artikel 6 lid 3 EVRM, worden 17 Langemeijer 2010, p Langemeijer 2010, p Langemeijer 2010, p Titel IIIA; artikelen 51a e.v. WvSv. 21 Groenhuijsen 2008, p Ministerie V&J, Rapport: Recht doen aan slachtoffers, 22 februari 2013, p. 26; Kwakman 2012, p Langemeijer 2010, p

11 opgeroepen om te getuigen ter terechtzitting. In dit verband kan worden verwezen naar het Al-Khawaja en Tahery arrest 24 dat in hoofdstuk 2, paragraaf 2.3.2, uitgebreid zal worden besproken. Naast artikel 6 volgen er overigens ook positieve verplichtingen uit de artikelen 2, 3 en 8 EVRM. Het voert te ver om deze hier allemaal te bespreken, maar een verwijzing leek mij wel op zijn plaats. 1.4 Hoedanigheden Het slachtoffer kan binnen het strafproces in verschillende hoedanigheden optreden, te weten als benadeelde partij, getuige of spreekgerechtigde. Deze hoedanigheden zullen hieronder een voor een worden besproken. De hoedanigheden die het slachtoffer buiten het strafproces kan aannemen (aangever, klachtgerechtigde of klager ex artikel 12 WvSv), vallen buiten de focus van dit onderzoek en zullen daarom niet nader besproken worden Het slachtoffer als benadeelde partij Op grond van artikel 51f lid 1 en lid 3 WvSv kan degene die rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit, zich ter zake van (een deel) van zijn vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij voegen in het strafproces. Van rechtstreekse schade is sprake als men is getroffen in een belang dat door de overtreden strafbepaling wordt beschermd. 25 Wanneer het slachtoffer is overleden als gevolg van een strafbaar feit, kunnen conform artikel 51f lid 2 WvSv diens nabestaanden zich voegen ter zake (een deel) van de vordering zoals bedoeld in lid 1 van artikel 51f WvSv. Voor inwerkingtreding van de Wet Terwee 26 was het niet mogelijk om slechts een deel van de vordering te voegen. Nu kan de benadeelde partij een deel van de vordering voegen in het strafproces (artikel 51f lid 3 WvSv) en wanneer de strafrechter (een deel van) die vordering niet ontvankelijk verklaart, kan het overige deel worden voorgelegd aan de burgerlijke rechter EHRM 15 december 2011, Appl.no /05 en Appl.no. 2228/06 (Al-Khawaja en Tahery/Verenigd Koninkrijk). 25 Memorie van toelichting, Kamerstukken II, 1989/90, , nr. 3, p Wet van 23 december 1992, Stb 1993, 29. Wet tot aanvulling van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet voorlopige regeling schadefonds geweldsmisdrijven en andere wetten met voorzieningen ten behoeve van slachtoffers van strafbare feiten. 27 Kool & Moerings 2001, p

12 Het voegen als benadeelde partij is accessoir aan de strafzaak. 28 Zonder strafzaak kan de benadeelde partij dus geen vordering als benadeelde partij indienen. De rechtbank doet, behoudens toepassing van artikel 333 WvSv, over de vordering van de benadeelde partij ook pas uitspraak, tegelijk met de einduitspraak in de strafzaak (artikel 335 WvSv). Artikel 361 WvSv is hierbij ook van belang. Tegenwoordig bestaat ook de mogelijkheid om te voegen tijdens het voorbereidend onderzoek (artikel 51g lid 1 WvSv). Voor de inwerkingtreding van de Wet Terwee kon dat uitsluitend ter terechtzitting. De benadeelde partij is overigens niet verplicht om aanwezig te zijn op de zitting. Tevens kunnen slachtoffers zich vandaag de dag als benadeelde partij voegen met een (ongelimiteerde) vordering tot schadevergoeding. Voor de inwerkingtreding van de Wet Terwee lag dat anders. De benadeelde partij kon zich destijds slechts tot een gelimiteerd bedrag voegen in het strafproces, namelijk maximaal ƒ 1500,- bij rechtbankzaken en maximaal ƒ 600,- bij kantonzaken. Dit hing samen met het accessoire karakter van de vordering van de benadeelde partij: de behandeling van de civiele vordering mag niet ten koste gaan van een zorgvuldige behandeling van de strafzaak Het slachtoffer als getuige Als iemand getuige is geweest van een strafbaar feit kan de politie diegene vragen om een getuigenverklaring af te leggen. Ook kan de rechter-commissaris hem tijdens het gerechtelijk vooronderzoek oproepen om vragen te beantwoorden. Daarnaast kan de getuige door de officier van justitie ter zitting worden opgeroepen. Dit zijn dus drie verschillende manieren en plaatsen om als getuige gehoord te worden. Alle drie de manieren zullen hieronder besproken worden. Het slachtoffer als getuige bij de politie Na een aangifte of ontdekking van een strafbaar feit begint de politie met een onderzoek. Ze gaan op zoek naar bewijsmateriaal en kunnen hiervoor medewerking van getuigen, waaronder slachtoffers, vragen. Die getuigen zijn niet verplicht om de gevraagde medewerking te verlenen. Wanneer men echter wel besluit te getuigen, neemt een politieagent de getuigenverklaring op. Nadat de politie het onderzoek heeft afgerond, sturen ze het 28 Corstens 2011, p Memorie van toelichting, Kamerstukken II, 1989/90, , nr. 3, p

13 onderzoeksdossier door naar de officier van justitie. Wanneer de officier van justitie beslist dat er nader onderzoek in de strafzaak nodig is, zal hij op grond van artikel 181 WvSv vorderen dat de rechter-commissaris bepaalde onderzoekshandelingen dient te verrichten. Een van die handelingen kan zijn het horen van getuigen, waaronder het slachtoffer. Het slachtoffer als getuige bij de rechter-commissaris Tot 1 januari 2013 diende er een gerechtelijk vooronderzoek te worden geopend als de officier van justitie de rechter-commissaris verzocht bepaalde onderzoekshandelingen te verrichten. De betreffende onderzoekshandelingen konden ook middels een mini-instructie 30 uitgevoerd worden, echter lag de bevoegdheid tot het aanvragen van deze mini-instructie enkel bij de verdediging. Voor de officier van justitie stond de mini-instructie niet open, hij moest, ook als hij de rechter-commissaris slechts een enkele onderzoekshandeling wilde laten verrichten, een gerechtelijk vooronderzoek vorderen. 31 Op 1 januari 2013 is echter de Wet versterking positie rechter-commissaris 32 in werking getreden en is het gerechtelijk vooronderzoek vervangen door een meer flexibele mogelijkheid voor de rechter-commissaris om onderzoekshandelingen te (doen) verrichten. Tevens is de regeling van de mini-instructie uitgebreid zodat beter kan worden voldaan aan de onderzoekswensen van de verdediging. Men kan daarbij denken aan de wens tot het verrichten van een deskundigenonderzoek of het horen van getuigen. 33 De verdediging heeft die rechten op grond van artikel 182 WvSv. Volgens dat artikel kan de verdediging een verzoek aan de rechter-commissaris richten tot het verrichten van onderzoekshandelingen. De officier van justitie kan dat op grond van artikel 181 WvSv. Een verzoek van de officier van justitie of verdediging kan bijvoorbeeld zien op het horen van getuigen onder ede, waaronder het slachtoffer. De officier van justitie roept het slachtoffer dan op grond van artikel 210 lid 1 WvSv op. Het slachtoffer is vervolgens verplicht om te verschijnen op grond van artikel 213 lid 1 WvSv. Wanneer dat echter niet mogelijk is, kan de rechter-commissaris conform artikel 216 WvSv besluiten de getuige onder ede te horen. De getuige is verplicht om de vragen die de rechter-commissaris hem stelt, te 30 Art. 36a (oud) WvSv. De mini-instructie was te vergelijken met het gerechtelijk vooronderzoek. De verdachte die in redelijkheid kon verwachten dat tegen hem ter zake van een bepaald feit een vervolging zou worden ingesteld, kon de rechter-commissaris vragen enig onderzoek te verrichten. Tevens kon de verdachte die in voorlopige hechtenis zat of aan wie een dagvaarding was uitgereikt, de rechter-commissaris verzoeken bepaalde onderzoekshandelingen te verrichten. De mini-instructie werd vaak gebruikt om in een vroeg stadium getuigen te horen. 31 Kamerstukken II, 2009/10, , nr. 3 (MvT), p Wet van 1 december 2011, Stb 2011, Kamerstukken II, 2009/10, , nr. 3 (MvT), p

14 beantwoorden. Soms kan men echter een beroep doen op een verschoningsrecht 34. Daarnaast kan het voorkomen dat de getuige ernstig bedreigd wordt. Blijkens artikel 226a lid 1 WvSv is van een ernstige bedreiging sprake wanneer redelijkerwijs te vrezen valt voor het leven, de gezondheid of veiligheid van de getuige dan wel de ontwrichting van het gezinsleven of het sociaal economisch bestaan van de getuige. Als de getuige te kennen heeft gegeven wegens zulks een bedreiging geen verklaring af te willen leggen, spreken we van een bedreigde getuige. Voor deze getuigen bestaat een aparte procedure, die echter alleen geldt wanneer het gaat om ernstige strafbare feiten en de verdachte de identiteit van de getuige niet kent. De procedure houdt in dat de identiteit van de getuige geheim blijft voor de verdachte en zijn advocaat. Daarnaast hoeft de bedreigde getuige niet op de zitting te verschijnen, maar enkel voor de rechter-commissaris. 35 Het slachtoffer als getuige ter terechtzitting Op grond van artikel 260 lid 1 WvSv is de officier van justitie bevoegd getuigen schriftelijk op te roepen om ter terechtzitting te verschijnen. De verdachte en diens raadsman kunnen op grond van artikel 263 WvSv ook getuigen op laten roepen. De officier van justitie mag dit verzoek echter weigeren wanneer hij van mening is dat de gezondheid of het welzijn van de getuige of deskundige door het afleggen van een verklaring ter terechtzitting in gevaar wordt gebracht, en het voorkomen van dit gevaar zwaarder weegt dan het belang om de getuige of deskundige ter terechtzitting te kunnen ondervragen. 36 Bij het oproepen van slachtoffers als getuigen kan dat nog wel eens gebeuren, omdat slachtoffers (vooral die van gewelds- of zedenmisdrijven) vaak de confrontatie met de verdachte niet aandurven. 37 Getuigen zijn verplicht om te verschijnen wanneer ze worden opgeroepen. Tevens dienen ze een eed of belofte af te leggen ter terechtzitting. In principe is de getuige verplicht de vragen te beantwoorden, echter ook hier geldt weer dat er soms sprake kan zijn van een verschoningsrecht Artikel WvSv. Een verschoningsrecht is het recht van een getuige om te weigeren antwoord te geven op vragen die door een rechter aan hem of haar worden gesteld. 35 Raad voor de Rechtspraak, Brochure: u bent getuige in een strafproces, augustus 2008, p Artikel 264 lid 1 sub b WvSv. 37 Langemeijer 2010, p Raad voor de Rechtspraak, Brochure: u bent getuige in een strafproces, augustus 2008, p. 7 en 8. 13

15 1.4.3 Het slachtoffer als spreekgerechtigde Voor de invoering van het spreekrecht zijn in de wetsgeschiedenis vier redenen terug te vinden: 1) De verklaring van het slachtoffer dient als bron van informatie voor de rechter. 2) De gevolgen van het handelen van de verdachte komen zo beter in beeld, wat recidive kan voorkomen. 3) Een verklaring kan het begin van het herstel van emotionele schade voor het slachtoffer of de nabestaande zijn. 4) De zichtbaarheid van het slachtoffer wordt vergroot. Hier kan een algemeen preventieve werking vanuit gaan. 39 Op 1 januari 2005 werd daarom de Wet invoering spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden 40 in het leven geroepen. Die wet kende aan slachtoffers van ernstige misdrijven en hun nabestaanden het recht toe om ter terechtzitting een verklaring af te leggen over de gevolgen die het delict voor hen heeft gehad (artikel 302 WvSv). Als het slachtoffer of de nabestaande gebruik wilde maken van dat spreekrecht, diende men een verzoek in bij de officier van justitie. Deze moest het verzoek inwilligen als was voldaan aan de voorwaarden uit artikel 302 WvSv. Degene die gebruik wilde maken van het spreekrecht moest vervolgens worden opgeroepen voor de zitting en worden gehoord. Dit gebeurde echter niet als getuige, maar als slachtoffer. De verklaring van het slachtoffer werd ook niet als bewijsmiddel gebruikt, maar kon wel een rol spelen bij de beslissing. 41 Dit spreekrecht bleek echter niet voldoende, men had behoefte aan een versterking van de positie van het slachtoffer en een duidelijkere omschrijving daarvan in het Wetboek van Strafvordering. Aan deze behoefte werd op 1 januari 2011 invulling gegeven door invoering van de Wet ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces 42, welke voor een aparte titel voor het slachtoffer in het Wetboek van Strafvordering zorgde (titel IIIA). In deze titel werden een aantal nieuwe rechten voor het slachtoffer opgenomen, welke rechten in paragraaf 1.5 uiteen worden gezet. Het slachtoffer heeft door middel van deze rechten een zelfstandige positie in het strafproces gekregen. Hij heeft door de wetswijziging meer rechten 39 Kamerstukken II, 2000/01, , nr. 3, p. 3 en Stb. 2004, Aanwijzing spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring, Stcrt. 2004, Stb. 2010, 1. 14

16 gekregen en reeds bestaande rechten zijn aanzienlijk uitgebreid. Ter illustratie noem ik het recht op informatie. Dit was in de oude Aanwijzing slachtofferzorg al als recht opgenomen, maar is door de komst van artikel 51a lid 3 WvSv aanzienlijk uitgebreid. Ondanks de aanzienlijke verbetering in de positie van het slachtoffer was er toch nog roep naar meer. Aanleiding daartoe was de uitspraak 43 die de Hoge Raad op 6 maart 2012 deed. De Hoge Raad bepaalde in die uitspraak dat slechts in de wet genoemde spreekgerechtigden een verklaring mochten afleggen. Later werd echter, in de Robert M. zaak 44, wel spreekrecht aan de ouders van de slachtoffers toegekend. Naar aanleiding van daarvan werd de kring van spreekgerechtigden uitgebreid. Dat gebeurde door op 1 september 2012 de Wet uitbreiding spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden in werking te laten gaan. Sindsdien kunnen maximaal drie nabestaanden het spreekrecht uitoefenen, terwijl dat voorheen slechts voor één nabestaande mogelijk was. Daarnaast is de kring ook in die zin uitgebreid dat alle nabestaanden in de rechte lijn en tot in de vierde graad in de zijlijn, spreekrecht hebben. Naast de uitbreiding van de kring van nabestaanden, hebben nu ook wettelijk vertegenwoordigers en ouders spreekrecht wanneer het gaat om minderjarige slachtoffers die zelf niet in staat zijn om op de zitting te spreken. Het uitgebreide spreekrecht, zoals dat vandaag de dag geldt, wordt nader besproken in paragraaf Rechten De eerste versterking van de positie van het slachtoffer was te vinden in het feit dat de rechten in de nieuwe titel IIIA werden toegekend aan het slachtoffer zelf en niet aan het slachtoffer als benadeelde partij. 45 Daarnaast kreeg het slachtoffer meer rechten, waarvan de rechten die voor dit onderzoek van belang zijn hieronder zullen worden toegelicht Algemene rechten Sommige rechten gelden voor alle slachtoffers, onafhankelijk van de fase waarin het strafproces zich bevindt. Het gaat dan om het recht op correcte bejegening, het recht op informatie en het recht op schadeverhaal. 46 Deze rechten worden eerst kort besproken. 43 HR 6 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BR Rb. Amsterdam 21 mei 2012, ECLI:NL:RBAMS:2012:BW Claassens 2008, p Ministerie V&J, Informatieblad: Slachtoffers en Justitie, Augustus 2014, p

17 Correcte bejegening Artikel 51a lid 2 WvSv luidt: -2. De officier van justitie draagt zorg voor een correcte bejegening van het slachtoffer. Officieel is dit geen recht van het slachtoffer, maar meer een instructienorm voor de politie, officier van justitie en rechter om het slachtoffer met respect te behandelen en rekening te houden met zijn belangen. 47 Het is niet als recht te kwalificeren omdat het slachtoffer het niet kan afdwingen met behulp van een rechtsmiddel. 48 Het is echter, volgens Groenhuijsen en Kwakman 49, wel het belangrijkste recht dat een slachtoffer in het strafproces heeft omdat de interactie met de betreffende functionarissen de leedverwerking ten goede kan komen en secundaire victimisatie 50 kan voorkomen. Ook uit de Memorie van Toelichting (MvT) bij het wetsvoorstel Wet ter versterking positie slachtoffers in het strafrecht 51 blijkt dat het houden van een gesprek met het slachtoffer valt onder de eerder genoemde instructienorm. Een dergelijk gesprek is verplicht bij spreekrechtwaardige delicten 52 die in aanmerking komen voor behandeling door de meervoudige kamer. Ook is het verplicht om een dergelijk gesprek te entameren wanneer de officier van justitie van plan is om een ernstig gewelds- of zedendelict te seponeren. 53 Het recht op correcte bejegening houdt verder in dat de bejegening op de aard van het leed dient te worden afgestemd, de relevante informatie moet worden verstrekt en de belangen van slachtoffers moeten worden behartigd. 54 Ook het niet onnodig blootstellen aan pijnlijke ondervragingen en onnodige confrontaties met de dader voorkomen, valt onder het begrip correcte bejegening. 55 Het recht op correcte bejegening is uitgewerkt in richtlijnen van het Openbaar Ministerie (OM), zoals bijvoorbeeld de Aanwijzing slachtofferzorg en de Aanwijzing opsporing en 47 Ministerie V&J, Informatieblad: Slachtoffers en Justitie, Augustus 2014, p Memorie van toelichting, Kamerstukken II, 2004/05, , nr. 3, p Groenhuijsen & Kwakman 2002, p. 971 en Secundaire victimisatie betekent dat een slachtoffer opnieuw slachtoffer wordt als gevolg van de strafprocedure. 51 Kamerstukken II 2004/05, , nr.3, p Het spreekrecht wordt later in deze paragraaf toegelicht. 53 College van procureurs-generaal, Aanwijzing slachtofferzorg 2010, Stb. 2010, nr , punt Groenhuijsen & Penders 1993, p Groenhuijsen & Kwakman 2002, p

18 vervolging inzake seksueel misbruik. 56 Daarnaast bevat artikel 288a WvSv de instructienorm voor de rechter. De achterliggende gedachte daarvan is dat het slachtoffer tijdens het gehele proces aanspraak moet kunnen maken op een correcte behandeling. 57 Informatie Slachtoffers hebben recht op informatie omdat ze moeten kunnen weten wat hun rechten zijn en hoe het met de zaak staat. De politie en officier van justitie vragen het slachtoffer of hij informatie wil ontvangen. Als het slachtoffer dat op prijs stelt, krijgt hij bericht over het verloop van en de voortgang in de zaak. 58 Dit is opgenomen in artikel 51a lid 3 WvSv. Op grond van artikel 51a lid 4 WvSv heeft het slachtoffer ook recht op informatie over het verkrijgen van schadevergoeding. Het recht op informatie moet wel altijd worden afgewogen tegen andere belangen, zoals het gebrek aan capaciteit bij het OM of politie of de privacy van de verdachte. 59 Schadeverhaal Slachtoffers van strafbare feiten lijden vaak (materiële of immateriële) schade. Materiële schade is schade die in geld is uit te drukken, bijvoorbeeld een kapotte bril of inkomsten die het slachtoffer is misgelopen. Immateriële schade (ofwel smartengeld) is schade die niet meteen zichtbaar of tastbaar is, zoals bijvoorbeeld verdriet. 60 Omdat het verhalen van schade voor dit onderzoek niet zozeer van belang is, zal verdere bespreking van dit onderwerp achterwege blijven Kennisneming en toevoeging van processtukken Deze rechten zijn opgenomen in artikel 51b WvSv. In lid 1 staat het recht op kennisneming van processtukken. De opneming van dit recht is door Groenhuijsen en Kwakman betoogd in hun rapport uit Zij waren van mening dat dit recht opgenomen moest worden in het wetboek omdat een eventuele weigering van een inzage in de processtukken dan aan een strafrechter kon worden voorgelegd. Daarnaast waren zij deze mening toegedaan omdat de 56 College van procureurs-generaal, Aanwijzing slachtofferzorg 2010, Stb. 2010, nr en College van procureurs-generaal, Aanwijzing opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik, Stb. 2010, nr Corstens 2011, p. 77 en Ministerie V&J, Informatieblad: Slachtoffers en Justitie, Januari 2014, p Groenhuijsen & Kwakman 2002, p Ministerie V&J, Informatieblad: Slachtoffers en Justitie, Augustus 2014, p

19 rechtspositie van het slachtoffer duidelijker zou worden benadrukt door opname van dit recht in het Wetboek van Strafvordering. 61 Lid 2 van artikel 51b WvSv behelst het recht van het slachtoffer om documenten, die hij relevant vindt voor de beoordeling van de zaak tegen de verdachte, aan het dossier toe te voegen. Dit kan een schriftelijke slachtofferverklaring zijn, maar het kan ook gaan om andere stukken. Deze stukken kunnen vervolgens tot het bewijs van het tenlastegelegde worden gebezigd op grond van artikel 344 lid 1 onder 5 WvSv. 62 Op die manier kan het slachtoffer ervoor zorgen dat de rechter zo goed mogelijk is geïnformeerd wanneer hij zijn beslissingen omtrent de verdachte gaat nemen. 63 Het slachtoffer kan het Openbaar Ministerie echter niet verzoeken om bepaalde onderzoekshandelingen te verrichten. De vervolgingsbeslissing is namelijk een exclusieve verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie. Het slachtoffer kan ook geen getuigen aanbrengen en (doen) horen. Hij kan de officier van justitie en de rechtbank wel verzoeken om getuigen te horen, maar zij zijn niet verplicht om aan dat verzoek gehoor te geven. 64 Het slachtoffer kan in de hoedanigheid van benadeelde partij overigens wel vragen aan getuigen stellen die betrekking hebben op de vordering tot schadevergoeding. 65 Op grond van lid 3 kan de officier van justitie de kennisneming dan wel toevoeging van processtukken echter weigeren, wanneer hij van oordeel is dat de stukken niet als processtukken kunnen worden aangemerkt 66, dan wel indien hij dit onverenigbaar acht met een van de in artikel 187d lid 1 WvSv vermelde belangen 67. Voor de toepassing van lid 3 heeft de officier van justitie wel een schriftelijke machtiging, verleend door de rechtercommissaris, nodig. De officier van justitie dient tevens schriftelijk mededeling van zijn beslissing te doen aan het slachtoffer (artikel 51b lid 4 WvSv). 61 Groenhuijsen & Kwakman 2002, p. 926 en Brief Slachtofferhulp Nederland d.d. 2 december 2013, p Groenhuijsen & Kwakman 2002, p. 926 en Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p Artikel 334 lid 2 WvSv. 66 Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 11; het gaat dan om stukken die geen redelijke of feitelijke grondslag hebben en derhalve niet relevant zijn voor de behandeling ter zitting. 67 Het belang van een getuige, een zwaarwegend opsporingsbelang of het belang van de staatsveiligheid. 18

20 1.5.3 Bijstand en vertegenwoordiging Het slachtoffer heeft op grond van artikel 51c lid 1 WvSv het recht om zich te laten bijstaan. De personen waardoor het slachtoffer zich kan laten bijstaan hoeven geen speciale kwalificaties te bezitten (tenzij het professionele rechtshulpverleners zijn, die moeten zich altijd aan de orderegels houden). 68 Op grond van lid 2 kan het slachtoffer zich ter terechtzitting laten vertegenwoordigen door een advocaat (mits deze een volmacht daartoe heeft) of gemachtigde met een daartoe bijzondere en schriftelijke volmacht. De volmacht van de advocaat hoeft niet schriftelijk te zijn. De advocaat en gemachtigde komen dezelfde bevoegdheden toe als het slachtoffer die zich als benadeelde partij heeft gevoegd en het slachtoffer dat niet zelf het spreekrecht wenst uit te oefenen. 69 De kosten voor de vertegenwoordiging komen in beginsel voor rekening van het slachtoffer zelf, tenzij hij in aanmerking komt voor gesubsidieerde rechtsbijstand. Hij dient dan wel zelf een aanvraag in te dienen bij de Raad voor de Rechtsbijstand. 70 Conform lid 3 heeft het slachtoffer ook recht op bijstand door een tolk, wanneer hij de Nederlandse taal niet of niet voldoende beheerst. In beginsel moet het slachtoffer de kosten van die tolk zelf dragen, tenzij het redelijk wordt geacht dat het recht om aanwezig te zijn als deelnemer meer inhoudt dan alleen fysieke verschijning (bijvoorbeeld wanneer het slachtoffer als getuige optreedt). In dat geval draagt het OM of het gerecht de kosten Spreekrecht Op grond van artikel 51e lid 2 WvSv hebben het slachtoffer, de vader of moeder van een minderjarig slachtoffer die een nauwe persoonlijke betrekking met dat slachtoffer heeft en personen die dat slachtoffer als behorende tot hun gezin verzorgen en opvoeden en in een nauwe en persoonlijke betrekking tot het kind staan, gezamenlijk of elk afzonderlijk, het recht om ter terechtzitting een verklaring af te leggen over de gevolgen die de strafbare feiten 68 Kamerstukken II 2004/05, , nr.3, p Waar het gaat om het spreekrecht, wordt de inhoud van de verklaring dus door het slachtoffer bepaald (Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 4-6). 70 Voor slachtoffers van zeden- of geweldsmisdrijven en de nabestaanden van slachtoffers die zijn overleden door een ernstig geweldsmisdrijf, geldt dat zij rechtsbijstand krijgen zodra er vervolging is ingesteld en het slachtoffer in aanmerking komt voor een uitkering (artikel 3 Wet schadefonds geweldsmisdrijven en artikel 44 lid 4 Wet op de rechtsbijstand). 71 Kamerstukken II, 2000/01, , nr. 3, p

21 genoemd in lid 1 van artikel 51e WvSV 72, bij hen teweeg hebben gebracht. Van het voornemen daartoe geeft de spreekgerechtigde voor aanvang van de terechtzitting schriftelijk kennis aan de officier van justitie, zodat deze hem tijdig kan oproepen. Ook nabestaanden kunnen gebruik maken van het spreekrecht zoals hierboven beschreven. Onder nabestaanden worden verstaan: a) de echtgenoot of geregistreerde partner dan wel een andere levensgezel, en b) de bloedverwanten in de rechte lijn en die in de zijlijn tot de vierde graad ingesloten. 73 Op grond van lid 3 van artikel 51e WvSv kunnen zij zich ter terechtzitting uitlaten over de gevolgen die het overlijden van het slachtoffer bij hen teweeg hebben gebracht. Tevens kunnen zij het spreekrecht uitoefenen namens het slachtoffer of de nabestaande die feitelijk niet bij machte is om het spreekrecht zelf uit te oefenen. 74 Ook voor de nabestaanden geldt dat zij voor aanvang van de terechtzitting schriftelijk aan de officier van justitie moeten laten weten dat zij gebruik willen maken van het spreekrecht, zodat zij op tijd kunnen worden opgeroepen. Indien meer dan drie nabestaanden hebben medegedeeld dat zij van hun spreekrecht gebruik willen maken, en zij het onderling niet eens kunnen worden over wie het woord zal voeren, beslist de voorzitter welke drie personen van het spreekrecht gebruik kunnen maken. 75 Naast de nabestaanden mag ook het minderjarige slachtoffer die de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt, het spreekrecht uitoefenen. Hetzelfde geldt voor de minderjarige die de leeftijd van twaalf jaar nog niet heeft bereikt, maar die wel in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake (lid 5). Mocht dat laatste niet het geval zijn, dan kan het spreekrecht worden uitgeoefend door zijn wettelijke vertegenwoordigers, voor zover deze vertegenwoordiging niet in strijd is met het belang van de minderjarige (lid 6). De wettelijke vertegenwoordigers kunnen op grond van het zesde lid tevens gezamenlijk of elk afzonderlijk op de terechtzitting een verklaring afleggen over de gevolgen die de strafbare feiten bij hen teweeg hebben gebracht. 72 Het spreekrecht kan worden uitgeoefend indien het tenlastegelegde feit een misdrijf betreft waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld, dan wel een van de misdrijven genoemd in de artikelen 240b, 247, 248a, 248b, 249, 250, 285, 285b, 300, tweede en derde lid, 301, tweede en derde lid, 306 tot en met 308 en 318 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 6 van de Wegenverkeerswet Artikel 51e lid 4 WvSv. 74 Artikel 51e lid 7 WvSv. 75 Artikel 51e lid 4 WvSv. 20

22 Het doel van het spreekrecht is om een bijdrage te leveren aan het begin van het herstel van de emotionele schade die het slachtoffer heeft opgelopen en om deze schade te erkennen. Daarnaast kan het leiden tot speciale en generale preventie en heeft het spreekrecht een informatiefunctie voor de rechter. 76 De officier van justitie dient gehoor te geven aan het schriftelijke verzoek van de daartoe gerechtigde personen om gebruik te maken van hun spreekrecht. 77 De officier van justitie geeft gehoor aan dit verzoek door hen schriftelijk op te roepen ter terechtzitting. 78 Conform artikel 303 lid 1 WvSv heeft de rechter vervolgens een plicht tot het horen van het slachtoffer, diens vertegenwoordiger op grond van artikel 51e lid 6 of 7 WvSv, of de nabestaande die op grond van artikel 260 lid 2 WvSv is opgeroepen en verschenen. Overigens kan de betreffende spreekgerechtigde op grond van artikel 303 lid 2 jº 258 lid 6 WvSv ook het verzoek indienen om het spreekrecht uit te laten oefenen door een raadsman of een daartoe bijzondere gemachtigde. Nadat de spreekgerechtigde zijn verklaring heeft afgelegd, kunnen de voorzitter en rechters nadere vragen stellen over de afgelegde verklaring. Ook de verdachte en officier van justitie kunnen nadere vragen stellen, maar dit dient te geschieden door tussenkomst van de voorzitter. 79 Het slachtoffer hoeft op deze vragen geen antwoord te geven. Dit geldt niet wanneer hij als getuige is opgeroepen. In dat geval is het slachtoffer wel verplicht de gestelde vragen te beantwoorden, tenzij hij zich kan beroepen op een verschoningsrecht. 80 In geval van hoger beroep, mag de spreekgerechtigde wederom gebruik maken van het spreekrecht. Ook wanneer hij hiervan in eerste aanleg geen gebruik heeft gemaakt. Schriftelijke slachtofferverklaring Het is voor slachtoffers ook mogelijk om, in plaats van gebruik te maken van het spreekrecht, een schriftelijke slachtofferverklaring op te stellen. Sinds 1 mei 2004 heeft het slachtoffer die mogelijkheid. De schriftelijke slachtofferverklaring wordt, als zijnde processtuk, aan het strafdossier toegevoegd en in kopie verstrekt aan de verdachte. Zo n verklaring kan als volwaardig alternatief voor het spreekrecht fungeren, wanneer het slachtoffer geen gebruik wil maken van het spreekrecht maar wel wil dat de officier van justitie of de rechter op de 76 Kamerstukken II 2001/02, , nr. 5, p Artikel 260 lid 2 WvSv. 78 Artikel 260 lid 1 WvSv. 79 Artikel 302 lid 1 WvSv. 80 Zie paragraaf

23 hoogte is van de gevolgen die het strafbare feit voor hem heeft. Tevens kan de schriftelijke slachtofferverklaring dienen ter voorbereiding op het afleggen van een verklaring ter terechtzitting. Het feit dat er een schriftelijke slachtofferverklaring is opgemaakt betekent niet dat het slachtoffer geen gebruik meer zou mogen maken van het spreekrecht. Wanneer hij een mondelinge toelichting wenst te geven ter zitting, mag dat alsnog. 81 In dat geval kan het spreekrecht fungeren als een mondelinge toelichting op de schriftelijke slachtofferverklaring. 82 De schriftelijke slachtofferverklaring is niet in de wet geregeld, maar in de Aanwijzing spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring 83. Het opstellen van een schriftelijke slachtofferverklaring kan door dezelfde slachtoffers worden gedaan als degenen die een spreekrecht hebben. Voor de slachtofferverklaring geldt ook dezelfde eis als voor het spreekrecht; er moet sprake zijn van een misdrijf genoemd in artikel 51e lid 1 WvSv. Met andere woorden: een misdrijf waarop een minimale gevangenisstraf is gesteld van acht jaar, ofwel een van de specifiek in het artikel genoemde misdrijven. Wanneer het slachtoffer dit wenst, verwijst het Openbaar Ministerie hem door naar Slachtofferhulp Nederland. Daar zal hij door een medewerker geholpen worden met het opstellen van de slachtofferverklaring. De medewerker van Slachtofferhulp Nederland zorgt er tevens voor dat de verklaring niet verder reikt dan de gevolgen van het delict. 84 Het slachtoffer mag zich namelijk enkel uitlaten over de gevolgen die het delict teweeg hebben gebracht. Als het slachtoffer zich nader uitlaat, bijvoorbeeld over de toedracht, kan hij opgeroepen worden als getuige en loopt hij het risico op secundaire victimisatie. Met secundaire victimisatie wordt bedoeld dat een slachtoffer of nabestaande de nadelen van het misdrijf dient te verwerken en niet beschadigd mag raken als gevolg van een onbevredigende behandeling tijdens het strafproces, bijvoorbeeld door reacties van de verdediging. Ook wanneer gewekte verwachtingen niet waar kunnen worden gemaakt, kan dat leiden tot secundaire victimisatie. 85 Na goedkeuring door het slachtoffer zal de slachtofferverklaring door Slachtofferhulp Nederland naar het OM worden verzonden. De officier van justitie zorgt er vervolgens voor dat de verklaring tijdig bij het strafdossier wordt gevoegd en dat de 81 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3 p Aanwijzing spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring, Stcrt. 2004, Aanwijzing spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring, Stcrt. 2004, Aanwijzing spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring, Stcrt. 2004, Lens e.a. 2010, p

24 verklaring wordt verstrekt aan de verdachte en/of zijn raadsman. De rechter, officier van justitie en (raadsman van) de verdachte, lezen de verklaring voor de zitting door. Soms leest de rechter of officier van justitie (een deel van) de verklaring ook nog voor tijdens de zitting. Aanwezigheid bij de zitting is echter niet verplicht voor het slachtoffer die de verklaring heeft opgesteld. 86 In geval van hoger beroep, wordt het slachtoffer hierover geïnformeerd. Hij kan de schriftelijke slachtofferverklaring dan desgewenst aanvullen met een verklaring over hoe het hem sinds de zitting in eerste aanleg is vergaan. Deze verklaring wordt vervolgens in hoger beroep (weer) toegevoegd aan het procesdossier. Het gebruik maken van het spreekrecht en/of de schriftelijke slachtofferverklaring heeft een aantal voordelen voor slachtoffers. Ze krijgen o.a. een stem en gezicht, worden betrokken bij het strafproces en hebben verschillende rechten. Dit kan het zelfbeeld van het slachtoffer positief beïnvloeden. Tevens zorgt het ervoor dat de belangen van slachtoffers en verdachten meer tegen elkaar worden afgewogen. Helaas zijn er echter ook nadelen. Een negatief effect van het spreekrecht kan zijn dat er frustratie optreedt bij het slachtoffer dan wel dat deze teleurgesteld wordt indien de eindbeslissing niet naar zijn wens is. Tevens kan, zoals eerder genoemd, secundaire victimisatie optreden De nabestaanden Hetgeen in paragraaf 1.5 over de artikelen 51a t/m 51c WvSv is besproken, geldt conform artikel 51d WvSv ook voor nabestaanden. Lid 4 van artikel 51e WvSv omschrijft het begrip nabestaanden. Dit artikel luidt: Tot de nabestaanden die voor oproeping op grond van het derde lid in aanmerking komen, behoren: a. de echtgenoot of geregistreerde partner dan wel een andere levensgezel, en b. de bloedverwanten in de rechte lijn en die in de zijlijn tot de vierde graad ingesloten. 86 Aanwijzing spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring, Stcrt. 2004, Wijers & De Boer 2010, p

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.28 Verruiming spreekrecht in rechtszaal 1.9.2012 van kracht tekst bronnen Nieuwsbericht ministerie van Veiligheid en Justitie 10.7.2012; www.rijksoverheid.nl Wet

Nadere informatie

Recht en bijstand bij juridische procedures

Recht en bijstand bij juridische procedures Recht en bijstand bij juridische procedures In deze folder leest u meer 0900-0101 (lokaal tarief) over de juridische bijstand door Slachtofferhulp Nederland en de rechten van slachtoffers. Een wirwar van

Nadere informatie

Het opschrift van de Eerste afdeling van Titel IIIA van het Eerste Boek komt te luiden: EERSTE AFDELING Definities

Het opschrift van de Eerste afdeling van Titel IIIA van het Eerste Boek komt te luiden: EERSTE AFDELING Definities [2 juni 2015] Implementatie van richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 1 Wet van 17 december 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet schadefonds geweldsmisdrijven

Nadere informatie

De positie van het slachtoffer in het strafproces. 2.1. Definitie slachtoffer. 2.2. Correcte bejegening. 2. De rechten van het slachtoffer

De positie van het slachtoffer in het strafproces. 2.1. Definitie slachtoffer. 2.2. Correcte bejegening. 2. De rechten van het slachtoffer 2. De rechten van het slachtoffer 2.1. Definitie slachtoffer In de wet is een definitie van het begrip slachtoffer opgenomen: degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of

Nadere informatie

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven,

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven, De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 22 september 2011 van Voorlichting doorkiesnummer 070-361 9721 uw kenmerk 5702623/11/6 onderwerp Advies

Nadere informatie

Het slachtoffer in het strafproces

Het slachtoffer in het strafproces Het slachtoffer in het strafproces Mijn mobiele telefoon a. Staat natuurlijk al uit. b. Staat nog aan, maar die zet ik nu onmiddellijk uit. c. Omdat ik heel belangrijk ben laat ik die aanstaan, maar wel

Nadere informatie

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen.

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen. Slachtoffer zijn van een misdrijf is ingrijpend. Het draagt bij aan de verwerking van dit leed als slachtoffers het gevoel hebben dat zij de aandacht krijgen die zij verdienen. Dat zij zo goed mogelijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr. 4 ADVIES

Nadere informatie

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.32 Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 bronnen Nieuwsbericht Schadefonds geweldsmisdrijven 6.6.2011; www.schadefonds.nl Wet van 6 juni 2011

Nadere informatie

Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring

Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring Voor u als slachtoffer of nabestaande is het mogelijk om tijdens de rechtszaak een verklaring af te leggen of in te dienen. Spreekrecht en schriftelijke

Nadere informatie

Advies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten

Advies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten contactpersoon De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 7 oktober 2014 Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46116548

Nadere informatie

33000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012

33000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012 33000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012 Nr. 75 Brief van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 363 Aanpassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met uitbreiding van de categorieën van personen die recht hebben op een uitkering

Nadere informatie

De positie van het slachtoffer in het strafproces

De positie van het slachtoffer in het strafproces De positie van het slachtoffer in het strafproces Daniëlle van Gastel Anr: s823558 Scriptie in de strafrechtswetenschappen Universiteit van Tilburg Master Nederlands recht, accent strafrecht Begeleiders:

Nadere informatie

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao Aanwijzing Slachtofferzorg Parket Curaçao Samenvatting Deze aanwijzing stelt regels betreffende de bejegening van slachtoffers van misdrijven, zoals zeden, geweld- en verkeersmisdrijven. Daarbij worden

Nadere informatie

Het adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde?

Het adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde? Het adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde? Masterscriptie S. van Eersel ANR: 583395 Universiteit van Tilburg, Faculteit Rechtswetenschappen Afstudeerrichting: Rechtsgeleerdheid, accent

Nadere informatie

Geachte heerteeven, Strekking wetsvoorstel

Geachte heerteeven, Strekking wetsvoorstel h& NEDERLANDSE r,pr VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Vefligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 2030! 2SOOEH DEN HAAG Dutem 31 oktober 20l4 Uw keuw.,k Coetectpwvoen AdvIes op het voorontwerp

Nadere informatie

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten Besluit van..., houdende regels voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten (Besluit slachtoffers van

Nadere informatie

Voegen in het strafproces

Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces april 2011 U bent slachtoffer geworden van een misdrijf of overtreding en u heeft daarbij schade geleden. Eén van de mogelijkheden om uw schade vergoed

Nadere informatie

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5.

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5. U MOET TERECHTSTAAN INHOUD Deze brochure 3 Dagvaarding 3 Bezwaarschrift 3 Rechtsbijstand 4 Slachtoffer 4 Inzage in uw dossier 4 Getuigen en deskundigen 5 Uitstel 5 Aanwezigheid op de terechtzitting 6 Verstek

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 85 Wet van 28 februari 2013 tot implementatie van richtlijn nr. 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende

Nadere informatie

In dit informatieblad. 1 U staat er niet alleen voor

In dit informatieblad. 1 U staat er niet alleen voor Slachtoffers en Justitie In dit informatieblad krijgt u informatie over wat uw rechten als slachtoffer of nabestaande in een strafproces zijn, hoe een strafproces werkt en welke hulp beschikbaar is. Nabestaanden

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

Aanwijzing spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring

Aanwijzing spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring JU Aanwijzing spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. art. 130, lid 4 Wet RO Afzender: College van procureursgeneraal Adressant:

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

Uitbreiding spreekrecht ex art. 51e Sv. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte.

Uitbreiding spreekrecht ex art. 51e Sv. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte. 2013 Uitbreiding spreekrecht ex art. 51e Sv. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte indien het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden

Nadere informatie

Vervolging. Getuigenverhoor rechter-commissaris

Vervolging. Getuigenverhoor rechter-commissaris Als u in de strafzaak door een advocaat wordt bijgestaan, is het van belang dat u de advocaat op de hoogte houdt van de voortgang in het onderzoek. Na aangifte zal het politieonderzoek waarschijnlijk nog

Nadere informatie

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 JU Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat:

Nadere informatie

Is het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte

Is het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte Is het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte Naam: Lisanne Burgers Studentnummer: 11112514 Email:

Nadere informatie

Verdieping: Positie van het slachtoffer

Verdieping: Positie van het slachtoffer Verdieping: Positie van het slachtoffer Korte omschrijving werkvorm: In de afgelopen jaren is de positie van het slachtoffer in het strafrecht almaar versterkt, maar in de huidige wetgeving is er geen

Nadere informatie

U BENT GETUIGE IN EEN STRAFPROCES

U BENT GETUIGE IN EEN STRAFPROCES U BENT GETUIGE IN EEN STRAFPROCES Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden en blinden. Als u getuige

Nadere informatie

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN. Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN. Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG 335 NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN OBD Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie IS De heer mr. F. Teeven 1 Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG 1 Den Haag, 3 december 2013 Doorkiesnummer: Faxnummer:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 743 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het treffen van een regeling inzake het verhoor van afgeschermde getuigen en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

Slachtoffers en Justitie

Slachtoffers en Justitie Slachtoffers en Justitie Dit informatieblad informeert u over uw rechten in een strafproces als slachtoffer of nabestaande. Het beschrijft ook hoe een strafproces werkt en welke hulp beschikbaar is. In

Nadere informatie

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Recht uit het hart spreken

Recht uit het hart spreken Recht uit het hart spreken Een onderzoek naar de rechtspositie van minderjarige slachtoffers ten aanzien van het spreekrecht en de openbare terechtzitting Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit

Nadere informatie

Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden

Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden 1 Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden Is uit oogpunt van het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden, een tweefasenproces passend binnen het Nederlandse Strafprocesrecht, mede gelet

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 915 Goedkeuring van het op 7 juli 2017 te Tallinn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake internationale

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de verlening van toevoegingen in strafzaken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

Het spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632

Het spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632 Het spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632 1. Inleiding Het NJCM heeft kennis genomen van het door Tweede kamerlid Dittrich

Nadere informatie

U BENT GETUIGE IN EEN STRAFPROCES

U BENT GETUIGE IN EEN STRAFPROCES U BENT GETUIGE IN EEN STRAFPROCES Als u getuige of slachtoffer bent geweest van een strafbaar feit kan u worden gevraagd een getuigenverklaring af te leggen. De rechter die over de zaak beslist, kan deze

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets

Leidraad voor het nakijken van de toets Leidraad voor het nakijken van de toets STRAFPROCESRECHT 14 OKTOBER 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 33 Wet van 22 januari 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot verbetering van de regeling van de positie van de deskundige

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. Geachte heer Teeven,

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. Geachte heer Teeven, NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 16december 2013 Uw kenmerk 436418 Contactpersoon J.M.A. Timmer

Nadere informatie

Het recht van het slachtoffer op inzage en toevoeging van processtukken binnen het strafproces

Het recht van het slachtoffer op inzage en toevoeging van processtukken binnen het strafproces Het recht van het slachtoffer op inzage en toevoeging van processtukken binnen het strafproces Een onderzoek naar de regulering en de praktijk van het recht van het slachtoffer op inzage en toevoeging

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 3 juni 2013 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail uw kenmerk 377747 Voorlichting@rechtspraak.nl Advies Wetsvoorstel

Nadere informatie

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies inzake Boeken 3 tot en met 6 nieuwe Wetboek van Strafvordering

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies inzake Boeken 3 tot en met 6 nieuwe Wetboek van Strafvordering Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl Aan de Minister van Justitie en Veiligheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 257 Wijziging van het urgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

Slachtoffers hebben óók recht op hun rechten

Slachtoffers hebben óók recht op hun rechten Slachtoffers hebben óók recht op hun rechten Onderzoek naar de wijze waarop de rechten van slachtoffers met betrekking tot het spreekrecht, de schriftelijke slachtofferverklaring en de vordering tot schadevergoeding

Nadere informatie

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende

Nadere informatie

Slachtoffer van geweld?

Slachtoffer van geweld? Slachtoffer van geweld? Wij komen u financieel tegemoet Erkenning geeft kracht Wat doet het Schadefonds Geweldsmisdrijven? Het Schadefonds Geweldsmisdrijven geeft een financiële tegemoetkoming aan mensen

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

De positie van het slachtoffer in het strafproces. 3.2. De benadeelde. 3.3. Nabestaanden. 3.4. Splitsing van de vordering door de benadeelde

De positie van het slachtoffer in het strafproces. 3.2. De benadeelde. 3.3. Nabestaanden. 3.4. Splitsing van de vordering door de benadeelde 3. Schadevergoeding (voegen) 3.2. De benadeelde Degene die rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit, kan zich ter zake van zijn vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij voegen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 487 Wet van 26 september 1996 tot wijziging van de bepalingen uit het Wetboek van Strafvordering betreffende het proces-verbaal van de terechtzitting

Nadere informatie

Wel of niet verder uitbreiden?

Wel of niet verder uitbreiden? Het spreekrecht van het slachtoffer in het strafproces Wel of niet verder uitbreiden? Masterscriptie M. Moens ANR: 1246969 Universiteit van Tilburg, Faculteit Rechtswetenschappen Afstudeerrichting: Rechtsgeleerdheid,

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

2014D36200 LIJST VAN VRAGEN

2014D36200 LIJST VAN VRAGEN 2014D36200 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft over de beleidsdoorlichting slachtofferzorg (Kamerstuk 33 199, nr. 4) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Staatssecretaris

Nadere informatie

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen In de eindtermen (juni 2005) voor de opleiding BOA wordt verwezen naar een aantal artikelen van wetten. Deze wetten zijn: de Algemene wet op het Binnentreden (Awob) Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 620 Besluit van 10 december 2001, houdende bepalingen inzake het afleggen van de eed of belofte door en de vergoeding van buitengriffiers en

Nadere informatie

Rapport. Datum: 16 maart 1998 Rapportnummer: 1998/060

Rapport. Datum: 16 maart 1998 Rapportnummer: 1998/060 Rapport Datum: 16 maart 1998 Rapportnummer: 1998/060 2 Klacht Op 3 maart 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer W. te Zeewolde met een klacht over een gedraging van het arrondissementsparket

Nadere informatie

U hebt een schadevergoeding toegewezen gekregen

U hebt een schadevergoeding toegewezen gekregen Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.3.7 U hebt een schadevergoeding toegewezen gekregen bronnen www.cjib.nl, januari 2011 Openbaar Ministerie, brochure: Hoe krijg ik mijn schade vergoed? januari 2011

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 VERORDENING over het recht van onderzoek. (raadsbesluit van 28 november 2002) De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 14 november 2002

Nadere informatie

Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtswetenschappen

Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtswetenschappen Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtswetenschappen Te verdedigen tegenover de examencommissie, bestande uit: Mevrouw mr. V.M. Smits en mevrouw mr. R. Heerkens Op 19 februari 2013 te

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen

Nadere informatie

U moet terechtstaan. Inhoud

U moet terechtstaan. Inhoud U moet terechtstaan Inhoud Deze brochure 3 Dagvaarding 3 Bezwaarschrift 3 Rechtsbijstand 4 Slachtoffer 4 Inzage in uw dossier 4 Getuigen en deskundigen 5 Uitstel 5 Aanwezigheid op de terechtzitting 6 Verstek

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251

Rapport. Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251 Rapport Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251 2 Klacht Verzoeker deed op 2 maart 2004 aangifte tegen zijn buurman, de heer Y, wegens vernieling van een aantal bomen, struiken en planten. Verzoeker

Nadere informatie

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS in de zaak tegen de verdachte: [verdachte]., geboren op [geboortedatum] 1994 in Curaçao, wonende te [adres]

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 225 Wet van 19 juni 2013 tot wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren,

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing Directie Sanctie- en

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,

Nadere informatie

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. WET van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te 's- Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken WIJ

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond.

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond. Rapport Een onderzoek naar klachten over het niet eerder seponeren van een strafzaak en over het doorsturen van een verzoek om schadevergoeding naar de rechtbank. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Schema werkwijze LANGZS-advocaten. De financiering

Schema werkwijze LANGZS-advocaten. De financiering Schema werkwijze LANGZS-advocaten De financiering Wanneer een cliënt zich meldt bij de advocaat zal deze, net als in andere zaken, een kennismakingsgesprek plannen. Doorgaans is dit niet vrijblijvend.

Nadere informatie

Graag worden wij op de hoogte gehouden over de verdere voortgang van dit wetgevingsp roces.

Graag worden wij op de hoogte gehouden over de verdere voortgang van dit wetgevingsp roces. t.. Ministerie van Veiligheid en Justitie T.a.v. de heet l.w. Opstelten Postbus 20301 2500EH Den Haag 0 BD 11h II hihh II h 1h t.. t. Onderwerp: Reactie consultatie conceptvoorstel digitale processtukken

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 175 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Brief aan de minister van Rechtsbescherming Drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG

Brief aan de minister van Rechtsbescherming Drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG Advies over de wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met het opheffen van de rechtspersoonlijkheid van het fonds, uitbreiding van de taakuitoefening tot de openbare lichamen Bonaire,

Nadere informatie

Verzoek tot Schadevergoeding Bestemd voor strafdossier

Verzoek tot Schadevergoeding Bestemd voor strafdossier Verzoek tot Schadevergoeding Bestemd voor strafdossier Heeft u schade door een strafbaar feit en wilt u schadevergoeding? Dan kunt u met dit formulier schadevergoeding verzoeken (art. 51g lid 1 Sv). Verzoek

Nadere informatie

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3698-22 Betreft zaak: natuurlijke persoon Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste

Nadere informatie

AANWIJZING TOEZEGGINGEN AAN GETUIGEN IN STRAFZAKEN

AANWIJZING TOEZEGGINGEN AAN GETUIGEN IN STRAFZAKEN AANWIJZING TOEZEGGINGEN AAN GETUIGEN IN STRAFZAKEN Categorie : opsporing Rechtskarakter : aanwijzing in de zin van art. 130 lid 4 Wet RO Afzender : College van procureurs-generaal Adressaat : Hoofden van

Nadere informatie

Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Opstelten,

Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Opstelten, Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG doorkiesnummer 070 361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5692855/11/6 onderwerp Adviesaanvraag

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie