Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht"

Transcriptie

1 Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht HET SPREEKRECHT VOOR SLACHTOFFERS EN NABESTAANDEN VS. RECHTEN VAN EEN VERDACHTE Een onderzoek naar de invloed van het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden op de rechten van een verdachte in het strafproces Auteur: Malika Baiti ANR: Opleiding: Master Rechtsgeleerdheid Afstudeerrichting: accent Strafrecht Onderwijsinstelling: Universiteit van Tilburg (Faculteit der Rechtswetenschappen) Begeleidster: Mevrouw K.M.E. Lens MSc. Tweede lezer: Mevrouw dr. S. van der Aa Plaats en datum afstudeerzitting: Tilburg,...

2 Voorwoord Na ongeveer zes maanden hard werken ligt mijn scriptie hier voor u klaar. Ik had verwacht eerder klaar te zijn, maar het schrijven van een scriptie bleek toch meer tijd te vergen dan ik gedacht had. Toch kan ik zeggen dat dit alles soepel verlopen is. Ik ben dan ook tevreden over het eindresultaat. Verder heb ik veel geleerd over het doen van onderzoek en over het onderwerp dat centraal staat in deze scriptie. Zonder dat ik iemand te kort doe, zou ik graag in het bijzonder een aantal mensen willen bedanken. Ten eerste mijn begeleidster Kim Lens. De gesprekken die ik met u gevoerd heb, heb ik steeds als zeer nuttig en plezierig ervaren. Door uw commentaar ben ik nauwelijks vastgelopen en kon ik vaak probleemloos verder. Ten tweede wil ik mijn tweede lezeres bedanken Suzan van der Aa voor haar kritisch commentaar op mijn scriptie. Haar commentaar zorgde er tevens voor dat ik een beter stuk kon afleveren. Daarnaast ben ik blij met het vertrouwen en de vrijheid die ik gekregen heb om het op mijn manier te doen. Een speciaal dankwoord gaat uiteraard naar mijn ouders die dit alles mogelijk hebben gemaakt voor mij. Zij geloofden onvoorwaardelijk in mijn kunnen en steunden mij daar waar het nodig was. Mijn zussen en broer mogen ook niet ontbreken. Ook hen wil ik bedanken voor hun luisterend oor. Verder wil ik mijn man bedanken voor zijn geduld, vertrouwen en steun die ik gehad heb tijdens het schrijven van deze scriptie. Rest mij nu alleen nog om u veel leesplezier te wensen! Malika Baiti Den Haag, 22 mei

3 Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Lijst van afkortingen Inleiding Inleiding Probleemstelling, centrale vraag en subvragen Methode en opbouw van het onderzoek Spreekrecht slachtoffers Inleiding Spreekrecht voor 1 september Wetsvoorstel ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Spreekrecht na 1 september Nabestaanden (Wettelijke) vertegenwoordigers/kring van spreekgerechtigden Mogelijkheid van vertolking van opvatting van het slachtoffer of andere woordvoerders Reikwijdte van het spreekrecht Bezwaren tegen het spreekrecht Verdachte in het strafproces Inleiding Positie van de verdachte in het strafproces Onschuldpresumptie Belangenafweging Beginsel van hoor en wederhoor Slachtoffer in het strafproces Historisch perspectief Het slachtoffer en zijn hoedanigheden in het strafproces Slachtoffer in de hoedanigheid van aangever en de bevoegdheid tot aangifte Slachtoffer in de hoedanigheid van klachtgerechtigde Slachtoffer in de hoedanigheid van klager ex artikel 12 Sv Slachtoffer in de hoedanigheid van getuige Vormgeving rechtspositie slachtoffers in het strafproces Tweefasenproces Tweefasenproces in vogelvlucht Argumenten betreffende het tweefasenproces Toekomst van het spreekrecht

4 6 Eindconclusie Literatuur en jurisprudentielijst

5 Lijst van afkortingen EVRM HR LJN LOVS MvA MvT NJ OM OvJ R-C Sr Sv WRB WvSr WvSv Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens Hoge Raad Landelijk Jurisprudentie Nummer Landelijk Overleg van Voorzitters van de Strafsectoren Memorie van Antwoord Memorie van Toelichting Nederlands Juristenblad Openbaar Ministerie Officie van Justitie Rechter-commissaris Strafrecht Strafvordering Wet op de rechtsbijstand Wetboek van Strafrecht Wetboek van Strafvordering 5

6 1. Inleiding 1.1. Inleiding Als er sprake is van een ernstig misdrijf hebben de slachtoffers en nabestaanden het recht om ter terechtzitting te spreken over de gevolgen van het strafbare feit. 1 In dat geval wordt er gebruik gemaakt van het zogeheten spreekrecht dat centraal staat in deze scriptie. Het spreekrecht heeft als doel om slachtoffers of nabestaanden te helpen bij het verwerken van gevolgen van een ernstig misdrijf. 2 De groep van spreekgerechtigden bestond uit het slachtoffer of een nabestaande daarvan. 3 In de wet staat daarover dat tot de groep van slachtoffers of nabestaande de minderjarige behoort die de leeftijd van twaalf jaren heeft bereikt. Wanneer de minderjarige die leeftijd nog niet heeft bereikt dan geldt als criterium, voor het uitoefenen van het spreekrecht, dat de minderjarige geacht kan worden tot een redelijke waardering van zijn belangen terzake. 4 Dit wetende kan er een interessante vraag gesteld worden namelijk: hoe zit het met het uitoefenen van het spreekrecht door een slachtoffer die de leeftijd van twaalf jaren nog niet bereikt heeft en niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen? In de volgende twee casussen zal blijken dat het spreekrecht in de praktijk dan ook enkele knelpunten kent. In 2010 is zwemleraar Benno L. schuldig bevonden aan gedwongen ontucht met jonge kinderen. In die zaak is het spreekrecht voor slachtoffers ter sprake gekomen. 5 Edgar Mulders, een strafrechtadvocaat, had in de zaak van Benno L. namelijk samen met het OM de Rechtbank in s- Hertogenbosch verzocht om het spreekrecht te verruimen. Daardoor zouden de ouders van de jonge slachtoffers mogen spreken voor hun kinderen die dat door hun beperkingen, geestelijk dan wel door de zeer jonge leeftijd, zelf niet konden. Ouders van slachtoffers mochten wettelijk gezien niet namens het slachtoffer gebruik maken van het spreekrecht. De rechtbank in s- Hertogenbosch week daarom niet af van de wettelijke regels betreffende het spreekrecht. De strafzaak van Benno L. kreeg ook veel media-aandacht en de 1 Artikel 302 Sv. 2 Bijlsma 2005, p Artikel 51 e Sv. 4 Artikel 51 e lid 3 Sv. 5 Gerechtshof s- Hertogenbosch 26 mei 2011, LJN BQ

7 discussie over de uitbreiding van het spreekrecht werd (weer) een politiek agendapunt. 6 Een andere zaak die ook veel media-aandacht kreeg was de zaak van Robert M. Op 12 december 2010 was namelijk aan het licht gekomen dat Robert M., een medewerker van twee kinderdagverblijven in Amsterdam, tientallen kinderen seksueel had misbruikt. 7 Het jongste slachtoffer was slechts enkele weken oud en de oudste was pas enkele jaren oud. Ook werd hij verdacht van het maken en verspreiden van kinderporno. 8 In december 2011 had de rechtbank in Amsterdam, in tegenstelling tot de rechtbank in s- Hertogenbosch, wel spreekrecht toegekend aan de ouders van de jonge slachtoffers. 9 De rechtbank motiveerde deze beslissing door aan te geven dat kinderen van die leeftijd niet mondig, kwetsbaar en vaak weerloos zijn. Het kan dan ook als feit van algemene bekendheid 10 worden beschouwd dat de hechting tussen de ouder en het kind van essentieel belang is. Daarom kon volgens de rechtbank gesproken worden van een grote mate van vereenzelviging tussen beiden, zodat de ouders namens het jonge slachtoffer mochten spreken. 11 In de zaak van Robert M. heeft de Hoge Raad (hierna: HR) begin maart 2012 bepaald dat het spreekrecht niet zomaar toegekend mocht worden door de rechtbank in Amsterdam. Strikte toepassing van de wet betekende namelijk dat aan de ouders van de jonge slachtoffers geen spreekrecht toekwam. Een uitbreiding van de wettelijke categorie van spreekgerechtigden behoort tot de taak van de wetgever en gaat daarom de rechtsvormende taak van de rechtbank te buiten, aldus de HR. 12 Het probleem in deze was dan ook dat de ouders, die voor de jonge slachtoffers gebruik willen maken van het spreekrecht, die mogelijkheid wettelijk niet hadden. Het voorgaande heeft geleid tot veel maatschappelijke en politieke belangstelling om slachtofferrechten verder te verstevigen. 13 De Staatssecretaris vindt dat het strafprocesrecht nog te veel gericht is op de dader. Op 15 februari 2012 had hij dan ook een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer betreffende de uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces. 14 Op 29 mei 2012 is dat wetsvoorstel met 6 Uitbreiding spreekrecht voor slachtoffers in strafzaken, Jeroen Bosch Advocaten 10 juni 2012, (zoek in het nieuwsarchief naar uitbreiding spreekrecht voor slachtoffers in strafzaken). 7 NOS journaal, NOS Nederland 3, 5 april Rechtbank s- Gravenhage 24 januari 2012, LJN BV Rechtbank Amsterdam 15 december 2011, LJN BU8322 en Rechtbank Amsterdam 15 december 2011, LJN BU Het is geen vereiste dat iedereen bekend is met het feit, zie HR 24 november 1987, NJ 1988, De rechters in Amsterdam motiveerden hun beslissing, om de ouders spreekrecht toe te kennen, door aan te geven dat schade aan het kind schade aan de ouders is. Dat zou er volgens de rechters in kwestie toe moeten leiden dat de ouders mogen spreken namens/voor het kind die daartoe niet in staat is. ( Ouders slachtoffertjes Robert m behouden spreekrecht, nrc 12 maart 2012, (zoek op ouders slachtoffers). 12 HR 6 maart 2012, LJN BR Kamerstukken II , 27632, nr Kamerstukken II , nr. 2. 7

8 algemene stemmen aanvaard door de Tweede Kamer en de wet is vervolgens op 1 september 2012 in werking getreden. 15 Vervolgens heeft de Staatssecretaris op 22 februari 2013 laten weten dat het spreekrecht nog verder uitgebreid moet worden zodat er ook over de strafmaat gesproken mag worden door slachtoffers en nabestaanden. 16 Als de slachtoffers niet helemaal gehoord worden, kan ze dat namelijk een vreselijk gevoel geven Probleemstelling, centrale vraag en subvragen Door de Staatssecretaris wordt voorgesteld om het spreekrecht voor slachtoffers nog verder uit te breiden. Het slachtoffer zou zich volgens hem, naast de gevolgen van het strafbare feit, ook over de strafmaat moeten kunnen uitlaten ter terechtzitting. 18 Doordat slachtofferrechten steeds verder uitgebreid worden is het zaak om te bekijken of dat wel eens problematisch kan zijn vanuit het oogpunt van de verdachte aangezien dit een belangrijke procesdeelnemer is. Welke invloed heeft het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden op de rechten van de verdachte in het strafproces? Deelvragen die tot de beantwoording van de centrale vraag leiden. 1. Wat hield het spreekrecht tot 1 september 2012 in? 2. Wat hield het wetsvoorstel van de Staatssecretaris betreffende de uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in en waarom was dat wetsvoorstel ingediend? 3. Wat houdt het spreekrecht sinds 1 september 2012 in? 4. Hoe ziet de nieuwe mogelijke uitbreiding van het spreekrecht eruit betreffende het spreken over de strafmaat door het slachtoffer? 5. Wat is de positie van het slachtoffer en van de verdachte in het strafproces? 6. Wat zijn de rechten en waarborgen van het slachtoffer en de verdachte in het strafproces? 7. Wat houdt het tweefasenproces in? 8. Wat zijn argumenten tegen en voor de uitbreiding van het spreekrecht? 15 Kamerstukken II , nr De Telegraaf, 22 februari Idem. 18 Idem. 8

9 1.2. Methode en opbouw van het onderzoek Dit onderzoek bestaat uit een literatuurstudie. Daarbij wordt gebruik gemaakt van verschillende bronnen. Dit zijn boeken, internetbronnen, krantenartikelen, jurisprudentie, kamerstukken en wetenschappelijke artikelen. Er is (nog) geen empirisch onderzoek gedaan naar de invloed op de rechten van de verdachte als het gaat om het uitgebreide spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden per 1 september Dat geldt ook voor de mogelijke nieuwe uitbreiding van het spreekrecht die toeziet op slachtoffers die zich mogelijk mogen uitlaten over de strafmaat. Echter, het onderwerp dat centraal staat in deze scriptie heeft zowel politieke als maatschappelijke belangstelling gekregen waardoor er wel verschillende kritische meningen over terug te vinden zijn. Die meningen zijn afkomstig van zowel slachtoffers, nabestaanden, rechtsgeleerden, politici als wetenschappelijke onderzoekers. Ter beantwoording van de centrale vraag wordt in hoofdstuk twee eerst aandacht besteed aan het spreekrecht zoals dat er voor 1 september 2012 uitzag. In het hoofdstuk wordt ook het wetsvoorstel besproken dat ervoor gezorgd heeft dat het spreekrecht per 1 september 2012 is gewijzigd. In hoofdstuk drie komt de verdachte en zijn positie in het strafproces aan bod. Vervolgens wordt in hoofdstuk vier stilgestaan bij de positie van het slachtoffer binnen het strafproces. In hoofdstuk vijf komt het ter discussie gestelde tweefasenproces aan bod. Dit proces is van belang omdat dat raakt aan de verdere uitbreiding van het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden. Die mogelijke nieuwe uitbreiding van het spreekrecht ziet toe op het toekennen van de mogelijkheid aan slachtoffers en nabestaanden om te spreken over de gewenste strafmaat. Tot slot zal er in hoofdstuk zes een conclusie volgen waarin de centrale vraag beantwoord zal worden. 9

10 2. Spreekrecht slachtoffers 2.1. Inleiding Elk slachtoffer heeft recht op een correcte bejegening. Er moet rekening gehouden worden met zijn belangen. 19 Het slachtoffer of de nabestaanden hebben het recht om een verklaring af te leggen ter terechtzitting. In de verklaring geven zij aan wat de gevolgen voor hen zijn van het door de verdachte gepleegde strafbare feit. Het spreekrecht is in artikel 302 Sv verankerd. 20 Aan het slachtoffer is de keuze om een schriftelijke verklaring af te leggen die vervolgens opgenomen wordt in het dossier. Deze komt daarmee onder de procespartijen. Tevens kan die verklaring onderwerp zijn van het debat ter terechtzitting dat daarop volgt. Door het enkel afleggen van deze schriftelijke verklaring door het slachtoffer of zijn nabestaanden realiseerde de wetgever zich destijds klaarblijkelijk dat daarmee de verlangens van de slachtoffers en nabestaanden onvoldoende tegemoet gekomen waren. Hij besloot daarom om de slachtoffers en nabestaanden verder tegemoet te komen door hen nog meer rechten toe te kennen. 21 De wetgever heeft daarom het spreekrecht toegekend aan de slachtoffers en nabestaanden in artikel 51e Sv en 302 lid 2 Sv Spreekrecht voor 1 september 2012 Het slachtoffer speelde van oudsher geen rol in het strafrecht. Dit kwam doordat aan de ene kant het strafrecht ingericht was op de verdachte en de rechten daarvan in relatie tot de machtige overheid. 22 De visie die tot voor kort heerste was dat aangezien het slachtoffer geen onderdeel van het strafproces was, hij dus ook geen rechten daarin hoefde te krijgen. 23 Deze visie is het laatste decennia aan het veranderen. Zo blijkt uit de invoering van het spreekrecht in Per 1 januari 2005 kon het slachtoffer van een ernstig misdrijf ter terechtzitting namelijk zijn spreekrecht uitoefenen. Het slachtoffer kon daardoor op de terechtzitting spreken over de gevolgen die het strafbare feit teweeg had gebracht. 24 Doordat er in de wet 19 Mevis 2009, p Wet van 21 juli 2004, Stb. 2004, Corstens 2008, p Kamerstukken II , 33176, nr Idem. 24 Artikel 51 e lid 1 Sv jo. 51 e lid 4 Sv. 10

11 een opsomming was gegeven van de delicten waarbij een slachtoffer gebruik kon maken van zijn spreekrecht, bleek dat de wetgever het gebruik van het spreekrecht dus niet te allen tijde toestond. Alleen als het ging om ernstige delicten en delicten waarbij te verwachten was dat er een concreet slachtoffer was, kon men het spreekrecht uitoefenen. 25 Het spreekrecht was beperkt. Slechts één persoon mocht daar tijdens de zitting gebruik van maken. Voor 1 september 2012 kwam het er op neer dat slachtoffers of één nabestaande het recht hadden om tijdens de terechtzitting een verklaring af te leggen over de gevolgen voor hen van het gepleegde misdrijf. Het slachtoffer kon daardoor deelnemen aan de strafzaak en was op die manier niet alleen een naam in het dossier. 26 Het spreekrecht werd gezien als een persoonlijk toekomend recht aan het slachtoffer van een ernstig misdrijf of wanneer er sprake was van overlijden als een recht voor een van de nabestaanden. 27 Het spreekrecht kwam ook het minderjarige slachtoffer of de nabestaande toe die de leeftijd van twaalf jaren had bereikt en dus niet de wettelijke vertegenwoordiger(s) daarvan. Ditzelfde gold voor de minderjarige die de leeftijd van twaalf jaren nog niet bereikt had, maar in staat kon worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen. 28 In een dergelijk geval was het de wettelijke vertegenwoordiger ook niet toegestaan om het woord te voeren namens de betreffende minderjarige. 29 Nabestaanden die van het spreekrecht gebruik mochten maken waren de echtgenoot of geregistreerde partner, een bloedverwante in de rechte lijn tot en met de eerste graad en een bloedverwante in de zijlijn tot en met de tweede graad. 30 Het was voor derden uitgesloten om het woord te voeren voor slachtoffers of nabestaanden die het zelf niet konden of wilden. Het gaat dan immers niet meer om de vertolking van eigen gevoelens en emoties. 31 Bij het plegen van een strafbaar feit kon er ook sprake zijn van meerdere slachtoffers. In dat geval had elk slachtoffer afzonderlijk het recht om gebruik te maken van zijn of haar spreekrecht. Wanneer zij daar geen gebruik van konden maken in verband met het overlijden van elk afzonderlijk slachtoffer dan kon in dit geval ook een nabestaande gebruik maken van het spreekrecht Artikel 51 e lid 4 Sv. 26 Meijer 2009, p Meijer 2009, p Artikel 51 e lid 3 Sv. 29 Idem. 30 Artikel 51 e lid 2 onder a en b Sv. 31 Meijer 2009, p Idem. 11

12 In de Memorie van Toelichting (hierna: MvT) zijn de doelen van het spreekrecht benoemd die geleid hebben tot het spreekrecht zoals dat er voor 1 september 2012 uitzag. Op de eerste plaats kon de rechter kennis nemen van de gevolgen van het strafbare feit voor het slachtoffer of diens nabestaande. Op de tweede plaats kon er sprake zijn van emotionele schade veroorzaakt door het strafbare feit. Door gebruik te maken van het spreekrecht kon er enigszins herstel van de emotionele schade plaatsvinden. Door gebruikmaking van het spreekrecht werd voor de verdachte ook duidelijk(er) wat zijn daad teweeg heeft gebracht bij het slachtoffer of diens nabestaande. Hij werd er immers direct mee geconfronteerd ter terechtzitting. Dit kon een preventieve werking hebben op de verdachte om in de toekomst niet of minder snel in herhaling te vallen. Het slachtoffer of zijn nabestaande maakte zich, door gebruikmaking van het spreekrecht, ook zichtbaar in het proces Wetsvoorstel ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Door de in de inleiding besproken zedenzaken is het spreekrecht voor slachtoffers weer onder de aandacht gekomen. In de zaak van Benno L. en Robert. M ging het namelijk over jonge kinderen die seksueel misbruikt waren. Eerder was al aangehaald dat die jonge kinderen niet mondig waren in de letterlijke betekenis van het woord. Zij konden dus ook geen gebruik maken van hun persoonlijk toekomend recht om hun eigen gevoelens en emoties kenbaar te maken inzake de gevolgen van het strafbare feit. Gelet op de groep van spreekgerechtigden die het spreekrecht uit konden oefenen vielen de ouders van de jonge slachtoffers dus buiten de boot in dit geval. Zij mochten niet namens hun misbruikte kinderen, die er zelf niet toe in staat waren vanwege de jonge leeftijd of de geestelijke beperkingen, gebruik maken van het spreekrecht om aan te geven wat de gevolgen van het strafbare feit waren. 34 De voorgenoemde zaken hebben mede door hun maatschappelijke impact laten inzien wat het belang van het spreekrecht is voor alle betrokkenen in het strafproces, aldus strafrechtadvocaat Richard Korver. 35 Volgens de Staatssecretaris raken slachtoffers gefrustreerd doordat zij ter terechtzitting niet alles mochten zeggen over de verdachte of over 33 Kamerstukken II , 27632, nr Slachtoffers meer rechten door uitbreiding spreekrecht. 4 juni 2012, www. slachtofferhulp.nl (zoek op uitbreiding spreekrecht). 35 Meer spreekrecht voor slachtoffers in rechtszaal, 31 mei 2012, (zoek op meer spreekrecht voor slachtoffers). 12

13 de strafmaat. 36 Ook was het voor slachtoffers vaak onduidelijk wat ze nou wel of niet mochten zeggen tijdens de terechtzitting. De ene rechter liet namelijk meer toe dan de andere. 37 Dat kwam de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid niet ten goede. 38 Uit een evaluatieonderzoek, betreffende het spreekrecht in Nederland, blijkt dat slachtoffers en nabestaanden het spreekrecht waarderen. Uit dat onderzoek blijkt ook dat bij nabestaanden en wettelijke vertegenwoordigers van slachtoffers, die vanwege hun (zeer) jonge leeftijd niet in staat zijn hun spreekrecht uit te oefenen, de behoefte bestaat aan uitbreiding van het spreekrecht. 39 De Staatssecretaris heeft, als gevolg van een aantal maatschappelijke ontwikkelingen en vanwege zijn praktijkervaring, het daarom wenselijk geacht om het spreekrecht van slachtoffers te verruimen en diende daartoe een wetsvoorstel in op 15 februari Met de invoering van het nieuwe wetsvoorstel wordt met name het spreekrecht voor nabestaanden en de kring van spreekgerechtigden, voor personen die vanwege hun zeer jonge leeftijd of feitelijke toestand niet in staat zijn om zelf van hun spreekrecht gebruik te maken, verruimd. 40 In de MvT bij dit wetsvoorstel gaf de Staatssecretaris dan ook aan dat de stem van het slachtoffer beter op de terechtzitting gehoord kon worden. 41 Door het spreekrecht van slachtoffers verder uit te breiden krijgt het slachtoffer steeds meer een gezicht en een stem in het strafproces Spreekrecht na 1 september 2012 Eerder kwam aan bod dat volgens het oude spreekrecht van voor 1 september 2012 naast het slachtoffer slechts één nabestaande het woord op de terechtzitting mocht voeren. Ook werd de beperkte groep van spreekgerechtigden aangehaald. Inmiddels is het voorgenoemde wetsvoorstel met algemene stemmen aanvaard. Hieronder zullen de wijzigingen, ten opzichte van het voormalige spreekrecht voor 1 september 2012, betreffende het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden, besproken worden. 36 Kamerstukken II , 33176, nr Idem. 38 Idem. 39 K. Lens e.a., Het spreekrecht in Nederland: een bijdrage aan het emotioneel herstel van slachtoffers?, Tilburg: Intervict gelieerd aan de Universiteit van Tilburg Kamerstukken II , nr Kamerstukken II , nr Kamerstukken II , 33176, nr

14 Nabestaanden Voor 1 september 2012 kon één nabestaande het spreekrecht uitoefenen ter terechtzitting en dat bleek in de praktijk als knellend ervaren te worden, aldus de Staatssecretaris. 43 Het spreekrecht is daarom als volgt verruimd. De kring die in aanmerking komt om te spreken is uitgebreid tot bloedverwanten in de rechte lijn en die in de zijlijn tot de vierde graad. In het oude spreekrecht gold dat alleen bloedverwanten van de eerste graad in de rechte lijn spreekgerechtigd waren. Dat is nu uitgebreid door ook o.a. kleinkinderen en grootouders het spreekrecht toe te kennen wanneer het slachtoffer het zelf niet uitoefent of kan uitoefenen. De gedachtegang hierachter is dat het slachtoffer ook met nichten en neven, tantes en ooms een hechte band zou kunnen hebben. Echter, er is een rangorde aangegeven. Zo mag eerst de levensgezel het spreekrecht uitoefenen en daarna pas eventueel de bloedverwanten. Het spreekrecht van bloedverwanten wordt in beginsel tot drie nabestaanden beperkt. Er is gekozen voor drie nabestaanden in verband met de hanteerbaarheid van de uitoefening van het spreekrecht, gelet op de planning van de terechtzitting, en de logistieke voorzieningen die nodig zijn om de spreekgerechtigden tijdig op te roepen (Wettelijke) vertegenwoordigers/kring van spreekgerechtigden Zoals in de inleiding beschreven staat, konden ouders van slachtoffers niet aangemerkt worden als slachtoffers. Het ging immers om een persoonlijk toekomend recht. Zij konden daarom niet spreken namens of voor hun kinderen. Daarom is het spreekrecht ook uitgebreid naar de wettelijke vertegenwoordigers van minderjarige slachtoffers die vanwege hun zeer jonge leeftijd niet in staat zijn om gebruik te maken van hun spreekrecht tijdens de terechtzitting. De wettelijke vertegenwoordigers kunnen dan ter terechtzitting aangeven welke gevolgen het strafbaar feit teweeg heeft gebracht voor het slachtoffer. Betreft de wettelijke vertegenwoordiger kan het zijn dat beide ouders het spreekrecht willen uitoefenen. Er dient een uitzondering op dat recht te rusten als het slachtoffer en de verdachte deel uitmaken van hetzelfde gezin. Daarbij kan het soms zijn dat de wettelijke vertegenwoordiger niet ten volle de belangen van het slachtoffer zou willen of kunnen behartigen. Denk bijvoorbeeld aan een ouder die er zelf belang bij heeft om de gevolgen van 43 Kamerstukken II , 33176, nr Idem. 14

15 het strafbare feit als minder ernstig over te laten komen. Dat kan een ouder zijn die op de hoogte was van het misbruik of de mishandeling en daarover zweeg. Als het gaat om minderjarige slachtoffers dan geldt nog altijd het uitgangspunt dat degene die dat kunnen zelf gebruik mogen maken van het spreekrecht. Wanneer het slachtoffer niet in staat is om gebruik te maken van zijn of haar spreekrecht, als er bijvoorbeeld sprake is van een situatie waarin het slachtoffer in coma ligt of wanneer het fysiek of geestelijk onmogelijk is, is het van belang dat zijn of haar stem toch in het strafproces kan worden gehoord. In dat soort gevallen wordt het redelijk geacht dat een persoon die het slachtoffer nastaat mededeelt welke gevolgen het strafbare feit op het slachtoffer heeft. De kring van spreekgerechtigden is dezelfde als die van de nabestaanden Mogelijkheid van vertolking van opvatting van het slachtoffer of andere woordvoerders In de gevallen waarin het voor het slachtoffer niet mogelijk was om van het toekomend spreekrecht gebruik te maken ter terechtzitting, kon voor 1 september noch een raadsman noch een bijzondere gemachtigde het woord voeren voor het slachtoffer. Door het verruimde spreekrecht is dit versoepeld. Vertegenwoordigers van het slachtoffer of het slachtoffer zelf, die niet in staat zijn gebruik te maken van het spreekrecht, mogen nu iemand anders in de gelegenheid stellen om het woord voor hen te voeren ter terechtzitting. Denk daarbij aan een advocaat of bijvoorbeeld de medewerkers van Slachtofferhulp. In een strafproces zou zich ook een situatie kunnen voordoen waarbij een raadsman of een vertegenwoordiger van slachtofferhulp namens meerdere slachtoffers of nabestaanden het woord zou willen voeren. Daarin biedt de Staatsecretaris de rechter de mogelijkheid om te bepalen of hij een dergelijk verzoek toewijst. De rechter zou dan het verzoek moeten beoordelen in het licht van de orde, de inrichting en omvang van het onderzoek ter terechtzitting Kamerstukken II , 33176, nr Idem. 15

16 De Staatssecretaris verwacht dat deze verruiming van het spreekrecht een aanvulling zal zijn op de mate waarin het slachtoffer gebruik 47 zal maken van zijn spreekrecht Reikwijdte van het spreekrecht Doordat het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden verder is uitgebreid, is het van belang stil te staan bij de reikwijdte daarvan. Er kan sprake zijn van het overlijden van het slachtoffer. In dat geval is er voor zijn nabestaanden een eigen status in het strafproces vastgelegd. Wanneer er geen sprake is van het overlijden van het slachtoffer, is er sprake van een afgeleid spreekrecht dat toekomt aan wettelijke vertegenwoordigers en naasten daarvan. De wettelijke vertegenwoordigers worden niet rechtstreeks geraakt in geval van een strafbaar feit gepleegd tegen het slachtoffer. Hierdoor kunnen zij dus niet aangemerkt worden als slachtoffer. Bij de uitoefening van het spreekrecht namens het slachtoffer zullen dan ook de gevolgen die het rechtstreekse slachtoffer in kwestie ondervindt, verwoord dienen te worden. In de wet wordt ook gesproken over ouders waarvan begrijpelijk is dat zij niet alleen de gevolgen voor het slachtoffer verwoorden ter terechtzitting maar ook hun eigen leed erin meenemen. Voor die groep is er plaats voor een zelfstandig spreekrecht. Bij ouders hoeft men niet direct te denken aan de biologische ouders maar aan de personen met wie het slachtoffer een affectieve relatie heeft. Hiermee wordt een zelfstandig spreekrecht in het leven geroepen voor ouders die gelijk is aan het spreekrecht van het slachtoffer. De rechter neemt vervolgens de informatie van de vertegenwoordigers mee bij de beoordeling van de ernst van het feit. 48 Het slachtoffer mag op de zitting spreken over de gevolgen die het strafbaar feit voor hem heeft gehad. De verdediging kan hem daarover niet ondervragen. In de opzet van het spreekrecht past namelijk dat slachtoffers alleen een verklaring afleggen en dat deze niet voor weerlegging in aanmerking komt Momenteel maken 230 tot 260 mensen per jaar gebruik van het spreekrecht in de rechtszaal. Door het verruimde spreekrecht wordt verwacht dat er jaarlijks 1200 mensen per jaar extra gebruik zullen maken van het spreekrecht. Dit volgt uit het evaluatieonderzoek van K. Lens e.a., Het spreekrecht in Nederland: een bijdrage aan het emotioneel herstel van slachtoffers?, Tilburg: Intervict gelieerd aan de Universiteit van Tilburg Kamerstukken II , 33176, nr Wet van 12 juli 2012 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces (33176), Stb. 2012,

17 Over de gewenste strafmaat zijn (nog) geen wijzigingen doorgevoerd aangezien de verdediging in dat geval wel in de gelegenheid gesteld moet worden om het slachtoffer te ondervagen. 50 Aan de verdediging komt namelijk het ondervragingsrecht toe. 51 Dat houdt in dat de verdediging in een aantal gevallen het slachtoffer mag ondervragen zoals wanneer er uitlatingen worden gedaan over bijvoorbeeld de bewijsmiddelen of de strafmaat. In dat geval kan er onder omstandigheden sprake zijn van een ondervragingsrecht dat toekomt aan de verdediging. Als de rechter de opmerkingen van het slachtoffer over de strafmaat meeneemt in zijn beslissing dan moeten er ook mogelijkheden zijn om het ondervragingsrecht daarop uit te oefenen. 52 In hoofdstuk 5 komt het spreekrecht, waarin het slachtoffer eventueel over de strafmaat spreekt, nader aan bod. Ook wordt daarbij aandacht besteed aan de mogelijkheid van een tweefasenproces Bezwaren tegen het spreekrecht Het wetsvoorstel van de Staatssecretaris om het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces uit te breiden kent een aantal bezwaren. De eerste heeft betrekking op de secundaire victimisatie. Het gaat daarbij om de effecten van het (straf)rechtssysteem op slachtoffers van misdrijven. Denk aan de verergering van het leed of de schade van het slachtoffer door het strafproces. 53 Zo zouden de slachtoffers of nabestaanden eventueel door de verdediging verder beschadigd kunnen raken door hun reactie op het slachtoffer. 54 Denk bijvoorbeeld aan een slachtoffer die een bepaalde straf wenst voor de dader. Als de verdediging die strafwens beargumenteerd verwerpt, kan het slachtoffer zich niet serieus genomen voelen. Een ander bezwaar is de volgende. Door het toekennen van het spreekrecht aan een grotere groep van spreekgerechtigden en hen te laten spreken over de strafmaat zou het doel van waarheidsvinding voorbij gestreefd worden. 55 Er komt namelijk te veel nadruk te liggen op de verhouding van het slachtoffer ten opzichte van de verdachte. Het risico daarbij is dat de rechter zich te veel zou kunnen laten beïnvloeden door het slachtoffer. Ook bestaat het risico dat er te veel heftige emotionele momenten ontstaan tijdens het strafproces. 50 Kamerstukken II , 33176, nr Artikel 6 lid 3 sub d EVRM. 52 Kamerstukken II , 33176, nr K. Lens e.a., Het spreekrecht in Nederland: een bijdrage aan het emotioneel herstel van slachtoffers?, Tilburg: Intervict gelieerd aan de Universiteit van Tilburg 2010, p Groenhuijsen, M.S., Slachtoffers van misdrijven in het recht, Delikt en Delinkwent, 2008, afl. 2/ C. Kelk, Slachtofferverklaringen in woord en geschrift, Delikt en Delinkwent, 2003, afl. 2, p

18 Daarbij zouden ook ongepaste uitlatingen richting de verdachte gedaan kunnen worden door het slachtoffer. Een ander bezwaar is dat er valse hoop geschept kan worden voor het slachtoffer. Een slachtoffer of nabestaanden stelt een verklaring op met bepaalde verwachtingen. Denk bijvoorbeeld aan een mogelijke spijtbetuiging van de verdachte. Ook is het mogelijk dat het slachtoffer door middel van de verklaring een hoge(re) straf voor de verdachte probeert te krijgen. Als de rechter daar niet in meegaat en dus de verwachting niet uitkomt, kan het slachtoffer teleurgesteld raken. 56 Echter, ondanks dit risico blijkt in de praktijk in sommige gevallen het volgende: Ik heb het gevoel dat, als ik geen gebruik had gemaakt van mijn spreekrecht, mijn vader nog steeds de macht over me gehad zou hebben. Het was voor mij ook niet belangrijk dat ik er de rechter van zou overtuigen dat hij een hoge straf zou moeten krijgen, dat moet de rechter zelf maar bepalen. Het was echt een sleutelmoment, vanaf nu bepaal ik mijn eigen leven. Ik heb hem verteld wat hij mij heeft aangedaan en wat voor gevoel ik daarbij had. Dat voelde goed C. Kelk, Slachtofferverklaringen in woord en geschrift, Delikt en Delinkwent, 2003, afl. 2, p Aldus Marianne S. Dit is een slachtoffer die jarenlang door haar vader misbruikt werd. Uitzending EénVandaag van 28 februari 2008, onderwerp: Spreekrecht voor slachtoffers. Echter, het tegenovergestelde van deze reactie is ook goed voor te stellen waardoor het risico dat het slachtoffer teleurgesteld raakt zal blijven bestaan. 18

19 3. Verdachte in het strafproces 3.1. Inleiding Inmiddels mag een ruimere kring van slachtoffers en nabestaanden per 1 september 2012 gebruik maken van het verder uitgebreide spreekrecht. 58 Aangezien het in dit onderzoek gaat om de vraag welke invloed het spreekrecht heeft op de rechten van de verdachte, wordt er in dit hoofdstuk aandacht besteed aan een belangrijke procesdeelnemer. Het gaat hier om de verdachte. Hij kan aan de ene kant worden gezien als het voorwerp voor overheidsoptreden en aan de andere kant als een rechtssubject die zijn verdedigingsrechten kan uitoefenen. 59 In de volgende paragrafen zet ik de positie, waarborgen en rechten die de verdachte door de Nederlandse wet toegekend heeft gekregen uiteen om op die manier een goed beeld te krijgen van de rol van de verdachte in het strafproces. Aan de verdachte komen verschillende rechten toe. Gelet op de strekking van dit onderzoek voert het te ver om alle rechten van de verdachte uiteen te zetten. Ik zal me daarom beperken tot de rechten die in het geding (kunnen) komen als het gaat om het spreekrecht Positie van de verdachte in het strafproces In het Nederlands strafprocesrecht staat de verdachte bekend als een centraal figuur. 60 Degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit voortvloeit wordt aangemerkt als verdachte. 61 In ons WvSv is de tweede Titel van Boek I speciaal voor de verdachte ingericht. Die Titel komt na de behandeling van algemene onderwerpen uit de eerste Titel van Boek I. Dat duidt in feite al op hoe belangrijk de verdachte als procesdeelnemer is binnen ons strafproces. Hij is degene om wie het strafproces daadwerkelijk draait. 62 Het doel van het strafproces is immers dat de verdachte, indien schuldig bevonden, gestraft moet worden Kamerstukken II , nr Kooijmans 2011, p Corstens 2008, p Artikel 27 lid 1 Sv. 62 Mevis 2009, p Boksem 2007, p

20 Onschuldpresumptie Wanneer er nog alleen maar sprake is van een vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit ingevolge artikel 27 Sv, moet de strafvorderlijke overheid altijd uitgaan van de onschuld van de betreffende verdachte. Zij moet dus continu beseffen dat de verdachte onschuldig kan zijn en dus niet gedaan heeft waarvan hij op dat moment wordt verdacht. Hierbij is het van belang dat de strafvorderlijke overheid niet de mogelijkheid uitsluit dat de verdachte het feit niet begaan zou hebben. Anders kan het zijn dat de strafvorderlijke overheid de verdachte al voor schuldig houdt en het verdere onderzoek daar dan ook op richt. 64 De in artikel 6 lid 2 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (hierna: EVRM) neergelegde onschuldpresumptie is nadrukkelijk geformuleerd als een fundamenteel grondrecht van de verdachte op een eerlijk proces. De strafvorderlijke overheid dient uit te gaan van de veronderstelling dat de verdachte onschuldig is en zij moet hem dan ook op die manier behandelen. De eindconclusie dat de betreffende verdachte het feit wel begaan zou hebben, is aan de beslissing van de rechter in de fase van berechting. In die fase moet het wettig en overtuigend bewezen zijn, wil de rechter de conclusie trekken dat de verdachte schuldig is aan het strafbare feit. 65 De onschuldpresumptie is bedoeld om te voorkomen dat een onschuldige wordt veroordeeld en om ervoor te zorgen dat bepaalde dwangmiddelen terughoudend worden toegepast. Verder staat dat beginsel ook in verband met voorschriften zoals vastgelegd in artikel 271 lid 2 Sv dat zowel de voorzitter als de rechter(s) op de terechtzitting geen blijk mag geven van enige overtuiging betreft de schuld of onschuld van de verdachte. Door het slachtoffer alleen over de gevolgen van het strafbare feit te laten spreken, werd voorkomen dat er inbreuk gemaakt werd op het onschuldvermoeden. 66 Echter, als het slachtoffer verder gaat en zich uit mag laten over de strafmaat kan de vraag opgeworpen worden of dat afbreuk doet aan het juridisch-normatieve uitgangspunt van onschuld. De rechter mag immers geen blijk geven van enige overtuiging van de schuld of onschuld van de verdachte. Door de uitoefening van het spreekrecht ter terechtzitting kan dat uitgangspunt aangetast worden. In hoofdstuk 5 kom ik hier nader over te spreken. 64 Mevis 2009, p Artikel 338 Sv. 66 Kool & Moerings 2003, p

21 Belangenafweging Binnen het strafprocesrecht kennen we een aantal beginselen die van grote betekenis zijn voor de goede procesorde. 67 Niet alleen het optreden maar ook het beleid waarvan het betreffende optreden een voortvloeisel is, moet onderworpen worden aan de beginselen van goede procesorde. 68 Er wordt een viertal materiële beginselen onderscheiden te weten het vertrouwensbeginsel, het gelijkheidsbeginsel, het beginsel van zuiverheid van oogmerk en het beginsel van redelijke en billijke belangenafweging. 69 Het laatst genoemde beginsel is in deze van belang omdat daarmee bedoeld wordt dat de betreffende belangen in behoorlijke mate tegen elkaar afgewogen moeten worden. 70 Er moet een redelijke verhouding zijn tussen het optreden en het beoogde doel (proportionaliteit). Een rechter heeft als taak om beslissingen te nemen aan de hand van rechtsnormen die de rechtvaardigheid van zijn uiteindelijke beslissing bepalen. 71 Straffen staan veelal in het teken van vergelding. Om een straf te rechtvaardigen moet er gekeken worden naar het proportionaliteitsbeginsel om de verdachte alsnog te beschermen bij het opleggen van een straf. Er dient gekeken te worden naar de proportionaliteit van de straf ten opzichte van de ernst van de daad begaan door de verdachte. De rechter heeft namelijk te doen met een persoon die een strafbaar feit begaan heeft. Hij moet hier niet alleen objectief kijken naar de mate van schuld aan een delict maar de rechter moet zich ook buigen over de straf die hij beoogt ten aanzien van de verdachte en zijn omstandigheden. 72 In de literatuur wordt aangegeven dat er meer dan vroeger rekening gehouden wordt met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. 73 Het gaat hier om het bepalen van de ernst van het delict en de bijpassende straf. De rechter gebruikt de informatie verkregen uit het spreekrecht bij het bepalen van de ernst van het feit. 74 Wanneer een spreekgerechtigde gebruik maakt van het spreekrecht ter terechtzitting om de gevolgen van het strafbare feit te 67 Er wordt een onderscheid gemaakt tussen materiële en processuele beginselen. De materiële beginselen zien op de inhoud van de handeling of het besluit terwijl de processuele beginselen toezien op de wijze van totstandkoming van de handeling of het besluit (voor een overzicht hiervan kan gekeken worden in Van Wijk/Konijnenbelt & Van Male 2005, p. 273 e.v.; Corstens 2008, p Corstens 2008, p In t Veld & Koeman 1985, p Corstens 2008, p Kelk 2005, p Kelk 2005, p Wyngaert 2009, p Kamerstukken II , 33176, nr

22 belichten is het voorstelbaar dat de overtuigingskracht een rol kan spelen bij het bepalen van de ernst van het feit. Enerzijds kan de spreekgerechtigde, die het spreken in het openbaar niet schuwt, wellicht de rechter beter overtuigen van de specifieke en diepgaande gevolgen van het strafbare feit. Die informatie kan worden meegenomen bij het bepalen van de ernst van het feit. Anderzijds geldt dat wanneer een spreekgerechtigde aan het woord is, die het tegenovergestelde laat zien van het voorgaande, de gevolgen van hetzelfde strafbare feit wellicht de rechter in mindere mate zullen overtuigen van een bepaalde ernst van het feit. Hierdoor zou er een schending van het proportionaliteitsbeginsel plaats kunnen vinden. Echter, niet omdat de rechter veel rekening houdt met de omstandigheden van de verdachte 75 maar omdat de rechter bij het bepalen van de ernst van het feit de informatie, die aangeleverd wordt door de spreekgerechtigde, meeweegt. Deze informatie kan telkens met een andere overtuigingskracht gebracht worden waardoor het enerzijds mogelijk is dat de ernst van het feit als ernstiger bestempeld wordt dan het feitelijk is. Anderzijds kan het zijn dat als er sprake is van een minder sterke overtuigingskracht, de ernst van het feit als minder ernstig bestempeld wordt. 76 Op deze manier zou het spreekrecht te veel invloed kunnen hebben op het oordeel van de rechter en zou het dus de strafmaat kunnen beïnvloeden Beginsel van hoor en wederhoor Een ander belangrijk beginsel in het procesrecht is het beginsel van hoor en wederhoor. 78 Partijen moeten gehoord worden en in gelijke mate gehoord worden. De rechter mag vervolgens alleen datgene waarover partijen zich hebben kunnen uitlaten meewegen in zijn beslissing. 79 Het beginsel van hoor en wederhoor kent een aantal vereisten. De eerder vermeldde omschrijving van het betreffende beginsel omvat twee eisen. De eerste is dat partijen gehoord moeten worden en de tweede eis is dat alle partijen in gelijke mate gehoord moeten worden. Het beginsel van hoor en wederhoor kent nog twee andere eisen namelijk dat de rechter moet luisteren wanneer partijen gehoord worden en als vierde en laatste eis moet de 75 Wyngaert 2009, p Y. Buruma 1994, p Groenhuijsen en Letschert, Over spreekrecht plus en een twee fasen proces. Dilemma s bij een verantwoorde hervorming van het stafprocesrecht, Tilburg: Tilburg Law School Artikel 329 Sv. 79 Snijders, Ynzonides & Meijer 1997 p

23 rechter datgene wat de partijen naar voren hebben gebracht meenemen in zijn uiteindelijke beslissing. 80 De eerste eis, betreft dat partijen gehoord moeten worden, houdt in dat de partijen in de gelegenheid gesteld moeten worden om hun standpunten naar voren te brengen ten overstaan van de rechter. 81 Zij hebben dus een recht om standpunten in te brengen die zij belangrijk vinden in de betreffende zaak en voor de mogelijke beslissing die daaruit voortvloeit. 82 Omdat er naast het recht om wat in te brengen ook nog een recht bestaat om te reageren, wordt dit laatste ook wel het verdedigingsbeginsel genoemd. 83 Dat houdt in dat de partijen ook het recht hebben om te reageren op alles wat in het proces naar voren wordt gebracht. 84 Denk bijvoorbeeld aan stellingen van de wederpartij maar ook aan informatie die ter terechtzitting naar voren wordt gebracht die afkomstig is van niet-partijen 85 of aan informatie ingewonnen door de rechter. 86 Wanneer de rechter de wederpartij niet in de gelegenheid stelt om te reageren op datgene wat aangevoerd is dan mag hij dat niet meenemen in zijn beslissing. 87 Het recht om in een proces wat in te brengen en om te reageren is niet onbegrensd. Het proces moet een keer ten einde komen en de rechter moet op een gegeven moment uitspraak doen in de zaak. 88 Opgemerkt moet worden dat het niet in strijd met het beginsel van hoor en wederhoor is wanneer partijen geen gelegenheid krijgen om iets in te brengen of om te reageren. Het beginsel eist slechts een gelegenheid voor partijen om iets in te brengen. 89 Als een partij beslist om geen gebruik te maken van die gelegenheid dan is er geen schending van het beginsel van hoor en wederhoor. Met de gelegenheid om iets in te brengen wordt bedoeld dat de partijen de gelegenheid moeten hebben gehad om na een behoorlijke voorbereiding van hun zaak of van een reactie de rechter te overtuigen van hun gelijk Asser 1992 p. 13/14, HR 27 juni 1997, NJ 1998, 328 (concl. A-G Bakels; m.nt. HJS) ro Asser 1992 p. 13; vgl. Snijders, Ynzonides & Meijer 1997 p J. ten Berge-Koolen, De goede procesorde in het burgerlijk procesrecht, NJB 25 jan afl. 4 p Snijders, Ynzonides & Meijer 1997 p Hugenholtz/Heemskerk 1998 p HR 21 feb. 1997, NJ 1998, 4 (A-G Mok;m.nt. HJS). 87 Stein & Rueb 2000 p Artikel 6 EVRM geeft aan dat het proces binnen een redelijke termijn doorlopen moet zijn. 89 Crommelin 2007, p HR 22 november 1996, NJ 1997,

24 Een belangrijke vraag is echter wanneer het beginsel van hoor en wederhoor partijen niet meer het recht geeft om in te brengen of te reageren. Deze vraag is niet in zijn algemeenheid te beantwoorden, maar hangt sterk af van de omstandigheden van het geval. 91 Verder eist het beginsel van hoor en wederhoor zoals we eerder gezien hebben dat de partijen in gelijke mate gehoord worden. 92 Het beginsel van hoor en wederhoor en het gelijkheidsbeginsel overlappen elkaar in dit geval. Ook raken deze beginselen aan de onpartijdigheid van de rechter. Want als de rechter de ene partij wel de gelegenheid geeft om iets in te brengen en de andere niet dan is de onpartijdigheid in het geding. 93 Daarnaast moet ook de schijn van partijdigheid vermeden worden. 94 Een eerder genoemde belangrijke eis voor het beginsel van hoor en wederhoor is dat de rechter moet luisteren naar de inbreng van partijen en dat hij die inbreng ook moet meenemen in zijn beslissing. De partijen moeten dus een reële gelegenheid hebben gehad om de rechter ergens van te overtuigen. 95 Door gebruik te maken van het spreekrecht kan de rechter de informatie die daarbij gegeven wordt meenemen om de ernst van de daad te bepalen. Een rechter moet uiteindelijk een beslissing nemen die proportioneel is. Daarbij wordt gekeken naar de verhouding tussen het optreden en het beoogde doel. De rechter zou beïnvloed kunnen worden door de mate waarmee de ernst van het feit geuit wordt zoals eerder besproken is. Hierdoor zou een straf disproportioneel kunnen worden waardoor de verdachte mogelijk niet meer de bescherming krijgt waar hij recht op heeft bij het opleggen van een straf. 91 HR 22 november 1996, NJ 1997, Ynzonides & Meijer 1997 p. 23, Crommelin 2007, p Hugenholtz/Heemskerk 1998 p Asser 1992 p

25 4. Slachtoffer in het strafproces 4.1. Historisch perspectief Lange tijd was de rol en de positie van het slachtoffer op de achtergrond gebleven in het strafproces. Een eigen positie, zoals dat tegenwoordig gewenst wordt, was honderd jaar geleden niet denkbaar. Het slachtoffer hoorde anders dan de verdachte gewoonweg niet in het strafproces thuis. De positie van slachtoffers was aan versterking toe gelet op de vraag naar aandacht voor slachtoffers van zedendelicten. 96 Er kwamen steeds meer slachtoffers van misdrijven bij. Onder die slachtoffers zaten nu ook personen die binnen het Nederlands strafrechtelijk systeem werkzaam waren. Doordat zij bij die misdrijven zelf slachtoffer waren, kwam het besef dat de positie van het slachtoffer gewoonweg verbeterd moest worden. 97 Desondanks hebben strafrechtgeleerden er heel lang over gedaan om zich te realiseren dat slachtoffers aandacht verdienen. 98 De reden voor de lange onderbelichte positie van het slachtoffer is volgens Van Dijk gelegen in het volgende: Je moet niet klagen maar dragen; zo zitten wij in elkaar. Slachtoffers dienen in de christelijke moraal hun daders te vergeven. Doen ze dat niet, dan begaan ze een hoofdzonde. Als ze de daders vergeven, dan hoef je ze toch geen rol in het strafproces te geven? Het spreekrecht en het feit dat een slachtoffer weleens wraakgevoelens zou kunnen hebben, staat haaks op die christelijke moraal. In de jaren zeventig was er al behoefte om de positie van het slachtoffer te versterken. 99 Er kwam sindsdien steeds meer aandacht kwam voor het slachtoffer als procesdeelnemer. In de jaren tachtig kwamen er richtlijnen voor de bejegening van slachtoffers van seksuele misdrijven. 100 Daar is de Richtlijn Slachtofferbeleid voor slachtoffers van misdrijven in het algemeen uit voortgekomen. 101 Op internationaal niveau is er ook het een en ander over de positie van het slachtoffer vast komen te staan Groenhuijsen & Penders 1989, p Groenhuijsen 2008, p Aldus de winnaar van de Stockholm Prijs voor Criminologie Van Dijk. 99 Kool & Moerings 2001, p Langemeijer 2004, p Inmiddels heeft de Richtlijn Slachtofferbeleid voor slachtoffers van misdrijven in het algemeen, plaats gemaakt voor de `Aanwijzing Slachtofferzorg` 102 Bijvoorbeeld: European Convention on the Compensation of Victims of Violent Crimes ; 25

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.28 Verruiming spreekrecht in rechtszaal 1.9.2012 van kracht tekst bronnen Nieuwsbericht ministerie van Veiligheid en Justitie 10.7.2012; www.rijksoverheid.nl Wet

Nadere informatie

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven,

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven, De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 22 september 2011 van Voorlichting doorkiesnummer 070-361 9721 uw kenmerk 5702623/11/6 onderwerp Advies

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr. 4 ADVIES

Nadere informatie

Het adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde?

Het adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde? Het adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde? Masterscriptie S. van Eersel ANR: 583395 Universiteit van Tilburg, Faculteit Rechtswetenschappen Afstudeerrichting: Rechtsgeleerdheid, accent

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden

Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden 1 Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden Is uit oogpunt van het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden, een tweefasenproces passend binnen het Nederlandse Strafprocesrecht, mede gelet

Nadere informatie

Verdieping: Positie van het slachtoffer

Verdieping: Positie van het slachtoffer Verdieping: Positie van het slachtoffer Korte omschrijving werkvorm: In de afgelopen jaren is de positie van het slachtoffer in het strafrecht almaar versterkt, maar in de huidige wetgeving is er geen

Nadere informatie

Wel of niet verder uitbreiden?

Wel of niet verder uitbreiden? Het spreekrecht van het slachtoffer in het strafproces Wel of niet verder uitbreiden? Masterscriptie M. Moens ANR: 1246969 Universiteit van Tilburg, Faculteit Rechtswetenschappen Afstudeerrichting: Rechtsgeleerdheid,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Recht uit het hart spreken

Recht uit het hart spreken Recht uit het hart spreken Een onderzoek naar de rechtspositie van minderjarige slachtoffers ten aanzien van het spreekrecht en de openbare terechtzitting Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht

Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht De ontwikkelingen omtrent de positie van het slachtoffer in het strafprocesrecht - Van spreekrecht naar adviesrecht? Jolein Dortmans ANR 182544 Master

Nadere informatie

Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring

Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring Voor u als slachtoffer of nabestaande is het mogelijk om tijdens de rechtszaak een verklaring af te leggen of in te dienen. Spreekrecht en schriftelijke

Nadere informatie

S k~ N~DEi~LANDS~ ø~t~ VAd~DVOCAT~N ~/ van Veiligheid en Justitie. Aan de Staatssecretaris De heer mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

S k~ N~DEi~LANDS~ ø~t~ VAd~DVOCAT~N ~/ van Veiligheid en Justitie. Aan de Staatssecretaris De heer mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag N~DEi~LANDS~ ø~t~ VAd~DVOCAT~N ~/ ~ : S k~ 7, H~ r~;c~~ ~ ~. ~ ~ Aan de Staatssecretaris De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag van Veiligheid en Justitie 4 1 ~1 7 7~ Den Haag, 13 oktober

Nadere informatie

De positie van het slachtoffer in het strafproces

De positie van het slachtoffer in het strafproces De positie van het slachtoffer in het strafproces Daniëlle van Gastel Anr: s823558 Scriptie in de strafrechtswetenschappen Universiteit van Tilburg Master Nederlands recht, accent strafrecht Begeleiders:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 176 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr.

Nadere informatie

Is zwijgen altijd goud?

Is zwijgen altijd goud? Is zwijgen altijd goud? Op welke manier kan een verruiming van het spreekrecht plaatsvinden, zonder dat er strijd ontstaat met de onschuldpresumptie ten aanzien van de verdachte? Auteur : Öznur Uzun ANR

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

Is het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte

Is het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte Is het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte Naam: Lisanne Burgers Studentnummer: 11112514 Email:

Nadere informatie

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten.

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten. Aan de Minister van Justitie t.a.v. mw. mr. M.F.M. de Groot Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 16 januari 2006 contactpersoon mr. A. Kuijer doorkiesnummer 070-361 9706 a.kuijer@rvdr.drp.minjus.nl e-mail

Nadere informatie

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Adviesrecht van het slachtoffer

Adviesrecht van het slachtoffer Adviesrecht van het slachtoffer Een onderzoek naar de gevolgen van de uitbreiding van het spreekrecht en eventuele aanpassingen of alternatieven van het wetsvoorstel adviesrecht die deze consequenties

Nadere informatie

De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces.

De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces. De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces. Van spreekrecht naar adviesrecht? Naam: Steffi de Rijck ANR: S645765 Afstudeerrichting: Strafrecht Afstudeerdatum:

Nadere informatie

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2014-I

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2014-I Opgave 1 Recht van spreken Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met 4 uit het bronnenboekje. Inleiding In het tijdschrift Crimelink van mei 2012 staat een bespreking van het boek Slachtoffer-dadergesprekken

Nadere informatie

Uitbreiding spreekrecht ex art. 51e Sv. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte.

Uitbreiding spreekrecht ex art. 51e Sv. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte. 2013 Uitbreiding spreekrecht ex art. 51e Sv. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte indien het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden

Nadere informatie

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001 Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering

Nadere informatie

Het slachtoffer in het strafproces

Het slachtoffer in het strafproces Het slachtoffer in het strafproces Mijn mobiele telefoon a. Staat natuurlijk al uit. b. Staat nog aan, maar die zet ik nu onmiddellijk uit. c. Omdat ik heel belangrijk ben laat ik die aanstaan, maar wel

Nadere informatie

Recht en bijstand bij juridische procedures

Recht en bijstand bij juridische procedures Recht en bijstand bij juridische procedures In deze folder leest u meer 0900-0101 (lokaal tarief) over de juridische bijstand door Slachtofferhulp Nederland en de rechten van slachtoffers. Een wirwar van

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

33000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012

33000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012 33000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012 Nr. 75 Brief van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

De positie van het slachtoffer in het strafproces. 2.1. Definitie slachtoffer. 2.2. Correcte bejegening. 2. De rechten van het slachtoffer

De positie van het slachtoffer in het strafproces. 2.1. Definitie slachtoffer. 2.2. Correcte bejegening. 2. De rechten van het slachtoffer 2. De rechten van het slachtoffer 2.1. Definitie slachtoffer In de wet is een definitie van het begrip slachtoffer opgenomen: degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of

Nadere informatie

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN. Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN. Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG 335 NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN OBD Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie IS De heer mr. F. Teeven 1 Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG 1 Den Haag, 3 december 2013 Doorkiesnummer: Faxnummer:

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 Rapport Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van het arrondissementsparket te Den

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten C

Nadere informatie

6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding

6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding 6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding 1 INLEIDING Over de taak van de rechter in het burgerlijk geding bestaat weinig onenigheid. Het is zijn taak om ambtshalve te beoordelen of het recht op

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297 Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297 2 Klacht Verzoeker is op 8 november 2006 door de politie aangehouden wegens stalking van zijn ex-echtgenote. In dit verband klaagt verzoeker erover

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. Geachte heer Teeven,

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. Geachte heer Teeven, NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 16december 2013 Uw kenmerk 436418 Contactpersoon J.M.A. Timmer

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/226 2 Feiten Verzoekers hebben bij de politie aangifte gedaan jegens

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 Instantie Datum uitspraak 27-09-2005 Datum publicatie 06-02-2006 Zaaknummer K05/0167 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Het opschrift van de Eerste afdeling van Titel IIIA van het Eerste Boek komt te luiden: EERSTE AFDELING Definities

Het opschrift van de Eerste afdeling van Titel IIIA van het Eerste Boek komt te luiden: EERSTE AFDELING Definities [2 juni 2015] Implementatie van richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2 Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 1 april 2011 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5683418/11/6 onderwerp

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten Besluit van..., houdende regels voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten (Besluit slachtoffers van

Nadere informatie

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt'

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt' > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Onderwerp WODC-onderzoek

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten juridisch en bestuurskundig onderzoek advies onderwijs Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten Een verkennend onderzoek Groningen, juli 2010 2010 WODC, ministerie van Justitie. Auteursrechten voorbehouden.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

De Amsterdamse zedenzaak Vragen en Antwoorden

De Amsterdamse zedenzaak Vragen en Antwoorden De Amsterdamse zedenzaak Vragen en Antwoorden MAART 2012 Waarvan worden Roberts M. en Richard van O. beschuldigd? Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt Roberts M. van vele gevallen van seksueel binnendringen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling: 1-2-3 Aangiftewijzer Geweld, bedreiging en belediging tegen de gerechtsdeurwaarder Soms heeft de gerechtsdeurwaarder te maken met agressie en geweld. Helaas worden strafbare feiten niet altijd en automatisch

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Limburg-Noord op 14 juli 2008 heeft geweigerd de aangifte van diefstal van haar kat op te nemen. Beoordeling

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 Rapport Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Dordrecht zijn verzoek om een voorwaardelijk sepot om te zetten in een onvoorwaardelijk

Nadere informatie

Het spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632

Het spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632 Het spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632 1. Inleiding Het NJCM heeft kennis genomen van het door Tweede kamerlid Dittrich

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 915 Goedkeuring van het op 7 juli 2017 te Tallinn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake internationale

Nadere informatie

Het recht van het slachtoffer op inzage en toevoeging van processtukken binnen het strafproces

Het recht van het slachtoffer op inzage en toevoeging van processtukken binnen het strafproces Het recht van het slachtoffer op inzage en toevoeging van processtukken binnen het strafproces Een onderzoek naar de regulering en de praktijk van het recht van het slachtoffer op inzage en toevoeging

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 082 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces en wijziging

Nadere informatie

Opsporingsberichtgeving

Opsporingsberichtgeving Opgave 4 Opsporingsberichtgeving Bij deze opgave horen de teksten 8 en 9 uit het bronnenboekje. Inleiding Een van de middelen die een officier van justitie kan inzetten in het opsporingsonderzoek is opsporingsberichtgeving.

Nadere informatie

Parketnummers : 13/ , 13/ , 13/ Pleitnotities sluiting deuren tbv verhoren

Parketnummers : 13/ , 13/ , 13/ Pleitnotities sluiting deuren tbv verhoren Rechtbank Amsterdam Zitting : maandag 19 februari 2018 Parketnummers : 13/730084-14, 13/731070-15, 13/731088-15 Pleitnotities sluiting deuren tbv verhoren Inzake: Openbaar Ministerie te Amsterdam tegen

Nadere informatie

Geachte heerteeven, Strekking wetsvoorstel

Geachte heerteeven, Strekking wetsvoorstel h& NEDERLANDSE r,pr VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Vefligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 2030! 2SOOEH DEN HAAG Dutem 31 oktober 20l4 Uw keuw.,k Coetectpwvoen AdvIes op het voorontwerp

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 27 632 Voorstel van wet van de leden Dittrich en Schonewille tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (invoering van

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN

Nadere informatie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Van onderstaande zaken zijn nummer 0038 t/m 0052 in 2008 onder de aandacht gebracht. Zaak 0031 is zowel in 2006,

Nadere informatie

Puzzel: Wie is wie in de kinderrechtszaal?

Puzzel: Wie is wie in de kinderrechtszaal? Puzzel: Wie is wie in de kinderrechtszaal? Korte omschrijving werkvorm De docent en leerlingen bekijken samen wie waar zit en wat doet in de rechtszaal. Hierbij staat de rol van het kind in de rechtszaal

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 133 Besluit van 20 april 2018 tot vaststelling van bedragen voor nadeel van naasten dat niet in vermogensschade bestaat (Besluit vergoeding affectieschade)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5.

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5. U MOET TERECHTSTAAN INHOUD Deze brochure 3 Dagvaarding 3 Bezwaarschrift 3 Rechtsbijstand 4 Slachtoffer 4 Inzage in uw dossier 4 Getuigen en deskundigen 5 Uitstel 5 Aanwezigheid op de terechtzitting 6 Verstek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 082 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces en wijziging

Nadere informatie

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies inzake Boeken 3 tot en met 6 nieuwe Wetboek van Strafvordering

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies inzake Boeken 3 tot en met 6 nieuwe Wetboek van Strafvordering Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl Aan de Minister van Justitie en Veiligheid

Nadere informatie

Nederlandse antiterrorismeregelgeving getoetst aan fundamentele rechten. Een analyse met meer bijzonder aandacht voor het EVRM

Nederlandse antiterrorismeregelgeving getoetst aan fundamentele rechten. Een analyse met meer bijzonder aandacht voor het EVRM Nederlandse antiterrorismeregelgeving getoetst aan fundamentele rechten Een analyse met meer bijzonder aandacht voor het EVRM P.H.P.H.M.C. van Kempen & J. Van de Voort Samenvatting Radboud Universiteit

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 Rapport Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 2 Klacht Op 11 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer X te Y, ingediend door de heer mr. G. Meijers, advocaat

Nadere informatie

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

`Voorheen kon ook zonder machtiging de raadsman de verdediging voeren voor zijn afwezige cliënt, sedert het Bouterse-arrest niet meer.

`Voorheen kon ook zonder machtiging de raadsman de verdediging voeren voor zijn afwezige cliënt, sedert het Bouterse-arrest niet meer. 3.8 Meningen van bevraagden ten aanzien van de verstekregeling 3.8.1 Verruiming mogelijkheden verdachte? Uit de verkregen reacties wordt duidelijk dat er uiteenlopende antwoorden zijn gegeven op de vraag

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba BESLISSING

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba BESLISSING GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba BESLISSING gegeven naar aanleiding van diverse verzoeken van de verdediging in de strafzaak in

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april Rapportnummer: 2012/062

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april Rapportnummer: 2012/062 Rapport Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april 2012 Rapportnummer: 2012/062 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een met naam genoemde politieambtenaar van het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de

Nadere informatie

Het slachtoffer in het strafgeding

Het slachtoffer in het strafgeding Het slachtoffer in het strafgeding Scriptie Daniëlle Thijssen Naam Daniëlle Thijssen Studentnr. 6007155 Datum 12 juli 2012 Scriptiebegeleider mr. dr. M.M. Dolman 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Huidige

Nadere informatie

Slachtoffers hebben óók recht op hun rechten

Slachtoffers hebben óók recht op hun rechten Slachtoffers hebben óók recht op hun rechten Onderzoek naar de wijze waarop de rechten van slachtoffers met betrekking tot het spreekrecht, de schriftelijke slachtofferverklaring en de vordering tot schadevergoeding

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109 2 Aanleiding Verzoekster is advocaat en haar cliënt stelt dat hij op

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets

Leidraad voor het nakijken van de toets Leidraad voor het nakijken van de toets STRAFPROCESRECHT 14 OKTOBER 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de William Schrikker Groep. Datum: 9 augustus Rapportnummer: 2011/241

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de William Schrikker Groep. Datum: 9 augustus Rapportnummer: 2011/241 Rapport Rapport betreffende een klacht over de William Schrikker Groep. Datum: 9 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/241 2 Wat ging er aan de klacht vooraf? De familie P. heeft een adoptiedochter, die onder

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet ADVIES Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet Oktober 2014 1 Inleiding Een ieder heeft het recht op een eerlijk proces. Of het nu in een strafzaak of in een civiele zaak

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II Opgave 4 Slachtoffers van criminaliteit Bij deze opgave horen de teksten 9 tot en met 12, figuur 2 en 3 en tabel 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Ruim drie miljoen Nederlanders worden jaarlijks het slachtoffer

Nadere informatie

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.32 Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 bronnen Nieuwsbericht Schadefonds geweldsmisdrijven 6.6.2011; www.schadefonds.nl Wet van 6 juni 2011

Nadere informatie